BLS-2 Studentenklapper Medisch Technisch Vaardigheidsonderwijs
!!! Deze les heeft een verplichte E-module
!!!
Samenstelling: Afdeling Klinisch Vaardigheidsonderwijs, UMC Utrecht
Organisatie De volgende informatie betreft de les BLS-2. Deze les wordt de student aangeboden in het kader van het Praktisch Lijn Onderwijs (PLO). Deze les wordt gegeven gedurende jaar 2 van het reguliere curriculum Geneeskunde.
Locatie Het onderwijs vindt plaats op de afdeling Klinisch Vaardigheids Onderwijs op de derde etage van het A.A. Hijmans van den Berghgebouw; adres: Universiteitsweg 98 te Utrecht.
Docenten Deze les wordt verzorgd door docenten (supervisor/en en student-assistenten) van het KVO in samenwerking met de divisie Spoedeisende Hulp. © Afdeling Klinisch Vaardigheids Onderwijs, UMC Utrecht
Zelfstudie vooraf Van de student wordt verwacht dat deze de studentenklapper bestudeerd heeft en de E-module Basic Life Support-2 tijdig heeft doorlopen en afgerond. E-module Basic Life Support-2 Voor de les Basic Life Support-2 is een E-module ontwikkeld ter voorbereiding op de les. Deze module vervangt de schriftelijke zelfstudievragen van de studentenklapper. In deze module worden de onderzoeken en verrichtingen van deze les behandeld. Met het doorlopen van deze E- module wordt beoogd dat u uw tijd in de les maximaal kunt besteden aan het oefenen van het onderzoek. * Toegangseis van de les Het tijdig doorlopen van de gehele E- module (inclusief zelftoets) is verplicht en is een voorwaarde voor toegang tot de les (Reglement examencommissie geneeskunde studiejaar 2013/2014). Het is daarom van belang om op tijd te beginnen aan de Emodule. De uitslag van de zelftoets geeft u inzicht in uw kennis, maar een voldoende score hiervan geldt op dit moment niet als toegangseis voor de les. * Beschikbaarheid module De E-module wordt via BlackBoard beschikbaar gesteld 1 week voorafgaand aan de PLO-lessen. Voor student-assistenten 1 week voor de eerste training. * Starten van de E-module U vindt de link naar de E-module op Blackboard in de sectie van het PLO jaar 2 onder Leerstof PLO MT E-module BLS-2. Voordat u toegang heeft tot de Emodule wordt u gevraagd om uw groepsnummer in te vullen. Hierna kunt u de module starten. Zorg ervoor dat u de mogelijkheid hebt om ook geluid te horen met bv het gebruik van een koptelefoon. Van u wordt verwacht dat u de gehele module hebt afgerond voor de beschreven deadline voor de PLO-les waarin u bent ingedeeld. De deadline kunt u vinden op Blackboard en in de E-module zelf De deadline geldt voor het doorlopen hebben van de gehele module (inclusief zelftoets). De module duurt ongeveer 1 tot 1.5 uur. * Ruilen van les Indien u de datum en tijd van de les ruilt, verschuift de deadline voor het doorlopen met de les mee. Begin dus ruim op tijd! U bent zelf verantwoordelijk om de E-module op tijd af te sluiten. Aan het begin van de les vindt er een korte inventarisatie naar knelpunten ten aanzien van de E-module plaats. Gedurende de les zullen deze eventuele knelpunten voor zover mogelijk worden besproken.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
2
Verplicht studiemateriaal E-module Basic Life Support-2 www.reanimatieraad.nl Hier vindt u de in Nederland geldende richtlijnen, waaronder de richtlijnen “Basale reanimatie van volwassenen” en “Basale reanimatie van kinderen” welke in deze les gebruikt worden.
Programma Lestijden zijn 1u 45min = 105 minuten 09.00 - 10.45u 11.00 - 12.45u 13.15 - 15.00u 15.15 - 17.00u Groep I (3 lokalen) 09.00-09.05 / 11.00-11.05 / 13.15-13.20 / 15.15-15.20:
Groep II (3 lokalen)
Formeren groepjes, max. 8 studenten. Voorstellen student-assistent. Presentielijst, naamstickers schrijven, inventarisatie n.a.v. knelpunten zelfstudie E-module
5’ 09.05-09.50 / 11.05-11.50 / 13.20-14.05 / 15.20-16.05:
45’
SHIFT BLS volwassenen 10’ Scenario (opdracht 1) 15’ Opdracht 2 en 3 10’ Scenario (opdracht 4) 10’ Demo stabiele zijligging en opdracht 5
09.50-09.55 / 11.50-11.55 / 14.05-14.10 / 16.05-16.10:
SHIFT BLS en luchtwegobstructie kind/zuigeling 15’ Demo BLS kind 10’ Opdracht 6 10’ Demo luchtwegobstructie 10’ Opdracht 7
WISSEL LOKALEN
5’ 09.50-10.00 / 11.20-12.00 / 13.35-14.15 / 15.35-16.15:
45’
SHIFT BLS en luchtwegobstructie kind/zuigeling 15’ Demo BLS kind 10’ Opdracht 6 10’ Demo luchtwegobstructie 10’ Opdracht 7
10.40-10.45 / 12.40-12.45 / 14.55-15.00 / 16.55-17.00:
SHIFT BLS volwassenen 10’ Scenario (opdracht 1) 15’ Opdracht 2 en 3 10’ Scenario (opdracht 4) 10’ Demo stabiele zijligging en opdracht 5
Samenvatting, opruimen
5’
Er kan van lokaal gewisseld worden wanneer de zoemer klinkt. In verband met het ordelijk verloop van de lessen niet eerder of later wisselen. Het programma laat geen ruimte voor een koffiepauze.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
3
Voorbereiding De student dient er rekening mee te houden dat in principe elke student ook als proefpersoon fungeert. De proefpersoon hoeft zicht tijdens deze les niet te ontkleden. Er wordt van de student / proefpersoon én zijn of haar medestudenten een professionele opstelling verwacht.
BLS-2 Inleiding In de eerste twee studiejaren wordt de systematische uitvoering van het lichamelijk onderzoek aangeleerd in diverse lessen van PLO Medisch Technische Vaardigheden (MT). In die lessen komt steeds een deel van het onderzoek aan bod dat geïntegreerd kan worden in het totale lichamelijk onderzoek. Het onderzoek wordt onderling geoefend, waarbij elke student afwisselend proefpersoon en onderzoeker is. Belangrijke basiseisen aan de uitvoering van het lichamelijk onderzoek die in het tweede jaar steeds terug zullen komen zijn: Professioneel gedrag: een professionele omgang van de arts gedurende het spreekkamer contact met de patiënt; gesimuleerd in de onderwijsgroepen; Anatomie in vivo: oriëntatie op de anatomie van het levende lichaam; Betrouwbaarheid van de bevindingen. Interpretatie van bevindingen (Jaar 2) Herkennen van pathologische bevindingen (Jaar 2) Tijdens deze les maakt de student kennis met basale reanimatie van volwassenen (herhaling) en kinderen, luchtwegmanagement en ritmeherkenning en defibrilleren. Deze training vindt plaats tijdens het blok Circulatie III. In het eerste studiejaar heeft de student kennis gemaakt met BLS en AED, de training BLS-2 bestaat deels uit herhaling en deels uit nieuwe vaardigheden en kennis. Overzicht opbouw lessen eerste hulp: Jaar 1 EHBO o Protocol BLS-AED volwassene o Acute bloeding o (Wond)verbanden BLS-AED o Protocol BLS-AED volwassene o Chin lift, trauma chin lift en jaw thrust o Pocketmask o Protocol verslikking en verstikking volwassene o Stabiele zijligging Wondbehandeling o Steriel werken o Hechten Jaar 2
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
4
BLS-2 (deze les) o Herhaling BLS-AED volwassene o Handelen bij collaps zonder ademstilstand volwassene o Protocol BLS kind en zuigeling o Protocol verslikking kind en zuigeling Recept en Medicatietoediening Jaar 3 ABCDE o ABCDE methodiek o Herhaling BLS-AED AB o Airway diagnostiek en therapie met hulpmiddelen o Breathing diagnostiek en therapie met hulpmiddelen Circulation o Protocol ACLS Jaar 4 BLS kind o Protocol BLS kind o Inleiding Neonaat Inhoud van de les: (Herhaling) basale reanimatietechnieken bij volwassenen en AED Handelen bij gecollabeerd slachtoffer zonder ademstilstand Basale reanimatietechnieken kinderen en zuigelingen Protocol luchtwegobstructie kinderen en zuigelingen Tijdens deze les worden de diverse onderdelen van het onderzoek door de studenten op elkaar geoefend. Mochten er tijdens de uitvoering van het onderzoek afwijkingen worden gevonden, of de verdenking op afwijkingen bestaan, laat dan de supervisor van het onderwijs dit altijd controleren.
Eindtermen Na het doorlopen van de E-module en het volgen van deze les kan de student: Beoordelen of er sprake is van een normale ademhaling zowel bij een oefenfantoom (volwassene, junior en baby) als bij een gezonde proefpersoon en bevindingen benoemen; De indicatie stellen voor het starten van BLS bij zowel volwassenen als kinderen en zuigelingen; Basic Life Support uitvoeren op een reanimatie fantoom voor volwassenen, kinderen en baby’s conform het protocol van de Nederlandse ReanimatieRaad (NRR) versie 2010; De indicatie stellen voor een stabiele zijligging;
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
5
Een volwassen proefpersoon correct en veilig in een stabiele zijligging leggen; In een reanimatie op een reanimatiefantoom (volwassene) een AED gebruiken conform het protocol van de Nederlandse Reanimatie Raad versie 2010; Het verstikkingsprotocol (NRR) en bijbehorende handelingen (buikstoot) uitvoeren bij een kind of zuigeling, student kan dit demonstreren op een oefenfantoom (junior of baby).
SHIFT Deze shift bestaat uit twee delen: deel 1a behandeld een casus waarbij gereanimeerd moet worden en het gebruik van de AED wordt herhaald. Deel 1b bevat een casus waarbij niet gereanimeerd wordt, maar wel moet worden gehandeld.
Deel 1a – BLS volwassenen en AED CASUS U loopt samen met een paar vrienden op straat langs een oploopje van mensen. Er ligt iemand op de grond en er wordt geroepen “Bel 112”, en “Heeft er hier iemand EHBO?” Er heeft zich nog niemand echt over het slachtoffer gebogen. Uw vrienden kijken u aan: U bent immers geneeskundestudent: “Doe iets!”
Opdracht 1 Twee studenten voeren de bovenstaande casus uit, de overige studenten observeren: de helft let op technische uitvoering, de helft op volgorde van handelen. Wat gaat er goed? Wat kan beter? Maak hierbij gebruik van de checklist BLS en AED volwassene (bijlage 1).
Opdracht 2 Werk in koppels of drietallen. Controleer en reanimeer de reanimatiepop met circulatiestilstand volgens het protocol. Maak elk een registratiestrookje van een paar cycli compressie en beademing. Laat de student-assistent het strookje beoordelen. Observeer elkaar met behulp van de checklist BLS volwassene (bijlage 1) en geef tips ter verbetering. Let op de technisch juiste uitvoering van de handelingen. Let vooral op: Frequentie thoraxcompressies en laatste tien hardop tellen Plaatsing van de handen Compressiediepte en omhoog komen van de thorax Volume ademteug Snelheid bij afwisselen thoraxcompressie en ventilatie
Opdracht 3 In het lokaal is 1 AED beschikbaar bij een daarvoor geschikte simulatiemannequin: hiervan dienen groepen om beurten gebruik te maken. Gebruik de checklist BLS en
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
6
AED volwassene (bijlage 1) om elkaar door de procedure heen te helpen. De studentassistent begeleidt allen.
Deel 1b - Collaps CASUS U fiets van huis naar de universiteit. U komt over een fietspad dat tussen een sloot en een heg loopt. U ziet in de verste een man wandelen, plotseling zakt hij echter in elkaar. U versnelt tot u bij de man bent, stopt, stapt af, kijkt of u de man veilig kunt benaderen en loopt naar hem toe. Er is verder niemand in de buurt. Op uw schudden en aanspreken reageert de man niet en houdt hij de ogen gesloten. U opent de ademweg van het slachtoffer en controleert de ademhaling: de man heeft een snurkende ademhaling van 20/min. U ziet geen andere opvallende verwondingen. U pakt uw mobiele telefoon en belt 112.
Opdracht 4 De student-assistent wijst een student aan die de bovenstaande casus zal uitspelen. Een andere student wordt gevraagd zich beschikbaar te stellen als proefpersoon (“slachtoffer”). Wees voorzichtig in uw aanpak: uw collega is niet echt bewusteloos. De overige studenten observeren: één groep bekijkt de volgorde van de handelingen, de andere groep kijkt naar de technische uitvoering van de handelingen.
Demonstratie 1: Stabiele zijligging De student-assistent zal een demonstratie geven van de techniek van de stabiele zijligging. Eén van u wordt gevraagd zich beschikbaar te stellen als proefpersoon (“slachtoffer”).
Opdracht 5 Werk in koppels of drietallen. Wanneer er wel ademhaling (en dus ook circulatie) is, kunt u het slachtoffer in stabiele zijligging leggen. Oefen deze techniek op elkaar door uw collega van rugligging naar stabiele zijligging te draaien. Maak hierbij gebruik van de checklist stabiele zijligging (bijlage 3).
SHIFT Deze shift bestaat uit twee delen: BLS bij kind en zuigeling worden behandeld in deel 2a, luchtwegobstructie bij kind/zuigeling wordt behandeld in deel 2b.
Deel 2a – BLS kind en zuigeling Demonstratie 2: BLS bij kind en zuigeling 2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
7
De student-assistent zal een demonstratie van de BLS bij kinderen volgens de NRR richtlijn “Basale reanimatie van kinderen” geven. Observeer aan de hand van de checklists BLS zuigeling en BLS kind >1 jaar (bijlages 7 en 8).
Opdracht 6 Werk in koppels of drietallen. Voer de BLS reanimatie uit op zowel de Baby als de Junior pop volgens het professionele protocol reanimatie bij kinderen. Observeer zoals eerder met behulp van checklists BLS zuigeling en BLS kind >1 jaar (bijlages 7 en 8).
Deel 2b – Luchtwegobstructie kind en zuigeling Demonstratie 3: Luchtwegobstructie bij kind en zuigeling De student-assistent zal een demonstratie geven van het verwijderen van een luchtwegobstructie door een vreemd voorwerp bij kinderen volgens de NRR richtlijn “Luchtwegobstructie bij kinderen”. Observeer aan de hand van de checklist luchtwegobstructie bij kind/zuigeling (bijlage 9).
Opdracht 7 Werk in koppels of drietallen. Voer het protocol luchtwegobstructie uit op zowel de Baby als de Junior pop volgens het professionele protocol reanimatie bij kinderen. Observeer elkaar zoals eerder met behulp van de checklist luchtwegobstructie bij kind/zuigeling (bijlage 9).
Afronding van de les De student-assistent zal de verschillende onderdelen van de les langslopen en eventuele vragen/onduidelijkheden kort behandelen. .
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
8
Bijlage 1 – Checklist AV: BLS-AED volwassene Algemene instructies Gebruik handschoenen bij het oefenen op de fantomen. Controle reanimatiebehoefte Controleer of de situatie veilig is om het slachtoffer te benaderen. Controleer of de situatie veilig is om het slachtoffer daar te laten. Controleer het bewustzijn: roep luid aan: “Gaat het” en schud voorzichtig. Vraag een omstander in de buurt te blijven om eventueel te helpen. Instrueer specifiek: “Kunt u er even bij blijven, misschien heb ik zo uw hulp nodig.” Controle normale ademhaling Voer een chin lift en head tilt (tenzij deze is gecontra-indiceerd) uit met één hand, druk niet op de luchtpijp van het slachtoffer. (Zie checklist Jaw Thrust, Chin Lift en Trauma Chin Lift) Kijk, luister en voel gedurende maximaal 10 seconden naar tekenen van normale ademhaling. Interpreteer de bevindingen en geef conclusie: Wel/niet opstarten reanimatie Wel/niet 112 (laten) bellen Handel naar conclusie, instrueer eventuele helpers om 112 te bellen en een AED te halen. Wees specifiek: “Wilt u 112 bellen, zeggen dat het om een reanimatie gaat, een AED halen en terugkomen” . Bij conclusie reanimeren, ga verder met protocol: Thoraxcompressies Neem plaats naast het slachtoffer, met de knieën ter hoogte van de thorax zo dicht mogelijk tegen het slachtoffer aan. Plaats de hiel van één hand midden op het sternum van het slachtoffer. Plaats de hiel van de andere hand bovenop de eerste. Haak nu de vingers van beide handen ineen. Breng het bovenlichaam met gestrekte armen boven het slachtoffer. Druk het sternum 5-6cm loodrecht naar beneden, oefen hierbij geen druk uit op de bovenbuik, ribben en het processus xiphoideus. Laat het sternum geheel omhoogkomen zonder het contact tussen uw hand en het sternum te verbreken. Start de reanimatie met 30 thoraxcompressies. Houdt een tempo aan van 100-120 thoraxcompressies per minuut. Het indrukken en terugveren van het sternum moet ongeveer even lang duren. Beademen (zonder hulpmiddelen) Beoordeel: wel of niet head tilt (niet bij verdenking letsel wervelkolom). Voer een chin lift uit met één hand. Leg hand op voorhoofd (evt. head tilt) en knijp met de vingers de neus van het slachtoffer dicht. Breng de mond over de mond van het slachtoffer en sluit deze geheel af.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
9
Blaas rustig gedurende 1 seconde (500-700 cc) lucht in de thorax, totdat deze omhoog komt. Kijk uit de ooghoeken of de thorax omhoog komt. Haal de mond van de mond van het slachtoffer en kijk of de thorax weer naar beneden gaat. Indien thorax niet omhoog komt: controleer mondholte op zichtbare / voelbare obstructies en verwijder deze. controleer techniek van chin lift/head tilt. Geef twee beademingen achter elkaar, samen mogen deze maximaal 5 seconden duren Ga direct verder met 30 thoraxcompressies. Ook wanneer een beademing niet effectief is: na twee keer beademen doorgaan met thoraxcompressies. Verhouding compressies en beademen Ga verder met thoraxcompressies en beademen in de verhouding 30:2. Indien meerdere hulpverleners: wissel elke 2 minuten/5 cycli van hulpverlener, wissel zo snel mogelijk. Ga door tot: de AED is aangesloten ambulance/hulpverlenersteam gearriveerd is slachtoffer weer bij bewustzijn komt (ogen open en normaal ademen) u uitgeput bent Onderbreek de reanimatie niet om tussentijds de vitale functies te controleren.
AED Ontbloot de borst van het slachtoffer. Zet de AED aan.
Breng elektrodes aan (locatie afhankelijk van type AED).
Stop de BLS om ritme te laten analyseren door AED.
Volg de aanwijzingen van de AED op.
Bij schokadvies Controleer of iedereen afstand van het slachtoffer houdt. Druk de schokknop in (afhankelijk van type AED). Hervat na elke schok onmiddellijk BLS 30:2 en luister naar volgende instructie AED. Volg instructies AED op.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
10
Bijlage 2 – Checklist AV: Jaw Thrust, Chin Lift en Trauma Chin Lift Algemene instructies Gebruik handschoenen bij het oefenen op de fantomen. JAW THRUST Neem plaats achter het slachtoffer bij het hoofdeinde. Leg beide handen om het hoofd van het slachtoffer. Pak met de vingers het hoofd vast. Zet beide duimen op de beide zygoma van het slachtoffer en breng het hoofd in neutrale positie. Duw met middel- en ringvinger de kaak naar voren (=omhoog). Houd dit vol totdat de luchtweg definitief verzorgd is en een vrije ademweg gegarandeerd is. Algemene instructies Gebruik handschoenen bij het oefenen op de fantomen. CHIN LIFT Benader het slachtoffer van de zijkant. Leg de toppen van de wijs- en middelvinger aan de onderzijde van de kin. Trek de kin naar voren in de lijn van de onderkaak tot deze maximaal naar voren is. Houd dit vol totdat de luchtweg definitief verzorgd is en een vrije ademweg gegarandeerd is. Chin lift wordt bij reanimatie van volwassene en kind >1 jaar uitgevoerd in combinatie met head tilt (chin lift, hand op voorhoofd en hoofd in lichte extensie brengen). NIET uitvoeren bij zuigeling of bij vermoeden op trauma. Algemene instructies Gebruik handschoenen bij het oefenen op de fantomen. TRAUMA CHIN LIFT (uitvoeren bij verdenking trauma wanneer jaw thrust geen optie is) Liggend slachtoffer: van zijkant of hoofdeinde benaderen. Leg de duim op de voorzijde van de kin. Leg de wijs- en middelvinger aan de onderzijde van de kin, buig deze iets. Neem de kin tussen de duim en vingers stevig vast. Trek de kin naar voren in de lijn van de onderkaak tot deze maximaal naar voren is, open dan de mond door de kaak iets naar beneden te trekken en kijkt/voelt in de mond. Let op: hoofd niet in extensie brengen wanneer er vermoeden op trauma is. Houd positie vol totdat de luchtweg definitief verzorgd is en een vrije ademweg gegarandeerd is.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
11
Bijlage 3 – Checklist AV: Stabiele zijligging Algemene instructies Gebruik handschoenen bij het oefenen op de fantomen. Neem plaats aan de kant waar u het slachtoffer naar toe wilt draaien.
Pak met twee handen de arm die het meest dichtbij ligt bij pols en elleboog vast. Breng deze arm tot 90° t.o.v. lichaamsas, elleboog gestrekt en handpalm naar boven.
Leg de andere arm van het slachtoffer over de borstkas van het slachtoffer en leg de rug van de hand tegen de kin/wang van het slachtoffer.
Pak het verst liggende been in de knieholte en trek dit been omhoog.
Leg een hand op deze gebogen knie, de andere hand in de hand van het slachtoffer. Rol het slachtoffer rustig om door te trekken aan de knie en begeleid het hoofd m.b.v. uw andere hand. Laat de knie van het slachtoffer los als de beweging over het dode punt is en laat het been op de grond rusten.
Controleer of het slachtoffer goed ligt, hoofd in licht extensie met de mond schuin naar beneden, zodat evt. bloed/braaksel uit de mond loopt.
Controleer elke minuut de ademhaling (één hand op de borstkas, één hand op de rug en controleer expansie). Draai het slachtoffer zo mogelijk (niet bij trauma!!!) elk half uur op de andere zijde (i.v.m. doorliggen). Ga door met controleren (en draaien) tot de ambulance arriveert, laat het slachtoffer niet alleen.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
12
Bijlage 4 – Checklist AV: BLS zuigeling (0-1 jaar) Algemene instructies Gebruik handschoenen bij het oefenen op de fantomen. Controle reanimatiebehoefte Controleer of de situatie veilig is om het slachtoffer te benaderen. Controleer of de situatie veilig is om het slachtoffer in de situatie te laten. Controleer het bewustzijn: roep luid aan “Gaat het” en schudt voorzichtig. Roep iemand om te helpen of instrueer een omstander beschikbaar te blijven om eventueel te helpen. Instrueer specifiek: “Kunt u er even bijblijven, misschien heb ik zo uw hulp nodig.” Controle normale ademhaling Voer een chin lift uit met één vinger, druk niet op de luchtpijp van het slachtoffer. Kijk, luister en voel gedurende maximaal 10 seconden naar tekenen van normale ademhaling. Interpreteer de bevindingen en geef conclusie: wel/niet opstarten reanimatie. wel/niet 112 laten bellen; geef aan dat het om een reanimatie van een kind gaat, wilt u een AED halen en terugkomen (indien u alleen bent, belt u pas na 1 minuut reanimeren 112). Bij conclusie ademstilstand, start met 5 initiële beademingen volgens het protocol (ook als de AED al aanwezig is): Beademen (zonder hulpmiddelen) Voer een chin lift uit met één vinger het hoofd in neutrale positie. Leg hand op voorhoofd (géén head tilt). Breng de mond over de mond en neus van het slachtoffer en sluit deze geheel af. Blaas rustig, gedurende 1 seconde, lucht in de thorax, zodat deze uitzet. Kijk uit de ooghoeken of de thorax uitzet. Haal de mond van de mond van het slachtoffer en kijk of de thorax weer terugveert. Indien thorax niet uitzet: controleer mondholte op zichtbare / voelbare obstructies en verwijder deze. controleer techniek van chin lift. Geef vijf beademingen achter elkaar. Indien het slachtoffer geen normale ademhaling terugkrijgt, start met thoraxcompressies. Thoraxcompressies (één hulpverlener) Houd met één hand het hoofd in neutrale positie.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
13
Plaats twee vingers van de vrije hand midden op de borstkas.
Druk het sternum 1/3 van de diepte van de thorax in, laat het sternum geheel terugveren zonder het contact tussen vingers en sternum te verbreken. Voer 15 thoraxcompressies achter elkaar uit. Houdt een tempo aan van 100-120 thoraxcompressies per minuut. Het indrukken en terugveren van het sternum moet ongeveer even lang duren. Thoraxcompressies (meerdere hulpverleners) Hulpverlener 1: Voer een chin lift uit met één hand, houd het hoofd in neutrale positie met een hand op het voorhoofd (géén head tilt). Beadem twee keer na 15 compressies. Hulpverlener 2: Plaats de duimen naast elkaar (toppen naar boven) op de onderste helft van het sternum.
