Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid
BEROEPScompetentiePROFIEL
boormeester horizontale boringen
fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: +32 2 210 03 33
De beroepscompetentieprofielen zijn tot stand gekomen dankzij de bijdrage van de volgende organisaties :
WTCB
© fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2012 Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen. 2
BEROEPScompetentiePROFIEL
boormeester horizontale boringen
Voorwoord Aangepaste beroepscompetentieprofielen uitwerken neemt een belangrijke plaats in binnen de problematiek van het aanpassen van de opleidingen aan de behoeften van de arbeidsmarkt. Beroepsprofielen zijn immers de belangrijkste inspiratiebron bij het uitwerken van opleidingsprofielen, zeker bij de start. In een latere fase komen daar de opleidingsprogramma’s bij. Met deze gegevens in gedachten heeft het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (fvb-ffc Constructiv) in samenwerking met het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) en het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (navb-cnac Constructiv) de bestaande beroepsprofielen aangepast. Daarbij werd vooral rekening gehouden met de talrijke ontwikkelingen als gevolg van de eisen inzake duurzaam bouwen. De aangepaste beroepsprofielen hebben betrekking op een groot aantal materies, zowel uit de ruwbouw- als de afwerkingssector, en werden goedgekeurd door deskundigen uit de sector. Zo dragen ze bij aan het concretiseren van één van de belangrijkste aspecten van de opdracht van het fvb: ze vormen namelijk de link tussen de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten en opleiding in de bouwsector.
Robert Vertenueil Voorzitter fvb-ffc Constructiv
3
BEROEPScompetentiePROFIEL
boormeester horizontale boringen
Contact
4
Voor opmerkingen, vragen en suggesties kunt u terecht bij: fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: +32 2 210 03 33 Fax: +32 2 210 03 99 website : fvb.constructiv.be
BEROEPScompetentiePROFIEL
boormeester horizontale boringen
Een woordje uitleg Een beroepscompetentieprofiel beschrijft de competenties van een ervaren bouwvakarbeider. De meeste boorploegen bestaan uit een boormeester en een helper. Dit beroepscompetentieprofiel bevat de competenties van een boormeester horizontale boringen, met een uitgebreide ervaring. De competenties van een helper zijn ook opgenomen, omdat deze de basis vormen van de competenties die van een boormeester gevraagd worden. Elke boormeester horizontale boringen is ooit als helper begonnen. De benaming ‘boormeester’ is in de meeste bedrijven gangbaar. Afhankelijk van de arbeidsorganisatie binnen een specifiek bedrijf kunnen ook andere benamingen worden gebruikt: ploegbaas, 1ste man, piloot,… . Daarnaast spreekt men soms van een ‘boorder’, al gaat het dan meestal niet om een volwaardig boormeester. Die term kan ook duiden op een helper of op een arbeider die een boring uitvoert, zonder er verantwoordelijkheid voor te dragen: hij staat dan onder toezicht van een boormeester, die de boorder stuurt en overneemt bij moeilijkheden. In de meeste bedrijven noemt men de 2de (en 3de) persoon in een boorploeg ‘helper(s)’. Soms krijgt hij ook de naam ‘assistent’. Het herwerkte profiel bestaat eerst uit een definitie van het beroep (een beschrijving van de activiteiten en een situering binnen de sector), en een oplijsting van de competenties. Een competentie is een set van “kennis”, “vaardigheden” en “attitudes” die zich uiten in observeerbaar gedrag. In dit document wordt deze indeling steeds gehanteerd. Onder “kennis” verstaan we alles wat een boormeester horizontale boringen moet kennen om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Bijvoorbeeld: de belangrijste eigenschappen en het concrete gebruik van bentoniet in functie van de ondergrond. Onder “vaardigheden” verstaan we alles wat een boormeester horizontale boringen moet kunnen om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Bijvoorbeeld: het aanmaken van de boorvloeistof, rekening houdend met het geologische profiel. “Attitude” verwijst naar de houding, de denkwijze, het gedrag dat een boormeester horizontale boringen moet hebben om zijn beroep te kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld: flexibel zijn. De activiteiten binnen het beroepscompetentieprofiel worden in vier blokken opgedeeld. 1. Gemeenschappelijke activiteiten eigen aan alle bouwvakarbeiders, zoals bijvoorbeeld de werfinrichting. 2. B asisactiviteiten eigen aan het beroep, zoals bijvoorbeeld het aanmaken van boorspoelingen. In dit beroepsprofiel behoren deze activiteiten toe aan zowel de helper als de boormeester. 3. Specifieke activiteiten van de boormeester, zoals bijvoorbeeld de bediening van het boormaterieel. 4. Transversale “groene” activiteiten, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van isolatiemateriaal, kunnnen integraal in meerdere beroepsprofielen voorkomen. Deze activiteiten zijn van groot belang voor een duurzaam bouwproces. Het beroepsprofiel boormeester horizontale boringen bevat geen dergelijke transversale ‘groene’ activiteitenblokken. De ecologisch duurzame activiteiten zijn verspreid in het profiel opgenomen. Als enkel de gemeenschappelijke competenties en de basiscompetenties (blok 0 en blok 1) uit dit profiel worden beschouwd, beschikt men over het beroepscompetentieprofiel van een helper/boorder. Voor sommige activiteiten werken we met een kleurencode. “Groen” staat voor ecologische en duurzame activiteiten, “oranje” staat voor activiteiten die handelen over veiligheid. De activiteitenblokken worden ook nog eens opgedeeld in sleutelactiviteiten. Per sleutelactiviteit worden de kennis, vaardigheden en attitudes benoemd. 5
BEROEPScompetentiePROFIEL
boormeester horizontale boringen
6
BEROEPScompetentiePROFIEL
boormeester horizontale boringen
DEFINITIE VAN HET BEROEP De boormeester horizontale boringen voert machinale grondboringen uit. Deze boringen hebben verschillende toepassingen als het aanleggen van kabels of rioleringen (bijvoorbeeld onder kruispunten of spooren waterwegen). Grosso modo kunnen horizontale grondboringen als volgt onderverdeeld worden: 1. gestuurde boringen: doortrekken van kabels en drukleidingen zonder sleuven. 2. microtunneling (voor buizen met een diameter van minder dan 1200mm) en buisdoorpersingen (voor buizen met een diameter van meer dan 1200mm): doorpersen van buizen met exacte hellingsgraad zonder sleuven.
