In samenwerkingen met
datac e nte rwo r ks | ja n ua r i 2 0 1 0
techniek
“Binnen vijftien minuten operationeel in de cloud” energievoorziening
Rekencentrum verwarmt stadhuis Amsterdam management
Auditing van een datacenter
en verder n sa bouwt megadatacenter | twijfels over beveiliging remt adoptie cloud | de techniek achter datacenterkoeling | eerste externe modusec-ruimte in nederland
AnzDataCenter_ZDT.qxd
15.08.2008
20:49 Uhr
Seite 1
Tyco Electronics Can Help Relieve Your Major Data Center Headaches* “Power Consumption”
“Cooling High Density”
LAN electronics devices equipped with our MPO and MRJ21 connectors consume less power.
Reduced cable quantities and optimized patch cord routing improve airflow under raised floors and within cabinets.
“Speed of Change” “Higher Densities/ Space Shortage”
Our Plug’n’Go factoryterminated cabling systems can be deployed rapidly, reducing time required for MAC’s.
Our small form factor connectors allow far higher port densities, providing more ports per m2. And our cable management systems ensure optimum high-density cable routing.
“Environmental Impacts” Our systems are RoHS compliant and engineered with the environment in mind. TE is also actively involved in the LEED® initiative of USGBC.
RoHS Ready
* In 2007 DatacenterDynamics conducted a survey in Western Europe and the USA asking for the Top 10 issues surrounding datacenter management. Major concerns were listed as: “power consumption”, “cooling high density”, “higher densities/space shortage”, “speed of change” and “environmental impacts”. AMP NETCONNECT infrastructure solutions from Tyco Electronics can help relieve your headaches associated with these issues. Tyco Electronics AMP NETCONNECT in: The Americas: Greensboro, NC, USA; Tel: +1-800-553-0938; www.ampnetconnect.com EMEA & India: Langen, GERMANY; Tel: +49-6103-709-1547; www.ampnetconnect.eu Asia/Pacific: Hongkong, CHINA; Tel: +852-2738-8731; www.ampnetconnect.com
AMP, AMP NETCONNECT, NETCONNECT, TE Logo and Tyco Electronics are trademarks.
i n d it n um m e r
datac e nte rwo r ks
In dit nummer
energievoorziening 04 rekencentrum verwarmt
stadhuis amsterdam
datacenters?
30 opendcme prestatiemaat voor
Voor
de val?
2009 was ongetwijfeld het jaar van ‘De Cloud’ die zich al dan niet in het eigen datacenter bevindt. Waarmee de industrie weer een slingerbeweging maakt richting een centrale aanpak van IT, zo stelt Bob Stemmerik, Cisco’s nieuwe directeur datacenterarchitecturen, in een interview met DatacenterWorks. “Dat we naar het cloudmodel toegaan, staat voor mij wel vast!” Toch constateert Stemmerik dat cloud computing momenteel nog maar op zeer kleine schaal wordt toegepast, en de nieuwe Cisco-directeur wordt daarin gesteund door een recent onderzoek dat Colt liet uitvoeren door Portio Research. 56 % van de 352 Europese IT-beslissers die voor dit onderzoek zijn ondervraagd, was nog helemaal niet bekend met het fenomeen cloud computing. Zorgwekkender is dat maar liefst 68 % van de ondervraagden aangaf nog geen gebruik te maken van clouddiensten vanwege twijfels over de beveiliging. Van de ondervraagde Nederlandse IT-beslissers gaf 60 % aan dat ze beveiliging zien als de belangrijkste hindernis voor het implementeren van clouddiensten. Ook het gebrek aan transparantie van de tariefstructuren weerhoudt bedrijven ervan de diensten in te zetten. Het doet mij allemaal een beetje denken aan de bekende Gartner Hype Cycle die aangeeft dat de zichtbaarheid van een technologie na een ‘piek van overspannen verwachting’ in elkaar stort als gevolg van teleurstellingen. Na de vrije val heeft de pers er geen aandacht meer voor en krijgt de technologie de tijd in alle rust te rijpen en volwassen te worden. Daarom in dit nummer extra veel aandacht voor de cloud, nu het nog kan! Naast het interview met Stemmerik en het onderzoek van Colt in dit nummer van DatacenterWorks ook aandacht voor de cloudstrategie van Extreme Networks. Deze netwerkfabrikant presenteerde op de valreep van 2009 een blauwdruk om datacenters te helpen bij de migratie naar de cloud.Volgens Extreme moeten we dan wel eerst enkele netwerkproblemen overwinnen die door virtualisatie zijn geïntroduceerd in het datacenter. Ferry Waterkamp
[email protected]
management 10 auditing van een datacenter 14 “binnen vijftien minuten
17
23
operationeel in de cloud”
twijfels over beveiliging remt adoptie cloud extreme helpt datacenters bij migratie naar de cloud
koeling 20 de techniek achter datacenterkoeling 28 uci radboud universiteit kiest voor
varicondition-h2o
gebouwtechniek 26 eerste externe modusec-ruimte
in nederland
praktijk 30 nsa bouwt megadatacenter bekabeling 32 een decennium 10g en verder 35 it room infra 36 productnieuws advertentie Download APC White Paper 73 “De verborgen kosten van capaciteitsupgrades van datacenters verminderen” en maak kans om een iPod touch te winnen! Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74412t
998-2601_Datacenterworks.indd 1
|3
1/5/2010 2:26:36 PM
E n e rg i evo o rz i e n i n g
Nieuw datacenter in Amsterdamse atoomkelder
Rekencentrum verwarmt stadhuis 4|
datac e nte rwo r ks
FBA, dat staat voor Facilitair Bedrijf Amsterdam, is verantwoordelijk voor de gebouwen van de gemeente Amsterdam. In stapjes probeert de organisatie de doelstelling CO2-neutraal te zijn per 2015 te bereiken. De inrichting van een nieuw rekencentrum in de kelder van het hoofdstedelijke stadhuis is één van die stapjes. Arjen Okx, sectormanager services FBA, vertelt bij diverse gelegenheden hoe de bouw van een groen rekencentrum gestalte krijgt. Dat is, zo blijkt uit de ambtelijke documentatie, ook één van de voordelen van een duurzaam datacentrum: de mogelijkheden de duurzame intenties en handeling van Amsterdam naar voren te brengen. De hoofdstad zet zich hiermee positief op de duurzame kaart.
constatering
Het verhaal begint bij de constatering dat het bestaande rekencentrum op de vijfde verdieping in het stadhuis niet voldoet aan de huidige standaarden voor rekencentra, zoals de TIA 942i, noch kan voldoen aan de groeiende behoefte van de klantorganisatie(s). De Telecommunications Infrastructure Standards for Datacenters stamt uit 2005. De standaard behandelt onderwerpen als ruimte-indeling, bekabeling, gelaagde betrouwbaarheid en milieuaspecten. Okx meldt dat diverse alternatieven zijn gewogen om tot de best denkbare oplossing te komen. Hierbij spelen ook de financiën een rol. Een aanpassing van het bestaande rekencentrum, met inachtneming van de steeds strenger wordende normen, viel al snel af. Bij
een eerste verkenning viel dit alternatief zo slecht uit, dat niet eens tot een gedetailleerde berekening is overgegaan. Zo bleek dat de vloer tussen de vierde en vijfde verdieping van het stadhuis slechts 500 kg/m2 kan dragen, terwijl 1.500 kg/m2 nodig is. Consolidatie binnen rekencentra betekent wel dat er minder apparatuur staat opgesteld, maar dat deze apparatuur op zichzelf wel zwaarder is. Bovendien is er meer computerapparatuur nodig, omdat de vraag naar rekenkracht en opslagmogelijkheden blijft stijgen. Op de vijfde verdieping is geen koudwaterleiding aanwezig, zodat die zou moeten worden aangelegd. Bovendien is de ruimte niet berekend op de groei; en uitbreiding bleek vrijwel onmogelijk. Aanpassing van vloer en mogelijke uitbouw zouden zeker op bezwaren van de architect en omwonenden stuiten. Dit alternatief is snel afgeserveerd.
uitbesteding
Een tweede mogelijkheid is uitbesteding van de automatisering. Er zijn offertes aangevraagd bij Getronics en Colt. Getronics heeft een aanbod gedaan op basis van werkplekbeheer. Okx geeft aan dat de kwaliteit van de rekencentra bij deze dienstverleners hoog is, maar de flexibiliteit gering. Getronics bleek bovendien vier keer zo duur als het beste alternatief (nieuwbouw in de atoomkelder), terwijl Colt twee tot drie keer zo hoog uitkwam. Maar prijs is niet het enige aspect, waarop de afweging is gemaakt. Zo was het aanbod van Colt duurder, omdat het bedrijf veel geld
voor energie rekent. Daar komt nog een zwak punt bij de aanbieders om de hoek kijken: zij verplichten zich niet een zo duurzaam mogelijk rekencentrum te gebruiken. Het gebrek aan regie over de duurzaamheid is voor FBA, in zijn advies aan de gemeenteraad, ook een reden geweest af te zien van uitbesteding, want dan kan het bedrijf niet bijdragen aan de grootstedelijke ambitie op termijn klimaatneutraal te zijn. Daarmee is ook dit alternatief terzijde geschoven.
voormalige ‘atoombunker’
Het derde alternatief is uiteindelijk gekozen: een nieuw en duurzaam rekencentrum in de voormalige atoomkelder van het stadhuis. De schuilkelders stammen nog uit de tijd van de Koude Oorlog die in 1989, met de val van de Muur in Berlijn, ten einde liep. Vanwege de ligging en constructie van de ‘atoombunker’ zijn er slechts geringe aanpassingen aan de ruimte nodig om deze geschikt te maken. Een voordeel daarbij is dat de toegangscontrole veel beter is te regelen dan in het oude rekencentrum op de vijfde verdieping. Daar liepen veel mensen in en uit zonder dat precies duidelijk was wie dat waren en wat zij daar deden. De impact van hun handelen op het energiegebruik binnen het rekencentrum was daarmee ook niet bekend. “Dat wordt anders”, verklaart Okx, “want er is gekozen voor een heldere prijsdoorberekening. De prijs wordt per hoogte-eenheid (de zogenoemde ‘U’) doorberekend, wat een efficiënte invulling van de racks stimuleert. En hoe dichter een rack is gevuld, hoe efficiënter
Teus Molenaar is freelance journalist
in 2015 moeten alle gemeentelijke panden in amsterdam co2-neutraal zijn. dat is de doelstelling van het gemeentebestuur. dat heeft ook gevolgen voor het rekencentrum van de gemeente. er komt een nieuwe datacentrum in de atoomkelder van het stadhuis dat water uit de amstel gebruikt om het rekengerei te koelen en het opgewarmde koelwater gebruikt om de ambtelijke vertrekken in de stopera te verwarmen. “een besparing op het energiegebruik van 40 – 60 % ligt in het verschiet”, zeegt arjen okx, sectormanager services fba. |5
E n e rg i evo o rz i e n i n g
Een aanpassing van het bestaande rekencentrum, met inachtneming van de steeds strenger wordende normen, viel al snel af.
energie is te herwinnen.” Okx verwacht dat de doorberekening van de gebruikte energie duurzaamheid bevordert, omdat gebruikers zullen proberen de gebruikskosten zo laag mogelijk te houden. Tegelijk is een grootstedelijke consolidatieslag te maken. Er waren tien datacenters over de stad verdeeld, plus ongeveer tweehonderd ruimten met datacentereigenschappen. Die gaan allemaal over naar het nieuwe rekencentrum in de voormalige schuilkelder. In Facto Magazine van mei 2009 geeft directeur Jos Maessen van FBA aan dat de consolidatie een aanzienlijk financieel voordeel oplevert. “Diverse onderdelen van de gemeente hebben nu nog hun eigen rekencentrum en zij maken niet allemaal gebruik van het inkoopcontract voor energie. In de nieuwe situatie is straks sprake van centralisatie in het stadhuis. Als grootgebruiker van energie, doordat een aantal onderdelen van de ge6|
meente Amsterdam gezamenlijk inkoopt, profiteren wij van goedkopere tarieven. We kopen voor de helft in ten opzichte van de markt; dat is een direct voordeel.”
warmtekrachtkoppeling
Koeling neemt een belangrijk deel van het energiegebruik binnen een rekencentrum voor haar rekening. Om een klimaatneutraal datacenter in de stadhuiskelder te bereiken is daarom veel aandacht geschonken aan dit aspect. Zo wordt water uit de langsstromende rivier Amstel gebruikt om het rekencentrum te koelen. Met chillers wordt dit water op de juiste (lage) temperatuur gebracht. Hiermee wordt de Amstel ontlast en wordt het gekoeldwaternet efficiënter ingezet. Gewoonlijk wordt het opgewarmde water nadat het zijn taak als koelmiddel heeft volbracht teruggevoerd naar de rivier. Het nadeel daarvan is dat het rivierwater geleidelijk
opwarmt. De gemeente Amsterdam heeft voor een duurzaam alternatief gekozen: het opgewarmde water wordt gebruikt om het stadhuis te verwarmen. Het rekencentrum wordt aangesloten op het reeds bestaande warmte-koudeopslagsysteem, waarbij zomers het opgewarmde water in de bodem wordt gebracht en via warmtepompen in de winter het water uit de bodem wordt gehaald om het gebouw mee te verwarmen. In een vooronderzoek is onderzocht of warmtekrachtkoppeling (wkk) is in te zetten om het water te koelen. Bij wkk wordt aardgas ingezet om te verwarmen en te koelen, terwijl tegelijkertijd elektriciteit wordt opgewekt. In de glastuinbouw wordt wkk al massaal ingezet, maar dan vooral om te verwarmen, terwijl het bij het rekencentrum erom gaat wkk in te zetten voor koeling. Door bij het rekencentrum te werken met warmte-koudeopslag ontstaat veel kennis
datac e nte rwo r ks
binnen de organisatie over dergelijke duurzame systemen, valt in de business case van het nieuwe datacenter te lezen. Die kennis van het bouwen van een modern en duurzaam rekencentrum is in de toekomst te hergebruiken bij andere projecten binnen de stad, is de verwachting.
