Vlaams ministerie voor Leefmilieu, Natuur en Energie Agentschap voor Natuur en Bos
Bosbeheerplan van het domeinbos Orveytbos
Arno Thomaes & Kris Vandekerkhove m.m.v. Danny Bauwens, Danny Maddelein, Bart Roelandt & Martine Waterinckx (ANB) IBW Bb IR 2005.005
1 Identificatie van het bos
Arno Thomaes, Kris Vandekerkhove Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap Gaverstraat 4, 9500 Geraardsbergen www.INBO.be e-mail:
[email protected] Wijze van citeren: Thomaes, A., Vandekerkhove, K. 2005. Bosbeheerplan van het domeinbos Orveytbos. Rapport IBW Bb IR 2005.005. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Geraardsbergen. Trefwoorden: Bosbeheerplan, Orveytbos, Moen, Zwevegem, Kanaal Kortrijk-Bossuit, De Vaarttaluds
Orveytbos
2
1 Identificatie van het bos
1. Identificatie van het bos 1.1
Eigendom, zakelijke en persoonlijke rechten
Het Orveytbos is 27,92 hectare groot en is gelegen te Zwevegem, deelgemeente Moen. Het bos is eigendom van het Vlaams Gewest. Het beheer gebeurt door de Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse Gemeenschap. In het Orveytbos is er een meetpost van de VMM aanwezig. Voor deze meetpost werden er erfdienstbaarheden toegestaan voor het plaatsen en controleren van de apparatuur en het leggen van een kabel naar de meetpost. Er is een overeenkomst voor het plaatsen van 18tal nestkasten en het ringen van vogels door Dirk Dupont (tot 2003 ook Jacques Debaere). Er is een mondelinge overeenkomst over het begrazen van het centrale deel van het Orveytbos door Natuurpunt-Zwevegem in één geheel met het daaraan verbonden erkend natuurreservaat De Vaarttaluds. Tot 2001 werd deze jaarlijks schriftelijk vastgelegd (opgenomen in bijlage 7 Beheersovereenkomst met Wielewaal Z-W-Vlaanderen).
Orveytbos
3
1 Identificatie van het bos
1.2
Kadastraal overzicht
Gezien de vergraven toestand van het bos is er geen logische relatie tussen de kadastrale percelen en de bosbestanden (zie kaart 1, bijlage 1). Tabel 1: Kadastergegevens van de kadastrale percelen van het Orveytbos met hun afdeling, sectie, nummer, oppervlakte, aard volgens kadaster en de datum van aankoop.
Afd., Sectie Nummer Opp. (ha) Zwevegem 5, A 679 1,0060 5, A 681 C 0,8948 5, A 683 B 0,8569 5, A 684 A 0,9458 5, A 691 F 0,8055 5, A 692 C 1,0320 5, A 747 C 0,8798 5, A 748 A 0,7649 5, A 749 D 0,8713 5, A 750 C 1,3125 5, A 751 A 0,7227 5, A 752 B 0,6207 5, A 753 L 0,6069 5, A 757 A 0,2884 5, A 759 P 0,5843 5, A 764 A 0,9002 5, A 765 A 0,7162 5, A 767 B 0,6587 5, A 768 A 0,6021 5, A 769 A 1,1702 5, A 770 A 1,3127 5, A 777 A 0,8936 5, A 781 A 0,9653 5, A 783 A 0,8314 5, A 791 B 1,2623 5, A 796 B 1,4283 5, A 797 A 1,5900 5, A 798 A 1,7300 5, A 799 B 0,6644 5, A 800 Z 1,0067
Aard
Datum aankoop/ overdracht
Bos Bos Bos Bos Bos Bos woeste grond Bos Bos Bos Bos Bos Bos Hooiland Bos Bos Bos woeste grond woeste grond woeste grond Bos Bos Bos Bos Bos Bos Bos Bos Bos Bos
16/9/94 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 11/9/84 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88 16/2/88
Orveytbos
4
1 Identificatie van het bos
1.3
Situatieplan (schaal 1/10.000 tot 1/25.000)
Zie kaart 2: bijlage 1.
1.4
Situering
1.4.1 Algemeen – administratief Het domeinbos wordt beheerd door de houtvesterij Brugge. Verantwoordelijke houtvester: Ir. Danny Maddelein Zandstraat 255 Bus 3 8200 BRUGGE 050/45.41.50 0479/67.95.73 Verantwoordelijke boswachter: Danny Bauwens GSM: 0499/59.31.31
1.4.2 Relatie met andere groene domeinen 1.4.2.1
Het Orveytbos
Het Orveytbos is gelegen in de gemeente Zwevegem, deelgemeente Moen (kaartblad 29-6). Het domein situeert zich tussen: de Langestraat, het Kanaal van Kortrijk naar Bossuit, het oude kanaal, de Kraaibosstraat en de Comminnestraat (alle toponiemen staan aangegeven op Figuur 1). In het noordoosten sluit het domein aan op het natuurreservaat De Vaarttaluds (Pauwels, z.d.). Het bos wordt van het kanaal en het oude kanaaltraject gescheiden door een jaagpad. Op twee bestanden na bevindt het gehele bos zich op een stortplaats van afgegraven klei. Vlakbij het bos liggen twee historische hoeves: langs de Comminnestraat gaat het om de hoeve Duikingberg en in de Kraaibosstraat staat het Sint-Pietershof. Het Orveytbos bevindt zich tussen de coördinaten: 50° 47' 11" en 50° 46' 43" OL 3° 22' 46" en 3° 22' 9" NB De Lambertcoördinaten van het Orveytbos zijn: O-W : van 80 km 144 m tot 79 km 406 m N-Z : van 164 km 349 m tot 163 km 506 m Het Orveytbos wordt buiten het kanaal en het natuurreservaat omsloten door akkers, weilanden en boerderijen, behoudens een weliswaar zeer klein stuk privé-bosje langs de Comminnestraat.
Orveytbos
5
1 Identificatie van het bos
Figuur 1: Toponiemen binnen het Orveytbos. Met 1: Noordelijke ingang; 2: Bokkeorchishooiland; 3: Slenk; 4: Ingang van GR-pad; 5: Weide met VMM meetpost; 6: Peperboompjeshooiland; 7: Oud begrazingsblok; 8: Oud bostalud; 9: Grote poel; 10: Stuwpoel; 11: Wilgenpoel; 12: Paardenput; 13: Nieuwe poel; 14: Bospoel, 15 Zuidelijke ingang; 16: Natuurreservaat De Vaarttaluds; 17: Kanaal Kortrijk–Bossuit; 18: Oude kanaal; 19: Schiereilandje; 20: St-Pietersbrugje; 21: St-Pietershof en 22: Duikingberghoeve. 1.4.2.2
Onmiddellijke omgeving
Het natuurreservaat De Vaarttaluds, erkend bij MB 7 maart 2001, in ten NO van het Orveytbos, bestaat uit de twee taluds langs het kanaal Kortrijk-Bossuit en is 15,5 ha groot. Het is eigendom van de Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) maar is in beheer gegeven bij NatuurpuntZwevegem. Het natuurreservaat De Vaarttaluds bestaat voornamelijk uit kalkgraslanden met tal van orchideeën en wasplaten en andere zeldzame flora die gebonden is aan voedselarme kalkgraslanden. Om praktische reden wordt een klein deel van de grond die volgens de kadastrale grens bij het domeinbos behoort beheerd als deel van het natuurreservaat (nl. een deel van de Bijeorchisweide) terwijl een stuk dat Natuurpunt-Zwevegem in beheer heeft gekregen als deel van het domeinbos beheerd wordt (nl. deel van bestand 10a, zie Bijlage 1 Kaart 1).
Kaarten
Op het schiereilandje tussen het kanaal, het oude kanaal en de Sint-Pietersbrug ligt een klein bosje in eigendom van AWZ. Dit bos is een gemengd eikenbos dat spontaan ontstaan is uit een oude eikenrij langs het vroegere kanaal. Het is een soortenrijk bos met talrijke oudbosplanten en een populatie Hazelworm. AWZ stelt in het beheerplan van het kanaal Kortrijk-Bossuit dat het beheer van dit bosje en het oude kanaal best zou worden overgedragen aan ANB (Opstaele & Calcoen, 2004). Net ten oosten van het kanaal ligt een bosje op een oude spoorwegberm met tal van oudbosplanten waaronder Spekwortel en Grote keverorchis. Dit gebiedje is in beheer bij Natuurpunt-Zwevegem. Een deel hiervan werd recent aangekocht door Natuurpunt.
Orveytbos
6
1 Identificatie van het bos
1.4.2.3
Ruimere omgeving
In noordwestelijke richting ligt op minder dan 1 km het Sparrebos (ook wel met het toponiem Hoogstraatje aangeduid), een residentieel woonpark (ong. 4 ha, restant van Ferrarisbos) met Lork, Populier, Zwarte den maar ook gemengd loofhout. Het domeinbos Mortagnebos (jong loofbos van 13 ha) bevindt zich op 1 km in zuidwestelijke richting. Eveneens in zuidwestelijke richting, op 3 km, ligt het Beerbos, een 8 ha groot privé loofbos. In noordelijke richting ligt op 2,5 km het Banhoutbos (kasteelbos, 20 ha, restant van een veel groter Ferrarisbos). In zuidoostelijke richting ligt er op 1 km het Oliebergpark (4 ha ruigtes en struwelen en 1 ha ingericht als buurtpark) langs het kanaal (zie Kaart 2, Opstaele & Calcoen, 2004; Pauwels z.d.; Sablain, 2000; Zwevegem, 1996). Verder weg bevinden zich nog het kasteelbos Bossuit (ong. 20 ha), Bellegembos-Argendaalbos (ong. 30 ha) en Grandval-Kooigembos (ong. 14 ha). Grote boscomplexen zijn pas te vinden op meer dan 8 km, het gaat hier om het Kluisbos en Spitaalsbossen-Oud-Moregembossen.
1.5
Statuut van de wegen en waterlopen
Het bos grenst aan de verharde gemeentewegen Langestraat en Comminnestraat en aan het geasfalteerde jaagpad, beheerd door AWZ. Er lopen geen openbare wegen door het bos. In het noordoosten grenst het bos aan het Kanaal Kortrijk-Bossuit en het oude kanaal. De Braambeek, een waterloop van 3e categorie, loopt op enige afstand van de zuidgrens van het bos (zie kaart 3). In het gebied zelf zijn geen waterlopen aanwezig.
1.6
Bestemming volgens het geldende plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan
Het Orveytbos bevindt zich hoofdzakelijk in de bestemmingszone ontginninggebied met nabestemming bosgebied. Enkel: • De zuidwestelijke en zuidelijke talud en een brede rand met het kanaal zijn ingekleurd als bosgebied; • De bestanden 17a en 18a zijn landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Op het Gewestplan (zie kaart 4) is een reservatiestrook voorzien voor het aanleggen van de N391. Deze verbindingsweg was ooit bedoeld om de haven van Avelgem te verbinden met de autosnelwegen rond Kortrijk en zo de N8 te ontlasten. Het huidige plan omvat niet langer een nieuw tracé maar de optimalisatie van de bestaande N8.
1.7
Ligging in speciale beschermingszones
1.7.1 Internationale beschermingszones Het gebied ligt samen met het natuurreservaat De Vaarttaluds in één deelgebied van het habitatrichtlijngebied “Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen” (SBZ-H 7, zie kaart 5). De habitats en soorten waarvoor dit habitatrichtlijngebied is afgebakend, zijn opgenomen in het Besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002 tot vaststelling van de gebieden die in uitvoering van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna aan de Europese Commissie. Deze soorten en habitats worden weergegeven in Tabel 2 en Tabel 3.
Orveytbos
7
1 Identificatie van het bos Tabel 2: Beschermde habitat (bijlage I) waarvoor het habitatrichtlijngebied “Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen” is afgebakend. %: procentuele bedekking van habitatrichtlijngebied. Vet: biotopen die in het Orveytbos aanwezig zijn.
Code 2310 3140 3150 4030 6210 6430 9110 9120
Benaming Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten Kalkhoudende oligo-mesotrofe wateren met benthische Characeeënvegetatie Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamium of Hydrocharition Droge heide (alle subtypen) Droge halfnatuurlijke graslanden met zeldzame orchideeën (Festuco-Brometalia) Voedselrijke ruigte Beukenbossen van het type Luzulo-Fagetum Zuurminnende Atlantische beukenbossen met ondergroei van Ilex of soms Taxus (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagion) 9130 Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetum 9160 Sub-Atlantische en midden-Europese Wintereikenbossen of Eiken-Haagbeukbossen behorend tot het Carpinion-betuli 9190 Oude zuurminnende bossen met Quercus robur op zandvlakten 91E0* Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae)
% <1 <1 <1 <1 <1 4 <1 5 19 3 <1 6
Tabel 3: Beschermde soorten (bijlage II) waarvoor het habitatrichtlijngebied “Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen” is afgebakend. B: Bijdrage, procentuele grootte van populatie binnen het habitatrichtlijngebied t.o.v. populatie in België. Vet: soorten die voorkomen in het Orveytbos.
Code Naam 1321 1318 1163 1096 1166
B
Myotis emarginatus: Ingekorven vleermuis Myotis dasycneme: Meervleermuis Cottus gobio: Rivierdonderpad Lampetra planeri: Beekprik Triturus cristatus: Kamsalamander
2-15 2-15 15-100 2-15 2-15
Thomaes & Vandekerkhove (2003) analyseerde dit habitatrichtlijngebied en stelde dat het deelgebied waar het Orveytbos in ligt afgebakend is omwille van: • • • • •
Kamsalamander (1166) en Characeeënvegetatie (3140) in de poelen van het Orveytbos; Droge halfnatuurlijke graslanden met zeldzame orchideeën (6210) in natuurreservaat De Vaarttaluds en plaatselijk ook in het centrale grasland en langs de taluds van het Orveytbos; Plaatselijk Voedselrijke ruigte (6430) vooral langs de taluds van het Orveytbos; Het boshabitattype 9130 (beukenbossen van het Asperulo-Fagetum) komt in het Orveytbos enkel op een kleine oppervlakte voor; Waarnemingen van foeragerende meervleermuizen (1318) langs het kanaal.
Ter aanvullingen moet hier aan toegevoegd worden dat: • Wat betreft de boshabitattypes kan enkel bestand 10a als habitatwaardige bosvegetatie beschouwd worden gezien hier oude bomen, een rijke structuur en een soortenrijke struik- en kruidlaag met typische oudbosplanten (zie ook verder: 1.7.9.2 Huidige vegetatie) voorkomen. Dit bestand kan tot het type 9130 (dat het Endymio-Carpinetum omvat) gerekend worden. • In de poelen van het Orveytbos komt slechts één zeer algemene kranswiersoort voor, nl. een variëteit van Gewoon kransblad (Chara vulgaris var. longibracteata). Deze vondst is duidelijk onvoldoende om van een zeldzame of habitatwaardig vegetatietype te spreken (Denys, mond. med.; Denys et al., 2003). Deze soort werd in mei 1999 waargenomen in de Grote poel en in augustus 2004 in de Nieuwe poel. Deze typische pionier van ionenrijkere wateren met breed habitatbereik neemt vermoedelijk nog toe in Vlaanderen (Denys et al., 2003). Gezien zijn pionierskarakter zal deze soort in het Orveytbos op lange termijn verdwijnen tenzij er steeds nieuwe poelen worden aangelegd of de bestaande worden uitgeslibd.
Orveytbos
8
1 Identificatie van het bos
1.7.2 Nationale beschermingszones en regionale aandachtsgebieden 1.7.2.1
Vlaams Ecologisch Netwerk
Het Orveytbos ligt sinds 1 oktober 2003 in het VEN-gebied 130 ‘Vaarttaluds Moen en Orveytbos’ uitgezonderd de bestanden 17a en 18a die niet op de opgehoogde grond liggen (zie kaart 5). De afbakening van dit gebied als VEN werd als volgt geargumenteerd: “…Waar deze laatste dagzomen komt kalkrijk kwelwater aan de oppervlakte, uniek natuurgebied met kwelzones met moerasspireavegetaties, schrale en drogere kalkminnende vegetaties en kalkmoeras, naast voedselrijkere graslanden, struwelen en bos(aanplantingen). In een houtkant zijn nog relicten aan te treffen van een oud bos dat op deze site voorkwam. Het Kraaibos bevat dezelfde grond en natuurtypes maar ontbeert uiteraard de echte kwelmilieus. Het bezit echter wel enkele poelen met stagnerend oppervlaktewater die belangrijk zijn voor o.a. libellen en amfibieën. De bevestiging van de natuurfunctie en de buffering van het gebied tot de vorming van een samenhangend geheel vormen de doelstelling van de aanduiding als GEN. De ecologische doelstellingen liggen bij de verdere ontwikkeling van de ‘nieuwe’ natuurwaarden van kalkrijke en kalkarme milieus, met graslanden, ruigten, struweel, bos en in het bijzonder aandacht voor de natte zones met kwel, en bij het behoud van de relicten van de authentieke natuur van voor de aanleg van het huidige kanaal. Een groene herbestemming van de direct omgevende zones moet een betere buffering tegen externe invloeden mogelijk maken. Op termijn wordt hier de afbouw van de landbouw en de ontwikkeling van bos voorzien. De steile Vaarttaluds zijn erg kwetsbaar voor erosie (afschuivingen zijn reeds voorgekomen) en komen niet voor recreatie in aanmerking. Zachte recreatie, zoals wandelen en fietsen langs de trekweg langs het kanaal, is wel mogelijk, evenals wandelen in het Kraaibos, zij het met aandacht voor de aanwezige natuurwaarden. Op het Gewestplan worden delen van het aangeduide gebied actueel ingenomen door landschappelijk waardevol en zuiver agrarisch gebied” (Defoort, 2001). Voor de Leiestreek is nog maar net begonnen om de Ruimtelijke structuurschets landbouw en natuur op te stellen dus hierover zijn momenteel nog geen gegevens beschikbaar. 1.7.2.2
Gewenste bosstructuur
In de studie van de Gewenste bosstructuur (Mens & Ruimte, z.d.) wordt het belangrijk geacht om nieuwe bossen te creëren en bestaande te vergroten in de zeer landelijke regio vlak bij de verstedelijkte as Waregem–Kortrijk–Menen om de vraag naar recreatie te kunnen invullen. Bosuitbreiding zou zich volgens deze studie in de regio van Kortrijk moeten concentreren op de landschappelijke en biologische diversiteit en op het beschermen van de erosiegevoelige hellingen op de waterscheidingslijn tussen Schelde en Leie. In de omgeving van het Orveytbos zijn twee zoekzones ingetekend: • 50 ha langs het kanaal Kortrijk-Bossuit (met sociale en landschappelijke functie): Dit kanaal heeft lokaal zeer brede kanaaloevers, verder zijn er grond- en andere storten die voor landschappelijke inrichting in aanmerking komen. Een landschapsstructurerende en voor zachte recreatie dienstige as kan worden uitgebouwd, tevens bescherming van waterwinning; • 50 ha (met landschappelijke en natuurbehoudsfunctie) op de waterscheidingslijn Leie – Schelde: Deze zone is belangrijk voor het beschermen van de erosiegevoelige hellingen (Mens & Ruimte, z.d.). Deze twee zoekzones kruisen elkaar over het Orveytbos en verbinden het Orveytbos met het Mortagnebos (zie Figuur 2).
Orveytbos
9
1 Identificatie van het bos
Figuur 2: Gewenste bosstructuur in de omgeving van het Orveytbos (Mens & Ruimte, z.d.). 1.7.2.3
Bosuitbreidingsperimeters van ANB
De Bosuitbreidingsperimeters van ANB vormen een wensbeeld voor de toekomst. Ze geven perimeters aan waarbinnen ANB het wenselijk acht dat er op middellange termijn gewerkt wordt aan bosuitbreiding of het verwerven van bestaande bossen. Dit toekomstbeeld is een toetsingskader en een basis van verantwoording van de huidige en toekomstige aankooppolitiek. De huidige eigendomsstructuur van het Vlaams gewest vormt uiteraard het vertrekpunt. Één van deze aankoopperimeters met als naam ‘Kam Leie-Schelde’ (zie kaart 6) is gelegen rond het Mortagnebos en Orveytbos. De perimeter is 219 ha groot en de doelstelling is hier om er de huidige 41 ha domeinbos uit te breiden en te verbinden met maximaal een 50tal ha bosuitbreiding tot 91 ha. Deze uitbreidingsperimeter is van passieve aard. In passieve aankoopperimeters, gewoonlijk gelegen rond bestaande domeinbossen, wordt enkel ingegaan op occasionele aanbiedingen. Vervollediging van het gewenst patrimonium op minnelijke basis blijft immers onverminderd een eenvoudige en niet te verwaarlozen steunpilaar van de aankooppolitiek. Er worden dus geen specifieke instrumenten ingezet om gronden te verwerven. 1.7.2.4
Beschermd landschap
Het Orveytbos is niet in een beschermd landschap gelegen. 1.7.2.5
Oppervlaktewaterwinningsgebied
Het Mortagnebos ligt midden in het oppervlaktewaterwinningsgebied Bossuit. Er zijn twee beschermingszones afgebakend rond de bekkens van twee waterlopen die in het kanaal KortrijkBossuit uitmonden. De zone (663,6 ha) waar het Mortagnebos in ligt, heeft een verscherpte uitrijregeling en verlaagde bemestingsnorm. De tweede zone (1167,4 ha) heeft geen betekenis t.a.v. het mestdecreet. De waterwinning zelf gebeurt op het kanaal. .
Orveytbos
10
2 Algemene beschrijving
2. Algemene beschrijving 2.1 Cultuurhistorische beschrijving 2.1.1 Historisch overzicht 2.1.1.1
Boshistoriek
Het huidige Orveytbos is een recent bos gelegen op een opgehoogd terrein. Deze ophoging zorgt ervoor dat het huidige bos weinig relatie vertoont met de oude landschappelijke en bodemkundige situatie. In dit beheerplan zijn een aantal oude kaarten opgenomen (Ferarriskaart 1771-1775, Vandermaelenkaart 1846-1854 en topografische kaart van 1910 en 1974). Uit deze kaarten blijkt dat er steeds bos aanwezig is geweest aan de ingang van de kanaaltunnel waar nu een deel van het Orveytbos ligt. Op de Ferrariskaart 1771-1775 ligt een bosje (met toponiem Hooghstraete) ten noordwesten van het huidige Orveytbos en aan de overkant van het huidige kanaal op de Keiberg ligt het Braebos (op andere kaarten is er steeds sprake van Kraaibos). Ter hoogte van het huidige kanaal aan de noordrand van het huidige Orveytbos ligt een bosperceel. Aan de hand van een plaatselijk landboek (Lantboeck, 1760) en de kaart van Popp (Moen, 1960) weten we dat het gaat om het bos Den Orveijt. Op de Vandermaelenkaart 1846-1854 is een belangrijk deel van het bos bij ‘Hoogstraetje’ verdwenen, het Kraaibos ligt er nog. Het toenmalige Orveytbos is vergroot (zie Figuur3). Op de topografische kaart van 1910 is te zien dat het bos bij ‘Hoogstraetje’ verder verkleind is. In 1910 ligt een belangrijk deel van het toenmalige Orveytbos er nog steeds, nu naast de ingang van het souterrain. Het Kraaibos heeft dezelfde perimeter als op de Vandermaelenkaart. Boven het souterrain (zie verder) zijn stroken bos aangeplant.
Orveytbos
11
2 Algemene beschrijving
Figuur 3: GIS-kaart met boshistoriek van het Orveytbos op basis van de bosconstantielaag (De Keersmaeker et al., 2001) detail voor het gebied verbeterd aan de hand van originele kaarten). : Permanent ontbost na de Ferrariskaart 1771-1775; : Permanent ontbost na de Vandermaelenkaart 1846-1854; : Permanent ontbost na de topografische kaart van 1910; : Permanent bos na de topografische kaart van 1910; : Permanent bos na de Vandermaelenkaart 1846-1854; : Permanent bos na de Ferrariskaart 1771-1775 en : Permanent bos. 2.1.1.2
Historiek van het kanaal Kortrijk-Bossuit e
Het kanaal Kortrijk-Bossuit, vlak naast het huidige Orveytbos, werd in de 19 eeuw gegraven om de provincie West-Vlaanderen vanuit de Borinage van steenkool te voorzien. Het verbindt de Leie met de Schelde. De werken begonnen in november 1857 en duurden tot eind 1860. De ligging van het kanaal werd achteraf op de Vandermaelenkaart, die reeds in 1846-1854 werd opgemaakt, ingetekend (zoals toen vaak is gebeurd met spoorlijnen en kanalen). Dwars door de hoge heuvelkam die de waterscheiding tussen Leie en Schelde vormt, diende een tunnel van 611 meter lengte te worden gegraven. Dit “souterrain”, zoals hij in de volksmond heette, was 5,7 meter breed en had een gemetseld gewelf van 4,5 meter hoogte (Foré, 2001; Pauwels, z.d.; Sablain, 2000). Alhoewel een technisch huzarenstukje, vormde de moeilijke doorvaart door dit souterrain samen met de 11 sluizen en het ontoereikende pompstation een dusdanige belemmering voor de scheepvaart dat het kanaal nooit het gewenste rendement opleverde (Foré, 2001; Pauwels, z.d.; Sablain, 2000). Daarom werd in 1970 gestart met moderniseringswerken om het kanaal op tonnenmaat 1350 te brengen. Door deze werken werd de tunnel vervangen door een open geul, waarvan de huidige flanken nu het natuurreservaat De Vaarttaluds vormen. Bij het uitgraven van deze open geul werd 2.250.000 m³ aarde afgegraven en gestort op een ernaast gelegen landbouwgebied. De werken voor het openleggen van de tunnel en het verbreden van het kanaal werden aanbesteed op 5 november 1970 en voltooid op 19 april 1973. Dit immense bouwproject haalde toen de wereldpers (Foré, 2001; Pauwels, z.d.; Sablain, 2000).
Orveytbos
12
2 Algemene beschrijving Het jaar 1973 kan dus beschouwd worden als de ontstaansdatum van de taluds die later het natuurreservaat werden en het 26,6 ha groot opgehoogd terrein, dat later het Orveytbos werd (Foré, 2001; Pauwels, z.d.; Pauwels, 2000; Sablain, 2000). Sablain (2000) en Dejonghe (2004) bespreken uitvoerig de geschiedenis van het kanaal en het ontstaan van natuurreservaat De Vaarttaluds en het Orveytbos. 2.1.1.3
Historiek van het Orveytbos
Tot ongeveer 1988 wordt nog af en toe extra grond opgevoerd van andere werken aan het kanaal en bij de afgraving aan het Oliebergpark (zelf een voormalig grondstort van AWZ). Deze grond wordt gestort aan de kant van het St-Pietersbrugje (Pauwels, 2000). In de periode van ongeveer 1978 tot 1988 werd dit terrein gebruikt om er te kleiduifschieten (bestand 14y), te crossen, te begrazen door geiten, enz. (Pauwels, 2000; Sablain, 2000). Op 16 februari 1988 werd het terrein van 26,63 ha overgedragen en kwam het in beheer bij het toenmalige Waters en Bossen, nu ANB (Pauwels, 2000). Bij deze overdracht is er sprake van 28 kadastrale percelen waarvan 24 (samen 23,32 ha) bos en 4 andere (samen 3,31 ha) bestaan uit woeste gronden. Deze laatste komen ruwweg overeen met de belangrijkste delen van de centrale weide Het bestand 17a was reeds op 11 september 1984 verworven door een overdracht van het Bestuur der Waterwegen naar Waters en Bossen. Dit stuk van 0,29 ha wordt beschreven als een hooiland. Het andere laaggelegen perceel van 1,01 ha met bestand 18a werd op 16 september 1994 aangekocht en is beschreven als bos Tussen 1988 en 2001 werd het Orveytbos aangeduid met de naam Kraaibos. Deze naam werd gegeven naar de Kraaibosstraat. Het historische Kraaibos lag echter aan de overkant van het kanaal op de Keiberg. Omdat Orveytbos historisch een meer correcte naam is, werd het Kraaibos ter gelegenheid van de plechtige openstelling voor het publiek tijdens de Week van het Bos op 7 oktober 2001 omgedoopt in Orveytbos (Foré, 2001).
2.1.2 Kenmerken van het vroegere beheer 2.1.2.1
Bebossingen
De bosaanleg gebeurde in twee belangrijke delen. Er was reeds een bos van 1,9 ha aanwezig (bestand 10a). In 1988 werd een beplantingsplan uitgewerkt (Beplantingsplan, 1988). Vanaf 1988 tot 1990 werden de meeste bestanden beplant. Nadien worden nog verschillende inboetingen en heraanplantingen uitgevoerd vermits niet alle aanplanten lukten. Rond 1997-1999 werden nog enkele nieuwe aanplantingen gerealiseerd (zie Tabel 4). Tabel 4: Overzicht van de bebossing.
Bestand 1a 2a 2a 6a 15a 18a 4a 4b 12c 3a 3b 11a
Soort Witte abeel Cultuurpopulier Els sp. Zwarte els Ruwe berk Cultuurpopulier Wilg sp Haagbeuk Witte abeel Wintereik Veldesdoorn Wilg sp
Aanplant 1988 1988 1988 1988 1988 1988 1989 1989 1989 1990 1990 1990
Orveytbos
Inboeten 1989 1989
1996
1997
13
2 Algemene beschrijving 12b 13a 12d 1b 7a 7b 8a 1a 4a 12a 17a 11a 12b 2.1.2.2
Gewone es Cultuurpopulier Zwarte els Trilpopulier Zwarte els Tamme kastanje Zachte berk Zwarte els Wintereik Lijsterbes Tamme kastanje Eenst. meidoorn Eenst. meidoorn
1990 1990 1991 1997 1997 1997 1997 1998 1998 1998 1998 1999 1999
1992
1999 1999 1999
Aanleg en beheer van de poelen
Na het storten van de grond van deze kunstmatige heuvel werd de grond niet overal genivelleerd. Hierdoor heeft het terrein op vele plaatsen een geaccidenteerd uiterlijk. Tevens ontstonden hierdoor op verschillende plaatsen poelen bovenop de zo goed als ondoordringbare klei. In de loop van de jaren zijn de poelen vaak in belangrijke mate verland. Momenteel zijn er in het bos diverse verlandingsvegetaties aanwezig. Specifiek beheer voor de poelen is er eigenlijk nauwelijks gebeurd. In 1991 probeerde NatuurpuntZwevegem de jonge opschietende wilgen aan de Wilgenpoel uit te trekken. Dit is slechts ten dele gelukt en momenteel is de poel volledig begroeid met wilgen. De Grote poel werd in 1993 of 1994 ondiep uitgediept en verstevigd door een dam om te vermijden dat de talud verder zou afschuiven ten gevolge van insijpeling en afstroming vanuit de poel. Enkel de Bospoel ligt buiten het begrazingsblok. In 2003 werd de Nieuwe poel gegraven. De poel is 3 m diep, 50 m lang en 30 m breed. Met de uitgegraven grond werd rond deze poel een berm aangelegd. Deze berm stuwde de afwatering van een klein poeltje naast de Grote poel op zodat de Stuwpoel ontstond. De Nieuwe poel is momenteel de enige poel die de hele zomer lang water bevat. De Paardenput, de Wilgenpoel en de Stuwpoel drogen in de zomer uit. 2.1.2.3
Begrazingsbeheer
Orveytbos
14
2 Algemene beschrijving
Figuur 4: GIS-kaart met de perimeter van het begrazingsblok in verschillende periodes (Pauwels, 2004). : Begraasd sinds 1992 (bestand 9y); : Begraasd van 1995 tot 2001 (bestanden 16y en deel 16u); : Begraasd sinds 1997 (bestanden 1b, 1u, 1y, 7a, 7b en 8a) ; : Begraasd sinds 2001 (deel van bestand 9y en natuurreservaat Vaarttaluds) en : Begraasd sinds 2004.
In de zomer van 1992 werd gestart met de begrazing van een centraal stuk rond de poelen (zie Figuur 4: bruin, 2,3 ha) met 3 koeien (zomerbegrazing). In 1995 wordt overgestapt op een permanente begrazing met 3 Shetlandpony’s en wordt de begrazing met 1,3 ha (oranje, tot 3,6 ha) uitgebreid met het Peperboompjeshooiland. Deze begrazing blijkt te intensief en in de nazomer van 1997 wordt de weide verbonden via een smalle sleuf (geel, 0,2 ha) met een weide op het natuurreservaat De Vaarttaluds (geel, 4,2 ha) zodat een geheel van 8,0 ha ontstaat. De weide op het natuurreservaat De Vaarttaluds wordt vanwege de vele orchideeën niet begraasd tussen 1 april en 1 augustus. De begrazersgroep bestond aanvankelijk uit één hengst, twee merries en jaarlijks ook één veulen. Omdat het moeilijk werd om elk jaar een afnemer voor het veulen te vinden, werd in het voorjaar van 2000 de hengst (en het jaarlijkse veulen) ingeruild voor twee bijkomende merries (Pauwels, z.d.; Pauwels, 2000). In 2001 wordt het Peperboompjeshooiland uit de begrazing genomen om enerzijds de aanleg van een wandelpad in het bos mogelijk te kunnen maken en anderzijds om deze waardevolle zuidhelling een meer passend maaibeheer te kunnen geven. Op hetzelfde moment wordt het begrazingsblok uitgebreid met de zone rond de huidige VMM meetpost (licht geel, 3,5 ha). Op deze plaats is het aanplanten van bomen na verschillende pogingen onvoldoende gelukt. Enkel het bestand met Zwarte els en Zachte berk en een hoekje van het Trilpopulierenbestand zijn goed aangeslagen. Deze verschuiving brengt de totale begraasde oppervlakte op 10,2 ha. In 2004 werd de weide op het natuurreservaat De Vaarttaluds nog een klein beetje uitgebreid met 0,3 ha (zie Figuur 4; Pauwels, 2004). Momenteel grazen er 4 Shetlandpony’s (merries) op een oppervlakte van 10,6 ha (zie tabel 5). Tabel 5: Overzicht van de eigendomssituatie en beheer van de actueel begraasde oppervlakte.
