Boerderijtje Duin en Bosch Bouw- en architectuurhistorische verkenning
augustus 2014
Marijke Beek (Beek & Kooiman Cultuurhistorie)
[email protected] 06-55705894 www.beekenkooiman.nl
I Inleiding Sander Douma Architecten benaderde op 21 juli Beek & Kooiman Cultuurhistorie met het verzoek een offerte op te stellen voor een globale bouw- en architectuurhistorische verkenning voor het boerderijtje op het instellingsterrein van Duin en Bosch te Castricum. Het gebouwtje is aangewezen als rijksmonument. Douma werkt aan een ontwerp om het geschikt te maken voor bewoning. Vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de gemeentelijke Erfgoedcommissie werd gevraagd een globale verkenning van het gebouwtje om zo meer informatie en wellicht ook inspiratie boven tafel te krijgen. Over het vrij eenvoudige boerderijtje blijkt verrassend veel materiaal te vinden. Dat hangt samen met de rijke en interessante geschiedenis van het gebied waarin het ligt. Deze globale verkenning gaat in de eerste plaats uit van eigen waarneming. Verder is via internet beschikbaar kaart- en beeldmateriaal gebruikt en een aantal gedegen publicaties die op archiefmateriaal zijn gebaseerd. En tenslotte zijn mondelinge mededelingen van medewerkers van Duin en Bosch in de tekst verwerkt, net als bijschriften bij het vele beeldmateriaal dat beschikbaar is op de beeldbank van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum. II Rijksmonument Het boerderijtje is aangewezen als rijksmonument (monumentnr. 524189). Het aanwijzingsbesluit dateert van 19-9-2001 en op 5-7-2004 is het ingeschreven in het rijksmonumentenregister. Het gebouw maakt deel uit van het eveneens beschermde complex van het Psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch, nu Dijk en Duin (complexnr. 524169), te Castricum. Debij de aanwijzing behorende tekst over het boerderijtje luidt als volgt: Inleiding Op het terrein van Duin en Bosch gelegen BOERDERIJ in Ambachtelijk-traditionele stijl gebouwd in opdracht van koning Willem I als modelboerderij ten behoeve van de ontginning van de kuststrook. De boerderij, uit de eerste helft negentiende eeuw, is dus ouder dan het omringende complex. Tegenwoordig is de boerderij in gebruik als ziekenhuismuseum. De indeling van het interieur is niet meer oorspronkelijk en de kap vernieuwd. De boerderij ligt in een ruime groenaanleg. Omschrijving Op een rechthoekige plattegrond in rood/grauw bakstenen kruisverband opgetrokken bouwlichaam onder een met rode, oude holle pannen gedekt zadeldak met achterschild. Midden op de nok bevindt zich een forse vierkante schoorsteen. Rondom, behalve aan de westzijde, loopt een zwart geschilderde plint. De zuidelijke langsgevel heeft rechts een opgeklampte deur met een klein venster naar het woongedeelte en links de opgeklampte dubbele inrijdeuren. Centraal is een dubbel zesruits raam geplaatst. Tegen de muurplaat is een plank getimmerd waaronder schootankers. De westelijke korte gevel heeft in het gepotdekselde en geteerde beschot een opgeklampte deur naar de voormalige hooizolder. De gepleisterde en oorspronkelijk blinde parterre wordt door twee lisenen in drie traveeën geleed. De oostelijke korte zijde heeft twee kleine vensters. De noordelijke lange zijde heeft links een ijzeren, zespas rond stalraam, in het midden een eenvoudig rechthoekig zesruitsraam en rechts drie kleine stalramen. Waardering De boerderij uit de eerste helft van de negentiende eeuw is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en typologische waarde als gaaf voorbeeld van een door koning Willem I gestichte ontginningsboerderij en, in een latere periode, als historisch-functioneel onderdeel van het ziekenhuiscomplex Duin en Bosch. Vanwege de architectonische vormgeving in traditioneel-ambachtelijke stijl.