terugverdientijd
Het nieuwe rekencentrum moet in 2010 operationeel zijn. De verhuizing van de vijfde verdieping naar de kelder is al in gang gezet. Derde partijen (buiten de ambtelijke diensten) zijn geïnteresseerd om diensten af te nemen van het nieuwe rekencentrum: het Muziektheater, Stadsdeel Centrum, DPG Geoinfo, IBA en PMB. Het rekencentrum groeit in twee jaar naar een volledige bezetting. Dat betekent dat de
eerste twee jaar het datacentrum niet op zijn volle capaciteit wordt benut, maar daarmee is rekening gehouden in de berekening van de business case. De totale investering die nodig is voor de bouw en inrichting van het nieuwe rekencentrum, komt uit op bijna vijf miljoen euro. Uit de business case blijkt dat er een terugverdientijd is van 9,3 jaar. Het is niet ongebruikelijk dat de exploitatie lasten van rekencentra voor meer dan de helft uit energiekosten bestaan. In het nieuwe rekencentrum in de vroegere atoomkelder zijn de energiekosten teruggebracht tot een derde.
Het rekencentrum wordt aangesloten op het reeds bestaande warmte-koudeopslagsysteem.
advertentie
Energielijsten Wilt u altijd en overal een gedetailleerd overzicht van uw exacte stroomverbruik in uw serverruimte? Energiemanagement Geavanceerde Software Schakelen per poort roven
al Qu ity
P
E&L Solutions bv Tel. 0598 - 392 000 www.el-solutions.com
[email protected]
OE
Begin november 2009 is het Consortium Green-IT Regio Amsterdam officieel van start gegaan met de ondertekening van een klimaattafelovereenkomst door de gemeente Amsterdam (milieuwethouder Marijke Vos) en 27 bedrijven en instellingen uit de ict- en energiesector. De overeenkomst richt zich onder meer op de ontwikkeling van energiezuinige rekencentra, en slimme inzet van ict bij bedrijven, instellingen en huishoudens om energie te besparen. Het doel is er mede voor te zorgen dat in 2025 de CO2-uitstoot van de stad met 40 % is verminderd ten opzichte van 1990. De ict-sector vormt een belangrijke pijler van de Amsterdamse economie. Datacenters, waarvan er ongeveer honderd zijn in de regio, zijn grootgebruikers van energie. Het klimaatprogramma van Amsterdam is gebouwd rond drie pijlers, de Trias Energetica. Die pijlers zijn energiebesparing, productie en gebruik van duurzame energie, en het efficiënter gebruik van fossiele energie. De samenwerking binnen het consortium loopt van 2010 tot en met 2013. De klimaattafel verwijst naar een echte tafel: een meubelstuk waarin de overeenkomst wordt opgeborgen, samen met andere overeenkomsten die Amsterdam heeft gesloten om klimaatverandering aan te pakken.
C
green-it regio amsterdam
E n e rg i evo o rz i e n i n g
Mansystems schakelt hulp community in
OpenDCME beoogde maatstaf voor datacenters?
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
in de zoektocht naar een geschikte prestatiemaat voor datacenters doet nu ook mansystems een duit in het zakje. het nederlandse bedrijf positioneert opendcme als bruikbare maatstaf voor datacenters. opendcme is voor een groot deel gebaseerd op de methodologie die we kennen van de fasttrack waarmee de efficiëntie van datacenters in kaart kan worden gebracht. OpenDCME werd begin december tijdens Heliviews Dag van het Datacenter in Hoevelaken uit de doeken gedaan door Dirk Harryvan, de CIO van Mansystems. “If you cannot measure it, you cannot improve it”, zo citeerde Harryvan de natuurkundige Lord Kelvin om de noodzaak van een bruikbare prestatiemaat aan te geven. De huidige maatstaven als PUE, EUE en DCiE draaien volgens Harryvan allemaal om een en hetzelfde principe: de verhouding aangeven
tussen de energie die is opgenomen door de IT-apparatuur en het totale energiegebruik. Daarmee wordt echter niet de efficiëntie van de ict aangegeven.
opendcme
Dat gat hoopt Mansystems op te vullen met OpenDCME, dat staat voor Open Data Center Measure of Efficiency. De maatstaf is open source wat inhoudt dat het eigendom is van de ‘community’ en het iedereen vrijstaat een bijdrage te leveren. “Wie bijdraagt heeft een directe invloed op de verdere ontwikkeling van deze meting richting een internationale standaard”, zo meldt de projectwebsite www.opendcme.org. De eerste versie van het OpenDCME-model is onder andere gebaseerd op best practices uit de EU Code of Conduct for Datacenters. Ook is een belangrijke rol weggelegd voor de FastTrack, de methodologie die Mansystems gebruikt om in kaart te brengen hoe goed een datacenter presteert.
holistisch overzicht
OpenDCME gebruikt zestien KPI’s om een holistisch beeld te krijgen van het datacenter.
8|
Een eerste doel van OpenDCME is een holistisch overzicht van het datacenter. Het model doet dit aan de hand van zestien key performance indicators (KPI’s) die zijn verdeeld over vier deelgebieden: 1. Het datacenter. Hier wordt gekeken naar de Data Center infrastructure Effectiveness (DCiE), de vloerbezetting, de bypass en de luchtcirculatie.
datac e nte rwo r ks
“Wie bijdraagt heeft een directe invloed op de verdere ontwikkeling van deze meting richting 2. De IT-apparatuur in het datacenter. Hier gaat het om de efficiëntie van het netwerk en de storage en de aanwezige x86- en Risc-apparatuur. 3. De gereedschappen die worden gebruikt voor het beheer van het datacenter. Dit kwadrant heeft betrekking op het netwerk-, serveren opslagbeheer. Hier worden ook de gegevens verzameld van de elektrische en koelsytemen in het datacenter. 4. De processen die worden ingezet om de efficiëntie te verbeteren, te weten change en configuration management, product lifecycle management, capacity management en service level management. Deze vier deelgebieden en de zestien KPI’s zijn terug te vinden in de afgebeelde radarplot. Het model vertelt overigens niet hoe de KPI’s moeten worden gemeten. Volgens de bedenkers van het model is het belangrijkste dat de KPI’s worden gemeten en gerapporteerd en dat mogelijke verbeteringen worden geïdentificeerd, gepland en geïmplementeerd. Bij een nieuwe meting moet uiteraard weer wel dezelfde methode worden toegepast. Per KPI kan een score worden behaald, maar Mansystems benadrukt dat
een internationale standaard.”
er niet zoiets bestaat als een ‘gewenste totale score’ of een ‘gemiddelde score’, omdat de resultaten van uiteenlopende datacenters niet met elkaar zijn te vergelijken.
deelnemen
Volgens Harryvan is OpenDCME vooral bedoeld om te komen tot zelfverbetering. Het model kan worden gebruikt als nulmeting voor ondertekenaars van de MeerJarenAfspraak energie-efficiëntie (MJA) en als basis voor Energie Efficiëntieplannen (EEP) en andere besparingsplannen. De CIO van Mansystems riep het publiek op om te participeren in het project. “De sector heeft een eigen verantwoordelijkheid om te komen tot een zinvolle en breed gedragen prestatiemaat.” Op de hoogte blijven van het OpenDCME-project kan via LinkedIn (Open DCME) en Twitter (opendcme) en via de website www.opendcme.org. advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe computerruimtes maar ook de herinrichting, verbouwing of verhuizing van uw huidige computerruimte is bij ons in goede handen. Onze dienstverlening op een rij: Consultancy Ontwerp Project management Realisatie Service
www.allitrooms.com Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ●
[email protected]
Ma n ag e m e nt
Auditing van een datacenter
Maar tegen welke norm? de meeste mensen zijn het erover eens dat auditing van een datacenter een goede manier is om de naleving van de verschillende standaarden en werkwijzen aan te tonen. er is echter veel verwarring over de manier waarop die controle dan moet gebeuren. Barry Elliott (RCDD) is werkzaam bij het Britse adviesbureau Capitoline
Er zijn ongeveer veertig verschillende normen in omloop die beweren betrekking te hebben op datacenters. Sommige normen, zoals TIA-942, hebben zeer specifiek betrekking op het datacenter; in andere normen wordt het datacenter behandeld als gewoon een plaats om te werken. Dus als een datacenteroperator of een klant van een datacenter, vraagt om een audit, rijst al snel de vraag welke onderwerpen voor de exploitant of gebruiker vooral interessant zijn om aan een audit te onderwerpen. Een optie is alle interessegebieden aan een audit te onderworpen, maar een audit zou dan te lang duren en meer dan een kwart miljoen euro kosten. Bovendien zou alleen al de papierwinkel een manager fulltime werk bezorgen. Gebruikers en exploitanten moeten daarom specifiek zijn over wat zij echt moeten of willen bereiken. Dit kan dan worden gekoppeld aan de verwachtingen van de klant of aan een wettelijke of reglementaire verplichting. Wij hebben zes belangrijke aandachtsgebieden op een rij gezet die betrekking hebben op het ontwerp, de exploitatie en de werkwijze van een datacenter.
1. business continuity en werkwijzen
Hier kan worden gegrepen naar algemene kwaliteitsrichtlijnen, zoals ISO 9000, milieupraktijken, zoals ISO 14000, of business continuitystandaarden, zoals BS 25777:2008 ‘Information and Communications Technology – Continuity management, Code of Practice’. Deze stan10 |
daarden schrijven voor dat je de aanbevolen werkwijzen, risicoanalyses, correcte documentatie en procedures paraat hebt en een business continuity- en disaster recovery-plan (RI&E - risico-inventarisatie en -evaluatie) hebt liggen voor het geval dingen echt mis gaan.
2. informatiebeveiliging
Dit is een zeer breed gebied waar wordt gekeken naar de veiligheid van gegevens tot aan de eisen die worden gesteld aan de fysieke beveiliging van computerruimten, kooien, racks en de site zelf. ISO 27002 is een populaire aanpak voor ‘Information technology. Security techniques. Code of practice for information security management’. De hele ISO 27000-documentenreeks biedt een gedetailleerde en vaak ingewikkelde aanpak voor het hele gebied van informatiebeveiligingsmanagement systemen. Maar hoewel de reeks goed is in het stellen van vragen is het niet erg scheutig met het geven van antwoorden. Veel landen leggen hun eigen veiligheidseisen vast, zoals de Britse regering heeft gedaan met het Security Policy Framework. Binnen Europa kennen we de Information Technology Security Evaluation Criteria (Itsec). De Verenigde Staten hebben de Trusted Computer System Evaluation Criteria (TCsec). Ook stellen statuten en overeenkomsten, zoals de Sarbanes - Oxley Act in de Verenigde Staten en de Basel II-akkoorden in Europa, eisen aan de informatiebeveiliging. De Payment Card Industry Raad heeft zijn eigen fysieke databeveiligingstandaard. Deze standaard is geïnitieerd door American Express, MasterCard en Visa.
datac e nte rwo r ks
Optical patchpanel AMS-IX.
3. datacenterontwerp en resilience
Om goed werk te kunnen leveren moeten datacenters worden ontworpen en gebouwd conform de geschiktste normen. De eigenaar van het datacenter moet ook beslissen hoeveel redundantie en resiliency hij in het ontwerp wil verwerken. Het gemeenschappelijk formaat is de ‘N-terminologie’ waarbij N betekent dat je genoeg middelen hebt om het werk te kunnen doen, maar niet meer dan dat. N +1 houdt in dat je één item meer inzet dan je echt nodig hebt (zodat het systeem nog steeds werkt als een component uitvalt). 2N betekent dat je twee verschillende systemen naast elkaar hebt draaien en 2N+1 twee verschillende systemen, waarbij elk systeem nog een extra laag redundantie heeft. Meer redundantie levert een veerkrachtiger datacenter op, maar uiteraard ook een hoger kostenplaatje. Efficiëntie speelt hier ook een rol.Veel datacenteronderdelen, zoals ups-systemen, draaien niet efficiënt als ze te licht worden belast. Het Amerikaanse Uptime Institute en de Amerikaanse TIA 942-standaard hebben ons het Tier-model gegeven. Tier 1 biedt de minste veerkracht en zou normaliter overeenkomen met een N-ontwerp. Tier 4 biedt het hoogste niveau en zou over het algemeen een 2N-ontwerp vertegenwoordigen. De Tiers 2 en 3 zitten daar ergens tussenin. De TIA 942-standaard gaat in detail in op de Tier-modellen, terwijl het oorspronkelijke werk van het Uptime Institute meer een ontwerpfilosofie is en meer ruimte biedt voor interpretatie. De nieuwe Bicsi-norm voor datacenters heeft een andere kijk op som-
mige punten. Maar al deze normen zijn Amerikaans, met hun verwijzingen naar de Amerikaanse National Electrical Code en 110V 60 Hz elektrische systemen, en zijn niet direct van toepassing op de rest van de wereld.
