Bijlage II Voortgang streefdoelen NAP 2001 Nvt = niet van toepassing Nb = niet bekend Tabel 1 Streefdoelen werkgelegenheid Onderwerp/doelgroep Streefdoel behoren tot de kopgroep van de EU Arbeidsparticipatie algemeen
Vrouwen
Vergroten van de arbeidsdeelname tot 65% in 2010
NAP 2001 73 %Es / 65 % Ns 2000
Voortgang 74% Es/ 65% Ns 2001
63%Es / 52% Ns 2000
66% Ns 2002 1) 65% Es / 53% Ns 2001
Uitkeringsgerechtigden - Gemeenten zullen zich inspannen om in 2001 een 63% (2001) volledig sluitende aanpak voor de nieuwe instroom van Abw’ers te realiseren - Gemeenten zullen zich inspannen om het zittende Nb Langdurig werklozen bestand uiterlijk 2002 door te lichten en zo mogelijk aansluitend een traject aan te bieden
Etnische minderheden
- Minstens tweederde van de gemeenten zal in 2003 de werkprocessen hebben ingericht op een sluitende keten van reïntegratie, ook bedoeld voor niet-uitkeringsgerechtigden - De gemeenten realiseren van 2001 tot 2006 bijna 300.000 reïntegratietrajecten met een uitstroomrealisatie van 40%
31 procent (juni 2001)
werkloosheidsverschil tussen autochtonen en etnische minderheden in 2002 halveren
Autochtoon: 4% (1998) Etnische minderheid: 16% (1998) Verschil 12%
Ouderen 55-64 jaar
Vergroten arbeidsdeelname met ¾ procentpunt per 34 % Ns 2000 jaar
54% Ns 2002 1) 65%(2002) van Abw’ers 2) Nb
59 procent (nov./dec. 2002) 3) 90% trajecten in 2001; 74% trajecten in 2002 en 76% uitstroom in 2002 4) Autochtoon: 3% (2001) 3% (2002) Etnische minderheid: 9% (2001) 10% 2002 Verschil 6% in 2001 en 7% in 2002 5) 34,5% Ns 2001
37% Ns 2002 1) Met 74 % behoort Nederland tot kopgroep EU. Eurostat-cijfers (Es) zijn inclusief en CBS-cijfers (Ns) zijn exclusief kleine deeltijdbanen van minder dan 12 uur per week. De Eurostat-cijfers voor 2002 zijn nog niet bekend. 2) Bron SZW; sluitende aanpak nieuwe instroom. 3) 95% van de gemeenten verwacht dat casemanagement voor 1 juli 2003 is toegepast. Bron: SUWIMonitor. 4) Dit streefdoel vervangt het streefdoel uit het NAP 2001: In 2001 is 90% van de prestatieafspraken over het aantal trajecten gerealiseerd. Uitstroom was in 2001 in dit kader nog niet aan de orde.Vanaf 2002 is flexibilisering in de prestatieafspraken over meerdere jaren mogelijk gemaakt: in 2002 is 74% van het aantal trajecten gerealiseerd en 76% van de uitstroom. Deze laatste percentages zijn berekend t.o.v. de prestaties waarop de gemeenten zijn bevoorschot en gebaseerd op voorlopige gemeentelijke
gegevens. Definitieve resultaten zullen blijken bij de per juli 2003 aan te leveren verantwoordingsinformatie. 5) Het werkloosheidsverschil tussen de autochtone bevolking en etnische minderheden is in 2002 gehalveerd ten opzichte van 1998. Wel is in 2002 het werkloosheidsverschil t.o.v. 2001 met 1% toegenomen. Tabel 2 Streefdoelen sociale activering Onderwerp/doelgroep Streefdoel Langdurig werklozen - Gemeenten zullen zich inspannen om in 2001 een volledig sluitende aanpak voor de nieuwe instroom te realiseren - Gemeenten zullen zich inspannen om uiterlijk 2002 het zittende bestand door te lichten en zo mogelijk aansluitend een traject aan te bieden - Minstens tweederde van de gemeenten zal in 2003 de werkprocessen hebben ingericht op een sluitende keten van reïntegratie, ook voor niet-uitkeringsgerechtigden - Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zullen een aanbod op sociale activering krijgen
NAP 2001 Nvt
Voortgang 1)
Nb
Nb
31 procent (juni 2001) 2)
59 procent (nov./dec. 2002) 2)