III Ontwikkelingsgeschiedenis Vóór 1829 Het duingebied rond Castricum was tot in de 19de eeuw een door zandverstuivingen steeds veranderende wildernis. De duinen werden vooral gebruikt voor de jacht en de konijnenvangst. Op het kadastraal minuutplan uit ca.1830 (Castricum en Baccum sectie D blad 1) is maar één gebouw afgebeeld, en dat staat ter plekke van het huidige boerderijtje. Het gebouw bestaat uit twee delen: een wat langgerekt vierkant aan de oostzijde, met een wat breder deel aan de westkant ertegenaan. Ze liggen iets verschoven ten opzichte van elkaar. Gebouw en land zijn dan eigendom van jonkheer Lucas Boreel, 'houtvester te 's Gravenhage'. Zijn naam is doorgestreept, kennelijk heeft hij de percelen op dat moment net verkocht.
ca. 1830 Kadastraal minuutplan (bron: www.watwaswaar.nl)
De bijbehorende aanwijzende tafel geeft de functie van de percelen als volgt aan: 18 schapenweide, 19 schapenweide, 20 duin, 21 bosch, 22 huis en erf, 23 bosch, 24 tuin, 25 bosch, 26 schapenweide, 27 duin, 28 duin, 29 duin. Het gebouw wordt dus omringd door een strook bomen en wat verderaf aan de westkant liggen twee langgerekte schapenweides, aan de oostkant nog een - grotere - schapenwei. Boreel was vanaf 1814 houtvester van het eerste jachtdistrict van de provincie Noord-Holland. Hij had het duingebied bij Castricum in 1826 gekocht, ter grootte van 344 ha, vooral om op te jagen. Het gebouw blijkt zo'n 100 jaar eerder ook te zijn afgebeeld op een kaart van de Heerlijkheid Castricum uit 1737. Het gaat om een huis met een forse schoorsteen aan de oostkant en een ertegenaan gebouwde stal aan de westkant. Eromheen staan bomen. Langs de randen van het gebied staan op dat moment ook wat andere huizen.
1737 De Heerlykhyd van Castricum etc. Covens en Mortier (bron: www.watwaswaar.nl)
Volgens de literatuur is het gebouw de duinmeierswoning van dit deel van het duin. Een duinmeier pacht een deel van de duinen van de eigenaar. Hij leeft van de vangst van het teveel aan konijnen, maar moet er voor zorgen dat ze niet worden gestroopt en dat de konijnenstand voldoende op peil blijft voor de jacht van de eigenaar. De konijnenheining oostelijk van het huis is waarschijnlijk door de duinmeier aangelegd om te voorkomen dat konijnen de tuinen van aangelanden aanvreten. Dit is vrijwel zeker het gebouw waarvan naderhand Boreel eigenaar wordt, dat daarna deel uitmaakt van het grote ontginningsproject van Koning Willem I en daarna van het inrichtingsterrein van Duin en Bosch.
1829: Landontginningsproject Koning Willem I Begin 19de eeuw wordt steeds vaker gesproken over het ontginnen van duinvalleien om ze voor landbouw geschikt te maken. Koning Willem I is hierin zeer geïnteresseerd en in 1829 koopt hij ca. 1000 ha duingebied onder Bakkum om hier het landontginningsproject 'Landgoed Bakkum' op te zetten. De middelste strook (344 ha.) hiervan koopt hij van bovengenoemde Boreel. Daarop staat al een huis. In 1830 wordt voor 'Landgoed Bakkum' al volop gebouwd en worden er windsingels aangeplant aan de voet van de duinen van populieren, wilgen en iepen. Rond de duinmeierswoning wordt een kwekerij aangelegd waarop voor de komende jaren een groter assortiment houtgewassen zal worden gekweekt. Ook rond de kwekerij worden windsingels gemaakt. Het boerderijtje wordt vanaf nu de Kwekerij(woning) genoemd. In de bestaande stal worden 25 koeien ondergebracht. Het boerderijtje bestaat op dat moment dus (nog steeds) uit een woonhuis en een redelijk grote stal.
