Appèl Bijzondere ‘Professionele zorgplicht van vrienden’ holding bespreken de 5 economie in Limburg Europese markt 2 Blommaert, Cremers en toegankelijker Rosbeek met elkaar in gesprek. 6
Hoe erg is de crisis? Welke kansen zijn er?
Infomagazine 1.2010 van Boels Zanders Advocaten
Klagen in de zorg
Krenken op het web
7 Je kunt over bijna alles in de zorg klagen. Nieuwe wetgeving in de zorg verandert de werk wijze van de klachtencommissie. Maar let als instelling ook op procedures van bijvoorbeeld politie en inspectie.
8
Het regresrecht van de werkgever 4
2 appèl 1.2010
Focussen en kansen benutten. Net als de zeearend. rondetafelgesprek Professor Tjeu Blommaert, ondermeer hoogleraar bedrijfseconomie aan de Universiteit Maastricht en ‘professioneel vriend’ bij menig bedrijf, Marleen Cremers, zakelijk directeur onderzoeks- en adviesbureau E,til en Remco Rosbeek, advocaat Ondernemingsrecht bij Boels Zanders Advocaten kijken ‘realistisch optimistisch’ naar de economische toestand van Limburg. Om los te komen van tegenstrijdige berichten reageren zij op de vraag hoe zwaar Limburg nu echt getroffen is door de economische crisis. Welke kansen zien zij voor ondernemers in Limburg? En welk hart kunnen zij hen onder de riem steken?
TB: Ik zeg altijd: als het ergens donker is, is er ook ergens licht. Je moet alleen de schakelaar zien te vinden. Zijn we ernstig geraakt? Dat verschilt sterk per sector en per bedrijf. Er zijn genoeg bedrij ven die zich al rond 2006 schrap hadden gezet, door contracten niet te verlengen en zekerheid te verkiezen boven onzekerheid. Die komen nu relatief goed de crisis door. Dat vind ik mooi. Als het goed gaat is het niet zo’n kunst om te ondernemen. Nu des te meer. Veel bedrijven zijn nu bezig met hun bestaansrecht. Stellen zichzelf kritische vragen. Dat had den ze eerder moeten doen, maar te laat is het niet. Zolang je er nog bent is er een kans. Maar als ik eerlijk ben: enige zelfgenoeg zaamheid was er de laatste jaren wel ingeslopen. Het kon niet op.
zoeken we iemand die schuld heeft. Maar we hebben allemaal schuld.
RR: Dat beeld herken ik wel. Bij de faillissementen rond 2006 was in veel gevallen sprake van een substantiële boedel. Er waren dus nog vermogensbestanddelen aanwezig, en in potentie dus ook overlevingskansen. Achteraf beschouwd kun je zeggen: er is misschien niet kritisch genoeg ondernomen. Maar het zou te makkelijk zijn om daar de failliete ondernemers alleen de schuld van te geven. Kredietverstrekkers waren ook niet kritisch. Je kreeg de kredieten nagesmeten. En nu
TB: Ik merk dat dat nu vaker gebeurt. Ook als daar financieel gezien geen directe aanleiding voor is. Zie het als een reguliere check, net als met je gezondheid. Bij veel ondernemers komt er hooguit een accountant naar binnen, en die geeft dan een goedkeurende verklaring wan neer de administratie aan de regelen der kunst voldoet. Ik zeg tegen bedrijven altijd: wil je een goedkeuring hebben of wil je een goede keuring? Dat is een wereld van verschil.
TB: Zo is het. Daarom moet je een of twee keer per jaar een profes sionele buitenstaander, die je zegt dat je hier of daar niet goed bezig bent, laten meekijken. Je moet altijd ontvankelijk voor kritiek blijven. Ook als je winst maakt. Een professionele vriend noem ik dat: iemand die je vertrouwt en van wie je weet dat hij niet iets roept om maar iets te roepen. Het moet oprecht zijn. RR: Iemand die je voor z’n profes sionele vriendschap betaalt. Gewoon simpel: je betaalt me voor kritiek. Daar is een ondernemer mee gebaat, niet met kritiekloze jaknikkers.
