BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
1
december 2011
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
SAMENVATTING
Leerbedrijven die een BPV-plaats aanbieden aan MBO-deelnemers krijgen te maken met onder andere de volgende aspecten: 1. de voorbereiding van de BPV; 2. de werving en selectie van de deelnemer (bij grotere organisaties); 3. de begeleiding van de deelnemer, bestaande uit: • de introductie van de deelnemer; • het inwerken van de deelnemer; • het begeleiden van de deelnemer tot zelfstandig werken; 4. de beoordeling van het functioneren van de deelnemer; 5. de evaluatie van de BPV door de betrokkenen. Bij de voorbereiding is het van belang na te denken over: • welke opleidingsrichting en niveau passen het beste bij de stage- of opleidingsbehoefte; • heeft uw bedrijf een erkenning tot leerbedrijf en geldt deze voor de betreffende BPV-plaats en opleiding; • hoeveel BPV-plaatsen (leerplaatsen) zijn er beschikbaar en in welke periode; • wat zijn mijn verwachtingen van de stagiaire en of medewerker; • hoe zijn de rechten en plichten omtrent de BPV geregeld; • hoe wilt u de begeleiding organiseren; • hoe is het contact met de onderwijsinstelling geregeld; • wat wordt er vanuit de onderwijsinstelling van het leerbedrijf verwacht; • hoe wordt de BPV vormgegeven (werkplan); • welke facilitaire zaken moeten geregeld worden met betrekking tot de BPV en wie gaat deze regelen? Bij de werving en selectie is het van belang om vooraf na te denken over: • wie gaat het sollicitatiegesprek voeren; • wat zijn de selectiecriteria; • welke formulieren moeten getekend worden; • waarom is de organisatie aantrekkelijk voor een MBO-deelnemer; • wat zijn uw verwachtingen en wat verwacht u van een deelnemer; • wat zijn de leerdoelen van de deelnemer; • wat zijn de eerder opgedane ervaringen van de deelnemer? Bij de begeleiding (introductie, inwerken en begeleiden) is het van belang na te denken over: • wat ga ik tijdens het introductiegesprek vertellen en vragen; • hoe ziet het introductieprogramma eruit; • hoe collega’s vooraf geïnformeerd worden over de komst van de deelnemer; • de bekendheid van de huisregels bij de deelnemer; • wat is de beste volgorde in het aanleren van werkzaamheden; • hoelang mag de inwerkperiode duren; • wat wordt er van de deelnemer verwacht tijdens de inwerkperiode; • waar kan de deelnemer terecht bij afwezigheid van de begeleider; • het opstellen van een werkplan; • hoe is de begeleiding georganiseerd, ofwel wie doet wat; • hoe kan de praktijkbegeleider zich voorbereiden op de BPV-periode; • wat zijn de taken van een praktijkbegeleider; • hoe worden de volgende begeleidingsactiviteiten door de praktijkbegeleider; vormgegeven: inspireren, organiseren, faciliteren en verankeren; • hoe worden de begeleidingsgesprekken georganiseerd en is dit voldoende?
2
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
Bij de beoordeling is het van belang om vooraf na te denken over: • hoe wordt de beoordeling georganiseerd; • wat wordt er beoordeeld; • wat zijn de verwachtingen van de onderwijsinstelling; • wie voert de beoordeling uit? Tot slot is het belangrijk om ook iedere BPV na afloop te evalueren. Hierbij is het van belang om vooraf na te denken over: • hoe wordt de BPV geëvalueerd; • wie worden betrokken bij de evaluatie; • wat gebeurt er naar aanleiding van de evaluatie?
Hoe organiseer je de BPV?
Het verschil tussen de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) zit in de duur van de beroepspraktijkvorming (BPV). Bij BPV kunt u dus denken aan zowel stagiairs als aan medewerkers. Daarom wordt de term ‘deelnemers’ gehanteerd.