Gestuurde boringen Vóór het uitvoeren van een gestuurde boring is het van groot belang om de ligging van bestaande leidingen te lokaliseren op basis van plannen. Vervolgens wordt er op de werf een vertrekput en een aankomstput gegraven. In deze putten wordt de ligging van de bestaande leidingen nogmaals geverifieerd. De diepte van de put wordt hieraan aangepast. Eens het diepste punt van de boring bepaald is, wordt de boormachine voor de vertrekput opgesteld met een hellingsgraad van ongeveer 30°. Met de boormachine wordt een boorkop horizontaal de grond ingedraaid door rotatie en drukkracht. Vooraan de boorkop wordt boorvloeistof onder hoge druk gespoten. Deze boorvloeistof maakt de grond los, spoelt de uitgegraven grond weg richting vertrekput, houdt het boorgat open en zorgt voor een goede geleiding bij het trekken van de buizen door het boorgat. Een sonde in de boorkop geeft aan waar de boorkop zich bevindt. De positie wordt opgemeten door een ervaren boormeester, die aanwijzingen geeft over de te volgen richting. Na de pilootboring (het maken van het boorgat), wordt het boorgat vergroot door middel van een ruimer: een conisch metalen voorwerp dat iets groter is dan de boorkop. Vervolgens wordt er een wachtbuis aan de boorkop gekoppeld en in het boorgat geplaatst.
Microtunneling en buisdoorpersingen Bij deze technieken wordt een buis met mechanische vijzels in de grond geperst, vanuit een vertrekput. Vooraan de buis wordt de grond losgemaakt door een gestuurd snijrad en afgevoerd door middel van water dat naar het boorfront wordt gespoten. De boormeester kan de coördinaten van het boorfront aflezen op een computerscherm. Meer en meer is het boorfront gesloten, soms wordt er nog met een open boorfront gewerkt. In de praktijk bestaan er zeer diverse technieken voor het uitvoeren van microtunneling en buisdoorpersingen. Microtunneling gaat steeds om buizen die niet toegankelijk zijn (kleiner dan 1200 mm). Buisdiameters vanaf 1200 mm (buisdoorpersingen) zijn wel toegankelijk zodat er, indien nodig, in de buis of aan het boorfront gewerkt kan worden.
7
0
WERKEN IN EEN ONDERNEMING
ACTIVITEITENBLOK
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
SLEUTELACTIVITEIT
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
KENNIS
Zelf situaties en kansen zoeken om de eigen kennis te verhogen. Een taak individueel uitvoeren, zonder hulp of toezicht. Ondanks opduikende moeilijkheden een doel willen bereiken. Problemen en werk zelf aanpakken, zonder hulp of raad van buitenaf.
Zelfstandig werken
Een taak in de voorgeschreven tijd uitvoeren.
Samenwerken
Weten wat onder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan. Communiceren
Administratie
Op tijd komen. Anticiperen. De mogelijke gevolgen van een situatie overzien. Rekening houden met nog uit te voeren taken. Eventuele problemen opmerken die geen direct verband houden met de eigen taak. Met anderen samenwerken en hen helpen met hun werk. Zich aanpassen aan veranderingen (andere gereedschappen, andere personen, andere procedures en taken). Contacten aanknopen. Zich onthouden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. Op een constructieve en gebruiksvriendelijke wijze informatie uitwisselen met collega's. Op een constructieve en gebruiksvriendelijke wijze informatie uitwisselen met klanten. Een werkplanning bijhouden. Invullen van de eventuele fiches/documenten die de ploegbaas overgemaakt heeft.
KWALITEITSZORG
Detailwerk zorgvuldig uitvoeren.
Het imago en de kwaliteitsrichtlijnen van het bedrijf en de opdrachtgever.
