2010
kerst
Blinde schipper Eric Buld kan eigenlijk alles, behalve varen Kribben gemiddeld nog maar 100 dagen per jaar zichtbaar Bestuur Maas- en Scheepvaartmuseum strijdt voor behoud Herinneringen aan de jaren ’50 van oud-Schuttevaerverslaggever Fotograaf Bas Klimbie beeldbepalend in binnenvaartgeschiedenis Sluiting politiepost Drimmelen komt onvermijdelijk dichterbij Reinhard Landau en zijn sleper Mignon gaan met pensioen Een kerstverhaal
pagina 2
kerst kerst wtk
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
We wish you a powerful Christmas and a happy new work year!
All you have to do is give us a call: +31(0)10 447 94 94. Or visit our brand new website: www.ipspersonnel.com
IHC Metalix wenst u fijne kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar! The technology innovator.
IHC Metalix www.metalix.nl
pagina 3
kerst
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
Blinde schipper Eric Buld kan eigenlijk alles, behalve varen
‘O ja, jullie hebben licht nodig om te zien’ Tekst en foto Regina Wieringa
Kopschroefmotor kapot. Wat doe je? ‘De stroom eraf, de motor onttakelen. Ergens kwam een vonk af, misschien van de sleutel op de moer die ik wilde losdraaien. De gaatjes waar normaal gesproken het gas uit kan ontsnappen, waren dicht door vet en stof. Ik stond net te dichtbij, 10 centimeter verder had ik misschien niets gehad. Ik wist meteen dat ik blind was. Ben zelf uit de machinekamer geklommen. Dat was mijn eerste ervaring als blinde.’ Schipper Eric Buld (47) werd 15 jaar geleden blind door een exploderende accu. ‘We lagen aan de palen bij Lihxe, vlakbij Luik net over de grens bij Maastricht. Ik voer als stuurman op de Orca, 1500 ton. We lagen vliegas te lossen, dat is afval van kolencentrales. In België maken ze er straatstenen van. Daar zijn ze goed in, om nog iets te maken van afval. We voeren meestal vanuit Terneuzen naar Lihxe. Ik voer met een schipper, hij was de eigenaar. ‘Na het ongeluk werd ik direct geopereerd. De dokter kwam aarzelend aan mijn bed en ik zei: “Laat me raden, ik hoef zeker voorlopig niet om 6 uur mijn bed uit”.’
Eigen schip ‘Ik heb na mijn MTS gewerkt als belichtingstechnicus in een theater. Daarna mijn dienstplicht vervuld en daarna een carrièreswitch gemaakt naar de verpleging als ziekenverzorgende om, geheel logisch, de switch te maken naar de binnenvaart.’ Dat kwam eigenlijk door zijn zus, die met een schipper ging trouwen. ‘Ik ging weleens mee en vond dat een aparte wereld. Het beviel me wel. En het werk ging me goed af. Toen vroegen ze of ik wilde meevaren. ‘In 1989 heb ik mijn eerste schip gekocht met steun van mijn zwager. Een Kempenaar van 500 ton, de Tubantia. De Tubanten waren Germanen die in 45 na Christus de Romeinen hadden verslagen. In 1993 heb ik ‘m verkocht. De scheepvaart was toen al slecht, er viel geen boterham in te verdienen. De jaren daarna ging het nog slechter, een ander schip kopen ging dus niet. Toen ben ik freelance gaan varen als stuurman en zodoende in 1995 op de Orca terechtgekomen.’ Een duidelijke herinnering heeft Eric toen hij in 1993 als een van de eerste West-Europese schepen over de Donau voer, destijds echt wild west. Hij kwam er Roemenen en Russen tegen. Duidelijk een cultuurverschil. ‘Ik kan me herinneren dat ik een touw weggooide en een Rus het uit de vuilnisbak haalde om er een armband voor zijn vrouw van te maken.’
Flappentap ‘Na mijn operatie in Maastricht ging ik naar het Oogziekenhuis in Rotterdam en op een gegeven moment zeiden ze dat ik naar huis mocht. Ik ben toen uiteindelijk ingetrokken bij mijn toenmalige vriendin op het Noordereiland. Het eerste half jaar heb ik aangeklooid. Ben naar het landelijk revalidatiecentrum in Apeldoorn geweest. Ik heb meteen vanalles ondernomen, niet bij de pakken neergezeten. Ik kreeg een blindenstok van m’n zus, die had ze ergens van-
Eric Buld op de hardloopbaan met een buddy.
daar gehaald, die was 1 meter, terwijl de stok 1,40 moet zijn gezien mijn lengte. ‘Mijn eerste zelfstandige uitstapje was naar de geldautomaat. Voorheen ging daarvoor altijd iemand mee. Ik ging eerst naar de kroeg en zei: “Ik ga naar de flappentap, hou het in de gaten”. Ik moest de straat oversteken. Een blinde moet van tevoren nadenken, ik moet daar en daar naartoe, of soms omlopen om een drukke straat goed te kunnen oversteken. Je maakt beter gebruik van je oren, je gaat niet beter horen ofzo. Een voorbeeld. Een fietser haalt mij in op de stoep, ik hoor dat hij even verderop op de stoep bij de ingang van de fietsenstalling stilstaat en hij ziet mij dichterbij komen. Hij is zenuwachtig en laat de sleutel vallen van de box. Ik zeg: “Rustig aan maar jongen.” Je hoort het en je vertaalt het in een visueel beeld. Nog een voorbeeld. Ik loop met een vriend en we willen oversteken. Ik loop verder langs een busje om daarna pas over te steken. Vriend: “Hoe weet je nou dat daar een bus staat?” Dat hoor ik. Vanwege mijn lengte steekt mijn hoofd boven personenauto’s uit. Bij een busje weerkaatst het geluid, de echo is anders.’
Ramen zemen ‘Iedereen denkt dat je niets meer kan. Je moet anders gebruik maken van de informatie die je krijgt. Je ruikt brand eerder dan dat je het ziet, net als eten dat aanbrandt, dat geldt voor iedereen. Het visuele is vaak een bevestiging.’ Vriendin Tineke: ‘Hij vroeg of ik kwam eten toen ik de eerste keer hier kwam! Hij kookt gewoon!’ Eric: ‘De wereld is niet anders als je blind bent. ‘In mijn vorige flat had ik een ruimte waarin ik kluste. Ik maakte grote tafels, 4 meter lang, 1,50 meter breed. Ik had een cirkelzaag, frees- en snijtafel. De tafels ging ik ook nog verven. Kwestie van nadenken, voor sommige dingen moet je een andere oplossing verzinnen. Zo heb ik een schuifmaat en meetlat in braille.’ Vriendin: ‘Hij doet het huishouden, zelfs de ramen zemen. Iemand had hem dat zien doen
en kon er niet over uit. ‘Dat gaat nog goed ook, beter dan sommigen.’ In huis heeft hij de bar zelf gemaakt en een badkamer geïnstalleerd die ze via marktplaats hadden gekocht. Hij heeft de drive om het te willen. Dat moet je hebben, zegt Tineke. Eric: ‘Ik blijf altijd na-
‘Ik wist meteen dat ik blind was en ben zelf de machinekamer uitgeklommen’ denken hoe ik het kan oplossen. Er kan heel veel. Iets rechthangen is moeilijk. Maar nu heb ik een waterpas op m’n iPhone en ook dat lukt nu zonder hulp van een ander.’
Tweede EK tafeltennis ‘Je kunt ook op de bank gaan zitten en iedereen die langskomt laten zeggen hoe erg ze het vinden. Maar daar houden ze op een gegeven moment mee op. Ik ben gaan zoeken wat ik nog wél kon. Bijvoorbeeld sporten. Tijdens mijn revalidatie ben ik in contact gekomen met tafeltennis voor blinden, showdown. Op het instituut vroeg iemand of ik een batje kon maken, want ik zat vaak te klooien in het handenarbeidlokaal. Ik heb er een gemaakt van plexiglas. Later vroeg ze of ik er nog meer kon maken, want ze bevielen goed. Ik zag meteen dollartekens. Maar ik wilde ze eerst zelf uitproberen en toen ben ik zelf gaan spelen. Daar interne competitie opgezet. ‘Toen ik eenmaal thuis was vroeg ik me af waar ik showdown kon gaan spelen. Dat kon in buurthuis Het Eiland, daar spelen nu zo’n 20 spelers uit de regio. De tafels heb ik in mijn vorige huis zelf gemaakt. Daar had ik een klusruimte.’ Op de showdown-vereniging zijn slechtzienden, blinden en zienden. De beste man van de wereld speelt in Rotterdam. ‘Er zijn hier veel goede spelers. Verenigingen zitten vooral in Europa, in totaal negen landen in de hele wereld. Het spel komt uit Canada. De Rotterdamse afdeling heeft Eric opgericht
in 1997. Er zijn ook verenigingen in Leiden, Den Haag en Breda. Verder is er een landelijke competitie, een Nederlands Kampioenschap, Wereldkampioenschap en Europees Kampioenschep. In 2006 is Eric tweede geworden op het EK. Hij is vijf jaar voorzitter geweest van de landelijke showdown-vereniging en heeft in die hoedanigheid internationale vergaderingen bijgewoond van de IBSA, de International Blind Sport Association, onderdeel van de Paralympics. Volgend jaar wordt het NK in Rotterdam gehouden. Volgens Eric is het vooral een klus om de financiën bij elkaar te krijgen. Hij loopt naar de computer en laat zien hoe showdown eruit ziet. Behendig surft hij naar de door hem gemaakte website, http://www. showdownrotterdam.nl waar ook een filmpje is te zien met Eric in actie. Computeren? ‘Een stem leest alle tekst voor en zegt waar in de tekst een link staat.’ Eric internet en e-mailt veel. Blind typen heeft hij geleerd in Apeldoorn. ‘Ik heb daar ook braille geleerd, binnen een maand. Het is niet zo moeilijk. Je hebt maximaal 6 puntjes, de a =1, b=2 enzovoorts. ‘Kortgeleden was buiten de kabel gebroken door werkzaamheden. Ik had geen tv, geen internet en geen e-mail. Nou dan heb ik het slecht hoor.’ Een keer was de computer stuk. Een vriend van 23 jaar kwam hem maken. Hij is ook blind en heeft de computer zonder beeld opnieuw opgestart en alle snoertjes nagekeken. Hij werkt nu bij de politie op de afdeling digitale recherche. ‘Nee, ik ga niet speciaal met blinden om, afgezien van sport. Ik wil zo normaal mogelijk leven.’
Gitaren In de huiskamer staan verschillende gitaren, versterkers en vanalles van je nodig hebt om te kunnen spelen. ‘Dat is nog niet alles.’ Eric laat een kamer zien die vol hangt met allerlei soorten gitaren. Tineke: ‘Dan moet je wel even het licht aan doen.’ Eric antwoordt nuchter en met een lachje: ‘O ja, jullie hebben licht nodig om te zien.’ Zijn allereerste vriendin maakte het uit en als troost kreeg hij een gitaar. ‘Je moet toch wat, nu importeer ik gitaren en verkoop ze via Marktplaats of Vivaria. Het is een beetje een uit de hand gelopen hobby, maar het moet vooral een hobby blijven. Ik heb geen werk, dus je moet jezelf bezighouden. Maar ik verveel me nooit.’ Zelf speelt Eric ook gitaar. ’s Avonds in de kroeg speelt hij de blues, iemand zingt en er is ook wat percussie. Nu even niet vanwege gebrek aan inspiratie, maar dat komt wel weer. Het publiek vindt het heel leuk. Tineke: ‘Als het spontaan gebeurt spelen ze de sterren van de hemel.’ Enthousiast vertelt ze verder. ‘Een vriend heeft het Noordereilandlied gemaakt. Heel leuk voor een verjaardag. Zomers op het terras zingen met gitaar en trommels. Toen Ramses Shaffy was overleden zongen ze ‘Zing, vecht, huil, bidt, lach en bewonder. Echt heel goed.’ Tineke heeft vorig jaar voor ’t eerst aan boord geslapen. ‘Met m’n hakjes ging ik aan boord. We begonnen met koffie en likeur, daarna kwam de alcohol en toen zei ik “hoe kom ik met mijn dronken kop thuis?” Voor ik het wist, werden de banken tegen elkaar gezet, de dekbedden uitgespreid en slapen maar. Het is een compleet huis, wasmachine, droger, inloop koelkast, echt geweldig, echt een heel groot schip.’ Eric: ‘Het was een containerschip.’ Lees verder op pagina 7
pagina 4
kerst
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
Nieuwe websites www.doosan.nl www.jcb-aggregraten.nl www.listerpetter.nl www.hyundai-marine.nl
7bmWoicel_d]\ehmWhZ
DIESELMOTOREN EN GENERATORSETS VOOR DE BEROEPSVAART 99H??][Y[hj_ÄY[[hZ
www.demaasbv.nl Ebocf_Wm[](+(#(+*")&-.>JHEJJ;H:7C J$&'*'/,+)&"<$&'*'/*-./"_d\e6Z[cWWiXl$db
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
kerst
pagina 5
Kribben gemiddeld nog maar 100 dagen per jaar zichtbaar
Bakens weer op kop verlaagde kribben
Straks staan de bakens weer op de kop van de krib. (Foto Rijkswaterstaat) Door Erik van Huizen
Rijkswaterstaat gaat bij de volgende reeks kribverlagingen op de Waal weer bakens op de kop van de krib plaatsen. Om die bakens bij beschadiging snel te kunnen vervangen, worden ze demontabel. Ze komen in een betonnen bak te staan waar ze met een kraan snel in en uit zijn te tillen. Rijkswaterstaat komt hiermee tegemoet aan de wensen van de binnenvaart. Op de jaarvergaderingen van de afdeling Gelderland van Koninklijke Schuttevaer vragen schippers zich al twee jaar lang af waarom de bakens na de kribverlaging niet meer op de kop stonden, maar meters er vanaf. Rijkswaterstaat verdedigde zich toen met de stelling dat de bakens op een bepaalde afstand van de vaargeul staan en die afstand zou dan veranderen. Dat zou de duidelijkheid, ook voor de binnenvaart, niet ten goede komen.
Onderzoeken Dat Rijkswaterstaat na de opmerkingen vanuit de binnenvaart de bakens niet direct op de kop heeft teruggezet, is volgens omgevingsmanager Karin van Andel van het projectteam kribverlaging van Rijkswaterstaat Projecten in Arnhem niet zo vreemd. Van Andel heeft in haar rol contact met de belanghebbenden, waaronder de binnenvaart. Zij werkt daarvoor samen met Rijkswaterstaat Oost-Nederland die reguliere overleggen heeft met Koninklijke Schuttevaer. Met de informatie die ze krijgt, voedt ze onder meer de programmadirecteur van het programma Ruimte voor de Rivier, waarvan de kribverlaging een onderdeel is. ‘We moesten natuurlijk eerst even onderzoeken wat voor een gevolgen het heeft voor de breedte van de vaarweg als de bakens op de kop staan. We hebben gekeken of dit meer geld gaat kosten en wat nu precies het belang ervan is. In de volgende reeks gaan we dit nu ook doen.