ANB Permanente begrazing Begrazing van 1 augustus tot 1 april Totaal
6,0 ha 0,5 ha 6,5 ha
Orveytbos
AWZ (in beheer bij Natuurpunt-Zwevegem) 0,0 ha 4,1 ha 4,1 ha
Totaal 6,0 ha 4,6 ha 10,6 ha
15
2 Algemene beschrijving
2.1.2.4
Maaibeheer
Het Bokkeorchishooiland wordt sinds 1992 jaarlijks gemaaid. Eerst gebeurde het maaien en afvoeren van het maaisel door de lokale Natuurpunt-Zwevegem en sinds 2001 door ANB. Het gemaaide stuk werd in de loop van de jaren regelmatig uitgebreid (huidige opp. 1,4 ha). Onderaan dit talud lag het Rietorchishooiland dat van 1992 tot 2000 werd gemaaid. Enkel op de grens met het Bokkeorchishooiland staan er nog enkele tientallen. De Bijeorchisweide (gelegen in het Natuurreservaat De Vaarttaluds maar gedeeltelijk eigendom van ANB) werd van 1992 tot 1996 gemaaid door Natuurpunt, nadien werd deze opgenomen in het begrazingsblok. Het Peperboompjeshooiland werd eenmalig in 1994 gemaaid voordat het in het begrazingsblok opgenomen werd. Sinds 2001 is het terug uit begrazing genomen en wordt het jaarlijks gemaaid (opp. 0,5 ha). De Slenk is tussen 1993 en 1997 jaarlijks gemaaid, daarna occasioneel. Nu wordt enkel nog het pad gemaaid. Momenteel worden dus enkel het Bokkeorchishooiland en het Peperboompjeshooiland nog jaarlijks gemaaid (ong. 2 ha). Het maaien van al deze gebieden gebeurde steeds aan het einde van september of eventueel in het begin van oktober (Pauwels, 2000). 2.1.2.5
Beheer van de bosbestanden
In het Orveytbos zijn er momenteel nog maar nauwelijks kappingen uitgevoerd. Dit valt te verklaren gezien de jonge leeftijd van de aanplanten. Bij de aanplant van bestand 12c werd verkeerd plantgoed aangeplant. In plaats van Witte abeel werd er een cultuurvariëteit van Witte abeel aangeplant met zuilvormige kroon (te vergelijken met Italiaanse populier, Populus nigra ‘Italica’). Deze verkeerde aanplanting werd in 2001 gedeeltelijk afgezet maar schoot op de verschillende plaatsen terug uit. In het huidige bestand 18a werden de aanwezige populieren gekapt door de vorige eigenaar en aanvankelijk niet herplant. Na de aankoop door het Vlaams Gewest in 1994 waren de gekapte populieren reeds opnieuw opgeschoten uit de wortels en stronken. Hierdoor was een zeer dicht populierenbos ontstaan met economisch weinig waardevolle bomen. Sinds de aankoop werden hier geen beheersingrepen meer uitgevoerd. In bestand 10a met de oud-bostalud wordt een nulbeheer toegepast. Het nulbeheer is er minstens sinds de overdracht naar afdeling Bos & groen, nu ANB, in 1988 van toepassing. Maar ook voor deze periode is het beheer in dit bos beperkt gebleven gezien de zeer steile helling. Oude bomen die dreigden om te vallen en eventueel schade konden aanrichten aan het kanaal werden omgezaagd en verwijderd. Dit gebeurde onder meer in 1999 en 2000 om de veiligheid op het jaagpad te garanderen.
2.2 Beschrijving van de standplaats 2.2.1 Reliëf en hydrografie Het Orveytbos ligt in het heuvellandschap tussen Leie en Schelde. In Zwevegem varieert de hoogte tussen de 15 en 76 m. Het Orveytbos ligt net aan de waterscheidingslijn tussen de punten Hoogstraatje (60 m) en Molen ter Claere (76 m; Sablain, 2000). De (historische) maaiveldhoogte bij het Orveytbos ligt rond de 25-40 m. De kunstmatige heuvel van het Orveytbos is ongeveer 8 m hoog en heeft vrij steile taluds. Het plateau boven aan deze kunstmatige heuvel is doorgaans genivelleerd, plaatselijk zijn de gestorte hopen grond echter nog duidelijk te zien. Aan de Slenk en aan de zuidelijke ingang zijn er minder steile toegangen, die ooit gediend hebben voor de aanvoer van de grond. De noordoosttalud (bestand 10a) bestaat uit twee stukken. Eerst is er een steil talud tussen het niveau van het jaagpad bij het oude kanaal en het historisch maaiveld (uitgegraven in 1857-1860). Vervolgens is er een vlak stuk van ongeveer 10 m op de hoogte van het historisch maaiveld en dan is er terug een klein talud van de opgevoerde grond. De andere taluds bestaan uit een stuk en zijn ontstaan door het opvoeren van de grond. Orveytbos
16
2 Algemene beschrijving
De grens van het bekken van de Leie met het bekken van de Schelde loopt net ten noorden van het Orveytbos (langs de Langestraat en vervolgens het kanaal kruisend). Het Orveytbos behoort dus tot het Scheldebekken. Door het aanleggen van het Kanaal Kortrijk-Bossuit dat de Leie en de Schelde verbindt en door het aanleggen van de kunstmatige heuvel is de hydrologie van dit gebied echter volledig gewijzigd. Op deelbekkenniveau behoort het Orveytbos tot het deelbekken van het Kanaal Kortrijk-Bossuit. In dit kanaal monden twee waterlopen uit, namelijk de Braambeek en de Sluisbeek. De meest noordelijke is de Braambeek en deze passeert op 50 m van het Orveytbos. Volgens de hydrologische atlas (afdeling Water, 2000) heet deze waterloop de Oliebergbeek. Vroeger liep de Braambeek verder tot aan de rijtgracht van de Schelde. Nu wordt ze door het kanaal in twee stukken opgesplitst.
Figuur 5: Afwatering van het Orveytbos
Binnen het bos zelf loopt het water van het noordwesten naar het zuidoosten af. Het noordwestelijke deel van het bos ligt hoger en watert af in de richting van het begraasde blok waar het water terechtkomt in de Paardenput. Deze loopt over in de Wilgenpoel en deze loopt weer over in de Nieuwe poel. Deze poelen wateren verder af naar de Bospoel. Verder loopt de afwatering door bestand 12b en via een duiker onder het pad door. Tenslotte gaat het via een betonnen afwateringsgracht over de zuidtalud. De Grote poel en de Stuwpoel vergaren enkel lokaal regenwater (zie Figuur 5). De taluds zelf wateren elk volgens hun helling af.
2.2.2 Bodem en geologie 2.2.2.1
Bodem
De opgevoerde grond waarop het huidige Orveytbos geplant is, bestaat voornamelijk uit tertiair Ieperiaanse klei (bij de nieuwe benaming gaat het in dit geval om de formatie van Kortrijk). Deze klei is Orveytbos
17
2 Algemene beschrijving zwaar en kalkrijk en bevat ook kalkconcreties. Verder is er ook nog de quartaire deklaag van kalkrijk leem en Paniseliaanse klei en Paniseliaanse zand gestort. Deze drie laatste lagen maken slechts een klein deel uit van het geheel en gezien het de bovenste geologische lagen zijn, is het logisch dat deze eerst en dus onderaan gestort werden (Van den Bussche, 1997). Ergens tussen 1982 en 1988 werd nog een deel extra grond opgevoerd van de afgraving aan het Oliebergpark (zelf een voormalig grondstort van AWZ). Deze grond werd gestort aan de kant van het St-Pietersbrugje (Pauwels, 2000). Deze grond bestaat voornamelijk uit leem. Volgens Sablain (2000) kunnen we de bodem beschouwen als zware klei zonder profielontwikkeling en met sterk wisselende watertafel (door de slechte drainage enerzijds en de hoge ligging anderzijds, Ehp). Voor het opstellen van dit beheerplan werden 5 bodemmonsters (mengmonster van 4 punten 010 cm) genomen (in bestanden 3a, 4a, 6a, 12b en 9y tussen de Grote poel en bestand 8a). De resultaten van de laserdefractie (Vandecasteele & De Vos, 2003) worden weergegeven in tabel 6. Hieruit blijkt dat de bodems inderdaad als zware klei (E) te beschouwen zijn maar een zeer hoog percentage leem hebben. De hydrologie en de zwaarte van de kleibodem verschillen echter sterk over het gehele bos wat zijn invloed heeft op de groeiverschillen en aanplantingsmogelijkheid van sommige boomsoorten. Tabel 6: Resultaten van de textuuranalyse met de laserdefractie (Vandecasteele & De Vos, 2003) op 5 monsters uit het Orveytbos.
% klei % leem % zand
12b 27,9 55,0 17,1
3a 22,2 53,7 24,1
4a 23,5 55,8 20,7
6a 30,8 55,3 13,8
9y 30,9 52,6 16,5
Bij deze bodemmonsters werd verder ook Kjeldahl-N en plantopneembaar P bepaald. De resultaten hiervan zijn weergegeven in tabel 7. De metingen voor plantopneembaar P zijn zeer laag in vergelijking met gelijkaardige metingen in het Mortagnebos. Het Mortagnebos is een recente bebossing van 1972 op rijke akkergronden in de onmiddellijke omgeving van het Orveytbos. Dit kan verklaard worden doordat de bovengehaalde klei vermoedelijk een zeer lage fosforgehalte had en anderzijds wordt de fosfor bij kalkrijke bodems vastgelegd als calciumfosfaat. In bestand 12b werd het bodemmonster op een kleine stortheuvel verzameld. Deze grond werd later gestort en is afkomstig van de Olieberg (een ander voormalig grondstort van AWZ). Deze grond heeft wel een veel hogere fosforconcentratie. Bij de stikstofbepalingen liggen de waarden voor het Orveytbos in dezelfde grootteorde als voor het Mortagnebos. Hier is het Orveytbos in de bovenste 10 cm van de bodem vermoedelijk reeds aangerijkt door de stikstofdepositie uit de lucht. In beide bossen scoort de Zwarte els opvallend beter doordat deze boomsoort stikstof uit de lucht kan fixeren via bacteriën. Tabel 7: Resultaten van de bodemanalyse op 5 monsters uit het Orveytbos. De resultaten van het Mortagnebos zijn afkomstig van een onderzoek (Thomaes ongepubliceerd) van het INBO.
3a 4a 6a 9y 12b Mortagnebos
Boomsoort Wintereik Wilg Zwarte els Permanent begrazingsblok Gewone es Diverse boomsoorten
pl-P (mg/Kg) 5,58 6,26 3,13 1,84
kj-N (%) 0,312 0,255 0,424 0,205
61,87 25 - 75
0,365 0,15 - 0,25 (Zw. Els = 0,5)
Op de bodemkaart (zie kaart 7) staan vochtige leembodems (Adp, Adp(c), Ada, uAda) en hoekje natte en vochtige klei (Eep, Edp) aangegeven voor het historisch maaiveld van het Orveytbos. De bodemkaart werd echter gemaakt voordat de grond hier werd gestort en is dus enkel van belang voor de 2 niet opgehoogde bestanden: Bestand 17a heeft een Eep (sterk gleyige kleigronden zonder profielontwikkeling) en bestand 18a heeft een Edp (matig gleyige kleigronden zonder profielontwikkeling). Orveytbos
18
2 Algemene beschrijving
2.2.2.2
Geologie
De geologie van het gebied is hier zeer belangrijk gezien de kunstmatige heuvel bestaat uit opgevoerde grond die werd weggegraven bij de aanleg van het kanaal. Deze grond bestaat dus uit de grond van de dieper gelegen lagen in dit gebied (zie kaart 8). Tabel 8: Geologie van Zwevegem (Sablain, 2000).
Periode
Geologische laag
Quartair
Eolische leem
Hoogteligging t.o.v. O.P. noorden van zuiden van Zwevegem Zwevegem
15-25 m dik in de valleien, slechts enkele meters op de toppen. Enkel op de toppen (Hoogstraatje en Keiberg) van de heuvels een dunne laag klei met daarboven zand.
Paniseliaan +28 m Tertiair
Beschrijving
+65 m
Ieperiaan
Tot 100 meter dikke heterogene blauwgrijze zware kleilaag met daarboven 10-20 m fijn glauconiethoudend zand -55 m
+17 m
Landeniaan
Dunne kleilaag met daarboven glauconiethoudend zand -90 m
-53 m
Secundair Bij het uitgraven van het kanaal is het heterogene Ieperiaan en kwartair leem doorsneden, zeer plaatselijk is ook een dunne laag Paniseliaan weggehaald. De top van de Vaarttaluds ligt op 42,5 m en het peil van het kanaal ligt op 25,3 m hoogte wat aangeeft dat er ongeveer de helft van het Ieperiaan en de bovenliggende lagen zijn weggehaald.
2.3 Beschrijving van het biotisch milieu 2.3.1 Bestandskaart (schaal 1/5.000 of 1/10.000) Zie kaart 9.
2.3.2 Bestandsbeschrijving en dendrometrische gegevens De bestandsbeschrijvingen worden weergegeven in Bijlage 2. Tabel 9 geeft een samenvatting van de belangrijkste bestandskarakteristieken op basis van de bosbouwopnames uitgevoerd in 2002-2003 en bijgewerkt bij de opmaak van dit beheerplan. Tabel 9: Bestandsbeschrijving Orveytbos.
Opp. (ha)
Boomsoort
Leeftijdsklasse
Bedrijfsvorm
1a
1,30
1-20
Hooghout
Stamsgewijs
1b
0,40
Witte abeel en Zwarte els Trilpopulier
1-20
Hooghout
Homogeen
Orveytbos
Mengings- Volume vorm (m³/ha)
29,5
19
2 Algemene beschrijving 1u 1y
0,70 0,79
Struiken Weide
2a
1,47
3a 3b
0,54 0,57
4a 4b 5u
1,18 0,21 3,23
Cultuurpopulier en Zwarte els Wintereik Veldesdoorn en andere Wilg sp. en Wintereik Haagbeuk Weide
6a 7a 7b 8a 8u
0,89 0,72 0,19 0,79 0,40
Struiken Zwarte els Zwarte els Tamme kastanje Zachte berk Weide
9y
2,50
Struiken Weide
10a 11a 12a 12b 12c 12d 13a 14y
1,58 1,22 0,20 1,39 0,56 0,26 0,51 0,18
Loofhout Wilg sp. Lijsterbes en Berk Gewone es Witte abeel Zwarte els Cultuurpopulier Weide
15a 16u 16y
0,96 3,09 0,74
Ruwe berk Struiken Weide
17a 18a
0,30 1,03
Tamme kastanje Cultuurpopulier
a)
1-20 Niet van toepassing 1-20
Struweel Niet van toepassing Hooghout
Stamsgewijs Niet van toepassing Stamsgewijs
1-20 1-20
Hooghout Hooghout
Homogeen Stamsgewijs
1-20 1-20 Niet van toepassing 1-20 1-20 1-20 1-20 1-20 Niet van toepassing 1-20 Niet van toepassing ongelijkjarig 1-20 1-20 1-20 1-20 1-20 1-20 Niet van toepassing 1-20 1-20 Niet van toepassing 1-20 1-20
Hooghout Hooghout Niet van toepassing Struweel Hooghout Hooghout Hooghout Hooghout Niet van toepassing Struweel Niet van toepassing Hooghout Hooghout Hooghout Hooghout Hooghout Hooghout Hooghout Niet van toepassing Hooghout Struweel Niet van toepassing Hakhout Hooghout
Homogeen Homogeen Niet van toepassing Stamsgewijs Homogeen Homogeen Homogeen Homogeen Niet van toepassing Stamsgewijs Niet van toepassing Stamsgewijs Homogeen Groepsgewijs Homogeen Homogeen Homogeen Homogeen Niet van toepassing Homogeen Stamsgewijs Niet van toepassing Homogeen Homogeen
45,8
44,1 29,8
30,6
8,0 46,2 12,8 101,1
181,9
Bestandskenmerken
De bosinventaris werd uitgevoerd conform de methode die ANB concipieerde voor alle domeinbossen (Waterinckx & Roelandt, 2001). De bestanden werden steekproefsgewijs geïnventariseerd. De opnames gebeurden in de winter van 2002-2003. De bestandsoppervlaktes werden met GIS berekend. De totale bosoppervlakte kwam aldus op 27,9 ha (wat zeer goed overeenkomt met de kadastrale oppervlakte van 27,92 ha). Het Orveytbos is opgedeeld in 18 percelen en 29 bestanden. In het Orveytbos komen 6 bestanden (1y, deel van 5u, deel van 8u, 9y, 14y en 16y, ongeveer 7 ha) voor die uit grasland bestaan, waarvan er twee in het centrale begrazingsblok liggen. De andere zijn hooilanden. De poelen maken samen ongeveer 0,3-0,4 ha uit en zijn gelegen in de bestanden 9y, 12b en 12d. Verder zijn er 5 bestanden (ongeveer 6 ha) die geheel (1u, 17a en 16u) of gedeeltelijk (5u en 8u) uit struweel of hakhout bestaan. De 20 andere bestanden bestaan uit hooghout van loofhout van jonger dan 20 jaar (uitgezonderd bestand 10a waarvan een groot deel ouder is). Het centrale begrazingsblok (ongeveer 6 ha) omvat 6 bestanden (1b,1u, 1y, 7a, 7b en 9y) en 2 stukken van bestanden (8a en 8u). Een deel van de bosbestanden (ongeveer 11 ha) zijn gelijkjarig en homogeen, de rest is gemengd (1a, 2a, 3b, 4a, 10a en 12a, ongeveer 6 ha). De sluitingsgraad is bij de meerderheid van de Orveytbos
20
2 Algemene beschrijving bosbestanden nog minder dan 1/3, bij 8 bestanden is dit tussen 1/3 en 2/3 en bij bestand 18a is het hoger dan 2/3. b)
Boomsoortensamenstelling
De belangrijkste boomsoorten in het Orveytbos zijn Populier, Zwarte els en Wilg (Schiet- en Kraakwilg). Ze komen voor op een oppervlakte van respectievelijk 3,0; 2,5 en 2,4 ha. Verder komen Berk (Ruwe en Zachte), Gewone es en Witte abeel op een oppervlakte van meer dan 1 ha voor. De bestanden zijn bijna steeds homogeen. De belangrijkste boomsoorten komen in meer dan één bestand voor. Wat de zaailingen betreft, geeft de inventarisatie aan de hand van steekproefcirkels aan dat vooral Trilpopulier, Meidoorn en Boswilg voorkomen (zie Tabel 10). Over het gehele bos worden ook zeer veel zaailingen van Zwarte els gevonden. De struiklaag zou volgens de inventarisatie voornamelijk uit Boswilg moeten bestaan, al deze gegevens komen echter uit één proefvlak zodat dit een vertekend beeld geeft. Trilpopulier en Zwarte els daarentegen zijn wel belangrijk. De grote hoeveelheid dode populierenopslag is te wijten aan één proefvlak in bestand 18a met een opgeschoten kapvlakte van Populier. Tabel 10: Zaailingen en struiken opgemeten binnen de proefvlakken. Met tussen haakjes het aantal dode bomen.
Gemiddelde hoogte (cm) 0-49 50-99 100-149 150-199 Gemiddelde hoogte (cm)
200-400
400-600
c)
Boomsoort Boswilg Meidoorn Gewone es Trilpopulier Meidoorn Meidoorn Boomsoort Boswilg Zwarte els Trilpopulier Wilg Meidoorn Witte abeel Zomereik Tamme kastanje Trilpopulier Populier Zwarte els
Stamtal (# /ha) 32 28 13 63 55 46 Stamtal (# /ha) 95 49 35 14 12 6 (+3) 6 4 14 12 (+87) 10
Dendrometrische gegevens
De dendrometrische gegevens zijn gebaseerd op de metingen in 10 steekproefcirkels in 10 verschillende bestanden. Gezien de grote variatie tussen de bestanden in dit bos geeft deze steekproef slechts in beperkte mate een algemeen beeld. Het bestand 10a met oud bos werd niet opgenomen in de steekproef. Het gemiddelde stamtal /ha bedraagt meer dan 1000, enkel de iets oudere bestanden en de populierenaanplantingen scoren lager. Het grondvlak en het volume zijn nog zeer laag bij deze jonge bestanden. Bijna alle bestanden hebben een opperhoogte tussen 8 en 13 m. Enkel bestand 18a met de opgeschoten populieren is duidelijk hoger. Een overzicht van de Dendrometrische gegevens wordt gegeven in Tabel 11. Alle opgemeten gegevens staan weergegeven in Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de bosbouw-opnames.
Orveytbos
21
2 Algemene beschrijving Tabel 11: Dendrometrische gegevens van een steekproef in 10 bestanden. Cg: Gemiddelde omtrek, Hg: Gemiddelde hoogte en Hdom: Dominante hoogte.
Bestand
boomsoort
1b 2a
Trilpopulier Populier Zwarte els Eenst. Meidoorn Zwarte els Boswilg Zwarte els Wilg Witte abeel Zwarte els Populier Ruwe berk Boswilg Populier
6a 7a 11a 12c 12d 13a 15a 18a Gemid.
Stamtal (# /ha) 825 118 1022 39
Grondvlak (m²/ha) 10,11 3,65 8,27 0,20
Volume (m³ /ha) 29,5 17,3 28,5 0,3
Cg (cm) 39 63 32 25
Hg (cm) 10,3 12,8 6,7 6,0
Hdom (m) 11,3 9,3 -
1493 236 432 589 1022 1179 236 1611 39 1965 1081
11,74 3,30 4,21 6,43 6,77 10,80 3,61 18,08 0,63 28,47 11,63
43,7 13,7 16,1 30,6 8,0 46,2 12,8 101,1 3,9 181,9 53,4
31 43 35 37 29 34 44 38 45 43 54
9,0 7,5 7,3 8,0 8,3 9,2 11,3 12,3 12,5 18,3 17,0
9,7 8,3 11,2 9,8 10,2 11,6 13,2 20,2
In de 10 proefvlakken bleef het aantal dode bomen beperkt tot 1 Trilpopulier in bestand 12c en 2 populieren in bestand 18a. In deze drie gevallen ging het om bomen met een omtrek van 20-29 cm. Dode bomen staan er voornamelijk in bestand 18a dat bestaat uit een opgeschoten kapvlakte van Populier en bestand 10a met de oud bostalud.
2.3.3 Flora 2.3.3.1
Ontwikkeling van de vegetatie
De specifieke omstandigheden die gecreëerd werden door de aanleg van deze kunstmatige heuvel hebben tot de vestiging en ontwikkeling van een zeer specifieke flora geleid. Het ontstaan van deze bijzondere kalkminnende flora wordt wel eens afgedaan als niet natuurlijk. Hierbij worden dan vermoedens geuit dat de planten geïntroduceerd zouden zijn. Het is momenteel echter niet meer te achterhalen of dit zo is. Opmerkelijk is wel dat ook minder opvallende (kleine en onopvallend bloeiende planten) kalkindicatoren (vb. Zeegroene zegge, Geelhartje, IJle bermzegge, Valse voszegge, Heelblaadjes, Rode ogentroost, …) aanwezig zijn en de voorkomende biotopen verschillende kenmerkende soorten bevatten. Dit suggereert dat een introductie eerder onwaarschijnlijk is. Het is natuurlijk mogelijk dat bepaalde opvallende soorten (zoals Peperboompje of Bokkenorchis) wel geïntroduceerd werden. De aanwezigheid van bepaalde planten valt mogelijks te verklaren door ongewenste introductie door de graafmachines en vrachtwagens die tijdens de werkzaamheden werden gebruikt, de kalksteen uit Doornik die werd gebruikt om het kanaal te verstevigen (bv. voor Heggenwikke, Kruidvlier, Geelhartje, Bosrank) of via de schepen of hun lading (steenkool, kalksteen) die het kanaal gebruiken (Van den Bussche, 2002). Tal van orchideeën kunnen hun zaden ver verspreiden en kunnen gebieden snel koloniseren indien de bodem geschikt is. De zaden zouden bv. met de wind vanuit Noord-Frankrijk kunnen aangevoerd zijn waar nog tal van orchideeënrijke gebieden voorkomen (Van den Bussche, 1997; Van den Bussche, 2002). Gedurende de eerste 15 jaar was er op de kunstmatige heuvel slechts weinig plantengroei. De zware klei heeft een slechte drainage en bevatte toen geen organisch materiaal en een lage hoeveelheid stikstof en fosfor. Tevens was de bodem sterk aangereden door de vrachtwagens. Rond 1994 kwam er plots een explosie van Bijeorchis (Ophrys apifera) op de taluds van het kanaal (huidig natuurreservaat De Vaarttaluds) waardoor de vlakte roze kleurde. Deze orchideeënsoort heeft een zeer opportunistisch pionierskarakter. Deze plant breidde zich in de daarop volgende jaren verder uit over het Orveytbos. Door de verdere vestiging van andere planten en de ontwikkeling van de bodem Orveytbos
22
2 Algemene beschrijving neemt hun aantal nu geleidelijk aan af. Ook andere orchideeën zoals Rietorchis, Hondskruid en Vleeskleurige orchis wisten zich al vroeg te vestigen (Van den Bussche, 1997). Door begrazing met schapen, crossen met moto’s en de activiteiten rond de kleiduifschietstand werd de vegetatie op de meeste plaatsen open gehouden. Plaatselijk ontstonden struwelen met voornamelijk Wilg en Meidoorn. Vanaf 1988 werden bepaalde plaatsen bebost terwijl anderen open werden gehouden door het maai- en graasbeheer (zie 2.1.2 Kenmerken van het vroegere beheer). Door dit maai- en graasbeheer zijn zeer waardevolle open en halfopen vegetaties ontstaan. Voornamelijk Zwarte els blijkt op deze bodem zeer goed te groeien en te verjongen. Dit valt te verklaren doordat deze soort in staat is stikstof te fixeren. Om dezelfde redenen zal ook Valse acacia het hier beter doen dan de andere boomsoorten. In sommige hooilanden komen veel vlinderbloemigen (eveneens stikstoffixeerders) voor. Deze aanrijking kan op termijn misschien een bedreiging betekenen voor de soorten van schralere milieus (orchideeën en vele andere zeldzame planten die hier voorkomen). 2.3.3.2
Huidige vegetatie
De bosaanplanten hebben voorlopig weinig waardevolle bosvegetaties. Deze jonge bossen hebben op de meeste plaatsen een kruidlaag die bestaat uit typische ruigtekruiden die eigen zijn aan jonge bossen. De struiklaag is op vele plaatsen niet aanwezig en de boomlaag is in een belangrijk aantal van de bestanden nog niet gesloten. Op de biologische waarderingskaart (Biologische waarderingskaart, 2004) worden deze bosaanplanten getypeerd als loofhoutaanplant met plaatselijk waardevolle ruigte (N en Ku*). Bestand 18a met de doorgeschoten populieren wordt getypeerd als populierenbos op vochtige grond met elzen- of wilgenondergroei (Lhb) en het later aangeplante bestand 17a met Tamme kastanje staat nog als soortenarm permanent cultuurgrasland (Hp) ingetekend. De vegetatieopnames in de steekproefcirkels duiden op de aanwezigheid van overwegend Brandnetel-Vlierenbos en Populieren-ruigte. In de bestanden die nog redelijk open zijn domineren de grassen nog sterk. Op vochtige plaatsen is doorgaans Riet dominant aanwezig. Op de meeste plaatsen gaat het om Gewone brandnetel, Braam, Kleefkruid, Smeerwortel en andere algemene ruigtesoorten. De typering van deze jonge bossen is weinig indicatief voor hun verdere ontwikkeling en potentiële vegetatie (en natuurwaarde).Uit de biotoopkartering kunnen we echter afleiden dat er plaatselijk waardevolle soorten (Rietorchis, Hondskruid, Bosorchis, …) en waardevolle open plekken aanwezig zijn. Het valt te verwachten dat de jonge bossen op termijn zullen gekoloniseerd worden door de oudbosplanten en zeldzame kalkindicatoren van meer gesloten situaties. Het bestand 10a kan beschouwd worden als een oud bos relict. De kruidlaag wordt er gedomineerd door klimop en plaatselijk komen verschillende oudbosplanten voor. In totaal werden 13tal oudbosplanten teruggevonden (Bosanemoon, Boshyacint, Spekwortel, Slanke sleutelbloem, Gevlekte aronskelk, Muskuskruid, Gele dovenetel, Grote muur, Veelbloemige salomonszegel, Maagdenpalm, Bloedzuring, Boszegge en Bosaardbei). De struiklaag is vrij dicht en maakt het bos op vele plaatsen moeilijk toegankelijk. In een bepaalde zone komen er enkele zeer brede Hazelaarstoven voor. De boomlaag bestaat voornamelijk uit Zomereik, Gewone es en cultuurpopulier. Op de plaats van de Hazelaarstoven staan enkele zware populieren. Elders is er veel opslag van Gladde iep te vinden. Op de biologische waarderingskaart wordt dit bestand aangeduid als loofhoutaanplanting met alluviaal Essen-Olmenbos (N en Va). Dit oud-bos kan getypeerd worden als het Endymio-Carpinetum. De belangrijkste floristische waarde is terug te vinden in de open en halfopen vegetaties. Het begrazingsblok en het Peperboompjeshooiland staan op de biologische waarderingskaart als soortenrijk cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden met waardevolle veedrinkpoelen (Hp* en Kn*) ingekleurd. Het talud van bestand 16y ten slotte is ingetekend als doornstruweel en struwelen van allerlei aard (Sz en Sp). De open en halfopen vegetaties bestaan uit enkele jaarlijks gemaaide hooilanden (nl. Bokkeorchishooiland, Peperboompjeshooiland en de Slenk), het grote centrale blok dat begraasd
Orveytbos
23
2 Algemene beschrijving wordt en enkele verruigde grazige vegetaties (groot deel van het taluds en verspreid aan randen van bestanden). Het begrazingsblok bestaat uit een groot deel wastine met poelen, kort gegeten vegetatie, ruigten, zeggevegetatie, doornstruwelen en wilgenstruwelen. Momenteel zijn de aangeplante bestanden met Trilpopulier, Zachte berk en Zwarte els nog zeer duidelijk te herkennen. In de wastine komen nog geen opgaand bos, oude of dikke bomen of dood hout voor. De wastine is op dat gebied nog volop in ontwikkeling. Rond de VMM meetpost is het terrein momenteel nog zeer open. De verruigde grazige vegetaties op de talud en Slenk maar ook het Bokkeorchishooiland hebben verspreid staande meidoorn- en wilgenstruiken. Hun dichtheid varieert van zeer open tot bijna gesloten en sluit grensloos aan op blokken meidoorn- en wilgenstruweel. Plaatselijk zijn er ook zones die bijna volledig verruigd zijn met bramen. Het Peperboompjeshooiland heeft een bijna volledig open structuur en is veel schraler. De verruigde graslanden worden gekenmerkt door Glanshaver, Gewone agrimonie, Boerenwormkruid, Margriet, Kropaar, Kruipende boterbloem, Smalle weegbree, Brunel, Witte klaver en Gestreepte witbol. De meer verruigde stukken worden gekenmerkt door Braam, Koninginnekruid, Akkerdistel, Heermoes, Smeerwortel en Heggewikke. In het Bokkeorchishooiland komen zeldzame soorten als Rietorchis, Grote ratelaar, één enkele Bokkenorchis en Bosorchis voor. Op het Peperboompjeshooiland bestaan de zeldzame soorten uit Bevertjes, Klavervreter, Grote ratelaar, Bijeorchis, Rietorchis en één Peperboompje. Zowel de gemaaide als de niet gemaaide vegetaties kunnen tot het Glanshavergrasland gerekend worden. De meest waardevolle open vegetatietypes bevatten hier zowel elementen van kalkgraslanden, alkalische moerassen en kalkrijke duinpannetjes. De zilverschoongraslanden typeren de zware bodems met wisselende watertafel. Plaatselijk komen ook overgangen naar een moerasspirearuigte, zeggevegetatie en rietvegetaties voor. Braam-, mei- en sleedoornstruwelen en hoog opgaande struwelen, doorgaans met wilgen, komen voornamelijk langs de taluds voor. De poelen hebben elk hun eigen successiestadium en vegetatietype. De Grote poel is sterk aan het verlanden en bestaat voor het grootste deel uit een Grote lisdodde-vegetatie. Het meer open gedeelte bestaat voornamelijk uit russen en Watermunt. De wilgenpoel is dan weer grotendeels verland met wilgen. De Paardenput is eveneens verland en wordt voornamelijk gekenmerkt door Waterereprijs, Veenwortel en Moeraszuring. De vegetatie van de Nieuwe poel is nog volop in ontwikkeling en bevat momenteel voornamelijk één zeer algemeen kranswier, nl. Chara vulgaris var. longibracteata. De stuwpoel is vrij plots ontstaan door de aanleg van de Nieuwe poel waardoor er midden in de poel enkele wilgenstruiken maar ook een jonge Zomerlinde staat. Momenteel komt er ook Veenwortel, Waterranonkel en Grote Waterweegbree voor. Buiten het begrazingsblok ligt nog de Bospoel die zo goed als volledig verland is met een rietvegetatie. Een overzicht van de biotopen wordt gegeven in bijlage 4 Biotoopkartering. 2.3.3.3
Potentiële vegetatie
De PNV-kaart (De Keersmaeker et al., 2001) geeft de potentiële vegetatie weer op basis van de bodemkaart. Deze is dus enkel bruikbaar voor bestand 17a en 18a gezien alle andere bestanden opgehoogd werden. Beide bestanden liggen in de zone van het Alno-Padion. Voor de opgehoogde bestanden mag uitgaande van de zware kalkrijke bodem het Ulmo-Fraxinetum verwacht worden. Het Ulmo-Fraxinetum komt echter voor op rijke bodems, terwijl de opgevoerde grond momenteel relatief gelimiteerd is op het vlak van stikstof- en fosforvoorziening. Het valt echter moeilijk te bepalen hoe snel de voedingstoestand in deze bodem zal toenemen. Ook het Endymio-Carpinetum kan als mogelijke PNV genoemd worden, gezien deze nu reeds aanwezig is in het bestand 10a. Dit type zal dan eerder voorkomen op plaatsen waar de bodem plaatselijk meer leem bevat en beter draineert. 2.3.3.4
Zeldzame soorten
Er zijn momenteel een vijftiental planten van de rode lijst (Biesbrouck et al., 2001) in het Orveytbos aanwezig, waarvan één met uitsterven bedreigd, nl. Rood peperboompje (zie bijlage 5 Flora- en faunagegevens). Vroeger stonden er meerdere exemplaren van deze struik in het Orveytbos
24
2 Algemene beschrijving Peperboompjeshooiland. Nu blijft er slechts één individu van over. De plant is mogelijk via tuinafval in het bos terechtgekomen. Parnassia, een andere met uitsterven bedreigde soort, werd tot 2001 gesignaleerd aan de andere oever van natuurreservaat De Vaarttaluds, maar werd recent niet meer waargenomen. De gekende groeiplaatsen van de rodelijstsoorten staan aangeduid op kaart in bijlage 4 Biotoopkartering. Twee aanwezige orchideeënsoorten, Hondskruid en Bokkeorchis, behoren tot de categorie bedreigd. Hondskruid is een pionierssoort van zonnige tot licht beschaduwde kalkrijke plaatsen, verder komt hij ook in duin- en kalkgraslanden voor. In Nederland komt deze soort bij opgespoten gronden zowel op natte als droge, open grazige vegetaties als in struwelen voor (Weeda et al., 1999). In het Orveytbos komt deze soort nu nog voor in het begrazingsblok, in bestanden 1a en 4a. Gezien het wisselend bloeikarakter van deze soort wordt hij niet jaarlijks op deze plaatsen gezien. De gekende groeiplaatsen werden aangeduid op kaart. De Bokkeorchis is eveneens een soort van grazige plekken of struwelen in kalkrijke duinen. Elders bestaat de ideale standplaats uit licht verruigde graslanden op kalkrijke bodem (Weeda et al., 1999). In Orveytbos is er jaarlijks één bloeiende stengel van deze plant te zien in het Bokkeorchishooiland (bijlage 4 Biotoopkartering). Twee aanwezige planten zijn volgens de rode lijst kwetsbaar, nl. Grote ratelaar en Bevertjes. Grote ratelaar is een halfparasiet van grassen die thuis hoort in vochtige hooilanden. In het Orveytbos werd deze soort recent aangetroffen in het Bokkeorchishooiland en het Peperboomjeshooiland. Vermoedelijk zijn de planten meegekomen met de maaibalk vanuit andere gebieden. Bevertjes is een gras dat thuishoort in verschillende graslandtypes, maar steeds in goed ontwikkelde voorbeelden. De plant kiest eerder voor kalkrijke en fosfaatarme bodems en staat eerder in hooiland dan in weilanden. In het Peperboompjeshooiland komt er momenteel slechts één groepje van Bevertjes voor. Als het maaibeheer strikt nageleefd word, mag verdere uitbreiding verwacht worden. Planten die als zeldzaam beschouwd worden omvatten, Winterlinde (aangeplant in het Orveytbos), Boslathyrus, Spekwortel, Zeegroene zegge, Bosorchis, Rietorchis, Bijeorchis, Klavervreter en Bochtige klaver. In bijlage 5 Flora- en faunagegevens is een lijst opgenomen met alle gevonden planten tijdens verschillende inventarisaties (aan de hand van de gegevens uit de FloWer databank, een inventarisatie door Natuurpunt-Zwevegem, 2 inventarisaties door de Orchideeënwerkgroep Semo en de inventarisaties van het INBO en het DCB in het kader van het beheerplan). 2.3.3.5
Mossen en kortmossen
Er zijn momenteel geen gegevens bekend over de aanwezige mossen en korstmossen. In het Natuurreservaat De Vaarttaluds werd een inventarisatie van korstmossen uitgevoerd door Wouter Van Landuyt en inventarisatie van mossen door Maurice Hoffmann. Deze lijsten zijn opgenomen in het erkenningsdossier van dit reservaat (Pauwels, z.d.), zie bijlage 5 Flora- en faunagegevens).
