BP5013021
NL OVEN
GEBRUIKSAANWIJZING
2 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg.com/shop
Inhoud
3
INHOUD 4 8 9 10 12 14 15 17 27 30 31
Veiligheidsinformatie Beschrijving van het product Voor het eerste gebruik Dagelijks gebruik Klokfuncties Gebruik van de accessoires Extra functies Nuttige aanwijzingen en tips Onderhoud en reiniging Problemen oplossen Milieubescherming
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat. Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden
4
Veiligheidsinformatie
VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken: • Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen • Uit respect voor het milieu • Voor de correcte werking van het apparaat. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel. • WAARSCHUWING: Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is, omdat deze heet wordt. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel. • Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid • Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage • Alleen een bevoegd elektricien mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen. • Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier. • Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken. • Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie. • Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
Veiligheidsinformatie
5
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3mm. • U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie begint. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. • Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht. • Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst. • Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aansluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat te gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet • Dit apparaat moet worden geaard. • Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroomvoorziening in uw woning. • Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan. • Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum. • Zorg ervoor dat de stekker (indien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker indien van toepassing.
Gebruik • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden. • Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan eigendommen. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er kunnen brandwonden ontstaan. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u bakroosters, schalen e.d. plaatst of verwijdert. • Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de emaille van de oven te voorkomen. • Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan. • Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen: – Plaats geen voorwerpen direct op de vloer van het apparaat en dek het niet af met aluminiumfolie.
6
Veiligheidsinformatie – Plaats geen water direct op het apparaat. – Haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. • Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is dus geen defect in de zin van het recht op garantie. • Oefen geen kracht uit op een geopende deur. • De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken. • Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken. • Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat. • Gebruik een diepe bakplaat voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap permanente vlekken maakt. • Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het apparaat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten. • Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars • Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt. • Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinteren. • Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem contact op met het servicecentrum. • Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar! • Reinig het katalytisch email niet (indien van toepassing).
Brandgevaar • Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcoholluchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan. • Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat.
Pyrolytische reiniging • Laat het apparaat tijdens het Pyrolytisch reinigen niet onbeheerd achter. • Probeer de deur niet te openen en schakel de stroom niet uit tijdens de pyrolytische reiniging.
Veiligheidsinformatie
7
• Houd kinderen uit de buurt tijdens de pyrolytische reiniging. Het apparaat wordt zeer heet Er kunnen brandwonden ontstaan. • Tijdens de pyrolytische reiniging kan hardnekkig vuil het email verkleuren. Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
Ovenlampje • De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. • Vervang de lampjes indien nodig alleen door nieuwe lampjes met hetzelfde vermogen die specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten. • Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico op een elektrische schok.
Service-afdeling • Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met de service-afdeling. • Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat • Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen – Trek de stekker uit het stopcontact. – Snijd het netsnoer door en gooi het weg. – Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
8
Beschrijving van het product
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT Algemeen overzicht 2
3
4
5
6
1
7 8
5 4 13
3 9
2 1
10 11
12
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Bedieningspaneel Bedieningsknop voor ovenfuncties Power lamp/symbool Elektronische tijdschakelklok Temperatuurregelknop Stroomlampje Verwarmingselement Ovenlampje Ventilator Verwarmingselement achterwand Onderwarmte Rekframe, verwijderbaar Rekstanden
Voor het eerste gebruik
Accessoires • Bakrooster Voor servies, bak- en braadvormen.
• Bakplaat Voor gebak en koekjes.
• Combischaal Voor gebak en koekjes. Voor braden en roosteren of als schaal om vet op te vangen.
• Telescopische geleiders Voor roosters en bakplaten.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
9
10
Dagelijks gebruik
Eerste reiniging • Verwijder alle onderdelen van het apparaat. • Reinig het apparaat voor het eerste gebruik. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Eerste aansluiting op het elektriciteitsnet Na de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet, blijven alle symbolen op het display enkele seconden branden. In de volgende seconden toont het display de softwareversie.
De dagtijd instellen Nadat de softwareversie is verdwenen, toont het display en "12:00". "12" knippert. 1. Druk op of op om het huidige uur in te stellen. 2. Druk op om te bevestigen (alleen bij de eerste instelling, later wordt een nieuwe tijd automatisch opgeslagen na 5 seconden). Het display toont en het ingestelde uur. "00" knippert. 3. Druk op of op om de huidige minuten in te stellen. 4. Druk op om te bevestigen (alleen bij de eerste instelling, later wordt een nieuwe tijd automatisch opgeslagen na 5 seconden). Het display Temperatuur/Tijd geeft de nieuwe tijd weer. De dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven is uitgeschakeld. Druk op . De ingestelde tijd en het symbool knipperen op het display. Voer de procedure "De dagtijd instellen" uit om de nieuwe tijd in te stellen.
DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. Om het apparaat te bedienen, moet u op de bedieningsknop drukken. De bedieningsknop komt naar voren.
Het apparaat aan- en uitzetten 1. 2. 3.
Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie. Zet de temperatuurknop / op de gewenste temperatuur. Zet de functieknop van de oven in de uit-positie ("0") om het toestel uit te schakelen.
Knopsymbool, indicatielampje of lampje (afhankelijk van het model - zie apparaatoverzicht): • Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt. • Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is. • Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur bedient.
Dagelijks gebruik
11
Ovenfuncties Ovenfunctie
Toepassing
Snel opwarmen
Om de opwarmtijd te verkorten.
Multi hetelucht
Om maximaal op drie ovenniveaus tegelijkertijd te bakken. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij de conventionele functie (boven-/onderwarmte). En om voedsel te drogen.
Pizza hetelucht
Om gerechten op één niveau te bakken met intensiever bruineren en een krokantere korst. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij de conventionele functie (boven-/onderwarmte).
Boven + onderwarmte Onderwarmte Ontdooien
Bakken en braden op één ovenniveau. Om taarten te bakken met een krokante of knapperige bodem en voedsel te bewaren. Om diepvriesvoedsel te ontdooien.
Grill
Om plat voedsel in het midden van het rooster te roosteren en om toast te maken.
Grill intens
Om plat voedsel in grote hoeveelheden te roosteren en om toast te maken.
Circulatiegrill
Om grotere stukken vlees of gevogelte op één niveau te braden. Ook om te gratineren en te bruineren.
Pyrolytische reiniging
Automatische pyrolytische schoonmaakfunctie van de oven. Hierdoor worden vuilresten in de oven verbrand. De oven wordt verwarmd tot ca. 500 °C.
Functie Snel opwarmen De functie Snel opwarmen verkort de opwarmtijd. 1. Stel de functie Snel opwarmen in. Zie de ovenfunctietabel. 2. Zet de temperatuurknop / op de gewenste temperatuur. 3. Er wordt een geluidsignaal geactiveerd wanneer de gewenste temperatuur is bereikt. De snelle verwarmingsfunctie schakelt niet uit na het geluidssignaal. U moet de functie handmatig uitschakelen. 4. Stel een correcte ovenfunctie in.
12
Klokfuncties
Display 1 Timer 2 Opwarmen / Restwarmte-indicatie 3 Waterreservoir (alleen geselecteerde modellen) 4 Kerntemperatuursensor (alleen geselecteerde modellen) 5 Deurvergrendeling (alleen geselecteerde modellen) 6 u / min 7 Klokfuncties
7
7
1
6
2
5
3
4
Toetsen Toets
Functie KLOK
,
Beschrijving Klokfunctie instellen.
MINUS, PLUS
Een waarde instellen voor de tijd
KOOKWEKKER
Zo stelt u de kookwekker in. Houd de knop meer dan 3 seconden ingedrukt om het lampje in de oven IN/UIT te schakelen.
TEMPERATUUR
Zo controleert u de temperatuur in de oven. Zo controleert u de kerntemperatuur van de sensor, als deze is aangesloten (indien van toepassing). Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld.
Opwarmen / Restwarmte-indicatie Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de balkjes op het display één voor één branden. De balkjes geven aan dat de oventemperatuur toeneemt of afneemt.
KLOKFUNCTIES SYMBOOL
FUNCTIE
BESCHRIJVING
KOOKWEKKER
Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
DAGTIJD
Met deze functie kunt u de tijd regelen. Zie 'De dagtijd instellen'.
DUUR
Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld om in te stellen hoe lang de oven moet werken.
Klokfuncties SYMBOOL
Druk opnieuw op
13
FUNCTIE
BESCHRIJVING
EINDE
Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld om in te stellen wanneer de oven moet stoppen. Duur en einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt (tijdvertraging), wanneer het apparaat op een later tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld.
om tussen de klokfuncties te schakelen.
Gebruik om de instellingen voor de klokfuncties te bevestigen of wacht 5 seconden op een automatische bevestiging.
De DUUR of het EINDE instellen 1. 2. 3. 4. 5.
6.