Binnen één leerbedrijf kunnen diverse praktijkbegeleiders betrokken zijn bij de BPV- begeleiding van deelnemers. De praktijkbegeleiders hebben vaak vanuit ervaring een eigen manier opgebouwd om de beroepspraktijkvorming (BPV) in te vullen. Om grote verschillen in aanpak tussen de diverse praktijkbegeleiders te voorkomen en daarmee verschillen in begeleiding, is een structurele aanpak wenselijk. Het BPV-plan (overzichtsplan) is een middel om dit te verwezenlijken Het BPV-plan geeft een handzaam overzicht van de aspecten waar een organisatie mee te maken krijgt als er een onderwijsdeelnemer werkzaam is. U kunt het BPV-plan zien als het draaiboek waarin alle onderdelen van de BPV worden beschreven. Voor het leerbedrijf kan de BPV ingedeeld worden in de volgende vijf onderdelen: 1. de voorbereiding; 2. de werving en selectie; 3. de begeleiding; • introductie; • inwerken; • begeleiden; 4. de beoordeling; 5. de evaluatie. Ieder onderdeel wordt hieronder toegelicht.
De onderstaande toelichting is niet voorschrijvend bedoeld, maar kan worden gezien als een praktisch voorbeeld van hoe u de BPV vorm kunt geven binnen uw organisatie. De toelichting is geformuleerd in de vorm van vragen. U kunt deze vragen vertalen naar een geheel eigen BPV-plan. Het geeft de praktijkbegeleiders structuur, tips en handvatten.
3
BPV-WEGWIJZER:
1
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
De voorbereiding
Vaak wordt er bij een leerbedrijf ad hoc besloten of er op dat moment plaats is om een deelnemer beroepspraktijkvorming (BPV) aan te bieden. Dit gebeurt meestal naar aanleiding van een vraag naar een BPV-plaats door een deelnemer of onderwijsinstelling. Ook kan het zijn dat een organisatie zijn medewerkers een opleidingstraject wil aanbieden. In beide gevallen is het zinvol om van te voren al een aantal punten omtrent de beroepspraktijkvorming (of opleiding) vast te leggen. Zo is het voor het leerbedrijf– en dus ook voor de praktijkbegeleider - goed om te bepalen wat de visie is op opleiden: wat de stage- en opleidingsbehoefte is, hoe je deze behoefte kunt invullen en wat de verwachtingen hierbij zijn. Indien er binnen de organisatie besloten is te werken met deelnemers uit het middelbaar beroepsonderwijs, of de keuze is gemaakt om medewerkers een opleiding binnen het MBO aan te bieden, dient u vooraf na te denken over de volgende vragen.
• Welke opleidingsrichting en welk niveau passen het beste bij de stage- of opleidingsbehoefte?
Hierbij kunt u denken aan: het verschil in opleiden via de Beroepsopleidende leerweg (BOL) en Beroepsbegeleidende leerweg (BBL); - de verschillende niveaus binnen het MBO (niveau 1 t/m 4); - de verschillende soorten onderwijsinstellingen: Regionaal opleidingscentrum (ROC), Agrarisch opleidingscentrum (AOC) of particuliere opleiding; - de verschillende soorten opleidingen: dagonderwijs, avondonderwijs of onderwijs op afstand; - de verschillende stagevormen; 1ste, 2de, 3de of 4de jaars. Heeft uw bedrijf een erkenning tot leerbedrijf en geldt deze voor de betreffende BPV-plaats en opleiding?
-
•
Op de website www.pmlf.nl kunt u onder het tabblad leerbedrijven in het register erkende leerbedrijven kijken of uw bedrijf een erkenning heeft. Ook kunt u zien voor welke BPV-plaats en/ of kwalificatie de erkenning geldt.
• Hoeveel BPV-plaatsen (leerplaatsen) zijn er beschikbaar en in welke periode?
Hierbij kunt u denken aan stagiairs maar ook aan medewerkers die u wilt opleiden.
• Wat zijn mijn verwachtingen van de deelnemer en/ of medewerker? •
Hierbij kunt u denken aan vaardigheden, kennisaspecten en eigenschappen waarover een deelnemer, bij de start van de BPV moet beschikken. Hoe zijn de rechten en plichten omtrent de BPV geregeld? Hierbij kunt u denken aan: - stagevergoeding in geval van BOL; - opleidingsvergoeding in geval van BBL - beschikbare (werk)tijd ten behoeve van de opleiding (bij bijvoorbeeld theorie of verslag); - reiskostenvergoeding; - verzekeringen en aansprakelijkheid; - geheimhoudingsplicht; - arbeidstijden; - overige zaken zoals: afdelingsuitjes, kerstpakketten, scholingsdagen, vrije dagen et cetera.