Kribben waren er al in 1200 ARNHEM Voor de kribverlaging op de Waal wilde Rijkswaterstaat meer weten over de geschiedenis van de kribben en liet een landschapshistoricus onderzoek doen. De eerste kribben in de Waal bestonden al rond 1200. ‘De mensen gingen zich toen in dorpen langs de rivieren settelen’, vertelt omgevingsmanager Karin van Andel. ‘De rivier was in die tijd nog enorm breed en pakte steeds meer land. Ook speelde mee dat de mensen vonden dat de rivier was gevormd door God. De mensen hadden dus veel ontzag voor haar. Om de dorpskernen te beschermen wanneer er veel water kwam, of in de winter als er ijs was, werden er kribben in de rivier gemaakt. Die waren toen nog niet van steen, maar van hout.’ Omdat er toen nog geen centraal gezag was, zorgden de kribben ook voor veel juridische steekspelletjes en ruzie onder de bevolking en landeigenaren. ‘De kribben zorgden voor landaanwinning. Zand bleef ertussen liggen en dat wilde iedereen natuurlijk wel. Daarom gebeurde het dat mensen kribben van anderen in brand staken. Zo verplaatste de landaanwinning zich naar hun kribben. Ook waren de mensen vaak blij als er een dijkdoorbraak was aan de andere kant van de rivier. Daarmee nam de druk op hun dijken af.’ Onder koning Lodewijk kwam begin 1800 rivierbeheer tot stand. Hij wees daarvoor Rijkswaterstaat aan. dat in 1798 was opgericht. In de tweede helft van 1800 kreeg de rivier haar huidige vorm. Er kwam een hoofdgeul met één breedte. De kribben werden opgebouwd uit pakketten rijshout, zand en klei. Het was de eerste normalisatie van de rivier. De Waal zag er toen nog heel anders uit. Er lagen zelfs eilanden in de rivier. Pas bij de derde normalisatie, rond 1900, werden de kribben recht gelegd en niet langer van hout en klei gemaakt, maar van stenen. De huidige kribverlaging is de vierde normalisatie. Van Andel: ‘Maar we gaan met deze verandering een ander richting uit. We willen de rivier niet nog meer beteugelen, maar in het kader van de veiligheid en natuurbeleving meer ruimte geven.’ (EvH)
Omgevingsmanager Karin van Andel onderhoudt in het projectteam kribverlaging de contacten met de belanghebbenden, waaronder de binnenvaart. (Foto Erik van Huizen)
‘Met de gele boeien tussen de kribben doen we metingen’ Zodat de krib als obstakel optimaal wordt gemarkeerd. Precies wat de schippers hebben gevraagd. Bij de kribben die al zijn verlaagd, gaan we dat ook nog doen.'
Bezorgd Om te ervaren wat de kribverlaging voor gevolgen heeft voor de vaarweg en de scheepvaart, verlaagde Rijkswaterstaat in eerste instantie 100 kribben tussen Nijmegen en Druten. Die proef loopt nu. Van Andel: ‘De schippers hebben vast weleens gezien dat er van die gele boeien tussen de kribben liggen. Daarmee doen we metingen. Ook doen we nog multibeammetingen. Daarmee kunnen we onder water kijken waar het zand gaat zitten. En we maken gebruik van 3D luchtscans. Hiermee kunnen we heel goed zien wat er verandert in de rivier als gevolg van de kribverlaging. Lees verder op pagina 7
pagina 6
kerst
YOUR RELIABLE PARTNER IN SHIP, RIG & CREW MANAGEMENT
Management and staff of all companies of the Lowland International Group wish you a
Merry Christmas and a prosperous New Year www.lowland.com
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
pagina 7
kerst
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
Ook langs dammen Vervolg van pagina 5
Als er echt iets verkeerds verandert, kunnen we nu dus altijd nog bijsturen.’ Om de belangen van de scheepvaart veilig te stellen, werkt het projectteam van Van Andel nauw samen met Rijkswaterstaat Oost-Neder-
Onderzoek naar langsdammen in binnenbochten Waal land. Volgens directeur Water en Scheepvaart Joost de Ruig gaat de samenwerking goed. ‘De kribverlaging is primair bedoeld om de veiligheid in verband met hoogwater te verhogen. In ons beheergebied houden we daarbij de bijwerkingen van deze maatregelen op andere belangen scherp in het oog. Dat geldt zeker voor de scheepvaart. Daarom ook onze constructieve, maar wel kritische blik vooraf en tijdens de kribverlaging. De mogelijke effecten zijn niet heel groot, maar wel zodanig dat we in overleg bezien welke compenserende maatregelen we kunnen nemen. Want als het project straks klaar is en het projectteam vertrokken, dan willen wij voor alle partijen een duurzame oplossing hebben, waarmee ook Koninklijke Schuttevaer goed kan leven.’
Langsdammen Schippers zijn overigens wel geschrokken van het bedrag van 75 miljoen voor de aanpassing van 750 kribben. Dat komt neer op 100.000 euro per krib. Volgens Rijkswaterstaat zijn die 75 miljoen echter niet alleen voor het graafwerk, maar is dat inclusief de kosten voor de projectorganisatie en onderzoek. Behalve de kribverlaging gaat Rijkswaterstaat Oost-Nederland ook nog onderzoek doen naar langsdammen in de binnenbochten van de Waal bij Tiel. ‘Met de kribverlaging verandert de aanzanding en erosie van zand. De vraag is dus wat er precies gebeurt in de vaargeul. Met de langsdammen kunnen we waarschijnlijk de aanzanding in de vaargeul beter bijsturen. Langsdammen liggen al in Duitsland, in Nederland ligt een soort langsdam bij Opijnen. Dat is echter nog een soort langsdam met kribben. Als de langsdammen bij Tiel er komen, worden de kribben daar afgegraven.’
Ruimte voor de Rivier ARNHEM De kribverlagingen in de Waal zijn onderdeel van het grotere programma Ruimte voor de Rivier. Met dit programma wil de overheid bijna overstromingen als in 1993 en 1995 voorkomen. Het programma begon in 2007 en moet in 2015 zijn voltooid en heeft dan circa 2,3 miljard euro gekost. Hiervoor worden op 39 plaatsen langs de grote rivieren maatregelen getroffen om zo’n vier miljoen mensen te beschermen tegen hoogwater. Behalve door de kribverlagingen, krijgen de rivieren ook meer ruimte door het afgraven van delen van de uiterwaarden. Tevens worden dijken verlegd, zodat de uiterwaarden breder worden en de rivier meer ruimte krijgt. Op andere plekken wordt de rivierbedding verdiept door grond af te graven. Hierdoor komt de rivierbodem dieper te liggen en is er meer ruimte voor het water. Ook worden hoogwatergeulen aangelegd. Via dit gebied tussen twee dijken kan een deel van het water in de rivier via een andere route worden afgevoerd. Verder worden obstakels in het rivierbed verwijderd, zodat het water sneller kan worden afgevoerd. Zo wordt bijvoorbeeld bij Elst een steenfabriek verwijderd. Waar verruiming van de rivier niet mogelijk is, worden de dijken versterkt. (EvH)
‘Ik heb een krib te koop’ Een van de kribben tussen Nijmegen en Druten die een meter zijn afgegraven en opnieuw bekleed. Al met al zo’n drie dagen werk per krib. (Foto Rijkswaterstaat)
Kribverlaging gaat overstromingen tegen De kribben in de Waal worden verlaagd omdat dijkverhogingen volgens Rijkswaterstaat niet meer voldoende zijn om het land tegen overstromingen te beschermen. De Waal kan bij zeer hoge waterstanden het water niet meer goed verwerken. Dat kan leiden tot bijna overstromingen, zoals in 1993 en 1995.
Tussen het Pannerdensch Kanaal en Gorinchem worden de kribben aan beide zijden van de rivier met circa een meter verlaagd. De scheepvaart heeft geen last van dat werk. Het kost drie dagen per krib. Het ontleden van een krib gebeurt de eerste dag, het uitgraven de tweede dag en op de derde wordt de krib afgedekt met stortsteen. Per dag wordt aan meer kribben tegelijk gewerkt. Op het 75 kilometer lange traject liggen 750 kribben. Als die straks klaar zijn, kan de rivier meer water verwerken en daalt de waterstand bij zeer hoog water - een afvoer van 16.000 kuub per seconde bij Lobith - met 6 tot 12 centimeter. Het gezamenlijke effect met de overige Ruimte voor de Rivier-maatregelen zorgt nog voor een veel grotere waterstanddaling. Momenteel kan de Rijn maximaal 15.000 kuub water per seconde veilig afvoeren naar zee. Rijkswaterstaat begon in 2008 al met de verlaging van acht kribben in de Waal. Vier bij Beneden-Leeuwen, de andere bij Haaften. Rijkswaterstaat experimenteerde daar met de vorm van de krib en de materiaalkeuze. In augustus 2009 werd met de voorbereidende werkzaamheden begonnen voor de eerste 100 kribben (fase 1) tussen Nijmegen en Druten. De verlaging ervan zou volgens de planning eind dit jaar moeten zijn afgerond. Het zijn er tot nu toe 70 geworden. De rest loopt vertraging op als gevolg van ongunstige waterstanden. Rijkswaterstaat is intussen begonnen met de aanbesteding van fase 2, de verlaging van 120 kribben op de Midden-Waal tussen Druten en Tiel. Die worden in 2011 en 2012 verlaagd. De overige kribben worden in de derde fase verlaagd. Alle kribben moeten dan in 2015 zijn aangepast. (EvH)
‘Is die meneer echt blind?’ Vervolg van pagina 3
De kroeg is De Willemsbrug, stamkroeg van Tineke en Eric en van veel (oud-) schippers. ‘Iedereen kent elkaar, er is weinig rottigheid. Behalve die ene keer dan, toen drie Feyenoord-hooligans met mij wilden vechten. Ik zei toen: “Oké, op drie voorwaarden: ik ga eerst naar de wc, we gaan buiten vechten en ik vecht tegen jullie alledrie tegelijk. ‘Toen ging ik eerst naar de wc. Stond op en liep al tikkend met mijn stok naar de wc (die ik natuurlijk makkelijk zonder stok kon vinden). Ik hoorde achter mij hun monden openvallen en ze vroegen de vrouw achter de bar: “Is die meneer echt blind?”. Toen bleef ik biertjes krijgen van de hooligans. ‘Het is echt een schipperskroeg. Zo eten de oud-schippers bijvoorbeeld elke zaterdag tussen 5 en 6 soep. Er staat een grote tafel, zo groot als een biljarttafel waar iedereen aan kan zitten. Het is ons kent ons. Een verademing, sociaal trefpunt, het is onderdeel van de sfeer op het eiland. Ik heb weinig met Rotterdam, maar van ’t eiland moeten ze afblijven.’ Een buurman heeft hen drie jaar geleden geïntroduceerd. Hij heeft, net als veel andere bewoners in de flat waar Eric woont ook hij gevaren. Hij was matroos in de jaren ‘70. De bovenbuurvrouw is schippersvrouw en als
Tineke daar even langs gaat is ze wel een paar uur weg. Eric: ‘Dat is het probleem met schippers, komen ze iemand tegen die ze een halfjaar niet hebben gezien, dan staan ze uren te kletsen.’
Blindengeleidehond Een blindengeleidehond hoeft er wat Eric betreft niet te komen. ‘Als ‘ie kan afwassen en
Zilver op Europees Kampioenschap tafeltennissen voor blinden strijken dan neem ik er een. Maar vier keer per dag de hond uitlaten trekt me minder. Het heeft z’n voor- en nadelen. Als ik bijvoorbeeld naar de stad ga voor kleren; een hond kan geen kleuren zien, of hij mag niet naar binnen. Bovendien weet de hond niet waar ik naartoe moet, ikzelf wel.’ Op zijn schoot ligt een Jack Russel, heerlijk ontspannen. Tineke: ‘Het is eigenlijk meer een Jack Rustig. Ze heet Lilo maar wordt ook wel Lulo in de kroeg genoemd. Ze weet de weg naar de kroeg.
Running blind Waarom Eric is gaan hardlopen daarover verschillen de meningen. Tineke: ‘Ik vond dat je teveel achter de computer zat.’ Eric: ‘Dat was het niet. Dit voorjaar kreeg ik suikerziekte en kwam bij de diëtist terecht. Ik had dus overgewicht en moest meer bewegen. In 2006 was
NIJMEGEN ‘Ik heb voor Rijkswaterstaat nog wel een krib te koop’, zei een deelnemer aan de jaarvergadering van Koninklijke Schuttevaer Gelderland in december 2008. Hij stond op na het inleidende verhaal van omgevingsmanager Karin van Andel over het project kribverlaging en stelde dat hij eigenaar was van een krib in de Waal. Van Andel heeft de man destijds direct aangesproken en uitgelegd hoe het precies zit met het eigendomsrecht. ‘De eigendomsgrens van deze meneer liep inderdaad over de krib. Dat komt omdat de rivier in de loop van de tijd meandert. Dat is een natuurlijk proces. Het kan dan zijn dat de eigendomsgrens van iemand over de krib komt te lopen. Maar de krib is een werk in eigendom van Rijkswaterstaat en die heeft in verband met veiligheid de plicht en de bevoegdheid om onderhoud aan de krib te doen of de krib te herstellen. Dat heb ik duidelijk gemaakt. Het was overigens een heel erg vriendelijke meneer.’ (EvH)
ik namelijk gestopt met showdown, nadat ik tweede op het EK was geworden. Je moet op je hooogtepunt stoppen. Van iemand had ik gehoord dat er rennen voor blinden is. Ik loop nu twee maanden en het is leuk; frisse lucht, je bent lekker buiten, je ontmoet andere mensen. Je loopt met een buddy. Er is geen vaste combinatie. Sommigen hebben genoeg aan iemand die met een fel hesje voor je loopt, ik loop met een bandje. Het lopen bevalt nog niet zo goed. Ik vind het ook best moeilijk omdat ik m’n conditie moet verdelen, ik ben nog zoekende. De beweging is leuk, ‘t schijnt goed voor je te zijn. M’n suikerziekte is nu stabiel, de dokters snappen het niet. Ik hoef niet meer te spuiten.’ Eric ‘kijkt’ ook televisie, bijvoorbeeld Koefnoen bij Uitzending Gemist, terwijl hij op de hometrainer zit. ‘Ik heb geen beeld nodig. Bij 80% van de programma’s heb je geen beeld nodig. Het is vooral veel praten, zeker bij De wereld draait door, Journaal, Pauw en Witteman en quizzen zoals 2 voor 12.’ Hij is ook naar de bioscoop geweest met Tineke. ‘Het was een film van cabaretier Theo Maassen, een registratie van een optreden.’ Daarnaast ‘leest’ Eric ook nog. Vooral geschiedenis vindt hij interessant. ‘In Den Haag is de Braille- en luisterbibliotheek. Je mailt wat je wilt hebben en ze sturen het op. Ze hebben heel veel, genoeg. En als ze het niet hebben, dan zie ik ze dat wel voor je maken. Gaan ze het voor je opnemen. De boeken luister ik op cd, een gesproken boek dus, samen met de hond op bed.’
pagina 8
kerst
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
Medewerkers en bestuur van PTC wensen al hun leden, klanten en relaties fijne feestdagen en een voorspoedig 2011 particuliere transport coöperatie b.a. Rivium 1e straat 117, 2909 LE Capelle a/d IJssel Tel.: +31 (0)10-7999050, Fax: +31 (0)10-7999051 E-mail:
[email protected], Web: www.ptcba.nl
BINNENVAART UNIT NEDERLAND WENST U EEN VOORSPOEDIG 2011
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
pagina 9
kerst
Bestuur Maas- en Scheepvaartmuseum strijdt voor behoud
‘Een mooi museum, ‘t moet wel blijven’ Tekst en foto’s Erik van Huizen
Een grijs betonnen gebouw in de haven van Maasbracht. Waar ooit de schippersbeurs van Maasbracht was gevestigd, zetelt nu op de eerste verdieping het Maas- en Scheepvaartmuseum. Nog wel. Want het voortbestaan van het museum wordt bedreigd. Hoewel het draait op vrijwilligers, wordt de huur betaald met subsidiegeld. En de gemeente Maasgouw, waaronder Maasbracht valt, wil daarvan af. ‘Dank voor de rondleiding. Een mooi museum, 't moet wel blijven.’ Oud binnenvaartschipper Adrie van Gulik en nu conservator, zit achter de tafel bij de ingang van het museum. Op de tafel met folders ligt ook het gastenboek. Bezoekers schrijven erin dat ze een goede tijd in het museum hebben doorgebracht en hopen dat het museum kan blijven bestaan. Maar dat is pas zeker als de gemeenteraad heeft besloten. En hoewel Van Gulik en vicevoorzitter Jo Hou-
termans positief blijven, ziet het er niet goed uit. Van de vier partijen in de gemeenteraad is alleen de Partij van de Arbeid nog een beetje museumgezind. Maar die hebben maar twee zetels en het CDA (7 zetels), de plaatselijke partij Lokaal Belang (7 zetels) en de VVD (3 zetels) willen de subsidie stopzetten. Van Gulik denkt erover ook wat lijsten neer te leggen, zodat de mensen kunnen tekenen voor het voortbestaan van het museum.