RR: We kunnen de ondernemer natuurlijk niet zeggen hoe hij ondernemen moet. Maar een adviseur kan er aan bijdragen dat zo iemand succesvol kan onder nemen, en een hoop obstakels voor hem wegnemen. Noem eens zo’n obstakel RR: Een financieringsstructuur die niet doordacht is, die de onderneming onvoldoende flexibel maakt om zich snel aan kansen en bedreigingen in de markt aan te kunnen passen. TB: Of het niet helder hebben wie je klant is. Denk eens na wie dat is? Veel bedrijven definiëren dat veel te algemeen: die hebben het over aantallen rekeninghouders, dossiers of aansluitingen. Maar dat is geen klantdefinitie. RR: Tjeu, staan wij in Limburg wel genoeg open voor die profes sionele kritiek? TB: Minder als je het vergelijkt met Amsterdam of Groningen. Hier is de houding vaker ‘wacht even, ik betaal jou’ maar dan wil ik dat je alleen maar goede dingen zegt. Betalen voor oprechte kritiek, is net even wat anders. RR: Het geldt voor elke adviseur: eerlijk zijn tegen je opdracht gever. Zorgen dat het schip keert, voordat het tegen de kade opklet tert. Schipbreuk voorkomen. Die boodschap smaakt niet altijd even lekker maar is wel van levensbelang. Het gaat om eerlijkheid. TB: Eerlijkheid, maar ook om directheid. Ik ben wel een Lim burger, maar een met een soort Noord-Hollandse directheid. Ik kan scherp uit de hoek komen, maar het is nooit vervelend bedoeld. Het gaat er ook om iemand op scherp te krijgen. Mensen stellen het op prijs als ik zeg waar het op staat. Niet in twintig zinnen, maar gewoon in
3 appèl 1.2010
één zin hup: ‘ik vind het helemaal niks’ of ‘je mag het best doen maar dan ben ik weg’. Die direct heid, oprechtheid is mijn grootste goed. Dat kun je ook maar een keer vergeven. Marleen, ben jij optimistisch over de situatie in Limburg? MC: Ja, ik zie veel potentieel. Op een aantal punten scoort Limburg redelijk goed. De werkloosheid bijvoorbeeld is in Limburg altijd iets hoger dan in de rest van Ne derland. Die is het afgelopen jaar ook gestegen, en elke werkloze is er een te veel, maar overall valt het mee. Er is een aantal factoren aan te wijzen: jongeren leren langer door, de deeltijd WW heeft een aantal bedrijven voorlopig gered en je ziet ook dat bedrijven mensen langer in dienst houden terwijl ze op dit moment mis schien niet direct nodig zijn. De verwachting is dat deze mensen binnen twee jaar en misschien nog eerder, nodig - en niet aan te slepen - zijn. TB: Je moet naar het geheel kijken, naar het aantal faillissementen, het aantal werklozen: dat zijn indicatoren. Maar die cijfers zijn lagging: de cijfers moeten al een tijdje onder druk hebben gestaan voordat je iemand ontslaat. Zo beschouwd vind ik het nog meevallen in Limburg maar
versterkte dijkbewaking blijft geboden. We hebben hier niet al te veel dingen, ja onderwijs, de universiteit, maar de kansen die daarin schuilen moeten veel beter worden benut. Integratie bijvoorbeeld met de School of Management zodat het echt een internationaal instituut wordt met vestigingen op vele plekken in de wereld. Dat moet je stimuleren, en daar kan de provincie ook een rol in spelen. Maar wat naar mijn mening echt een slinger moet krijgen is ICT. Dat smoort steeds embryonaal, en dat is zo dood en dood zonde. Kennis zonder ICT is onbenutte kennis. Wie moet die slinger geven? TB: Overheid en provincie doen daar al het nodige. Hoe zie jij dat Marleen? MC: Ik denk dat we niet moeten wachten tot een overheid het doet, of een ander. En niet in die underdog positie gaan zitten maar juist vanuit onze kracht opereren. Wat heeft Limburg nou voor op de Randstad? Nou ik weet het wel: ruimte en kwaliteit van leven. Een soort postmate rialisme. Als ik in de Randstad kom, waar je ziet dat de ene na de andere nieuwbouwwijk ver rijst, moet ik altijd even slikken. Blijkbaar zijn er mensen die
daar in willen wonen. Ik denk dan opgelucht: dát hoeft hier dus niet. In Limburg zijn we blij met kinderen, ook in de kinder opvang. Dat zijn toch je selling points. En dan de demografische krimp: het is nieuw, er zijn geen standaardoplossingen voor. Als je de vertaling van kwantiteit naar kwaliteit weet te maken, en je oefent daar wat mee, dan heb je iets in handen om in de rest van Nederland als voorbeeldfunctie te dienen. TB: Stel ik heb drie bakkerijen in Heerlen: hoe kan ik dan die kwaliteit van leven omzetten in een businessmodel? MC: Daar komt creativiteit bij kijken. Doe niet wat de buurman doet. Ga op reis, laat je inspireren op andere plekken in Nederland, en in de rest van de wereld. Limburgse ondernemers kunnen op andere plekken zoveel ideeën opdoen voor hun eigen bedrijf. De cultuur is hier in het alge meen toch wat traditioneler. Is dat het? Kijken wat ze in Den Haag doen, of in China? MC: Ja, wat is ondernemerschap? Het gaat om zinvolle, nieuwe dingen verzinnen waarmee je geld kunt verdienen. TB: Ik geloof meer in bundeling, er moet regie bij en het moet gefaciliteerd worden. We moeten onze regio verkopen. RR: Wat verkopen we dan?