4
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
In de beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO), die deelnemer, onderwijsinstelling en leerbedrijf ondertekenen staan de rechten en verplichtingen van de betrokken partijen. Deze BPVO omvat ten minste bepalingen over: • de aanvangsdatum en einddatum van de beroepspraktijkvorming, evenals het aantal te volgen praktijkuren per kalenderjaar; • de begeleiding van de deelnemer; • dat deel van de opleiding dat de deelnemer tijdens de praktijkperiode dient te realiseren en de beoordeling daarvan; • de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden.
• Hoe wilt u de begeleiding organiseren?
Hierbij kunt u denken aan: wie gaat zich met de begeleiding bezighouden; hoeveel tijd gaat dit kosten en is diegene beschikbaar; welke afspraken zijn er gemaakt over vervanging van de begeleiding bij ziekte en/of vakantie? Hoe is het contact met de onderwijsinstelling geregeld? Hierbij kunt u denken aan: - wie is er vanuit het bedrijf contactpersoon; - wie zijn uw contactpersonen bij de onderwijsinstelling? Wat wordt er vanuit de onderwijsinstelling van het leerbedrijf verwacht? Hierbij kunt u denken aan: - leerdoelen; - beoordeling; - lesdagen en of terugkomdagen; - verslaglegging.
-
•
•
Wanneer de verwachtingen omtrent de BPV niet helder zijn dan is het zinvol om bij de onderwijsinstelling navraag te doen. Ook kan de deelnemer bij een intakegesprek gevraagd worden naar zijn verwachtingen, bijvoorbeeld door een intakeformulier in te vullen.
• Hoe wordt de BPV vormgegeven? •
Hierbij kunt u denken aan de werkwijze die er wordt gehanteerd met betrekking tot werving, introductie, begeleiding, beoordeling en evaluatie. Welke facilitaire zaken moeten geregeld worden met betrekking tot de BPV en wie gaat deze regelen? Hierbij kunt u denken aan: - wachtwoord computer; - toegang bedrijf; - verplichte veiligheidstraining; - inentingen.
Naar aanleiding van de bovenstaande vragen maakt u keuzes en afspraken. Deze kunt u vastleggen in het BPV-plan.
5
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
Gebruik de checklist: BPV Organisatie om na te gaan of er nog aandachtspunten zijn bij uw bedrijf omtrent de voorbereiding van de beroepspraktijkvorming.
6
BPV-WEGWIJZER:
2
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
De werving en selectie
Als uw organisatie besloten heeft om een BPV-plaats aan te bieden dan is het van belang de juiste deelnemer te vinden. Dit kunt u op meerdere manieren doen, bijvoorbeeld via rechtstreeks contact met een BPV-coördinator van een onderwijsinstelling in uw buurt. Ook kunt u uw aanbod bekend maken via www.stagemarkt.nl of contact opnemen met een leerwerkloket (UWV Werkbedrijf) bij u in de buurt (in geval van BBL). Formuleer helder wat u kunt bieden en wat u van de deelnemer verwacht. Geef ook duidelijk aan hoe de intake- en/of sollicitatieprocedure zal verlopen. Over het algemeen kunt u aansluiten bij de gebruikelijke sollicitatieprocedure binnen uw bedrijf.
Wilt u meer informatie over leren en werken, bijvoorbeeld over subsidies, stimuleringsregelingen en leerwerkloketten (UWV Werkbedrijf) kijk dan op de website: www.project.lerenenwerken.nl
Voorafgaand aan het intake- of sollicitatiegesprek moeten de volgende aspecten helder zijn: • wie gaat het gesprek voeren? Doet de afdeling P&O dat? Doet u dat als praktijkbegeleider? Of doet u dat samen? En wie vertelt dan wat; • wat zijn uw selectiecriteria? Wanneer wijst u een deelnemer af: • welke formulieren moeten getekend worden? Hierbij kunt u denken aan: - de beroepspraktijkvormingsovereenkomst; - geheimhoudingsverklaring; - verklaring van goed gedrag. • Voor organisaties in de gezondheidszorg gelden soms specifieke eisen rondom inentingen. Het is belangrijk dat u de deelnemer hierover tijdig informeert.
Uitgangspunt bij de intake- en/ of sollicitatieprocedure is dat na afloop van het gesprek helder moet zijn wat het leerbedrijf van de stagiair verwacht en wat de stagiair van het leerbedrijf verwacht.
