Boeddha’s glimlach 1600 jaar boeddhistische kunst in Korea Tentoonstelling in de Bozar van Brussel (2008-2009)
Het Nationaal Museum van Seoel en andere gerenommeerde instellingen lieten voor de tentoonstelling 'Boeddha's glimlach' heel wat unieke kunstwerken overkomen zodat we via prachtige architecturale, gebeeldhouwde en geschilderde stukken een beeld krijgen van het belang van het boeddhisme in de Koreaanse samenleving en dat sinds meer dan 1600 jaar. Ook over de invloed van het inheemse sjamanisme en over de betrokkenheid van de belangrijkste Koreaanse dynastieën bij de boeddhistische kunst komt de bezoeker meer te weten. Maar eerst een woordje uitleg over dat ongekende land en zijn religies.
Korea voor dummies Korea is een schiereiland in Oost-Azië, dat verdeeld is in twee aparte staten: Noord-Korea en Zuid-Korea. Het land bestaat voor 80 % uit heuvels en bergen en grenst aan China en Rusland. Van Japan wordt het gescheiden door de Japanse zee. De geschiedenis van het land is dan ook een aaneenschakeling van conflicten met zijn buren. In de 14de eeuw was er bijvoorbeeld ruzie met de Chinese Mingdynastie. Eind 16de eeuw viel Japan verschillende keren het land aan. Tijdens de 19de eeuw probeerde men de grenzen gesloten te houden zodat over Korea gesproken werd als over Kluizenaars Koninkrijk. Op cultureel vlak werd Korea vooral beïnvloed door China. Het was lang een centrum van zijdehandel en het kende de beste goudsmeden. Dat is te merken op de tentoonstelling. Van 1910 tot 1945 werd Korea bezet door Japan. Daarbij werd het Japanse schoolsysteem ingevoerd en de Koreaanse taal en geschiedenis werden vervangen door Japanse varianten. Kortom, de bezetter probeerde Korea als natie te wissen. Bij de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 kwam het noordelijke en zuidelijke deel respectievelijk onder Sovjet-Russische en Amerikaanse invloed. Deze deling liep langs de 38ste breedtegraad en was bedoeld als een tijdelijke oplossing in afwachting van een vrij en onverdeeld Korea. Door het uitbreken van de Koude Oorlog werd de hereniging van Korea zo goed als onmogelijk. Het zuiden werd in 1948 onafhankelijk met de pro-Amerikaanse president Rhee als leider. In het noorden werd de Democratische Volksrepubliek Korea uitgeroepen rond leider Kim Il Sung. Beiden eisten echter de soevereiniteit over het hele
schiereiland op wat in juli 1950 in een burgeroorlog ontaardde. ZuidKorea werd officieel gesteund door het Westen. Noord-Korea werd (nietofficieel) gesteund door de USSR en China. Door een interventie van VN-troepen waaraan ook België deelnam, werd pas na ruim drie jaar strijd een wapenstilstand gesloten. Er is echter nog altijd geen vredesverdrag, waardoor de twee landen vandaag officieel nog altijd in oorlog zijn. De toenmalige frontlijn werd tot gedemilitariseerde zone verklaard en doet vandaag nog altijd dienst als een soort Berlijnse muur. Na de oorlog bleven de landen apart bestaan. Het stalinistische Noord-Korea isoleerde zich van de rest van de wereld en zit vandaag economisch en sociaal aan de grond. De bevolking leeft er in erbarmelijke omstandigheden onder de dictatuur van Kim Jong Il. Toch komt het land af en toe met zijn nucleair testprogramma internationaal in het nieuws. Zuid-Korea ontwikkelde zich na een militair bewind tot een welvarende democratische republiek. Tegenwoordig zijn er voorzichtige wederzijdse toenaderingspogingen (bv. de mogelijkheid om familie aan de andere kant te bezoeken of testritten met treinen).
Boeddhisme: religie of iets anders? Richard Gere en Tina Turner lijken gelukkige mensen sinds ze zich bekeerd hebben tot het boeddhisme. Ook de Tibetaanse Dalai Lama straalt innerlijke rust uit ook al is de situatie in zijn thuisland verre van rooskleurig. Hoe komt dat toch? Wat is het boeddhisme? Het boeddhisme ontstond in de zesde eeuw vóór Christus in het noordoosten van het huidige India. Het vindt zijn oorsprong in de historische figuur van de prins Siddharta Gautama die al mediterend ontdekte dat het lijden alomtegenwoordig en bijgevolg een kenmerk van het leven zelf is, maar dat er ook een weg is naar geluk. Vanaf dat moment werd Siddharta”Boeddha” genoemd wat “de verlichte betekent of “hij die wakker is”. Als boeddhist moet je de vier edele waarheden kennen. Dat zijn de vier hoofdzaken die de Boeddha ontdekte: 1) leven is lijden 2) de oorzaak van het lijden is de begeerte: we denken dat we het middelpunt zijn van het heelal, we verlangen naar zaken die ons geen bevrediging kunnen geven en we hechten ons aan dingen die niet blijvend zijn, we lijden dan door het verlies 3) door de begeerte en de gehechtheid op te heffen houdt ook het lijden op: we moeten dus de ik-illusie doorprikken, zo komen we tot een toestand van niet-lijden 4) er bestaat een pad naar bevrijding: er is een weg naar het geluk of het nirvana. Dat wordt het edele achtvoudige pad genoemd en bestaat uit juist begrijpen, juiste intenties, juist spreken, juiste handelingen, juist levensonderhoud (beroep), juiste aandacht, juiste inspanning en juiste