1830 Eigendom van Koning Willem I bij Bakkum. Het boerderijtje heet nu: 'Kwekerij'. (bron: Jelles, Geschiedenis van het NH duinreservaat)
Een aantal andere boerderijen gaat van het project deel uitmaken, waaronder de 18de eeuwse boerderij de 'Brabantsche Landbouw' en het nieuw gebouwde Johanna's Hof. De boerderijen zien er onderling verschillend uit, soms gaat het om een woonhuis met een stal er tegenaan zoals de Brabantsche Landbouw. Andere zijn stolpboerderijen, al of niet met een aangebouwde stal. De onderneming van de Koning loopt goed, er vinden vaak veeverkopingen plaats. In 1842 zijn er in het gebied 104 stuks rundvee, 299 schapen en 19 paarden. Wanneer Koning Willem I in 1843 overlijdt zet zijn erfgenaam prins Frederik der Nederlanden het project voort. Op de handgetekende veldminuut uit 1857 is het gebouw te zien met een door bomen omringde tuin (waarschijnlijk de kwekerij) ten zuiden ervan. Een groot deel van de vroegere schapenweide aan de westkant is nu bebost. Het gebied als gehele heet 'Konings Duin'. Op de topografische kaart uit 1879 is niet veel veranderd. Ook hier is het boerderijtje afgebeeld, gelegen aan het eind van een weg die in een kwartcirkel aftakt van de huidige Zeeweg en het erlangs gelegen Koningskanaal.
1857 Veldminuut, (bron: www.watwaswaar.nl)
1879 Topografische kaart (bron: www.watwaswaar.nl)
In 1881 erft Frederiks dochter Marie Prinses von Wied, de Castricumse eigendommen. Aan het land is niet veel veranderd; het gebouw bestaat nog uit twee tegen elkaar geplaatste bouwdelen. Na 1880 maken de slechte ontwatering en internationaal lage prijzen dat de inkomsten teruglopen. Alle boerderijen (op Zeeveld na, die de weilanden in de polder gebruikt) verliezen hun functie en worden of aangepast of gesloopt. De stal van de Brabantsche Landbouw wordt gesloopt, het gebouw wordt woonhuis voor medewerkers van het waterleidingsbedrijf PWN.
Vanaf 1903: Duin en Bosch In 1903 verkoopt de Prinses Von Wied 82 hectare duinterrein aan de provincie Noord-Holland. Hier verrijst vanaf 1904 het Tweede Provinciale Krankzinnigengesticht Duin en Bosch dat in 1909 in gebruik wordt genomen. Behalve uit zes paviljoens met plaats voor 620 patiënten, bestaat het uitgestrekte complex uit een administratiegebouw, een kerkje, watertoren, begraafplaats met mortuarium, en een groot aantal dokters- en dienstwoningen. In het parkontwerp in Engelse landschapsstijl blijft het bestaande duinlandschap grotendeels gehandhaafd. De Kwekerij, het enige bestaande gebouw op het terrein, wordt opgenomen in het ontwerp met slingerende wegen en paden.
ca. 1910 Terrein van Duin en Bosch, het boerderijtje iets noordelijk van het midden, niet zwart ingekleurd (bron: Mens, De architectuur van het psychiatrisch ziekenhuis)
Op bijgaand kaartje uit 1910 zijn de gebouwen van Duin en Bosch aangegeven. Het bestaande boerderijtje (onderaan de gebogen weg in het noorden) is niet ingekleurd en zonder nummer; het heeft kennelijk nog geen functie. De plattegrond is vrijwel gelijk aan die in 1830. Alleen heeft het gebouw nu een aanbouw gekregen in de noordoostelijke hoek. Niet lang daarna krijgt het gebouw de functie Theehuis voor Duin en Bosch. Toen zal de, overbodig geworden, stal aan de westkant zijn gesloopt. Een foto uit ca. 1915 laat het gebouwtje zien in de huidige vorm, met een opvallende witgekalkte (sier)plint oplopend aan de hoeken, zoals dat bij boerderijen vaker gebeurde. Op de hoek rechts loopt die plint niet door. Kennelijk is hier de muur weer aangeheeld toen de noordoostelijke aanbouw is verwijderd. Nadat het bij Duin en Bosch is gaan horen, heeft het boerderijtje zijn woonfunctie verloren.
