Foto Digidaan
Bouwen aan nieuw VMBO Flexibilisering en praktijkgerichtheid als succesfactoren voor loopbaanleren
014 10 april 2 ongres c k j i l e d n La MBO” V w u e i N aan “Bouwen
Vernieuwingsdoelstellingen vragen om wisselend decor Samenwerken aan ruimte voor beroepsgericht opleiden p
melden o n a a n e a programm vmbo.nl. w Kijk voor u e i n n a wena www.bou
Learning space beyond imagination bij Niekée in Roermond schooldomein
maart 2014
39
Flexibilisering en praktijk gerichtheid als succesfactoren voor loopbaanleren Wat de uitkomsten van onderwijs moeten zijn, is in Nederland de afgelopen jaren onderwerp van discussie geweest en consensus hierover is nog niet bereikt. Gebrek aan eensgezindheid over wat goed onderwijs is, heeft te maken met een overgangsfase in het onderwijs dat past binnen de huidige dynamische samenleving.
Tekst Prof. dr. Marinka Kuijpers
E
en klas wordt niet langer gezien als één groep waaraan één pakket informatie wordt aangeboden op één bepaalde tijd, maar als 25 individuen met verschillende mogelijkheden. We zien dat in de loop van de afgelopen jaren zaken zijn toegevoegd aan het traditionele onderwijs om hieraan tegemoet te komen. Ondertussen is het zo veel geworden dat het er ‘niet meer bij kan’. ‘Meer’ kan niet, dus het moet anders. Het vergt een nieuwe architectuur van het onderwijs om aan de eisen van leren en werken in een dynamische samenleving te voldoen.
40
schooldomein
maart 2014
Flexibilisering: Van lesgevende naar ‘lerende’ organisaties We zien de noodzaak dat onderwijsorganisaties moeten veranderen van lesgevende naar ‘lerende’ organisaties; van de focus op lesgeven moet het onderwijs zich meer richten op het mogelijk maken van leren van leerlingen en docenten. Het gaat om het leren onderzoekend te zijn en sociale netwerken op te bouwen om kennis te kunnen verkrijgen en te gebruiken. Dit betekent dat het streven om zoveel mogelijk leerlingen aan het vastgestelde minimum
BOUWEN AAN NIEUW VMBO
Sterren College, Haarlem, foto Harry Cock
te laten voldoen moet worden aangevuld met het uitdagen van leerlingen om tot de grenzen van hun kunnen te presteren op een wijze die aansluit bij de leefwereld van leerlingen. De focus verschuift van wat ze niet kunnen naar wat ze wel kunnen.
Nederland heeft ruim 1.400 scholen in het voortgezet Onderwijs. Er zijn ca. 600 scholen met een beroepsgericht VMBO aanbod.
Ruimte en richting geven Om talenten te ontdekken, ontwikkelen en benutten en zich emotioneel te verbinden met bepaald werk, is flexibiliteit van het onderwijs binnen vastgestelde structuren nodig. In plaats van hetzelfde lesaanbod voor iedereen, moeten leerlingen leren kiezen. Op dit moment laten we leerlingen nauwelijks keuzes maken in hun leerproces en worden de loopbaankeuzes vooral aan de leerlingen zelf overgelaten (Meijers et al, 2006). Een ‘slechte’ loopbaankeuze is problematisch voor het onderwijs – minder motivatie, switchen en uitval – en voor de samenleving – leerlingen kiezen voor richtingen waar weinig werk in is. Tegelijkertijd is er werk waarvoor geen mensen zijn opgeleid. Wij kunnen leerlingen tot andere keuzes aanzetten met het argument dat er geen ‘droog brood’ te verdienen valt in de richting van de gekozen opleiding. Aangezien arbeidsmarktoverwegingen bij jongeren nauwelijks spelen is het niet te verwachten dat het leerlingen zal overtuigen om anders te kiezen.
De kans is zelfs groot dat dit de motivatie tot leren eerder vermindert dan bevordert. Het is juist de kunst om leerlingen te begeleiden naar een plek op de arbeidsmarkt waar hun kwaliteiten en motieven worden benut en om leerlingen dus niet te laten switchen en opnieuw te laten beginnen maar flexibel verder te
schooldomein
maart 2014
41
“Om talenten te ontdekken is flexibiliteit van het onderwijs binnen vastgestelde structuren nodig.”
laten leren op basis van de positieve en onderbouwde keuze die zij maken gedurende (en niet voor) ervaringen in de vervolgopleiding. Wij moeten niet alles in het werk stellen om jongeren het juiste beroep te laten kiezen voor later, maar zorgen dat ze werk van hun opleiding kunnen maken, ongeacht hun keuze. Dit betekent voor de inrichting van onderwijs: wat leerlingen willen leren mogelijk maken (ruimte geven) en leerlingen laten leren wat nodig is om werk te kunnen krijgen en te behouden (richting geven).
Praktijkgericht onderwijsgebouw: ruimte om ervaringen op te doen en te reflecteren Duidelijk is dat om werk te maken van leren, leren in een werksituatie onmisbaar is. Technische en technologische vernieuwingen gaan zo snel dat het scholen de financiële mogelijkheden ontbreekt om leerlingen te leren omgaan met apparaten en programma’s die in de praktijk worden gebruikt.
continuïteit van leren in school en praktijk zal door school en beroepspraktijk samen moeten worden georganiseerd. De noodzaak tot flexibiliteit en praktijkgerichtheid heeft niet alleen consequenties voor de vormgeving van onderwijs, maar ook voor de vormgeving van de school: de architectuur van het onderwijsgebouw. In het traditionele onderwijs kon een docent vertellen over zijn of haar vak tegen de leerlingen. Hiervoor zijn klassen nodig waar de rust is om te kunnen luisteren. Maar in tijden waarin werk en loopbanen veranderen en leerlingen moeten leren hoe ze hun eigen leren en loopbaan kunnen sturen, hebben leerlingen ruimte nodig om ervaringen op te doen, om op verschillende manieren te leren en te praten met mensen die hen aan het denken en ondernemen zetten. Deze tekst vormt onderdeel van de Oratie “Architectuur van leren voor de loopbaan: richting en ruimte” en is door de auteur
Het probleem is dat school en praktijk een eigen focus hebben in het opleiden van leerlingen die slecht op elkaar zijn afgestemd, dat docenten weinig weten over het werk in de praktijk, leerlingbegeleiders in de praktijk weinig weten over hoe ze mensen kunnen laten leren, en de leerling niet in staat is om zelfstandig de theorie en de praktijk te verbinden. De
42
schooldomein
maart 2014
aangepast voor Schooldomein. Prof. dr. Marinka Kuijpers is werkzaam als bijzonder hoogleraar ‘Leeromgeving en Leerloopbanen in het (V)MBO’ aan de Open Universiteit en lector ‘Pedagogiek van de beroepsvorming’ aan de Haagse Hogeschool. Zij is spreker op het landelijk congres Bouwen aan nieuw VMBO.