Traceerbaarheid van producten, bewijsstukken van wat uitgevoerd werd. 8
Wanneer mogelijk esthetische overwegingen laten meespelen bij de uitvoering van het werk. Het melden als anderen slechte kwaliteit afleveren. Het eigen werk kwalitatief evalueren en indien nodig bijsturen. Het eigen werk kwantitatief evalueren en indien nodig bijsturen. Werkzaamheden binnen vooropgestelde parameters uitvoeren. Zuinig omgaan met materialen, gereedschappen en tijd. Verspilling vermijden. De etiketten en markering van de gebruikte materialen bijhouden.
ATTITUDES Leergierig zijn. Autonoom zijn. Doorzettingsvermogen hebben. Zin voor initiatief. Resultaatgerichtheid - het beoogde resultaat willen bereiken, ondanks tijd- en budgetbeperkingen; en zonder daarom de kwaliteitsnormen uit het oog te verliezen. Stiptheid. Vooruitziend zijn.
Teamgericht werken. Flexibiliteit. Sociaal vaardig. Respectvolle houding tegenover collega's.
Communicatief vaardig zijn.
Oog hebben voor de tevredenheid van de klant. Zin voor precisie. Oog voor detail bezitten en het geduld om detailwerk zorgvuldig uit te voeren. Zin voor esthetiek. Professionele houding. Zin voor zelfcontrole.
Oog hebben voor rendement. Spaarzame ingesteldheid.
BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
0
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
VEILIGHEID EN GEZONDHEID
Beheer van veiligheid en gezondheid preventie van ongevallen
Melden van ongevallen, incidenten en gevaarlijke situaties
Collectieve beschermingsmiddelen
Persoonlijke Beschermingsmiddelen
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
KENNIS Verantwoordelijkheden van werknemer, werkgever en de hiërarchische lijn. Hiërarchie van preventiemaatregelen (uitschakelen van risico's, collectieve en persoonlijkebeschermingsmiddelen). Opleidingsverplichtingen. De mogelijke bronnen van gevaar op het werk. De regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever). Interne procedures van de onderneming of organisatie inzake het melden van: • ongevallen en incidenten (ook incidenten m.b.t. agressie en geweld) • elke werksituatie die een ernstig of onmiddellijk gevaar met zich meebrengt • elk geconstateerd mankement in de beschermingssystemen Noodnummers (politie, brandweer, …). Kennis van de verschillende collectieve beschermingsmiddelen (bv. vangnetten, valbeveiliging).
ATTITUDES Veiligheidsbewust werken - de moed hebben om de opmerkingen van collega’s om veilig te werken te aanvaarden en zelf gevaarlijke situaties te signaleren.
Herkennen van potentieel gevaarlijke situaties.
Oplettend zijn.
Inzicht hebben in het belang van de meldplicht in functie van preventie. Communicatief vaardig zijn. Inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid. Collectieve beschermingsmiddelen aanbrengen. Instructies opvolgen.
De PBM's (veiligheidsuitrusting en de kledingvereisten) die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep (gezichts-, gehoors-, hoofd-, hand-, voet- en adembescherming). De situaties waarin persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen. De veiligheidssignalisatie mbt. Het dragen van PBM’s (blauwe gebodsborden).
PBM’s dragen wanneer het moet.
Het juiste gebruik, onderhoud en opslag van PBM’s.
De specifieke voorschriften voor de PBM's toepassen (handschoenen, bril,...). De aanwezigheid van PBM's op de werf controleren. PBM's met de nodige zorg behandelen. PBM’s regelmatig onderhouden en controleren. PBM’s na gebruik correct opbergen.
Aandachtig zijn voor alle situaties waarin het dragen van PBM’s noodzakelijk is.
Waken over het correcte gebruik van de PBM’s.
Zich bewust zijn van de eigen verantwoordelijkheden bij gebruik en onderhoud van persoonlijke beschermingsmiddelen.
9 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
0 ACTIVITEITENBLOK
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
SLEUTELACTIVITEIT
Omgaan met gevaarlijke producten
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
KENNIS De producten met gevaarlijke eigenschappen waarmee men op de werkvloer in contact komt. De manieren waarop gevaarlijke stoffen het lichaam kunnen binnendringen. De risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van producten met gevaarlijke eigenschappen. De regels in verband met de opslag van producten met gevaarlijke eigenschappen.
Omgaan met specifieke risico’s
De veiligheidssignalisatie, transportetikettering en productetikettering. Maatregelen bij ongelukken met gevaarlijke producten. De verschillende asbesthoudende producten. Omgaan met asbest
Stofemissie tegengaan
Gezondheidsrisico's bij werken met asbesthoudende producten. De middelen en technieken die gebruikt worden voor het verwijderen van asbesthoudende materialen. De risico’s van blootstelling aan hout- en kwartsstof en de maatregelen om de stofemissie en de blootstelling aan stof te verminderen.
Ergonomisch werken
Beperken van lawaai
Veilig gebruiken van gevaarlijke producten.
Veilig opslaan van gevaarlijke producten. De veiligheidsinformatiebladen lezen en begrijpen. Lezen en interpreteren van gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen op het etiket van gevaarlijke producten. Gepaste maatregelen nemen bij ongelukken met gevaarlijke producten. Asbesthoudende producten tijdens verschillende handelingen herkennen. De juiste reacties als er asbest aanwezig is (bescherming, verwittigen chef), etc.
