BPV Planning en beoordeling
SECRETARESSE
Noorderpoort Opwierderweg 2 Postbus 13 9902 AA Appingedam Tel 0596-692929 Bpv-coördinator Dhr. B.Stok
Inhoudsopgave Overzicht BPV-stappenplan………………………………………………… p. 2 Stagegegevens………………………………………………………………. p. 3 Toelichting op het BPV-stappenplan……………………………………….. p. 4 Checklist BPV………………………………………………………………. p. 7
Bijlage A
Afsprakenformulier
Bijlage B
Wat kan ik bereiken?
Bijlage C
Beoordelingsformulieren - beoordelingsformulier persoonlijke competenties - ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren kerntaken en werkprocessen - formulier eindbeoordeling
Bijlage D
Voorbeeld opzet logboek
Bijlage E
Formulier reflectieverslag
Bijlage F
Vormgeving en inhoud van het stageverslag
Bijlage G
Praktijkopdrachten
Bijlage H
Uren-aanwezigheidskaart
Overzicht BPV-stappenplan VOORBEREIDING OP DE STAGE Wat ga ik doen? (zie bijlage A) Hoe ga ik de werkzaamheden uitvoeren? (zie bijlage B) Waarop, wanneer en hoe word ik beoordeeld? (zie bijlage C)
DE STAGE Bewijzen verzamelen Voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken (zie bijlage C) Reflectieverslagen (zie bijlage E) Praktijkopdrachten (zie bijlage G) Voorbeeldopdrachten Stageverslag (zie bijlage F) De uren-aanwezigheidskaart dient wekelijks ingevuld en getekend te worden (zie bijlage H)
Belangrijk!! Leg een map aan waarin je afspraken, rapportages, verslagen, bewijsmateriaal bewaart! Bewaar bestanden niet alleen op je computer, maar maak ook een back-up op een USB-stick
BPV planning en beoordeling
2
Noorderpoort ZD Appingedam
Stagegegevens Deelnemer Achternaam: Voor-/roepnaam: Adres: Postcode: Woonplaats: Tel. (thuis): Tel. (mobiel): Opleiding Naam ROC: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: Faxnummer: Naam Opleiding / niv: Leerjaar: Naam begeleider: Tel. begeleider: BPV-periode:
e-mail:
Leerbedrijf Naam bedrijf: Adres: Postcode: Woonplaats: Tel (algemeen): Faxnummer Naam BPV-begeleider: Functie BPV-begeleider: Tel. BPV-begeleider: Werktijden: (Vaste) vrije dagen: BPV-dagen: Vakantiedagen: Terugkomdagen: BPV-vergoeding:
BPV planning en beoordeling
Aantal uren p/w:
3
Noorderpoort ZD Appingedam
Toelichting op het BPV-stappenplan VOORBEREIDING OP DE STAGE
Wat ga ik doen? Maak afspraken met je praktijkbegeleider over de werkprocessen en competenties waar je aan wilt gaan werken aan de hand van de lijst van kerntaken en werkprocessen. Maak hierbij gebruik van het afsprakenformulier (zie bijlage A). Je praktijkbegeleider kan hiervoor gebruik maken van het matchingsformulier in het handboek beroepspraktijkvorming. Hierbij moet natuurlijk rekening worden gehouden met wat er mogelijk is in het bedrijf en wat er nodig is voor je studie. Het resultaat moet zijn een overzicht van de werkzaamheden (gerelateerd aan de kerntaken en werkprocessen) die je tijdens de BPV gaat uitvoeren. Dit overzicht dien je zo spoedig mogelijk in te leveren bij je bpv-docent.
Leerdoelen en afspraken vastleggen
BPV planning en beoordeling
4
Noorderpoort ZD Appingedam
Hoe ga ik de werkzaamheden uitvoeren? Kennis en vaardigheden Bepaal, samen met je praktijkopleider, de benodigde kennis en vaardigheden voor het leerproces. Welke kennis en vaardigheden zijn nodig voor het leerproces? Welke kennis en vaardigheden bezit je al? Welke kennis en vaardigheden zul je eventueel op school (extra) moeten oefenen? Maak hierbij gebruik van het formulier “Wat kan ik bereiken” (zie bijlage B) Persoonlijke competenties/beroepshouding Ga ook na welke persoonlijke competenties jij al in huis hebt en nuttig zijn voor je functioneren in het stagebedrijf. Daarnaast leg je vast aan welke persoonlijke competenties jij nog moet werken om goed te kunnen functioneren binnen het stagebedrijf. Maak hierbij gebruik van het beoordelingsformulier “persoonlijke competenties”. Raadpleeg hiervoor ook de ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren waarop de voor de betreffende kerntaken relevante houdingsaspecten vermeld staan.
Waarop, wanneer en hoe word ik beoordeeld? Kerntaken en werkprocessen Bepaal, samen met je praktijkopleider, welke kerntaken en (onderdelen van) werkprocessen worden beoordeeld. Voor de beoordeling van de werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van de ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren (zie bijlage C). Persoonlijke competenties Voor de beoordeling van de persoonlijke competenties wordt gebruik gemaakt van het beoordelingsformulier “Persoonlijke competenties” (zie bijlage C). Wanneer welk beoordelingsformulier De ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren en het beoordelingsformulier “Persoonlijke competenties” worden in een voortgangsgesprek om de 5 weken ingevuld. De resultaten hiervan kunnen weer worden besproken in de voortgangsgesprekken. Aan het eind van de stage wordt het eindbeoordelingsformulier ingevuld.
BPV planning en beoordeling
5
Noorderpoort ZD Appingedam
DE STAGE Bewijzen verzamelen Het is handig om vanaf het begin van de BPV een logboekje bij te houden als ondersteuning bij het schrijven van het verslag (zie bijlage D). In je logboek geef je per dag kort aan wat je werkzaamheden waren. Vermeld ook aan welke kerntaken en werkprocessen deze werkzaamheden gerelateerd zijn. Daarnaast verzamel je zoveel mogelijk bewijzen waarmee je kunt aantonen dat je hebt gewerkt aan de te behalen competenties. Dat kunnen feitelijke bewijzen zijn (brieven, nota’s, folders, overeenkomsten, foto’s etc.) maar ook ingevulde beoordelingsformulieren en reflectieverslagen. Reflectieverslagen Reflectieverslagen maak je om de twee weken naar aanleiding van de uitgevoerde werkzaamheden zoals beschreven in je logboek en de bespreking daarvan tijdens de voortgangsgesprekken met je praktijkopleider (zie ook bijlage E: formulier reflectieverslag).
Voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken Als voorbereiding op het voortgangsgesprek vullen jij en je praktijkbegeleider beiden de verschillende beoordelingsformulieren in. Bespreek vervolgens de overeenkomsten en verschillen. De beoordelingsformulieren vind je in bijlage C. De bpv-docent komt 2 tot 3 keer langs om de vorderingen met jou en je praktijkbegeleider te bespreken. Je bpv-docent moet dan ook je logboek en reflectieverslagen kunnen inzien. Van deze gesprekken maak jij verslagen.
Praktijkopdrachten Van de praktijkopdrachten voer je in ieder geval de eerste twee opdrachten uit, te weten: Oriënterende opdracht 1: De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden. Oriënterende opdracht 2: Je functie, taken en planning van werkzaamheden. Van de overige twee opdrachten werk je, in overleg met je praktijkbegeleider, één opdracht uit. Voorbeeldopdrachten Niet opgenomen in dit BPV-boek zijn voorbeeldopdrachten die dienen als voorbeeld voor jou en je praktijkbegeleider van mogelijke werkzaamheden die tijdens de stage kunnen worden uitgevoerd. Deze voorbeeldopdrachten sluiten aan bij de kerntaken en werkprocessen behorende bij je opleiding. De bedoeling van de stage blijft echter dat je het voorhanden zijnde werk uitvoert zoals afgesproken aan het begin van de stage. Het is dus niet de bedoeling deze opdrachten letterlijk uit te voeren in de BPV. De voorbeeldopdrachten kunnen bijvoorbeeld helpen bij de uitvoering van het voorhanden zijnde werk, maar ook bij de nabespreking.
BPV planning en beoordeling
6
Noorderpoort ZD Appingedam
Checklist BPV Belangrijk!! • • •
Jij bent verantwoordelijk voor je eigen leren. Zorg ervoor dat je snapt wat jij van school uit moet doen voor de stage. Jij moet het aan je praktijkbegeleider kunnen uitleggen.