Arbeidsgehandicapten Er zullen stappen worden gezet om te bezien of Nvt sociale activering ook voor arbeidsgehandicapten op een adequate wijze kan worden ingezet. Bevordering optimale inzet door gemeenten Nvt Instrumentarium van sociale activering, onder meer door sociale activering verspreiding van geslaagde aanpakken en methodieken
1)
2) 3)
4)
5)
Een deel van de trajecten voor zittend bestand volwassen Abw’ers betreft exclusief sociale activering. 3)
Publicaties van het Informatie- en Servicepunt Sociale Activering (ISSA) 2001 en 2002 (4) Stimuleringsregeling Sociale Activering; periode febr 2000 – juli 2002 ca. € 18 mln. toegekend (5) Doelstelling sluitende aanpak voor nieuwe instroom is niet van toepassing op langdurig werklozen (zij behoren immers niet tot de nieuwe instroom). Het streefdoel is abusievelijk in het NAP 2001 opgenomen. Percentage gemeenten dat case-management toepast. Per 1 januari 2002 zijn er aanpassingen in de Wet reïntegratie arbeidsgehandicapten (Wet Rea) van kracht geworden, waarbij expliciete bepalingen zijn opgenomen op grond waarvan sociale activering ingekocht kan worden voor arbeidsgehandicapten. In het kader van de verdere implementatie van sociale activering zijn verschillende acties ondernomen voor de ontwikkeling van infrastructuur en beleid. Het ISSA was een tijdelijk samenwerkingsverband van SZW en VWS om de lokale praktijk van sociale activering te stimuleren (met behulp van handreikingen, conferenties, praktijkbundels en nieuwsbrieven). Het ISSA is inmiddels opgevolgd door ISSA-Lokaal dat is ondergebracht bij de VNG. De Stimuleringsregeling Sociale Activering heeft op lokaal niveau de beleidsontwikkeling en infrastructuur voor sociale activering versterkt.
ii
Tabel 3 Streefdoelen inkomenswaarborg Onderwerp/doelgroep Streefdoel Dekkingsgraad van Dekkingsgraad (100%) op peil houden het sociaal minimum
NAP 2001 100 %
Voortgang 100 %
Uitkeringen koppelen aan de algemene In 2001 In 2002 loonontwikkeling op grond van de Wet volledige volledige Koppeling met afwijkingsmogelijkheid (WKA) koppeling koppeling Nb 1) Activerende werking Activerende werking sociale zekerheid vergroten door de inkomensverbetering bij aanvaarding van Sociale zekerheid werk te verhogen (verkleinen armoedeval) 1) In 2001 ging gemiddeld genomen een alleenstaande die vanuit de bijstand een baan aanvaarde tegen het minimumloon er in besteedbaar inkomen 277 euro op achteruit. In 2002 is deze achteruitgang 13 euro kleiner geworden. Voor alleenverdieners (met kinderen) verbeterde in 2002 deze werkloosheidsval met 16 euro en voor alleenstaande ouders met gemiddeld 107 euro. Om de armoedeval verder te verminderen zijn voor 2002 een aantal vervolgstappen genomen: ⇒ De leeftijdsgrens van de arbeidskorting voor alleenstaande werkende ouders is verhoogd (leeftijd van kinderen: van 12 naar 16 jaar) en de combinatiekorting voor werkende ouders met jonge kinderen is extra verhoogd. ⇒ Voor oudere werknemers is een toeslag op de arbeidskorting ingevoerd. . Tabel 4 Streefdoelen gebruik inkomensregelingen Onderwerp/doelgroep Streefdoel NAP 2001 Voortgang De naamsbekendheid van inkomensregelingen Naamsbekendheid maximaliseren Sociaal minimum
Huursubsidie