Druk herhaaldelijk op tot het display of toont. of knippert op het display. Druk op of op om de minuten in te stellen. Druk op om te bevestigen. Druk op of op om het gewenste uur in te stellen. Druk op om te bevestigen. Nadat de tijd is afgelopen, werkt er gedurende 2 minuten een geluidsignaal. Het symbool of en de tijdinstelling knipperen op het display. De oven stopt. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen.
Als u op de knop drukt terwijl u het uur instelt voor de DUUR . de instelling van de functie EINDE
, gaat het toestel naar
De KOOKWEKKER instellen Gebruik de kookwekker om de tijd af te tellen (maximaal 23 uur 59 minuten). Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven. U kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het apparaat uit staat. 1. Druk op . en "00" knipperen op het display. 2. Druk op of om de KOOKWEKKER in te stellen. Eerst wordt de tijd berekend in minuten en seconden. Als de ingestelde tijd langer is dan 60 minuten, dan verschijnt op het display. Het apparaat berekent nu de tijd in uren en minuten. het symbool 3. De KOOKWEKKER start automatisch na vijf seconden. Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal. Druk op een toets om het signaal uit te zetten. 4. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal. "00:00" en knipperen op het display. Druk op een toets om het signaal uit te zetten.
14
Gebruik van de accessoires Als u de KOOKWEKKER instelt als BEREIDINGSDUUR of EINDE lopen, gaat het symbool aan op het display.
Timer met optelfunctie Gebruik de timer met optelfunctie om bij te houden hoe lang de oven werkt. Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld wanneer de oven begint met opwarmen. De timer met optelfunctie resetten: houd en ingedrukt om de timer opnieuw te laten tellen. U kunt de timer met optelfunctie niet gebruiken als Duur of Einde is ingesteld.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Ovenaccessoires plaatsen De diepe pan en het bakrooster hebben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestangen bieden kantelbeveiliging voor de ovenaccessoires.
Het rooster en de diepe pan samen plaatsen Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats de diepe pan tussen de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
Extra functies
15
Telescopische geleiders - Ovenaccessoires plaatsen Plaats de bakplaat of de diepe pan op de telescopische geleiders.
Plaats de bakplaat of de schaal op de telescopische geleiders. Bevestig de gaatjes in de randen op de bevestigingspennen van de telescopische geleiders. Door de verhoogde lijst die om het bakrooster loopt, zijn de schalen bovendien beveiligd tegen wegglijden. Het rooster en de diepe pan samen plaatsen Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats het rooster en de diepe pan op de telescopische geleiders.
EXTRA FUNCTIES Kinderslot Het kinderslot voorkomt dat het apparaat per ongeluk in werking wordt gesteld. Inschakelen/uitschakelen van het kinderslot: 1. Stel geen ovenfunctie in. 2. Houd en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt. 3. Er klinkt een geluidsignaal. SAFE gaat aan/uit (wanneer u het kinderslot inschakelt/uitschakelt) op het display. Als de oven beschikt over de functie voor pyrolysereiniging, wordt de deur vergrendeld. SAFE gaat aan op het display als u een schakelaar verdraait of op een knop drukt.
16
Extra functies Toetsblokkering
Van toepassing op modellen met pyrolysereiniging. Toetsblokkering voorkomt dat een ovenfunctie per ongeluk wordt ingeschakeld. U kunt de Toetsblokkering alleen inschakelen als het apparaat in werking is. Inschakelen/uitschakelen van de Toetsblokkering: 1. Schakel het apparaat in. 2. Schakel een ovenfunctie of instelling in. 3. Houd en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt. 4. Er klinkt een geluidsignaal. Loc gaat aan/uit (wanneer u de Toetsblokkering inschakelt/ uitschakelt) op het display. Als de oven beschikt over de functie voor pyrolysereiniging, wordt de deur vergrendeld. U kunt het apparaat uitschakelen als de Toetsblokkering aan is. Als u het apparaat uit zet, wordt de Toetsblokkering uitgeschakeld. Loc gaat aan op het display als u een schakelaar verdraait of op een knop drukt.
Restwarmte-indicatie Het display toont de restwarmte-indicatie na het einde van elke kooksessie wanneer de temperatuur in de oven meer dan 40°C bedraagt. Gebruik de temperatuurknop om de oventemperatuur op het display weer te geven.
Koelventilator Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
Automatische uitschakeling Het toestel schakelt zichzelf na enige tijd uit om veiligheidsredenen: • als een ovenfunctie actief is. • als u de oventemperatuur niet verandert. Oventemperatuur
uitschakeltijd instellen
30 °C -120 °C
12,5 u.
120 °C - 200 °C
8,5 u.
200 °C -250 °C
5,5 u.
250 °C -maximum °C
3,0 u.