4. energie-eff iciëntie
De ‘groene agenda’ is een van de snelst groeiende aandachtsgebieden, ook binnen de IT. Algemeen wordt aangenomen dat IT de luchtvaartindustrie heeft ingehaald in termen van CO2-uitstoot en krijgt daarmee veel meer politieke aandacht. In de Verenigde Staten heeft de regering in april 2007 de ‘Server and Data Center Energy Efficiency, Public Law 109-431’ aangenomen. In Europa hebben we de Europese Richtlijn uit
Een audit moet specifieke vragen stellen en een benchmark bieden om de antwoorden te toetsen.
|11
Ma n ag e m e nt
AMS-IX core in het datacenter van euNetworks.
2001 over de energieprestaties van gebouwen en de EU Code of Conduct uit 2008 voor efficiëntiebeheer van datacenters. Vele andere organisaties zijn aan het front verschenen met classificatiesystemen voor gebouwen in het algemeen, zoals Leed en Breeam, en datacenters in het bijzonder, zoals de Green Grid, Energy Star, EPA en het Amerikaanse ministerie van Energie. Een hele reeks van concurrerende metrics om nergiegebruik en -efficiëntie te meten is ingevoerd, variërend van de Energy Star-rating voor individuele servers tot aan metrieken voor hele gebouwen.
5. gezondheid en veiligheid op het werk
Deze aanpak is erop gericht een datacenter te behandelen net als elke andere werkplaats. Hier geldt ook een solidere wetgeving dan bijvoorbeeld voor het ontwerp en de operatie van een datacenter. Binnen de EU hebben we richtlijnen voor het veilig gebruik van elektriciteit, de bewegwijzering binnen het pand om bijvoorbeeld de nooduitgang aan te geven, het gebruik van de noodverlichting, de controle van de geluidsniveaus en veilige toegang voor gehandicapten. Al deze richtlijnen hebben hun weg gevonden in de nationale wetgevingen. Buiten de EU hebben de meeste landen een vergelijkbare opzet om de werkomgeving te controleren.
6. gebouwvoorschriften
De meeste landen hebben sets van voorschriften die de veilige en efficiënte bouw en het gebruik van een gebouw voorschrijven en opnieuw is een datacenter geen uitzondering. Deze verordeningen zijn gericht op de bouw en het gebruik van een gebouw om het risico van een brand zoveel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld door brandwerendheid van muren en deuren en het aantal en de plaats van de nooduitgangen voor te schrijven. Ook gedekt zijn zaken als de juiste mate van ventilatie in gebouwen waar mensen wonen of werken. Ook verschijnen tegenwoordig wettelijke vereisten om een nieuw te bouwen gebouw zo energie-efficiënt mogelijk te maken. In sommige delen van de wereld is seismologische regelgeving nodig om de gevolgen van een aardbeving tot een minimum te beperken. Dus om terug te keren naar onze belangrijkste thema; tot op welk niveau moet auditing van een datacenter gebeuren? Het antwoord is: het niveau dat het beste aansluit bij de interesses en zorgen van de eigenaar of gebruiker van het datacenter. Alle besproken gebieden zullen in een bepaalde fase van belang zijn en in sommige gevallen wettelijk zijn voorgeschreven, maar iedere gebruiker of eigenaar zal komen tot een andere set van eisen.
ams-ix
De Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) en Capitoline LLP hebben gepionierd met een asymmetrische benadering van auditing, waarbij voor de belangrijkste deelgebieden de relevante normen zijn aan12 |
datac e nte rwo r ks
Gebruikers en exploitanten moeten daarom expliciet zijn over wat zij echt willen en moeten gebruiken.
Capitoline heeft samen met AMS-IX een asymmetrische auditing-strategie ontwikkeld die voor alle klanten de juiste vragen stelt.
gewezen en de gewenste resultaten zijn gedefinieerd. Een audit moet specifieke vragen stellen en een benchmark bieden om de antwoorden te toetsen. Punten van zorg moeten leiden tot een actieplan om eventuele tekortkomingen weg te werken en daarop moet weer een nieuwe audit volgen. De Amsterdam Internet Exchange is het grootste internetknooppunt ter wereld en werkt door het organiseren van peer-to-peerverbindingen via een reeks van strategisch geplaatste datacenters in of in de buurt van Amsterdam. In het belang van de leden en klanten van de AMS-IX heeft het bestuur besloten een gemeenschappelijk pakket van technische en operationele eisen toe te passen op alle datacenters die worden gebruikt door AMSIX. Aangezien er niet één enkele norm is, werkte Capitoline samen met AMS-IX aan de ontwikkeling van een asymmetrische auditing-strategie die voor alle klanten de juiste vragen stelt. AMS-IX is het meest geïnteresseerd in de juiste technische set-up en de lopende exploitatie van een datacenter die leiden tot de betrouwbaarste levering van diensten die AMS-IX vereist. Het naleven van de AMS-IX-standaard wordt
bewezen door een audit die is uitgevoerd door een gekwalificeerde organisatie. Er is niet één standaard die alle juiste vragen stelt en antwoorden geeft die nodig zijn voor een correcte en betrouwbare exploitatie van een datacenter. Door op de zakelijke behoeften van een onderneming te concentreren en de relevante nationale en internationale normen te selecteren, zijn de juiste standaard en audit te realiseren.
advertentie
Altijd het laatste nieuws over de installatie- en energiesector
Ma n ag e m e nt
per 30 november 2009 heeft netwerkleverancier cisco de nederlander bob stemmerik benoemd tot directeur datacenterarchitecturen voor de regio noord-europa, die bestaat uit de benelux en de scandinavische landen. stemmerik gaat zich in deze functie vooral bezighouden met het in de markt zetten van cisco’s datacenter- en virtualisatieoplossingen. Paul Matthijsse is freelance journalist
Bob Stemmerik van Cisco:
“Binnen vijftien minuten operationeel in de cloud” Dat Bob Stemmerik, de nieuwe Cisco directeur datacenterarchitecturen voor de regio Noord-Europa, verstand heeft van datacenters, architecturen, virtualisatie en optimalisatie mag blijken uit het feit dat hij de afgelopen drie jaar bij Cisco verantwoordelijk was voor het goed functioneren van de 46 datacenters die het bedrijf her en der over de wereld heeft staan – waaronder die in Amsterdam. Uw nieuwe functie is directeur data centerarchitecturen voor de noordelijke regio. Wat houdt dat precies in? Stemmerik:“Waar ik me mee ga bezighouden, is de go-to-marketstrategie voor het datacenteraanbod van Cisco helpen te bepalen. Die strategie is namelijk sterk veranderd de laatste tijd, niet alleen bij ons maar in de hele indu-
“IT wordt steeds meer als een waterkraan die je verder opent of juist wat dichtdraait.”
14 |
strie. Vroeger verkocht je losse producten, maar door de ontwikkelingen op ict-gebied zijn die producten tegenwoordig onder gebracht binnen één portfolio. Je verkoopt dus niet zozeer een product, maar meer een geïntegreerde oplossing, waar zaken als hardware, virtualisatie, netwerk, opslag en beveiliging zeer nauw verweven zijn. We hebben natuurlijk nog steeds accountmanagers die hiermee naar de klanten gaan, maar Cisco heeft een team met datacenterspecialisten gecreëerd – waar ik nu dus in zit – dat je een presalesconsultingteam zou kunnen noemen.” U zit opeens bij de verkoopafdeling, ter wijl u – gelet op uw achtergrond – toch bij uitstek een technische man bent? “Klopt! Ik zit al 25 jaar in de IT en heb altijd technische functies vervuld. De eerste dertien jaar daarvan heb ik bij Swift gewerkt, de organisatie die de wereldwijde financiële transacties tussen banken afhandelt. De laatste tien jaar heb ik in verschillende functies bij Cisco doorgebracht, waarbij ik de afgelopen drie jaar verantwoordelijk was voor het goed functioneren van de fysieke datacentra van Cisco
over de hele wereld. Dat zijn er 46, om precies te zijn. Ook was ik nauw betrokken bij de operationele en transformationele strategie, waar ik veel ervaring heb opgedaan in managed servicesmodellen en implementatietrajecten. En juist binnen het verkoopapparaat is deze praktijkervaring een prima basis om verder op te bouwen. Ik denk dat ik daardoor de positionering van Cisco’s datacenteroplossingen naar een hoger niveau kan tillen en dat we beter kunnen inspelen op de klantsituatie. Die kunnen we nu vanuit de praktijkervaring aansturen. Daarnaast zal ik relaties onderhouden met de grote accounts en nauw samenwerken met de belangrijkste Virtualization Next Generation Channel Partners.” Cisco is niet de enige leverancier van da tacenteroplossingen. Welk verhaal vertelt u uw potentiële klanten om hen ervan te overtuigen dat ze bij u en dus Cisco moeten zijn? “Zoals ik al zei, praten we tegenwoordig over complete oplossingen, niet meer over losse producten. De insteek van het verkoopverhaal is daardoor heel anders geworden. Iedereen
datac e nte rwo r ks
1. Dynamic Free Cooling van Stulz Airconditioning.
stelt zich de vraag: Klantintimiteit, hoe doe je dat nu precies en hoe bereik je dat? Hoe kom je zo dicht mogelijk bij de klant te staan en hoe kom je zo goed mogelijk te weten wat hij wil? Wat wij bij Cisco doen, is datacenters vereenvoudigen. Onze oplossingen bestaan uit steeds minder componenten en steeds minder kabels en dat is alleen al beheertechnisch natuurlijk
heel aantrekkelijk. Tegelijkertijd maken we de componenten die overblijven, onophoudelijk slimmer en intelligenter: we doen steeds meer met steeds minder. In het verkoopverhaal benadrukken we de totale waarde van onze propositie, want daar gaat het uiteindelijk om: wij vereenvoudigen, wij ‘unify’en’ en we vergroten de operationele mogelijkheden van het data-
center. Klanten kunnen daardoor een meervoud aan services hosten en aantoonbaar hun productiviteit verhogen. Dat maakt het weer mogelijk dat een klant sneller kan schakelen naar zijn klanten toe en dat is voor hem waardevol, zowel voor het bedrijfsimago – hij levert sneller en beter – als in de zin van geld en omzet. Cisco levert met z’n datacenters dus com|15
Ma n ag e m e nt
plete waardeproposities in plaats van losse producten en daardoor hebben we een veel sterker verhaal dan onze concurrenten, daarvan ben ik overtuigd!” Hoe gaat het anderhalf jaar na introduc tie met het Cisco unified computingconcept, waarmee Cisco ook serverleve rancier is geworden? Slaat dat aan? “Jazeker. Onze UC-server (unified computing), die is gebaseerd op de Nexus-lijn, is geen gewone bladeserver, maar een apparaat met heel veel ingebedde techniek. Zoveel zelfs dat je niet meer kunt spreken van een server: het is een compleet platform geworden met servers, netwerk, virtualisatie, opslag en beheer in één. De ‘unified fabric’ die hierin zit, is een groot voordeel: het complete netwerk wordt aangestuurd door één apparaat, alle technieken komen hier samen. Daardoor heb je ook nog maar één netwerkaansluiting over, wat weer scheelt met kabels en netwerkkaarten en dus voeding en koeling. Het operationeel management is ook eenvoudiger en kosten en complexiteit vallen hierdoor lager uit. Deze UC-servers passen dan ook prima binnen Cisco’s Data Center 3.0-strategie, die datacenters eenvoudiger en flexibeler wil maken.”