Wat ga ik doen? Vul aan het begin van de stage samen met je praktijkbegeleider het formulier in met daarop de afspraken over je werkzaamheden tijdens de stage (zie bijlage A), lever dit zo spoedig mogelijk in bij je stagedocent. Hoe ga ik de werkzaamheden uitvoeren? (zie bijlage B) Neem samen met je praktijkbegeleider bijlage B door en vul het in. Deze gegevens moeten in je stageverslag terugkomen. Waarop, wanneer en hoe word ik beoordeeld? (zie bijlage C) Maak aan het begin van de stage afspraken over wanneer je voortgangsgesprekken hebt, bijvoorbeeld een gesprek na 5 weken en een gesprek aan het eind van de stage . Bewijzen verzamelen - Houd een logboekje bij (zie bijlage D) - Bij elk bezoek van de stagedocent moet je je logboek en reflectieverslagen (bijlage E) kunnen overleggen - Van elk stagebezoek maak jij een kort verslag Voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken (zie bijlage C) De ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren en het beoordelingsformulier “Persoonlijke competenties” moeten worden ingevuld Praktijkopdrachten (zie bijlage G) - Begin op tijd! Voorbeeldopdrachten - Zijn bedoeld als voorbeeld en niet om letterlijk te worden uitgevoerd. Stageverslag (zie bijlage F) - Begin op tijd! - Zorg aan het eind van de stage voor 3 exemplaren van je stageverslag: een voor het stagebedrijf, een voor school en een voor jezelf. De uren-aanwezigheidskaart (bijlage H) dient wekelijks ingevuld en getekend te worden
Bij ziekte informeer je tijdig het stagebedrijf èn de school. Hetzelfde geldt als je weer beter bent en weer aan het werk kunt.
BPV planning en beoordeling
7
Noorderpoort ZD Appingedam
Bijlage A
Afsprakenformulier
Bijlage A
Afspraken deelnemer - praktijkopleider Secretaresse BPV-bedrijf:
Naam deelnemer:
Naam praktijkopleider:
Naam begeleider ROC: Afsprakenlijst
Kerntaken, werkprocessen en omschrijving werkprocessen Kerntaak 1
Voert taken rond informatiemanagement uit
1.1 werkproces Omschrijving
Zorgt voor de schriftelijke informatie-uitwisseling De secretaresse verwerkt, behandelt en bewaakt de e-mails/post. Ze verkrijgt inzicht in de inhoud en het belang van de ontvangen documenten zodat kan worden ingeschat wie de e-mails/post kan afhandelen. Ze distribueert deze tijdig naar de belanghebbenden. De secretaresse zorgt voor een reactie op de ontvangen emails/post. Ze verwerkt teksten op basis van concepten, instructies of eigen aantekeningen. Vervolgens bewaakt ze de voortgang en afhandeling van de correspondentie (zoals mailings, brieven, offertes, begeleidend schrijven, e-mails en vakbladen etc.). Ze registreert het product en archiveert het op de juiste wijze. Zorgt voor de mondelinge (telefonische) informatie-uitwisseling De secretaresse voert (telefoon)gesprekken, coördineert de informatiestromen van en naar de leidinggevende, voorziet de leidinggevende, indien nodig, van informatie over het te bespreken onderwerp en zorgt zelf voor afhandeling van overige (telefoon)gesprekken. Ze beoordeelt in voorkomende gevallen de urgentie van verzoeken om (telefonisch) contact met de leidinggevende(n). Onderhoudt en actualiseert het (digitale) archief De secretaresse onderhoudt en actualiseert het (digitale)archief (scant, kopieert, selecteert, codeert, ordent en archiveert). Onderhoudt het relatienetwerk De secretaresse investeert actief in het opbouwen van goede werk-/klantrelaties. Ze onderhoudt contact met het relatienetwerk van de leidinggevende en actualiseert de gegevens door deze tijdig te muteren. Ze legt de gegevens van organisaties en personen vast in een relationele database en geeft aan hoe relaties (contactpersoon, klant, leverancier etc.) met elkaar verbonden zijn. Voert administratieve taken uit De secretaresse verwerkt gegevens in een systeem voor gegevensbeheer. Ze registreert verlofaanvragen verzorgt de aan- en afwezigheidsadministratie en de zieken herstelmeldingen. Ze maakt periodiek of op verzoek rapporten en/of overzichten uit het systeem t.b.v. de leidinggevende(n) en/of input voor het sociaal jaarverslag.
1.2 werkproces Omschrijving
1.3 werkproces Omschrijving 1.5 werkproces Omschrijving
1.6 werkproces Omschrijving
Specifieke werkzaamheden
Niveau*
Bg
G
Bk
Afsprakenlijst
Kerntaken, werkprocessen en omschrijving werkprocessen Kerntaak 2
Voert taken rondom planning en organisatie uit
2.1 werkproces Omschrijving
Beheert de agenda De secretaresse regelt en noteert interne en externe afspraken van en voor de leidinggevende(n). Ze synchroniseert de agenda’s, stemt agenda’s onderling af, bewaakt de afspraken en verzet ze indien nodig. Ze bereidt afspraken voor en zorgt op verzoek van de leidinggevende ook voor de opvolging ervan. Organiseert bijeenkomsten De secretaresse informeert naar de doelstelling van de bijeenkomst (kleinschalige bijeenkomsten zoals vergaderingen, jubilea, open dagen, trainingen etc.). Bij de organisatie van een bijeenkomst hanteert ze een checklist/draaiboek. Ze selecteert een interne of een externe locatie, het totaal aantal genodigden en of er speciale vereisten zijn met betrekking tot deze bijeenkomst. Ze informeert naar de kosten van de zaal, mogelijkheden voor zaalopstelling, de catering en elektronische voorzieningen etc. Ze overlegt met de leidinggevende(n) over de locatie en reserveert deze evt. in een zaalreserveringssysteem of volgt een procedure hiervoor. Ze voert de gegevens in of laat de gegevens invoeren en bevestigt de reservering. In overleg bespreekt ze de voorgestelde agenda, de te besteden tijd per onderwerp. Ze verstuurt tijdig de uitnodiging met daarin alle informatie over de bijeenkomst. Ze verzendt indien mogelijk een (digitale) versie van het voorbereide dossier, zodat deelnemers zich kunnen voorbereiden. Kort voor aanvang van de bijeenkomst checkt ze of alles in orde is. Maakt verslag en handelt zaken af De secretaresse gaat van te voren na of een uitgebreid of beknopt verslag nodig is of kan worden volstaan met een besluitenlijst. Ze leest ter voorbereiding op de vergadering de stukken door. Tijdens de vergadering maakt ze aantekeningen of notuleert ze m.b.v. een laptop en/of opnameapparatuur. Na de vergadering maakt ze op basis van de aantekeningen een uitgebreid of beknopt verslag of een besluitenlijst. Ontvangt bezoekers De secretaresse ontvangt bezoekers/relaties, informeert in voorkomende gevallen naar het doel van het bezoek en voorziet hen van informatie. De bezoekers worden ingeschreven door de secretaresse. De secretaresse verwijst of begeleidt de bezoekers naar de juiste persoon/personen. Regelt reizen en accommodaties De secretaresse regelt binnen- en buitenlandse zakenreizen en hotelaccommodatie. Ze informeert naar de wensen voor de wijze van vervoer en verblijfsmogelijkheid en checkt de beschikbaarheid gebaseerd op deze wensen. Daarnaast regelt ze zonodig de kantoorbagage. Handelt facturen en declaraties af De secretaresse verzamelt en ordent financiële gegevens (onkostendeclaraties van medewerkers, reisdeclaraties, offertes, nota’s, facturen) en verwerkt ze in een administratief systeem ter voorbereiding op de verwerking ervan door de financiële administratie.
2.3 werkproces Omschrijving
2.4 werkproces Omschrijving
2.5 werkproces Omschrijving
2.7 werkproces Omschrijving
2.9 werkproces Omschrijving
Specifieke werkzaamheden
Niveau*
Bg
G
Bk
*Omschrijving niveau-aanduiding: Bg = Beginnend a) Beoordeling: kan werkzaamheden op activiteit (deel van het werkproces) niveau uitvoeren b) Werktempo: 40-60 % ten opzichte van een vakvolwassen persoon c) Sturing / instructie: begeleider gestuurd d) Gewenst resultaat komt tot stand door veel controle op proces en eindproduct G = Gevorderd a) Beoordeling: kan werkzaamheden op werkproces niveau uitvoeren b) Werktempo: 60-80 % ten opzichte van een vakvolwassen persoon c) Sturing / instructie: gedeeld (deelnemer/begeleider) gestuurd d) Gewenst resultaat komt tot stand door regelmatige controle op proces en eindproduct Bk = Bekwaam a) Beoordeling: kan werkzaamheden op het niveau van werkproces of clustering van samenhangende werkprocessen uitvoeren b) Werktempo: 80-100 % ten opzichte van een vakvolwassen persoon c) Sturing / instructie: deelnemer gestuurd (zelfstandig) d) Gewenst resultaat komt tot stand door reguliere controle op proces en eindproduct
Bijlage B
Wat kan ik bereiken?