BOUWEN AAN NIEUW VMBO
Vernieuwingsdoelstellingen vragen om wisselend decor Bouwen aan nieuw VMBO Metzo College, Doetinchem, foto Mirjam Madiol
Na 15 jaar VMBO onderwijs volgens de huidige structuur van sectoren en afdelingen is het tijd voor vernieuwing van de beroepsgerichte programma’s. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelde in 2011 een aantal concrete doelstellingen waarmee de vernieuwingscommissie aan de slag is gegaan: succesvol maatwerk, vroeg of later gericht kiezen, aansluiting met het vervolgonderwijs, algemeen, MBO en havo en ruimte voor maatwerk binnen de sectoren en in het algemeen een toekomstbestendig, aantrekkelijk VMBO voor ouders, leerlingen, MBO en arbeidsmarkt.
schooldomein
maart 2014
43
Tekst Merel de Boer
M
“Ook nodigen de nieuwe doelstellingen uit om na te denken welke leeromgeving hier het beste bij past.”
44
schooldomein
et de uitwerking van een nieuwe structuur met de negen nieuwe profielen en de combinaties van profieldelen en keuzedelen heeft de commissie vernieuwing VMBO antwoord gegeven op deze doelstellingen. Elk daarvan is te zien als een kenmerk van het nieuwe beroepsgerichte VMBO programma dat vanaf 2016 op alle scholen in de bovenbouw gaat draaien. Deze kenmerken dagen uit om niet alleen het onderwijs zelf maar ook de organisatie, didactiek en leermethodes onder de loep te nemen op school. Ook nodigen de nieuwe doelstellingen uit om na te denken welke leeromgeving hier het beste bij past. Welke leeromgeving faciliteert de teamleden en leerlingen optimaal in deze verandering?
Succesvol maatwerk door individuele leerroutes Om succesvol maatwerk te kunnen leveren en leerlingen meer vrijheid te bieden in hun beroepsgerichte route naar het MBO of havo bestaat het nieuwe programma uit profieldelen en keuzedelen. Een leerling kan zich hiermee breder oriënteren op diverse beroepen en branches en zichzelf op tijd specialiseren binnen een werkveld. Voor de organisatie van de school is het een uitdaging, want een deel van het programma ligt nu niet direct vast bij de keuze voor een profiel. Hoe maak je daar een rooster van? En wat betekent dit voor de omvang van groepen en de inzet van docenten? In elk geval vraagt het nieuwe programma om flexibiliteit, ook wat betreft de leeromgeving. Ruimtes moeten diverse activiteiten kunnen faciliteren. Denk hierbij aan projectruimten die door diverse profielen worden gebruikt en zich door een – eventueel tijdelijk – thema onderscheiden.
maart 2014
Serieuze loopbaanoriëntatie Loopbaanoriëntatie heeft diverse invalshoeken. Het vraagt om ervaringen buiten de school van levensechte opdrachten, kennismaking en informatie over diverse carrièreperspectieven en reflectie. Leerlingen voeren gesprekken thuis en op school met docenten, een coach en medeleerlingen over hun ervaringen, interessegebieden en talenten. Naast een sterk LOBprogramma buiten de deur worden gastsprekers op school uitgenodigd, zodat leerlingen zich in een contextrijke en moderne omgeving kunnen ontplooien. De jongeren die in 2020 op de arbeidsmarkt komen na een MBO opleiding zijn deels de bovenbouwleerlingen van het VMBO van vandaag. Het aanbieden van een moderne praktijkomgeving die hen klaarstoomt voor de wereld in 2020 is een grote uitdaging, want de ontwikkelingen gaan razendsnel. Flexibiliteit lijkt de sleutel: zorg dat je mee kan bewegen met de actualiteit. De nadruk op gesprekken - tussen leerlingen en docenten, en tussen groepjes leerlingen - neemt sterk toe door deze ontwikkeling. Dit vraagt om prettige, overzichtelijke maar ook geborgen plekken in het gebouw die uitnodigen om te reflecteren met elkaar.
Leren van 21e eeuwse vaardigheden De vernieuwde programma’s hebben extra aandacht voor de training van beroepshouding en attitude. Aspecten die voor alle leerlingen van belang zijn om succesvol te functioneren in hun loopbaan zijn opgenomen in het kerndeel van de profielen. Het ontwikkelen van deze competenties die essentieel zijn in de 21ste eeuw vraagt oefening door simulaties op school, maar juist ook in de praktijk. Stages, meeloopmomenten, het ervaren van de beroepscontext in
BOUWEN AAN NIEUW VMBO
De Meerwaarde, Barneveld - foto Maaike Appels een levensechte situatie en vervolgens zelfreflectie en feedback, helpen leerlingen om zich op deze “zachte” aspecten te ontwikkelen. Een moderne, veilige leeromgeving waar leerlingen deze vaardigheden eerst kunnen oefenen, ondersteunt deze ontwikkeling. Moderne technologische voorzieningen kunnen bijdragen aan levensechte simulaties en ondersteunen het leren. Virtueel leren sluit aan op de moderne beroepscontext waarin deze voorzieningen ook een belangrijke
rol innemen. Leerlingen van nu werken straks ongeacht de sector waarin ze aan de slag gaan immers allemaal met pc, laptop, tablet of smartphone.
Een toekomstbestendig VMBO Door de herindeling van sectoren naar de acht profielen met onder meer een heldere positie van het brede, intersectorale profiel is er meer ruimte voor maatwerk binnen de sectoren. De profielen dagen uit en geven inspiratie om moderne leeromgevingen te realiseren die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. De praktijk wijst uit dat een aantrekkelijke ruimte met faciliteiten het aantal leerlingen dat kiest voor de bijbehorende richting vergroot. Door de omgeving flexibel te laten zijn blijft aanpassing aan de actualiteit betaalbaar en blijft deze leerlingen door de jaren heen stimuleren om te leren. De school is daarmee als het ware een theater voor de training van vaardigheden met een wisselend decor. Met dank aan VMBO expert Jaap de Kruijf, De Kruijf Advies & Management BV. Merel de Boer is adviseur bij ICSadviseurs en begeleidt VMBO scholen uit het hele land bij de vertaling van hun onderwijsvisie en ontwikkeling naar een nieuwe fysieke leeromgeving. Merel is spreker op het congres Bouwen aan nieuw VMBO op 10 april.
schooldomein
maart 2014
45
Samenwerken aan ruimte voor beroepsgericht opleiden Eén van de doelstellingen van de vernieuwing van het beroepsgerichte examenprogramma is versterking van de driehoek VMBO, MBO en beroepspraktijk. In deze driehoek speelt de doorlopende leerlijn van VMBO naar MBO een belangrijke rol. Een soepele overgang van VMBO naar MBO zorgt ervoor dat leerlingen sneller hun startkwalificatie behalen en dat minder leerlingen voortijdig uitvallen.