MC: We hebben een heel sterke technologische sector, high end industrie. Er zit hier een Sabic en DSM en Greenport, dat is voor China ook interessant. Je hebt een enorme markt in het Ruhrgebied. RR: Kunnen we meteen een van onze natuurlijke troeven van onder het stof vandaan halen en oppoetsen: de door ons hinter land ingegeven meertaligheid die de laatste jaren wel een beetje een ondergeschoven kindje is geworden. TB: Waar zou je op kunnen acce lereren als Limburg? Ik zie het wel voor me, dat Limburg zich als een marskramer op een boot verkoopt in zeg India. Toerisme uitlokken, TEFAF, die boot kan best een duiventil zijn, dus ook met indivi duele ondernemers. We denken dat we de dingen hier moeten ver kopen. Maar je moet niet de boot verkopen, maar de know-how hoe je betere boten bouwt. Wij zullen het in Nederland, en ook in Lim burg verliezen als we boten gaan verkopen want die kunnen elders goedkoper worden gemaakt. We moeten iets verkopen waar elders vraag naar is: onze kennis. Kennen jullie initiatieven, voorbeelden van ondernemers die goed bezig zijn? TB: Het is wel erg dat ik niet meteen drie voorbeelden kan noe men. Dat zegt wel iets over onze eagerness. Waar ik heel enthousi ast over ben is een vernieuwend
4 appèl 1.2010
5 appèl 1.2010
nieuwewet Maastrichts hotelconcept, op basis van pay on demand. Het maakt gebruik van leegstaand vastgoed. De gast betaalt alleen wat hij gebruikt. Het is een slim concept, sexy en met flair. En nu gaat het concept internationaal. Kennis, ervaring, succes, en dan de formule wegzetten.
gezondheidszorg, dan zijn dat niet de lange termijn duurzame economische drijvers. Of je moet bij gezondheid al denken aan instrumenten maken. We moeten niet volledig gesubsidieerd worden door Den Haag op onderwijs en gezondheidszorg. We zullen ook moeten borgen dat we hier iets
Het is doodzonde dat ICT steeds embryonaal smoort. Zonder ICT is kennis onbenut. Wat vind je er zo mooi aan? TB: De neus voor ondernemer schap, creativiteit, lef, het onge wone doen. Zet de dingen op zijn kop. Niet in elke kamer heb je een bureau of tv nodig. Omdat dit concept een beperkte investering vergt, maakt het van deze crisis tijd een kans. MC: E,til was de eerste die het krimpscenario bracht. Dat maakte veel los. Toch ben ik er best optimistisch over, het geeft een groeimarkt in de zorg. Als je je daar op richt, hoef je helemaal niet naar India. In de zorg zit straks zo veel werkgelegenheid. Dat is ook een trekker om mensen uit de Randstad te halen. Zeker in com binatie met de kwaliteit van leven. Als ‘professionele vriend’ waar schuwen we ook. Bijvoorbeeld voor de komende krapte op de arbeidsmarkt. Voor werkgevers is dat nog haast niet denkbaar, want er staan nu mensen langs de kant. Maar het moment komt er aan. Met name techneuten en andere gespecialiseerde krachten zijn over een paar jaar niet aan te slepen. RR: Waar zal de grootste vraag naar die niet-aan-te-slepenmensen ontstaan, denk je? MC: In de zorg, en dan moet je niet alleen aan medische of verzorgende, maar ook aan technische mensen denken. TB: Als je kijkt naar de markten die we beschrijven, onderwijs en