Bijlage B
Wat is mijn beginsituatie Kennis en vaardigheden vanuit mijn opleiding:
Kennis en vaardigheden opgedaan in eerdere BPVperiodes: - werkzaamheden; - opdrachten. Kennis en vaardigheden opgedaan buiten de opleiding: (bijbaantjes, vakantiewerk, andere opleidingen) Wat wil ik en kan ik hier bereiken Welke leerdoelen wil mijn ROC dat ik tijdens deze BPV-periode bereik: (samen met iemand van je opleiding voorafgaand aan het kennismakings-gesprek invullen) Welke leerdoelen wil ik zelf tijdens deze BPV-periode bereiken: (zelf vooraf en na het kennismakingsgesprek invullen) Welke leerdoelen wil het leerbedrijf dat ik tijdens deze BPV-periode bereik: (samen met je BPV-opleider invullen)
Bijlage B
Aan de hand van welke werkzaamheden binnen het leerbedrijf ga ik de bovenstaande leerdoelen bereiken:
1. 2. 3.
(samen met je BPV-opleider invullen)
4. 5.
Welke van de bovengenoemde leerdoelen kunnen (waarschijnlijk) niet behaald worden binnen dit leerbedrijf: (samen met je BPV-opleider invullen)
Bijlage B
Bijlage C
Beoordelingsformulieren - beoordelingsformulier persoonlijke competenties - ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren kerntaken en werkprocessen
- formulier eindbeoordeling
Bijlage C
(TUSSEN) B E O O R D E L I N G S F O R M U L I ER PERSOONLIJKE COMPETENTIES Naam stagiair(e): ………………………………………
Bedrijf : …………………….
Richting : ……………………………………….
Beoordelaar……………….
Klas: ……………………………………….
Functie : ………………….
Handtekening
Handtekening…………….
: ……………………Datum …/ … / …..
Beoordelingscriteria
O
V
G
De stagiair(e) weet zich uiterlijk volgens de eisen te verzorgen De stagiair(e) toont inzet De stagiair(e) toont interesse De stagiair(e) toont verantwoordelijkheid De stagiair(e) houdt zich aan de huisregels van het bedrijf De stagiair(e) is in staat leiding te accepteren De stagiair(e) weet met collega’s om te gaan De stagiair(e) is in staat opdrachten te aanvaarden De stagiair(e) stelt zich flexibel op De stagiair(e) is ook bereid minder leuke taken uit te voeren De stagiair(e) weet met klanten om te gaan De stagiair(e) heeft voldoende uitdrukkingsvaardigheid De stagiair(e) is hulpvaardig De stagiair(e) heeft voldoende werktempo De stagiair(e) toont zelfstandigheid De stagiair(e) neemt initiatief De stagiair(e) is in staat werkzaamheden te plannen De stagiair(e) is in staat kritiek te accepteren De stagiair(e) is bereid fouten te bespreken De stagiair(e) heeft inbreng in overlegsituaties Tips:
Tops:
Beoordeling:
BPV planning en beoordeling
Voldoende / Onvoldoende
Noorderpoort ZD Appingedam
Bijlage C beoordelingsformulieren
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 1 Voert taken rondom informatiemanagement uit
Opleidingsgebied
Secretarieel
Kwalificatiedossier en kerntaak
Secretariële beroepen 2012-2013
Kerntaak 1: Voert taken rond informatiemanagement uit
Kwalificatie en crebocode
Secretaresse
95380
Leeromgeving
□ Buitenschools (BPV of anders)
□ Binnenschools
Leerproduct (alleen invullen bij binnenschools)
Titel leerproduct:
Code leerproduct:
Bedrijf (alleen invullen bij BPV)
Naam bedrijf:
Naam praktijkopleider:
Begeleider ROC
Naam docent:
Deelnemer
Naam deelnemer:
Niveau
□ Beginnend*zie omschrijving beoordelingscriteria
□ Gevorderd*
□ Bekwaam*
Werkproces(sen) Beoordeling* 1e
2e
eind
□ Houdingsaspecten □ 1.1: Zorgt voor de schriftelijke informatie-uitwisseling □ 1.2: Zorgt voor de mondelinge (telefonische) informatie-uitwisseling □ 1.3: Onderhoudt en actualiseert het (digitale) archief □ 1.5: Onderhoudt het relatienetwerk □ 1.6: Voert administratieve taken uit Datum ontwikkelingsgerichte beoordeling
1e beoordeling
2e beoordeling
eindbeoordeling
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 1
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 1 Voert taken rondom informatiemanagement uit
*omschrijving beoordelingscriteria Beoordelingscriteria beginnend a. Beoordeling: kan werkzaamheden op activiteit (deel van het werkproces) niveau uitvoeren b. Werktempo: 40-60% ten opzichte van een vakvolwassen persoon c. Sturing / instructie: begeleider gestuurd, de praktijkopleider controleert of de deelnemer de opdracht heeft begrepen d. Gewenst resultaat komt tot stand door veel controle op proces en eindproduct Beoordelingscriteria gevorderd a. Beoordeling: kan werkzaamheden op werkproces niveau uitvoeren b. Werktempo: 60-80% ten opzichte van een vakvolwassen persoon c. Sturing / instructie: gedeeld (deelnemer/begeleider) gestuurd, de deelnemer stelt vooral vragen ter verduidelijking van de opdracht d. Gewenst resultaat komt tot stand door regelmatige controle op proces en eindproduct Beoordelingscriteria bekwaam a. Beoordeling: kan werkzaamheden op het niveau van werkproces of clustering van samenhangende werkprocessen uitvoeren b. Werktempo: 80-100 % ten opzichte van een vakvolwassen persoon c. Sturing / instructie: deelnemer gestuurd (zelfstandig), de deelnemer neemt het werk zelfstandig op zich d. Gewenst resultaat komt tot stand door reguliere controle op proces en eindproduct
Bijlage C beoordelingsformulieren 2
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 1 Voert taken rondom informatiemanagement uit
Houdingsaspecten Beoordeling*
1e
2e
eind
De deelnemer kan functioneren als een goed medewerker. Dit heeft hij/zij laten zien door: 1.
op collegiale wijze samen te werken
11.
aan te geven waar nog bijgeleerd en geoefend moet worden
2.
respectvol om te gaan met collega’s en leidinggevende
12.
de werkzaamheden goed voor te bereiden
3.
op gepaste wijze en op het goede moment zijn kritiek te verwoorden en open te staan voor kritiek
13.
prioriteiten te stellen
14.
correct en vriendelijk met klanten om te gaan
4.
zich aan afspraken en regels houden
15.
plezier te tonen in het uitvoeren van opgedragen werk
5.
op tijd aanwezig te zijn
16.
flexibel te reageren op onverwachte situaties
6.
te luisteren en aanwijzingen op te volgen
17.
zorgvuldig om te gaan met producten, apparatuur en materialen
7.
initiatief te tonen om werkzaamheden op te pakken, de werkzaamheden te zien
18.
nauwkeurig te werken in het vereiste tempo
8.
betrouwbaar en eerlijk te zijn
19.
9.
correct om te gaan met vertrouwelijke informatie en gegevens
verantwoordelijkheidsgevoel/zorg te tonen voor alles wat met het bedrijf te maken heeft
10.
tijdig hulp te vragen
20.
geïnteresseerd te zijn in nieuwe ontwikkelingen in beroep/bedrijf/branche.
Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1
e
2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 3
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 1 Voert taken rondom informatiemanagement uit
Werkproces 1.1: Zorgt voor de schriftelijke informatie-uitwisseling Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1. Ingekomen e-mails/post zijn op correcte wijze en tijdig verwerkt en/of doorgestuurd voor afhandeling. 2. De verzamelde gegevens voor uitgaande e-mails/post zijn relevant, actueel, volledig en tijdig beschikbaar. 3. Opgestelde documenten zijn taalkundig en inhoudelijk correct, opgemaakt conform huisstijl, opgeslagen in de juiste (digitale) map en afgestemd op het doel en de doelgroep.
4. Documenten zijn voorzien van de juiste informatie en bijlage(n) en op de juiste wijze verzonden of voor verzending gereed gemaakt.
Beoordelingsindicatoren 1. Neemt de juiste beslissingen over wie wat moet afhandelen, stuurt betreffende correspondentie tijdig door naar betrokkenen en handelt de overige correspondentie op eigen initiatief correct af. 2. Analyseert de verzamelde informatie op efficiënte wijze, selecteert de juiste gegevens, verifieert de opdracht zonodig, controleert de gegevens nauwkeurig en ziet welke plaats de informatie inneemt in het grotere geheel van de informatiestroom op de afdeling. 3. Hanteert de correcte spelling en grammatica en het correcte idioom, formuleert vlot en bondig, structureert de informatie die wordt uitgewisseld en houdt rekening met de doelgroep. 4. Prioriteert, plant en regelt de werkzaamheden op juiste wijze, houdt het verloop van de werkzaamheden in de gaten en stelt waar nodig bij. 5. Overlegt tijdig en regelmatig met de leidinggevende(n)/collega’s over de uit te voeren werkzaamheden, rapporteert tijdig over de voortgang en informeert betrokkenen proactief over zaken die van belang zijn. 6. Werkt vlot en accuraat en is bedreven in het gebruik van benodigde hard- en software. 7. Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures. 8. Toont zich betrouwbaar en is discreet in het omgaan met informatie van vertrouwelijke en/of gevoelige aard. 9. Blijft productief werken, levert stabiele prestaties in stressvolle omstandigheden en houdt zich aan de afspraken in de planning en de prioriteitstelling. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1
e
2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 4
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 1 Voert taken rondom informatiemanagement uit
Werkproces 1.2: Zorgt voor de mondelinge (telefonische) informatie-uitwisseling Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1. De (telefoon)gesprekken zijn adequaat afgehandeld of aan de juiste persoon doorverbonden of doorgespeeld aan collega’s of andere medewerkers.