Tekst Janet van Oort
G “Één concept, één team en één dak.”
oede samenwerking is essentieel. Met het VM2-experiment voor de beroepsgerichte leerweg is hiermee de afgelopen jaren op basis van het motto ‘één concept, één team en één dak’ ervaring opgedaan. Vanaf volgend schooljaar kunnen scholen starten met de vakmanschapsroute en technologieroute. Los van de experimenten nemen VMBO en MBO scholen het initiatief om samen te werken aan goed beroepsonderwijs al dan niet onder een dak. De vernieuwing van de beroepsgerichte examenprogramma’s voor het VMBO biedt kansen om de verbinding tussen VMBO en MBO verder te versterken, ook in de fysieke leeromgeving.
Breed oriënteren of smal verdiepen VMBO-scholen stellen in het kader van de vernieuwing hun onderwijsaanbod opnieuw samen door een selectie te maken uit profiel- en keuzedelen. De ontwikkeling van een regio-specifiek onderwijsaanbod door het VMBO dat goed aansluit op het MBO en het bedrijfsleven kan de kansen op een succesvolle MBO-plaatsing van leerlingen en een goede start op de arbeidsmarkt vergroten. Ten opzichte van het oude programma biedt het vernieuwde programma leerlingen meer mogelijkheden om zich of breed te
46
schooldomein
maart 2014
oriënteren of smal te verdiepen. Door het uitwisselen van kennis (docenten) met het MBO kan het VMBO leerlingen meer keuzedelen aanbieden ter versterking van de oriëntatie- en verdiepingsmogelijkheden van leerlingen. Door vervolgens ook faciliteiten (ruimte) te delen kunnen leerlingen hun eerste ervaringen opdoen in een veilige schoolse, maar contextrijke omgeving.
Win-winsituatie Het MBO beschikt over het algemeen over zeer goed geoutilleerde praktijkruimten met moderne faciliteiten. Voor het VMBO is dat niet altijd haalbaar gelet op de omvang van de leerlingpopulatie, de primair voorbereidende taak, het brede onderwijsaanbod en de financiële kaders die investeringsmogelijkheden beperken. Een contextrijke leeromgeving draagt bij aan een goede loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij leerlingen. Dit is ook een van de kernonderdelen van het nieuwe beroepsgerichte programma voor VMBO. Door samenwerking op het gebied van ruimte en voorzieningen kan een win-winsituatie worden gecreëerd. VMBO-leerlingen doen vroegtijdig in hun onderwijs carrière meer leerervaringen op. Het MBO krijgt leerlingen die beter zijn voorbereid en bewuster een keuze hebben gemaakt voor een beroepsrichting met hopelijk minder switchen of vroegtijdige uitval tot gevolg.
BOUWEN AAN NIEUW VMBO
Conclusies over de ontwikkeling van het aantal VMBO leerlingen in 2013-2014
Loopbaan oriëntatie Dit effect kan mogelijk nog verder worden versterkt wanneer niet alleen de verbinding met het MBO maar ook met het regionale bedrijfsleven en de brancheorganisaties wordt versterkt. Deze samenwerking is voor het MBO als beroepsgerichte opleider vanzelfsprekend, maar ook voor het voorbereidend beroepsonderwijs waardevol in het kader van een goede loopbaanoriëntatie. Bedrijven biedt het bovendien de mogelijkheid om leerlingen vroeg in hun onderwijscarrière voor een branche te interesseren en aan hen te binden, bijvoorbeeld door bedrijfsbezoeken en stages. Maar ook door concrete opdrachten te geven aan leerlingen waarbij afspraken worden gemaakt over welk deel van de opdracht de leerling op school doet en welk deel in het bedrijf. Ook het inhuren van gastdocenten met branchespecifieke expertise voor bepaalde keuzedelen of het organiseren van product- of procespresentaties als onderdeel van het onderwijsprogramma vergroot de oriëntatie- en verdiepingsmogelijkheden voor leerlingen.
Scharnierpunten Kansen om de scharnierpunten, zoals Consortium Beroepsonderwijs het noemt, in de doorlopende lijn van VMBO naar MBO en beroepspraktijk soepeler te laten lopen zijn er zeker, maar belemmeringen ook. Een belangrijke kritische succesfactor voor een ge-
• 2013-2014 is er sprake van lichte groei van het aantal vmbo leerlingen in het 3e en 4e leerjaar t.o.v. het voorgaande schooljaar van 126.481 naar 128.806 van totaal ca. 900.000 leerlingen in het Voortgezet Onderwijs. • Na jaren van daling is er sinds 2011-2012 weer een toename in het absolute aantal vmbo leerlingen • VMBO vormt 50,8 % van het VO aantal leerlingen in leerjaren 3 en 4. • In percentages van het gehele vo-aantal leerlingen, kennen alleen de gezamenlijke ‘intersectorale programma’s’ groei. • In werkelijke leerlingenaantallen is er beperkte groei in de sectoren landbouw en techniek. • De gezamenlijke intersectorale programma’s groeien sterk. • In het algemeen gaat de dalende trend voort in de sectoren Economie en Zorg en Welzijn. • Er blijft een stijging van het aantal LWOO leerlingen binnen alle leerwegen. • In 2013-2014 heeft gemiddeld ± 23% van alle bovenbouw vmbo leerlingen, een LWOO indicatie. Bron: VMBO leerlingen in programma’s en leerwegen schooljaar 2013-2014, Jaap de Kruijf.