Het gastenboek van het Maas- en Scheepvaartmuseum spreekt boekdelen.
Vicevoorzitter Jo Houtermans: ‘We werken hard aan onze PR. En dat zie je terug.’ Het nieuwe bestuur plaatste een bord op de gevel van het museum. Daarvoor was het museum vrijwel onherkenbaar.
Het museum heeft nu een ruimte van ongeveer 300 vierkante meter.
Het Maas- en Scheepvaartmuseum MAASBRACHT Het Maas- en Scheepvaartmuseum in Maasbracht is in 1985 opgericht. Dat gebeurde op aanraden van de toenmalige burgemeester, raadsleden en wethouders. Zij vonden dat Maasbracht als binnenvaartgemeente een binnenvaartmuseum moest hebben. Het museum presenteert in een zaal van zo’n 300 vierkante meter de geschiedenis van de binnenvaart in Maasbracht in woord en beeld. Die geschiedenis begint met de aanleg van het Julianakanaal - dit jaar precies 75 jaar geleden - en de kolentip die op de kade aan de haven van Maasbracht stond. Adrie van Gulik weet er alles van. ‘De kolen kwamen in die tijd met spoorwagons van de mijnen in Zuid-Limburg. Vanuit Maasbracht ging het dan met de schepen verder Nederland in. En doordat de schippers ook weer terug kwamen naar Maasbracht, kwam hier ook veel bedrijvigheid. Er kwamen bijvoorbeeld winkeltjes en timmer- en reparatiebedrijven.’ Ook is er in het museum veel aandacht voor de Rijksschippersbeurs van vroeger. Daarnaast staan in het museum diverse schaalmodellen van schepen. Schepenkerkhof De maquette van het schepenkerkhof is een van de opvallendste bezienswaardigheden in het museum. Jac. Linssen, oprichter van het gelijknamige jachtbouwbedrijf in het dorp, maakte de maquette. Het laat zien wat er is gebeurd toen de Duitsers op 30 september 1945 in de haven van Maasbracht 240 schepen opbliezen met dynamiet. Ze wilden hiermee de haven onklaar maken. Volgens Jo Houtermans was het eigenlijk ook wel voldoende geweest als ze drie schepen voor de haveningang hadden neergelegd. ‘Dan was de haven ook onbereikbaar geweest. Gelukkig hadden de Duitsers wel gemeld dat ze de schepen gingen laten zinken, er vielen dus geen doden en gewonden. Je merkt bij oud-schippers nog steeds dat deze tragische gebeurtenis een grote impact had. Ze hebben het er nog regelmatig over. Overigens heeft deze gebeurtenis wel voor een bloei van de werfindustrie in Maasbracht gezorgd. De meeste schepen werden later gerepareerd. Museuminfo Het Maas- en Scheepvaartmuseum is gevestigd aan de Havenstraat 7 in Maasbracht. Het is het hele jaar op zaterdag en zondag open van 14 tot 17 uur. Van april tot en met september is het museum open op woensdag, zaterdag en zondag, eveneens van 14 tot 17 uur. Bezichtiging is op afspraak altijd mogelijk. De laatste twee weken van december en de eerste week van januari is het museum gesloten. Volwassenen betalen 2 euro entree, kinderen tot 12 jaar 1 euro. Het entreegeld voor de tjalk Nooit Volmaakt kost eveneens 2 euro. Een gecombineerd bezoek aan zowel museum als tjalk kost 3,50 euro. Houders van een Museum Jaarkaart kunnen gratis naar binnen.
Een van de belangrijkste doelen van het museum is volgens Houtermans het bewaren van de geschiedenis van de binnenvaart in Maasbracht. Het museum trekt circa 2500 bezoekers per jaar. ‘Wij willen onze kinderen en de bezoekers altijd kunnen laten zien hoe de binnenvaart in Maasbracht is ontstaan. Er komen bijvoorbeeld veel mensen van de wal die helemaal niet bekend zijn met de wereld achter de binnenvaart. En het museum is van maatschappelijk belang. Er is in Maasbracht een grote gemeenschap die een sociale binding heeft met de binnenvaart en de haven. Vroeger had je nog het KSCC-centrum en de schippersbeurs. Dat is allemaal verdwenen. Zowel jonge als oudere schippers lopen het museum weleens binnen om een praatje te maken. Elk attribuut heeft weer een eigen verhaal en daar weten zij veel over te vertellen.’
Zwaar teleurgesteld Het museumbestuur kreeg in oktober van wethouder Twan Huijskens te horen dat de subsidie waarschijnlijk per 1 januari stopt. Houtermans reageert zwaar teleurgesteld. 'Begin dit jaar waren er raadsverkiezingen en was bijvoorbeeld de plaatselijke partij Lokaal Belang nog heel erg positief over het museum. We hebben toen als bestuur een driejarig ondernemersplan gepresenteerd. Daarin hebben we aangegeven over drie jaar op eigen benen te willen staan. We willen het liefst onszelf bedruipen. Daarom maken we al zo weinig mogelijk kosten. We werken alleen met vrijwilligers. Daar hebben we er zo'n 40 van. Maar we moeten de komende jaren wel de huur kunnen betalen. Daarvoor hebben we 20.000 euro per jaar nodig. We zijn al aan het kijken hoe we kunnen bezuinigen, zijn op zoek naar sponsoren en bezig fondsen te werven. Maar dat heeft tijd nodig. Dat is wat we nu van de gemeente vragen. Tijd. Lees verder op pagina 11
Nieuw museumbestuur MAASBRACHT Het bestuur van het Maas- en Scheepvaartmuseum werd begin van dit jaar helemaal vernieuwd. Er trad een jonger bestuur aan, waarvan een aantal van de verenigde havenondernemers in Maasbracht. Vicevoorzitter Jo Houtermans is daarnaast voorzitter van de havenondernemers. ‘Ik heb alle respect voor het vorige bestuur. Dat heeft heel erg veel gedaan voor het museum, maar was een beetje aan het vastroesten’, zegt Houtermans. Een van de grote problemen die daardoor jarenlang bleven bestaan was de onevenredige verdeling van de subsidiegelden over de musea in Thorn, Stevensweert en Maasbracht. Er was een behoorlijke pot beschikbaar. Maar dat is nooit naar rato verdeeld. Daardoor heeft ons museum nooit reserves kunnen opbouwen.’ Toen de toenmalige voorzitter overleed, dreigde het volgens Houtermans echt fout af te lopen met het museum. ‘Het oude bestuur zag het niet meer zitten en mensen stapten op. Dat zagen we als havenondernemers gebeuren. Nu zitten er in het bestuur een aantal havenondernemers. Zo zijn de penningmeester, de secretaris en ik dan als voorzitter allemaal havenondernemers. Maar het verjongde bestuur is niet helemaal nieuw, we hebben het aangevuld met oud-bestuursleden. Een daarvan is bijvoorbeeld Paul van Gulik. En je merkt dat een nieuw bestuur de kar trekt. Wat in deze tijd heel erg belangrijk is voor een museum, is een website. Die hebben we helemaal vernieuwd. Verder hebben we veel folders verspreid bij de VVV’s in de omgeving en bij campings en jachthavens. Ook werken we veel samen met andere musea. We werken kortom hard aan onze PR. En dat zie je terug. Mensen komen uit het hele land hierheen en zijn verbaasd dat er hier zo’n mooi museum staat. Veel bezoekers zeggen zelfs dat ze zeker nog een keertje terugkomen.’ (EvH)
pagina 10
kerst
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
www.vandijkadvocaten.nl
Samen vinden we een oplossing: ook in 2011. VANDIJK Advocaten wenst al haar cliënten en wederpartijen prettige feestdagen. insulation- and carpentry company
Slikkerveerstraat 31 • 3076 JX Rotterdam • Tel: +31 (0)10-4329011 • Fax: +31 (0)10-4324891
SHIP’S INTERIORS AND INSULATION NEWBUILDINGS AND REPAIRS Wij wensen u een prettige kerst en een voorspoedig 2011 - Complete interiors - Lining and ceilings
- Furniture - Upholstery
- Floor coverings - Sub-floors
- Sanitary cabins - Galleys / laundries
- Provision stores - Insulation
Wij wensen u prettige feestdagen en een behouden vaart in 2011. HRP Thruster Systems b.v. P.O. Box 2020 2930 AA Krimpen aan de Lek The Netherlands
Part of ZF Marine
Telephone Fax E-mail Internet
+31 (0)180 33 10 00 +31 (0)180 33 10 99
[email protected] w w w.HRP.nl
Ridderpoort 40 2984 BG Ridderkerk tel. 0180 - 48 19 60 fax 0180 - 48 19 69
[email protected]
EUROKOR BARGING BV
Uw partner voor bevrachtingen van en naar alle Westeuropese bestemmingen. Wij wensen U goede feestdagen en een voortvarend 2011.
• Ontwerpen van o.a.: - Tankschepen type C, G, N; - Containerschepen; - Veerponten; - Passagiersschepen; - Patrouilleschepen. • Constructietekeningen; • Berekeningen voor klasse en IVW (SI); • Bouwbegeleiding. Wij wensen u prettige feestdagen en een behouden vaart in 2011. Groothandelsgebouw E-7.158 Tel: 010-4130852 E-mail:
[email protected] Postbus 29156 3001 GD Rotterdam Fax: 010-4130851 Website: www.groensoet.nl
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
Politiek puur negatief Vervolg van pagina 9
‘Of dat in het begin van het jaar nu alleen maar mooie verkiezingspraat was of wat anders, ik weet het niet. Maar nu zijn de meeste partijen allemaal puur negatief. Ze gebruiken de economie nu als excuus. Alleen de PdvA is nog een beetje positief.’
Het museumtjalkje Nooit Volmaakt bleef haar hele actieve bestaan bijna onveranderd.
De tjalk Nooit Volmaakt MAASBRACHT Het Maas- en Scheepvaartmuseum heeft behalve de tentoonstellingsruimte in de oude schippersbeurs ook nog een paviljoentjalk in de voorhaven van Maasbracht liggen die is opengesteld voor publiek. De tjalk (16,76 x 4,16 meter) werd in 1889 in Papendrecht gebouwd. De diepgang bedraagt 56 centimeter, het laadvermogen 50 ton. In de machinekamer staat een Triumph diesel met een vermogen van 9 pk. Schipper Th. Hilkens voer vanaf 1928 voornamelijk met zand, grind en kolen met het tjalkje. In 1946 werd de Triumph-motor ingebouwd. In 1984 werd het scheepje uit de vaart genomen. Het Maas- en Scheepvaartmuseum kocht het in 1995 aan. Er was in al die jaren nauwelijks iets veranderd aan het scheepje. Vrijwilligers hebben haar in de verf gezet en de luiken vervangen. Ook werden het roer, het berghout en het vlak vernieuwd en de motor, het drijfwerk en de zijschroef gerestaureerd. De komende jaren wordt ze verder teruggebracht in de staat van 1946. (EvH)
pagina 11
kerst Oud schipper Adrie van Gulik heeft nog genoeg te doen als bestuursadviseur en conservator van het Maas- en Scheepvaartmuseum.
Alternatieven De gemeente Maasgouw heeft volgens Houtermans nog wel alternatieven aangedragen. Maar dat zijn in zijn ogen ‘zoethoudertjes’. ‘Rijkswaterstaat is hier op de sluis een nieuwe regiocentrale aan het bouwen. Daarmee kunnen ze straks op het hele Julianakanaal de sluizen bedienen. Volgens de gemeente kunnen wij zo met ons museum de centrale intrekken. Maar volgens Rijkswaterstaat is dat helemaal niet zo. Die zegt dat ze dat de gemeente wel hebben aangeboden, maar dat de gemeente het niet wilde. En nu is er volgens Rijkswaterstaat geen ruimte meer voor. ‘Een ander alternatief was intrekken bij het streekmuseum in Stevensweert. Maar ook dat is onmogelijk. Behalve dat de collecties helemaal niet bij elkaar passen, heeft het museum geen ruimte voor ons. Wij hebben toch 300 tot 400 vierkante meter nodig.’
Museumhaven Het museumbestuur zit nu zelf te denken aan een schip bij restaurant De Kolentip aan de haven. Het bestuur heeft zelfs al van een schipper die gaat stoppen zijn schip aangeboden gekregen. Ook kreeg het bestuur onlangs een baggermolen aangeboden. Het 60 meter lange binnenvaartschip zou dan kunnen dienen als museumschip. Of daar binnen het nieuwe havenplan van de gemeente Maasgouw ruimte voor is, is echter de vraag.
Vrijwillig conservator en bestuursadviseur MAASBRACHT Een van de drijvende krachten achter het Maas- en Scheepvaartmuseum is oud-binnenschipper Adrie van Gulik (70 jaar). Hij geeft rondleidingen en is bestuursadviseur en conservator Van Gulik kwam in 1964 naar Maasbracht en voer met de Adrianus 32 jaar zand en grind voor de betonfabriek Betonson. Op 5 december 2000 stopte hij met varen. Het leukste vindt Van Gulik het boven water krijgen van gegevens over de spullen die het museum heeft staan of krijgt aangeleverd. ‘Zo hebben we een collectie oude scheepjes gekregen die op de Maas hebben gevaren. Ik ga dan op internet zoeken. En dan blijkt dat het scheepjes van 7 tot 8 meter waren die werden voortgetrokken door drie paarden. Dat is toch onvoorstelbaar?’ Ook is hij achter het verhaal van de schipperskruizen aangegaan. ‘Die kruizen zie je nog vaak langs de vaarweg staan. Ik heb uitgevonden dat ze bedoeld waren om aan te geven waar de jaagpaarden door het water konden waden. Was het te diep, dan werden de paarden op een platte boot overgevaren en konden de paarden over het jaagpad verder lopen.’ Een verhuizing naar een goedkoper pand zou Van Gulik overigens niet heel erg goed uitkomen. In de ruimtes achter de tentoonstellingsruimte ligt nog veel wat moet worden bekeken en uitgezocht. Het varieert van bollen touw, tot oud gereedschap, tekeningen en schilderijen en geknoopte stukken touw uit een nalatenschap. Van Gulik gaat er binnenkort weer met drie anderen tegenaan om deze ‘museumschat’ te inventariseren. En dan wil hij ook nog de vele honderen foto’s digitaliseren. ‘Het is dus echt heel erg verschrikkelijk als we hier weg moeten.’ (EvH)
pagina 12
kerst
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
Creatief en Betrokken Goede feestdagen en een voorspoedig en vooral gezond nieuwjaar Accountancy, Fiscaal - Juridisch, Bedrijfsadviezen, Financiële Administratie, Salarisadministratie
Wij wensen u prettige feestdagen en een voorspoedig 2011!
www.tamek.nl
0090/03/08 vanbeekenpartners ©
Olthof blijft de vaart erin houden!
dealer
Our global reach.
voorraad
Verkoop, revisie en reparatie van Mitsubishi en Daewoo dieselmotoren voor voortstuwing, pomp, boegschroefaandrijving en generatorsets
Grote voorraad nieuwe onderdelen en ruilonderdelen voor Mitsubishi en Brons motoren
fabrikant
service
We’re always there to support our clients in whatever location or situation they find themselves. The world is where we work. Whether it's the Mid-Atlantic or the SouthPacific, our local expertise means we can deliver what you need and what we promise.