Beoordelingsindicatoren 1. Bepaalt welke telefoongesprekken moeten worden doorverbonden naar de leidinggevende(n), verbindt deze correct door en handelt de overige (telefoon)gesprekken op eigen initiatief correct af. 2. Hanteert de correcte spelling en grammatica en het correcte idioom, structureert de informatie, formuleert de boodschap vlot en bondig en houdt rekening met de gesprekspartner(s). 3. Luistert goed naar de gesprekspartners, geeft hun de ruimte om standpunten naar voren te brengen en toont belangstelling voor hun opvattingen. 4. Overlegt tijdig en regelmatig met de leidinggevende(n)/collega’s over de uit te voeren werkzaamheden, rapporteert tijdig over de voortgang en informeert betrokkenen proactief over zaken die van belang zijn. 5. Stelt zich dienstverlenend op, komt afspraken na en toont betrokkenheid bij de organisaties/relaties uit het eigen netwerk en dat van de leidinggevende(n). 6. Investeert tijd en moeite in het opbouwen en onderhouden van (een netwerk van) goede (intere en externe) werkrelaties op verschillende niveaus. 7. Blijft productief werken, levert stabiele prestaties in stressvolle omstandigheden en houdt zich aan de afspraken in de planning en de prioriteitstelling. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1
e
2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 5
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 1 Voert taken rondom informatiemanagement uit
Werkproces 1.3: Onderhoudt en actualiseert het (digitale) archief Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1. De (digitale) dossiers zijn actueel, toegankelijk, traceerbaar, overzichtelijk, juist, volledig, tijdig beschikbaar en voldoen aan alle voorschriften van de organisatie en/of de branche. 2. De vertrouwelijkheid en geheimhouding zijn waar nodig gewaarborgd.
Beoordelingsindicatoren 1. Werkt vlot en accuraat en maakt efficiënt gebruik van het (digitale) registratie- en/of archiefsysteem, de benodigde apparatuur en overige hulpmiddelen t.b.v. het beheren van het (digitale) archief. 2. Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures. 3. Toont zich betrouwbaar en is discreet in het omgaan met informatie van vertrouwelijke en/of gevoelige aard. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1e 2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 6
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 1 Voert taken rondom informatiemanagement uit
Werkproces 1.5: Onderhoudt het relatienetwerk Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1.
Het relatienetwerk is goed onderhouden, is actueel en gegevens zijn snel traceerbaar.
Beoordelingsindicatoren 1.
Onderhoudt actief contact met de interne en externe relaties, toont interesse voor de relaties in woord en geschrift en blijft op de hoogte van wijzigingen bij de organisaties/relaties.
2.
Raadpleegt de relaties in haar netwerk voor het inwinnen van advies, verzoeken om hulp of het gezamenlijk uitvoeren van taken, zorgt ervoor dat er in voorkomende gevallen wederdiensten worden verleend en maakt daar concrete afspraken over.
3.
Overlegt tijdig en regelmatig met de relaties over de afstemming van zaken, rapporteert relaties tijdig over de voortgang en informeert ze proactief over zaken die van belang zijn.
4.
Stelt zich dienstverlenend op, komt afspraken na en toont betrokkenheid bij de organisaties/relaties uit het eigen netwerk en dat van de leidinggevende(n).
5.
Investeert tijd en moeite in het opbouwen en onderhouden van (een netwerk van) goede (interen en externe) werkrelaties op verschillende niveaus.
6.
Werkt vlot en accuraat en maakt efficiënt gebruik van benodigde hard- en software en overige hulpmiddelen.
7.
Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures.
Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1e 2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 7
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 1 Voert taken rondom informatiemanagement uit
Werkproces 1.6: Voert administratieve taken uit Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1. De verlofaanvragen, de aan- en afwezigheidsadministratie en de ziek- en herstelmeldingen zijn correct verwerkt. 2. De rapportages zijn overzichtelijk en actueel. 3. De vertrouwelijkheid en geheimhouding zijn waar nodig gewaarborgd.
Beoordelingsindicatoren 1. Structureert de informatie of hanteert het voorgeschreven format en houdt rekening met de doelgroep(en). 2. Genereert periodiek of op verzoek bruikbare rapporten/overzichten uit het systeem voor de leidinggevende en/of als input voor het (sociaal) jaarverslag. 3. Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures. 4. Toont zich betrouwbaar en is discreet in het omgaan met informatie van vertrouwelijke en/of gevoelige aard bij het verwerken van gegevens van o.a. verlofaanvragen, aan- en afwezigheidsadministratie en ziek- en herstelmeldingen. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1e 2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 8
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
Opleidingsgebied
Secretarieel
Kwalificatiedossier en kerntaak
Secretariële beroepen 2012-2013
Kerntaak 2: Voert taken rondom planning en organisatie uit
Kwalificatie en crebocode
Secretaresse
95380
Leeromgeving
□ Buitenschools (BPV of anders)
□ Binnenschools
Leerproduct (alleen invullen bij binnenschools)
Titel leerproduct:
Code leerproduct:
Bedrijf (alleen invullen bij BPV)
Naam bedrijf:
Naam praktijkopleider:
Begeleider ROC
Naam docent:
Deelnemer
Naam deelnemer:
Niveau
□ Beginnend*zie omschrijving beoordelingscriteria
□ Gevorderd*
□ Bekwaam*
Werkproces(sen) Beoordeling* 1e
2e
eind
□ Houdingsaspecten □ 2.1: Beheert de agenda □ 2.3: Organiseert bijeenkomsten □ 2.4: Maakt verslag en handelt zaken af □ 2.5: Ontvangt bezoekers □ 2.7: Regelt reizen en accommodaties □ 2.9: Handelt facturen en declaraties af Datum ontwikkelingsgerichte beoordeling
1e beoordeling
2e beoordeling
eindbeoordeling
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 1
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
*omschrijving beoordelingscriteria Beoordelingscriteria beginnend a. Beoordeling: kan werkzaamheden op activiteit (deel van het werkproces) niveau uitvoeren b. Werktempo: 40-60% ten opzichte van een vakvolwassen persoon c. Sturing / instructie: begeleider gestuurd, de praktijkopleider controleert of de deelnemer de opdracht heeft begrepen d. Gewenst resultaat komt tot stand door veel controle op proces en eindproduct Beoordelingscriteria gevorderd a. Beoordeling: kan werkzaamheden op werkproces niveau uitvoeren b. Werktempo: 60-80% ten opzichte van een vakvolwassen persoon c. Sturing / instructie: gedeeld (deelnemer/begeleider) gestuurd, de deelnemer stelt vooral vragen ter verduidelijking van de opdracht d. Gewenst resultaat komt tot stand door regelmatige controle op proces en eindproduct Beoordelingscriteria bekwaam a. Beoordeling: kan werkzaamheden op het niveau van werkproces of clustering van samenhangende werkprocessen uitvoeren b. Werktempo: 80-100 % ten opzichte van een vakvolwassen persoon c. Sturing / instructie: deelnemer gestuurd (zelfstandig), de deelnemer neemt het werk zelfstandig op zich d. Gewenst resultaat komt tot stand door reguliere controle op proces en eindproduct
Bijlage C beoordelingsformulieren 2
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
Houdingsaspecten Beoordeling*
1e
2e
eind
De deelnemer kan functioneren als een goed medewerker. Dit heeft hij/zij laten zien door: 1.
op collegiale wijze samen te werken
11.
aan te geven waar nog bijgeleerd en geoefend moet worden
2.
respectvol om te gaan met collega’s en leidinggevende
12.
de werkzaamheden goed voor te bereiden
3.
op gepaste wijze en op het goede moment zijn kritiek te verwoorden en open te staan voor kritiek
13.
prioriteiten te stellen
14.
correct en vriendelijk met klanten om te gaan
4.
zich aan afspraken en regels houden
15.
plezier te tonen in het uitvoeren van opgedragen werk
5.
op tijd aanwezig te zijn
16.
flexibel te reageren op onverwachte situaties
6.
te luisteren en aanwijzingen op te volgen
17.
zorgvuldig om te gaan met producten, apparatuur en materialen
7.
initiatief te tonen om werkzaamheden op te pakken, de werkzaamheden te zien
18.
nauwkeurig te werken in het vereiste tempo
8.
betrouwbaar en eerlijk te zijn
19.
9.
correct om te gaan met vertrouwelijke informatie en gegevens
verantwoordelijkheidsgevoel/zorg te tonen voor alles wat met het bedrijf te maken heeft
10.
tijdig hulp te vragen
20.
geïnteresseerd te zijn in nieuwe ontwikkelingen in beroep/bedrijf/branche.
Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1
e
2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 3
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
Werkproces 2.1: Beheert de agenda Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1. De agenda wordt dusdanig beheerd dat de leidinggevende goed en tijdig is geïnformeerd over het doel, de plaats, de datum en tijdstip van de afspraak, waardoor de afspraak agendatechnisch volgens plan verloopt.
Beoordelingsindicatoren 1. Overlegt tijdig en regelmatig voor afstemming bij het beheer van de agenda, overlegt tijdig met de houders/beheerders van agenda’s van relaties en toont flexibiliteit maar ook vasthoudendheid bij het maken van afspraken. 2. Voert mutaties en nieuwe afspraken direct in en informeert betrokkenen op verzoek of op eigen initiatief tijdig over de voortgang bij actuele/nieuwe afspraken. 3. Prioriteert, plant en regelt de werkzaamheden op juiste wijze, houdt het verloop van de werkzaamheden in de gaten en stelt waar nodig bij. 4. Voert een flexibel beheer over de agenda en heeft inzicht in het belang van de afspraken. 5. Stelt zich dienstverlenend en flexibel op, komt afspraken na en toont betrokkenheid bij het onderhouden van de agenda. 6. Investeert tijd en moeite in het opbouwen en onderhouden van (een netwerk van) goede (interen en externe) werkrelaties op verschillende niveaus. 7. Werkt vlot en accuraat en maakt efficiënt gebruik van (digitale) apparatuur en overige hulpmiddelen. 8. Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures. 9. Blijft productief werken, levert stabiele prestaties in stressvolle omstandigheden en houdt zich aan de afspraken in de planning en de prioriteitstelling. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1
e
2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 4
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
Werkproces 2.3: Organiseert bijeenkomsten Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1. De benodigde locatie en faciliteiten zijn gereserveerd op de geplande datum. 2. De deelnemers zijn goed en tijdig geïnformeerd over het doel, de plaats, de datum en tijdstip van de bijeenkomst en op het juiste tijdstip voorzien van de benodigde informatie, waardoor de bijeenkomst (technisch) volgens plan verloopt.
Beoordelingsindicatoren 1. Overlegt tijdig en regelmatig voor afstemming over de uit te voeren taken en de informatievoorziening aan genodigden, overlegt tijdig met de eigen collega’s en indien nodig met de betrokken organisaties/relaties, toont flexibiliteit maar ook vasthoudendheid en verzorgt proactief de informatievoorziening aan genodigden en medewerkers van de eigen organisatie. 2. Prioriteert, plant en regelt de werkzaamheden aan de hand van een planning of checklist, houdt het verloop van de werkzaamheden in de gaten en stelt waar nodig bij. 3. Neemt binnen haar bevoegdheden tijdig beslissingen over zaken die zich voordoen en houdt rekening met het budget. 4. Gaat verantwoordelijk om met de middelen van de organisatie, handelt kostenbewust en zoekt naar de juiste prijs-kwaliteit-verhouding. 5. Legt tijdens de bijeenkomst zaken m.b.t. de bijeenkomst duidelijk uit aan de deelnemers en geeft een kernachtige presentatie betreffende onderwerpen van organisatorische, logistieke of communicatieve aard. 6. Hanteert de correcte spelling en grammatica en het correcte idioom, structureert de informatie, formuleert vlot en bondig en houdt rekening met de doelgroep. 7. Werkt vlot en accuraat en maakt efficiënt gebruik van haar netwerk, de (digitale) apparatuur en overige hulpmiddelen. 8. Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures. 9. Blijft productief werken, levert stabiele prestaties in stressvolle omstandigheden en houdt zich aan de afspraken in de planning en de prioriteitstelling. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1
e
2
e
eind
Bijlage C beoordelingsformulieren 5
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 6
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
Werkproces 2.4: Maakt verslag en handelt zaken af Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1.
Het verslag is een juiste weergave van het besprokene en/of de besluiten en is opgemaakt volgens de huisstijl.
Beoordelingsindicatoren 1. Hanteert de correcte spelling en grammatica en het correcte idioom, structureert de informatie en maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, formuleert vlot en bondig en houdt rekening met de doelgroep. 2. Prioriteert, plant en regelt de werkzaamheden bij het maken van een verslag en het afhandelen van zaken die voortkomen uit de bijeenkomst, houdt het verloop van de werkzaamheden in de gaten en stelt waar nodig bij. 3. Werkt vlot en accuraat en maakt efficiënt gebruik van (digitale) apparatuur en overige hulpmiddelen. 4. Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures. 5. Toont zich betrouwbaar en is discreet in het omgaan met informatie van vertrouwelijke en/of gevoelige aard. 6. Blijft productief werken, levert stabiele prestaties in stressvolle omstandigheden en houdt zich aan de afspraken in de planning en de prioriteitstelling. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1e 2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 7
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
Werkproces 2.5: Ontvangt bezoekers Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1. Bezoekers/relaties zijn correct ontvangen, voldoende geïnformeerd en doorverwezen naar de juiste plaats en/of persoon.
Beoordelingsindicatoren 1. Luistert goed naar de bezoekers of relaties en naar het doel van hun bezoek, voorziet hen van informatie, schrijft ze in, begeleidt hen evt. naar de gewenste locatie en/of persoon en communiceert onderhoudend over alledaagse onderwerpen (weer, verkeer). 2. Legt zaken m.b.t. het af te leggen bezoek en/of de route naar de locatie duidelijk uit aan de bezoekers/relaties. 3. Stelt zich dienstverlenend op, lost knelpunten snel op, komt afspraken na en toont betrokkenheid bij de organisaties/relaties. 4. Investeert tijd en moeite in het opbouwen en onderhouden van (een netwerk van) goede (interen en externe) werkrelaties op verschillende niveaus. 5. Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures. 6. Toont zich betrouwbaar en is discreet in het omgaan met informatie van vertrouwelijke en/of gevoelige aard. 7. Blijft productief werken, levert stabiele prestaties in stressvolle omstandigheden en houdt zich aan de afspraken in de planning en de prioriteitstelling. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1e 2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 8
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
Werkproces 2.7: Regelt reizen en accommodaties Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1.
De meest geschikte reis- en verblijfmogelijkheden zijn geregeld en voldoen aan de wensen, interesses en verwachtingen van de opdrachtgever.
Beoordelingsindicatoren 1. Overlegt tijdig en regelmatig voor afstemming bij het regelen van reizen en accommodaties, overlegt hierover tijdig met de eigen collega’s en indien nodig met de betrokken organisaties/relaties, toont flexibiliteit maar ook vasthoudendheid bij het reserveren van reizen en accommodaties. 2. Prioriteert, plant en regelt de werkzaamheden, houdt zaken rondom de reserveringen/boekingen in de gaten en stelt waar nodig bij. 3. Neemt op goede gronden en op eigen initiatief tijdig beslissingen over het boeken van reizen en accommodaties. 4. Gaat verantwoordelijk om met de middelen van de organisatie, handelt kostenbewust en zoekt naar de juiste prijs-kwaliteit-verhouding. 5. Stelt zich dienstverlenend op en lost knelpunten snel op. 6. Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures. 7. Blijft productief werken, levert stabiele prestaties in stressvolle omstandigheden en houdt zich aan de afspraken in de planning en de prioriteitstelling. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1e 2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 9
Ontwikkelingsgerichte beoordelingsformulieren: Kerntaak 2 Voert taken rondom planning en organisatie uit
Werkproces 2.9: Handelt facturen en declaraties af Beoordeling*
1e
2e
eind
Gewenst resultaat 1. Facturen en declaraties zijn volgens voorschriften en procedures voorbereid ter verdere verwerking op de financiële administratie.
Beoordelingsindicatoren 1. Weet wat de financiële consequenties zijn van de uitvoering van haar eigen werk en gaat zorgvuldig en verantwoordelijk om met financiële gegevens van relaties en de eigen organisatie. 2. Volgt instructies en aanwijzingen op en houdt zich aan de voorgeschreven procedures. 3. Toont zich betrouwbaar en is discreet in het omgaan met informatie van vertrouwelijke en/of gevoelige aard. Ruimte voor onderbouwing oordeel door de begeleider of praktijkopleider: 1e 2
e
eind Ruimte voor suggesties om te komen tot verbetering: 1
e
2
e
* Beoordeling: 4 (goed) – 3 (voldoet) – 2 (vatbaar voor kleine verbeteringen) – 1 (vatbaar voor grote verbeteringen) – 0 (niet van toepassing)
Bijlage C beoordelingsformulieren 10
Eindbeoordeling beroepspraktijkvorming Beoordeling beroepshouding:
Studiejaar stagiair(e):
Beoordeling kerntaken en werkprocessen:
Naam bedrijf: Beoordeling stageverslag door Docent:
Niet goed
Niet goed
Niet goed
Voldoende
Voldoende
Voldoende
Goed
Goed
Goed
Zou u, als er op dit moment plaats was, de stagiaire als werknemer in dienst willen nemen? Ja
Nee
Zo niet: vindt u de stagiair(e) wel geschikt om in een soortgelijke organisatie te functioneren?
