Per brief en per email
[email protected] Commission européenne Direction générale Environnement t.a.v. de heer F. Kremer Bur.: BU-‐9 03/177 1049 BRUXELLES BELGIQUE Onze referentie: RWEComplaintCommNov2015 Betreft: Bouw van mega kolencentrale van 1600 MWe door RWE in Eemshaven aan de rand van Natura-‐2000 gebied de Waddenzee Aantal pagina’s: 8 Nijmegen, 13 november 2015 Geacht heer Kremer, Van 15 februari 2012 dateert een brief van ons aan de Commissie met onze klacht over de bouw van de grootste kolencentrale van Nederland pal aan de rand van het Natura-‐2000 gebied de Waddenzee. Als gevolg van de rookgassen uit de beide schoorstenen van de kolencentrale neemt de stikstofdepositie op reeds overbelaste Natura 2000-‐gebieden in zowel Nederland als in noordwest Duitsland aanzienlijk toe. Tevens gaat de vaargeul vanuit de Noordzee naar de Eemshaven dwars door het Natura 2000-‐gebied “de Waddenzee”. Deze vaargeul moet worden uitgediept om de toegang van Panamax schepen met een diepgang van 14 m mogelijk te maken. Deze verbreding en verdieping van de vaargeul zal de kwaliteit van het Eems-‐Dollard gebied nog verder verslechteren dan deze al is terwijl dit de kraamkamer is voor vissen in de Waddenzee en de Noordzee. In het antwoord van de Commissie van 29 maart 2012 (ENV.A.1/MV/mmCHAP92012)00551/D3) wordt samengevat gesteld dat destijds nog niet alle juridische procedures waren doorlopen en dat een ver-‐ gunning in het kader van de Natuurbeschermingswet nodig is om de centrale actief in bedrijf te stellen. Op dit moment zijn alle vergunningen verleend inclusief de Natuurbeschermingswetvergunning voor het bedrijven van de kolencentrale. Ook is het zogenaamde Tracébesluit vastgesteld dat Rijkswaterstaat toestaat om de vaargeul te verdiepen en te verbreden. Alle bezwaren tegen deze besluiten zijn door de Raad van State verworpen. De kolencentrale is in 2015 in bedrijf gegaan.
MOB, Waldeck Pyrmontsingel 18, 6521 BC Nijmegen email:
[email protected]; website: www.mobilisation.nl Tel: 024 3230491, Fax: 084 745 11 93
De uitspraak van de Raad van State inzake de Natuurbeschermingswetvergunning vindt u op de website van de Raad van State onder zaaknummer 201304768/2/R2 1. Voor de uitspraak inzake het Tracébesluit (zaaknummer 201409071/1) zie ook de website van de Raad van State2. Als gevolg van bovengenoemde uitspraken zijn alle vergunningen nu onherroepelijk geworden. U vindt alle stukken betreffende milieuvergunningen op de website van de provincie Groningen3. Inleiding In de Eemshaven, gelegen in de provincie Groningen, is een 1600 MWe kolencentrale gebouwd. Deze ligt pal aan (en deels in voor wat betreft de uitlaat van het koelwater) het Natura-‐2000 gebied “De Waddenzee”. RWE heeft een Wet milieubeheervergunning voor de bouw van de centrale. Deze Wet milieubeheervergunning ziet niet op effecten op de natuur. Ook is er een Wvo-‐vergunning afgeven voor het lozen van effluent van de afvalwaterbehandelingsinstallatie. De apart afgegeven vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet is in eerste instantie door de Raad van State vernietigd. Toch is de bouw gewoon doorgegaan op basis van een gedoogbeschikking. Er is opnieuw een Natuurbeschermingswetvergunning aangevraagd en deze is inmiddels onherroepelijk. Uit de stukken blijkt dat er significante negatieve effecten op de natuur zijn zoals toename van de zuur (stikstof en zwavel) depositie op toch al met stikstof overbelaste ecosystemen in de Natura-‐2000 gebie-‐ den in Nederland en noordwest Duitsland. In de definitieve vergunning is een verplichting voor RWE opgenomen om op een zeer beperkt geografisch afgegrensd gebied maatregelen te nemen. Bijvoor-‐ beeld moet RWE in bepaalde extra belaste Natura 2000-‐gebieden de extra stikstofdepositie mitigeren of compenseren door middel van het plaggen van kleine delen