Veiligheidsbewust werken.
Oplettend zijn.
Veiligheidsbewust werken.
Gebruiken van machines die stofemissie beperken. Afzuigapparatuur aansluiten en correct gebruiken.
Veiligheidsbewust werken.
Correct gebruik van ademhalingsbescherming.
Basiskennis elektriciteit. Werken met elektriciteit
ATTITUDES
Risico's verbonden aan werken met elektriciteit en elektrische apparaten. De risico’s van overbelasting of verkeerde belasting van het lichaam. Tiltechnieken en tilhulpmiddelen: basisprincipes voor het hanteren van lasten zonder risico’s. Oorzaken (bronnen) van lawaai voor omgeving. Risico's van hoog geluidsniveau en preventieen beschermingsmaatregelen tegen lawaai en gehoorschade. Brand- en explosierisico's en de bijhorende preventiemaatregelen.
Werken met onbeschadigd en veilig elektrisch materieel. Voor installeren, herstellingen, wijzigingen en onderhoud beroep doen op een bevoegd elektricien. Juiste hef- en tilbewegingen toepassen. Correct hanteren van voorziene hulpmiddelen bij heffen en tillen. Hulp bieden aan collega’s om ergonomisch werken mogelijk te maken. Preventiemaatregelen voor omgeving kunnen implementeren. Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.
Veiligheidsbewust werken.
Veiligheidsbewust werken. Respectvolle houding tegenover omgeving en collega’s. Respectvolle houding tegenover omgeving en collega's. Veiligheidsbewust werken.
Preventiemaatregelen naleven.
Veiligheidsbewust werken.
Prioriteiten naleven: alarmeren & evacueren, energievoorzieningen afsluiten, toegangswegen vrijmaken voor redders, brandhaard afsluiten, brandhaard bestrijden.
Koelbloedig en snel reageren.
De soorten branden. Brand en explosie
De vuurdriehoek. Procedures in geval van brand. Blusinstructies. EHBO.
10 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
0
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNIS
DE WERKPLEK INRICHTEN
MACHINES EN GEREEDSCHAPPEN
De werking van de machines en/of gereedschappen. Correct dagelijks gebruik
De risico’s en veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van machines en gereedschappen.
Controle
De normale werkingstoestand van de machines en de gereedschappen. De verschillende onderdelen en de werking van de machines en gereedschappen. Basiskennis van hydraulica, mechanica, materialenleer en elektriciteit.
Onderhoud
Onderhoudstechnieken en de producten (oliën,…) en materieel (sleutels, vetpomp,…) gebruikt bij klein onderhoud.
Reiniging
De technieken voor het reinigen van het materieel. De benodigde producten (reinigings-, ontsmettingsproducten) en materieel (spriet, hogedrukreiniger, ...).
Signalisatie
De verschillende middelen om een werf af te sluiten. De verschillende veiligheidsborden, markeringen en pictogrammen.
Elektriciteitsvoorziening
Opslaan van materialen en gereedschappen
Orde en netheid bewaren
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
Basiskennis van elektriciteit.
Voor elk soort materiaal en gereedschap de plaats en opslagwijze. De geschikte beschermingsmiddelen tegen vallen van opgeslagen materiaal en gereedschap.
Het materieel en de producten gebruikt bij het reinigen van de werf.
Machines en gereedschappen enkel gebruiken voor het werk waarvoor het gemaakt is. Het correcte machines en gereedschap selecteren. Veiligheidsinstructiekaarten kunnen lezen en begrijpen. Nauwkeurig de veiligheidsvoorschriften kunnen toepassen. De gepaste PBM's dragen. Nooit machinebeveiliging willekeurig wegnemen of uitschakelen. Controleren van machines en gereedschappen op hun goede werking. Relevante werkingsparameters (peil, druk, temperatuur,…) aflezen. Olie bijvullen. Draaiende onderdelen smeren. Kleine vervangingen (bvb lampjes of zekeringen) doorvoeren. Toepassen van de technieken voor het reinigen van het materieel. Gebruiken van de benodigde producten (reinigings-, ontsmettingsproducten) en materieel (spriet, hogedrukreiniger, ...).
Signalisatie respecteren. Veilig aansluiten van elektrisch materieel op het stroomnet. Opstarten van de werfgeneratoren indien er geen stroomnet aanwezig is. Materialen en gereedschappen in goede en veilige omstandigheden bewaren, tijdens en na de werken. Geschikte beschermingsmiddelen tegen de val van gereedschappen en materiaal plaatsen. Materialen ook op hoogte met de nodige omzichtigheid behandelen en stapelen. Vrijhouden van doorgangen. Afval en bestemmingsloze onderdelen verwijderen. De werkplek opkuisen na de werkzaamheden.
ATTITUDES Oplettend zijn. Zin voor analyse hebben.
Veiligheidsbewust werken.
Een kritische blik hebben.
Handig zijn.
Ordelijk en net kunnen werken.
Veiligheidsbewust werken.
Veiligheidsbewust werken.
Zin voor orde.
Verantwoordelijkheidszin, niet werken als de bescherming afwezig is.
Zin voor orde en netheid.
11 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
0 ACTIVITEITENBLOK
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
SLEUTELACTIVITEIT
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
KENNIS
MILIEUBEWUSTZIJN
Onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen.
Afvalbeheer
De sorteercategorieën (recycleerbare producten, te storten producten - categorieën van storten en/of specifieke evacuatierichtingen, speciaal geval van asbest). Belang van de rol van de onderneming bij het sorteren en recycleren van sommige afvalstoffen, en de voordelen daarvan voor het bedrijf zelf en het milieu.
ATTITUDES
Het milieu beschermen tegen de schadelijkheid van bepaalde materialen en substanties.
Zich bewust zijn van het ecologische belang en van de mogelijkheden tot dwangsommen als gevolg van een slecht afvalbeheer.
Zichzelf en collega's beschermen tegen de schadelijkheid van bepaalde materialen en substanties.
Veiligheidsbewust werken. Systematisch verzamelen van afval. Motivatie om afvalstoffen te sorteren.
Het sorteren organiseren (in bakken, containers, …) en het afval sorteren.
Zich informeren in geval van twijfel over de bestemming van afvalstoffen. Zorgvuldig werken. Actie ondernemen wanneer container vol is.
De risico’s van behandeling en de reglementaire bepalingen inzake de verwijdering van asbesthoudend en ander gevaarlijk afval.
Asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten identificeren, apart houden van de andere afvalstromen, op een veilige manier verpakken en verwijderen.
Veiligheidsbewust werken.
Waterverbruik
De regels omtrent lozen van water. Eindigheid van drinkwater.
Efficiënt gebruiken van water voor taken & schoonmaak.
Economisch en ecologisch bewustzijn. Streven naar zuinigheid bij gebruik van water.
Energieverbruik
Milieubewustzijn - eindigheid van fossiele energiebronnen. Energieverbruikers op de werf (generatoren, transport, machines, werfkeet).
Efficiënt gebruik machines en gereedschappen.
Reflex & verantwoordelijkheidszin (uitschakelen energieverbruikers wanneer niet nodig: verlichting, verwarming, koeling, …; passief ipv actief koelen; ).
12 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
1
Basisactiviteiten van een boorder - helper (horizontale boringen)
De werkplek inrichten en organiseren
Het eigen werk plannen en organiseren
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNIS
Een vrachtwagen laden en lossen
Het boormaterieel opstellen, in functie van de uit te voeren boring (o.a. stabiliteit, aard van de ondergrond)
Elektriciteit voorzien
ATTITUDES
Zich aanpassen aan wijzigende omstandigheden, zoals ook een wijzigende planning.
De opdracht ontvangen en begrijpen
Algemene werforganisatie
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
Flexibel zijn. Aanvaarden dat een begonnen boring altijd moet afgewerkt worden, ongeacht het tijdstip.
De hiërarchie, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taakverdeling van de verschillende werknemers op de werf (hoofdaannemers, ploegbazen, inspecteurs, veiligheidspersoneel van maastchappijen voor nutsvoorzieningen, …). Basiskennis van de werkzaamheden uitgevoerd door collega's of door werknemers van andere firma's. Richtlijnen voor het ordenen, verdelen, verankeren en afdekken van de lading voor het transport. Regels voor aanslaan van lasten.
Grondstoffen en producten nodig voor de boring. De verschillende types machines, hun doel en hun mogelijkheden. Onderdelen en de werking van het boormaterieel. De beweging en stabiliteit van het boormaterieel. Voorwaarden voor een correcte opstelling van het materieel. De werking van verschillende meettoestellen. Veiligheidsvoorschriften bij gebruik van kleine werfmachines. Basiskennis van elektriciteit.
Correct ordenen, verdelen, verankeren en afdekken van de lading voor het transport. Aanslaan van lasten. Oordelen over de stabiliteit van een lading. Orde en netheid bewaren in de vrachtwagen.
Veiligheidsbewust werken.
Zin voor orde en netheid.
Veiligheidsbewust werken. Toepassen van de voorwaarden voor een correcte opstelling van het materieel. Meettoestellen gebruiken. Kleine werfmachines bedienen. Aansluiten van elektrisch materieel op het stroomnet. Opstarten van de werfgeneratoren indien er geen stroomnet aanwezig is.
Veiligheidsbewust werken.
13 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
1 ACTIVITEITENBLOK
Basisactiviteiten van een boorder - helper (horizontale boringen)
SLEUTELACTIVITEIT
Het boorgat afwerken
Elementen in het boorgat plaatsen
De boring uitvoeren
Uitvoeren van boringen
Aanmaken van boorspoelingen
Handboringen uitvoeren
De positie van de boorkop opmeten
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
KENNIS Het normale verloop van een boring, de verschillende fases en de juiste volgorde bij het uivoeren van een boring. Consequenties van het geologisch profiel op de boorspoeling. Grondstoffen en producten nodig voor de boorvloeistof. Belangrijste eigenschappen en het concrete gebruik van bentoniet in functie van de ondergrond. Kennis van de verschillende types handboren (vnl. edelmanboor) naar gelang de grondsoort. Ergonomische werkmethodes. De verschillende meetsystemen voor het lokaliseren van de boorkop (sonde, theodoliet,…). Elementaire wiskunde: hoofdrekenen, geometrie, decimalen, basisdriehoeksmeetkunde.
Lassen van HDPE buizen
De technieken en procedures voor het inbrengen van elementen in het boorgat. Ergonomische werkmethodes. Elementen inbrengen in het boorgat
ATTITUDES
Lezen van een geologisch profiel.
Aanmaken van de boorvloeistof, rekening houdend met het geologische profiel.
Hanteren van handboren (vnl. edelmanboor). Toepassen van ergonomische werkmethodes. Gebruiken van verschillende meetsystemen voor het lokaliseren van de boorkop (sonde, theodoliet,…). De eigen meting vergelijken met de elektronische positiebepaling. Ruimtelijke voorstelling maken van de boring.
Lassen van HDPE buizen. Aftesten van de las. Bedienen van het materieel om de elementen in het boorgat te brengen (voornamelijk hijsmaterieel). Boorbuizen inbrengen en aankoppelen. Toepassen van ergonomische werkmethodes. Ruimtelijk voorstellingsvermogen hebben: gemakkelijk overschakelen van een driedimensionaal beeld naar een tweedimensionale tekening en omgekeerd.
Gezondheidsbewust werken.
Nauwkeurig kunnen werken.
Veiligheidsbewust werken. Veiligheidsbewust werken.
Gezondheidsbewust werken.
Geconcentreerd zijn. Teamgericht werken. In staat zijn duidelijke boodschappen uit te wisselen met collega’s over de voortgang van het werk.
Communicatief vaardig zijn. Ordelijk en net werken.
Vertrek- en aankomstputten reinigen en opvullen
Veiligheidsvoorschriften bij gebruik van kleine werfmachines.
Kleine werfmachines (minigraver) bedienen.
Veiligheidsbewust werken. Teamgericht werken. Ordelijk en net werken.
Ergonomische werkmethodes.
Toepassen van ergonomische werkmethodes.
Gezondheidsbewust werken.
14 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
1
Basisactiviteiten van een boorder - helper (horizontale boringen)
Milieu
Instaan voor orde en netheid op de werkplek
Materieel reinigen en onderhouden
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT Het boormaterieel reinigen en onderhouden in functie van de bedrijfszekerheid en de omstandigheden
Kleine onderhoudswerken uitvoeren aan het boormaterieel
Mankementen of onregelmatigheden aan het boormaterieel vaststellen en melden aan de technische dienst van het bedrijf
KENNIS
ATTITUDES
De technieken voor het reinigen van het materieel.
Toepassen van de technieken voor het reinigen van het materieel.
Ordelijk en net kunnen werken.
De benodigde producten (reinigings-, ontsmettings- en onderhoudsproducten) en materieel (spriet en hogedrukreiniger).
Gebruiken van de benodigde producten (reinigings-, ontsmettings- en onderhoudsproducten) en materieel (spriet en hogedrukreiniger).
Veiligheidsbewust werken.
De verschillende onderdelen en de werking van het boormaterieel. Basiskennis van hydraulica, mechanica, materialenleer, elektriciteit en dieselmotoren. De onderhoudsprincipes van het materieel en de controles die in dit kader dienen uitgevoerd te worden.
Relevante werkingsparameters (peil, druk, temperatuur,…) aflezen.
Eenvoudige herstellingstechnieken (bvb; eenvoudige laswerken).
Olie bijvullen. Draaiende onderdelen smeren. Kleine vervangingen (bvb lampjes of zekeringen) doorvoeren. Op een doordachte en behendige manier praktische taken uitvoeren.
De normale werkingstoestand van het boormaterieel.
Vastgestelde onregelmatigheden duidelijk omschrijven.
Het materieel voor het opvangen van gebruikte boorvloeistof en grondwater.
Gebruiken van materieel voor het opvangen van gebruikte boorvloeistof en grondwater.
Onderhoudstechnieken en de producten (oliën,…) en materieel (sleutels, vetpomp,…) gebruikt bij klein onderhoud.
De werkplek proper houden
Het materieel en de producten gebruikt bij het reinigen van de werf.
Afval, grond en restproducten (bentoniet, olie, smeerplekken,…) correct verwijderen
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
De gevolgen van de verstoring van het milieu door grondboringen. De verschillende soorten afval, grond en restproducten. Principes van gescheiden opslag en afvoer van afval, grond en restproducten. Het materieel ter voorkoming van vervuiling van het leefmilieu (bentoniettanks, grondcontainers,…).
Afval en bestemmingsloze onderdelen verwijderen.
Verantwoordelijkheidszin hebben.
Handig zijn.
Oplettend zijn.
Ordelijk en net werken.
De werf opkuisen na de werkzaamheden.
Smeerplekken van het maaiveld verwijderen. Afval opslaan en sorteren.
Milieubewust werken.
Bentoniet opslaan in tanks. (vervuilde) grond afvoeren in containers.
15 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
1
Welzijn op het werk
ACTIVITEITENBLOK
Basisactiviteiten van een boorder - helper (horizontale boringen)
SLEUTELACTIVITEIT
KENNIS
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
ATTITUDES
Signaleren van stresssituaties aan de verantwoordelijke
Het begrip stress op het werk.
Opmerken en signaleren als er sprake is van stressituaties.