“We zien veel klanten worstelen met de vraag: Hoe kom ik daar nu, in die wolk?” Hoe kijkt u aan tegen het begrip cloud computing? Is dat de zoveelste IT-hype die wel weer overwaait of is er meer aan de hand? “In de 25 jaar dat ik in de IT werk, zie je steeds weer dezelfde slingerbeweging: van centraal naar decentraal denken en weer terug. Dit zijn kennelijk kenmerkende golfbewegingen binnen de IT-industrie. Nu gaat die slinger met het cloud-denken weer in de richting van het centraal aanpakken van IT. Cloud computing leeft heel sterk in de markt. En we gáán ook naar een cloudmodel toe! De mees-
te van mijn collega’s denken dat en ik ben er zelfs heilig van overtuigd. Het cloudmodel biedt namelijk grote voordelen: je kunt onder meer je assets, je hardware, veel beter benutten en diensten transparanter aanbieden. Maar voor we daar zijn, is er wel een cultuurverschuiving vereist. Vroeger plaatste een bedrijf zijn eigen servers in een datacenter met een eigen team erop, dat een hek om die servers zette en tegen iedereen die langsliep zei: “Afblijven, deze hardware is van ons!” Nu, met alle virtualisatietechnieken, speelt dat al veel minder: je kunt snel servers bij- of afschakelen, IT wordt steeds meer als een waterkraan die je verder open- of juist wat dichtdraait. We werken steeds meer via SLA’s (service level agreements), de onderliggende architectuur wordt minder bepalend. Cloud computing gaat nog weer een stap verder, je plaatst als het ware alle hardware en services – dus de hele IT – ‘in the cloud’ en wie die nodig heeft die roept maar.” In hoeverre is cloud computing al reali teit? “The future is now! En zo is het ook, want technisch zijn we er klaar voor. Cloud computing wordt al toegepast, zij het nog op heel kleine schaal. Denk onder meer aan Google’s App Engine en Amazons Elastic Compute Cloud 2 (EC2) en Elastic Block Store (EBS). Maar in de markt bestaat veel verwarring over wat het begrip cloud precies inhoudt. Is het software-as-a-service, gecombineerd met ITas-a-service of platform-as-a-service? Is het grid computing? Servicegeoriënteerde architecturen (SOA’s)? Kortom, er bestaat nog veel onduidelijkheid over het cloudmodel.We zien daarom veel klanten worstelen met de vraag: Hoe kom ik daar nu, in die wolk? Is virtualisatie alleen voldoende of komt er meer bij kijken? Het probleem is dat we vandaag een appel zijn en morgen een peer willen worden. Om die stap te maken, heb je niet alleen technologie nodig.Veel belangrijker – en dat zien nogal wat mensen over het hoofd – is dat je ook andere bedrijfsmodellen moet gaan hanteren. Je moet dus je organisatie anders inrichten om optimaal met een cloud te kunnen
werken. Daarbij komt een stuk business modeling kijken, governance, dat soort zaken. Maar wie nu een datacenter from scratch inricht, kan al met het cloudmodel aan de gang en binnen vijftien minuten operationeel zijn. De techniek is er. Voor bestaande datacenters is dat veel complexer, vanwege de grote hoeveelheid legacy-techniek die daar is verzameld. Je kunt het ook parallel aanpakken: nieuwe diensten bied je direct vanuit de cloud aan, terwijl je het bestaande datacentrum in een lager tempo naar het cloudmodel migreert. Maar dat we naar het cloudmodel toegaan, staat voor mij wel vast!”
“Wie nu een datacenter from scratch inricht, kan al met het cloudmodel aan de gang en binnen vijftien minuten operationeel zijn.”
Ma n ag e m e nt
datac e nte rwo r ks
Ook tariefstructuren schrikken af
Twijfels over beveiliging remt adoptie van de cloud Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
hoewel cloud computing nog in de kinderschoenen staat, lijken de voordelen voor iedereen duidelijk. toch maakt een groot deel van de europese it-beslissers zich zorgen over de beveiliging van clouddiensten, zo blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de europese telecomdienstenleverancier colt. twijfels over de beveiliging blijkt de grootste hindernis te zijn bij de adoptie van de cloud.
|17
Ma n ag e m e nt
In opdracht van Colt heeft Portio Research in augustus en september 2009 onderzoek gedaan onder bedrijven die cloud computing hebben geëvalueerd en vervolgens hebben geïmplementeerd of juist hebben afgezien van implementatie. De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op online en telefonische enquêtes onder 352 respondenten uit Frankrijk, Duitsland, België, Spanje, Portugal, Italië, Zweden Denemarken, Oostenrijk, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk, Ierland en Nederland. De ondervraagden hadden aangegeven betrokken te zijn bij beslissingen over de aanschaf van technologie. 56% van de ondervraagde IT-beslissers bleek nog niet bekend te zijn met het fenomeen cloud computing. 77% van de Europese ondervraagden die wel bekend zijn met cloud computing hebben computingservices geïmplementeerd of overwegen implementatie ervan. Verder blijkt uit het onderzoek dat 68 % van de ondervraagden nog geen gebruikmaakt van clouddiensten vanwege twijfels over de beveiliging. Nederland scoorde hierbij iets lager dan gemiddeld; van de ondervraagde Nederlandse IT-beslissers gaf 60 % aan dat ze beveiliging zien als de belangrijkste hindernis voor het implementeren van clouddiensten. Het rapport laat tevens zien dat men zich zorgen maakt over de prestaties en betrouwbaarheid van clouddiensten (58 %), en dat het gebrek aan transparantie van de tariefstructuren bedrijven ervan weerhoudt om de diensten in te zetten. De angst om ‘vast te zitten’ aan een bepaalde leverancier van clouddiensten lijkt erop te wijzen dat bedrijven de voorkeur geven aan een tariefstructuur op basis van gebruik.
voordelen duidelijk
De belangrijkste reden om wel gebruik te maken van clouddiensten is de behoefte vanaf elke locatie bij data en systemen te kunnen. Ook de beperking van risico’s (62 %) en innovatie (57 %) worden als belangrijk gezien. De helft van de respondenten (50 %) gaf aan dat e-mailhosting en back-ups van kritieke bedrijfsgegevens de meest gebruikte en geëvalueerde clouddiensten zijn, terwijl 40 % aangaf dat
de mogelijkheid financiële toepassingen en payroll- en kantoorapplicaties te kunnen gebruiken het belangrijkste voordeel van cloudcomputingservices zijn. Hoewel cloud computing nog in de kinderschoenen staat, lijken de voordelen voor iedereen duidelijk. 48 % van de ondervraagde CIO’s vindt kostenverlaging het belangrijkste voordeel, 21 % denkt dat het belangrijkste doel is het aantal datacenters in eigen beheer te verminderen, en 29 % ziet het als een dienst die bedrijven een stap in de goede richting biedt om hun doelstellingen te behalen.
onderzoeksresultaten nederland
In Nederland verwacht tweederde van de ondervraagden de komende twaalf maanden een marginale stijging in het aantal cloudimplementaties. Bijna 73 % voorziet dat maximaal 40 % van het IT-budget voor komend jaar wordt besteed aan cloud computing. Daarbij blijven de belangrijkste zorgen: prestaties en betrouwbaarheid (73 %), integratie met interne applicaties (67 %) en beveiliging (60 %). “Dit onderzoek laat zien dat beveiliging de belangrijkste zorg is voor CIO’s die overwegen clouddiensten in te zetten”, zegt Maggy McClelland, managing director van Colt Managed Services, die diensten levert vanuit negentien Europese datacentra. “Klanten zijn terecht bezorgd wanneer ze cloudservices gebruiken, omdat ze eigenaar blijven van hun eigen data en daarvoor verantwoordelijk zijn. Het is aan de leveranciers van clouddiensten hun klanten vertrouwen te bieden en hen te informeren over de diensten, beveiliging en eigendomskwesties. Daarbij zijn meer transparantie en de dialoog met klanten aangaan zeer belangrijk.” Enisa (European Network and Information Security Agency) levert volgens Colt een belangrijke bijdrage aan deze dialoog met de recente publicatie ‘Cloud Computing: Benefits, risks and recommendations for information security’. Hierin worden gedetailleerde, praktische tips en aanbevelingen gegeven over hoe om te gaan met de voordelen en risico’s van gegevensbeveiliging van cloud computing.
datac e nte rwo r ks
Uit het onderzoek blijkt dat 68 % van de ondervraagden nog geen gebruikmaakt van clouddiensten vanwege twijfels over de beveiliging.
beveiliging virtuele omgevingen
Twijfels over de beveiliging van cloud computing worden ook veelvuldig geuit door de leveranciers van beveiligingsproducten. Dan gaat het vaak over de gebrekkige beveiliging van virtuele machines (VM) die de basis vormen van interne en externe cloudinfrastructuren. “De acceptatie van virtualisatie is sterk gegroeid. Deze ontwikkeling brengt echter nieuwe risico’s voor het datacenter met zich mee”, zegt André Noordam, senior pre sales engineer bij beveiligingsspecialist Trend Micro. “Slapende VM’s zijn vaak onbeschermd, maar kunnen wel met virussen aan boord online komen”, vervolgt Noordam. Een ander probleem volgens Noordam vormt het netwerkverkeer tussen virtuele machines. “De traditionele beveiligingsproducten hebben geen zicht op virtuele omgevingen. In een virtuele omgeving heb je niets aan een netwerkgebaseerde IDS/IPS, zeker niet als je met VMotion machines verplaatst naar de virtuele cloud. Nids en Nips zijn blind voor intra-VM-verkeer. VM’s in publieke clouds zijn bovendien onbeschermd.” Daarbij komt dat het voor de huidige antivirusproducten onmogelijk is alle virtuele machines op een netwerk te scannen. “De bestaande antivirusoplossingen zijn niet ‘VM-aware’”, zegt Noordam.
de bescherming van VMware-omgevingen. “Core ‘Protection for virtual machines’ is, zeg maar de antivirus voor VMware-omgevingen”, legt Noordam uit. Dit product maakt gebruik van de VMsafe-API’s en beveiligt zowel offline als actieve virtuele machines door updates te scannen en vast te leggen vanuit een afzonderlijke virtuele machine voorafgaande aan het scannen. Trend Micro ‘Deep security’ is verkregen uit de overname van Third Brigade en biedt een firewall, IDS/IPS, virtual patching, integrity monitoring en log-inspectie. Het product kan zijn werk ook binnen een VMware ESX-omgeving doen. Begin 2010 wordt versie 7.5 van Deep security op de markt verwacht die ook Core Protection for virtual machines aan boord zal hebben.
vmsafe
Virtualisatiegrootmacht VMware hoopt de beveiliging van virtuele omgevingen naar een hoger niveau te tillen met VMsafe. VMware stelt daarbij de API’s beschikbaar waarmee securityleveranciers producten kunnen bouwen die hun werk doen bovenop de hypervisor. “VMsafe zorgt ervoor dat een virtuele omgeving even transparant is als een fysieke omgeving”, stelt Noordam. Trend Micro heeft inmiddels twee producten op de markt voor
|19
Ko e l i n g
Duurzaam koelen van datacenter, deel 2
De techniek achter DataCenterKoeling
Jo van de Pas is directeur van DataCenter Infra Solutions
met datacenterkoeling kan een datacenter worden gekoeld met behulp van gewone buitenlucht en leidingwater. jo van de pas van datacenter infra solutions gaat dieper in op de gebruikte techniek en de verdere marktintroductie van het concept.
Het ‘patent pending’ DataCenterKoeling-koelconcept is gebaseerd op het principe van gedoceerde koeling met het ActiefKoeldak, aangevuld met koeling door directe buitenlucht en daarbij het vrij uit het datacenter laten ontsnappen van de door de ict-apparatuur opgewekte warmte. In afbeelding 1 is de werking van het koelconcept schematisch weergegeven. Het ActiefKoeldak (afbeelding 1) wordt vooraf gefabriceerd, wordt zonder overlast te bezorgen aan de bestaande omgeving boven op de 19”-kasten gelegd aan de zijde waar de ict-apparatuur de koellucht aanzuigt en vormt daarmee de dakafsluiting van de koudestraat. Links 1. S chematische weergave van de werking van het koelconcept met linksboven een foto van het ActiefKoeldak.
20 |
datac e nte rwo r ks
marktintroductie in afbeelding 1 is aangegeven hoe de koellucht met zo weinig mogelijk energiegebruik als het ware aan de ict-apparatuur wordt ‘gedoceerd’. Op basis van de temperatuur en het drukverschil tussen de koude en warme straat wordt met regelbare ventilatoren de benodigde hoeveelheid koellucht geregeld. Altijd net iets meer dan noodzakelijk, waardoor er altijd een optimale koeling van de ict-apparatuur aanwezig is. Rechts in afbeelding 1 is te zien dat daarbij de warmte als het ware uit het datacenter wordt verdrongen door maximaal gebruik te maken van de natuurwetmatigheden. Koude lucht valt naar beneden en warme lucht stijgt op. Hierdoor zal de warmte zichzelf door het overdrukrooster vrij naar buiten drukken. Eenzelfde effect als bij een heteluchtballon. Vandaar dat we er geen, ofwel 0, elektrische energie aan toe hoeven te voegen om de warmte uit het datacenter te vervoeren en te verwijderen. Doordat de koude lucht alleen maar horizontaal verplaatst hoeft te worden over relatief korte afstanden en warme lucht zelf de weg naar buiten vindt, hoeven we in totaal slechts een zeer beperkte hoeveelheid elektrische energie te leveren om daarmee op een zeer bedrijfszekere wijze een datacenter te kunnen koelen. Uitgaande van een setpoint voor de koellucht van 24 ºC kan in 96 % van de tijd op deze wijze worden gekoeld. In de resterende 4 % wordt dan nog aanvullend gekoeld met de StatiqCooling-koelblokken. Een volgende stap wordt het hergebruik van de vrijkomende warmte die door toepassing van dit koelconcept ter beschikking gaat komen.
wijze van koelen
Het basisprincipe is recirculatie van de binnen het datacenter aanwezige (koel)lucht. De koellucht wordt met het ActiefKoeldak gedoceerd en in de vereiste hoeveelheden goed vermengd en op de gewenste plaats gebracht. Alleen wanneer recirculatie onvoldoende koeling geeft, wordt er direct koele buitenlucht aan toegevoegd en daarna tot een homogene koellucht vermengd. Pas wanneer de direct beschikbare buitenlucht warmer wordt dan de gewenste koelluchttemperatuur van 24 ºC 2.Koelen met normale buitenlucht (links) en koelen met het StatiqCoolingkoelblok.