Druk na een automatische uitschakeling op een willekeurige knop om het toestel opnieuw te activeren. De Automatische uitschakeling werkt bij alle ovenfuncties, met uitzondering van Lampje, Bereidingen op lage temperatuur, Kerntemperatuursensor, Duur, Einde en Tijdvertraging.
Nuttige aanwijzingen en tips
17
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS Binnenkant van de deur Bij bepaalde modellen vindt u het volgende aan de binnenkant van de deur: • de nummers van de rekstanden (geselecteerde modellen) • informatie over de ovenfuncties, aanbevolen rekstanden en temperaturen voor karakteristieke gerechten (geselecteerde modellen). De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Bakken Algemene aanwijzingen • Uw nieuwe oven kan een andere bak-/braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan. • Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte. Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming. Aanwijzigen bij de baktabellen • Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen. • Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product. • Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn. • Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
Bakken op één niveau: Bakken in vormen Verwarmingssoort
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd in min.
Tulband of brioche
Multi hetelucht
1
150 - 160
50 - 70
Zandgebak/ vruchtencake
Multi hetelucht
1
140 - 160
70 - 90
Cake, zacht
Multi hetelucht
2
140 - 150
35 - 50
Cake, zacht
Boven + onderwarmte
2
160
35 - 50
Taartbodem van zandtaartdeeg
Multi hetelucht
2
170-180 1)
10 - 25
18
Nuttige aanwijzingen en tips Verwarmingssoort
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd in min.
Taartbodem roerdeeg
Multi hetelucht
2
150 - 170
20 - 25
Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Multi hetelucht
2
160
60 - 90
Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Boven + onderwarmte
1
180
70 - 90
Kwarktaart
Boven + onderwarmte
1
170 - 190
60 - 90
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd in min.
Vlechtbrood/ broodkrans
Boven + onderwarmte
3
170 - 190
30 - 40
Kerststol
Boven + onderwarmte
2
160 - 180 1)
50 - 70
Brood (roggebrood): 1. Eerste deel van het bakproces. 2. Tweede deel van het bakproces.
Boven + onderwarmte
1
Roomsoezen/ tompoezen
Boven + onderwarmte
3
190 - 210 1)
20 - 35
Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam)
Boven + onderwarmte
3
180 - 200 1)
10 - 20
Kruimeltaart (droog)
Multi hetelucht
3
150 - 160
20 - 40
Amandelcake/suikertaart
Boven + onderwarmte
3
190 - 210 1)
20 - 30
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/roerdeeg) 2)
Multi hetelucht
3
150
35 - 55
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/roerdeeg) 2)
Boven + onderwarmte
3
170
35 - 55
1) Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat Verwarmingssoort
1. 2.
2301) 160 - 180
1. 2.
20 30 - 60
Nuttige aanwijzingen en tips
19
Verwarmingssoort
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd in min.
Vruchtentaart met kruimeldeeg
Multi hetelucht
3
160 - 170
40 - 80
Plaatkoek met kwetsbare garnering (bijvoorbeeld kwark, room, puddingvulling)
Boven + onderwarmte
3
160 - 180 1)
40 - 80
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd in min.
Zandkoekjes
Multi hetelucht
3
150 - 160
10 - 20
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
Multi hetelucht
3
140
20 - 35
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
Boven + onderwarmte
3
160 1)
20 - 30
Roerdeegkoekjes
Multi hetelucht
3
150 - 160
15 - 20
Eiwitgebak, schuimgebak
Multi hetelucht
3
80 - 100
120 - 150
Bitterkoekjes
Multi hetelucht
3
100 - 120
30 - 50
Klein gerezen gebak
Multi hetelucht
3
150 - 160
20 - 40
Bladerdeeg
Multi hetelucht
3
170 - 1801)
20 - 30
Broodjes
Multi hetelucht
3
1601)
10 - 25
Broodjes
Boven + onderwarmte
3
190 - 2101)
10 - 25
Small cakes (20 per plaat)
Multi hetelucht
3
1501)
20 - 35
Small cakes (20 per plaat)
Boven + onderwarmte
3
1701)
20 - 30
1) Oven voorverwarmen 2) Gebruik diepe pan
Koekjes Verwarmingssoort
1) Oven voorverwarmen
20
Nuttige aanwijzingen en tips
Bakken op meerdere niveaus Gebak op bakplaat Verwarmingssoort
Multi hetelucht Rekstand
Temperatuur in °C
Tijd in min.