Tijdens het sollicitatiegesprek kunnen de volgende onderwerpen aan de orde komen: • informatie over de organisatie en de mogelijke werkplek; waarom is dit leerbedrijf aantrekkelijk voor een stagiair? Het is handig om van tevoren een bedrijfsprofiel op te stellen; • uw verwachtingen van de deelnemer en wat hij van u mag verwachten; • de werkzaamheden; • de leerdoelen van de deelnemer, zodat u weet wat hij bij u wil komen leren; • de ervaring die de deelnemer heeft opgedaan in bijvoorbeeld bijbanen of eerdere BPV. Afhankelijk van het moment van aanname kunt u het verder hebben over: • de werktijden; • afspraken over vrije dagen, deelname aan afdelingsuitjes en dergelijke; • afspraken over het verdere verloop van de sollicitatieprocedure.
7
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
Een bedrijfsprofiel en een deelnemerprofiel kunnen handig zijn bij het zoeken naar een geschikte deelnemer. In een dergelijk profiel staan onder ander: • een korte presentatie van het leerbedrijf; • de opleidingsfaciliteiten die het leerbedrijf kan bieden; • de ontwikkelingsfaciliteiten die het leerbedrijf kan bieden; • waarom het leerbedrijf aantrekkelijk is voor een stagiair of nieuwe medewerker; • wat de verwachtingen van het leerbedrijf zijn.
Gebruik de checklist: BPV Organisatie om na te gaan of er nog aandachtspunten zijn bij uw bedrijf omtrent de werving en selectie.
8
BPV-WEGWIJZER:
3
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
De begeleiding
Introductie
Een deelnemer die voor het eerst in een leerbedrijf komt voelt zich in het begin meestal onzeker. Het is voor een deelnemer nog onbekend wat er binnen de afdeling gebeurt en wat er van hem verwacht wordt. Een goede introductie draagt er toe bij dat een deelnemer weet wat er verwacht wordt en zijn weg vindt. Door middel van een introductieprogramma kan een deelnemer snel bij de dagelijkse werkzaamheden betrokken worden. In de praktijk wordt meestal gebruik gemaakt van het introductieprogramma voor nieuwe medewerkers. Zo’n introductieprogramma begint vaak met een introductiegesprek, waarin je de deelnemer vertrouwd maakt met het bedrijf, de collega’s, de werkzaamheden en de huisregels. Meestal vindt er ook een rondleiding door het bedrijf plaats. Zodoende kan de stagiair kennis maken met zijn collega’s. Het is aan te raden om de collega’s van te voren in te lichten over de komst van een deelnemer. Ook dienen er tijdens het introductiegesprek afspraken gemaakt te worden over de werkzaamheden binnen de beroepspraktijkvorming. De gemaakte planning (het BPV-plan) kan worden doorgesproken. Zo weet de deelnemer wat er van hem verwacht wordt.
Vraag de deelnemer een stukje over zichzelf te schrijven. Bijvoorbeeld: wie ben ik, wat kom ik doen en wat wil ik leren, eventueel met pasfoto. Plaats dit stuk op het prikbord, intranet of in het personeelsblaadje. Doe dit voorafgaand aan de eerste werkdag zodat de betrokkenen op de hoogte zijn van de komst van de deelnemer.
Inwerken
Tijdens de BPV is er onderscheid tussen het inwerken en het zelfstandig werken van de deelnemer (ervaring opdoen). Het is dan ook zaak om helder te krijgen hoe lang de inwerkperiode mag duren en wat er minimaal geleerd moet worden in deze inwerkperiode. Daarbij dient ook aangegeven te worden wat er van de deelnemer wordt verwacht tijdens de inwerkperiode, op wie hij/zij kan steunen en hoe het overleg geregeld is tijdens deze periode. Onderstaand treft u suggesties aan die u tijdens de inwerkfase kunt toepassen. • Maak, eventueel samen met de deelnemer, een planning met betrekking tot de aan te leren werkzaamheden. Denk hierbij aan: - helderheid over maximale duur van de inwerkperiode; - helderheid over het minimale dat aangeleerd dient te worden; - begin met een beperkt aantal eenvoudige taken en breid dat in de loop van de BPV-periode uit met meer complexe taken • Maak de deelnemer bekend met de (ongeschreven) huisregels. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: - de manier waarop de medewerkers in de organisatie elkaar aanspreken; - regels voor het gebruik van internet en mobiele telefoons. • -Maak duidelijk bij wie de deelnemer terecht kan, ook als de begeleider niet beschikbaar is Maak tenslotte samen met de deelnemer een werkplan waarin u aangeeft aan welke leerdoelen tijdens de BPV gewerkt gaat worden en welke werkzaamheden en (taak)opdrachten daarbij horen. Leg hierin ook de begeleidings- en beoordelingsmomenten vast en geef aan bij wie de begeleider terecht kan met vragen of knelpunten. Hiervoor kunt u ook eventueel een BPV-document gebruiken.