slaagde samenwerking tussen bijvoorbeeld VMBO en MBO is het begrip dat doelgroep en imago en belang duidelijk van elkaar verschillen. Daarnaast zijn er duidelijke afspraken over de financiering, zowel voor de organisatie van het onderwijs als voor de investering en exploitatie van huisvesting en voorzieningen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van VMBO-scholen. Het MBO werkt met een andere financieringsstructuur waarbij de huisvestingslasten een onderdeel zijn van de totale vergoeding. Op basis hiervan is het tussen twee organisaties lastig te komen tot een goede en juridisch houdbare verdeelsleutel van kosten bij gezamenlijk gebruik van praktijkruimten. Een succesvolle samenwerking in het belang van de leerling vergt daarom vooral ook duidelijke afspraken, vertrouwen in elkaar en doorzettingsvermogen. Voor meer informatie belt of mailt u met Janet van Oort: 06-12875631 of
[email protected].
schooldomein
maart 2014
47
Learning space beyond imagination bij Niekée in Roermond In augustus 2014 start in Roermond, locatie Niekée, het meest innovatieve leerconcept in het voortgezet onderwijs van Nederland, genaamd AGORA (Grieks voor plein). De basis vormt nieuwsgierigheid. Op een natuurlijke manier stimuleert Agora de ontmoeting en verbinding met de schoonheid en de rijkdom van de wereld, maar ook het ontbreken daarvan. Tekst Sjef Drummen Foto’s Thijs Houben, Niekée
A
gora is de plek waar kinderen met elkaar, met hun omgeving en met leraren vorm, inhoud en betekenis geven aan hun ontwikkel- en leerproces. Alles wat zich in het dagelijks leven aandient is onderwerp van studie. Niet de vakken of het onderwijssysteem zijn leidend, maar de nieuwsgierigheid van elk kind. Het concept is heterogeen van vmbo tot en met gymnasium, de Citoscore en het leerlingvolgsysteem is slechts een startpunt bij
48
schooldomein
maart 2014
Agora. Elke leerling krijgt de kans om van VMBO tot gymnasium een diploma te kunnen halen. Elk kind volgt een volledig gepersonaliseerde leerroute, dus bij 100 leerlingen zijn er 100 leerroutes maar met samenwerking onderling. Het onderwijs is tweetalig, er zijn geen leervakken en er is diplomagarantie op het instroomniveau. Agora is een netwerkorganisatie. Met zoveel mogelijk diverse partijen die de volle breedte van
BOUWEN AAN NIEUW VMBO de samenleving vertegenwoordigen. Leren binnen Agora is leren op basis van onderzoek, ervaring en verbinden met het eigen leven. Een uitgebalanceerd didactisch model ondersteunt deze visie en zorgt ervoor dat ieder kind op de juiste manier en op eigen maat leert en groeit. Elk kind leert in Agora hoe het zijn eigen leerproces zelf ter hand neemt als opmaat naar een leven lang leren, waarbij de reactie op zijn eigen ontwikkeling een belangrijke kernwaarde is.
Een leerplek beyond imagination Naast de meer geijkte werkvormen is ook nadrukkelijk plek voor het experiment en het ontdekken van het onbekende. Juist die vrijheid bevordert de ontwikkeling van de creativiteit. Deze manier van werken veronderstelt en vereist een rijkdom en diversiteit aan leermiddelen en een vanzelfsprekende verbinding met de wereld door optimale technologische voorzieningen. Het past geheel in Agora’s visie op leren dat kinderen zelf bepalen hoe hun leeromgeving eruit moet zien. Studenten van de opleiding Art & Design (mbo niveau 4), hebben de opdracht gekregen om een industrieel vaklokaal van 300 m2 om te toveren tot een inspirerende “Leerplek beyond imagination”. De studenten kregen de opdracht: Laat zien tot welke brain activity studenten en leerlingen in staat zijn. Verrassing, verwondering en het gevoel, “wauh!, hier wil ik leren”, moeten er van afspatten. Er moet plek zijn voor alle vormen van leren en ontmoeten en de ruimte moet transparant blijven.
Inspirerende quotes Het resultaat is dat deze fysieke leerplek op twee grote touchscreen-TV’s na, geen enkele associatie oproept met een school. In Agora is de hele wereld het plein geworden. Leren wordt netwerkleren in een wereld die verbonden is met elkaar. Learning anyplace, anytime. Hoewel de ruimte nog niet klaar is, mag die er nu al zijn. Zo heeft het een skyline van een fluoriserende schrijfwand met de 3D slogan : Agora, my highway to success, die wordt gecompleteerd met een cadillac fragment uit 1967, dat dienst doet als docentenbureau. Een derde van het lokaal is belegd met kunstgras. De daarop aangebrachte meubels deels voorzien van eigen ontwerpprinten zijn verkregen uit de kringloopwinkel. Dit gedeelte wordt gebruikt voor chillen, het geven van presentaties en groepsoverleg. Het middengedeelte wordt vooral gebruikt voor werken aan tafel en instructie. Een supergrote computertafel met ingebouwde elektra van de kringloopwinkel vormt de basis. Oude houten tafels zijn voorzien van glasbladen waaronder 2D-ontwerpen permanent geëxposeerd kunnen worden. Op de transparante stoelen zijn inspirerende quotes van grote denkers aangebracht. Een raam is middels kleurfolie en ducktape veranderd in een kunstwerk met de titel: “Ode aan Piet”. Door een ander raam duikt een figuur door het glas.
Binnen Agora onderscheiden we 5 werelden als basis voor ontwikkeling en groei van ieder kind: - de wetenschappelijke wereld - kunstzinnige wereld - maatschappelijke wereld - sociale/ethische wereld - spirituele wereld.
Alles heeft een betekenis en inspireert de mensen die er leren en werken.
Alles op z’n kop zetten In een wereld waar different thinking wordt toegejuicht, misstaat ook de koe niet die hangend aan het plafond rechtvaardiging geeft aan “alles op z’n kop zetten”. Een tijdschriftenkettingenwand fungeert als roomdivider. Beeltenissen van Socrates, Homerus en Griekse zuilen zorgen voor de klassieke touch. Een levensgroot zelfportret van een student is een statement tegen vrouwenonderdrukking en de met kunstdiamanten verfraaide chromen etalagepop is een kunsthistorische ode aan Damien Hurst. Het gedeelte met een zwarte muur doet dienst als atelier voor alle denkbare beeldende en technische activiteiten of experimenten van leerlingen. De tafels zijn hoog en voorzien van zinken bladen. Kortom: anders leren in een leerplek beyond imagination. Agora, klaar voor de toekomst! Sjef Drummen is directielid van Niekée/Agora en beeldend kunstenaar. Meer informatie over het concept is te vinden op www. niekee.nl en www.agoraroermond.nl. Sjef Drummen is spreker op het congres Bouwen aan nieuw VMBO op 10 april 2014 en vertelt daar meer over het Agora concept.
schooldomein
maart 2014
49
Vier vragen!