2 niveaus
3 niveaus
Roomsoezen/ tompoezen
1/4
-
160 - 180 1)
25 - 45
Kruimeltaart
1/4
-
150 - 160
30 - 45
Temperatuur in °C
Tijd in min.
1) Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes Verwarmingssoort
Multi hetelucht Rekstand 2 niveaus
3 niveaus
Zandkoekjes
1/4
1/3/5
150 - 160
20 - 40
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
1/4
1/3/5
140
25 - 50
Roerdeegkoekjes
1/4
-
160 - 170
25 - 40
Eiwitgebak, schuimgebak
1/4
-
80 - 100
130 - 170
Bitterkoekjes
1/4
-
100 - 120
40 - 80
Klein gerezen gebak
1/4
-
160 - 170
30 - 60
Bladerdeeg
1/4
-
170 - 180 1)
30 - 50
Broodjes
1/4
-
180
30 - 55
Small cakes (20 per plaat)
1/4
-
1501)
25 - 40
1) Oven voorverwarmen
Baktips Bakresultaat
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De onderkant van de cake is te licht van kleur
Verkeerde rekstand
Plaats de cake lager
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
Te hoge oventemperatuur
Stel de oventemperatuur iets lager in
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
Te korte baktijd
Baktijd verlengen. Baktijden kunnen niet worden verkort door hogere baktemperaturen
Nuttige aanwijzingen en tips Bakresultaat
21
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
Te veel vocht in het deeg.
Minder vocht gebruiken. Let op de kneedtijden, vooral bij het gebruik van keukenmachines
De cake is te droog.
Te lage oventemperatuur
Oventemperatuur verhogen
De cake is te droog.
Te lange baktijd.
De baktijd verkorten.
Gebak wordt ongelijkmatig bruin
Te hoge oventemperatuur en te korte baktijd
De oventemperatuur lager instellen en de baktijd verlengen.
Gebak wordt ongelijkmatig bruin
Het deeg is niet gelijkmatig verdeeld
Verdeel het deeg gelijkmatig over de bakplaat
Te lage temperatuur.
Oveninstelling iets hoger instellen
Gebak wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd
Ovenschotels en gegratineerde gerechten Schotel
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd in min.
Pastaschotel
Boven + onderwarmte
1
180 - 200
45 - 60
Lasagne
Boven + onderwarmte
1
180 - 200
25 - 40
Groentegratin 1)
Circulatiegrill of Multi hetelucht
1
160 - 170
15 - 30
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
Circulatiegrill of Multi hetelucht
1
160 - 170
15 - 30
Zoete ovenschotels
Boven + onderwarmte
1
180 - 200
40 - 60
Visschotels
Boven + onderwarmte
1
180 - 200
30 - 60
Gevulde groente
Circulatiegrill of Multi hetelucht
1
160 - 170
30 - 60
1) Oven voorverwarmen
Braden Braadservies • Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant). • Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aanwezig) of op een rooster boven de braadpan. • Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger. • Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden.
22
Nuttige aanwijzingen en tips
Braden met circulatiegrill Rundvlees Hoeveelheid
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
1-1,5 kg
Boven + onderwarmte
1
230
120 - 150
Rosbief of ossehaas: rood
per cm dikte
Circulatiegrill
1
190 - 200 1)
5-6
Rosbief of ossehaas: medium
per cm dikte
Circulatiegrill
1
180 - 190 1)
6-8
Rosbief of ossehaas: gaar
per cm dikte
Circulatiegrill
1
170 - 180 1)
8 - 10
Soort vlees
Hoeveelheid
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
Schouderstuk, nekstuk, hamlap
1-1,5 kg
Circulatiegrill
1
160 - 180
90 - 120
Kotelet, ribbetje
1-1,5 kg
Circulatiegrill
1
170 - 180
60 - 90
Gehaktbrood
750 g -1 kg
Circulatiegrill
1
160 - 170
50 - 60
Varkensschenkel (voorgekookt)
750 g -1 kg
Circulatiegrill
1
150 - 170
90 - 120
Soort vlees Stoofvlees
1) Oven voorverwarmen
Varkensvlees