97-98% (1997- Nadert 100 % 1998) (’00-’01) Tegemoetkoming studiekosten (Wtos) Nb 1) Studiefinanciering (WSF 2000) Nb 2) 1) De Wtos is een regeling die een grote bekendheid geniet. De potentiële doelgroep wordt bereikt door een mailing van de Sociale Verzekeringsbank op het moment dat de regeling voor ouders relevant is (als hun kind 12 jaar wordt). Voorts verspreidt de IB-groep als uitvoerder informatiemateriaal en voert het overleg met scholen en gemeenten om ook via die zijde informatie over de Wtos te verspreiden. In 2003 zal onderzoek worden gedaan naar eventueel niet-gebruik. 2) De Wet Studiefinanciering (WSF) 2000 geniet grote bekendheid, deels via dezelfde kanalen als de Wtos. Uit de Studentenmonitor 2001 blijkt dat studenten door het aanboren van de hen ter beschikking staande financieringsbronnen (overheid, ouders, lenen of werken) goed uit komen met hun geld. Van andere regelingen zijn geen actuele gegevens over de naamsbekendheid beschikbaar Tabel 5 Streefdoelen problematische schulden Onderwerp/doelgroep Streefdoel Uniforme registratie in 2003 van alle Problematische trajecten voor schuldhulpverlening Schulden
NAP 2001 Pilot benschmark schuldhulpverlening in 2001 en 2002
Voortgang Benchmark schuldhulpverlening 1)
Vermindering van het aantal Nb Nb problematische schulden in 2005 met 10% (2). 1) SZW ondersteunt een benchmark schuldhulpverlening, waarbij gemeenten definities en processen op elkaar afstemmen. In de jaren 2001 en 2002 is er een pilot uitgevoerd, als onderdeel van de grotere benchmark Werk en inkomen bij gemeenten. 2) De fors toenemende hulpvraag kan een indicatie zijn dat de schuldenproblematiek juist is toegenomen. Aangezien er landelijk nog geen goed beeld is van de precieze omvang van de problematiek, is het streven om door monitoring eerst meer inzicht te verkrijgen in de problematiek. Daartoe worden momenteel de mogelijkheden tot een nulmeting over peiljaar 2003 onderzocht.
iii
Tabel 6 Streefdoelen huisvesting Onderwerp/doelgroep Streefdoel NAP 2001 Voortgang Per jaar wordt ontwikkeling gevolgd 21,8 % 21,6 % Aandeel netto 1) (1999/2000) (‘00/’01) huurlasten in netto inkomen Per jaar wordt ontwikkeling gevolgd 106,6 110,0 Netto inkomen na 1) (1999/2000) (‘00/’01) kale huurlasten Voorkomen door middel van maatregelen in de sfeer 2) Rechtmatige van schulden en psychosociale problemen huisuitzettingen 1) Geldt voor gehele groep huursubsidieontvangers. 2) Bij het voorkomen van rechtmatige huisuitzettingen is samenwerking tussen de verschillende betrokken instanties van groot belang. Een werkgroep van de brancheorganisaties van woningcorporaties (Aedes), maatschappelijke instellingen (Federatie Opvang) en gemeentelijke kredietbanken (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, NVVK) wil modellen voor samenwerking bij preventie en opvang, die in de praktijk hun waarde hebben bewezen, inventariseren en breed uitdragen om zodoende lokale partijen de mogelijkheden tot maatwerk te schetsen. Gelet op de maatregelen komt het streefdoel over huisuitzettingen in het NAP 2003 niet terug. Tabel 7 Streefdoelen onderwijs Onderwerp/doelgroep Streefdoel Kinderen met grote Deze leerachterstanden van 2 naar 1½ jaar Leerachterstanden terugbrengen in 2006 Het aantal voortijdig schoolverlaters halveren in Voortijdig 2010 schoolverlaters (vsv) Het waarborgen van de toegankelijkheid van het onderwijs voor minder draagkrachtige en gehandicapte leerlingen Het aantal analfabeten van 18 jaar of ouder met 10% Analfabetisme terugbrengen in 2003 Scholing werkenden Het aantal mensen tussen 25 en 64 jaar dat deelneemt aan enige vorm van (volwassenen)educatie al dan niet beroeps- of werkgerelateerd zo dicht mogelijk het niveau te laten naderen van de twee best presterende lidstaten. Toegankelijkheid onderwijs
NAP 2001 Max. 2 jaar (1998) Netto uitval: 23.200 (1999)
Voortgang 1)
Gewaarborgd
Gewaarborgd 3) 4) 5)
