001_GPV1QU_20140524_PSW01_00.qxp_PSvW 5/22/14 2:48 PM Page 1
24 MEI 2014
80 JAAR AMSTERDAMSE BOS
BOS VOL GEHEIMEN PS22 DIRECTEUR HOCKEYBOND ‘We zoeken weer mannelijke hockeyhelden’ PS10 JAN VAN GOYENKLINIEK Privékliniek? Nee, dat is een groot misverstand
PS16
016_GPV1QU_20140524_PSW01_00.qxp_PSvW 5/22/14 1:46 PM Page 17
Ellen La Heij oogarts
016_GPV1QU_20140524_PSW01_00.qxp_PSvW 5/22/14 1:46 PM Page 18
JAN VAN GOYEN Er zijn tientallen manieren om uit te drukken dat het slecht gaat en bij dokter Jan Vranken (45) van de pijnpoli komen alle varianten voorbij: ‘klote’, ‘beroerd’, ‘ik ga kapot van de pijn’, ‘mwoah’, tot ‘wat denkt u zelf?!’ Zijn eerste patiënt van de dag houdt het op een ingetogen ‘Gaat wel’. De uitdrukking op haar gezicht zegt iets anders. Deze 55-jarige mevrouw had een tumor in haar verhemelte. Die is vier jaar geleden met succes verwijderd – wat mooi is – maar sindsdien zit ze met een zenuwpijn die haar hoofd in straalt. Een gemene, niets ontziende snerpende rotpijn. Soms is hij er, soms niet. Medicijnen werken wel, maar onvoldoende. Geen arts die weet wat hij ermee aan moet. En als artsen het echt niet meer weten, leidt de weg in sommige gevallen naar Jan Vranken – zeker als het aangezichtspijn betreft, want daar is deze anesthesioloog in gespecialiseerd. Dus daar zit ze, in de Emmastraat. Aan het bureau van dokter Vranken – een olijke Belg met een frappante bril. Buiten, achter de luxaflex, doet een knoeperd van een vijgenboom zich tegoed aan de comfortabele ochtendzon. Binnen heerst geconcentreerde stilte. Vranken leest het patiëntendossier, en kijkt dan op: “Is de pijn voor u acceptabel?” “Het gaat wel,” zegt de vrouw. De arts: “Moet ik nog iets voor u doen?” De partner van de vrouw vertelt dat ze onzeker zijn over de volgende stap. In het ziekenhuis, waar ze een pijnbehandeling heeft ondergaan, werd hun verteld dat het niet verstandig zou zijn nóg een behandeling te doen. Vranken ziet het probleem niet. “Elke zenuwwortelblokkade is net zo risicovol als de vorige. Als je maar voldoende pauze tussen de behandelingen inlast.” Zijn advies: een zenuwwortelblokkade in het verhemelte. De man van de patiënt zucht zijn opluchting eruit. “Het zou toch fantastisch zijn als ze drie, vier maanden pijnvrij is. En helpt het
niet, dan hebben we het in elk geval geprobeerd.” Het is de algemene teneur op de pijnpoli van Medisch Centrum Jan van Goyen: Vranken als laatste strohalm. “Als mensen hier komen, hebben ze een lange, ellendige geschiedenis achter zich,” zegt Vranken. “Het zijn mensen met vaak jarenlang pijn. Met partners die niet goed snappen hoe ze zich voelen, met werkgevers die klaar zijn met het gezeur en met artsen die zeggen: ‘Wij hebben geen verklaring voor de pijn. En als wij het niet zien, dan kan het niet bestaan.’ Tegen de tijd dat die mensen hier binnen stappen, zijn ze enorm gefrustreerd. Wij zijn hun laatste hoop. Na ons is er niemand meer.” Een lastige rol, zegt de arts. “Want ik kan ook geen wonderen verrichten.” Circa 10 tot 15 procent is na de behandeling pijnvrij, bij 60 tot 70 procent van de patiënten geeft het verlichting en bij 20 procent doet het niks, somt hij op. En áls het helpt, is het tijdelijk, want het lichaam ruimt het medicijn dat bij de behandeling wordt ingespoten weer op. Het is niet ideaal, een lapmiddel zouden critici zeggen, want het doet niks aan de oorzaak, maar het is tenminste iets. “Als een behandeling alleen al bijdraagt aan een betere nachtrust, wordt het leven voor een patiënt al zo veel draaglijker.” Pijn kent vele gezichten, en vroeg of laat schuiven ze allemaal aan zijn bureau. Exotische: “Een onverklaarbaar rood oog dat pijn doet.” Isolerende: “Pijn alleen door het dragen van kleding. Deze mensen zitten naakt thuis met de gordijnen dicht. Je kunt je voorstellen wat dat met een sociaal leven doet.” En de ironische: “Mensen bij wie de zenuwen kapot zijn bestraald. Ze zijn kankervrij, maar ze hebben ondraaglijke zenuwpijn.” De lijst is lang: mensen die zijn geopereerd aan een liesbreuk en bij wie het geïmplanteerde matje is gaan ontsteken, klachten na een lumbale laminectomie, waarbij één of meer
wervelbogen uit de wervelkolom worden verwijderd om ruimte te creëren voor de zenuwwortels. Of pijn na een herniaoperatie. Leed na een rugoperatie is zo veel voorkomend dat er zelfs een naam voor bedacht is: het Mislukte Rugoperatie Syndroom (Failed Back Surgery Syndrome). Goedkoop is de behandeling niet: 1200 euro – vaak vergoed door de zorgverzekeraar. Bij zo’n behandeling legt Vranken een zenuw stil. Een nogal nauwkeurige vaardigheid, waar de nodige opleiding voor vereist is: zes jaar basisartsenopleiding, vijf jaar specialisatie anesthesiologie en daarbovenop nog een specialisatie pijnbestrijding. “Het is de kunst om zo te prikken dat je de pijn weghaalt en de motoriek in stand houdt.” Even later laat hij het zien bij een patiënt met klachten in het rechterbeen. Een blonde vrouw (56) ligt op haar buik op de behandeltafel. Vranken, met loodschort tegen de röntgenstraling, houdt een injectienaald van indrukwekkende lengte in de lucht. “Het zijn heel dunne naaldjes. Maar ze zijn venijnig. Ze worden niet altijd gewaardeerd, om het mild uit te drukken.” Eerst spuit hij op de rug een huidverdoving in, dan injecteert hij contrastvloeistof om de zenuw met röntgenstralen op de monitor in beeld te krijgen. En tot slot spuit hij een irritatieremmende stof die de pijn kan verminderen bij de zenuw. De patiënt ligt roerloos op de behandeltafel. “Kijkt u naar Utopia?” vraagt Vranken in een poging de spanning en de stress bij de patiënt te compenseren. De vrouw zwijgt. Ze ondergaat en incasseert. Alles in strijd tegen het zeer. En dan, na een paar minuten al, het verlossende woord van de arts: “Nou, dat was het.” De patiënt wordt door de assistente naar de naastgelegen ‘uitslaapkamer’ begeleid. Als ze zich na een kwartiertje rust nog steeds goed voelt, mag ze naar huis. Het is de tweede patiënt van de dag. Nog negentien te gaan.
‘Mensen die hier komen, hebben een ellendige geschiedenis achter zich’ 24 MEI 2014 PS18
016_GPV1QU_20140524_PSW01_00.qxp_PSvW 5/22/14 1:47 PM Page 19
Josephine van Onna accountmanager, assistent pijnbestrijding
016_GPV1QU_20140524_PSW01_00.qxp_PSvW 5/22/14 1:47 PM Page 20
JAN VAN GOYEN
Jan Vrancken pijnbestrijder
Dat is dus de Pijnpoli. Zo heeft Medisch Centrum Jan van Goyen nog tien specialismen in huis. Er werken 33 parttime specialisten, circa 200 medewerkers in totaal en ze helpen jaarlijks circa 25.000 patiënten. En dat allemaal in vier mooie herenhuizen op de hoek van de Emmastraat en de Jan van Goyenkade en nog een deel in een pand aan het Concertgebouwplein. Het heeft niets klinisch, niets ziekenhuisachtigs. Wie over het tuinpad naar de voordeur aan de Emmastraat loopt, heeft eerder het idee bij een chique tante in Oud-Zuid op bezoek te gaan, dan op weg te zijn naar een zenuwwortelblokkade. Het is van een charme die je in medische sferen nog maar zelden ziet. Geen linoleum, maar visgraatparket. Geen opgang van beton, maar een trappenhuis met houtsnijwerk. Geen lange brede gangen, maar een halletje dat uitmondt in een kamertje met een paar stoelen. Een ziekenhuis in een woonhuis. 24 MEI 2014 PS20
Victorine Storm de Grave fleboloog
Het heeft ook een reden dat je deze huiselijke bekoorlijkheid zelden ziet op een medische werkvloer – het is logistiek een crime. Al spreekt manager Nicolet Groen liever over een uitdaging. “Dit centrum moet aan dezelfde eisen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg voldoen als de grote ziekenhuizen. Het is hard werken om dat voor elkaar te krijgen.” Maar omdat het team van Jan van Goyen gelooft in de aantrekkingskracht van de locatie én de uitstraling, wordt er geen seconde gepiekerd over de vraag of ze moeten verhuizen. “Ergens anders naartoe? Geen sprake van. Wat blijft er van ons over?” Ze hoeven ook niet per se te groeien. Sterker: het medisch centrum profileert zich juist als kleinschalig en persoonlijk. Fijn voor de patiënt, fijn voor de specialist. Eén ding wil Groen graag vet onderstreept zien: de behandelingen in het centrum worden grotendeels door de zorgverzekeraar vergoed. Jan van Goyen, kortom, is
géén privékliniek. Dat is een groot misverstand dat zich hardnekkig in de hoofden van de Amsterdammers heeft vastgezet. Met dank aan de herenhuizen, waarschijnlijk. En de geschiedenis, want lange tijd was Jan van Goyen wel een privékliniek. Dat prinses Juliana zich hier in 1995 aan staar liet opereren, draagt ook al niet bij aan het beeld dat Jan van Goyen voor iedereen is. Overigens heeft de plek al veel langer dan 25 jaar een medische functie. Een aantal KNO-artsen heeft in de oorlogsjaren op de Jan van Goyenkade 1 een ziekenhuisje ingericht voor gewonden uit de illegaliteit. Na de Tweede Wereldoorlog bleef het een KNO-centrum. ‘Hele generaties Amsterdammertjes zijn in de Jan van Goyenkliniek van hun (al dan niet ontstoken) tonsillen verlost,’ tekent de gepensioneerde internist Theo Erwteman op in een artikel over de geschiedenis van de kliniek. In 1989 sloot de KNO-praktijk. Hetzelfde
016_GPV1QU_20140524_PSW01_00.qxp_PSvW 5/22/14 1:47 PM Page 21
jaar nog opende een groep specialisten op deze plek het medisch centrum Jan van Goyen. Sinds 1998 is Jan van Goyen een buitenpoli van het OLVG en het Slotervaartziekenhuis – een samenwerking die, om het mild uit te drukken, niet altijd soepel verliep. Er was jarenlang een conflict rond de complexe verdeelsleutel van de opbrengsten. Zorgondernemer Loek Winter, inmiddels eigenaar van het Slotervaartziekenhuis en tot 2012 directeur van Jan van Goyen, heeft die problemen naar eigen zeggen nooit weten te sussen. Hij werd door de ziekenhuizen onder druk gezet om af te treden, zo onthulde deze krant vorig jaar. Winter zelf houdt het op een vrijwillig vertrek.
Keukentrapje
Allemaal zaken waar de patiënt niks van merkt. Die heeft andere sores. Hoofdvraag op een doordeweekse ochtend in een behandelkamer op de locatie Concertgebouwplein: wordt de behandeling vergoed? Op een keukentrapje staat een mevrouw (66) met spataders. Achter haar zit fleboloog Victorine Storm de Grave (37). Ze pakt een tube met gel en smeert die op de ‘kijker’ van het echoapparaat. De patiënt kent de procedure. Circa 25 jaar geleden zat ze voor het eerst bij een arts met haar spataders. Anderhalf jaar geleden had ze haar laatste behandeling, en nu staat ze hier dus alweer omdat ze pijnlijke plekken op haar been heeft. De fleboloog: “Het goede nieuws is dat we het kunnen behandelen. Maar ik heb ook slecht nieuws voor u: het wordt dit keer niet door de zorgverzekeraar betaald. Alleen behandelingen van binnenwaartse spataders worden vergoed. Maar dan moeten de vaten wel over de hele lengte van het been eruit liggen. Bij u werkt vijftien centimeter niet. Dat is niet genoeg.” Storm de Grave vindt het oneerlijk. “Deze
patiënt vertelt dat ze echt last heeft, ze houdt vocht vast, ze heeft dikke aders. Zij heeft een levenslang spataderprobleem. Het is een misverstand dat je na een behandeling klaar bent. Behandelde spataderen moet je onderhouden.” De vrouw moet met één behandeling – waarbij de vaatwandjes aan elkaar worden geplakt – weer een tijd geholpen zijn. Kosten: 165 euro per consult, per been. Betaald uit eigen zak. Storm de Grave merkt dat veel patiënten het om die reden laten zitten. Het is dus rustig op de afdeling. Dat kun je niet zeggen van de afdeling oogheelkunde, waar oogarts Ellen La Heij (50) op een doorsnee dag veertig patiënten ziet. Ze was chef de clinique in het Universitair Medisch Centrum Maastricht, en gespecialiseerd in netvlieschirurgie bovendien, maar ze wilde graag weer terug naar ‘meer één-op-één contact met de patiënt’. “En niet meer vijf keer per consult gestoord worden door de telefoon of de pieper.” Vandaag zit ze met Kees Kwinkelenberg, die met zijn 85 jaar nog steeds op de verhuiswagen rijdt. Binnenkort moet hij in de herkeuring voor zijn rijbewijs en waar hij bij het ziekenhuis twee maanden moest wachten, was hij bij Jan van Goyen een week later al aan de beurt. La Heij heeft hem gisteren aan staar geopereerd. Kwinkelenberg – ‘ja hoor, ik til zo nog een wasmachine of een piano als het moet’ – zit met een zonnebril op zijn neus tegenover haar. Tot voor kort had deze ras-Amsterdammer nog nooit van dat hele Jan van Goyen gehoord. Hij had even in de Gouden Gids gekeken en daar las hij dat het verbonden was aan het Slotervaartziekenhuis. Dan zal het wel goed zijn. En dat was het ook, vond hij. “Ik ben kerngezond, maar als ik nog eens wat mankeer, kom ik zeker terug.” n
MINDER VERGOED Steeds meer behandelingen verdwijnen uit het basispakket. Het begon circa zes jaar geleden met het schrappen van ingrepen door de plastisch chirurg en die grens schuift steeds verder op, zegt manager Nicolet Groen van medisch centrum Jan van Goyen. En hoe minder er wordt vergoed, hoe minder vraag ernaar is. Kijk maar naar de afdeling flebologie, waar het veel rustiger is nu de behandeling van spataderen grotendeels door de patiënt zelf moet worden betaald. Je zou denken dat de tendens een bedreiging is voor een centrum als Jan van Goyen, maar Groen ziet de toekomst zonnig in. “Ik verwacht dat het net zo zal gaan als bij plastische chirurgie – mensen zullen eraan wennen dat sommige dingen niet meer vergoed worden. Mensen denken straks: en nú gun ik mezelf die behandeling. Dan maar een jaartje niet op vakantie. Die mindset komt nu op gang.” Een andere tendens is dat zorgverzekeraars ‘groot’ inkopen. Ze willen dat ziekenhuizen en centra zich meer specialiseren in bepaalde behandelingen. Een klein centrum met elf specialismen krijgt het in zo’n klimaat moeilijk. “We gaan waarschijnlijk naar minder specialismen.” Welke moeten verdwijnen, kan Groen nog niet zeggen. “We zijn nu in gesprek met de zorgverzekeraar over hoe de zorg in het Jan van Goyen eruit moet zien.” De grote lijn kan Groen wel voorspellen: meer behandelingen in minder specialismen. “En dat is goed. De productie wordt hoger, dus ik denk dat je een nog betere kwaliteit kunt halen.” Hoe dan ook zal Jan van Goyen moeten meebewegen om de komende 25 jaar overeind te blijven.
‘Jan van Goyen is géén privékliniek. Dat is een groot misverstand’ 24 MEI 2014 PS21