hebben dat een echte duurzame, sustainable markt is. MC: Zorg kan ook een heel grote private markt zijn, zowel wat betreft de ondernemer, als degene die voor de zorg betaalt. Als ondernemer heb je hier een major market. En als de Chinezen ook allemaal ouder en welvaren der worden, kunnen we straks onze kennis daar weer verkopen. Veroudering is in de wereld óók een groeimarkt. Als je kijkt naar de economische toestand: zien jullie een verschil in Limburg met de rest van Nederland? TB: Ik vind Limburg in vergelij king met de rest van Nederland kwetsbaar. We zijn erg afhankelijk van toerisme en van een paar economische stimulators. Hessels heeft vanuit de provincie veel ingezet op het glasvezelnetwerk ten behoeve van de ICT. ICT hebben we echt nodig als een van de pijlers van de groei. Maar als we daar nu geen gas op geven lopen we straks gewoon achter. Eindhoven heeft zich echt goed op de landkaart gezet. Heerlen had in Limburg ook veel meer zo’n rol kunnen opeisen, op het Avantisterrein. ICT, duurzame energie, en daar dan de landelijk service neerzetten. Je moet duidelijke keuzes maken, en dus van andere dingen afscheid nemen. Hij veert op. Ik heb een prachtig plaatje van een zeearend. Die
vogel kan een paar kilo vlees tillen. Hij eet vooral konijntjes, maar als hij er nu links een ziet en rechts ook en hij kiest niet, dan ontsnappen ze allebei. Als je niet kiest, ontsnapt je de kracht. Je zult er echt voor moeten zorgen dat je focust. Wat heeft de wereld in Limburg te zoeken? Dat kan de TEFAF zijn, dat is een perfect vehikel, de hele wereld komt ver dorie naar Maastricht, iedereen kent de TEFAF. Maastricht ís TEFAF. Dat zijn dingen waar je op mee kunt liften. Een TEFAF voor kinderen bijvoorbeeld, zodat ook de kinderen van de bezoekers meekomen. Focussen en weten wie je klant is. Dat helpt je om business te ontwikkelen. Het herstel komt dan vanzelf.
Goed onderwijs, goed bestuur
arbeidsrechtzaken
Het regresrecht van de werkgever Werkgevers zijn verplicht het loon (tenminste 70%) van de zieke werknemer maximaal 104 weken door te betalen. Dat kan een zeer aanzienlijke kostenpost zijn. Wordt een medewerker door toedoen van een ander arbeids ongeschikt, bijvoorbeeld als gevolg van een ongeluk, dan kan de werkgever de schade verhalen bij de veroorzaker van dat onge luk. De vordering tot schadever goeding kan de werkgever zelf instellen. De werknemer staat hier verder buiten. Wat valt er on der dit zogenoemde regresrecht? In de eerste plaats het nettoloon van de medewerker, zonder de sociale lasten. Daarnaast de redelijke kosten die de werkgever moet maken voor de reïntegratie van de zieke werknemer. Denk
aan kosten voor het inrichten van de werkplek en de diensten van de bedrijfsarts. Ook de kosten die de werkgever maakt om de aansprakelijkheid vast te stel len en de kosten om de schade daadwerkelijk vergoed te krijgen (zoals juridische kosten) kan hij verhalen op de veroorzaker van de schade. Vast moet staan dat de derde aansprakelijk is voor de gebeurtenis als gevolg waarvan de werknemer arbeidsonge schiktheid is geraakt. Dat wat verhaald kan worden door de werkgever kan overigens nooit meer zijn, dan wat de werknemer zelf had kunnen verhalen. Mareine Callemeijn, advocaat Arbeidsrecht
De nieuwe wet 'Goed onderwijs, goed bestuur' treedt waarschijn lijk op 1 augustus 2010 in werking. Hiermee kan de overheid een slecht presterende basisschool of school voor voortgezet onderwijs eerder aanpakken, bijvoorbeeld door een aanwijzing te geven of, in het uiterste geval, de over heidsbekostiging te beëindigen als er aanhoudend sprake is van slecht onderwijs. Bij de huidige wetgeving is dat niet goed moge lijk. In het wetsvoorstel staan de minimum kwaliteitseisen gefor
muleerd waaraan iedere school en het betreffende schoolbestuur moeten voldoen. De belangrijkste eisen wat betreft de zorgplicht 'goed onderwijs' zijn voldoende onderwijsopbrengsten en een goede kwaliteitszorg op alle scholen. Bij de zorgplicht 'goed bestuur' gaat het ondermeer om de functiescheiding van bestuur en intern toezicht. In de praktijk zal dit meestal betekenen dat het CvB het bevoegd gezag vormt en dat de RvT op een aantal gebieden toeziet.