Dag en nacht service, worldwide Verkoop, installatie, reparatie en inspectie van hydraulische installaties
Hamworthy people create this global presence through a network of local offices and manufacturing facilities. It allows us to be fast, more direct and better informed. Hamworthy Middle East is the latest edition to our global support network. Hamworthy now has over 1,100 employees supporting ship owners and shipyards throughout Europe, the Middle and Far East and North America. To find out more visit www.hamworthy.com or contact: Hamworthy BV, Aploniastraat 33, 3084 CC Rotterdam, The Netherlands. Tel. +31 (0)10 462 47 77. Fax. +31 (0)10 415 90 46.
reparaties
gratis aanleg
Nog steeds service, reparatie en revisie van Brons, Bolnes en Stork dieselmotoren
We wish you a Merry Christmas and a Prosperous 2011 2009
www.olthof.eu
Aan ca. 200 meter kade, open vaarwater, vrij van havengelden
Machinefabriek G. Olthof N.V. Nijverheidstraat 120 - 124 2901 AR Capelle a/d IJssel Tel. 010-258 02 58 Fax 010-458 87 50 e-mail:
[email protected]
Al meer dan tachtig jaar een begrip in de scheepvaartbranche
kerst
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
pagina 13
Herinneringen aan de jaren ’50 van oud-Schuttevaerverslaggever Jan Mastenbroek
Voortdurend op zoek naar een telefoon Door Jan Mastenbroek
Kerstmis, tijd voor bezinning, voor terugkijken naar het voorbije jaar of naar lang geleden, naar vroeger ‘toen geluk nog heel gewoon was’. Deze Kerst zal ik terugkijken naar de 10 jaar waarin ik als scheepvaartjournalist over de binnenvaart schreef en voor Weekblad Schuttevaer onder meer de rubriek ‘Aan de Amstel en het Y’ verzorgde. Dat is nu zo’n halve eeuw geleden, om de gedachten te bepalen: de begintijd van de duwboot, de komst van de zwart/wit-televisie, de bouw van de Velsertunnels, de verdwijning uit de vaart van de kolenstokers, het einde van de Lemmer-nachtboot, de problemen in de beurtvaart en zo meer, véél meer. Bladerend in plakboeken waarin artikelen uit die tijd bewaard zijn gebleven, valt mij onder het talloze dat sindsdien is veranderd en verbeterd vooral op hoe gering en primitief de communicatiemogelijkheden waren waarvan wij gebruik konden maken. Eigenlijk waren dat alleen de post en de telefoon en die laatste dan ook nog zelden, gebrekkig en duur. Kortom, er werd van de journalist verlangd dat hij zorgde voor snelle berichtgeving, maar de middelen daarvoor ontbraken hem. Die jaren hebben, bekeken door de bril van vandaag, veel dat nauwelijks voorstelbaar is. Maar enkele voorbeelden van ervaringen ‘uit het leven gegrepen’, kunnen ons helpen 50 jaar terug te kijken.
Door de bagger De Velsertunnels zouden zaterdagochtend 28 september 1957 door koningin Juliana worden geopend en ik zou daar voor de krant een verslag van maken. Maar ’s middags moest ik om
‘Opvallend hoe gering en primitief de communicatiemiddelen waren’ één uur stipt aan boord stappen van de Bali van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’ die in IJmuiden op vertrek lag. Ik zou met dit schip een kustreis maken, óók voor de krant. ‘Kun je mooi combineren, Jan’, zei de chef van de nieuwsredactie. Combineren? Daar was geen denken aan. Na
Kapitein Koop de Boer tijdens de laatste overtocht aan het grote rad van de Jan Nieveen.
Kerstmis op de rede van Ilheus ‘Hoe kwam jij in vredesnaam in Ilheus, ik weet niet eens dat het bestáát!’ Jaap kijkt me met enig wantrouwen aan, hij denkt dat het een grap is, hij kent me. Maar het is geen grap. ‘Het heeft met de binnenvaart te maken, je weet toch dat ik voor Schuttevaer schrijf? Nou, Ilheus is een haventje aan de oostkust van Brazilië waarvan men voorspelt dat het bij de ontwikkeling van de binnenvaart een grote rol zal spelen. Dát wilde ik zien.’
Oud Schuttevaer-correspondent Jan Mastenbroek veerde op toen hij onlangs in Schuttevaer de kop ‘Naar Brazilië met die casco’s’ las. Dat had hij vijftig jaar geleden al zien aankomen.
afloop van de openingsplechtigheid om 12 uur een verslag maken en telefonisch aan de stenoafdeling dicteren én om 13 uur aan boord stappen? En hoe telefoneren in dat stuk onbewoonde en onbegaanbare Velserpolder waar de tunnels in de klei lagen ingegraven? Onmogelijk! Maar ik vond een oplossing. Ik schreef aan de hand van gegevens van Rijkswaterstaat en het programma van de plechtigheden vooraf een openingsverhaal dat op de krant kon worden klaargelegd. De opening zou door de radio worden uitgezonden. Lees verder op pagina 15
Wij zitten in de grote kajuit van de Lemmerboot, de vermaarde nachtboot van Lemmer naar Amsterdam en - ook weer ‘s nachts - terug. Het is 28 augustus 1958 en dit is de laatste oversteek van de Jan Nieveen. De beroemde lijndienst wordt opgeheven, spoor en autobus hebben de concurrentiestrijd gewonnen. Deze nacht komt er een eind aan een vermaard stuk binnenvaartgeschiedenis. En daar schrijf ik een verhaal over. Dat Jaap en ik elkaar hier op deze gedenkwaardige laatste reis ontmoeten is toevallig. Jaap heeft de Oosterzee, zijn sleepboot, voor wat reparaties bij de werf afgeleverd en is nu met vakantie op weg naar Friesland. Wij leerden elkaar kennen toen ik een verhaal over slepers maakte en bij hem aan boord kwam. Wij werden vrienden. Agent ‘Ilheus, Jaap, is een kleine havenplaats aan de monding van de Rio de Contas, ontstaan zoals eigenlijk alle havenplaatsen in de wereld, aan de monding van een rivier. Denk maar aan Rotterdam. Na een reis door Zuid-Amerika was ik onderweg naar huis met de Gaasterland van de Koninklijke Hollandsche Lloyd. Wij liepen een aantal havens aan de oostkust van Brazilië aan, waaronder Ilheus. Die haven was in die jaren een typisch voorbeeld van hoe binnen- en zeevaart elkaar ontmoeten en in ontwikkeling van elkaar afhankelijk zijn. Maar grote zeeschepen moesten daar toen nog op de rede ankeren, omdat de riviermonding nog te ondiep was en gedeeltelijk ook door rotsblokken werd versperd. Veelsoortige binnenschepen onder zeil of met een primitieve motor brengen lading naar zeeschepen op de rede en soms is er iets wat ze vandaar naar Ilheus brengen. ‘In de vorige haven die we aandeden had kapitein Woudstra van de agent van de maatschappij in Ilheus gehoord dat die mij wilde informeren over de plannen voor de ontwikkeling van de binnenvaart met als voorbeeld Ilheus. De Gaasterland ankerde in de late namiddag van de dag voor Kerstmis. Op Eerste Kerstdag kwam de agent me met een barkas ophalen. En terwijl we langs het haventje liepen, vertelde hij van de plannen om steeds meer rivieren voor binnenschepen bevaarbaar te maken en hij wees de plek waar een kade voor zeeschepen zou komen. Hij vertelde vol overtuiging over de grootse plannen voor bevaarbare waterwegen en de ontwikkeling van de binnenvaart. Ilheus, gunstig gelegen aan de monding van de lange Rio de Contas, had in economisch opzicht een schitterende toekomst en daarvan wilde hij profiteren.’ Heimwee ‘Het was snikheet. Mijn overhemd raakte doorweekt, zweetdruppels vervuilden het kijkglas van mijn kostbare Rolleyflex-camera. Maar de agent was onvermoeibaar. We kwamen langs een houten gebouwtje met een groen en rood geschilderd terrasje waarop een tafeltje stond met …, Jaap, je raadt het nooit: een kerstboompje met een slinger van gekleurde lichtjes er in. “Dat is onze Kamer van Koophandel”, zei de agent. “Laten we een biertje pakken, ik zie dat je het warm hebt.” ‘Binnen blies een ventilator hete lucht van open deur naar open raam en weer terug zonder enige verkoeling te brengen. Wij vertelden elkaar iets over onszelf. Zijn vrouw was Braziliaanse en ze hadden twee dochtertjes. Na de oorlog emigreerde hij naar Brazilië. Maar hij was in Amsterdam geboren en getogen. Niet zonder emotie vertelde hij waar hij heeft gewoond en hoe hij als jochie van 10 op de postzegelmarkt aan de Nieuwezijds Voorburgwal met het kopen en verkopen van postzegels wat centen verdiende. “Amsterdam…”, riep ik verrast, “kijk eens wat ik voor u heb meegebracht”. ‘Toen ik nog leerling-journalist was heeft een redactiechef mij - voor de rest van mijn leven, zoals hij zei aangeraden altijd een presentje mee te nemen voor mensen die bij het verzamelen van informatie behulpzaam waren. Ik had een grammofoonplaat voor hem meegebracht, een LP van Max Tailleur, de vermaarde cabaretier van “De Doofpot” op het Amsterdamse Rembrandtplein. Wonder boven wonder bezat de Kamer van Koophandel een platenspeler, een zeer oud model en vrijwel versleten, maar er kwam nog geluid uit. We luisterden naar de warme stem van Max Tailleur. De agent sloeg zijn handen voor zijn ogen, tranen druppelden langs zijn handen op het tafeltje met de kerstboom. Heimwee, het grote heimwee. Jaap, onvergetelijk, die Kerst!’
Het prille begin van de containervaart op het Amsterdam-Rijnkanaal.
pagina 14
kerst
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
SCHEEPSWERF GELRIA BV Bij deze complete werf kunt u terecht voor onderhoud, reparatie, verlenging, klasse maken, een ingrijpende verbouwing, modernisering en nieuwbouw. - dwarshelling 110 mtr. - dwarshelling 140 mtr. - afbouwkade 300 mtr. - stevendok 750 ton hefvermogen - 3 hellingkranen max. 8 ton, vlucht 45 mtr.
Handelsweg 75 6541 CS NIJMEGEN tel. 024-3770717 fax 024-3786001 E-mail
[email protected] Internet www.scheepswerfgelria.com
Fijne feestdagen en een gezond en succesvol 2011 !
Voorkom hoge boetes!
Voor informatie: www.sabni.nl
Wij maken er werk van.
SCHEEPSBOUWKUNDIG BUREAU
HERMAN JANSEN B.V.
COMPRESSORS Already for 75 year a partner you can rely on.
Goede kerstdagen en een voortvarend 2011!
Naval architects
Marine consultants
Wij wensen u fijne feestdagen
en een gezond 2011!
SPERRE COMPRESSORS HAVE A WIDE RANGE OF CAPACITIES IN BOTH AIR COOLED AND WATER COOLED MODELS AIR COOLED COMPRESSORS : 7,5 UP TO 160 M3/H. WATER COOLED COMPRESSORS : 17 UP TO 450 M3/H. PRESSURE : 7 UP TO 35 Barg SPERRE ROTTERDAM BV GLASBLAZERSTRAAT 12b 2984 BL RIDDERKERK PHONE: 0180 463299 FAX: 0180 463264 E-MAIL:
[email protected] WWW.SPERRE.COM
Herman Jansen B.V.
Galgeriet 4B • Monnickendam (Holland) tel. +31 (0)299 - 651 941 • fax +31 (0)299 - 652 352 e-mail:
[email protected]
Wij wensen u prettige feestdagen, een gelukkig nieuwjaar en een behouden vaart! Ook in 2011 werken wij weer graag met u samen.
Mariteam Personnel Services BV De Linie 5g • 2905 AX Capelle aan den IJssel T 010 - 258 11 33 • E
[email protected] www.mariteam.nl
Uitgever, redactie en medewerkers wensen alle lezers van Weekblad Schuttevaer een plezierige kerst en een voorspoedig 2011
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
Dagen onbereikbaar Vervolg van pagina13
Ze hoefden dus maar naar het radioverslag te luisteren om te horen of alles volgens plan verliep. Mijn verhaal begon met de zin: ‘Met een vorstelijk gebaar haalde koningin Juliana een hendel over waardoor het enorme vlaggendoek aan vier reuzenballonnen omhoog werd gehesen. Er klonk een luid gejuich en hoerageroep en in de haven galmden de scheepshoorns.’ Ik was net bij de tunnel gearriveerd toen de opkomende storm twee ballonnen losrukte en kort daarna nog twee. Het doek hing in flarden. Mijn verhaal …! Ik schrok verschrikkelijk. De belangrijkste code in de journalistiek zegt dat je nooit een verslag van iets mag schrijven zonder er zelf bij te zijn geweest. Ik moest mijn redactie bellen. Maar waar en hoe? Ik stond in de bagger opzij van het spoortunnelgedeelte. Werkketen waren vanaf dat punt onbereikbaar. Mensen van de bouw hadden nu wel wat anders aan hun hoofd. Maar in de verte zag ik wel een rijtje huizen, misschien is daar een telefoon te vinden. Ik schatte de afstand op ongeveer een kilometer. Er zat niets anders op dan daarheen hollen en bidden om een telefoon.
‘Door de modder naar een huis in de verte, hopend op een telefoon’ Onder de modder en kletsnat doordat het ook nog was gaan regenen, bereikte ik de huizen. Bij drie ging een deur open, en haastig weer dicht. Maar een schat van een vrouw in het vierde huis begreep mijn probleem en wees mij het telefoontoestel in de gang. De redactie heeft mijn verhaal nog kunnen aanpassen. En de koningin verrichtte de opening door het doorknippen van een rood-witblauw lint, zoals de ANP-telex meldde. En ik? Ik glipte door de mazen van het net.
Les geleerd Van toen af heb ik in vergelijkbare situaties altijd vooraf mijn telefoonverbinding georganiseerd. Dat was veilig, maar stuitte vaak op technische moeilijkheden of onwil van mensen en lastig gedoe van ambtenaren. Zo was ik eens een dag vóór de Elfstedentocht al naar Leeuwarden gegaan om zo dicht mogelijk bij de finish een telefoonverbinding te regelen. Dankzij deze aanpak lukte het mij om de winnaar van de Elfstedentocht precies op tijd voor de middageditie per telefoon aan de krant te melden, terwijl een grote schare collega’s van concurrerende bladen vergeefs naar verbindingen zochten. Hoe dat lukte? Door het liefste meisje van Friesland dat in de telefooncentrale van de organisatie werkte, beschaafd het hof te maken. Zij hield een uur lang voor mij een telefoonlijn met mijn redactie in Amsterdam open, zodat ik de winnaar kon melden en aan de stenoafdeling een kort sfeerverhaal kon doorgeven. Die lieve mevrouw in Velsen heb ik na mijn reis met de Bali een grote bos bloemen gebracht. En dat mooiste meisje van Friesland…?
