269
Bijlagen Nuttige adressen – 271 Bijlage: afbeeldingen van bloed, beenmerg en biopten – 275 Register – 281
271
Nuttige adressen
J.C. Kluin-Nelemans, E.A. Tanasale-Huisman (Red.), Hematologie, Zorg Rondom, DOI 10.1007/978-90-313-9906-2, © Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 2013
272
Nuttige adressen
Beroepsverenigingen Verpleegkundigen Stamceltransplantatie
Special Interest Group Hematologie, SIG e-mail:
[email protected] website: 7 http://oncologie.venvn.nl Nederlandse Vereniging van Hemofilieverpleegkundigen
Dr. Molenwaterplein 40 Hemofiliebehandelcentrum kamer D335 3015 GD Rotterdam e-mail
[email protected] Vereniging van Oncologieverpleegkundigen (VvOV)
V&VN Oncologie Postbus 8212 3503 RE Utrecht e-mail:
[email protected] website: 7 www.oncologieverpleging.nl World Federation of Haemophilia
website: 7 www.wfh.org
Patiëntenverenigingen Aplastische anemie en PNH
Stichting Zeldzame Bloedziekten (SZB) e-mail:
[email protected] website: 7 www.bloedziekten.nl Essentiële trombocytemie (ET), polycythaemia vera (PV) en myelofibrose (MF)
MPN Stichting Postbus 10496 6000 GL Weert tel: 088 - 007 43 00 e-mail:
[email protected] website: 7 www.mpn-stichting.nl Hemofilie, ziekte van Von Willebrand en andere erfelijke bloedingsziekten
Nederlandse Vereniging van Hemofilie-Patiënten (NVHP) Jan van Gentstraat 130 1171 GN Badhoevedorp tel: 020 - 659 90 21 (van 10.00-16.00 uur) website: 7 www.nvhp.nl
Nuttige adressen
273
ITP
ITP Patiëntenvereniging Nederland tel: 033 - 470 11 58 e-mail:
[email protected] website: 7 www.itp-pv.nl Leukemie/lymfoom/multipel myeloom/stamceltransplantatie
De vier verschillende patiëntenverenigingen (Stichting Contactgroep Leukemie, Lymfklierkanker Vereniging Nederland, Contactgroep Myeloom en Waldenström Patiënten, en Contactgroep SCT) gaan samen tot één grote belangengroep: Hematon. Dit vindt plaats in de loop van 2013/2014. Tot dan blijven de adressen van de vier belangenorganisaties nog apart. Hematon Patiëntenorganisatie bloedkanker, lymfklierkanker en stamceltransplantaties Churchilllaanlaan 11 (4e etage) Postbus 8152 3503 RD Utrecht tel: 030 - 291 30 74 Leukemie (waarbij alle soorten leukemie, acute en chronische, myeloïde en lymfatische, betrokken zijn)
Stichting Contactgroep Leukemie Postbus 8152 3503 RD Utrecht tel: 030 - 291 60 91 website: 7 www.leukemie.nfk.nl Lymfklierkanker
LymfklierkankerVereniging Nederland Postbus 1809 3800 BV Amersfoort tel: 033 - 453 25 81 e-mail:
[email protected] website: 7 www.lymfklierkanker.nl Multipel myeloom/ziekte van Kahler
Contactgroep Myeloom en Waldenström Patiënten Secretariaat CMWP Heerbaan 59 5721 LR Asten tel: 0493 - 69 30 17 e-mail:
[email protected] website: 7 www.cmwp.nl
274
Nuttige adressen
Stamceltransplantatie
Contactgroep SCT Per adres: IKA Postbus 9236 1006 AE Amsterdam website: 7 www.kankerpatient.nl/sct Thalassemie en sikkelcelanemie
Oscar Nederland Postbus 4 3980 CA Bunnik website: 7 www.oscarnederland.nl Trombose en longembolie
Hartstichting Postbus 300 2501 CH Den Haag Informatielijn: 0900 -3000300 website: 7 www.hartstichting.nl Trombosestichting Nederland Postbus 100 2250 AC Voorschoten tel: 071 - 561 77 17 website: 7 www.trombosestichting.nl
Algemeen Het Behouden Huys (nazorg) Psycho-oncologisch therapiecentrum Rijksstraatweg 363-a 9752 CH Haren tel: 050 - 406 24 00 website: 7 www.behoudenhuys.nl Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker Schouwstede 2d 3431 JB Nieuwegein tel: 030 - 242 29 44 e-mail:
[email protected] Stichting Jongeren en Kanker (SJK) Postbus 9236 1006 AE Amsterdam tel: 020 - 570 05 45
275
Bijlage: afbeeldingen van bloed, beenmerg en biopten
J.C. Kluin-Nelemans, E.A. Tanasale-Huisman (Red.), Hematologie, Zorg Rondom, DOI 10.1007/978-90-313-9906-2, © Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 2013
276
Bijlage: afbeeldingen van bloed, beenmerg en biopten
1a = basofiele granulocyt
1b = eosinofiele granulocyt
1c = neutrofiele granulocyt
1d = staafkernige granulocyt
1e = lymfocyt
1f = monocyt
. Figuur 1a–f overzicht van circulerende leukocyten in normaal bloed.
Bijlage: afbeeldingen van bloed, beenmerg en biopten
2a = kleine vergroting waarin losse celelementen en vetcellen
. Figuur 2a–b overzicht normaal beenmergaspiraat.
277
2b = hogere vergroting: mkc = megakaryocyt E = erytropoëse: orthochromatische erytroblasten My = myelopoëse: myelocyt B = blast, waarschijnlijk een myeloblast
278
Bijlage: afbeeldingen van bloed, beenmerg en biopten
3a = normaal rood bloedbeeld
3b = megaloblastair bloedbeeld: de erytrocyten zijn groter dan normaal, vaak ovaal van vorm; de pijl wijst naar een gehypersegmenteerde neutrofiele granulocyt
3c = microcytair bloedbeeld: de erytrocyten zijn kleiner dan normaal en vaak hypochroom
3d = sikkelcelcrise: de sterretjes wijzen naar erytrocyten die de sikkelvorm hebben aangenomen
. Figuur 3a–d overzicht rode bloedbeelden.
4a = NHL, type diffuus grootcellig Bcellymfoom
4b = hodgkin-lymfoom: de pijl wijst naar een reed-stemberg-cel
. Figuur 4a–b voorbeelden van een maligne lymfoom.