Zoals is te verwachten, is de houding van de markt tegenover het nieuwe DataCenterKoeling-koelconcept voorzichtig tot zelfs terughoudend te noemen. Iedereen wil, en geheel terecht, vooraf alle zekerheid hebben dat het koelconcept 100 % functioneert. Reden voor DataCenter Infra Solutions samenwerkingsovereenkomsten te sluiten met grote marktpartijen, zoals Getronics/KPN en Peutz. Partner Getronics/KPN gaat het koelconcept in de markt zetten en onderhouden. Partner Peutz zal vooraf alle berekeningen uitvoeren en indien gewenst ook metingen op de behaalde projectresultaten uitvoeren en rapporteren. Daarnaast heeft Data Center Infra Solutions veel steun ontvangen van SenterNovem en de Dienst Milieubeheer en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam. SenterNovem heeft een subsidie verstrekt aan het project ‘Groene DataCenterKoeling zonder koelmachines’ vanuit de Regeling Overige Broeikasgassen (ROB) om ook voldoende aandacht te kunnen besteden aan de niet-technische aspecten van KIM (klimaatvriendelijke innovaties naar de markt). Ook is er nog een groot aantal hier niet genoemde mkb-bedrijven betrokken bij de ontwikkeling en fabricage van (onder)delen van het koelconcept.
De koellucht wordt met het ActiefKoeldak gedoceerd en in de vereiste hoeveelheden goed vermengd en op de gewenste plaats gebracht.
die aan de koude straat wordt toegediend, wordt het eerste koelblok ingeschakeld door de bypassklep dicht te regelen en water op het koelblok te sproeien. De te koelen lucht die op dat moment door het koelblok wordt geblazen, wordt afgekoeld tijdens het doorstromen door het koelblok.
|21
Ko e l i n g
hybride koelsysteem
Om een constante koelluchttemperatuur vast te kunnen houden, wordt een deel van de gekoelde lucht achter het koelblok vermengd met een ander deel te warme, gerecirculeerde lucht en een deel directe buitenlucht (dit is te zien aan de kleuren rechts in afbeelding 2). Daarna wordt dit luchtmengsel binnen het ActiefKoeldak nog verder vermengd tot een homogene koellucht. Hierbij regelt het regelsysteem de kleppen op basis van de op diverse plaatsen in de luchtbehandelingskast (lbk) aanwezige temperatuur, de luchtvochtigheid en de druksensoren. De vermengde lucht komt daarmee op de gewenste koelluchttemperatuur van 24 ºC. Door de iets grotere tegendruk die ontstaat wanneer de lucht door het koelblok heen wordt geblazen, en de extra hoeveelheid lucht voor de proceslucht, is slechts sprake van een iets hoger stroomverbruik door de ventilatoren wanneer het koelproces met de koelblokken actief is. Omdat het koelblok een derde deel van de lucht direct weer naar buiten blaast als warme, vochtige proceslucht, moet eenzelfde hoeveelheid lucht ook altijd direct uit de vrije lucht worden aangezogen om geen onderdruk in de ruimte te krijgen. Zie voor een exacte werking van het koelblok het novembernummer van DatacenterWorks.
Het DataCenterKoeling-koelconcept is niet alleen ontwikkeld voor nieuw te bouwen datacenters, maar is juist ook ontworpen voor bestaande datacenters. Daarnaast is het eveneens inzetbaar als een hybride koeloplossing in bestaande datacenters. Het gebruik van DataCenterKoeling als aanvulling op de ongewijzigde, bestaande koelinstallatie, geeft de mogelijkheid op elk gewenst moment terug te vallen op die vertrouwde, bestaande koelinstallatie. De lbk die behoort tot het hybride koelconcept, wordt daarbij dan uitgevoerd zonder koelblokken (de bestaande installatie neemt die functionaliteit over). Hierdoor zijn de afmetingen van de luchtbehandelingskast veel kleiner en gaan dus ook minder bouwkundige beperkingen opleveren. Bovendien zullen ook de investeringskosten veel lager zijn. 3. DataCenterKoeling in bestaande datacenters.
advertentie
Dynamisch in techniek www.hig.nl
HIG IT & Communicatie is uw turnkey partner voor Datacenters en Computerruimtes. Zowel voor bestaand als nieuw. Onze dienstverlening bestaat uit: • Consultancy • Engineering/Projectmanagement • Bouwkundig • Power/Noodstroom
Een RoI (return on investment) van minder dan één jaar moet bij de meest voorkomende datacenters met hybride datacenterkoeling als zeer reëel worden gezien. Uiteraard wordt daarbij in 4 % van de tijd nog altijd het volle energievermogen van de huidige koelinstallatie gebruikt. Tevens zijn er voor vergroening van bestaande datacenters zeer interessante subsidiemogelijkheden beschikbaar en zijn er ook nog grote bonussen te behalen bij overheidsopdrachten. Het is goed om je te realiseren dat dit luchtkoelconcept zich nog niet heeft kunnen bewijzen in een operationeel datacenter gedurende alle vier de seizoenen van het jaar. Begin 2011 is er ongetwijfeld meer onafhankelijke rapportage over wat de diverse mogelijke hybride koeloplossingen daadwerkelijk hebben opgeleverd aan harde euro’s besparing en hoeveel CO2-uitstoot je daarmee al hebt kunnen verminderen. Meer informatie: www.datacenterkoeling.nl.
• Koeling • Security • Bekabeling • Inrichting • Onderhoud/Service Postbus 200 • 2810 AE Reeuwijk • Tel: 0182-398000 • Fax: 0182-398008
22 |
Dit is het tweede artikel uit een serie van twee artikelen over het DataCenterKoeling-koelconcept. In het eerste artikel (november 2009) kwam de werking ervan aan de orde.
Ma n ag e m e nt
datac e nte rwo r ks
Blauwdruk drukt switching terug naar het netwerk
Extreme helpt datacenters bij migratie naar de cloud Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
extreme networks presenteerde begin december 2009 tijdens gartners data center conference in las vegas een blauwdruk voor de migratie van fysieke datacenters naar de virtuele wereld en uiteindelijk naar de cloud. het bedrijf ziet daarbij een grotere rol weggelegd voor het netwerk en lijkt een einde te willen maken aan virtuele switching. extreme kiest daarmee voor een radicaal andere weg dan bijvoorbeeld cisco. De visie van Extreme Networks werd in Las Vegas uit de doeken gedaan door Gordon Stitt, de voorzitter en medeoprichter van Extreme Networks. “Extreme Networks heeft een netwerkinfrastructuuroplossing ontwikkeld die het huidige technische landschap in het datacenter ondersteunt”, vertelde Stitt. “Onze oplossing stelt gebruikers in staat te migreren van een fysieke naar een virtuele infrastructuur zonder de gebruiker een bepaalde techniek of methode op te leggen.” Het technische landschap in het datacenter is volgens Stitt door virtualisatie danig veranderd. Zo merkte hij op dat door virtualisatie en de beweging richting de cloud de capaciteit van een server een stuk minder interessant is geworden. “Tegenwoordig draait alles om de capaciteit van het datacenter en niet om de capaciteit van de server.” Verder signaleerde Stitt dat IT steeds onafhankelijker wordt van een fysieke locatie. Ook ziet hij een convergentie van netwerk en storage. Ondanks de vele voordelen heeft virtualisatie volgens Stitt ook gezorgd voor nieuwe netwerkproblemen in het datacenter. Vooral de manier waarop switching in gevirtualiseerde omgevingen gebeurt, is hem een doorn in het oog. Het naast elkaar bestaan van meerdere virtuele switchingmodellen maakt de complexiteit volgens de topman alleen maar groter. Een ander probleem is dat virtualisatie een grotere dynamiek van het netwerk vereist. Door de mobiliteit van virtuele machines is het noodzakelijk dat netwerkconfiguraties de VM’s volgen. Door de toename van het aantal netwerkelementen zal bovendien de latency toenemen.
Gordon Stitt van Extreme Networks: “Tegenwoordig draait alles om de capaciteit van het datacenter en niet om de capaciteit van de server.”
switchen op de switch
“Virtualisatie in het datacenter legt extra eisen op aan het netwerk”, verduidelijkt Jan Hof, bij Extreme Networks senior director field marketing voor onder andere Europa.“Om voor applicaties de QoS (quality of service) te kunnen garanderen moet het netwerk weten waar een applicatie zich bevindt en deze kunnen volgen als de applicatie zich als een virtuele machine verplaatst naar een server met een lagere load.” Volgens Hof is dit globaal op twee manieren in te vullen. De eerste optie is gebruikmaken van een softwaregebaseerde virtuele switch die aan de serverfarm wordt toegevoegd en waarmee je voor het netwerk verbergt waar de virtuele machines zich bevinden. Een virtuele machine |23
Ma n ag e m e nt
Vepa is bedoeld om het grote aantal netwerk- en switchingelementen die in een datacenter moeten worden beheerd, terug te dringen. De beoogde standaard doet dit door het mogelijk te maken dat een fysiek eindpunt contact maakt met een externe switch en zo meerdere virtuele eindpunten verbindt met externe netwerken. De standaardisatie is gestart in november en zal na ratificatie direct door Extreme Networks worden opgenomen.
vier pilaren
Jan Hof van Extreme Networks: “Virtualisatie in het datacenter legt extra eisen op aan het netwerk.”
wordt op die manier altijd door dezelfde netwerkpoort bediend. Dit is de methode die Cisco voorstaat met zijn VN-Link en de softwaregebaseerde Nexus 1000V-switch. “Maar door het in software te realiseren leg je een extra druk op het datacenter”, stelt Hof. “De cpu’s moeten de dataprocessen naar de juiste server in de serverfarm routeren.” Een andere oplossing is switching op de switch houden en niet verplaatsen naar de server. Het netwerk is dan zelf in staat te identificeren waar de applicatie of virtuele machine zich in de serverfarm bevindt en kopieert de poortsettings bij een verplaatsing van de oude naar de nieuwe poort. Op deze manier kan het netwerk niet alleen de QoS garanderen, maar ook de compliancy met betrekking tot de bedrijfspolicy wie toegang heeft tot welke applicaties.“Dit is de oplossing die Extreme Networks voorstaat en waarvoor op dit moment ook het nodige standaardisatiewerk plaatsheeft binnen de IEEE-specificatie Vepa (Virtual Ethernet Port Aggregator)”, zegt Hof.
Vepa maakt nu al een belangrijk deel uit van Extreme’s ‘Blue print for the next generation datacenter’. Deze blauwdruk is opgebouwd uit vier pilaren: fysiek, efficiëntie, schaalbaarheid en automatisering en aanpasbaarheid via programma’s die draaien op de switch en een XML-interface naar externe applicaties. De pilaren worden voor een groot deel ingevuld met hardware en software die Extreme al in haar portfolio heeft. Zo zien we het beheerpakket EPICenter, het ExtremeXOS-besturingssysteem en de schaalbare switches van het bedrijf terugkeren. De fysieke pilaar heeft betrekking op zaken als netwerktopologie, switching tiers, bandbreedte en performance. Deze pilaar wordt ingevuld met de Summit x450 en x650 ‘Top of rack’-datacenterswitches en met de modulaire BlackDiamond 8800-reeks voor de core. De x650 werd begin 2009 geïntroduceerd als de ‘eerste kosteneffectieve 10 Gbkopernetwerkoplossing voor het datacenter’. 10GBase-T voor hoge snelheden werd daarmee realiteit. Halverwege 2010 worden 40/200Gmodules voor de Extreme-switches op de markt verwacht. Onder ‘efficiëntie’ verstaat Extreme dat switches zich bewust worden van VM’s. Op die manier moeten de switches van Extreme in staat zijn om VM’s over het netwerk te volgen met de juiste policies. De netwerkfabrikant ondersteunt momenteel alleen de hypervisors van VMware maar heeft plannen nog meer hypervisors te ondersteunen. EPICenter wordt hier naar voren geschoven als de centrale cockpit voor een uniform beheer.
“Om voor applicaties de QoS (quality of service) te kunnen garanderen moet het netwerk weten waar een applicatie zich bevindt.”