Zeventien doden Middag in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 ging de telefoon. Een collega van de redactie. Of ik naar het rampgebied kan gaan. Hoe? Dat moet je zelf maar uitvinden. Haast, urgent, contact houden! Naast ons woonde de huisarts van het dorp. Hij was leider van de plaatselijke Rode Kruiscolonne en moest met een aantal vrachtwagens hulpgoederen naar het rampgebied brengen. Ik kon mee. Laat in de zondagmiddag vertrokken we. Het was een barre tocht. We stuitten telkens op dijken en wegen waar het water zich meester van maakte, waardoor we weer moesten keren. Ik schrijf m’n blocnote vol met indrukken en informatie.
pagina 15
kerst
Tegen de middag zijn we in Goes. Ik loop naar de Grote Kerk waar honderden mensen in de weer zijn. Binnen zie ik 17 lichamen van verdronken mensen liggen. Het schokt me, ik wil gaan telefoneren met de krant. Maar nergens een telefoon die werkte. Overal holden mensen van hot naar her op zoek naar een telefoon. Hier sta ik nu met een vracht gegevens en ik kan geen verbinding maken met Amsterdam. Een militair wijst me op een kantoorgebouw tegenover de kerk, daar is een politiepost ingericht. Ik naar binnen. Geen schijn van kans. Alleen de telefoonverbindingen van Defensie werken, maar die zijn uitsluitend voor de hulpverlening, niet voor verslaggevers. Maar dan is er toch een brigadier die kans ziet mij vijf minuten te laten bellen met de stenoafdeling van de krant. Het werden zeven minuten. En zo strijd en worstel ik drie dagen en nachten totdat ik in Breskens op een cafézolder op een BB-matras in slaap val en daar de volgende morgen met een verpleegster in m’n armen wakker word. Zij was ’s nachts maar ergens neergevallen, op van vermoeidheid. Soms komen verbindingen vanzelf tot stand.
Toen en nu Wij schreven onze verhalen, want alleen wat was geschreven kon op de redactie, de zetterij en de drukkerij worden verwerkt. Schuttevaer had geen steno-afdeling, dus met gesproken woord kon je daar niet terecht. Mijn berichten, verslagen en verhalen schreef en typte ik thuis en die verzond ik per post. Dat kon snelheidhalve ook per treinbrief. Als je zo’n speciale NS-treinbriefenvelop ’s morgens vroeg beleefd overhandigde aan een conducteur met bestemming Assen, waar de redactie van Schuttevaer toen zetelde, dan had je kans dat de boel daar nog diezelfde dag van het station kon worden gehaald. Met de redactie had ik regelmatig telefonisch contact om afspraken te maken, wie van ons ging naar dit en wie naar dat? Zo ontstond er een soort agenda, hoewel er altijd veel te improviseren bleef. Zelden werden er dingen op papier gezet. Ik bedenk dat er onder ons veel verantwoordelijkheidsgevoel heerste. In de jaren waarin ik de rubriek ‘Aan de Amstel en het Y’ verzorgde ben ik, geloof ik, twee keer in Assen geweest. Meer hoefde blijkbaar niet. Je had zorg voor wat je rubriek en je specialisme was. En openbaar vervoer was regel. Toen ik in de laatste jaren van mijn Schuttevaertijd een auto kocht, ontving ik een kilometervergoeding van een paar cent per kilometer.
Onbereikbaar Wij hadden geen laptops waarmee je in de trein kunt werken en zelfs je kopij kunt verzenden. Op reis zijn betekende altijd een vacuüm in al je verbindingen, zakelijke zo goed als privé. Daarom stond op de grotere stations ook altijd een parteitje telefooncellen en boden veel hotels en restaurants aparte ruimten met meerdere telefoons. Nu ben je alleen al dankzij de mobiele telefoon overal ter wereld bereikbaar, maar toen ik een reportage over de beurtvaart maakte was ik aan boord van de Koopvaart 23 van Amsterdam tot Eindhoven zo goed als twee dagen onbereikbaar. Voor een verbinding met wie of wat ook was je aangewezen op de wal. Dat viel me vooral op tijdens een reportagereis met de Rietwijk naar Bazel. Alleen als we in een haven afmeerden, kon ik naar een telefoon op zoek gaan. Maar dan was je er nog niet, want vrijwel elke stad of deelstaat had zo zijn eigen soorten apparatuur en gebruiken. Soms moest je muntjes hebben die nergens te krijgen waren.
Trager Terugkijkend op de jaren ’50 heb ik het gevoel dat de scheepvaartjournalistiek trager was, maar
Door sneeuw en woelig water Jelle Werkhoven was 32 jaar kapitein op het beurtschip Zuiderzee. Kapitein Jelle Dijkhoven kent van het beurtvaartschip Zuiderzee elke klinknagel en van de Nederlandse binnenwateren tussen Delfzijl en Breskens alle riskante plekken. Op dit schip heeft hij 32 jaar gevaren en daarvoor 18 jaar op andere schepen. Samen dus een halve eeuw op al dat water van Noord- en West-Nederland. Hij is één der oudste beurtvaartkapiteins, een grote, breedgeschouderde schipper, gastvrij en gemoedelijk met een leven vol zorg achter zich en met een groot vertrouwen in de toekomst. ‘Geloof me’, zegt hij, ‘als ik opnieuw mocht beginnen koos ik wéér voor de schipperij. Niet omdat het een gemakkelijk leven is, verre van dat, want het is hard ploeteren. In de beurtvaart wordt de nacht aan de dag geplakt en de dag aan de nacht. Maar het is wel een mooi leven. De ruimte om je heen, het trekken van her naar der, het varen op een goed schip, die vrije natuur waar je alle dagen doorheen tjoekert.’ Maar deze nacht valt van de vrije natuur niet veel goeds te genieten. Er waait een harde, koude wind uit het noordoosten en er zijn voortdurend dichte sneeuwbuien die het zicht belemmeren. En de zee…, Dijkhoven noemt die ‘koppig’ en daarmee bedoelt hij de lastige korte golfslag en de klappen water die overkomen, die het IJsselmeer zo berucht maken. Nachtboot Hoe ik bij hem aan boord kwam? Toen ik de Groningen Beurtvaart NV belde met het verzoek met een beurtschip mee mogen te varen, was het noemen van Schuttevaer genoeg om die medewerking te krijgen. En ze dachten dat de ervaren Dijkhoven voor mijn reportage een prima informant was. Maar ja, hij voer daags voor Kerst, dat zou wel niet uitkomen meenden ze. Natuurlijk nam ik deze kans aan. En zo kwam het dat ik in Groningen aan boord stapte bij kapitein Dijkhoven, die mij met thee en een koekje in zijn geriefelijke roef ontving. ‘Laten we hier maar praten, het weer is slecht, het zicht vermoedelijk ook, onderweg zal er weinig van komen. Wij zijn de laatste nachtboot van Groningen naar Amsterdam voor de Kerstdagen.’ Dijkhoven is 66 jaar en valt af en toe in als er een kapitein tekort is en bij bijzondere dagen, zoals nu vlak voor Kerst. Op de vraag of hij de dienst wilde overnemen had hij ‘ja’ gezegd omdat hij na het overlijden van zijn vrouw de Kerstdagen altijd bij een dochter in Amsterdam doorbrengt. In de roef, onder een schommelende lamp in de lichtkap praten we en nog vóór het vertrek uit het Reitdiep heb ik een blocnote vol aantekeningen. Toen we begonnen zei Dijkhoven meteen dat ik hem over beurtvaart en binnenvaart alles kon vragen, maar dat hij ook van mij wel iets wilde horen, bijvoorbeeld waar wij al dat nieuws allemaal vandaan halen en waarom er zo weinig over de beurtvaart in Schuttevaer staat. Ik vertel hem dat wij met heel veel mensen in leidende posities contact hebben, goed opletten wat er in politiek Den Haag aan de orde is, veel vergaderingen van overheden en organisaties bezoeken, de ANPtelex op het redactiekantoor meerdere keren per dag bekijken, jaarverslagen en verenigingsbladen spellen, persconferenties bezoeken en vooral ook zeer druk zijn met de telefoon. Wij zien verlangend uit naar de uitvinding van de draadloze telefoon die je onderweg kunt gebruiken. Men beweert dat dit in de toekomst mogelijk zal zijn. Op de krant schrijf ik mijn stukken op een levensmoede Adler schrijfmachine. Hij had de crisis van de jaren ‘30 en de Tweede Wereldoorlog meegemaakt en dat was te merken. Maar ja, wij zitten nog in de periode van ‘Nederland zal herrijzen!’ en ook in het krantenbedrijf kost de wederopbouw erg veel meer dan er in kas is. Maar er wordt gesproken over elektrische schrijfmachines. Dat zou iets voor ons zijn. Trein terug Ik vertel Dijkhoven dat ik mijn artikelen per post naar Schuttevaer in Assen stuur. Maar altijd worstelen wij met verbindingsproblemen. Als ik vannacht op zee een UFO zie, kan ik dat aan de redactie van het ochtendblad niet doorseinen, om over foto’s maar helemaal te zwijgen. In de stuurhut is het koud en donker, de zee is hobbelig en de met 5000 dozen met blikjes koffiemelk afgeladen Zuiderzee neemt veel water over. Maar we hebben de noordooster op de kont en Dijkhoven aan het roer. ‘Morgen is het Kerstmis’, mijmert stuurman Bertus. ‘Ik ga met de trein terug, lekker thuis met Kerstavond. Even geen beurtvaart, niet Jelle?’ Dijkhoven reageert anders: ‘Wij moesten ook die radar hebben die zeeschepen tegenwoordig allemaal hebben. Als ze willen dat we varen, moeten ze dat ook mogelijk maken als er nieuwe uitvindingen zijn.’ Maar ja, alles meenemen en op tijd varen, is vanouds het motto van de beurtvaart en dus stuurt Jelle Dijkhoven ook daags voor Kerstmis nog zijn beurtschip stuurvast door sneeuw en woelig water richting Amsterdam.
ook rustiger met meer achtergrond, doordat er tijd voor reflectie was. Aan de andere kant eiste de jacht op nieuws veel tijd doordat onze informanten moeilijker bereikbaar waren én minder spraakzaam. Er was nog geen sprake van de aanbidding van ‘het beeld‘ en van imagovorming. Het eerste Nederlandse boek over public relations dateert van 1956. Kortom, er bestond in die jaren een heel andere mediawereld, we zouden zeggen één van héél vroeger.
En wij bekeken, beoordeelden en beschreven heel andere onderwerpen. Rokende schoorstenen zagen wij als tekenen van vooruitgang, de bouw van enorme stallen voor koeien en varkens was in onze ogen een voorbeeld van gezonde groei. Milieu bestond niet en duurzaamheid was een vreemd woord. Al met al; ’t is best aardig eens ver terug te blikken met Kerstmis.
pagina 16
kerst
Wij wensen u Prettige Kerstdagen en een BEHOUDEN VAART IN 2011
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
Leiding & Constructiewerken BV Stadsweg 113a 9792 RE Ten Post Tel.: (050) 302 34 04 Fax: (050) 302 34 15
ier anc r e v Le en ur late l a t ins an; v
SCHEEPSBOUW ■ REPARATIES ■ MACHINEFABRIEK ■ DROOGDOKKEN
Lid van de DAMEN SHIPYARDS GROUP
MAASKANT SHIPYARDS STELLENDAM
Deltahaven 40 3251 LC Stellendam
Postbus 12 3250 AA Stellendam
telefoon 0187 49 14 77 fax 0187 49 31 12
[email protected] www.maaskant-shipyards.nl
Machinekamerinstallaties Leidingsystemen in staal en kunststof Hydrauliek Pneumatiek Trappen Bordessen Hekwerken
E-mail:
[email protected]
Internet: www.bhpholding.nl
• Havenservice • Grijperreparaties
Prettige
• Aluminium / R.V.S.
feestdagen
• Knippen / Zetten
voorspoedig
en een
• AZOBE reparaties
2011
• Reparaties alle soorten scheepsluiken Nijmegenstraat 29 • 3087 CD Rotterdam • Haven nr. 2184 • Telefoon 010-4850134 • Fax 010-4854772
Informeer naar:
Uw ideale kruiplijnpomp! De moderne dekpompen van Kampers combineren de inbouwvoordelen van compacte en inline pompen met het gebruiksgemak van de traditionele lange en in L-opstelling gebouwde pompen.
• • • • •
Kampers kwaliteitspompen Onderhoud alle merken Revisie en reparatie Ruime voorraad onderdelen Gereviseerde pompen
WENST U BEHOUDEN VAART IN 2011
Duurzaam, oerdegelijk, robuust, stil, supersnel aanzuigen, hoog rendement hoge aanzuighoogtes, lage inbouw en eenvoudig in onderhoud. Ofwel uw ideale dekpomp!
www.kampers.com
Puttershoek Tel: 078 676 0610 • Fax: 078 676 1149
[email protected]
Autokranen gangwaykranen mobkranen Scheepskranenbouw Arnhem tel. 026 - 4431449 fax 026 - 4457159
[email protected] www.misti.nl
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
pagina 17
kerst
Fotograaf Bas Klimbie beeldbepalend in binnenvaartgeschiedenis
Door Arie Jonkman
Bas Klimbie was bijna drie decennia lang, van 1970 tot eind jaren ‘90 ‘huisfotograaf’ van Weekblad Schuttevaer. In die periode heeft hij vrijwel alle facetten van de bedrijfstak in beeld gebracht en gedetailleerd beschreven. Zo heeft hij het beeld bepaald dat latere generaties in de archieven zullen terugvinden van de binnenvaart in het laatste kwart van de vorige eeuw. Zijn opvolger, fotograaf Arie Jonkman, zocht zijn leermeester op in Arnhem. De oudere generatie schippers, bergers en mensen van de Rijkswaterstaat kennen Bas nog van vroeger en regelmatig vragen mensen mij naar ‘die fotograaf uit Arnhem’. Hij is duidelijk op de achtergrond geraakt. Zijn gezondheid heeft Bas de laatste jaren in de steek gelaten. Hij tobt onder meer met zijn ogen. Daardoor kon hij steeds vaker opdrachten niet op tijd afronden en verloor langzamerhand zijn belangrijkste klanten. Zijn gehechtheid aan het ambachtelijke werk in de donkere kamer speelt ook een rol. Bas maakte nooit de overstap naar de digitale fotografie. Hij bleef verknocht aan zwart/ witfotografie, waarin hij een eigen stijl ontwikkelde waarvoor ik grote bewondering heb.
Groot verdriet Bas werd in 1954 geboren in Den Haag en ging al op jonge leeftijd werken bij een stoeterij. Paarden waren zijn passie en die liefde is nooit verdwenen, ook al nam het leven een wending die hem ver weg bracht van de paarden. Even leek het er in die beginjaren op dat zijn dromen zouden uitkomen. Hij kreeg een aanbod om de paarden van een Duitse hertog te verzorgen en
‘Alsof zijn kinderen bij hem werden weggehaald’
Paardenman in scheepvaartland en journalist eveneens dag en nacht op zijn post voor onder meer Weekblad Schuttevaer. Ook een aantal Duitse scheepvaartbladen nam zijn foto’s af.
Secuur Zo secuur als Bas fotografeerde, zo precies drukte hij zich ook uit als schrijvende journalist. De Schuttevaerredactie kon ervan op aan dat Bas met respect voor de betrokkenen en oog voor detail verslag zou doen van het nieuws. Hij groeide uit tot een van de belangrijkste verslaggevers van de krant. Dat resulteerde in 1980 in een (foto)boek met als titel ‘Aanvaringen in de binnenvaart’. Een boek vol zwart/witfoto’s van aanvaringen en bergingen van schepen tussen 1978 en 1980. ‘Ik reed als dat nodig was helemaal naar Karlsruhe om daar een berging van een schip te fotograferen’, vertelt Bas. ‘De mobiele telefoon en TomTom bestonden niet. Soms was het wel even zoeken voor je de bokken had gevonden, maar eenmaal ter plekke was het net of je thuiskwam. We kenden elkaar zo goed, alsof het gewoon familie was. Ik sliep tijdens de berging aan boord bij de jongens en fotografeerde zo van dichtbij het drama van de schipper. Niet uit sensatiezucht, maar met respect voor de schipper en zijn familie, die soms al hun spullen kwijt waren.’