Nvt
15,6% (d.w.z. een achterstand van 5 á 6 procentpunt) (2000) 6) 7) Veiligheid op school Het optimaliseren van de veiligheid op scholen 1) Taalachterstanden in het basisonderwijs van leerlingen van Marokkaanse en Turkse afkomst zijn in de periode 1988-1998 afgenomen tot maximaal twee jaar ten opzichte van autochtone leerlingen. Gegevens over het schooljaar 2000-2001 bevestigen dit beeld. In de Cito-eindtoetsen hebben leerlingen van Marokkaanse en Turkse afkomst in de periode 1994-1998 een derde van hun achterstand ten opzichte van autochtone leerlingen weggewerkt. Gegevens over het schooljaar 20002001 laten een verdere, zij het kleine verbetering zien. 2) Sinds 1999 – het jaar van het Plan van aanpak en de nulmeting – bedroeg het aantal gemelde en geregistreerde voortijdige schoolverlaters steeds ongeveer 40.000. In 2001 is dit gestegen tot 47.059. Hoopgevend is dat het aantal herplaatste voortijdige schoolverlaters een continu stijgende lijn vertoont naar 22.368 (48% van het totaal) in 2001. Hierdoor is in 2001 het ‘netto’ aantal voortijdige schoolverlaters slechts licht toegenomen tot 24.691. Van de 47.059 voortijdig schoolverlaters zijn er 24.504 leerplichtig, 21.936 niet-leerplichtig en van 619 voortijdig schoolverlaters is dit onbekend. 3) Toegankelijkheid onderwijs minder draagkrachtige leerlingen: De tegemoetkoming voor ouders in Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos) is in het schooljaar 2000/2001 hoger geworden en beschikbaar voor een grotere groep. 4) Toegankelijkheid gehandicapte leerlingen: Beoogd wordt per 1-8-2003 de Leerlinggebonden financiering ( LGF of "het rugzakje" ) in te voeren. Nieuw in LGF is dat het onderwijs aan leerlingen met een handicap in plaats van aanbodgestuurd vraaggestuurd wordt. Ouders bepalen of hun kind onderwijs volgt in een school voor regulier onderwijs of voor speciaal onderwijs. 5) Het Actieplan voor alfabetisering betreft een campagne in 2002 en de ontwikkeling van een Meerjarenplan. Het streefdoel is omgezet in jaarlijkse realisering van een substantiële verhoging van het aantal beschikbare cursusplaatsen voor autochtone analfabeten tot 2006. In de campagne wordt
iv
12,6% (d.w.z. achterstand van circa 10 procentpunt) (1997)
Netto uitval: 24.700 (2001) 2)
gestreefd naar een verhoging met 10 procent in 2003. In het schooljaar 2000/2001 volgden ongeveer 3300 personen een alfabetiseringscursus binnen de regionale opleidingencentra. 6) Uit Eurostatcijfers volgt dat de onderwijsdeelname van 25-64 jarigen in Nederland in 2000 met 16% ongeveer twee maal zo hoog is als gemiddeld in de EU. De achterstand ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk en Zweden (de best presterende landen in 2000) bedraagt in 2000 5 à 6 procentpunten. In 1997 bedroeg de achterstand op de twee best presterende landen (Zweden en Denemarken) circa 10 procentpunt. Om de achterstand in te lopen heeft het kabinet in 2001 middelen structureel vrijgemaakt voor beroepsonderwijs en scholing. Ten aanzien van scholing van werkenden en werkzoekenden met of zonder startkwalificatie is in de Beleidsagenda Leven Lang Leren, die in april 2002 aan de TK is gestuurd, een aantal maatregelen genoemd dat er toe moet leiden dat het geformuleerde streefdoel wordt bereikt: ⇒ het faciliteren van Persoonlijke Ontwikkelingsrekeningen ⇒ een vervolg op en evaluatie van de experimenten met de Individuele Leerrekening ⇒ snelle implementatie van de systematiek m.b.t. erkenning van elders verworven competenties (EVC). ⇒ prioriteit aan de groep personen zonder startkwalificatie 7) Op het primair onderwijs gericht onderzoek van Regioplan toont aan dat de veiligheidssituatie op scholen in het algemeen vaak als goed tot redelijk goed wordt omschreven. In onderzoek van het ITS wordt geconstateerd dat het grootste deel van de leerlingen zich veilig voelt in en om de school. Binnen de klas voelt men zich het veiligst (88% meestal of altijd). In de buurt van de school voelt men zich relatief minder veilig. Als de resultaten van 2000 vergeleken worden met de mate van gewelddadig gedrag (1993) en met pestgedrag (1991) kan geconstateerd worden dat de veiligheid in het voortgezet onderwijs in het jaar 2002 ten opzichte van 1991 (pesten) en 1993 (geweld) stabiel is gebleven. Scholen zijn verplicht tot een klachtenregeling en een klachtencommissie, en moeten een veiligheidsplan opstellen. Met betrekking tot conflicthantering en het tegengaan van pesten in het onderwijs heeft 80 procent van de scholen zich gecommitteerd aan het Nationaal Onderwijsprotocol tegen pesten. Tabel 8 Streefdoelen zorg Onderwerp/doelgroep Streefdoel NAP 2001 Voortgang Dekkingsgraad (100%) op peil houden 100 % 100 % Verzekering tegen Bijzondere ziektekosten Het verlengen van de gezonde levensverwachting 53 jaar 2) Sociaal-economische gezondheidsverschillen van mensen met een lage sociaal-economische status met drie jaar (van ongeveer 53 naar 56 jaar), 1) 3) Reductie wachttijden Het terugdringen van wachttijden in de (jeugd)zorg Nb 1) Deze doelstelling vervangt de doelstelling die in het NAP 2001 is geformuleerd. Het nieuwe streefdoel komt neer op het verlengen van de gezonde levensverwachting van de lagere sociaaleconomische statusgroepen met tenminste 25% van het huidige verschil met hogere statusgroepen. 2) Sociaal-economische gezondheidsverschillen (SEGV): Hiertoe is eind 2001 een beleidsagenda voor de toekomst geformuleerd, enerzijds bestaande uit continuering en intensivering van bestaand beleid; anderzijds uit opties voor nieuwe beleidsinitiatieven. De beleidsagenda wordt uitgewerkt tot een implementatieprogramma met concrete maatregelen en investeringen dat in juli 2003 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. 3) Voor diverse zorgvoorzieningen (curatieve zorg, gehandicaptenzorg, ouderen, ggz, provinciale en jusitiële jeugdzorg) geldt een actief (overheids)beleid ter reductie van wachttijden voor cliënten. Voor de evaluatie ervan worden diverse indicatoren en monitoringssystemen gebruikt, die steeds meer betrouwbare en gedetailleerde cijfers kunnen leveren. Deze cijfers zijn echter niet valide als het gaat om het weergeven van de differentiële toegang tot deze voorzieningen door personen met een (relatieve) armoede en achterstandsituatie. (In NAP-2003 zal deze indicator dan ook worden herzien). Tabel 9 Streefdoelen ICT Onderwerp/doelgroep Streefdoel Alle onderwijsinstellingen aangesloten op internet in Onderwijs 2001 Alle openbare bibliotheken aangesloten op internet in Bibliotheken 2001 - Alle gemeenten op internet in 2002 Overheidsdiensten - 25% van de gemeentelijke dienstverlening elektronisch afgehandeld in 2002
v
NAP 2001 Nb Nb Nb
Voortgang Gerealiseerd (1) Gerealiseerd Gerealiseerd (2) Gerealiseerd
(1) Een uitzondering geldt voor scholen die hebben aangegeven later te willen worden aangesloten. Dit bijvoorbeeld vanwege een geplande verhuizing, brand of verbouwing. (2) Op 1,5% na, deze gemeenten hebben medio 2003 een eigen website. In het NAP 2001 is dit streefdoel incorrect geformuleerd voor ‘gemeentelijke diensten’ i.p.v. ‘gemeenten’ De streefdoelen ICT komen in het NAP 2003 niet terug, aangezien onvoldoende is aangetoond dat er een causale relatie bestaat tussen armoede en sociale uitstuiting en ICT vaardigheden. Tabel 10 Streefdoelen openbaar vervoer Onderwerp/doelgroep Streefdoel Tariefstijging afhankelijk van geleverde Prijzen vervoersprestatie spoorvervoer
NAP 2001
Voortgang Stijging van gemiddeld 9.05% in 2003 Stijging 5.5% in 2003 1)
Gematigde tariefstijging Prijzen stads- en streekvervoer 100% in 2010 Nb Toegankelijkheid stads- en streekvervoer 100% in 2030 Nb 1) Toegankelijkheid spoor 1) Bij het parlement is in behandeling een voorstel voor een Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte. Deze wet zal op nader te bepalen datum zich ook uitstrekken tot het leveren van openbaar-vervoerdiensten. De algemene streefdoelen ten aanzien van tarieven en toegankelijkheid van het openbaar vervoer komen in het NAP 2003 niet terug, aangezien dit niet de kern van het beleid ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting raakt. In het NAP 2003 is wel de relatie gelegd tussen fysieke functiebeperkingen en beschikbaarheid van openbaar vervoer.
Tabel 11 Streefdoelen nieuw- en oudkomers Onderwerp/doelgroep Streefdoel NAP 2001 Voortgang Iedere in aanmerking komende nieuwkomer zal 1) Nieuwkomers worden bereikt met een inburgeringsprogramma Iedere werkloze oudkomer zal een passend traject 2) Werkloze aangeboden worden. oudkomers Iedere in aanmerking komende opvoeder zal een 2) Opvoeders onder aanbod krijgen, bestaande uit een taalcursus oudkomers Nederlands en voorlichting over opvoeding, onderwijs en gezondheid 1) Uit de, in maart 2002 afgeronde, evaluatie van de Nederland de Wet inburgering nieuwkomers (Win) blijkt dat het bereik onder nieuwkomers hoog is, maar dat de uitval tussen 15 en 20 procent ligt. 2) De 25 gemeenten van het grotestedenbeleid en 29 gemeenten met relatief veel allochtonen in hun populatie ontvangen een budget voor de uitvoering van een specifiek oudkomersbeleid. Sinds 2002 kunnen ook andere gemeenten in aanmerking komen voor een dergelijke rijksbijdrage. Uitgangspunt van het oudkomersbeleid is dat gemeenten van de groep oudkomers in eerste instantie opvoeders en werkzoekenden een aanbod doen voor een inburgeringsprogramma. Dit programma moet zoveel mogelijk duaal van karakter zijn, dwz combinatie van Nederlands als tweede taal (NT2) met bijvoorbeeld beroepsonderwijs, opvoedingsondersteuning of werk. Om de bijdrage te ontvangen hebben de genoemde 54 gemeenten een meerjarig plan moeten indienen. Gemeenten zullen om het half jaar gegevens leveren over enkele prestatie-indicatoren.
Tabel 12 Streefdoelen rechtsbijstand Onderwerp/doelgroep Streefdoel NAP 2001 Voortgang De toegankelijkheid van het recht voor minder Gewaarborgd Gewaarborgd Toegankelijkheid draagkrachtigen en asielzoekers dient gewaarborgd te 1) recht blijven 1) Op 10 april 2002 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Justitie de Tweede Kamer haar principebesluit gezonden over het advies van de Commissie toekomstige inrichting stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand (Kamerstukken II 2001/02, 28 000 VI, nr. 63). Daarin wordt de nadruk gelegd op het verzekeren van de toegang tot het recht middels één loket dat in ieder geval minder-draagkrachtige burgers gelegenheid biedt tot het verkrijgen van kosteloze informatie, vraagverheldering en doorverwijzing. Het toekomstige loket zal ook een uur gratis spreekuur bieden.
vi
Tabel 13 Streefdoelen dak- en thuislozen Onderwerp/doelgroep Streefdoel NAP 2001 Voortgang 1) Monitoring dak- en Sluitende monitoring in 2006 van dak- en thuislozen Nvt in de opvang, op basis van een aantal objectieve thuislozen in de kernindicatoren opvang Samenhangend lokaal aanbod realiseren Nvt 2) Voorzieningen Het aantal onvrijwillige dak-en thuislozen Nb 3) Onvrijwillige dakterugdringen, in het bijzonder zwerfjongeren en thuislozen 1) Er bestaan geen exacte gegevens over het aantal dak- en thuislozen in Nederland. Een ruwe indicatie hiervoor is wellicht het aantal personen met een bijstandsuitkering voor dak- en thuislozen. Eind 2001 was dit naar schatting 3500 personen. Er zijn echter dak- en thuislozen die van deze uitkering geen gebruik maken, gegevens over hun aantal zijn niet beschikbaar. Gelet op de wijze waarop de monitor nu gefaseerd wordt uitgebouwd wordt naar verwachting het streefdoel gerealiseerd dat in 2006 sprake is van een sluitende monitor. De Federatie Opvang zal het bestaande registratiesysteem voor de opvangorganisaties in 2003 vernieuwen. 2) Met het oogmerk om tot een verbetering van de aansluiting in de hulpverleningsketen te komen, vindt momenteel een verkenning naar de keten van de opvang van zwerfjongeren plaats.Vanaf 2002 is 22,5 miljoen euro structureel extra toegevoegd aan centrumgemeenten ter verruiming van de specifieke uitkering voor verslavingszorg/maatschappelijke opvang (16,3 miljoen euro) en voor de vrouwenopvang (6 miljoen euro). 3) In het budget van 16,3 miljoen is een bedrag van 3 miljoen euro opgenomen ten behoeve van zwerfjongerenvoorzieningen. Er zijn 67 instellingen met een specifiek aanbod voor zwerfjongeren. Bron Hulpaanbod zwerfjongeren, Trimbos Instituut, verschijnt mei 2003 Tabel 14 Streefdoelen huiselijk geweld Onderwerp/doelgroep Streefdoel NAP 2001 Voortgang Huiselijk geweld terugdringen door aanpak van 1) 2) Huiselijk geweld kindermishandeling en andere vormen van huiselijk geweld 1) Uit een onderzoek uit 1997 bleek dat bij 12 procent van de Nederlanders huiselijk geweld dagelijks of wekelijks voorkomt. 2) Op 22 april 2002 is de nota “Prive geweld, publieke zaak” aan de tweede Kamer is gezonden. Hierin is als voornemen verwoord: het aanbod meer richten op plegers en slachtoffers, bevordering van deskundigheid, gerichte publieksvoorlichting en informatieverstrekking in het algemeen. Tabel 15 Streefdoelen grotestedenbeleid Onderwerp/doelgroep Streefdoel - Terugdringen van (structurele) werkloosheid Werkloosheid
- Bevorderen stijging aantal arbeidsplaatsen in stad en aangewezen wijken
Economische positie - Versterken economische concurrentiepositie van de stad - Verbeteren aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt in stad en aangewezen wijken Versterken positie stedelijke woonmilieus op Stedelijke de regionale arbeidsmarkt woonmilieus Verbeteren leefomgeving/leefbaarheid met Leefbaarheid name in de aangewezen wijken Bereikbaarheid Veiligheid
Vergroten bereikbaarheid economische activiteiten Verbeteren veiligheid, tevens veiligheid op scholen
vii
NAP 2001 G4: 6 % G21: 4 % (1999) (1)
Voortgang G4: 4 % G21: 4 % (2000) (1)
G4: 1,21 mln. banen G21: 1,40 mln. banen (1999) Nvt
G4: 1,27 mln. banen G21: 1,48 mln. banen (2002) Nvt
Nb
Nb
Nb
Nb
Rapportcijfer: 6,6 (1998/99) (2) Nvt
Rapportcijfer: 6,6 (2000/01) (2) Nvt
% van bevolking dat zich onveilig voelt (1999): G4: 40,9 % G21: 36,4 %
% van bevolking dat zich onveilig voelt (2001): G4: 42,5 % G21: 32,8 %
Versterken sociale infrastructuur 3) 3) (maatschappelijke participatie en beleid kwetsbare groepen) in aangewezen wijken Verbeteren van zelfherstellend vermogen van 4) 4) Kwetsbare wijken kwetsbare wijken 1) Betreft percentage geregistreerde werkloosheid in de beroepsbevolking. Dit is voor het laatst gemeten over het jaar 2000. 2) Het betreft een gemiddeld rapportcijfer van bewoners in concentratie-wijken in de G25. 3) De doelstelling ‘versterken sociale infrastructuur’ wordt gerealiseerd door een in de aangewezen wijken door de stad zelf te bepalen vergroting van de maatschappelijke participatie en door een in de aangewezen wijken door de stad zelf te bepalen beleid ten aanzien van kwetsbare groepen. Tot de laatstgenoemde categorie worden gerekend ouderen, gehandicapten, uitkeringsgerechtigden zonder arbeidsmarktperspectief, dak- en thuislozen, nieuwkomers). Er is geen landelijke indicator om de doelbereiking te volgen. 4) Betrokken gemeenten ontwikkelen zelf lokale indicatoren voor dit streefdoel. Kwetsbare groepen
Tabel 16 Streefdoelen betrokkenheid belanghebbenden Onderwerp/doelgroep Streefdoel Uitkeringsgerechtigden, Halfjaarlijks overleg tussen de “Alliantie kerken, humanisten en voor Sociale Rechtvaardigheid” en de overheden vakverenigingen Bijstandsgerechtigden
NAP 2001 Gerealiseerd
Mogelijkheden tot cliëntenparticipatie bij alle 50% van de gemeenten op peil houden onderzochte gemeenten (1998)
22% van gemeenten heeft een cliëntenraad (november 2001)
Informatierecht bij grote verhuurders op peil houden Mensen met een fysieke In 2002 betrekken alle gemeenten de doelgroep van de Wet Voorzieningen beperking Gehandicapten bij beleidswijzigingen en – uitvoering
Voortgang Gerealiseerd in 2001 en 2002 1), 2) Vrijwel 100% van de onderzochte gemeenten (2001) (3) 55% van gemeenten heeft een cliëntenraad (nov./dec. 2002)
Is aanwezig sinds Is aanwezig 1998 84 % van de 91 % in 2001. gemeenten heeft in 1999 structureel overleg gevoerd met belangenorganisaties. 4) Verhogen niveau van inspraak in instellingen 33 % (1999) Nb Dak- en thuislozen voor maatschappelijke opvang van 33% (1999) naar 50% in 2003 1) De bewindspersonen van SZW en andere betrokken departementen hebben tot en met nov. 2002 periodiek overleg gevoerd over het armoedebeleid met vertegenwoordigers van de VNG, het IPO en de Alliantie voor Sociale Rechtvaardigheid. 2) Kleur in armoedebeweging: In 2002 en 2003 worden beleid-veld-gesprekken gevoerd over het thema “kleur in het lokaal sociaal beleid” met beleidsmakers en uitvoerende medewerkers van gemeenten en leden van lokale cliëntenraden. Rapportage en aanbevelingen zijn gereed in september 2003. De beleid-veld-gesprekken lopen parallel met een project dat lokale cliëntenraden begeleidt bij het leggen van contact met allochtone gemeenschappen met het doel ze te betrekken bij de beleidsadvisering. 3) Gaat om enige vorm van cliëntenparticipatie, zoals klanttevredenheidsonderzoek, cliëntenraad en/of klachtenbus. 4) In het NAP 2001 is gemeld dat 95 procent van de gemeenten in 1999 de doelgroep bij beleidswijzigingen- en uitvoering betrok. Hierover zijn geen recente vergelijkbare gegevens bekend. Wel kan er een vergelijking gemaakt worden wat betreft structureel overleg. Huurders
viii