ca. 1915 zuid- en oostgevel van het boerderijtje (bron: www.oudcastricum.nl)
ca. 1930 (gezien het lettertype), west- en zuidgevel van het boerderijtje (bron: www.oudcastricum.nl)
1910
1951
1971
2002
Topografische kaarten 1910, 1951, 1971, 2002 (Bron: www.watwaswaar.nl, 2002 gedrukte kaart)
Na de verbouwing van ca. 1910 verandert plattegrond van het boerderijtje zelf niet veel, de directe omgeving wijzigt des te meer. Op topografische kaarten is dat goed te volgen. In 1910 is nog het boerderijtje afgebeeld, met stal aan de westkant en aan de rand van een terrein met een aantal paviljoens en andere gebouwen. In 1951 is het boerderijtje afgebeeld met de huidige plattegrond, met een vrijstaand bijgebouw. In 1971 heeft Duin en Bosch zich enorm uitgebreid, en in 2002 nog verder. Recentelijk zijn ingrijpende sloop-nieuwbouwplannen in gang gezet. Na de oorlog wordt het boerderijtje gebruikt als eerste onderkomen van de padvinders van Bogeheimer. In 1969 wordt het uitgebreid gerestaureerd en ingericht tot museum voor de psychiatrie, een functie die het tot 1999 zal houden. In 2008 krijgt het de horecafunctie van weleer weer terug. Het heet dan 'Het Oude Huys'. Momenteel staat het gebouw leeg. In het gebied er vlak achter wordt, in het kader van een ingrijpende herontwikkeling van het terrein, in de nabije toekomst een wooncomplex gebouwd. Wellicht wordt binnenkort in het boerderijtje zelf ook weer gewoond IV Bouwsporen in het huidige boerderijtje
De toestand van het boerderijtje rond 2002 is in de Redengevende omschrijving bij het rijksmonument hierboven al beschreven. Hieraan is nauwelijks iets veranderd.
Zuidoosthoek
Noordoosthoek
Noordwesthoek
Zuidwesthoek
Opvallend is het grote aantal bouwsporen in de buitengevels, die zeker uit vijf verschillende soorten baksteen bestaan. Geen enkele gevel is gaaf bewaard gebleven. Er zijn openingen dichtgezet en hergebruikte vensters naderhand in de muren geplaatst.
Raampjes en bouwsporen in de oostgevel
Van alle vensters en deuren zijn alleen de deur en het raam in de zuidgevel oorspronkelijk en op de originele plaats, net als het kleine raam in de noordgevel. De westgevel is verborgen onder een laag pleisterwerk. Opvallend is hier de verticale strook metselwerk die op de hoek zichtbaar is gelaten, net als de beide steunberen. Het houten beschot erboven en het hooiluik zijn vrij recent en waarschijnlijk aangebracht tegelijk met de houten deuren aan de zuidgevel. Deze zijn allemaal ook op historische foto's te zien. Duidelijk dat de hoofdvorm en kapvorm van het gebouw origineel zijn. Op historische foto's van ca. 1900 en vlak erna is ook de schoorsteen te zien. Binnen in de hoofdruimte op de begane grond zijn de balken origineel; zij zijn met muurankers aan de buitengevel en aan de scheidingsmuur vastgezet. Eén van de balken is een kwartslag gedraaid. Om meer loopruimte te krijgen is in deze ruimte recentelijk (2008?) het plafond opgetild. Dit ligt nu ruim een halve meter boven de balken. De balklaag in de zijruimte is vernieuwd. De koppen van de oude balken, opgelegd in de muur, zijn daarbij buiten zichtbaar gelaten.
Hoofdruimte met balklaag, gezien naar de zijruimte met daarin recent aangebracht roosvenster
Ook beide tussenwanden op de begane grond zijn origineel. In de ene rusten de balken van de hoofdruimte en tegen de ander heeft de schoorsteen gestaan. Alles is met platen afgetimmerd.
Interieur hoofdruimte, gezien naar 'brandmuur' en het westelijke vertrek. De tegelvloer is niet origineel.
De meest authentiek gevel van het gebouw: de zuidgevel
Op zolder is dus de vloer boven de hoofdruimte opgetild. Boven de andere ruimtes is de vloer nog wel op de oorspronkelijke hoogte. Kap en dakbeschot zijn wellicht zo'n 100 jaar geleden vernieuwd. De schoorsteen is hier nieuw opgemetseld. Waarschijnlijk is ook de schoorsteen op de kap vernieuwd, maar in een meer passende soort baksteen dan binnen. Een betonnen plaat dekt de
Zoldervloer naar het verhoogde gedeelte gezien, en de kap
V Reconstructie van de bouwgeschiedenis Het boerderijtje van Duin en Bosch is vroeg 18e eeuw of wellicht eerder als duinmeierswoning gebouwd. Waarschijnlijk hield de duinmeier ook dieren, want aan de westkant is een stal aangebouwd. Woonhuis met schoorsteen en stal zijn afgebeeld op de kaart uit 1737. Waarschijnlijk bestond het toen uit een woongedeelte, door een dikke, gemetselde brandmuur gescheiden van een werkgedeelte en de aangebouwde stal. De stal ligt iets verschoven ten opzichte van het hoofdvolume. Toen het in 1830 binnen het landontginningsproject van Koning Willem I kwam te vallen bleef het als boerderijtje fungeren. We weten dat in de stal 25 koeien gezet konden worden. De huidige hoofdruimte was toen woongedeelte, gezien de originele toegangsdeur met het raam ernaast. De haard stond tegen de dikke brandmuur. Die stookplaats is beneden naderhand verwijderd. Het bouwdeel daarachter fungeerde waarschijnlijk als werkruimte, en daarachter stond de stal. Rond het gebouw werd in het kader van het project een kwekerij aangelegd en daarom wordt het vanaf dat moment 'De Kwekerij' genoemd. Bij de aankoop door Duin en Bosch heeft het een aanbouw aan de noordoostelijke hoek. Na de aankoop wordt het gebouw veel ingrijpender gewijzigd. Een boerderij was voor Duin en Bosch niet nodig en de stal werd gesloopt. Er werd een nieuwe westgevel gemaakt in de vorm van de huidige gepleisterde eensteensmuur met steunberen om de dunne wand te stutten, en een houten beschot met hooiluik erboven. De strook metselwerk van de verspringende stal op de noordwesthoek bleef zichtbaar. Tegelijkertijd is waarschijnlijk ook de kapconstructie en het dakbeschot vervangen en/of aangebracht. Het gebouw verloor zijn eigenlijke functie. Iets dergelijks gebeurde met boerderij 'De Brabantsche Landbouw'. Ook daar bleef het woonhuis staan en werd de stal gesloopt, die naderhand werd vervangen door een aanbouw aan het woonhuis. De Kwekerij kreeg de huidige plattegrond en werd voor allerhande doeleinden gebruikt. Toen het gebouw in 1969 werd gerestaureerd en als museum in gebruik werd genomen, werden alle bouwsporen uit het verleden met veel zorg behouden en werden alle verschillende soorten metselwerk van eenzelfde snijvoeg voorzien. Wellicht is de schoorsteen op de nok toen ook gerestaureerd en met een betonnen plaat afgedekt. Beneden werd de stookplaats verwijderd. Het is duidelijk dat het historische beeld daarbij belangrijk gevonden, want de schoorsteen had vanaf dat moment alleen een decoratieve rol. VI Waardering Het boerderijtje van Duin en Bosch heeft een buitengewoon gecompliceerde geschiedenis, zoals de vele sporen in de muren al doen vermoeden. Het is onmogelijk die geschiedenis precies te reconstrueren; daarvoor zijn er teveel lagen over elkaar heen komen te liggen. Niet alleen heeft het een rol gespeeld binnen het ontginningsproject, maar is het is minstens 100 jaar ouder dan dat. Ook de laatste laag, die van historisch gebouwtje met bijzondere functie binnen het instellingsterrein van Duin en Bosch, is daarbij van belang binnen die geschiedenis.
Van het oorspronkelijke boerderijtje zijn de - vaak niet haaks gebouwde - buitenmuren bewaard gebleven, compleet met een groot aantal bouwsporen. Het grootste deel van de binnenmuren is authentiek, net als de balklaag in de hoofdruimte, de toegangsdeur en het venster ernaast in de zuidgevel, en één van de vensters in de noordgevel. Deze onderdelen hebben hoge monumentwaarden. De vernieuwde kapconstructie, de vernieuwde westgevel en de grote houten deuren in de zijgevel hangen hoogstwaarschijnlijk samen met het opnemen van het gebouw binnen Duin en Bosch. Ook de balklaag in het verdiepte deel is later aangebracht. Hetzelfde geldt voor de kleine raampjes in noord- en oostgevel en voor beide opgeklampte houten tussendeuren. Deze hebben positieve monumentwaarden. Ze maken immers deel uit van de bouw- en gebruiksgeschiedenis van de boerderij. Het venster in de westgevel is na ca. 1950 aangebracht, enkele tussenwanden en het roosvenster zijn van nog later datum. Zij hebben indifferente monumentwaarden. Van het roosvenster moet wel gezegd worden dat het wezensvreemd is voor een boerderij. Conclusie: Het gebouwtje is van zeer hoge waarde, alleen al omdat het de bewogen geschiedenis van het gebied afleesbaar houdt: van duingebied waarin eerst gejaagd werd, via ontginningsproject van Koning Willem I naar diverse functies binnen de instelling Duin en Bosch. Van die geschiedenis zijn nog grote delen bewaard gebleven. Bij de geschiedenis van het gebouw hoort ook een groot aantal aanpassingen aan steeds een andere functie, waarbij het verwijderen van de stal het meest ingrijpend is geweest. Nieuwe aanpassingen in de toekomst zijn daarom zeker niet ondenkbaar. Wel zouden daarbij de al aanwezige sporen van de geschiedenis zoveel mogelijk afleesbaar moeten blijven, zoals dat altijd met veel zorg is gedaan. Bovendien is het bij eventuele aanpassingen van belang het gebouw voor voorbijgangers zo goed mogelijk zichtbaar en herkenbaar te houden, om de herinnering aan het rijke verleden van het duingebied ter plaatse levend te houden.
VII Literatuur Jelles, J.G.G., Geschiedenis van beheer en gebruik van het Noordhollands duinreservaat, uitg: instituut voor toegepast biologisch onderzoek in de natuur, mededeling nr. 87, 1968 Mens, N., De architectuur van het psychiatrisch ziekenhuis, Wormer 2003 RCE, Redengevende omschrijvingen rijksmonumenten Duin en Bosch, Castricum Ruijter, Q. de, 'Over duinboerderijen en haar bewoners', Stichting Werkgroep Oud Castricum 19813, pp. 3-10 (via www.duinenenmensen.nl) www.oudcastricum.nl www.duinenenmensen.nl www.watwaswaar.nl Zuurbier, S., 'De geschiedenis van Johanna's Hof', Stichting Werkgroep Oud Castricum, 2004-3, pp. 3-15 (via www.duinenenmensen.nl)