Reis door de DDR Zo maakte Bas op een bescheiden en innemende manier furore als scheepvaartfotograaf en journalist. Op vakbeurzen was zijn invloed
goed te zien. Talloze standhouders presenteerden zich met zijn werk, niet in de laatste plaats Rijkswaterstaat. ‘Ik werkte altijd als freelancer en kreeg steeds meer klanten voor fotowerk, ook in Duitsland. ‘Weet je wat bijvoorbeeld een leuke klus was: het transport van een trafo door Van der Wees uit Dordrecht van Bad Honnef naar WestBerlijn. Dus dwars door de DDR. Dat was voor de val van de Muur en een hele rare gewaarwording. Toen we door de DDR voeren mocht ik absoluut geen foto’s maken. Ik was aan boord als matroos, maar ik heb natuurlijk toch wel wat gefotografeerd. ’s Avonds lagen we tegen de kant en aan de overkant lag een schip uit de DDR, maar we mochten beslist geen contact maken met die mensen. Om daar zeker van te zijn lag er speciaal een politieboot tussen de schepen in.’ Een verslag van dit transport staat in zijn tweede boek ‘De vrachtvaarders van Europa’. Deze keer geen rampenverslaggeving, maar een uitvoerig portret van de Nederlandse binnenvaart.
Overuren Bas zwierf door heel Europa, achter de binnenvaartschippers aan, waarvoor hij grote bewondering kreeg. Het meest genoot hij van de spitsenvaart, ondanks de zware tijd waarin de spitsen toen verkeerden met wachttijden van soms wel zeven weken in Frankrijk voor een retourvracht. In ‘De Vrachtvaarders van Europa’ zegt Bas hierover: ‘Het komt al voor dat Nederlandse schippers leeg terugvaren, omdat
‘De jongere generatie kent de spanning niet meer van het volschieten van een filmrolletje en dan wachten tot het is ontwikkeld. Dat is allemaal voorbij.’ (Foto Arie Jonkman)
Rotterdam wat werk betreft meer perspectief biedt. Met dit in het achterhoofd is het eigenlijk wrang om foto’s af te drukken waarop de spitsenvaart romantisch lijkt.’ Juist deze passage geeft aan hoezeer Bas bij de scheepvaart is betrokken en zijn tweede passie is geworden. Hij was te vinden op de ijsbrekers op het IJsselmeer, fotografeerde even later een ijskonvooi op de Gouwe met kerosinetankers onderweg naar Schiphol vanaf de hefbrug in Waddinxveen. Bas maakte overuren. Een beroemde foto is de tijdopname van anderhalfuur bij Nijmegen, waarbij Bas heel gedetailleerd beschrijft hoeveel schepen er passeerden en waarom de lichtstrepen op de foto ontstaan. Het werd een van de vele foto’s van Bas die de voorpagina van Weekblad Schuttevaer haalden. Samen met toenmalig eindredacteur Dirk van der Meulen maakte hij in 1989 het eerste Jaarboek Binnenvaart, een overzicht van de hoogte- en dieptepunten van dat jaar. Ook al namen anderen het werk over, de boekenreeks wordt nu, 21 jaar later, nog steeds succesvol uitgegeven.
Oude liefde
verhuisde naar Duitsland. Het was een gelukkige tijd. Niets mooiers dan paarden trainen en verzorgen. Hij is nog trots op ‘zijn paarden’ die de hertogin een begrafenis in stijl gaven door die statig aan te voeren voor de lijkkoets. Ze hadden er samen dagenlang op geoefend. Toen ook de hertog overleed en er geen opvolgers waren, werd de stoeterij gesloten. De emoties komen boven als Bas hierover vertelt. Het was alsof zijn kinderen bij hem werden weggehaald.
Toeval Terug in Nederland ontmoette Bas Rijkswaterstaatambtenaar Kuipers bij een zojuist uitgebrand schip. Kuipers moest er foto’s van maken, maar had niet de goede lens meegenomen. Bas bood hem de zijne aan, en zo was een vriendschap geboren. Kuipers liet Bas kennismaken met de scheepvaart. Hij mocht meevaren op de bakenboten en begon zich als fotograaf te ontwikkelen. Een tweede passie ontstond: scheepvaartfotografie. In die dagen ontwikkelde de binnenvaart zich van sleepvaart naar duwvaart en ook marifoon en radar deden hun intrede. Bas bezat een marifoon. Hij luisterde dag en nacht uit en was er dan ook steevast bij als zich een calamiteit voordeed. En als hij per ongeluk toch sliep, belde de riviermeester hem wel wakker om hem op de hoogte te brengen, vaak met de vraag of hij wilde meevaren. Bas roemt de kennis van de bakenmeesters in de jaren ‘70. Ze kenden de rivier als geen ander en stonden dag en nacht klaar om de vaarweg open te houden. Bas was als freelance fotograaf
Zelf heb ik veel te danken aan Bas. Ik was tankerschipper en hobbyfotograaf. Toen ik hem eens een stormfoto liet zien, die ik op het IJsselmeer had gemaakt, zei hij direct: ‘Dat is wat voor de krant.’ Hij stimuleerde me door te gaan in de fotografie en leerde me de kneepjes van het vak. Eind jaren ’90, toen zijn gezondheidsproblemen hem parten gingen spelen, werd Bas minder mobiel. De periode van jachten en jagen was voorbij. Hij keerde terug naar de dieren en was enige tijd fotograaf in Burgers’ Zoo in zijn woonplaats. Contacten verwaterden en een hele nieuwe vloot schepen met een jonge generatie schippers verscheen op de rivier. ‘De riviermeesters van toen zijn er niet meer. Het saamhorigheidsgevoel is weg. Het is zakelijker geworden. Digitale fotografie is voor de jongere generatie natuurlijk geweldig. Zij kennen de spanning niet meer van het volschieten van een filmrolletje en dan wachten tot het is ontwikkeld. Dat is allemaal voorbij. Ik ging soms drie keer terug om een onderwerp te fotograferen. Net zolang tot het licht goed was. Dat kan nu gewoon niet meer.’ De liefde voor het water is Bas niet verloren, maar het is een nostalgische liefde geworden. Ook zijn band met Schuttevaer is behouden gebleven. Een heel enkele keer, als het uitkomt, gaat hij nog steeds op pad voor de krant. Zijn oude liefde, paarden, speelt nu weer een grote rol. In 2012 moet er een fotoboek over paarden verschijnen dat zijn gelijke niet kent. In mijn ogen is de scheepvaart Bas Klimbie dank verschuldigd voor zijn warme, respectvolle en haarscherpe bijdrage aan de geschiedenis. Dat doe ik bij deze.
voor al uw pijpen en pijpleidinginstallaties
pagina 18
kerst
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
Afbouw nieuwe casco’s De Jong’s Pijpleidingfabriek B.V. Sliedrecht
De Jong’s Pijpleidingfabriek is een in 1951 opgericht familiebedrijf. Het bedrijf is gespecialiseerd in het produceren en installeren van pijpleidingsystemen voor de maritieme sector en industrie. Het bedrijf heeft ruime ervaring op het gebied van advies en ontwerp tot prefabricage en montage. De werkzaamheden van DJPS, in de maritieme sector, omvatten complete installaties ten behoeve van: - Baggerbouw zoals Hopper- en Cutterzuigers - Zeevaart zoals Containerschepen en Sleepboten - Binnenvaart zoals Chemicaliëntankers, Containerschepen en Drogeladingschepen - Luxe-Jachtbouw - enzovoorts
Wij wensen u fijne feestdagen en een gelukkig 2011.
Voor de Industrie worden projecten uitgevoerd ten behoeve van onder andere: Aggregatenbouwers, Lierenbouwers, Drinkwaterleidingbedrijven en Afvalwaterzuiveringsinstallaties
Bezoekadres .PMFOEJKLt&1t4MJFESFDIU Postadres 1PTUCVTt"#t4MJFESFDIU tel fax email
[email protected] url http://www.djps.nl
Mede door onze ruim 55 jaar ervaring beschikken wij over een grote hoeveelheid praktische ervaring en inzicht.
HERMOTORISERING Het adres voor al uw bovenwaterwerkzaamheden. Aanleg van complete electrische installaties. Hefkolommen in diverse hoogtes leverbaar. Inbouw van motoren.
Dokcapaciteit tot Dokcapaciteit tot 425 ton 350 ton Wij wensen u prettige kerstdagen en een gezond 2011
SCHEEPSREPARATIEBEDRIJF ZWARTSLUIS
M.DRENTH
Werkplaats: Dingstede 1, Industriehaven, 8064 PV ZWARTSLUIS Telefoon: 038-3866973 b.g.g. 038-4660202 Fax: 038-3868408 • Autotel.: 06-53119428 www.mdrenth.nl
Forward Engineering Papendrecht bv Rijksstraatweg 172, 4254 XK Sleeuwijk Tel.: 0183 302 947, Fax: 0183 303 227 E-mail:
[email protected] Internet: www.forwardengineering.nl
PLM Cranes B.V. wenst u fijne feestdagen en een productief
2011
Forward Engineering Papendrecht bv kan het volgende voor u doen: • • • •
Ontwerpen van schepen Het maken van prijsberekeningen Het maken van werktekeningen voor uw schip Het geven van adviezen aan scheepseigenaren en andere klanten • Begeleiding van schepen in aanbouw in Nederland en in het buitenland • Verkoop van schepen • Verkoop en bevoorrading van scheepsonderdelen voor nieuwbouw en vervanging zoals: roeren, straalbuizen, schroeven, hydraulische installaties enz. enz.
PLM Cranes B.V. Sluisweg 21-25,
4794 SW Heijningen, industrieterrein Dintelmond - 5311
Tel. 0167-52 85 10 , Fax. 0167 – 52 44 44,
[email protected], www.plmcranes.com
pagina 19
kerst
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
Sluiting politiepost Drimmelen komt onvermijdelijk dichterbij
‘Wietplantages in plaats van wildstroperij’ Door Jacques Kraaijeveld
‘Toen ik hier eind jaren ‘70 begon, wilden we als collega’s onder elkaar overal zo snel mogelijk bij zijn als er ergens iets was gepasseerd. Nu worden we er niet eens meer bijgeroepen. Men belt eerst 112, dan komt de GGD in beeld, vervolgens de regiopolitie. Het gebeurt nu dat we de sirene van een ziekenauto horen en niet eens weten wat er aan de hand is.’ Aan het woord is Peter Gevers van de waterpolitiepost in Drimmelen. Samen met collega Coen Hillen bemant hij deze locatie aan de Nieuwe Jachthaven van de Marina Drimmelen. Hun langste tijd zit er op. De post sluit definitief op 31 december 2011. Net na het 100-jarig bestaan van de waterpolitie ter plaatse, wat volgens Gevers op zeer bescheiden wijze zal worden gevierd, áls dat al gebeurt. ‘Eigenlijk hadden we al eerder moeten sluiten. De post is officieel opgeheven per 30 juni 2009, maar we gaan nog even door. Het is een gevolg van een reorganisatie, een van de vele van de afgelopen jaren. We horen nu bij de groep Gorinchem, terwijl we hiervoor bij Willemstad hoorden. Trouwens daarvoor zaten we ook al bij Gorinchem. Vergeleken met een paar jaar geleden zijn we hier al drastisch ingekrompen qua personeel. We hebben ooit met acht man gezeten. ‘Die laatste reorganisatie trof ons niet alleen, ook op ander plaatsen in het land was een vermindering van capaciteit, of werden groepen samengevoegd. Wij hebben in dit gebied meer te maken met recreatievaart, dus de drukte zit bij ons in de zomer. Dan krijgen we ondersteuning vanuit Dordrecht. Door het jaar heen genomen zijn we op de binnenwateren actief.’
Veranderingen ’Als ik dienst heb begint mijn dag hier en die eindigt ook hier. Kijken wat er is binnengekomen per fax, e-mail of gewone post. Dat geldt ook voor mijn collega. Tussendoor zitten we in Gorinchem, of zijn onderweg. Vaak ook met de P59, die nog niet zo gek is, gebouwd door Damen. De verkochte P34 van Drimmelen is bij De Greuns gebouwd. Of zomers met de speedboot, de P118. Door de jaren heen is ons werk wel veranderd. Niet alleen in organisato-
Peter Gevers heeft in zijn loopbaan geleerd dat veel misdaden zijn terug te voeren naar een slechte opvoeding. (Foto Jacques Kraaijeveld)
risch opzicht, maar ook inhoudelijk. Er is sowieso meer papierwerk, maar dan vertel ik je niets nieuws. Ons werk is tegenwoordig meer gericht op opsporing dan op handhaving. En daarnaast zijn we vooral ook hulpverlenend, zeker als het seizoen losbarst. Dan is de Biesbosch net een dorp. We hebben een stuk of vijf aandachtspunten: lawaaioverlast, te hard varen, loslopende honden, afvalcontrole, illegaal kamperen, vuurtje stoken. Het zomerproject heet ‘Openbare Orde’. ‘Ik heb door de jaren heen geleerd dat alles wat wij meemaken en zich aan de verkeerde kant van de wet bevindt is terug te voeren op opvoeding, of beter het gebrek er aan. Het klinkt wellicht ouderwets: maar vroeger was het in dat opzicht beter. Wat moet ik met een jongen van 10 die te hard vaart als hij in bescherming wordt genomen door zijn vader, sterker door wie wij worden uitgekafferd?’
Incidenteel ’Op medisch gebied hebben we vanalles voorbij zien komen: nierstenen, herseninfarcten, hartfalen. Dan nemen we de dokter mee aan boord, of ambulancepersoneel. Maar zoals ik in het begin al aangaf, dat is van ondergeschikt belang geworden. Een ander punt waar we vroeger veel mee te maken hadden is stroperij, zowel van vis als wild. Er is een tijd geweest dat er ‘s nachts 100 bootjes om die reden op pad gingen. Ze zetten 30 tot 40 fuiken of heel grote netten.
Die maakten het dan wel erg bont. Tegenwoordig gebeurt dat nog maar incidenteel. ‘In het verleden deed men dat niet alleen vanwege de sport, maar niet zelden uit armoede. Nou, armoede kennen we bijna niet meer in ons land. Hoewel, in tijden van crisis zie je weer een lichte toename. Jongeren hebben er al helemaal geen belangstelling meer voor, ze hebben over het algemeen geld zat voor een barbecue en geven dat liever uit aan drank en drugs. ‘Kom ik op een ander punt, dat we hier wel weer meer zien: illegale hennepplantages. Zo maar midden in de Biesbosch, op plekken waar over het algemeen niet veel mensen komen. Door de zaadverbetering is het mogelijk om buiten wiet te verbouwen. Het is zelfs van uitstekend niveau. We hebben het spul een paar keer laten testen bij de technische recherche. Ze geloofden niet dat het van buiten kwam, gezien het hoge THC-gehalte. Prima kwaliteit. We wachten tot de oogst bijna rijp is en dan halen we het weg. Komen ze erachter dat het allemaal voor niets is geweest, als we de daders zelf niet te pakken kunnen krijgen.’
