Born2BE
Andre van Zyl 2005 ©
Foreword: Born ‘to BE’ We live in a culture we are born ‘to do’. If we don’t reach success in the eyes of people, we see ourselves as failures. I believe that we were not created to be ‘human doings’, but ‘human BEINGS’. Who are comes from what we believe, and what we believe comes from what we’ve been taught (by friends, family, society, church). If this belief system is contrary to what the Bible says, we build our houses on sand (lies) and not on rock (Jesus/Truth). In this study, we are going to look at a few subjects. In the first few studies, we are taking a look at who we are, and what we believe about God and the Bible. One of the studies is on the names of God. I’m not a very tall guy, and my nickname at school was ‘Shorty’. When people talked about me when I was not around and used my nickname, people who didn’t know me immediately had a picture of me in their minds, because of my nickname. God has a lot of ‘nicknames’ in the Bible, and when we study these names, our picture of who God is gets more defined. In the study on intimacy with God, we are going to see how we can relate to this God of the Bible. In the study on Truth vs Lies, we are going to try to look at how God’s enemy tries to distort the image of God. Then we are going to take four weeks to take look at ourselves and the lies we might have in our belief system. These four weeks might be very confrontational and I want to ask you NOT to avoid the confrontation! Then we are going to look at a few ‘nicknames’ we as Christians have in the Bible. ‘Christian’, ‘disciple’, ‘saint’, ‘king’, ‘priest’ and others. Keeping in mind that the Bible was not written to tell us who we should become, but who we are, we are going to touch on these topics… In closing I want to give you a few tips in doing this study. • Be honest. If you want to grow in your relationship with God, you need to be honest… firstly with yourself and God, and then with others. • Do your ‘homework’. If you don’t prepare well for the group studies, you (and the group) won’t be able to benefit. • Get a little book where you can write down prayers and things you discover about yourself. I will refer to this book as your ‘prayerbook’ (gebedsboekje) The reason why I wrote the study in the personal form (using ‘I’ for instance) is because I wanted to make it personal. This study is a product of my own walk with God, and I wanted it to be a journey that we take together. God bless you as we take this journey together in discovering that we were born TO BE!! Andre van Zyl
Born ‘to BE’… 1. Wie ben ik? 2. Wat geloof ik? 3. Hoe heet God? (Betekenis van de Namen van God) 4. Waarheid vs. Leugen 5. Intimiteit met God: Vriendschap vs. Vrees 6. Leugen 1: De ‘prestatie’ valkuil 7. Leugen 2: De ‘acceptatie’ valkuil 8. Leugen 3: De ‘straf’ valkuil 9. Leugen 4: De ‘slachtoffer’ valkuil 10. Freedom!! 11. Wat beteken het om ‘discipel’ te zijn 12. Wat beteken het om ‘christen’ te zijn? 13. Wat beteken het om ‘koning, priester en heilige’ te zijn? 14. Wat beteken het om ‘een kind van God’ te zijn? 15. Bekleed met Christus 16. Open kring 17. Open kring
1. Wie ben ik? Sinds het begin van tijd, zijn er een paar vragen geweest over het bestaan van de mens, waar men een antwoord naar zoekt. De doel van deze kennismakings kring, is dat je in je eigen woorden kan uitleggen wie je bent. Wees eerlijk, maar voel geen druk om alles te vertellen. Laat je geen juk opleggen!! Om je te helpen, ga ik je een paar vragen stellen die je zo eerlijk mogelijk kunt beantwoorden in je gebedsboekje. Voor we daarmee gaan beginnen, vraag ik me af waarom het belangrijk is mezelf goed te kennen, en een goed antwoord te kunnen geven op de vraag “Wie ben ik?” Laten we dus beginnen door met elkaar over een paar termen na te denken: Waarom denk je dat het belangrijk is om jezelf goed te kennen?
Denk je dat je jezelf goed kent? Waarom/Waarom niet?
Nu meer over jezelf Wat zijn je favoriete dingen? (kleur, tv serie, sport, film, enzo)
Mijn beste tijden:
Mijn slechtste tijden:
Ik heb een ‘mindere dag’ wanneer:
Ik voel me alleen wanneer:
Ik voel me gelukkig wanneer:
Wat zijn je beste eigenschappen?
Wat zijn je minder goeie eigenschappen?
Wanneer ervaar je God?
Heb je een ontmoeting met God gehad die je kunt onthouden?
Denk je dat je jezelf goed kent?
Ben je bereid om je leven aan te passen aan de Bijbel? Waarom wel/waarom niet?
Heb je voor jezelf antwoorden op de volgende vragen? Waar kom ik vandaan? Waarom ben ik hier? Waar ga ik heen? Hoe maak ik vrede met de dood? Wat moet ik met ‘lijden’? Kan ik geloven in gerechtigheid? Wat kan ik weten? Wat moet ik geloven? Wat moet ik doen?
2. Wat geloof ik? Gedurende de zomer van 2004 sprak ik op een vier daagse conferentie voor studenten, getiteld ‘Define yourself…’, of ‘Definieer jezelf…’ Tijdens mijn voorbereiding kwam ik erachter, dat mijn geloofsysteem het middelpunt van mijn weze vormt, en dat we soms heelaas niet eens weten of kunnen verwoorden wat we eigelijk geloven. Iedere dag krijgen we van alle verschillende kanten te horen wat we moeten geloven over God, de wereld en onszelf. Deze ‘stemmen’ schreeuwen zo hard in onze oren dat we vaak zelf niet meer weten wat we nu eigelijk geloven. Om te groeien in een dieper relatie met God en onszelf, is het heel belangrijk om te na te denken wat ik nu eigelijk geloof, en of ik de Bijbel daarvoor gaan gebruiken als standard om mijn ‘normen en waarden’ mee in te vullen. Vandaar dat de laatste vraag van vorige keer was: Ben je bereid je leven aan te passen bij de Bijbel? Wat geloof je over de Bijbel, en wat zegt de Bijbel over zichzelf? Heb 4:12-13, Matt 24:35, Op 22:18-21 Wat geloof je over God, de Vader? Jes 6:3, Op 4:8-11, Deut 32:4, Rom 2:4, Rom 11:22 Wat geloof je over Jezus als de zoon van God? Joh 1:1-5, Joh 14:6, Hand 4:12, Hand 10:43, Matt 28:18 Wat geloof je over de Heilige Geest van God? Joh 16:8,13-15, Gen 1:1-2 Wat geloof je over ‘absolute waarheid’? Ef 1:13, 2 Cor 6:4-7, Op 22:18-21, Joh 16:4 Wat geloof je over jezelf? Joh 1:12, Rom 8:14-17 Wat geloof je over hemel en hel, en mensen die God niet kennen? Dan 12:2, Matt 25:46, Matt 24:51, Luc 3:17, Rom 2:8,9, 1 Tess 1:9, Judas 7,13 Wat geloof je over satan? Op 12:10, 2 Cor 11:14, Joh 8:43-45, Joh 10:10 Het is belangrijk dat je voor studie 3 goed voorbereid bent!!
3. Namen van God Heb jij een bijnaam, of ooit één gehad? Als ik bijnamen noemen zoals ‘blue eyes’ of ‘tandenstoker’, krijg je waarschijnlijk gelijk een beeld of een plaatje in je hoofd: Twee blauwe ogen, en een heel dun iemand. Namen in de Bijbel hebben veel betekenis. Namen waren niet alleen woorden waarmee mensen elkaar aanspraken, maar er lag vaak veel betekenis achter: Een beschrijving van de persoon. God is zo’n ongelooflijk wezen, dat het onmogelijk voor ons is om een goed en accuraat beeld van Hem te krijgen. God geeft zichzelf vele namen in de Bijbel, zodat wij hem daardoor beter kunnen leren kennen. In deze studie gaan we kijken naar de namen van God, om op die manier hem beter te leren kennen als de allesomvattende, almachtige God. Hoe kun je het aanpakken? 1. Lees de lijst van namen door en kies twee namen uit de lijst van de namen van de Vader, Jesus en de Heilige Geest (6 in totaal dus). Neem liefst namen die je niet begrijpt of die voor jou als een uitdaging klinken. 2. Zoekt de naam op in een concordantie op het internet. Een handige link is: www.bible.gospelcom.net. Alle namen zijn van de New International Version vertaling van de Bijbel. 3. Lees de naam in de context van het vers, en het gedeelte waar het staat. 4. Gebruik ook je verbeelding om je voor te stellen wat er met de ‘bijnaam’ bedoeld wordt. Wat is je eerste indruk daarbij (zoals met ‘blue eyes’ of ‘tandestoker’)? Noteer je eerste indruk in je gebedsmap. 5. Beantwoord de volgende vragen: • Wat zegt het over God? • Wat zegt het over hoe God met mij omgaat? • Wat zegt het over hoe ik met God kan omgaan? • Wat voor invloed heeft het op hoe ik God zie?
Hier is een voorbeeld: Naam: I AM = Ik Ben Vers: Ex 3:14-15 Eerste indruk: Beetje bot, nietszeggend. Na ik er een tijdje over heb nagedacht en in zijn context las, vind ik dat het een stuk bewijs is hoe God van mensen verschilt. Mensen zijn geneigd om zichzelf altijd te moeten bewijzen of verdedigen. Dat is waarschijnlijk omdat we vaak onzeker over onze eigen identiteit zijn. God weet gewoon wat Zijn identiteit is, en hoeft zichzelf niet aan mensen uit te leggen of te verdedigen. Hij hoef zichzelf ook niet altijd aan mij uit te leggen. Hij is gewoon God. Dat betekent dat ik hem daarin soms ook kan respecteren en moet aanbidden, zelfs al snap ik Hem niet. De naam “Ik Ben” laat me gewoon weer een stuk van de grootheid van God zien. Ik wil geen God aanbidden die zichzelf moet verantwoorden aan mensen.