Conclusie: De stagiair(e) heeft voldaan aan de eisen voor de beroepspraktijkvorming die gelden voor de opleiding. De stagiair(e) krijgt in een verlengde stage de gelegenheid alsnog een voldoende te behalen De stagiair(e) heeft niet voldaan aan de eisen voor de beroepspraktijkvorming die gelden voor de opleiding. Datum: Naam praktijkopleider
Naam stagiair(e)
Naam contactdocent
Handtekening:
Handtekening:
Handtekening:
Bijlage C beoordelingsformulieren
Bijlage D
Voorbeeld opzet logboek
Bijlage D
Logboek Naam bedrijf:
Activiteit Werkproces
Werkzaamheden
Kerntaak
Datum
Naam stagiair:
Bijlage D
Vindplaats bewijs
Bijlage E
Formulier reflectieverslag
Bijlage E
Reflectie: Na het afronden van een aantal opdrachten kijk je erop terug en ga je na wat je ervan hebt geleerd. Beantwoord de onderstaande vragen en geef daar waar dat nodig is één of meer voorbeelden. Verwerk deze reflectie ook in je BPV-verslag. Nr.
Vraag
Antwoord
1.
Welke opdrachten waren nieuw voor je?
2.
Welke opdrachten had je eerder al eens uitgevoerd (bijvoorbeeld op school of in een simulatie)?
3.
Was je tevreden over het resultaat van de opdracht? Motiveer je antwoord.
4.
Welke onderdelen van het werkproces konden niet uitgevoerd worden. Waarom niet?
5.
Wat vond je moeilijk?
6.
Wat vonden je collega’s van je manier van werken?
6.
Wat vond je leuk om te doen en waarom?
7.
Wat vond je niet leuk om te doen en waarom niet?
8.
Welke competenties zijn aan bod gekomen bij de opdrachten?
9.
Aan welke competentie moet je zeker nog meer aandacht besteden?
10.
Omschrijf je verbeterpunten.
Bijlage E
Bijlage F
vormgeving en inhoud van het stageverslag
Bijlage F
Vormgeving en inhoud van het verslag Het BPV-verslag kun je globaal als volgt indelen: • omslag;
• titelpagina: - titel van het verslag - naam, adres, telefoonnummer van jezelf - naam van de BPV-
verlenende organisatie en de afdeling; - periode waarin je stage liep; - namen van praktijkopleider en stagedocent;
• voorwoord wordt gebruikt om aan te geven wat de reden van het schrijven van dit verslag is
geweest. In het voorwoord worden ook de mensen bedankt die bijgedragen hebben aan de totstandkoming van het verslag;
• inhoudsopgave met paginanummering; (de paginanummering begint te tellen vanaf de inleiding, de
inhoudsopgave zelf krijgt geen paginanummer);
• inleiding geeft aan wat er aan de orde zal komen en in welke volgorde.
Daarnaast beschrijf je in de inleiding: - waar heb je stage gelopen? - wanneer heb je in dat bedrijf stage gelopen? - wat is de reden dat je specifiek in dit bedrijf hebt stage gelopen? - wat zijn je leerdoelen? - wie zijn je begeleiders geweest tijdens de BPV-periode?
• karakterisering van het BPV-bedrijf:
- welke sector, bedrijfstak - ondernemingsvorm, - algemene gegevens - organogram - welke bedrijfscultuur
• Het belangrijkste deel van je verslag is een globale beschrijving van je werkzaamheden waarin je
steeds de relatie legt met de kerntaken en werkprocessen die voor jouw opleiding relevant zijn. Je maakt daarbij gebruik van je logboek.
• praktijkopdrachten
In het BPV-werkboek is een aantal praktijkopdrachten opgenomen. De praktijkopdrachten werk je in verslagvorm uit: verwerk de vragen die gesteld worden in hoofdstukken. Naast de theorie die je op school hebt geleerd, beschrijf je de manier zoals het in de praktijk gebeurt. Een goed uitgewerkte praktijkopdracht geeft aan zoals het in de theorie beschreven wordt, zoals het in de praktijk gebeurt en tot slot hoe jij de opdracht hebt uitgevoerd. De laatste 2 gaan vaak samen: de wijze waarop jij het doet, zal vaak niet afwijken van de manier waarop het in de praktijk gebeurt. Het verschil is bewust aangegeven omdat jij misschien tegen moeilijkheden bent aangelopen – het is goed om dit te beschrijven. Gebruik hiervoor ook de reflectierapporten die bij elke kerntaak horen;
• beoordelingsgesprekken: gedurende je BPV-periode zal je BPV-docent driemaal een bezoek brengen
– de conclusies van dit gesprek neem je op in je verslag. Natuurlijk kan het gebeuren dat je naar aanleiding van je gesprek andere leerdoelen opneemt – beschrijf dit dan in je verslag;
• afsluiting/conclusie:
Een persoonlijke indruk van je stage, waarbij je aandacht kunt besteden aan de volgende punten: - terugkomen op de in de inleiding geformuleerde leerdoelen: zijn deze bereikt? - beschrijf welke kennis en vaardigheden die je op school hebt opgedaan goed of minder goed aansloten bij je BPV- ervaringen.
Bijlage F
-
vergelijk je gedrag op school met je houding op het leerbedrijf. zijn je verwachtingen uitgekomen? Zijn er zaken mee- of tegengevallen? welke nieuwe kennis en vaardigheden heb je opgedaan? Denk je, dat je nu (beter) in staat bent, zelfstandig aan het werk te gaan? Wat zijn je sterke- en zwakke punten? hoe was de begeleiding van de praktijkopleider, de BPV-docent?
• bijlagen (waaronder sollicitatiebrief en CV)
Tip: Maak goed gebruik van je logboek, zodat je in je verslag duidelijk kunt aangeven welke werkzaamheden problemen opleverden, welke fouten gemaakt zijn en hoe je die hebt opgelost.
Bijlage F
Bijlage G
Praktijkopdrachten
Bijlage G
Praktijkopdrachten Oriëntatie op de organisatie (niveau 3 en 4)
Inhoudsopgave
Inleiding .................................................................................................................................. 3 Oriënterende opdracht 1: De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden ..................................................................................................................... 4 Oriënterende opdracht 2: Je functie, taken en planning van werkzaamheden .................... 7 Oriënterende opdracht 3: Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu ................................. 10 Oriënterende opdracht 4: Rechten en plichten als medewerker ........................................ 13 Tips bij de oriënterende opdrachten ................................................................................... 17
2
Bijlage G praktijkopdrachten
Inleiding In deze oriënterende praktijkopdrachten vind je opdrachten over de volgende onderwerpen: De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden Je functie, taken en planning van werkzaamheden Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu De rechten en plichten die je als medewerker hebt In deze praktijkopdrachten vind je de volgende onderdelen: de opdrachten ondersteuning bij de opdrachten in de vorm van vragen de tips.
3
Bijlage G praktijkopdrachten
Oriënterende opdracht 1: De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden In oriënterende opdracht 1 maak je kennis met de organisatie en de afdeling waar je gaat werken. Je leert hoe de organisatie in elkaar zit en wat er gebeurt op de afdeling waar je gaat werken. Tijdens het werken binnen een organisatie krijg je steeds meer zicht op de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Als je de opdrachten in deze opdracht hebt gedaan, zul je een beeld hebben gekregen van de organisatie, de afdelingen en de communicatie in de organisatie.
Opdracht 1: Een organogram maken De structuur van een organisatie wordt vaak afgebeeld in een organisatieschema. Dit wordt ook wel een organogram genoemd. 1. Maak een organogram van de organisatie waar je nu werkt. 2. Laat hierin terugkomen welke afdelingen er binnen de organisatie zijn en wie daarvan de leidinggevenden zijn.
Opdracht 2: Contacten met andere afdelingen In een organisatie hebben verschillende afdelingen contact met elkaar. Sommige afdelingen hebben ook contact met andere organisaties. Jouw afdeling heeft natuurlijk ook te maken met andere afdelingen binnen de organisatie. 1.
Maak een schema waarin je aangeeft met welke afdelingen jouw afdeling regelmatig contact heeft.
2.
Geef ook aan waarom jouw afdeling met die afdelingen contact heeft.
Opdracht 3: Overleg voeren Binnen elke organisatie vindt communicatie plaats. Vaak gebeurt dit in de vorm van vergaderingen. 1.
Maak een overzicht waarin je aangeeft welke vergaderingen binnen jouw afdeling voorkomen en geef aan welke andere afdelingen daar eventueel bij betrokken zijn.
2.
Geef aan wat het doel is van deze vergaderingen.
3.
Geef ook aan bij welke vergadering(en) jij aanwezig zult zijn.
4
Bijlage G praktijkopdrachten
Opdracht 4: Producten en/of diensten Elke organisatie heeft haar eigen doelstellingen. Deze doelstellingen kunnen per organisatie zeer verschillend zijn. Overheidsorganisaties leveren dienstverlening aan burgers. De meeste particuliere organisaties leveren producten en/of diensten, meestal om winst te kunnen maken. 1.
Maak een overzicht van de producten en/of diensten die de organisatie levert waar jij nu werkt.
2.
Maak daarna een overzicht van de producten en/of diensten die de afdeling waar jij nu werkt levert.
Opdracht 5: Communicatiemiddelen Er zijn verschillende middelen die je kunt toepassen om (snel) te kunnen communiceren. Privé maak je misschien al gebruik van telefoon, e-mail of MSN. In een organisatie wordt veel gebruik gemaakt van verschillende communicatiemiddelen. Er wordt gecommuniceerd met mensen binnen en buiten de organisatie in Nederland en soms ook in het buitenland. 1.
Maak een overzicht van de verschillende communicatiemiddelen die worden gebruikt in de organisatie waar je werkt.
2.
Geef ook aan waarvoor deze communicatiemiddelen meestal worden gebruikt.
Opdracht 6: Een overzicht van afdelingen en communicatie Je hebt nu in kaart gebracht welke afdelingen er zijn, welke afdelingen contact hebben met de afdeling waar je werkt en welke communicatiemiddelen er worden gebruikt binnen het bedrijf. 1.
Maak nu een overzicht waarin staat met welke afdelingen jij in je huidige functie te maken hebt.
2.
Geef ook aan op welke manieren je met deze afdelingen communiceert en waarover.
5
Bijlage G praktijkopdrachten
Vragen Deze vragen kun je gebruiken om de opdrachten voor te bereiden. De onderwerpen komen later ook terug in de reflectiegesprekken met je praktijkopleider.
1.
Welke doelstelling(en) heeft de organisatie waar je werkt?
2.
Welke producten en/of diensten levert de organisatie?
3.
Welke doelstelling(en) heeft de afdeling waar je werkt?
4.
Welke producten en/of diensten levert de afdeling waar je werkt?
5.
Welke werkzaamheden worden op de afdeling verricht?
6.
Wie zijn de klanten van de organisatie waar je werkt?
7.
Wie zijn de klanten van de afdeling waar je werkt?
8.
Wat is een organogram?
9.
Van welke communicatiemiddelen kan een bedrijf gebruik maken?
10. Op welke manieren kan in een bedrijf overleg plaatsvinden?
6
Bijlage G praktijkopdrachten
Oriënterende opdracht 2: Je functie, taken en planning van werkzaamheden In oriënterende opdracht 2 ga je je verdiepen in je functie, je taken en de planning van jouw werkzaamheden. Je gaat uitzoeken wat je nieuwe functie inhoudt, welke werkzaamheden je gaat uitvoeren en wat jouw verantwoordelijkheden zijn. Tijdens de stage ga je ook werken met beroepsgerichte praktijkopdrachten. Samen met je praktijkopleider ga je hiervoor een planning opstellen. Het is belangrijk dat je deze planning regelmatig met je praktijkopleider bespreekt en als dat nodig is, de planning aanpast.
Opdracht 1: Je eigen taken en werkzaamheden op de afdeling Iedere medewerker heeft zijn/haar eigen werkzaamheden in een organisatie. 1.
Wat zijn jouw taken en werkzaamheden?
2.
Zet jouw taken en werkzaamheden in onderstaand schema.
Schema 1
Je eigen taken op de afdeling
Taken en werkzaamheden
Verantwoordelijk voor
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Opdracht 2: Je werkzaamheden plannen Om goed te kunnen werken en goed met je tijd om te gaan, is het belangrijk dat al je werkzaamheden van tevoren worden gepland. 1.
Kies in overleg met je praktijkopleider een bepaalde periode, bijvoorbeeld een maand.
2.
Aan welke praktijkopdrachten en/of andere taken ga je in die periode werken? Schrijf die op.
3.
Schrijf ook op wanneer de praktijkopdrachten en/of andere taken klaar moeten zijn. Je kunt hiervoor schema 2 gebruiken.
4.
Bespreek de planning met je praktijkopleider. 7
Bijlage G praktijkopdrachten
5.
Heb je genoeg tijd ingepland (niet teveel en niet te weinig)?
6.
Ben je geen taken of praktijkopdrachten vergeten?
7.
Pas de planning zo nodig aan.
Schema 2
Planning van de werkzaamheden
Periode
van ……………… tot …………………
Werkzaamheden
Planning
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Opdracht 3: Vragen over de planning In opdracht 2 heb je een planning gemaakt voor de komende periode. Houd deze planning goed in de gaten. Bespreek deze planning regelmatig met je praktijkopleider en maak een kort verslag van deze gesprekken. Beantwoord daarbij de volgende vragen: 1.
Heb je de werkzaamheden die gepland stonden ook echt gedaan? Waarom wel, waarom niet?
2.
Hoeveel tijd heb je ongeveer gebruikt per werkzaamheid? Vind je dit veel of weinig?
3.
Wat voor extra werk heb je eventueel naast de geplande werkzaamheden gedaan?
4.
Heb je de werkzaamheden helemaal kunnen uitvoeren? Zo nee, waarom was dat niet mogelijk? Wat heb je in plaats daarvan gedaan?
5.
Welke werkzaamheden zijn goed verlopen?
6.
Welke werkzaamheden zijn moeizaam of slecht verlopen? - Waarom? - Wat had je anders kunnen doen?
8
Bijlage G praktijkopdrachten
Opdracht 4: Bespreken met de praktijkopleider 1.
Bespreek de uitwerkingen van de gemaakte opdrachten met je praktijkopleider.
2.
Pas eventueel je uitwerkingen na afloop van dit gesprek aan.
Vragen Deze vragen kun je gebruiken om de opdrachten voor te bereiden. De onderwerpen komen later ook terug in de reflectiegesprekken met je praktijkopleider. 1.
Op welke afdeling werk je?
2.
Welke functie vervul je?
3.
Welke werkzaamheden verricht je?
4.
Wie controleert deze werkzaamheden?
5.
Worden werkzaamheden ook gepland? Zo ja, door wie?
9
Bijlage G praktijkopdrachten
Oriënterende opdracht 3: Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu In oriënterende opdracht 3 ga je kennismaken met de regels en voorschriften voor veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu die op het werk gelden. Je gaat leren over de Arbo-wetgeving en over de beveiliging van bedrijfsgegevens en persoonsgegevens binnen de organisatie. Binnen alle organisaties moet aandacht worden besteed aan het milieu. Wat kan jouw bijdrage zijn als medewerker aan het milieu? In deze opdracht wordt op deze en andere vragen ingegaan.
Opdracht 1: De Arbowet De Arbo-wetgeving geldt ook voor de organisatie waar jij werkt. 1.
Wat is de Arbowet?
2.
Welke regelgeving uit de Arbo-wetgeving is belangrijk voor het werk dat jij nu doet? Maak gebruik van internet om meer over de Arbowet te weten te komen.
3.
Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een kort verslag over de Arbowet.
Opdracht 2: Arbobesluit en beeldschermwerk In veel beroepen wordt tegenwoordig met de computer gewerkt. Ook bij jouw werk krijg je vast en zeker met computerwerk te maken. Op iedereen die met een computer werkt is het zogenaamde ‘Arbobesluit’ van toepassing. Voor deze opdracht ga je op internet naar informatie zoeken over het Arbobesluit en werken met beeldschermen. 1.
Van welke klachten kunnen beeldschermwerkers last krijgen?
2.
Wat kan de werkgever doen om problemen te voorkomen?
3.
Wat kan de medewerker zelf doen om klachten als gevolg van beeldschermwerk te voorkomen?
4.
Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een kort verslag.
Opdracht 3: Een rapport over de Arbo-wetgeving opstellen 1.
Stel een rapport op voor het management van je afdeling waarin je de toepassing van de relevante Arbo-wetgeving binnen de afdeling beschrijft.
2.
Doe daarbij ook aanbevelingen om deze te verbeteren. Je kunt hierbij eventueel gebruik maken van de vragen die bij deze opdracht horen.
3.
Maak een duidelijke opzet van de inhoud van je rapportage voordat je aan de rapportage begint.
10
Bijlage G praktijkopdrachten
4.
Bespreek het rapport met je praktijkopleider voordat je het overhandigt aan het management.
Opdracht 4: Bedrijfs- en persoonsgegevens Bedrijfs- en persoonsgegevens worden binnen organisaties beveiligd. 1.
Zoek uit hoe binnen jouw organisatie wordt omgegaan met het beveiligen van gegevens.
2.
Zoek uit waarom het zo belangrijk is dat persoons- en bedrijfsgegevens zijn beveiligd.
3.
Zoek uit wat jouw eigen verantwoordelijkheid is voor wat betreft beveiliging.
4.
Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een kort verslag.
Opdracht 5: Energie besparen Niet alleen thuis, maar ook op het werk is het belangrijk dat je zuinig omgaat met energie. De overheid heeft daarover eisen opgesteld. Bijvoorbeeld regels voor het verminderen van het energiegebruik door computerapparatuur. De overheid vindt dat er alles aan gedaan moet worden om energieverspilling en milieuvervuiling te voorkomen of te beperken. 1.