Kalfsvlees Soort vlees
Hoeveelheid
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
1 kg
Circulatiegrill
1
160 - 180
90 - 120
1,5-2 kg
Circulatiegrill
1
160 - 180
120 - 150
Soort vlees
Hoeveelheid
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
Lamsbout, geroosterd lamsvlees
1-1,5 kg
Circulatiegrill
1
150 - 170
100 - 120
Lamsrug
1-1,5 kg
Circulatiegrill
1
160 - 180
40 - 60
Soort vlees
Hoeveelheid
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
Hazenrug, hazenbout
tot 1 kg
Boven + onderwarmte
1
230 1)
30 - 40
Geroosterd kalfsvlees Kalfsschenkel Lamsvlees
Wild
Nuttige aanwijzingen en tips Soort vlees
23
Hoeveelheid
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
Reerug, hertenrug
1,5-2 kg
Boven + onderwarmte
1
210 - 220
35 - 40
Reebout, hertenbout
1,5-2 kg
Boven + onderwarmte
1
180 - 200
60 - 90
1) Oven voorverwarmen
Gevogelte Soort vlees
Hoeveelheid
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
Stukken gevogelte
200-250g elk
Circulatiegrill
1
200 - 220
30 - 50
Halve kip
400-500 g elk
Circulatiegrill
1
190 - 210
35 - 50
Kip, haantje
1-1,5 kg
Circulatiegrill
1
190 - 210
50 - 70
Eend
1,5-2 kg
Circulatiegrill
1
180 - 200
80 - 100
Gans
3,5-5 kg
Circulatiegrill
1
160 - 180
120 - 180
Kalkoen
2,5-3,5 kg
Circulatiegrill
1
160 - 180
120 - 150
Kalkoen
4-6 kg
Circulatiegrill
1
140 - 160
150 - 240
Hoeveelheid
Ovenfunctie
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
1-1,5 kg
Boven + onderwarmte
1
210 - 220
40 - 60
Vis (gestoomd) Soort vlees Hele vis
Grill Grill alltijd met de maximale temperatuurinstelling. LET OP! Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn. Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen. • Rooster in de rekstand plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel. • Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste rekstand. • Alleen platte stukken vlees of vis grillen. Grill Gerecht
Rekstand
Temperatuur
Rosbief
2
Runderfilet
3
Tijd in min. 1e kant
2e kant
210 - 230
30 - 40
30 - 40
230
20 - 30
20 - 30
24
Nuttige aanwijzingen en tips
Gerecht
Rekstand
Temperatuur
Varkensrug
2
Kalfsrug
2
Lamsrug Hele vissen (500-1000g)
Tijd in min. 1e kant
2e kant
210 - 230
30 - 40
30 - 40
210 - 230
30 - 40
30 - 40
3
210 - 230
25 - 35
20 - 25
3/4
210 - 230
15 - 30
15 - 30
Grill intens Gerecht
Rekstand
Tijd in min. 1e kant
2e kant
Burgers
4
8 - 10
6-8
Varkenshaas
4
10 - 12
6 - 10
Worstjes
4
10 - 12
6-8
Runderfilet, kalfsbiefstukken
4
7 - 10
6-8
Geroosterd brood 1)
5
1-3
1-3
Brood met iets erop
4
6-8
-
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
Pizza (dunne korst)
2
200 - 230 1)2)
15 - 20
Pizza (met veel garnering)
2
180 - 200
20 - 30
Taarten
1
180 - 200
40 - 55
Spinazietaart
1
160 - 180
45 - 60
Quiche Lorraine
1
170 - 190
45 - 55
Zwitserse flan
1
170 - 190
45 - 55
Appeltaart, bedekt
1
150 - 170
50 - 60
Groentetaart
1
160 - 180
50 - 60
Ongedesemd brood
2
230 - 2501)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2
160 - 180 1)
45 - 55
Flammekuchen (pizzaachtig gerecht uit de Elzas)
2
230 - 2501)
12 - 20
1) Oven voorverwarmen
Pizza hetelucht Verwarmingssoort
Nuttige aanwijzingen en tips Verwarmingssoort
Rekstand
Temperatuur °C
Tijd min.
2
180 - 200 1)
15 - 25
Piroggen (Russische variant op calzone)
25
1) Oven voorverwarmen 2) Gebruik diepe pan
Ontdooien Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel op een bord. Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden verlengd. Gebruik de eerste rekstand van de oven. Het inzetniveau onderaan. Schotel
Ontdooitijd in min.
Verdere ontdooitijd in min.