(HV2) Vouw de overige vingers gesloten om het onderste deel van de thorax, waarbij de vingertoppen de rug van de zuigeling steunen. (HV2) Druk het sternum 1/3 van de diepte van de thorax in, laat het sternum geheel terugveren zonder het contact tussen vingers en sternum te verbreken. Voer 15 thoraxcompressies achter elkaar uit. Houdt een tempo aan van 100-120 thoraxcompressies per minuut. Het indrukken en terugveren van het sternum moet ongeveer even lang duren. Verhouding compressies en beademen Ga verder met thoraxcompressies en beademen in de verhouding 15:2. Onderbreek de thoraxcompressies zo kort mogelijk om te beademen. Indien meerdere hulpverleners: wissel elke 2 minuten/5 cycli van hulpverlener, wissel zo snel mogelijk. Ga door tot: slachtoffer weer bij bewustzijn komt; ambulance/hulpverlenersteam gearriveerd is; of u bent uitgeput. Onderbreek de reanimatie niet om tussentijds de ademhaling te controleren. Bij 1 hulpverlener 1 minuut na start protocol: bel 112/reanimatieteam.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
14
Bijlage 5 – Checklist AV: BLS kind (>1 jaar) Algemene instructies Gebruik handschoenen bij het oefenen op de fantomen. Controle reanimatiebehoefte Controleer of de situatie veilig is om het slachtoffer te benaderen. Controleer of de situatie veilig is om het slachtoffer in de situatie te laten. Controleer het bewustzijn: roep luid aan “Gaat het” en schudt voorzichtig. Roep iemand om te helpen of instrueer een omstander beschikbaar te blijven om eventueel te helpen. Instrueer specifiek: “Blijf bij het slachtoffer, misschien heb ik u zo nodig om te helpen.” Controle normale ademhaling Voer een chin lift uit met één of twee vingers, druk niet op de luchtpijp van het slachtoffer. Kijk, luister en voel gedurende maximaal 10 seconden naar tekenen van normale ademhaling. Interpreteer de bevindingen en geef conclusie: wel/niet opstarten reanimatie. wel/niet 112 laten bellen; geef aan dat het om een reanimatie van een kind gaat, wilt u een AED halen en terugkomen (indien u alleen bent, belt u pas na 1 minuut reanimeren 112). Bij conclusie ademstilstand, start met 5 initiële beademingen volgens het protocol (ook als de AED al aanwezig is): Beademen (zonder hulpmiddelen) Voer een chin lift uit met één hand. Beoordeel: wel of niet head tilt (niet bij verdenking letsel wervelkolom). Leg hand op voorhoofd (evt. head tilt) en knijp met de vingers de neus van het slachtoffer dicht. Breng de mond over de mond van het slachtoffer en sluit deze geheel af. Blaas rustig lucht in de thorax, zodat deze duidelijk omhoog komt. Kijk uit de ooghoeken of de thorax omhoog komt. Haal de mond van de mond van het slachtoffer en kijk of de thorax weer naar beneden gaat. Indien thorax niet omhoog komt: controleer mondholte op zichtbare / voelbare obstructies en verwijder deze. controleer techniek van chin lift/head tilt Geef vijf initiële beademingen achter elkaar. Indien het slachtoffer geen normale ademhaling terugkrijgt, start met thoraxcompressies. Thoraxcompressies Plaats, afhankelijk van de grootte van het kind, twee vingers de hiel van de hand met vingers omhoog gehouden handgreep als bij volwassene op het midden van de borstkas. Druk het sternum 1/3 van de diepte van de thorax in, laat het sternum geheel terugveren zonder het contact tussen vingers en sternum te verbreken.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
15
Voer 15 thoraxcompressies achter elkaar uit. Houdt een tempo aan van 100-120 thoraxcompressies per minuut. Het indrukken en terugveren van het sternum moet ongeveer even lang duren. Verhouding compressies en beademen Ga verder met thoraxcompressies en beademen in de verhouding 15:2. Onderbreek de thoraxcompressies zo kort mogelijk om te beademen. Indien meerdere hulpverleners: wissel elke 2 minuten/5 cycli van hulpverlener, wissel zo snel mogelijk. Ga door tot: slachtoffer weer bij bewustzijn komt; ambulance/hulpverlenersteam gearriveerd is; of u bent uitgeput. Onderbreek de reanimatie niet om tussentijds de pulsaties te controleren. Bij 1 hulpverlener 1 minuut na start protocol: bel 112/reanimatieteam.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
16
Bijlage 6 – Checklist: Luchtwegobstructie kind/zuigeling Algemene instructies Gebruik handschoenen bij het oefenen op de fantomen. Beoordeel ernst Beoordeel of er sprake is van luchtwegobstructie: Hoesten of stikken. Plotseling begin. Kort tevoren spelen met klein voorwerp of opeten. Beoordeel of er sprake is van effectief hoesten: Hoest is effectief als het kind stemgeluid produceert (huilen, luid hoesten), diep inademt voor hoesten en volledig bij bewustzijn is. Hoesten is niet effectief wanneer het kind niet kan spreken of huilen, zacht of stil hoest, niet kan ademen, tekenen van cyanose vertoont en/of er sprake is van verminderd bewustzijn. Roep om hulp als het kind niet effectief hoest en beoordeel het bewustzijn. Ga verder met het protocol: Effectieve hoest Moedig het kind aan om door te hoesten. Houd het kind goed in de gaten. Roep om hulp en beoordeel het bewustzijn als het hoesten ineffectief is of wordt. Geen effectieve hoest, bij bewustzijn
Geef 5 slagen op de rug: Zuigeling: Leg de zuigeling op de buik met het hoofd naar beneden (afbeelding) Ondersteun het hoofd door de duim van de hand op de hoek van de onderkaak te plaatsen en twee vingers op de andere kaakhoek.