De Summit x650 introduceerde 10GBase-T in het datacenter.
datac e nte rwo r ks
De grootste verandering heeft echter plaats in de pilaar ‘schaalbaarheid’. Dit is de plaats waar Vepa opduikt en waar Extreme de switch naar voren schuift als de enige juiste plaats voor switching, en niet de server. Deze benadering reduceert de complexiteit van beheer en verhoogt de switchingperformance, zo redeneert Extreme.
nieuwe concepten
Met de blauwdruk sluit Extreme Networks zich aan bij een lange reeks netwerkfabrikanten die een andere opzet van het datacenternetwerk beogen. Cisco kondigde in maart 2009 met ‘Data Center 3.0’ een nieuwe datacenterarchitectuur aan, compleet met bijbehorende diensten en een ‘open eco-systeem’ van partners. Cisco’s ‘unified computing system’ speelt hierbij een sleutelrol. Dit systeem verenigt server-, netwerk-, storage- en virtualisatiecapaciteit in één energiezuinig systeem dat de kosten en de complexiteit van de IT-infrastructuur kan verminderen. Onder de codenaam Stratus werkt Juniper al bijna twee jaar aan een
De modulaire BlackDiamond 8800-reeks voor de core.
soort superswitch. Stratus moet een logische switch opleveren die tot tienduizenden poorten kan verbindingen en die zorgt voor een platte infrastructuur, waarbij switches niet met elkaar zijn verbonden. Overigens zijn nog wel altijd meerdere switches nodig om die ene superswitch te creëren. De software zorgt ervoor dat de switches naar de beheerder toe als één apparaat worden gepresenteerd. Ook Brocade, HP, Sun en Force10 gingen Extreme voor met nieuwe concepten voor het datacenternetwerk.
Met de blauwdruk sluit Extreme Networks zich aan bij een lange reeks netwerkfabrikanten die een andere opzet van het datacenternetwerk beogen.
G e b o uw te c h n i e k
Afval Energie Bedrijf Amsterdam beleeft primeur
Eerste externe ModuSec-ruimte in Nederland Hans Vandam is freelance journalist
datacenterspecialist ictroom heeft een primeur met de bouw van een externe modusec-ruimte voor het afval energie bedrijf (aeb) van de gemeente amsterdam. de modusec room-in-roomserverruimte is een modulair bouwconcept van het nederlandse remtech, waarmee in een zeer kort tijdsbestek een gecertificeerde it security room kan worden gerealiseerd. de nieuwe serverruimte is op 21 december 2009 officieel in gebruik genomen. De opdracht van de gemeente Amsterdam omvatte de realisatie van een externe computerruimte voor het Afval Energie Bedrijf (AEB), inclusief koeling, security, brandmelding, brandblussing, elektrotechnische infrastructuur, zaalinrichting en ook interne en externe bekabeling. Nadat de juiste bouwvergunningen waren verkregen, heeft
ICTroom via een strak gecoördineerde uitvoering de realisatie van de nieuwe serverruimte binnen budget en binnen de gestelde tijdslimiet afgerond. Jan van der Kolk, IT-manager bij het AEB, zegt tevreden te zijn over de gekozen oplossing. “AEB zocht een oplossing voor de komende vijf jaar. Bestaande ruimten bleken ongeschikt te zijn als serverruimtelocatie en er waren ook geen andere fysieke opties in het pand aanwezig. Op advies van ICTroom is besloten de nieuwe ruimte buiten het pand te plaatsen. De ModuSec room-in-roomserverruimte bood hiervoor de oplossing.”
tweeledige bescherming
Het is de eerste keer in Nederland dat deze ModuSec-ruimte als buitenopstelling is geDe externe ModuSec-ruimte op het terrein van het Afval 26 | Energie Bedrijf in Amsterdam.
realiseerd. Soortgelijke ruimten zijn tot op heden altijd binnenopstellingen (box in een box) geweest. Zonder aanpassingen aan het gebouw wordt deze ruimte als een volledig zelfstandige box geplaatst. Is er, zoals bij AEB, in het gebouw geen ruimte beschikbaar, dan kan ModuSec probleemloos buiten worden toegepast. Het Remtech ModuSec room-in-roomconcept is modulair en binnen enkele dagen te plaatsen en is blijvend demontabel. De bescherming die de computerruimte biedt is volgens de fabrikant tweeledig: bescherming tegen branddoorslag en brandoverslag voor de duur van 90 min. en daarnaast bescherming voor ict-omgevingen voor de duur van 60 min. Behalve bescherming tegen brand biedt de computerruimte ook bescherming tegen rook en inbrekers.
datac e nte rwo r ks
aeb amsterdam
Het Afval Energie Bedrijf (AEB) is onderdeel van de gemeente Amsterdam en bestaat uit de afvalenergiecentrale, de hoogrendement-centrale, het depot gevaarlijk afval, het regionaal sorteercentrum Amsterdam en de afvalpunten waar afval af komstig van huishoudens en bedrijven kan worden ingeleverd. AEB zet afval om in duurzame energie en materialen. Met de vrijkomende warmte uit afvalverbranding wordt zowel elektriciteit als warmte opgewekt. Uit de onbrandbare delen worden metalen en hoogwaardige bouwstoffen teruggewonnen.
“Bestaande ruimten bleken ongeschikt te zijn als serverruimtelocatie en er waren ook geen andere fysieke opties in het pand aanwezig.”
Jan van der Kolk, IT-manager AEB (links) en Chris Galenkamp, managing director ICTroom (rechts) leggen de laatste tegel in de nieuwe serverruimte.
|27
Ko e l i n g
Hans Vandam is freelance journalist
UCI Radboud Universiteit kiest voor Varicondition-H2O
“Traditionele oplossing was voor ons geen optie” het oude datacenter upgraden of een nieuw datacenter bouwen, dat was de keuze waarvoor het universitair centrum informatievoorziening (uci) van de radboud universiteit in nijmegen zich geplaatst zag. na zorgvuldig overleg en grondige berekeningen kwam men tot de conclusie dat een splinternieuwe varicondition-h2o-datacenteroplossing van minkels qua kosten, energiegebruik en het gewenste maatwerk de efficiëntste optie was. “Het beleid binnen de universiteit te Nijmegen is milieuvriendelijk opereren”, vertelt Nardus Platenkamp, supportcoördinator Universitair Centrum Informatievoorziening (UCI) van de Radboud Universiteit Nijmegen. “Daarnaast willen we onze IT-infrastructuur zo efficiënt mogelijk opbouwen en beheren. Dit betreft zowel het energiegebruik als een efficiënte exploitatie. Het Nederlandse adviesbureau S2H adviseerde ons de waterkoelingsoptie van Minkels te kiezen. De kostprijs daarvan laat zich vergelijken met de kosten om het oude datacenter te upgraden. Bovendien was Minkels de enige leverancier met voldoende flexibiliteit, gezien onze specifieke voorkeuren en de fysieke beperkingen van de locatie.” Waterkoeling was in feite de enige echte optie voor het UCI, omdat de plafonds op de locatie slechts 2,6 m hoog zijn. “Wij willen in de toekomst kunnen uitgroeien tot een capaciteit van 18 kW per rack. Natuurlijk zou een traditionelere koeloplossing voor een datacenter,
28 |
met alleen luchtkoeling, dit ook aankunnen. Daarvoor zou dan wel voldoende ruimte onder de vloer van het datacenter aanwezig moeten zijn om de koude lucht naar de serverapparatuur te geleiden. We wilden het nieuwe datacenter echter aanleggen in een kelder op de campus. Daarom was een traditionele oplossing absoluut geen optie voor ons”, vertelt Platenkamp.
minkels varicondition-h2o
UCI koos voor de hybride-loopvariant van Varicondition-H2O. “Varicondition- H2O biedt ons een energiezuinige waterkoelingsoplossing die is ontwikkeld voor high-densityhosting”, zegt Platenkamp.“Het was een van de weinige energie- en kostenefficiënte datacenteroplossingen, die paste binnen onze locatie met lage plafonds.” Platenkamp vervolgt: “Minkels biedt binnen deze productlijn drie verschillende koelstrategieën aan. Wij hebben voor de hybride loop gekozen, omdat die de beste oplossing is qua energie-efficiëntie en duurzaamheid. Deze oplossing combineert lucht en water voor een gerichtere injectie van koude lucht, terwijl warme lucht rechtstreeks wordt teruggevoerd naar de koelmachines. Hoewel we nu nog geen 18 kW per rack nodig hebben, weten we nu dat we al beschikken over een goede koeloplossing die volledig is afgestemd op het vermogen dat we binnen tien tot vijftien jaar nodig zullen hebben.” De oplossing wordt in fases opgeleverd. In februari 2008 zijn twee gangen met tien racks van 19” geïnstalleerd, met waterkoelunits tussen de racks. Zestien racks zijn gevuld met apparatuur, terwijl een extra gang
datac e nte rwo r ks
van twintig racks in de nabije toekomst kan en zal worden geïnstalleerd en in de komende tien tot vijftien jaar zal worden gevuld.
drie varianten
Door de toenemende vraag naar high-densitycomputeromgevingen besloot Minkels haar R&D-afdeling opdracht te geven een waterkoelingsoplossing te ontwikkelen voor datacenters, als aanvulling op Varicondition-HD – een product met alleen luchtkoeling dat een stroomcapaciteit van maximaal 24 kW mogelijk maakt – en Varicondition cold corridor – een oplossing die warme en koude luchtstromen van elkaar scheidt. Varicondition-H2O, waarbij luchtkoeling wordt aangevuld door waterkoeling, is een betrouwbare en veilige koeloptie die een maximaal vermogenscapaciteit kan opleveren van 24 kW, zonder dat het nodig is een zwevende vloer in het datacenter aan te brengen. Minkels levert binnen dit concept drie varianten: closed loop, open loop en hybride loop. Bij een closed-loopinstallatie worden minimale eisen gesteld aan de ruimte waarin het datacenter is opgesteld; alle water- en luchtkoelingselementen worden hier samen met de IT-apparatuur in één kast ondergebracht. Dit is een ideale oplossing voor high-densitycomputerinfrastructuren binnen een kleine tot middelgrote omgeving of voor een high-densitycluster binnen een low-density-omgeving In een open-loopopstelling richt het koelsysteem zich op de totale ruimte. De Varicondition-H2O-unit wordt geïnstalleerd in een tradi tionele warme en koude gang, waar warme lucht van de achterkant van de kasten als koude lucht naar de voorkant wordt teruggevoerd. Deze traditionele opstelling wordt bij voorkeur geoptimaliseerd met een Varicondition cold corridor. Dit is een ideale oplossing voor medium- tot high-densitycomputerinfrastructuren binnen middelgrote en grote omgevingen waar flexibiliteit en schaalbaarheid belangrijke vereisten zijn. De hybride loop is een combinatie van een closed- en een open-loopoplossing. De hybride loop combineert de efficiëntie en de gecontroleerde koelmethoden van de closed loop met de grotere schaalbaarheid van een open-loopsituatie. Dit is een ideale oplossing voor high-densitycomputerinfrastructuren binnen middelgrote en grote omgevingen waar energie-efficiëntie een belangrijke pijler is onder het IT-infrastructuur- en organisatorische beleid.
pue-verbetering door monitoring
UCI gebruikt de Varicondition- H2O in combinatie met free cooling, een energie-efficiënt concept dat de koelere lucht buiten de koelmachine op intelligente wijze gebruikt om de lucht te koelen. “Wij willen onze energiebesparingen echt zo ver mogelijk optimaliseren. Daarom gaan we testen doen met een hogere temperatuur van het koelwater, zodat free cooling vaker per jaar kan worden gebruikt. Het is prettig voor ons dat we met de monitoringmodules van Minkels gemakkelijk ons energiegebruik per rack kunnen ramen en voorspellen en het gebruik aan verschillende klanten binnen en buiten onze organisatie kunnen toerekenen”, stelt Platenkamp.
monitoring
Het monitoren van de voedings- en koelsystemen van het datacenter vormt tegenwoordig een cruciaal onderdeel van datacentermanagement. Het geeft de nodige informatie voor een proactieve benadering van datacentermanagement. Minkels biedt een keur aan monitoringmodules aan voor datacenters, uiteenlopend van volledig geïntegreerde datacentermanagementoplossingen tot applicaties die deelgebieden van het datacentermanagementspectrum afdekken. • Varicontrol-P: stroommanagement • Varicontrol-S: beveiliging • Varicontrol-L: vergrendeling en/of toegangscontrole • Varicontrol-C: gecentraliseerd energiemonitoringsysteem
uci radboud universiteit nijmegen
Het Universitair Centrum Informatievoorziening (UCI) van de Radboud Universiteit Nijmegen levert IT-diensten aan studenten, medewerkers en afdelingen van de Radboud Universiteit, aan het Universitair Medisch Centrum Nijmegen (UMCN) en aan allerlei andere non-profitorganisaties in Nederland. De IT-diensten omvatten onder andere de ontwikkeling en het beheer van het netwerk en de kernsystemen op de campus, serverhosting, e-mailverkeer, softwareontwikkeling, LAN-support en de ontwikkeling en hosting van websites. Ook verzorgt het UCI draadloze internetverbindingen op de campus, evenals back-up- en hersteldiensten.
|29
P ra kti j k
Wouter Hoeffnagel is freelance journalist
de national security agency (nsa) in de verenigde staten gaat een groot datacenter bouwen waarin gegevens over het doen en laten van amerikaanse burgers moeten worden opgeslagen. de precieze hoeveelheid data die in het datacenter wordt opgeslagen is nog onbekend, maar kan in 2015 oplopen tot yottabytes. hiermee wordt de googol, een één met honderd nullen, benaderd.