279
Bijlage: afbeeldingen van bloed, beenmerg en biopten
5a = chronisch lymfatische leukemie (bloed): de ster staat bij een Gumprechtse schol (kapot gestreken CLL-cel, ook wel smudge cell genoemd). Goed is te zien hoe klein de lymfocyten zijn bij een CLL
5b = bloedbeeld van chronisch myeloïde leukemie met karakteristiek mengbeeld van myeloïde cellen in verschillende rijpingsstadia
5c = beenmerg van een patiënt met een multipel myeloom. Het beeld wordt gedomineerd door grotendeels afwijkende plasmacellen.
5d = beenmerg met een acute myeloïde leukemie. De inzet toont een myeloblast met een fijne auerse staaf (zie pijl).
. Figuur 5a–d overzicht van verschillende leukemieën en het multipel myeloom.
281
Register
J.C. Kluin-Nelemans, E.A. Tanasale-Huisman (Red.), Hematologie, Zorg Rondom, DOI 10.1007/978-90-313-9906-2, © Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 2013
282
Register
– B-lymfoblastaire leukemie 95 – T-lymfoblastaire leukemie 95 5-azacitidine 89, 102 5q-syndroom 102 6-mercaptopurine 89, 96
A
aangeboren immuunsysteem 10 ABO-incompatibiliteit 59 ABVD 118, 235 acceleratiefase 106–108 acenocoumarol (Sintrom®) 201, 203 ACE-remmers 48, 58 acetylsalicylzuur (Aspirine®) 227 aciclovir (Zovirax®) 215 acroleïne 235 ACS (acute chest syndrome) 260 acute chest syndrome (ACS) 260 acute lymfatische leukemie (ALL) 7, 83, 85, 92, 95, 96, 167, 168 acute myeloïde leukemie (AML) 7, 83, 85, 86, 88, 89, 102, 167 ADAMTS13 191 aderlating 46, 111 adriamycine 96, 118, 121, 235 aferese 56, 164 afweer –– cellulaire 209 –– humorale 209 afweerstoornissen 114, 124 afweersysteem 10 aids 5, 51, 77 AIHA (auto-immuunhemolytische anemie) 32 ALAT 222 ALCL (anaplastisch grootcellig lymfoom) 124 alcoholmisbruik 26 alemtuzumab 125, 136, 236, 241 alertkaart 252 alkyleerders 88 alkylerende middelen 235 ALL (acute lymfatische leukemie) 7, 83, 85, 92, 95, 96, 167, 168 –– – precursor-T-cel 95 –– precursor-B-cel 95 all transretinoic acid (ATRA) 90 allergie 19 alloantistoffen 33, 39–43, 186 allogene stamcelinfusie 54 allogene stamceltransplantatie 167
allogene stamceltransplantatie (allo-SCT) 101, 149, 209 allo-SCT (allogene stamceltransplantatie) 89, 101, 209 ambulante zorgtrajecten 247 amfotericine (Ambisome®) 216 amfotericine B (Fungizone®) 215 aminoglycosiden –– amikacine 216 –– gentamicine 216 –– tobramycine 216 AML (acute myeloïde leukemie) 7, 83, 85, 86, 88, 89, 102, 167 AML1-ETO 86 amoxicilline 123 amoxycilline 215 amyloïdose 181 anafylactische reacties 47, 58, 62 anafylaxie 27, 46, 57, 71 anaplastisch grootcellig lymfoom (ALCL) 124 androgenen 23 anemie 24, 25, 28, 99 –– aplastische 26, 167 –– auto-immuunhemolytische 32, 34, 45 –– bij chronische ziekten 28 –– hemolytische 30 –– ijzergebreks- 26, 30 –– macrocytaire 25, 26 –– megaloblastaire 27 –– microcytaire 25 –– normocytaire 26 –– sikkelcel- 30, 31, 34 anidulafungine 216 Ann Arbor-stadiëring 117 anthracyclinen 89 antibiotica 34, 135, 209, 210, 214, 215 –– cytotoxische 237 anticardiolipine antistoffen 199 anticoagulantia 187, 200 –– bijwerkingen 203 antifosfolipide antistoffen 199 antifosfolipidesyndroom 200 antigeen 10, 18 antigeenreceptor 14, 129, 132 antimetabolieten 238, 239 antistoffen 209 –– allo- 33, 39–43, 186 –– anticardiolipine 199 –– antifosfolipide 199 –– auto- 32, 39 –– bifasische IgG- 32 –– HLA- 72, 228 –– HPA- 50 –– IgG- 32, 34 –– IgM- 32
antistofvorming 15 anti-T-celglobuline (ATG) 30 anti-thymoglobuline (ATG) 101 antitrombine 179, 199, 200 antitrombotica 187, 188 aplastische anemie 167 aplastische crisis 32 apoptose 6, 18, 104, 128 aPTT (geactiveerde partiële tromboplastinetijd) 54, 178, 182 Ara-C 89 argatroban (Arganova®) 203 arseentrioxide 90, 109 arteriële trombose 110, 196, 205 ASAT 222 asparaginase 96, 236, 241 Aspergillus 211, 212 aspiraat 85, 225, 227 asplenie 260 astma 20 ATG (anti-T-celglobuline) 30 ATG (anti-thymoglobuline) 101 ATRA-syndroom 90 atriumfibrilleren 196 autoantistoffen 32, 39 auto-immune hemolytische anemie 251 auto-immuunhemolyse 25 auto-immuunhemolytische anemie (AIHA) 32, 34, 45 auto-immuunziekten 19 autologe stamceltransplantatie 134, 167 autorijden 255 azacitidine 236, 239
B
bactericiden 215 bacteriëmie, kathetergeassocieerde 219 bacteriën 10, 40, 45, 46, 129, 208 –– anaerobe 209 –– gramnegatieve 211, 214, 216 –– grampositieve 214 BAL (bronchoalveolaire lavage) 211 B-ALL 92 basofiele granulocyten 5, 6, 10 basofiele leukemie –– acute 88 basofielen 222 basofilie 106 BCR-ABL 104, 107–109 BEACOPP 119, 235 BEAM-schema 166
283
Register
beenmergbiopt 2, 135, 223 beenmergkleuring 94 beenmergonderzoek 2, 3, 28, 83, 225 bekkenvenentrombose 198 belprocedures 253 bence-jones-eiwit 140 bendamustine 148, 235, 236 benzeen 84 bestraling 251 bestraling bloedproduct 51 bètathalassemie 169 bifasische IgG-antistoffen 32 bifenotypische leukemie, acute 88 Binet-stadia 131–133 bisfosfonaten 152 blastaire plasmacytoïde dendritische celneoplasma 88 blasten 8, 38, 82–84, 98, 100, 227 blastencrisis 104, 106–108 bleeding score 182 bleomycine 118, 235, 236 bloedarmoede 3, 23, 24, 26, 30, 33, 34, 77, 130 bloedbeeld 28, 222, 223 bloedgroep 39, 41, 42 –– antigenen 4 –– controle 77 bloeding 48, 50, 57, 83, 87, 178, 186, 203 bloedingsneiging 178, 181–183, 187, 189, 249 –– verworven 187 bloedonderzoek 2, 83 bloedplaatjes 178 bloedstolling 178 bloedtransfusie 38, 39, 41, 43, 52, 54, 62, 69 –– wetgeving 74 bloedverlies –– acuut 24, 25 –– chronisch 25 –– excessief 183, 184, 186 –– langzaam 30 –– na kleine trauma’s 83 bloemen 255 B-lymfoblastair lymfoom 115 B-lymfocyten 6, 10, 14, 18, 129, 172, 209, 228 –– geheugen-B-cellen 129 –– naïeve B-cellen 129 bortezomib 138, 146, 147, 236 bosutinib 109 botpijn 93, 151 botten 31, 115, 117 bradykinine 48, 58
BRAF-oncogen 135 brentuximab 125 bronchoalveolaire lavage (BAL) 211 bronchoscopie 211 BSE (bezinkingssnelheid) 114, 224 BSE (boviene spongiforme encephalopathie) 52 B-symptomen 117, 118 buikvenentrombose 205 burkitt-lymfoom 123, 229 busulfan 107, 235, 236
C
calcium 39, 53 Candida albicans 212 captopril 48 carbasalaatcalcium (Ascal®) 227 carfilzomib 148 carmustine 235, 236 caspofungine 216 cast-nefropathie 144 CBFB-MYH11 86 CD (cluster of differentiation) 225 CD20 133, 225 CD34 164, 225 CD34-selectie 170 CD4-positieve T-lymfocyten 17 CD8-positieve T-lymfocyten 17 celcyclus 234 cellcept 172 cellen –– dendritische 11, 13, 18 cellulaire afweer 209 celmembraan 170, 186 centraalveneuze katheter (CVC) 216, 217 centrale lijn 247 centrale zenuwstelsel 229, 231 chemotherapeutica 234 chemotherapie 82, 87, 90, 107, 118, 121, 125, 133, 165 chimerisme 162 chloorambucil 123, 133, 134, 235, 236 chloroom 84 CHOP 235 CHOP (cyclofosfamide, vincristine, prednison, doxorubicine) 133 chromosomaal onderzoek 86 chromosomale afwijkingen 145 chromosomenonderzoek 100 chromosoom 31, 39, 228 –– philadelphia- 93, 95, 104 chromosoom 22 104
A–C
chromosoom 8 86 chromosoom 9 104 chronische lymfatische leukemie (CLL) 7, 8, 128–130, 133, 134, 168, 209 chronische myeloïde leukemie (CML) 7, 8, 94, 104, 106, 108, 109, 167, 175 chronische myelomonocytenleukemie (CMML) 101 chronische myeloproliferatieve neoplasma’s (MPN) 104 ciclosporine 2, 30, 101, 124 ciprofloxacine 214 cisplatine 235, 236 citraat 53, 56, 59 cladribine 51, 135, 236, 239 claritromycine 123 CLL (chronische lymfatische leukemie) 7, 8, 128–130, 133, 134, 168, 209 cluster of differentiation (CD) 225 CML (chronische myeloïde leukemie) 7, 8, 104, 106, 108, 109, 167, 175 –– acceleratiefase 106 –– blastencrisis 106 CML (chronische myeloïde leukemie_ –– chronische fase 107 CMML (chronische myelomonocytenleukemie) 101 CMV (cytomegalovirus) 172, 212 coagulasenegatieve stafylokokken (CoNS) 208, 211, 216 coeliakie 27, 124 cognitieve gedragstherapie 256 colistine 214 combinatiechemotherapie 205 compatibiliteitsonderzoek 41, 45 complementlysis 12 complementsysteem 12 complete remissie (CR) 89, 230 compressie-echografie 198 compressietherapie 202, 204 computertomografie (CT) 230 conditionering 166 congenitale sferocytose 25 CoNS (coagulasenegatieve stafylokokken) 208, 211, 216 consolidatiekuur 89, 96 contactisolatie 213 coombs-test 32, 49 corticosteroïden 95, 133, 181 cotrimoxazol 214 counseling, genetische 262 C-reactieve proteïne (CRP) 210, 224
284
Register
Creutzfeldt-Jakob, ziekte van 52 cristabiopsie 85, 117 CRP (C-reactieve proteïne) 210, 224 cryopreservatie –– van embryo’s 253 –– van ovariumweefsel 253 CT (computertomografie) –– spiraal- 230 Cushing, ziekte van 181 CVC (centraalveneuze katheter) 216, 217 CVP (cyclofosfamide, vincristine, prednison) 121, 123, 133 cyclofosfamide 119, 121, 235, 236 cytarabine 89, 108, 235, 236, 239 cytochemie 82, 85 cytogenetica 86 cytogenetische afwijkingen 132 cytokinen 12, 170, 173 –– pro-inflammatoire 12 cytokinestorm 170, 173 cytomegalovirus (CMV) 172, 212 cytopenie 98, 99 cytostatica 84, 86, 87, 89, 109, 125, 128, 133, 135, 209 cytotoxie 16 cytotoxische antibiotica 237
D
dabigatran 202, 205 dacarbazine 118, 235, 236 dalteparine (Fragmin®) 201 danaparoïde (Orgaran®) 203 dasatinib 96, 109, 236 daunorubicine 89, 236 DDAVP (desmopressine, Minrin®) 178, 184 dehydratie 222 dendritische cellen 11, 13 desmopressine (DDAVP, Minrin®) 184, 186 dexamethason 149, 235 DHAP 235 diafragma 117 diarree 50, 171, 248 diathese hemorragische 249 diepe veneuze trombose 147 diepe veneuze trombose (DVT) 190, 196, 197, 205 dierenbeet 252 diffuse intravasale stolling (DIS) 46, 181, 189, 190 diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) 121 dimethylsulfoxide (DMSO) 45, 56
DIS (diffuse intravasale stolling) 181, 189, 190 DLI (donorleukocyteninfusie) 173 DNA 84, 129, 228, 234 donorleukocyteninfusie (DLI) 173 donorlymfocyteninfusies (DLI) 107 doxorubicine 236 drug fever 210 dry tap 85, 111, 135, 226 DVT (diepe veneuze trombose) 190, 196, 197, 205
E
EBMTR (European Bone Marrow Transplantation Registry) 163 EBV (epstein-barr-virus) 172, 212 EC (erytrocytenconcentraat) –– gewassen 62 –– leukocytenarm 62 echografie 230 echografie, compressie- 198 ECP (extracorporele fotoferese) 172 eczeem 20 EDTA 4, 223 Ehlers-Danlos, syndroom van 181 eicellen 253 eiwitelektroferese 222 elotuzumab 148 eltrombopag 192 enalapril 48 endo-echografie 230 endogene flora 208 endotheel 179 engraftment 165 enoxaparine (Clexane®) 201 enzymdeficiënties 30 EORTC (European Organisation for Research and Treatment of Cancer) 117 eosinofiele granulocyten 5, 6, 10 eosinofilie 106 epo (erytropoëtine) 3, 23, 59, 101, 110, 154 epstein-barr-virus (EBV) 84, 114, 124, 172, 212 erytroblast 23 erytrocyten 3, 4, 23, 24, 32, 34, 58, 77 –– ABO-incompatibele 55 –– concentraat 35 erytrocytenantigenen 48 erytrocytenconcentraat (EC) 62 erytroïde leukemie, acute 88 erytromelalgie 110
erytropoëtine (epo) 3, 23, 59, 101, 110, 154 Escherichia coli 211 essentiële trombocytemie (ET) 7, 104, 111 esterasekleuring 85 ET (essentiële trombocytemie) 7, 104, 111 etoposide 89, 119, 235, 236 European Bone Marrow Transplantation Registry (EBMTR) 163 extracorporele fotoferese (ECP) 172
F
factor II 179 factor IX 257 factor VII 179 factor VIII 178, 183, 184, 257 factor X 179 factor XIII 179 factor-V-Leiden 199 fagocytose 11 FCR-schema (fludarabine, cyclofosfamide, rituximab) 128, 133 feneticilline (Broxil®) 215 fenprocoumon (Marcoumar®) 201, 203 ferritine 23, 53 ferrofumaraat 23, 26 fertiliteit 118 fever of unknown origin (FUO) 212 FFP (vers bevroren plasma) 64, 187, 203 fibrine 179 fibrinogeen 57, 179, 186 fibrinogenolyse 193 fibrinolyse 179, 183 fibrinolytica 187 filter 59, 69 –– HEPA- 213 FISH (fluorescentie-in-situ-hybridisatie) 228 flowcytometer 225 fluconazol 208, 214, 215 fludarabine 133, 236, 239 fluorescentie-in-situ-hybridisatie (FISH) 228 fluoroquinolonen 214 foliumzuur 27–29, 32, 33 foliumzuurantagonisten 239 folliculair lymfoom 120, 121 fondaparinux (Arixtra®) 203, 205 FUO (fever of unknown origin) 212
285
Register
G
G1-fase 234 G2-fase 234 G6PD (glucose-6-fosfaatdehydrogenase) 24 G6PD-deficiëntie 30, 31, 34 galactomannan 211 galbulten 47, 78 gammaglobulinen 222 ganciclovir 52 GC (granulocytenconcentraat) 64 G-CSF (granulocyte-colony stimulating factor) 3, 101, 119, 121, 149, 164, 232 geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) 54, 178, 182 geheugen-B-cellen 129 gekkekoeienziekte 52 genetic counseling 29, 32 genetische counseling 262 gentherapie 169, 185 geslachtsorganen 83 gewrichtsbloeding 257 gewrichtsklachten 171 gisten 208, 211, 212, 215, 216 Glanzmann, ziekte van 181, 186 glucose-6-fosfaatdehydrogenase (G6PD) 24 graft-versus-hostziekte (GVHD) 110, 209 –– transfusiegeassocieerde 43 graft-versus-host-ziekte (GVHD) 169, 170 graft-versus-leukemie (GVL) 173 graft-versus-tumor (GVT) 168, 173 gramnegatieve bacteriën 211, 214 gramnegatieve staven 215 grampositieve bacteriën 214 granulocyte-colony stimulating factor (G-CSF) 3, 101, 119, 121, 149, 164, 232 granulocyten 10, 209 –– basofiele 5, 6, 10 –– eosinofiele 5, 6, 10 –– neutrofiele 5, 6, 10 –– staafkernige 5, 6 granulocytenconcentraat (GC) 64 granulocytopenie 83 Gumprechtse schollen 130
H
Haemophilus influenzae 251 hairy-cell-leukemie (HCL) 7, 128, 135 handenalcohol (Sterillium®) 212
hartinfarct 48, 71, 224 HbS 32 HBsAg 51 HbSS 34 HCL (hairy-cell-leukemie) 7, 128, 135 Helicobacter pylori 114, 123 helper-T-lymfocyten 17 hematocriet 25, 62, 111 hematoom 49, 181, 204, 218 Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland (HOVON) 117 hematopoëse 2, 3, 7, 111, 222 hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) 163, 173, 174 hematothorax 218 hemochromatose 52 hemofilie 256 –– verworven 190 hemofilie A 178, 183, 184, 257 hemofilie B 183, 184, 257 hemofiliebehandelcentrum 260 hemoglobine 4, 24, 28–30, 33 –– A (HbA) 24 –– A2 (HbA2) 24 –– F (HbF) 24 –– foetaal 262 hemoglobinopathie 31, 45, 169 hemoglobinurie 205 hemolyse 24, 25, 30, 32, 33, 45, 123, 205, 224 hemolytische anemie, autoimmune 251 hemolytische transfusiereactie 33, 42, 48, 49 hemolytisch-uremisch syndroom (HUS) 181, 191 hemorragische cystitis 235 hemorragische diathese 249 hemostase 178 –– primaire 182 –– secundaire 182 –– stoornissen 181, 183 HEPA-filter 213 heparine 4, 201 –– ongefractioneerde 203 heparinegeïnduceerde trombocytopenie (HIT) 201, 203 heparineslot 220 hepatitis 51, 258 hepatitis B-virus 30, 52, 258 hepatitis C-virus 30, 52, 184, 258 hereditaire sferocytose 24 herpessimplexvirus (HSV) 212 herpesvirussen 211, 212 –– cytomegalovirus (CMV) 51 –– epstein-barr-virus (EBV) 84, 124 hersenen 115, 117
C–H
herseninfarct 196 heterozygoot 31, 40 hickman-katheter 247 Hiroshima 84, 106 HIT (heparinegeïnduceerde trombocytopenie) 201, 203 hiv 51, 64, 135, 184, 259 HLA –– antigeen 50, 170, 229 –– antistoffen 72, 228 –– identieke donor 107, 170, 229 –– moleculen 17 –– typering 228, 229 Hodgkin, ziekte van 114 hodgkin-lymfoom 114, 115, 118, 125, 167, 230 –– nodulair lymfocytenrijk 120 –– recidief 119 hogeresolutie-CT-scan (HRCT) 211 homozygoot 40 hooikoorts 20 HOVON (Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland) 117 HPA –– 1a 49 –– antistoffen 50 –– typering 50 HRCT (hogeresolutie-CT-scan) 211 HSCT (hematopoëtische stamceltransplantatie) 163, 174 HSV (herpessimplexvirus) 212 HTL-virussen 84 huid 35, 45, 83, 125, 209 huidlymfomen 125 huidnecrose 204 huisdieren 254 huishoudelijke werkzaamheden 254 humorale afweer 209 HUS (hemolytisch-uremisch syndroom) 181, 191 hydroxycobalamine 28 hydroxyurea 89 hydroxyureum 32, 107, 111, 262 hypercalciëmie 143 hyperdiploïdie 94 hyperglykemie 58 hyperhemolyse 49 hyperkaliëmie 58, 59 hypertensie, pulmonale 197 hyperviscositeit 123, 144, 154 hyperviscositeitssyndroom 123 hypocalciëmie 53, 57–59 hypodiploïdie 94 hypomagnesiëmie 53, 59 hypotensie 48, 57, 71 hypothermie 53, 59 hypothyreoïdie 24, 181
286
I
Register
icterus 49, 171 idarubicine 89, 236 ifosfamide 235, 236 IgA 47, 57 –– deficiëntie 47, 62 IgE –– antistoffen 19 IgG 57 –– antistoffen 32, 34 –– antistoffen, bifasische 32 IgM 57 –– antistoffen 32 IgV-genen 131, 134 ijzer 23, 24 –– stapeling 29, 35, 43, 52 ijzerchelatie 35 ijzerstapeling 169 imatinib 96, 109, 236 imatinib (Glivec®) 108 imipenem (Tienam®) 208 immune trombocytopenische purpura (ITP) 50, 181, 192, 205 immunoglobuline 139 immunologisch reconstitutiesyndroom 210 immunologische tolerantie 19 immunomodulatory drugs (IMiD’s) 146 immuundeficiëntie 19, 128, 135 immuunfenotypering 82, 85, 92, 94, 130, 132, 134, 225 immuungecompromitteerd 50, 51, 209, 211, 215 immuunglobuline 14, 15, 57, 129, 133, 209, 222 immuunsysteem 10 –– aangeboren 10 –– verworven 10, 18 increment 72 infectie 210 –– kathetergeassocieerde 219 infectiepreventie 246 infecties –– opportunistische 19 infertiliteit 109, 119, 126 INR (International Normalized Ratio) 183, 201 intensive-care-afdeling 248 interferon 11, 170 interferon-alfa 107 –– bijwerkingen 108 interferon-alfa (IFN-α) 111 interleukine 12, 170 International Normalized Ratio (INR) 183, 201
International Prognostic Index (IPI) 120 internationale prognostische score (IPS) 118 intoxicatie 189 intra-uteriene transfusies 51 intraveneuze lijn 216 intrinsic factor 27 in-vitrofertilisatie (ivf ) 253 involved node-bestraling 118 IPI-score (International Prognostic Index) 120 isolatie 247 –– contact- 213 –– omgekeerde 213 isolatie van patiënt 213 isotypen 15 ITP (immune trombocytopenische purpura) 50, 181, 192, 205 itraconazol 214 ivf (in-vitrofertilisatie) 253
J
JAK2, remming 112 JAK2-mutatie 110, 112 Jamshidi®-biopsienaald 225 Jehova’s getuigen 74 jeuk 47, 78, 111 jicht 84, 106, 110 jonge ouders, kanker 256
K
Kahler, ziekte van 7, 139, 222 karyotype 86 karyotypering 104 kathetercontaminatie 219 kathetergeassocieerde bacteriëmie 219 kathetergeassocieerde infectie 219 katheterkolonisatie 219 katheters –– polyurethaan- 217 –– siliconen 217 kiemarme dieet 247 kinaseremmers 134 kinderwens 109, 118 klasse I-moleculen 17 Klebsiella pneumoniae 211 klonaal 7 kobalt 23 kolonisatieresistentie (KR) 209
koorts 44, 71, 84, 210, 215, 216, 218, 220, 224, 252 –– neutropene 211 koude agglutinine 32, 45 koudeagglutinatiesyndroom 123 KR (kolonisatieresistentie) 209 kruisserum 43 kuitvenentrombose 198 kunsthartklep 196 kwaliteit van leven 255 kweken 210
L
laagmoleculaire heparine (LMWH) 201, 203, 205 lactaatdehydrogenase (LDH) 224 late toxiciteit 119, 125 LDH (lactaatdehydrogenase) 224 LDT (lymfocytenverdubbelingstijd) 131 leefregels 253 Leiden, factor-V- 199 lenalidomide 102, 134, 146, 147, 205, 236, 241 leukemie 26, 29, 82, 83, 98 –– – B-lymfoblastaire 95 –– – T-lymfoblastaire 95 –– acute basofiele 88 –– acute bifenotypische 88 –– acute erytroïde 88 –– acute lymfatische 7, 83, 85, 92, 95, 96, 167, 168 –– acute megakaryocyten- 88 –– acute monoblasten/monocyten- 88 –– acute myeloïde 7, 83, 85, 86, 88, 89, 102, 167 –– acute myelomonocyten- 88 –– acute ongedifferentieerde (AUL) 88 –– bifenotypische 87, 88 –– burkitt-type 95 –– chronische lymfatische 7, 8, 128–130, 133, 134, 168, 209 –– chronische myeloïde 7, 8, 94, 104, 106, 108, 109, 167, 175 –– chronische myelomonocyten 101 –– gemengde acute 94 –– hairy-cell- (HCL) 7, 128, 135 –– meningeale 93, 95 –– prolymfocyten (PLL) 135 –– promyelocyten (APL) 89 –– recidief 89 –– relapse 89
287
Register
–– secundaire 84 –– WHO-indeling 87 leukemogene stoffen 87 leukocytopenie 30, 222, 225 leukocytose 106, 111, 118 leukopenie 99 leukostase 106 leveraandoeningen 186, 189, 224 lichaambestraling, totale 251 lijn –– PICC 216, 218 lijn, centrale 247 lijnsepsis 208, 209, 247 liquor 122, 229 liquoronderzoek 229 LMWH (laagmoleculaire heparine) 201, 203, 205 lomustine 235, 236 longembolie 57, 71, 147, 190, 196–199, 202, 205 lupus –– anticoagulans 199 lymfadenopathie 95 lymfeklieren 10, 18 lymfoblastaire lymfomen 124 lymfocyten 5, 6, 10 lymfocytenverdubbelingstijd (LDT) 131 lymfoïde organen 10, 18 lymfoïde weefsel 18 lymfoom –– hodgkin 114, 230 –– lymfoblastair 124 –– lymfoplasmacytair 115, 123 –– maligne 32, 116, 230 –– MALT 122 –– mantelcel 115, 122 –– marginalezone 122 –– non-hodgkin 168 –– non-hodgkin- 7, 8, 114, 115, 120, 230 –– perifeer T-cel- 115 –– primair, huid 125 –– T-celtype 124 lymfoplasmacytair lymfoom 115, 123
M
macrocytaire anemie 25 macrofagen 6, 11, 23, 228 macroglobulinemie 141 magnesium 23, 53 magnetic resonance imaging (MRI) 231 malabsorptie 28, 222
malaria 252 maligne lymfoom 32, 230 MALT-lymfoom 114, 122 mantelcellymfoom 115, 122 marginalezone-lymfoom 122 massale transfusie 43, 53 MDS (myelodysplastisch syndroom) 7, 87, 98, 99 MDS, niet-classificeerbare 101 mean corpuscular volume (MCV) 25, 33 megakaryoblastaire AML 88 megakaryocyten 101, 111 megakaryocytenleukemie, acute 88 melfalan 146, 235, 236 meningeale leukemie 93, 95 meningokokken 251 mercapto-ethaansulfonzuur (Mesna) 235 mercaptopurine 236, 239 mesenchymale stamcellen 172 Mesna (mercapto-ethaansulfonzuur) 235 mestcellen 19 methemoglobine 24 methotrexaat 236, 239 methotrexaat (MTX) 96 M-fase 234 MGUS (monoclonal gammopathy of undetermined significance) 141 microangiopathische hemolytische anemie 191 microcytaire anemie 25 micro-organismen 10, 208, 209, 214, 215 milt 2, 6, 10, 18, 31, 111, 114, 123, 250 minimal residual disease (MRD) 225, 228 Mirena-spiraal 196 mitoxantron 89, 236 mixed phenotype acute leukemia (MPAL) 88, 94 Modified Early Warning Score 248 moleculen –– klasse I 17 monitoring 65 monoblasten/monocytenleukemie, acute 88 monoclonal gammopathy of undetermined significance (MGUS) 141 monocyten 4–6, 10, 135, 209, 228 monoklonaal 222 monoklonaal eiwit 123 monoklonale antilichamen 240
I–N
monoklonale plasmacelaandoening 139 mononucleosis infectiosa 32 monosomie 86 MPAL (mixed phenotype acute leukemia) 94 MPN (chronische myeloproliferatieve neoplasma’s) 104 M-proteïne 138, 222 M-proteïnemie 181 MRD (minimal residual disease) 225, 228 MRI (magnetic resonance imaging) 231 Mucor 212 mucosa associated tissue (MALT) 122 mucosageassocieerde lymfoom (MALT) 114 mucositis 209, 246, 247 multilineage dysplasie 88 multipel myeloom 7, 8, 19, 138, 205, 208, 209, 222, 227, 231 multiple sclerose 168 mutaties 109, 129, 132 mutatiestatus 131 mycofenolaatmofetil 124 Mycoplasma pneumoniae 32 myeloablatieve allogene stamceltransplantatie 134 myeloblastensarcoom 84 myelodysplasie 98, 101 myelodysplastisch syndroom (MDS) 7, 87, 98, 99 myelofibrose 104, 110, 111 myelomonocytenleukemie, acute 88 myeloomnier 144 myelotoxiciteit 166 myocardinfarct 83, 110, 196
N
NaCl 34, 44–46, 48 nadroparine (Fraxiparine®) 201 naïeve B-cellen 129 NANDA-I (North American Nursing Diagnoses Association International 245 naturalkillercellen (NK-cellen) 11, 170, 209 navelstrengbloed 58, 163, 174 nazorg 255 neonaten 43, 58, 59 neutrofiele granulocyten 5, 6, 10 neutropene koorts 211
288
Register
neutropenie 209, 210, 213, 215 NHL (non-hodgkin-lymfoom) 7, 8, 114, 120, 168, 230 nieraandoeningen 189 nierinsufficiëntie 146 niet-myeloablatieve conditionering 170 niet-myeloablatieve stamceltransplantatie 134 nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s) 202, 203 nilotinib 109, 236 NK-cellen 11, 170, 209 NOAC’s (nieuwe orale anticoagulantia) 202, 203 nodulair lymfocytenrijk hodgkinlymfoom 120 non-hodgkin-lymfoom 141 –– extranodale lokalisatie 115 non-hodgkin-lymfoom (NHL) 7, 8, 114, 120, 168, 209, 230 normoblasten 23 North American Nursing Diagnoses Association International (NANDA-I) 245 NSAID’s (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen) 204, 210 nystatine 214
O
obinutuzumab 133 obstipatie 250 ofatumumab 236, 240 omeprazol 123 omgekeerde isolatie 213 ommaya-reservoir 96, 229 oncolytica 234, 236, 237 oncovin 119 onderhoudsbehandeling 32, 96, 122 ongedifferentieerde leukemie (AUL) 92 ongedifferentieerde leukemie, acute (AUL) 88 ontstekingsreactie 210 onvruchtbaarheid 252 opportunistische infecties 19, 172 opsonisatie 11 osteonecrose 152 osteopenie 152 osteoporose 53, 152 overgang 253
P
PAD (partiële antibiotische decontaminatie) 214 panabinostat 148 pancytopenie 2, 123, 135, 225 paracetamol 204, 210 paraproteïne 123, 222 parasieten 10 parasitaire organismen 211 paroxismale nachtelijke hemoglobinurie 205 paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) 30 partiële antibiotische decontaminatie (PAD) 214 partiële remissie 230 parvovirus B19 32 PCC (protrombinecomplexconcentraat) 203 PCR (polymerasekettingreactie) 106, 228 peg-asparaginase 236 penicilline-G 215 pentostatine (Nipent®) 51, 135 pericardtamponnade 218 perifeer T-cellymfoom 115 peroxidase 85, 94 PET (positronemissietomografie) 231 petechiae/petechiën 2, 181 Pfeiffer, ziekte van 84 Ph-chromosoom 104, 107, 111 philadelphia-chromosoom 93, 95, 104, 107, 109, 111 PICC-lijn 216, 218 piperacilline/tazobactam (Tazocin®) 208 plaatjesaggregatietest 182 planten 255 plasma 4 plasmacellen 6, 15, 222 plasmaferese 56, 57, 154, 191 plasmine 179 plasminogeen 179 plasmocytoom 142 platelet function analyzer (PFA) 182 platinaverbindingen 235 plerixafor (Mozobil®) 165 PLL (prolymfocytenleukemie) 135 PML-RARA 86, 89 Pneumocystis carinii 212 Pneumocystis jiroveci 212 pneumokokken 31, 211, 251 pneumothorax 217, 218 PNH (paroxismale nachtelijke hemoglobinurie) 30
polycythaemia vera 205 polycythaemia vera (PV) 7, 104, 110 polyklonaal 7 polymerasekettingreactie (PCR) 106, 228 polyneuropathie 153 polytransfusé 229 polyurethaankatheters 217 pomalidomide 147 ponatinib 109 positronemissietomografie (PET) 231 posterior reversible encephalopathy syndrome (PRES) 48 postsplenectomie-sepsissyndroom 251 posttransfusiepurpura (PTP) 43, 49 post-transplant lymphoproliferative disorder (PTLD) 124 posttrombotisch syndroom 197, 201, 203, 204 precursor lymfoïde neoplasmata 95 prednisolon 3, 235 prednison 19, 33, 119, 172 PRES (posterior reversible encephalopathy syndrome) 48 priapisme 31, 106 priaprisme 261 prioninfectie 51 procarbazine 119, 235 pro-erytroblast 23 profylaxe 200 –– trombose- 204 profylaxe, trombose- 57, 205 pro-inflammatoire cytokinen 12 prolymfocytenleukemie (PLL) 135 promyelocytenleukemie 193 promyelocytenleukemie (APL) 89 protaminesulfaat 203 proteaseremmers 146, 239 proteïne C 179, 199, 200, 204 proteïne S 179, 199, 200, 204 protonpompremmer 123 protrombinecomplexconcentraat (FEIBA®) 185 protrombinecomplexconcentraat (PCC) 203 protrombinetijd (PT) 54 Pruisisch blauw 99 Pseudomonas aeruginosa 211, 215 pseudo-pelger-huët-cellen 98 psychosociale aspecten 255 PTLD (post-transplant lymphoproliferative disorder) 124 PTP (posttransfusiepurpura) 49
289
Register
pulmonale hypertensie 197 purging 169 purineantagonisten 239 purinethol 96 PUVA 125 PV (polycythaemia vera) 7, 104, 110 pyridoxine 23 pyrimidineantagonisten 239
R
RA (refractaire anemie) 100 radiotherapie 118, 119, 121, 133 RAEB (RA met excesblasten) 100 RAEB-t (RAEB in transformatie) 100 Rai-stadia 132 RARS (refractaire anemie –– met ringsideroblasten) 100 rattengif 190 R-CHOP (rituximab-CHOP) 121 RCMD-RS (RCMD met ringsideroblasten) 98, 100 recombinant geactiveerde factor VII (NovoSeven®) 185, 187, 203 recombinant-weefselplasminogeenactivator (rTPA) 200 reduced intensity transplantation (RIST) 134 reduced-intensity conditioning (RIC) 166, 170 refractaire anemie (RA) 100 –– met ringsideroblasten (RARS) 100 refractaire cytopenie 98 –– met multilineage dysplasie (RCMD) 100 regulatoire T-lymfocyten (Treg) 17 related organ or tissue impairment (ROTI) 138 remissie-inductie 96 repairmechanisme 84 resusantagonisme 33 reticulocyten 23, 25, 26, 29 reumatoïde artritis 168 riboflavine 23 RIC (reduced-intensity conditioning) 166, 170 ringsideroblasten 98–100 RIST (reduced intensity transplantation) 134 rituximab 19, 120, 121, 124, 133, 172, 234, 236, 240 rivaroxaban 202, 203, 205 roken 125 romiplostim 192 röntgenstraling 84
ROTI (related organ or tissue impairment) 138 RUNX1-RUNX1T1 86 ruxolitinib 112
S
sanctuary sites 93 scheren 250 schildklierfunctie 125 schimmelinfectie 211 schimmels 10, 129, 211, 212, 216 schistocyten 191 SCID (severe combined immune deficiency) 169 sclerodermie 168, 171 SCT (stamceltransplantatie) 229 SC-ziekte 31 SDD (selectieve darmdecontaminatie) 214, 247 secundaire leukemieën 84 selectieve darmdecontaminatie (SDD) 214, 247 serum free light chain assay (SFLC) 145 severe combined immune deficiency (SCID) 169 S-fase 234 sferocytose 251 –– congenitale 25 –– hereditaire 24 sideroblasten 99 sikkelcelanemie 31, 34 sikkelcelcrisis 31, 34, 205, 260, 263 sikkelcelziekte 49, 251, 260 siliconenkatheters 217 sirolimus 124 SMM (smoldering multiple myeloma) 141 smoldering multiple myeloma (SMM) 141 sociale activiteiten 255 sperma 252 splenectomie 192, 251 splenomegalie 135 sport 255 staafkernige granulocyten 5, 6 stadiëringslaparotomie 251 stadiëringsonderzoek 116 stamcelaferese 149 stamcellen –– mesenchymale 172 stamceltransplantatie –– allogene 149, 167 –– allogene (allo-SCT) 209 –– autologe 134, 167 –– myeloablatieve allogene 134
N–T
–– niet-myeloablatieve 134 stamceltransplantatie (SCT) 229 Staphylococcus aureus 211, 215 sternumpunctie 227 stollingseiwitten 179 stollingsonderzoek 182 stollingsstoornissen 177, 189 –– erfelijke 187 –– hematologische aandoeningen 192 –– verworven 187 stollingstijd 54, 57, 72, 182 stomatitis 209, 247 straling 84 Streptococcus pneumonia 211 streptokinase 200 Sudan black 85, 94 surveillancekweken 215 syndroom –– 5q- 101 –– antifosfolipide- 200 –– hyperviscositeits- 123 –– immunologisch reconstitutie- 210 –– koudeagglutinatie- 123 –– myelodysplastisch 7, 98, 99 –– posttrombotisch 197, 201, 203, 204 –– van Ehlers-Danlos 181 –– van Wiskott-Aldrich 167 syngeen 163
T
tacrolimus 124 TA-GVHD (transfusion associated graft-versus-host-disease) 50 T-ALL 92 tandenborstel 250 tandslijmvlies 83 TBI (totale lichaamsbestraling) 166 TC (trombocytenconcentraat) 63 T-celdepletie 107 T-celreceptor 14 T-celtype maligne lymfoom 124 TdT (terminaal nucleotidyltransferase) 94 teicoplanine (Targocid®) 208, 216 testes 115 testislymfoom 122, 229 TF (trombaferese) 63 thalassemie 25, 29, 251 –– alfa- 29 –– bèta- 29, 31, 34, 169 thalidomide 146, 205, 237, 241 therapiegerelateerde AML 88 thermometer 250
290
Register
thiamine 23 thuisbehandeling 184, 260 thyroxine 23 tinzaparine (Innohep®) 201 tissue factor 179 T-lymfoblastair lymfoom 93 T-lymfocyten 10, 14, 18, 172, 209 –– CD4-positieve 17 –– CD8-positieve 17 –– regulatoire 17 tobramycine 214 tolerantie, immunologische 19 tonsillen 10 topo-isomeraseremmers 88, 238 totaaleiwit 222 totale lichaamsbestraling (TBI) 166 toxoplasmose 254 TPO (trombopoëtine) 3 TPO-R-agonisten 192 TRALI (transfusion related acute lung injury) 47 tranexaminezuur (Cyklokapron®) 178, 186, 193, 203, 258 transfusie –– monitoring 65 transfusiegeassocieerde graftversus-hostziekte 43 transfusiereactie 210 transfusiereactie, hemolytische 33, 42, 48 transfusiereacties 43, 47, 58, 65, 71, 73 transfusion associated graft-versus-host-disease (TA-GVHD) 50 transfusion related acute lung injury (TRALI) 47 translocatie 86 transplantaatafstoting 170 tretinoïne (Vesanoid®) 90 tripeltherapie 123 trisomie 86 trombaferese (TF) 63 trombine 179 trombocyten 178, 222, 228, 229 trombocytenaggregatieremmers 187 trombocytenconcentraat (TC) 63 trombocytentransfusies 63, 205 trombocytopathie 106, 111, 179, 181, 182, 186 trombocytopenie 83, 99, 106, 181, 189, 192, 205, 225, 227 trombocytose 26, 104, 106, 111, 205 –– essentiële 110 trombo-embolie 203 –– veneuze 197 tromboflebitis 208
trombopathie 54, 63 trombopoëtine (TPO) 3 trombopoëtinereceptoragonisten 192 trombose 106, 110 –– arteriële 196, 205 –– veneuze 110, 196, 205 tromboseneiging 178 tromboseprofylaxe 57, 204, 205 trombotische trombocytopenische purpura (TTP) 50, 181, 191 Tsjernobyl 84 TTP (trombotische trombocytopenische purpura) 181, 191 tuberculose 211 tuinieren 255 tumoren, tweede 125 tumornecrosefactor alfa 12 tunnelinfectie 218–220 tyflitis 208 type en screen 42, 43 tyrosinekinase 108 tyrosinekinaseremmers 109, 110, 239
U
ulcus cruris 197 urinezuur 106 urokinase 200 urticaria 47
V
vaatwand 178 vaccinatie 31, 209, 252 vaccineren 251 valaciclovir (Zelitrex®) 215 vancomycine 216 VAP (venous access port) 217 varicellazostervirus (VZV) 212 vena femoralis 216 vena jugularis 216 vena subclavia 216 veneuze trombo-embolie 197, 205 –– risicofactoren 199 veneuze trombose 196, 205 venous access port (VAP) 217 verantwoordelijkheden 68 vermoeidheid 256 vers bevroren plasma (FFP) 64, 187, 203 verworven immuunsysteem 10 Vidaza® 89
vierfactorenconcentraat 203 vinblastine 118, 235, 237 vinca-alkaloïden 238 vincristine 96, 121, 235, 237 virussen 10, 84, 129, 211, 212, 215 viscositeit 123, 226 vitamine B12 23, 27 vitamine B6 23 vitamine C 23, 181, 190 vitamine E1 23 vitamine K 181, 189, 208 vitamine K-antagonisten (VKA) 201, 203, 204 vitamine K-deficiëntie 189 VKA (vitamine K-antagonisten) 201, 203, 204 vlokatrofie 27, 124 voedingsdeficiënties 189 voedsel 213 voedselallergie 20 Von Willebrand, ziekte van 181, 185 voorlopercel 6 voriconazol (Vfend®) 208, 216 vorinostat 148 VP16 89 VWF (Von Willebrand-factor) 179, 185 VWF-concentraat 186 VZV (varicellazostervirus) 212
W
wait-and-see-beleid 121, 133 Waldenström, ziekte van 123, 141 Wells-score 197 –– aangepaste 198 werkhervatting 256 Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) 75 wetgeving, bloedtransfusie 74 WHO-classificatie 114 Willebrand-factor, Von (VWF) 178, 185 Wiskott-Aldrich, syndroom van 167 wisseltransfusie 34, 58, 59 wisseltransfusies 262
X
X-skelet 231
Register
Z
ZAP-70 132 ziekte van –– Cushing 181 –– Glanzmann 181, 186 –– Kahler 222 –– Von Willebrand 181, 185 ziekte van Kahler 139 zorgtrajecten, ambulante 247 zwangerschap 33, 41–43, 49, 65, 186, 199, 228, 253 α2-antiplasminedeficiëntie 181 β2-microglobuline 224 β2-microglobuline (β2M) 138
291
T–Z