2.3.4 Fungi Van het natuurreservaat De Vaarttaluds is een zeer uitgebreide lijst van paddestoelen bekend. Bij de verschillende inventarisaties werd echter geen onderscheid gemaakt tussen het domeinbos en natuurreservaat, waardoor er in de lijsten soorten van beide gebieden vermeld worden (zie bijlage 5 Flora- en faunagegevens). De vele zeldzame soorten die gebonden zijn aan schrale graslanden zijn voornamelijk in De Vaarttaluds gevonden maar komen mogelijk ook verspreid voor in het begrazingsblok of in de verschillende waardevolle hooilanden. In het Orveytbos zijn een aantal opmerkelijke boomsymbionten gevonden, nl. soorten van (jongere) berk: Russula aeruginea, R. exalbicans (kalkminnend), Leccinum versipelle (zeldzaam geworden), soorten van oudere Populier (Leccinum aurantiacum, L. controversus) en soorten van zeer oud kalkrijk eikenbos Russula cuprea (kwetsbaar). In het natuurreservaat de Vaarttaluds werden een 8tal soorten wasplaten (Pauwels, z.d.) gevonden waarvan 3 rodelijstsoorten (Camarophyllopsis foetens of Stinkende wasplaat: met uitsterven bedreigd, Hygrocybe konradii of Gebochelde wasplaat: kwetsbaar en Hygrocybe fuscescens of Gevlekt Orveytbos
25
2 Algemene beschrijving sneeuwzwammetje: waarschijnlijk bedreigd; (Walleyn & Verbeken, 2000)). Verder komen er 3 soorten koraalzwammen, 1 soort aardtong en vermoedelijk ook satijnzwammen en mosklokjes voor. Hierdoor hoort dit gebied qua paddestoelen tot de top van de schrale graslanden in België. Wasplaten zijn afhankelijk van de soort vrij tot zeer zeldzaam en hebben nood aan een zeer schraal en voldoende stabiel grasland. In het Orveytbos werd minstens eenmaal een wasplaat gevonden maar de soortnaam is niet bekend.
2.3.5 Fauna 2.3.5.1
Zoogdieren
De zoogdierendatabank, samenwerkingsverband tussen JNM en Natuurpunt (geraadpleegd april 2004) en de Zoogdierenatlas (Verkem et al., 2004) vermelden 25 zoogdiersoorten (zie bijlage 5 Floraen faunagegevens) voor het 5*5km-hok waarbinnen het Orveytbos gelegen is. In het erkenningsdossier van het natuurreservaat De Vaarttaluds (Pauwels, z.d.) worden volgende algemene soorten vermeld: Egel, Haas, Konijn, Laatvlieger, Dwergvleermuis, Bunzing, Hermelijn, Vos (burchten in Orveytbos en op Schiereilandje) en Eikelmuis (winterslaap in vogelnestkast, laatst in 2003 en 2004). Foré (2002a) vermeldt dezelfde soorten voor het Orveytbos maar vult deze nog aan met Mol, Huisspitsmuis, Watervleermuis, Meervleermuis, Ruige dwergvleermuis, Rosse woelmuis, Woelrat, Muskusrat, Dwergmuis, Bosmuis, Huismuis en Wezel. De Eikelmuis werd ook massaal waargenomen in het nabijgelegen reservaatje langs de oude spoorwegberm. Vogelringer Freddy Vandeputte stopte in 1999 met het ringen van vogels in dit gebied omdat alle nestkasten bezet waren met Eikelmuizen. Recent werden er ook sporen van Ree waargenomen in het Orveytbos en het nabijgelegen Mortagnebos. In het Mortagnebos werden reeds enkele keren reeën gezien. Van deze lijst is enkel de Meervleermuis als bijzondere soort te beschouwen. Het habitatrichtlijngebied van het Orveytbos is voor deze soort afgebakend en in de rode lijst (Criel et al., 1994) staat deze soort als bedreigd opgenomen. Boven het kanaal worden sinds 1998 waarnemingen verricht van Meervleermuis. Later bleek het om een trekroute te gaan die langs het kanaal en langs de Schelde onder meer naar De Gavers loopt. De vliegroutes lijken uit Escanaffles te komen (een taalgrensdorpje aan de Schelde) (Verkem et al., 2004). Vermits deze dieren bijna uitsluitend trekken en jagen boven groot open water, leven op zolders en in spouwmuren en overwinteren in grotachtige bouwwerken is het Orveytbos voor deze soort vermoedelijk niet echt van belang. 2.3.5.2
Vogels
Een lijst van broedvogels en regelmatig waargenomen vogels is opgenomen in bijlage 5 Flora- en faunagegevens. In deze lijst staan een 7tal broedvogels die volgens de rode lijst van de broedvogels achteruit gaan, 3 soorten die kwetsbaar zijn en 3 soorten die bedreigd zijn (Devos et al., 2004). Enkele opmerkelijke broedvogels van het gebied zijn Zomertortel (10tal koppels, bedreigd), Graspieper (bedreigd), Rietgors (bedreigd), Patrijs (kwetsbaar), Veldleeuwerik (kwetsbaar), Huismus (achteruitgaand), Ringmus (achteruitgaand) en Spreeuw (achteruitgaand). Roodborsttapuit (momenteel niet bedreigd) kwam vroeger voor in het gebied maar is de laatste jaren verdwenen. Buiten het gebied maar in het 5*5 km-hok waar het Orveytbos is gelegen, broeden eveneens nog Grauwe gors (1-3 koppels), Kwartel (1-3 koppels), Sprinkhaanzanger (1-3 koppels) en Wielewaal (1-3 koppels) en mogelijks zelf het met uitsterven bedreigde Paapje (Vermeersch, 2004). Opmerkelijk is het groot aantal vogels van halfopen vegetaties en struwelen (Fitis, Grasmus, Spotvogel, Kneu, Roodborsttapuit, Braamsluiper, Grauwe vliegenvanger, Putter, Goudvink, Nachtegaal, Sprinkhaanzanger, Barmsijs, Koekoek) en van rietland (Kleine karekiet, Rietgors, Bosrietzanger, Blauwborst, Graspieper) die in het bos voorkomen omwille van de afwisselende halfopen vegetaties op de hellingen en rietvegetaties, poelen en wastinelandschap in het centraal begrazingsblok. Voor het behoud van deze soorten zijn deze halfopen situaties belangrijk. Orveytbos
26
2 Algemene beschrijving
Verder is het gebied een belangrijke overwinteringsplaats voor 4 tot 6 Ransuilen (Opstaele & Calcoen, 2004). Dirk Dupont ringt in het Orveytbos jaarlijks een 100-tal koolmezen, 50-tal pimpelmezen en een 4-tal torenvalken. 2.3.5.3
Vissen, amfibieën en reptielen
Van de vissen is enkel de Driedoornige stekelbaars bekend voor verschillende poelen in het Orveytbos. In het Orveytbos werden reeds volgende amfibieën en reptielen waargenomen: Groene kikker, Bruine kikker, Gewone pad, Kleine watersalamander, Alpenwatersalamander, Kamsalamander, Levendbarende hagedis en Hazelworm (Bauwens, 2004). De aanwezigheid van Vuursalamander is niet zeker, Opstaele & Calcoen (2004) vermelden dat de soort volgens geruchten tot eind jaren ’80 voorkwam. In de databank (Bauwens, 2004) wordt één waarneming uit 1998 in het Orveytbos vermeld. Volgens Wim Pauwels werden de dieren uitgezet maar sindsdien niet meer waargenomen. Van de Levendbarende hagedis is eveneens slechts één waarneming bekend uit de databank van Bauwens (2004), nl. in 1994. De Kamsalamander en de Hazelworm worden vaker waargenomen. Vuursalamander staat op de rode lijst als kwetsbaar vermeld en Kamsalamander, Levendbarende hagedis en Hazelworm zijn geklasseerd als zeldzaam (Bauwens & Claus, 1996). De Kamsalamander is één van de soorten waarvoor dit gebied als habitatrichtlijngebied beschermd werd. De Kamsalamander is in de jaren ’80 ontdekt in het Orveytbos en kwam toen voornamelijk voor in de Kleine poel (door de aanleg van de Nieuwe poel, is deze poel sterk uitgebreid en is nu de Stuwpoel). Verder werd hij ook aangetroffen in de Grote poel en Wilgenpoel. Ook van de jaren ’90 zijn er heel wat meldingen van Kamsalamander ook als verkeersslachtoffer op de omliggende wegen. In 2000 werd nog eens een Kamsalamander (een adult mannetje) in de Kleine poel gevonden. Er zijn geen recentere gegevens, maar niets wijst erop dat de amfibieën in deze poelen het nu slechter zouden doen dan toen (Dochy, mond. med.). Bij de jaarlijkse paddenoverzet in de Orveiestraat ter hoogte van het gehucht Knokke, op enige afstand van het bos, worden jaarlijks enkele Kamsalamanders overgezet. Hazelwormen wordt bijna jaarlijks gesignaleerd, ongeveer 2 exemplaren per jaar (Opstaele & Calcoen (2004): 2 in de zomer van 2001 (D. De Deceuceleir), 1 op 16 juni 2003 (D. Derdeyn)) en 1 in 2005 (Bert Vermut mond. med.). Er is ook nog een populatie op het Schiereilandje. In het oude kanaal komen Roodwangschildpadden voor, volgens Opstaele & Calcoen (2004) een 14-tal exemplaren. In de Kleine poel kwamen in de jaren ‘80 buiten Kamsalamanders ook Gewone pad en Kleine watersalamanders voor. Alpenwatersalamander is pas later opgedoken, na 1990. In diezelfde periode zat in de Grote poel Gewone pad, Groene en Bruine kikker, Kleine watersalamander, een beperkt aantal Alpenwatersalamanders en ook Driedoornige stekelbaars. In de poel werden 3-4 jaar geleden nog Alpenwatersalamanders gevonden. Ook in de Wilgenpoel kwamen verschillende salamandersoorten voor. In de Bospoel kwamen eerder weinig amfibieën voor maar wel Driedoornige stekelbaars (Dochy, mond. med.; Mignauw, mond. med.). Tijdens de opmaak van dit beheerplan werden talrijke Groene kikkers (uitgezet door lokale visser, mond. med. Danny Maddelein) waargenomen aan de Nieuwe poel, Stuwpoel, Paardenput en het oude kanaal. Vele van deze amfibieënsoorten zijn dus afhankelijk van de poelen in het Orveytbos. Een geschikt beheer van deze poelen dat rekening houdt met de eisen van deze soorten is dus belangrijk.
Orveytbos
27
2 Algemene beschrijving De Kamsalamander heeft nood aan vrij voedselrijke poelen die permanent water bevatten of pas laat in het jaar opdrogen. De jonge salamanders verlaten het water pas in augustus-september, soms pas later. De poelen hebben best een matige vegetatiebedekking. De eieren worden afgezet op de onderkant van grote bladeren van waterplanten, zoals Waterviolier, Watermunt of grassen. Een omgeving met diverse landbiotopen lijkt eveneens belangrijk. Kamsalamanders blijken erg honkvast te zijn en zoeken doorgaans jaar na jaar dezelfde poel op voor de voortplanting. Soms bezoeken ze ook nabijgelegen poelen (Bauwens & Claus, 1996; Schops, 1999). Voor de Levendbarende hagedis en Hazelworm is een afwisseling tussen beschaduwde plaatsjes en snel opwarmende plaatsen met korte vegetatie van belang. Het behouden van halfopen vegetaties en gemaaide hooilandjes op de zuidgeëxposeerde bermen zijn voor deze soorten van belang. 2.3.5.4
Ongewervelden
Van de ongewervelden zijn er enkel gegevens beschikbaar van de libellen en vlinders. Soortenlijsten van deze groepen zijn terug te vinden in de bijlage 5 Flora- en faunagegevens. In het gebied zouden maar liefst 23 soorten libellen voorkomen. Dit aantal is evenveel als het aantal gekende soorten van alle andere gebieden in West- en Oost-Vlaanderen samen (Tailly, 2001a). Desondanks komen er nauwelijks rodelijstsoorten (De Knijf & Anselin, 1996) voor in dit gebied. In totaal zijn er reeds 3 rode lijstsoorten waargenomen in het gebied. De Zuidelijke heidelibel die in 2004 één maal werd waargenomen is niet in de rode lijst opgenomen (Tailly, mond. med.). In 2000 werden 2 mannetjes van de met uitsterven bedreigde Noordse witsnuitlibel in het gebied aangetroffen (De Knijf, 2001). De Knijf (2001) oordeelt echter dat het Orveytbos als leefgebied totaal ongeschikt (geen zand of venige bodem) is voor deze soort. De soort kwam mogelijk van NoordFrankrijk waar hij in 1998 nog werd waargenomen. Verder was reeds het voorkomen van twee bedreigde soorten bekend, nl. Tengere grasjuffer en Bruine winterjuffer (Pauwels, z.d.; Sablain, 2000; Tailly, 2001a; Tailly, 2001b). Van de Tengere grasjuffer werd een mannetje waargenomen in 2000 aan de Grote poel. Deze soort werd sinds 1986 slechts 10 keer in 6 vindplaatsen waargenomen in Oost- of West-Vlaanderen. Deze op Lantaarntje lijkende juffer leeft in kleine zonnige poelen van 0,1 tot 0,2 m diep met kale of schaars begroeide oevers met verspreid kleine zeggesoorten en russen. Bij de meeste populaties worden slechts een zeer beperkt aantal dieren waargenomen. De soort is zeer mobiel en kan dus gemakkelijk nieuwe geschikte gebieden koloniseren (Tailly, 2001b). De begrazing van de Grote poel zou volgens (Tailly, 2001b) voldoende zijn om een voldoende open vegetatie te kunnen behouden voor deze soort. Ook nieuwe ondiepe poelen zijn ideaal voor deze soort. De Bruine winterjuffer wordt voornamelijk teruggevonden in vennen en heideplassen in de Kempen. Elders zijn er verspreid wel waarnemingen maar gaat het doorgaans niet om een populatie. Deze soort stelt waarschijnlijk weinig of geen eisen aan de chemische samenstelling van het water. De nabijheid van bos (voor de overwintering van adulten), de aanwezigheid van rietzones, zonnige ondiepe poelen (snelle ontwikkeling larven) en op het water drijvende afgebroken plantenstengels (eiafleg) zijn belangrijk (De Knijf & Anselin, 1996; Tailly, mond. med.). Tailly (2001a) stelt dat deze soort slechts eenmaal is waargenomen in 1992. In 1992 en 1993 wist deze soort tijdelijk ook andere gebieden te koloniseren in West-Vlaanderen. Deze grote diversiteit aan libellensoorten is voornamelijk te danken aan de aanwezige poelen. Al deze poelen hebben een eigen structuur en vegetatie. Deze poelen bieden mogelijkheden voor zowel de larven van de verschillende soorten als voor de adulten. Het behoud en het verder beheren van deze poelen is dus zeer belangrijk en moet afgestemd zijn op de eisen van de aanwezige libellen en amfibieën. Verder zijn de bloemrijke hooilandjes, ruigten en halfopen gebiedjes zeer belangrijk voor de volwassen libellen. Van de vlinders werden reeds 25 soorten in het gebied (lijsten opgesteld voor het Orveytbos en het natuurreservaat De Vaarttaluds) waargenomen. Bij de gevonden soorten bevindt zich slechts één enkele rodelijstsoort (Maes & Van Dyck, 1999), nl. Sleedoornpage (bedreigd). Eitjes van de Sleedoornpage werd recent ontdekt in het Orveytbos door Pieter Vantieghem (mond. med.) op Sleedoornen ter hoogte van de zuidelijke ingang (overgang tussen bestand 16u, 12b of 12c). Ook op Orveytbos
28
2 Algemene beschrijving andere plaatsen tussen Vlaamse Ardennen en West-Vlaams Heuvelland zijn er recent enkele vindplaatsen ontdekt door intensief zoeken naar eitjes. De sleedoornpage legt zijn eieren af op jong Sleedoornhout, soms andere struiksoorten, van in zuidgeëxposeerde bosranden. Bij het beheer is het belangrijk om een halfopen landschap te behouden en sleedoornstruwelen zoveel mogelijk gefaseerd af te zetten. Vele andere vlindersoorten zijn gebonden aan open bloemrijke hooilanden, ruigtes en brede mantelzoomvegetaties eerder dan aan dicht bos. Deze open en halfopen milieus zijn talrijk te vinden in het Orveytbos en het is dan ook belangrijk deze diverse biotoopjes te behouden. In de databank van de sprinkhanen (Decleer, 2004) zijn geen soorten opgenomen voor het UTM-hok waarbinnen het Orveytbos zich bevindt. Jeroen Vanden Borre (mond. med.) vondt in 2003 in het Orveytbos en natuurreservaat De Vaarttaluds Gewoon doorntje, Ratelaar en Krasser. Deze soorten zijn zeer algemeen. Op 22 mei 2005 werden in het Orveytbos en het aanliggende natuurreservaat De Vaarttaluds de Lieveheersbeestjes geïnventariseerd in het kader van de Dag van het Lieveheerbeestje. Hierbij werden in het Orveytbos 11 soorten gevonden (Libeer, 2005). Alle soorten worden in Adriaens en Maes (2004) beschreven als vrij algemeen tot zeer algemeen. Bij de gevonden soorten was ook Veekleurig Aziatisch lieveheersbeestje aanwezig, die als een uitheemse probleemsoort beschouwd wordt.
2.4 Opbrengsten en diensten Sinds de verwerving van het gebied werd er nog geen hout verkocht. Dit is gezien de jonge leeftijd van de bestanden normaal. In de komende jaren zullen de eerste houtverkopen uit dunningen en het kappen van de populierenaanplanten gerealiseerd worden. De inkomsten zullen zeker nog vrij beperkt blijven.
Orveytbos
29
3 Beheerdoelstellingen
3. Beheerdoelstellingen 3.1 Beheerdoelstellingen m.b.t. de ecologische functie Dit bos heeft een zeer belangrijke ecologische waarde omwille van het voorkomen van tal van zeldzame planten- en diersoorten. De ecologische functie zal dan ook de belangrijkste beheerdoelstelling zijn voor dit gebied. Deze ecologische waarde bezit het bos voornamelijk dankzij zijn unieke abiotiek. De meest waardevolle ecologische elementen van dit gebied concentreren zich momenteel in de oudbosvegetatie op de talud en vooral in de open en halfopen gebieden. Het is dan ook een belangrijke doelstelling om deze biotopen en de er in voorkomende soorten te behouden via een geschikt beheer. Het beheer voor de open en half-open gedeeltes is dan ook sterk verschillend van het reguliere beheer in de meeste andere domeinbossen.
3.1.1 De bosbestanden De invulling van de ecologische functie zal hier vooral gericht zijn op het nastreven van een meer natuurlijke boomsoortensamenstelling en een rijkere structuur. Gezien de bestanden momenteel nog zeer jong zijn zal dit pas geleidelijk aan verwezenlijkt kunnen worden. De jonge bosdelen hebben momenteel een beperkte ecologische waarde en andere functies kunnen hier dan ook een belangrijke rol krijgen. Er zal gestreefd worden naar een betere menging van het bosbestand via de dunning en de natuurlijke vestiging van andere soorten. Het oud-bosgedeelte (bestand 10a) heeft reeds een rijke structuur, veel dood hout en oude bomen en tal van oud-bosplanten. Het bestand kent al minstens 20j spontane ontwikkeling. Het is dan ook de doelstelling om in dit bestand een nulbeheer te voeren. Het aanwezige bos beschermt eveneens een zeer steile helling tegen erosie en economische exploitatie zou hier zo goed als onmogelijk zijn. Flora en fauna zullen vanuit dit gebied geleidelijk aan de jonge bestanden kunnen koloniseren.
3.1.2 De centrale wastine Het centrale begrazingsblok (6 ha, zie tabel 5) heeft een hoge natuurwaarde met tal van zeldzame planten van open en halfopen milieus voorkomen. Verder is er een rijke amfibieën-, reptielen- en libellenfauna aanwezig en broeden er tal van vogelsoorten die gebonden zijn aan een halfopen milieu. Om een mozaïek aan open, halfopen en gesloten milieus, dat belangrijk is voor al deze soorten, in stand te kunnen houden is de verdere ontwikkeling van een wastine voor dit gebied de doelstelling. Onder deze wastine wordt een vegetatie verstaan die bestaat uit een afwisseling van korte en ruige vegetaties met opgaande elementen (struwelen, mantels, individuele bomen en bos) met een kroonsluiting van 40-60% over de gehele oppervlakte. Plaatselijk kan deze bedekking echter sterk schommelen. Momenteel bestaan er nog scherpe grenzen tussen de bosbestanden in het begrazingsblok enerzijds en de weide met VMM meetpost anderzijds. Op termijn zal naar meer geleidelijke overgangen gestreefd worden. Het beheer zal bestaan uit extensieve begrazing met indien nodig aanvullend kap- en maaibeheer. Om dit streefbeeld te bereiken wordt het beheer regelmatig geëvalueerd en zonodig bijgestuurd.
3.1.3 De poelen In de centrale wastine bevinden zich diverse poelen met zuiver en helder (hemel)water. Deze poelen hebben zich ontwikkeld tot waardevolle biotopen met interessante vegetatie en fauna: oa libellen en Orveytbos
30
3 Beheerdoelstellingen kamsalamander (bijlage II-soort van de habitatrichtlijn). Het doel is het behouden en verder ontwikkelen van de natuurwaarden van de poelen door selectief beheer: oude, sterk verlande poelen met riet- en lisdodde mogen verder verlanden, nieuwe en open poelen worden in een cyclisch beheer gestoken om hun successietoestand te behouden met de bedoeling het biotoop van kamsalamander te bewaren en de ontwikkeling van een leefbare populatie van kamsalamander veilig te stellen.
3.1.4 De botanisch waardevolle taluds en andere groeiplaatsen van zeldzame planten De taluds bestaan uit struwelen, bramenruigtes, verruigde graslanden en jaarlijks gemaaide hooilandstukken. De jaarlijkse gemaaide stukken zijn in het verleden op die plaatsen gestart waar er bijzondere plantensoorten stonden. Om deze soorten te kunnen behouden is het zeer belangrijk om dit jaarlijks maaibeheer verder te zetten. Op de andere plaatsen zijn de grasvegetaties van de taluds verruigd tot bramenruigtes of verruigde graslanden. Plaatselijk zijn er ook struwelen aangeplant of spontaan ontstaan. Deze afwisselende structuur van open en halfopen stukken is dan weer zeer belangrijk voor tal van diersoorten die in het gebied voorkomen (bepaalde amfibieën en reptielen, vogels, libellen, vlinders, …). De struwelen zullen regelmatig worden afgezet en de hooilandstukken en een brede strook bovenaan de talud zullen verder jaarlijks gemaaid worden met afvoer van het maaisel. Verder laten we hier de natuurlijke successie zoveel mogelijk zijn gang gaan. Plaatselijk zal er een specifiek beheer gevoerd worden voor zeer bijzondere soorten zoals het vrijstellen van het Peperboompje.
3.2 Beheerdoelstellingen m.b.t. de sociale en educatieve functie In deze bos- en natuurarme regio heeft elk opengesteld bosgebied een belangrijke recreatieve functie. Vlak naast het Orveytbos ligt een jaagpad dat door zeer veel fietsers en in beperkte mate ook door ruiters wordt gebruikt. Dit maakt het openstellen extra aantrekkelijk. Het Orveytbos is opengesteld sinds 7 oktober 2001 (ter gelegenheid van de plechtige opening van de Week van het Bos). In 1998 werden reeds 2 parkeerstroken aangelegd nabij het Sint-Pietersbrugje (eigendom van AWZ). Het bos is enkel op de paden toegankelijk voor voetgangers. Verder ligt het gebied vlak naast het toegankelijke natuurreservaat De Vaarttaluds en komen er verschillende lokale wandel- en fietsroutes voorbij het bos. Een roeiclub is actief op het stuk kanaal aan het Orveytbos en verder is er pleziervaart over het kanaal. In 2002 werd de route van het GR-pad 5A: Wandelronde van Vlaanderen verlegd zodat het nu door het bos komt. Deze Wandelronde van Vlaanderen gaat van De Panne, via omgeving Kortrijk en Geraardsbergen naar Antwerpen en via Hulst, Brugge en Oostende terug naar De Panne. Het behoud van de huidige infrastructuur die wandelaars toelaat dit gebied te bezoeken, is dan ook een belangrijke beheerdoelstelling. Om de recreatie verder aantrekkelijk te kunnen maken zouden de ingangen langs het jaagpad beter benadrukt kunnen worden. Het openstellen van het Orveytbos voor wandelaars langs de reeds bestaande paden treedt niet direct in conflict met de ecologische functie gezien de aanwezige soorten niet direct verstoringsgevoelig zijn (zolang ze niet betreden worden). De ecologische waarde laat echter niet toe om meer belastende vormen van recreatie toe te laten. Daarom is het afbakenen van bv. een speelzone, ruiter- of mountainbikeroute geen optie in dit gebied. De educatieve functie kan zich richten op de belangrijke natuurwaarden in dit gebied zonder deze te verstoren. Het nabijgelegen Mortagnebos vangt reeds de nood aan een speelzone op en heeft eveneens een belangrijke recreatieve en educatieve waarde.
Orveytbos
31
3 Beheerdoelstellingen
3.3 Beheerdoelstellingen m.b.t. de wetenschappelijke functie De wetenschappelijke functie wordt momenteel eerder beperkt ingevuld maar kan uitgebreid worden zolang het de ecologische en recreatieve functie niet schaadt. Gezien de specifieke door de mens gecreëerde abiotiek komt het voor een groot aantal onderzoeken niet in aanmerking vermits de aanwezige situatie niet representatief is voor de rest van Vlaanderen. Anderzijds geeft deze unieke bodemsituatie de mogelijkheden om specifieke aspecten te onderzoeken. Momenteel is de stikstof- en fosforvoorziening van de bodem bv. zeer beperkt. Men kan zich hierbij afvragen of dit gebrek een effect heeft op de groei en ontwikkeling van de bomen en de vegetatieontwikkeling in de kruidlaag. Interessant is ook om na te gaan hoe snel de voedingstoestand in deze bodem toeneemt en welke factoren hier een rol in spelen (boomsoorten als Zwarte els en Robinia, stikstofdepositie). Dit gebied is zeer soortenrijk en er zijn reeds uitgebreide soortenlijsten bekend van diverse soortengroepen (planten, amfibieën, libellen, …). Het is wenselijk om dit gebied verder te blijven inventariseren om het beheer te kunnen evalueren en bijsturen. De aanwezige VMM-meetpost verzamelt meetgegevens over luchtverontreiniging voor het bepalen van de luchtkwaliteit in Vlaanderen.
3.4 Beheerdoelstellingen m.b.t. de economische functie De economische functie speelt momenteel een minder belangrijke rol in het Orveytbos. Gezien de jonge leeftijd van het bos is de directe opbrengst die de komende 20j van deze functie verwacht mag worden zeer beperkt. De stamkwaliteit is in de meeste bestanden bovendien beperkt en in bepaalde bestanden zelfs zeer slecht. Het beperken van de economische functie is overwogen omdat het bos veel meer te bieden heeft op het vlak van de ecologische en de sociale en educatieve functie. De ecologische waarde van het bos wordt voornamelijk vertegenwoordigd door de open en halfopen vegetaties in het bos. De gesloten bosbestanden kunnen over het algemeen dus wel in functie van hun economische waarde beheerd worden binnen de maatstaven die de beheervisie voorziet als minimum doelstelling voor elk bestand. De doelstelling is dan ook om de gesloten bestanden een economische functie te laten vervullen zonder de ecologische en recreatieve functie te benadelen. De aanwezige taluds zorgen er verder voor dat een groot deel van de bosbestanden moeilijk bereikbaar is voor machines. Bij het afvoeren van grotere dimensies (bv. zaaghout) zal het noodzakelijk zijn om deze langs de taluds te laten zakken. Kleinere dimensies kunnen wel via de Slenk of via de zuidelijke ingang afgevoerd worden. De zware kleibodems die in het Orveytbos aanwezig zijn, zijn tevens zeer gevoelig voor compactie door zware machines. Het is dus wenselijk om het gebruik van zware machines in de bestanden te beperken.
3.5 Beheerdoelstellingen m.b.t. de milieubeschermende functie Het Orveytbos watert af in de Braambeek die voor oppervlaktewaterwinning gebruikt wordt. Het bos is dan ook opgenomen in de perimeter van het waterwinningsgebied. Bossen beschermen waterwinningsgebieden tegen aanrijking met nutriënten. Het afvloeiende water is dan ook van uitstekende kwaliteit. Verder voorkomt de aanwezige vegetatie erosie en afkalving van de steile hellingen. De doelstelling bestaat uit het behouden van deze milieubeschermende functies.
Orveytbos
32
4 Beheermaatregelen
4. Beheermaatregelen
Figuur 6: Kaart met de belangrijkste beheersmaatregelen binnen de planningshorizont van dit beheerplan.
4.1 Bosverjonging De spontane verjonging vormt de basis voor de bosverjonging en bosomvorming. Er zal in de komende 20 jaar naar gestreefd worden om het aanplanten tot een minimum te beperken vermits de aangeplante bomen op deze zware grond moeilijk aanslaan en er reeds zeer veel spontane verjonging is van tal van boomsoorten. Natuurlijke verjonging is ook goedkoper en minder arbeidsintensief. Bij dunningen of eindkappen wordt de natuurlijke verjonging steeds zoveel mogelijk gespaard. Bij dunningen worden aangeplante pionierbomen met slechte kwaliteit gedund ten voordele van jonge boompjes uit de natuurlijke verjonging van andere soorten. Orveytbos
33
4 Beheermaatregelen
Bij de eindkap van de bestanden 2a en 13a (Populier, 2024 en 2020) en bij de omvorming van bestand 12c (fastigiate abeel, 2005) zal niet herplant worden en wordt er volledig gerekend op natuurlijke verjonging. Na de eindkap van bestand 18a (2016) zal er wel herplant worden met Zomereik of Wintereik met plaatselijke bijmenging van Haagbeuk, Gewone es en/of Linde om de omvorming van dit bestand mogelijk te maken. Aan de rand met de weg wordt een brede mantel-zoom voorzien. Op de eerste 2m wordt dus niets aangeplant en op de volgende 4m worden struiken aangeplant.
4.2 Bosomvorming 4.2.1 Eindkap populieren De 2 bestanden aangeplant met populieren, bestand 2a en 13a, worden gekapt als ze kaprijp (respectievelijk in 2024 en 2020) zijn. Nadien wordt het bos via natuurlijke verjonging verjongd (zie 4.5.1 Eindkappen).
4.2.2 Opslag populieren Bestand 18a bestaat uit wortelopslag van een gekapt populierenbestand. De stammen staan hier zeer dicht tegen elkaar en productie van kwaliteitshout kan hier dan ook niet verwacht worden. In 2016 wordt dit bestand gekapt. Tegen dan zullen de stammen een redelijke diameter bereikt hebben en kunnen ze verkocht worden voor bv. de spaanplaatindustrie. De struiklaag wordt eerst afgezet en natuurlijke verjonging van inheemse boomsoorten wordt zoveel mogelijk gespaard. Nadien zullen, indien nodig, Zomereik of Wintereik met bijmenging van meer schaduwtolerante soorten als Haagbeuk, Gewone es en/of Linde ingeplant worden. Indien de populieren opnieuw opslaan zal deze opslag afgezet worden.
4.2.3 Fastigiate abelen Bestand 12c werd met verkeerd plantgoed aangeplant, een cultuurvariëteit van Witte abeel met zuilvormige kroon. Deze aanplanting werd reeds in 2001 gedeeltelijk afgezet maar schoot op de meeste plaatsen terug uit. In 2005 worden in het bestand 12c de resterende fastigiate abelen gekapt en ingestreken met glyfosaat om te vermijden dat ze terug uitlopen. De meeste van de reeds eerder gekapte fastigiate abelen liepen opnieuw terug uit en beginnen ook wortelopslag te ontwikkelen. Éénmalig ingrijpen met glyfosaat lijkt ons dan ook zinvoller dan het jaarlijks opnieuw afzetten van de opschietende bomen. Nadien wordt er niet herplant en kan het bestand spontaan verbossen. In de eerste jaren wordt nagegaan of de fastigiate abelen nog uitlopen en indien nodig ingegrepen.
4.2.4 Verwijderen van ongewenste uitheemse soorten Ongewenste uitheemse soorten die verspreid in verschillende bestanden voorkomen, worden eveneens in 2005 gekapt. Ook hier wordt de situatie enkele jaren opgevolgd en indien nodig ingegrepen. In bestand 18a komen enkele individuen Amerikaanse vogelkers voor en in bestand 10a komt Japanse duizendknoop voor. Hier is kappen of maaien in combinatie met glyfosaatbehandeling aangewezen. Verder zijn er een tweetal individuen Rimpelroos in het begrazingsblok en in bestand 11a en een cultuurvorm van een roos op de grens van bestand 9y en 16y. Deze rozen zullen in de
Orveytbos
34
4 Beheermaatregelen eerste plaats enkele malen gemaaid worden. Als deze rozen blijven uitschieten kunnen ze eveneens met glyfosaat bestreden worden. Het bestand 17a met Tamme kastanje (0,3 ha), de groepen Robinia in bestand 5u en de verspreid staande exemplaren van Robinia in onder meer bestand 5u, 10a en 16u krijgen een hakhoutbeheer dat in eigen beheer zal uitgevoerd worden. Dit hakhoutbeheer kan de plaatselijke behoefte aan hout voor knuppelpaden, trappen en afsluitingen invullen. De Robinia worden regelmatig (minstens om de 8j) afgezet om te vermijden dat ze nog zaad vormen. De individueel verspreid staande Robinia zullen door dit beheer langzaam onderdrukt worden en verdwijnen, de groepen Robinia in bestand 5u blijven op termijn behouden (ong. 0,4 ha). Indien de individueel verspreid staande Robinia niet onderdrukt worden en te veel problemen veroorzaken door sterke wortelopslag worden ze met glyfosfaat behandeld. Het totaal aandeel van uitheemse boomsoorten zal op temijn slechts 0,7 ha meer bedragen wat overeenkomt met 2,5% van de totale oppervlakte. In bestand 17a zal op termijn om de zes jaar de helft van het hakhout gekapt worden zodat een rotatie van 12 jaar ontstaat. In 2005 zullen de aangeplante Tamme Kastanjes teruggesnoeid worden zodat zich meerstammig hakhout gaat vormen, de eerste kap is voorzien voor 2013. De kapregelingen van Tamme kastanje en Robinia zijn zo voorzien dat ze nooit zullen samenvallen.
4.3 Bebossingswerken Deze worden niet voorzien.
4.4 Bosbehandelings- en verplegingswerken ste
Twee jaar vóór de 1 dunningen zullen er in alle bestanden toekomstbomen aangeduid worden die vervolgens opgesnoeid worden. De aanplant van Tamme kastanje in bestand 17a wordt in 2005 teruggesnoeid zodat meerstammigge exemplaren ontstaan die in hakhoutbeheer genomen kunnen worden. Het nieuw aangeplante bestand 18a (zie 4.2.2 Opslag populieren) zal in de eerste jaren na de aanplant om de twee jaren gesnoeid en eventueel vrijgesteld worden.
4.5 Kapregeling 4.5.1 Eindkappen In de komende 20 jaar zullen er 3 bestanden een eindkap hebben. In 2016, 2020 en 2024 worden respectievelijk bestand 18a, 13a en 2a gekapt. Struiken worden op voorhand afgezet en natuurlijke verjonging van waardevolle boomsoorten wordt zoveel mogelijk gespaard. Na het kappen van bestand 18a wordt er aangeplant, bij de andere 2 bestanden zal niet heraangeplant worden. In bestand 13a zullen een 5-tal en in bestand 2a een 15-tal (ongeveer 10 /ha) ecologisch interessante populieren blijven staan om hun natuurlijke levenscyclus te doorlopen en uiteindelijk te sterven. Deze eindkappen zullen het voorraadpeil van het gehele bos tijdelijk doen dalen. Deze daling wordt echter duidelijk opgevangen door de sterke voorraadstijging die in alle andere bestanden mag verwacht worden gezien de groei hier zeer goed is en de dunningen nog zeer beperkt zullen zijn.
4.5.2 Dunningen
Orveytbos
35
4 Beheermaatregelen Er wordt een dunningscyclus ingesteld van 8 jaar. Een aantal bestanden worden reeds in 2008 gedund. De meeste andere bestanden worden pas vanaf 2016 gedund. Voorafgaand aan de eerste dunning worden toekomstbomen aangeduid die opgesnoeid worden. De bestanden 3b, 12a en 12c kunnen de komende 20jaar spontaan evolueren en werden momenteel niet in de dunningsregeling opgenomen. In het volgende beheerplan zullen deze normaal gezien terug in de dunningsregeling opgenomen worden. De bestanden 1b, 7a, 7b en 8a liggen in het permanente begrazingsblok en zullen spontaan evolueren naar een wastine en worden ook in de toekomst niet meer gedund of gekapt Bestand 10a tenslotte krijgt een nulbeheer (zie verder) en zal ook in de toekomst niet meer in de dunningsregeling opgenomen worden. Het hakhoutbeheer van bestand 17a gebeurt in eigen beheer. Het hout kan gebruikt worden om in de eigen vraag naar hout te voorzien. Dit beheer is niet opgenomen in de kapregeling vermits het beheer zal gebeuren afhankelijk van de noodzaak aan hout. Er wordt een rotatie van 12 jaar voorzien.
4.5.3 Kapregeling Tabel 12: Kapregeling
Nr Opp (ha.)
Boomsoort
Plantjaar
2 0 0 5
1a 1,30 Witte abeel en Zwarte els 1988 en 1998 2a 1,47 Cultuurpopulier en Zwarte 1988 els 3a 0,54 Wintereik 1990 4a 1,18 Wilg sp. en Wintereik 1989 en 1998 4b 0,21 Haagbeuk 1989-1996 6a 0,89 Zwarte els 1988 11a 1,22 Wilg sp. 1990 12b 1,39 Gewone es 1990-1992 12d 0,26 Zwarte els 1991 13a 0,51 Cultuurpopulier 1990 15a 0,96 Ruwe berk 1988 18a 1,03 Cultuurpopulier 1988 Legende kapregeling: x = dunningskap E = eindkap
2 0 0 6
2 0 0 7
2 0 0 8
2 0 0 9
2 0 1 0
2 0 1 1
2 0 1 2
2 0 1 3
2 0 1 4
2 0 1 5
2 0 1 6 X
2 0 1 7
2 0 1 8
2 0 1 9
2 0 2 0
2 0 2 1
2 0 2 2
2 0 2 3
E
X
X
X X X X X X X E
X
X E
4.6 Bosexploitatie Het aantal exploitaties binnen de planningshorizont van het beheerplan blijft zeer beperkt. Er zullen eindkappen plaatsvinden in de bestanden 2a, 13a en 18a. Dunningskappen zullen in 9 bosbestanden (1a, 3a, 4a, 4b, 6a, 11a, 12d en 15a) doorgevoerd worden. De meeste bestaande wandelwegen kunnen ook voor de houtexploitatie gebruikt worden. Na elke exploitatie wordt de toestand van de wegen geëvalueerd en de nodige herstelmaatregelen uitgevoerd. Een goed wegennet zorgt ervoor dat zowel recreanten als exploitanten maximaal op deze wegen blijven en verminderen aldus schade en verstoring (sluikpaden, verbreding van wegen, …) in de bestanden zelf. Bij het afvoeren van grotere dimensies (bv. zaaghout) zal het noodzakelijk zijn om
Orveytbos
2 0 2 4
36
2 0 2 5
4 Beheermaatregelen deze langs de taluds te laten zakken. Kleinere dimensies kunnen wel via de Slenk of via de zuidelijke ingang afgevoerd worden. In heel het bos geldt een schoontijd van 1 april tot 30 juni. In deze periode mag niet geveld, noch geruimd worden.
4.7 Brandpreventie Aangezien het brandgevaar erg beperkt is, worden geen speciale maatregelen voorzien.
4.8 Open plekken In het Orveytbos komen tal van open en halfopen vegetaties voor. Hieronder worden volgende gebieden besproken: het centraal begrazingsblok; de poelen; de open plek van bestand 14y en een deel van bestand 12c; de struwelen van bestand 1u, 5u, 8u en 16u en het Peperboompjeshooiland, het Bokkeorchishooiland, de Slenk en andere open vegetaties langs het talud.
4.8.1 Het centraal begrazingsblok Het centrale begrazingsblok wordt samen met een deel van de terreinen van het natuurreservaat De Vaarttaluds begraasd. De totale begraasde oppervlakte bedraagt momenteel 10,6 ha (zie ook tabel 5) en zal de komende jaren waarschijnlijk niet meer wijzigen. Het gebied binnen het Orveytbos wordt momenteel grotendeels permanent begraasd, het deel van het natuurreservaat De Vaarttaluds wordt seizoenaal begraasd tussen 1 augustus en 1 april (zie tabel 5). De begrazing gebeurt momenteel door 4 Shetlandpony’s. De begrazingsdruk bedraagt dus 0,67 GVE /ha in het voorjaar en 0,38 GVE /ha gedurende de rest van het jaar. De doelstelling is om hier een gevarieerde wastine te laten ontwikkelen. Deze processen worden gestuurd door de begrazing en eventueel door gericht maai- en kapbeheer. Er worden in het begrazingsblok geen bomen meer geëxploiteerd. Oude of dode bomen die een gevaar vormen voor de paden, omheining of dergelijke meer kunnen gekapt worden maar blijven ter plaatse liggen. Dit begrazingsbeheer zal de komende 20 jaar verder gezet worden. Er zal een regelmatig (minstens jaarlijks overleg) komen tussen ANB en Natuurpunt-Zwevegem: die het natuurreservaat De Vaarttaluds beheren en verantwoordelijk zijn voor het begrazingsbeheer in het Orveytbos (contactpersoon Wim Pauwels). Hierbij kunnen eventuele andere deskundigen in verband met begrazingsbeheer of orchideeën gevraagd worden. Dit overleg dient om praktische regelingen te treffen, de begrazing te evalueren en te sturen. Indien de struiklaag te sterk uitbreidt kan hier bv. beslist worden om eventueel een deel te kappen. Om deze evaluatie mogelijk te maken zal de boswachter elk jaar kort de vegetatieontwikkeling, de evolutie van de zeldzame planten, de opkomst van struwelen en opgaande bomen en het graasbeheer evalueren. Aan de beheerders van het natuurreservaat De Vaarttaluds wordt gevraagd hetzelfde te doen voor de terreinen van het natuurreservaat. De begrazing zal de komende jaren verder gezet worden met Shetlandpony’s. De begrazingsdruk zal initieel behouden worden, maar kan op basis van de evaluaties in onderling overleg gewijzigd worden. De eigenaar van de dieren, Natuurpunt-Zwevegem, is verantwoordelijk voor het verzorgen en opvolgen van de dieren.
4.8.2 De poelen
Orveytbos
37
4 Beheermaatregelen In de poelen van het Orveytbos komt een populatie van Kamsalamander (een habitatrichtlijnsoort) voor, verder is het gebied rijk aan andere amfibieën en libellen. Het beheer van de poelen is dan ook gericht op het behoud van deze natuurwaarden. De Paardeput, de Nieuwe poel en een derde te graven poel worden via een rotatie om beurten geschoond en de vegetatie en opslag gemaaid, gekapt en afgevoerd. Op die manier zal er om de 5 jaar één poel geschoond worden. Indien blijkt dat de poelen snel verlanden kan de rotatie in de toekomst ingekort worden. De Paardenput zal in 2008 opnieuw uitgegraven worden. In 2013 wordt er een nieuwe poel gegraven op de grens van de bestanden 7b en 9y in het begrazingsblok. Rond 2018 zal de Nieuwe poel afhankelijk van de noodzaak geschoond worden en zal de vegetatie en opslag gemaaid, gekapt en afgevoerd worden. Rond 2023 gebeurt hetzelfde met de Paardenput. Het opschonen van een poel gebeurt best half september tot eind november. Drastische werken kunnen het best in de winter gebeuren. Bij het opschonen wordt steeds een kwart van de poel ongemoeid gelaten zodat van hieruit de vegetatie en fauna terug kan koloniseren. De Bospoel wordt in 2008 samen met de Paardenput opnieuw uitgegraven. De poel kan met een kraan bereikt worden via bestand 12c. Daarna is er geen opschoning meer voorzien. De Grote poel, Stuwpoel en de Wilgenpoel kunnen verder spontaan ontwikkelen. Bij de lisdoddevegetatie van de Grote poel zal verbossing tegen gegaan worden door indien nodig de vegetatie (gedeeltelijk) in de winter éénmalig te maaien. Hierbij wordt natuurlijk rekening gehouden met de aanwezigheid van zeldzame vogels als Roerdomp (die hier als wintergast reeds is gezien).
4.8.3 De moerasspirearuigte De ruigte in de zuidwesthoek van bestand 12c (zie Figuur 7) wordt gekenmerkt door riet en Moerasspirearuigte. Bestand 14y bestaat uit een kort gemaaid pleintje met een zitbank, het centrale deel wordt minder frequent gemaaid en hier groeit voornamelijk Pitrus. De randen bestaan uit braamstruwelen en een struiklaag die de overgang vormt met bestanden 15a en 16u. Het kortgemaaide deel met de zitbank in bestand 14y) blijft behouden. De moerasspirearuigte (zuidwesthoek van bestand 12c), de pitrusruigte en bramen (delen van bestand 14y) worden om de 4 jaar eind september gemaaid en afgevoerd. Dit maaibeheer zal samen met al het andere jaarlijkse maaiwerk uitbesteed worden. De struiklaag wordt zoals bestand 16u beheerd (zie hieronder).
Figuur 7: Kaart met ligging van de Moerasspirearuigte.
Orveytbos
38
4 Beheermaatregelen
4.8.4 De struwelen van de taluds Het deel van het bestand 1u dat buiten het begrazingsblok ligt, vormt de talud tussen bestand 1a en de Slenk 8u en bestaat voornamelijk uit doornstruwelen. Bestand 5 u bestaat uit groepjes Robinia, doornstruwelen, wilgenstruwelen, braamstruwelen en grazige vegetaties met verspreide meidoornen. Bestand 8u bestaat voornamelijk uit een hooiland dat verder gemaaid zal worden, de randen bestaan uit struwelen. Bestand 16 u bestaat bijna volledig uit wilgenstruwelen, met plaatselijk ruigtes of braamstruwelen. Deze struwelen zullen via regelmatig afzetten behouden worden. Elk jaar wordt ongeveer 0,2 ha afgezet zodat om de 20 jaar de meeste delen van de struwelen een- of meerdere malen zijn afgezet. De Robinia worden minstens om de 8 jaar afgezet om zaadvorming te vermijden. Een groot deel van bestand 16 u zal nagenoeg niet afgezet worden, op lange termijn kan dit gebied eventueel evolueren naar een nulbeheer. Bij het afzetten van Sleedoorn wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de eventuele aanwezigheid van Sleedoornpage. De eieren zijn immers gedurende de winter, tijdens het afzetten, op het hout aanwezig. Het is wel noodzakelijk om de struiken regelmatig af te zetten omdat ze hun eitjes afleggen op jong sleedoornhout. Hiervoor werd het afzetten reeds zoveel mogelijk gefasseerd. Eventueel kan afgezet sleedoornhout blijven liggen in de buurt van niet afgezette Sleedoorn. De halfopen vegetaties en braamstruwelen kunnen spontaan verder evolueren of worden af en toe gemaaid om bv. het afzetten van de struwelen mogelijk te maken of om de gekapte populieren langs de helling te kunnen laten zakken. Een deel van de halfopen vegetaties zal jaarlijks gemaaid worden (zie hieronder).
4.8.5 De hooilanden Het Peperboompjeshooiland (deel van bestand 16y) is een zeer waardevol zuid geëxposeerd glanshaverhooiland met onder meer Zeegroene zegge, Bevertjes, Klavervreter, Grote ratelaar, Bijeorchis, Rietorchis en 1 Peperboompje. Het Bokkeorchishooiland (deel van bestand 5u) is eveneens een waardevol glanshaverhooiland met verspreide meidoornstruwelen op het talud met onder meer 1 Bokkeorchis, Rietorchis, Grote ratelaar, en Bosorchis. De Slenk (bestand 8u) is een halfopen vochtig grasland. De andere open vegetaties situeren zich op de bovenste helft van het talud bij bestand 5u, het onbegraasde deel van bestand 9y en het deel van bestand 16y dat niet tot het Peperboompjeshooiland behoort. Hier gaat het om verruigde glanshavergraslanden met verspreide boomopslag. De doelstelling is om deze waardevolle graslanden te behouden en verder te laten ontwikkelen. Ook het halfopen karakter van deze graslanden met her en der verspreid staande struiken, voornamelijk meidoorn, wordt grotendeels behouden. Al deze gebieden zullen eind september jaarlijks gemaaid worden met afvoer van het maaisel. Dit maaibeheer zal in de toekomst uitbesteed worden. Bij het Peperboompjeshooiland en het Bokkeorchishooiland is het noodzakelijk dat het maaibeheer hier zeer correct wordt uitgevoerd en dat er geen te zware machines worden gebruikt, de helling is overigens te steil voor tractoren. De verspreid staande struiken bij de Slenk en het Bokkeorchishooiland dienen behouden te blijven. Indien deze te sterk uitgroeien kunnen er eventueel enkele struiken worden afgezet. Om het maaibeheer van de andere delen van het talud mogelijk te maken zal een strook van 5m grotendeels vrijgemaakt worden van struiken zodat de strook vanaf de weg boven aan het talud met een zijdelingse maaibalk gemaaid kan worden. Het toegangspad dat door de Slenk loopt, zal afgebakend worden door een knuppelpad vermits het hier vaak vochtig is en om te vermijden dat de volledig gemaaide oppervlakte als pad gebruikt gaat worden.
Orveytbos
39
4 Beheermaatregelen
4.9 Gradiënten en bosrandontwikkeling Zie bij de bespreking 4.8 Open plekken. Aan de rand van bestand 18a met de weg zal na de kaalkap (2016) van het bestand een brede mantel (4 m) en zoom (2 m) ontwikkeld worden. De mantel zal met struiken worden aangeplant en het jaarlijks maaibeheer en afvoeren van de zoom kan mee uitbesteed worden met het andere maaibeheer.
4.10
Specifieke maatregelen ter bescherming van flora en fauna
Bij de bespreking 4.8 Open plekken werden reeds heel wat maatregelen opgesomd die tot doel hebben om de biotopen van de graslanden, poelen en andere open plekken te bewaren. Deze beheersingrepen zorgen eveneens voor het behoud van de aanwezige soorten in deze biotopen (zeldzame planten, kamsalamander, hazelworm, libellen, broedvogels van halfopen biotopen). Specifieke maatregelen zijn er verder voor het behoud van het laatste Peperboompje aan de rand van de Peperboompjesweide. Het Peperboompje zal regelmatig vrijgesteld worden wanneer nodig om te voorkomen dat het overgroeid wordt. Voor de rust van de broedvogels (en ook andere organismen) is er een schoontijd van 1 april tot 30 juni. Het bos is enkel toegankelijk voor wandelaars. Er is geen speelbos aanwezig. Verder is het wandelpad in begraasde zone niet toegankelijk van 1 maart tot 31 augustus.
4.11
Dood hout en oude bomen
De meeste bestanden zijn zeer jong. Hier zijn weinig mogelijkheden voor de ontwikkeling van oude bomen en veel dood hout binnen de huidige planningshorizont. Wel kan er door natuurlijke stamtalreductie wat dood hout van kleine dimensies ontstaan. Het belangrijkste initiatief voor dood hout en oude bomen is het instellen van nulbeheer in het bestand 10a dat reeds zeer rijk is aan dood hout en oude bomen en een deel van de struwelen van bestand 16u. Verder kunnen heel wat zones al dan niet tijdelijk spontaan ontwikkelen. In het begrazingsblok kunnen bomen oud worden en natuurlijk sterven, enkel gevaarlijke bomen worden omgezaagd maar blijven liggen. Bij de meeste eindkappen (uitgezonderd bestand 18a) blijven een 10tal bomen /ha staan. Bestand 18a bestaat uit een opslag van een gekapt populierenbos, door de natuurlijke selectie staan er reeds heel wat dode bomen in het bestand en dit zal in de komende jaren nog sterk toenemen. Bij de eindkap zal het aanwezige dood hout terplekke blijven.
4.12
Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de toegankelijkheid
4.12.1 Plan wegennet - opengestelde boswegen Het toegangkelijkheidsregelement is opgenomen in bijlage 6 Toegankelijkheidsreglement (18/11/2004). De bijhorende kaart is kaart 10.
4.12.2 Speelzones Omwille van de grote ecologische waarde en potenties van dit bos zijn er hier geen speelzones afgebakend. Er is wel een speelbos voorzien in het nabijgelegen Mortagnebos.
Orveytbos
40
4 Beheermaatregelen
4.12.3 Recreatieve infrastructuur Het bos is enkel toegankelijk voor wandelaars, niet voor ruiters of fietsers. De reeds aanwezige tafel en banken (bestand 14y), knuppelpaden, trappen en kortgemaaide paden blijven verder behouden en beheerd. Aan de Slenk (bestand 8u) kruist het wandelpad een natte zone. Hier zal een knuppelpad voorzien worden voor de wandelaars. Als het beheerplan en toegankelijkheidsreglement definitief zijn goedgekeurd zullen er infoborden komen aan de ingangen van het Orveytbos. Met de beheerders van het natuurreservaat De Vaarttaluds kunnen eventueel afspraken gemaakt worden om beide gebieden op de infoborden aan te geven. Er zou één groot infobord komen aan de zuidelijke ingang. Kleine infoborden zullen er geplaatst worden aan de ingang van het GR-pad en aan de noordelijke ingang of (in overleg met Naturpunt-Zwevegem) aan de doorgang van het natuurreservaat De Vaarttaluds bij het Jaagpad.
4.13
Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de jacht
De jacht wordt in het Orveytbos niet verpacht. Het bos ligt in de W.B.E. Vlaamse Zonnebergen.
4.14
Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de visserij
Het is niet toegestaan om in het Orveytbos te vissen.
4.15 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. gebruik niet-houtige bosproducten Het is niet toegestaan om in het Orveytbos niet-houtige bosproducten te oogsten of mee te nemen zonder uitdrukkelijke toestemming van de houtvester.
4.16
Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. cultuurhistorische elementen
Het belangrijkste cultuurhistorisch relict is het reliëf van de stortheuvel. Dit komt tot uiting door de steile hellingen, het plaatselijk geaccidenteerde reliëf en de historische toegangsweg voor de vrachtwagens (de Slenk). Het huidige reliëf zal bewaard blijven, de ononderbroken begroeiing van de steile hellingen moet ervoor zorgen dat erosie wordt tegengegaan.
4.17
Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de milieubeschermende functie
Het Orveytbos watert af in de Braambeek die als oppervlaktewaterwinning gebruikt wordt. Het bos is dan ook opgenomen in de perimeter van het waterwinningsgebied. Voor het beperken van zuur of aangerijkt drainagewater wordt de erosie zoveel mogelijk bestreden, de kapoppervlaktes beperkt en wordt enkel inheems standplaatsgeschikt loofhout gebruikt. Op alle steile hellingen wordt voor een permanente begroeiing gezorgd zonder kaalkappen. Het hakhoutbeheer blijft kleinschalig zodat de erosie wordt tegengegaan.
4.18
Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de wetenschappelijke functie
Orveytbos
41
4 Beheermaatregelen Momenteel staat er een VMM-meetpost in het bestand 1y. Dit project kan uiteraard verder lopen en de boswachter zal regelmatig contact opnemen met de VMM om dit project te kunnen opvolgen. Andere systematische onderzoeken zijn er momenteel niet in het vooruitzicht. Nieuwe onderzoeken zijn uiteraard mogelijk indien ze binnen de algemene doelstelling van het beheer van dit bos passen.
4.19
Werken die de biotische of abiotische toestand van het bos wijzigen
4.19.1 Reliëfwijziging Het uitgraven van de poelen zal plaatselijk het reliëf in zeer beperkte mate wijzigen. De grond wordt in de directe omgeving van de poelen gelegd.
4.19.2 Wegenaanleg Aan de Slenk (bestand 8u) kruist het wandelpad een natte zone. Hier zal een knuppelpad voorzien worden voor de wandelaars. De bestaande knuppelpaden en trappen worden verder onderhouden. In functie van de exploitatie kan beoordeeld worden of er plaatselijk op de bestaande boswegen versteviging met inert materiaal dient voorzien te worden, weliswaar zonder ecologische nadelige gevolgen.
4.19.3 Drainage Nieuwe drainage in het bos is niet voorzien. Door de aanleg van de poelen kan de afwatering plaatselijk licht wijzigen.
4.19.4 Wijzigen van de kruidlaag Buiten het reeds eerder vermelde maai- en graasbeheer worden er geen specifieke ingrepen in de kruidlaag voorzien.
4.19.5 Gebruik van prikkeldraad De afrastering van het begrazingsblok bestaat volledig uit gladde draad. Er zal ook elders geen prikkeldraad meer gebruikt worden in het bos.
Orveytbos
42
4 Beheermaatregelen
4.20
Planning van de beheerwerken
Tabel 13: Planning van de beheerwerken
18a 18a 12c 9y, 10a, 11a, 16y 18a 9y, 10a, 11a, 16y 18a, 12c 17a 5u, 10a, 16u 1u, 5u, 8u, 16u overal 18a 17a Overal 8u
Herplanten, aanleg mantel en zoom Inboeten van aanplant Kappen van fastigiate abelen en instrijken met glyfosaat Verwijderen van ongewenste uitheemse soorten: kappen, maaien en glyfosaatbehandeling Controle op de ongewenste uitheemse soorten en fastigiate abelen Hakhoutbeheer van 1/2 van de Tamme kastanje Afzetten van 1/2 van de Robinia Afzetten van ongeveer 1/20 van de struwelen Aanduiden en opsnoeien toekomstbomen snoeien en eventueel vrijstellen jonge aanplant Insnoeien zodat hakhout ontstaat herstel boswegen Aanleg knuppelpad door de slenk in de natte zone
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
Bestand Beheerswerk
X X X X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
Orveytbos
43
4 Beheermaatregelen
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2005
Begrazin Opvolgen begrazingsbeheer gsblok en jaarlijkse evaluatie Jaarlijks overleg over het begrazingsblok 9y Uitdiepen Paardeput 9y Graven een nieuwe poel 9y Schonen en beheren oever van de Nieuwe poel 9y Schonen en beheren oever van de Paardeput 12b Uitdiepen van de Bospoel 9y Controle op verbossing lisdodde-vegetatie en indien nodig (gedeeltelijk) maaien in de winter 12c, 14y Vierjaarlijks maaien en afvoeren eind september 5u, 8u, Jaarlijks maaien en afvoeren 9y, 16y eind september 18a Jaarlijks maaien van zoom 5u, 8u, Indien nodig afzetten enkele 9y, 16y struiken in hooiland 16Y Indien nodig vrijstellen Peperboompje overal Regelmatig maaien paden, onderhoud trappen, knuppelpaden, tafel, banken, borden en afsluitingen Ingang Plaatsen infoborden
2006
Bestand Beheerswerk
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X X X
X
X
X X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Orveytbos
44
Bijlage 1 Kaarten
Bijlage 1 Kaarten Kaart 1: Kadasterkaart. KADSCAN (OC GIS-Vlaanderen – AKRED) (toestand 1/1/2001).
Orveytbos
45
Bijlage 1 Kaarten Kaart 2: Situatieplan
Orveytbos
46
Bijlage 1 Kaarten
Kaart 3: Wegen en waterlopen
Orveytbos
47
Bijlage 1 Kaarten Kaart 4: Gewestplan
Orveytbos
48
Bijlage 1 Kaarten Kaart 5: Kaart met VEN en habitatrichtlijngebieden
Orveytbos
49
Bijlage 1 Kaarten Kaart 6: Aankoopperimeter Kam Leie-Schelde van ANB
Orveytbos
50
Bijlage 1 Kaarten
Kaart 7: Bodemkaart. Digitale versie van de bodemkaart van Vlaanderen, IWT, 2001 5OC GIS Vlaanderen)
Orveytbos
51
Bijlage 1 Kaarten Kaart 8: Geologie. Digitale versie van de tertiare geologische kaart, MVG, afdeling Natuurlijke rijkdommen en energie, uitgave 2001 (OC GIS Vlaanderen)
Orveytbos
52
Bijlage 1 Kaarten Kaart 9: Bestandskaart
Orveytbos
53
Bijlage 1 Kaarten Kaart 10: Toegankelijkheid
Orveytbos
54
Bijlage 2 Samenvatting per bestand van de bosbouw-opnames
Bijlage 2 Samenvatting per bestand van de bosbouw-opnames
Orveytbos
55
Bosbouw:
Orveytbos 1 b
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
1
Bestand
b
Oppervlakte (ha):
0,40
Zaailingen Boomsoort
Stamtal
Verspreiding
Verjonging
Verspreid
NV
Hoogte (cm): 50-99 Ratelpopulier
4401
Totaal
4401
Struiklaag Boomsoort
Stamtal L
Stamtal D Verspreiding
Verjonging
Hoogte(cm): 400-600 Ratelpopulier
943
0
Verspreid
NV
1572
0
Verspreid
NV
Hoogte(cm): 200-400 Ratelpopulier
Totaal
2515
0
Boomlaag Boomsoort
Stamtal
Grondvlak
Volume
Ratelpopulier
825 100%
10,11 100%
29,5 100%
Totaal
825
10,1
cg (cm) 39
hg (m)
30
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
geen
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout
Pagina :
1
hdom (m)
113333333333333,0 10,3
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 1 b
Stamtalverdeling 350 300
stamtal (/ha)
250 200 150 100 50 0 25
35
45
55
65
omtrekklasse (cm) Ratelpopulier
Grondvlakverdeling 4
grondvlak (m²/ha)
3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 25
35
45
55
65
omtrekklasse (cm)
Ratelpopulier
Pagina :
2
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 2 a
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
2
Bestand
a
Oppervlakte (ha):
1,47
Zaailingen Struiklaag Boomsoort
Stamtal L
Stamtal D Verspreiding
Verjonging
Hoogte(cm): 200-400 Zwarte els
0
157
Totaal
157
Verspreid
KV
0
Boomlaag cg (cm)
hg (m)
hdom (m)
1022
90%
8,27
69%
28,5
62%
32
6,7
9,3
Populier
118
10%
3,65
31%
17,3
38%
63
12,8
Totaal
1140
Stamtal
Boomsoort Zwarte els
Grondvlak
11,9
Volume
46
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
geen
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout
Pagina :
1
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 2 a
Stamtalverdeling 600
stamtal (/ha)
500 400 300 200 100 0 25
35
45
55
65
75
omtrekklasse (cm) Overige
Populier
Zwarte els
Grondvlakverdeling 4,5
grondvlak (m²/ha)
4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 25
35
45
55
65
75
omtrekklasse (cm)
Overige
Pagina :
2
Populier
Zwarte els
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 6 a
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
6
Bestand
a
Oppervlakte (ha):
0,89
Zaailingen Struiklaag Boomsoort
Stamtal L
Stamtal D Verspreiding
Verjonging
Hoogte(cm): 400-600 Zwarte els
0
315
Totaal
315
Homogeen
KV
0
Boomlaag cg (cm)
hg (m)
hdom (m)
1494
97%
11,75
98%
43,7
99%
31
9,0
9,7
39
3%
0,20
2%
0,3
1%
25
6,0
Stamtal
Boomsoort Zwarte els Meidoorn
1534
Totaal
Grondvlak
11,9
Volume
44
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
geen
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout
Pagina :
1
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 6 a
Stamtalverdeling 900 800
stamtal (/ha)
700 600 500 400 300 200 100 0 25
35
45
omtrekklasse (cm) Overige
Zwarte els
Grondvlakverdeling 7
grondvlak (m²/ha)
6 5 4 3 2 1 0 25
35
45
omtrekklasse (cm)
Overige
Pagina :
2
Zwarte els
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 7 a
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
7
Bestand
a
Oppervlakte (ha):
0,72
Zaailingen Boomsoort
Stamtal
Verspreiding
Verjonging
Verspreid
NV
Hoogte (cm): 0-49 Boswilg
1258
Totaal
1258
Struiklaag Boomsoort
Stamtal L
Stamtal D Verspreiding
Verjonging
Hoogte(cm): 200-400 Zwarte els
1258
0
Verspreid
NV
Ratelpopulier
472
0
Verspreid
NV
Tamme kastanje
157
0
Verspreid
KV
1887
Totaal
0
Boomlaag Boomsoort
Stamtal
Grondvlak 4,22
56%
3,30
44%
Zwarte els
433
65%
Boswilg
236
35%
Totaal
668
7,5
Volume
cg (cm)
hg (m)
hdom (m)
16,2
54%
35
7,3
8,3
13,7
46%
43
7,5
30
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
geen
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout
Pagina :
1
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 7 a
Stamtalverdeling 300
stamtal (/ha)
250 200 150 100 50 0 25
35
45
55
65
75
omtrekklasse (cm) Boswilg
Overige
Zwarte els
Grondvlakverdeling 3
grondvlak (m²/ha)
2,5 2 1,5 1 0,5 0 25
35
45
55
65
75
omtrekklasse (cm)
Boswilg
Pagina :
2
Overige
Zwarte els
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 11 a
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
11
Bestand
a
Oppervlakte (ha):
1,22
Zaailingen Boomsoort
Stamtal
Verspreiding
Verjonging
Hoogte (cm): 100-149 Meidoorn
1258
Homogeen
KV
Meidoorn
629
Homogeen
KV
Hoogte (cm): 0-49 Totaal
1887
Struiklaag Boomsoort
Stamtal L
Stamtal D Verspreiding
Verjonging
Hoogte(cm): 200-400 Wilg
0
314 314
Totaal
Homogeen
KV
0
Boomlaag Boomsoort
Stamtal
Grondvlak
Wilg
589 100%
6,43 100%
Totaal
589
6,4
Volume
cg (cm)
hg (m)
hdom (m)
37
8,0
11,2
30,6 100% 31
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
geen
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout
Pagina :
1
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 11 a
Stamtalverdeling 250
stamtal (/ha)
200
150
100
50
0 25
35
45
55
omtrekklasse (cm) Wilg
Grondvlakverdeling 3,5
grondvlak (m²/ha)
3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 25
35
45
55
omtrekklasse (cm)
Wilg
Pagina :
2
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 12 c
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
12
Bestand
c
Oppervlakte (ha):
0,56
Zaailingen Boomsoort
Stamtal
Verspreiding
Verjonging
Verspreid
NV
Hoogte (cm): 0-49 Es
630
Totaal
630
Struiklaag Boomsoort
Stamtal L
Stamtal D Verspreiding
Verjonging
Hoogte(cm): 200-400 Zomereik
315
0
Witte abeel
315
157
630
Totaal
Verspreid
NV
Homogeen
KV
157
Boomlaag Boomsoort
Stamtal
Grondvlak
Witte abeel
1023 100%
6,78 100%
Totaal
1023
Volume
cg (cm)
hg (m)
hdom (m)
29
8,3
9,8
8,0 100%
6,8
8
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
geen
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout Boomsoort Witte abeel
Sortiment
Stamtal
dun
39 39
Pagina :
1
Grondvlak
100%
Volume
0,20 100% 0,20
Afgedrukt op : 24-mrt-05
0,5 0,5
100%
Bosbouw:
Orveytbos 12 c
Stamtalverdeling 800 700
stamtal (/ha)
600 500 400 300 200 100 0 25
35 omtrekklasse (cm) Witte abeel
Grondvlakverdeling
grondvlak (m²/ha)
3,48 3,46 3,44 3,42 3,4 3,38 3,36 3,34 3,32 3,3 3,28 3,26 25
35 omtrekklasse (cm)
Witte abeel
Pagina :
2
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 12 d
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
12
Bestand
d
Oppervlakte (ha):
0,26
Zaailingen Struiklaag Boomsoort
Stamtal L
Stamtal D Verspreiding
Verjonging
Hoogte(cm): 200-400 Zwarte els
0
944
Totaal
944
Homogeen
KV
0
Boomlaag Boomsoort
Stamtal
Grondvlak
Volume
Zwarte els
1180 100%
10,81 100%
46,2 100%
Totaal
1180
10,8
cg (cm)
hg (m)
hdom (m)
34
9,2
10,2
46
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
geen
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout
Pagina :
1
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 12 d
Stamtalverdeling 800 700
stamtal (/ha)
600 500 400 300 200 100 0 25
35
45
omtrekklasse (cm) Zwarte els
Grondvlakverdeling 7
grondvlak (m²/ha)
6 5 4 3 2 1 0 25
35
45
omtrekklasse (cm)
Zwarte els
Pagina :
2
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 13 a
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
13
Bestand
a
Oppervlakte (ha):
0,51
Zaailingen Struiklaag Boomsoort
Stamtal L
Stamtal D Verspreiding
Verjonging
Hoogte(cm): 200-400 Boswilg
0
5190
Totaal
5190
Homogeen
KV
0
Boomlaag Stamtal
Grondvlak
Populier
236 100%
3,61 100%
Totaal
236
Boomsoort
3,6
Volume
cg (cm)
hg (m)
hdom (m)
44
11,3
11,6
12,8 100% 13
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
geen
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout
Pagina :
1
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 13 a
Stamtalverdeling 140 120
stamtal (/ha)
100 80 60 40 20 0 35
45
55
omtrekklasse (cm) Populier
Grondvlakverdeling 2 1,8 grondvlak (m²/ha)
1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 35
45
55
omtrekklasse (cm)
Populier
Pagina :
2
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 15 a
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
15
Bestand
a
Oppervlakte (ha):
0,96
Zaailingen Struiklaag Boomlaag Stamtal
Grondvlak
Volume
Berk
1612 100%
18,09 100%
101,2 100%
Totaal
1612
Boomsoort
18,1
cg (cm)
hg (m)
hdom (m)
38
12,3
13,2
101
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
<5 stuks/ha
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout
Pagina :
1
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 15 a
Stamtalverdeling 700 600
stamtal (/ha)
500 400 300 200 100 0 25
35
45
55
omtrekklasse (cm) Berk
Grondvlakverdeling 8
grondvlak (m²/ha)
7 6 5 4 3 2 1 0 25
35
45
55
omtrekklasse (cm)
Berk
Pagina :
2
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 18 a
Identiteit Domein:
Orveytbos
Plaat Percee
18
Bestand
a
Oppervlakte (ha):
1,03
Zaailingen Boomsoort
Stamtal
Verspreiding
Verjonging
Verspreid
NV
Hoogte (cm): 150-199 Meidoorn
1258
Totaal
1258
Struiklaag Boomsoort
Stamtal L
Stamtal D Verspreiding
Verjonging
Hoogte(cm): 400-600 Populier
314
2358
314
0
Homogeen
NV
Verspreid
NV
Hoogte(cm): 200-400 Meidoorn
628
Totaal
2358
Boomlaag Boomsoort
Stamtal
Grondvlak
Volume
cg (cm)
hg (m)
hdom (m) 20,2
Populier
1926
98%
27,84
98%
178,0
98%
43
18,3
Boswilg
39
2%
0,63
2%
3,9
2%
45
12,5
Totaal
1965
28,5
182
Liggend Dood Hout Sortiment
Aanta
dun (20 -59 cm) :
<5 stuks/ha
dik (60 -119 cm)
geen
zeer dik ≥ 120 cm)
geen
Staand Dood Hout
Pagina :
1
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bosbouw:
Orveytbos 18 a
Stamtalverdeling 800 700
stamtal (/ha)
600 500 400 300 200 100 0 25
35
45
55
65
omtrekklasse (cm) Overige
Populier
Grondvlakverdeling 9
grondvlak (m²/ha)
8 7 6 5 4 3 2 1 0 25
35
45
55
65
omtrekklasse (cm)
Overige
Pagina :
2
Populier
Afgedrukt op : 24-mrt-05
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames Bestand b
Perceel:1
Proefvlak 1
3757 1
Elzen-Eikenbos 18 Elzenbroekbos 16 Ruigt-Elzenbos 14
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
Moesdistel-Elzenbroek
3
Bosbesrijk Berken-Eikenbos
12 Wilgenvloedbos
10
Duinbos
8
typisch Berken-Eikenbos
5
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
6 Populieren-beemd
7
Witbol Berken-Eikenbos
4 2
Populieren-ruigte
Witbol Eiken-Beukenbos
0
Brandnetel-Vlierenbos
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Elzen-Essenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
droog Iepen-Essenbos
11,5 10,5 28,5 45,5 62,5 19,5 36,5 53,5 27,5 44,5 61,5 18,5 35,5 52,5 26,5 43,5 60,5 17,5 34,5 51,5 25,5 42,5 59,5 16,5 33,5 50,5 67,5 24,5 41,5 58,5 15,5 32,5 49,5 66,5 23,5 40,5 57,5 14,5 31,5 48,5 65,5 22,5 39,5 56,5 13,5 30,5 47,5 64,5 21,5 38,5 55,5 12,5 29,5 46,5 63,5 20,5 37,5 54,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 37 54 10 28 45 62 19 36 53 27 44 61 18 35 52 26 43 60 17 34 51 68 25 42 59 16 33 50 67 24 41 58 15 32 49 66 23 40 57 14 31 48 65 22 39 56 13 30 47 64 21 38 55 12 29 46 63 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Elzenrijk Iepen-Essenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
Essenbronbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos
vochtig Eiken-Haagbeukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos
arme
Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Brandnetel-Vlierenbos
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad. BOOMLAAG
KRUIDLAAG
Latijnse naam
Nederlandse naam
Populus tremula Cornus sanguinea Crataegus monogyna
Ratelpopulier Rode kornoelje Eenstijlige meidoorn
Latijnse naam
Nederlandse naam
Phragmites australis Ranunculus repens Cerastium fontanum Cirsium arvense Daucus carota Equisetum arvense Equisetum palustre Eupatorium cannabinum Heracleum sphondylium Symphytum officinale Crataegus monogyna Geranium dissectum
Riet Kruipende boterbloem Gewone hoornbloem Akkerdistel Peen Heermoes Lidrus Koninginnekruid Gewone bereklauw Gewone smeerwortel Eenstijlige meidoorn Slipbladige ooievaarsbek
Orveytbos
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
5 r r
0 0 0
0 0 0
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
4 1 + + + + + + + + r r
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
56
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bestand a
Perceel:2
Proefvlak 1
3756 1
Elzen-Eikenbos 40 Elzenbroekbos 35 Ruigt-Elzenbos Moesdistel-Elzenbroek
30
typisch Berken-Eikenbos
20
Duinbos
5
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
15
Populieren-beemd
3
Bosbesrijk Berken-Eikenbos
25
Wilgenvloedbos
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
10
7
Witbol Berken-Eikenbos
5 Populieren-ruigte
Witbol Eiken-Beukenbos
0
Brandnetel-Vlierenbos
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Elzen-Essenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
droog Iepen-Essenbos
11,5 10,5 19,5 18,5 17,5 16,5 15,5 14,5 13,5 12,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 10 19 18 17 16 15 14 13 12 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Elzenrijk Iepen-Essenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
Essenbronbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos
vochtig Eiken-Haagbeukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos
Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Brandnetel-Vlierenbos
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad.
BOOMLAAG KRUIDLAAG
Latijnse naam
Nederlandse naam
Alnus glutinosa
Zwarte els
Latijnse naam Calamagrostis epigejos Arrhenatherum elatius Poa pratensis Holcus lanatus Juncus inflexus Heracleum sphondylium Urtica dioica Ranunculus repens Eupatorium cannabinum Symphytum officinale Calystegia sepium Carex cuprina Cirsium arvense Dactylis glomerata Anthriscus sylvestris Equisetum arvense Plantago major Potentilla anserina Galium aparine Lycopus europaeus Pimpinella saxifraga Epilobium hirsutum Cirsium vulgare Juncus effusus Populus x canadensis
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
3
0
0
Nederlandse naam
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
Duinriet Glanshaver Veldbeemdgras s.l. Gestreepte witbol Zeegroene rus Gewone bereklauw Grote brandnetel Kruipende boterbloem Koninginnekruid Gewone smeerwortel Haagwinde Valse voszegge Akkerdistel Kropaar Fluitekruid Heermoes Grote weegbree s.l. Zilverschoon Kleefkruid Wolfspoot Kleine bevernel Harig wilgeroosje Speerdistel Pitrus Canadapopulier
2b 2a 2a 2m 2m 1 1 1 + + + + + + + + + + + + + + r r r
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Orveytbos
57
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bestand a
Perceel:6
Proefvlak 1
3755 1
Elzen-Eikenbos 35 Elzenbroekbos Ruigt-Elzenbos 30 Moesdistel-Elzenbroek
20
Duinbos
15
typisch Berken-Eikenbos
5
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
10
Populieren-beemd
3
Bosbesrijk Berken-Eikenbos
25
Wilgenvloedbos
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
7
Witbol Berken-Eikenbos
5 Populieren-ruigte
Witbol Eiken-Beukenbos
0
Brandnetel-Vlierenbos
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Elzen-Essenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
droog Iepen-Essenbos
11,5 10,5 28,5 45,5 62,5 79,5 19,5 36,5 53,5 70,5 87,5 27,5 44,5 61,5 78,5 18,5 35,5 52,5 69,5 86,5 26,5 43,5 60,5 77,5 17,5 34,5 51,5 68,5 85,5 25,5 42,5 59,5 76,5 16,5 33,5 50,5 67,5 84,5 24,5 41,5 58,5 75,5 15,5 32,5 49,5 66,5 83,5 23,5 40,5 57,5 74,5 91,5 14,5 31,5 48,5 65,5 82,5 22,5 39,5 56,5 73,5 90,5 13,5 30,5 47,5 64,5 81,5 21,5 38,5 55,5 72,5 89,5 12,5 29,5 46,5 63,5 80,5 20,5 37,5 54,5 71,5 88,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 37 54 71 88 10 28 45 62 79 19 36 53 70 87 27 44 61 78 18 35 52 69 86 26 43 60 77 17 34 51 68 85 25 42 59 76 16 33 50 67 84 24 41 58 75 92 15 32 49 66 83 23 40 57 74 91 14 31 48 65 82 22 39 56 73 90 13 30 47 64 81 21 38 55 72 89 12 29 46 63 80 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Elzenrijk Iepen-Essenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
Essenbronbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Brandnetel-Vlierenbos
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad. BOOMLAAG KRUIDLAAG
Latijnse naam
Nederlandse naam
Juglans regia
Okkernoot
Latijnse naam
Nederlandse naam
Holcus lanatus Alnus glutinosa Symphytum officinale Arrhenatherum elatius Epilobium hirsutum Urtica dioica Heracleum sphondylium Calystegia sepium Carex sylvatica Cerastium fontanum Cirsium arvense Eupatorium cannabinum Stachys sylvatica Galium aparine Potentilla anserina Ranunculus repens Equisetum arvense Geranium dissectum Crataegus monogyna Juncus effusus Lycopus europaeus Rumex crispus
Gestreepte witbol Zwarte els Gewone smeerwortel Glanshaver Harig wilgeroosje Grote brandnetel Gewone bereklauw Haagwinde Boszegge Gewone hoornbloem Akkerdistel Koninginnekruid Bosandoorn Kleefkruid Zilverschoon Kruipende boterbloem Heermoes Slipbladige ooievaarsbek Eenstijlige meidoorn Pitrus Wolfspoot Krulzuring
Orveytbos
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
r
0
0
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
5 3 2a 1 1 1 + + + + + + + + + + + r r r r r
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
58
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bestand a
Perceel:7
Proefvlak 1
3754 1
Elzen-Eikenbos 16 Elzenbroekbos 14 Ruigt-Elzenbos Moesdistel-Elzenbroek
12
Bosbesrijk Berken-Eikenbos
Wilgenvloedbos
10
typisch Berken-Eikenbos
8
Duinbos
3 5
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
6
Populieren-beemd
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
4
7
Witbol Berken-Eikenbos
2 Populieren-ruigte
Witbol Eiken-Beukenbos
0
Brandnetel-Vlierenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
Essenbronbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos Hyacintrijk droog Eiken-Haagbeukenbos Eiken-Haagbeukenbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Ruig-Elzenbos (zwak ontwikkeld vegetatietype)
KRUIDLAAG
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
droog Iepen-Essenbos
11,5 10,5 28,5 45,5 62,5 19,5 36,5 53,5 27,5 44,5 61,5 18,5 35,5 52,5 26,5 43,5 60,5 17,5 34,5 51,5 68,5 25,5 42,5 59,5 16,5 33,5 50,5 67,5 24,5 41,5 58,5 15,5 32,5 49,5 66,5 23,5 40,5 57,5 14,5 31,5 48,5 65,5 22,5 39,5 56,5 13,5 30,5 47,5 64,5 21,5 38,5 55,5 12,5 29,5 46,5 63,5 20,5 37,5 54,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 37 54 10 28 45 62 19 36 53 27 44 61 18 35 52 69 26 43 60 17 34 51 68 25 42 59 16 33 50 67 24 41 58 15 32 49 66 23 40 57 14 31 48 65 22 39 56 13 30 47 64 21 38 55 12 29 46 63 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Elzenrijk Iepen-Essenbos
BOOMLAAG
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Elzen-Essenbos
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad.
Latijnse naam
Nederlandse naam
Alnus glutinosa Salix caprea Populus tremula Castanea sativa
Zwarte els Boswilg Ratelpopulier Tamme kastanje
Latijnse naam
Nederlandse naam
Carex acutiformis Eupatorium cannabinum Calamagrostis epigejos Rubus fruticosus Lycopus europaeus Pimpinella saxifraga Symphytum officinale
Moeraszegge Koninginnekruid Duinriet Gewone braam Wolfspoot Kleine bevernel Gewone smeerwortel
Orveytbos
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
2b 2a 1 r
0 0 0 0
0 0 0 0
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
4 2m + + r r r
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
59
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bestand a
Perceel:11
Proefvlak 1
3750 1
Elzen-Eikenbos Elzenbroekbos Ruigt-Elzenbos
18
14
Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
3
Bosbesrijk Berken-Eikenbos
12
Moesdistel-Elzenbroek
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos
16
typisch Berken-Eikenbos
5
10 Wilgenvloedbos
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
8 6
Duinbos
Witbol Berken-Eikenbos
7
4 2
Populieren-beemd
Witbol Eiken-Beukenbos
0 Populieren-ruigte
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Brandnetel-Vlierenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
11,5 10,5 28,5 45,5 62,5 19,5 36,5 53,5 27,5 44,5 61,5 18,5 35,5 52,5 26,5 43,5 60,5 17,5 34,5 51,5 25,5 42,5 59,5 16,5 33,5 50,5 67,5 24,5 41,5 58,5 15,5 32,5 49,5 66,5 23,5 40,5 57,5 14,5 31,5 48,5 65,5 22,5 39,5 56,5 13,5 30,5 47,5 64,5 21,5 38,5 55,5 12,5 29,5 46,5 63,5 20,5 37,5 54,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 37 54 10 28 45 62 19 36 53 27 44 61 18 35 52 26 43 60 17 34 51 68 25 42 59 16 33 50 67 24 41 58 15 32 49 66 23 40 57 14 31 48 65 22 39 56 13 30 47 64 21 38 55 12 29 46 63 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Elzen-Essenbos Elzenrijk Iepen-Essenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
droog Iepen-Essenbos Essenbronbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos
vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Populieren-ruigte (met Riet en wilg)
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad. BOOMLAAG STRUIKLAA
KRUIDLAAG
Latijnse naam
Nederlandse naam
Salix
Wilg (G)
Latijnse naam
Nederlandse naam
Crataegus monogyna Fraxinus excelsior Quercus robur
Eenstijlige meidoorn Gewone es Zomereik
Latijnse naam
Nederlandse naam
Phragmites australis Tanacetum vulgare Cirsium arvense Epilobium hirsutum Eupatorium cannabinum Juncus inflexus Poa pratensis Rubus fruticosus Symphytum officinale Urtica dioica Humulus lupulus
Riet Boerenwormkruid Akkerdistel Harig wilgeroosje Koninginnekruid Zeegroene rus Veldbeemdgras s.l. Gewone braam Gewone smeerwortel Grote brandnetel Hop
Orveytbos
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
3
0
0
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
3 + r
0 0 0
0 0 0
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
4 2a 1 + + + + + + + r
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
60
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bestand c
Perceel:12
Proefvlak 1
3752 1
Elzen-Eikenbos 25 Elzenbroekbos Ruigt-Elzenbos 20 Moesdistel-Elzenbroek Wilgenvloedbos
15
Duinbos
10
Populieren-beemd
3
Bosbesrijk Berken-Eikenbos typisch Berken-Eikenbos
5
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
7
Witbol Berken-Eikenbos
5
Populieren-ruigte
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
Witbol Eiken-Beukenbos
0
Brandnetel-Vlierenbos
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Elzen-Essenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
droog Iepen-Essenbos
11,5 10,5 28,5 19,5 36,5 27,5 18,5 35,5 26,5 17,5 34,5 25,5 16,5 33,5 24,5 15,5 32,5 23,5 14,5 31,5 22,5 39,5 13,5 30,5 21,5 38,5 12,5 29,5 20,5 37,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 37 10 28 19 36 27 18 35 26 17 34 25 16 33 24 15 32 23 40 14 31 22 39 13 30 21 38 12 29 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Elzenrijk Iepen-Essenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
Essenbronbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Populieren-ruigte
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad. BOOMLAAG
KRUIDLAAG
Latijnse naam
Nederlandse naam
Quercus robur Populus alba Salix caprea Crataegus monogyna
Zomereik Witte abeel Boswilg Eenstijlige meidoorn
Latijnse naam
Nederlandse naam
Arrhenatherum elatius Calamagrostis epigejos Festuca Dactylis glomerata Cirsium arvense Equisetum arvense Eupatorium cannabinum Poa pratensis Juncus inflexus Symphytum officinale Urtica dioica Achillea millefolium Fraxinus excelsior Chaerophyllum temulum Vicia
Glanshaver Duinriet Zwenkgras (G) Kropaar Akkerdistel Heermoes Koninginnekruid Veldbeemdgras s.l. Zeegroene rus Gewone smeerwortel Grote brandnetel Gewoon duizendblad Gewone es Dolle kervel Wikke (G)
Orveytbos
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
0 3 r r
0 0 0 0
0 0 0 0
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
3 3 2m 1 + + + + + + + + r r r
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
61
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bestand d
Perceel:12
Proefvlak 1
3753 1
Elzen-Eikenbos 25 Elzenbroekbos Ruigt-Elzenbos 20 Moesdistel-Elzenbroek Wilgenvloedbos
15
Duinbos
10
3
Bosbesrijk Berken-Eikenbos typisch Berken-Eikenbos
5
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
7
Witbol Berken-Eikenbos
5
Witbol Eiken-Beukenbos
0
Brandnetel-Vlierenbos
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Elzen-Essenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
Elzenrijk Iepen-Essenbos
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
droog Iepen-Essenbos
11,5 10,5 28,5 45,5 19,5 36,5 53,5 27,5 44,5 18,5 35,5 52,5 26,5 43,5 17,5 34,5 51,5 25,5 42,5 16,5 33,5 50,5 24,5 41,5 15,5 32,5 49,5 23,5 40,5 14,5 31,5 48,5 22,5 39,5 56,5 13,5 30,5 47,5 21,5 38,5 55,5 12,5 29,5 46,5 20,5 37,5 54,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 37 54 10 28 45 19 36 53 27 44 18 35 52 26 43 17 34 51 25 42 16 33 50 24 41 15 32 49 23 40 57 14 31 48 22 39 56 13 30 47 21 38 55 12 29 46 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Populieren-beemd Populieren-ruigte
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
Essenbronbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Brandnetel-Vlierenbos
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad. BOOMLAAG KRUIDLAAG
Latijnse naam
Nederlandse naam
Alnus glutinosa
Zwarte els
Latijnse naam Poa pratensis Holcus lanatus Glechoma hederacea Elymus repens Phragmites australis Urtica dioica Alopecurus pratensis Symphytum officinale Dactylis glomerata Ranunculus repens Polygonum persicaria Equisetum palustre Eupatorium cannabinum Cerastium fontanum Juncus inflexus Stachys palustris Stachys sylvatica Achillea millefolium Juncus effusus Rumex obtusifolius Cirsium vulgare Cardamine hirsuta Tanacetum vulgare
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
4
0
0
Nederlandse naam
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
Veldbeemdgras s.l. Gestreepte witbol Hondsdraf Kweek Riet Grote brandnetel Grote vossestaart Gewone smeerwortel Kropaar Kruipende boterbloem Perzikkruid Lidrus Koninginnekruid Gewone hoornbloem Zeegroene rus Moerasandoorn Bosandoorn Gewoon duizendblad Pitrus Ridderzuring Speerdistel Kleine veldkers Boerenwormkruid
0 3 2b 2a 2m 1 1 1 1 1 1 1 1 + + + + + r r r r r
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Orveytbos
62
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bestand a
Perceel:13
Proefvlak 1
3751 1
Elzen-Eikenbos 25 Elzenbroekbos Ruigt-Elzenbos 20 Moesdistel-Elzenbroek Wilgenvloedbos
15
Duinbos
10
3
Bosbesrijk Berken-Eikenbos typisch Berken-Eikenbos
5
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
7
Witbol Berken-Eikenbos
5
Witbol Eiken-Beukenbos
0
Brandnetel-Vlierenbos
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Elzen-Essenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
Elzenrijk Iepen-Essenbos
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
droog Iepen-Essenbos
11,5 10,5 28,5 45,5 62,5 79,5 19,5 36,5 53,5 70,5 87,5 27,5 44,5 61,5 78,5 18,5 35,5 52,5 69,5 86,5 26,5 43,5 60,5 77,5 17,5 34,5 51,5 68,5 85,5 25,5 42,5 59,5 76,5 16,5 33,5 50,5 67,5 84,5 24,5 41,5 58,5 75,5 15,5 32,5 49,5 66,5 83,5 23,5 40,5 57,5 74,5 14,5 31,5 48,5 65,5 82,5 22,5 39,5 56,5 73,5 13,5 30,5 47,5 64,5 81,5 21,5 38,5 55,5 72,5 12,5 29,5 46,5 63,5 80,5 20,5 37,5 54,5 71,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 37 54 71 88 10 28 45 62 79 19 36 53 70 87 27 44 61 78 18 35 52 69 86 26 43 60 77 17 34 51 68 85 25 42 59 76 16 33 50 67 84 24 41 58 75 15 32 49 66 83 23 40 57 74 14 31 48 65 82 22 39 56 73 13 30 47 64 81 21 38 55 72 12 29 46 63 80 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Populieren-beemd Populieren-ruigte
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
Essenbronbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Brandnetel-Vlierenbos
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad. BOOMLAAG
KRUIDLAAG
Latijnse naam
Nederlandse naam
Salix cinerea Populus x canadensis Fraxinus excelsior Crataegus monogyna
Grauwe wilg Canadapopulier Gewone es Eenstijlige meidoorn
Latijnse naam
Nederlandse naam
Phragmites australis Urtica dioica Symphytum officinale Equisetum arvense Eupatorium cannabinum Glechoma hederacea Rubus fruticosus Potentilla anserina Pimpinella saxifraga Vicia Cirsium arvense Heracleum sphondylium
Riet Grote brandnetel Gewone smeerwortel Heermoes Koninginnekruid Hondsdraf Gewone braam Zilverschoon Kleine bevernel Wikke (G) Akkerdistel Gewone bereklauw
Orveytbos
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
5 + r r
0 0 0 0
0 0 0 0
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
5 1 1 + + + + + + + + r
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
63
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bestand a
Perceel:15
Proefvlak 1
3758 1
Elzen-Eikenbos 30 Elzenbroekbos Ruigt-Elzenbos 25 Moesdistel-Elzenbroek 20 Wilgenvloedbos 15 Duinbos 10 Populieren-beemd 5
3
Bosbesrijk Berken-Eikenbos typisch Berken-Eikenbos
5
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
7
Witbol Berken-Eikenbos Witbol Eiken-Beukenbos
0
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Brandnetel-Vlierenbos Elzen-Essenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
Elzenrijk Iepen-Essenbos
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
droog Iepen-Essenbos
11,5 10,5 28,5 45,5 62,5 19,5 36,5 53,5 27,5 44,5 61,5 18,5 35,5 52,5 26,5 43,5 60,5 17,5 34,5 51,5 25,5 42,5 59,5 16,5 33,5 50,5 67,5 24,5 41,5 58,5 15,5 32,5 49,5 66,5 23,5 40,5 57,5 14,5 31,5 48,5 65,5 22,5 39,5 56,5 13,5 30,5 47,5 64,5 21,5 38,5 55,5 12,5 29,5 46,5 63,5 20,5 37,5 54,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 37 54 10 28 45 62 19 36 53 27 44 61 18 35 52 26 43 60 17 34 51 68 25 42 59 16 33 50 67 24 41 58 15 32 49 66 23 40 57 14 31 48 65 22 39 56 13 30 47 64 21 38 55 12 29 46 63 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Populieren-ruigte
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
Essenbronbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Brandnetel-Vlierenbos
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad. BOOMLAAG STRUIKLAA
KRUIDLAAG
Latijnse naam
Nederlandse naam
Betula pendula
Ruwe berk
Latijnse naam
Nederlandse naam
Crataegus monogyna Sambucus nigra
Eenstijlige meidoorn Gewone vlier
Latijnse naam Rubus fruticosus Urtica dioica Carex acutiformis Galium aparine Glechoma hederacea Ranunculus repens Phragmites australis Polygonum persicaria Stachys palustris Stellaria holostea Symphytum officinale Cirsium arvense Chaerophyllum temulum Vicia Rumex hydrolapathum Iris pseudacorus Tanacetum vulgare
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
5
0
0
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
0 r
0 0
0 0
Nederlandse naam
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
Gewone braam Grote brandnetel Moeraszegge Kleefkruid Hondsdraf Kruipende boterbloem Riet Perzikkruid Moerasandoorn Grote muur Gewone smeerwortel Akkerdistel Dolle kervel Wikke (G) Waterzuring Gele lis Boerenwormkruid
4 4 3 2a 1 1 1 1 1 1 1 + + + r r r
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Orveytbos
64
Bijlage 3 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames
Bestand a
Perceel:18
Proefvlak 1
3759 1
Elzen-Eikenbos 20 Elzenbroekbos Ruigt-Elzenbos Moesdistel-Elzenbroek
15
typisch Berken-Eikenbos 10
5
Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos
5
7
Witbol Berken-Eikenbos Witbol Eiken-Beukenbos
0
9
Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos
Brandnetel-Vlierenbos Elzen-Essenbos
Bramenrijk Eiken-Beukenbos
Elzenrijk Iepen-Essenbos
11
Amerikaanse eik-Kastanjebos
droog Iepen-Essenbos
11,5 10,5 28,5 45,5 62,5 79,5 19,5 36,5 53,5 70,5 87,5 27,5 44,5 61,5 78,5 18,5 35,5 52,5 69,5 86,5 26,5 43,5 60,5 77,5 17,5 34,5 51,5 68,5 85,5 25,5 42,5 59,5 76,5 16,5 33,5 50,5 67,5 84,5 24,5 41,5 58,5 75,5 15,5 32,5 49,5 66,5 83,5 23,5 40,5 57,5 74,5 14,5 31,5 48,5 65,5 82,5 22,5 39,5 56,5 73,5 13,5 30,5 47,5 64,5 81,5 21,5 38,5 55,5 72,5 12,5 29,5 46,5 63,5 80,5 20,5 37,5 54,5 71,5 9,5 8,5 7,5 6,5 5,5 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5 11 20 37 54 71 88 10 28 45 62 79 19 36 53 70 87 27 44 61 78 18 35 52 69 86 26 43 60 77 17 34 51 68 85 25 42 59 76 16 33 50 67 84 24 41 58 75 15 32 49 66 83 23 40 57 74 14 31 48 65 82 22 39 56 73 13 30 47 64 81 21 38 55 72 12 29 46 63 80 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Populieren-beemd Populieren-ruigte
3
Bosbesrijk Berken-Eikenbos
Wilgenvloedbos Duinbos
Droog
Rododendron-bos soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos
typische Wintereiken-Beukenbos
Essenbronbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos
Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos Meiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos
X 1
2
3
4
5
Voedselarm zuur basenarm
Brandnetel-Vlierenbos
6
7
8
Nat
9 X
Voedselrijk neutraal-basisch basenrijk
Ekogram op basis van de Ellenberg-getallen voor vocht en zuurgraad. BOOMLAAG STRUIKLAA
KRUIDLAAG
Latijnse naam
Nederlandse naam
Populus x canadensis
Canadapopulier
Latijnse naam
Nederlandse naam
Prunus serotina Crataegus monogyna
Ame vogelkers Eenstijlige meidoorn
Latijnse naam Urtica dioica Rubus fruticosus Cardamine pratensis Galium aparine Ranunculus repens Rumex
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
5
0
0
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
+ r
0 0
0 0
Nederlandse naam
BB Coëficiënt
Min arealen
Herbariumnr.
Grote brandnetel Gewone braam Pinksterbloem Kleefkruid Kruipende boterbloem Zuring (G)
5 3 r r r r
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Orveytbos
65
Bijlage 4 Biotoopkartering
Bijlage 4 Biotoopkartering
Figuur 8: Biotoopkartering. De nummers verwijzen naar de fiches in dit document.
Orveytbos
66
Bijlage 4 Biotoopkartering
Figuur 9: De vindplaatsen van zeldzame soorten.
Orveytbos
67
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart : 31: Paardenput Bestandsnummer 9y Opnemer(s) Arno, Anja Vegetatietype: goed ontwikkelde droogvallende vijver (3are)
eenheid
Open vegetatie
Aangrenzend landgebruik Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten
Extensief begraasde wastine Fauna en flora Libellen, amfibieën (zie algemene beschrijving)
mozaïekbegroeiing Waterereprijs (subsp. Aquatica), Veenwortel, Moeraszuring Huidig beheer
Nietsdoen Bedreigingen: Verlanding Identiteit Nummer op kaart : 33: Nieuwe poel eenheid Bestandsnummer 9y Opnemer(s) Arno, Anja Vegetatietype : Nieuw gegraven vijver (7are) Aangrenzend landgebruik Extensief begraasde wastine opmerkingen Aangelegd in 2003 Fauna en flora Bijzondere fauna Groene kikker Kruidlaag Structuur Voorlopig nog vrij kale oevers en wateroppervlak Kenmerkende soorten
Open vegetatie
Groot Moerasscherm, Zeegroene rus, Gewoon kranswier (Chara vulgaris var. longibracteata) Huidig beheer
Nietsdoen Identiteit Nummer op kaart :
eenheid
34: Stuwpoel
Open vegetatie
Bestandsnummer 9y Opnemer(s) Arno, Anja Vegetatietype: goed ontwikkelde droogvallende vijver (4are) Aangrenzend landgebruik Extensief begraasde wastine Opmerkingen Recent sterk uitgebreid door de aanleg van de Nieuwe poel. Fauna en flora Bijzondere fauna Groene kikker, Belangrijkste vindplaats voor Kamsalamander Kruidlaag Structuur mozaïekbegroeiing Kenmerkende soorten Veenwortel, Waterranonkel, Wolfspoot, Grote Waterweegbree, Kleine lisdodde Struiklaag Kenmerkende soorten
Wilg, Linde (afstervend) Huidig beheer
Nietsdoen Bedreigingen: Het valt nog af te wachten of deze poel voor een belangrijk deel terug droogvalt in de zomer of niet. Opmerkingen:
Orveytbos
68
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart :
32: Wilgenpoel
Bestandsnummer
9y
Opnemer(s)
eenheid
Open vegetatie
Arno, Anja
Vegetatietype: matig ontwikkelde vijver verland met wilgenstruweel (7are) Aangrenzend landgebruik
Extensief begraasde wastine Fauna en flora
Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur
hoog
Kenmerkende soorten
Gewone waterbies, Zeegroene rus, Waterranonkel
Struiklaag Kenmerkende soorten
Wilg Huidig beheer
Nietsdoen Bedreigingen: Verlanding Opmerkingen: Identiteit Nummer op kaart : 35: Grote poel eenheid Bestandsnummer 9y Opnemer(s) Leen, Koen Vegetatietype: goed ontwikkelde vijver verland met Grote lisdodde (13are) Aangrenzend landgebruik
Open vegetatie
Extensief begraasde wastine Fauna en flora
Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten
hoog Watermunt, Grote lisdodde, Gewone waterbies, Brunel, Zomprus, Pitrus Huidig beheer
Nietsdoen Bedreigingen: Verlanding Opmerkingen:
Orveytbos
69
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart :
eenheid
41: Bospoel
Open vegetatie
Bestandsnummer 12b Opnemer(s) Arno, Anja Vegetatietype: matig ontwikkelde vijver verland met Riet (2are) Aangrenzend landgebruik bos Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten Struiklaag Kenmerkende soorten
hoog Riet, Koninginnekruid, Valse voszegge, Heermoes, Lidrus, Wolfspoot Aangeplante Gewone es Huidig beheer
Nietsdoen Bedreigingen: Verlanding; verdroging en overschaduwing door aangeplante es Opmerkingen:
Identiteit Nummer op kaart :
eenheid
46
Open vegetatie
Bestandsnummer 16u Opnemer(s) Arno, Anja Vegetatietype: matig ontwikkelde natte ruigte met Moerasspirea (18 are) Aangrenzend landgebruik Bos en akker Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten
Struiklaag Kenmerkende soorten
middelhoog Moerasspirea, Koninginnekruid, Boerewormkruid, Glanshaver, Kropaar, Veldlathyrus, Braam, Wikke, Honingklaver, Smeerwortel, Dauwbraam, Glad walstro, Speerdistel, Grote muur, Moeraszegge, Wilde peen, Brede wespenorchis, Hop Verspreid staande eik, wilg, meidoorn, hazelaar, sleedoorn Huidig beheer
Nietsdoen Bedreigingen: verruiging, verbossing Opmerkingen:
Orveytbos
70
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart :
eenheid
55
Open vegetatie
Bestandsnummer 12c Opnemer(s) Arno, Anja Vegetatietype: matig ontwikkelde natte ruigte met Moerasspirea (2 are) Aangrenzend landgebruik Bos Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten Struiklaag Kenmerkende soorten
Grasmus middelhoog Moerasspirea, Gestreepte witbol, Glanshaver, Heermoes, Haagwinde, Zilverschoon, Smeerwortel, Ruige zegge, Veldlathyrus, Knoopkruid, Bereklauw, Tweerijige zegge, Vijfvingerkruid, Dagkoekoeksbloem Verspreid staande fastigiate vormen van Witte abeel (aangeplant) Huidig beheer
Afzetten Witte abelen Bedreigingen: verruiging, verbossing Opmerkingen:
Identiteit Nummer op kaart : Bestandsnummer
eenheid
40 12b
Open vegetatie
Opnemer(s) Arno, Anja Vegetatietype: matig ontwikkeld rietland (13 are) Aangrenzend landgebruik
bos Fauna en flora
Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten Struiklaag Kenmerkende soorten
hoog Riet, Gewone wederik, Heermoes, Wolfspoot, Zeegroene rus, Harig wilgenroosje, Smeerwortel, Moeraszegge, Zachte duizendknooop, Wikke Aangeplante Gewone es Huidig beheer
Nietsdoen Bedreigingen: Verlanding; verdroging en overschaduwing door aangeplante es
Orveytbos
71
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart :
eenheid
54
Open vegetatie
Bestandsnummer 12c en 14y Opnemer(s) Arno, Anja Vegetatietype: matig ontwikkeld rietland (13 are) Aangrenzend landgebruik bos Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten Struiklaag Kenmerkende soorten
hoog Riet, Gewone wederik, Heermoes, Wolfspoot, Zeegroene rus, Harig wilgenroosje, Smeerwortel, Moeraszegge, Zachte duizendknooop, Wikke Aangeplante Gewone es Huidig beheer
Nietsdoen Bedreigingen: Verlanding; verdroging en overschaduwing door aangeplante es
Identiteit Nummer op kaart : 8: Bokkeorchishooiland Bestandsnummer 5u Opnemer(s) Leen, Koen Vegetatietype: matig tot goed ontwikkeld glanshaverhooiland (1,4 ha) Aangrenzend landgebruik
eenheid
Open vegetatie
Bos en akker na bomenrij en verharde weg Fauna en flora
Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten
Zeldzame soorten Struiklaag Kenmerkende soorten
middelhoog Glanshaver, Margriet, Akkerdistel, Knoopkruid, Veldzuring, Hoornbloem, Gele morgenster, Heermoes, Gewone agrimonie, Boerenwormkruid, Smeerwortel, Vijfvingerkruid, Smalle weegbree, Brunel, Kruipend zenegroen, Klein hoefblad, wikke 100 tal Rietorchis, tiental Grote ratelaar, 1 Bokkenorchis, Bosorchis Verspreid staande opslag van Meidoorn, Trilpopulier, Sleedoorn en wilg Huidig beheer
Een belangrijk deel: maaien (tijdstip: eind augustus begin september) Andere delen: werden voorlopig niet of niet jaarlijks gemaaid Bedreigingen :verbossing
Orveytbos
72
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart : 29: Weide met VMM meetpost Bestandsnummer 1y en delen van 1b en 1u Opnemer(s) Leen, Koen Vegetatietype: matig ontwikkeld verruigde duinrietweide (1,3 ha) Aangrenzend landgebruik Bos en wastine
eenheid
Open vegetatie
Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten
middelhoog Duinriet, Ruige zegge, Zeegroene zegge, Margriet
Zeldzame soorten Struiklaag Kenmerkende soorten
Verspreid heel wat Bijeorchis en Rietorchis
Nummer op kaart :
24: Peperboompjeshooiland
Bestandsnummer
16y
Aan de rand opslag van Zwarte els en een aangaplant struweel Huidig beheer Extensive jaarrondbegrazing met Shetlandpony’s Bedreigingen: verbossing door Zwarte els, verruiging bij onvoldoende begrazing en verdwijnen orchideeën bij te sterke begrazing.
Identiteit
Opnemer(s)
eenheid
Open vegetatie
Arno, Leen
Vegetatietype : Goed ontwikkeld glanshaverhooiland (0,5 ha) Aangrenzend landgebruik Bos en weiland Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten
Zeldzame soorten Struiklaag Kenmerkende soorten
mozaïekbegroeiing Glanshaver, Honingklaver, Wilde peen, Boerewormkruid, Schermhavikskruid, Korenbloem, Smeerwortel, Ringelwikke, Kruipend zenegroen, Zeegroene zegge, Klein hoefblad, Gestreepte witbol, Scherpe boterbloem, Dauwbraam, Hopklaver, Koninginnekruid, Knoopkruid, Hoornbloem, Veldlathyrus, Witte klaver, Rode ogentroost, Sint-Janskruid, Boszegge, Zeegroene rus Bevertjes 1 plaats, Klavervreter zuidwestelijke helft, Grote ratelaar 1 exemplaar, Bijeorchis meerdere exemplaren, Rietorchis meerdere exemplaren, Peperboompje 1 exemplaar aan de oostrand Verspreid staande opslag van Es, Wilg, Meidoorn, Zwarte els, Rode kornoelje Huidig beheer
Maaien (tijdstip: eind augustus begin september) Bedreigingen : aanrijking door Zwarte els
Orveytbos
73
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart :
27
Bestandsnummer
16y
Opnemer(s)
eenheid
Open vegetatie
Arno, Leen
Vegetatietype : Matig ontwikkeld glanshaverhooiland (38 are) Aangrenzend landgebruik Struweel en wastine Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten
Zeldzame soorten Struiklaag Kenmerkende soorten
Middelhoog Glanshaver, Honingklaver, Boerewormkruid, Kruipend zenegroen, Dauwbraam, Koninginnekruid, Knoopkruid, Veldlathyrus, Sint-Janskruid, Margriet, Kropaar, Biggekruid, Duizendblad, Moerasspirea, Wikke, Rolklaver, Heermoes, Ruige zegge Bijeorchis Veel opslag van voornamelijk Wilg en Meidoorn Huidig beheer
Maaien (vroeger gemaaid nu niet meer) Bedreigingen: verbossing, verruiging
Identiteit Nummer op kaart :
39
Bestandsnummer
12a
Opnemer(s)
eenheid
Open vegetatie
Arno, Leen
Vegetatietype : Matig ontwikkeld verruigd glanshaverhooiland (20 are) Aangrenzend landgebruik Bos en wastine Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten Struiklaag Kenmerkende soorten opmerkingen
Middelhoog Glanshaver, Boerewormkruid, Koninginnekruid, Veldlathyrus, Kropaar, Wikke, Heermoes, Braam, Duingras, Zilverschoon, Akkerdistel, Grote brandnetel, Moerasrolklaver, Blauw glidkruid Hondsroos, Rode kornoelje en ingplant met Lijsterbes (slechts ten dele gelukt) Potenties voor mantel-zoomontwikkeling Huidig beheer
Voorlopig nietsdoen Bedreigingen : verruiging, verbossing
Orveytbos
74
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart :
57
Bestandsnummer
10a, 12b en deeltje 16 u
Opnemer(s)
eenheid
Open vegetatie
Arno, Leen
Vegetatietype : Matig ontwikkeld verruigd glanshaverhooiland (43 are) Aangrenzend landgebruik Opmerkingen
Bos en struweel Het oostelijk deel meer Riet en het westelijk deel overgaand in braamstruweel en doornstruweel Fauna en flora
Bijzondere fauna Kruidlaag Structuur Kenmerkende soorten
Struiklaag Kenmerkende soorten opmerkingen
Middelhoog Glanshaver, Veldlathyrus, Kropaar, Zilverschoon, Kruipende boterbloem, Knoopkruid, Margriet, Penningkruid, Heggewikke, zeegroene rus, Witte klaver, Gestreepte witbol, Valse voszegge, Slipbladige ooievaarsbek, Rode ogentroost, Hop Hondsroos, Rode kornoelje en ingplant met Lijsterbes (slechts ten dele gelukt) Potenties voor mantel-zoomontwikkeling Huidig beheer
Voorlopig nietsdoen Bedreigingen : verruiging, verbossing
Identiteit Nummer op kaart :
56
Bestandsnummer
16u
Opnemer(s)
eenheid
Struweel
Arno, Anja
Vegetatietype : Matig ontwikkeld aangeplant doornstruweel met meidoorn en sleedoorn (36 are) Aangrenzend landgebruik Struweelstructuur
Bos en weiland Zeer dicht, 3 m hoog Fauna en flora
Bijzondere fauna Kruidlaag Kenmerkende soorten Boom – en Struiklaag kenmerkende soorten opmerkingen
Zeer schraal: Heermoes, Grote brandnetel, Hondsdraf, Dauwbraam, Braam, Brede wespenorchis, Zachte duizendknoop Meidoorn, Lijsterbes, Gelderse roos, Haagbeuk, Sleedoorn, Hazelaar, Witte els Aangeplant met telkens 7 rijen van dezelfde soort Huidig beheer
Voorlopig nietsdoen Bedreigingen : verbossen
Orveytbos
75
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart :
26 en 49
Bestandsnummer
16u
Opnemer(s)
eenheid
Struweel
Arno, Anja
Vegetatietype : Matig ontwikkeld voeselrijk (Wilgen)struweel (2,1 ha) Aangrenzend landgebruik Bos en akker Struweelstructuur Zeer afwisselend, 6-10m hoog, plaatselijk open plekken met Braam Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Kenmerkende soorten Boom – en Struiklaag kenmerkende soorten
Hondsdraf, Dauwbraam, Grote brandnetel, Grote muur, Brede wespenorchis, Kleefkruid, Braam, Koninginnekruid, Heermoes, Bastaardwederik, Zevenblad, Klein hoefblad, Glad walstro, Dolle kervel, Bosandoorn Wilgen, Rode Kornoelje, Meidoorn, Es, Wilg, Sleedoorn, Haagbeuk, Hazelaar Huidig beheer
Voorlopig nietsdoen Bedreigingen: verbossen
Identiteit Nummer op kaart :
37: Oud bostalud
Bestandsnummer
10a
Opnemer(s)
eenheid
Bos
Leen, Koen
Vegetatietype: Goed ontwikkeld oud bos van het Endymio-Carpinetum (1,5 ha) Fauna en flora Bijzondere fauna Kruidlaag Kenmerkende soorten
Zeldzame soorten Boom – en Struiklaag Kenmerkende soorten opmerkingen
Regelmatig bewoonde vossenburcht aanwezig Braam, Grote brandnetel, Klimop, Hondsdraf; Verspreid Geel nagelkruid, Robertskruid, Gevlekte aronskelk, Muskuskruid, Gele dovenetel, Grote muur, Veelbloemige salomonszegel, Boshyacint, Slanke sleutelbloem, Maagdenpalm, Bosandoorn, Speenkruid, Bloedzuring, Brede wespenorchis, Dagkoekoeksbloem, Boszegge, Bosaardbei, Bosanemoon, Harig knoopkruid Spekwortel, Boslathyrus Zomereik, Populier, Bosrank, Bosroos, Rode kornoelje, Hop, Sleedoorn, Hondsroos, Gladde iep, Zoete kers, Valse acaia Op een plaats Japanse duizendknoop aanwezig Plaatselijk zeer dikke hakhoutstoven van Hazelaar onder populier Tamelijk veel dikke bomen (Populier) en dood hout Huidig beheer
Nietsdoen Bedreigingen: uitbreiden Valse acacia en verruigde stukken met Braam en Grote brandnetel door ijler maken van de boomlaag
Orveytbos
76
Bijlage 4 Biotoopkartering
Identiteit Nummer op kaart :
36: Oud begrazingsblok
Bestandsnummer
9y, delen van 7b, 7a, 8a en 8u
Opnemer(s)
eenheid
Struweel
Arno, Anja
Vegetatietype : Matig tot goed ontwikkelde wastine (2,3 ha) Aangrenzend landgebruik Struweelstructuur
bos mozaïekbegroeiing Fauna en flora
Bijzondere fauna Kruidlaag Kenmerkende soorten
Zeldzame soorten Boom – en Struiklaag kenmerkende soorten
Zilverschoon, Kruipende boterbloem, Rood guichelheil, Ruige zegge, Knoopkruid, Zeegroene rus, Speerdistel, Akkerdistel, Heelblaadjes, Basterdwederik, Harig wilgenroosje, Boerenwormkruid, Penningkruid, Vijfvingerkruid, Jacobskruiskruid, Valse voszegge, Gewone agrimonie, Dauwbraam, Braam, Bosbies, Zachte dravik, Brunel, Sint-janskruid, Duinriet, Rode ogentroost, Wilde peen, Moerasandoorn Bijeorchis, Rietorchis beide verspreid, Boslathyrus langs oud bos, Hondskruid in elzenopslag Sleedoorn, Meidoorn, Rozen, Wilg, Rode kornoelje Huidig beheer
Extensive jaarrondbegrazing met Shetlandpony’s Bedreigingen: verbossing door Zwarte els, verruiging bij onvoldoende begrazing en verdwijnen orchideeën bij te sterke begrazing.
Orveytbos
77
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens Bijlage 5.1 Flora Bijlage 5.1.2 Hogere planten Nr Datum IFBL-hok Bron Gebied I Sep/87 e2-44-41 floradatabank: Moen: kanaal+oude zeker kmhok spoorweg II III IV V VI
VII
VIII IX X XI XII XIII XIV
Sep/87 e2-44-32 floradatabank : zeker kmhok Sep/95 e2-44-32 floradatabank: zeker kmhok 7/jun (Van den /97 Bussche, 1997) 1997 e2-44-14, floradatabank: e2-44-32, zeker kmhok e2-44-41 1997 e2-44-41, (Pauwels, z.d.) (versch (e2-44illende 32) tijdstipp en) 6/1997- e2-44-32 floradatabank 1999 – : zeker kmhok 5/19971999 Mei/99 e2-44-14, floradatabank: e2-44-41 zeker kmhok Mei/99 e2-44-14 floradatabank: voorkeur kmhok Mei/01 e2-44-14, floradatabank: es-44-32, zeker kmhok es-44-41 (Van den 19/mei /01 Bussche, 2002) Aug/01 e2-44-41 floradatabank: zeker kmhok Zomer (Foré, 2002b) /01 7/mei /02
Inventariseerders Nationale werkgroep botanie De Wielewaal -- Annaert Laurent -- Coudron Frank Zwevegem: opgespoten De Becker Piet -- Coudron terrein, wegranden Frank W-Vl., Moen Nationale werkgroep botanie De Wielewaal Kraaibos + Vaarttaluds Studiegroep Europese en Mediterrane Orchideeën -- Van Den Bussche Walter Kraaibos, Vaarttaluds, Pauwels Wim Oude vaart + eiland Kraaibos, Vaarttaluds, Oude vaart + eiland
Wouter Rommens, Marleen Vermoere, Frederik Piesschaert,Wim Pauwels
Gewestelijke Bosinventarisatie
Afdeling Bos en Groen
Biologische Waarderingskaart Vlaamse Vegetatie Databank
Vriens Lieve
Vaarttaluds Moen
Studiegroep Europese en Mediterrane Orchideeën -- Van Den Bussche Walter Studiegroep Europese en Mediterrane Orchideeën -- Van Den Bussche Walter Herreman Willy -- De Waele Karel Yvan Desseyn, Mathieu Foré
Kraaibos + Vaarttaluds Moen: St-Pietersbrug Orveytbos
Zwaenepoel Arnout
Orveytbos: Afdeling Bos en Groen proefvlakopnames voor het beheerplan XV mei/02 e2-44-41 floradatabank: Moen, omgeving StHerreman Willy zeker kmhok Pietersbrug XVI Mei/04 Orveytbos Arno Thomaes, Luc De Keersmaeker, Koen Smets, Leen Govaere, Anja Leyman RL: Rode lijst
(Biesbrouck et al., 2001)
Orveytbos
78
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Opm. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Verklaring Bloei zeer wisselvallig waardoor ze niet elk jaar op dezellfde plaats wordt opgemerkt: (vroeger) 1a en 4a, begrazingsblok. Enkele plantjes boven aan het Peperboompjeshooiland. Langs de kanaaloever, buiten het domeinbos. In de open plek in 3b en in het begrazingsblok. Komt in bijna alle open delen van het bos voor: 1a, Bokkeorchishooiland en begrazingsblok. Er komen vaak kruisingen met Rietorchis voor. Komt enkel in het natuurreservaat De Vaarttaluds voor, is nog niet in het domeinbos gevonden. Komt in bijna alle open delen van het bos voor: 1a, 2a, Bokkeorchishooiland, Slenk, Peperboompjeshooiland en begrazingsblok. Er komen vaak kruisingen met Bosorchis voor. 1 exemplaar in het Bokkeorchishooiland. Komt voor langs de rand van begrazingsblok met het oud-bos. Komt in bijna alle open delen van het bos voor: 1a, 4a, Peperboompjeshooiland en begrazingsblok. Komt veel voor in het Peperboompjeshooiland. Vroeger waargenomen in natuurreservaat De Vaarttaluds, recent niet meer waargenomen. Komt enkel in het natuurreservaat De Vaarttaluds voor, is nog niet in het domeinbos gevonden. Recent ontdekt. Komt recent voor in het Peperboompjeshooiland en het Bokkeorchishooiland. Vermoedelijk met de maaibalk meegebracht uit een ander gebied.
Orveytbos
79
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam
Z (ZZ)
B
K
Acer campestre Acer pseudoplatanus L. Achillea millefolium L. Acorus calamus L. Adoxa moschatellina L. Aegopodium podagraria L. Aethusa cynapium L. var. cynapium Agrimonia eupatoria L. Agrimonia procera Wallr.
Spaanse aak Gewone esdoorn Gewoon duizendblad Kalmoes Muskuskruid Zevenblad Hondspeterselie var. cynapium Gewone agrimonie Welriekende agrimonie
Agrostis canina L. Agrostis capillaris L. Agrostis gigantea Roth Agrostis stolonifera L. Ajuga reptans L. Alisma plantago-aquatica L. Alliaria petiolata (Bieb.) Cavara et Grande Allium vineale L. Alnus glutinosa (L.) Gaertn. Alnus incana Alopecurus geniculatus L. Alopecurus myosuroides Huds. Alopecurus pratensis L. Amaranthus retroflexus L. Anacamptis pyramidalis (L.) L.C.M. Rich. Anagallis arvensis L. subsp. arvensis Anemone nemorosa L. Angelica sylvestris L. Anthemis arvensis L. Anthoxanthum odoratum L. Anthriscus sylvestris (L.) Hoffmann Apera spica-venti (L.) Beauv. Apium nodiflorum (L.) Lag. Arabidopsis thaliana (L.) Heynh. Arctium minus (Hill) Bernh. Arctium 'minus' groep Arctium pubens Bab. Arenaria serpyllifolia L. subsp. serpyllifolia Arrhenatherum elatius (L.) Beauv. ex J. et C. Presl subsp. elatius Artemisia vulgaris L. Arum maculatum L. Athyrium filix-femina
Moerasstruisgras Gewoon struisgras Hoog struisgras Fioringras Kruipend zenegroen Grote waterweegbree Look-zonder-look Kraailook Zwarte els Grauwe els Geknikte vossenstaart Duist
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X
X X X X
X X X
X X
X
X X X X
X
X X
X
X X
X
X X X
X
X X
X X X X X
X
X X X
X
X X X X X X
X X
X X X X X X
X
X
X
X X X
X X
X
X X
X X X
X X
X
X X X
X X
X
X X X
X X
X
X
X X X
X
X
X
X
X X
Grote vossenstaart Papegaaiekruid Hondskruid
X
Rood guichelheil
X X X
Bosanemoon Gewone engelwortel Valse kamille Gewoon reukgras Fluitenkruid
X
X X
X X X
X
X
X X
X
X X
X
X X X
X
X X
X X
X X
X
X X X X X X X
Grote windhalm
X
Groot moerasscherm Zandraket
X
Kleine klit
X
Middelste klit
X
X X
X
X X X
X X
X X X X
X
X
X X
Gewone glanshaver
X X X
X X X
Bijvoet Gevlekte aronskelk Wijfjesvaren
X X X
X X
X X
X
X
X X
X
X X
Orveytbos
X
X
X X X
X
X
80
1
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam
Z (ZZ)
K
Z (ZZ) Z (VZ)
Atriplex patula L. Atriplex prostrata Boucher ex DC. Avena fatua L. Barbarea vulgaris Bellis perennis L. Berberis vulgaris L. Betula Betula alba L. Betula pendula Roth Bidens cernua L. Bidens frondosa L. Bidens tripartita L. Brachypodium sylvaticum (Huds.) Beauv. Brassica nigra (L.) Koch Briza media Bromus carinatus Hook. et Arnott Bromus hordeaceus L. Bromus sterilis L. Buddleja davidii Franch. Butomus umbellatus L. Calamagrostis epigejos (L.) Roth Callitriche Callitriche hamulata Kütz. ex Koch Callitriche palustris L. Caltha palustris L. var. palustris Calystegia sepium (L.) R. Brown Campanula rapunculus L. Cannabis sativa L. Capsella bursa-pastoris (L.) Med. Cardamine hirsuta L. Cardamine pratensis L. Carduus crispus L. subsp. multiflorus (Gaudin) Gremli Carex acuta L. Carex acutiformis Ehrh. Carex cuprina (Sándor ex Heuffel) Nendtvich ex A. Kerner Carex disticha Huds. Carex divulsa
Uitstaande melde Spiesmelde Oot Gewoon barbarakruid Madeliefje Zuurbes Berk (G) Zachte berk Ruwe berk Knikkend tandzaad Zwart tandzaad Veerdelig tandzaad Boskortsteel
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X X X X
X
X X
X X X
X
X
X
X X X
2
X X X X X X
Sterrenkroos (G) Haaksterrenkroos
X
X
X
X X X
X X
X X
X X X X
X X X
X
X
X
X
X X X
X
X X
Klein sterrenkroos Gewone dotterbloem
X X X X
Haagwinde
X X X
Rapunzelklokje Hennep Gewoon herderstasje
X
Kleine veldkers Pinksterbloem Kruldistel
X
Scherpe zegge Moeraszegge Valse voszegge
X X
Tweerijige zegge Groene bermzegge
X
X X X
X X
X X X X
X X
X
X X X X
X X X X
X
X X
X
X
X
X X X X
X X X X X X
X X
X
X
X
X
X X
IJle bermzegge
Orveytbos
X
X
X
Ruige zegge
X X X X
X
X
Carex hirta L.
X
X
X
Zachte dravik IJle dravik Vlinderstruik Zwanebloem Gewoon struisriet
Zeegroene zegge
X X
X X X
Zwarte mosterd Bevertjes Gekielde dravik
Carex divulsa Stokes subsp. divulsa Carex flacca Schreb.
X
X
X X X X X
X X
X X X X
X
3
X
4
X
81
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam
Z (VZ)
Carex paniculata L. Carex pseudocyperus L. Carex riparia Curt. Carex rostrata Stokes Carex sp. Carex spicata Huds.
Carex sylvatica Huds. Carpinus betulus L. Castanea sativa Mill. Centaurea L. subgenus Jacea Centaurium erythraea Rafn Z Centaurium pulchellum (VZ) (Sw.) Druce Centaurium sp. Cerastium fontanum Baumg. Cerastium glomeratum Thuill. Chaenorrhinum minus (L.) Lange Chaerophyllum temulum L. Chelidonium majus L. Chenopodium album L. subsp. album Chenopodium ficifolium Smith Chenopodium polyspermum L. Chenopodium rubrum L. Chenopodium sp. Cichorium intybus L. Cirsium arvense (L.) Scop. Cirsium oleraceum (L.) Scop. Cirsium palustre (Huds.) Druce Cirsium vulgare (Savi) Ten. Clematis vitalba L. Z Clinopodium vulgare L. (ZZ) Convolvulus arvensis L. Conyza canadensis (L.) Cronq. Cornus sanguinea L. Coronopus didymus (L.) Smith Coronopus squamatus (Forssk.) Aschers. Corylus avellana L. Cotoneaster horizontalis Decaisne Crataegus monogyna Jacq. Crepis biennis L.
Pluimzegge Hoge cyperzegge Oeverzegge Snavelzegge zegge sp. Gewone bermzegge Boszegge Haagbeuk Tamme kastanje Knoopkruid Echt duizendguldenkruid Fraai duizendguldenkruid Duizendguldenkruid sp. Gewone hoornbloem
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X X X X X X X
X X X X X
X X
X
X
X X X
X
X X
X
X X X X
X X
X X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X X X
X
Kluwenhoornbloem
X
X X
X X X
X
X
X X
Kleine leeuwenbek
X
Dolle kervel Stinkende gouwe Melganzenvoet
X X
X X
X X X
X X
X X
X X
X
X
Stippelganzenvoet
X
X
Korrelganzenvoet
X
X
Rode ganzenvoet Ganzenvoet sp. Wilde chicorei Akkerdistel Moesdistel
X X X X X X
X X X
X
X X X
X
X
Kale jonker
X
X X
X X X X
Speerdistel Bosrank Borstelkrans
X X X
X X X
X
X
Akkerwinde Canadese fijnstraal
X X X
X X
X
X X X
X
X
Rode kornoelje Kleine varkenskers
X X X
X X
Grove varkenskers
X
X X
Hazelaar Vlakke dwergmispel
X X X
X X X
Eenstijlige meidoorn Groot streepzaad
X X X X X X X X X
Orveytbos
X X
X X
X X X X
X
X
X
X X X X X X X
X X
X
X
X
X
X X X
X
X
X X
X
X X
X
X X X
X
X
82
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam Crepis capillaris (L.) Wallr. Z Crepis polymorpha Pourr. (ZZ) Cruciata laevipes Opiz Cytisus scoparius (L.) Link Dactylis glomerata L. U Dactylorhiza fistulosa (Moench) H. Baumann et Künkele Z Dactylorhiza fuchsii (Druce) (Z) Soó Z Dactylorhiza incarnata (L.) (ZZ) Soó K Dactylorhiza 'maculata' groep Dactylorhiza maculata s.str. Dactylorhiza 'majalis' groep Z Dactylorhiza praetermissa (ZZ) (Druce) Soó UB Daphne mezereum Daucus carota L. Daucus carota L. subsp. carota Diplotaxis muralis (L.) DC. Diplotaxis tenuifolia (L.) DC. Dipsacus fullonum L. Dryopteris filix-mas (L.) Schott Echinochloa crus-galli (L.) Beauv. Echium vulgare L. Z Eleocharis multicaulis (VZ) (Smith) Desv. Eleocharis palustris (L.) Roem. et Schult. Eleocharis 'palustris' groep Elymus repens (L.) Gould. Epilobium angustifolium L. Epilobium ciliatum Rafin. Epilobium hirsutum L. Epilobium montanum L. Epilobium palustre L. Epilobium parviflorum Schreb. Epilobium tetragonum L. subsp. lamyi (F.W. Schultz) Nyman Epipactis helleborine (L.) Crantz Z Epipactis palustris (L.) (ZZ) Crantz Equisetum arvense L. Equisetum palustre L. Equisetum telmateia Ehrh. K Erigeron acer L.
Klein streepzaad Paardebloemstreepzaad Kruisbladwalstro Gewone brem Gewone kropaar Brede orchis
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X X X X X X X
X X
X
X
X X X
X
X X X
X
X X X
X
X
Bosorchis
X X X
X
Vleeskleurige orchis
X X X
X X
X
5 6
X
Gevlekte + bosorchis Gevlekte orchis
X
X
6
X
Rietorchis
X
Rood peperboompje Peen
X X
X
X X X
X
X X X
X
X X X
X
X X
Kleine zandkool Grote zandkool Grote kaardenbol Mannetjesvaren
X X
X
X
X X
X
X X X
X
X
Hanenpoot
X X X
X X
X
Slangekruid Veelstengelige waterbies
X
X X
X X X
Gewone waterbies
X
X X
X X X
X X
X X X
X X
X
X
X
Kweek Gewoon wilgenroosje Beklierde basterdwederik Harig wilgenroosje Bergbasterdwederik Moerasbasterdwederik Viltige basterdwederik Kantige basterdwederik subsp. lamyi
X
X X X
X
X X X
X X X
X X
X X
X
X X X
X X
X
X X
Moeraswespeorchis
X X
Orveytbos
X X
X
Brede wespeorchis
Heermoes Lidrus Reuzenpaardenstaart Scherpe fijnstraal
X X
X X
X
X
X X X
X X X
X
X X X
X
X X X
X X X
X
X X X X
X
X X X
X X
X X X
83
7
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam Erophila verna Vroegeling Erysimum cheiranthoides L. Gewone steenraket Eupatorium cannabinum L. Koninginnenkruid Euphorbia helioscopia L. Kroontjeskruid Euphorbia lathyris L. Kruisbladige wolfsmelk Euphorbia peplus L. Tuinwolfsmelk Fallopia convolvulus (L.) Á. Zwaluwtong Löve Fallopia japonica (Houtt.) Japanse duizendknoop Ronse Decraene Festuca arundinacea Rietzwenkgras Schreb. Festuca filiformis Pourr. Fijn schapegras Festuca pratensis Huds. Beemdlangbloem Festuca 'rubra' groep Festuca rubra L. subsp. Rood zwenkgras rubra Festuca sp. Zwenkgras Filipendula ulmaria (L.) Moerasspirea Maxim. Filipendula ulmaria (L.) Maxim. var. denudata (J. et C. Presl) Maxim. Filipendula ulmaria (L.) Maxim. var. ulmaria Fragaria vesca L. Bosaardbei Frangula alnus Sporkehout Fraxinus excelsior L. Gewone es Fumaria officinalis L. subsp. officinalis Galeopsis bifida Boenningh. Gespleten hennepnetel Galeopsis 'tetrahit' groep Gespleten + Gewone hennep Galeopsis tetrahit L. Gewone hennepnetel Galinsoga parviflora Cav. Kaal knopkruid Galinsoga quadriradiata Harig knopkruid Ruiz et Pav. Galium aparine L. Kleefkruid Galium mollugo L. Glad walstro Galium palustre L. Moeraswalstro Geranium dissectum L. Slipbladige ooievaarsbek Geranium molle L. Zachte ooievaarsbek Geranium pratense Beemdooievaarsbek Geranium pyrenaicum Bermooievaarsbek Burm. f. Geranium robertianum L. Gewoon robertskruid Geum urbanum L. Geel nagelkruid Glechoma hederacea L. Hondsdraf Glyceria declinata Bréb. Getand vlotgras Glyceria fluitans (L.) R. Mannagras Brown Glyceria maxima (Hartm.) Liesgras Holmberg Glyceria notata Chevall. Stomp vlotgras Gnaphalium uliginosum L. Moerasdroogbloem
Orveytbos
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X
X
X X X
X X X
X
X X X
X X
X
X
X X X X
X X
X X X
X X
X
X
X X
X
X
X
X X X X
X X X
X X
X
X X X
X X X X X
X X
X
X
X X
X X X X
X X
X X
X X X X X X
X X
X
X X X
X
X X X X X X X X X
X
X X X
X X X X X
X X X
X
X
X
X X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X
X
X X
X
X X X X
X X X
X X
X
X X X
X
X
X X
X
X
X
X X X
X X
X X X
X
X
X X
X
X
X X
X X X X X X
84
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam Hedera helix L. Heracleum sphondylium L. Hieracium lachenalii C.C. Gmel. Hieracium pilosella L. Hieracium sp. Hieracium umbellatum L. B Himantoglossum hircinum (L.) Spreng. Hirschfeldia incana (L.) Lagrèze-Fossat Holcus lanatus L. Holcus mollis L. Hordeum murinum L. Humulus lupulus L. Hyacinthoides non-scripta (L.) Chouard ex Rothm. Hypericum dubium Leers Hypericum perforatum L. Hypericum tetrapterum Fries Hypochaeris radicata L. Impatiens glandulifera Royle Z Inula conyzae (Griesselich) (Z) Meikle Iris pseudacorus L. Juglans regia L. Juncus acutiflorus Ehrh. ex Hoffmann Juncus articulatus L. Juncus 'bufonius' groep Juncus bufonius L. subsp. bufonius Juncus compressus Jacq. Juncus conglomeratus L. Juncus effusus L. Juncus inflexus L. Juncus tenuis Willd. Lactuca serriola L. Lamium album L. Lamium amplexicaule L. Lamium galeobdolon (L.) L. Lamium galeobdolon (L.) L. subsp. montanum (Pers.) Hayek Lamium hybridum Vill. Lamium purpureum L. Lapsana communis L. Lapsana communis L. subsp. communis Lathyrus pratensis L. Lathyrus sp.
Klimop Gewone berenklauw Dicht havikskruid Muizenoor Havikskruid sp. Schermhavikskruid Bokkeorchis
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X X X X X X X X
X X X X
X
X X X
X
X
X X
X
X
X
X X X X
X X
X
X X
X
Grijze mosterd
X X
X X
X
Gestreepte witbol Gladde witbol Kruipertje Hop Wilde hyacint
X X X
X X X
X
X X
Kantig hertshooi Sint-janskruid Gevleugeld hertshooi
X
X
X
X
Gewoon biggekruid Reuzenbalsemien
X
X
X X
X
X X X
X
X X X
X
X
X
X X
X X X
X X
X
X X
X
X
X X
X X
X
X
X X
X X
X
X X
Donderkruid
X X
X
X X X X X
Gele lis Okkernoot Veldrus
X X
Zomprus
X X X
X
X X X
X
X X
X X X X X
X
X X X
X
X
X
X X X X X X X
Platte rus Biezenknoppen Pitrus Zeegroene rus Tengere rus Kompassla Witte dovenetel Hoenderbeet Gele dovenetel Grote gele dovenetel Ingesneden dovenetel Paarse dovenetel Akkerkool Veldlathyrus Lathyrus sp.
Orveytbos
X
X X
X X X X X X X
X X X X
X X X
X X X X
X
X
X X X X
X
X X X
X X X
X
X
X X X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
X
X X
X
X X X
X X X X X X X
X X X X X X X
X X
X
X
85
8
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Boslathyrus
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X X 9
Aardaker
X
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam Z Lathyrus sylvestris L. (VZ) Z Lathyrus tuberosus L. (VZ) Lemna minor L. Lemna trisulca L. Leontodon autumnalis L. Leontodon hispidus L. Z Leonurus cardiaca L. (ZZ) Leucanthemum vulgare Lam. Linaria vulgaris Mill. B Linum catharticum L. Linum usitatissimum L. Listera ovata (L.) R. Brown Lolium multiflorum Lam. Lolium perenne L. Lonicera periclymenum L. Lotus pedunculatus Cav. Lupinus polyphyllus Lycopus europaeus L. Lysimachia nummularia L. Lysimachia vulgaris L. Lythrum salicaria L. Malus sylvestris L. Mill. ssp. mitis Z Malva moschata L. (VZ) Matricaria discoidea DC. Matricaria maritima L. Matricaria maritima L. subsp. inodora (K. Koch) Soó Matricaria recutita L. Medicago lupulina L. Medicago sativa Melandrium dioicum Melilotus albus Med. Melilotus altissimus Thuill. Melilotus officinalis Lam. Melilotus sp. Mentha aquatica L. Mentha arvensis L. Mercurialis annua L. Milium effusum L. Myosotis arvensis (L.) Hill Myosotis scorpioides L. Myosotis sp. Myosoton aquaticum (L.) Moench Myriophyllum spicatum L. Nasturtium officinale R. Brown
X X
Klein kroos Puntkroos Vertakte leeuwentand Ruige leeuwentand Hartgespan
X
Margriet
X
X X X X
Vlasbekje Geelhartje Vlas Grote keverorchis Italiaans raaigras Engels raaigras Wilde kamperfoelie Moerasrolklaver Vaste lupine Wolfspoot Penningkruid Grote wederik Grote kattenstaart Appel (gekweekt)
X
X X
X X X X X
X
X
X X
X X
X
X X X X
6
X X X X X X
X
X X X
X X X
X
X X X
X X
X X X
X X
X
X X X X X
X X
X
X X X
X
X
X
X
X X
X
X X
X
X X X X X X X
X
X X
X
X X
X X
X X X
Echte kamille Hopklaver Luzerne Dagkoekoeksbloem Witte honingklaver Goudgele honingklaver Citroengele honingklaver Honingklaver sp. Watermunt Akkermunt Tuinbingelkruid Bosgierstgras Akkervergeet-mij-nietje Moerasvergeet-mij-nietje Vergeet-mij-nietje sp. Watermuur
X X X
Aarvederkruid Witte waterkers
X X
X X
X
X
X X X
Orveytbos
X X
Muskuskaasjeskruid Schijfkamille Reukeloze kamille
X
X
X X X X X
X
X
X
X X X X X X X X X
X
X
X
X X
X
X X X X
X
X
X X
X X X
X
X X
X
X X X
X
X
X
X
X X
X
X X
X
X X
X
X
X
86
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam Nuphar lutea (L.) Smith Nymphaea 'alba' groep Odontites vernus (Bellardi) Dum. Odontites vernus (Bellardi) Dum. subsp. serotinus Corb. Oenothera biennis L. Ononis spinosa L. Ophrys apifera Huds.
K Z (ZZ) B Orchis militaris L. Origanum vulgare L. Z Orobanche minor (ZZ) Oxalis fontana Bunge Papaver rhoeas L. UB Parnassia palustris L. Pastinaca sativa L. subsp. sativa Petasites hybridus (L.) Gaertn., B. Mey. et Scherb. Phalaris arundinacea L. Phalaris canariensis L. Phleum 'pratense' groep Phleum pratense L. Phragmites australis (Cav.) Steud. Z Picris echioides L. (VZ) Picris hieracioides L. Pimpinella major (L.) Huds. Pimpinella major (L.) Huds. var. major Pimpinella saxifraga Pimpinella sp. Plantago lanceolata L. Plantago major L. Plantago major L. subsp. major B Platanthera chlorantha (Cust.) Reichenb. Poa annua L. Poa nemoralis L. Poa pratensis L. Poa pratensis L. subsp. pratensis Poa trivialis L. Polygonatum multiflorum (L.) All. Polygonum amphibium L. Polygonum aviculare L. Polygonum hydropiper L. Polygonum lapathifolium L. subsp. lapathifolium
Gele plomp
X
Rode ogentroost Late ogentroost
X X X X
Middelste teunisbloem Kattedoorn Bijeorchis
X
X X
X X X X
X X
X X X X X
Soldaatje Wilde marjolein Klavervreter Stijve klaverzuring Grote klaproos Parnassia
X X
X X
X
X X X X
6
X X X X X
X
10
11
X
X X
X X X
X
X X
12
X
Groot hoefblad
X
X X
Rietgras Kanariezaad Timoteegras s.l. Gewoon timoteegras Riet
X X X
X X
Dubbelkelk
X
Echt bitterkruid Grote bevernel
X X
X
X
X X X
X X X
X X
X X X X
X
X X X
X
X X
X
X
X X X
X X
X
X X
X
X X
X
X
X
X
Kleine bevernel Bevernel sp. Smalle weegbree Grote weegbree Grote weegbree s.s.
X X X X X X
X X
X X
X
X X X
X
X X X X
Bergnachtorchis Straatgras Schaduwgras Veldbeemdgras
X X
X X
X X X
X X
6
X X
X X
X
X
X
X
X X
X
X
X
Ruw beemdgras Gewone salomonszegel
X X
X X
X
X X
Veenwortel Varkensgras Waterpeper Beklierde duizendknoop subsp. lapathifolium
X X X
X X
X
X X X
X X
X X
Orveytbos
X
X
X X
X
X X
X X
X
87
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam
B
K K
Polygonum lapathifolium L. subsp. pallidum (With.) Fries Polygonum mite Schrank Polygonum persicaria L. Populus 'alba' groep Populus alba L. Populus tremula L. Populus x canadensis Potamogeton trichoides Potentilla anserina L. Potentilla reptans L. Primula elatior (L.) Hill Prunella vulgaris L. Prunus avium (L.) L. Prunus serotina Prunus spinosa L. Pulicaria dysenterica (L.) Bernh. Pyrola minor Quercus petraea Quercus robur L. Quercus rubra L. Ranunculus acris L. Ranunculus acris L. subsp. acris Ranunculus aquatilis Ranunculus 'aquatilis' groep Ranunculus aquatilis L. Ranunculus ficaria L. Ranunculus flammula L. Ranunculus repens L. Ranunculus sardous Crantz Ranunculus sceleratus L. Raphanus raphanistrum L. Raphanus raphanistrum L. subsp. raphanistrum Reseda lutea L. Reseda luteola L. Rhinanthus alectorolophus Rhinanthus angustifolius ssp. grandiflorus Rhinanthus minor L. Ribes rubrum L. Robinia pseudoacacia L. Rorippa amphibia (L.) Besser Rorippa palustris (L.) Besser Rorippa sylvestris (L.) Besser Rosa arvensis Huds. Rosa canina L. Rosa canina s.str.
Beklierde duizendknoopsubsp. pallidum Zachte duizendknoop Perzikkruid
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X
X
X
X
X X
X X
X
X X X
X
X X
X
X X
Witte abeel Ratelpopulier Canadapopulier Haarfonteinkruid Zilverschoon Vijfvingerkruid Slanke sleutelbloem Gewone brunel Zoete kers Amerikaanse vogelkers Sleedoorn Heelblaadjes Klein wintergroen Wintereik Zomereik Amerikaanse eik Scherpe boterbloem
X
X X X X X X
X X X X
X X X
X
X
X X X
X X
X
X
X
X X
X X X
X X X
X X
X X
X X X
X X
X X
X
X
X X X
X X X X X
X X
X
X X X X X
X 13
X X X X
X X X X X
X X X
X
X X X X X
X
X
X
Fijne waterranonkel
X X X
Middelste waterranonkel Speenkruid Egelboterbloem Kruipende boterbloem Behaarde boterbloem Blaartrekkende boterbloem Knopherik
X
X X
X
X X X
X
X
X
X X X X
X X X
X
X X
X
X X
X
X X X X
X X
X X X
Wilde reseda Wouw Harige ratelaar Grote ratelaar Kleine ratelaar Aalbes Gewone robinia Gele waterkers
X
X
X
X X X X X
6
X
X X
X
X X X
X X
X X
X X
X
X X
X
Moeraskers
X
X
Akkerkers
X
X
Bosroos Hondsroos
X
X
X X X
X X X X
X
X
X X
X X X
Orveytbos
14
88
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam Rosa rugosa Thunb. Rosa sp. Rubus caesius L. Rubus 'fruticosus' groep Rubus idaeus L. Rubus ulmifolius Schott Rumex acetosa L. Rumex acetosella Rumex conglomeratus Murray Rumex crispus L. Rumex hydrolapathum Huds. Rumex obtusifolius L. Rumex obtusifolius L. subsp. obtusifolius Rumex palustris Smith Rumex sanguineus L. Rumex sp. Rumex x pratensis Mert. et Koch Sagina apetala Ard. subsp. erecta (Hornem.) F. Hermann Sagina procumbens L. Salix alba L. Salix 'caprea' groep Salix caprea L. Salix 'cinerea' groep Salix 'fragilis' groep Z Salix purpurea L. (Z) Salix repens L. Salix sp. Salix triandra Salix viminalis L. Salix x multinervis Döll Salix x rubens Schrank Salix x sericans Tausch ex A. Kerner Z Sambucus ebulus L. (Z) Sambucus nigra L. Z Samolus valerandi L. (VZ) Z Sanguisorba minor Scop. (Z) Sarothamnus scoparius Scirpus sylvaticus L. Scrophularia auriculata L. Scrophularia nodosa L. Scutellaria galericulata L.
Rimpelroos Roos sp. Dauwbraam Gewone braam Framboos Gewone braam (R. ulmifolius) Veldzuring Schapezuring Kluwenzuring Krulzuring Waterzuring Ridderzuring Ridderzuring (subsp. obtusifolius) Moeraszuring Bloedzuring Zuring Bermzuring
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X X X X
X X
X X X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X X
X X
X
X
X
X
X X X
X
X X X X X
X X
X
X X
X
X
X
X
X X
X X
X X X X
X
X
X
X X X
X
X
X X
X X
X X
X X X X X
X X X
X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
Kruidvlier
X X X X X
X X
X X X
X X X
X
X
Kleine pimpernel
Orveytbos
X
X X
X X X
X
Brem Bosbies Geoord helmkruid Knopig helmkruid Blauw glidkruid
X
X
Liggende vetmuur Schietwilg
Gewone vlier Waterpunge
X
X
X
Kruipwilg Wilg Amandelwilg Katwilg Geoorde wilg x Grauwe wilg Bindwilg Grauwe wilg x Katwilg
X X X X X
X
Tengere vetmuur (subsp. erecta)
Boswilg Grauwe wilg (inclusief kruisingen) Kraakwilg Bittere wilg
X X
X X X
X X X
X X X X X X
X
X X
X
X X
X X X
X
X X
X X
X
X
X
89
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam
Z (Z)
Z (VZ)
Z (ZZ)
Senecio jacobaea L. Senecio vulgaris L. Setaria italica (L.) Beauv. Setaria verticillata (L.) Beauv. var verticillata Silene dioica (L.) Clairv. Silene latifolia Poiret subsp. alba (Mill.) Greuter et Burdet Sinapis arvensis L. Sisymbrium officinale (L.) Scop. Solanum dulcamara L. Solanum lycopersicum L. Solanum nigrum L. subsp. nigrum Solidago canadensis L. Sonchus arvensis L. Sonchus asper (L.) Hill Sonchus oleraceus L. Sorbus aucuparia L. Sparganium erectum L. Spergula arvensis L. Stachys palustris L. Stachys sylvatica L. Stellaria graminea L. Stellaria holostea L. Stellaria media (L.) Vill. Stellaria media (L.) Vill. subsp. media Symphytum officinale L. Tamus communis L. Tanacetum parthenium (L.) Schultz-Bip. Tanacetum vulgare L. Taraxacum Wiggers sectie Subvulgaria Christians. Teucrium scorodonia L. Thlaspi arvense L. Tilia cordata
Jakobskruiskruid Klein kruiskruid Trosgierst
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X X X X X X X X X
X X
X X
X
X X
Dagkoekoeksbloem Avondkoekoeksbloem
X X X
Herik Gewone raket
X
Bitterzoet Tomaat Zwarte nachtschade s.s.
X
Canadese guldenroede Akkermelkdistel Gekroesde melkdistel Gewone melkdistel Wilde lijsterbes Grote egelskop Gewone spurrie Moerasandoorn Bosandoorn Grasmuur Grote muur Vogelmuur Vogelmuur
X
X X
X
X X
X
X X X
X X
X
X
X X
X X
X X X
X X
X X X
X X
X
X X
X X X
X X
X X X
X X
X
X X X X
X
X
X
X
X X
X X X
X
X X X
X X X
X
X X
X
X X X
X
X
X X
X X
X X X
Moederkruid
X
Boerenwormkruid Paardebloem
X X X
Valse salie Witte krodde Winterlinde
X
Rode klaver
X
X
X
X X X
X
X
X
X X X X X
X X X
X X X
X X
X
X
X
X X X X
Trifolium pratense L.
X X X
X X
X X X
Kleine klaver Basterdklaver
X
X
X X X
Zomerlinde Heggendoornzaad Gele morgenster Liggende klaver
X
X
X
Gewone smeerwortel Spekwortel
Tilia 'platyphyllos' groep Torilis japonica (Houtt.) DC. Tragopogon pratensis L. Trifolium campestre Schreb. Trifolium dubium Sibth. Trifolium hybridum L. Trifolium hybridum L. subsp. hybridum Trifolium medium L.
X
X
X
X X X
X
X X
X
X X X
X X
X X
X
X X
X
X X X
X
X
X X X X X
X X
X
X X
X
X X X
X
X
X
X
X
X X
X
X X
Bochtige klaver
Orveytbos
X X X X X
X X
90
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Wetenschappelijke naam Ned. naam Trifolium repens L. Tussilago farfara L. Typha angustifolia L. Typha latifolia L. Ulmus glabra Huds. Ulmus minor Mill. Urtica dioica L. Urtica urens L. Valeriana repens Host Z Valerianella locusta (L.) (VZ) Laterr. Verbascum thapsus L. Verbena officinalis L. Veronica anagallis-aquatica L. subsp. aquatica Nyman Veronica arvensis L. Veronica beccabunga L. Veronica chamaedrys L. Veronica persica Poiret Veronica scutellata Viburnum opulus L. Vicia cracca L. Vicia hirsuta (L.) S.F. Gray Vicia sativa L.
B
Witte klaver Klein hoefblad Kleine lisdodde Grote lisdodde Ruwe iep Gladde iep Grote brandnetel Kleine brandnetel Echte valeriaan Gewone veldsla Koningskaars Ijzerhard Rode waterereprijs
Veldereprijs Beekpunge Gewone ereprijs Grote ereprijs Schildereprijs Gelderse roos Vogelwikke Ringelwikke Voederwikke, vergeten wikke en smalle wikke Vicia sativa L. subsp. nigra Smalle wikke s.s. (L.) Ehrh. Vicia sativa L. subsp. sativa Voederwikke Vicia sativa L. subsp. Vergeten wikke segetalis (Thuill.) Gaudin Vicia sepium L. Heggenwikke Vicia sp. Wikke Vicia tetrasperma (L.) Vierzadige wikke Schreb. Vicia tetrasperma (L.) Vierzadige wikke s.s. Schreb. subsp. tetrasperma Vinca minor L. Kleine maagdenpalm Viola arvensis Murray Akkerviooltje Viola odorata L. Maarts viooltje Viola riviniana Reichenb. Bleeksporig bosviooltje Vulpia myuros (L.) C.C. Gewoon langbaardgras Gmel. Wolffia arrhiza (L.) Hork. ex Wortelloos kroos Wimm. Zannichellia palustris Zannichellia
Orveytbos
I II III IV V VI VI VI IX X XI XI XI XI X X Opm. I II I II V V VI X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X
X X X
X X X X
X
X X
X X
X
X X
X
X X
X
X X X
X
X X
X
X X X
X X
X
X X
X
X
X X
X X
X X X
X
X
X
X
X X
X
X X
X
X
X
X X X
X X
X
X X
X X
X X X
X X
X X X
X X
X X X
X X X
X
X X
X X X X X X X X X
X
X X
X
X
X X X X
X X X
X X X
X
X
X
X X
X X
X
X
X X X X X X X X
91
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Bijlage 5.1.2 Mossen en korstmossen Lijst met mossen en korstmossen overgenomen uit het erkenningsdossier van natuurreservaat De Vaarttaluds
Orveytbos
92
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Bijlage 5.2 Fungi Nr I II III
Bron Leden van Mycologia ZWVl. en van Gentse mycologische kring (Pauwels, z.d.) (Sablain, 2000): De Vaarttaluds + Orveytbos Funbel: 1997-2002: e2-44-14: Vaarttalud (vermoedelijk ook het Orveytbos): Hanssens Christine
RL: Rode lijst
(Walleyn & Verbeken, 2000)
RL Hoofdgroep Paddestoelen Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes N Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes N Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes Ascomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes 1 Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes 3 Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes
Orde
soort
soort-nl
I
Clavicipitales Diatrypales Diatrypales Dothideales Leotiales Leotiales Leotiales Leotiales Leotiales Leotiales Pezizales Pezizales Pezizales Rhytismatales Sphaeriales
Apiocrea chrysosperma Diatrype bullata Diatrype stigma Pleospora herbarum Ascocoryne sarcoides Calycina herbarum Geoglossum cookeanum Hymenoscyphus epiphyllus Hymenoscyphus fructigenus Mollisia cinerea Helvella crispa Scutellinia trechispora Tarzetta cupularis Rhytisma acerinum Xylaria hypoxylon Nectria cinnabarina Agaricus silvaticus Agaricus xanthoderma Amanita muscaria Amanita phalloides Amanita rubescens Armillaria ostoyae Arrhenia retiruga Bolbitius vitellinus Calyptella capula Camarophyllopsis foetens Clitocybe gibba Clitocybe nebularis Clitocybe odora Clitocybe phyllophila Clitocybe rivulosa Clitocybe vibecina Collybia butyracea Collybia cirrhata Collybia dryophila Collybia tuberosa Conocybe subovalis Conocybe tenera Coprinus atramentarius Coprinus comatus Coprinus disseminatus Coprinus lagopus
Boletenrot Wilgenschorsschijfje Korstvormig schorsschijfje
* * * * * *
Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales
Orveytbos
Paarse knoopzwam Gewoon poederkelkje Brede aardtong Geel bladvlieskelkje Eikeldopzwam Gedrongen mollisia Witte kluifzwam Stekelsporige wimperzwam Klein leemkelkje Inktvlekkenzwam Geweizwam Gewoon meniezwammetje Schubbige boschampignon Carbolchampignon Vliegenzwam Groene knolamaniet Parelamaniet Sombere honingzwam Gerimpeld mosoortje Dooiergele mestzwam Brandnetelklokje Stinkende wasplaat Slanke trechterzwam Nevelzwam Groene anijstrechterzwam Grote bostrechterzwam Giftige weidetrechterzwam Gestreepte trechterzwam Botercollybia Dwergcollybia Eikenbladzwammetje Purperknolcollybia Dikvoetbreeksteeltje Kaneelkleurig breeksteeltje Grote kale inktzwam Geschubde inktzwam Zwerminktzwam Hazenpootje
II III * * *
* * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * *
* *
* * * * * *
93
*
* * *
*
* * *
*
* * * * * * * * * *
*
* * * * * * * *
* * * * * *
* *
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Hoofdgroep Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes
Orde Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales
Basidiomycetes Agaricales Basidiomycetes Agaricales Basidiomycetes Agaricales Basidiomycetes Agaricales Basidiomycetes Agaricales N Basidiomycetes Agaricales N Basidiomycetes Agaricales Basidiomycetes Agaricales B N 3 3 N
Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes
Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales
Basidiomycetes Agaricales Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes
Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales
Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes
Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales
soort Coprinus micaceus Coprinus plicatilis Cortinarius hemitrichus Cortinarius urbicus Crepidotus cesatii Crepidotus variabilis Entoloma subradiatum Flammulina velutipes Galerina clavata Galerina laevis Galerina pumila Galerina unicolor Galerina vittaeformis var. atkinsoniana Galerina vittaeformis var. vittaeformis Hebeloma crustuliniforme Hebeloma mesophaeum Hebeloma sacchariolens s.lat. Hygro.conica v.chloroides Hygrocybe acutoconica Hygrocybe conica Hygrocybe conica var. chloroides Hygrocybe fuscescens Hygrocybe glutinipes Hygrocybe konradii Hygrocybe psittacina Hygrocybe virginea Hypholoma fasciculare Inocybe cincinnata Inocybe dulcamara Inocybe geophylla var. geophylla Inocybe geophylla var. lilacina Inocybe lacera var.lacera Inocybe maculata Inocybe rimosa Laccaria amethystina Laccaria laccata var. pallidifolia Laccaria proxima Lacrymaria lacrymabunda Lepiota cristata Lepiota subincarnata Lepista nuda Leucoagaricus leucothites Marasmius epiphyllus Marasmius oreades Melanoleuca grammopodia Melanoleuca melaleuca Melanoleuca polioleuca Orveytbos
soort-nl Gewone glimmerinktzwam Plooirokje Witschubbige gordijnzwam Bleke wilgegordijnzwam Rondsporig oorzwammetje Wit oorzwammetje Gestreepte satijnzwam Gewoon fluweelpootje Groot mosklokje Grasmosklokje Honinggeel mosklokje Weidemosklokje Barnsteenmosklokje
I II III * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Barnsteenmosklokje
*
Radijsvaalhoed Tweekleurige vaalhoed Oranjebloesemzwam
* * *
* * *
* * *
Puntmutswasplaat Zwartwordende wasplaat
* * *
* *
* * *
Gevlekt sneeuwzwammetje Kleverige wasplaat Gebochelde wasplaat Papegaaizwammetje Sneeuwzwammetje Gewone zwavelkop Violetbruine vezelkop Gewone viltkop Witte satijnvezelkop
* * * * * * * *
Lila satijnvezelkop Zanwdpadvezelkop Gevlekte vezelkop Geelbruine spleetvezelkop Rodekoolzwam Gewone fopzwam Schubbige fopzwam Tranende franjehoed Stinkparasolzwam Vaalroze parasolzwam Paarse schijnridderzwam Blanke champignonparasol Witte taailing Weidekringzwam Streepsteelveldridderzwam Zwartwitte veldridderzwam Zwartwitte veldridderzwam
* * * * *
* * * *
* *
* * * * * * * *
* *
*
*
* * *
* *
* * *
*
* *
* *
94
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Hoofdgroep Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes
Orde Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Agaricales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales
soort Mycena acicula Mycena adscendens Mycena arcangeliana Mycena filopes Mycena galericulata Mycena galopus Mycena leptocephala Mycena pura Mycena vitilis Pholiota squarrosa Pluteus cervinus Psathyrella candolleana Rickenella fibula Rickenella swartzii Stropharia aeruginosa s.s Stropharia caerulea Tricholoma inocybeoides Tricholoma cingulatum Tricholoma fulvum Tricholoma populinum Tubaria furfuracea s.s. Tubaria hiemalis Volvariella gloiocephala Bjerkandera adusta Bjerkandera fumosa Brevicellicium olivascens Cerocoticium confluens Clavaria falcata Clavaria fragilis Clavulina cinerea Clavulina coralloides Clavulinopsis corniculata Clavulinopsis laeticolor Daedaleopsis confragosa Fomes fomentarius Hyphoderma praetermissum Hyphoderma puberum Hyphodontia sambuci Meruliopsis corium Mycoacia uda Peniophora cinerea Peniophora incarnata Peniophora lycii Peniophora quercina Phlebia radiata Phlebia rufa Polyporus badius Polyporus squamosus Polyporus varius Pseudotomentella tristis Schizophyllum commune Schizopora flavipora
Orveytbos
soort-nl Oranje dwergmycena Suikermycena Bundelmycena Draadsteelmycena Helmmycena Melksteelmycena Stinkmycena Gewoon elfenschermpje Papilmycena Schubbige bundelzwam Gewone hertezwam Bleke franjehoed Oranjegeel trechtertje Paarsharttrechtertje Echte kopergroenzwam Valse kopergroenzwam Zilveren ridderzwam Geringde ridderzwam Berkenridderzwam Populierridderzwam Gewoon donsvoetje Winterdonsvoetje Gewone beurszwam Grijze buisjeszwam Rookzwam Grauwgeel dwergkorstje Ziekenhuisboomkorst Spitse knotszwam Wormvormige knotszwam Asgrauwe koraalzwam Witte koraalzwam Sikkelkoraalzwam Fraaie knotszwam Roodporiehoutzwam Echte tonderzwam Kransbekerharskorstje Fluwelig harskorstje Witte vlierschorszwam Papierzwammetje Gele stekelkorstzwam Asgrauwe schorszwam Oranjerode schorszwam Berijpte schorszwam Paarse eikenschorszwam Oranje aderzwam Porieaderzwam Peksteel Zadelzwam Waaierbuisjeszwam Bruin rouwvliesje Waaiertje Abrikozenbuisjeszwam
I II III * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
95
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Hoofdgroep Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes N Basidiomycetes 2 Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes 3 Basidiomycetes N Basidiomycetes Basidiomycetes Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes 3 Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes OG Basidiomycetes Z Basidiomycetes 3 Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes N Basidiomycetes Basidiomycetes
Orde Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Aphyllophorales Auriculariales Boletales Boletales Boletales Boletales Boletales Boletales Dacrymycetales Dacrymycetales Lycoperdales Lycoperdales Lycoperdales Lycoperdales Lycoperdales Lycoperdales Lycoperdales Lycoperdales Lycoperdales Phallales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Russulales Sclerodermatale s Basidiomycetes Uredinales Myxomycetes Physarales
soort Schizopora radula Scopuloides hydnoides Steccherinum fimbriatum Steccherinum ochraceum Stereum gausapatum Stereum hirsutum Stereum subtomentosum Thelephora terrestris Tomentella fuscoferruginosa Tomentella radiosa Trametes versicolor Vuilleminia alni Auricularia auricula-jududae Leccinum aurantiacum Leccinum duriusculum Leccinum scabrum Leccinum variicolor Leccinum versipelle Paxillus involutus Calocera cornea Dacrymyces stillatus Bovista plumbea Calvatia excipuliformis Langermannia gigantea Lycoperdon foetidum Lycoperdon lividum Lycoperdon perlatum Lycoperdon pyriforme Lycoperdon umbrinum Vascellum pratense Phallus impudicus Lactarius controversus Lactarius glyciosmus Lactarius necator Lactarius pubescens Lactarius quietus Lactarius rufus Lactarius subdulcis Russula aeruginea Russula amoenoides Russula cicatricata Russula cuprea Russula exalbicans Russula nitida Russula pectinatoides Russula puellaris Russula atropurpurea Russula velenovskyi Russula versicolor Scleroderma verrucosum s.str. Coleosporium tussilaginis Didymium squamulosum Orveytbos
soort-nl Splijtende tandzwam Wastandjeszwam Geveerde raspzwam Roze raspzwam Eikenbloedzwam Gele korstzwam Waaierkorstzwam Gewone franjezwam
I II III * * * * * * * * * * * * * Gewoon elfenbankje * Elzenschorsbreker * Echt judasoor * Rosse populierboleet * * * Harde populierboleet * Gewone berkenboleet * * * Bonte berkenboleet * * * Oranje berkenboleet * * Gewone krulzoom * * * Geel hoorntje * Oranje druppelzwam * * * Loodgrijze bovist * * * Plooivoetstuifzwam * * * Reuzenbovist * Zwartwordende stuifzwam * * * Melige stuifzwam * * Parelstuifzwam * * * Peervormige stuifzwam * * * Donkerbruine stuifzwam * Afgeplatte stuifzwam * * Grote stinkzwam * Populiermelkzwam * * * Kokosmelkzwam * * Zwartgroene melkzwam * * * Donzige melkzwam * * * Kaneelkleurige melkzwam * Rossige melkzwam * * * Bitterzoete melkzwam * Groene berkenrussula * * * Vissige fluweelrussula * * * Vissige okerrussula * * Donkere geelplaatrussula * * Verblekende russula * * Kleine berkenrussula * * Onsmakelijke kamrussula * Vergelende russula * * Zwartpurperen russula * Schotelrussula * Bonte berkenrussula * * Wortelende aardappelbovist * Klein hoefbladroest Variabel kristalkopje
* *
96
*
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Hoofdgroep Orde Roesten en branden Ascomycetes Erysiphales Basidiomycetes Uredinales Basidiomycetes
soort
soort-nl
I
II III
Microsphaera alphitoides Phragmidium violaceum Venturia rumicis
Eikenmeeldauw Zwarte braamroest Roest op Ridderzuring
* * *
* * *
Microfungi Deuteromycetes Moniliales
Tubercularia vulgaris
Slijmzwammen Myxomycetes Physarales Myxomycetes Physarales Myxomycetes Trichiales
Diachea leucopodia Mucilago crustacea Trichia scabra
Orveytbos
*
*
Witpootje Groot kalkschuim Gezellig draadwatje
* * *
97
*
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Bijlage 5.3 fauna Bijlage 5.3.1 Zoogdieren Bronnen
RL: Rode lijst
(Foré, 2002a; Pauwels, z.d.; Verkem et al., 2004) zoogdierendatabank, samenwerkingsverband tussen JNM en Natuurpunt (geraadpleegd april 2004) (Criel et al., 1994)
RL
Wetenschappelijke naam Apodemus sylvaticus Clethrionomys glareolus Crocidura russula Eliomys quercinus Eptesicus serotinus Erinaceus europaeus Lepus europaeus Micromys minutus Ms domesticus Mustela erminea Mustela nivalis Mustela putorius Bedreigd Myotis dasycneme Myotis daubentonii Myotis sp. Nyctalus noctula Ondatra zibethicus Oryctolagus ciniculus Vermoedelijk bedreigd Pipistrellus nathusii Pipistrellus pipistrellus Rattus norvegicus Sorex sp. Talpa europaea Vulpes vulpes
Orveytbos
Nederlandse naam Gewone bosmuis Rosse woelmuis Huisspitsmuis Eikelmuis Laatvlieger Egel Haas Dwergmuis Huismuis Hermelijn Wezel Bunzing Meervleermuis Watervleermuis Myotis sp. Rosse vleermuis Muskusrat Konijn Ruige dwergvleermuis Gewone dwergvleermuis Bruine rat Bosspitsmuis sp. Mol Vos Woelmuis sp.
98
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Bijlage 5.3.2 Vogels Nr I II III IV
Bron (Sablain, 2000): De Vaarttaluds + Orveytbos (Foré, 2002a): Orveytbos (Vlaeminck, 2004): Orveytbos (Vermeersch, 2004)
RL: Rode lijst Code B BB WB WBB MB B* R Z W Ze ZW ZZ X
(Devos et al., 2004)
Verklaring Broedvogels Broedvogels net buiten het gebied Waarschijnlijke broedvogels waarschijnlijke broedvogels net buiten het gebied Mogelijke broedvoels In Sablain (2000) foutief aangeduid als broedvogel, het gaat hier om een wintergast Regelmatige gast Zomergast Wintergast Zeldzame gast zeldzame wintergast zeer zeldzame gast Andere waarneming
Orveytbos
99
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Kwetsbaar Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Uitgestorven in Vlaanderen Bedreigd Bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Zeldzaam Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Met uitsterven bedreigd Momenteel niet bedreigd Achteruitgaand Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd
Zeldzaam Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd
Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Onvoldoende gekend Achteruitgaand Momenteel niet bedreigd Kwetsbaar Momenteel niet bedreigd Bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd
Soortnaam Accipiter gentilis Accipiter nisus Acrocephalus palustris Acrocephalus scirpaceus Actitis hypoleucos Aegithalos caudatus Alauda arvensis Alcedo atthis Anas crecca Anas platyrhynchos Anser anser Anthus campestris Anthus pratensis Anthus spinoletta Anthus trivialis Apus apus Ardea cinerea Ardea purpurea Asio flammeus Asio otus Athene noctua Aythya fuligula Bombycilla garrulus Botaurus stellaris Buteo buteo Carduelis cannabina Carduelis carduelis Carduelis chloris Carduelis flammea Carduelis flavirostris Carduelis spinus Certhia brachydactyla Circus aeruginosus Circus cyaneus Circus macrourus Coccothraustes coccothraustes Columba livia Columba oenas Columba palumbus Corvus corone corone Corvus frugilegus Corvus monedula Coturnix coturnix Cuculus canorus Cygnus olor Delichon urbica Dryocopus martius Emberiza schoeniclus Erithacus rubecula Falco columbarius Falco subbuteo Orveytbos
Nederlandse naam Havik Sperwer Bosrietzanger Kleine Karekiet Oeverloper Staartmees Veldleeuwerik IJsvogel Wintertaling Wilde Eend Grauwe Gans Duinpieper Graspieper Waterpieper Boompieper Gierzwaluw Blauwe Reiger Purperreiger Velduil Ransuil Steenuil Kuifeend Pestvogel Roerdomp Buizerd Kneu Putter Groenling Barmsijs Frater Sijs Boomkruiper Bruine Kiekendief Blauwe Kiekendief Steppekiekendief Appelvink Stadsduif Holenduif Houtduif Zwarte Kraai Roek Kauw Kwartel Koekoek Knobbelzwaan Huiszwaluw Zwarte Specht Rietgors Roodborst Smelleken Boomvalk
I
II Ze WBB B B B B W B W WBB
III IV Ze B 3 3 B 3 B B W
W B B ZZ Ze B WBB R ZZ Ze BB R ZZ Ze ZW B BB B X R W ZW Ze X W R B W B W W B W B W W W W B ZZ B* W R ZZ Ze R BB B B B B R B R R R R Ze B BB B ZZ Z R Ze ZZ BB B B BB B Ze B Ze R B
100
3 3
3
3
3
3 3
3 3
3
2 3 3 3 3 3 2 3 3 3 3
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Met uitsterven bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Achteruitgaand Momenteel niet bedreigd Zeldzaam Kwetsbaar Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Kwetsbaar Momenteel niet bedreigd Bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Achteruitgaand Momenteel niet bedreigd Met uitsterven bedreigd Bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Kwetsbaar Achteruitgaand Achteruitgaand Kwetsbaar Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Kwetsbaar Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Met uitsterven bedreigd Momenteel niet bedreigd
Soortnaam Falco tinnunculus Ficedula hypoleuca Fringilla coelebs Fringilla montifringilla Fulica atra Gallinago gallinago Gallinula chloropus Garrulus glandarius Haematopus ostralegus Hippolais icterina Hirundo rustica Larus argentatus Larus canus Larus fuscus Larus ridibundus Locustella naevia Luscinia megarhynchos Luscinia svecica cyanecula Lymnocryptes minimus Miliaria calandra Motacilla alba Motacilla cinerea Motacilla flava Muscicapa striata Numenius phaeopus Oenanthe oenanthe Oriolus oriolus Pandion haliaetus Parus caeruleus Parus major Parus montanus Passer domesticus Passer montanus Perdix perdix Pernis apivorus Phalacrocorax carbo Phasianus Colchicus Phoenicurus ochruros Phoenicurus phoenicurus Phylloscopus collybita Phylloscopus trochilus Pica pica Picoides major Picus viridis Podiceps cristatus Prunella modularis Pyrrhula pyrrhula Rallus aquaticus Regulus ignicapillus Regulus regulus Saxicola rubetra Saxicola torquata Orveytbos
Nederlandse naam Torenvalk Bonte Vliegenvanger Vink Keep Meerkoet Watersnip Waterhoen Vlaamse Gaai Scholekster Spotvogel Boerenzwaluw Zilvermeeuw Stormmeeuw Kleine Mantelmeeuw Kokmeeuw Sprinkhaanzanger Nachtegaal Witgesterde Blauwborst Bokje Grauwe Gors Witte Kwikstaart Grote Gele Kwikstaart Gele Kwikstaart Grauwe Vliegenvanger Regenwulp Tapuit Wielewaal Visarend Pimpelmees Koolmees Matkop Huismus Ringmus Patrijs Wespendief Aalscholver Fazant Zwarte Roodstaart Gekraagde Roodstaart Tjiftjaf Fitis Ekster Grote Bonte Specht Groene Specht Fuut Heggemus Goudvink Waterral Vuurgoudhaantje Goudhaantje Paapje Roodborsttapuit
I B B
II B
III B Ze B W B W B B
W W B B W B B BB Ze B B WBB R W R W R Ze Ze Ze B W
IV 3 3 3 3 3 3 3
2
2 B WBB R B B WBB B ZZ Ze Ze ZZ B B B B B B B W B R B B WBB B X ZZ B B BB R Ze B B B B B B B B B B B B X BB B B B B B B W Ze Ze W R WBB B
101
3 3
3 3 3 2 3 3 3
3 3 3 3 3 3 3 3 3
1 3
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
RL Momenteel niet bedreigd Onvoldoende gekend Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Bedreigd Momenteel niet bedreigd Achteruitgaand Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd
Soortnaam Scolopax rusticola Serinus serinus Sitta europaea Streptopelia decaocto Streptopelia turtur Strix aluco Sturnus vulgaris Sylvia atricapilla Sylvia borin Sylvia communis Sylvia curruca Tachybaptus ruficollis Tringa Ochropus Troglodytes troglodytes Turdus iliacus Turdus merula Turdus philomelos Turdus pilaris Turdus torquatus Turdus viscivorus Tyto alba Vanellus vanellus
Orveytbos
Nederlandse naam Houtsnip Europese Kanarie Boomklever Turkse Tortel Zomertortel Bosuil Spreeuw Zwartkop Tuinfluiter Grasmus Braamsluiper Dodaars Witgatje Winterkoning Koperwiek Merel Zanglijster Kramsvogel Beflijster Grote Lijster Kerkuil Kievit
I X
II W
B
B WB Ze B B B B Ze Ze W B W B B W Ze WBB
B B B B
B
III W Ze R B B Ze R B B B B
IV
B W B B W
3
2 3 3 3 3 3 3 2
3 3
B 3 X Ze 2 WBB 3
102
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Bijlage 5.3.3 Amfibieën en reptielen Nr I II III
Bron (Sablain, 2000) (Bauwens, 2004) Olivier Dochy, mond. med.
RL: Rode lijst RL Zeldzaam
(Bauwens & Claus, 1996)
Wetenschappelijke naam Anguis fragilis Bufo bufo Zeldzaam Lacerta vivipara Rana esculenta Rana temporaria Kwetsbaaar Salamandra salamandra Triturus alpestris Zeldzaam Triturus cristatus Triturus vulgaris
Nederlandse naam Hazelworm Gewone pad Levendbarende hagedis Groene kikker Bruine kikker Vuursalamander Alpenwatersalamander Kamsalamander Kleine watersalamander
Orveytbos
I X X X X X X X
II X X X X X X X X
III
X X X
103
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Bijlage 5.3.4 Libellen Nr I II III IV V VI
Bron (Pauwels, z.d.) 1998: De Vaarttaluds (Sablain, 2000): De Vaarttaluds en Orveytbos (De Knijf, 2001) (Tailly, 2001a) (Tailly, 2001b) (Opstaele & Calcoen, 2004): Oude vaart
RL: Rode lijst
(De Knijf & Anselin, 1996)
RL Wetenschappelijke naam Aeshna mixta Anax imperator Cercion lindenii
B
Ub
B
Nederlandse naam
I
II
III
Paardenbijter Grote keizerlibel Kanaaljuffer
*
*
*
Coenagrion puella
Azuurwaterjuffer
Crocothemis erythreae
Vuurlibel
Enallagma cathigerum Erythromma viridulum Ischnura elegans Ischnura pumilio Lestes barbarus
Watersnuffel * * Kleine roodoogjuffer Lantaarntje * * Tengere grasjuffer * Zwervende 1997 * pantserjuffer Gewone pantserjuffer Noordse witsnuitlibel 2000 Platbuik Viervlek Gewone oeverlibel * * Bruine winterjuffer 1997 * Zwarte heidelibel Geelvlekheidelibel Zwervende heidelibel Bloedrode heidelibel * * Bruinrode heidelibel Steenrode heidelibel
Lestes sponsa Leucorrhinia rubicunda Libellula depressa Libellula quadrimaculata Orthetrum cancellatum Sympecma fusca Sympetrum danae Sympetrum flaveolum Sympetrum fonscolombii Sympetrum sanguineum Sympetrum striolatum Sympetrum vulgatum
* *
Orveytbos
*
IV 1992 + >1997 >1992 1999, St-Pietersbr. (1 koppel) 1993 + 1994 + 1999 + vermoedelijk andere jaren 1994 (1 waarn. V. 4 indiv.) >1992 >1994 >1992 2000 >1997
V
VI 2003 2003
2003 2000
>2000 1999 (1 waarn.) 1998 (1 waarn.) >1992 1992 (1 waarn.) 1997 1997 + 2000 1997 1992 + >1997 >1992 1992 + 1994
2003
104
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Bijlage 5.3.5 Vlinders Nr I II III IV V VI
Bron Dochy O. (1991) in (Opstaele & Calcoen, 2004): De Vaarttaluds en omgeving (Pauwels, z.d.) 1998: De Vaarttaluds (Sablain, 2000): De Vaarttaluds en Orveytbos (Opstaele & Calcoen, 2004): De Vaarttaluds (Maes, 2004) Vantieghem Peter mond.med.
RL: Rode lijst
(Maes & Van Dyck, 1999)
RL Wetenschappelijke naam Aglias urticae Anthocaris cardamines Araschnia levana Celastrina argiolus Coenonympha pamphilus Colias croceus Gonepteryx rhamni Inachis io Lasiommata megera Lycaena phlaeas Maniola jurtina Ochlodes faunus Papilio machaon Pararge aegeria Pieris brassicae Pieris napi Piersis rapae Polygonia c-album Polymmatus icarus Pyronia tithonus Thecla betulae Thymelicus lineola Thymelicus sylvestris Vanessa atalanta Vanessa cardui
Nederlandse naam Kleine vos Oranjetipje Landkaartje Boomblauwtje Hooibeestje Oranje luzernvlinder Citroenvlinder Dagpauwoog Argusvlinder Kleine vuurvlinder Bruin zandoogjes Groot dikkopje Koninginnepage Bont zandoogjes Groot koolwitje Klein geaderd witje Klein koolwitje Gehakkelde aurelia Icarusblauwtje Oranje zandoogje Sleedoornpage Zwartsprietdikkopje Geelsprietdikkopje Atalanta Distelvlinder
I
X X X X
II X X X
III X X X
X X X X
X X X
X
X
X X
X X
X X X X
X X X X
IV
V X X X X X
VI
X
X X
X
X
X
X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X
X X X
X X
Bijlage 5.3.6 Sprinkhanen Nr I
Bron Vanden Borre (mond. med.): 20 juli 2003
Wetenschappelijke naam Tetrix undulata Chorthippus biguttulus Chorthippus parallelus
Nederlandse naam Gewoon doorntje Ratelaar Krasser
Orveytbos
I X X X
105
Bijlage 5 Flora- en faunagegevens
Bijlage 5.3.7 Lieveheersbeestjes Bron Libeer 2005 Z Zeldzaamheid volgens Adriaens en Maes (2004) Wetenschappelijke naam Adalia bipunctata Coccinella septempunctata Propylea quatuordecimpunctata Adalia decempunctata Calvia quatuordecimguttata Exochomus quadripustulatus Halyzia sedecimguttata Calvia decemguttata Tytthaspis sedecimpunctata Harmonia axyridis Oenopia conglobata
Nederlandse naam 2-stippelig Lieveheersbeestje 7-stippelig Lieveheersbeestje 14-stippelig Lieveheersbeestje 10-stippelig Lieveheersbeestje Roomvleklieveheersbeestje 4-vleklieveheersbeestje Meeldauwlieveheersbeestje 10-vleklieveheersbeestje Zestienpuntlieveheersbeestje Veekleurig Aziatisch lieveheersbeestje Vloeivleklieveheersbeestje
Orveytbos
Z zeer algemeen zeer algemeen zeer algemeen algemeen algemeen algemeen algemeen algemeen algemeen algemeen vrij algemeen
106
Bijlage 6 Toegankelijkheidsreglement
Bijlage 6 Toegankelijkheidsreglement (18/11/2004) Art. 1: Dit reglement is van toepassing in het Orveytbos. Art. 2: Het reglement geeft aanvullingen of verduidelijkingen bij het Bosdecreet van 13 juni 1990 en het uitvoeringsbesluit van 22 juli 1993. Dit betekent dat er nog andere gebruiksregels van toepassing zijn dan deze die vermeld worden in dit toegankelijkheidsreglement. De belangrijkste ervan worden op de pictogrammen duidelijk gemaakt. Art. 3: Het bos is toegankelijk van 2u vóór zonsopgang tot 2u na zonsondergang. Omwille van natuurbehoudsredenen, gevaar, … kan het Bosbeheer bepaalde wegen tijdelijk of permanent afsluiten voor het publiek. De toegang tot het bos is verboden bij storm. Het Bosbeheer is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen. Art. 4: De toegankelijkheid van het bos wordt geregeld volgens de legende op bijgevoegde kaart, die integraal deel uitmaakt van dit toegankelijkheidsreglement. In het Orveytbos worden enkel wandelpaden, uitsluitend toegankelijk voor wandelaars, onderscheiden. Het met rood aangeduide wandelpad is ontoegankelijk vanaf 1 maart tot en met 31 augustus van elk jaar, dit ter bescherming van flora en fauna. Er zijn geen fiets- of ruiterpaden voorzien. In het Orveytbos zijn ook geen speelzones of recreatiezones voorzien. De overige wegen of paden die niet op de kaart zijn weergegeven zijn niet toegankelijk. De toegankelijkheid van de wegen in de omgeving van het domein wordt geregeld door aangepaste reglementen. Deze wegen worden op de kaart informatief weergegeven met dezelfde legende. Art. 5: Er zijn geen vuilnisbakken voorzien in het bos. Iedere gebruiker is verplicht zijn afval terug mee te nemen. Art 6: Het is verboden zich binnen de afrastering van de begrazingsdieren te bevinden, uitgenomen op het te volgen pad binnen de afrastering aangeduid door oranje palen en enkel vanaf 1 september tot en met 28 februari. Art. 7: Overige verbodsbepalingen: -Het is verboden zich in of op de wateroppervlaktes te begeven, stenen of andere voorwerpen in het water te gooien. -Het is verboden te roken. -Het is verboden dieren te voederen. -Het is verboden drukwerk of andere geschriften uit te delen of te verspreiden. -Het is verboden honden of andere huisdieren in het domeinbos te brengen, behalve op de wegen en paden indien ze aan de leiband worden gehouden. Art. 8: De woudmeester kan afwijkingen op bovenvermelde bepalingen toestaan. Alle aanvragen tot machtiging dienen minstens veertien dagen vooraf schriftelijk bij de woudmeester toe te komen. Bij ontbreken van enig antwoord wordt verondersteld dat de machtiging werd geweigerd. De woudmeester kan in zijn machtiging voorwaarden opleggen.
Orveytbos
107
Bijlage 7 Beheersovereenkomst met Natuurpunt-Zwevegem
Bijlage 7 Beheersovereenkomst met Wielewaal Z-W-Vlaanderen
Orveytbos
108
Bijlage 7 Beheersovereenkomst met Natuurpunt-Zwevegem
Orveytbos
109
Referenties
Referenties Adriaens & Maes, 2004. Voorlopige verspreidingsatlas van lieveheersbeestjes in Vlaanderen. Bertram, 1bis, 1-71 Afdeling Water 2000. Hydrologische atlas. Brussel, Afdeling Water, GIS Bauwens, D. 2004. Herpetofaunadatabank (20/04/2004). Brussel, Instituut voor Natuurbehoud Bauwens, D. & Claus, K. 1996. Verspreiding van amfibieën en reptielen in Vlaanderen. Turnhout, De Wielewaal Beplantingsplan: Kleiheuvel, Kraaibosstraat - Moen. 1988. Dienst Groen, Waters en Bossen. Kaart Biesbrouck, B., Es, K., Van Landuyt, W., Vanhecke, L., Hermy, M. & Van den Brempt, P. 2001. Een ecologisch register voor hogere planten als instrument voor het natuurbehoud in Vlaanderen. Brussel, Flo.Wer vzw, Instituut voor Natuurbehoud, Nationale Plantentuin België, KULeuven in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, Rapport Vlina 00/01 Biologische Waarderingskaart 2004: versie 1.0, 2.0 en 2.1. Brussel, Instituut voor Natuurbehoud, GIS Criel, D., Lefevre, A., Van Den Berge, K., Van Gompel, J. & Verhagen, R. 1994. Rode lijst van de zoogdieren in Vlaanderen. Brussel, Aminal De Keersmaeker, L., Rogiers, N., Lauriks, R., Esprit, M., Vanhoutte, L. & De Vos, B. 2001. Ecosysteemvisie bos Vlaanderen, Ruimtelijke uitwerking van de natuurlijke bostypes op basis van bodemgroeperingseenheden en historische boskaarten. Geraardsbergen, VLINA-project, Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer De Knijf, G. 2001. Waarneming van Leucorrhinia rubicunda (Linnaeus, 1758) in het Kraaibos te Moen-Zwevegem (West-Vlaanderen). Gomphus, 17(2), 75-82 De Knijf, G. & Anselin, A. 1996. Een gedocumenteerde Rode lijst van de libellen van Vlaanderen. Brussel, Instituut voor Natuurbehoud. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud Decleer, K. 2004. Sprinkhanen databank (05/2004). Brussel, Instituut voor Natuurbehoud Defoort, T. 2001. Ruimtelijke, ecologische en juridische onderbouwing voor de aanduiding van gebieden als “grote eenheid natuur” (als onderdeel van een Vlaams Ecologisch Netwerk) in de provincie West-Vlaanderen. Brussel, Instituut voor Natuurbehoud Dejonghe, F. 2004. Over spoorwegen, kanalen en taluds. Natuur.blad, 3(4), 23-26 Denys, L., Gysels, J. & Packet, J. 2003. Kranswieren (Characeae) in Vlaanderen: verspreiding en bedreiging. Natuur.focus, 2(4), 145-156 Devos, K., Anselin, A. & Vermeersch, G. 2004. Een nieuwe Rode Lijst van de broedvogels in Vlaanderen (versie 2004). In: Vermeersch, G., Anselin, A., Devos, K., Herremans, M., Stevens, J., Gabriëls, J. & Van Der Krieken, B. (eds.). Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002. Brussel, Instituut voor Natuurbehoud Foré, M. 2001. Historiek Orveytbos. Moorslede, afdeling Bos & Groen Foré, M. 2002a. Orveytbos: Beschrijving van het biologisch milieu: fauna. Moorslede, afdeling Bos & Groen Foré, M. 2002b. Orveytbos: Beschrijving van het biologisch milieu: flora. Moorslede, afdeling Bos & Groen Lantboeck der prochie ende graefschepe van Moen. 1760. Kaart Libeer, R. 2005. Lieveheersbeestjesdag 22 mei 2005. Digitale nieuwsbrief Insectenwerkgroep ZuidWest-Vlaanderen, 5 Maes, D. 2004. Dagvlinderdatabank (19/05/2004). Brussel, Instituut voor Natuurbehoud Maes, D. & Van Dyck, H. 1999. Dagvlinders in Vlaanderen: Ecologie, verspreiding en behoud. Antwerpen/Brussel, Stichting Leefmilieu ism Instituut voor Natuurbehoud en Vlaamse Vlinderwerkgroep Mens & Ruimte z.d.. De gewenste bosstructuur voor Vlaanderen. Mens & Ruimte, in opdracht van afdeling Bos & Groen Moen, Toponymische kaart naar Popp en bijgewerkt met gegevens uit het kaartenmateriaal. 1960. Kaart Opstaele, B. & Calcoen, J. 2004. Bermbeheerplan: Kanaal Bossuit-Kortrijk. Gent, Esher, in opdracht van AWZ, afdeling Bovenschelde Pauwels, W. z.d. Erkenningsaanvraag: De Vaarttaluds Zwevegem-Moen. Turnhout, De Wielewaal Pauwels, W. 2000. Beheersactiviteiten op "Het Kraaibos" te Moen (26 ha 42 a) Pauwels, W. 2004. Perimeter van het begrazingsblok in verschillende periodes. Brugge, NatuurpuntZwevegem, GIS
Orveytbos
110
Referenties Sablain, B. 2000. Het natuurreservaat "De Vaarttaluds" en het bosgebied "Het Kraaibos". Kortrijk, Geïntegreerde proef voorgedragen voor Provinciaal Technisch Instituut Campus Tuinbouwschool Schops, I. 1999. Amfibieën en Reptielen in Limburg: Verspreiding, bescherming en herkenning. Overpelt, Provincie Limburg & LIKONA Tailly, M. 2001a. De libellen van het Kraaibos te Moen-Zwevegem (West-Vlaanderen). Gomphus, 17(1), 37-45 Tailly, M. 2001b. Een vondst van Ischnura pumilio (Charpentier 1825) te Moen-Zwevegem (WestVlaanderen). Gomphus, 17(1), 46-50 Thomaes, A. & Vandekerkhove, K. 2003. Wetenschappelijk achtergronddocument voor het natuurrichtplan: Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen: Habitatrichtlijngebied SBZ-H 7. Geraardsbergen, Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer, in opdracht van afdeling Natuur en afdeling Bos & Groen Van den Bussche, W. 1997. Excursieverslag Moen 07/06/97: Studiegroep Europese & Mediterrane Orchideeën. Orchideeënwerkgroep SEMO Van den Bussche, W. 2002. Excursieverslag vaarttaluds Moen 19 mei 2001. Liparis, 8, 4-9 Vandecasteele, B. & De Vos, B. 2003. Relationship between soil textural fractions determined by the sieve-pipette method and laser diffractometry. Vergelijkende studie tussen laserdiffractie en de zeefen pipetmethode om bodemtextuur te meten. Geraardsbergen, Instituut voor Bosbouw & Wildbeheer Verkem, S., De Maeseneer, J., Vandendriessche, B., Verbeylen, G., & Yskout, S. 2004. Zoogderen in Vlaanderen: Ecologie en verspreiding van 1987 tot 2002. Mechelen & Gent, Natuurpunt Studie & JNM-Zoogdierenwerkgroep Vermeersch, G. 2004. Vlaamse broedvogeldatabank (05/2004). Brussel, Instituut voor Natuurbehoud Vlaeminck, P. 2004. Vogelwaarnemingen in domeinen in beheer bij afdeling Bos & Groen in Z-WestVlaanderen. (2004). afdeling Bos & Groen Walleyn, R. & Verbeken, A. 2000. Een gedocumenteerde rode lijst van enkele groepen paddestoelen (macrofungi) van Vlaanderen. Brussel, Instituut voor Natuurbehoud, Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud, 7 Waterinckx, M. & Roelandt, B. 2001. De bosinventarisatie van het Vlaamse Gewest: Eindverslag. Brussel, afdeling Bos & Groen Weeda, E.J., Westra, R., Westra, C., & Westra, T. 1999. Nederlandse oecologische flora, wilde planten en hun relaties. Utrecht, Verwin en KNNV uitgeverij Zwevegem 1996. Bossenroute Zwevegem: een landschappelijke verkenning. Zwevegem, Gemeentebestuur Zwevegem
Orveytbos
111