Bijsluiter QuantiFERON®-TB Gold (QFT®) ELISA 2 x 96 (catalogusnr. 0594-0201) 20 x 96 (catalogusnr. 0594-0501)
De volbloed IFN-γ-test meet reacties op peptide-antigenen ESAT-6, CFP-10 en TB7.7(p4)
Voor in-vitrodiagnostisch gebruik
0594-0201, 0594-0501 Cellestis, een bedrijf van QIAGEN Level 2, Office Tower 2, Chadstone Centre 1341 Dandenong Road, Chadstone, Victoria, 3148 Australië Telefoon: (Australië) +613-9840-9800 QIAGEN GmbH, QIAGEN Strasse 1 40724 Hilden, DUITSLAND 1075115NL Rev. 01
www.QuantiFERON.com
www.QuantiFERON.com
Inhoudsopgave 1.
Beoogd gebruik
4
2.
Samenvatting en uitleg van de test
4
Uitgangspunten van de test
5
Benodigde tijd voor het uitvoeren van de assay
5
Onderdelen en opslag
6
Benodigde maar niet meegeleverde materialen
7
Opslag en verwerking
7
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
8
Voor in-vitrodiagnostisch gebruik
8
Waarschuwingen
8
Voorzorgsmaatregelen
9
3.
4.
5.
Specimenafname en -behandeling
10
6.
Richtlijnen voor gebruik
12
Fase 1 - Incubatie van bloed en verzamelen van plasma
12
Fase 2 — Menselijk IFN-γ ELISA
13
Berekeningen en interpretatie van de test
17
Genereren van de standaardcurve
17
Kwaliteitscontrole van de test
17
8.
Beperkingen
20
9.
Kwaliteitskenmerken
20
Klinisch onderzoek
20
7.
10. Technische informatie
23
Onbepaalde resultaten
23
Gestolde plasmamonsters
23
Handleiding voor het oplossen van problemen
24
11. Literatuur
26
12. Technische service
28
13. Verkorte testprocedure
29
Fase 1 — Incubatie van bloed
29
Fase 2 — ELISA van IFN-γ
29
Belangrijke wijzigingen
31
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
3
1.
Beoogd gebruik
QuantiFERON-TB Gold (QFT®) is een diagnostische in-vitrotest waarbij gebruik wordt gemaakt van een peptidecocktail die de proteïnen ESAT-6, CFP-10 en TB7.7(p4) simuleert en cellen in gehepariniseerd volbloed stimuleert. Detectie van interferon-γ (IFN-γ) met ELISA (Enzyme-Linked Immunosorbent Assay) wordt gebruikt ter herkenning van in-vitro reacties op deze peptide-antigenen, die worden geassocieerd met een Mycobacterium tuberculosis-infectie. QFT is een indirecte test voor het aantonen van een M. tuberculosis-infectie (inclusief de actieve aandoening). De testresultaten zijn bedoeld om te worden gebruikt voor risicobeoordeling, röntgenonderzoeken en overige medische en diagnostische onderzoeken.
2.
Samenvatting en uitleg van de test
Tuberculose is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een infectie met organismen van het M. tuberculosis-complex (M. tuberculosis, M. bovis, M. africanum), die doorgaans naar nieuwe gastheren wordt overgebracht via druppelinfectie door personen die lijden aan tuberculose van de luchtwegen. Bij nieuw besmette patiënten kan de ziekte tuberculose binnen weken of maanden optreden, maar bij de meeste geïnfecteerden treden geen klachten op. Bij sommigen is sprake van een latente tuberculose-infectie (LTBI), een niet-besmettelijke, asymptomatische aandoening die pas na maanden of jaren kan uitbreken. Het hoofddoel van het diagnosticeren van LTBI is het in overweging nemen van medische behandeling ter voorkoming van de ziekte tuberculose. Tot voor kort was de tuberculine-huidtest (Tuberculin skin Test, TST) de enige beschikbare methode voor het diagnosticeren van LTBI. De gevoeligheid van de huid voor tuberculine ontstaat 2 tot 10 weken na de infectie. Sommige geïnfecteerde personen reageren echter niet op tuberculine, waaronder bijvoorbeeld patiënten met een ontregelde immuunreactie als gevolg van een breed scala van andere aandoeningen, maar ook patiënten zonder zulke storingen. Omgekeerd zijn er personen die met grote waarschijnlijkheid niet aan een M. tuberculosis-infectie lijden maar gevoelig zijn voor tuberculine en positieve TST-resultaten vertonen na vaccinatie met de bacillus Calmette-Guérin (BCG), na infectie met andere mycobacteriën dan M. tuberculosis-complex of andere onbekende factoren. LTBI moet worden onderscheiden van de ziekte tuberculose, waarvoor een meldplicht bestaat en die doorgaans de longen en de onderste luchtwegen aantast, hoewel er ook andere orgaansystemen kunnen worden aangetast. De ziekte tuberculose wordt gediagnosticeerd op grond van historische, fysieke, radiologische, histologische en mycobacteriologische bevindingen. QFT is een test voor celgemedieerde immuunreacties (CMI) op peptide-antigenen die mycobacteriële proteïnen simuleren. Deze proteïnen, ESAT-6, CFP-10 en TB7.7(p4), ontbreken in alle BCG-stammen en de meeste niet-tuberculeuze mycobacteriën met uitzondering van M. kansasii, M. szulgai en M. marinum.(1) In het bloed van personen die besmet zijn met organismen van het M. tuberculosiscomplex bevinden zich in het algemeen lymfocyten die deze en andere mycobacteriële antigenen signaleren. Bij dit herkenningsproces wordt het cytokine IFN-γ geproduceerd en afgescheiden. De detectie en de erop volgende kwantificering van IFN-γ vormen de grondslag voor deze test. De in de QFT-test gebruikte antigenen zijn een peptidecocktail die de proteïnen ESAT-6, GVB-10 en TB7.7(p4) simuleert. Talrijke studies hebben aangetoond dat deze peptide-antigenen de IFN-γ-reactie in de T-cellen stimuleren van personen die met M. tuberculosis zijn geïnfecteerd , maar niet de T-cellen van niet-geïnfecteerde of met BCG gevaccineerde personen zonder het risico van tuberculose of LTBI.(1–32) Wel kan de IFN-γ-reactie potentieel worden beperkt door medische behandelingen of aandoeningen die een nadelige invloed op de immuunfunctie hebben. Patiënten met bepaalde andere mycobacteriële infecties kunnen eveneens reageren op ESAT-6, CFP-10 en TB7.7(p4), 4
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
zoals de genen die deze proteïnen coderen ook aanwezig zijn in M. kansasii, M. szulgai en M. marinum.(1, 23) De QFT-test is zowel een test voor LTBI als een handig hulpmiddel voor het diagnosticeren van infectie met M. tuberculosis-complex bij zieke patiënten. Een positief testresultaat ondersteunt de diagnose van tuberculose, maar kan ook zijn opgeroepen door infecties met andere mycobacteriën (bijv. M. kansasii). Andere medische en diagnostische onderzoeken zijn vereist om de ziekte tuberculose te kunnen bevestigen of uitsluiten.
Uitgangspunten van de test Het QFT-systeem omvat speciale bloedafnamebuisjes, waarin de volbloedmonsters worden genomen. De aansluitende incubatie van het bloed in het buisje duurt 16 tot 24 uur. Daarna wordt het plasma geëxtraheerd en getest op de aanwezigheid van IFN-γ dat is gevormd in reactie op de peptideantigenen. De QFT-test bestaat uit twee stappen. Eerst wordt volbloed verzameld in de QFT-bloedafnamebuisjes, bestaande uit een buisje voor nulcontrole, een buisje voor TB-antigenen en een mitogeenbuisje. Het mitogeenbuisje wordt in de QFT-test gebruikt als een positieve controle. Dit kan in het bijzonder gerechtvaardigd zijn als er twijfel bestaat ten aanzien van de immuunstatus van de patiënt. Het mitogeenbuisje kan ook dienen ter controle van de correcte omgang met het bloedmonster en voor de juiste incubatie. De buisjes dienen zo snel mogelijk bij 37 °C te worden geïncubeerd, maar beslist binnen 16 uur na de bloedafname. Na een incubatieperiode van 16 tot 24 uur worden de buisjes gecentrifugeerd, wordt het plasma verwijderd en wordt de hoeveelheid IFN-γ (IE/ml) gemeten met behulp van de ELISA-methode. Het testresultaat wordt als positief beschouwd voor de IFN-γ-reactie op het TB-antigeenbuisje als deze waarde aanmerkelijk boven de waarde van de nulcontrole (IFN-γ in IE/ml) ligt. Bij gebruik van het mitogeenbuisje dient het mitogeen-geactiveerde plasmamonster als IFN-γ-positieve controle voor elk getest monster. Een lage respons op mitogeen (<0,5 IE/ml) duidt op een gemiddeld resultaat wanneer een bloedmonster tevens een negatieve respons te zien geeft op de TB-antigenen. Dit beeld kan optreden bij onvoldoende lymfocyten, een verminderde lymfocytenactiviteit vanwege een onjuiste behandeling van de monsters, onjuist vullen of mengen van het mitogeenbuisje of het feit dat de lymfocyten geen IFN-γ kunnen produceren. Het nulmonster omvat een correctie voor nietspecifieke achtergrondreacties, heterofiele antilichaameffecten of niet-specifiek IFN-γ in bloedmonsters. De IFN-γ-waarde in het nulbuisje wordt afgetrokken van de IFN-γ-waarde voor het TB-antigeenbuisje en het mitogeenbuisje (indien gebruikt).