ervan. Op het grootste deel van deze na-‐ tuurgebieden wordt niet afgeplagd zodat daar de stikstofdepositie toeneemt. Er hoeft geen enkele mitigatie-‐ of compensatiemaatregel uitgevoerd te worden op het Duitse Wadden-‐ eiland Borkum noch op de andere Natura 2000-‐gebieden in noordwest Duitsland, terwijl daar de stik-‐ stofdepositie afkomstig van RWE nog aanzienlijk hoger is dan op de Nederlandse Natura 2000-‐gebieden als gevolg van de heersende windrichting. Ook hier is onomstreden vastgesteld dat negatieve effecten op bijvoorbeeld de grijze duinen (H2130C) niet uit te sluiten zijn. Hierdoor wordt bijvoorbeeld de ecolo-‐ gische integriteit van de heischrale duinen (H2130C) niet gewaarborgd. Verder zijn maatregelen verplicht gesteld zoals het treffen van natuurmaatregelen in de Emmapolder alsmede in de buitendijkse kwelders en de uitkoop van garnalenvisserij in de Dollard. Naast de emissie van stikstofoxiden uit de schoorsteen worden ook zware metalen geëmitteerd naar zowel lucht als het oppervlaktewater. Onbestreden is dat als gevolg hiervan de kwikconcentratie in prooidieren verder toeneemt met circa 2%. Onweersproken is ook dat de kwikconcentratie in veel prooidieren in de Waddenzee nu al hoger is dan de ecologische norm uit de Kaderrichtlijn water. Echter, een toetsing hieraan is door de Raad van State ter zijde geschoven en daardoor niet in beschou-‐ wing genomen bij het tot stand komen van de uitspraak. In de Wvo-‐vergunning van 2007 is hier destijds evenmin aan getoetst. De Raad van State heeft de extra overschrijding van de ecologische norm van de Kaderrichtlijn water voor kwik in prooidieren in de Waddenzee dus niet getoetst in het kader van de procedure van de Na-‐ tuurbeschermingswetvergunning noch in het kader van de Wvo-‐vergunning. Voor de mariene habitats en soorten, waaronder de grijze en gewone zeehonden, waarvoor het Natura 2000-‐gebied is aangewezen, is in jaarlijkse studies door IMARES vastgesteld dat significante effecten op genoemde zeezoogdieren niet zijn uit te sluiten en zijn er geen compensatiemaatregelen opgenomen. De IMARES rapporten stellen vast dat er onzekerheden zijn ten aanzien van effecten op de grijze en gewone zeehond waarvoor de Waddenzee is aangewezen. 1
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekstuitspraak.html?id=85105&summary_only=&q=201304768%2F2%2FR2 2 https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=84767 3 http://www.provinciegroningen.nl/actueel/dossiers/rwe-centrale/documenten-natuurbeschermingswetvergunningrwe/
2
Wij wijzen erop dat er grote discrepantie bestaat tussen de hoofdtekst van deze IMARES rapporten (sig-‐ nificante effecten vastgesteld of niet uit te sluiten) en de samenvattende conclusies van deze IMARES rapporten (geen significant effect). De effecten op de zeezoogdieren zijn zelfs helemaal niet behandeld in het kader van het Tracebesluit. Als voorbeeld wordt genoemd dat het hoofdrapport vaststelt dat uit het zenderonderzoek aan gewone zeehonden is gebleken dat wanneer werkzaamheden bij de Eemshaven gaande waren, zich in de buurt daarvan significant minder zeehonden in het water ophielden dan wanneer die werkzaamheden niet plaatsvonden. Dit effect was tot op een afstand van 10 km waar te nemen. Ook het duikgedrag veran-‐ derde bij aanwezigheid van werkzaamheden. ‘Heien RWE’ laat op basis van analyse zien dat er net als in de voorgaande jaren een significante correlatie met het aantal zeehonden op de zandbank is. Deze evi-‐ dente conclusies ten aanzien van significante negatieve effecten op de onderzochte zeezoogdieren zijn echter niet opgenomen in de hoofdconclusie van de IMARES rapporten en worden ook niet serieus be-‐ handeld tijdens de gerechtelijke procedures. Voor de mariene habitats en soorten, waaronder de grijze en gewone zeehonden, waarvoor het Natura 2000-‐gebied is aangewezen, is geen enkele compensatie opgenomen, ook niet in het Tracébesluit. Het toestaan van de bouw van deze mega kolencentrale op deze plek wordt gemotiveerd op grond van het vermeende belang van Nederland om zelf in voldoende mate elektriciteit uit fossiele brandstof-‐ fen/kolen te kunnen beschikken. Dit argument doet curieus aan omdat er in Nederland een grote over-‐ capaciteit is van fossiele centrales als van RWE en andere kolencentrales. Voor zover ons bekend is de Commissie hierover nooit om advies gevraagd in het kader van een te doorlopen ADC-‐toets. Wij constateren dat er een mega kolencentrale is gebouwd pal aan de rand van het Natura-‐2000 gebied de Waddenzee en in de nabijheid van andere Natura 2000-‐gebieden met significante effecten voor deze gebieden zonder dat er een ADC-‐toets heeft plaats gevonden en zonder dat de Europese Commissie hierover om advies is gevraagd. Er is geen ADC toets is uitgevoerd om vast te stellen dat er geen alterna-‐ tieven (A), geen dwingende redenen van groot openbaar belang (D) en geen compensatietoets (C) zijn. Locatie van de centrale De kolengestookte elektriciteitscentrale van RWE4 is gebouwd op het Eemshaventerrein, op de locatie kadastraal bekend onder Uithuizermeeden, A 3306, 3307, 3310, 3311, 3312 en 3314, nabij de natuurge-‐ bieden Waddenzee, Noordzeekustzone, Duinen Ameland, Duinen Terschelling en Duinen Schiermonnik-‐ oog. Deze gebieden zijn aangewezen als speciale beschermingszone als bedoeld in artikel 4 van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (hierna: de Vogelrichtlijn). Bij besluiten van 26 februari 2009 zijn deze gebieden tevens aangewezen als speciale beschermingszone als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese gemeenschap-‐ pen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (hierna: Habitatrichtlijn). De impact van de centrale is zo groot dat zelfs Natura 2000-‐gebieden in Dren-‐ the met extra stikstofdepositie van de centrale worden belast. De RWE-‐centrale ligt dicht bij de grens met Duitsland. Ook een fors aantal Duitse Natura 2000-‐gebieden ligt onder de rook van RWE. Van Duitse zijde is ook een klacht in voorbereiding. Het blijft onbegrijpelijk waarom deze centrale in de Eemshaven op de rand van de Waddenzee is ge-‐ bouwd ondanks dat er wel degelijk betere alternatieve locaties zijn zoals Europoort/Rotterdam, Vlissin-‐ gen/Zeeland, etc. Op deze vraag is tot op vandaag geen afdoend antwoord gekomen.
4
https://www.essent.nl/content/overessent/het_bedrijf/opwekking/centrale_eemshaven/index.html
3
Effecten op Natura-‐2000 gebieden Op grond van de IPPC-‐richtlijn zou een passende coördinatie tussen (1) de Wm5/Wvo/Wwh, (2) de Nbw6-‐vergunning(en), en (3) het Tracébesluit mogen worden verwacht. Dit is hier ten onrechte niet gebeurd. Uit alle stukken blijkt dat er wel degelijk effecten zijn op de Waddenzee zoals bijvoorbeeld verstoring door aanvoer van steenkolen per schip, licht, geluid, etc. Ten behoeve van de bouw en exploitatie (transport van kolen in zeeschepen) van de kolencentrale van RWE worden de Eemshaven en aan-‐ en afvoerroutes naar de haven uitgebreid en uitgediept. Verder is de Wilhelminahaven (deel van de Eemshaven) uitgebreid en uitgediept ten behoeve van RWE vanwege “logistieke redenen en het kunnen onttrekken van koelwater”. Voor de vaargeulen (aan-‐ en afvoerroutes) van en naar de Eemshaven is een traject (uitdieping en ver-‐ breding) dwars door de Waddenzee vergund met negatieve gevolgen voor het hele estuarium7 dat er ecologisch gezien toch al slecht aan toe is. Alle partijen zijn het erover eens dat er effecten op de natuur zijn zoals toename van de zuur (stikstof en zwavel) depositie op toch al met zuur overbelaste ecosystemen in Nederlandse Natura-‐2000 gebieden, met name op de grijze duinen (heischraal), H2130C. Ook heeft het project negatieve verzurende en vermestende effecten op de Duitse Waddeneilanden evenals de Natura 2000-‐gebieden op deze eilan-‐ den en in noordwest Duitsland. De kwikemissie van de centrale naar lucht en water zorgt ervoor dat de kwikbelasting van de Wadden-‐ zee, die toch al te hoog is, nog verder toeneemt zodat het bereiken van de ecologische norm voor kwik in prooidieren uit de Kaderrichtlijn water nog verder uit zicht is geraakt door het in bedrijf komen van de kolencentrale. De Wet milieubeheervergunning (Wm-‐vergunning) en Wvo/Wwh8-‐vergunningen De Wvo/Wwh vergunningen dateren van 3 december 2007. De definitieve Wm-‐vergunning dateert van 11 december 2007. In januari 2008 is door ons namens de Stichting Natuur en Milieu beroep ingesteld tegen de Wm-‐vergunning. Omdat de bouw van de centrale inmiddels was aangevangen is door ons op 19 mei 2009 aanvullend een schorsingsverzoek ingediend om deze te stoppen. In deze zaak heeft de Raad van State op 19 juni 2009 uitspraak gedaan. De uitspraak met de afwijzing van ons verzoek kunt u downloaden van de website van de Raad van State onder zaaknummer 200800181/2/M19. Opmerkelijk is dat de Raad van State onder punt 2.4 van de uitspraak stelt dat zo nodig veel lagere emis-‐ sies van NOx en SO2 (min of meer een halvering) mogelijk zijn indien dit nodig mocht blijken tijdens de bodemprocedure. De uitspraak van de Raad van State in de bodemprocedure dateert van 30 november 2011, zaaknummer 200800181/1/M1. Dit is door ons ingebracht in de Nbw-‐procedure. De RvS heeft dit belangrijke punt in de Nbw-‐procedure ongemotiveerd ter zijde geschoven door het simpelweg te nege-‐ ren. Alle beroepsgronden zijn afgewezen. Ook is de Raad niet teruggekomen op het punt dat zo nodig veel lagere NOx en SO2-‐emissies kunnen worden gehaald. Dit komt doordat de NOx-‐depositie niet in de Wm-‐vergunningprocedure aan de orde komt maar pas in de veel latere Nbw-‐procedure10. Met de uitspraak van 30 november 2011 is de Wm-‐vergunning onherroepelijk geworden. Verdere be-‐ roepsmogelijkheden zijn er in Nederland niet. Ook de Wvo/Wwh-‐vergunningen zijn onherroepelijk ge-‐ worden. Wij constateren dat in de Wm/Wvo/Wwh procedures de effecten op de natuur in het geheel niet aan de orde zijn geweest zoals ook uit de uitspraken blijkt. Vanaf het begin is gesteld dat dit zou gaan gebeuren in de procedure van vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet. Dat is maar be-‐ perkt en soms helemaal niet gebeurd, zie verder op. 5 Wet milieubeheervergunning 6
Natuurbeschermingswetvergunning De Dollard fungeert als broedkamer voor vis in de Waddenzee 8 Waterinname en lozing van afvalwater en koelwater 9 http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/default.asp of direct: http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_veld=200800181/2/M1&ve rdict_id=t8uBulreSS0%3D 10 Overigens heeft de Raad van State dit punt ook niet meegenomen in de Nbw-‐procedure, zie verderop 7
4
In de Nbw-‐beoordeling staat terecht dat er compensatie moet plaatsvinden. Ten onrechte was daar in december 2007 nog niets voor geregeld terwijl toen toch al de Wm/Wvo/Wwh-‐vergunningen zijn afge-‐ geven. De Nbw-‐vergunningen werden pas in de tweede helft van 2008 gepubliceerd. De bouw van de centrale en het in werking komen ervan in 2015 is gelegaliseerd op basis van een groot aantal vergunningen, waarvan met name het gebrek aan coördinatie opvalt tussen de Wm/Wvo/Wwh-‐ vergunningen en de Natuurbeschermingswetvergunning. Ons inziens verdraagt dit zich dit niet met de coördinatieverplichting van de IPPC/RIE-‐richtlijn. Het prematuur afgeven van de Wm/Wvo/Wwh vergunningen, met pas aanzienlijk later daarna de Nbw-‐ toetsing en het verstrekken van Nbw-‐vergunningen, is strijdig met de IPPC verplichting tot voldoende integratie en coördinatie van alle relevante milieuaspecten. Wij wijzen