NSA bouwt megadatacenter
Opslagcapaciteit: 1 Googol Het datacenter van de Amerikaanse National Security Agency (NSA) moet meer dan 92.000 m2 groot worden en wordt waarschijnlijk in de woestijn bij Utah gebouwd. Hoewel andere bronnen spreken van een voorstad van Salt Lake City als locatie voor het datacenter. Het project kost ongeveer twee miljard dollar en het center wordt uiteindelijk een derde groter dan het Capitool in Washington D.C. Het datacenter zal evenveel energie gebruiken als alle huizen in Salt Lake City samen. Het hoofdkantoor van de National Security Agency.
analyseren
Het datacenter wordt gebouwd door de NSA, een inlichtingendienst die verantwoordelijk is voor ‘signals intelligence’, het verzamelen en analyseren van verschillende vormen van communicatie. Het doel van het datacenter is het opslaan van biljoenen telefoongesprekken, e-mailberichten en datasporen, zoals zoekopdrachten en winkelbezoeken. De NSA is naast het datacenter in Utah ook een ander datacenter aan het bouwen in San Antonio, Texas. Dit datacenter zal voor hetzelfde doeleinde worden gebruikt. Het is niet precies bekend hoeveel data er in het datacenter moet worden opgeslagen. Een rapport van Mitre Corporation, een denktank van het Pentagon, geeft echter een aanwijzing. In het rapport staat dat wanneer de sensoren verbeteren die worden gebruikt om de informatie te surveilleren, de hoeveelheid data in 2015 het niveau van yottabytes kan bereiken. Dit is echter een ruwe schatting. Andere bronnen op internet spreken over honderden petabytes. Eén petabyte staat gelijk aan 1.000 terabyte.
meer macht
Vooral door de aanval op het World Trade Center op 11 september 2001 is er binnen de Amerikaanse inlichtingendiensten veel veranderd. Zo heeft de NSA aanzienlijk meer macht gekregen. De NSA is ongeveer drie keer zo groot als de CIA en heeft van het Amerikaanse Congres toestemming gekregen te spioneren op Amerikaanse burgers. De inlichtingendienst is daarom begonnen met uitbreiden. Zo is haar 30 |
datac e nte rwo r ks
Het Yakima Training Center in de buurt van Yakima, Washington, Verenigde Staten.
hoofdkwartier in omvang verdubbeld, heeft zij haar luisterposten verbeterd en is zij enorme datacenters aan het bouwen om alle verzamelde data op te slaan. Luisterposten worden gebruikt om satelliet-, telecom-, radio- en databerichten die worden verstuurd, te onderscheppen. Een voorbeeld van een dergelijke locatie is het Yakima Training Center, net buiten Yakima, Washington. Vanuit de telecomindustrie in de Verenigde Staten is weinig verzet tegen de plannen van de NSA. Dit in tegenstelling tot de telecom industrie in het Verenigd Koninkrijk, die zich samen met de media heeft verzet tegen vergelijkbare plannen van de Britse overheid. Deze plannen zijn inmiddels van de baan, al heeft de Britse overheid een nieuw plan gelanceerd, waarin telecomproviders verplicht worden gegevens over het doen en laten van hun klanten één jaar te bewaren.
om verdachte activiteiten of personen op te sporen. De lijst met van terrorisme verdachte personen die in de Verenigde Staten wordt gehanteerd, bevat sinds 31 december 2008 meer dan 1,1 miljoen mensen. Een probleem waar de NSA momenteel tegen aanloopt, is volgens Matthew M. Aid een gebrek aan stroom. Aid is een voormalig legerofficier die is veroordeeld voor het stelen van geheime documenten van de NSA, en auteur van The Secret Sentry: The Untold History of the National Security Agency. De inlichtingendienst heeft de beschikking over veel supercomputers en heeft inmiddels voor alleen haar hoofdkwartier een geschatte jaarlijkse elektriciteitsrekening van zeventig miljoen dollar. Het Amerikaanse Congres begint echter steeds grotere bezwaren te hebben tegen de hoge elektriciteitskosten van de inlichtingendienst.
geheime ruimten
onduidelijkheid
Een voorbeeld waaruit blijkt dat de telecomindustrie zich niet verzet tegen de plannen van de NSA is het feit dat de inlichtingendienst geheime ruimten heeft gebouwd in grote switching faciliteiten van telecomprovider AT&T. In deze ruimten wordt een kopie van alle data opgeslagen en gescreend op trefwoorden. De resultaten hiervan worden doorgestuurd naar de inlichtingendienst en kunnen worden gebruikt
Rondom het nieuwe datacenter van de NSA bestaat veel onduidelijkheid. Zo is het niet precies bekend waar het datacenter wordt gebouwd en is het onbekend hoeveel data de NSA uiteindelijk gaat opslaan. Daarnaast is er niets bekend over de apparatuur die in het datacenter wordt gebruikt.
|31
b e ka b e l i n g
de eerste 10g-netwerkbekalingssystemen zijn geïnstalleerd in 1999 en inmiddels ruim tien jaar oud. de ‘early adopters’ van deze systemen namen een ingecalculeerd risico door technologie te omarmen die zichzelf nog niet had bewezen. volgens marketingmanager graeme stoker van siemon hebben de early adopters van tien jaar geleden echter reden om te glimlachen. hij legt uit waarom.
Graeme Stoker is marketingmanager bij Siemon
Een decennium 10G
De glimlach van de ‘early adopter’
32 |
datac e nte rwo r ks
Gezien het huidige, economische klimaat zullen netwerkbeheerders en eindgebruikers meer dan ooit tevoren letten op de RoI (Return on Investment). Ze komen immers onder een steeds grotere druk te staan om IT-investeringen te motiveren tegenover de financieel directeur of CEO. Moet het geld gaan naar nieuwe software? Of nieuwe netwerkbekabeling? Nieuwe switches, of een nieuwe glasvezelverbinding? Wat is momenteel het belangrijkste onderdeel van IT en hoe kan de netwerkbeheerder zijn investeringsbeslissingen rechtvaardigen? Met dit in gedachten moeten installateurs en netwerkbekabelingsfabrikanten de RoI van netwerkbekabelingsoplossingen paraat hebben en stevig in hun schoenen staan om de keuze voor een bepaald type bekabeling te verdedigen. Het is in dit verband de moeite waard te kijken hoe de beslissingen van de early adopters van 10G in de praktijk zijn uitgepakt. Voor sommige bedrijven betalen de investeringsbeslissingen die bijna een decennium geleden zijn gemaakt, zichzelf nog steeds terug. En sterker nog: voor de komende vijftien jaar blijven de vooruitzichten gunstig.
kritisch ontvangen
De Cat. 7 Class F-standaard is in 2002 geratificeerd en enkele fabrikanten startten direct met de verkoop van hun connectorinterfaces; een aantal oplossingen was in feite al vanaf 1999 beschikbaar. De prestaties van deze bekabelingsystemen waren op dat moment werkelijk baanbrekend, zeker als je bedenkt dat een groot deel van de markt zich toen nog verwonderde over Cat. 5e-bekabeling en dat de geboorte van Cat. 6 om de hoek was. En, zoals dat bij de meeste productinnovaties gaat, waren het de early adopters die kritische vragen stelden bij de nieuwe bekabelingstechnieken. “Is er vraag naar?” “Is het geratificeerd?” “Hoe makkelijk is het te installeren?” “Wat kan ik erover draaien?” “Wat zijn de voordelen voor mijn bedrijf vandaag en morgen?” Echte productinnovators en technologiepioniers zijn helemaal gek op deze uitdagingen, omdat ze een platform bieden om technische deskundigheid, performance van een product, toepasbaarheid in de echte wereld te tonen en om toekomstige trends te voorspellen. Maar vooral bieden deze uitdagingen een platform om de verwachtingen van de klant in te vullen of zelfs te overtreffen. Dit is waar productdifferentiatie en ‘waarde toevoegen’ werkelijkheid worden.
veronderstelling dat het gereedschap lang meegaat en dat de initiële investering van laten we zeggen 20 euro zich door de jaren heen vanzelf terugbetaalt. Ik zie deze logica regelmatig terug tijdens talloze bezoeken aan installateurs in het veld, die werken met instrumenten die al vele, vele jaren in gebruik zijn en nog steeds functioneren als op de dag van de aankoop. We kunnen dit concept ook toepassen op netwerkbekabeling en de RoI voor eindgebruikers, door te kijken naar de kosten per netwerkoutlet op jaarbasis gemeten over de gehele levenscyclus van de bekabeling. Dan is snel te zien waarom de early adopters zo zelfvoldaan zijn met kosten die zelfs vallen onder de prijs van huidige Cat. 5-installaties. Cat. 7/7a- en 6a-netwerken zullen op dag één uiteraard duurder uitvallen, maar als de kosten worden gespreid over tien, vijftien of twintig jaar, worden de kosten per outlet zeer aantrekkelijk. In de huidige economische omstandigheden, waarin IT-managers slimmer moeten investeren, moeten de RoI en de levenscyclus van het netwerk meer aandacht krijgen dan ooit tevoren.
kosten per outlet
kabel delen
De Cat. 7-klanten van tien jaar geleden zijn vandaag de dag nog altijd voorzien van een solide systeem met fabrieksgarantie en zijn in staat te migreren naar 10GbE mocht dat nodig zijn. 10G-netwerken (zowel Cat. 7 als 6a) worden vandaag de dag verkocht en geïnstalleerd om ten minste tien jaar mee te gaan. Die wetenschap zal de early adopters uit 1999 en 2002 een zelfverzekerd gevoel geven; zij weten dat hun netwerk twintig jaar na installatie nog altijd de applicaties zal draaien. In een wereld waarin de toekomst zo onzeker lijkt, moet dit voelen als de slimste investeringsbeslissing ooit. Beschouw dit RoI-argument eens vanuit een ander productperspectief: De aanschaf van goed gereedschap om kabels te monteren doe je in de
Voor degenen die net als de early adopters de toekomstgerichte technologie willen omarmen, maar hulp nodig hebben bij het vinden van een extra argument nieuwe bekabeling op de begroting te krijgen, is het delen van kabels een aantrekkelijk migratiepad. Cat. 7/7a kan worden geïnstalleerd om applicaties met een lage bandbreedtebehoefte te draaien met de optie in de toekomst hongerigere applicaties te draaien zonder opnieuw bekabeling aan te moeten leggen. Omdat elk paar afzonderlijk is afgeschermd, is het mogelijk verschillende mediatypen via dezelfde kabel te transporteren. Deze oplossing biedt aanzienlijke bandbreedteflexibiliteit, bijvoorbeeld, vier paar 10GbE, of twee paren 10/100 ethernet of single pair, spraak- of videotoepassingen naar het bureau. |33
b e ka b e l i n g
steeds veranderende competitieve landschap ons voor nieuwe uitdagingen plaatsen, is het zaak een netwerkbekalingsoplossing te kiezen die zowel eindgebruiker als installateur voordelen biedt. De early adopters van 10G hebben nu al tien jaar lang profijt van de hoge prestaties. Ze hebben in deze periode de bekabeling niet hoeven te vervangen om de infrastructuur aan te laten sluiten op de eisen, en heb-
Omdat elk paar afzonderlijk is afgeschermd, is het mogelijk verschillende mediatypen via dezelfde kabel te transporteren. Het is het perfecte scenario voor een gunstige RoI. Een langere levensduur van het product en intelligente migratiepaden, die de netwerk-RoI vergroten, zijn de berichten die de gemiddelde netwerkbeheerder moet weten en moet gebruiken om zijn of haar deel van het IT-budget te rechtvaardigen. Nu de economische tijden en het
ben dus ook niet te maken gehad met extra investeringen of langdurige netwerkonderbrekingen. Hun vooruitziende blik heeft geresulteerd in veel lagere kosten dan het geval zou zijn geweest bij de alomtegenwoordige Cat. 5e en ze hebben een bewezen systeem dat nog vele jaren dienst zal doen. advertentie
IT Ro om I n f ra
datac e nte rwo r ks datac e nte rwo r ks
Jan Fleuren, namens IT Room Infra
Het hart van de moderne organisatie in amper enkele tientallen jaren heeft de ‘computer’ zich onwrikbaar in ons leven, de samenleving en het bedrijfsleven genesteld. voor lezers van datacenterworks is dat geen opvallende mededeling. dat connectoren en bekabelingssystemen dan cruciaal zijn, is wellicht wat minder bekend. jan fleuren van tyco electronics, amp netconnect, licht dit toe. Het is haast niet voor te stellen wat de gevolgen kunnen zijn, als in belangrijke computerruimten storingen optreden. Denk daarbij niet alleen aan providers van mobiele telefoondiensten, maar ook aan vliegvelden en ziekenhuizen. Storingen hebben dan niet alleen technische gevolgen. Deze voorbeelden zijn heel aansprekend, maar voor het hele bedrijfsleven geldt dat elk uur van ‘uitval’ extreme, zakelijke en financiële gevolgen kan hebben. U wilt dus zorgen voor een optimaal functionerende infrastructuur in uw computerruimte, die 24 uur per dag en 365 dagen per jaar de gewenste resultaten levert. Jaar in, jaar uit. Omdat in computerruimten de eisen aan techniek en capaciteit blijven toenemen, stijgt ook het aantal netwerkaansluitingen. Eén van de kritische uitgangspunten voor het ontwerp van een goed func tionerende computerruimte is dan ook een extreem hoge poortdichtheid, liefst uitgevoerd met een modulair en compact bekabelings systeem. Dit levert een besparing van de benodigde ruimte op. Bij Tyco Electronics wordt bij de fabricage en afmontage zorgv uldig en vakkundig gewerkt aan optimaal functionerende kabels, die daarop uitgebreid worden getest. Voor de gebruiker moet dit naast ruimtebesparing ook praktische voordelen opleveren in ‘plug & go’. De beheerder van een netwerk wil heel snel en flexibel een computerruimte inrichten en gebruiken. Daarvoor kunnen connector oplossingen worden bedacht zowel in koper, met hoge aantallen ‘twisted pairs’, als in fiber, met hoge aantallen glasvezels. Dankzij de infrastructuur kan dan overzichtelijk vorm worden gegeven aan een goed beheer van de computerruimte. Zowel kabelbeheer als -routingoplossingen dragen daartoe bij, maar zeker zo belangrijk is een intelligent infrastructuurmanagementsysteem. Voor de IT Room-manager biedt dat zowel lokaal als op afstand de mogelijk-
heid het functioneren van de apparatuur en de veiligheid ervan te beheersen. Het zal niemand verbazen, dat AMP Netconnect hiervoor oplossingen biedt. Een betrouwbare netwerkinfrastructuur is het hart van de moderne organisatie. Dat stelt eisen aan alle onderdelen van de computerruimte. Om het hart gezond te houden zijn juist de aansluitingen cruciaal, waardoor uw organisatie in wisselende omstandigheden goed blijft functioneren. Slechts een paar voorbeelden van toonaangevende bedrijven en instellingen die u voorgingen: T-Mobile, Atos Origin, Fortis, Schiphol Telematics, Belastingdienst, ministerie van Defensie, Europese Commissie en Europese Raad.