Opmerking
Kip 1000g
100 - 140
20 - 30
Kip op een omgedraaid schoteltje in een groot bord leggen, halverwege de tijd omdraaien
Vlees, 1000g
100 - 140
20 - 30
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
Vlees, 500g
90 - 120
20 - 30
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
Forel, 150g
25 - 35
10 - 15
-
Aardbeien, 300g
30 - 40
10 - 20
-
Boter, 250g
30 - 40
10 - 15
-
Room, 2 x 200g
80 - 100
10 - 15
Room kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt
60
60
Taart, 1400g
-
Inmaken Let op: • Gebruik alleen weckflessen van dezelfde afmetingen. • Gebruik geen wekglazen met een draai- of bajonetsluiting en metalen bakken. • Gebruik het eerste rek van de bodem van deze functie. • Zet niet meer dan zes wekflessen van één liter op het bakrooster. • Vul de flessen tot hetzelfde niveau en sluit ze af met een klem. • De flessen mogen elkaar niet raken. • Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat. • Zodra de vloeistof in de eerste wekglazen begint te borrelen (na. ca. 35-60 minuten bij 1 liter glazen) de oven uitschakelen of de temperatuur verlagen tot 100°C (zie tabel).
26
Nuttige aanwijzingen en tips Bessen In te maken eetwaar
Temperatuur in °C
Bereidingstijd tot sudderen in min.
Doorkoken bij 100 °C in min.
Aardbeien, bosbessen, frambozen, rijpe kruisbessen
160 - 170
35 - 45
-
Temperatuur in °C
Bereidingstijd tot sudderen in min.
Door blijven koken bij 100 °C in min.
160 - 170
35 - 45
10 - 15
Temperatuur in °C
Bereidingstijd tot sudderen in min.
Door blijven koken bij 100 °C in min.
Wortels 1)
160 - 170
50 - 60
5 - 10
Komkommers
160 - 170
50 - 60
-
Gemengde augurken
160 - 170
50 - 60
5 - 10
Koolrabi, erwten, asperges
160 - 170
50 - 60
15 - 20
Steenvruchten In te maken eetwaar Peren, kweeperen, pruimen Groente In te maken eetwaar
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
Drogen - Multi hetelucht Dek de ovenroosters met bakpapier af. Voor de beste resultaten: schakel het apparaat na de eerste helft van de vereiste tijd uit. Open de deur en laat het apparaat afkoelen. Hierna kunt u het droogproces afronden. Groente Voedsel om te drogen
Rekstand 1 niveau
2 niveaus
Temperatuur in °C
Tijd in uren (richtwaarde)
Bonen
3
1/4
60 - 70
6-8
Paprika's
3
1/4
60 - 70
5-6
Groente in het zuur
3
1/4
60 - 70
5-6
Paddestoelen
3
1/4
50 - 60
6-8
Kruiden
3
1/4
40 - 50
2-3
1 niveau
2 niveaus
Temperatuur in °C
Tijd in uren (richtwaarde)
Pruimen
3
1/4
60 - 70
8 - 10
Abrikozen
3
1/4
60 - 70
8 - 10
Fruit Voedsel om te drogen
Rekstand
Onderhoud en reiniging Voedsel om te drogen
Rekstand
27
1 niveau
2 niveaus
Temperatuur in °C
Tijd in uren (richtwaarde)
Schijfjes appel
3
1/4
60 - 70
6-8
Peren
3
1/4
60 - 70
6-9
Informatie over acrylamides Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen.
ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. Opmerkingen over schoonmaken: • Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje. • Gebruik voor metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel. • Reinig de binnenkant van het apparaat na elk gebruik. Vuil laat zich dan het makkelijkst verwijderen en kan niet aanbranden. • Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. • Maak alle toebehoren na elk gebruik schoon (met een zachte doek en een warm sopje en een reinigingsmiddel) en laat ze drogen. • Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agressieve reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag beschadigen.
Pyrolytische reiniging Verwijder alle onderdelen van de oven. De pyrolytische reinigingsprocedure kan niet worden gestart: • Als u de inschuifrails of de telescopische geleiders (indien aanwezig) niet verwijdert, verschijnt er op de klok 'C1' • Als u de ovendeur niet correct sluit, geeft het display van sommige modellen "C3" weer . 1. 2. 3.
Grof vuil dient handmatig verwijderd te worden. Stel de functie Pyrolytische reiniging in (zie de sectie "Ovenfuncties"). knippert, drukt u op of op om de gewenste procedure in te stellen: Wanneer – P1 01:30:00 voor een lage vuilgraad, – P2 02:30:00 voor een normale vuilgraad, De procedure start na 2 seconden.