Wilt u weten of uw schoolorga nisatie aan de nieuwe normen voldoet? Heeft u vragen over de invulling van de kwaliteits zorg voor goed onderwijs? Zijn bestuur en toezicht op adequate wijze gescheiden of niet? Met dergelijke vragen kunt u contact opnemen met de praktijkgroep Onderwijs van Boels Zanders Advocaten.
Voor de buitenwereld lijkt het één onderneming, maar juridisch zijn de BV’s gescheiden entiteiten. In bovengenoemde casus lopen schuldeisers van de personeelsBV, door de gekozen concernstructuur, een groter risico. Zonder holding en dienstenBV is personeelsBV niet levensvatbaar. Wat zijn de gevolgen als de personeelsBV failleert?
zorgplicht heeft ten opzichte van de schuldeisers van de failliete personeelsBV, omdat zij verant woordelijk is voor de keuze van de concernstructuur. Dit wordt de doorbraak van aansprake lijkheid genoemd, waarbij de schuldeisers van de failliete per soneelsBV kunnen aankloppen bij de gezonde holding.
adviseren bij het inrichten en reorganiseren van uw concern. Zo kunnen wij inherente risico’s van bepaalde structuren en construc ties vroegtijdig in kaart brengen en waar mogelijk minimaliseren.
Nicole Niessen, advocaat Bestuursrecht
Holding verant woorde lijk voor failliete BV Het komt vaak voor dat één onderneming juridisch bestaat uit meerdere BV’s. Een klein concern met een holding en twee dochterBV’s, zeg een diensten- en een personeelsBV. De dienstenBV levert diensten waarvoor van de personeelsBV werknemers wor den ingehuurd. De personeelsBV kan dit tegen kostprijs of met een kleine opslag doorbelasten aan dienstenBV zodat de perso neelsBV alleen kan voortbestaan indien en doordat de holding de verliezen aanzuivert.
Recentelijk heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat de holding in die stuatie een bijzondere
Uit deze uitspraak blijkt dat het faillissement van één BV gevol gen kan hebben voor andere BV’s in het concern. Laat u dus goed
Lodewijk Hox, advocaat Ondernemingsrecht
6 appèl 1.2010
7 appèl 1.2010
voorrecht
Implementatie Europese Dienstenrichtlijn een feit De Dienstenrichtlijn is een Euro pese maatregel die ondernemen voor dienstverleners eenvoudiger maakt. De richtlijn geldt per 28 december 2009 in alle EU-lidsta ten en IJsland, Liechtenstein en Noorwegen en maakt de Europese interne markt voor diensten een stuk toegankelijker. Oneerlijke regels moeten zoveel mogelijk afgeschaft worden, het aanvragen van vergunningen moet transpa ranter en eenvoudiger, wildgroei van voorschriften wordt aan gepakt, overlappende controles worden tegengegaan en buiten landse dienstverleners moeten bij één ‘loket’ terecht kunnen voor alle aanvragen en formaliteiten om in dat land aan de slag te kunnen. In Nederland kan dat via antwoordvoorbedrijven.nl. Esther Tromp van de German Desk is blij met de richtlijn. Vooral de eenloketgedachte ziet ze als een belangrijke pijler. Immers, als ondernemer zie je in je eigen land al soms door de bomen het bos niet meer. In het buitenland is dat meestal nog erger. De andere pijler van de Dienstenrichtlijn be treft het wegnemen van barrières die binnenlandse ondernemers bevoordelen ten opzichte van bui tenlandse concurrenten, bijvoor beeld door buitenlandse diploma's via de richtlijn te erkennen. Het zelfde geldt voor belemmerende
wet- en regelgeving die direct of indirect discriminerend is voor buitenlandse ondernemers. Toch is niet alles in een klap geregeld. Tromp: ‘Overheden moeten zelf aan de slag gaan met de wet- en regelgeving, en ondernemers moeten, als dat niet goed wordt doorgevoerd, zelf bezwaar maken tegen die wetgeving. Dat kan uitdraaien op langdurig procederen. De komende jaren moet blijken hoe de richtlijn in de praktijk uitpakt.’ Tromp hoopt dat ondernemers zich niet laten afschrikken door juridische ha ken en ogen van de gang naar het buitenland. Ze adviseert: ‘Bereid je goed voor. Verdiep je in het rechtssysteem en de manier van zakendoen. Dat zet het succes van je onderneming enorm op voorsprong.’ Meer informatie hierover krijgt u bij Esther Tromp van de German Desk. Bij de German Desk kunnen Duitse en Nederlandse Ondernemers terecht voor begeleiding en juridisch advies, bijvoorbeeld op het gebied van grensover schrijdende overnames, de oprichting van vennootschap pen in het andere land en incasso's.
Naam Anouk Cordang (1976) Specialisatie Arbeidsrecht. Ik ben tevens NMI-mediator. Studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht, afstudeerrichting privaatrecht en sociaal recht. In dienst 1 januari 2010. Dat wil zeggen: hernieuwd, in de periode 2002-2004 werkte ik ook al voor Boels Zanders Advocaten. Waarom Boels Zanders Advocaten Ik heb een uitstap gemaakt naar een rechtsbijstandsverzekeraar. De contacten met Boels Zanders bleven goed. Ze vroegen wel eens of ik niet terug wilde komen. Opeens was de balans er: ik kon gaan werken in de stad waar ik woon, flexibele tijden, leuke mensen. In de tijd dat ik weg was besefte ik ‘daar hoor ik thuis’. Ik vind het fijn om echt in een niche van het arbeidsrecht te werken, en om op hoog specialistisch ni veau bezig te zijn. Heel persoon lijk werken, zodat je ook echt aan een relatie kunt bouwen. Opvallend Mensen vertellen me makkelijk dingen. Kennelijk straal ik vertrouwen uit. Daar ga ik vanzelfsprekend heel discreet mee om.
Blaast na het werk stoom af door te spelen met mijn zoon van 3,5 en mijn dochter van 1,5. Ik heb nog nooit zoveel gelachen als sinds ik kinderen heb. Zij zijn wel hobby nummer 1. Maar er zijn zoveel dingen na het werk om te ontspannen: lezen en film, sport school, wandelen en sauna. Sterk punt Ik help graag. Gewoon fijn samen werken. Sociaal, betrok ken, betrouwbaar. Wat anders dan Boels Zanders Een ander vak had waarschijnlijk toch dicht tegen de advocatuur aan gelegen: psychologie en or ganisatiekunde spreken me aan. Naam Richard Verkijk (1968) Specialisatie Arbeidsrecht. Daar naast heb ik speciale interesse in het tuchtrecht en beroepsaan sprakelijkheidsrecht voor advo caten. In 1994 werd ik advocaat en begon ik als docent bij de Advocatenpraktijk Universiteit Maastricht. Daar begeleidde ik studenten. Tussen 2004 en 2010 heb ik vooral promotieonderzoek gedaan naar de rol van advo caten in het burgerlijk proces. In dat kader ben ik bovendien plaatsvervangend griffier gewor den bij het Hof van Discipline. Mijn proefschrift ligt op dit mo ment bij de commissie, ik hoop in juni te promoveren. Studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Maastricht. In dienst 18 januari 2010. Waarom Boels Zanders Advocaten Ik vind het kwalitatief gezien het beste kantoor in de regio, en aan gezien ik hier graag blijf wonen, is er geen ander kantoor dat nu in aanmerking komt. Hier kan ik het meeste leren, én het meeste betekenen voor anderen.
Opvallend Het leukste vind ik het als er lastige juridische vragen opduiken op plekken waar je ze helemaal niet had verwacht. Buiten het werk is de combinatie van sporten die me aanspreken misschien het meest opvallend: hockey, squash en motorrijden. Blaast na het werk stoom af met motorrijden, en muziek luisteren. Van Leonard Cohen tot opera tot Nirvana. Zeg maar muziek van een zekere leeftijd. En hoewel ik me heel goed alleen kan amu seren, geniet ik ook volop van optrekken met mijn gezin: mijn vriendin en onze twee zonen van 6 en 9 jaar. Sterk punt Ik ben een luisteraar. En ik zeg niet gauw nee. Het lukt me om het gezonde wantrou wen van de advocaat in mij niet het algemene vertrouwen in de goedheid van de mens te laten vertroebelen. Wat anders dan Boels Zanders Dan was ik journalist geworden en schreef ik over internationale onderwerpen.
Klachtrecht in de zorg Het kan dienstverleners in de zorg overkomen dat terwijl een klachtprocedure bij de klachten commissie (nu nog verplicht) loopt er óók een procedure van politie en/of inspectie bij komt. Of een schadeclaim. De zorg verlener zelf kan bovendien nog geconfronteerd worden met een tuchtprocedure. Maar ondertus sen zal de klacht gewoon moeten worden behandeld. Voor zorgaanbieders die hier het spoor bijster raken, is het goed te weten dat de verschillende procedures verschillende doelen dienen. De klachtprocedure wil onvrede bij cliënten wegnemen, bijvoorbeeld ten aanzien van de bejegening. De inspectie voor de gezondheidszorg kijkt meer of de kwaliteit in het algemeen gewaarborgd is. Politie kijkt juist naar incidenten met ernstige gevolgen en of de instelling straf rechtelijk kan worden vervolgd. Beperkte mogelijkheden De schadelijdende cliënt in de zorg wil soms schadevergoeding. Daarvoor dient de klachtenpro cedure echter niet, waardoor van een bevredigende behandeling niet altijd sprake is. Het probleem
is dat er over veel zaken een klacht kan worden ingediend: bijvoorbeeld dat je te laat je eten krijgt of dat je door onzorgvuldig handelen uit bed bent gevallen (mogelijk met schade tot gevolg). Een klachtencommissie heeft beperkte mogelijkheden voor onderzoek en gaat dus niet in detail uitzoeken wat zich exact heeft voorgedaan. Een gecompli ceerde klacht kan daarom snel ongegrond worden verklaard. Om geen te hoge verwachtingen te wekken, is het dus goed te (laten) weten dat het onderzoek in een klachtenprocedure beperkt is. En dat er geen schade wordt toege kend. Verder is van belang om bij de behandeling van een klacht het beginsel van ‘hoor en we derhoor’ goed in acht te nemen. Bovendien moet een beslissing goed gemotiveerd zijn. Zorgaanbieder verantwoordelijk De Minister heeft een wetvoor stel ingediend, ‘wet cliënten rechten zorg’, dat het klachtrecht moet gaan veranderen. Wat hem betreft zal een klachtencom missie dan niet meer verplicht zijn, en ben je als zorgaanbieder helemaal zelf verantwoordelijk voor de klachtafhandeling. De
zorgaanbieder wordt daarbij ook vrijer in het bepalen hoe je dat doet. Het goede van de huidige klachtencommissie is dat er iemand van buiten de instel ling zitting in heeft. Dat helpt om objectief naar de situatie te kijken. Aan de andere kant kan een nadeel van de klachtencom missie zijn, dat de zorgaanbieder zich makkelijker van een klacht distantieert. Er kan immers - ten onrechte - gedacht worden dat de klacht helemaal wordt overge laten aan de klachtencommissie. Met de beoogde nieuwe wet zal dat dus niet meer aan de orde zijn. Dit moet de kwaliteit ten goede komen. Meer informatie bij de praktijk groep Zorg van Boels Zanders Advocaten. Mark van de Laar, advocaat Arbeidsrecht
columnherm
Advocaat van de duivel Een veelgebruikt begrip, advo caat van de duivel, in het Latijn: advocatus diaboli. Als definitie geldt: iemand die, ter wille van de discussie, met zijn argumenten de tegenpartij vertegenwoordigt, zonder zelf tot die tegenpartij te behoren. Hoe belangrijk is de rol van de advocaat van de duivel in de relatie tussen advocaat en cliënt? Moeilijk, maar onontbeerlijk. Een cliënt die zich met een geschil bij zijn advocaat meldt, moet zich ervan bewust zijn dat zijn tegen partij zich rond die tijd eveneens tot zijn eigen advocaat richt. Ieder der partijen heeft zijn eigen visie op de zaak, ingekleurd door financiële belangen, hiërarchi sche verhoudingen, concurren tieoverwegingen en niet in de laatste plaats emotie. Het is voor de cliënt moeilijk en soms ook - in zijn ogen - onwen selijk om te pogen objectief het geschil te omschrijven. Toch zal uiteindelijk, als een geschil voor
de rechter komt, die objectieve lezing van feiten en omstandig heden doorslaggevend zijn voor het rechterlijk oordeel. Juist daarom is het noodzakelijk dat de advocaat, die het vertrou wen van zijn cliënt heeft, niet alleen luistert naar zijn cliënt maar daarnaast ook de rol van advocaat van de duivel vervult. Hij dient lastige vragen te stel len, twijfel te zaaien, zwakke punten in het betoog van zijn cliënt bloot te leggen. Cliënt kan daar dan adequaat op reageren en zich voorbereiden op het feit dat in elk geval de tegenpartij maar zeker ook de rechter het geschil op die wijze zal benade ren. Cliënt en zijn advocaat zijn dan goed voorbereid. Een cliënt heeft er niets aan als zijn advocaat hem naar de mond praat. En, na dat rollen spel worden de rijen gesloten. Naar buiten is er slechts één verhaal en één belang: het doorwrochte verhaal en het belang van de cliënt. Zoals landelijk deken Willem Bekkers in een afscheidsinterview in NRC Handelsblad het verwoordde: “Je moet cliënten naar buiten toe altijd verdedigen, maar binnens kamers moet je ze ook goed de waarheid kunnen vertellen”. “In het belang van die cliënt”, voeg ik daar graag aan toe. Herm Lamers
rechttoe Eerste hulp bij onrecht op het web Onrechtmatige mededinging kent veel vormen. Een behoorlijk lelijke is het op internet publice ren van onjuiste, misleidende of krenkende mededelingen over een concurrent. In onze praktijk zien we dat regelmatig. Gelukkig valt er steeds meer tegen te doen: zowel via de kortgedingrechter als door nuttige zelfregulering. Het merendeel van de grotere website hosting providers heeft zich vrijwillig onderworpen aan de Gedragscode Notice-and-takedown. Die code blijkt (soms) goed te werken. Allereerst richt de ge dupeerde zich tot de auteur van de onrechtmatige publicatie met het verzoek deze te verwijderen. Is hij daartoe niet bereid, dan kan de gedupeerde een ‘Take-Down Notice’ bij de provider indienen. Daarin moet staan waarom de melder de inhoud van de publicatie onrechtmatig vindt, of in strijd acht met de door de pro vider gepubliceerde criteria voor ongewenste inhoud. De provider beoordeelt het verzoek binnen een dag of vijf en informeert de melder gemotiveerd of volgens hem sprake is van ‘onmiskenbaar onrechtmatige en/of strafbare inhoud’. Is daar sprake van, dan
moet de provider er onverwijld voor zorgen dat de publicatie offline gaat. Alleen dan blijft hij zelf gevrijwaard van aan sprakelijkheid. Is de melder het niet eens met het oordeel van de provider, dan kan hij in kort ge ding een gebod tot verwijdering van de publicatie vorderen. Komt de provider niet tot een eenduidig oordeel, dan zal hij de auteur vragen de publicatie te verwijderen, of contact op te nemen met de melder. Als de au teur zijn NAW-gegevens niet aan de melder bekend wil maken, kan de provider daar toe overgaan. Dat is toegestaan als de gepu bliceerde informatie jegens de melder onrechtmatig kan zijn, tot schade kan lijden en als er geen andere, minder ingrijpende, ma nier voor de melder is om achter de NAW-gegevens te komen. Graag adviseren wij u over mogelijke maatregelen als u zich geconfronteerd ziet met onjuiste, onnodig grievende of anderszins jegens u onrechtmatige publica ties op internet. Rens Jan Kramer, advocaat Handelsrecht
colofon Uitgave Boels Zanders Advocaten nv Redactieadres Postbus 196, 6040 Roermond 0f
[email protected] Copy en eindredactie Zuiderlicht Ontwerp Zuiderlicht Fotografie Arjen Schmitz Illustratie Cyprian Koscielniak Druk Walters
Boels Zanders Advocaten www.boelszanders.nl