Kind: Een klein kind kan over de schoot worden gelegd (afbeelding) Lukt dit niet, ondersteun het kind en laat het naar voren leunen
Geef met de hiel van de hand 5 slagen tussen de schouderbladen. Probeer liever met iedere klap het voorwerp los te maken, dan alle 5 klappen te geven.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
17
Bij zuigeling: 5x borstcompressie Leg de zuigeling op zijn rug met het hoofd naar beneden: laat het kind op uw vrije arm rusten met uw hand om het achterhoofd, uw arm plaatst u langs of over uw dijbeen (afbeelding). Lokaliseer dezelfde plaats als bij hartmassage (in het midden van de borstkas) en plaats hier twee vingers. Geef 5 compressies, die korter en krachtiger zijn dan “gewone” thoraxcompressies, in een lager tempo. Bij kind >1 jaar: 5x buikcompressie Sta of kniel achter het kind, omarm de torso van het kind met uw armen onder die van het kind door (afbeelding) Plaats een vuist tussen het processus xiphoideus en de navel. Pak de vuist met de andere hand en trek met een snelle beweging de vuist naar u toe en naar boven. Let op dat u geen druk op het processus xiphoideus of op de onderste ribben uitoefent.
Beoordeel na de compressies opnieuw de conditie van het kind: Bij bewustzijn, obstructie niet opgeheven, herhaal 5x slagen op rug en 5x (buik/borst)compressies en beoordeel opnieuw. Bij bewustzijn, effectieve hoest of obstructie opgeheven: verwijder eventueel losse voorwerpen uit de mond. Laat het kind niet alleen. Een deel van het voorwerp kan achterblijven en complicaties geven. Zoek bij twijfel medische hulp. Laat het kind altijd onderzoeken na abdominale compressies. Bij bewustzijnsverlies, ga verder met protocol: Geen effectieve hoest, bewustzijnsverlies Leg het kind op een harde platte ondergrond wanneer het bewusteloos is of wordt. Bel 112 of laat 112 bellen indien dit nog niet gebeurd is. Laat het kind niet alleen in dit stadium, neem het kind mee wanneer u hulp gaat halen. Open de mond en kijk naar zichtbare voorwerpen die de luchtweg blokkeren. Probeer een zichtbaar voorwerp met een enkele poging met uw vingers te verwijderen. Doe geen blinde of herhaalde pogingen het voorwerp te verwijderen – hierdoor kan het voorwerp dieper in de keelholte raken en schade aanrichten. Beademen Geef vijf initiële beademingen achter elkaar, volgens protocol BLS bij zuigeling of kind >1 jaar. (zie checklist: BLS bij zuigeling of BLS bij kind) Beoordeel na elke beademing of de borstkas uitzet/omhoog komt, zo niet, repositioneer eerst het hoofd voor u een nieuwe poging doet. Thoraxcompressies Ga na maximaal 5 beademingen direct door met thoraxcompressies zonder eerst de ademhaling te beoordelen. Geef 15 thoraxcompressies zoals beschreven in de checklists BLS zuigeling of BLS kind. Bel 112/reanimatieteam of laat bellen.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
18
Controleer of het vreemde voorwerp zichtbaar is wanneer u de luchtweg vrijmaakt voor beademen. Probeer een zichtbaar voorwerp met de vingers te verwijderen in een enkele poging. Als het voorwerp loskomt, controleer de luchtweg zoals hierboven beschreven. Indien het kind nog niet zelfstandig ademt, ga verder met beademen. Zodra het kind zelfstandig ademt, leg het in stabiele zijligging. Controleer bewustzijn en ademhaling regelmatig tot ambulance/reanimatieteam is gearriveerd. Indien het voorwerp niet is losgekomen, hervat beademen en thoraxcompressies. Ga door tot: slachtoffer weer bij bewustzijn komt; ambulance/hulpverlenersteam gearriveerd is; of u bent uitgeput. Onderbreek de reanimatie niet om tussentijds de ademhaling te controleren.
2013-2014/MT 2.9/ BLS-2/ 24 sept 2013
19