28
Onderhoud en reiniging U kunt de duur van de geselecteerde procedure (P1 of P2) wijzigen door op te drukken in te stellen. Druk vervolgens op of op om de duur van de pyrolytische proceom dure in te stellen. U kunt de Einde-functie gebruiken om de start van het reinigingsproces uit te stellen. De deur wordt vergrendeld wanneer de oven de ingestelde temperatuur heeft bereikt. Het symbool en de balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de deur weer is ontgrendeld. Het lampje brandt niet tijdens de pyrolytische reiniging. Reinigingsherinnering
Het symbool voor de reinigingsherinnering knippert gedurende 10 seconden op het display PYR telkens als u het toestel hebt in- of uitgeschakeld om u eraan te herinneren dat pyrolytische reiniging is vereist. De reinigingsherinnering verdwijnt van het display: • na het einde van de pyrolytische reinigingsfunctie; • als u of gebruikt wanneer knippert;
Geleiderails U kunt de geleiderails verwijderen om de zijwanden te reinigen. Verwijderen van de geleiderails 1. Trek de geleiderails bij de voorkant uit de zijwand.
2.
Trek de geleiderails van de achterkant van de zijwand om ze te verwijderen.
Om de geleiderails te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde. Geldig bij de telescopische geleiders: De pinnetjes op de telescopische geleiders moeten naar voren wijzen!
2
1
29
Onderhoud en reiniging
Ovenlampje WAARSCHUWING! Er bestaat risico op elektrische schokken. De ovenlamp en het afdekglas kunnen heet zijn. Voordat u het ovenlampje vervangt: • Schakel het apparaat uit. • Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit. LET OP! Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het afdekglas en de ovenruimte. Het ovenlampje vervangen: 1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de bovenkant. Draai het afdekglas naar links om het te verwijderen. 2. Reinig het afdekglas. 3. Vervang indien nodig de ovenlamp met een 300 °C hittebestendige ovenlamp. Gebruik hetzelfde ovenlamptype. 4.
Plaats het afdekglas terug.
Deur en glasplaten Verwijder de deur om deze te reinigen. LET OP! Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar! De deur verwijderen 1. Zet de deur helemaal open. 2. Duw de klemhendels (A) volledig op de twee scharnieren. 3. Sluit de deur in de eerste openingsstand (ca. 70°). 4. Pak de deur aan de zijkanten met beide handen vast en trek deze onder een opwaartse hoek weg.
A A
Om de deur te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde. Het aantal glasplaten verschilt voor de verschillende modellen. LET OP! Plaats de deur met de buitenkant omlaag op een zachte en egale ondergrond om krassen te voorkomen.
30
Problemen oplossen Verwijderen en reinigen van de glasplaten 1. Verwijder de deur. 2. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen. 3. Trek de deur naar voor om deze te verwijderen.
4. 5.
B
Houd de glasplaten aan de bovenkant vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding Reinigen van de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde. Plaats de kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere glasplaten.
PROBLEMEN OPLOSSEN WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De oven wordt niet warm.
Het apparaat is uitgeschakeld.
Schakel het apparaat in
De oven wordt niet warm.
De klok is niet ingesteld
Stel de klok in. Zie de paragraaf "De klok instellen"
De oven wordt niet warm.
De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen juist zijn
De oven wordt niet warm.
De automatische veiligheidsuitschakeling is actief
Zie de paragraaf "Automatische uitschakeling"
De oven wordt niet warm.
De zekering is uitgeschakeld
Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekering steeds opnieuw wordt uitgeschakeld, neem dan contact op met een erkend elektricien.
Het ovenlampje brandt niet.
Het ovenlampje is kapot
Het ovenlampje vervangen.
Milieubescherming Probleem
Mogelijke oorzaak
31
Oplossing
De functie pyrolytisch reinigen werkt niet (op het klokdisplay staat "C1")
De geleiderails/telescopische geleiders zijn niet verwijderd
Verwijder de geleiderails/telescopische geleiders
De functie pyrolytisch reinigen werkt niet (op het tijddisplay staat "C3")
De deur is niet correct gesloten of de deurvergrendeling is defect
Sluit de deur correct
Op de display verschijnt F102.
• De deur is niet goed gesloten. • De deurvergrendeling is defect
• Sluit de deur correct • Schakel het apparaat uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en schakel deze weer in • Neem contact op met de klantenservice, wanneer ‘F102’ opnieuw wordt weergegeven
Het display toont een foutcode die niet in deze lijst voorkomt
Er is een elektronicafout
• Schakel het apparaat uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en schakel deze weer in • Neem contact op met de klantenservice, wanneer de foutcode opnieuw wordt weergegeven
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de klantenservice. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van het apparaat. Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren: Model (MOD.) Productnummer (PNC) Serienummer (S.N.)
......................................... ......................................... .........................................
MILIEUBESCHERMING Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
32 contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Verpakkingsmateriaal Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonderdelen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het verpakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
33
34
35
www.aeg.com/shop
892945085-G-302011