Oplettend zijn.
Eigen deskundigheid inzake veiligheid en gezondheid opbouwen, door het volgen van opleidingen (op vraag van/ aangeboden door de werkgever)
Het belang van opleiding in het kader van preventie.
Het geleerde in de praktijk brengen.
Kritisch zijn over eigen houding en handelen.
16 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
2
Specifieke activiteiten voor een boormeester horizontale boringen
De werkplek inrichten en organiseren
Het eigen werk plannen en organiseren
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
De opdracht ontvangen en begrijpen
KENNIS Plannen van de ondergrond, werktekeningen, detailtekeningen. Schaalaanduidingen. Technische termen en symbolen. De bodemopbouw: het bepalen van grondsoort en korrelgrootte, eigenschappen van grondsoorten (inzake waterdoorlaatbaarheid en stabiliteit). Werkingsprincipes van proefsonderingen.
De boorlocatie bepalen op basis van de gekregen opdracht
Het boormaterieel opstellen
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
Plannen van de ondergrond, werktekeningen, detailtekeningen. Schaalaanduidingen. Technische termen en symbolen.
ATTITUDES
Plannen lezen en interpreteren. Nauwkeurig zijn.
Bestuderen van de ligging van nutsleidingen. Lokaliseren van nutsleidingen met proefsondering.
Plannen lezen en interpreteren. Nauwkeurig zijn. De eigen positie bepalen t.o.v. een gekregen plan.
Plannen van de ondergrond, werktekeningen, detailtekeningen. Schaalaanduidingen. Technische termen en symbolen. Invloed van parameters als stabiliteit en aard van de ondergrond op de opstelling van het boormateriaal. Invloed van parameters als beschikbare ruimte en logistiek op de opstelling van het boormateriaal. Mogelijkheden van eventuele softwaretoepassingen voor het kalibreren.
Plannen lezen en interpreteren.
Het boormaterieel opstellen, in functie van de uit te voeren boring. Het boormaterieel opstellen, in functie van de werforganisatie, zodat de continuïteit van de werf gegarandeerd wordt. Inzicht in de werforganisatie en het werfinrichtingsplan. Gebruiken van softwaretoepassingen voor het kalibreren.
17 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
2 ACTIVITEITENBLOK
Specifieke activiteiten voor een boormeester horizontale boringen
SLEUTELACTIVITEIT
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
KENNIS Invloed van de bodemopbouw: reactiesnelheid van de boorkop, invallen van het boorgat, …). Werkingsprincipes, veiligheidsvoorschriften en bediening van het boormaterieel.
Het boormaterieel bedienen
De boring uitvoeren
Invloed van de bodemopbouw op de reacties van de boorkop.
Seinen. De normale werkingstoestand van het boormaterieel.
Materieel en boring controleren
Ingrijpen bij problemen met materieel of boring
Nauwkeurigheid bij bedienen van de hendels. Geconcentreerd zijn. Milieubewust werken. Veiligheidsbewust werken. Verantwoordelijkheidszin hebben.
Relevante werkingsparameters (peil, druk, temperatuur, koppel van de motor,…) aflezen en controleren.
Het normale verloop van een boring en de mogelijke afwijkingen.
De onderdelen en de werking van het boormaterieel.
Parameters instellen in functie van de bodemopbouw. Ruimtelijke voorstelling kunnen maken van het boorprofiel. Drukknoppen en hendels bedienen zodat de boorkop exact het vooropgestelde traject volgt. Locatie van de boorkop bepalen. Boorkop bijsturen. Drukkracht en rotatiesnelheid regelen. Waterkracht en hoeveelheid bentoniet regelen. Indicaties door middel van seinen geven en begrijpen.
ATTITUDES
Gedurende een bepaalde tijd de aandacht concentreren op één punt en indien nodig snel reageren. De kop van het boorgat in het oog houden. Nagaan of de actieradius van het materieel vrij blijft. Ruimtelijke voorstelling maken van de boring. Kalm blijven in moeilijke arbeidsomstandigheden. Zien dat er een probleem is, waar het gesitueerd is, en er een oplossing voor aanreiken. De boorkop uit het boorgat verwijderen. De machine stilleggen. Toevoer van boorvloeistof afsluiten. Boorvloeistof oppompen. Zich aanpassen aan de wijzigende omstandigheden. Aanvaarden dat een begonnen boring altijd moet afgewerkt worden, ongeacht het tijdstip.
Geconcentreerd zijn.
Stressbestendigheid.
Problemen kunnen oplossen.
Flexibel zijn.
18 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
2
Specifieke activiteiten voor een boormeester horizontale boringen
Communiceren
Werkadministratie doen
Het boorgat afwerken
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
KENNIS
ATTITUDES
De plaats van de boring met een rolmeter opmeten ten opzichte van een vast referentiepunt.
De boorlocatie bepalen op basis van de gekregen opdracht
Werking van een niveaumeter.
De diepte opmeten met een niveaumeter ten opzichte van een vast referentiepunt (waterpas zetten van een niveaumeter en aflezen van niveaus).
Boorprofielen.
Het profiel van de boring intekenen op de plannen: het profiel in een eenvoudige tekening weergeven. Ruimtelijk voorstellingsvermogen hebben: gemakkelijk overschakelen van een driedimensionaal beeld naar een tweedimensionale tekening en omgekeerd.
Plannen van de ondergrond, werktekeningen, detailtekeningen. Schaalaanduidingen. Technische termen en symbolen.
Bijhouden van relevante gegevens voor boorverslagen en/of eenvoudige boorstaten
Overleggen over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht Opdrachten uitvoeren in ploegverband
Plannen lezen en interpreteren.
De relevantie van gegevens als: tijdstip en duur, plaats, materieel, doel van de boring, aard van de ondergrond en bodemopbouw, korrelgrootte, onregelmatigheden,…
Inzicht hebben in het belang van een nauwkeurige administratie.
De in te vullen documenten: boorverslagen en boorstaten.
Correct noteren van meterstanden.
Beroepsspecifieke software.
Gebruiken van beroepsspecifieke software.
Het normale verloop van een boring.
Boorcurve schetsen. Ruimtelijk voorstellingsvermogen hebben: gemakkelijk overschakelen van een driedimensionaal beeld naar een tweedimensionale tekening en omgekeerd.
Het vakjargon. Verschillen tussen interne en externe communicatie. Het vakjargon. Het vakjargon.
Duidelijke instructies geven en de medewerker(s) in de ploeg begeleiden
Nauwkeurig zijn.
Overleggen met project- en werfleiders van het eigen bedrijf en met personeel van de hoofdaannemer. Gebruiken van het vakjargon. Duidelijke boodschappen met collega's over de voortgang van het werk uit te wisselen. Gebruiken van het vakjargon. Feedback geven over het functioneren van medewerkers. Leiding geven: ondergeschikten sturen en begeleiden zodat ze hun taken doeltreffend uitvoeren. Motiveren, aanmoedigen en stimuleren.
Nauwkeurig werken.
Communicatief vaardig zijn. Assertief zijn. Communicatief vaardig zijn. Teamgericht werken.
Communicatief vaardig zijn.
19 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
2
Veiligheid en gezondheid
KwaliteitSzorg
ACTIVITEITENBLOK
Specifieke activiteiten voor een boormeester horizontale boringen
SLEUTELACTIVITEIT
KENNIS
ATTITUDES Teamgericht werken.
De kwaliteit van het teamwerk bewaken
Het imago en de kwaliteitsrichtlijnen van het bedrijf en de opdrachtgever. Kwaliteitsbewust werken.
Veiligheid op de werkvloer observeren
Risico's van werken met boormachines.
Waarnemen van en communiceren over risico’s.
Veilig gedrag op de werkvloer stimuleren
Methoden die veilig werken bevorderen.
Deze methodes toepassen. Duidelijke instructies geven, ook in geval van nood. Fout gedrag corrigeren. Instructies in herinnering brengen. Normen duidelijk stellen. Leiding geven.
Waken over de naleving van instructies
Toezien op het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen
Milieubewustzijn
COMPETENTIES VAARDIGHEDEN
Het juiste gebruik van PBM’s en gebruikstoepassingen. De situaties waarin PBM’s moeten worden gedragen.
De algemeen geldende milieuvoorschriften. Naleven van de geldende milieuwetgeving (bv. VLAREBO)
Inzicht hebben in de eigen rol bij het bevorderen van de veiligheid.
Toepassen van de algemeen geldende milieuvoorschriften.
De gevolgen van de verstoring van het milieu door grondboringen. De te nemen maatregelen om vervuiling en verstoring van het milieu tegen te gaan.
Veiligheidsbewust werken.
Verantwoordelijkheidszin hebben. Toepassen van de maatregelen om vervuiling en verstoring van het milieu tegen te gaan.
20 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
21 BEROEPScompetentiePROFIELEN boormeester horizontale boringen
fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5, 1000 Brussel t +32 2 210 03 33 • f +32 2 210 03 99 fvb.constructiv.be •
[email protected] © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2012. Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen
BEROEPScompetentiePROFIELEN Ruwbouw
Machinale beroepen Bagger
Steen
Afwerking
Dak
Hout
Glas Metaal
Verf Transversale beroepen
Werktuigkundige voor baggervaart Baggerwerker Kraanbestuurder Torenkraanbestuurder Bestuurder mobiele kraan en verreiker Weg- en waterbouw Boormeester horizontale boringen Boormeester verticale boringen Chauffeur Bouwplaatsmachinist Andere machinale beroepen Plaatser nutsleidingen Wegenwerker Stratenmaker Asfalteerder Rioollegger Steenhouwer / Marmerbewerker Ruwbouw Metselaar Bekister IJzervlechter Werfbediener Asbestverwijderaar Betonhersteller Prefab-monteerder Spoorwerker Afwerking ruwbouw Dekvloerlegger Tegelzetter Stukadoor Dakdekker Dakafdichter Daktimmerman Houtskeletbouwer Buitenschrijnwerker Binnenschrijnwerker Interieurbouwer Glaswerker Stellingbouwer Industrieel isolateur Chauffagist Sanitarist Plaatser van ventilatiesystemen Schilder-decorateur Industrieel schilder Magazijnier Heftruckbestuurder volgens info op 01/08/2012
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid