"BOMENVANGISTEREN, BOSSENVOORMORGEN"
INAUGURELE REDE
uitgesproken bij de aanvaarding vanhet ambtvan hoogleraar inde boshuishoudkunde aandeLandbouwhogeschool teWageningen op 30maart 1978
door
ir.A.vanMaaren
DAMESENHEREN
Het zalunietverbazen,datmijnvoordracht over bossen gaat.Gezienmijnvakgebied, deboshuishoudkunde,gaat het daarbijvooral omde relatievanmensenmet bomen enbossen. De titel "bomenvan gisteren,bossenvoormorgen" probeert aan tegeven dat er eenrelatie bestaat tussenbomen en bossen,dat deze relatie eenprocesmatig karakter heeft endat er tijdmee gemoeid is.Voor de relatie tussende mens ende samenleving kan eendergelijke situatie worden geschetst,hetgeenoverigens extra reliëf geeft aande rol vanbomen enbossen indemenselijke samenleving.Bovendien isde samenleving zelf ook eenorganisme inontwikkeling.De functies vanbossen,hetgeen demensen van de bossenhebben gemaakt endevraag of ernog plaats isvoor bossen die inde samenleving vannu en straks hun functies optimaal kunnenvervullen,dit alles vormt het raamwerk vanmijnbetoog.
Bomen,bos enmensen
Eenvan devroegste verschijnselen van levenop deplaneet aarde ishetbos. Voordat demens in zijnhuidige verschijningsvorm zijn intrede deedwas erdevegetatie,waren erdebomen,de bossen. Inde schaduw ervan en temiddenvan de overige levendewezensverschijnt demens.
-2Leakey beschrijft het proces aandehand vandevelepraehistorische relictendieover degehelewereld zijnaangetroffen. Inzijn"Origins"geefthij een exposévan de naspeuringen inKenya,diehij innavolging van zijnvader tientallen jaren langheeftverricht naarhet fenomeen "mens".Deze zouvele tienduizenden zoniet honderdduizenden jaren geleden inhetdichtbeboste OostenvanAfrika zijn oorsprong hebbengevonden.Deartefacten endegebeentevormendoenhemveronderstellen,dat ernauwe verwantschap ismet demensapen zonietvanherkomst uithunmidden. Dehuidigemens zouechter slechts 8tot 6duizend jaar vóórhetbeginvan onzejaartelling zijnopgetreden in nauwe samenhangmet de eerste toepassingenvangrondbewerking enlandbouw. Oldemanheeft onsonlangs geïnformeerd over dewordingsgeschiedenis zoalsdeBantoes dezeverhalen,met centraal staandedeontzaglijke baobab,waarbij demens het leven zouhebben ontvangen temiddenvan een verschrikkelijk wordingsproces. Inhet eersteBijbelboek beschrijftMozes innaarverhouding zeer sobere.bewoordingenhoe deSchepper vanhemel en aardena alleplanten endierennaar hunaard ookdemens het leven schenkt door zijnGeest.DehofvanEden is zijn plaats ener zijnbomen,dievrucht gevenophun tijd, waaronder deboomvanhet leven. Ermoge indezedriebenaderingenvanMozes,Leakey ende Bantoes (ener zijnernogwelmeer)verschil in inhoud vandeboodschap zijn,bepaald door geloof ofwetenschap,
er ismaarweinig verschil inuiterlijke feiten. Deontzaglijke levensboom van de Bantoes,de Afrikaanse Aapmens enhetgeen indehof vanEdenplaatsvond vertonen, naast een zeer essentieel verschil dat in feite uitgeloofsovertuiging bestaat,eenvergaande overeenkomst: er zijn bomen endemens isbij zijnwording uit het ene inhet andere terecht gekomen. Voor onsdoel ishetbelangrijkste dat de geschiedenis vandemens,wetenschappelijk benoemd metHomo sapiens sapiens,begintmet zijnagrarische activiteiten inde schaduwof aanderand vanhet bos engebruikmakend van bomen. Vóórdeze agrarische ontwikkeling zoudende mensachtige wezens eennomadische jacht-enverzamelcultuur hebben gehad.Toen demens degrond ging bewerken,veeteelt ging bedrijven envoedselvoorraden ging aanleggenveranderde de sociale organisatie enhet psychologische uitzicht.Bezitwerdmogelijk endat leidde totdestichtingvandorpen,steden en stedenconcentraties,hier en daar zelfs eenbevolkingsexplosie veroorzakende. Dedirecte afhankelijkheid vandeprodukten,diebos en veld vannature bieden,werd goeddeels verbroken.
Bijdit alles lijkt er sprakevan een tegenstelling, wanneer bedacht wordt,datdemensvoor zijn ontplooiing het bosde rug toegekeerd heeft,terwijl hij toch temidden vanbomen gewordenis. Wievandaag dedag over een zogroot reisbudget beschikt
-4dathij instaat isderestanten aanoerbos op onzeplaneet tebezoeken;oerbos inde zinvan bosbegroeiing, dieniet althansniet speurbaar doormensenhand isaangetast ofdoormensenvoet vertredenis; wie zover reizenkanomhet oerbos tebezoeken,ervaart dezenog steeds alsvijandig:het oerbos isgeen tehuis voormensen.Alsvijandig,als een teoverwinnen levensbedreigende factor inhetbestaan,een levensvorm die alleenbruikbaar zou zijn indienonderworpen aanhet menselijkvernuft. De SaintExupéry schildert ons in"LePetit Prince"de verschrikking van totale overgroeiing van eenplaneet met reusachtigebaobabs en laatdekleine prins op zijn planeet nr.B 612daarvan zeggen: " C'estunequestion dediscipline.Quand on a terminé sa toilette dumatin,ilfaut faire soigneusement la toilette de laplanète", endat zorgvuldige toiletbetekent zorgvuldig opruimen vankiemplantenvanwat anders eens allesoverheersende baobabs zouden zijnhetgeenvernietiging vandehele planeet tot gevolg zouhebben. In ieder geval ishet,naarmate het aantalmensen toenam, gelukt omover grote oppervlaktenvan onze planeet bomen tot een schaars artikel temaken.De grootstewaarborg 4
tegeneen teveel aanbomen isonmiskenbaar demens zelf, waarvan er inmiddels zo'n4miljard op aarde aanwezig zijn.Vandeoorspronkelijke ongeveer 50%bosbedekking isthansnog ca.30%over.Derhalve heeft 40%vanhet
-5bosplaatsmoetenmakenvoor landbouw,dorpen en steden, verkeerswegen,maar ookhelaas steppen enwoestijnen.
Inmiddels isonzeWesterse samenleving langzaammaar zeker totdeontdekking gekomen,datnatuur enbos tothet levenspatroonvandemensbehoren endatmet hetverlies ervan op een schaal zoals langzamerhand aandeorde is,een belangrijk deelvan zijnwelzijn zoniet zijn leven gemoeid is.
Deoliecrisis heeft op sinisterewijze deprofetieën van deClubvanRome onderstreept. Sindsdien isde toenemende schaarste aanenergie engrondstoffen,aldanniet politiekveroorzaakt,eenbelangrijke factor indewereldeconomie geworden. Inditkader staan ook debomen enhet bos in toenemendebelangstelling. Ditwordt nog versterkt door recentepublicaties,waarin ontbossing enverbranding vanhout enhet achterwege latenvanherbebossingen mede verantwoordelijk worden gesteld voor het toenemend C0„gehalte indedampkring ende daarmede samenhangendeverwachting van eenbroeikas-effeet,de langzame opwarming van de aardoppervlakte met devervuilde dampkring alskasconstructie.
Degeschiedenis vanhet bos inWest-Europa
Van langniet alle gebieden op dewereld isbekend hoe debosbedekking inde laatste 10.000jaar isgeweest en
-6hoedeze tot inonze tijdbewaard,geëxploiteerd ofvernietigd werd.Zeker isdat invele delenvan dewereld reeds duizenden jarengeledendeonzorgvuldige omgangmet debossen tot enorme erosieverschijnselen heeft gevoerd, vooral inde tropische en subtropische gebiedenwaar de ecosystemenkennelijk belangrijkkwetsbaarder zijndan indegematigdezones. Deonzorgvuldigheid isniet inallegevallen tewijten aandegroeiende plaatselijke bevolkingmaar ookwel aan vernietiging vande subtielopgebouwde evenwichten tengevolgevanoorlogen enontdekkingsexpedities. VandeWesteuropeseregioheeftMitscherlich een studie gemaaktmetnamebetreffende de samenhang tussenoccupatiegeschiedenis ende invloed vandemens ophetbos. Hijmeent eenviertal ontwikkelingsperioden tekunnen onderscheiden:
- deperiodevóórde grote ontginningen;demens leefde aanvankelijk vanhetgeendeprimitieve landbouw enhet bos leverde.Hijwas alshetwaredeelvande omringende natuur; - deperiodevande landbouw- en veeteeltontwikkeling gebaseerd opbosontginning envoorraadvorming. Boswasbijdeontwikkeling vande landbouw eenkultuurhindernis.Houtwas er inovervloed enhad nauwelijks waarde.Dorpsgemeenschappen ontstaan. - devierde periode tenslottewordt gekenmerkt door de wederopbouw vandebossen enhet duurzame beheer
-7ervan:debosbouw.
Overbeide laatsteperiodenveroorloof ikmijwatmeer informatie tegeven.Nadat reeds ca.800jaarvóórhet beginvanonze jaartelling debosvernieling rond de Middellandse Zeebegonnenwas enwaarschijnlijk gelijke tred hieldmet hetkomen engaanvan dewereldrijken, in Duitsland enonze strekenbegint dit proces pas,inde Middeleeuwen.Deontginningen eindigen ongeveer rond 1400, maar bijdeverdere bevolkingstoeneming wordt hetresterendeboswelvoor allerlei doeleinden ingebruik genomen: alsweidegrond voor hetvee;voor de fabricage vanhoutskoolvoor deopkomende ijzerindustrie enookvoor de glasfabricage.Grote oppervlakten gesloten oerbos veranderden ineenopenboslandschap enperiodiek gevelde hakhoutbossen. Er zijnonvoorstelbare hoeveelheden hout verkoold enverbrand.Hetmoet indeEuropese bossen een rokerige toestand zijngeweest.Ookop deVeluweworden indebodem aanwijzingen gevonden,dat erniet alleenbijUddelmaar ook eldersvelehoutskoolmeilers aanwezig zijngeweest. Eenbericht uit 1654verhaalt,datvoor deverwarming van slotKönigsberg tijdens éénwinter 22.000 stapelmeter (1x 1x 1m)brandhout nodigwas,terwijl de keurvorst ermaar zonu endanverbleef.Dehoeveelheid correspondeertmet de totalevellingvan zo'n 200habosuit die dagen.Ookwerden indie tijden grote hoeveelheden hout verkocht omoorlogsschulden tedekken ofprestige-objecten tekunnen realiseren.
-8Sommige schilderijenuit de 16een 17eeeuw laten zien wat toentertijd alsboswerd aangemerkt.
Deklimaatsomstandigheden zijn inWest-Europa dermate gunstiger gebleken dan inhetMiddellandse Zeegebied, dat inonze strekenvan eenvolledig verdwijnenvande bosbegroeiing envan devruchtbare grond langniet overal sprakewas.Wel ontstonden indeze tijd degroteheidevelden ende zandverstuivingen,evenzeer resultaat vanvegetatievernietiging enwinderosie.
Omtrent devierde periode,deherstelperiode,hetvolgende: Reeds inde 16een 17eeeuwwerdenvele locale pogingen ondernomen omdevoortschrijdende bosvernieling enhetoptredendehoutgebrek tot staan tebrengenmaar dit lukte pas goed toeneruit anderehoofde eendoorbraak ontstond enhet bosniet langer nodigbleek als industriële werkplaats enals leverancier vanhoutskool enbrandhout. Deverandering vandemaatschappij in 18een 19eeeuw: rationalisme,uitvindingen, industrialisatie,hebbengeweldigeveranderingen inhetbodemgebruik envooralvoor de bossen tengevolge gehad.Zo ontstond ook een duidelijke scheiding tussen landbouw enbosbedrijf. aardappelteelt:erwerden geenvarkensmeer indebossen gedreven; weidecultuur:geenveeweidemeer indebossen; steenkoolwinning (in 18eeeuw inEngeland begonnen): eind vanhoutskoolfabrikage indebossen;
-9chemischeuitvindingen: eindevande teer-,pek-,as-en kaliwinning inhetbos; betere transportmogelijkheden (o.a.spoorwegen!):minder verwerking vanhout inhetbos.
Hetwerd stil indebossenofwat daarvan overwas,maar de landeigenaren zatenniet stil. Ernstige verontrusting door deopgetredenhoutsehaarste deed eenplanmatige bosbedrijfsvoering ontstaan.De tijd vanmaximale hoogwaardige houtproduktie brak aan.Reeds eeuwen ervoorwaren lokaal plannen ontwikkeld,bosverordeningenvastgesteld,herbebossingen uitgevoerd,maar eerst inde 19eeeuwkwamhet tot ontplooiing.Men ging op grote schaaluitvoeren,wat inhetkleine bedachtwas;zijhet dat ervelemethodieken vanbosverzorging enverjonging werden toegepast,geënt opplaatselijke omstandigheden en devindingrijkheid van debeheerder. ZoheeftWest-Europa z'n reusachtige naaldhoutbossen gekregen, zijhet dat hetbeheer inZwitserland afwijkt vandat inFrankrijk; indeDuitse landenvele systemen zijn ontwikkeld enNederland zijnbosbouwvooral op deDuitse ideeënheeft gebaseerd. Maar het oorspronkelijke boskwam daarmee niet terug;Waren er inDuitsland oorspr.40%eikebossen en50%beuk;sindsdien ca.70%naaldhoutbos. Dekunstmatig aangelegde bossenhebbenwelwat ziekten en plagenmoeten doormaken,maar tenopzichtevandeoorspronkelijkebossen is inmiddelswelhet drievoudige aandoor-
-10sneehoutbijgroeiper jaarperhabereikt. Hierbijmoetworden opgemerkt,dat deontwikkeling van recht enwetgeving vangrote invloed opde ontwikkeling indebossen isgeweest.Zonder doelgerichte enbij de tijd passendewetgeving kanhet bos grote schade lijden zoals inZuid-Europa nog steeds zo schrijnend valtwaar tenemen. InMidden-Europa isreedsvroegmet dewetgeving begonnen.Hetzelfde geldtvoor demalen-enmarkebossen inNederland, eigenlijk deenige restantenvanhet oorspronkelijke bos,dieons land nogkent. Een regelend optredenvandeoverheid isoverhet algemeen pasnodig, indiendevrijebeschikking vande enkeling moetwordenbeperkt tengunstevandegemeenschap.Zo ontwikkelde het gemeenschapsrecht zichaanvankelijk uit de gevoelensvandeplaatselijke bevolking enwerd mondeling overgeleverd aandevolgendegeneraties. InWest-Europa heeft deordeningvanhethoutgebruik duidelijkplaatsgehad insamenhangmet de ontwikkeling vande samenleving: Eerst ontstaan er lokaleverordeningen naar Germaans recht: rond de8een9eeeuwwordendezebeschreven; zebehouden hunwaarde tot indeMiddeleeuwen. Daarna ontstaanverordeningen vandeverschillende landherer het Romeinse rechtkomt op.Ze zijn geldigvoor het gehele gebied vande landheer waardoor een zekere schaalvergroting optreedt;het toenemend houtgebrek inde 17een 18eeeuw maakte versterking van dezewetgeving enhet strafrecht nodig.
-11Tenslottebreekt de tijdvanhet geordendebosbeheer aan: nadat de landheerweer devrijebeschikking overhetbosterreinheeft gekregenwordt dewetgeving sterk geliberaliseerd,allerlei plaatselijke verordeningen overboord gezet enslechts de staatsbossenveilig gesteld.Pas inde 19e en20e eeuwontstondennieuwewettenvoorbosinstandhouding enontwikkeling voor allebossen enandere houtopstanden envindt aanpassing bij anderewetten plaats.En-devernieuwing indewetgeving gaatnogvoort. InsommigemiddenEuropese staten doet thansdekartering van de bosfunkties zijn intrede,kennelijk bedoeld alshulpmiddel omhet niveau ende schaalvandewelzijnswerkingen vanhet bos (inclusief de grondstofvoorziening) opnieuw ennaar huidige maatstaven teregelen.
De funktiesvanhetbos
Alvorensverder tegaan iseenkorte opmerking over de funktiesvanhetbosgewenst. Devraag inzakehetwat enwaarvan debosfunkties isal eeuwenoud,zoalsuit dehistorie isgebleken.De laatste decenniaheeft dit onderwerpmeer intensieve enbredebelangstelling gekregen zowel inde zich ontwikkelende landen als inde industrielanden zijhetmet doorgaans geheelverschillende bedoelingen.Zijnhet indeontwikkelingslandenvooral debehoefte aan kapitaalopbrengsten enhet profijt voor deplaatselijke bevolking, indeindustrielandenkomt debelangstelling meer uit dehoek van
-12landschapsdeskundigen,derecreatie ende natuurbescherming enpas inde laatste jarenookweer de grondstofvoorziening. Deverschillenmoetenvooralwordenbeschouwd alsverschillen infasevanontwikkeling,waarindebetrokken samenlevingen zichbevinden. Inons landheeft de Commissie Kampfraath, in 1972 ingesteld doordeMinister van Landbouw enVisserij ende Staatssecretaris van Cultuur,Recreatie enMaatschappelijk Werk,ondermeer deverschillende funkties voor deNederlandse situatie op eenrij gezet.Daarbij is ook gepoogd aanwijzingen tegevendie tot een evenwichtig beheervandeze funkties vanhetbos zoudenkunnenvoeren. Steinlinvoert aan,dat inde zichontwikkelende landende bossenvooral zullenmoetenvoorzien indebehoeftenvan de terplaatsewonende bevolking.De tedekken behoeften kunnenvanwereldregio totwereldregio verschillen,maar het gaatvolgens Steinlindoorgaanswel omdevolgende zaken: - demateriële als brandstof voorkoken,verwarming,andere energie; materiaal voor gebouwen,omheining,gereedschap; vruchten,eetbare spruiten,vetten enolievoor consumptie voedervoorhuisdieren als takken,blad,kruiden; grondstof voor lokalebedrijvigheid,huisindustrie en markt; - dedienstverlenende als bescherming vanbronnen enwaterwingebieden; beschutting vanmens endier; bodembescherming tegenwind- enwatererosie;
-13enbodemverbetering. U ziet ,dat openluchtrecreatie ende estetische en ethische funkties elders indewereld al gauwbuiten het viziervallen;dezebehoeftenbehorenkennelijk tot het ontwikkelingspatroon van degeïndustrialiseerde landen. Het feit,datde eisen die aandebosfunktieswordengesteld,perwereldregio eenbelangrijk accentverschil te ziengeven,moet derhalvewel indebeschouwingen worden betrokken. De afweging van de funkties is eenvolgend vraagstuk. Vanouds heeft de opbrengst aanhout enandere produkten deminstemoeite gegeven.Het zijnvooral dedienstverleningsfunkties diehet onsmoeilijkmaken,niet alleen alshet gaat omhet gewicht endeonderlinge vergelijkbaarheid,maar ook alshet gaat omdebepaling vande behoefte aandeze funkties,devraagzijde.VanDieren en WagenaarHummelinckhebben daar onlangsmet het boekje "Natuur isduur"eenvriendelijke bijdrage geleverd, en nogwel inzeerbegrijpelijke taal. Enig recent inzicht omwelke groothedenhet gaat,heeft Scheifele gegeven:de 1,3miljoenhabos inBadenWurttemberg (ruim 4xhetNederlandse bosareaal) leverden in 1975rond 700miljoenDM aanbruto dienstverleningsopbrengsten enongeveer eenzelfdebedrag aanbrutohoutopbrengst,bij elkaar derhalve 1,4miljard DMper jaar. Geziendevele schattingen die aandeberekening ten grondslag liggen,gaat hethierbij alleenomdeordevan grootte: ruim 1.000 DMper jaar perha.
-14Overwegingen
Debenutting,overkapping envernieling vanbossen en groeiplaatsen zoals zoevendoormij geschetst,isniet beperkt totEuropa of tothet verledenmaarwordt over velemiljoenen ha's inzeerverschillende strekenvande wereld aangetroffen.Er zijnwelverschillen teregistreren,verschil in fase,van stadiumwaarin de bosuitkap ofvernieling zichbevindt ofhet niveauwaarop het proces tot staan isgekomen zowel tenaanzienvan de bostoestand alsvandeuitputting vandegroeiplaats.Zelfsnu grijpendezelfdemethodenvanvernieling nog steeds om zichheen.
Deaan te treffen toestandenverschillen infase,maar ook inmatevanverval,bepaald door hetklimaat,vooral temperatuur enregenval; de groeiplaats:vruchtbaarheid van deaanweer enwind blootgestelde grond verdwijnt vaak erg snel;en de intensiteit waarmee deaantasting plaatsvindt.
Integenstelling totdebosvernieling isde eropvolgende fasevanherstel,zoals deze inWest-Europa plaatsgevon0
denennogvoortgang heeft,beslist geen gemeengoed. Velemiljoenen ha inMidden-en LatijnsAmerika,in Afrika,Azië enZuid- enOost-Europa liggenverwoest en uitgeput,begroeid met doornige struiken,zeer brandbare
-15grassenof zelfs geheel kaal.
Het aldanniet slagenvanhet hier endaar aangevangen herstel ofhet gelukkenvan depogingen totbenutting en rehabilitatie hangt bovendien samenmet factorenvanvooral politieke endemografischeaard: politiek inde zinvan:de stabiliteit van de landsregering,het typevan degrondeigendom,hetbereikte welvaartsniveau; demografisch
:deomvang ende spreiding vande bevolking,maar ook dewerkgelegenheid.
De geschiedenis van deEuropese bossen leert immers dat debehoeftenvan deplaatselijke bevolking aandeProduktenvanhetbos samenhangenmet demaatschappelijke ontwikkeling. Grote gevarenvoor het bos alsveelzijdig welzijnsorganisme treden opwanneer het bevolkingsaantal sneller toeneemt dande samenleving zichophet gebied van techniek enwerkgelegenheid ontwikkelt.VoorWestEuropableek de agrarische en industriële ontwikkeling vande 18een 19eeeuwde grote factor diede doorbraak naarhet bosherstel bewerkstelligde. Deopgedane ervaring vanhoutgebrek heeft er inEuropa bovendien toegeleid,dat sindshetvertrek vanhet loslopendevee endehoutskool-,kali- en glasfabricerende bevolking vandeprae-industriële tijd de landeigenaren zichgingen inspannen om tot een zodanige bosontwikkeling
-16tekomen dat eenmaximale houtbijgroeiwerd verkregen.Er ontwikkelde zichvooral indeDuitssprekende landen zelfs eenopdeze doelstelling gerichte bosbouwwetenschap,met deduurzaamheid vandehoutvoortbrenging als belangrijk kenmerk. Deze inEuropa tot grotebloei gekomenmethodischebosbehandeling heeft zichniet alleen overvrijwel geheel Europamaar ook overNoord-Amerikaverspreid en isde basis gewordenvan eenuitgebreide opdegrondstof hout gebaseerde cultuur ophetNoordelijk halfrond.Via de vestigingen vanEuropeanen elders opdewereld isook getracht dezewijzevanbosbouw inandere klimaatszones toe tepassen. Inonseigen landwordt opbasisvan deze kennis enervaring nog steedsvoortgewerkt bijdeuitbreidingvanhetbosareaal,zelfs indie situaties zoals in de IJsselmeerpolders,waar devroegere bossen zijhet niet zozeer doormensenhand verdwenen zijn. Maar niet overal inEuropaheeft dezelfde ontwikkeling plaatsgehad. Rond deMiddellandse Zee ispas sinds de vorige eeuwweer sprakevan eengroeiende politieke stabiliteit,maar totvandaag dedag ishetnauwelijks mogelijk gebleken de inmiddels zwaar geërodeerde enverdroogde strekenweer onder opgaand bos tebrengen.Daarnaast is b.v. inFrankrijk hetbosherstelminder ver voortgeschreden dan inDuitsland,hetgeenwellicht samenhangtmet het ontbrekenvanandere grondstoffen. Heeft dushetWesteuropese receptvanbosontwikkeling nog niet overal tothet gewenste herstel geleid,enigevoor-
-17zichtigheid met deexport ervannaar andere gebieden op de wereld iseveneens geboden.Niet zo zeervoor die gebieden, waar geenbosvegetatiemeer aanwezig is,zoals opverlaten ondernemingslandbouwgronden inLatijns Amerika,Afrika enAzië.Maarwelbij de exploitatie van dehuidige tropischewouden.Weliswaar hebbendesbetreffendeonderzoekingen nog niet uitgewezen,dat deman-made bossen inhun functioneren ophet gebied vanklimaat,waterbeheersing enbehoud van flora en fauna inbelangrijkemateonderdoenvoor denatuurbossen;maar daartegenover staat,dat van eenzelfde succesvolle ontwikkeling als inde gematigde zonesnog geen sprake is,terwijl de aantasting vanhet rijke reservoir aangenen (dedragers van erfelijke eigenschappen),dathet tropische regenwoud vertegenwoordigt, nog onvoldoende indeonderzoekingen isbetrokken. Terugkerend naar deactiviteiten ophet gebied vanhet bosherstelmoetworden opgemerkt dat er verschillende systemen ingebruik zijn: HetWesteuropesemodel:hetvervangenvande uitgekapte bossendoor produktieve boomsoorten; indiverse zich ontwikkelende gebiedenvan dewereld heeft dit systeem navolging gevonden zoals inBrazilië,Argentinië,ZuidAfrika,Japan,Indonesia,India en Israël.Zowerd in Brazilië de afgelopen 10jaar ca. 11/2miljoen haaangelegd.Ook Chinaheeft een zeer omvangrijk bebossingsprogramma.DitWesteuropese systeem heeft zich invele gevallen gemanifesteerd alsplantage-bosbouw, omdatmeestal niet deautochtone boomsoortenwerdenbenutmaar een enkele
-18hoogproduktievevan elders aangevoerde soort (zoalsuit degeslachtenpinus-Eucalyptus enPopulus)ofwel een autochtone soort,maar dan zomonotoon,dat eenzelfde plantage-achtige situatie het gevolg iszoalsmet Agathis enTectona. Dezewijzevanbosaanleg heeftmeerdere positief tewaarderen aspekten,alleen alomdat opniet al te lange termijn eeneconomische ontwikkeling opbasisvan de grondstofhout op gang zalkunnenkomen. De lokale bevolking profiteert echter doorgaans weinig vandeze ontwikkeling; insommige gevallenmoet zij zelfs hetveld ruimenvoor debosaanleg. Inandere gebieden ismen denog bestaande bossen gaan benuttenvoor dekapitaalmobilisering,waarbij eenander beheer-systeemwordt toegepast;het isdebedoeling om deoorspronkelijke bossamenstelling doornatuurlijkehergroei terug tekrijgen.Dit gaat soms gepaard met pogingen omdemeest gewenste,terplekke thuishorende soorten te bevoordelen,zodatdebosontwikkeling hieropwordtgeconcentreerd.Dematewaarindit slaagt hangt samenmet hetgeennog resteert vanhet oorspronkelijke bos,maar vooral ookmet dealdanniet aanwezige bevolkingsdruk ende ermee samenhangende bosvernielende landbouwmethoden. Inmiddels ismen inverschillende landenjuist onder de drukvan devoedselbehoevende plaatselijke bevolking overgegaan op combinatie-systemen van land- enbosbouw, dat een sterke stimulans lijkt tekrijgen door deinstellingvanhet ICRAF (International Center forResearch on
•19Agroforestry).De intentievande combinatie-systemen is gericht opde ontwikkeling van debetreffende streek en demaatschappelijke organisatie vandebevolking.Dat daarbijvoedsel-enbrandstofproduktie devoorrangmoet hebbenbehoeft geenbetoog,maar het belangrijkste aspect is tochwelhet feit,dat deplaatselijke bevolking direkt bijdeontwikkeling betrokkenwordt. Eenvariant opdit themamag niet onvermeld blij-ven: het isde zgn.ecologische combinatie-methode,die vooral intropische gebiedenmet droogteperioden van grotebetekenis zoukunnen zijn.Demethode,gepropageerd door VanderMeulen,bestaatuit de toepassing van altijd groene, diepwortelende bodembedekkers die in staat zouden zijn vochtuit dedampkring indebodem tebrengen endeze vochtig tehouden tengunste van devoedsel-enbrandhout leverende overige gewassen.Hiertoe behoortmet namede Babussa-palm,dievia denoten endehoutstof van de stam hetverlangdeveelzijdige nutkanopleveren.Helaas wordt demogelijkheid van dit systeem doorVan derMeulenvan toepassing verklaard over 4miljard haverspreid over de gehelewereld,diehiermee vruchtbaar gemaakt zouden kunnenworden.Alleen al dekwetsbaarheid van eendergelijke omvang doet ernstige twijfel rijzen aandetoepasbaarheid.Anderzijds isdewijze van aanpakmits in variatie toegepast,zekerhet overwegenwaard.
Bijalonzebeschouwingen over devoortgaande bosvernielmgen endedaarbij passende oplossingsrichtingen mogen
-20wealsindividuenvaneenontwikkelde,redelijkuitgebalanceerdesamenlevingwelbedenken,datvelezaken,diewe vandaagandereneldersopdezelfdewereldals"slecht"verwijtendooronsvoorgeslachtinvolleomvangreedszijn uitgevoerd.Watinonzeogenthansopwereldschaalals "slecht"gekwalificeerdmoetwordenkanheelgoedinhet betreffendegebiedofhetbetreffendelandalseendoeltreffendontwikkelingsmiddelwordenbeschouwd. Johnstone.a.wijzenerop,datdeverdwijningvande bossenvanGroot-Brittanniëtotvoorkortnauwelijks ernstigenadelenheeftopgeleverd:dedoorbosbezette grondenblekenzeergeschiktvoormeerproductieveagrarischebenuttingenhethoutvandebossenbleekbeterte kunnenwordenverzilverddanhogekostentebestedenaan debeschermingvandiebossen. Deschapenengeiten,dieindeMiddeleeuwendebossen hebbenhelpenvernietigen,zijnvooreenbelangrijkdeel debasisgeweestvoordeinkerkenencultuuropgeslagen rijkdommen.Devernietigingvandeinde17een18eeeuw nogaanwezigebossenhebbenbijgedragentotontplooiing vanhandels-enoorlogsvlotenenleverdendeenergievoor deeerstefasevandeindustrialisatie. Enhetverdwijnenvandeoorspronkelijkebossenheeft, ironievandehistorie,desnelleontwikkelingvande zeerproduktievenaald-enloofbossenuitde19een20e eeuwmogelijkgemaakt. InplaatsvandeuitspraakvanJohnston,dathetverdwijnenvandebossentotdusverrenauwelijksernstigenadelen
-21heeft opgeleverd kan echter beterworden gesteld,dat totvoor kort devoordelen van debosopruiming groter warendandenadelen.Sinds enkele decennia ismen immers ook inBrittannië er anders over gaan denken en isdeopbouwvanhet bosareaal ook daar involle gang. Hoehet ook zij,dehistorie vandebossen inonze eigen omgeving brengt ons ertoe ons zelfmede verantwoordelijk tevoelen voor de gang van zaken elders.Maar ox>kal zijn webezorgd over de enorme rookwolken dieboven de tropische bossenhangen enalkomt het als absurd over,dat de zo verkregenhoutskoolmet honderdduizenden tonnen naar industrielandenwordt verscheept,hetverleent ons niet debevoegdheid om anderenelders opdewereld hun recht opbeschikking over eigen rijkdommen tebetwisten. Het iswel onzeverantwoordelijkheid hen inkennis te stellenvanonze ervaringen en erook inmateriële zin toe bij tedragen,dat zijverstandiger zullen zijndan ons eigenvoorgeslacht.
Debehoefte aanhout speelt inhet Europese denken over bosbeheersvraagstukken nog steeds eenoverheersende rol. Ondanksde erkenning bijvelen,dat hierinnodig wijziging gebrachtmoetworden,komende resultatenvandeveel bredere aanpak nogmaarweinig terbeschikking. Om twee redenen isdit alleszins verklaarbaar. Dedoormij geschetste historische ontwikkeling heeft reeds eerder een angstwekkend houttekort inEuropa te ziengegeven.Dankzij eendrastisch bosherstel leek een
-22evenwichtbinnenEuropabereikbaar.Het puntvan evenwicht isechter de laatste decenniaweer steedsmeer teruggeweken. Niet alleendeherinnering aanhet tekort,ook dehuidige ontwikkelingen inde toepassing van de grondstof hout ende inmiddels beschikbaar komende prognoses doendevrees voor een snelnaderbij komend ernstig tekort aanhout enhoutproduktenweer toenemen. Studies opwereldschaal doenvermoeden,dat er rond het 3 jaar 2000jaarlijks ca.200miljoenm houtminder beschikbaar zal zijndandebehoefte indie jaren zalvergen. Alleen alvoordeEuropese Economische Gemeenschap wordt eengroeiend tekortverwacht dat in2000mogelijk zelfs het zoevengenoemdewereldtekort van 200miljoenm rond-
3
houtequivalenten overtreft.Geefthet genoemde houttekort opwereldschaal eendiscrepantie te zienvan slechts 5% tussenproduktie enverbruik,voor Europa als geheel betekent het tekort vandeze regio 50%van het verbruik terwijl opdenogkleinere EEG-schaalde importbehoefte van dezelfde hoeveelheid 65%van hetverbruik betekent! endat geeft dan tochwel tedenken,wanneer we de huidige 90% importbehoeftevanNederland noemen. Angst voor tekorten inde toekomst,hoe reëel ookuit materieel enpolitiek oogpunt,angst blijft een slechte raadgeefster.Bij alle overwegingen rond het functioneren van debossenvoor dedekking vandewereldbehoefte aan houtmag althans niet door de redelijkwelvarende en ontwikkelde regio's vandewereld vergetenworden,dat ook de andere funktiesvanhet bosvan levensbelang zijn.
-23Ikdenk hierbijvooral aan hetklimaat,aandebodembescherming enhet bos als genenreservoir.Het ismoeilijk voorspelbaar,welke klimaatswijzigingen zullenontstaan, indiendeontbossingen op grote schaal zullendoorgaan. Ontbossing vanhetAmazone-gebied zou tenslottewel eens invloed kunnenhebben op het klimaat inWest-Europa,dat zoduidelijk temakenheeftmet dat inhet Caraïbische gebied. Bekend ishet feit,dat bos belangrijke,hoeveelheden C0„kan opslaan,een stofwaarmee onze atmosfeer reedsvanwege deverbranding van fossiele brandstoffen tevoldreigt teraken,hetgeen ook rechtstreeks met het klimaat temakenheeft. Inzake debodembescherming behoef ikalleen volledigheidshalve enkele opmerkingen temaken. Waar demensvandaag de dag ingroten getale optreedt is nauwelijks plaats voor bomen of bos.Jac.P.Thijsse wijst eronder de titel "ontbossing en erosie"op,dat op Javawel eenwondermoet gebeurenwil daar inde komende decennia eenrampvoorkomenworden; thans levener 2 90miljoenmensen op 132.000km met eenbevolkingsdicht2 heid van ca.680mensen per km ,dat isruim 11/2x zoveel als inNederland,maar rond 2000verwacht men 2 130miljoenmet rond 1000mensen per km of 10op elke ha.
Buringh schreef nog onlangs ineen gerenommeerd avondblad als zijnopinie dat als gevolgvan ontbossing 13miljoen haper jaar of ca. 25hagrond perminuut verloren gaat,
-24waarvan ruimdehelft zeerproductieve gronden zijnende rest droogtegebieden zijndie aanwoestijnvorming ten prooivallen. Zijn onderscheiding, gebaseerd opklimaatsverschillen, is wellicht niethelemaal juist,aangezien bossenhetklimaat, waaronder de regenval,inhogemate ingunstige zinkunnen beïnvloeden,maar afgezienvanwat Buringh woestijnvorming noemt betekent zijn opsomming eenverliesvan ca.7miljoen havruchtbare grond per jaar of 3 1/2x de cultuurgrond vanNederland,waarvan slechts 10%wellicht onvermijdelijk is (bebouwing e.d.). Het iskennelijk het overwegenwaard om stadsuitbreiding voortaan inwoestijngebieden tedoen plaatsvinden zoals door Anwar Sadat inOost-Egypte ten uitvoer wordt gelegd endoordeIsraëli's indeSinaï wordt geprobeerd. Erwordt geenkostbare cultuurgrond of waardevol bosvoor opgeofferd enmet de stedebouw enhet ontstaanvanhetwoonmilieu iser tevens dekans oprehabilitatie van de omgeving. Inhet kadervanmijnbetoog beperk ikmij echter tothet beproefdemiddelvanbosaanleg enbosbehoud omdegesignaleerde rampzalige ontwikkelingen over ruim 7miljoen ha perjaar tekunnenkeren.
Dehuidigemogelijkheden vanhetbos op aarde
Op ditpunt aangekomen rijst devraag hoehet staatmet de mogelijkheden om op onze aardbol hetbos ook inde toekomst zijnverschillende funkties te latenvervullen;
-25daarbijwordt devraag naar de funktiegewichten eventerzijde gelaten. Indien allemensen of tenminste 90%naar eenandereplaneet zouden vertrekken,zouhetbos zich goeddeels op eigenkracht ineenproces vannaar schatting enkele eeuwenweer kunnen ontplooien ende thans zogehavendeplaneet aarde zouvermoedelijk van deondergang zijn gered.De tot 10%gereduceerde bevolking zou dienstbaar kunnen zijnvoor het bouwen enbewaren van dehof en zorgdragenvoor de luistervande cultuur zoals collega de Jonge dit onlangs zo treffend schilderde.De opgavevan debosbouw zal echter zijndebossenhunplaats tehergeven of tedoenbehouden totwelzijnvan de gehele mensheid ondankshun aanwezigheid inzogrotegetale. Na alhetgeen reeds gezegd isover de funkties ende geschiedenis vandebossen endehandelingen van demensen met bomen enbossen indie geschiedenis rijst tochwel devraag of opwereldschaal hetnog aanwezige natuurlijke bosendiebossen die langsnatuurlijke of kunstmatige weg inherstel zijn in staat zullen zijnde toekomstige behoeftenvan de aardse samenleving tedekken. Inzake de nog resterende bosarealen zal aan een zekere taakverdeling niet ontkomenkunnenworden.De omstandigheden inzake klimaat enbevolkingstal zijn,verdeeld over deaardbol, dermateverschillend dat een zekere differentiatie naar taakstelling inzakemenselijk gebruik onvermijdelijk is. Daarbij zal ookde samenhang met andersoortig grondgebruik metnamevoor devoedselproduktie inde beschouwingen betrokkenmoetenworden.
-26Enkelebosfunkties zullen overal aan de orde zijn,zijhet inmeerdere ofmindere mate. Zo zal ieder bos zijn bijdrage leveren ten aanzienvanhet klimaat,dewaterbeheersing endebodembescherming. Indit opzicht gaat het derhalve vooral omdehandhaving envooral ook uitbreiding vanhet areaal aanbos.En dat isop zichzelf al geen geringe opgave,aangezien ernog steeds ondanks alleherbebossingsprogramma's over degehelewereld jaarlijks meer bos op aarde lijkt teverdwijnen dan erbij komt. Bovendien zal onder ogenmoetenworden gezien inwelke mate bijhetherstel danwelhernieuwde aanleg van bossen de lokatie een rol speelt.Wellicht moet aan gebieden,die een steppe-ofwoestijnachtig karakter dreigen aan te nemen debosaanleg eenhogere prioriteit gegeven worden dan tot dusverre gebeurd is.
Bij de andere funkties enmet name bij de houtvoorziening enhet natuurlijke milieu kunnenbij de taakstelling de wegen uiteengaan. Ieder bos draagt bij tothetnatuurlijke milieu uit hoofde van de aanwezigevegetatie en fauna. Ieder bosvormt op een zeker niveau een levensgemeenschap,maar het niveau is lang niet altijd het noodzakelijke minimum laat staan het gewenste optimum. Het bos inde totaliteit van zijn levensvormen is inhet ene deel van dewereld veelkwetsbaarder dan inhet andere. Bijde exploitatie vanhet bos enmet name als het om dehoutvoorziening gaat zalhiermede ernstig
»
-27rekening gehoudenmoetenworden. Bij deoogstvanhout is hetnu eenmaal onvermijdelijk,dat ergehelebomen gekapt worden. Op grond van efficiency gebeurt dat doorgaans over een flinke oppervlakte tegelijk,endat betekent eenernstige ingreep inhet natuurlijke ecosysteem. Ookvannaturevinden regelmatig rampenplaatsmaar toch nimmer indeomvang diedemensteweegkanbrengen.Het hangt vanhet regeneratievermogenenvan eventuele secundaire ontwikkelingen af, inwelkemate enopwelke termijn hetnatuurlijke systeem zichherstelt. Debossenvan tropen en subtropenmoetenop ditpunt uitermate kwetsbaar worden geacht.Zelfs al isniet volledig bekend hoe deze ecosystemen inelkaar zitten en welke organismen erprecies deelvanuitmaken,toch past erhetwoord "fragiel"volledig bij. Het beheren van dezebossen inde zinvan een zekere exploitatie van grondstoffen onder instandhoudingvanhet ecosysteem is nog langniet onder deknie en zalnog veel onderzoek vergen. Ermoet danookernstig gepleitwordenvoor de reservering van grote arealenvan deze oerbossenverspreid over de gehelewereld.Vooral ingebiedenmet geringebevolkingsdruk alsb.v. deAmazone enopKalimantan zouhet bos de zobelangrijke reservaatsfunkties moeten kunnenvervullen.De ervaring leert overigens,datvoorhet handhavenvandit soort funkties zonder direct profijt voor de ervoorverantwoordelijke landsbesturenmeer nodig is danhet uitsprekenvan dewenselijkheid.
-28Onder inachtneming vanhier endaarwellicht tochmogelijke levering vanbosprodukten onder overigens duidelijkevoorwaardenuithoofdevan de reservaatsstatus,zalhet onvermijdelijk zijn tot deéén of anderevormvan regeling op internationaal niveau tekomenvoor die landen,die deze taken op zichnemen.Grote aandacht voor de continuïteit van zulke reservaten isopvoorhand nodig om teleurstellingen over enkele decennia tevermijden.
Alvorens over de taakstelling van debossen op wereldschaal inzake dehoutvoorziening tespreken ishet goed een paar cijfers opnieuw onder onze aandacht tenemen.Van de oorspronkelijke bosbedekking op aarde isnog ca.60%overgebleven,waarvanmisschiennog 1/3niet doormensenhand isaangetast.Deze oorspronkelijke bossenbevinden zich grotendeels indeNoordelijke poolzone en inde gordel rond de evenaar. Daartegenover staat datnogniet zolang geleden deVoedselenLandbouworganisatie vandeVerenigdeNaties FAO de bossen op aardevoor ruim 50%"ontoegankelijk"heeft genoemd. Dit zoubetekenen,datnog slechts 30%vanhet oorspronkelijke en tevensvoor demens toegankelijke bosvoor rechtstreeksebenutting beschikbaar is. Inzakeklimaatbeïnvloeding,bodembescherming ennatuurlijk milieukunnen allenog aanwezige bossenvanbelang worden geacht,voor dehoutvoorziening iskennelijk slechts een belangrijkbeperkter areaal beschikbaar, temeer wanneer uit hoofdevannatuurbescherming belangrijke delenvan
-29de tropische oerbossende reservaatsstatus zoudenmoeten hebben.Deze reservaten komen dan immers goeddeels in mindering opdevoor demens toegankelijke enuit dien hoofdevoor dehoutvoorziening exploiteerbare bossen. Dehoutvoorziening uit de tenslotte beschikbare bossen geeft danooknog geheel eigenvraagstukken,diemede wordenbepaald door degroteverschillen inhoutgebruik rond onzeaardbol. Meer dandehelftvandewereldbevolking leeft onder omstandigheden dathout een schaars artikel isof zelfs geheel inhet leefpatroon ontbreekt.Steenberg drukt het zouit:there arehaves andhave-nots;there are have-woods andhave-not-woods. Hout isderhalve niet essentieel om teoverleven,hoe belangrijk het ookkan zijnvoor de energievoorziening enhet simpelekokenvanhet dagelijksevoedsel. Hout is ingrote delenvandewereld echterwel eenessentieel onderdeelvan de cultuur:denkt umaar aangebouwen, meubels enpapier.Het isvooral deWestersewereld,de wereld vanhetNoordelijk halfrond zouwilt.Hout is daar eendermate essentieel onderdeelvan de cultuur,dat van substitutie door andermateriaal op enige schaalwel nooit sprake zal zijn.Devraagmoet worden gesteld of dit cultuuraspect van deWestersewereld wel zonodig over degehelewereld verspreid moet worden,enofhet eldersniet eerder tot eenvloek dan tot een zegen zou zijn. Immers inde strekenmet houtgebrek zalhet gebrek er alleenmaar grotervanworden ende inspanning om in
-30debehoeftentevoorzieneenstemeermoetenwordenvergroot. Nureedsishetzo,datvaneenbelangrijkenetto-houtstroomvanuitdezgn.ontwikkelingslandennaardegeïndustrialiseerdelandengeensprakeis,enkeletypischeProduktendaargelaten.EndeontplooiingvandeontwikkelingslandenzalookreedszonderovernemingvandeWestersehoutcultuureensteedsgroterebehoefteaanhoutteziengeven. Dehoutcultuurlandenzullennuenstraksdanookmoeten trachtenindeeigenbehoefteaanhouttevoorzien. Hetkomteropneer,datdelandenvandeNoordelijkenaaldboombossengezamenlijkinhuneigenhoutbehoeftevoorzien enomgekeerd,datdebossenindezezoneinhogematede houtvoorziening zullenmoetendienen.Zelfsindieneral sprakezouzijnvanleveringenaanhoutproduktenuitzich ontwikkelendelanden,danishettevensdezorgvande industrielanden (o.a.dooreenzogrootmogelijkezelfvoorziening)omtevoorkomen,dathetkapitaalaanbossen indezelandengedecimeerd zonietverwoestisvoordat dethansarmebevolkingsmassa'svanderentehebbenkunnen profiteren. Naaldusdetaakstellingvanbossenopwereldschaal beschouwdtehebbenishetzinvolenigszinsaftedalen naarhetniveauvandeverschillendegebiedenopaarde.* Binnendezegebiedenisopnieuweenzekeretaakverdeling aandeorde.Hetisindegordelvantropenensubtropen uiteraardonmogelijkomvoortaanalleenoverhetontwikkelenvanbosreservatentespreken.Alleenaldegeweldige
-31behoefte aanbrandhout indeAziatische,Afrikaanse en LatijsAmerikaanse gebiedenmaakt eendaarop gericht intensief beheervanbossenbuiten de reservatenmaar vooralvanwege debodembeschermende invloeden ookvan demeer agrarisch gebruikte gebieden dringend noodzakelijk. Het ontwikkelenvan industrie opbasisvande grondstof houtheeft inmijn ogendandederdeprioriteitmet een accent opde reedsverlaten,doorbebossing terehabiliterengebieden. De taakverdeling indeNoordelijke naaldboomzone kent andere factoren.De grootstebehoefte die ookhet snelst toeneemt,isdaar opdit ogenblik de sectorvanhet vezelhout,hout alsgrondstof voor defabricagevanpapier, karton,vezel-en spaanderplaat. Zoals reeds inhetbeginvanmijnbetoog opgemerkt ishet gebruikvanbrandhout inde industrielandenvanhet Noordelijk halfrond sinds de toepassing van de steenkool belangrijk afgenomen enmet hetbeschikbaar komenvan anderegoedkope energie-bronnen als aardolie en aardgas tot eenvrijwelverwaarloosbare zaak gereduceerd.Alhoewel ernogvoorveledecenniavoldoendevoorraden aan steenkolen zijn aangetoond,omtrent olie engaswordt inzakedebeschikbaarheid endan ooknog tegen redelijke prijzen inmiddels ernstige twijfel gehoord,nog afgezien vandebezorgdheid omtrentde schadelijke effectenvan hetvervluchtigenvan deze fossiele energiedragers voor het leefmilieu op aarde.Koortsachtig wordenwegen, middelen enbereidwillig publiek gezocht omde produktie
-32vankernenergieopgangtekunnenbrengen. Ditoverwegende ishetzeergoedmogelijk,datonzebossenopnieuwderolvanenergieleverancier zullenmoeten gaanvervullen,energiedieopnatuurlijkeenmilieuvriendelijkewijzeaanzonendampkringkanwordenontleend endiezonderschadelijkenevenwerkingenenineenvoortdurendekringloopkanwordenbenut.Naarmatedehoeveelheid drogestof,dieindebossenperjaarperhakanworden opgeslagengroterisnaardiematezaldebenuttingvan dezeenergiebroneconomischeerderbinnenbereikkomen. Deproduktieenhetverbruikvanbrandhoutinonzestreken evenbuitenbeschouwing latendgeldtvoorvandaag,dat West-EuropaenJapandegebiedenmetgrotetekorteninzake houtzijn,terwijlNoord-EuropaenCanadaalsdegrote leveranciersvanhoutmaarvooralvanhoutproduktenoptreden.Naarhetzichlaataanzienzaldezesituatienog wordenversterktaangezienmetnameinWest-Europadedaar aanwezigebossenooksteedsmeerbelangrijketakenophet gebiedvandeopenluchtrecreatieenhetnatuurlijkemilieu moetengaanvervullenineenmate,datditvaninvloedis opdeoogstbarehoeveelheidhoutuithetbeschikbarebosareaal. Noord-Europaheeftvrijwelgeenmogelijkhedenmeeromde produktievanhoutoptevoeren;vanwegedeindustriële* ontwikkelingenwordtzelfsalrondhoutgeimporteerd. AlleenNoorwegenlijktnogeenreservetehebben;de invoervanhoutskooluitdederdewereldt.b.v.destaalindustrielijktdaarnogsteedsvoordeligerdanhetaan-
-33sprekenvandeeigenhoutreserve. OpRuslandbehoeftnietgerekend teworden,endatniet eenszozeervanwegepolitiekeoverwegingen.Eenstudie uit 1976heeftuitgewezen,datdemogelijkhedenvande USSR-bossentenaanzienvandeexportvanhoutzijn overschat.InSiberiëwordtreedsongeveerdejaarlijkse bijgroeigekapt.Rusland zalindenabijetoekomsteenvoudiggeenrolindehoutvoorziening elderskunnen spelen,omdathetzijneigenbossenhardnodigzalhebben voorbinnenlandshoutgebruik. DeVerenigdeStatenkunnendeproduktiewellichtnogwat opvoerenvooreenbeteredekkingvandebinnenlandsevraag. MaarmetnameCanadalijktnoggrotemogelijkhedentehebben.InCanadawordtuithetbosslechts20%geoogstvan dehoeveelheiddieeenzelfdeoppervlakteinZwedenoplevert. Hetbosbeheerzouerdanookinbelangrijkematenaar Westeuropeesmodelgeintensiveerdkunnenworden,hetgeen tevenseenoplossingvoordewerkloosheidbuitendesteden zoukunnenbetekenen. Enzobenikeigenlijkalbezigomtewijzenopnoodzakelijkeactiviteitenopnationaalniveau.Vanuitdewereldschaalviadeverschillendegebiedenafdalendnaar Nederlandkandeschetsookwatnauwkeurigerworden. NederlandbehoortmisschienniethelemaaltotdenaaldboomzonemaariniedergevalweltothetNoordelijkhalfrond metzijnuitgesprokenhoutcultuur.OphetNoordelijkhalfrondbehoortonslandtotdelandenmeteenbijzonder groothouttekort.Vanwegedegrotebevolkingsdichtheid
-34wordeninonslandaandebossenooktenaanzienvande andereeerdergenoemdefunktieshogeeisengesteld.Alle zeilenzullenbijgezetmoetenwordenomdebossentot optimaleproduktieentotoptimaledienstenverleningte brengen.OpNederlandseschaalovergaantoteenindeling vandebossennaarfunktie,zoalsopwereldschaalenwellichtookwereldregionaalmogelijkis,zouonherroepelijk totverspillingvankostbareruimteenmiddelenleiden. IndienindichtbevolktegebiedenalsJavatoegewerktmoet wordennaaruitgebalanceerdecombinatiesvanbodemgebruik inzakedeproduktievanvoedselenbrandhoutenerzijdsen debeschermingvanbodemennatuurlijkmilieuanderzijds, dangeldtditevenzeervoorNederland.Hetiszelfsdenkbaar,datdevooreengebiedalshetSerayudalopMiddenJavateontwikkelenmethodiekenzullenblijkenovereente komenmetdieindelandschappelijkzobelangrijkegebieden alsTwenteenAchterhoek. InNederlandzijnechterdemeeruitgestrektebossenook vanbijzonderebetekenisvoordeopenluchtrecreatie. Inonslandzijnhetbijuitstekdebossendiegrotemogelijkhedentebiedenhebbentothetleggenvaneenrelatie tussendeurbanemensendenatuur.Ditisdaaromvanzo grootbelangomdatinonzesituatieslechtsopzeerbeperkte schaaleendergelijkerelatiemetdenatuurteleggenvalt andersdanviabossen. Derelativeringvanhetbelangvanbossenvoordeopenluchtrecreatietenopzichtevananderevormenvanvrijetijdsbestedingbuitenshuis,zoalsindestructuurvisie
-35Openluchtrecreatie vanhetMinisterievanCultuur, Recreatie enMaatschappelijk Werk isaangegeven, lijkt dan ooknogwelvoor discussievatbaar.Het boswordt naar zijn aard (inde zinvan"dicht bij denatuur aansluitend systeem") immers tevens als "vrije"natuur ervaren endient danook optimaal dienstverlenend bij degewenste vormen van openluchtrecreatie teworden ingeschakeld.Na deonderzoekingenvanHeytzewijst ook een onlangs verschenen rapportvanhet InstituutvoorToegepaste Sociologie te Nijmegen erop dathetbos als recreatiemilieu inons land eenbelangrijke rol speelt.Er zijhierbij nogmaalsmet nadruk gewezen ophet feit,datdevoor de openluchtrecreatie zoessentiëlebossen inhogemate tegelijkertijd dienstbaar kunnen zijnaande andere funkties en zeker dehoutvoorzienin; Naast defunktiesvan onzebossen,die de laatste jaren in debelangstelling staan,kunnen ooknieuwe accentenof verschuiving inprioriteiten onze aandachtwaard zijn. Naast de schaarste aannatuurlijkmilieu ende grondstof hout lijktookde schaarste aanwatervan consumptiekwaliteiteenbelangrijkmotief tekunnen zijnvoorhet beheren vanbos enzelfsvoor het aanleggenvannieuwebossen. Vanouds zijndeuitgestrekte bosgebieden interessant geweestvoor dewaterwinning. Hetbetreft vooral dewaterkwaliteit: inbossenontbrekenmilieuvreemde stoffen en ongerechtigheden uitdedampkring worden gefilterd door deboom-, struiken,kruiden-enhumuslagen. Inzake de kwantiteitwordt hetbosdoorgaansmet enigverwijt bezien.Erwordt nogalwat regenwater onderschept enver-
-36damptvoordathetdegrondbereikt.Hetbostypeenvooral deboomsoortspeeltdaarbijeenbelangrijkerol:beuk inplaatsvanfijnsparkaneenvoordelig saldovanenkele 3 . duizendenm waterperjaarperhabetekenen.Bijaanleg enbeheervanhetboskanookhiermederekeninggehouden worden. Conclusies Uitdeverkenningvandefunktiesvandebossenoponze aarde,derelatievandemensmetbomenenbossenenzijn cultuurgeschiedenisalsmededesituatie,waarinwethans verkeren,zowelwereldwijd alsmeergebiedsgewijze beschouwd,kunneneenaantalconclusiesgetrokkenworden. Vanafhetbeginzijndegeweldigerijkdommenvanhetbos vooralboomsgewijzebenut.Vanwegedebomenenalleswat ervangebruiktkonwordenwerdhetbosnauwelijksgezien enalsonoverzichtelijkcomplexzelfsalsvijandigervaren. Hetgrootstedeelvandeoorspronkelijkebossenisvernield, zijhetdatsindsenkelehonderdenjarensommigedelen hiervanweerboompjevoorboompjezijngeplant.Dekennis omtrentdefunktiesvandebossenisaanmerkelijktoegenomenmaarhethanterenvandezekennis,detoepassing indepraktijkvertoontnoggrotegebreken. Detaakstellingvoordenogaanwezigebossenzijnonvoldoendeuitgebalanceerd zowelopmondiaalalsopwereldregionaalennationaalniveau.Ditgeldtzoweltenaanzien
-37vandedienstenverlening inzakeKLimaat,bodem ennatuurlijke rijkdommen als ten aanzienvan degrondstof hout,zowel wathoutprodukten alswat energievoorziening betreft.Het ontbrekenvan eenduidelijke uitgebalanceerde taakstelling leidther ender totonevenwichtige situatiesmet zaken alsoverkappingen enbosvernielingen, sterk fluctuerende houtprijzenenalledaarbijbehorende politiekekonsekwenties. Het lijktvoor dehand liggend de ontwikkelingslanden verwijten temaken inzake grootschalige bosvernielingen,maar de lageprijzenwaarvoor Canada,de grootste leverancier vanhout enhoutprodukten terwereld, ophet ogenblik zijn grotepulpvoorraden op dewereldmarkt brengt is zowelvoor dehoutkap alsvoor dehoutverwerkende industrie elders opdewereld evendesastreus.Het oud-papier,dat zogoed zoukunnenhelpen omdegevreesde houttekorten tevoorkomen, isnog geen centperkilowaard en sommige Westeuropese landen overwegenuithoofdevanwerkgelegenheid protectionistischehandelingen tengunstevanhun houtverwerkende industrie.De arbeid indebossenvande industrielanden isrelatief duurendekostenkunnenniet of nauwelijks doorde lagehoutprijzen worden gedragen.Niet alleen in ons land,maar ook indebergenvanMidden-Europa dreigen bossendan ook labiel tewordenbij gebrek aan passende beheersmaatregelen.Met name degebergtebossen dreigen hun schermfunktie teverliezen enwordengevoelig voor wind,sneeuw enlawines. Geenenkel land zal zijnnationalebospolitiek voldoende krachtig eneffectief kunnen ontplooien,indien ergeen
-38mondiaalkader isvanvoldoende stabiliteit om erdemeerdere decennia omvattende plannenmet hetbos op tebaseren. Hetwerkenvankleinnaar groot,zoals inde 17een 18e eeuw inWest-Europa nogmogelijkwas,biedt geen enkele uitkomstmeer. Tenaanzienvanhetwereldvoedselvraagstuk inrelatie tot denog steeds snel toenemendewereldbevolking zijnbelangwekkende studies gaande,waaraanmet nameLinneman,Buringh enDeHoogh eenbelangrijke bijdrage leveren.Globaal lijkt hetvoedselvraagstuk geen technischprobleem tezijn;het ismeer eeneconomischverdelingsvraagstuk: de hongerigen zijntevens arm. Denkend aanhet reeds eerdergenoemde broeikas-effeet, wellicht niet alleenveroorzaakt doorverbranding van fossielebrandstoffenmaar ookdoorhet opgebruikenvan bossenvoor debrandhoutvoorziening zou eenwereldomvattend studie inzakehetbos endebosbouw overeenkomstig de modellenvanLinneman ende zijnenwel eens eengoede zaak kunnen zijn.Ookde interferentietussen land-enbosbouw kandaarbij denoodzakelijke aandacht krijgen. Binnen zo'nwereldomvattende studie zouper regiomeer gedetaillee opde taakstelling endewijzevanbeheervoor dedaar aanwezige of opnieuw aan te leggenbossenkunnenworden ingegaan. Indezekaders opgehangenkrijgen studies als* de laatste jaren indeVerenigde Staten,Zwitserland, Frankrijk,Duitsland enNederland ophet gebied vanbos enbosbouwverricht hunwerkelijkewaarde enbovendien voldoendehardheid om erdemeerjarenplannenop tekunnen
-39bouwen.Enomgekeerdkanwellichteendeelvandeinspanningen,waarmeedesocialefunktiesvandebossenin Europawordenbestudeerd,tengoedekomenaandegrote gebiedenopaardewaarhetvoortbestaanvanhettropische regenwoudophetspelstaat. Hangendehetbezigzijnmetdezevraagstukkenzullenonze eigeninbosverbandgeplantebomenzodanigbehoedzaamen metverstandbeheerdenuitgebreidmoetenworden,datuit debijdeaanleggedachtebossenookwerkelijkebossen ontstaan. Omtrentdatbehoedzaamenmetverstandbeherenzijnde afgelopenjarendiverseplanningssystemenontwikkeldin dezinvansustained-yield,Nachhaltigkeitenduurzaamheid, alsmedevanmultiple-useenveelzijdigedoelstellingen. Hetgroteprobleemdaarbijissteedsweerdelangetermijn, waaropgedachtengewerktmoetworden. Voorbomengaatdatnogwel.Bomenkunjemeten,degroei kunjevolgen.Erzijndanookdiversetypentabellenper boomsoortopgesteldeninrelatietotdegroeiplaatsspreekt menoverdeboniteit,hetopbrengendvermogenvaneenbos. Heteconomischhandelenwordtdaarbijoverwegendbepaald doordeopbrengstaanhoutendatbetekentdatmendenkt indeeenheidboom.Dehandboekeninzakebosbeheerhebben totdusverrevrijwelalleengehandeldoverhetbeheervan bomeninhetbosbezit,nietoverdetotaliteitvanhetbos, ondankshethuidigealgemeenverbreideinzichtdateenbos meerisdandehoutbijgroeileverendebomen.
-40Houtisweliswaareenzeeressentiëleeconomischefactor bijdebosinstandhouding.Deopbrengstisimmerseen belangrijkebijdrageindefinanciering.DegeweldigebosherstelwerkzaamhedeninEuropa,nogsteedsvoortgaandin FrankrijkenEngeland,maarookdeveenbebossingenin FinlandendebosaanlegindeIJsselmeerpolderszouden zonderdebehoefteaanhoutenbijgevolgdeverwachting vanopbrengstenvrijwelondenkbaarzijn. Wanneerhetdaarbijgaatomterreinen,waarookandere vormenvanbodemproduktiemogelijkis,enwaarisdat tegenwoordig inNederlandniethetgeval,ligtdevergelijkingmetdeproduktiviteitenrentabiliteitmetdie anderebodemproduktieergvoordehand.Omtrentdemogelijkhedenenonmogelijkhedenvandezevergelijkingzijn indeStructuurvisieophetbosendebosbouwdenodige kanttekeningengemaakt.Eenbelangrijkaspectis,hetzij nogmaalsopgemerkt,delangetermijndienoodzakelijkin debeschouwingenthuishoort.Bijhetbos,omdatdevoortbrengingvandegoederenendedienstenaaneenlangdurig procesonderworpenis; bijdelandbouwendeveeteelt, omdathetmarkt-enprijsbeleidmaarzekerhetstructuurbeleidookweldegelijkmetnietvolledigoverzienbare termijnontwikkelingen temakenhebben.Hetterzakegevoerdi beleid indeEuropeseEconomischeGemeenschapisookniet bepaaldgratis. Eenbelangrijkveldvanbosbouwkundig onderzoekblijft danookdesociaal-economischeevaluatievandeverschillendebosfunktieszowelafzonderlijkalsinhunonderlinge
-41samenhang.Hetreedseerdergenoemderapportvande CommissieKampfraathvermeldtverschillendemethodieken, diealsbasisvoorverdereuitwerking entoepassingkunnen dienen.Hetzalduidelijkzijndathetdannietalleenom deopbrengstenaanhoutzalgaanmaarvooralookomde funktiesvanmeerdienstverlenendeaardendanooknogde verdelingvanhetnuthiervanoverdeverschillendegeledingenvandesamenleving. Hennipmanmaaktbijhetontvouwenvanzijnwelvaartstheorie deiniedergevalbehartenswaardigeopmerking,datwanneer ergekozenmoetwordentusseneenwatgeringerestijging vanhetsociaalprodukteneenbewoonbaarblijvendewereld, hetwellichtgeenaltegewaagdehypotheseisteveronderstellen,datalthanseengrootdeelvanhetnageslachtdeze laatsteerfenishetmeestopprijszalstellen.Opdeze wijzekomenookdeeconomischevraagstukkenvanhetbos welinhunjuistecontext,maarzijndaarmeenietafgedaan. Vooreenreëelbeleid tenaanzienvandebosseninNederland zijnduidelijkekriterianodig.Dewaarderingvandediverse funktiestenopzichtevandesamenleving zalnietlang meeropzichmogenlatenwachten.
VolgensAlbedavoltrektzichinonsdeelvandewereldeen overgangvandeindustriëlemaatschappijnaareennaindustriëlesamenleving.Alleswatmetproduktiviteitte makenheeftondervindtnietalleendenadelenvanderecessie maarooknogdevijandigheidvandeomgeving.OokdebosbouwinNederlandkentditverschijnsel.Hiertoebehoren
-42volledig ongefundeerde uitspraken als zoudenveelmeer bossen de reservaatsstatus moetenkrijgen.Anderen spreken overdebehoefte aanmeer natuurlijkheid inonzebossen. Hetklinkt aantrekkelijk,maar inbeide gevallenwordt bedoeld,dathout nietmeer geoogst behoort teworden, omdathet indenatuurlijkekringloopmoet blijven.Het iseenvals geluid,omdathethout eenvoudigweg niet buiten dekringloop gehoudenkanworden (enviaherbebossing ook niet wordt),maarweluit hoofdevan bijzonder grote maatschappelijke belangen aan tussentijdse bewerkingen engebruik door demenswordt onderworpen en derhalve niet alleenaankevers,schimmels enmicro-organismen wordt overgelaten.Onze samenleving is inhogemate op houtgebruik gebaseerd enhet overbodig verklarenvande houtoogst iseenvoudig onmaatschappelijk net zogoed als hetweerwillen invoerenvanwolven ineen zo dichtbevolkt land alshetonze. Eendaarmee samenhangend probleemveld wordt gevormd door deaandrangvan sommigenom inNederland debossenvia debestemmingsplannen inhetkadervandeWet opde Ruimtelijke Ordening totnatuurgebied teverklaren in eenomvang diehet funktionerenvandebossen ingevaar brengt. Zulks temeer daar sommigenatuurvorsers pogen demening ingang tedoenvinden,dathetbeherenvan boSsen met schapen,geiten,pony's enkoeien tot natuurbeheer gerekend moetworden.Naar dehistorie leert leidt dit in feite tot ernstige aantasting vanhetbos.Een dergelijke veeweide inbossenmoge interessante vegetaties en
-43gradiëntenopleveren,het is in tegenstelling tot eenzo natuurlijkmogelijkewildstand duidelijk een cultuurmaatregeldiedenatuurlijke bosontwikkeling inhogemate tegengaat. De aanwijzingvanbossen alsnatuurgebied inhet kader van eenbestemmingsplan anders dan inhet gevalvanbijzonderenatuurwetenschappelijke waarden stoelt bovendienop deonjuiste gedachte dat scheiding vandediverse bosfunktiesmogelijk is.Deverschillende bosfunkties zijn echter ondeelbaar in iederbos aanwezig enwordenniet door bestemmingmaardoorbeheersmaatregelenmeer ofminder geaccentueerd. Hetbeheer vanbossen,waarin ook houtoogst enaanplantvangewensteboomsoorten plaatsvindt,maakt degroeiplaats niet zondermeer ongeschikt voorhetvervullenvandeverschillende typischebosfunkties. Het isdanook eenbelangrijke vraag ofhet juist isde boseigenarenvoor hetvellen enweer inplanten,waartoe deBoswet trouwens regelen stelt,inzijn algemeenheid teonderwerpen aanbeoordeling door deverschillende gemeenteraden. Aangezienhet inwezen omde optimalevervulling vande diverse funktiesvanbossengaat,lijktdeguldenmiddenweg, zoalsnogniet zolang geledendoor dehooggeleerde Gerben Hellingabepleit,nog steeds debestbegaanbare weg.De bij sommige ijveraars aanwezige overtollige energie zou danbeter besteed zijn aandebeïnvloedingvan debosbeheerders omhen tot zodanigehandelingen inhunbossen te bewegen,datnaast de eigenaar ookde samenleving werkelijk
-44profijtvandezebossenheeft.Hetverdient zeker overweging tebezien inhoeverre deBoswet indit opzicht verbeterd en aangevuld zoukunnenworden.
Daarmee isdebetrokkenheid endemedezeggenschap van de samenleving inzakebossen allerminst afgedaan. Spreekt de betrokkenheid vande eigenaar enbeheerder vanhetbos nogalvanzelf,dievan de samenleving en zeker alshet om zeggenschapvan dedirektbetrokken samenleving gaat, iseenonderwerp datdringend grote aandachtbehoeft. Wanneer ikhierover nog eenpaar opmerkingenmaakmeen ik daarvoor weer eenwat ruimer kader dandatvan eenburgerlijkegemeente of zelfsvanNederland nodig tehebben. De contourenvan eenwereldwijde beleidspolitiek inzake debossen zijnnog langniet inzicht.Een studievan Plochmanne.a. inzake eendergelijke ontwikkelingsmogelijkheid indeE.E.G.heeft alsbelangrijkste resultaat opgeleverd het zicht opgeweldigeverschillen tussende lidstaten,wanneer het gaat omde ontwikkelingenvande diverse samenlevingen endedaarbij behorende structuren vanwetten enregelingen.Dit alleen alwanneer het bijvoorbeeld om eigendom endewijzevanbelastingheffing gaat.Eigendom enbelasting, twee factorendie inde Westersewereld zo'nbelangrijke rol spelenbijhetbesturenvanhetbodemgebruik. Er zijndaartegenover veel grotereregio's indewereld waar hetparticulier bezit niet ontwikkeld isenwaar geen sprake isvan enig inkomen om erhet fiscale instrument op los telaten.
-45Dit brengtmij er toe als eenbelangrijk aspectvan een meer evenwichtige ontplooiing van debossen enhun funkties tebeschouwende relatiemet de samenleving,die terplekke en ineerste instantiemet datbos temakenheeft. De samenlevingen op aardevertonenmondiaal echter zulke groteverschillen,dat als gemeenschappelijk punt bijna alleende aanwezigheid vanmensenkanworden genoemd, zij hetdatmensen over degehele aardewelmensenmet overeenkomstigewensenzijn. Zoalshethoognodig is,datbijhet bosbeheer het denken in de eenheid boom hoogstens als eenhulpmiddelmag worden gehanteerd,maar dathet beheer gericht behoort te zijn opde totaliteitvandebossen, zo ishet omderwille van het goed funktionerenvan dezebossen onontkoombaar dat dit funktioneren inde contextvandemenselijke samenlevingwordt geplaatst.Niet omdatdemens het enige belangrijke opaarde is,maar wel omdat demens de grootste bedreiging van zijneigenvoortbestaanvormt envoor een belangrijk deelkanworden aangesprokenviade samenleving. Hetdaarbijhanterenvan de zogenaamde sociale controle isuiteraard alleenverantwoord, alsde structuur van de samenleving endewijzewaarop de samenleving funktioneert voldoende bekend zijn. Andersom geredeneerd zal ernaar gestreefd moetenworden dat debossenvoormorgenmaatschappelijk verantwoorde bossen zijn.Endaarvoor staatdandebosbouwdeskundige. Naastkennis en inzicht inzakedeverschillende bostypen en samenstellendedelen ervan zal eenbijdrage tothet
-46goed funktionerenvandebossen ookkennisvragenvande menselijke samenlevingen. Er isniet alleen sprakevan eenontwikkeling ten aanzien vanbomenenbossenmaar ermoet ook rekening gehouden wordenmet ontwikkelingen indemenselijke samenlevingen. Het zaldegrote opgavevoor dekomende jaren zijnte trachtendebeide ontwikkelingsprocessen zodanig op elkaar af testemmen,datbijwijzevan sprekendebomen,die gisteren inhetpatroonvande eenof andere samenleving zijngeplant ofbeschermd, zich zullen ontwikkelen tot bossen ineen samenleving zoalsdiemorgen zalzijn.En het tevoerenbeleid,de teontwikkelenbospolitiek in deverschillende landen enwereldregio's zal hiermede gelijke tredmoetenhouden, liefst eenpaar stapjesvooruit lopen. Het is tehopendathet regelmatig plaatsvindendewereldwijde overleg,zoalshet 8eWereldbosbouwcongresnog dit jaar inJakarta,tot eenevenwichtig verlopenvanhet proces zalmogenbijdragen.Helaas isdaarbij ongerustheid op zijnplaats. Inmei a.s.wordt inWisconsinUSA een internationale conferentie gehouden onder de titel "Improved Utilization of TropicalForests".Het isopz'nzachtst gezegd treurig, dat eendoor F.A.O. ondersteunde activiteit vandit niveau onder devlagvan "eenbeterebenutting van tropischebossei zich slechts gaat bezighoudenmet demeest efficiënte wijze vanhoutoogst en-verwerking. Het isgeen conferentie over bosmaar overhout endit soortmystificatiesbrengt de
-47osbouwwetenschap inopspraak.De zorgvoor de instandhouingvandenatuurlijke bron:het bos endekosten daarvan uilen indebeschouwingen betrokkenmoetenworden, anuitdeNederlandse situatie zaldebijdrage aande zo ;eschetste ontwikkelingen slechtsbeperkt kunnenzijn. laasteenbegeleiding van onzenogmaar kort geleden geplante )omen inde richtingvan optimaal inonze samenleving ïunktionerende bossen zalhetvanbelang zijnde zware irukvandeNederlandse houtbehoefte,die immers zoveel *roter isdan onzebossen ooit zullenkunnen opleveren zoveelmogelijk tegemoet te tredendoor enerzijds het hout,dat onzebossenkunnen leverenoptimaal tebenutten enwaarmogelijk nieuwebomen aanteplanten en anderzijds het houtverbruikvan onze samenleving tebeperken;het is hoog tijd iets tegaandoen aanhet extremeverschil in verbruik enproduktie: zuinigmet energie,zuinigmet hout,zuinigmet houtprodukten. Een inspanning,diegeheel opdewegvan onze universitaire instelling ligt,isde levering vankennis envaardigheid inhet onderkennen enanalyserenvandevraagstukken op hetgebied vanhetbodemgebruik enhet ontwikkelen van oplossingsrichtingen.Dat zalnietbeperkt behoeven te zijn totNederland maar degehelewereld tot arbeidsveld kunnen hebben.Denkend aande exportvan terzakebekwame ingenieurs kom ikvanzelf terecht bijde thans zogeheten ontwikkelingssamenwerking. Dehuidige terughoudendheid inF.A.O.-kringen omNederlandse bosbouwdeskundigen bijhet ontwikkelingswerk inte schakelenkan temakenhebbenmet de eerdergenoemde
-48Westersedenktrant omtrent de aanleg enhet beheer van bossennaarEuropeesmodel.Het is zaak om de alvaker gehoorde opmerking,dat erbehoefte is aaneennieuw soort ingenieur ook opditvakgebied tebetrekken. Daartoe geïnspireerd door een artikel inhet Zwitserse bosbouwtijdschriftheb ikgegevens latenverzamelen over de funkties,waarinde academisch gevormde bosbouwers in 1958en 1976werkzaam waren.Debelangrijkste verschuiving tussenbeidepeiljaren isde aanzienlijke vermindering van het aantalbosbouwers ineenfunktiebuiten debosbouw en een toeneming vanhet aantaldat inhetbuitenland en in onderwijs enonderzoekwerkzaam is.Buitenland, onderwijs enonderzoek samennemen in 1976ongeveer 47%voor hun rekening.De toeloop vanbosbouwstudenten vande laatste jaren endebelangstelling voor ontwikkelingssamenwerking mogeneendoorzetting vandeze ontwikkeling doenverwachten. Hoewel bosbouwers reeds eeuwengewend zijn inlangetermijnen tedenkenkande training in interdisciplinaire samenwerking envooral ookhet inspelen opdesamenlevingsvraagstukken nog aanmerkelijk wordenuitgebouwd. Het thema bomenvangisteren,bossenvoormorgen geldt ookvoor de bosbouwer,dieminder introvert,minder solitair,enmeer samenlevingsgerichtbehoort tegaan funktioneren. Er is dringendbehoefteaan ingenieurs,die instaat zijnvoor de zichontwikkelende samenlevingen sociaal aangepaste technieken teontwerpen.Ontwikkeling van techniekenbehoeft echter langniet altijd betrekking tehebbenop nieuwevindingen ofvernieuwing vanprocessen.Het is zeer
-49goedmogelijk degewenste ontwikkelingen tebereiken door demanier van leidinggeven,door demenselijke verhoudingen teverbeteren endoor eengroter nuttig effectbijhetdoorgevenvankennis enervaringen tebereiken. DeUniversiteit kanhierbij eenbelangrijke rol spelen ondermeer doordedeskundigen,die eenmaal indediverse samenlevingen zijngaan funktioneren,regelmatig naar de AlmaMater te laten terugkoppelen. Zoals thans houtvesters vanhet Staatsbosbeheer tervermeerdering vanhun inzicht m deEuropese bosbouw naar defameuze Eidgenossische Technische Hochschule teZürich reizen,zo zouden ookop Hinkeloord opfris-cursussen enevaluatie-bijeenkomstendeel moetenuitmakenvanhetnormale activiteitenpatroon.
Dames e n heren,
°ndHinkeloord isde laatste 10jaarheelwat tedoengeweest, eienhebben zich ingespannen om totbeterewaarborgenvoor en
goed functionerenvandeBosbouwstudierichting tegeraken.
e beda ans
chte strukturenbeginnen gestalte tekrijgen.
isvanhet grootste belang datHinkeloord dekans
^-Jgtzich teontplooien.De drie in 1977 zijhet voorlopig gesteldevakgroepenmet bomenvergelijkend zalnumoeten Jken,hoe sneldebomen samen eenbos gaanvormen,waarbij "getwijfeld differentiatie en integratie,maar danwel — e —» ziJ het opverschillende plekken en verschillende momenten,aande orde zullen zijn.Het gaat om eenproces, a
we
leensversneld,maar liefstvoorlopigniet verstoord
-50moetworden.Hetisookgoedomtebedenken,dataanuniversiteiteneldersindewereldbosbouwdoorgaanseenfaculteit vormt.Eriswerkelijkwelenigwerkteverzetten. Zonderanderevakgroepentewillendiscriminerenhoopik opeengoedstuksamenwerkingmetdevakgroepNatuurbehoud enNatuurbeheer,vooralookwatdeontwikkelingeninde derdewereldbetreft,enmetdevakgroepTuin-enlandschapsarchitectuurvoorwatbetreftdeontwikkelingvanbosen landschapinNederland. Damesenheren, Indeaanvangvanmijnbeschouwingoverbomenenbossen werdopgemerkt,datdemensvanafhetprillebeginop zeerbeperkteschaalmetdehemomringendebomentemaken heeftgehad.Zohijdezeomgevingalalseenhof,zoals dehofvanEden,alseengeborgenheid ervarenheeft,bij hetverlatenvandezepleklageenlangeenmoeizameweg voorhem,eenwegnaareennieuweverhoudingmetzijn Schepperenmetdehemomringendenatuur,eenstrijdvan bestaanenontplooiing. InhetlaatsteboekvandeBijbel,deOpenbaring,wordt onsinperspectiefeengelukzaligeeindtijdvoorgesteld, waarbijdenieuweaardegeheeleenhofzalzijn,eenparadijselijketoestand,waarbijnietmeersprakeisvaneen boomvanhetleven,maarvangeboomtevanhetleven,niet opéénplaatsmaaropveleplaatsenindestadenophet
-51land;zijnvruchtengevend en zijnbladeren tot genezing der volkeren.Ookdeze situatiebetekent eengeweldige enveelomvattende schaalvergroting diekenmerkend zal zijnvoor dekomende nieuwewereld,waarop gerechtigheid woont en waarin ookde relatie tussenmensen enbossen tot volle ontplooiing zal zijngekomen. Debomenvangisteren,hetwerkvan onzehandene-nonze geest alsdeelvan eenwereldwijd vraagstuk,blijken dan de componenten tezijn,waaruit debossenvanmorgen zullen bestaan,vanwelke schaal en structuur danook,maar zeker m
et debelangrijkste funktievan iederbos:
debijdrage tothet levenvan allemensen. n
deze richting temogen werken isvoor debosbouwers en onzemedestanders uit andere disciplines eenmoeilijke
m a a r te
vens boeiende opdracht,die ikvoormijn deel
gaarne aanvaard.
Dames enheren,
anHar
e Majesteit KoninginJuliana betuig ikmijn dank
or
mijnbenoeming tot gewoonhoogleraar inde boshuishoudkunde.
es
enheren ledenvanhet Collegevan Bestuur,de
•n
u
lteit ende Benoemingscommissie,
et|
t gemeend een zodanig vertrouwen inmij tekunnen
len,datu totdevoordracht inzakemijn benoeming e n t OVer
gegaan.Met depogingenhetvertrouwenwaard te
-52blijkenheb ik eenaanvang gemaakt.
Waarde Collegae, Insommigenvanubegroet ikvertrouwde leermeesters, anderenheb ik lerenkennen alsgoedevrienden,u allen aanvaard ikgaarne als degeneninwiermidden ikde komende jaren een stukwerkmagverrichten enmetwie ik tot eenvruchtbare samenwerking hoop tekomen. Voortbouwend ophet werkvanmijnvoorgangers Becking, Kools enDeHulster vertrouw ikdatde boshuishoudkunde opnieuw totde ontwikkeling van onzehogeschool zal kunnenbijdragen.
Mijnheer deDirecteurvanhet Staatsbosbeheer, Vandirecteurenvanbos,natuur en landschapvoel ikmij een counterpart.Het zijndebosdiensten over degehele wereld diede zware taak torsen omhetbosbeheer,het procesvanoptimalebosbenutting, opgang tebrengen en tenuitvoer teleggen. Inhetbijzonder zeg ikdat totu,niet alleenomdat er tenbehoevevanhetbosbouw-onderwijs aandeLandbouwhogeschool sprake isvan een leerboswachterij onder uw beheersverantwoordelijkheid,maarvooral omdat ikhet gewichtvaneengoed toegeruste enbreed opgestelde dienst voorbos,natuur en landschapvele jarenlang heb ervaren. Bovendienweet ikvande invloed,dieeenklein land als het onze opdit gebied totverbuiten degrenzenkan hebben.Graagvertrouw ikopeenvruchtbaar partnerschap.
-53Dames enherenhoutvesters enconsulenten, Uw taak iswel eengeheel andere dandievan de eerste houtvesters inons land uit de 11een 12eeeuw. Inde tijd vanJacobavan Beierenginghet bijde instandhouding van debossenvooral omhetwild,dat eenbelangrijk stuk eiwitvoorziening betekende. Tussen toen ennu ligt de periodevanbosvernieling ende geweldige ontplooiing van landbouw enveeteelt.De in Nederland tevervullen funkties vanhet boshebben geheel andere accenten gekregen.Uw taak isvooral de integratie ervan inhet geheelvanhet landelijk gebied. Het moeilijkste daarbij iswel dehoutvoortbrenging. Inkwantitatief opzicht bestaat daaraan inons land tenopzichtevanhet bosde grootste behoefte,maarvelenhebbenmoeitemet eengoed zichtopde samenhang vanhoutoogstmet de andere funkties van
hetbos.De lange termijnen,waarmee ende schaal
waarop gewerktmoet worden,maar ookdebindingen aannatuur n
cultuurhistorie veroorzaken regelmatig wantrouwen in
e u omr et
ingende samenleving.
isimmersgemeengoed, omveelvanwat ontstaan is,door
nieuwe constructies tevervangen,om traditie enverschiln
êoeddeels tenivelleren.Endanhebbenmensen,die
wetenvannatuurlijke processen en samenhangen,dieniet lneen
paardagengewijzigd of tot gewenste veranderingen
gedwongenkunnenworden,danhebben zulkemensen alsuhet extramoeilijk. Aanuomwaar temaken,dathet bijhet bosbeheer inderdaad niet zozeer omdebomengaat,hoewel gisteren nogmet veel
-54zorg ineendesolate omgeving geplant,maar dathet gaat omhet bos,dezichontwikkelende levensgemeenschap.U wordt erop aangesproken dat de terbeschikking staande kennis,inzicht envaardigheden zodanig inhet bos tot hun rechtkomen,dat de samenleving zonder altegrote frustraties tot deerkenning komt van een uitgebalanceerd bosbeheer. Uit uwmiddenben ikvoortgekomen en alheeftde eneboom eenandere funktie dande andere en lijkt de enewatmeer dominant (hoewel schijn bedriegt),het bos funktioneert uithoofdevanhet samenstelder delen,enikprijsmij gelukkig erbij temogenhoren.
Dames enheren onderzoekers ophet gebied vandebosbouw, Met velenvanumocht ik inhetverleden eengoede relatie onderhouden.Nu ik alshet ware inuwmidden treedvertrouw ikgraag opvoortzetting vande samenwerking. Naast een duidelijke taakafbakening zal een sterkewederzijdse integratievan activiteiten tot dezogewenste stimulansen ophet gebied vanhet onderzoekkunnen leiden.
Dames enherenmedewerkers opHinkeloord envandevakgroep Boshuishoudkunde inhet bijzonder, We staanvoor deopgavede studie enhet onderzoek inde* bosbouwnaarnieuwehoogtepunten tevoeren.Enkelenvan u, metnameLasschuit enDeVries,hebben inde afgelopenjareflf eenwelbijzonder zware taakvervuld naast de ontplooiing vanhuneigenvakgebied.Graag spreek ikopditmoment
-55mijngrotewaardering hiervooruit.Nude taken opnieuwen wellicht beter zijnverdeeld rust opons allendeverantwoordelijkheid omnaarbestevermogen,inonderling vertrouwenen ingoedeharmonie de ons opgedragen taken te vervullen.Dekorte tijddat ikmet umocht samenwerken geeftmij goedemoed voor detoekomst.
Dames enheren studenten, Uit deverschillende intensieve contacten,dieu enik reedsmeerderemalenmet elkaar hebbengehad, ismij gebleken dat umoeiteheeftmet deprocesmatige endaardoorwat traag lijkende ontwikkelingen indebosbouw. Het zou eenbedenkelijk verschijnsel zijnwanneer uniet ongeduldig zou zijn.U zult zichmoeten realiseren,datu doormiddelvanuw studieactiviteiten ineen zeerbeperkt aantaljaren overeenkomendmet dievan eenkorte termijnplan ingevoegdwordt inde ontwikkelingen op lange termijn. Omtrent deze lange termijnwordt geprobeerd u een duidelijk overzicht eneen stuk reëlemotivatiemee tegeven, w elanenenthousiasme gevenmij grootvertrouwen datu ereid zultblijkenuwbijdrage inhet ontwikkelingsproces vandebossen endebosbouw televeren.
Dames enheren, ikdanku allenvooruwwelwillende aandacht.
-56Literatuur Annalidell'InstitutoSperimentaleperlaSelvicoltura Vol.VII (bosbouwactiviteiteninSomalië)Arezzo1976. Albeda,W."Eennieuweplaatsvoordeonderneming"in Econ.StatistischeBerichten,december1977. Anonymus."JazumProjektGebirgswald"inWald+Holz 1977/78nr.3,november1977. Anonymus."TheCreepingDeserts"inTime,12september1977, pag.20-25. Betolaud,Y.e.a."LeFondsForestierNational"1972, NumerospécialdelaRevueForestièreFrançaise. Buringh,P."Uitbreidingwoestijnennietzoernstigals vaakgesteld"inN.R.C.,30december1977. BurgerHzn,D."Openvragenenwensen",Wageningen1965. Brown,Th.C.enCarder,D.R. "SustainedYieldofWhat?" inJournalofForestry,november1977. Bittig,B."ProblemebeiderRealisierungforstpolitischer Konzepte"inAllg.Forstzeitschriftnr.48,3december 1977. Bittig,B."PolitischeundwirtschaftlicheWürdigungdes Landesforstinventars"inWald+Holznr.4, december1977. Comelissen,P."Senecologischecombinatiemethodevoor land-enbosbouwintropischegebiedenmetdroogteperioden"inBètanrs.4en5,28februarien 15maart1977. Cumer,A.e.a."DerDomänen-ForstLatemar",AutonomeProvinz BozenTrento1975. Dieren,W.vanenHummelinck,M.G.W."Natuurisduur" 1977,Wereldvenster,Baarn. Delwaulle,J.C."LeRôledelaForesteriedanslalutte contreladésertificationetsacontributionau développement"inBoisetForêtsdesTropiquesnr. 174,1977.
-57ckholm,ErikP. "Geengrondmeer onder devoeten",1977, Wereldvenster,Baarn. 18
»R - D - enYoungday,D.J. "PublicForest Policy, woodprices and theConsumer"inJournal ofForestry, november 1977. CE. "Timber trends and prospects",Genève1977. ant
> J. "LaPolitique Forestière",ServicedesForêts, ris 1976.
Pa p
.
f*
»w.van. "Engergievoorziening heeft eenhoge politieke Prioriteit nodig"inN.R.C.,25mei 1977. Hummelinck,M.G.W. zieDieren,W.van. pman,P. "Welvaartstheorie eneconomische politiek", Samson,Alphen a/d Rijn1977. TT •
insdijk,D. "Forest Assessment",Wageningen 1975. eide
» G.D.vander. "VanLandiis totPolderland",Amsterdam 1965.
ze
» J.C. "De recreatieve trekuitde regionaarDrentse bossen",Staatsbosbeheer 1977.
cobs,M."Hettropischregenbos endemens" inNatura, januari 1976. °hannes,"DeOpenbaring",Hoofdstuk 22inDeBijbel, vertaling NBG. eavs
» J.L. enHatton,J.V. "The implication offull-forest utilization onworldwide supplies ofwood byyear 2000" m Pulp &Paper International,juni 1975.
S» A. "Toekomst vraagt nieuw soort ingenieur" inN.R.C., '6december 1977. s
> J.F. "Bos enbosprodukten als faktoren inde 18eeeuwse geschiedenis"inNederl.BosbouwTijdschrift 42, Pagina 69-76. raath. Rapport vande Commissie Onderzoek beheer terz i n e n Staatsbosbeheer,DenHaag 1975.
eak
y» R.E. "Origins",London1977.
-58Luyt,D."DebospolitiekinFrankrijk",scriptie(niet gepubl.),november1977. Leslie,A."Wherecontradictory theoryandpracticeco-exist in Unasylva vol.29,nr.115,1977-1. Lobkowicz,N."DieBedeutungderForstwirtschaft fürunsere Landschaft"inAllgemeineForstzeitung 1978/1. Meiden,H.A.vander:"Wereldhouttekort?"inEcon.Stat. Berichten1973,pagina180. Mitscherlich,G."Zustand,WachstumundNutzungdesWaldes imWandelderZeit,Freiburgc/Br.1963. Mitscherlich,G."DuunddieNatur"inBaum-Zeitungnr.1 1977. Mozes."Genesis"inDeBijbel,vertalingNBG. MinisterievanLandbouwenVisserij."Structuurvisieophet bosendebosbouw",DenHaag1977. Nicolson."ImpactofForestoperationsonForestEcosystems" inForestryResearchNewsletter,GreatLakesForest ResearchCentre,Ontario1977. Oldeman,R.A.A."Deboomdervrijheid",Inaugurelerede1977, Wageningen. Oosterveld,P."Welkbosbeheerheeftwatmetnatuurbeheer temaken"inNederl.BosbouwTijdschrift49,april1977. Ott,W."ZurKartierungderWaldfunktioneninBadenWürttemberg"inAllg.Forstzeitschrift 31/Heft3 1976,pagina36-37. Prodan,M."AllgemeingültigkeitForstlicherPrinzipien" inForstarchiv,december1977. Plochmann,R."ForstwirtschaftlicheProblemeundderen AuswirkungenaufdieUmweltindenMitgliedstaaten derEG"inMitteilungenüberLandwirtschaftnr.25, 1977,Brussel. Rodenwaldt."DerVillingerStadtwald",Villingen1962. Roche,L."ForestryandtheCommunity"inCommonwealth ForestryReview,vol.56,nr.170,december1977.
-59ynolds,E.R.C,enWood,P.J. "NaturalversusMan-Made orests asBuffers against Environmental Deterioration" m Forest Ecology andManagement, 1 (1977). ock,N. "Trend derdeutschen Holzwirtschaft"in Holz-Centralblatt 1977,pagina 1913. ai
nt-Exupéry. "LePetit Prince" ,Gallemard,Paris 1946. ei
-fele,M. "DieForstwirtschaft als Teil derVolkswirtschaf m Holz-Centralblatt,7november 1977.
Cf-
,. er
8> B.K. "TheNorthern ConiferousForest,aPrimary sourceofWorld Resources"inTheForestry Chronicle, december 1976. >W. "Gesellschaftspolitische Aspekte inderForstwirtschaftspolitik" inCentralblatt fürdes gesamte Forstwesen,december1977. ln
> H. "Beitrag derForstwirtschaft zurVerbesserung der Lebensbedingungen inden ländlichenRäumen derTropenund Subtropen" m Schweiz.Zeitschrift fürForstwesen nr. 9, september 1977. # erwirtschaftlichen Lage und
m , H. "KannEuropa seinenkünftigen Holzbedarf decken" inAgrarische Rundschau 3,april 1976. !thusen,F. (FAO,Rome). "Forstpolitische Überlegungen zurTropenwaldnutzung inderElfenbeinküste"in Schweiz. Zeitschrift fürForstwesennr.2, februari 1977. Thysse T »Jac.P. 'ontbossing enerosie"in Landbouwkundig Tl Jdschrift,december 1977. T
anner,z. en Schwotzer,Th. "Neue Ergebnisse ausder FZ-Wirtschaftsstatistik" inWald + Holz,november '977,nr.3. Wolter<3 ^son,J.F. "Devernieuwbare grondstof",Agrarische eeks,Ministerie vanLandbouw enVisserij,Den Haa g , 1977. Wolt ers 0n » J.F. "Levenmet bomen enbossen",Agrarische eeks,Ministerie van Landbouw enVisserij,Den Haa 8 , 1975.