Kansen voor de inrichting van een nieuw VMBO Jacqueline Kerkhoffs staat als projectleider van de vernieuwing beroepsgerichte programma’s in het VMBO aan het roer van een omvangrijke verandering in het onderwijs. Schooldomein stelde vier vragen aan Jacqueline over de vernieuwde programma’s en de gevolgen en kansen voor de fysieke leeromgeving van deze VMBO scholen. Sibo Arbeek en Merel de Boer
1. Wat zijn de belangrijkste verbeteringen? De verbeteringen zitten natuurlijk in de inhoud van de examenprogramma’s, maar vooral ook in de gekozen structuur. Er komen 9 profielen in plaats van 35 zelfstandige afdelingsprogramma’s. Die profielen zijn breder dan de huidige programma’s en geven leerlingen de mogelijkheid met meerdere aspecten van een werkveld, sector of branche kennis te maken. De keuzedelen geven leerlingen de mogelijk-
50
schooldomein
maart 2014
heid hun passie te volgen, een begin te maken met een beroepsopleiding of ‘elders te kijken’ en zich te oriënteren op andere mogelijkheden. De begeleiding van de leerlingen in de vorm van Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) is daarbij natuurlijk cruciaal. Structuur en begeleiding samen moeten ervoor gaan zorgen dat leerlingen na het vmbo een bewuste keuze maken voor een vervolgopleiding en niet uitvallen.
Het Perron, Veenendaal – Foto Digidaan
BOUWEN AAN NIEUW VMBO
De bredere profielen geven scholen de mogelijkheid beroepsgerichte programma’s aan te blijven bieden waar groepen eerder te klein dreigden te worden. Je ziet dit bijvoorbeeld vooral bij jongens in Zorg & Welzijn, zij kiezen het vaker. In de profielen maakt een grotere groep leerlingen dan voorheen kennis met verschillende aspecten van een branche. Kozen eerder bijvoorbeeld 150 leerlingen voor Transport en Logistiek, nu maken veel meer leerlingen kennis met deze groeiende sector, omdat meer leerlingen voor zowel Mobiliteit en Transport als voor Economie en Ondernemen kiezen. En tenslotte leren leerlingen in de nieuwe structuur KIEZEN. Door te werken met de loopbaancompetenties leren leerlingen zichzelf kennen, hun passie ontdekken en daar passende opleidingen bij te zoeken.
2. Hoe kunnen scholen deze verbeteringen faciliteren?
De beroepsgerichte leeromgeving is in heel veel scholen nu al een soort afspiegeling van het werkveld. Ik zie nooit meer een hele klas leerlingen op hetzelfde moment hetzelfde doen, zoals ik zelf vroeger met de hele klas dezelfde maaltijd op hetzelfde moment klaar maakte in een ruimte met 24 fornuizen. Lokalen zien er heel anders uit. Elke leerling is met zijn eigen opdracht bezig. Die opdrachten zullen nog meer een weergave van de beroepspraktijk in zich hebben. Een monteur leert niet meer sleutelen aan een motorblok op een bok, maar aan een blok in een auto en is betrokken bij de hele onderhoudsgang, van het moment dat een auto binnenkomt tot dat die weer weggaat. Soms zullen zaken moeilijk in de leeromgeving een plek kunnen krijgen, denk aan alle technologische hulpmiddelen die in de zorg worden gebruikt. Scholen kunnen dan door middel van bedrijfsbezoeken en gastlessen leerlingen hiermee kennis laten maken. Belangrijk is dat in de beroepsgerichte leeromgeving niet van kleine (afvinkbare) losstaande opdrachten wordt uitgegaan, maar dat de opdrachten zo zijn dat ze de beroepspraktijk in huis halen. Of dit een aanpassing van de leeromgeving vraagt hangt erg af van de situatie op een school.
3. Wat zijn de kenmerken van een moderne beroepsgerichte leeromgeving?
Een moderne beroepsgerichte leeromgeving op een school lijkt op een werkomgeving. Een school bijvoorbeeld waarin allerlei huizen zijn gebouwd in de vorm van houten blokhutten en waarin leerlingen technische installaties moeten aanleggen. Heel anders dan de bordesopstelling en minder recht-toerecht-aan. De werkplekkenstructuur bij Zorg & welzijn laat zien dat je in één ruimte verschillende werkplekken in
Trends in VMBO onderwijshuisvesting: 1.Zo echt mogelijk. Van werkplekkenstructuur naar een professionele, echte leerwerk omgeving. 2.Digitalisering. Iedere leerling een device en gebruik van ICT voor tijd- en plaatsonafhankelijk leren, verrijking van vakinhoud en nieuwe tools. 3.Transparantie. De activiteiten in de school letterlijk in de etalage zetten. 4.Diversiteit. Meer diversiteit in activiteiten leidt tot extra diversiteit in faciliteiten. 5.Duurzaamheid. Van een punt om je te onderscheiden naar een standaard voorwaarde bij een nieuw gebouw, met name op energiegebruik en ventilatie. 6.Samenwerken en samenwonen. Een toename van fysieke combinaties van VMBO en MBO of andere combinaties. 7.Grenzen vervagen. Leergebieden krijgen een meer open karakter en diverse functies zonder enkel groot en open te zijn. 8.Spraakmakend. Scholen zijn trots op hun fysieke leeromgeving en gebruiken het als marketingmiddel.
kunt richten die appelleren aan verschillende werkvelden in de praktijk en waarin groepjes leerlingen heel zelfstandig kunnen werken. Leerlingen in deze sector moeten leren dat de rol van de cliënt/patiënt/ zorgvrager/klant verandert en daarmee ook de rol van de hulpverlener die veel meer dan voorheen inspeelt op de wensen van de klant.
4. Welke tips en aandachtspunten heb je?
Begin zo snel mogelijk met het maken van plannen en het ontwikkelen van een visie. Ga als school aan de slag en betrek daar alle geledingen van de school bij. Bedenk met elkaar vanuit welke visie je wilt werken en welk onderwijs daarbij past. Probeer niet alles in één keer op te pakken, maar schets een ideaalplaatje en stippel een haalbaar tijdpad uit. LOB krijgt nu in het vmbo een centrale plaats. Het is mooi om in de onderbouw al te starten, maar je kunt ook met LOB in klas 3 en 4 beginnen en dat uitbouwen naar de onderbouw. Schoolexamens zouden we graag zien in de vorm van een proeve van bekwaamheid, maar niet alle examens hoeven bij de invoering van de nieuwe beroepsgerichte programma’s die vorm te hebben. Kortom: probeer niet alles in één keer overhoop te halen, behoud het goede en pas nieuwe zaken in. Ik zou scholen willen stimuleren de grenzen van de mogelijkheden op te zoeken. Er mag heel veel en er kan heel veel, maar sommige scholen blijven heel erg het veilige middenpad bewandelen. De afdelingsprogramma’s bestaan straks niet meer, grijp niets steeds terug naar vroeger, het beperkt je in het zien van nieuwe mogelijkheden. Soms helpt het opnieuw inrichten of aankleden van een leeromgeving daarbij. De spullen zijn niet altijd nieuw, maar het ziet er anders uit en dus is het nieuw. Jacqueline Kerkhoffs is als spreker aanwezig bij het congres Bouwen aan nieuw VMBO op 10 april 2014.
schooldomein
maart 2014
51
Een uitdagende intersectorale leeromgeving VMBO intersectoraal (Dienstverlening & Producten) moet een leeromgeving opleveren waarin elke leerling positief wordt uitgedaagd tot het niveau wat bij hem of haar past. Daarbij zal er continu ingespeeld moeten worden op de veranderende maatschappij. Dit vraagt voortdurend investeren in vernieuwing van onderwijsmiddelen en –methoden. Tekst Roeland Baaten
A
ls school wil je graag meegaan met de veranderende tijd. Het gaat er immers om de leerling gemotiveerd, met meer bagage en voorbereid op de praktijk en het vervolgonderwijs van school te laten gaan. De keuzes die je uiteindelijk maakt zijn bepalend voor de leeromgeving en de inventaris. Immers, als de regio verandert, of de samenleving andere eisen stelt aan het onderwijs kan een ooit ingerichte omgeving achterhaald zijn.
“Beroepenvelden leer je niet, die ervaar je.”
Ideale doorstroom VMBO ontwikkelt zich langs de lijnen van een programmastructuur of via de lijnen van een onderwijsmodel. Het onderscheid lijkt miniem, maar de werkelijkheid is anders. Binnen sectoraal vmbo zijn de sectoren ieder voor zich leidend in de loopbaanontwikkeling van de leerling. Intersectoraal vmbo begeleidt de leerling, onafhankelijk van sectoreisen, naar een juiste keuze in het mbo. Dit onderscheid is niet bedoeld als waardeoordeel. Immers, binnen het vmbo is een van de differentiaties die van de leerling die al snel in een smallere opleiding goed tot zijn recht komt (sectoraal) en de leerling die beter gedijt in een omgeving met meer oriëntatie op beroepenvelden die de raakvlakken tussen sectoren in de samenleving tot uiting brengen (intersectoraal). Het laatste model bestaat uit een kernprogramma met brede oriëntatie en keuze-eenheden die een ideale doorstroom naar
het mbo garanderen. Beroepenvelden leer je niet, die ervaar je. Beroepen zijn in steeds mindere mate statisch. Daarom is een goede relatie met partners in de regio essentieel om leerlingen daar de ‘echte wereld’ van de beroepsuitoefening te laten ervaren.
Van Droom tot Daad Steeds meer scholen voor VMBO die nieuwbouwplannen ontwikkelen, kiezen voor een intersectorale omgeving. Andere scholen voelen de beperking van hun huisvesting op het moment dat zij, zonder zich nieuwbouw te kunnen permitteren, hun visie richten op intersectorale programmering. Daar tussen in bevinden zich de scholen die de implementatie van intersectoraal VMBO gepaard kunnen laten gaan met verbouw. Hoe daarmee om te gaan is een van de vormen van dienstverlening namens het Platform VMBO Intersectoraal. Om te beginnen biedt de werkbrochure Van Droom tot Daad enig houvast. Inmiddels kunnen veel scholen die van dit platform deel uitmaken een kijkje in de keuken bieden. Mocht u aan de vooravond staan van nieuwbouw of het herschikken van de bestaande leeromgeving, dan hoop ik van harte dat zij u weten te inspireren ook uw dromen waar te maken. Roeland Baaten is directeur Stichting VMBO Intersectoraal. Hij is spreker op het congres Bouwen aan Nieuw VMBO op 10 april 2014.
Aantal leerlingen 3e en 4e leerjaar beroepsgerichte programma’s VMBO in hun onderlinge verhouding Bron: VMBO leerlingen in programma’s en leerwegen schooljaar 20132014, Jaap de Kruijf
52
schooldomein
maart 2014
BOUWEN AAN NIEUW VMBO
Van afdelingsvakken naar nieuwe profielen beroepsgericht programma VMBO Sector
Huidige vakken
Nieuwe profielen en profieldelen
Techniek
Bouwtechniek • Timmeren • Metselen • Schilderen/afwerkingstechnieken • Fijnhoutbewerking
Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) • Bouwproces en bouwvoorbereiding • Bouwen vanaf de fundering • Hout- en meubelverbindingen • Design en decoratie
Bouw Breed Metaaltechniek Electrotechniek Installatietechniek Instalektro Metalektro Voertuigentechniek Transport en logistiek
Economie
BWI en/of PIE en/of M&T
Grafimedia
Media, vormgeving en ICT
Administratie
Economie en Ondernemen • Commercieel • Secretarieel • Logistiek • Administratie
Mode en commercie
Consumptief • Horeca • Bakken
Verzorging Uiterlijke verzorging Zorg en welzijn breed
Intersectoraal
Mobiliteit en Transport (M&T) • Motorconditie testen • Wielophanging en carrosserie • Verlichting en comfortsystemen • Transport
Techniek breed
Handel en verkoop
Zorg & Welzijn
Produceren, Installeren en Energie (PIE) • Ontwerpen en maken • Bewerken en verbinden van materialen • Besturen en automatiseren • Installeren en monteren
ICT-route Technologie in de gemengde leerweg • Techniek • Economie • Zorg en welzijn
Horeca, Bakkerij en Recreatie • Gastheerschap • Bakkerij • Keuken • Recreatie Zorg en Welzijn • Mens en gezondheid • Mens en omgeving • Mens en activiteit • Mens en zorg Dienstverlening & Producten • Organiseren van een activiteit • Presenteren, promoten en verkopen • Een product maken en verbeteren • Multimediaal product maken
Intersectoraal • Technologie & commercie • Technologie & dienstverlening • Dienstverlening & commercie Sport, dienstverlening en veiligheid
Landbouw
Landbouw en natuurlijke omgeving
Groen
Landbouw breed Bron: ministerie OCW, Naar een versterking van het VMBO , 2 december 2013 Geactualiseerd op basis van stand van zaken concept-examenprogramma’s d.d. 24 februari 2014 (excl. sector Groen).
schooldomein
maart 2014
53
Sterren College, Haarlem, foto Mecanoo Architecten
Financiering is maatwerk Vernieuwing in het VMBO is vooral een organisatorische en programmatische opgave. Maar in veel gevallen zal het leiden tot de wens om ook in de fysieke onderwijsomgeving in te grijpen. Daar houdt de financiering van de vernieuwing in het VMBO echter geen rekening mee. Hoe zorg je er dan toch voor dat ambities ten aanzien van de onderwijshuisvesting kunnen worden ingevuld?
54
schooldomein
maart 2014
BOUWEN AAN NIEUW VMBO
Tekst Peter Jan Bakker en Maarten Groenen
H
et vertrekpunt voor elke school en elk schoolbestuur is anders. Er zijn schoolbesturen met grote (vastgoed)portefeuilles en besturen met een beperkt aantal schoollocaties, met veel gedateerd vastgoed en met veel nieuw vastgoed. Kortom, de variatie is groot. Dat betekent ook dat de variatie in oplossingsrichtingen voor financieringsknelpunten groot is. Dit zal bij elke organisatie om maatwerk vragen. Dat neemt niet weg dat er oplossingsrichtingen te benoemen zijn die mogelijk op uw situatie van toepassing kunnen zijn.
Taken en verantwoordelijkheden De huisvesting van een school voor VMBO is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en schoolbestuur. In hoofdlijn is de gemeente verantwoordelijk voor de realisatie van het gebouw en eventuele uitbreidingen. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de gehele exploitatie van het gebouw, wat tevens de uitvoering van al het onderhoud en de verrichting van aanpassingen betreft. Het is daarmee in eerste instantie aan het schoolbestuur om te zorgen dat een schoolgebouw een moderne en inspirerende omgeving blijft.
Duurzaam investeren De aanstaande vernieuwing in het VMBO vraagt mogelijk flinke aanpassingen aan uw schoolgebouw, die aanzienlijke investeringen met zich meebrengen. Vanuit financieel oogpunt is het van belang dat een dergelijke investering duurzaam is. Om dit kunnen bepalen dient naar de levensfase van het gebouw te worden gekeken. Hierbij maken we op hoofdlijnen onderscheid in de volgende 3 categorieën, waarbij ook de leeftijd van de gebouwen een rol speelt: Type 1: Het schoolgebouw is technisch en functioneel in goede staat; Type 2: Het schoolgebouw is technisch in goede staat, maar functioneel verouderd; Type 3: Het schoolgebouw is technisch en functioneel verouderd. Afhankelijk van de levensfase van het schoolgebouw dient te worden bekeken welk type ingreep in het kader van de vernieuwing van het VMBO duurzaam is. In het geval van Type 1 is het van belang om te kijken of er geen desinvesteringen worden gedaan en of er slimme combinaties met het regulier onderhoud en vervanging van inrichting en meubilair kunnen worden gemaakt. Ook voor een Type 2 schoolgebouw zal naar slimme inhoudelijke oplossingen moeten worden gezocht en combinaties met regulier onderhoud en vervanging van inrichting en meubilair. Bij een schoolgebouw dat als Type 3 kan worden
Bouwen voor de norm: 8 tips ICSadviseurs houdt zich dagelijks bezig met de realisatie van kwalitatief goede onderwijsgebouwen. Op basis van onze ervaringen hebben we acht tips op een rij gezet waarmee u uw voordeel kunt doen en kwalitatief goede onderwijshuisvesting kunt realiseren binnen de normkostenvergoeding. 1. Herbestemmen en/of renoveren van bestaand vastgoed Hergebruik en renovatie zijn duurzaam en financieel aantrekkelijk. 2. Tijdig vaststellen kaders Stel tijdig de kaders (ruimtelijk en financieel) van een project vast. 3. Investeringen terugverdienen in de exploitatie Denk vroegtijdig na over de exploitatie van de huisvesting en benader investering vanuit de exploitatie. 4. Efficiënt ontwerpen Probeer door multifunctioneel gebruik van ruimten het aantal m² te reduceren en bekijk de mogelijkheden om verkeersruimten functioneel in te zetten. 5. Kiezen voor bouwen in hoogwaardige systeembouw In de afgelopen jaren is de kwaliteit van systeembouw sterk verbeterd en kan dit een prima antwoord bieden op huisvestingsvraagstukken. 6. Durf innovatief aan te besteden De behoefte aan snelheid en zekerheid spelen vaak een belangrijke rol bij de keuze voor een integrale aanbestedingsvorm. 7. Onderzoek mogelijke fiscale voordelen Op diverse aan onderwijs gerelateerde activiteiten zijn btw-voordelen te behalen, denk aan sportruimten en ruimten voor consumptieve opleidingen. 8. Sober en doelmatig in ontwerp, hoge functionele kwaliteit De kwaliteitsbeleving van gebruikers ligt hoger bij een kwalitatief goed afgewerkt en functioneel gebouw. Voor meer informatie over het realiseren van kwalitatief goede onderwijsgebouwen binnen de normkosten kunt u contact opnemen met ICSadviseurs.
“De levensfase van het gebouw bepaalt mede het type ingreep voor een duurzame vernieuwing van het VMBO.”
beschouwd dient eerst het toekomstperspectief van het schoolgebouw te worden bepaald. Hierbij komt nadrukkelijk ook de gemeente in beeld. Is er op termijn sprake van een renovatie of vervangende nieuwbouw? Indien een gebouw qua structuur functioneel nog goede mogelijkheden biedt, zal renovatie eerder tot de mogelijkheden behoren. De Vernieuwing van het VMBO kan een argument zijn om (eerder) tot een dergelijke ingrijpende actie over te gaan. Wanneer in renovatie- of nieuwbouwplannen rekening wordt
schooldomein
maart 2014
55
Ruimere financieringsmogelijkheid: •B ancaire lening onder gemeentegarantie. Door een garantstelling vanuit de gemeente worden lagere rentepercentages voor schoolbesturen toegankelijk bij banken; •S chatkistbankieren. Een onderwijsinstelling heeft de mogelijkheid om haar financiën onder te brengen bij het Ministerie van Financiën, wat toegang biedt tot een leenfaciliteit met een aanzienlijk lager rentepercentage dan in de markt wordt gehanteerd. Ook deze vorm van financieren behoeft garantstelling vanuit gemeenten; • Doordecentralisatie. Bij doordecentralisatie krijgt het schoolbestuur de volledige verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting en ontvangt het daarvoor de middelen die de gemeente van het rijk ontvangt. Dit vergroot het budgettair kader voor een schoolbestuur, wat een gunstig effect heeft op de leencapaciteit en voorwaarden; • Bij kleinere ingrepen; op basis van een visiedocument en een goed programma van eisen kunt u vanuit de exploitatie slimme ingrepen naar voren halen. Betrekken van externe partijen • De vernieuwing in het VMBO is mede ingegeven door de wens om een betere aansluiting op de doorgaande leerlijn in het MBO en het bedrijfsleven te realiseren. Vanuit die context is het mogelijk om te onderzoeken of er combinaties te maken zijn met MBO en het bedrijfsleven, danwel of bijdragen vanuit deze kringen kan worden georganiseerd in welke vorm dan ook; • Een andere manier om investeringen in een schoolgebouw mogelijk te maken is door verbeteringen aan een schoolgebouw te koppelen aan exploitatie lasten. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij ESCO’s (energy service companies), waarbij investeringen in energiebesparende maatregelen worden bekostigd uit exploitatievoordelen die dat oplevert; • Betrek de marktpartijen in een vroegtijdig stadium. Prikkel hen door mee te denken in een innovatief en duurzaam programma van eisen. Het combineren van slimme maatregelen leidt tot een actieve en duurzame leeromgeving.
Inzicht op portefeuilleniveau
56
schooldomein
gehouden met de vernieuwing van het VMBO is er sprake van een duurzame inpassing. Bij dit type is de opgave om al geplande investeringen naar voren te halen.
Voor de Vernieuwing in het VMBO zullen schoolbesturen over het algemeen te maken hebben met meerdere locaties. Elk schoolbestuur zal een evenwichtig aanbod willen realiseren binnen haar portefeuille. Vanuit die context ontstaat inzicht in de totale investeringsbehoefte en kan gericht worden gezocht naar de financiële mogelijkheden daarvoor.
Oplossingsrichtingen
Voor meer informatie belt of mailt u met Maarten Groenen
Om noodzakelijke investeringen in de vernieuwing van de leeromgeving mogelijk te maken, kan men aan de volgende mogelijkheden denken.
06-22578557,
[email protected]. Maarten is
maart 2014
spreker op het congres Bouwen aan nieuw VMBO op 10 april 2014.
BOUWEN AAN NIEUW VMBO Diving for words: kinderen in Australië leren lezen onder water.
Rommelige omgeving zorgt voor een rommelig brein! W
e beschikken over steeds meer kennis over leren en de werking van ons brein. Optimale condities kunnen er voor zorgen dat we onze kinderen (pubers) kunnen ondersteunen bij leren. Nog lang niet alles is bekend over de werking van de hersenen maar dat de omgeving een grote rol speelt bij leren en onthouden is al wel duidelijk. Een mooi experiment met duikers die onder water moesten leren toont aan dat de omgeving ons kan ondersteunen bij onthouden. De duikers werden namelijk na afloop op twee verschillende plekken getoetst. De ene groep boven water en de andere onder water waar ze ook geleerd hadden. De groep die op dezelfde plek getoetst werd als waar geleerd werd presteerde het beste. Ons brein neemt namelijk niet alleen in zich op wat ze horen of zien maar zijn ook gevoelig voor de plek waar ze iets meemaken. Wat kun je hier nu mee in een schoolgebouw zul je denken…toch is er een aantal voorbeelden te geven
waaruit blijkt dat we deze kennis best toepasbaar kunnen maken in een schoolse situatie. Een paar voorbeelden: Je kunt het brein onbewust laten leren door de omgeving op een bepaalde manier in te richten. Zo zijn foto’s van samenwerkende leerlingen een uitstekende manier om gedrag onbewust te beïnvloeden. Je kunt in een lokaal ook structuur aanbrengen door diverse functies van de ruimte, zoals toetsing, overleg en rustig werken, tot uiting te brengen in de manier van opstellen van meubilair of de kleuren die je gebruikt. Docenten kunnen dit nog eens extra versterken door uitleg op een en dezelfde plaats te geven, bijvoorbeeld rechts van het bord. Zo weten leerlingen dat er uitleg komt en trekt dit vanzelf de aandacht, hiermee help je leerlingen om structuur te herkennen. Een goede omgeving werkt dus stimulerend voor studenten en ondersteunt docenten. Of het andersom ook zo werkt? Een rommelige omgeving, een rommelig brein? Helaas kent het brein geen goed of fout, dus ja, ook andersom werkt het zo. Dat geeft te denken: hoe ziet jouw school er uit? Ria van Dinteren is auteur, spreker en adviseur. Zij publiceert over de toepassing van neurowetenschap. Haar laatste boek ‘brein in onderwijs’ gaat over de toepassingen van breinkennis op scholen. Meer info en artikelen staan op: www.riavandinteren.nl.
schooldomein
maart 2014
57
VAKLITERATUUR VOOR PROFESSIONALS IN HET ONDERWIJS R NU!
PO
PO
VO
+V O
MAGAZINES
PO
PROBEE
Didactief
Van 12 tot 18
Plein Primair
Speziaal
Opinie en onderzoek voor de schoolpraktijk.
Vakblad over modern en inventief onderwijs.
Onmisbaar voor de professional in het primair onderwijs.
Het blad waarin de zorg voor leerlingen met specifieke hulpvragen centraal staat.
ABONNEMENTEN
ABONNEMENTEN
ABONNEMENTEN
ABONNEMENTEN
Jaar (10 nrs.) Proef (2 nrs.) Collectief
Jaar (12 nrs.) Proef (2 nrs.) Collectief
Jaar (6 nrs.) Proef (1 nr.)
Jaar (4 nrs.) Proef (2 nrs.)
€37,50 € 9,50 €35,00
€63,00 € 9,50 €35,00
€56,00 € 4,75
€54,00 € 27,50
BES
T E L d ir e ct v ia o n z e webshop
BOEKEN
Cijfers geven werkt niet
Orde houden in het VO
Het leren organiseren
Motiveren tot leren
Een revolutie in het klaslokaal!
Orde houden, hoe doe je dat?
Kwaliteitsverbetering was nog nooit zo simpel
Hoe krijg je leeringen in beweging?
Kijk op www.tenbrinkuitgevers.nl voor ons gehele assortiment