9
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
Begeleiden
Een deelnemer in het MBO is een beginnend beroepsbeoefenaar en vraagt daarom tijdens de BPV de nodige begeleiding van de praktijkbegeleider. Van u wordt verwacht dat u de stagiair ondersteunt bij het realiseren van de leerdoelen die u bij aanvang van de BPV samen heeft afgesproken. Beantwoord de volgende vragen om de begeleiding duidelijk op te zetten. • hoe is de begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming? Wie doet wat? - wat zijn de kenmerken van een goede praktijkbegeleider? Hierbij kunt u gebruik maken van de profielschets van de praktijkbegeleider welke kenniscentrum PMLF in samenwerking met de 17 kenniscentra heeft opgesteld. - over welke competenties beschikt de praktijkbegeleider die gaat begeleiden? • hoe zijn de begeleidingsgesprekken georganiseerd? Is dit met een zekere frequentie, of vinden zij plaats als er aanleiding toe is? • hoe kunnen praktijkbegeleider en deelnemer zich voorbereiden op zo’n gesprek? - voeg eventueel een begeleidingsformulier/ gespreksverslag toe, waarin de onderwerpen van een begeleidingsgesprek staan • wat zijn de taken van een praktijkbegeleider? - voeg eventueel tips toe die de praktijkbegeleider kan gebruiken om zijn taken uit te voeren • wat kan de praktijkbegeleider doen om zijn deskundigheid op het gebied van het begeleiden te vergroten?
Wilt u meer weten over de profielschets van de praktijkbegeleider, kijk dan op de website van kenniscentrum PMLF: www.pmlf.nl onder het tabblad leerbedrijven.
Begeleidingsgesprekken
Bij het begeleiden van deelnemers spelen begeleidingsgesprekken een belangrijke rol. Het belangrijkste doel van deze gesprekken is na te gaan of alles nog volgens afspraken en wensen verloopt. De praktijkbegeleider bewaakt met deze gesprekken de voortgang in het werk en de opleiding. Begeleidingsgesprekken zijn gepland en voorbereid, waarbij het werkplan het vertrekpunt is.
Een begeleidingsgesprek tussen praktijkbegeleider en deelnemer is geen beoordelingsgesprek.
De praktijkbegeleider heeft de taak om ervoor te zorgen dat deze gesprekken zo ontspannen mogelijk verlopen. Tijdens het gesprek dientl u daarom zo goed mogelijk rekening moeten houden met de volgende aandachtspunten: • het gesprek inleiden, de onderwerpen en gesprekpunten aangeven; • eventueel tussentijds samenvatten van de kernpunten; • indien nodig het gesprek terugleiden naar het onderwerp, het gesprekspunt; • vragen stellen; • luisteren; • het afronden van het onderwerp of gesprek. Vragen die tijdens een begeleidingsgesprek naar voren kunnen komen, zijn: • welke werkzaamheden heeft de deelnemer verricht; • hoe kijkt de deelnemer terug op de afgelopen periode? Wat heeft hij ervan geleerd; • wat ging er goed en welke leerpunten ziet de deelnemer voor zichzelf; • hoe kijkt u als praktijkbegeleider terug op de afgelopen periode terug? Wat ging goed, wat kan beter en hoe is de (beroeps)houding van de deelnemer;
10
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
• welke afspraken dienen we te maken voor het volgend gesprek? Moet het werkplan aangepast worden?
Ook kunt u bij een begeleidingsgesprek aanzetten tot reflectie, door te vragen naar situaties die goed zijn gegaan of situaties die volgens de deelnemer minder goed zijn gegaan.
In de verdieping met voorbeeldformulieren vindt u enkele voorbeelden van formulieren die u kunt gebruiken bij zo’ n reflectiegesprek.