Veel plezier!!!
Father A faithful God who does no wrong A forgiving God A fortress of salvation A glorious crown A jealous and avenging God A Master in heaven A refuge for his people A refuge for the needy in his distress A refuge for the oppressed A refuge for the poor A sanctuary A shade from the heat A shelter from the storm A source of strength A stronghold in times of trouble An ever present help in trouble Architect and builder Builder of everything Commander of the Lord’s army Creator of heaven and earth Defender of widows Eternal King Father Father of compassion Father of our spirits Father of the heavenly lights Father to the fatherless God God Almighty (El Sabaoth) God Almighty (El Shaddai) God and Father of our Lord Jesus Christ God most High God my Maker God my Rock God my Savior God my stronghold God of Abraham, Isaac and Jacob God of all comfort God of all mankind God of glory God of gods God of grace God of hope God of love and peace God of retribution God of the living God of the spirits of all mankind God of truth God our Father God our strength God over all the kingdoms of the earth God the Father God who avenges me God who gives endurance and encouragement God who relents from sending calamity Great and awesome God Great and powerful God Great, mighty and awesome God He who blots out your transgressions He who comforts you He who forms the hearts of all
Jesus A banner for the peoples A Nazarene All Alpha and Omega Ancient of days Anointed One Apostle and high priest Author and perfecter of our faith Author of their salvation Blessed and only Ruler Branch of our Lord Bread of God Bridegroom Chief cornerstone Chief shepherd Chosen and precious cornerstone Christ Jesus my Lord Christ Jesus our hope Christ of God Consolation of Israel Covenant for the people Crown of splendor Eternal life Faithful and True Faithful and true witness First to rise from the dead Firstborn over all creation Firstfruits of those that have fallen asleep Fragrant offering and sacrifice to God Friend of tax collectors and sinners God of all the earth God over all God’s Son Great high priest Great light Great Shepherd of the sheep Guarantee of a better covenant He who comes down from heaven and gives life to the world He who searches hearts and minds Head of every man Head of the body, the church Heir of all things Him who died and came to life again Him who loves us and has freed us from our sins His one and only son Holy and Righteous one Holy One of God Holy servant Jesus Hope of Israel Horn of salvation Image of the invisible God Immanuel (God with us) Indescribable gift Jesus Jesus Christ Jesus Christ our Lord Jesus Christ our Savior Jesus of Nazareth Judge of the living and the dead King of kings
He who raised Christ from the dead He who reveals his thoughts to man Helper of the fatherless Him who is able to do immeasurably more than all we ask or imagine Him who is able to keep you from falling Him who is ready to judge the living and the dead Holy Father Holy One Holy One among you I AM I AM WHO I AM Jealous Judge of all the earth King of glory King of heaven Living and true God Lord (Adonai) Lord Almighty Lord God Almighty Lord is peace Lord (Jehova) Lord Most High Lord my Banner Lord my Rock Lord over all the earth Lord of heaven and earth Lord of kings Lord our God Lord our maker Lord our shield Lord who heals you Lord who is there Lord who makes you holy Lord who strikes the blow Lord will provide Love Maker of all things Maker of heaven and earth Most High My advocate My Comforter in sorrow My confidence My help My hiding place My hope My light My mighty rock My refuge in the day of disaster My refuge in times of trouble My song My strong deliverer My support One to be feared Only wise God Our dwelling place Our judge Our lawgiver Our leader Our Mighty One Our Redeemer Our refuge and strength
King of the ages Lamb of God Light for revelation to the Gentiles Light of life Light of men Light of the world Living bread that came down from heaven Lord and Savior Jesus Christ Lord (Kurios) Lord of glory Lord of lords Lord of peace Lord of the harvest Lord of the Sabbath Lord (Rabboni) Man accredited by God Man of sorrows Master Mediator of a new covenant Merciful and faithful high priest Messenger of the covenant Messiah Morning star My friend My intercessor One who makes men holy One who speaks to the Father in our defense One who will arise to rule over the nations Our glorious Lord Jesus Christ Our God and Savior Jesus Christ Our only Sovereign and Lord Our Passover Lamb Our peace Our righteousness, holiness, and redemption Physician Prince and Savior Prince of peace Prince of princes Prince of the hosts Ransom for all men Refiner and purifier Resurrection and the life Righteous judge Righteous man Righteous One Rock eternal (Rock of ages) Ruler of God’s creation Ruler of the kings of the earth Savior of the world Second man Son of the Blessed One Son of the Living God Son of the Most High God Source of eternal salvation Sure foundation Teacher The Amen The atoning sacrifice for our sins The Beginning and the End The bright Morning Star The exact representation of his being The First and the Last
Righteous Father Righteous judge Rock of our salvation Shepherd Sovereign Lord The Almighty The compassionate and gracious God The eternal God The consuming fire The everlasting God The exalted God The faithful God The gardener (husbandman) The glorious Father The glory of Israel The God who saves me The God who sees me The great King above all gods The just and mighty One The living Father The majestic One The living Father The majestic Glory The Majesty in Heaven The one who sustains me The only God The potter The rock in whom I take refuge The spring of living water The strength of my heart The true God You who hear prayer You who judge the righteously and test the heart and mind You who keep your covenant of love with your servants You who love the people Your glory Your very great reward
The gate (door) The good shepherd The Head The last Adam The life The living One The living stone The Lord our righteousness The man from heaven The man Jesus Christ The most holy The One and only The only God our Savior The radiance of God’s glory The rising of the sun (Dayspring) The stone the builders rejected The testimony given in its proper time The true light The true vine The truth The way The Word (logos) True bread from heaven Wisdom from God Witness to the peoples Wonderful Counselor Word of God Word of life Your life Your salvation
Holy Spirit A deposit (earnest) Another Counselor Breath of the Almighty Dove Holy One Holy Spirit Holy Spirit of God Seal Spirit of Christ Spirit of counsel and power Spirit of faith Spirit of fire Spirit of glory Spirit of God Spirit of grace and supplication Spirit of his Son Spirit of holiness Spirit of Jesus Christ
Spirit of judgment Spirit of justice Spirit of knowledge and fear of the Lord Spirit of life Spirit of our God Spirit of sonship (adoption) Spirit of the Living God Spirit of the Lord Spirit of the Sovereign Lord Spirit of truth Spirit of wisdom and of understanding Spirit of wisdom and revelation The gift The promised Holy Spirit The same gift Voice of the Almighty Voice of the Lord
4. Waarheid vs. Leugen Vanaf het begin is Satan in een strijd met God verwikkeld. God sprak de waarheid, en Satan verdraaide de waarheid en kwam met een leugen. Als je in de wereld kijkt, zie je dat er veel dingen gebeuren die in tegenstelling zijn met wat Gods bedoeling ermee was. In deze studie gaan we een paar onderwerpen met elkaar bespreken. Lees Gen 2:15-17, en 3:1-13 God zei dat de mens zou sterven als ze van de boom zouden eten. Satan zei dat de mens NIET zouden sterven. Probeer te verklaren hoe dit verhaal in elkaar zit, want het blijkt wel dat ze niet dood waren, nadat ze gezondigd hadden. Wat bedoelde God toen hij zei dat de mens zou sterven? Lees Joh 8:32 en Rom 1:25 Als je Gen 2 en 3 samen met Joh 8:32 leest, wat is het gevolg van het geloven van Satan (leugens), en wat is het gevolg van het geloven van God (de waarheid)? Lees de volgende verzen die God en de duivel beschrijven, en denk na over wat je hierover kunt leren. God De vijand Num 23:19 en Tit 1:2 Ef 6:10-17 Geloof je dit echt? Een schild van geloof beschermt me tegen de ‘brandende pijlen’ van de duivel. Wat zullen deze brandende Joh 1:14 pijlen dan zijn, als geloof (in de Wat houdt het in om ‘vol van de waarheid) mij beschermt? waarheid te zijn’?
Joh 14:6 De uitspraak van Jezus is redelijk dicht Gen 2 en 3 en gesloten. Zie je het als arrogant? Waarom zijn leugens/misleiding het Hoe laat dit vers jou aankijken tegen grootste wapen van de Satan? andere religies? Hebben deze drie dingen met elkaar te maken?
Joh 14:15-17, 15:26 Wat is de werk van de Geest van de waarheid volgens deze verzen? Waarom kan de wereld hem niet ontvangen?
Joh 8:40-45 Wie is de ‘vader van leugens’? Wat houdt het in om de ‘vader van leugens’ te zijn? Waarom zijn leugens de grootste wapen van de vijand?
Joh 17:17 Jezus zegt dat Gods woord de waarheid is, en dat deze waarheid ons reinigt… reinigt van wat?
Ef 6:10-17 Wat betekent de ‘waarheid als gordel’ volgens jou?
Nu gaan we samen kijken naar een paar actuele zaken om te zoeken naar wat God en de duivel hierover te zeggen hebben. Je hoeft niet alleen de verzen te gebruiken. Laat God ook toe om tot jouw hart te spreken, en deel het met elkaar. God De Vijand Geld Geld Matt 6:24 Op 3:17-20 Wat is de waarheid over geld? Wat leert de wereld ons over geld?
Populariteit Gal 1:10 Wat is de waarheid over populariteit?
Populariteit Wat leert de populariteit?
wereld
ons
over
Feesten/alcohol Rom 14:16-17, Gal 5:19-21 Zijn er grenzen aan feesten/alcohol?
Feesten/alcohol Wat is de norm geworden als het gaat over feesten en alcohol?
Sexualiteit Gen 2:24-25
Sexualiteit Wat zijn de wereldse normen en waarden als het gaat over sex?
Er zijn nog veel meer dingen waarover je in gesprek kunt gaan. Praat met elkaar hierover. Wat zegt God over: Overgave aan God Belang van het uiterlijke Het bestaan van Satan Hoe ziet God jou?
Er zijn nog veel meer dingen waarover je in gesprek kunt gaan. Praat met elkaar hierover. Wat zegt de vijand over: Overgave aan God Belang van het uitlerlijke Het bestaan van Satan Hoe ziet God jou?
Bedenk nog wat meer onderwerpen om met elkaar te vergelijken.
Lees Joh 10:10 Hier staan de twee tegenpolen. Wat wil Jezus aan ons geven? Wat wil de dief met ons doen? Als je denkt dat Jezus Satan machteloos heeft gesteld (Col 2:15), hoe kan hij dan nog van ons roven, ons slachten en vernietigen? Lees Ps 86:11 Dit is een verlangen van David: ‘Leidt me op de weg van uw waarheid’. Is dit ook jouw verlangen? Doe je ogen dicht, en vraag God dat hij jou zal laten zien waar de weg van zijn waarheid naar toe leidt. Schrijf wat je ervaart in jouw gebedsboekje. Wil jij ook het gebed van David bidden? Schrijf het in je eigen woorden in jouw gebedsboek.
5. Intimiteit met God: Vrees vs. Vriendschap “De Heer is een vriend van wie hem vrezen’ - Ps 25:14 Ik kan me voorstellen dat het begrip ‘intimiteit’ met God een beetje vreemd overkomt, maar ik wil je vragen om even met elkaar na te denken over wat intimiteit inhoudt. In de wereld waarin we leven, associëren we vaak intimiteit met sexualiteit, maar dat hoeft niet persé zo te zijn. Als je het woordje ‘intimiteit’ hoort, waar moet je aan denken, en waarom? (Denk hieraan los van het begrip ‘intimiteit met God’)
Wat versta je onder intimiteit met God?
Noem een paar voorbeelden van mensen in de Bijbel die ‘intiem’ met God waren.
Bestaat jouw relatie met God uit intimiteit of activiteit, kennen of kennis?
Lees Ps 25:14 Wat denk je is het verband tussen vriendschap en vrees?
Laten we de twee apart onderzoeken: VREES Wat betekent ‘vrees voor God’ volgens jou?
Wat houd het volgens deze verzen in om “God te vrezen”? Lees Gen 22:1-19 (v12) Deut 6:13, Joz 24:14 Spr 1:7, 8:13
Wat zijn de vruchten in het leven van een persoon die ‘vrees/ontzag voor God’ heeft? Spr 10:27, 14:26-27, 15:33, 16:6, 19:23, 22:4
Wat zijn de gevolgen in het leven van iemand die meer ontzag/vrees heeft voor mensen dan voor God? Wat betekent Spr 29:25?
VRIENDSCHAP Wat zijn eigenschappen van een hechte vriendschap?
Zijn er overeenkomsten met intimiteit?
Lees Jak 2:23 en Joh 15:14-15 Wat houdt ‘vriendschap met God’ volgens jouw in?
Hoe breng je vriendschap en ontzag bij elkaar?
Wil jij dat God een vriend voor jou is? Wat zouden de gevolgen zijn van een vriendschap met God?
Wanneer we groeien in ontzag voor God, kunnen we ook groeien in onze vriendschap met God. Wanneer we groeien in vriendschap kunnen we groeien in intimiteit. Heb je een Bijbels ontzag voor God? Hoe kunnen we groeien in ontzag?
Ben je een vriend voor God? Wil jij een vriend voor God zijn? Hoe zie je dat voor jou? Hoe kun je groeien in je vriendschap met God?
Hoe groeien we in intimiteit? Hoe kunnen we groeien in onze intimiteit met God?
6. Leugen 1: De prestatie-valkuil Vanaf deze week gaan we meer diepgaand kijken naar onszelf. Mijn gebed is dat we eerlijk met onszelf zullen zijn over wat we geloven over onszelf. We leven in een wereld die prestatiegericht is en vanaf vlak na onze geboorte worden we geleerd dat we moeten presteren. “Prestatie geeft waarde”, wordt tegen ons gezegd. Misschien niet in zoveel woorden maar wel op heel subtiele manieren: Wanneer we niet ‘goed genoeg presteren’ op sportgebied en als laatste worden gekozen op het sportveld, of de teleurgestelde blik van onze ouders als we niet ‘goed genoeg hebben gepresteerd’ op academisch gebied. Overal komen we deze ‘schijnwaarheden’ tegen, die ons vertellen wat we ‘moeten doen’ om waarde te hebben. Ook in de kerk leren we dat we niet ‘goed genoeg zijn’ als we zondigen, en dat we beter ons best moeten doen. Laten we deze week samen het volgende stelling onderzoeken: “Ik moet een zekere standaard bereiken voor ik me goed mag voelen over mezelf” Doe het volgende testje voor je zelf om te kijken in hoe verre deze stelling deel is van je leven. Maak je geen zorgen, met deze test kun je niet presteren, of falen… ;-) PRESTATIE test 1. Uit angst dat ik het niet goed zou kunnen doen, neem ik in bepaalde activiteiten niet deel, en als ik voel dat ik gaan falen in bepaalde activiteiten, voel ik me angstig en zenuwachtig 2. Ik heb onverklaarbare angsten 3. Ik ben een perfectionist 4. Ik voel me verplicht om mijn fouten te verklaren/rechtvaardigen 5. Er zijn sommige gebieden waarin ik succesvol MOET zijn 6. Ik word depressief als ik faal (op welk gebied dan ook) 7. Ik word boos wanneer mensen zich inmengen bij mijn activiteiten waarin ik wil presteren, en mij op deze wijze incompetent laten voelen 8. Ik ben heel kritisch naar mezelf toe 9. Ik kan absoluut niet tegen verliezen op het sportveld 10. Ik kan mijn eigen ongelijk niet toegeven, en geloof dat veel mensen van mij iets kunnen leren, maar ik niet zoveel van hen 11. Ik moet mezelf aan anderen bewijzen 12. Ik vind het leuk om ‘zie je wel’ te kunnen zeggen 13. Ik vergelijk mezelf vaak met anderen op gebieden waar gepresteerd kan worden (Vink de punten aan die je wel in je eigen denken merkt… zelfs al is het een beetje)
Waarom denk je dat de wereld waarin we leven zo prestatiegericht is?
Noem een situatie waarin jouw prestatie niet de standaard bereikte die jij had gesteld. Identificeer dan de standaard die je had gesteld. Noteer ook de gedachten die je had, de emoties die je voelde, en de acties die je ondernam. Bijv: Situatie: Ik ben gezakt voor mijn examen Standaard: Ik moet tenminste een 8 op school halen om goed te voelen over mezelf Gedachten: Ik haal dit vak nooit. Ik ga zakken en mijn vrienden zullen me dom vinden. Mijn ouders zullen ze voor me schamen. Emoties: Woede, depressie Acties: Ik was boos op mijn huisgenoot omdat hij niet stil was, toen ik aan het studeren was. Ik heb me ook van mijn vrienden teruggetrokken
Situatie analyse Situatie: Standaard: Gedachten:
Emoties:
Acties:
Hoe voel jij je op dit moment over jouw geestelijke activiteiten? Kun je beter doen, minder zondigen, meer stille tijd doen of vaker getuigen?
Hoe beïnvloedt een behoefte om te presteren (altijd gelijk te hebben, altijd in sport te winnen, altijd de beste/slimste/sterkste te zijn) relaties met anderen?
Lees Joh 21:15-23 Wat voor gevaar van de prestatie-valkuil zien we hier geillustreerd in het leven van Petrus? (v20-23) Wat kunnen we uit de reactie van Jezus leren?
Lees Rom 3:19-28, 4:4-5 en 5:1-11 Wat houdt het in om ‘gerechtvaardigd’ te zijn?
Lees 2 Cor 5:21, Col 1:22, 3:12 en Heb 10:14 Ben jij net zo rechtvaardig, heilig en volmaakt als Jezus? Waarom/ waarom niet?
Lees Rom 3:9-23, 5:6-10 en Ef 2:1-3 Waarom was het nodig om de gerechtigheid van Jezus te ontvangen? Hoe keek God tegen ons aan voordat we tot geloof kwam?
Hoe is onze gerechtigheid/rechtvaardiging bewerkstelligd?
Rom 3:24,28, Rom 5:1, 8-9, Tit 3:4-8, Gal 2:15-16, Gal 3:24, Heb 9:22
Wat zijn de resultaten van rechtvaardiging?
Rom 4:7-8, Rom 5:1 en 9, Rom 8:1 en 33-34, 2 Cor 5:1415 en 21, Tit 3:7
Zijn de waarheden al diep tot je hart doorgedrongen, en ervaar je de vrijheid en vrede die we door Jezus hebben gekregen? Leef je nog vaak onder de ban van ‘ik doe het niet goed genoeg’?
Lees Rom 4:6-8 en Heb 10:17. Onthoud jij nog zonden die God heeft vergeven? Indien ja, waarom?
Helpt het jou op enige wijze om jouw zonden/tekortkomingen te onthouden? Zo ja, hoe?
Lees het volgende stelling: Ik ben totaal door God vergeven, en Hij is 100% tevreden met mij Noteer jouw reactie op deze stelling in jouw gebedsmap. Als je denkt aan wat je hebt gelezen in deze studie, kan je geloven dat God 100% tevreden met je is?
Als jouw goede werken/daden niets veranderen aan hoe God over jou denkt, en jou niet méér acceptabel voor hem maken, waarom zou je dan enigszins doen wat hij goed vindt?
Ga nu weer naar jouw situatie analyse aan het begin van de studie, en vul het opnieuw in door de waarheid die je in dit hoofdstuk hebt geleerd, de waarheid van God, erin te zetten. Situatie analyse Situatie: Gods waarheid: Ik ben totaal door God vergeven, en Hij is 100% tevreden met mij Gedachten:
Emoties:
Acties:
Noteer het Memorisatie vers in jouw gebedsboek: Rom 5:1 Noteer alle openbaringen/nieuwe inzichten op oude waarheden in jouw gebedsmap, en dank God ervoor. Bid en vraag aan God dat hij jouw mag laten zien hoe hij over jou denkt. Noteer het in jouw gebedsmap…
7. Leugen 2: De Acceptatie-valkuil We leven in een wereld die niet alleen gericht is op prestatie, maar ook acceptatie. Een definitie voor zelfbeeld is: Datgene wat ik geloof dat anderen van me denken. Dus, ik weerspiegel mezelf in de mening/opinie van andere mensen. Als ik denk dat anderen mij leuk vinden, vind ik mezelf leuk. Als ik denk dat anderen mij cool/aantrekkelijk/grappig vinden, dan kan ik mezelf accepteren. Het gevaar hiervan is dat we continu gaan leven naar de verwachtingen van mensen. We raken gebonden aan de acceptatie van anderen, en daardoor raken we onszelf (de echte ‘door God geschapen’ ik) kwijt. Ik las een keer deze stelling waar ik wel stiekem om moest lachen omdat ik het in mijn eigen leven herkende: We buy things we don’t need, with money we don’t have, to impress people we don’t know/like… Hoeveel tijd van onze levens raken we kwijt doordat we tijd doorbrengen om door anderen leuk gevonden te worden!! Laten we deze week samen het volgende stelling onderzoeken: “Ik moet door anderen geaccepteerd worden voor ik mezelf mag accepteren” Doe het volgende testje voor je zelf om te kijken in hoe verre deze stelling deel is van je leven. ACCEPTATIE test 14. Ik vermijd zekere mensen 15. Wanneer ik geloof dat andere mensen mij niet gaan accepteren, word ik angstig en zenuwachtig. 16. Ik ben ongemakkelijk in de tegenwoordigheid van mensen die anders zijn dan ik. 17. Ik vind het moeilijk als iemand onaardig tegen me is. 18. Ik ben kritisch over anderen 19. Ik wil indruk maken op andere mensen (door mijn vermogen om goed te argumenteren, goed te sporten, mooie kleren, er goed uit te zien) 20. Ik voel me depressief wanneer anderen mij bekritiseren 21. Ik ben altijd benieuwd wat andere mensen van me vinden 22. Ik begrijp mensen vaak niet 23. Ik voel me vaak onbegrepen 24. Als ik iets goed heb gedaan, kijk ik gelijk om me heen om te zien wie het zag 25. Ik ben heel bewust bezig met hoe mensen tegen me aan kijken 26. Ik pas me bij verschillende mensen aan (hoe ik praat, hoeveel alchohol ik gebruik, hoe ik me aankleed) om bij hen me geaccepteerd te voelen 27. Ik voel vaak dat ik bij sommige mensen mezelf niet kan zijn 28. Ik ben afhankelijk van mensen, en kan niet onafhankelijk, alleen functioneren 29. Af en toe doe ik dingen, niet omdat ik het zelf wil, maar omdat ik denk dat anderen dat van me verwachten (Vink de punten aan die je in je eigen denken merkt… zelfs al is het een beetje)
Waarom denk je dat de wereld waarin we leven zo acceptatiegericht is?
Wat vind je van Gal 1:10?
Kun je de volgende vragen eerlijk beantwoorden, of ben je bang dat mensen jouw zogenaamde ‘zwakheden’ gaan zien en minder van jou zouden gaan denken? Leef je met een vrees dat mensen jou zullen verwerpen/niet gaan accepteren? Wie zijn die mensen door wie je geaccepteerd wilt worden?
Hoe beinvloedt de vrees om door deze mensen afgewezen te worden jouw leven? Bid en vraag aan God om jouw specifieke situaties te laten zien waarin jij door deze vrees beinvloedt werd. Noteer ze in jouw gebedsmap.
Om jou te laten zien hoe de verwachtingen van anderen jou kunnen beinvloeden, denk aan één van de mensen/groepen in jouw lijst hierboven, en beantwoord de volgende vragen: ___________________ zou me meer accepteren als ik… 1. …__________________________ 2. …__________________________ 3. …__________________________ ___________________ vindt me leuk wanneer ik… 1. …__________________________ 2. …__________________________ 3. …__________________________ Dingen die ik doen om me meer geaccepteerd te voelen door anderen zijn: 1. _____________________________ 2. _____________________________ 3. _____________________________ 4. _____________________________ 5. _____________________________
Maak een van gelegenheden waar jij afgewezen voelen, wie de persoon was, en wat je erbij voelden. Situatie analyse Wie? Situatie? Wat voor emotie? 1. 2. 3. 4. 5.
Wat voor geloof is de wortel van deze angst voor afwijzing?
Hoe beinvloedt een angst voor afwijzing morele en Bijbelse standaarden in jouw leven en jouw acties? (bijvoorbeeld alcohol gebruik, liegen, physieke relaties, levenswijze)
Is iemand die ‘vlucht’ voor afwijzing echt in beheer van hun eigen leven? Wat zijn manieren waarop mensen afwijzing ‘ontvluchten’?
Hoe beinvloedt een angst voor afwijzing vrijmoedigheid om met mensen over Jezus te getuigen? Gebruiken ongelovigen ooit ‘angst voor afwijzing’ om jou te weerhouden om over Jezus met hen te praten?
Hoe zou jouw passie/vrijmoedigheid om te getuigen veranderen als jouw waarde niet bepaald was door wat anderen van jou vinden?
Heb jij al ooit sarcasme, stilte, een teken van afwijzing of kritiek gebruikt om een ander te beinvloeden om te doen wat jij wil?
Geef jouw eigen definitie van ‘verzoening’.
Lees Jes 53:6, 59:2 en Rom 3:9-12 Wie/wat is het oorzaak van een scheiding in jouw relatie met God?
Lees Ef 2:1-3 en 2 Thess 1:6-9. Hoe groot was de scheiding tussen jou en God?
Lees Col 1:21-22. Vergelijk jouw vorige status/toestand met de huidige.
Lees Rom 5:8-11 Wie initieerde herstel in jouw relatie met God? Hoe heeft God jou met hem verzoend? Wat is jouw reactie op God? Hoe kunnen we God hiervoor prijzen?
Is er iets fout met dit gebed? “Dank u wel Heer, dat U mij accepteert, al ben ik zo onacceptabel” •
Ben je op dit moment acceptabel?
•
Tot welk niveau ben je acceptabel?
•
Voor wie ben je acceptabel?
•
Waarom ben je acceptabel?
•
Kun je iets doen om meer acceptabel voor God te zijn?
Als je totaal geaccepteerd wordt door de perfecte Schepper van het heelal, waarom ben je dan bang om door anderen afgewezen te worden?
Lees Joh 17:19-26 en 20:17 om te zien hoe ver het verzoening met God inhoudt. Van wie houdt de Vader meer, Jezus of jou? Hoe beschreef Jezus jou in John 20:17? Wat voor gevoel geeft het jou als Jezus jou zo noemt?
Lees de volgende stelling: “Ik ben in mijn volheid door God geaccepteerd.” Noteer jouw reactie op deze stelling in jouw gebedsboek.
Neem nu weer de situaties die je in de situatie analyse hebt geschreven, en kijk hoe je deze waarheid in de situaties toe kunnen passen. Schrijf nu in de laatste kolom welke emoties jij ervaart met deze waarheid in gedachten. Situatie analyse Gods waarheid: “Ik ben in mijn volle wezen door God geaccepteerd.” Wie? Situatie? Wat voor emotie? 1. 2. 3. 4. 5.
Noteer het Memorisatie vers in jouw gebedsboek: Col 1:21-22 Noteer alle openbaringen/nieuwe inzichten op oude waarheden in jouw gebedsboek, en dank God ervoor. Bid en vraag aan God dat hij jouw de diepte van zijn acceptatie mag laten zien. Noteer het in jouw gebedsboek…
8. Leugen 3: De straf-valkuil Woede en wraak zijn vaak gevoelens die mensen beheersen. Als iemand iets mij iets aandoet, dan moet hij of zij gestraft worden. Onze eigen standaard voor success en mislukking is primair de basis waarop we onszelf en anderen evalueren. Hoe vaak hoor jij mensen (en jezelf) zeggen: “Wat ben ik dom zeg!”, of “Ik ben zo’n sukkel!” We zijn hard tegen onszelf en we maken soms zelfdenegrerende grappen, of we laten gewoon geen ruimte om fouten te maken. Met anderen zijn we soms bot en direct, of gewoon sarcastisch of stil. Wat we daardoor communiceren is: “Ik laat je nog spijt krijgen van wat je hebt gedaan. Je deed het niet goed genoeg!” Hiermee gepaard gaat de blijdschap wanneer het ongeluk iemand treft die we niet mogen. Laten we deze week samen het volgende stelling onderzoeken: “Mensen die mislukken verdienen geen liefde, en behoren te worden gestraft”
Doe het volgende testje voor jezelf om te kijken in hoe verre deze stelling deel is van je leven. Maak je geen zorgen, je kunt niet falen, dus je zult niet gestraft worden ;-) STRAF test 30. Ik heb angst voor God en ben bang voor zijn straf 31. Als ik iets fout doe, maak ik me zorgen over Gods reactie erop 32. Als ik iemand in een moeilijke positie zien, vraag ik me af wat ze fout hebben gedaan om het te verdienen 33. Als iets fout gaat in mijn leven, denk ik dat God me straft 34. Ik kan mezelf moeilijk vergeven als ik iets fout doe 35. Ik zet mensen voor gek als ze volgens mij mislukken 36. Ik ben boos op God als iemand die volgens mij immoreel leeft, succesvol is 37. Ik moet anderen vertellen wanneer ze volgens mij iets verkeerd doen 38. Ik focus vaak op de fouten en zonden van anderen 39. Ik zie God meestal als wreed iemand 40. Ik ben over het algemeen een kritisch persoon 41. Het is moeilijk voor mij om complimenten te geven 42. Ik ben blij wanneer mijn ‘vijanden’ falen (Vink de punten aan die je wel in je eigen denken merkt… zelfs al is het een beetje)
Waarom denk je dat de wereld waarin we leven zo ‘straf’ gericht is?
Situatie analyse 1 Noem drie situaties die onlangs in jouw leven voorkwamen waarin je bang was dat jou de schuld gegeven zou worden, of dat jij gestraft zou worden. Waarom had je deze vrees? 1.
2.
3.
Denk je vaak aan jouw eigen zwakheden en mislukkingen? Indien wel, waarom?
Noem de drie meest negatieve termen waarmee jij jezelf zou beschreven. 1. 2. 3. Motiveer het jou om negatief over jezelf te spreken? Helpt het jou om een beter persoon te worden? Situatie analyse 2 Noem drie situaties waarin jij wou zien dat iemand anders uitgebreid rekenschap moest geven over wat ze hebben gedaan, en waar het moeilijk was voor je om erover heen te kijken. Wat voor gevoel riep het bij je op? 1.
2.
3.
Als je gezondigd hebt, denk je soms dat je je eerst slecht over jezelf moet voelen voor je je weer goed over jezelf mag voelen? Noem een paar situaties waarin je dat deed.
Als je gezondigd hebt, is het makkelijk voor je om weer naar de Vader te gaan? Omschrijf het gevoel die je hebt als je, nadat je gezondigd hebt, weer naar God moet gaan om jouw zonden te belijden.
Straft God zijn kinderen? Wat is het verschil tussen straf en discipline?
Definieer pacificatie (Gebruik een woordenboek als het moet).
Lees Ez 7:8-9, Rom 2:4-5 en Ef 2:1-3. doel/object? Indien wel, wat is het?
Heeft Gods woede een specifiek
Lees Gen 19:1-26, Jer 4:4, Ez 5:11-17 en 23:22-30, en 2 Tess 1:6-10. Noem een paar karakteristieken van Gods toorn die je in deze verzen zien. (het doel van deze vragen is niet om de discussie in de kring los te maken van ‘hoe een God van liefde ook veel woede kan hebben’)
Lees 1 Joh 4:9-10. Houdt God van je?
Hoe weet je dat God van je houdt?
Voel je ook Gods liefde? Indien niet, waarom is het moeilijk om Gods liefde te accepteren en te voelen?
Denk voor een momentje aan hoe het zouden voelen om Gods woede/toorn te ervaren. Lees dan Jes 53:4-10. Maak die versen persoonlijk en noteer ze in jouw gebedsmap. (onze = mij enzovoort). Wat is er gebeurd met de woede/toorn van God die jij verdiend had?
Op welke manieren kun jij jouw dankbaarheid aan God uiten voor wat Jezus voor jou heeft gedaan?
Hier is een citaat uit ‘The search for significance’ The more we understand God’s love and forgiveness, the more we will be willing and able to forgive others. If we think about it, the things that others do to us (ranging from acts of genuine hatred or taking out a hard day’s frustration on us to not liking us because of the clothes we wear or the way we keep our homes) are all trivial in comparison to our sin of abject rebellion against God, which he has graciously forgiven. This is why Paul encouraged the Christians in Ephesus to forgive each other “just as God in Christ also has forgiven you” (Eph 4:32), completely and willingly. Zijn er bepaalde dingen die mensen tegen jou doen/deden waarmee je veel moeite hebt om ze te vergeven?
Waarom denk je dat het moeilijk is om anderen te vergeven?
Jezus zei in het ‘Onze Vader’ dat als we anderen niet vergeven, de Vader ons ook niet kan vergeven. Ik wil het graag op een andere manier verwoorden. “Als wij anderen niet vergeven, kan de vrijheid die ik door Gods vergeving ervaar, geen realiteit worden. Hoe denk jij hierover?” We worden vaak gebonden en gehandicapt door anderen niet te vergeven. Wil jij hier ook vrijheid ervaren? Lees het volgende stelling: God houdt van me tot in het diepste van mijn wezen. Noteer jouw reactie op deze stelling in jouw gebedsboek. Noteer het Memorisatie vers in jouw gebedsboek: 1 Joh 4:9-10 Noteer alle openbaringen/nieuwe inzichten op oude waarheden in jouw gebedsboek, en dank God ervoor. Bid en vraag aan God dat hij jouw mag laten zien hoe hij over jou denkt. Noteer het in jouw gebedsboek…
9. Leugen 4: De schaamte-valkuil Hoe vaak horen we niet anderen (en onszelf) zeggen: “Ik ben wie ik ben en ik kan toch nooit veranderen,” of, “Ik ben nu eenmaal zo. Probeer me toch niet te veranderen.” We worden van jongs af aan geleerd dat ons gedrag in onze genen zit, en dat we qua persoonlijkheid lijken op onze ouders. Daar zit een zekere mate van waarheid in, maar wanneer we wedergeboren worden, krijgen we ‘nieuwe genen’, een nieuwe achternaam, en een nieuwe identiteit, en lijken we op God onze Vader. Dit maakt verandering wel mogelijk. Laten we deze week samen het volgende stelling onderzoeken: “Ik ben wie ik ben en ik kan niet veranderen” Doe dit testje om te kijken of jij ook soms geneigd bent om in schaamte door het leven te gaan. SCHAAMTE test 43. Ik denk vaak terug aan mislukkingen uit het verleden en gevoelens van afwijzing 44. Er zijn dingen in mijn verleden die ik niet naar boven kan halen zonder veel emoties te ervaren (bijv. schuldgevoel, schaamte, woede, angst) 45. Ik maak altijd dezelfde fouten 46. Sommige eigenschappen wil ik wel veranderen, maar ik geloof niet dat het kan 47. Ik voel me inferieur 48. Ik voel me superieur 49. Er zijn fysieke eigenschappen van mezelf die ik niet kan accepteren 50. Ik voel dat sommige ervaringen mijn leven hebben geruïneerd 51. Ik vind mezelf een immoreel persoon 52. Ik voel dat ik veel kansen en gelegendheden heb gemist om een vol en wonderlijk leven te lijden 53. Ik ben gewoon wie ik ben en mensen moeten mijn zwakheden accepteren, want ik kan ze niet veranderen 54. Ik ben niet bereid om te veranderen (Vink de punten aan die je wel in je eigen denken merkt… zelfs al is het een beetje)
Waarom denk je dat de wereld waarin we leven zo vast zit in hun denken?
Definieer schaamte
Wanneer ervaart een persoon schaamte?
Waarom maakt schaamte zo’n impact op onze zelf-waarde?
Zijn er dingen waarmee je zit waarvan je al geprobeerd hebt los te komen/ geprobeerd hebt te veranderen, zonder resultaten?
Situatie analyse Maak een lijst van dingen waarover je niet tevreden over bent, op de volgende gebieden: Uiterlijk
Persoonlijkheid
Eigenschappen van jouw ouders die je in jezelf ziet
Dingen uit het verleden
Lees Ps 139:13-16. • Hoe was God betrokken bij jouw vorming? •
Ben je kritisch op de Schepper?
Als jij een lage zelfwaarde hebt, wat is nodig om jouw nieuwe leven in Christus te accepteren?
Een blik van buiten: • Hoe denk je dat anderen naar jou kijken?
• Wat verwachten mensen van jou? Denk je dat het mogelijk is om anders naar jezelf te kijken dan in het verleden? Waarom, of waarom niet?
Lees 2 Kor 5:17 • Definieer regeneratie •
Wat beteken het om een nieuwe schepping te zijn?
Hoe is onze regeneratie bewerkstelligd?
• Joh 1:12-13, John 3:16, Titus 3:4-5, 1 Pet 1:3, 22-23
•
Wat betekent het om wedergeboren te zijn?
•
Als Jezus en ik dezelfde Vader hebben, wat voor ‘genen’ zitten er in mij?
Lees Ef 4:22-24 en Kol 3:9-10 Wat voor proces moeten we aangaan om de ‘nieuwe ik’ te aanvaarden? En hoe doe je dat in de praktijk?
Rom 6:6
Eigenschappen van de ‘oude ik’ en de ‘nieuwe ik’ Nieuwe ik Oude ik Rom 8:16-17
Gal 5:19-21
2 Kor 5:21
Ef 2:1-3
Gal 5:22-24
Ef 4:17-22
Ef 4:23-32
Kol 3:5-9
Col 2:10
Titus 3:3
Col 3:10-15 Titus 3:1-2 1 Pet 1:16
Lees Rom 6:12-23 en 1 Cor 6:9-11 Hoe maakt de waarheid van ‘regeneratie’ jou vrij om jezelf niet door jouw daden in het verleden te beoordelen/veroordelen?
Lees 1 Sam 16:6-7 en Ps 139:13-16 Hoe maakt de waarheid van ‘regeneratie’ jou vrij om jezelf niet te oordelen op jou uiterlijk?
“Ik zorg goed voor me lichaam. Niet omdat ik goed wilt voelen over mezelf, maar omdat ik goed voel over mezelf, en Gods tempel van de Heilige Geest wil verzorgen.” Leg uit hoe het kijken naar mijn lichaam als een ‘nieuwe schepping in Christus’ de omgang met jouw lichaam kan veranderen.
Hoe kan het feit dat je een nieuwe schepping in Christus bent jou beinvloeden in hoe je over jezelf denkt, voelt en reageert?
Lees de volgende stelling: Ik ben volmaakt en kom niets tekort in Christus Noteer jouw reactie op deze stelling in jouw gebedsboek. Noteer het Memorisatie vers in jouw gebedsboek: 2 Cor 5:17 Noteer alle openbaringen/nieuwe inzichten op oude waarheden in jouw gebedsboek, en dank God ervoor. Bid en vraag aan God dat hij jouw mag laten zien hoe Hij jou ziet. Noteer het in jouw gebedsboek…
10. Freedom!!! In de Christelijke wereld wordt er vaak gesproken over vrijheid. We zijn vrij van de zonden, vrij van oordeel, en nog veel meer. Ik hoor ook vaak mensen zeggen: “Mijn zonden zijn me toch vergeven, dus nu mag ik doen wat ik wil.” Deze stelling klopt ook wel. Ik vraag me wel af waarom we, als we vrijgekocht zijn van zonden en het niet meer deel is van mijn nieuwe natuur, weer terug willen stappen in zondig gedrag? In deze studie wil ik dat we een beetje dieper gaan kijken naar hoe wij als kinderen van God om kunnen gaan met onze nieuwe vrijgekochte identiteit in Christus. In voorbereiding op deze studie samen met de kring, wil ik jou vragen om tijd te nemen om Rom 6 tot en met hoofdstuk 8 vier keer door te lezen. Lees het de eerste keer gewoon door om te zien waar het over gaan. Lees het daarna door en noteer alle verzen die gaan over ‘zijn’ (ik ben gerechtvaardigd, ik ben dit, ik ben dat) In de tweede kolom noteer je alle verzen die handelen over ‘heb’ (ik heb de eeuwige leven/vrijheid) In de laatste kolom noteer je daden (ik moet dit of ik moet dat). Ik ben…
Ik heb…
Ik moet…
In de brief aan de Romeinen ligt een duidelijk accent. Als je die bovenste drie kolommen met elkaar vergelijkt, waar ligt het accent?
In de film Braveheart zegt William Wallace op een gegeven moment: “They can take our lives, but they’ll never take our FREEDOM!!” Mensen kunnen ons bespotten, uitlachen of pesten, maar ze kunnen nooit de vrijheid die wij in Christus hebben van ons afpakken!! Lees Rom 6:1-2 In hoofdstukken 6 tot en met 9 van de studie, zagen we dat God ons gescheiden ziet van onze daden. Hoe kunnen we deze verzen interpreteren in de context van de rest van de ‘Goede nieuws’?
Als jouw werken/daden jou niet meer of minder acceptabel voor God maken, waarom zouden we überhaupt betrokken zijn bij goede “werken”? (Rom 6:12-13, 1 Kor 6:18-19, Kol 3:23-24, en Titus 2:11-14)
Lees 1 Kor 3:11-15. Wat bepaalt of een daad God eert of niet? (Lees ook Rom 14:23 en 1 Kor 10:31)
Wat is een reden om God te gehoorzamen? Lees Tit 2:6-8
We gaan nu kijken naar een paar redenen waarom het goed is om samen met God besluiten te nemen (om Hem te gehoorzamen). 1. De liefde van Jezus Lees Joh 14:15 en 21, 2 Kor 5:14-15, en 1 Joh 4:16-19
2. Zonde is destructief Lees Gen 2:17. Op welke manieren is zonde destructief? 3. De discipline van de Vader Lees Heb 12:5-11 Wat is het verschil tussen ‘straf’ en ‘discipline’ Straf Discipline Oorsprong (komt voort uit) Gods woede Gods liefde Doel Rechtvaardige oordeel Om iemand weer de over zonden goede weg te wijzen Resultaat op relatie Scheiding Verzoening Resultaat in mijn leven Schuldgevoel Een heilige levenswandel Gericht op Ongelovigen Zijn kinderen 4. Zijn opdrachten zijn goed Lees Jer 29:11 Waarom waarschuwt God ons tegen bepaald gedrag (zonden)? 5. Eeuwige beloningen Lees 2 Kor 5:10 en 1 Kor 3:12-15 6. JEZUS IS HET BESTE WAARDIG! Lees Op 4:1-4, 9-11 We gehoorzamen Hem niet omdat we zijn gunst wilt winnen, maar omdat wij zijn gunst hebben. We hoeven zijn liefde niet te winnen, maar we reageren op zijn liefde.
Lees 1 Joh 1:9 • Wat is zondebelijdenis? •
Maakt zondebelijdenis dat je vergeven wordt, of maakt zondebelijdenis jou bewust van jouw status als “mensen die vergeven zijn”?
God wil dat we in vrijheid wandelen, maar dat we deze nieuwe vrijheid niet zullen gebruiken om te zondigen (Rom 6:1-2, 1 Pet 2:16). Naar welke kant neig jij: Om in vrijheid te wandelen en niet te reageren op Gods liefde, of om gebonden te zijn aan de zonden en schuldgevoel door meer op zonden te focussen dan op Gods liefde?
Ga in gebed voor God, en laat toe dat God aan jou mag tonen waar jouw accent ligt. Misbruiken van vrijheid Ik leven naar Gods wil in Als ik zondig moet God mij reactie op zijn goedheid opnieuw vergeven/wettisch |_____________________________|__________________________________|
11. Wat betekent het om een ‘discipel’ te zijn? Wanneer er in de Bijbel over ‘gelovigen’ (mensen die geloofden in Jezus als de Messias) gesproken worden, worden er twee termen of namen voor gebruikt: “Discipel” en “Christen”. Interessant is dat er alleen maar 3 keer over christenen gesproken wordt, maar discipel wordt 273 keer in 256 verzen in het Nieuwe Testament gebruikt. Denk je dat we af en toe voorzichtig zijn om onszelf discipelen van Jezus te noemen? Indien ja, waarom? In dit hoofdstuk gaan we kijken wat er eigenlijk bedoeld wordt met discipel. Wat is de definitie van het woordje discipel?
Als je het woord discipel hoort, wat stel jij je daarbij voor?
Matt. 10:24-28; Luke 14:26, 27, 33; John 6:69 Zie jij discipelschap als deel van jouw identiteit, of een taak die jij op je mag nemen?
Wie waren de discipelen nu eigenlijk?
Er waren er natuurlijk twaalf, maar er wordt niet veel over alle discipelen verteld. Kijk naar de volgende 6 namen en lees de schriftgedeelten. 1. Petrus Luk 5:1-11 2. Jakobus Luk 5:1-11 3. Johannes Luk 5:1-11 4. Andreas Joh 1:40-42, Matt 4:18 5.
Matteus
Matt 9:9
6. Judas Iskariot Waarom denk je dat Jezus deze mannen heeft gekozen?
Denk je dat Jezus een risico nam om deze mannen te kiezen om zijn leerlingen te worden? Wat is de reden voor je mening?
Vul jouw eigen naam in de onderstaande zin in: ____________________ is een discipel van Jezus. Wat voor gevoel roept het bij je op? Zou je jezelf wel een discipel van Jezus (willen) noemen? Waarom wel/niet?
Lees Joh 14-17 Wat voor type relatie had Jezus met zijn discipelen? (Lees Joh 14 – 17 en noteer alle teksten waar Jezus over zijn relatie met zijn discipelen spreekt.)
Word voor een moment stil, en stel je voor dat je samen met de discipelen wandelt. Wat voor vragen zou jij aan de discipelen willen stellen? Neem tijd om hier goed over na te denken.
Wie zijn volgens jou meer bevoorrecht? De discipelen, of wij? Denk je dat de discipelen gelukkig waren dat ze samen met Jezus hadden gewandeld? Hoe denk je over? (Joh 16:7-8)
Hoe denk je dat we in de kerk (en bij de studentenvereniging) het proces van discipelschap van Jezus kunnen navolgen en uitleven? (2 Tim 2:2)
Wat heb jij hier bij N.S.G. geleerd wat je weer aan anderen kunt doorgeven? Is er iets wat jij denkt dat jij aan anderen door kunt geven?
Lees Matt 28:16-20 16 De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg waar Jezus hen had onderricht, 17 en toen ze hem zagen bewezen ze hem eer, al twijfelden enkelen nog. 18 Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. 19 Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, 20 en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’
Wat merk jij op over de geloof van het discipelen? Vs. 17
Wat voor taak gaf Jezus zijn discipelen?
Hoe ben jij hiermee bezig in jouw dagelijkse leven? Denk jij dat je daar meer mee bezig zou kunnen zijn?
Wat houdt je tegen om deze taak op je te nemen?
Ik ben een discipel van Jezus, uitgezonden om mensen tot zijn discipelen te maken
12. Wat betekent het om een ‘Christen’ te zijn? Het is door de loop van jaren steeds makkelijker geworden om je ‘Christen’ te noemen. In deze studie gaan we kijken naar wat de betekenis van het woordje ‘Christen’ is, en hoe we invulling daaraan kunnen geven in onze dagelijkse levens. Wat betekent het woordje ‘Christen’? Om die vraag te beantwoorden, is het nodig om te kijken wat de oorsprong is van het woord ‘Christen’. Christen is natuurlijk afgeleid van ‘Christus’. Christus = gezalfde (2 Cor 1:21) Het woord ‘Christen’ is afgeleid van het woordje ‘Christus’. Christen = ‘kleine gezalfde’ Laten we kijken naar het eerste keer waar er in de Bijbel van ‘Christenen’ gesproken wordt. Hand 11:26 – Het staat er niet letterlijk, maar waarom denk je dat ze ‘Christenen’ werden genoemd. Als je naar iemand kijkt, en ik zeg: ‘Die persoon is een turner’, hoe weet ik dat? Er staat in 2 Cor 1:21 dat we ook gezalfd zijn. (Christus), maar wij zijn gezalfd… Christen.
Wij zijn niet ‘de Gezalfde’
Lees 1 Joh 2:20 U echter bent gezalfd door de Heilige, u allen weet dat. (NBV) Maar de Heilige, Christus, heeft u gezalfd met de Geest en daardoor bezit u allen kennis. (GNB)
Wat betekent het eigenlijk om ‘gezalfd’ te zijn?
Wat is de doel van deze zalving? Waarom heeft God Jezus, maar ook ons, gezalfd? “De Geest van de Heer rust op mij, omdat hij mij gezalfd heeft om het goede nieuws te brengen aan armen. Hij heeft me gezonden om aan gevangenen de vrijheid te zeggen en blinden het licht te geven, om onderdrukten vrij te maken, om het jaar van Gods goedheid af te kondigen”
Lees Luk 4:18-19
We zijn, net zoals Jezus, en door Jezus (1 Joh 2:20) gezalfd om zijn taak op aarde voort te zetten. We gaan nu kijken wat Luk 4 zegt, en proberen erachter te komen wat onze taak hier op aarde is, als ‘klein gezalfden’.
1. Goede nieuws te brengen aan armen Wat houdt ‘geestelijke armoede’ in?
Op 3:14-22, Matt 5:3 Hoe laat ik een ‘rijk’ persoon zien dat hij arm is? Hoe kan ik dat in de praktijk brengen?
2. Aan gevangenen de vrijheid te zeggen
Hoe kan een mens ‘geestelijk gevangen’ zijn? Joh 8:31-36 Wat houdt mensen gevangen? Heb jij al vrijheid ervaren in je geestelijke leven? Hoe kunnen we aan gevangenen de vrijheid zeggen?
3. Blinden het licht te geven Als je denkt aan ‘geestelijk blind’, waar moet je aan denken? Er zijn verschillende types ‘blindheid’. Kijk of je hier wat van kunt leren. Matt 23:17,19,24 en 26 Hand 13:10-12 Rom 2:17-24 2 Cor 4:4-6 Hoe kunnen we blinden het licht geven?
4. Onderdrukten vrij te maken Als je ‘geestelijk onderdrukt’ hoort, waar moet je aan denken? 2 Cor 10:3-6 Mark 1:23-24; 9:17 Hoe kunnen we betrokken zijn om onderdrukten vrij te maken?
5. Het jaar van Gods goedheid af te kondigen Wanneer ik zeg dat God ‘goed’ is, noem een paar woorden om uit te leggen wat ‘goedheid’ volgens jou inhoudt. Als je iemand ‘goed’ noemt, wat voor karaktereigenschappen zie je in zo’n persoon?
Rom 2:1-5 Rom 3:26 Hoe kunnen we betrokken zijn in het afkondigen/verkondiging van Gods goedheid?
Zie je Christenzijn als deel van jouw identiteit, of is het een taak en een juk dat jij op je moet nemen?
Hoe verandert een besef dat de naam Christen niet alleen een naam is van mensen die tot geloof zijn gekomen, maar ook inhoud heeft, jouw visie op jezelf?
13. Wat beteken het om ‘koning, priester en heilige’ te zijn In deze hoofdstuk gaan we een kijkje nemen op titels die de Bijbel ons geeft die we vaak zelf overheen lezen. Er word een paar keer in de Bijbel naar gelovigen verwezen als ‘koningen’ en ‘priesters’. Wat houd dat nou precies in? Laten we dat samen met elkaar uitzoeken. Lees Op 1:4-8 4 Van
Johannes, aan de zeven gemeenten in Asia. Genade zij u en vrede van hem die is, die was en die komt, en van de zeven geesten voor zijn troon, 5 en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene van de doden, de heerser over de vorsten van de aarde. Aan hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed, 6 die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God, zijn Vader – aan hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid. Amen.
Lees Op 5:8-10 9 En ze zetten een nieuw lied in: ‘U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. 10 U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde.’
De laatste vers zegt dat ‘zij zullen heerzen op de aarde’. Denk je dat dat op deze aarde is, of dat het op de nieuwe aarde is? Waarom geloof jij dat? (Lees Op 5 in zijn geheel door)
Lees 1 Pet 2:1-10 Met wat voor woorden worden Gods kinderen in v9 beschreven.
Waarom zijn we uitgekozen?
KONINGSCHAP Lees Matt 28:18-20 Wie heeft alle macht en authoriteit? Waar heeft Jezus alles de macht over?
Wat deed Jezus met deze macht/gezag en authoriteit? Lees Luk 9:1 en Luk 10:18-20
Lees Matt 21:18-22, Matt 17:14-20, en Matt 8:5-13 Wat gaan samen met authoriteit?
Wat is de opdracht die Jezus aan ons gaf? Wat voor bergen zijn er in onze levens die wij in zijn authoriteit en met geloof tegen moeten spreken?
Gebruik voor een moment jouw voorstellingsvermogen en denk aan een goede koning. Hoe ziet deze koning eruit? Wat voor kleding heeft hij aan? Wat voor blik op zijn gezicht?
Mensen van edele afkomst hebben een enorme voorrecht om in een gezin geboren te worden met een belangrijke naam. Maar het is niet alleen een grote voorrecht, maar een groot verantwoordelijkheid!! We hebben een nieuwe naam gekregen toen we tot geloof kwam. Mijn achternaam is nu Christen, ‘klein gezalfde’, en er vloeit ‘edele bloed’ in mijn geestelijke aderen… het kostbare bloed van Jezus. We zijn bloedfamilie. Hij is de Koning der koningen: Hij is de Koning, wij zijn de ‘koningen’ en mogen samen met hem op deze aarde regeren! Wat een voorrecht… wat een verantwoordelijkheid! Wat is het verschil tussen ‘edel’ en ‘nobel’?
“We don’t do things because we want to become kings, we are kings therefore we act/walk according to who we are!!!!!! You can only sit and enjoy your ‘royalties’ for so long. At some stage you have to start taking up your responsibility and do what you are called to do: BE KINGS AND PRIESTS!!”
Past Fred May zegt:
PRIESTERSCHAP Lees 1 Pet 2:5 Wat is onze taak als ‘priesters’?
We hoeven geen offers meer te brengen voor onze zonden, omdat Jezus, onze Hogepriester, onze offer was… eens en voor altijd. Die offer die we nu aan God brengen is aanbidding en onze eigen levens Lees Rom 12:1-2 Wat houd het in om een levend, heilige offer te zijn?
In de oude testament was aanbidding ook een vorm van oorlogvoering. Koningen en prieters hebben beide de taak om het ‘koningkrijk’ te vergroten. Er zijn vaak gebieden in opze levens die door de vijand zijn ingenomen. We mogen als ‘koningen en priesters’ onze autoriteit en gezag uitoefenen om deze ingenomen gebieden terug te nemen.
HEILIGEN Lees Ef 4:11-14, 1 Pet 2:5, en 1 Pet 2:9 Is het moeilijk om jezelf als een ‘heilige’ te zien? Waarom wel/niet?
Wat beteken het om een heilige leven te leiden?
Zie je het ‘heilige’ als deel van jouw identiteit, of als een opdracht/taak? Kun je jezelf een heilige koning en priester noemen?
14. Wat beteken het om een ‘kind van God’ te zijn? Voor degene die al de studie Dieper (Back to basics) gevolgd heeft, is deze waarschijnlijk geen nieuwe gezicht. Onze nieuwe identiteit als ‘kind van God’ is zo belangrijk voor de Christelijke leven, dat ik het een goed idee vond om hier nog een keer met elkaar hierover na te denken. Bijbel verzen: Joh 1:12 Joh 3:5-6 Rom 8:16-17 Gal 3:26-29 Joh 16:23-24 1 Joh 5:14-15 Matt 28:18 Rom 8:26-27 Eph 2:6 Col 2:10 Matt 18:2-4
What a child is meant to be – Katheryn Scott In my weakness I find That Your strength knows no bounds In my loneliness I find That the everlasting arms surround me And even with this fragile heart I find a place to rest here safe where you are And I am falling into grace again And I am running where mercy never ends Lord I’m learning That your love can cover me You are teaching me What a child is meant to be
Wat is je nog bijgebleven van de vorige studie?
Wat is de memorisatie vers van vorige keer?