Verbetering ’Een verbetering van de laatste jaren is de omgang met het milieu. Dat is echt een gigantische vooruitgang. Ik heb 22 jaar meegedaan met luchtwaarnemingen. Dan gingen we vanaf Rotterdam, Schiphol of hier vlakbij met een
Dienst Waterpolitie Nederland bestaat voor een groot deel uit water en grenst aan de zee. Niet gek dat daar dan ook veel overtredingen en misdrijven gebeuren. Veel korpsen hebben daarom een speciale waterpolitie. Die is onderdeel van het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD), de opvolger van de voormalige Rijkspolitie te Water.
helikopter de rivieren verkennen of er illegale olielozingen waren of andere ongerechtigheden. Ook snelheidsovertredingen konden we zo vaststellen. Je hebt in korte tijd een goed overzicht van wat er aan de hand is. Niet alleen vervuiling door schepen, maar ook van bedrijven aan het water. In de jaren ‘70 was olievervuiling schering en inslag, nu is het sporadisch. De beroepsvaart is in elk geval een stuk milieubewuster geworden. Het is slechte reclame voor de sector als je je eraan bezondigt. Jongeren wijzen ouderen terecht en ook schippers vertellen elkaar de waarheid als het nodig is. Dat is een duidelijke winstpakker. ‘Natuurlijk heb ik dat niet alleen geregeld, maar ik heb er wel aan bijgedragen. Ik kan me herinneren dat er weleens een olievlek was van Nijmegen tot aan Gorinchem in de begintijd. Als er nu iets zichtbaar is, dan is het vaak een ongeluk. Wat nog wel voorkomt is dat bedrijven aan de rivieren slordig zijn met vuil. Ze hebben dan een afvalcontainer die niet is afgedekt en met een beetje wind ligt dat binnen de kortste keren aan de waterkant. We waarschuwen wel preventief, maar er zijn hardleerse mensen, die liever eerst een proces-verbaal willen. Wat we nu regelmatig doen is milieusurveillances, samen met vertegenwoordigers van de waterschappen, gemeentes en provincies. Je ziet nog weleens bedrijven met mooie façades, maar daarachter is het een rommeltje. We leren zo meer van elkaars prioriteiten, maar ook die van het bedrijfsleven beter kennen.’
Leuker? ’Wat van alle tijden is, is het bergen van lijken. Het gebeurt niet dagelijks, maar toch wel met enige regelmaat. Soms gaat het om een zelfmoord, een andere keer door een ongeluk. We hebben er een apart bootje voor. Vaak krijgen we bericht van Rijkswaterstaat. Als het om een misdrijf gaat, kunnen zij er niet veel mee doen. Dan komen wij er bij in verband met sporenonderzoek. Daar moet je wel tegen kunnen, vooral als het om een kind gaat. Als je me vraagt of het werk er leuker op geworden is? Ik vind van niet. Je hebt meer ervaring en levenswijsheid gekregen, dus je kijkt niet meer zo gauw ergens van op. Niet dat het nou altijd zo spannend is, maar je hebt in ruim 30 jaar aardig wat voorbij zien komen, waardoor je niet meer raar opkijkt. ‘Je krijgt ook wel enigszins een gladde rug, dat moet ook wel. Ik heb er nooit een probleem mee gehad, vanuit ethisch of moreel oogpunt, met het werk dat ik doen. Dit in tegenstelling tot collega’s die tijdelijk of voorgoed zijn afgeknapt na bedreigingen of iets dergelijks. Ik schrik ook niet zo gauw, ik bedien ze meteen van repliek. Kortom, je gaat je er tegen wapenen…’
De waterpolitie voert politietaken uit op de doorgaande vaarwegen en ruime wateren en concentreert zich hoofdzakelijk op de beroepsvaart. Daarnaast ondersteunt ze regiokorpsen met hun politietaak, bijvoorbeeld in de Biesbosch of bij evenementen als SAIL Amsterdam. In Rotterdam worden deze taken uitgevoerd door de Zeehavenpolitie, een onderdeel van het regiokorps Rotterdam-Rijnmond. Het KLPD bestaat uit negen operationele diensten, vijf bedrijfsvoeringsdiensten en twee stafbureaus. Daarnaast zijn een aantal landelijke politieonderdelen beheersmatig bij het KLPD ondergebracht. Het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) en de landelijke vingerafdrukkendatabase HAVANK zijn daar voorbeelden van. Het KLPD heeft ruim 100 vestigingen, verspreid over heel Nederland. Met concentraties van diverse diensten. Zo herbergt Amsterdam onderdelen van de Dienst Nationale Recherche, de Dienst Waterpolitie, de Dienst Verkeerspolitie en de Dienst Spoorwegpolitie. De hoofdvestiging staat in Driebergen.
Hennepplanten verscholen in de Biesbosch.
Het aantal milieuvervuilingen is in de loop der jaren sterk afgenomen.
pagina 20
kerst
VEERKADE 2 3016 DE ROTTERDAM
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
T: +31(0)104121225 WWW.TYSMALEMS.NL
Jumbo wishes you a Merry Christmas and a safe voyage. WWW.JUMBOSHIPPING.NL WWW.JUMBO-OFFSHORE.NL
opmaak_liggend.indd 1
03-12-2010 14:57:10
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
pagina 21
kerst
Door Willem de Niet
In Bevergern, precies op de T-kruising van het Dortmund-Emskanaal en het Mittellandkanaal ligt de sleepboot Mignon. Klaar voor elke klus die zich aandient. Nog wel, want eigenaar Reinhard Landau is 67 en doet het al wat rustiger aan, ter voorbereiding op zijn zelf opgelegde en verdiende pensionering. Als Landau er inderdaad mee stopt komt er een einde aan een tijdperk. Dat van de Landaus in de scheepvaart. En mogelijk dat de in 1897 bij Boele Bolnes gebouwde sleepboot dan ook haar laatste sleep heeft gedaan en verder zal leven als pleziervaartuig. Reinhard Landau en zijn vrouw Gertrud zullen er geen vakantiereisjes mee maken. ‘Zij ziet daar niks in. Het water is niets voor haar’, zegt Landau, ‘maar ze heeft me door de jaren heen door dik en dun gesteund. En het was niet altijd makkelijk. Ik ben blij dat ik nu ik mijn pensioen van de staat heb en ook schuldenvrij ben. En zo lang ik gezond blijf en er af en toe iemand belt voor een sleepklus, kan de Mignon ook nog blijven. Want al heeft de bank er geen aandeel meer in, het kost toch zo’n 1000 euro per maand aan vaste kosten.’ Zijn vrouw haakt in: ‘Ja, dan wordt het een dure liefde. En ik ben nu al weleens jaloers als ik zie hoeveel tijd en aandacht hij de “oude dame”, zoals ik het schip noemde besteedde. En ze kostte ook steeds weer veel geld. Dan kwam hij weer zo van: ik moet eigenlijk dit, er moet eigenlijk dat. Ik ga maar eens met de bank praten.’ Dat laatste natuurlijk alleen als er forse ingrepen moesten worden gedaan en het geld daarvoor (nog) niet in de knip zat. Landau: ‘Ik probeerde als ik naar de bank ging altijd de helft zelf gespaard te hebben. Dat praatte wat makkelijker. En gelukkig hebben we het altijd gered, al liepen we weleens op het randje. Er was ook altijd wel wat, waardoor het een tijdje wat minder ging.’
Rijncrisis Het voert te ver om de hele geschiedenis van de familie Landau uit de doeken te doen. In 1997 verscheen een boekje waarin 100 jaar van die geschiedenis beschreven staat. De eerste foto uit het familiearchief is die van Joseph Landau anno 1897 in marine-uniform. Kort na zijn afzwaaien gaat hij vanuit Koblenz op de Rijn varen. In de schaarse papieren overleveringen wordt hij genoemd als kapitein, waard, scheepseigenaar en scheepsagent. Wanneer hij wat precies heeft gedaan is niet achterhaald.
‘Er was nooit geld voor vakantie, het was altijd wachten op een sleep’ Als er in het begin van de 20e eeuw sprake is van een ‘Rijncrisis’ zoekt Joseph senior het elders en verhuist naar Hanekenfähr, dichterbij het deel van Duitsland waar de kanalisering zijn hoogtijdagen, beter gezegd hoogtijdecennia, beleeft. De nieuwe start in Hanekenfähr is het begin van een bewogen periode. Dat kan ook niet anders in een tijdperk van de industriële revolutie, twee wereldoorlogen, de wedren om steeds grotere en snellere schepen, de neergang van de sleepvaart op de kanalen, de tijd van het monopolie van het staatssleepbedrijf, de concurrentie van de Nederlanders en de opdeling van Duitsland. Een tijdlang houden Joseph senior en zijn zonen Joseph en Wilhelm zich bezig met passagiersvaart als alternatief voor de karige verdiensten in de sleepvaart. Ze varen dagjesmensen over de nieuwe kanalen. Omdat dat ook niet genoeg oplevert gebruiken ze de enigszins aangepaste passagiersschepen in de winter en in de week-
Reinhard Landau en zijn sleper Mignon gaan met pensioen
Berusten in het einde van een tijdperk
Reinhard Landau werd eigenaar van de Mignon toen zijn vader overleed en heeft de oude boot in de loop der jaren steeds verder gemoderniseerd.
ends nog als sleper. Als het nieuwtje van de passagiersvaart er af gaat, wordt een van de passagiersschepen weer tot sleepboot omgebouwd. De naam wordt Mignon. Niemand weet waarom voor deze ongebruikelijke naam werd gekozen.
Kredieten zoeken Reinhard Landau: ‘Er is een opera Mignon. Mignon is een persoon uit een boek van Von Goethe. Het is nergens beschreven en overgeleverd.’ Omdat het Dortmund-Emskanaal in de winter regelmatig dichtvriest wordt weer een aantal jaren uitgeweken naar de Rijn, Moezel en Main. Het blijft een kwestie van de touwtjes aan elkaar knopen, kredieten zoeken voor verbouwingen en moderniseringen. Nieuwe en krachtiger motoren volgen elkaar op. Van 80, 120, 210 en uiteindelijk de 420 pk zware Modag. In 1936 wordt de grote stap gezet om een van de twee stoomschepen van de familie te verkopen en er een motorschip voor terug te kopen. Kort hierna, in 1938 sterft Joseph. De bezittingen worden verdeeld, een schip wordt afgestoten en de broers Wilhelm en Joseph junior gaan in 1942 hun eigen weg, Joseph met het weer tot stoomsleper omgebouwde passagiersschip Geschwisterliebe, Wilhelm met de motorsleepboot Mignon. In 1943 wordt Reinhard Landau geboren en in 1950 verhuist de familie van Hanekenfähr naar Bevergern, waar Reinhard Landau en zijn vrouw Gertrud nog steeds in hetzelfde huis aan het Dortmund-Emskanaal wonen.
Vak leren Voor Reinhard staat niet direct vast dat hij sleepbootkapitein wordt, al is hij als jongen altijd aan het water te vinden. Vader Wilhelm heeft ook andere plannen. ‘Ga eerst maar een vak leren, schipper kun je altijd nog worden’, weet Reinhard Landau, ‘en ik heb ook eerst een ander vak geleerd. Ik heb een opleiding voor expediteur gevolgd en afgerond. Ik voelde me in die wereld prima thuis en vond het prima zo. Maar in 1962 stierf vader onverwacht. Ik was 19. Toen drong moeder er op aan dat ik het schip zou overne-
men. En zo was ik nog voordat ik me matroos mocht noemen, eigenaar van een sleepboot en moest ik weer hard aan het leren. De sleepboot die ik erfde is de huidige Mignon. De oude Mignon was een paar jaar eerder als te klein afgedankt. Dit casco kocht vader in 1956 voor 7700 mark, de verbouwing kostte 150.000. Via allerhande kredieten en een bijdrage uit de Marshallhulp heeft hij het bij elkaar gesprokkeld. Een van de voorwaarden voor die laatste bijdrage was, dat hij zich niet aan handel met Oost-Duitsland schuldig zou maken. Iedereen die op het Mittellandkanaal voer was in die tijd verdacht.’
keer rond krijgen. Het waren spannende tijden, maar in 1968 ging de Mignon weer varen. Daarna ben ik steeds bezig geweest met moderniseren, te beginnen met het elektrificeren van de roerinstallatie. Verder de nodige aanpassingen zoals het aanbrengen van een mast en een dubbele ankerlier om te voldoen aan de regels voor het Rijnattest. In 1970 heb ik de sleper Amor gekocht omdat daar dezelfde motor in zat. Die motor en alle andere bruikbare mechanische delen heb ik er uit gehaald en opgeslagen om voldoende reserveonderdelen te hebben, de rest kon naar de sloop.’
Trots op machinekamerplaat: ‘Boele Bolnes 1897’
Het kon allemaal niet voorkomen dat het sleepwerk minder en minder werd. Een Nederlandse waterbouwer bracht uitkomst. Het bedrijf hielp met de financiering van een hydraulische duwklem en nog wat aanpassingen en sloot een meerjarig contract af met Landau. De stuurhut werd losgezaagd van de rest van de opbouw en voorzien van een hydraulische schaar, zodat hij drie meter omhoog kan. In de loop van de tijd volgden een hydraulische roerinrichting, hydraulische lieren op het achterdek voor de kabels naar de duwbak en een ankerlier op het achterdek. Bijna het enige wat nog herinnert aan de roemruchte historie van het schip is de plaat in de machinekamer met daarop ‘Boele Bolnes, 1897’. Landau is er trots op. ‘Het was het oudste schip binnen de schippersvereniging en vaart uiteindelijk het langst. Kan alleen als je er heel goed voor zorgt.’ Wat nu als het varen ophoudt? Dan eindelijk de vakanties die gemist zijn? Gertrud Landau: ‘We zijn in al die jaren ooit acht dagen naar Oostenrijk geweest. Dat was alles. Er was ook nooit geld voor. Het was altijd weer wachten op een sleep.’ Als Reinhard probeert in te brengen dat ze er wellicht weleens alleen of met een vriendin op uit had gekund, zegt Gertrud resoluut: ‘Reinhard, als jij geen geld had, had ik ook geen geld.’ Landau heeft er vrede mee dat het scheepsboek dichtgaat. Opvolging zit er niet in. De zoon en twee dochters zijn goed terechtgekomen. ‘Mijn zoon is ingenieur. Je kunt toch niet verlangen dat hij zo’n zeker bestaan opgeeft?’ Zijn grote droom gaat ook niet in vervulling. ‘Mijn ouders zijn met de oude Mignon ooit naar Boedapest gevaren. Dat had ik ook graag een keer gedaan. Maar niemand bood me een sleep daarheen aan. Het zij zo.’
In 1957 werd de eerste proefvaart gemaakt. ‘Het schip zag er nog uit als een vuilnisbak, maar technisch was het goed. Toen ik het in 1962 overnam was het een prima schip. Maar het was geen goede tijd. De motorisering van sleepschepen nam hand over hand toe. Sterker en sneller waren ze, het sleepwerk werd dus steeds minder. In 1966 besloot ik de motor uit de Mignon te halen en in een sleepschip te plaatsen. Dat werd ook verder tot motorschip, uiteraard met de naam Mignon, omgebouwd. Voorwaarde was officieel dat het casco van de Mignon naar de sloop ging. Een bekende van me wist me te vertellen dat er een sloopregeling zat aan te komen, waardoor ik meer zou beuren dan de 2000 D-mark die me nu was geboden.’
Korte duur Het nieuwe leven is van hele korte duur. Als Landau in december 1967 vanwege zijn bruiloft niet aan boord is, vaart de Mignon lek op de Rijn bij Lobith en zinkt. Het schip is rijp voor de sloop, de motor was tijdig stilgezet en nog in goede conditie. En, jawel, de motor wordt weer overgebouwd. Terug in de sleper waarop de naam Mignon weer wordt aangebracht. ‘Had ik de sleper niet nog een tijdje laten liggen, dan was dat wellicht het einde van de scheepvaart voor mij geweest. Dat was echt een gelukje bij een groot ongeluk. Een ander gelukje was dat er inmiddels zoveel slepers waren afgedankt omdat het motorschip de toekomst had, dat er weer behoefte aan slepers was. En ondanks het feit dat de regering eigenlijk alleen nieuwe motorschepen wilde, heb ik doorgezet. Via een lening op het huis kon ik het financieel weer een
Duwklem
pagina 22
kerst
WERKENDAM STAAT VOOR U KLAAR
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
BEDRIJF IN BEELD
Visser is een gerenommeerde zaak die zich toelegt op inrichting van uw schip, uw woning of uw kantoor. De variatie in meubelen, gordijnen, vloerbedekking, wandbekleding, verlichting en zonwering zijn te veel om op te noemen. Onze showroom bevindt zich aan het begin van Werkendams winkelcentrum. Zes dagen per week open. Visser Sfeer & Wonen. Plein 4, Werkendam T 0183-501858, I www.visserwonen.nl
Hele fijne feestdagen en een goed 2011! REINIGEN, STRALEN, CONSERVEREN
www.scheepsgroep.nl
T 0183 505475 F 500505 www.cornetgroep.nl
• Scheepsnamen • Wapenschilden • Bedienings(folie)panelen • Marine safety signs
T 0183 509618 F 509619
[email protected] www.lasertech.nl
T 0183 505325 F 503735 www.klaasensanitair.nl
A C C U V E R K O O P
T 0183 304771 F 307373 www.vanderstelt.nu
T 0183 501016 F 502001
[email protected] www.daveco.nl
T 0183 505230 F 505660 www.veka-group.nl
T 0183 505201 F 500424 www.cholster.nl
T 0183 501811 F 501362
[email protected] www.dewaalbv.nl
T 0183 501420 F 502972
[email protected]
T 0183 679850 www.transito.nl
[email protected]
T (+31)(0)183 600391 www.concordiashipyards.nl
T 0183 503909 F 500133
[email protected] www.baassfeervolwonen.nl
T 0183 501858 F 501115
[email protected] www.visserwonen.nl
T 0183 500413 F 500417 www.paansstoffering.nl
T 0183 505536 F 505541
[email protected] www.phplanken.nl
T 0183 501044 F 504967 www.unive.nl
T 0183 502688 F 504548 www.werkina.nl
T 0183 505588 F 504644
[email protected]
T 0032 3 3532689 F 0032 3 3533590
[email protected] www.blommaertalu.be
MACHINEFABRIEK EN SCHEEPSREPARATIES T 0183 503111 F 503132 www.instalho.nl
T 0183 500151 F 505694 www.versteegkeukens.nl
T 0183 508950 F 508959 www.beerensbv.nl
T 0183 502088 F 501386 www.vanwijkwerkendam.nl
Maritieme betimmeringen en interieurbouw
T 0183 505433 F 504333
[email protected] www.shipvision.nl
T 0183 501707 F 504733
[email protected]
T 0183 507579 F 507588
[email protected]
KIEBOOM-WERKENDAM
VAN WIJK
Gasolie & Scheepsbenodigdheden
T 0183 500015 F 504159 www.voordendagvdstelt.nl
[email protected]
T 0183 505868 F 505814 www.skb-bv.nl
[email protected]
Bunkerboot “Cornelis” 06-53396410
T 0183 503300 F 502848 www.kieboomwerkendam.nl
T 0183 308383 F 308384 www.hoogendoorn-maritiem.nl
STUURHUIZEN
T 015 2563764 F 2562161 www.gyroncrew.com
[email protected]
T 0183 502184 F 501178
[email protected] www.vanwijkstuurhuizen.nl
Weekblad Schuttevaer / Zaterdag 18 december 2010
pagina 23
kerst
Gouden bergen in de crisis een kerstverhaal Door Heere Heeresma jr.
Dulk bleek bijzonder gevoelig voor de smartlappen en levensliederen, die hem een bijna dierlijk gehuil ontlokten. ‘Eindelijk iemand die mij begrijpt’, zei zijn vrouw verwijtend. Hoewel hij de voortekenen dus had kunnen zien, was het toch nog een schok toen ze op een dag met een koffer in de stuurhut stond, hem een ‘prettige dag verder’ toewenste en in het vooronder verdween. Hoezeer hij zijn hersens ook afpijnigde, hij kon het niet begrijpen. Wat had Dulk dat hij niet had, behalve een bochel? Misschien was het diens primitieve oerkracht die haar als vrouw aantrok. In ieder geval had ze het reuze naar haar zin in het vooronder. ’s Nachts, als de wind op de kop stond, kon hij haar horen joelen: ‘Mexicóóó! Mèèèxííícóóó!’ De dekknecht deed zijn werk. Dit was allemaal nog tot daaraan toe als niet ook de kredietcrisis was uitgebroken. Het werk droogde op, maar de rekeningen bleven komen. En nu lag hij al een jaar in dit grindgat, terend op zijn laatste reserves en gescheiden van zijn vrouw door een leeg ruim.
Hij trok de mouw van zijn schipperstrui over zijn hand en wreef ermee over de beslagen ruit van de stuurhut. Het uitzicht was nog steeds hetzelfde. Alleen was het weer winter geworden. De opgelegde 110- en 135-meters in het grindgat lagen te rillen onder een dikke deken van sneeuw en uit hun kluisgaten hingen ijspegels als gestolde snottebellen. De trossen waren stijf bevroren. Touwen die al meer dan een jaar niet waren losgegooid. Mismoedig keek hij in het lege ruim van de Kempenaar, waarin zich als enige lading een heuvel sneeuw vormde. Ik krijg een baard van de binnenvaart, dacht hij en wreef over zijn bestoppelde kin. Vroeger, toen de vrouw hem nog niet verlaten had en de ganse dag de Zangeres Zonder Naam in het roefje klonk, toen wilden er rond deze tijd van het jaar nog weleens kerstballen en dennetakjes in de stuurhut hangen. Maar daar begon hij niet meer aan. Kom zeg, hij ging het een beetje voor zichzelf gezellig maken! Hij kon het zich trouwens niet veroorloven. Ook bij de buren werd zo te zien weinig aan Kerstmis gedaan. In de kapitale woningen van de nieuwbouwschepen brandde hooguit een spaarlamp. De enige die kerstverlichting voerde was een politieboot die dreigend rondjes voer om de schepen in het grindgat. Als een grijze wolf die om een kudde bibberend bij elkaar schurkende schapen sluipt, op zoek naar een kwetsbaar exemplaar. Terwijl de politieagenten in hun gezellig versierde boot, met sterren en ballen voor de ramen, kerstliederen zongen en het glas hieven, lagen de eigenaars van de schepen en hun gezinnen onder het nog niet door deurwaarders weggedragen meubilair te hopen dat het controlerende oog van de overheid hen deze keer zou overslaan. Er waren zoveel wetten en regels gekomen, dat het bijna onmogelijk was aan elk ervan te voldoen. Hij wist er alles van. Zelf had hij vaak genoeg de sterke arm om zijn nek gevoeld.
Raar gevoel Hé, daar was dat rare gevoel weer. Die druk op de borst. Kondigde zich daar een hartaanval aan? Het zou hem niets verbazen. De zorgen om de torenhoge rekeningen en het onafwendbaar naderende faillissement, werden hem zo langzamerhand teveel. Maar moest de pijn dan niet naar zijn linkerarm uitstralen? En zijn vingertoppen, die moesten toch gaan tintelen? Dat had hij zelf op internet gelezen. Je kon ook niemand vertrouwen! Iedere gek kon iets op internet zetten en een andere gek geloofde het. De malaria die hij zichzelf een maand geleden nog toedichtte, daar was ook niks van terechtgekomen. Straks bleek hij nog het eeuwige leven te hebben. Hij moest er niet aan denken en stak weer een sigaret op. Slurpend dronk hij van de opgewarmde Chocomel in een witte emaille beker met blauwe rand. Gatver! Er had zich een vel op gevormd. Daar had hij toch zo’n hekel aan; een vel op zijn Chocomel. Dat was bijna zo erg als... als... als het onzalige idee, nu zo’n drie jaar geleden, om binnenvaartschipper te worden. Beter was
Kerstman
het geweest als hij de rest van zijn leven aan de waterkant was blijven staan. Dat het een droom was gebleven. Maar nee, de roep was sterker. De roep van het water. Al van jongsaf stond hij op de kade naar de langsvarende binnenschepen te kijken. En al kijkend prevelde hij de namen van hun thuishavens voor zich uit: Maasbracht, Werkendam, Drimmelen... Dat klonk exotisch en avontuurlijk. In zijn jongenshoofd zag hij beelden van goudgele stranden en wuivende palmbomen, waaronder schaars geklede inlandse schonen op kleine gitaartjes speelden.
dreigde te schampen, stak Dulk zijn been er wel even tussen - dat was toch van hout. Volgens zijn vorige eigenaar was Dulk de 60 al gepasseerd, maar volgens zijn vrouw was hij pas in de 50. Dulk hoorde eerder bij de scheepsuitrusting dan dat hij personeel was. Hij spaarde een matroos uit en was bovendien zuinig in gebruik. Je hoefde alleen maar een homp oud brood in het vooronder te gooien. Zijn vrouw stond er echter op dat Dulk bij hen aan tafel mee kwam eten. Zeker omdat ze nooit met kinderen gezegend waren, dacht hij eerst nog.
Cursussen
De overgang van de schoenen- en gebittenreparatie naar de schipperij viel niet mee. Eerlijk gezegd wist hij van toeten noch blazen. Daar kwam hij meteen al achter. Volgens de scheepsmakelaar, een betrouwbare man met gouden gespen op de schoenen, verkeerde het schip in perfecte staat, maar hij had toch een paar kleine dingetjes over het hoofd gezien. Zo bleek de motor niet te werken en moest het vlak worden vernieuwd. Gelukkig was zijn bank in die tijd nog uiterst coulant. Een overbruggingskrediet was geen enkel probleem. Eigenlijk had zijn bank liever gezien dat hij meteen een 135-meter liet bouwen, maar hij wilde klein beginnen. Een Kempenaar bleek echter al meer dan hij kon verhapstukken. Om de haverklap lag hij met de kop in een weiland of met de schroef op de keien, terwijl zijn vrouw de Zangeres Zonder Naam tot orkaankracht opvoerde en Dulk grommend het hoofd schudde over zoveel onbekwaamheid. Ook van de zakelijke kant had hij weinig kaas gegeten. Wanneer hij een reis voor een goede prijs dacht te hebben, bleek hij het dubbele aan gasoliekosten kwijt te zijn. Al spoedig moest hij tot de conclusie komen dat hij niet voor het schippersbestaan in de wieg was gelegd, maar toen was het te laat; hij had alle bruggen achter zich verbrand en kon alleen nog doorvaren.
Het had hem weinig moeite gekost om met een schriftelijke cursus zijn vaarbevoegdheid te halen. Tenslotte had hij ook langs schriftelijke weg een vliegbrevet, een doktersdiploma en een zwarte band karate verworven. Maar als zoon van een schoenmaker annex gebittenreparateur lag zijn toekomst al uitgestippeld. Zijn vader ging ervan uit dat hij de zaak zou overnemen. Niet dat die zo lucratief was. In de hoogconjuctuur, toen de gebitsverzorging nog betaalbaar was en de mensen een kapotte schoen verruilden voor twee nieuwe, hadden ze weinig omhanden. ‘Wacht maar’, zei zijn vader altijd. ‘Eens is het afgelopen met de welvaart en dan hebben de mensen ons weer nodig.’ En dan lachte hij gemeen. Helaas heeft de oude het niet meer mogen meemaken. Nog voordat zijn vader in het uitvaartcentrum lag, had hij de zaak al verkocht en ging hij op zoek naar een schip. Zijn vrouw vond het allemaal best. Ze had het allang opgegeven tegen hem in te gaan; ze zette gewoon de Zangeres Zonder Naam nog wat harder.
Dulk Het werd een Kempenaar met bijbehorende dekknecht, Dulk geheten. Hij woonde in het vooronder en sliep op de ankerketting. Vergeleken bij Dulk was de klokkenluider van de Notre Dame een toonbeeld van eugenetica. Dulk had een bochel en verplaatste zich zijwaarts als een krab, waarbij zijn linkerhand over het dek sleepte. Praten kon hij niet, hij bracht slechts een diep gegrom voort. Maar hij was een prima matroos met hart voor het schip. Wanneer hij door een ongelukkige manoeuvre - en hij maakte er nogal wat - een sluismuur
Overbruggingskrediet
Verliefd Intussen begon zijn vrouw steeds meer genegenheid voor Dulk op te vatten. Tijdens het avondeten schepte ze voortdurend diens bord vol, waardoor er voor hem niets meer overbleef. Hij had de liefde van zijn vrouw voor de Zangeres Zonder Naam nooit kunnen delen (zelf hield hij meer van Hawaïaanse muziek) maar
Hij veegde opnieuw met zijn mouw over de beslagen stuurhutruit - en voelde zijn hart een slag overslaan. De politieboot, die zonet nog rondjes in het grindgat voer, kwam nu recht op hem af, waarbij de boeg een strenge snor van water opwierp. Hij raakte in paniek. Waar zou hij nu weer voor worden bekeurd? De politieboot kwam langszij en tot zijn verbijstering stapte een kerstman aan boord. In verwarring bracht hij de beker Chocomel naar zijn mond, vergetend dat de sigaret nog tussen zijn lippen zat. Zonder te kloppen stapte de kerstman de stuurhut binnen. Hij droeg een rode puntmuts, een rood jack, een rode broek en zwarte laarzen. Het enige waarin hij van andere kerstmannen verschilde was de koppelriem met gummiknuppel, handboeien, pepperspray en Walther P5. ‘Gelukkig kerstfeest, schippertje’, klonk het uit de witte baard van opgeplakte watten. ‘Gelukkig kerstfeest, kerstman’, antwoordde hij timide. ‘Brigadier kerstman’, verbeterde de kerstman hem. ‘Wat kan ik voor u doen, brigadier kerstman?’ ‘De beurs trekken’, zei de kerstman met een schalkse knipoog. ‘Waarvoor nou weer’, vroeg hij, de wanhoop nabij. ‘Hmm, even denken... navigatielichtcertificaten! Mag ik de navigatielichtcertificaten even zien?’ ‘Maar... maar die heb ik niet meer! Die gooi je toch meteen weg met de verpakking!’ ‘Zo zo’, zei de kerstman op vaderlijk vermanende toon, ‘da’s niet zo mooi, hè.’ Zijn vingers begonnen te tintelen en hij voelde een verlammende pijn in zijn linkerarm. Niks van aantrekken, dacht hij. Je moet niet alles geloven wat op internet staat. Maar toen lag hij al op de vloer van de stuurhut. Was ik maar schoenen- en gebittenreparateur gebleven, ging het door hem heen. Ik had gouden bergen kunnen verdienen in deze crisis. De kerstman drukte met beide handen pompend op zijn borst en het laatste wat hij zag was diens door watten omhulde mond die hem leek te verzwelgen. * En toen stond hij weer achter het roer van zijn Kempenaar en voer langs goudgele stranden en wuivende palmbomen, waaronder schaars geklede inlandse schonen op kleine gitaartjes speelden. De bergen goud in het ruim fonkelden zo hevig dat er tranen in zijn ogen stonden.
pagina 24
kerst
Zaterdag 18 december 2010 / Weekblad Schuttevaer
a big thank you and merry Christmas to you all P&O Ferries would like to wish all our employees a very merry Christmas and a happy New Year. We’d also like to take this opportunity to thank you for all your hard work and the effort you made in 2010.
POferries.nl
- overdekte nieuwbouw - reparatie- en afbouwkades - 2 schroevendokken - machinale bewerking
Wij wensen onze relaties prettige kerstdagen en een voorspoedig en succesvol 2011! Havenstraat 7 NL-3372 BD Hardinxveld-Giessendam Postbus 528 NL-3370 BA Hardinxveld-Giessendam T : + 31 184 676140 F : + 31 184 676160 E :
[email protected] W: www.breejen-shipyard.nl