Aspecten van begeleiden
Naast het voeren van de ‘formele’ begeleidingsgesprekken speelt u als praktijkbegeleider of één van uw ervaren collega’s een belangrijke rol bij de dagelijkse begeleiding van de deelnemer. Die begeleiding blijft niet beperkt tot het organiseren van de condities op de leerplaats. Er is ook sprake van begeleidingsactiviteiten als inspireren, organiseren, faciliteren en verankeren. Inspireren beïnvloedt het willen van deelnemers. U praat met enthousiasme over de inhoud van uw vak en de beroepsuitoefening, u toont betrokkenheid, schenkt vertrouwen en biedt handelingsruimte. Organiseren is het regelen van allerlei zaken die nodig of wenselijk zijn om leren mogelijk te maken. U biedt bijvoorbeeld taken aan met voldoende uitdaging en bevordert de samenwerking. Het faciliteren is erop gericht de deelnemer in de gelegenheid te stellen het geleerde vaker en steeds zelfstandiger toe te passen in (diverse) werksituaties. Verankeren gebeurt via reflecteren, dat wil zeggen zowel terugkijken als vooruitkijken. Het is er enerzijds op gericht om de deelnemer na te laten denken over wat hij bereikt heeft en de wijze waarop dit is gegaan. Anderzijds is het er op gericht om na te gaan of de deelnemer zich het geleerde écht eigen heeft gemaakt. Door dat bewust te doen, worden deelnemers gedwongen hun handelen nog eens goed te overdenken. Dat helpt om nieuwe kennis en ervaringen te koppelen aan bestaande kennis en ervaringen.
Maak met de onderwijsinstelling afspraken over de wijze waarop de begeleiding vanuit de onderwijsinstelling ingevuld wordt. Denk aan de frequentie en het doel van de bezoeken van de begeleider van de onderwijsinstelling en wat er van de deelnemer en van u als praktijkbegeleider verwacht wordt tijdens deze bezoeken. Benoem de dingen die goed gaan. In een leersituatie is het van groot belang dat de positieve ontwikkelingen en de voortgang in het bijzonder genoemd en erkend worden.
Gebruik de checklist: BPV Organisatie om na te gaan of er nog aandachtspunten zijn bij uw bedrijf omtrent de begeleiding.
11
BPV-WEGWIJZER:
4
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
De Beoordeling
Formeel valt de (eind)beoordeling van de BPV onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling. De praktijkbeoordelaar speelt een belangrijke rol bij de eindbeoordeling van de BPV. Hoe deze rol ingevuld wordt, is afhankelijk van de keuzes van de onderwijsinstelling. Soms kiest de onderwijsinstelling voor het afnemen van een zogeheten proeve van bekwaamheid in het leerbedrijf, andere scholen vragen de deelnemer een portfolio samen te stellen tijdens hun BPV. In alle gevallen is het erg belangrijk dat zo mogelijk vóór aanvang van de BPV-periode maar in elk geval bij de start duidelijk is wat de onderwijsinstelling op dit gebied van de praktijkbeoordelaar verwacht. De beoordeling van de beroepspraktijkvorming richt zich op competenties die de deelnemer moet ontwikkelen om uiteindelijk een diploma te krijgen. Hieronder vallen ook zaken als beroepshouding, zelfstandigheid, samenwerken en dergelijke. Bij alle punten waarop de deelnemer wordt beoordeeld, is het van essentieel belang dat hij vooraf weet aan welke criteria hij moet voldoen en op welke wijze hij wordt beoordeeld. De uitkomsten van een beoordelingsgesprek mogen voor de deelnemer geen verrassing zijn. Door regelmatig begeleidingsgesprekken te voeren, krijgt de deelnemer feedback op zijn functioneren. Hij heeft dan alle gelegenheid om te werken aan zijn ontwikkeling.
Laat de deelnemer als voorbereiding op de (tussentijdse) beoordeling ook zelf een (kopie) beoordelingsformulier invullen.
Bij de start van de BPV, moeten de volgende zaken rondom de beoordeling helder zijn: • hoe is het beoordelen geregeld? Waar wordt met name op beoordeeld? Wat moet iemand uiteindelijk beheersen; • Wat zijn de verwachtingen vanuit onderwijsinstelling? Waaraan moet een beoordeling voldoen; • Wie voert de beoordeling uit? Hoe ziet het beoordelingsgesprek eruit?
Beoordelingsgesprekken
Bij beoordelingsgesprekken is de praktijkbeoordelaar de gespreksleider. Een beoordelingsgesprek kan als volgt opgebouwd worden: • opening; • oordeel met onderbouwing op waarnemingen en feiten; • reactie van de deelnemer; • indien van toepassing: maak afspraken en leg deze vast; • afronding.
Of je nu tot een positief of negatief oordeel komt, de wijze waarop de feedback gegeven wordt, bepaalt het verdere verloop van het gesprek. Sluit een beoordelingsgesprek altijd positief af. Bijvoorbeeld met een welgemeend compliment en door te bedanken voor de inzet van de deelnemer.
Gebruik de checklist: BPV Organisatie om na te gaan of er nog aandachtspunten zijn bij uw bedrijf omtrent de beoordeling.
12
BPV-WEGWIJZER:
5
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
De Evaluatie
De afronding van de BPV bestaat niet alleen uit de eindbeoordeling. Er zijn nog andere onderwerpen waar aan gedacht kan worden. Het kan zinvol zijn om na afloop van de BPV het gebruikte BPV-plan te evalueren. Maar ook de totale BPV kan geëvalueerd worden. Daarbij moet van te voren helder zijn hoe de BPV wordt geëvalueerd en hoe de evaluatieformulieren er uit zien. Deze formulieren kunnen dan aan het BPV- plan worden toegevoegd. Ook moet in het BPV- plan worden opgenomen wat er gedaan gaat worden met de evaluatie. Bij de start van de BPV, moeten de volgende vragen rondom evaluatie beantwoord zijn: • hoe wordt de BPV geëvalueerd; • wie worden er betrokken bij de evaluatie? Hierbij kunt u denken aan: - de praktijkbegeleider(s); - de praktijkbeoordelaar(s); - de deelnemer; - de onderwijsinstelling; • wat gebeurt er met de evaluatie?
Evalueren is alleen zinvol als er ook opvolging plaatsvindt.
In de verdieping met voorbeeldformulieren vindt u een voorbeeld van een evaluatieformulier.
Gebruik de checklist: BPV Organisatie om na te gaan of er nog aandachtspunten zijn bij uw bedrijf omtrent de evaluatie.
13
BPV-WEGWIJZER:
6
BASIS IV BPV ORGANISATIE
december 2011
Checklist BPV organisatie
I - De voorbereiding
Ja
1. Is bekend wat de opleidingsbehoefte is binnen de organisatie? 2. Is er ruimte voor de organisatie om deelnemers een BPV-plaats aan te bieden?
3. Is er ruimte om zittende medewerkers (een deel van) een MBO opleiding en dus een BPV-plaats aan te bieden.
4. Is er ruimte om nieuwe (tijdelijke) medewerkers (een deel van) een MBO opleiding en dus een BPV-plaats aan te bieden.
5. Zijn de opleiding en het opleidingsniveau vastgesteld? 6. Is er een erkenning afgegeven voor de betreffende BPV-plaats en voor de opleiding?
7. Is het (gewenste) leerjaar vastgesteld? 8. Is er duidelijkheid over de lengte en de duur van de BPV- periode(s)? 9. Is er duidelijkheid over de frequentie van de BPV- periode(s) in uren per week?
10. Is er binnen de organisatie een praktijkbegeleider aanwezig? 11. Is er duidelijkheid over de mogelijke taken en werkzaamheden van de deelnemer?
12. Zijn de rechten en plichten van de deelnemer, de onderwijsinstelling en het leerbedrijf duidelijk en uitgewerkt?
13. Is er een (voorlopig) BPV-plan, planning of overzicht?
14
Nee
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
II – Werving en selectie
december 2011
Ja
14. Zijn de verschillende ’onderwijsinstellingen in de omgeving geïnventariseerd?
15. Zijn er contacten gelegd met onderwijsinstellingen? 16. Is duidelijk welke BPV- periodes en onderwijsmethodieken de verschillende onderwijsinstellingen hanteren?
17. Is de BPV- coördinator van de onderwijsinstelling bekend met uw bedrijf? 18. Is de BPV- coördinator van de onderwijsinstelling op de hoogte van uw wens aan deelnemers?
19. Heeft u duidelijk geformuleerd wat u als leerbedrijf kunt bieden aan een deelnemer?
20. Heeft u duidelijk geformuleerd wat het leerbedrijf van een deelnemer verwacht?
21. Heeft u de BPV-plaats op www.stagemarkt.nl aangeboden? 22. Is er duidelijkheid over de intake-, sollicitatie- en selectieprocedure? 23. Is de praktijkbegeleider betrokken bij de selectie van de deelnemer? 24. Is het duidelijk welke selectiecriteria u hanteert? 25. Is het duidelijk wanneer u iemand afwijst? 26. Is het duidelijk wie bij het selectiegesprek aanwezig is/zijn? 27. Is het duidelijk wie welke rol heeft in het selectiegesprek?
15
Nee
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
III –Begeleiden - Algemeen
december 2011
Ja
28. Is er continuïteit in de begeleiding? 29. Zijn er afspraken gemaakt over begeleidingsmomenten? 30. Zijn er structureel reflectiegesprekken en/ of begeleidingsgesprekken? 31. Is het aantal bezoeken met de begeleider vanuit de onderwijsinstelling afgestemd?
32. Is het duidelijk wat de taken zijn van de praktijkbegeleider? 33. Is het duidelijk wie wat doet ten aanzien van de begeleiding?
16
Nee
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
III –Begeleiden - Introductie
december 2011
Ja
34. Zijn alle collega’s op de hoogte van de komst van de stagiair? 35. Zijn er afspraken gemaakt over de mogelijke werktijden? 36. Zijn er afspraken gemaakt over de mogelijke vergoeding(en)? 37. Zijn er afspraken gemaakt over geheimhouding? 38. Is de beroepspraktijkvormingsovereenkomst ondertekend? 39. Is er binnen de organisatie sprake van een standaard introductieprogramma?
40. Is het duidelijk welke terugkommomenten er vanuit de onderwijsinstelling zijn? (theorie, presentaties, et cetera)
41. Zijn alle (overige) huisregels met de kandidaat besproken? 42. Zijn alle facilitaire zaken besproken en geregeld? (mail, internet, pasje et cetera)
43. Is duidelijk bij wie de stagiair terecht kan bij afwezigheid van de praktijkbegeleider?
44. Zijn de gegevens van alle contactpersonen, betrokkenen bekend en vastgelegd?
45. Zijn alle verwachtingen van uw bedrijf bekend bij de deelnemer en zijn deze vastgelegd?
46. Zijn alle verwachtingen van de deelnemer bij u bekend en zijn deze vastgelegd?
47. Zijn alle verwachtingen van de onderwijsinstelling bij u bekend en zijn deze vastgelegd?
48. Is er een werkplan en/of BPV- document?
17
Nee
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
III – Begeleiden - Inwerken
december 2011
Ja
Nee
Ja
Nee
49. Is er een inwerkprogramma voor de deelnemer? 50. Is het duidelijk en vastgelegd hoe lang de inwerkperiode mag duren? 51. Is het duidelijk en vastgelegd wat er minimaal geleerd moet worden gedurende de inwerkperiode?
52. Is het duidelijk en vastgelegd wat de werkzaamheden van de deelnemer zijn tijdens de inwerkperiode?
53. Is het duidelijk en vastgelegd wat de deelnemer gaat leren tijdens de inwerkperiode (leerdoelen)?
III – Begeleiden – Ervaring opdoen 54. Zijn de (mogelijke) zelfstandig uit te voeren werkzaamheden met de deelnemer besproken?
55. Zijn de BPV-opdrachten met de kandidaat besproken?
18
BPV-WEGWIJZER:
BASIS IV BPV ORGANISATIE
V – Beoordeling
december 2011
Ja
Nee
Ja
Nee
56. Is het duidelijk wat de verwachtingen van de onderwijsinstelling zijn ten aanzien van het beoordelen?
57. Is het duidelijk wie wat moet gaan beoordelen? 58. Indien iemand van het bedrijf moet beoordelen: heeft de
praktijkbeoordelaar voldoende handvatten om te beoordelen?
59. Is het duidelijk waarop moet worden beoordeeld? 60. Is het duidelijk hoe er beoordeeld moet worden?
VI – Evaluatie 61. Is het duidelijk en vastgelegd hoe de BPV wordt geëvalueerd? 62. Is het duidelijk en vastgelegd wie betrokken zijn bij de evaluatie? 63. Is het duidelijk wat er met de resultaten van de evaluatie gedaan wordt?
19