Stel nu dat je leidinggevende je vraagt uit te zoeken hoe je binnen jouw afdeling minder energie kan worden gebruikt, zodat het milieu minder belast wordt.
2.
Welke tips zou je je leidinggevende geven?
Opdracht 6: Een presentatie over het verwerken van afvalstoffen In deze opdracht ga je je verdiepen in wat er gebeurt met de afvalstoffen die de afdeling produceert. Dit kunnen verschillende soorten stoffen zijn. De ene stof is schadelijker voor het milieu dan de andere. Denk bijvoorbeeld aan een afgekeurde printer of aan stapels te vernietigen papier. 1.
Zoek uit welke afvalstoffen er voorkomen binnen de afdeling.
2.
Geef vervolgens je tips over wat de organisatie met deze afvalstoffen zou kunnen doen. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan recyclen.
3.
Maak van al je bevindingen een korte presentatie.
4.
Geef de presentatie voor je leidinggevende en andere geïnteresseerden.
11
Bijlage G praktijkopdrachten
Vragen Deze vragen kun je gebruiken om de opdrachten voor te bereiden. De onderwerpen komen later ook terug in de reflectiegesprekken met je praktijkopleider. 1.
Wat moet je doen bij brand?
2.
Wat is vanuit je eigen werkplek de snelste vluchtweg?
3.
Waar bevindt zich de bedrijfshulpverlening binnen de organisatie?
4.
Wat moet je doen bij inbraak?
5.
Wat moet je doen bij een ongeval?
6.
Hoe kun je een EHBO-er binnen de organisatie bereiken?
7.
Welke regels zijn er voor het voorkomen van ongevallen?
8.
Welke arbeidsomstandigheden in de organisatie kunnen leiden tot gezondheidsproblemen?
9.
Welke persoonlijke beschermingsmiddelen worden binnen de organisatie gebruikt?
10. Hoe vaak moeten deze beschermingsmiddelen worden gecontroleerd? 11. Wanneer zijn deze beschermingsmiddelen niet meer bruikbaar? 12. Wat betekent de afkorting Arbowet? Noem vier aspecten van de Arbowet die belangrijk zijn voor je huidige werk. 13. Wie is verantwoordelijk voor het arbobeleid in de organisatie? 14. Wat is de rol van de arbeidsinspectie? 15. Wat is het verschil tussen persoons- en bedrijfsgegevens? Geef van beide twee voorbeelden. 16. Welke persoons- en bedrijfsgegevens vallen onder de geheime gegevens? 17. Hoe worden persoons- en bedrijfsgegevens beveiligd? 18. Welke afvalstoffen die jouw afdeling produceert, mogen niet gewoon worden weggegooid? 19. Voor het verwerken van afval bestaan diverse methodes. Denk aan recycling, storten, verbranden, enzovoort. Welke methoden worden binnen de organisatie toegepast?
12
Bijlage G praktijkopdrachten
Oriënterende opdracht 4: Rechten en plichten als medewerker In opdracht 4 leer je welke rechten en plichten je als medewerker hebt. Door het tekenen van het contract heb je namelijk toegezegd je hieraan te houden.
Opdracht 1: Je rechten en plichten uitzoeken Als medewerker heb je rechten en plichten. Voor deze opdrachten ga je uitzoeken welke rechten en plichten je hebt bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. 1.
Vul kort de belangrijkste rechten en plichten in onderstaand schema in.
Schema 1 Bij ziekte
Bij arbeids-
Bij werkloosheid
ongeschiktheid Mijn rechten zijn:
Mijn plichten zijn:
13
Bijlage G praktijkopdrachten
Opdracht 2: De arbeidsovereenkomst Als je ergens gaat werken worden de afspraken die gelden tussen jou en je werkgever op papier gezet. Je hebt dan een arbeidsovereenkomst. Een arbeidsovereenkomst wordt ook wel een contract genoemd. Soms zijn de afspraken tussen jou en je werkgever alleen mondeling gemaakt. Ook dan zijn het afspraken die je werkgever en jij beiden moeten nakomen. 1.
Vul het volgende schema in. De zaken die niet in je contract staan vraag je aan het hoofd van de afdeling Personeelszaken (of diegene die daar binnen de organisatie verantwoordelijk voor is).
Schema 2 Onderdelen
Afspraken
1.
Looptijd contract
Van ………. tot …………
2.
Arbeidstijden
Van ……….. tot .…… uur
3.
Aantal uren per week/maand
……………………………..
4.
Pauzes
……………………………..
5.
Vakantie-uitkering
Ja / nee
Hoeveel % van wat?
……………………………..
Wanneer wordt het vakantiegeld uitbetaald?
……………………………..
6.
Hoeveel vrije dagen heb je?
……………………………..
7.
Wat zijn ADV-dagen?
……………………………..
Heb je ook ADV-dagen? Zo ja, hoeveel?
……………………………..
Heb je recht op een ‘13e maand’?
……………………………..
8.
14
Bijlage G praktijkopdrachten
Opdracht 3: Een personeels- of OR-achterbanvergadering bijwonen 1.
Bespreek met je praktijkopleider of het mogelijk is deel te nemen aan een personeels- of OR-achterbanvergadering.
2.
Bedenk vooraf waar je op gaat letten.
3.
Noteer in het kort die punten van de vergadering die je belangrijk vindt: Soort vergadering: …..…………………. Datum: ……………………………….. 20…
Belangrijke punten: 4.
Wat mij opviel tijdens de vergadering: -
Opdracht 4: Uitwerkingen bespreken 1.
Bespreek de uitwerkingen van de gemaakte opdrachten met je praktijkopleider.
2.
Pas eventueel je uitwerkingen na afloop van dit gesprek nog aan.
15
Bijlage G praktijkopdrachten
Vragen
Deze vragen kun je gebruiken om de opdrachten voor te bereiden. De onderwerpen komen later ook terug in de reflectiegesprekken met je praktijkopleider.
1.
Wat is een arbeidsovereenkomst?
2.
Wat zijn de hoofdonderwerpen in een arbeidsovereenkomst?
3.
Welke voorschriften gelden er als je ziek wordt?
4.
Hoe meld je je ziek? En bij wie?
5.
Hoe meld je je beter? En bij wie
6.
Gelden er binnen je afdeling of de organisatie nog specifieke regels voor medewerkers?
7.
Wat gebeurt er als je je werk helemaal niet meer zou kunnen doen door arbeidsongeschiktheid?
8.
Wat is het verschil tussen gedwongen en vrijwillig ontslag?
9.
Wat is een ondernemingsraad?
10. Is er in je organisatie een ondernemingsraad? Waarom wel of waarom niet? 11. Wanneer er geen ondernemingsraad is: hoe wordt binnen de organisatie dan gezorgd dat de rechten en plichten van een medewerker ‘bewaakt’ worden?
16
Bijlage G praktijkopdrachten
Tips bij de oriënterende opdrachten
-
Vraag je praktijkopleider om hulp als je ergens niet uitkomt.
-
Maak gebruik van internet en als dat er is intranet om meer over de organisatie te weten te komen.
-
Je kunt ook een afspraak met een collega maken, als je iets wilt weten.
-
Maak een planning van je werkzaamheden.
-
Stel prioriteiten.
-
Als je denkt de planning niet te halen, meld dat dan tijdig aan je leidinggevende of de betrokkenen.
-
Let op dat je niet te lang achter elkaar beeldschermwerkzaamheden uitvoert.
-
Probeer altijd milieubewust te handelen.
-
Lees jouw arbeidsovereenkomst goed door en kijk of er geen fouten of onduidelijkheden in staan. Stel vragen als iets onduidelijk is over de arbeidsovereenkomst.
-
Het is belangrijk te weten wie je moet bellen als je ziek bent. Zorg dat je het telefoonnummer dat je moet bellen als je ziek bent ook thuis bij de hand hebt.
17
Bijlage G praktijkopdrachten
Bijlage H
uren-aanwezigheidskaart
Bijlage H
Urenkaart
BPV Kaart
Naam Adres Postcode Woonplaats Telefoon
BPV plaats Adres Stagebegeleider Telefoon
Stagedocent
DATUM BPV PERIODE
Datum: week
Datum: 1
week
Datum: 2
week
van
Datum: 3
week
tot
Datum: 4
week
jaar
Datum: 5
week
Datum: 6
week
7
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Datum: week
Datum: 8
week
Datum: 9
week
Datum: 10
week
Datum: 11
week
Datum: 12
week
Datum: 13
week
14
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Datum: week
Datum: 15
week
Datum: 16
week
Datum: 17
week
Datum: 18
week
Totaal deze periode
Datum: 19
week
20
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Maandag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Donderdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Vrijdag
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
V = vakantiedagen
akkoord student
akkoord Praktijkbegeleider
Z = ziektedag T = terugkomdag
Npc locatie Opwierderweg
Bijlage Uren-aanwezigheidskaart