mentale absorptie. Boeddhisten geloven dat iedereen na zijn dood opnieuw geboren wordt. Het nieuwe leven is wel afhankelijk van je “karma” of de optelsom van alle goede en kwade dingen die je in je vorig leven gedaan hebt. Uit de kringloop van wedergeboorten ontsnappen en een toestand van volmaakte vrede (“nirvana”) bereiken is het ultieme doel van het boeddhisme. Wie dat kan is een “boeddha”. De eerste Boeddha was dus een mens die het nirvana heeft bereikt. Hij heeft dus niets te maken met wat wij in het westerse denken “God” zouden noemen. Boeddhisme is geen religie in de eigenlijke betekenis van het woord maar eerder een levenswijze waarbinnen alles draait om juiste handelingen en de juiste aandacht voor het leven. Nochtans word de Boeddha in vele landen vereerd alsof hij een god was. Ook beelden van bodhisattva’s worden vereerd. Dat zijn wezens die de zijnswijze van een verlichte in zich hebben en dus Boeddha kunnen worden en opgaan in het nirvana. Maar toch blijven ze op aarde om deze wijsheid te delen en om de lijdende mens op weg te helpen naar verlossing. Het bidden en offeren voor de beelden helpt de mensen op het moeilijke lange pad naar de verlichting. Boeddhisten plaatsen dan ook meestal drie offergaven voor het Boeddhabeeld: een kaars, bloemen en wierook. Soms wordt ook rijst of voedsel geofferd of wordt er water over het boeddhabeeld gegoten. Na de dood van Boeddha verspreidden zijn inzichten zich van het ene land naar het andere in Azië waarbij de leer zich aanpaste aan de inheemse culturen en denkwijzen. Er bestaan dan ook vele verschillende stromingen en sekten in het boeddhisme. Tegenwoordig is het boeddhisme ook gekend en aanwezig in het Westen.
Boeddhisme in Korea In de vierde eeuw kwam het boeddhisme vanuit China in Korea terecht waar het al gauw als staatsgodsdienst werd aangenomen. Later brachten de Koreanen het naar Japan. Het Koreaanse boeddhisme heeft sterke banden met het inheemse sjamanisme, een oeroude natuurgodsdienst. Daarin gelooft men dat de hele natuur doordrongen is van krachten of geesten die het leven van de mens beïnvloeden. Bergen, bomen, rivieren, dieren en planten hebben een geest of worden als goden gezien en worden vereerd om hun spirituele kracht. Als bemiddelaar treedt een sjamaan op. Hij kan via dans en muziek in trance komen en zo in contact treden met deze goden en geesten. De eerste Koreaanse koningen waren sjamanen. Zij waren de magisch-religieuze leiders van hun tijd. Hoewel het sjamanisme later verboden werd is het tot op vandaag nog springlevend. Het boeddhisme versmolt heel gemakkelijk met het sjamanisme omdat de verering van natuurkrachten niet inging tegen het boeddhistische gedachtegoed. Zo is de lotusbloem een bekend boeddhistisch symbool. In de oudste boeddhistische kunst werd de
Boeddha ook nooit in zijn menselijke gedaante uitgebeeld maar bijvoorbeeld door de boom waaronder hij tot de verlichting kwam.
Gedurende de zevende en achtste eeuw maakte Korea een eerste grote bloeiperiode van het boeddhisme mee. Dat kwam het sterkst tot uiting in de architectuur. Er werden prachtige tempels en kloosters gebouwd. Daarna kwam de periode onder de Koryo-dynastie (918-1392) die ook wel het gouden tijdperk van de boeddhistische kunst genoemd wordt. Vooral de schilderkunst (draken, lotusbloemen, taferelen uit het leven van de Boeddha) en de keramiek (rituele voorwerpen zowel als gebruiksvoorwerpen) bereikten een hoogtepunt. Het is ook de periode van de enorme boeddhabeelden (tot 18 meter hoog). Aan de bevoorrechte positie van het boeddhisme kwam een eind met het Chosonrijk (1392-1897) omdat toen het confucianisme als staatsgodsdienst verkozen werd. Het boeddhisme werd officieel onderdrukt. Als gevolg daarvan verminderde zijn invloed in de samenleving en op de kunsten. Tijdens de bezetting van 1910 tot 1945 probeerden de Japanners het Koreaanse boeddhisme naar Japans voorbeeld te organiseren. Na de bevrijding kwam er terug een bloei. Vandaag is er wel geen officieel cijfer voorhanden van het aantal aanhangers, zeker niet van hun aantal in Noord-Korea . Er zijn wel officieel 19 boeddhistische sekten. Zij verschillen van andere boeddhisten bijvoorbeeld door hun celibataire monniken die grijze kledij dragen in plaats van de oranje gewaden.
Mooie dingen Korea noemt men vaak 'Het land van de ochtendkalmte'. De rest van de dag is dan wel ongewoon levendig. Een buitengewone kleurenpracht, een levendige spiritualiteit en vooral een geslaagd samengaan van pure traditie met verregaande moderniteit en van de vurigheid van het volk met individuele bezieling. Sjamanistische rituelen bestaan harmonieus naast confucianisme en christendom, beschermd door de majestueuze glimlach van Boeddha. De verscheidenheid van het hedendaagse Korea is het ontdekken waard. De tentoonstelling “Boeddha’s glimlach” kan een begin zijn. De tentoonstelling is geen volledig overzicht van het Koreaanse boeddhisme. Maar het is wel een fikse inleiding tot de vijfduizend jaar oude cultuur van het land. En voor wie gewoon wil genieten van mooie dingen: er zijn prachtige beelden, sieraden, reliekhouders en al wat blinkt is van goud of toch bijna…
Carine De Vos Bron: schoolmap Bozar Korea –Boeddha’s glimlach