erop dat de Nbw vergunning in eerste instantie is vernietigd wegens niet uit te sluiten nega-‐ tieve effecten door te hoge stikstofbelasting van Natura 2000-‐gebieden als gevolg van de RWE centrale. Dit leidde niet tot opschorting/vernietiging van de eerder verleende Wm-‐vergunning en de dus ook niet van de eerder toegestane verleende stikstof(oxide) en ammoniak emissies. Als gevolg van het gebrek aan coördinatie is een adequate toetsing van de effecten van kwik op de Waddenzee tussen wal en schip geraakt. Natuurbeschermingswetvergunning Bij besluit van 14 augustus 2008, kenmerk DRZ/08/3056/BB/SM, heeft de minister aan RWE vergunning krachtens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: de Nbw) verleend voor de bouw, het in werking brengen en houden en het uitvoeren van regulier onderhoud van een 1600 MWe kolenge-‐ stookte elektriciteitscentrale in de Eemshaven. Bij besluit van 5 december 2008 heeft de minister onze bezwaren deels gegrond verklaard. Het besluit van 14 augustus 2008 is de vergunning herroepen in die zin dat diverse voorschriften zijn gewijzigd of toegevoegd. Bij besluit van 13 maart 2009 zijn onze bezwaren deels gegrond verklaard. Ook het besluit van 14 augus-‐ tus 2008 is herroepen in die zin dat diverse voorschriften zijn gewijzigd of toegevoegd. Tegen deze besluiten is door ons in april 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State. In de uitspraak van 24 augustus 2011 zijn alle Nbw-‐vergunningen door de Raad van State vernietigd. Zie de uitspraken in zaaknummers 200900425/1/R2 en 200902744/1/R211. Van 23 september 2011 dateert een gedoogbeschikking van de provincie Groningen waarin de bouw van de centrale wordt gedoogd voor de tijd dat er nog geen nieuwe Nbw-‐vergunning zal zijn verstrekt. Hiertegen is door ons op 28 september 2011 bezwaar gemaakt. Bij uitspraak van 23 november 2011 heeft de Raad van State uitgesproken dat RWE door mag bouwen, ook zonder Nbw-‐vergunning. Zie de uitspraken in de zaaknummers 201110350/1/R2 en 201110379/1/R2 van 23 november 2011. Uit de uitspraak: “2.6. Ten aanzien van hetgeen Greenpeace en SNM hebben aangevoerd aangaande de belangenafwe-‐ ging, overweegt de voorzitter het volgende. De gedoogbeschikking stelt RWE in staat de centrale die voor een groot deel reeds opgericht is, af te bouwen. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is vol-‐ doende aannemelijk geworden dat RWE daarbij groot belang heeft omdat reeds grote bedragen zijn geïnvesteerd en hoge kosten zijn gemoeid met het stil leggen van de bouw en het nemen van maatrege-‐ len tegen invloeden van weer, wind en zeelucht op het in aanbouw zijnde werk. Gelet op hetgeen hier-‐ voor is overwogen omtrent de natuurbelangen en de omstandigheid dat het belang van Greenpeace en SNM vooral gelegen is in het tegengaan van de exploitatie van de centrale, ziet de voorzitter voorshands geen aanleiding voor het oordeel dat het college in dit geval niet meer belang heeft mogen toekennen aan het belang van RWE bij het afbouwen van de centrale”. 11
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken.html
5
De Raad van State gaat hierin voorbij aan ons argument dat het gedogen van de bouw van de kolencen-‐ trale zonder vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet helemaal niet mogelijk is, omdat de Habitat en Vogelrichtlijn niet voorzien in de mogelijkheid van een gedoogbeschikking. Tot slot verwijzen wij voor de volledigheid naar de uitspraken in de zaaknummers 201007498/2/R2 en 201007499/2/R2. Bij besluit van 22 juni 2012 is opnieuw een Nbw-‐vergunning verleend. Hiertegen is opnieuw beroep ingesteld. Van september 201512 dateert de finale uitspraak van de Raad van State, waarin de Afdeling zelf een aantal onjuistheden in de onderbouwing herstelt. De Nbw-‐ vergunning is hiermee echter wel verleend en onherroepelijk geworden. Tracébesluit onherroepelijk De Raad van State heeft het Tracébesluit voor het verruimen van de vaarweg Eemshaven-‐Noordzee met een kleine aanpassing in stand gelaten ondanks dat Nederlandse en Duitse Natura 2000-‐gebieden wor-‐ den aangetast vanwege het verspreiden van het slib dat door verdieping en verruiming van de vaarweg vrijkomt. Dat heeft niet alleen nadelige gevolgen voor de waterkwaliteit, maar tast ook het leefgebied van beschermde vogelsoorten als visdief en scholekster en tevens ook van de zeehond en bruinvis aan omdat de voedselvoorziening voor deze soorten op het ogenblik ernstig tekort schiet door een algen-‐ productie (basis voedsel) die op dit moment in het doelgebied nog maar ongeveer 60% is van die in de zeventiger jaren. Ook bij de uitbreiding en onderhoud van de Eemshaven ten behoeve van de aanlan-‐ ding van steenkolen voor RWE komt veel slib vrij. Ook dit slib wordt in het estuarium gestort. Er heeft geen cumulatieve toetsing van Tracébesluit en Nbw-‐vergunning plaatsgevonden omdat ook andere schepen van deze verdieping zouden kunnen profiteren. Echter, voorlopig is de verdieping alleen maar in het belang van RWE voor de aanvoer van steenkolen in Panamax schepen. Echter, de aanvoer van kolen is ook mogelijk met minder diep liggende schepen. Hiervoor zijn geen alternatieven onder-‐ zocht. Volgens de uitspraak blijft er voldoende ongestoord water over en zijn in het Tracébesluit voldoende beperkingen gesteld aan het verspreiden van slib in het Natura 2000-‐gebied. De Afdeling gaat hier volle-‐ dig voorbij aan het feit dat de slibbelasting van de Eems-‐Dollard al veel te hoog is en dat dit ecosysteem op instorten staat als gevolg van vooral de te hoge slibconcentraties met als gevolg daarvan een toene-‐ mende vertroebeling en een verdere vermindering van primaire productie waardoor er minder voedsel overblijft voor kwalificerende soorten. Er wordt ook zonder de nieuwe slibstortingen al teveel slib in het ecosysteem gestort. Daar komen de nieuwe slibstortingen dan nog bij. Ook dit is niet in cumulatie on-‐ derzocht. De volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201409071/1 staat op de website van de Raad van State. Hiermee zijn alle beroepsmogelijkheden met betrekking tot de Wm-‐, Wvo-‐ en Nbw-‐vergunningen uit-‐ geput evenals met betrekking tot het Tracébesluit. Klachten Onze klachten hebben betrekking op de volgende punten: 1. Op grond van een gedoogbeschikking, in plaats van een reguliere Nbw-‐vergunning, werd toegestaan dat er een 1600 MWe kolencentrale werd gebouwd aan de rand van het Natura-‐2000 gebied de Wadden zonder dat er een geldige Nbw-‐vergunning was verleend. De Raad van State heeft uitgesp-‐ roken dat een dergelijke gedoogprocedure mogelijk is gezien de grote financiële belangen van RWE. De Raad van State gaat hierin voorbij aan het argument dat het gedogen van de bouw van de kolen-‐ centrale zonder vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet niet mogelijk is omdat de Habitat en Vogelrichtlijn niet voorzien in het fenomeen van een gedoogbeschikking in plaats van een Nbw-‐vergunning. Uit de uitspraak blijkt dat de Raad van State hier belangen heeft afgewogen het-‐ geen alleen in een ADC-‐toets mogelijk is. 12
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekstuitspraak.html?id=85105&summary_only=&q=200900425%2F1
6
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
De Raad van State gaat in haar uitspraak voorbij aan de noodzaak dat er eerst een zogenaamde ADC toetsing moet worden doorlopen voordat toegestaan kan worden dat bovengenoemde financiële belangen zelfs maar overwogen mogen worden. Als gevolg van gebrekkige coördinatie tussen de procedures van de Wm-‐vergunning en de Nbw-‐ vergunning wordt circa tweemaal zoveel stikstofdepositie vergund als technisch gezien mogelijk zou zijn ondanks dat RWE zelf de mogelijkheid hiervan ook heeft bevestigd tijdens een zitting bij de Raad van State en is vastgelegd in de uitspraak. Dit leidt tot onnodig hoge stikstofdeposities op zowel Ne-‐ derlandse als Duitse Natura 2000-‐gebieden. De voorziene mitigatie-‐ of compensatiemaatregelen met betrekking tot de toegenomen stikstofde-‐ positie, zoals gekoppeld aan de vergunningvoorschriften, zijn onvoldoende om effecten op bijvoor-‐ beeld de heischrale duinen te voorkomen. Deze maatregelen voorzien alleen in het mitigeren of compenseren van de extra stikstofdepositie als gevolg van RWE op kleine delen (veelal 10% of min-‐ der van het totale oppervlak) en zien niet op het voorkomen of beperken van effecten op grote de-‐ len van de Natura 2000-‐gebieden waar geen maatregelen worden genomen. Deze maatregelen zijn alleen voor de Nederlandse gebieden verplicht gesteld, maar niet voor de Duitse Natura 2000-‐ gebieden waar de stikstofdepositie aanzienlijk hoger is dan op de Nederlandse Natura 2000-‐ gebieden. Er heeft compensatie plaatsgevonden middels de verplichte aanleg van de Emmapolder en tevens door het uitkopen van een deel van de garnalenvisserij in de Dollard zonder dat een ADC-‐toets is gemaakt. Er vindt echter geen mitigatie of compensatie plaats van de extra kwikbelasting van de Waddenzee als gevolg van kwiklozingen naar lucht en water. RWE heeft een worstcase scenario kwikemissie aangevraagd en vergund gekregen. Dit betekent dat de lozing van kwik in de Waddenzee hoger is dan technisch nodig. De aan RWE vergunde kwikemissie is hoger dan de gerealiseerde kwikemissie van 5 bestaande oude Nederlandse kolencentrales bij elkaar. In de uitspraak over de vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 voor de kolen-‐ centrale heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de maatregelen, met name de maatregelen betreffende de stikstofdepositie op Natura 2000-‐gebieden, in strijd met de uitspraak van het Europese Hof van justitie in de zaak Briels (C-‐521/12) aangemerkt als mitigatie. Door deze maatregelen niet als compensatie aan te merken is de aanleg en exploitatie van die kolencentrale niet getoetst aan alternatieven en dwingende redenen van groot openbaar belang op grond van ar-‐ tikel 6, lid 4, van de Habitatrichtlijn. Als gevolg van gebrek aan coördinatie tussen de verschillende vergunningen is de toetsing van de kwikemissies tussen wal en schip geraakt. Onomstreden is dat het kwikgehalte van prooidieren in de Waddenzee, ook zonder de bijdrage van RWE, al boven de ecologische norm van de Kaderichtlijn water uitkomt. De bijdrage van RWE verslechtert die situatie met circa 2% hetgeen ook niet omstre-‐ den is. De Raad van State heeft geweigerd om deze norm in de overwegingen van de finale uitspraak te betrekken waardoor de Waddenzee met een onnodig hoge kwikvracht wordt belast. Kwikconcentraties in prooidieren zijn ook beduidend hoger dan de ecologische normen van OSPAR voor kwik in bijvoorbeeld sediment en vogeleieren. Noch in de Wm/Wvo-‐vergunningprocedure noch in de Nbw-‐procedure is aan OSPAR-‐normen getoetst ondanks dat Nederland, 15l andere EU-‐landen en de Commissie zich hieraan hebben gecommitteerd. De Raad van State is akkoord gegaan dat ook hieraan geen toetsing heeft plaats gevonden. Voor de mariene habitats en soorten, waaronder de grijze en gewone zeehonden, waarvoor het Natura 2000-‐gebied is aangewezen, is in jaarlijkse studies door IMARES vastgesteld dat significante effecten op genoemde zeezoogdieren niet zijn uit te sluiten en zijn er geen enkele compensatie-‐ maatregelen opgenomen. Conclusies ten aanzien van significante negatieve effecten of onzekerhe-‐ den op de onderzochte zeezoogdieren zijn niet serieus behandeld tijdens de gerechtelijke procedu-‐ res. Dit geldt ook voor kwalificerende vogelsoorten als visdief en scholekster. Er heeft geen of onvoldoende coördinatie plaats gevonden van de procedures voor het verlenen van de Wm/Wvo vergunningen enerzijds en de Nbw-‐vergunning anderzijds. Het besluit tot het toestaan van de vaargeulverdieping (Tracébesluit) heeft een volledig apart traject doorlopen. Er is geen enke-‐ le vorm van coordinatie geweest met de Wm/Wvo/Nbw-‐vergunningen. 7
10. Er is geen openbaar belang aangetoond en/of vastgesteld om de bouw en exploitatie van de kolen-‐ centrale op juist deze plaats toe te staan. Er waren betere alternatieven in Rotterdam en/of Vlissin-‐ gen. De Europese Commissie is ten onrechte niet in de procedure is betrokken. Er heeft geen ADC-‐ toets plaats gevonden. 11. De Raad van State is kennelijk van mening dat op grond van de Nederlandse Natuurbeschermings-‐ wet zodanig een ADC-‐toets in deze zaak niet nodig is, terwijl de Raad wel een afweging van belan-‐ gen heeft gemaakt en er ons inziens sprake is van compensatie van negatieve effecten. Op grond van deze uitspraak van de Raad van State van september 2005 lijkt de conclusie gewettigd dat een ADC-‐toets in Nederland voor geen enkel project meer nodig zal zijn. 12. De Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State heeft zowel de milieuvergunningen als het Tracé-‐ besluit behandeld. Opmerkelijk is de belangenafweging in het kader van het gedoogbesluit. Zie hier-‐ voor. Ook wijzen wij op het feit dat in de laatste uitspraak met betrekking tot de Nbw-‐vergunning de Raad van State ons beroep toewijst maar uiteindelijk zelf in een motivering voorziet om De Nbw-‐ vergunning in stand te laten. Vrijwel tegelijkertijd heeft een andere Afdeling van de Raad van State in augustus 2015 advies uitgebracht met betrekking tot een AMvB, die er op ziet dat kolencentrales meer tijd moeten krijgen om aan de nieuwe eisen te gaan voldoen, terwijl de sector zelf heeft aan-‐ gegeven akkoord te zijn met de AMvB13. De Raad van State behandelt in 2015 dus 3 belangrijke be-‐ roepen tegen de Nbw-‐vergunningen van de 3 nieuwe kolencentrales van RWE, DGF en E.ON. Tege-‐ lijkertijd adviseert dezelfde Raad van State de regering ook een belangrijke nieuwe AMvB betreffen-‐ de minimale energetische rendementen van kolencentrales. Dit is strijdig met het beginsel van scheiding van wetgeving en rechtspraak14. Het bovenstaande wekt ook een schijn van partijdigheid. Verzoek Hierbij verzoeken wij u om de voorliggende klacht in behandeling te nemen nu alle juridische procedu-‐ res zijn afgerond en er verder geen beroepsmogelijkheden meer zijn. De centrale is inmiddels in werking met alle schadelijke gevolgen van dien. Deze klacht wordt u gestuurd namens MOB, de Stichting Natuur en Milieu, Vereniging Zuivere Energie, Bürgerinitiative Saubere Luft Ostfriesland e.V. . Een kopie van deze klacht is reeds door ons naar het Ministerie van Infrastructuur en Milieu gestuurd. Hoogachtend,
drs. ing. Johan G. Vollenbroek Kopie: Stichting Natuur en Milieu, Ministerie van I&M 13
‘Regelgeving vergt een zelfstandige motivering waaruit blijkt dat alle belangen zijn afgewogen die bij de regeling zijn betrokken. Deze ontbreekt in de toelichting bij het ontwerpbesluit’, aldus de Raad van State in een advies in augustus 2015, dat maandag werd gepubliceerd. 'Indien kolencentrales geen redelijke termijn krijgen waarbinnen ze bedrijfsprocessen kunnen afstemmen op de strengere eisen, ‘wordt de bevoegdheid tot aanscherping van de rendementseisen feitelijk ingezet voor een doel waarvoor zij niet primair is gegeven, namelijk sluiting’, ‘In dat geval wordt ook feitelijk onmogelijk gemaakt langer gebruik te maken van eigendom.’ Het ontwerpbesluit raakt daarmee volgens de RvS aan het eigendomsrecht. 14 Voor het volledige advies zie: https://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken-‐in-‐adviezen/tekst-‐ advies.html?id=11882
8