Benodigde tijd voor het uitvoeren van de assay De geschatte benodigde tijd voor het uitvoeren van de QFT-assay wordt hieronder gegeven. Tevens wordt de tijd aangegeven voor het testen van meerdere gegroepeerde monsters: Incubatie bij 37 °C van buisjes met bloed:
16 tot 24 uur
ELISA:
Circa 3 uur per ELISA-plaat (28 tot 44 individuen) <1 uur arbeidstijd 10 tot 15 minuten toevoegen voor elke extra plaat
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
5
3.
Onderdelen en opslag
Blood Collection Tubes (Bloedafnamebuisjes)*
300 buisjes
200 buisjes
100 buisjes
Catalogusnr.
T0590-0301
0590-0201
T0593-0201
100
100
100
QuantiFERON Nil Tube (nulcontrolebuisje) (grijze dop, witte ring)
100 buisjes
100 buisjes
QuantiFERON TB Antigen Tube (TB-antigeenbuisje) (rode dop, witte ring)
100 buisjes
100 buisjes
QuantiFERON Mitogen Tube (mitogeenbuisje) (paarse dop, witte ring)
100 buisjes
Bijsluiter voor QFT-buisjes voor bloedafname
1
1
1
High Altitude (HA) Blood Collection Tubes (High Altitude-buisjes voor bloedafname) (voor gebruik tussen 1020 en 1875 meter)*
300 buisjes
100 buisjes
100 buisjes
Catalogusnr.
T0590-0505
0590-0501
T0593-0501
QuantiFERON HA Nil Tube (nulcontrolebuisje) (grijze dop, gele ring)
100 buisjes
100 buisjes
QuantiFERON HA TB Antigen Tube (TB-antigeenbuisje) (rode dop, gele ring)
100 buisjes
100 buisjes
QuantiFERON HA Mitogen Tube (mitogeenbuisje) (paarse dop, gele ring)
100 buisjes
Aantal preparaten
Bijsluiter voor QFT-buisjes voor bloedafname
1
100 buisjes
100 buisjes 1
1
* Niet alle productconfiguraties zijn in alle landen verkrijgbaar. Raadpleeg de klantenzorg van QIAGEN (details op www.qiagen.com) voor meer informatie over de configuraties die kunnen worden besteld.
6
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
ELISA-onderdelen
ELISA-kit met 2 platen
Referentiepakket voor laboratoria
0594-0201
0594-0501
2 sets van strips voor microtiterplaten met 12 x 8 putjes
20 sets van strips voor microtiterplaten met 12 x 8 putjes
Catalogusnr. Strips voor microtiterplaten (12 x 8 putjes) voorzien van een laagje murine anti-menselijk IFN-γ monoklonaal antilichaam Menselijk IFN-γ standaard, gelyofiliseerd (bevat recombinant menselijk IFN-γ, bovine caseïne, 0,01% vol. Thimerosal)
1 x flacon (8 IE/ml 10 x flacons (8 IE/ml indien gereconstitueerd) indien gereconstitueerd)
Groene verdunningsoplossing (bevat bovine caseïne, normaal muizenserum, 0,01% vol. Thimerosal)
1 x 30 ml
10 x 30 ml
1 x 0,3 ml (indien gereconstitueerd)
10 x 0,3 ml (indien gereconstitueerd)
1 x 100 ml
10 x 100 ml
Enzymsubstraatoplossing (bevat H2O2, 3,3’, 5,5’ Tetramethylbenzidine)
1 x 30 ml
10 x 30 ml
Enzymremmingsoplossing (bevat 0,5M H2SO4)†
1 x 15 ml
10 x 15 ml
1
1
Conjugaatconcentraat 100x, gelyofiliseerd (murine antimenselijk IFN-γ HRP, bevat 0,01% vol. Thimerosal) Spoelbufferconcentraat 20x geconcentreerd (pH 7,2 bevat 0,05% vol. ProClin® 300)
Bijsluiter QFT ELISA †
Bevat zwavelzuur. Zie pagina 9 voor voorzorgsmaatregelen.
Benodigde maar niet meegeleverde materialen
37 °C incubator. Geen CO2 vereist
Gekalibreerde pipetten met variabel volume voor toediening van 10 µl tot 1000 µl, met wegwerptips
Gekalibreerde meerkanaalspipetten voor toediening van 50 µl tot 100 µl, met wegwerptips
Schudapparaat voor microtiterplaten
Gedeïoniseerd of gedestilleerd water, 2 liter
Wasinstallatie voor microtiterplaten (automatische wasinstallatie aanbevolen)
Leesapparaat voor microtiterplaten met 450 nm-filter en referentiefilter van 620 nm tot 650 nm
Opslag en verwerking Bloedafnamebuisjes
Bloedafnamebuisjes bewaren bij 4 °C tot 25 °C.
Reagentia van kit
Reagentia van kit gekoeld opslaan bij 2 °C tot 8 °C.
De enzymsubstraatoplossing nooit in direct zonlicht opslaan.
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
7
Gereconstitueerde en niet-gebruikte reagentia Voor instructies voor het reconstitueren van de reagentia, zie hoofdstuk 6 (pagina 13)
De gereconstitueerde kitstandaard kan tot 3 maanden bewaard blijven indien opgeslagen bij 2 °C tot 8 °C. Let op de datum waarop de kitstandaard is gereconstitueerd.
Zodra het niet-gebruikte conjugaatconcentraat 100x is gereconstitueerd, moet het opnieuw worden opgeslagen bij 2 °C tot 8 °C en binnen 3 maanden worden gebruikt. Let op de datum waarop het conjugaat is gereconstitueerd.
Gebruiksklaar conjugaat moet binnen 6 uur na bereiding worden gebruikt.
Gebruiksklare spoelbuffer kan gedurende 2 weken bij kamertemperatuur worden opgeslagen.
4.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Voor in-vitrodiagnostisch gebruik Waarschuwingen Een negatief resultaat van de QFT-test sluit de mogelijkheid van een M. tuberculosisinfectie of van de ziekte tuberculose niet uit; fout-negatieve resultaten kunnen worden veroorzaakt door de infectiefase (bijvoorbeeld als het bloedmonster is genomen vóór de ontwikkeling van een cellulaire immuunreactie), storingen van de immuunfunctie door comorbide aandoeningen, een ondeskundige manier van omgaan met de buisjes na de bloedafname, een verkeerde uitvoering van de test of overige immunologische variabelen. Een positief resultaat van de QFT-test mag niet de enige of definitieve basis voor het vaststellen van infectie met M. tuberculosis zijn. Door een verkeerde uitvoering van de test is er een kans op een fout-positieve testuitslag. Een positief QFT-testresultaat dient te worden gevolgd door nader medisch en diagnostisch onderzoek. Alleen zo kan worden vastgesteld of er sprake is van actieve tuberculose (bijv. door een AFB-uitstrijkje en -cultuur alsmede een thoraxröntgenonderzoek). Weliswaar bevatten BCG-stammen en de meeste bekende niet-tuberculeuze mycobacteriën geen ESAT-6, CFP-10 en TB7.7(p4), maar een positief resultaat in de QFTtest kan ook worden toegeschreven aan een infectie met M. kansasii, M. szulgai of M. marinum. Bij het vermoeden van zulke infecties moeten alternatieve testmethoden worden gebruikt.
8
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
Voorzorgsmaatregelen Uitsluitend voor diagnostisch gebruik in vitro. Draag bij het werken met chemicaliën altijd een geschikte laboratoriumjas, wegwerphandschoenen en een veiligheidsbril. Raadpleeg de bijbehorende veiligheidsinformatiebladen (VIB's) voor meer informatie. Deze zijn als handige en compacte PDF beschikbaar op www.qiagen.com/safety. Hier kunt u ook de VIB voor elke QIAGEN-kit en elk onderdeel van de kit vinden, bekijken en afdrukken.
VOORZICHTIG: Behandel menselijk bloed alsof het besmet zou kunnen zijn. Houd u aan de relevante richtlijnen voor behandeling. De volgende risico- en veiligheidszinnen zijn van toepassing op de onderdelen van de QuantiFERON-TB Gold ELISA-kit. QuantiFERON-enzymremmingsoplossing
Xi
Bevat zwavelzuur: Irriterend. Risico- en veiligheidszinnen:∗ R36/38, S26-36/37/39
Groene verdunningsvloeistof bevat normaal muizenserum en caseïne, wat tot allergische reacties kan leiden. Vermijd contact met de huid.
Bij noodgevallen met chemicaliën Morsen, lekken, blootstelling of ongeluk Bel CHEMTREC (24 uur per dag) In de VS en Canada: 1-800-424-9300 Buiten de VS en Canada: +1-703-527-3887 (collect calls worden geaccepteerd) Overige informatie Veiligheidsinformatiebladen: www.qiagen.com/safety
∗
Afwijkingen van de bijsluiter van de QuantiFERON-TB Gold (QFT) ELISA-kit kunnen tot onjuiste resultaten leiden. Lees voor gebruik zorgvuldig de instructies. Gebruik de kit niet als een flesje met reagens vóór gebruik tekenen van schade of lekkage vertoont. Strips voor microtiterplaten, menselijke IFN-γ standaard, groene verdunningsoplossing of conjugaatconcentraat 100x uit verschillende QFT-kitpartijen mogen niet worden gemengd of door elkaar gebruikt. Andere reagentia (spoelbuffer 20x geconcentreerd, enzymsubstraatoplossing en enzymremmingsoplossing) kunnen worden uitgewisseld tussen kits op voorwaarde dat de vervaldatum van de reagentia nog niet is verstreken en dat de partijgegevens worden geregistreerd. Gooi niet-gebruikte reagentia en biologische monsters weg volgens de plaatselijke of nationale regelgeving.
R36/38: Irriterend voor de ogen en de huid; S26: Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen; S36/37/39: Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een bescherming voor de ogen/voor het gezicht.
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
9
5.
Gebruik geen bloedafnamebuisjes of ELISA-kits waarvan de vervaldatum is verstreken. Zorg ervoor dat laboratoriumapparatuur, zoals plaatspoelers en leesapparaten, is gekalibreerd en gevalideerd voor gebruik.
Specimenafname en -behandeling
QFT maakt gebruik van de volgende bloedafnamebuisjes: 1. QuantiFERON Nil tubes (nulcontrolebuisjes) (grijze dop met witte ring; gebruik tussen zeeniveau en 810 m) 2. TB Antigen tubes (TB-antigeenbuisjes) (rode dop met witte ring; gebruik tussen zeeniveau en 810 m) 3. QuantiFERON Mitogen tubes (mitogeenbuisjes) (paarse dop met witte ring; gebruik tussen zeeniveau en 810 m) High Altitude Tubes (HA-buisjes): 4. QuantiFERON HA Nil tubes (HA-nulcontrolebuisjes) (grijze dop met gele ring; gebruik tussen 1020 m en 1875 m) 5. HA TB Antigen tubes (HA TB-antigeenbuisjes) (rode dop met gele ring; gebruik tussen 1020 m en 1875 m) 6. QuantiFERON HA Mitogen tubes (HA-mitogeenbuisjes) (paarse dop met gele ring; gebruik tussen 1020 m en 1875 m) De binnenzijde van de bloedafnamebuisjes is bedekt met gedroogd antigeen. Het is dus van belang dat de inhoud van de buisjes goed met bloed wordt gemengd. De buisjes dienen zo snel mogelijk, maar uiterlijk 16 uur na de afname, in een incubator van 37 °C te worden geplaatst.
Voor optimale resultaten dienen de volgende procedures te worden gevolgd: 1.
Verzamel door middel van venapunctie van elke proefpersoon 1 ml bloed rechtstreeks in elk van de QFT-bloedafnamebuisjes. Deze procedure moet worden uitgevoerd door een daartoe opgeleide bloedafnemer. • Tot een hoogte van 810 meter moet gebruik worden gemaakt van standaard QFT-bloedafnamebuisjes. Op een hoogte tussen 1020 en 1875 meter dienen HA-buisjes (High Altitude) te worden gebruikt voor bloedafname. • Bij gebruik van QFT-bloedafnamebuisjes buiten deze hoogtebereiken of bij lage testvolumes kan het bloed ook worden afgetapt met een spuit; in dat geval wordt in elk van de drie buisjes 1 ml bloed gedaan. Uit veiligheidsoverwegingen kan men hiervoor het best de naald van de spuit verwijderen. Neem hierbij de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen in acht. Verwijder de dop van de 3 QFT-buisjes en doe in elk buisje 1 ml bloed (tot aan de zwarte markering aan de zijkant van het etiket). Breng vervolgens de dop weer aan en meng zoals hieronder beschreven.
10
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
• Het verzamelen van 1 ml bloed gaat relatief langzaam. Houd het buisje daarom gedurende 2-3 seconden op de naald als het buisje helemaal vol lijkt te zijn om er zeker van te zijn dat het juiste volume is bereikt. De zwarte markering op de zijkant van de buisjes geeft een volume van 1 ml aan. QFT-bloedafnamebuisjes zijn gevalideerd voor volumes van 0,8 tot 1,2 ml. Als het bloedniveau in een buisje niet dichtbij de indicatorstreep staat, wordt aanbevolen een ander bloedmonster te nemen. • Als voor het verzamelen van het bloed een vlindernaald wordt gebruikt, moet een afnamebuisje worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het slangetje met bloed is gevuld voordat de QFT-bloedafnamebuisjes worden gebruikt. • U kunt ook bloed afnemen in één generiek bloedafnamebuisje dat lithiumheparine als antistollingsmiddel bevat en dit vervolgens overbrengen naar QFT-buisjes. Gebruik alleen lithiumheparine als antistollingsmiddel voor het bloed aangezien andere antistollingsmiddelen de test kunnen verstoren. Vul een bloedafnamebuisje (minimaal volume 5 ml) en meng dit voorzichtig door het buisje meerdere keren om te draaien zodat de heparine oplost. Bloed moet bij kamertemperatuur (22 °C ± 5 °C) worden bewaard alvorens te worden overgebracht naar QFT-buisjes voor de incubatie, die binnen 16 uur na de bloedafname moet worden ingeleid. 2.
Zodra de buisjes zijn gevuld, moeten deze minstens tien (10) maal net krachtig genoeg worden geschud om ervoor te zorgen dat de gehele binnenwand van de buisjes met bloed wordt bedekt en het antigeen op de binnenwand is opgelost. • Tijdens het vullen met bloed moeten de buisjes op een temperatuur van 17 °C tot 25 °C worden gehouden. • Te krachtig schudden kan tot afbraak van de gel en derhalve afwijkende resultaten leiden. • Als bloed is afgetapt in een heparinebuisje, moeten monsters gelijkmatig worden vermengd voordat zij via pipetteren naar QFT-buisjes worden overgebracht. Zorg ervoor dat het bloed goed gemengd wordt via zachte inversie direct voorafgaand aan de pipettering. Pipetteer aliquots van 1,0 ml (één per QFT-buisje) naar een geschikt nulcontrole-, TB-antigeen- en mitogeenbuisje. Dit kan het beste aseptisch geschieden door, met inachtneming van de juiste veiligheidsprocedures, de doppen van de drie QFT-buisjes te verwijderen en 1 ml bloed aan elk buisje toe te voegen (tot aan de zwarte markering op het etiket aan de zijkant van het buisje). Bevestig de doppen weer stevig op de buisjes en meng zoals hieronder beschreven.
3.
Voorzie de buisjes van passende etiketten. • Zorg ervoor dat elk buisje (nulcontrole, TB-antigeen en mitogeen) herkenbaar is aan het etiket of andere middelen zodra de dop is verwijderd.
4.
Na het vullen, schudden en etiketteren moeten de buisjes zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 16 uur na de afname, in een incubator van 37 °C ± 1 °C te worden geplaatst. Bewaar de buisjes vóór de incubatie bij kamertemperatuur (22 °C ± 5 °C). Zet de bloedmonsters niet in de koelkast en vries ze niet in.
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
11
6.
Richtlijnen voor gebruik
Fase 1 - Incubatie van bloed en verzamelen van plasma Meegeleverde materialen
QFT-buisjes voor bloedafname (zie hoofdstuk 3).
Benodigde maar niet meegeleverde materialen
Zie hoofdstuk 3.
Procedure 1.
Als de bloedmonsters niet onmiddellijk na de bloedafname worden geïncubeerd, moeten de buisjes vlak voor de incubatie opnieuw worden gemengd door ze 10 maal te schudden.
2.
Incubeer de buisjes RECHTOPSTAAND gedurende 16 tot 24 uur bij 37 °C ± 1 °C. CO2 of bevochtiging is hierbij niet vereist.
3.
Na de incubatie bij 37 °C kunnen de bloedafnamebuisjes maximaal 3 dagen bij 4 °C tot 27 °C worden bewaard voorafgaand aan de centrifugering.
4.
Na de incubatie van de buisjes bij 37 °C worden deze voor het eenvoudiger extraheren van het plasma gedurende 15 minuten bij 2000 tot 3000 g (RCF) gecentrifugeerd. De cellen worden door een gelprop van het plasma gescheiden. Als de gelprop niet verschijnt, moeten de buisjes opnieuw worden gecentrifugeerd bij hogere snelheid. • Het is mogelijk het plasma zonder centrifugeren te verzamelen, maar extra zorg is geboden om het plasma te scheiden zonder de cellen te verstoren.
5.
Plasmamonsters mogen alleen met een pipet worden verzameld. • Na het centrifugeren en voorafgaand aan het verzamelen moet op en neer bewegen van de pipet of mengen van het plasma te allen tijde worden vermeden. Zorg er altijd voor het materiaal aan het oppervlak van de gel niet te verstoren. • Plasmamonsters kunnen rechtstreeks vanuit de gecentrifugeerde bloedafnamebuisjes worden overgebracht op de QFT ELISA-plaat, ook als geautomatiseerde ELISA-werkstations worden gebruikt. • Plasmamonsters kunnen maximaal 28 dagen bij 2 °C tot 8 °C worden bewaard. Na extractie van het plasma kunnen ze bij –20 °C of lager nog langer worden bewaard. • Extraheer ten minste 150 µl plasma om zeker te zijn van voldoende testmonsters.
12
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
Fase 2 — Menselijk IFN-γ ELISA Meegeleverde materialen
QFT ELISA-kit (zie hoofdstuk 3).
Benodigde maar niet meegeleverde materialen
Zie hoofdstuk 3.
Procedure 1.
Alle plasmamonsters en reagentia, behalve conjugaatconcentraat 100x, dienen vóór gebruik op kamertemperatuur (22 °C ± 5 °C) te worden gebracht. Laat minimaal 60 minuten staan om evenwicht te bereiken.
2.
Verwijder strips die niet nodig zijn van het frame, verzegel ze opnieuw in de folieverpakking en zet deze terug in de koelkast voor later gebruik. Neem minstens 1 strip voor de QFT-normen en voldoende strips voor het aantal proefpersonen dat wordt getest (zie afbeeldingen 2A en 2B voor indelingen met resp. 3 buisjes en 2 buisjes). Bewaar na gebruik het frame en het deksel om later met de resterende strips te gebruiken.
3.
Reconstitueer de gevriesdroogde kitstandaard met de hoeveelheid gedeïoniseerd of gedestilleerd water zoals aangegeven op het etiket van de standaardflacon. Meng voorzichtig om schuimvorming zoveel mogelijk tegen te gaan en zorg dat volledige oplossing plaatsvindt. Reconstitutie van de standaard naar het desbetreffende volume geeft een oplossing met een concentratie van 8,0 IE/ml. Opmerking: Het reconstitutievolume van de kitstandaard verschilt van partij tot partij. Gebruik het gereconstitueerde kitstandaard om een 1 op 4 verdunningsreeks van IFN-γ te produceren in groene verdunningsoplossing (GD) (zie afbeelding 1). S1 (Standaard 1) bevat 4 IE/ml, S2 (Standaard 2) bevat 1 IE/ml, S3 (Standaard 3) bevat 0,25 IE/ml en S4 (Standaard 4) bevat 0 IE/ml (alleen GD). De standaarden moeten minstens dubbel worden getest. Aanbevolen procedure voor dubbele standaarden
Aanbevolen procedure voor drievoudige standaarden
a. Geef 4 buisjes de etiketten “S1”, “S2”, “S3” en “S4”.
a. Geef 4 buisjes de etiketten “S1”, “S2”, “S3” en “S4”.
b. Voeg 150 µl GD toe aan S1, S2, S3 en S4.
b. Voeg 150 µl GD toe aan S1.
c.
Voeg 150 µl kitstandaard toe aan S1 en meng c. goed.
Voeg 210 µl GD toe aan S2, S3 en S4.
d. Breng 50 µl uit S1 over in S2 en meng goed.
d. Voeg 150 µl van de kitstandaard toe aan S1 en meng goed.
e. Breng 50 µl uit S2 over in S3 en meng goed.
e. Breng 70 µl uit S1 over in S2 en meng goed.
f.
f.
GD alleen dient als de nulstandaard (S4).
Breng 70 µl uit S2 over in S3 en meng goed.
g. GD alleen dient als de nulstandaard (S4).
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
13
150 µl 50 µl
Gereconstitueer de kitstandaard
Standaard 1 4,0 IE/ml
50 µl
Standaard 2 1,0 IE/ml
Standaard 3 0,25 IE/ml
Standaard 4 0 IE/ml (Groene verdunningsoplossing)
Afbeelding 1. Standaardcurve maken. Maak voor elke ELISA-bewerking nieuwe verdunningen van de kitstandaard. 4.
Reconstitueer gevriesdroogd conjugaatconcentraat 100x met 0,3 ml gedeïoniseerd of gedestilleerd water. Meng voorzichtig om schuimvorming zoveel mogelijk tegen te gaan en zorg dat volledige oplossing van het conjugaat plaatsvindt. Gebruiksklaar conjugaat wordt bereid door de vereiste hoeveelheid gereconstitueerd conjugaat, concentraat 100x, te verdunnen met groene verdunningsoplossing, zoals beschreven in Tabel 1 Bereiding conjugaat.
Tabel 1. Bereiding conjugaat Aantal strips
Hoeveelheid conjugaatconcentraat 100x
Hoeveelheid groene verdunningsoplossing
2
10 µl
1,0 ml
3
15 µl
1,5 ml
4
20 µl
2,0 ml
5
25 µl
2,5 ml
6
30 µl
3,0 ml
7
35 µl
3,5 ml
8
40 µl
4,0 ml
9
45 µl
4,5 ml
10
50 µl
5,0 ml
11
55 µl
5,5 ml
12
60 µl
6,0 ml
14
•
Meng goed maar voorzichtig om schuimvorming tegen te gaan.
•
Sla onmiddellijk na gebruik eventueel niet-gebruikt conjugaat, concentraat 100x, weer op bij een temperatuur van 2 °C tot 8 °C.
•
Gebruik alleen groene verdunningsoplossing. Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
5.
Plasmamonsters die zijn verkregen uit bloedafnamebuisjes en vervolgens gedurende meer dan 24 uur vóór de testen zijn bevroren of opgeslagen, moeten worden gemengd alvorens te worden toegevoegd aan het ELISA-putje. •
Als plasmamonsters rechtstreeks vanuit de gecentrifugeerde QFT-buisjes moeten worden toegevoegd, dient vermenging van het plasma te worden vermeden.
6.
Voeg met behulp van een meerkanaalspipet 50 µl vers bereid, gebruiksklaar conjugaat toe aan de benodigde ELISA-putjes.
7.
Voeg 50 µl van testplasmamonsters toe aan de juiste putjes met behulp van een meerkanaalspipet (zie aanbevolen plaatindeling op pagina 15, afbeeldingen 2A en 2B). Voeg tot slot 50 µl elk van de standaarden 1 t/m 4 toe. 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
A
1N
1A
1M
S1
S1
S1
13N
13A
13M
21N
21A
21M
B
2N
2A
2M
S2
S2
S2
14N
14A
14M
22N
22A
22M
C
3N
3A
3M
S3
S3
S3
15N
15A
15M
23N
23A
23M
D
4N
4A
4M
S4
S4
S4
16N
16A
16M
24N
24A
24M
E
5N
5A
5M
9N
9A
9M
17N
17A
17M
25N
25A
25M
F
6N
6A
6M
10N
10A
10M
18N
18A
18M
26N
26A
26M
G
7N
7A
7M
11N
11A
11M
19N
19A
19M
27N
27A
27M
H
8N
8A
8M
12N
12A
12M
20N
20A
20M
28N
28A
28M
Afbeelding 2A. Aanbevolen monsterindeling voor nulcontrole-, TB-antigeen- en mitogeenbuisjes (28 tests per plaat). •
S1 (Standaard 1), S2 (Standaard 2), S3 (Standaard 3), S4 (Standaard 4)
•
1N (Monster 1. Nulplasma), 1A (Monster 1. TB-antigeenplasma), 1M (Monster 1. Mitogeenplasma) 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
A
1N
5N
9N
13N
17N
S1
S1
25N
29N
33N
37N
41N
B
1A
5A
9A
13A
17A
S2
S2
25A
29A
33A
37A
41A
C
2N
6N
10N
14N
18N
S3
S3
26N
30N
34N
38N
42N
D
2A
6A
10A
14A
18A
S4
S4
26A
30A
34A
38A
42A
E
3N
7N
11N
15N
19N
21N
23N
27N
31N
35N
39N
43N
F
3A
7A
11A
15A
19A
21A
23A
27A
31A
35A
39A
43A
G
4N
8N
12N
16N
20N
22N
24N
28N
32N
36N
40N
44N
H
4A
8A
12A
16A
20A
22A
24A
28A
32A
36A
40A
44A
Afbeelding 2B. Aanbevolen monsterindeling voor nulcontrole- en TB-antigeenbuisjes (44 tests per plaat). •
S1 (Standaard 1), S2 (Standaard 2), S3 (Standaard 3), S4 (Standaard 4)
•
1N (Monster 1. Nulplasma), 1A (Monster 1. TB-antigeenplasma)
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
15
8.
Meng het conjugaat goed gedurende 1 minuut met de plasmamonsters/standaarden met behulp van een schudapparaat voor microtiterplaten.
9.
Dek elke plaat af met een deksel en incubeer gedurende 120 ± 5 minuten bij kamertemperatuur (22 °C ± 5 °C). •
Tijdens het incuberen mogen de platen niet aan direct zonlicht worden blootgesteld.
10. Verdun tijdens het incuberen één deel spoelbuffer, concentraat 20x, met 19 delen gedeïoniseerd of gedestilleerd water en meng goed. Er is voldoende spoelbuffer, concentraat 20x, aanwezig om 2 liter gebruiksklare spoelbuffer te maken. Spoel de putjes minstens gedurende 6 cycli met 400 µl gebruiksklare spoelbuffer. Er wordt een geautomatiseerde plaatspoeler aanbevolen. •
Zorgvuldig spoelen is erg belangrijk voor het uitvoeren van de test. Zorg dat elk putje voor elke spoelcyclus tot aan de rand volledig is gevuld met spoelbuffer. Er wordt een inweektijd van minstens 5 seconden tussen de cycli aanbevolen.
•
Er dient een standaard desinfecterend middel voor laboratoria te worden toegevoegd aan het uitstroomreservoir en er moeten algemeen aanvaarde procedures worden gevolgd voor het ontsmetten van potentieel besmet materiaal.
11. Houd de platen omgekeerd boven een absorberende, niet-pluizende doek en tik erop om resterende spoelbuffer te verwijderen. Voeg 100 µl enzymsubstraatoplossing toe aan elk putje en meng goed met behulp van een schudapparaat voor microtiterplaten. 12. Dek elke plaat af met een deksel en incubeer gedurende 30 minuten bij kamertemperatuur (22 °C ± 5 °C). •
Tijdens het incuberen mogen de platen niet aan direct zonlicht worden blootgesteld.
13. Voeg na een incubatie van 30 minuten 50 µl enzymremmingsoplossing toe aan elk putje en meng goed. •
De enzymremmingsoplossing dient in dezelfde volgorde en in het ongeveer hetzelfde tempo aan de putjes te worden toegevoegd als het substraat in stap 11.
14. Meet binnen 5 minuten na het stoppen van de reactie de absorptie of optische dichtheid (OD) van elk putje met een microtiterplaatlezer die is voorzien van een 450 nm-filter en een referentiefilter van 620 nm tot 650 nm. OD-waarden worden gebruikt om de resultaten te berekenen.
16
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
7.
Berekeningen en interpretatie van de test
QFT-analysesoftware wordt gebruikt voor het analyseren van de onbewerkte gegevens en het berekenen van de resultaten. Deze is verkrijgbaar op www.QuantiFERON.com. Zorg ervoor dat de meest recente versie van de software wordt gebruikt. De software voert een kwaliteitscontrole voor de test uit, genereert een standaardcurve en geeft voor elke proefpersoon een testresultaat, zoals verder is uitgewerkt in het gedeelte 'Interpretatie van de resultaten'. In plaats van met de QFT-analysesoftware kunnen de resultaten ook worden bepaald met de volgende methode.
Genereren van de standaardcurve (als geen QFT-analysesoftware wordt gebruikt) Bepaal de gemiddelde OD-waarden van de kitstandaardreplicaten op elke plaat. Construeer een dubbellogaritmische standaardcurve door de log(e)van de gemiddelde OD (y-as) af te zetten tegen de log(e) van de IFN-γ-concentratie van de standaarden in IE/ml (x-as), waarbij de nulstandaard niet bij deze berekeningen moet worden betrokken. Bereken de best passende lijn voor de standaardcurve met behulp van regressieanalyse. Gebruik de standaardcurve om de IFN-γ-concentratie (IE/ml) vast te stellen voor elk testplasmamonster met behulp van de OD-waarde van elk monster. Deze berekeningen kunnen worden uitgevoerd met softwarepakketten die bij microtiterplaatlezers worden geleverd en een standaardspreadsheet of statistische software (zoals Microsoft® Excel®). Het wordt aanbevolen deze pakketten te gebruiken voor het berekenen van de regressieanalyse, de variatiecoëfficiënt (%CV) van de standaarden en de correlatiecoëfficiënt (r) van de standaardcurve.
Kwaliteitscontrole van de test De nauwkeurigheid van de testresultaten hangt af van het genereren van een accurate standaardcurve. Resultaten die van de standaarden worden afgeleid, dienen dus nader te worden bekeken voordat de resultaten van de testmonsters kunnen worden geïnterpreteerd. De ELISA is geldig als aan het volgende is voldaan:
De gemiddelde OD-waarde voor standaard 1 moet ≥ 0,600 zijn.
De %CV voor de OD-waarden van de replicaten van standaard 1 en standaard 2 dienen ≤ 15% te zijn.
De OD-waarden van de replicaten van standaard 3 en standaard 4 mogen niet meer van het gemiddelde afwijken dan 0,040 eenheden optische dichtheid.
De correlatiecoëfficiënt (r) van de gemiddelde absorptiewaarden van de standaarden dient ≥ 0,98 te zijn.
De QFT-analysesoftware berekent deze parameters voor kwaliteitscontrole en rapporteert deze. Als niet aan bovenstaande criteria wordt voldaan, is de test ongeldig en moet deze worden herhaald. Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
17
De gemiddelde OD-waarde van de nulstandaard (groene verdunningsoplossing) dient ≤ 0,150 te zijn. Als de gemiddelde OD-waarde > 0,150 is, dient de plaatspoelprocedure te worden gecontroleerd.
Interpretatie van de resultaten QFT-resultaten worden geïnterpreteerd aan de hand van de volgende criteria: Opmerking: het diagnosticeren of uitsluiten van tuberculose en het beoordelen van de waarschijnlijkheid van een LTBI vereist een combinatie van epidemiologische, historische, medische en diagnostische bevindingen waarmee bij de interpretatie van de QFT-testresultaten rekening moet worden gehouden (tabellen 2 en 3). Tabel 2. Bij gebruik van nulcontrole-, TB-antigeen- en mitogeenbuisjes Nulcontrole TB-antigeen minus (IE/ml) nulcontrole (IE/ml)
≤ 8,0
> 8,0§
Mitogeen minus QFT-resultaat nulcontrole (IE/ml)*
Rapport/interpretatie
< 0,35
≥ 0,5
Negatief
M. tuberculosis-infectie NIET waarschijnlijk
≥ 0,35 en < 25% van waarde van nulcontrole
≥ 0,5
Negatief
M. tuberculosis-infectie NIET waarschijnlijk
≥ 0,35 en ≥ 25% van waarde van nulcontrole
Elke waarde
Positief†
M. tuberculosis-infectie waarschijnlijk
< 0,35
< 0,5
Onbepaald‡
Resultaten zijn onbepaald voor TB-antigeenreactiviteit
≥ 0,35 en < 25% van waarde van nulcontrole
< 0,5
Onbepaald‡
Resultaten zijn onbepaald voor TB-antigeenreactiviteit
Elke waarde
Elke waarde
Onbepaald‡
Resultaten zijn onbepaald voor TB-antigeenreactiviteit
* Reacties op de mitogeenpositieve controle (en soms TB-antigeen) kunnen zich gewoonlijk buiten het bereik van de microtiterplaatlezer bevinden. Dit is niet van invloed op de testresultaten. †
Als er geen vermoeden van een M. tuberculosis-infectie bestaat, kunnen aanvankelijk positieve resultaten worden bevestigd door de originele plasmamonsters in de QFT ELISA opnieuw dubbel te testen. Als de herhaalde test bij het eerste of tweede monster een positief resultaat oplevert, moet het testresultaat als positief worden beoordeeld.
‡
Raadpleeg het gedeelte 'Problemen oplossen' voor mogelijke oorzaken.
§
In klinische studies had minder dan 0,25% van de proefpersonen IFN-γ-waarden van > 8,0 IE/ml bij de nulcontrole.
18
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
De hoogte van de gemeten IFN-γ-concentratie kan niet worden gecorreleerd aan het stadium of de mate van besmetting, de omvang van de immuunreactiviteit of de waarschijnlijkheid van progressie naar actieve ziekte. Nee
Interpretatie
TB-antigeen – nulcontrole ≥ 0,35 IE/ml Ja
Nee
TB-antigeen – nulcontrole ≥ 25% van IE/ml-waarde voor nulcontrole Ja
Mitogeen – nulcontrole < 0,50 IE/ml en/of nulcontrole > 8,0 IE/ml
Validatie
Ja
Nee
Onbepaald
Nulcontrole ≤ 8,0 IE/ml
Nee
Ja
Negatief
Positief
Afbeelding 3. Stroomdiagram voor interpretatie bij gebruik van nulcontrole-, TB-antigeen- en mitogeenbuisjes. Tabel 3. Wanneer alleen QuantiFERON nulcontrole- en TB-antigeenbuisjes worden gebruikt Nulcontrole TB-antigeen minus (IE/ml) nulcontrole (IE/ml)
≤ 8,0
> 8,0†
QFT-resultaat
Rapport/interpretatie
< 0,35
Negatief
M. tuberculosis-infectie NIET waarschijnlijk
≥ 0,35 en < 25% van waarde van nulcontrole
Negatief
M. tuberculosis-infectie NIET waarschijnlijk
≥ 0,35 en ≥ 25% van waarde van nulcontrole
Positief*
M. tuberculosis-infectie waarschijnlijk
Elke waarde
Onbepaald‡
Resultaten zijn onbepaald voor TB-antigeenreactiviteit
* Als er geen vermoeden van een M. tuberculosis-infectie bestaat, kunnen aanvankelijk positieve resultaten worden bevestigd door de originele plasmamonsters in de QFT ELISA opnieuw dubbel te testen. Als de herhaalde test bij het eerste of tweede monster een positief resultaat oplevert, moet het testresultaat als positief worden beoordeeld. †
In klinische studies had minder dan 0,25% van de proefpersonen IFN-γ-waarden van > 8,0 IE/ml bij de nulcontrole.
‡
Raadpleeg het gedeelte 'Problemen oplossen' voor mogelijke oorzaken.
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
19
De hoogte van de gemeten IFN-γ-concentratie kan niet worden gecorreleerd aan het stadium of de mate van besmetting, de omvang van de immuunreactiviteit of de waarschijnlijkheid van progressie naar actieve ziekte. Nee
Interpretatie
TB-antigeen – nulcontrole ≥ 0,35 IE/ml Ja
Nee
TB-antigeen – nulcontrole ≥ 25% van IE/ml-waarde voor nulcontrole Ja Nee
Validatie
Onbepaald
Nulcontrole ≤ 8,0 IE/ml
Ja
Negatief
Positief
Afbeelding 4. Stroomdiagram voor interpretatie bij gebruik van nulcontrole- en TB-antigeenbuisjes.
8.
Beperkingen
De resultaten van de QFT-test dienen te worden gebruikt in combinatie met de epidemiologische voorgeschiedenis, de huidige medische status en andere diagnostische onderzoeken van elke patiënt. Individuen met nulwaarden groter dan 8 IE/ml worden geclassificeerd als 'onbepaald' omdat een 25% hogere respons op de TB-antigenen buiten het meetbereik van de test kan liggen. Onbetrouwbare of onbepaalde resultaten kunnen het gevolg zijn van:
Afwijkingen van de procedure beschreven in de bijsluiter van QuantiFERON-TB Gold (QFT) ELISA
Zeer hoge concentraties circulerend IFN-γ of aanwezigheid van heterofiele antilichamen
Overschrijding van de termijn van 16 uur tussen bloedafname en incubatie bij 37 °C
9.
Kwaliteitskenmerken
Klinisch onderzoek Aangezien er geen definitieve standaard bestaat voor latente tuberculose-infectie (LTBI), kan een schatting van de gevoeligheid en specificiteit van de QFT-test niet praktisch worden geëvalueerd. De specificiteit van de QFT-test is bij benadering vastgesteld door evaluatie van het percentage foutpositieve resultaten bij personen met gering risico van (d.w.z. zonder bekende risicofactoren voor) een tuberculose-infectie. De gevoeligheid is bij benadering vastgesteld door evaluatie van patiëntengroepen met actieve tuberculose die was bevestigd door een cultuur.
20
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
Specificiteit In een Amerikaanse studie waaraan 866 vrijwilligers deelnamen, werd bij de uitvoering van de TST bloed afgenomen voor de QFT-test. De demografische gegevens en risicofactoren voor TB zijn vastgesteld met behulp van een standaardenquête die tijdens de test werd gehouden. Van de 432 vrijwilligers zonder bekende risicofactoren voor M. tuberculosis-infectie, waren voor 391 personen de QFT- en TST-resultaten beschikbaar. Geen van deze personen was gevaccineerd met BCG. Een tweede specificiteitsonderzoek met de QFT-test is uitgevoerd in Japan onder deelnemers met gering risico; ongeveer 90% van deze personen was gevaccineerd met BCG. De resultaten van de 2 specificiteitsonderzoeken zijn weergegeven in tabel 4. Tabel 4. QFT-specificiteit: Resultaten voor personen zonder bekende risicofactoren voor M. tuberculosis-infectie Studie
BCG-status (% gevaccineerd)
Totaal getest
Aant. QFT onbepaald
VS (ongepubliceerd)
0%
391
1
Japan (15)
~90%
Aantal QFT QFTpositief/ specificiteit aantal geldige (95% CI) tests 3/390
99,2%
Aantal TST positief/ aantal getest
TST*specificiteit (95% CI)
6/391
98,5%
(98–100) 168
6
2/162
98,8%
(97–99) –
–
–
–
(95–100) Totaal
–
559
7/559 (1,3%)
5/552
99,1% (98–100)
* Met behulp van een TST-grenswaarde van 10 mm bij niet met BCG gevaccineerde personen. Geschatte TSTspecificiteit bedraagt 99,1% bij gebruik van een grenswaarde van 15 mm.
Gevoeligheid voor actieve TB Proefpersonen met TB-verdenking uit de VS, Australië en Japan bij wie later M. tuberculosis-infectie werd bevestigd door middel van cultuur werden getest om de gevoeligheid van de QFT-test te beoordelen. Hoewel er nog geen definitieve standaardtest voor latente TB-infectie (LTBI) bestaat, vormt de microbiologische cultuur van M. tuberculosis een geschikt vervangingsmiddel omdat patiënten met ziekte per definitie zijn geïnfecteerd. De patiënten hadden minder dan 8 dagen behandeling ontvangen voorafgaand aan de bloedafname voor de QFT-test. Tabel 5 bevat een overzicht van bevindingen van de 3 groepen positieve patiënten op basis van M. tuberculosis-cultuur. De algehele gevoeligheid van de QFT-test voor actieve TB-ziekte bedroeg 89% (157/177).
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
21
Tabel 5. QFT: Proefpersonen met door middel van cultuur bevestigde M. tuberculosis-infectie Studie
Aantal QFT positief/aantal geldige tests
QFT-gevoeligheid (95% CI)
TB-patiënten Japan (15)
86/92
93% (86–97%)
Australië
24/27
89% (70–97%)
VS
47/58
81% (68–90%)
157/177
89% (83–93%)
Totaal
Diagnose van LTBI Er is een aantal studies gepubliceerd die de prestaties aantonen van de QFT-test in diverse risicopopulaties voor LTBI. De belangrijkste bevindingen van enkele specifieke studies zijn weergegeven in tabel 6. Tabel 6. Geselecteerde studies gepubliceerd over de QFT-test bij risicopopulaties voor LTBI Studie
Totaal getest
Resultaten en bevindingen
Healthcare workers in India (Pai, et al 2005) (26)
726
Omgeving met zeer hoge TB-percentages. 40% QFT-positief en 41% TSTpositief bij grenswaarde van 10 mm. Hoge overeenstemming met TST, geen effect van BCG aan beide zijden. Beide tests hielden verband met de risicofactoren leeftijd en duur van het arbeidsverleden in de gezondheidszorg.
Danish HIV+ patients (Brock, et al 2006) (5)
590
De algehele prevalentie van LTBI in de QFT bedroeg 4,6% (27/590) bij HIV-positieve personen. De positieve resultaten hielden verband met TBrisico's. Twee QFT-positieve proefpersonen ontwikkelden binnen 1 jaar actieve TB. Onbepaalde resultaten (n=20, 3,4%) waren nauw verbonden aan een CD4-aantal < 100/µl.
Hospitalized children in India (Dogra, et al 2006) (10)
105
Kinderen met TB-verdenking of met een geschiedenis van TB-contact werden getest met QFT en TST; 10,5% QFT-positief en 9,5% TST-positief bij grenswaarde van 10 mm. Overeenstemming tussen de tests bedroeg in totaal 95,2% en 100% bij niet met BCG gevaccineerde proefpersonen.
Contact investigations in Germany (Diel, et al 2006) (9)
309
De naaste contactpersonen van 15 verschillende indexgevallen werden getest: 51% was gevaccineerd met BCG, 27% in het buitenland geboren. 70% van de met BCG gevaccineerden en 18% van de niet met BCG gevaccineerden was TST-positief (5 mm) en 9% resp. 11% was QFTpositief. QFT werd in verband gebracht met het TB-risico. TST werd slechts in verband gebracht met de BCG-vaccinatie.
De prestatie van de minder gevoelige vloeibare antigeenversie van QuantiFERON-TB Gold (de voorloper van QFT) en de QFT-test zijn in nog vele andere publicaties beschreven. Deze onderzoeken omvatten onder andere het gebruik van de test(s) bij contacten van actieve TBgevallen (9, 11, 19, 25), kinderen (6-10, 25, 28), HIV-positieve patiënten (2, 5, 20), medisch personeel (13, 26, 32), immunodeficiënte personen (3, 4, 22, 23, 27, 30, 31), alsmede personen met TB-verdenking (7, 8, 10, 18) en individuen met laag risico (15). 22
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
Herhaalbaarheid en effect van TST op latere QFT-tests In het kader van het Amerikaanse specificiteitsonderzoek werd een subgroep van de deelnemers 4 tot 5 weken na de oorspronkelijke QFT- en TST-test onderzocht. Voor 260 deelnemers waren resultaten van beide testtijdstippen uit de QFT-test beschikbaar en de overeenstemming bedroeg 99,6% (259/260). Een voorafgaande TST leidde niet tot toegenomen positieve resultaten in de QFT-test.
10. Technische informatie Onbepaalde resultaten Onbepaalde resultaten zouden slechts zelden moeten voorkomen en kunnen verband houden met de immuniteitsstatus van de geteste proefpersoon, maar kunnen ook verband houden met enkele technische factoren:
Overschrijding van de termijn van 16 uur tussen bloedafname en incubatie bij 37 °C
Opslag van bloed buiten het aanbevolen temperatuurbereik (17 °C tot 27 °C)
Onvoldoende mengen van het bloed in de afnamebuisjes
Onvolledige spoeling van de ELISA-plaat
Indien technische problemen worden vermoed bij het verzamelen of behandelen van de bloedmonsters, dient de gehele QFT-test te worden herhaald met een nieuw bloedmonster. Herhaling van de ELISA-test van gestimuleerde plasma's kan worden uitgevoerd als onvoldoende spoeling of andere procedurele afwijkingen van de ELISA-test worden vermoed. Onbepaalde resultaten ten gevolge van lage mitogeenwaarden of hoge nulcontrolewaarden zullen naar verwachting bij herhaling niet wijzigen, tenzij er een fout met de ELISA-test is opgetreden. Onbepaald resultaten dienen als zodanig te worden gerapporteerd. Artsen kunnen ervoor kiezen opnieuw een bloedmonster af te nemen of, indien nodig, andere procedures toe te passen.
Gestolde plasmamonsters Indien bij een langduriger opslag van de plasmamonsters fibrinestolsels optreden, moeten de monsters worden gecentrifugeerd totdat sedimentatie heeft plaatsgevonden. Dit vereenvoudigt het pipetteren van plasma.
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
23
Handleiding voor het oplossen van problemen Deze handleiding kan nuttig zijn bij het oplossen van allerlei voorkomende problemen. Raadpleeg voor meer informatie tevens de technische informatie op: www.QuantiFERON.com. Zie de achterzijde voor contactgegevens. Oplossen van problemen met ELISA Niet-specifieke kleurreactie Mogelijke oorzaak
Oplossing
a) Onvolledige spoeling van de plaat
Spoel de plaat minstens 6 maal met 400 µl spoelbuffer per putje. Er kunnen meer dan 6 spoelcycli nodig zijn, afhankelijk van de gebruikte spoelbuffer. Er dient een inweektijd van minstens 5 seconden tussen de cycli te worden aangehouden.
b) Kruisbesmetting van ELISAputjes
Wees voorzichtig bij pipetteren en mengen van het monster om risico's te minimaliseren.
c) Kit/onderdelen over de vervaldatum
Zorg dat de kit vóór de vervaldatum wordt gebruikt. Zorg dat gereconstitueerde standaard en conjugaatconcentraat 100x binnen drie maanden na de reconstitutiedatum worden gebruikt.
d) Enzymsubstraatoplossing is verontreinigd
Gooi het substraat weg indien blauwkleuring optreedt. Zorg voor schone reservoirs voor de reagentia.
e) Plasma in QFT-buisjes is gemengd voordat het is verzameld
Na het centrifugeren en voorafgaand aan het verzamelen moet op en neer bewegen van de pipet of mengen van het plasma te allen tijde worden vermeden. Zorg er altijd voor het materiaal aan het oppervlak van de gel niet te verstoren.
Aflezingen van lage optische dichtheden voor standaarden Mogelijke oorzaak
Oplossing
a) Fout met standaardverdunning
Zorg dat de verdunningen van de kitstandaard volgens de QFT ELISAbijsluiter worden gemaakt.
b) Pipetteerfout
Zorg dat pipetten worden gekalibreerd conform de instructies van de fabrikant.
c) Te lage incubatietemperatuur
Incubatie van de ELISA moet worden uitgevoerd bij kamertemperatuur (22 °C ± 5 °C)
d) Te korte incubatietijd
De incubatietijd van de plaat met het conjugaat, de standaarden en monsters bedraagt 120 ± 5 minuten. De enzymsubstraatoplossing wordt gedurende 30 minuten op de plaat geïncubeerd.
e) Onjuist filter voor plaatlezer gebruikt
De plaat moet bij 450 nm worden afgelezen met een referentiefilter tussen 620 en 650 nm.
f)
Alle reagentia, met uitzondering van het conjugaat, concentraat 100 x, moeten voor het begin van de assay op kamertemperatuur worden gebracht. Dit duurt ongeveer één uur.
24
Reagentia zijn te koud
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
Oplossen van problemen met ELISA g) Kit/onderdelen over de vervaldatum
Zorg dat de kit vóór de vervaldatum wordt gebruikt. Zorg dat gereconstitueerde standaard en conjugaatconcentraat 100x binnen 3 maanden na de reconstitutiedatum worden gebruikt.
Sterke achtergrondkleuring Mogelijke oorzaak
Oplossing
a) Onvolledige spoeling van de plaat
Spoel de plaat minstens 6 maal met 400 µl spoelbuffer per putje. Er kunnen meer dan 6 spoelcycli nodig zijn, afhankelijk van de gebruikte spoelbuffer. Er dient een inweektijd van minstens 5 seconden tussen de cycli te worden aangehouden.
b) Te hoge incubatietemperatuur
Incubatie van de ELISA moet worden uitgevoerd bij kamertemperatuur (22 °C ± 5 °C).
c) Kit/onderdelen over de vervaldatum
Zorg dat de kit vóór de vervaldatum wordt gebruikt. Zorg dat gereconstitueerde standaard en conjugaatconcentraat 100x binnen 3 maanden na de reconstitutiedatum worden gebruikt.
d) Enzymsubstraatoplossing is verontreinigd
Gooi het substraat weg indien blauwkleuring optreedt. Zorg voor schone reservoirs voor de reagentia.
Niet-lineaire standaardcurve en dubbele variabiliteit Mogelijke oorzaak
Oplossing
a) Onvolledige spoeling van de plaat
Spoel de plaat minstens 6 maal met 400 µl spoelbuffer per putje. Er kunnen meer dan 6 spoelcycli nodig zijn, afhankelijk van de gebruikte spoelbuffer. Er dient een inweektijd van minstens 5 seconden tussen de cycli te worden aangehouden.
b) Fout met standaardverdunning
Zorg dat de verdunningen van de standaard volgens de QFT ELISAbijsluiter worden gemaakt.
c) Slecht mengen
Meng de reagentia grondig door meermaals omkeren of licht wervelen alvorens deze op de plaat worden aangebracht.
d) Inconsistente pipetteertechniek of onderbreking tijdens het opzetten van de test
De toevoeging van monster en standaard moet op constante wijze gebeuren. Alle reagentia moeten worden voorbereid voorafgaand aan het begin van de test.
Een video met een demonstratie van de testmethode alsmede een oplossing voor de meeste technische problemen vindt u op Gnowee™. Registreer u direct bij www.gnowee.net voor online toegang. Productinformatie en technische gidsen zijn gratis verkrijgbaar bij QIAGEN of uw leverancier, of via een bezoek aan www.QuantiFERON.com.
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
25
11. Literatuur Een uitgebreide lijst van QFT-verwijzingen is te vinden op Gnowee — de QuantiFERON referentiebibliotheek die beschikbaar is op www.gnowee.net. 1. Andersen, P. et al. (2000) Specific immune-based diagnosis of tuberculosis. Lancet 356, 1099. 2. Balcells, M.E. et al. (2008) A comparative study of two different methods for the detection of latent tuberculosis in HIV-positive individuals in Chile. Int. J. Infect. Dis. 12, 645. 3. Bartalesi, F. et al. (2009) QuantiFERON-TB Gold and TST are both useful for latent TB screening in autoimmune diseases. Eur. Respir. J. 33, 586. 4. Bocchino, M. et al. (2008) Performance of two commercial blood IFN-gamma release assays for the detection of Mycobacterium tuberculosis infection in patient candidates for anti-TNF-alpha treatment. Eur. J. Clin. Microbiol. Infect. Dis. 27,907. 5. Brock, I. et al. (2006) Latent tuberculosis in HIV positive, diagnosed by the M. tuberculosis specific interferon-gamma test. Respir. Res. 7, 56. 6. Chun, J.K. et al. (2008) The role of a whole blood interferon gamma assay for the detection of latent tuberculosis infection in bacille Calmette-Guerin vaccinated children. Diagn. Microbiol. Infect. Dis. 62, 389. 7. Connell, T.G. et al. (2008) A three-way comparison of tuberculin skin testing, QuantiFERON-TB gold and T-SPOT.TB in children. PLoS ONE 3, e2624. doi: 10.1371/journal.pone.0002624. 8. Detjen, A.K. et al. (2007) Interferon-gamma release assays improve the diagnosis of tuberculosis and nontuberculous mycobacterial disease in children in a country with a low incidence of tuberculosis. Clin. Infect. Dis. 45, 322. 9. Diel, R. et al. (2009) Comparative performance of tuberculin skin test, QuantiFERON-TB-Gold In-Tube assay, and T-Spot.TB test in contact investigations for tuberculosis. Chest 135, 1010. 10. Diel, R. et al. (2008) Predictive value of a whole-blood IFN-γ assay for the development of active TB disease. Am. J. Respir. Crit. Care Med. 177, 1164. 11. Diel, R. et al. (2006) Tuberculosis contact investigation with a new, specific blood test in a low-incidence population containing a high proportion of BCG-vaccinated persons. Respir. Res. 7, 77. 12. Dogra, S. et al. (2007) Comparison of a whole blood interferon-gamma assay with tuberculin skin testing for the detection of tuberculosis infection in hospitalized children in rural India. J. Infect. 54, 267. 13. Drobniewski, F. et al. (2007) Rates of latent tuberculosis in health care staff in Russia. PLoS Med. 4, e55. 14. Gerogianni, I. et al. (2008) Whole-blood interferon-gamma assay for the diagnosis of tuberculosis infection in an unselected Greek population. Respirology 13, 270. 15. Harada, N. et al. (2008) Comparison of the sensitivity and specificity of two whole blood interferongamma assays for M. tuberculosis infection. J. Infect. 56, 348. 16. Higuchi, K. et al. (2009) Comparison of performance in two diagnostic methods for tuberculosis infection. Med. Microbiol. Immunol. 198, 33. 17. Kang, Y.A. et al. (2005) Discrepancy between the tuberculin skin test and the whole-blood interferon gamma assay for the diagnosis of latent tuberculosis infection in an intermediate tuberculosis-burden country. JAMA 293, 2756. 18. Katiyar, S.K. et al. (2008) Use of the QuantiFERON-TB Gold In-Tube test to monitor treatment efficacy in active pulmonary tuberculosis. Int. J. Tuberc. Lung Dis. 12, 1146. 19. Kipfer, B. et al. (2008) Tuberculosis in a Swiss army training camp: contact investigation using an Interferon gamma release assay. Swiss. Med. Wkly. 138, 267. 26
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
20. Luetkemeyer, A. et al. (2007) Comparison of an interferon-gamma release assay with tuberculin skin testing in HIV-infected individuals. Am. J. Respir. Crit. Care Med. 175, 737. 21. Mackensen, F. et al. (2008) QuantiFERON TB-Gold - A new test strengthening long-suspected tuberculous involvement in serpiginous-like choroiditis. Am. J. Ophthalmol. 146, 761. 22. Manuel, O. et al. (2007) Comparison of Quantiferon-TB Gold with tuberculin skin test for detecting latent tuberculosis infection prior to liver transplantation. Am. J. Transplant. 7, 2797. 23. Matulis, G. et al. (2007) Detection of latent tuberculosis in immunosuppressed patients with autoimmune diseases performance of a Mycobacterium tuberculosis antigen specific IFN-gamma assay. Ann. Rheum. Dis. 67, 84. 24. Mirtskhulava, V. et al. (2008) Prevalence and risk factors for latent tuberculosis infection among health care workers in Georgia. Int. J. Tuberc. Lung Dis. 12, 513. 25. Nakaoka, H. et al. (2006) Risk for tuberculosis among children. Emerging Infect. Dis. 12, 1383. 26. Pai, M. et al. (2005) Mycobacterium tuberculosis infection in health care workers in rural India: comparison of a whole-blood, interferon-g assay with tuberculin skin testing. JAMA 293, 2746. 27. Ponce de Leon, D. et al. (2008) Comparison of an interferon-gamma assay with tuberculin skin testing for detection of tuberculosis (TB) infection in patients with rheumatoid arthritis in a TB-endemic population. J Rheumatol. 35, 776. 28. Richeldi, L. et al. (2008) Prior tuberculin skin testing does not boost QuantiFERON-TB results in paediatric contacts. Eur. Respir. J. 32, 524. 29. Rothel, J.S. and Andersen, P. (2005) Diagnosis of latent Mycobacterium tuberculosis infection: is the demise of the Mantoux test imminent? Expert Rev. Anti Infect. Ther. 3, 981. 30. Schoepfer, A.M. et al. (2008) Comparison of interferon-gamma release assay versus tuberculin skin test for tuberculosis screening in inflammatory bowel disease. Am. J. Gastroenterol. 103, 2799. 31. Silverman, M.S. et al. (2007) Use of an interferon-gamma based assay to assess bladder cancer patients treated with intravesical BCG and exposed to tuberculosis. Clin. Biochem. 40, 913. 32. Stebler, A. et al. (2008) Whole-blood interferon-gamma release assay for baseline tuberculosis screening of healthcare workers at a Swiss university hospital. Infect. Control Hosp. Epidemiol. 29, 681.
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
27
12. Technische service Voor technische service kunt u contact opnemen met: www.QuantiFERON.com Asia-Pacific
[email protected] Europe
[email protected] Middle East/Africa
[email protected] USA/Canada
[email protected] Latin America (not including Brazil or Mexico)
[email protected] Mexico
[email protected] Brazil
[email protected]
28
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
13. Verkorte testprocedure Fase 1 — Incubatie van bloed 1. Verzamel bloed van patiënt in bloedafnamebuisjes en meng door ze minstens tien (10) maal net krachtig genoeg te schudden om te zorgen dat de gehele binnenwand van de buisjes met bloed wordt bedekt en het antigeen op de binnenwand is opgelost. 2. Incubeer de buisjes rechtop gedurende 16 tot 24 uur bij 37 °C ± 1 °C. 3. Centrifugeer de buisjes na incubatie gedurende 15 minuten bij een RCF van 2000 tot 3000 g om het plasma en de rode bloedcellen te scheiden. 4. Na het centrifugeren en voorafgaand aan het verzamelen moet op en neer bewegen van de pipet of mengen van het plasma te allen tijde worden vermeden. Zorg er altijd voor het materiaal aan het oppervlak van de gel niet te verstoren.
Fase 2 — ELISA van IFN-γ 1. Equilibreer de ELISA-onderdelen, met uitzondering van het conjugaatconcentraat 100x, minstens 60 minuten bij kamertemperatuur (22 °C ± 5 °C). 2. Reconstitueer de kitstandaard op 8,0 IE/ml met gedestilleerd of gedeïoniseerd water. Maak vier (4) standaardverdunningen gereed. 3. Reconstitueer gevriesdroogd conjugaatconcentraat 100x met gedestilleerd of gedeïoniseerd water. 4. Bereid gebruiksklare conjugaat in groene verdunningsoplossing en voeg 50 µl aan alle putjes toe. 5. Voeg 50 µl testplasmamonster en 50 µl standaard aan de desbetreffende putjes toe. Meng met behulp van het schudapparaat. 6. Incubeer gedurende 120 ± 5 minuten bij kamertemperatuur.
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
29
7. Spoel de putjes minstens 6 maal met 400 µl spoelbuffer per putje.
8. Voeg 100 µl enzymsubstraatoplossing aan alle putjes toe. Meng met behulp van het schudapparaat. 9. Incubeer gedurende 30 minuten bij kamertemperatuur. 10. Voeg 50 µl enzymremmingsoplossing aan alle putjes toe. Meng met behulp van het schudapparaat. 11. Lees de resultaten af bij 450 nm met een referentiefilter van 620 tot 650 nm. 12. Analyseer de resultaten.
30
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
Belangrijke wijzigingen Belangrijke wijzigingen in deze editie (1075115NL Rev 01) van de QFT ELISA-bijsluiter zijn samengevat in de onderstaande tabel: Gedeelte
Pagina
Wijziging(en)
4. Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
8–10
Wijziging van het gebruik van bepaalde ELISAonderdelen tussen kitpartijen.
12. Technische service
28
Nieuwe e-mailadressen voor technische service.
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
31
Notities
32
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
Notities
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
33
Notities
34
Bijsluiter TB QuantiFERON Gold (QFT) ELISA 07/2013
Handelsmerken: QIAGEN®, QFT®, QuantiFERON® (QIAGEN Groep); Microsoft®, Excel® (Microsoft); ProClin® (Rohm and Haas Co.). Overeenkomst voor beperkte licentie voor QuantiFERON-TB Gold (QFT ELISA) Door dit product te gebruiken verklaart de koper of gebruiker zich akkoord met de volgende voorwaarden: 1.
Het product mag uitsluitend worden gebruikt in overeenstemming met de protocollen die met het product zijn meegeleverd en deze handleiding, en uitsluitend voor gebruik met onderdelen die zich in de kit bevinden. QIAGEN geeft onder haar intellectuele eigendom geen licentie om de bijgesloten onderdelen van deze kit te gebruiken of samen te stellen met onderdelen die niet met de kit zijn meegeleverd, behalve zoals beschreven in de protocollen die bij het product zijn geleverd en deze bijsluiter.
2.
Anders dan uitdrukkelijk gesteld in licenties, garandeert QIAGEN niet dat deze kit en/of het gebruik ervan geen inbreuk maakt op de rechten van anderen.
3.
Deze kit en de onderdelen ervan worden in licentie gegeven voor eenmalig gebruik en mogen niet worden hergebruikt, opgeknapt of doorverkocht, tenzij anders gedefinieerd door QIAGEN.
4.
QIAGEN doet in het bijzonder afstand van enige andere licenties die worden genoemd of geïmpliceerd, anders dan de uitdrukkelijk gestelde.
5.
De koper en gebruiker van de kit gaan ermee akkoord dat zij geen stappen ondernemen of niemand anders toestaan stappen te ondernemen die tot bovenstaande verboden handelingen kunnen leiden of deze vergemakkelijken. QIAGEN mag de verbodsbepalingen in deze Beperkte licentieovereenkomst afdwingen bij de rechter en zal alle onderzoeks- en gerechtelijke kosten verhalen, inclusief advocaatkosten, bij elke handeling om deze Beperkte licentieovereenkomst of een intellectueel eigendomsrecht in verband met de kit en/of de onderdelen ervan af te dwingen.
Zie www.qiagen.com voor bijgewerkte licentievoorwaarden.
© 2013 Cellestis, a QIAGEN Company, alle rechten voorbehouden.
Phone: (Australia) +613-9840-9800 E-mail:
[email protected]
1075115NL Rev. 01
www.QuantiFERON.com