Belangrijke punten om te snappen. Als je niet weet hoe er bij deze punten gekomen is, gaan in gesprek met iemand die ‘Back to basics’/Dieper al gevolgd heeft. • God is Geest. (Joh 4:23-24) • Wij zijn naar Gods beeld geschapen. (Gen 1:26) • Mensen zijn geesten, hebben zielen, en wonen in lichamen. (1 Tess 5:23) • God geeft ons geest opnieuw geboorte wanneer we tot geloof komen (Jon 3:6-8) Lees Rom 8:15-17, Gal 3:26-29, en Joh 1:12 Welke woorden vielen je op in deze drie verzen?
Waarom kunnen we volgens Rom 8:15-17 en Joh 3:5-6 God ‘Onze Vader’ noemen?
Rom 8:15-17
Want de Geest die God u gaf, maakt geen slaven van u, zodat u weer in angst moet zitten; nee, de Geest heeft u kinderen van God gemaakt en door die Geest roepen wij tot God: Abba, Vader! De Geest van God zelf valt onze geest bij en getuigt dat wij kinderen van God zijn. Zijn we kinderen, dan zijn we ook erfgenamen; erfgenamen van God namelijk, samen met Christus. Want als we delen in het lijden van Christus, zullen we ook delen zijn zijn glorie 1. Onze houding tijdens het gebed Lees Matt 18:2-4 Hoe moet onze houding zijn wanneer wij tot de Vader bidden?
Noem een paar eigenschappen (ten minste 5) van kinderen die in een relatie met hen ouders staan. Denk bij ieder van deze eigenschappen aan hoe we in onze relatie met onze Vader kunnen groeien als kinderen. 1. 2. 3. 4. 5.
Jezus is de Zoon van God. Jezus is de zoon van de Vader. Dus als God naar mij kijkt, hoe ziet Hij mij in vergelijking met Jezus?
Wij zijn broers en zussen van Jezus want we hebben hetzelfde Vader. God de Vader heeft door de Heilige Geest aan mij geboorte geschonken. Hoe denk je over deze stelling?
Rom 8:15-17 zegt dat wij mede-erfgenamen met Jezus zijn. Wat is een medeerfgenaam, en waarvan zijn we mede erfgenamen? Lees Ef 2:6-7.
Als je kijkt naar een regering: Wat houd het in om een zeker positie te bekleden, of om een zekere titel te hebben? Er word aan zo’n persoon een zeker autoriteit gegeven. Lees weer Ef 2:6-7. Wat valt je op aan dit stuk als je denkt aan een regering?
2.
Onze autoriteit en recht in gebed… de Naam van Jezus Wij hebben dezelfde autoriteit als Jezus!! Lees Joh 16:23-24. Hoe staat er in dit vers hoe wij tot de Vader moeten bidden?
Waarom moeten we dat doen?
Door Jezus, hebben wij legaal het wettige recht om bij de Vader binnen te gaan! Wat een voorrecht! De vraag: “Waarom zegt Jezus dat we alles zullen ontvangen van de Vader wanneer wij het in Zijn Naam vragen?” blijf nog wel staan. 3. Onze wil in gebed… de wil van de Vader Lees 1 Joh 5:14-15. Wat valt je op aan deze verzen? Wanneer worden onze gebeden verhoord?
De moeilijke vraag is dan natuurlijk: Hoe weet ik wat Gods wil is? Heb je ooit het gevoel gehad dat je niet wist hoe en wat je moest bidden? Lees Rom 8:26-27 Wie helpt ons om te weten waarvoor we moeten bidden?
Wanneer we even terug denken aan de vorige studie,... Wat is nodig om de leiding van de Geest in gebed te ervaren?
De verzen zeggen dat we mede-erfgenamen van Jezus zijn, en dat we ‘recht’ hebben op zekere dingen. Hoe weten wij waar we wettelijk ‘recht’ op hebben? Gods Woord = Zijn wil. In de vorige studie hebben we geleerd dat God ‘geboorte geeft’ aan onze dode geest. Dus: God is mijn ‘geestelijke Vader’.
We lijken altijd een beetje op onze ouders. Wat voor eigenschappen hebt jij van jou moeder en vader gekregen (positief en negatief)?
De wil van mijn ‘geestelijke ik’ lijk op de wil van de Vader, maar word onderdrukt door onze eigen natuurlijke vleselijke begeertes.
Als jij denkt aan jouw aardse vader, dan zie je heel vaak dat je veel op je vader lijkt. Soms willen we dat, soms ook niet. Hoe dan ook, het maakt niet uit wat je wil, jullie hebben dezelfde genen. Daarnaast zijn wij ook geschapen naar Gods beeld. Wij (onze geest dan) lijken op de Vader, en de wil van onze geest is hetzelfde als de wil van Gods Geest (de Heilige Geest), maar wordt onderdrukt door ons vlees (verstand en lichaam) [Rom 8:5-8]. Wanneer Jezus in Joh 16:23-24 zegt dat alles wat we van de Vader vragen, zullen ontvangen, gaat Hij ervan uit dat wij ook Gods kinderen zijn, en dat onze begeertes en verlangens hetzelfde zijn als die van de Vader. Wat is op dit moment van belang om te weten: • Wij bidden in afhankelijkheid van de Vader, en wij moeten geloven dat Hij ook onze Vader is!! • Wij bidden in de Naam van Jezus… dát is onze identiteit (Joh 16:23-24) • Wij bidden volgens de wil van de Vader… (1 Joh 5:14-15) Tijd voor reflectie: Hoe kan ik in woorden aan anderen uitleggen waarom ik een kind van God ben?
Schrijf voor jezelf op wat je identiteit in Christus betekent, en wat het voor je inhoudt.
15. Bekleed met Christus We hebben tot nu toe in de studie gezien dat we niets kunnen doen om Gods gunst te winnen, en dat sommige van de titels die we hebben discipel, christen, koning, priester en heiligen zijn. We zijn gered, we hebben een nieuwe identiteit in Christus, maar verwacht God dan nog iets van mij? Vanavond gaan we deze vraag een beetje exploreren. Lees Micha 6:8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: Niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. Wat zijn de drie dingen die hier genoemd wordt dat we mogen nastreven? Leg bij ieder uit wat je jou daarbij voorstelt. 1. 2. 3.
Als ik het woordje ‘kleren’ noem, en vraag je om er een uitleg van te geven, waar moet je aan denken? De Bijbel gebruikt vaak het woordje ‘bekleed’. Soms in de voltooide tijd (wij zijn bekleed met…), en soms in de vorm van een opdracht (bekleed jou met…). Laten we kijken naar een van de eerste voorbeelden waar de Bijbel het heeft over ‘bekleden’. Lees Gen 3:21 Waarom gaf God aan Adam en Eva kleding?
Lees Jes 64:5 en Luc 5:35-39
5 Wij
zijn allen bevuild, smerig zijn onze beste daden, smerig als met bloed bevlekte kleren. Wij hebben schuld: we vallen als dorre bladeren, de wind neemt ons mee. (GNB) 5 Wij allen zijn onrein geworden, onze gerechtigheid is als het kleed van een menstruerende vrouw. Wij allen zijn als verwelkte bladeren, verwaaid op de wind van ons wangedrag. (NBV)
Jes 64:5 Wat zijn die kleren die we onszelf mee aankleden?
Wat gebeurt er wanneer we zelf proberen om deze kleren heel te maken?
Wat betekent Luc 5:35-39 voor jou?
Lees Gal 3:27 Hoe kunnen we een hele nieuwe kleed van gerechtigheid krijgen?
Wij als Christenen zijn bekleed met Christus, en zijn mantel van gerechtigheid hangt nu over onze schouders!! Wat voor gevolgen heeft dat voor jouw leven? ‘Bekleed jou met’ (actief) vs. ‘Bekleed met’ (passief) We gaan nu kijken naar een paar verzen waar er over ‘kleding’ worden gesproken. Denk telkens na over of het een voltooide actie is wat door God voltooid is, of het iets is die je samen met God aan de slag mee moet, en of het iets is wat je God de ruimte voor moet geven om in jouw leven te doen. (Let op, verschillende vertalingen kunnen verschillende activiteitsvormen hebben) Ps 30:12
Jes 61:10 Wat voor symbolen word hier allemaal gebruikt? Gebruik jouw voorstellings vermogen en denk na over wat het zou kunnen betekenen.
Luk 24:49 (NBV)
Rom 13:14
Col 3:12 Denk na over hoe je jezelf kunt bekleden met deze ‘kleding’.
1 Pet 5:5 “In the same way you younger people must submit yourselves to your elders. And all of you must put on the apron of humility, to serve one another; for the scripture says, “God resists the proud, but shows favor to the humble.”
Als laatst wil ik dat we samen een gedeelte lezen waarin we zien wat onze houding moet zijn als we willen dat Christus gestalte krijgt in mijn leven. Lees Fil 2:1-11 Deel met elkaar wat je zien in v1-5
V5 zegt: Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. In het Engels staat er: “You have the mind of Christ” In v6-11 word er uitgelegd wat ermee bedoeld wordt. Er zijn 3 principes die wij na kunnen volgen. Hou in gedachte wat we in hoofdstuk 11-14 hebben besproken.
V6: Hij hield zijn gelijkheid met God niet vast, maar deed er afstand van. Ik kan me voorstellen dat je denk dat deze vers absoluut niet op ons mensen slaat. Ik wil je vragen om er goed over na te denken. V5 zegt wel dat we hetzelfde gezindheid als die van Jezus moeten hebben. Deze vers is deel van zijn gezindheid.
V7: Hij nam een gestalte aan van een slaaf, en werd gelijk aan de mens
V8: En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.
Deel met elkaar hoe je deze drie principes in jouw leven en in jouw omgeving kan toepassen.