|35
p ro d u c tn i e uws
Dell breidt datacenterportfolio uit Dell introduceerde half december 2009 een hele reeks oplossingen en diensten op het gebied van infrastructuurbeheer, opslag en netwerktechniek die klanten helpen met het vereenvoudigen, standaardiseren en automatiseren van hun datacenters. Het Texaanse bedrijf introduceerde onder andere een advanced infrastructure manager die het beheer van datacenters vereenvoudigt door één beheerder in staat te stellen op dynamische wijze automatiserings-, opslag- en netwerkbronnen toe te wijzen aan, en opnieuw te verdelen onder fysieke en virtuele applicatieworkloads. Daarnaast presenteerde Dell nieuwe 10GbEopslag- en -netwerkoplossingen. Nieuwe storage-arrays van EqualLogic verbeteren de prestatie van het datacenter en moeten zorgen voor een kostenbesparingen. Met een endto-end 10GbE-architectuur kunnen klanten de netwerkkosten tot zo’n 76 % reduceren, zo belooft de leverancier.
De onlangs geïntroduceerde Dell PowerConnect 8024F is de eerste 1U 10GbE-switch van Dell. De switch is uitgerust met 24 poorten met SFP+ en vier 10GBase T-combopoorten met een netwerksnelheid van 10 Gb voor alle poorten. De switches zijn ontwikkeld voor datacenteraggregatie en netwerkconsolidatie, bieden kant-en-klare ondersteuning voor geconvergeerde ethernet-omgevingen, virtualisatie-implementaties met een hoge dichtheid, iSCSI-opslagvoorzieningen, zoals de EqualLogic-producten en 10 Gb-verkeersaggregatie. Op basis van zijn recent uitgebreide relatie met Brocade zal Dell bovendien expertise en ondersteuning leveren voor de ontwikkeling van geavanceerde netwerkoplossingen voor datacenters. Deze oplossingen omvatten onder meer de FCoE-switch, beveiliging, iSCSI en converged enhanced DCB-ethernet. Meer informatie: www.dell.com
emerson network power introduceert liebert gxt3 Emerson Network Power introduceert de Liebert GXT3, een nieuw ups-systeem ter grote van een 2U-rack. De ups kan worden geconfigureerd als een tower- of een rack-mountmodel. Het apparaat is beschikbaar in zowel een 120 V- als 230 V-variant en een 500 VA- tot 3.000 VA-versie. Het systeem detecteert automatisch de inputfrequentie van 60 of 50 Hz. Daarnaast is de GXT3 voorzien van batterijen die kunnen worden vervangen zonder dat het apparaat hoeft te worden uitgezet. Wanneer het systeem volledig belast is, verzorgt de ups 4 – 8 min. noodstroom. In totaal kunnen zes batterijen worden gebruikt, waardoor meer apparatuur op de ups kan worden aangesloten. Meer informatie: http://www.eu.emersonnetworkpower.com/
Schneider optimaliseert energiemanagement met EcoStruxure Schneider Electric introduceert EcoStruxure, een architectuur die bedrijfsdisciplines combineert om energiemanagement te optimaliseren. Door de aanpak worden energievoorziening, datacenter, processen en machines, gebouwbeheer en fysieke beveiliging samengevoegd en wordt energie centraal beheerd. Met EcoStruxure wil Schneider Electric inspelen op de vraag van bedrijven naar energiebesparing. De architectuur geeft inzicht in het gebruik en verbruik van alle soorten energie. Daarnaast is er realtime controle mogelijk op het energiegebruik. Door verschillende bedrijfsdisciplines samen te voegen kunnen processen efficiënter worden ingericht, wat kan leiden tot een kostenbesparing en een vergroting van de beveiliging. Meer informatie: www.schneider-electric.com
datac e nte rwo r ks
Emerson audit kleinere datacenters Emerson Network Power introduceert met de Liebert Data Center Audit een auditingservice voor kleine en middelgrote datacenters. De audit beoordeelt de apparatuur en werkwijzen binnen een datacenter aan de hand van ruim vijftig benchmarks op het gebied van onder andere koeling, stroomvoorziening, racks en bekabeling, monitoring en beveiliging. Op die manier moeten onvolkomenheden in het ontwerp en de werking van datacenters worden aangetoond. De dienst wordt verzorgd door de resellers van Emerson-dochter Liebert. “Met de Liebert Data Center Audit kunnen onze resellpartners hun klanten helpen bij het isoleren van potentiële kwetsbaarheden nog voordat de performance van IT wordt aangetast”, zegt een woordvoerder van Emerson in een persbericht. Meer informatie: www.liebert.com
microsoft voegt opalis toe
aan System Center
Microsoft kondigt de overname aan van Opalis Software, een leverancier van automatiseringssoftware voor datacenters. Microsoft wil de producten van Opalis combineren met haar System Center-suite voor datacentermanagement. Volgens Microsoft kunnen de tools van Opalis worden ingezet voor het beheer van geautomatiseerde en schaalbare virtuele omgevingen die zich al dan niet in de cloud bevinden. Hierdoor moeten processen constanter kunnen worden uitgevoerd. Het is niet bekend gemaakt hoeveel Microsoft voor Opalis heeft betaald. Meer informatie: www.microsoft.com
Producten van Siemon compatibel met IBM’s PMDC Siemon, leverancier van netwerkbekabelingsoplossingen, laat weten dat zijn producten compatibel zijn met IBM’s PMDC (Portable modular datacentre), een datacenteroplossing die in een container is ondergebracht. Het bedrijf heeft met IBM een overeenkomst getekend waardoor de PMDC’s kunnen worden geleverd met voorgeïnstalleerde bekabeling van Siemon. Het gaat hierbij om onder andere high-performance Cat. 6A en 7A twisted pair koperbekabelingssystemen, het MapIT G2 intelligent infrastructure managementsysteem en 10, 40 en 100 Gb- ready plug&play-glasvezel systemen. Meer informatie: www.siemon.com
p ro d u c tn i e uws
bit verlaagt energieprijs
voor klanten
De zakelijke internetserviceprovider BIT verlaagt de prijzen voor stroom voor al zijn colocatieklanten. Per 1 januari 2010 heeft BIT een driejarig contract afgesloten met een nieuwe energieleverancier, waardoor de kosten voor stroom met bijna 25% zijn afgenomen. Alle colocatieklanten profiteren van dit voordeel en betalen daarom nog maar 10,1 c/kWh in plaats van de 13,5 c/kWh. De één-op-één doorberekening van het kostenvoordeel is voor de provider een volgende stap in het transparant maken en houden van zijn dienstverlening. BIT voorzag elk rack al van een eigen kilowattuurmeter. Hierdoor betaalt iedere klant alleen voor zijn eigen stroomafname. Meer informatie: www.bit.nl
Colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 3, januari 2010, nummer 1 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. u itg e v e r robbert hoeffnagel
[email protected]
H o o f d r e dacti e
ferry waterkamp
[email protected] e i n d r e dacte u r m. rubel p o sta d r e s r e dacti e
postbus 82, 2460 ab ter aar te l e f o o n 0172 - 78 21 20 e - m a i l
[email protected] a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau van vliet bv, ruud van viersen postbus 20, 2040 aa zandvoort te l e f o o n 023 571 47 45 e m a i l
[email protected]
hp introduceert
Datacenter smart grid HP introduceert de HP Datacenter smart grid, een oplossing die hardware, software en service combineert om een energiebewuste en snelle omgeving te creëren, van de technische infrastructuur tot en met het gebouw. De oplossing is onderdeel van de onlangs aangekondigde HP Converged infrastructure- architectuur. De oplossing verzamelt, monitort en communiceert metingen van stroomgebruik en koeling in het datacenter. Hierdoor wordt inzicht in en controle over het energiegebruik mogelijk. Met Datacenter smart grid wil HP inspelen op de vraag naar het beter kunnen beheersen van stroom- en koelcapaciteit en kosten. Daarom is het met de oplossing mogelijk de operationele kosten van stroom- en koelsystemen te verminderen en de levensduur van datacenterfaciliteiten en andere kapitale investeringen te verlengen. Ook kan de betrouwbaarheid worden vergroot door de stroom- en koelingsefficiëntie te optimaliseren en wordt inzicht en controle verkregen over energiekosten en de impact van het datacenter op het milieu. Meer informatie: www.hp.com
38 |
i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
barry elliott, jan fleuren, wouter hoeffnagel, paul matthijsse, teus molenaar, jo van de pas, graeme stoker, hans vandam, ferry waterkamp vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
3l drukkerij bv, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
datac e nte rwo r ks
DatacenterWorks nu ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op www.datacenterworks.nl (En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
Nu kunt u datacenters efficiënt ontwerpen op basis van ¤70 miljoen aan onderzoek re
ergy g En ntres ntin e eme Data C l p Im ient Effic
itectu d Arch prove , An Im -Efficiency h for Hig nsity e High-D ntres e Data C
Deployi n Zones g High-Densi in ty Data C a Low-Densi entre ty
Row The Advantages of and Rack-Oriented es ctur Cooling Archite for Data Centres
White
Paper
#130
White Paper #130
White per
ite Pa
Wh
Pow Cap er an d for acity M Cool in Dat a C anag g e ent res ment
#130
Paper
#130
Wh
ite
“Implementing Energy Efficient Data Centres” White Paper nr. 114 ¤ 00
51
GRATIS!
“An Improved Architecture for High-Efficiency, High-Density Data Centres” White Paper nr. 126
94 GRATIS!
¤
00
“The Advantages of Row and Rack-Oriented Cooling Architectures for Data Centres” White Paper nr. 130 00
67
¤
GRATIS!
Pap
er #
150
“Deploying High-Density Zones in a Low-Density Data Centre” White Paper nr. 134
90 GRATIS!
¤
00
“Power and Cooling Capacity Management for Data Centres” White Paper nr. 150
17700 GRATIS!
¤
Download GRATIS whitepapers van APC om de meest voorkomende fouten bij het plannen van IT-stroomvoorziening en –koeling te voorkomen Zorg dat u beschikt over een plan voor uw datacenter. We hebben duizenden klanten gesproken, van Baltimore tot Beijing, en hebben de goede, minder goede en ook slechte maatregelen gezien die klanten troffen bij de planning van hun datacenter. In veel gevallen was er door omzetvermindering en bezuinigingen helemaal geen plan.
Krijg antwoorden op uw vragen en voorkom toekomstige problemen. Weten u en uw personeel wat de tien belangrijkste fouten zijn die u moet vermijden? De gemakkelijkste manier om koeling te verbeteren zonder dat het u iets kost? U vindt deze antwoorden en meer in onze nieuwste verzameling whitepapers. Profiteer vandaag van onze waardevolle onderzoeken en bespaar uzelf onkosten en problemen in de toekomst. Ga naar www.apc.com voor meer informatie over de beschikbaarheidsoplossingen van APC.
De moeite Download GRATIS uw white paper(s) binnen de komende 30 dagen en maak kans om waard... een iPod touch* te winnen!
The Advantages of Row Power and Cooling Capacity Management for Data Centres and Rack-Oriented Five Basic Steps for Efficient Cooling Architectures Space Organization within forEnclosures Data Centres High-Density
White Paper #130
Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74397t Tel 0800 0203244 • Fax 0347 325 225
©2009 American Power Conversion Corporation. Alle handelsmerken zijn eigendom van Schneider Electric Industries S.A.S., American Power Conversion Corporation, of zijn dochterondernemingen. 998-1765_NL Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke eigenaren. *Apple is not a participant in or sponsor of this promotion APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland