Bijlagen bij de toelichting:
Bijlage I Lijst met gemeentelijke monumenten Bijlage II Memo bedrijven en milieuzonering locatie Albert Heijn Bijlage III Verkennend bodemonderzoek locatie Albert Heijn Bijlage IV Akoestisch onderzoek locatie Albert Heijn Bijlage V Memo akoestiek locatie Oudeweg Bijlage VI Rapport Bügel Hajema akoestiek locatie Uitgeesterweg Bijlage VII Luchtonderzoek locatie Albert Heijn Bijlage VIII Natuurtoets locatie Albert Heijn Bijlage IX Bedrijvenlijst Limmen Bijlage X Nota van inspraak en overleg voorontwerp bestemmingsplan Kern Limmen Bijlage XI Archeologisch onderzoek locatie Albert Heijn
Straatnamenregister
Bijlage 1 Gemeentelijke monumenten Straat
Nummer
Burgemeester Nieuwenhuijsenstraat
36
Omschrijving Herinneringsbank burgemeester Nieuwenhuijsen
Dusseldorperweg
70
Woning
Dusseldorperweg
103
Nabij nr. 36
Verenigingsgebouw "de Burgerij"
Middenweg Rijksweg
48 28
Bollenschuur Woning
Rijksweg Rijksweg
34 75
Bollenkwekerswoning "Streven is Leven" Woning
Schoolweg
1
Voormalige onderwijzerswoning
Schoolweg
3
Voormalige school
5 25
Voormalige school Begraafplaats
Schoolweg Zuidkerkenlaan
Opmerking
Onderdeel van het complex Schoolweg 1, 3 en 5 (allen beschermd gemeentelijk monument) en Zuidkerkenlaan 27 (geen beschermd gemeentelijk monument) (intussen) voormalige brandweerkazerne (zie verder opmerking bij Schoolweg 1) Thans in gebruik als verenigingsgebouw annex oefenruimte voor Harmonie Excelsior en Drumband Excelsior (zie verder opmerking bij Schoolweg 1) Nabij Protestantse kerk te Limmen
Memo betreft Onderbouwing uitbreiding Albert Heijn Vuurbaak 1 te Limmen
memonr. aan van
projectnummer datum
2010.10 Eloïse Bouma Maarten Reinders Kim den Otter Wytze v.d. Zweep 200749 22 juni 2010 Inleiding In het bestemmingsplan 'Kern Limmen' wordt de uitbreiding van de Albert Heijn supermarkt, gevestigd aan de Vuurbaak 1, mogelijk gemaakt . Aanvullend op de onderbouwing van het conserverende deel van het bestemmingsplan wordt in deze memo de ruimtelijke inpassing van de supermarkt-uitbreiding beschouwd. Hierbij is uitgegaan van de brochure 'Bedrijven en Milieuzonering' (2009) en aanvullend, locatiespecifiek onderzoek.
VNG brochure bedrijven en milieuzonering (2009) De brochure 'Bedrijven en Milieuzonering' geeft handreikingen voor een verantwoorde inpassing van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving en voor de inpassing van gevoelige bestemmingen nabij bedrijven. In deze publicatie worden per bedrijfssoort en milieucompartiment indicatieve afstanden gegeven tot gevoelige objecten. Deze vormen vaak de basis voor de staat van inrichtingen van bestemmingsplannen. De afstanden hebben een signalerende werking. Indien een milieuzone een gevoelig object raakt of overlapt, is maatwerk noodzakelijk om de locatiespecifieke afstand te bepalen. Hierbij kan blijken dat de daadwerkelijke afstand meer of minder bedraagt dan de VNG brochure aangeeft. Uit jurisprudentie blijkt dat aan de signalerende werking van deze publicatie veel waarde wordt gehecht. Voorts wordt in jurisprudentie echter
blad 1 van 3
opgemerkt dat resultaten van maatwerk (zoals onderhavige memo) meer bepalend zijn dan de informatie uit de VNG-Brochure'. Toets indicatieve afstanden VNG brochure In de VNG brochure staan voor de categorie 'supermarkten' indicatieve afstanden opgenomen voor de aspecten geluid en gevaar. Beide afstanden bedragen 10 meter. Na de uitbreiding van de supermarkt is de woning op Middenweg 6 de dichtstbijzijnde woning. De kortste afstand van de supermarkt tot de woning bedraagt dan 7 meter. Hieronder wordt op beide aspecten nader ingegaan. Geluid De supermarkt ressorteert onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). In het Activiteitenbesluit zijn grenswaarden opgenomen voor geluid veroorzaakt door in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting. Vanuit het planologisch spoor en de ruimtelijke impact is het geluid vanwege verkeer van en naar de supermarkt ook beoordeeld ('Akoestisch onderzoek Albert Heijn, Vuurbaak 1 Limmen' Oranjewoud 15 juni 2010). Dit houdt in dat in eerste instantie dient te worden uitgegaan van een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen. Ten behoeve van de uitbreiding van de supermarkt is een akoestisch onderzoek uitgevoerd ('Akoestisch onderzoek Albert Heijn, Vuurbaak 1 Limmen' Oranjewoud 15 juni 2010). In het onderzoek is op maatgevende punten de geluidbelasting vanwege de activiteiten en installaties samenhangend met de supermarkt op de gevels van omliggende woningen berekend waarbij opgemerkt wordt dat de milieugevolgen vanuit de Wm-inrichting inzichtelijk zijn gemaakt. De uitbreiding van de supermarkt betreft de uitbreiding van een magazijn. De verwachting is dat door de uitbreiding het aantal klanten en derhalve het aantal voertuigbewegingen enigszins toeneemt, er zijn echter geen concrete voertuigbewegingen van de huidige situatie bekend. Daarom is in het akoestisch onderzoek alleen uitgegaan van de toekomstige situatie, waarin de voertuigbewegingen op basis van kentallen zijn bepaald. In het onderzoek is uitgegaan van een representatieve bedrijfssituatie. Uit de berekening blijkt dat de geluidbelasting op de gevels van alle woningen aan de eisen uit het Activiteitenbesluit voldoet. In het Activiteitenbesluit is geen geluidsnorm opgenomen ten aanzien van het verkeer van en naar de inrichting. In het kader van de ruimtelijke impact van de supermarkt is het geluid vanwege verkeer van en naar de supermarkt toch beoordeeld. Hierbij worden de principes van de circulaire "Beoordeling geluidhinder wegverkeer in verband met vergunningverlening W.m." (29 februari 1996) aangehouden. De geluidbelasting als gevolg van de verkeersaantrekkende werking bedraagt op de woningen ten hoogste 50 dB(A) etmaalwaarde. De waarden zijn in overeenstemming met de streefwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde. De maximale geluidbelasting vanwege de bezoekende vrachtwagens bedraagt ten hoogste 74 dB(A) in de dagperiode. De maximale geluidbelasting als gevolg van de bezoekende vrachtwagens wordt niet in de beoordeling meegenomen omdat deze vrachtwagenbewegingen worden toegeschreven aan laad- en losactiviteiten die in het kader van het Activiteitenbesluit niet beoordeeld hoeven worden. In het kader van deze ruimtelijke procedure zijn geen bronmaatregelen te treffen. De vrachtwagens die de supermarkt bevoorraden bewegen / manoeuvreren over de openbare weg. Afschermende voorzieningen kunnen niet worden getroffen omdat daar geen ruimte voor is en dit de bewegingsruimte te veel zou beperken. Door de uitbreiding verschuift de locatie van het laden en lossen circa 15 meter in westelijke richting. Uit berekening blijkt dat door de verplaatsing van het laad- en lospunt het piekniveau met ten hoogste 1 dB(A) toeneemt bij de woning aan de Middenweg 12 ten opzichte van de huidige situatie. Het aantal piekniveaus neemt niet toe ten opzichte van de huidige situatie, omdat de laad- en losactiviteiten niet in aantal veranderen. De piekniveaus vinden alleen plaats in de dagperiode, niet in de hinderlijke avond- en nachtperiode. Bij de andere woningen in de directe
blad 2 van 3
docnaam: bijlage ii bij toelichting.doc
omgeving is het maximaal geluidniveau veroorzaakt door vrachtwagenbewegingen, op de openbare weg maatgevend. Enerzijds neemt het maximale geluidniveau op 1 woning met 1 dB(A) toe, anderzijds zorgt de aanbouw van de supermarkt voor afscherming richting de woningen ten noorden van de supermarkt. Het resulterende maximale geluidniveau zonder laad- en losactiviteiten voldoet aan de grenswaarde van 70 dB(A) in de dagperiode. Gevaar Het veiligheidsbeleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). In dit besluit is het beleid weergegeven voor risico's rond bepaalde in het Revi genoemde inrichtingen. Daarnaast gelden vanuit het Activiteitenbesluit (Barim) en de PGS normen (publicatiereeks gevaarlijke stoffen) afstanden vanuit activiteiten en opslagen die een bepaald risico en impact/contour richting omgeving kunnen veroorzaken. De supermarkt is geen risicovolle inrichting in de zin van het Bevi. Het bedrijf heeft dus vanuit het Bevi geen risicocontour en levert vanuit dat kader geen belemmering op voor de ontwikkeling. De indicatieve afstand uit de VNG brochure voor het milieuaspect gevaar bedraagt 10 meter. Na de uitbreiding van de supermarkt is de woning op Middenweg 6 de dichtstbijzijnde woning. De kleinste afstand van de supermarkt tot de woning bedraagt dan 7 meter. Uit het ingediende meldingsformulier van 2002 blijkt dat de inrichting geen gevaarlijke activiteiten ontplooit. De uitbreiding van de supermarkt betreft alleen een uitbreiding van een magazijn. Omdat de activiteiten van de inrichting verder gelijk blijven, verandert de impact van het milieuaspect gevaar niet. Om deze reden hoeft de uitbreiding van de supermarkt geen milieutechnische belemmering te vormen vanuit het milieuaspect gevaar. Conclusie Wegens de aard van de uitbreiding en de binnen de supermarkt plaatsvindende activiteiten en opslagen vormt de wijziging vanuit het milieuaspect gevaar geen belemmering.
blad 3 van 3
docnaam: bijlage ii bij toelichting.doc
Akoestisch onderzoek Albert Heijn, Vuurbaak 1 Limmen projectnr. 200749 revisie 02 21 juni 2010
Auteur A.S. Veger MSc.
Opdrachtgever Gemeente Castricum
datum vrijgave 21 juni 2010
beschrijving revisie 02 aanpassing model: extra toetspunt
goedkeuring M.J. Reinders
vrijgave A. van Dongen
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
Inhoud
Blz.
1
Inleiding
2
1.1 1.2
Aanleiding Leeswijzer
2 3
2
Achtergrondinformatie
4
2.1 2.2
Bedrijfsinformatie Toetsingskader
4 4
3
Opzet onderzoek
6
3.1 3.2 3.3
Opzet onderzoek Opzet geluidberekeningen Representatieve bedrijfssituatie
6 6 6
4
Resultaten en toetsing
9
4.1 4.2 4.3 4.4
Aard van het geluid Equivalent geluid Maximale geluidniveau Verkeersaantrekkende werking
5
Conclusie
Bijlagen 1 2 3
Bronvermogens Invoergegevens rekenmodel Resultaten langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT)
Figuren 1 2 3 4
Situatie overzicht Overzicht bodemgebieden en objecten Overzicht bronnen Overzicht ontvangerspunten
9 9 9 10
11
blad 1 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
1
Inleiding
1.1
Aanleiding In opdracht van de gemeente Castricum is een akoestisch onderzoek verricht naar de geluidbelasting die door de Albert Heijn supermarkt aan de Vuurbaak 1 te Limmen op de omgeving veroorzaakt wordt. De aanleiding tot het onderzoek is het uitbreiden van de supermarkt. In het bestemmingsplan 'Kern Limmen' wordt de uitbreiding van de Albert Heijn supermarkt mogelijk gemaakt . Aanvullend op de onderbouwing van het conserverende deel van het bestemmingsplan wordt in onderhavig onderzoek de ruimtelijke inpassing van de supermarkt inclusief uitbreiding beschouwd. De inrichting valt onder Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim). De supermarkt is gevestigd aan de Vuurbaak 1 te Limmen midden in een woonwijk. Bij de supermarkt is voor ca. 75 autos parkeergelegenheid. Een aantal woningen grenst met hun erfgrens direct aan het terrein van de supermarkt. Zie figuur 1.1. De winkelwagentjes worden onder de luifel nabij de ingang van de supermarkt gesitueerd.
Figuur 1.1. Situering Albert Heijn. Bij dit onderzoek is op basis van literatuurwaarden en ervaringscijfers het bronvermogen van de diverse bronnen binnen de inrichting bepaald. Met deze gegevens is op basis van een berekeningsmodel de geluidbelasting op ontvangpunten rondom de locatie berekend. De ontvangpunten zijn gelegen op gevels van woningen van derden.
blad 2 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
De overdrachtsberekeningen zijn uitgevoerd conform de handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI-II).
1.2
Leeswijzer Deze rapportage is als volgt opgebouwd: ▪ ▪ ▪ ▪
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de bedrijfsduur en de toepasselijke regelgeving; In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de onderzoeksopzet; In hoofdstuk 4 worden de resultaten beoordeeld; In hoofdstuk 5 is de conclusie opgenomen.
blad 3 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
2 2.1
Achtergrondinformatie Bedrijfsinformatie De supermarkt is geopend van maandag t/m zaterdag van 8:00 tot 21:00 uur en op zondag van 16:00 tot 21:00 uur. Het laden en lossen van vrachtwagens vindt plaats in de dagperiode (tussen 7.00 en 19.00 uur). De akoestisch relevante geluidbronnen zijn hoofdzakelijk de verkeersbewegingen van bezoekende personenautos, de vrachtwagens voor de aanvoer van producten, de winkelwagentjes en de installaties ten behoeve van de koel- en vriesvitrines. De directe omgeving van het bedrijf is overwegend akoestisch hard. Het parkeerterrein en de wegen zijn derhalve als hard (reflecterend) bodemgebied ingevoerd. Het overige gebied wordt verondersteld 50% absorberend te zijn.
2.2
Toetsingskader De Albert Heijn valt onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). In het Activiteitenbesluit zijn de volgende grenswaarden voor het geluid opgenomen. 1. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau (LAmax), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat: a. de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden; Tabel 2.17a LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen L Ar,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen L Amax op de gevel van gevoelige gebouwen L Amax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
07:0019:00 uur 50 35 70 55
19:0023:00 uur 45 30 65 50
23:0007:00 uur 40 25 60 45
b. de in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale geluidsniveaus (LAmax) niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten; Verkeersaantrekkende werking (indirecte hinder) In het Activiteitenbesluit is geen geluidsnorm opgenomen ten aanzien van het verkeer van en naar de inrichting. Dat ontslaat gemeenten echter niet van de verplichting, noch de verantwoordelijkheid, om bij de ruimtelijke besluitvorming goed na te denken over de combinatie van verschillende functies, om zo te komen tot een optimale inrichting van een gebied. In voorkomende gevallen kan dat betekenen dat, in het kader van een goede blad 4 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
ruimtelijke ordening, een belangenafweging gemaakt moet worden waarbij het feit dat geluid geproduceerd wordt een rol kan spelen. Vanuit het planologisch spoor en de ruimtelijke impact is derhalve het geluid vanwege verkeer van en naar de supermarkt ook beoordeeld. Hierbij wordt de principes van de circulaire Beoordeling geluidhinder wegverkeer in verband met vergunningverlening W.m. (29 februari 1996) aangehouden. Ingevolge de circulaire moet de geluidbelasting afkomstig van het verkeer van en naar de inrichting afzonderlijk worden beschouwd van het inrichtingsgeluid. De normering dient hierbij plaats te vinden conform het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen van de Wet geluidhinder. De voorkeursgrenswaarde voor het equivalente geluidniveau bedraagt 50 dB(A)-etmaalwaarde en de maximale grenswaarde is 65 dB(A). Bij de beoordeling wordt uitsluitend het equivalente geluidniveau genormeerd en blijft het piekniveau buiten beschouwing. Wanneer bij woningen de geluidbelasting als gevolg van de verkeersaantrekkende werking, boven de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A)etmaalwaarde maar onder de maximale grenswaarde van 65 dB(A) ligt, moet worden nagegaan of de isolatiewaarden van de gevels van de woningen voldoende zijn. De norm voor het binnenniveau voor woningen bedraagt 35 dB(A)-etmaalwaarde.
blad 5 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
3 3.1
Opzet onderzoek Opzet onderzoek De opzet van het akoestisch onderzoek is als volgt: - modelleren van de ligging van het terrein, bepalen van de positie van de geluidbronnen met de bijbehorende bedrijfsduur en de ontvangpunten voor het berekenen van de geluidbelasting op de woningen van derden; - berekenen van de geluidbelasting (LAeq en Lmax), opgesplitst in perioden; - toetsen van de resultaten aan de normstelling.
3.2
Opzet geluidberekeningen De geometrie van het bedrijfsgebouw, de bronnen en de ontvangpunten zijn in een computersimulatie ingebracht (zie figuur 2 t/m 4). Er zijn ontvangpunten gelegd op gevels van woningen van derden. Als ontvanghoogte is gedurende de dagperiode 1,5 meter aangehouden, gedurende de avond- en nachtperiode is 5,0 meter aangehouden. De overdrachtsberekeningen zijn uitgevoerd conform de methode II.8 van de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai. Bij de berekening is reeds rekening gehouden met de bedrijfsduurcorrectie die per bron geldt. Cb= - 10 log Tb/To Deze correctieterm wordt als volgt berekend: waarin; Tb: Tijdsinterval gedurende welke een bepaalde en gespecificeerde bedrijfstoestand binnen een beoordelingsperiode blijft bestaan. To: Tijdsinterval dat relevant is voor de beoordeling van het geluid (beoordelingsperiode). Voor de dagperiode 12 uur, voor de avond 4 uur en voor de nachtperiode 8 uur.
3.3
Representatieve bedrijfssituatie Algemeen Volgens CROW-publicatie 272 (Verkeersgeneratie voorzieningen; kentallen gemotoriseerd verkeer) bedraagt het aantal verplaatsingen voor een fullservice supermarkt (middelhoog en hoog prijsniveau), waar de Albert Heijn onder valt, 82.3 tot 100.6 verplaatsingen per 100 m2 b.v.o. per dag. De Albert Heijn heeft inclusief uitbreiding een oppervlakte van ca. 1900 m2, dit resulteert in 1912 voertuigbewegingen per dag. Deze zijn verdeeld over de dag- en avondperiode: - 90% in de dagperiode: 1720 voertuigbewegingen in de dagperiode; - 10% in de avondperiode: 192 voertuigbewegingen in de avondperiode; - geen voertuigbewegingen in de nachtperiode.
blad 6 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
Geluid afkomstig van de vervoersbewegingen op de openbare parkeerplaats ten zuiden van de Albert Heijn vallen niet onder de activiteiten van de inrichting en worden derhalve niet getoetst aan het toetsingskader van het Activiteitenbesluit. Het aantal vervoerbewegingen heeft echter een directe relatie met winkelwagenbewegingen op het terrein van de inrichting en is ook van belang voor de beoordeling van de indirecte hinder. Laden en lossen Voor het laden en lossen ten behoeve van de supermark komen vier vrachtwagen per dag (bron: Albert Heijn). Deze vrachtwagens komen in de dagperiode. Voor de bedrijfsduur van het laden- en lossen van de rolcontainers is uitgegaan van 30 minuten per vrachtwagen. Winkelwagens Een gedeelte van de bezoekers van de supermarkt maakt gebruik van winkelwagens om hun boodschappen te vervoeren naar de auto. In dit onderzoek is, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, het rijden van de winkelwagens over het parkeerterrein meegenomen daar ze wagentjes onderdeel uitmaken van de inrichting. Gemiddeld komen 1912 auto's per dag naar de Albert Heijn. In dit onderzoek is uitgegaan ervan uitgegaan dat 60% van de bezoekers die met de auto komen gebruik maakt van een winkelwagen. Dit levert 1032 winkelwagenbewegingen op in de dagperiode en 116 winkelwagenbewegingen in de avondperiode. Er is van uitgegaan dat de snelheid van alle transportbewegingen op het terrein voor de winkelwagentjes, de vrachtwagen de personenautos respectievelijk 3, 5 en 10 km/uur bedraagt. Stationaire bronnen De condensoren ten behoeve van de koeling worden vervangen voor nieuwe types. Deze moeten voldoen aan de best beschikbare technieken. Voor de bedrijfstijd van de condensoren is uitgegaan van 100% in de dagperiode, 60% in de avondperiode en 40% in de nachtperiode. Tabel 3.1: Mobiele bronnen aantal bewegingen per etmaal Bron Winkelwagen rijdend over asfalt 1 Winkelwagen in rij plaatsen (piek) Winkelwagen uit rij halen (piek)
1
1
Lwr /LAmax in dB(A)
dagperiode 07:00 - 19:00
avondperiode 19:00 - 23:00
nachtperiode 23:00 - 07:00
80 / 91
1032
116
-
102
1032
116
-
104
1032
116
-
104 / 109 4 Vrachtwagen 1. gebaseerd op gegevens onderzoek stille winkelwagens van december 2000 door Oranjewoud voor Wanzl Winkelinterieurs BV
Tabel 3.2: Stationaire bronnen aantal bewegingen per etmaal Bron
Lwr /LAmax in dB(A)
dagperiode 07:00 - 19:00
avondperiode 19:00 - 23:00
nachtperiode 23:00 - 07:00
Condensor voor koel- en vriesinstallatie (eq) Lossen rolcontainer vanaf vrachtwagen
69
12
2,4
3,2
90 / 109
2
-
-
blad 7 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
Indirecte hinder De vrachtwagens en personenauto's die naar de supermarkt komen worden verondersteld over de Vuurbaak te rijden. In het model zijn alle voertuigen over deze weg gemodelleerd (zie tabel 3.3). De rijsnelheid bedraagt gemiddeld 20 km/uur. Tabel 3.3: Indirecte hinder aantal bewegingen per etmaal Bron
Lwr /LAmax in dB(A)
dagperiode 07:00 - 19:00
avondperiode 19:00 - 23:00
nachtperiode 23:00 - 07:00
Personenauto Vrachtwagen
90 / 100 104 / 109
1720 4
192 -
-
blad 8 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
4 4.1
Resultaten en toetsing Aard van het geluid De berekende bronnen zijn niet tonaal van aard.
4.2
Equivalent geluid In onderstaande tabel zijn de belangrijkste berekeningsresultaten weergegeven. Het betreft hier de LAeq-waarden voor de dag-, avond- en nachtperiode na toepassing van alle correcties. Tabel 4.1: relevante equivalent geluidniveaus Ontvangpunten Norm 01. Middenweg 12 02. Middenweg 12 03. Middenweg 39 04. Roelat 70 - 82 05. Vuurbaak 40 06. Wanne 6 07. Middenweg 6
Dag
LAeq [dB(A)] Avond
Nacht
50 42 48 45 45 44 42 35
45 38 35 31 37 36 36 33
40 25 26 24 <15 <15 19 30
Uit bovenstaande tabel blijkt dat op alle berekeningspunten kan worden voldaan aan het gestelde toetsingskader.
4.3
Maximale geluidniveau In onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven van de berekening van het maximaal geluidniveau op de woningen. Tabel 4.2: relevante maximale geluidniveaus Ontvangpunten Norm 01. Middenweg 12 02. Middenweg 12 03. Middenweg 39 04. Roelat 70 - 82 05. Vuurbaak 40 06. Wanne 6 07. Middenweg 6
Dag
LAmax [dB(A)] Avond
Nacht
70 68 74 71 74 71 67 56
65 56 51 47 56 52 53 43
60 26 26 25 <15 <15 20 32
De maximale geluidniveaus in de dagperiode worden veroorzaakt door het laden en lossen of de daarmee gepaard gaande vrachtwagenbewegingen. In het kader van het activiteitenbesluit hoeft dit niet te worden beschouwd. In de dagperiode is dus geen sprake van een knelpunt. In de avond- en nachtperiode wordt voldaan aan het toetsingskader. blad 9 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
Uit berekening blijkt dat door de verplaatsing van het laad- en lospunt de geluidbelasting met ten hoogste 1 dB(A) toeneemt bij de woning aan de Middenweg 12 ten opzichte van de huidige situatie. Het maximale geluidniveau op de overige woningen met een maximaal geluidniveau boven 70 dB(A) wordt veroorzaakt door vrachtwagenbewegingen op de openbare weg. In het kader van de ruimtelijke procedure zijn geen bronmaatregelen te treffen. De vrachtwagens die de supermarkt bevoorraden bewegen / manoeuvreren over de openbare weg. Afschermende voorzieningen kunnen niet worden getroffen omdat daar geen ruimte voor is en dit de bewegingsruimte te veel zou beperken.
4.4
Verkeersaantrekkende werking In tabel 4.3 zijn de relevante resultaten opgenomen vanwege de passerende voertuigen op de openbare weg, de zogenaamde indirecte hinder. Tabel 4.3: relevante equivalent geluidniveaus, indirecte hinder Ontvangpunten LAeq [dB(A)] Dag Avond Streefwaarde 01. Middenweg 12 02. Middenweg 12 03. Middenweg 39 04. Roelat 70 - 82 05. Vuurbaak 40 06. Wanne 6 07. Middenweg 6
50 42 32 33 50 50 43 35
45 37 34 30 45 45 38 29
Nacht 40 -
De geluidbelasting LAeq als gevolg van de verkeersaantrekkende werking bedraagt op de woningen ten hoogste 50 dB(A) etmaalwaarde. De waarden zijn in overeenstemming met de streefwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde.
blad 10 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
5
Conclusie In het voorgaande is de geluidbelasting vastgesteld die veroorzaakt wordt door de supermarkt Albert Heijn gelegen aan de Vuurbaak 1 te Limmen. De aanleiding tot het onderzoek is het uitbreiden van de supermarkt. De inrichting valt onder Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim). In het bestemmingsplan 'Kern Limmen' wordt de uitbreiding van de Albert Heijn supermarkt mogelijk gemaakt . Aanvullend op de onderbouwing van het conserverende deel van het bestemmingsplan wordt in onderhavig onderzoek de ruimtelijke inpassing van de supermarkt inclusief uitbreiding beschouwd. Het doel van het onderhavige onderzoek is het bepalen van de geluidbelasting bij woningen in de directe omgeving van de supermarkt. Als uitgangspunt van de berekening zijn aannames gebruikt voor het aantal klanten dat de supermarkt bezoekt in de dagperiode en de avondperiode. Onder representatieve bedrijfsomstandigheden bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen ten hoogste 48 dB(A), 38 dB(A) en 30 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Daarmee voldoet de Albert Heijn aan het gestelde toetsingskader van 50 dB(A) etmaalwaarde. De maximale geluidbelasting vanwege de bezoekende vrachtwagens wordt niet in de beoordeling meegenomen omdat deze vrachtwagenbewegingen worden toegeschreven aan laad- en losactiviteiten die niet beoordeeld hoeven worden. Het resulterende maximale geluidniveau voldoet daarmee aan de grenswaarde van 70 dB(A) etmaalwaarde. Gezien het bovenstaande is de inrichting inclusief uitbreiding inpasbaar in de omgeving. Benadrukt moet worden dat de geluidemissie van de inrichting op basis van een worstcase benadering is bepaald en op basis van ervaringscijfers bij gelijkwaardige supermarkten. In het Activiteitenbesluit is geen geluidsnorm opgenomen ten aanzien van het verkeer van en naar de inrichting. Dat ontslaat gemeenten echter niet van de verplichting, noch de verantwoordelijkheid, om bij de ruimtelijke besluitvorming goed na te denken over de combinatie van verschillende functies, om zo te komen tot een optimale inrichting van een gebied. In voorkomende gevallen kan dat betekenen dat, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, een belangenafweging gemaakt moet worden waarbij het feit dat geluid geproduceerd wordt een rol kan spelen. Vanuit het planologisch spoor en de ruimtelijke impact is derhalve het geluid vanwege verkeer van en naar de supermarkt ook beoordeeld. De geluidbelasting LAeq als gevolg van de verkeersaantrekkende werking bedraagt maximaal 50 dB(A) etmaalwaarde. De waarden zijn in overeenstemming met de streefwaarde van 50 B(A) etmaalwaarde.
blad 11 van 12
projectnr. 200749
Akoestisch onderzoek
juni 2010, revisie 02
Albert Heijn, Vuurbaak 1 te Limmen
Bijlagen
blad 12 van 12
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Bronvermogens Model: Groep:
Naam 01 02 03
200749 Bijlage 1
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr. Condensor Condensor Lossen rolcontainers
Geomilieu V1.40
Hoogte 5,00 5,00 1,50
Maaiveld 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief
Type Normaal Normaal Normaal
Richt. 0,00 0,00 0,00
Hoek 360,00 360,00 360,00
Cb(D) 0,00 0,00 7,78
Cb(A) 2,22 2,22 --
Cb(N) 3,98 3,98 --
GeenRefl. Nee Nee Nee
GeenDemping Nee Nee Nee
15-6-2010 14:26:50
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Bronvermogens Model: Groep:
Naam 01 02 03
200749 Bijlage 1
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL GeenProces Nee Nee Nee
Lw. 31 --46,60
Geomilieu V1.40
Lw. 63 31,80 31,80 61,30
Lw. 125 43,80 43,80 73,40
Lw. 250 60,20 60,20 76,50
Lw. 500 67,10 67,10 82,00
Lw. 1k 60,50 60,50 84,80
Lw. 2k 57,30 57,30 85,70
Lw. 4k 49,50 49,50 81,60
Lw. 8k --68,70
D 31 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00
15-6-2010 14:26:50
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Bronvermogens Model: Groep:
Naam 01 02 03
200749 Bijlage 1
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL D 250 0,00 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00 0,00
Geomilieu V1.40
D 1k 0,00 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00
15-6-2010 14:26:50
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Bronvermogens Model: Groep:
Naam 01 03
200749 Bijlage 1
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr. Winkelwagens Vrachtwagens
Geomilieu V1.40
ISO H 0,50 1,50
ISO M 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief
Aantal(D) 516 4
Aantal(A) 58 --
Aantal(N) ---
Cb(D) 11,61 34,85
Cb(A) 16,33 --
Cb(N) ---
Gem.snelheid 3 5
15-6-2010 14:28:17
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Bronvermogens Model: Groep:
Naam 01 03
200749 Bijlage 1
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Max.afst. 5,00 5,00
Lw. 31 49,00 61,50
Geomilieu V1.40
Lw. 63 48,20 57,50
Lw. 125 54,40 86,50
Lw. 250 59,70 90,50
Lw. 500 61,60 96,50
Lw. 1k 67,80 100,50
Lw. 2k 72,30 96,60
Lw. 4k 73,60 88,60
Lw. 8k 77,30 80,80
D 31 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00
15-6-2010 14:28:17
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Bronvermogens Model: Groep:
Naam 01 03
200749 Bijlage 1
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL D 250 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00
Geomilieu V1.40
D 1k 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00
15-6-2010 14:28:17
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Invoergegevens rekenmodel Model: Groep:
Naam 01 02 03 04 05
200749 Bijlage 2
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr. Harde bodem Harde bodem Harde bodem zachte bodem zachte bodem
Bf 0,00 0,00 0,00 1,00 1,00
Geomilieu V1.40
15-6-2010 14:31:22
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Invoergegevens rekenmodel Model: Groep:
200749 Bijlage 2
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Omschr. woning woning woning woning woning
Hoogte 7,00 3,00 3,00 7,00 7,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Refl. 31 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
6 7 10 12 11
woning woning woning woning woning
3,00 3,00 7,00 3,00 3,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
8 9 13 14 15
schuur schuur woning woning woning
3,00 3,00 7,00 3,00 3,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
16 17 18 19 20
ah winkels winkels woning woning
4,00 4,00 4,00 7,00 7,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
21 23 25 26 27
woning woning schuur schuur woning
7,00 7,00 3,50 3,00 7,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
28 29 30 31 32
woning woning woning woningaanbouw woning
7,00 7,00 7,00 7,00 7,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
33 34 35 36 37
woning aanbouw woning woning woning woning aanbouw
4,00 7,00 7,00 7,00 4,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
38 39 40 41 42
woning woning aanbouw woning woning aanbouw woning aanbouw
7,00 3,00 7,00 3,50 3,50
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
43 44 45 46 47
woning woning woning aanbouw schuur woning
7,00 7,00 4,00 4,00 7,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
48 49 50 51 52
schuur woning woning woning en slager huisarts
3,00 7,00 7,00 7,00 4,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
53 54 55 99 100
woning woning woning AH AH
7,00 7,00 7,00 4,00 8,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.40
15-6-2010 14:32:10
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Invoergegevens rekenmodel Model: Groep:
Naam 1 2 3 4 5
200749 Bijlage 2
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
6 7 10 12 11
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
8 9 13 14 15
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
16 17 18 19 20
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
21 23 25 26 27
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
28 29 30 31 32
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
33 34 35 36 37
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
38 39 40 41 42
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
43 44 45 46 47
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
48 49 50 51 52
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
53 54 55 99 100
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.40
15-6-2010 14:32:10
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Invoergegevens rekenmodel Model: Groep:
200749 Bijlage 2
aanpassing 14 juni (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 39 Roelat 70-82 Vuurbaak 40
06 07
Wanne 6 Middenweg 6
Geomilieu V1.40
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Hoogte A 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
Hoogte B 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
Hoogte C ------
Hoogte D ------
Hoogte E ------
Hoogte F ------
Gevel Ja Ja Ja Ja Ja
0,00 0,00
Relatief Relatief
1,50 1,50
5,00 5,00
---
---
---
---
Ja Ja
15-6-2010 14:32:56
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Resultaten LAeq Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
200749 Bijlage 3
Resultatentabel aanpassing 14 juni LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Naam Toetspunt 01_A 01_B 02_A 02_B 03_A
Omschrijving Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 39
Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
Dag 42,5 47,8 48,4 49,2 45,2
Avond 36,5 38,0 28,3 34,7 27,0
Nacht 14,8 25,1 20,9 25,5 17,8
Etmaal 42,5 47,8 48,4 49,2 45,2
Li 70,6 78,4 77,6 78,8 75,9
03_B 04_A 04_B 05_A 05_B
Middenweg 39 Roelat 70-82 Roelat 70-82 Vuurbaak 40 Vuurbaak 40
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
46,4 44,9 45,9 44,2 45,7
30,8 35,7 36,9 34,5 36,2
24,4 8,4 9,9 6,6 8,5
46,4 44,9 45,9 44,2 45,7
76,0 77,6 77,6 76,9 77,0
06_A 06_B 07_A 07_B
Wanne 6 Wanne 6 Middenweg 6 Middenweg 6
1,50 5,00 1,50 5,00
41,5 44,6 34,8 39,8
33,8 35,6 31,7 32,9
16,4 19,4 29,8 30,3
41,5 44,6 39,8 40,3
74,7 75,2 60,5 69,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
15-6-2010 14:33:32
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Resultaten LAmax Rapport: Model:
200749 Bijlage 3
Groep:
Resultatentabel LAmax 14 juni LAmax totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep)
Naam Toetspunt 01_A 01_B 02_A 02_B 03_A
Omschrijving Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 39
Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
Dag 68,1 71,3 73,7 73,8 70,6
Avond 56,8 55,5 44,0 51,3 44,1
Nacht 15,8 26,2 22,0 26,5 19,2
03_B 04_A 04_B 05_A 05_B
Middenweg 39 Roelat 70-82 Roelat 70-82 Vuurbaak 40 Vuurbaak 40
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
71,3 73,7 73,5 70,6 70,7
46,7 55,5 55,9 50,6 51,9
25,4 9,5 11,2 8,0 10,2
06_A 06_B 07_A 07_B
Wanne 6 Wanne 6 Middenweg 6 Middenweg 6
1,50 5,00 1,50 5,00
66,6 68,2 55,7 63,8
52,2 53,0 35,9 43,2
17,4 20,5 32,4 32,2
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
15-6-2010 14:34:29
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Resultaten Indirecte hinder Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
200749 Bijlage 3
Resultatentabel Indirecte hinder LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Naam Toetspunt 01_A 01_B 02_A 02_B 03_A
Omschrijving Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 12 Middenweg 39
Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
Dag 38,6 42,4 32,0 39,0 33,0
Avond 33,4 37,2 26,7 33,8 27,8
Nacht ------
Etmaal 38,6 42,4 32,0 39,0 33,0
Li 72,2 73,5 66,2 69,7 67,6
03_B 04_A 04_B 05_A 05_B
Middenweg 39 Roelat 70-82 Roelat 70-82 Vuurbaak 40 Vuurbaak 40
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
35,2 50,0 50,0 49,9 49,9
30,0 44,8 44,9 44,7 44,7
------
35,2 50,0 50,0 49,9 49,9
67,8 80,9 80,8 80,8 80,7
06_A 06_B 07_A 07_B
Wanne 6 Wanne 6 Middenweg 6 Middenweg 6
1,50 5,00 1,50 5,00
41,0 42,7 25,7 34,8
35,8 37,5 20,5 29,4
-----
41,0 42,7 25,7 34,8
73,7 74,0 59,6 67,8
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
15-6-2010 14:35:23
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Situatieoverzicht
Figuur 1 200749 A 2871
A 2873
A 2872
Bodemgebied Gebouw Lijn/mobiele bronpunt Mobiele bron Toetspunt
A 2874
509600
A 3248 A 3622 0m
30 m
A 2886
A 3621
schaal = 1 : 803
A 3618
A 3250
A 4674 A 2892 A 3623
A 1671 A 3626
A 2891
A 4663 A 2355 509550
A 1953
A 4664 A 4493
07 A 2356
A 4027 A 1318
0302
A 1806
A 3241
04
509500
03 A 2068
02 05
01 A 3696 A 2993
A 3682
A 3683 A 3684
A 2644
A 3685 A 3676 A 3674 509450
A 3675
A 3677
A 3678
A 3679 A 3680
A 3686
A 3681
06
A 3619
A 3687
A 3688
A 3689
A 3615 108050 Industrielawaai - IL, [dorp - Indirecte hinder] , Geomilieu V1.40
108100
108150
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Bodemgebieden en objecten
Figuur 2 200749 Bodemgebied Gebouw
509600
0m schaal = 1 : 803
19 44
34
20
45
38 39
30 m
51
17
46 41
1
35
18
40 37 42
36
2
509550
26
3
4
23
43
25 21
32 33
30
16
100
99
5
31 7
509500
28
48 29
47 49
27
509450
53
54 55
108050 Industrielawaai - IL, [dorp - Kopie van Albert Heyn] , Geomilieu V1.40
108100
108150
6
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Overzicht bronnen
Figuur 3 200749 Bodemgebied Gebouw Mobiele bron Puntbron
0m
10 m schaal = 1 : 412
02
01
509520
03
03
509480
01
108120 Industrielawaai - IL, [dorp - Kopie van Albert Heyn] , Geomilieu V1.40
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Overzicht ontvangerspunten
Figuur 4 200749 Gebouw Toetspunt
0m
30 m schaal = 1 : 671
509550
07
04 509500
03
02 05
01
509450
06
108050 Industrielawaai - IL, [dorp - Indirecte hinder] , Geomilieu V1.40
108100
108150
Memo betreft Akoestisch onderzoek 'Kern Limmen' Middenweg 3B
memonr. aan van kopie projectnummer datum
2010.23 Gemeente Castricum M.J. Reinders E. Bouma 200749 6 mei 2010
1.
Inleiding
In het moederbestemmingsplan 'Kern Limmen' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het plangebied aan de Middenweg 3B te Limmen. Op dit moment is op dit adres de sporthal "d'Enterij" gesitueerd. De wijzigingsbevoegdheid maakt het mogelijk om in de toekomst op deze locatie woningbouw te situeren. Daar de wijzigingsbevoegdheid het mogelijk maakt geluidgevoelige bestemmingen te situeren is het vanuit de planologische procedure gewenst een akoestisch onderzoek op te stellen.
2.
Doelstelling
Het doel van het onderzoek is het in beeld brengen van de geluidbelasting op de planlocatie vanwege wegverkeerslawaai. Door middel van geluidcontouren wordt bepaald of de voorgenomen woningbouwlocatie voldoet aan het wettelijk kader van de Wet geluidhinder (Wgh).
3.
Juridisch kader
Binnen de zone van een weg dient een akoestisch onderzoek plaats te vinden naar de geluidbelasting op de binnen de zone gelegen woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen. Bij het berekenen van de geluidbelasting wordt de Lden-waarde in dB bepaald. De berekende geluidbelasting dient getoetst te worden aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder. Indien de (voorkeurs)grenswaarde wordt overschreden, dient beoordeeld te worden of maatregelen ter beperking van het geluid mogelijk zijn. Als maatregelen niet mogelijk zijn, dient een hogere grenswaarde te worden vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders. In artikel 82 en volgende worden de grenswaarden vermeld met betrekking tot nieuwe situaties bij zones. In tabel 1 zijn deze waarden (voorkeursgrenswaarden en de maximaal toelaatbare hogere grenswaarde) opgenomen. Tabel 1. Grenswaarden voor woningen langs een bestaande weg Status van de woning
nieuw te bouwen woningen
Voorkeursgrenswaarde [dB] 48
Maximale ontheffing [dB] Stedelijk Buitenstedelijk 63 53
Aftrek ex artikel 110g Wet geluidhinder Artikel 110g van de Wet geluidhinder biedt de mogelijkheid het resultaat van berekening en meting van de geluidbelasting vanwege wegverkeer met maximaal 5 dB te verlagen alvorens de blad 1 van 4
waarden te toetsen aan de (voorkeurs)grenswaarden. De hoogte van de aftrek is geregeld in artikel 3.6 van het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006. Op basis van dit voorschrift mag voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt, een aftrek van 2 dB worden toegepast. Voor de overige wegen bedraagt de aftrek 5 dB. Plangebied In onderstaande afbeelding is globaal het te onderzoeken plangebied weergegeven. Afbeelding 2. Plangebied nabij Middenweg 3B, Limmen
Plangebied
Toetsingskader plansituatie In de onderhavige situatie is er sprake van een plangebied met geluidgevoelige bestemmingen die gelegen zijn binnen de wettelijke geluidzone de Rijksweg. Voor de Rijksweg geldt een maximum snelheid van 50 km/uur, de aftrek ex artikel 110g Wgh bedraagt derhalve 5 dB. De in tabel 3 weergegeven grenswaarden zijn van toepassing.
blad 2 van 4
docnaam: 010506-200749-mem-akoestiek middenweg 3b.doc
Tabel 3. Grenswaarden voor woningen langs een bestaande weg Status van de woning
Voorkeursgrenswaarde [dB]
Nieuw te bouwen woning
48
Maximale ontheffing [dB] Binnenstedelijk 63
De overige wegen in de nabijheid van het plangebied zijn gelegen binnen een 30 km/u-zone. Een weg waar de maximale snelheid 30 km/uur bedraagt, is in de zin van de Wet geluidhinder niet zoneplichtig. Een akoestisch onderzoek is voor dergelijke wegen derhalve niet noodzakelijk en zijn in onderhavig onderzoek niet beoordeeld.
4.
Uitgangspunten
Rekenmethode Voor het bepalen van het geluidniveau vanwege het verkeer op een weg zijn twee wettelijk vastgestelde rekenmethodes voorhanden: de Standaardrekenmethode I en de Standaardrekenmethode II uit het 'Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006' ex artikel 110d van de Wet geluidhinder, kortweg aangeduid als SRM I respectievelijk SRM II. De SRM II is een rekenmethode waarbij rekening kan worden gehouden met afscherming van objecten, hetgeen met de SRM I niet mogelijk is. Daar er in onderhavig geval objecten tussen het plangebied en de Rijksweg zijn gelegen, zijn de berekeningen uitgevoerd conform SRM II. Invoergegevens De geprognosticeerde verkeersgegevens van de Rijksweg zijn aangeleverd door de gemeente Castricum. De voor de berekeningen gehanteerde verkeersgegevens worden weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 4. Gehanteerde verkeersgegevens prognosejaar 2020 Weg
Rijksweg
Intensiteit
Gemiddeld
Verdeling per
[mvt/etm]
uurpercentage
voertuigcategorie
[%]
[%]
22.000
dag
avond
nacht
licht
middelzwaar
zwaar
6,5
3,4
0,9
93,2
4,6
2,2
Voor de Rijksweg bedraagt de maximum snelheid ter hoogte van het onderhavige plangebied 50 km/uur. De weg is verhard met dicht asfaltbeton en in de berekeningen is uitgegaan van het wegdektype DAB 0/16. De omgeving van de nieuw te realiseren bebouwing is voornamelijk als akoestisch zacht te kenmerken (bodemfactor 1,0). Wegen, water en verharde delen zijn als hard bodemgebied (0,0) ingevoerd. De diverse gebouwen in de omgeving van het plangebied zijn in de berekeningen zowel afschermend als reflecterend meegenomen. Met behulp van het berekeningsmodel is een contourberekening uitgevoerd voor het prognosejaar 2020. Voor de berekeningen is uitgegaan van een ontvangerhoogte van 4,50 meter (eerste verdieping) boven lokaal maaiveld.
blad 3 van 4
docnaam: 010506-200749-mem-akoestiek middenweg 3b.doc
5.
Resultaten
In onderstaande afbeelding 5 zijn de geluidcontouren ten gevolge van wegverkeerslawaai op de Rijksweg in het plangebied (blauw omkaderd) weergegeven. In het oranje weergegeven gebied bedraagt de geluidbelasting tussen de 48 dB en 63 dB inclusief aftrek artikel 110g van de Wet geluidhinder. In het groen weergegeven is de geluidbelasting lager dan 48 dB (incl. art. 110g Wgh). Afbeelding 5. Geluidcontouren ten gevolge van de Rijksweg
6.
Conclusie
De geluidbelasting in het te beoordelen plangebied is lager dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Dit betekent dat er in het gebied geen akoestische bezwaren zijn om woningen te realiseren.
Bijlagen 1. Resultaten Hoofdweg
blad 4 van 4
docnaam: 010506-200749-mem-akoestiek middenweg 3b.doc
periode:
Lden Inclusief groepsreducties < 48 dB
Rijksweg 2020 10 mei 2010, 17:27
Bodemgebied Gebouw Weg
48 - 63 dB 63 - 99 dB 99 - 99 dB 99 - 99 dB 99 - 99 dB 99 - 99 dB
0m
40 m schaal = 1 : 1000
509300
108000
Rekenresultaten incl. art. 110g Wgh
107900 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [200749 - Rijksweg 2020] , Geomilieu V1.40
Wi jz ig i ng s p la n Ui tg ee ste rw eg 3 te L i m men
Wi jz ig i ng s p la n Ui tg ee ste rw eg 3 te L i m men
Inhoud
Toelichting + bijlagen Regels + bijlage Verbeelding
28 juli 2010 Projectnummer 041.14.00.11.00
T o e l i c h t i n g
041.14.00.11.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
Inleiding
5
2
Planbeschrijving
7
2.1
Huidige situatie
7
2.2
Toekomstige situatie
7
3
4
Wijzigingsbevoegdheid
9
3.1
Bestemmingsplan “Uitgeesterweg – Zuideinderweg Limmen”
3.2
Relatie met de Wet ruimtelijke ordening
10
9
3.3
Zienswijzen
11
Randvoorwaarden
13
4.1
Milieu-aspecten
13
4.1.1
Hinder van en voor bedrijvigheid en voorzieningen
13
4.1.2
Geluidhinder
15
4.1.3
Externe veiligheid
18
4.1.4
Luchtkwaliteit
19
4.1.5
Bodemtoets en bodemkwaliteit
20
4.2
Cultuurhistorie en archeologie
21
4.3
Natuur en ecologie
23
4.4
Waterparagraaf
24
5
Economische uitvoerbaarheid
25
6
Vormgeving van het plan
27
Bijlagen
041.14.00.11.00.toe
1
I n l e i d i n g
Aan de zuidzijde van de dorpskern Limmen is het perceel Uitgeesterweg 3
gelegen (zie figuur 1). Op dit perceel is een agrarisch bedrijf gesitueerd. De agrarische bedrijfsvoering is inmiddels beëindigd. Door de initiatiefnemer is verzocht op het perceel een woning met bedrijfsruimte ten behoeve van een webwinkel op te mogen richten. Het verzoek is voorgelegd aan de gemeente. De gemeente Castricum heeft het plan getoetst aan het geldende bestemmingsplan “Uitgeesterweg – Zuideinderweg Limmen”. De gemeente heeft geconcludeerd dat planologische medewerking mogelijk is door gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid die in het bestemmingsplan is opgenomen. Dit wijzigingsplan is hiervan het resultaat.
Figuur 1.
Ligging perceel Uitgeesterweg 3, Limmen (Bron: Google Earth)
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
5
2
P l a n b e s c h r i j v i n g
2.1
Huidige situatie Het plangebied maakt onderdeel uit van de lintbebouwing langs de Uitgeesterweg en ligt naast een tuincentrum en groothandel in kunstmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Aan het Hazenlaantje zijn enkele kleinschalige bedrijven gevestigd (kantoor en opslag). Op het perceel staat nu nog een woning met enkele schuren en stallen. Het agrarisch bedrijf is niet meer in gebruik. Het terrein is niet verhard.
2.2
Toekomstige situatie De bestaande bebouwing op het perceel Uitgeesterweg 3 zal worden gesloopt. De vervangende nieuwbouw bestaat uit een woning en een bedrijfsgebouw ten behoeve van een webwinkel. De vrijstaande woning bestaat uit twee bouwlagen met onderkeldering. De
DE WONING
voorgevel van de woning wordt gebouwd in de bestaande gevellijn van de woning op het perceel Uitgeesterweg 5 en evenwijdig aan deze weg. De inhoud van de woning (het hoofdgebouw) blijft beneden de 1000 m³. De maximale goothoogte bedraagt 3 m en de maximale bouwhoogte 7,5 m. De woning heeft een kap met een dakhelling van ± 60º. Het bedrijf betreft een bedrijfsgebouw zonder bezoekersfunctie, bestemd voor
HET BEDRIJF
een kantoor, opslag en verzending voor een webwinkel. Op grond van de VNGbrochure “Bedrijven en milieuzonering” kan het bedrijf (Handelsbemiddeling) worden aangemerkt als een categorie 1 bedrijf. In het geldende bestemmingsplan “Uitgeesterweg-Zuideinderweg Limmen” is bij de voorschriften een staat van bedrijven opgenomen. Hierin is het bedrijf ook als categorie 1 bedrijf aangemerkt. Dit betekent dat voor de milieu-aspecten geur, stof en gevaar geen rekening hoeft te worden gehouden met een afstand tot milieugevoelige objecten en dat voor het aspect geluid een afstand van 10 meter tot geluidgevoelige objecten in acht moet worden gehouden. Het gebouw heeft een dakhelling van ± 30º en een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 meter en 5,5 meter. De oppervlakte van het gebouw bedraagt 150 m². Het weiland achter de woning – aan de Zuideinderweg – zal onbebouwd blijven.
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
7
In figuur 2 is de toekomstige situatie van het perceel Uitgeesterweg 3 opgenomen.
Figuur 2.
Toekomstige situatie Uitgeesterweg 3 Limmen (Bron: De Vree Architecten)
VERKEER EN PARKEREN
In het toekomstige bedrijfsgebouw zal alleen de administratie, inkoop en de website hosting plaatsvinden. De gehele logistieke dienstverlening is uitbesteed aan een transport partner, die is gevestigd in Almere. De magazijnen zijn gevestigd in Amsterdam en Almere. Er zal dus in het plangebied geen sprake zijn van aan- en afvoer van goederen. Evenmin zal aan de Uitgeesterweg sprake zijn van een bezoekerscentrum of winkel (het bedrijf richt zich überhaupt niet op de markt aan particulieren). Alleen sporadisch zullen samples en proefmonsters naar het kantoor worden gebracht. Veelal worden deze enkele flessen door de producenten, agentschappen en/of importeurs persoonlijk gebracht en nader toegelicht. Ten behoeve van dit bezoek en ten behoeve van de medewerkers zullen ruim voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd.
8
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
3
W i j z i g i n g s b e v o e g d h e i d
3.1
Bestemmingsplan “Uitgeesterweg – Zuideinderweg Limmen” Het gemeentelijk ruimtelijk beleid is vastgelegd in het bestemmingsplan “Uitgeesterweg – Zuideinderweg Limmen” dat op 20 oktober 2005 door de gemeenteraad is vastgesteld en op 10 februari 2006 door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Het perceel aan de Uitgeesterweg 3 heeft in het vigerende bestemmingsplan de bestemming “Agrarische doeleinden”. De gronden die op de plankaart als zodanig zijn aangewezen mogen worden bebouwd en gebruikt ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf. Het perceel mag volgens de voorschriften van het bestemmingsplan niet worden gebruikt of worden bebouwd ten behoeve van een woning of een bedrijf. Vanwege de situering nabij woongebied is in de beschrijving in hoofdlijnen opgenomen dat het perceel na opheffing van het agrarisch bedrijf mag worden gewijzigd in een woonbestemming. Daarnaast is voor het perceel Uitgeesterweg 3 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt de bestemming te wijzigen in de bestemming “Bedrijfsdoeleinden”, zoals omschreven in artikel 4 van het bestemmingsplan “Uitgeesterweg – Zuideinderweg Limmen”. Hiertoe zijn de volgende voorwaarden opgenomen: a.
Wijziging is toegestaan na beëindiging van het ter plaatse aanwezige agrarische bedrijf.
b.
c.
Wijziging is toegestaan ten behoeve van de realisering van: 1.
hetzij: één bedrijf met bijbehorende bedrijfswoning (vrijstaand);
2.
hetzij: twee bedrijven, elk met bijbehorende bedrijfswoning.
Het wijzigingsplan moet, gemaakt de keuze als benoemd in de vorige bepaling, worden gebaseerd op de overeenkomstige ruimtelijke randvoorwaardenkaart, als opgenomen in de bijlage van de voorschriften (bijlage 1 van dit wijzigingplan).
d.
Het bepaalde in artikel 4, lid 1 t/m 3 van overeenkomstige toepassing is met dien verstande dat: 1.
detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan;
2.
de goot- en nokhoogte van bedrijfsgebouwen maximaal 4,0 m respectievelijk 7,5 m mag bedragen;
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
9
3.
in afwijking van het bepaalde in artikel 4, tweede lid, onder f, indien het een twee-onder-een-kapwoning betreft, de inhoud maximaal 600 m³ mag bedragen;
4.
in afwijking van het bepaalde in artikel 4, lid 2, sub g, indien het een twee-onder-een-kapwoning betreft, de nokhoogte maximaal 9,0 m mag bedragen.
e.
Bij het wijzigen als bedoeld in dit artikel wordt de procedure gevolgd die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, zoals die op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan luidt.
In figuur 3 is een uitsnede van de ruimtelijke randvoorwaardenkaart opgenomen voor de situatie één bedrijf met bedrijfswoning.
Figuur 3.
Uitsnede ruimtelijke randvoorwaardenkaart (bestemmingsplan Uitgeesterweg-Zuideinderweg Limmen)
In dit specifieke geval wordt de agrarische bestemming gewijzigd in een afzonderlijke woonbestemming en een bedrijfsbestemming. De gemeente Castricum heeft deze mogelijkheid geopperd en kan dus akkoord gaan met deze constructie.
3.2
Relatie met de Wet ruimtelijke ordening Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Het bestemmingsplan “Uitgeesterweg - Zuideinderweg Limmen” is op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) goedgekeurd.
10
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
In de Invoeringswet van de Wro is bepaald dat een voor een wijzigingsplan op basis van een 'oud' moederplan de oude WRO van toepassing is, inclusief de procedurevoorschriften indien het ontwerp van dit wijzigingsplan voor 1 juli 2009 ter inzage heeft gelegen. In dit geval wordt het wijzigingsplan na 1 juli 2009 als ontwerp ter inzage gelegd en geldt de Wro met het daarbij behorende procedurevoorschrift. In artikel 3.9a Wro is aangegeven dat afdeling 3.4 Awb van toepassing is met aanvullende regels voor de kennisgeving en de beschikbaarstelling. Burgemeester en Wethouders besluiten over het wijzigingsplan binnen acht weken na afloop van de termijn van terinzageligging op grond van artikel 3.6, lid 1 Wro. Artikel 8.1.2 Bro geeft voor wat betreft de vormgeving en opmaak van het wijzigingsplan aanvullend overgangsrecht. Een wijzigingsplan mag worden vormgegeven en ingericht in overeenstemming met het moederplan. Hierbij geldt als eis dat het ontwerp van het moederplan ter inzage is gelegd voor 1 januari 2010. Dit geldt dus per definitie voor moederplannen die op basis van de oude WRO zijn vastgesteld. De gemeente Castricum streeft er naar haar ruimtelijke plannen zoveel mogelijk digitaal beschikbaar te stellen via de landelijke website ruimtelijkeplannen.nl. Om die reden is onderhavig plan als plancontourplan beschikbaar gesteld op genoemde website. Op de website is het plangebied van het wijzigingsplan weergegeven met daaraan gekoppeld de toelichting met bijlagen, de regels met bijlagen en de plankaart in pdf-formaat.
3.3
Zienswijzen Het ontwerpwijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen heeft vanaf 10 juni t/m 21 juli 2010 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn geen zienswijzen ingediend.
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
11
4
R a n d v o o r w a a r d e n
4.1
Milieu-aspecten 4 . 1 . 1
Hinder van
en
voor bedrijvigheid
en
voor-
zieningen
Op grond van de Wet milieubeheer zijn bedrijven en instellingen verplicht te voldoen aan de eisen van een AMvB, dan wel een milieuvergunning te hebben voor de exploitatie van het bedrijf, waarbij rekening gehouden dient te worden met de omliggende woonbebouwing. Door middel van de milieuwet- en regelgeving (milieu)hinder in woongebieden zo veel mogelijk voorkomen. Uit de geactualiseerde publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt de richtafstandenlijst voor milieubelastende activiteiten gehanteerd. Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de minimale afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen te houden. De grootste afstand is bepalend. De genoemde maten zijn richtinggevend, maar met een goede motivering kan en mag hiervan worden afgeweken. Er dient te worden aangetoond dat het plan buiten de invloedssfeer van bedrijvigheid in de nabije omgeving valt. Tevens dient te worden aangetoond dat het plan geen belemmering vormt voor de nabijgelegen functies. De Milieudienst Regio Alkmaar (MRA) heeft de ruimtelijke inpasbaarheid van de
ONDERZOEK
nieuwbouw in relatie tot milieu-aspecten geïnventariseerd en beoordeeld. Door de geplande nieuwbouw van de woning zal de afstand tot de bestaande bedrijven op de percelen Uitgeesterweg 1 en 5 circa 17 respectievelijk 8 meter bedragen. De afstand van de nieuwe woning tot het bedrijfspand aan het Hazenlaantje (pal achter het perceel Uitgeesterweg 5) bedraagt circa 37 meter. Volgens opgave van de gemeente zijn op de percelen Uitgeesterweg 1 en 5 en het Hazelaantje bedrijven uit de milieucategorie 1 en 2 toegestaan. Voor deze categorieën geeft de VNG-publicatie richtafstanden van 10 respectievelijk 30 meter.
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
13
Ten opzichte van het bedrijfsperceel aan het Hazenlaantje wordt ook in de nieuwe situatie ruimschoots aan de richtafstanden voldaan. Gelet op de toegelaten bedrijfscategorieën op de percelen Uitgeesterweg 1 en 5, wordt in de nieuwe situatie niet aan de richtafstand van 30 meter voldaan. Hieronder volgt een nadere beschouwing, gebaseerd op de bedrijven die nu op laatstgenoemde percelen zijn gevestigd. Uitgeesterweg 1 Op dit perceel zijn twee bedrijven gevestigd: een detailhandel in land- en tuinbouwproducten en een groothandel in kunstmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. De VNG-publicatie geeft voor een detailhandel een richtafstand van 10 meter, vanwege het aspect ‘geluid’. In de nieuwe situatie bedraagt de afstand tussen het bedrijfspand en de woning circa 17 meter, dus wordt ruimschoots aan de richtafstand voldaan. Ten opzichte van de in- en uitrit van de detailhandel – een belangrijke ‘geluidsbron’ – wordt de afstand ten opzichte van de oude situatie zelfs groter, dus gunstiger. De groothandel aan de Uitgeesterweg 1 heeft tevens een milieuvergunning. Hierin zijn o.a. geluidvoorschriften opgenomen, die gerelateerd zijn aan de dichtstbijzijnde woning van derden. Bij de bepaling van de geluidbelasting vanwege deze inrichting, spelen verkeersbewegingen (bevoorrading en het komen en gaan van bezoekers) een belangrijke rol. In de nieuwe situatie blijft de afstand van de woning tot het toegangspad ongewijzigd. Het is niet aannemelijk dat het bedrijf aanvullende maatregelen of voorzieningen moet treffen om aan eerdergenoemde geluidvoorschriften te (kunnen) voldoen. De groothandel in kunstmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen valt nu onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarom moet een veiligheidsafstand van ten minste 20 meter (overeenkomstig het PR 10-6-contour) worden aangehouden. Voor dit bedrijf is een nieuwe milieuvergunning in procedure. Deze vergunning voorziet in een gewijzigde bedrijfsvoering, waardoor de Bevi-status zal komen te vervallen. In de nieuwe situatie zal de kortste afstand tussen de groothandel en de woning (de bijkeuken) circa 28 meter bedragen. Uitgeesterweg 5 Op het perceel Uitgeesterweg is nu een bedrijf gevestigd dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van informatiebeheersystemen voor de grafische industrie. Voor een dergelijke kantoorfunctie geeft de VNG-publicatie in beginsel een richtafstand van 10 meter, maar omdat in dit gebied sprake is van ‘functiemenging’, kunnen de gebezigde werkzaamheden zelfs aanpandig aan woningen van derden worden uitgeoefend.
14
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
Hazenlaantje De afstand van de nieuwe woning tot het bedrijfspand aan het Hazenlaantje bedraagt meer dan 30 meter. De afstand van de nieuwe bedrijfsbebouwing (kantoor) tot het bedrijfspand aan het Hazenlaantje bedraagt zo’n 8 meter. Een bedrijfspand wordt niet gezien als een geluidgevoelig object. In het gebouw zullen wel meerdere mensen dagelijks werkzaam zijn. Op grond van jurisprudentie geniet een dergelijk gebouw wel een zekere bescherming. De afstand van 8 meter is in dat kader voldoende. De omliggende bedrijfspercelen hebben op grond van de VNG-brochure ‘Be-
CONCLUSIE
drijven en milieuzonering’ richtafstanden van 10 en 30 meter. De nieuwbouw van de woning voldoet niet geheel aan de richtafstand omdat de afstand 28 meter bedraagt. Omdat op grond van de milieuvergunning een afstand van 20 meter in acht moet worden genomen, wordt de kleine afwijking aanvaardbaar geacht. De uitvoerbaarheid van het project wordt niet door (milieu)hinder van omliggende bedrijven belemmerd en beperkt omliggende bedrijven niet in de bedrijfsvoering. 4 . 1 . 2
Geluidhinder
De Wet geluidhinder dateert van 16 februari 1979 en is sindsdien middels ver-
WET- EN REGELGEVING
schillende wetten diverse keren gewijzigd. De meest recente wijziging heeft plaatsgevonden bij besluit van 7 december 2006 (Staatsblad 2006 -661). De inwerkingtreding heeft op 1 januari 2007 plaatsgevonden. Tevens is op 1 januari 2007 het “Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006” (Staatscourant 21 december 2006, nummer 249) in werking getreden. Voor wegverkeerslawaai is bij deze wijziging van de wet overgestapt op de Europese dosismaat L day-evening-night (Lden). In de wet wordt Lden aangegeven in decibel (dB); de oude dosismaat L etmaal (Letm) wordt net als vroeger aangeduid met 'dB(A)'. Beide dosismaten zijn 'A-gewogen': ze houden rekening met de gevoeligheid van het menselijk oor. De geluidbelasting in Lden is het gemiddelde over de dag-, avond- en nachtperiode. De Wet geluidhinder bepaalt dat de ‘geluidsbelasting’ op gevels van woningen en andere geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan een in de wet bepaalde norm. In veel gevallen is deze norm 48 dB. In de wet is aangegeven wanneer een weg zoneplichtig is. Elke weg heeft in
WEGVERKEERSLAWAAI
principe een zone, behoudens: -
wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;
-
wegen waarvoor een maximum snelheid geldt van 30 km/uur.
Indien binnen een geluidzone nieuwe geluidgevoelige objecten, zoals woningen, worden gerealiseerd, moet door middel van akoestisch onderzoek worden vastgesteld of aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder wordt voldaan.
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
15
Op de wegen in en in de directe omgeving van het plangebied (Uitgeesterweg en de Rijksweg N203) is een snelheid van ten hoogste 60 of 80 km per uur toegestaan. Dit betekent dat er bij deze wegen een geluidszone aanwezig is. Dit maakt toetsing aan de bepalingen van de Wet geluidhinder noodzakelijk. Uitgeesterweg ONDERZOEK
Op de Uitgeesterweg is een snelheid van ten hoogste 30 km per uur toegestaan. Op grond van de Wgh is er langs deze weg dus geen geluidszone aanwezig. Omdat de intensiteit op deze weg vrij hoog is, heeft toch een akoestisch onderzoek plaatsgevonden om reden van een goede ruimtelijke ordening. Om inzicht te krijgen in de verwachte geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai op de naar de Uitgeesterweg gekeerde gevel van de woning is in maart 2010 door het Noordelijk Akoestisch Adviesbureau een akoestisch onderzoek uitgevoerd (SRMII). De resultaten van het onderzoek zijn in bijlage 2 bij deze toelichting opgenomen. Voor het akoestisch onderzoek is gebruik gemaakt van de informatie van de verkeersmilieukaart. Uit de informatie van de verkeersmilieukaart blijkt dat er in 2020 op de Uitgeesterweg sprake is van een verkeersdruk van 4.300 motorvoertuigen per dag. De verdeling van licht, midden-, zwaarverkeer en overig verkeer is in tabel 1 weergegeven. Tabel 1. Verdeling van het verkeer over de dag verkeer licht
midden
zwaar
overig
dagperiode (07:00-19:00 uur)
96,0%
96,0%
96,0%
0%
avondperiode (19:00-23:00 uur)
2,7%
2,7%
2,7%
0%
nachtperiode (23:00-07:00 uur)
1,3%
1,3%
1,3%
0%
De andere uitgangspunten van het akoestisch onderzoek zijn: -
de verdeling van het verkeer over de dagperiode per uur is 6,8%;
-
de verdeling van het verkeer over de avondperiode per uur is 2,7%;
-
de verdeling van het verkeer over de nachtperiode per uur is 0,9%;
-
de gemiddelde verkeersdruk neemt per jaar 1,24% toe;
-
het prognosejaar is 2020;
-
de hoogten van het waarneempunten is 1,5 en 4,5 m.
Uit de resultaten van het akoestisch onderzoek blijkt dat de te verwachten geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Uitgeesterweg op de gevels van de woning ten hoogste 50 dB zal bedragen. Omdat de Uitgeesterweg op grond van de Wgh geen zone kent, is een hogere waarde niet aan de orde.
16
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
Rijksweg (N203) Op de Rijksweg (N203) is ter plaatse van het plangebied een snelheid van ten hoogste 80 km per uur toegestaan. Op grond van de Wgh is er bij deze weg een geluidszone van 250 m aanwezig. Het plan ligt voor een deel binnen deze geluidszone. Om inzicht te krijgen in de verwachte geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai op de naar de Rijksweg (N203) gekeerde gevel van de woning is in maart 2010 door het Noordelijk Akoestisch Adviesbureau een akoestisch onderzoek uitgevoerd (SRMII). De resultaten van het onderzoek zijn in bijlage 2 bij deze toelichting opgenomen. Voor het akoestisch onderzoek is gebruik gemaakt van de informatie van de verkeersmilieukaart. Uit de informatie van de verkeersmilieukaart blijkt dat er in 2020 op de Rijksweg (N203) sprake is van een verkeersdruk van 27.590 motorvoertuigen per dag. De verdeling van licht, midden-, zwaarverkeer en overig verkeer is in tabel 1 weergegeven. Tabel 2. Verdeling van het verkeer over de dag verkeer licht
midden
zwaar
overig
dagperiode (07:00-19:00 uur)
91,1%
91,1%
91,1%
0%
avondperiode (19:00-23:00 uur) nachtperiode (23:00-07:00 uur)
4,0% 4,9%
4,0% 4,9%
4,0% 4,9%
0% 0%
De andere uitgangspunten van het akoestisch onderzoek zijn: -
de verdeling van het verkeer over de dagperiode per uur is 6,9%;
-
de verdeling van het verkeer over de avondperiode per uur is 2,9%;
-
de verdeling van het verkeer over de nachtperiode per uur is 0,7%;
-
de gemiddelde verkeersdruk neemt per jaar 1% toe;
-
het prognosejaar is 2020;
-
de hoogten van het waarneempunten is 1,5 en 4,5 m.
Uit de resultaten van het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting op de gevels van de nieuw te bouwen woning ten gevolge van de N203 ten hoogste 52 dB bedraagt. Dit betekent een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Door Burgemeester en Wethouders (b en w) zal hier voor een hogere waarde moeten worden vastgesteld. Door cumulatie van het geluid ten gevolge van beide wegen kan de geluidsbelasting op de gevels van de woning oplopen tot ten hoogste 54 dB inclusief aftrek, en 58 dB exclusief aftrek. Met deze laatste waarde kan de geluidswering van de gevels beoordeeld worden.
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
17
CONCLUSIE
Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd een hogere waarde op grond van de Wet geluidhinder vast te stellen voor de voorgestane ontwikkeling. De opdrachtgever heeft een verzoek tot vaststelling van een hogere geluidswaarde ingediend bij de gemeente. Het ontwerpbesluit Hogere Waarde wordt gelijktijdig met het ontwerpwijzigingsplan gepubliceerd. Het plan is uitvoerbaar nadat de hogere geluidswaarde is vastgesteld. 4 . 1 . 3
Externe
veiligheid
De overheid heeft de afgelopen jaren veiligheidsnormen vastgelegd die in acht moeten worden genomen en waarmee zowel op het gebied van milieu als op het gebied van de ruimtelijke ordening rekening moet worden gehouden. Nieuw aan het veiligheidsbeleid is dat de afwegingen ten aanzien van risico's op ongevallen die doden en gewonden tot gevolg kunnen hebben duidelijk zichtbaar moeten worden gemaakt en niet langer onbewust of impliciet plaatsvinden. In het vierde Nationale milieubeleidsplan (NMP4) zijn de lijnen uitgezet voor een vernieuwing van het externe veiligheidsbeleid. Deze vernieuwing gaat uit van de zogenaamde risicobenadering. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico: -
Plaatsgebonden risico: risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
-
Groepsrisico: cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
Beide vormen zullen omgezet worden in harde normen die uitgangspunt dienen te zijn voor het ruimtelijke en het milieubeleid. Inmiddels is het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” vastgesteld. In dit besluit worden grenswaarden gegeven voor het plaatsgebonden risico; voor het groepsgebonden risico zijn slechts richtwaarden gegeven. PROVINCIALE RISICOKAART
De provincie Noord-Holland heeft hiertoe een risicokaart vervaardigd, waarop verschillende risicobronnen en risico-ontvangers zijn aangegeven. Op de risicokaart staan gegevens die met risico te maken hebben, zoals risicoveroorzakende bedrijven die gevaarlijke stoffen gebruiken of produceren of opslaan en ook het vervoer/transport van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen zijn in dit geval stoffen die een schadelijke invloed hebben op de gezondheid en het milieu.
18
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
De groothandel in kunstmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen valt nu onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarom moet een veiligheidsafstand van ten minste 20 meter (overeenkomstig de PR 10-6-contour) worden aangehouden. Voor dit bedrijf is een nieuwe milieuvergunning in procedure. Deze vergunning voorziet in een gewijzigde bedrijfsvoering, waardoor de Bevi-status zal komen te vervallen. In de nieuwe situatie zal de kortste afstand tussen de groothandel en de woning (de bijkeuken) circa 28 meter bedragen. Vanuit het oogpunt van externe veiligheid is er geen bezwaar tegen de uitvoe-
CONCLUSIE
ring van het plan. 4 . 1 . 4
Luchtkwaliteit
Op 1 maart 1993 is de Wet milieubeheer (Wm) in werking getreden. Onder
WET EN REGELGEVING
andere de Europese regelgeving voor de luchtkwaliteit is met de inwerkingtreding van de wijziging van de Wm (onderdeel luchtkwaliteitseisen) op 15 november 2007 in de Nederlandse wet- en regelgeving verwerkt. Uitgangspunt van de Wm is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Hierin is bepaald wanneer en hoe overschrijdingen van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit moeten worden behandeld. In het NSL worden ook nieuwe ontwikkelingen zoals plannen voor de bouw van woningen overwogen. Plannen die binnen het NSL passen, hoeven niet meer te worden beoordeeld aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Ook plannen die niet ‘in betekende mate’ (nibm) gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit hoeven niet meer aan deze grenswaarden te worden beoordeeld. De eisen om te kunnen beoordelen of bij een plan sprake is van nibm, zijn vastgesteld in de algemene maatregel van bestuur (AMvB)-nibm. In de AMvB-nibm is bepaald dat na dat het NSL of een programma voor de regio is vastgesteld een grenswaarde van 3% afname van de luchtkwaliteit als nibm kan worden aangeduid. Dit betekent een toename van ten hoogste 1,2 microgram per m3 NO2 of PM10. Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de
ONDERZOEK
luchtkwaliteit heeft VROM in samenwerking met InfoMil de ‘nibm-tool’ (03-082009) ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO2 en PM10 bepaald. Het plan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van 1 woning met bedrijfsruimte. Op basis van de CROW-publicatie nr. 256 ‘Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden’ (oktober 2007) mag worden uitgegaan van een ritproductie van maximaal 13 ritten voor de woning en 16 ritten voor de bedrijfsfunctie.
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
19
Uit de resultaten van de NIBM-tool (zie bijlage 3) blijkt dat de te verwachten toename van NO2 en PM10 van achtereenvolgens 0,08 en 0,02 microgram per m3 is. Dit is geen overschrijding van de grenswaarde van 1,2 microgram per m3. Dit betekent dat er sprake is van een niet 'in betekenende mate' toename van NO2 en PM10 vanwege het plan. Een aanvullend onderzoek naar de luchtkwaliteit is dan ook niet noodzakelijk. CONCLUSIE
De uitvoerbaarheid van project wordt niet door onaanvaardbare gevolgen voor de luchtkwaliteit belemmerd. 4 . 1 . 5
Bodemtoets
en
bodemkwaliteit
Op 1 april 2007 is de gewijzigde Woningwet (Ww) in werking getreden. In de Ww is bepaald dat door de gemeenteraad in de bouwverordening regels moeten worden opgenomen om het bouwen op verontreinigde bodem te voorkomen. Deze regels hebben onder andere betrekking op het uitvoeren van een (bodem)onderzoek naar de aard en schaal van de verontreiniging van de bodem. Ook is bepaald dat het college van Burgemeester en Wethouders (B en W) een beslissing op een aanvraag om bouwvergunning moeten aanhouden als blijkt dat de bodem is verontreinigd dan wel het vermoeden bestaat dat er sprake is van ernstige verontreiniging. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening dient het bestemmen van gronden met een bodem van onvoldoende milieuhygiënische kwaliteit met een hiervoor gevoelige bestemming in beginsel te worden voorkomen. Uit verkennend bodemonderzoek, door BH adviesbureau bv, is naar voren gekomen dat ter plaatse van de toekomstige kelder en in het grindpad wisselend puinhoudend materiaal is aangetroffen. Formeel is de aanwezigheid van puin asbestverdacht. De hypothese asbestverdacht kan pas verworpen worden indien analytisch is bevestigd dat geen asbest aanwezig is. Een dergelijk onderzoek wordt op dit moment uitgevoerd. Wanneer de resultaten uit dit onderzoek bekend zijn zullen deze aan deze paragraaf worden toegevoegd. Uit asbestonderzoek in de woning, uitgevoerd door Sanitas milieukundig adviesbureau B.V., blijkt dat alleen in het vloerzeil in de keuken en onder het keukenblok asbest is aangetroffen. Het gaat hierbij om risicoklasse 2. In het onderzoeksrapport (Asbestinventarisatie Rapport, projectnummer 10.25886) wordt opgemerkt dat het wettelijk verplicht is eerst het asbesthoudende materiaal uit een te slopen bouwwerk of object te verwijderen en vervolgens pas aan te vangen met de overige sloopwerkzaamheden. Dit dient te gebeuren door een bevoegd bedrijf in het bezit van het SCA-procescertificaat asbestverwijdering.
20
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt (onder voor-
CONCLUSIE
waarde van een gunstige uitkomst van het bodemonderzoek) niet door onvoldoende milieuhygiënische kwaliteit van de bodem belemmerd.
4.2
Cultuurhistorie en archeologie Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologische erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden in situ (ter plaatse) en de introductie van het zogenaamde ‘veroorzakerprincipe’. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden. Ondertussen is dit vertaald in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) die op 1 september 2007 van kracht is geworden. Met name de Monumentenwet is door de Wamz aangepast en gaat concreet in op de bescherming van archeologische waarden in planologische procedures. Als handreiking hiervoor heeft de provincie Noord-Holland een cultuurhistori-
ONDERZOEK
sche waardenkaart vervaardigd (www.noord-holland.nl/chw). Op deze kaart zijn onder andere de locaties aangegeven waarvan waardevolle archeologische vondsten bekend zijn en welke historisch-geografische en archeologische waarden in een gebied van belang zijn.
Figuur 4.
Cultuurhistorische waardenkaart
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
21
Hieruit blijkt dat in het plangebied geen historisch-geografische of archeologische waarden in het gebied bekend zijn. Daarnaast heeft initiatiefnemer een archeologisch onderzoek laten uitvoeren. ONDERZOEK
Door Becker en Van de Graaf bv is in januari 2010 een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Over dit onderzoek is gerapporteerd onder de titel: “Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Uitgeesterweg 3, Limmen Gemeente Castricum (B&G rapport 876)”. Op basis van het bureauonderzoek heeft het plangebied een middelhoge tot hoge kans op het aantreffen van archeologische resten vanwege de ligging op een strandwal. Archeologische resten in het plangebied kunnen dateren vanaf de periode dat de strandwal is ontstaan in het Laat Neolithicum tot en met de Late Middeleeuwen. Tijdens het veldonderzoek, waarbij twee kijkgaten werden gemaakt, is een antropogene vondstlaag aangetroffen met archeologische indicatoren die gedateerd zijn tussen de Vroege Middeleeuwen C/Late Middeleeuwen B (8e t/m 15e eeuw) tot en met de Nieuwe tijd AB (16e t/m 19e eeuw). Deze indicatoren wijzen erop dat binnen het plangebied mogelijk een archeologische vindplaats uit deze perioden aanwezig kan zijn. Dit betekent dat bij de herontwikkeling van het plangebied rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid van archeologische resten. Eventuele resten zullen zich naar verwachting direct onder de bouwvoor bevinden, vanaf een diepte van circa 45 cm beneden maaiveld. Indien de bodem bij de geplande graafwerkzaamheden tot een diepte van meer dan 45 cm beneden het huidige maaiveld verstoord zal worden, wordt door Becker en Van de Graaf bv geadviseerd om vervolgonderzoek uit te laten voeren. Voor alle gravende onderzoeken, waaronder proefsleuven, dient voorafgaand aan de uitvoering van het onderzoek een Programma van Eisen geschreven te worden. Dit Programma van Eisen moet goedgekeurd worden door de bevoegde overheid, alvorens met het onderzoek kan worden begonnen. Voor de onderhavige locatie is door Becker en Van de Graaf bv een Programma van Eisen opgesteld: “PvE Limmen, Uitgeesterweg 3, IVO-P, 25-02-2010, versie 1.1”. Omdat ten behoeve van de uitvoering van het bouwplan uitsluitend verstoring zal plaatsvinden bij de aanleg van de kelder onder het woonhuis, zal in dit geval het vervolgonderzoek bestaan uit het archeologisch opgraven van de bouwput benodigd voor de aanleg van deze kelder. Het graven van proefsleuven kan achterwege blijven.
CONCLUSIE
De uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan wordt niet door archeologische waarden belemmerd, met dien verstande dat de kelder onder het woonhuis gegraven dient te worden onder archeologische begeleiding.
22
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
4.3
Natuur en ecologie De Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn met de inwerkingtreding van de Flora-
WET EN REGELGEVING
en faunawet (Ffw) op 1 april 2002 en de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) op 1 oktober 2005 in de Nederlandse wet- en regelgeving verwerkt. De Ffw is gericht op het beschermen en het behouden van de goede staat van instandhouding van in het wild levende plant- en diersoorten en hun directe leefomgeving. Uitgangspunt hierbij is het zogenoemde ‘nee, tenzij-principe’. Dit betekent dat werkzaamheden en dergelijke in beginsel niet zijn toegestaan. Onder voorwaarden kan hier op grond van een vrijstelling of ontheffing van worden afgeweken. In de Ffw is onder andere bepaald dat eenieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn handelen of nalaten te handelen nadelige gevolgen kan hebben voor flora en fauna, gedwongen is dergelijk handelen of nalaten achterwege te laten. Dit voor zover dit in redelijkheid van hem kan worden gevraagd. Diegene moet alle maatregelen nemen die in redelijkheid van hem kunnen worden gevraagd om die nadelige gevolgen te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. De Nbw is gericht op het beschermen van (natuur)gebieden. Deze natuurgebieden betreffen onder andere de zogenoemde Speciale Beschermingzones op grond van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Samen worden deze gebieden aangeduid als het Natura 2000-netwerk. Voor de bescherming van deze natuurgebieden is in de Nbw een uitgebreide wet- en regelgeving opgenomen. Door Els en Linde b.v. is een quick scan ecologie uitgevoerd (Quick scan ecolo-
ONDERZOEK
gie Uitgeesterweg 3 Limmen, projectnummer 09.109). Hierbij heeft een bureau-onderzoek en een veldinventarisatie plaatsgevonden. In dit onderzoek is het volgende geconcludeerd en geadviseerd: “Op het perceel zijn geen beschermde soorten aangetroffen of te verwachten. Wel kunnen er enkele algemene zangvogels broeden. Er is geen ontheffing ex artikel 75 Flora en Faunawet noodzakelijk. De sloop en de nieuwbouw moeten buiten het broedseizoen starten. Er zijn geen negatieve effecten te verwachten op de verbindingszone van de ecologische hoofdstructuur die langs de Schulpvaart loopt. Ook is er geen strijdigheid met het Nationaal Landschap. Verder is een klein positief effect te verwachten op de Natura 2000 door het afnemen van de emissie van ammoniak”. De uitvoerbaarheid van het voorliggende wijzigingsplan wordt niet door onaan-
CONCLUSIE
vaardbare nadelige gevolgen voor ecologische waarden belemmerd. Nieuwbouw dient buiten het broedseizoen van vogels te starten.
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
23
4.4
Waterparagraaf Op grond van artikel 3.1.1 Bro is de watertoets verplicht voor bestemmingsplannen. In een hierover op te nemen paragraaf dient te worden aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient uiteengezet te worden of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: ‘het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten’. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) hanteert voor nieuwbouw 100% afkoppelen van het hemelwater. Er moet in de toe te passen materialen in de nieuwbouw (dakbedekking, goten en leidingwerk) ook kritisch gekeken worden naar de toepassing van uitloogbare materialen. Voor nieuwbouwplannen waarbij de toename van de verharding beneden de 800 m2 blijft, worden door de HHNK geen dwingende compenserende maatregelen voorgeschreven. In onderhavig geval is sprake van nieuwbouw (woning en kantoor) met een oppervlakte van ongeveer 350 m². Daarnaast worden bestaande opstallen afgebroken met een oppervlakte van ongeveer 800 m². Er is dus in totaal geen toename van meer dan 800 m². CONCLUSIE
Vanuit het oogpunt van de waterhuishouding zijn er geen belemmeringen voor de uitvoering van het plan.
24
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
5
E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d
De initiatiefnemer is eigenaar van de gronden. Het plangebied wordt door een private partij ontwikkeld. De exploitatie zal geheel in handen van en voor risico van de ontwikkelaar liggen. De gemeente zal geen risicodragende investeringen voor haar rekening te nemen. Er hoeft geen exploitatieplan op grond van de Grondexploitatiewet voor onderhavig plan te worden opgesteld, omdat de economische uitvoerbaarheid anderszins is gewaarborgd. Gelet op het voorgaande kan het plan dan ook economisch uitvoerbaar worden geacht.
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
25
V o r m g e v i n g h e t
6
v a n p l a n
Bij dit wijzigingsplan hoort een verbeelding. Hierop zijn de nieuwe bouwvlakken ten behoeve van de bestemming Woondoeleinden en Bedrijfsdoeleinden ingetekend. De regels (voorschriften) uit het bestemmingsplan Uitgeesterweg-Zuideinderweg Limmen zijn onverminderd van toepassing.
041.14.00.11.00.toe - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010
27
B i j l a g e n
B i j l a g e
1 :
R u i m t e l i j k e
r a n d v o o r -
w a a r d e n k a a r t
m o e d e r p l a n
1b
1A
3m
bebouwingsvlak bedrijfsgebouw max. 1100 m†
bebouwingsvlak woning max. 225 m†
3m
7
tje
n laa
zen Hu
U
it
g e
e
st
e
rw
7
e
g
ØØn bedrijf met bedrijfswoning 1b
1A
3m
bebouwingsvlak 2 bedrijfsgebouwen gezamenlijk max. 850 m†
bebouwingsvlak 2 woningen max. 225 m†
3m
7
tje
n laa
zen Hu
U
it
g e
e
st
e
rw
g
7
e
twee bedrijven met bedrijfswoningen
0
10
20
30
40
50m
bijlage 2 ruimtelijke randvoorwaardenkaart
B i j l a g e
2 :
A k o e s t i s c h
o n d e r z o e k
Noordelijk Akoestisch Adviesburo BV Bodemgebied Gebouw Kruising Toetspunt Weg
508600
0m
80 m schaal = 1 : 2000
3 1 24
508400
508200
107800 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [versie van 3999 BHA SRMII Bouwplan Limmen - eerste model] , Geomilieu V1.40
Situatie bouwplan Limmen
Noordelijk Akoestisch Adviesburo BV Bodemgebied Gebouw Kruising Toetspunt Weg
0m
20 m schaal = 1 : 500
508480
3 1
2 4
508440
508400
107840 107880 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [versie van 3999 BHA SRMII Bouwplan Limmen - eerste model] , Geomilieu V1.40
Rekenpunten
Noordelijk Akoestisch Adviesburo BV Bodemgebied Gebouw Kruising Toetspunt Weg
508600
0m
80 m schaal = 1 : 2000
3 1 24
508400
508200
107800 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [versie van 3999 BHA SRMII Bouwplan Limmen - eerste model] , Geomilieu V1.40
N203
Noordelijk Akoestisch Adviesburo BV Bodemgebied Gebouw Kruising Toetspunt Weg
0m
100 m schaal = 1 : 3763
13 24
508400
508000
107600 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [versie van 3999 BHA SRMII Bouwplan Limmen - eerste model] , Geomilieu V1.40
Uitgeesterweg
108000
Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel eerste model LAeq totaalresultaten voor toetspunten N203 Ja
Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Omschrijving westgevel woning westgevel woning westgevel woning westgevel woning noordgevel woning
Hoogte 1.50 4.50 1.50 4.50 1.50
Dag 50.0 51.5 50.1 51.5 46.9
Avond 46.3 47.8 46.3 47.7 43.1
Nacht 40.1 41.6 40.1 41.6 37.0
Lden 50.3 51.8 50.3 51.8 47.1
3_B 4_A 4_B
noordgevel woning zuidgevel woning zuidgevel woning
4.50 1.50 4.50
48.8 47.1 48.1
45.1 43.3 44.3
38.9 37.2 38.2
49.1 47.3 48.3
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
2010-03-18 9:21:16
Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel eerste model LAeq totaalresultaten voor toetspunten Uitgeesterweg Ja
Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Omschrijving westgevel woning westgevel woning westgevel woning westgevel woning noordgevel woning
Hoogte 1.50 4.50 1.50 4.50 1.50
Dag 46.8 47.8 49.6 49.9 40.6
Avond 42.8 43.8 45.6 45.9 36.5
Nacht 38.0 39.0 40.8 41.1 31.8
Lden 47.4 48.4 50.2 50.5 41.2
3_B 4_A 4_B
noordgevel woning zuidgevel woning zuidgevel woning
4.50 1.50 4.50
42.2 47.0 47.1
38.2 43.0 43.0
33.4 38.2 38.3
42.8 47.6 47.7
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
2010-03-18 9:21:42
Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel eerste model LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Ja
Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Omschrijving westgevel woning westgevel woning westgevel woning westgevel woning noordgevel woning
Hoogte 1.50 4.50 1.50 4.50 1.50
Dag 51.8 53.1 52.9 53.8 47.8
Avond 47.9 49.2 49.0 49.9 44.0
Nacht 42.2 43.5 43.5 44.4 38.1
Lden 52.1 53.4 53.3 54.2 48.1
3_B 4_A 4_B
noordgevel woning zuidgevel woning zuidgevel woning
4.50 1.50 4.50
49.7 50.0 50.6
45.9 46.2 46.8
40.0 40.7 41.2
50.0 50.5 51.0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
2010-03-18 9:21:58
Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel eerste model LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Omschrijving westgevel woning westgevel woning westgevel woning westgevel woning noordgevel woning
Hoogte 1.50 4.50 1.50 4.50 1.50
Dag 55.0 56.2 56.5 57.3 50.5
Avond 51.1 52.3 52.6 53.4 46.7
Nacht 45.6 46.8 47.4 48.0 41.0
Lden 55.4 56.6 57.0 57.7 50.9
3_B 4_A 4_B
noordgevel woning zuidgevel woning zuidgevel woning
4.50 1.50 4.50
52.4 53.8 54.2
48.6 49.9 50.3
42.8 44.6 45.0
52.8 54.3 54.7
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
2010-03-18 9:22:10
B i j l a g e
3 :
B e r e k e n i n g l u c h t k w a l i t e i t
Worst-case berekening voor de bijdrage van het extra verkeer als gevolg van een plan op de luchtkwaliteit Extra verkeer als gevolg van het plan Extra voertuigen (weekdaggemiddelde)
29
Aandeel vrachtverkeer
20,0%
NO2 in µg/m
3
0,08
PM10 in µg/m
3
0,02
Maximale bijdrage extra verkeer 3
Grens voor "Niet In Betekenende Mate" in µg/m Conclusie De bijdrage van het extra verkeer is niet in betekenende mate; geen nader onderzoek nodig
1,2
R e g e l s
041.14.00.11.00.rgl
I n h o u d s o p g a v e Artikel 1
Begrippen
3
Artikel 2
Relatie met het moederplan
4
Artikel 3
Slotartikel
5
Bijlage
041.14.00.11.00.rgl
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: a.
het plan: het wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen;
b.
de plankaart: de plankaart bij het wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen.
041.14.00.11.00.rgl - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010 Artikel 1 Begrippen
3
Artikel 2 Relatie met het moederplan
Ten aanzien van het plan geldt dat de voorschriften, gegeven in het bestemmingsplan Uitgeesterweg - Zuideinderweg Limmen, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Castricum bij besluit van 20 oktober 2005 en goedgekeurd door het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland bij besluit van 10 februari 2006, van toepassing zijn. De voorschriften uit het moederplan zijn als bijlage bij deze regels opgenomen.
4
041.14.00.11.00.rgl - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010 Artikel 2 Relatie met het moederplan
Artikel 3 Slotartikel
Deze regels kunnen worden aangehaald als: “Regels behorende bij het wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen”. Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van Castricum.
.…, Burgemeester
.…, Secretaris
041.14.00.11.00.rgl - Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen - 28 juli 2010 Artikel 3 Slotartikel
5
B i j l a g e V o o r s c h r i f t e n U i t g e e s t e r w e g L i m m e n
B e s t e m m i n g s p l a n –
Z u i d e i n d e r w e g
VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN VAN DE GEMEENTE CASTRICUM INHOUD PARAGRAAF I:
PAG. ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN
3
Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 Wijze van meten
3 8
PARAGRAAF II: BESTEMMINGEN
11
Artikel 3 Woondoeleinden - W Artikel 4 Bedrijfsdoeleinden - B Artikel 5 Recreatieve doeleinden - Rv(v), Rd(p) Artikel 6 Agrarische doeleinden - A , Ao(w) Artikel 7 Voor- of zijtuin, open erf Artikel 8 Groenvoorzieningen Artikel 9 Verblijfsgebied Artikel 10 Water PARAGRAAF III: AANVULLENDE BEPALINGEN Artikel 11 Aanlegvergunningplicht Artikel 12 Bestaande afwijkingen inzake de hoogte van gebouwen Artikel 13 Algemene vrijstellingsbevoegdheid Artikel 14 Algemene gebruiksbepalingen Artikel 15 Overgangsbepalingen Artikel 16 Strafrechtelijke bepaling Artikel 17 Slotbepaling BIJLAGE 1: LIJST VAN TOEGELATEN BEDRIJFSACTIVITEITEN BIJLAGE 2: RUIMTELIJKE RANDVOORWAARDENKAART
\\VHP01\DATA\PROJECT\3577\35770\office-intern\35770-bpv-vg01.doc
11 13 14 15 17 18 19 20 21 21 22 23 24 25 26 27
PARAGRAAF I:
Artikel 1 1
ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN
Begripsbepalingen
In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1
plan:
het bestemmingsplan 'Uitgeesterweg-Zuideinderweg Limmen' van de gemeente Castricum, vervat in deze voorschriften en de plankaart.
2
plankaart of kaart:
de kaart als bedoeld in artikel 12 lid 1 onder b. van het besluit op de ruimtelijke ordening 1985, te weten de tekening, bestaande uit een kaart en een deelkaart, met bijbehorende verklaring, nummer 3577.0, blad 1 waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.
3
aan- of uitbouw:
een ondergeschikte uitbreiding van het hoofdgebouw.
4
aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publiekstrekkend zijn en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
5
agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
6
een gebouw, respectievelijk gedeelte van een gebouw, dat blijkens zijn agrarisch bedrijfsgebouw: opzet uitsluitend dient voor de uitoefening van enig agrarisch bedrijf, met dien verstande dat daaronder geen woningen zijn begrepen.
7
agrarisch bouw- een aaneengesloten stuk grond waarop geconcentreerde bebouwing ten behoeve van één agrarisch bedrijf is toegestaan. perceel:
8
bebouwing:
9
bedrijfsgebouw: een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bedrijfsactiviteiten. 10 bedrijfswoning/ een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts dienstwoning: bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is. 11 bestaand
gebruik ten tijde van het van kracht worden van het plan.
gebruik: 12 bestaande
bebouwing:
bebouwing die bestond of in uitvoering was op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan dan wel gebouwd is of kan worden krachtens een verleende of nog te verlenen bouwvergunning.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
3
13 bestemmings-
grens: 14 bestemmings-
vlak:
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak. een op de plankaart aangegeven, aaneengesloten vlak met eenzelfde bestemming.
15 bijgebouw:
een gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
16 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
17 bouwgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen.
18 bouwlaag of
de begane grond of een verdieping van een gebouw; een kelder, onderhuis, zolderverdieping of vliering wordt hieronder niet begrepen.
laag: 19 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bijeen behorende bebouwing is toegelaten.
20 bouwvlak:
een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten.
21 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
22 café:
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
23 cafetaria/
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken.
snackbar:
24 centrale
recreatieve voorzieningen: 25 cultuur-
historische waarde: 26 detailhandel:
voorzieningen ten behoeve van het recreatieterrein als geheel, zoals een kampwinkel, een kantine of een ontvangstkantoor.
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied. het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
27 dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, al dan niet op commerciële dan wel niet-commerciële basis.
4
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
28 differentiatie-
vlak: 29 eengezins-
woning:
een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop bestemmingsregelingen van eenzelfde aard van toepassing zijn. een zelfstandig, al dan niet zijdelings aaneengebouwd, gebouw dat enkel één woning omvat.
30 erf:
de oppervlakte van een bouwperceel uitgezonderd de oppervlakte van het hoofdgebouw.
31 garage:
een aan ten minste drie zijden omsloten, overdekte ruimte ten behoeve van het stallen van auto's
32 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
33 grondgebonden
een agrarische bedrijfsvoering, waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond.
agrarische bedrijfsvoering: 34 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.
35 hoofdverblijf:
de woonruimte waar de gebruiker van een (sta)caravan of zomerhuis zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres de gebruiker in het bevolkingsregister staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven; indien de gebruiker van een (sta)caravan of zomerhuis een briefadres heeft: het feitelijke woonadres waar de gebruiker in het bevolkingsregister staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven.
36 horecabedrijf:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
37 intensieve
de teelt / het fokken van slacht-, fok-, leg-, of pelsdieren in gebouwen (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel.
veehouderij: 38 kampeer-
middel:
1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; 2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
39 kampeer-
terrein: 40 kap:
een terrein met daarbij behorende voorzieningen, ter beschikking gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf of voor het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen. een gesloten en (gedeeltelijk) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
5
41 landschappe-
lijke waarde: 42 maatschappe-
lijke voorzieningen: 43 natuurlijke
waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang. educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen. de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
44 onderkomens:
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken of in het ongerede geraakte voer- en vaartuigen, woonschepen of arken, caravans, tentwagens en kampeerauto's, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten.
45 peil:
a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
46 perceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
47 permanente
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf of bewoning gedurende de periode van 1 december tot 1 maart, met uitzondering van de vakantieperiode verbonden aan de kerstdagen en de jaarwisseling, zoals deze voor het voortgezet onderwijs geldt.
bewoning:
6
48 praktijkruimte:
een beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte voor de uitoefening van vrije (aan huis gebonden) beroepen zoals medische, paramedische, juridische, kunstzinnige, ontwerptechnische en/of administratieve beroepen, alsmede daarmee gelijk te stellen beroepen.
49 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
50 restaurant:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
51 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht en / of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekswinkel, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
52 stacaravan:
een caravan, die, ook als hij niet bouwvergunningplichtig is, toch als een gebouw valt aan te merken.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
2
53 woning:
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
54 woonschip:
een zich op het water bevindend object, dat (nagenoeg) voortdurend dient als woning.
55 zomerhuis:
een gebouw dat dient als recreatief woonverblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
7
Artikel 2 1
8
Wijze van meten
Bij het toepassen van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: 1
afstand:
de afstand van een gebouw of ander bouwwerk, geen gebouw zijnde, tot een perceel- of bestemmingsgrens wordt gemeten tussen die grens en enig punt van dat bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
2
bebouwde oppervlakte:
de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein: de som van de oppervlakte van alle bouwwerken binnen een bouwperceel, een binnen het bouwperceel aanwezig bouwvlak of ander terrein.
3
bedrijfsvloeroppervlakte:
binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten, inclusief magazijnen en andere dienstruimten.
4
bruto-vloeroppervlakte
vloeroppervlakte van een ruimte of groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies die de ruimte of groep van ruimten omhullen.
5
goothoogte:
de goothoogte van een gebouw wordt, afhankelijk van het geveltype, gemeten van het peil tot: -
bij topgevels (trap-, tuit-, hals- of klokgevels): tot aan de aanzet van de geveltop;
-
bij lijstgevels: tot aan de bovenkant van de kroon- of gootlijst;
-
bij de overige geveltypen: tot de horizontale snijlijn van het buitenwerkse gevelvlak met het buitenwerkse dakvlak; indien zich op een gebouw, aan een of meer van de naar de weg gekeerde zijden van het gebouw, één of meer dakkapellen bevinden, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de snijlijn van het buitenwerks gevelvlak met het buitenwerks dakvlak van de dakkapel als snijlijn aangemerkt.
6
hoogte:
de hoogte van een gebouw of bouwwerk, geen gebouwen zijnde, wordt gemeten van het peil tot het hoogste punt van dat bouwwerk; voor zover het gebouwen betreft, worden antennes, schoorstenen, ventilatiekanalen, lichtkoepels en andere ondergeschikte dakopbouwen hierbij buiten beschouwing gelaten.
7
inhoud:
de inhoud van een gebouw wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de gemeenschappelijke scheidsmuren en de buitenwerkse dakvlakken, met inbegrip van erkers en dakkapellen, en boven peil.
8
lengte, breedte of diepte:
de lengte, breedte of diepte van een gebouw wordt gemeten tussen de verticale projecties van de buitenzijden van de gevels c.q. de lijnen door het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren.
9
oppervlakte:
de oppervlakte van een gebouw wordt gemeten tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels c.q. de lijnen door het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
2
De in deze voorschriften gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op het in horizontale zin uitsteken van bouwdelen als goot- en kroonlijsten, gevellijsten, plinten, kozijnen, stoepen, stoeptreden, stoeppalen of -hekken, dorpels en afvoerpijpen voor hemelwater.
3
Grond welke tenminste in aanmerking is of moest worden genomen bij het verlenen van een bouwvergunning, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van een andere bouwaanvraag buiten beschouwing.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
9
PARAGRAAF II:
Artikel 3
BESTEMMINGEN
Woondoeleinden - W
1
Doeleindenomschrijving De op de kaart voor Woondoeleinden bestemde gronden zijn bestemd voor: a eengezinswoningen; b bijbehorende erven, tuinen en toegangspaden; c water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
2
Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften Op de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van het bepaalde in lid 1, de aanwijzingen op de kaart en de navolgende bepalingen: bepalingen ten aanzien van hoofdgebouwen: a als hoofdgebouw mag per bouwvlak uitsluitend één niet-gestapelde, vrijstaande woning in ten hoogste twee bouwlagen worden gebouwd; b een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen de op de kaart aangegeven bouwgrenzen worden gebouwd; c de voorgevel van een hoofdgebouw mag uitsluitend in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd; 3 d de inhoud van een hoofdgebouw mag niet meer dan 1.000 m bedragen; e de goot- en nokhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan door middel van een aanduiding op de plankaart is aangegeven; f voor een hoofdgebouw is een kap verplicht met dakhellingen van tenminste 25º en ten hoogste 65º; g onder een hoofdgebouw is een ondergrondse bouwlaag toegestaan tot een verticale diepte van niet meer dan 3,0 m; bepalingen ten aanzien van aanbouwen en bijgebouwen: h bij een hoofdgebouw mogen zowel binnen als buiten de bebouwingsgrenzen aanbouwen en/of bijgebouwen worden gebouwd; i de gezamenlijke oppervlakte van buiten het bouwvlak gelegen aanbouwen en 2 bijgebouwen, dan wel gedeelten daarvan, mag niet meer bedragen dan 50 m , mits het bouwperceel na aftrek van de oppervlakte van het hoofdgebouw voor niet meer dan 40% wordt bebouwd; j als een aanbouw of bijgebouw wordt voorzien van een kap mogen de dakhellingen ten hoogste 65º bedragen; k de goothoogte van een aanbouw mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; l de nokhoogte van een aanbouw mag niet meer bedragen dan 6,0 m, mits de nokhoogte van de aanbouw minimaal 1,0 m minder is dan de nokhoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; m de goot- en nokhoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 2,7 m, respectievelijk 4,5 m;
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
11
bepalingen ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde: n een bouwperceel mag - na aftrek van de oppervlakte van het hoofdgebouw - voor niet meer dan 40% worden bebouwd; o de hoogte van bouwwerken - geen gebouwen zijnde - mag niet meer dan 2,0 m bedragen, met uitzondering van: 1º pergola's, waarvan de hoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen; 2º vlaggenmasten, waarvan de hoogte niet meer dan 6,5 m mag bedragen. 3
12
Vrijstellingen Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen: a van het bepaalde in lid 2 sub f voor een woning met een gedeeltelijke kap ; b van het bepaalde in lid 2 sub i voor een verhoging van het maximum oppervlak van aan2 2 en bijgebouwen tot ten hoogste 70 m , respectievelijk 100 m , mits: 2 - de totale oppervlakte van het erf minimaal 200 m , respectievelijk minimaal 2 1.000 m bedraagt; - 50% van het erf onbebouwd blijft; c van het bepaalde in lid 2 sub l tot een nokhoogte van 7,5 m, mits: - het een aanbouw betreft welke aan één zijde grenst aan het bijbehorende hoofdgebouw en aan de overige zijden niet grenst aan een andere aanbouw of ander bijgebouw; - de nokhoogte van de aanbouw minimaal 1,0 meter minder is dan de nokhoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; d van het bepaalde in lid 2 sub b en i voor een aan de zijgevel van een woning aansluitende praktijkruimte, mits: 2 - de oppervlakte niet meer dan 50 m bedraagt; - de goothoogte niet meer dan 3,0 m en de hoogte niet dan 6,0 m bedraagt; - de afstand tot de zijdelingse perceelgrens tenminste 2,0 m bedraagt.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
Artikel 4 1
Bedrijfsdoeleinden - B
Doeleindenomschrijving De op de kaart voor Bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a bedrijven voorkomend in de milieucategorieën 1 t/m 2 van de Lijst van toegelaten bedrijfstypen, zoals opgenomen in bijlage I van deze voorschriften b water en waterhuishoudkundige voorzieningen; waarbij geldt dat: c het perceel dat op de kaart is voorzien van de aanduiding 'detailhandel in volumineuze goederen' mede is bestemd voor detailhandel in volumineuze goederen, met dien verstande dat: - de bruto-vloeroppervlakte van de verkoopruimte niet meer dan 1.354 m² mag bedragen; - de verkoopruimte uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak is toegestaan; d voor het overige detailhandel uitsluitend is toegestaan in goederen waarvan de verkoop een ondergeschikt deel uitmaakt van de normale bedrijfsuitoefening.
2
Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften Op de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van het bepaalde in lid 1, de aanwijzingen op de kaart en de navolgende bepalingen: a uitsluitend toegestaan zijn gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere werken, te weten bedrijfsgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en open terreinen, opslag-, laad-, los- en parkeerplaatsen daaronder begrepen; b de bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen de op de kaart aangegeven bouwgrenzen worden gebouwd; c een bouwvlak mag volledig worden bebouwd; d de goot- en nokhoogte van de bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan door middel van een aanduiding op de kaart is aangegeven; e bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, tenzij op de kaart het bouwvlak is voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning toegestaan'; f de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 1.000 m³; g de goot- en nokhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 3,5 m, respectievelijk 7,5 m; h voor alle gebouwen is een kap verplicht met dakhellingen van tenminste 25º en ten hoogste 65º; i bij een bedrijfswoning mogen - ook buiten het bouwvlak - bijgebouwen worden gerealiseerd tot een oppervlakte van maximaal 50 m²; j de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,0 m bedragen, met uitzondering van licht- en vlaggenmasten, waarvan de hoogte maximaal 10,0 m mag bedragen; k de gronden buiten het bouwvlak mogen voor niet meer dan 10% worden bebouwd met bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3
Vrijstelling Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 ten behoeve van het toestaan van bedrijven, die in de Lijst van toegelaten bedrijfstypen niet, of niet in milieucategorie 1 t/m 2 zijn opgenomen, maar naar soort en hoedanigheid van werkzaamheden en/of diensten op het punt van (milieu)hinderaspecten vergelijkbaar zijn met bedrijven uit deze milieucategorieën.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
13
Artikel 5
Recreatieve doeleinden - Rv(v), Rd(p)
1
Doeleindenomschrijving De op de kaart voor Recreatieve doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a volkstuinen ter plaatse van de subbestemming Rv(v); b picknickplaats ter plaatse van de subbestemming Rd(p); c water en waterhuishoudkundige voorzieningen; d bijbehorende voorzieningen.
2
Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften Op de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van het bepaalde in lid 1, de aanwijzingen op de kaart en de navolgende bepalingen: a uitsluitend toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere werken ten dienste van de in lid 1 omschreven doeleinden, met uitzondering van overkappingen; b de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2,0 m mag bedragen, met uitzondering van: 1º kweekbakken binnen de bestemming Rv(v), waarvan de hoogte niet meer dan 0,50 m mag bedragen; 2º erf- en terreinafscheidingen, waarvan de hoogte niet meer dan 1,0 m mag bedragen.
14
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
Artikel 6 1
Agrarische doeleinden - A , Ao(w)
Doeleindenomschrijving De op de kaart voor Agrarische doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a al dan niet grondgebonden agrarische bedrijven waarbij intensieve veehouderij en kassen zijn uitgesloten; b uitsluitend open weidegronden ter plaatse van de subbestemming Ao(w); c water en waterhuishoudkundige voorzieningen; waarbij geldt dat het stallen van vee uitsluitend is toegestaan binnen het bouwperceel dat is voorzien van de aanduiding 'bouwperceel t.b.v. veestalling'.
2
Beschrijving in hoofdlijnen De bestemming is primair gericht op consolidering en beperkte uitbreiding van het bestaande agrarisch bedrijf. Vanwege de situering nabij woongebieden wordt gestreefd naar een zo gering mogelijke belasting van het leefmilieu. Na opheffing van het bedrijf mag de bestemming worden gewijzigd in een woonbestemming. Voor de subbestemming Ao(w) is het beleid uitsluitend gericht op handhaving van de bestaande weidegronden.
3
Bebouwingsvoorschriften Op de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van het bepaalde in lid 1 en lid 2, de aanwijzingen op de kaart en de navolgende bepalingen: algemene bepalingen: a gebouwen zijn uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak toegestaan; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; bepalingen ten aanzien van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen: c de goot- en nokhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan door middel van een aanduiding op de plankaart is aangegeven; d binnen het bouwvlak, niet zijnde het vlak voorzien van de aanduiding 'bouwperceel t.b.v. veestalling', is een bedrijfswoning toegestaan tot een inhoud van niet meer dan 1.000 m³; e de goot- en nokhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 3,5 m respectievelijk 7,5 m; 0 f voor alle gebouwen is een kap verplicht met dakhellingen van tenminste 25 en ten 0 hoogste 65 ; g bij een bedrijfswoning mogen binnen het bouwvlak bijgebouwen worden gerealiseerd tot een oppervlakte van maximaal 50 m²; h de afstand van de bijgebouwen tot de dichtstbijzijnde grens van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 10,0 m; i de goot- en nokhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 2,7 m respectievelijk 4,5 m; bepalingen t.a.v. bouwwerken, geen gebouwen zijnde: j buiten het bouwvlak zijn erf- en terreinafscheidingen toegestaan tot een hoogte van 1,0 m; k de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan; l de hoogte van de in lid k bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,0 m bedragen, met uitzondering van: 1º 8,0 m voor licht- en vlaggenmasten; 2º 10,0 m voor installaties, werktuigen en silo's.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
15
4
16
Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming, voor zover gelegen binnen de op de kaart aangegeven grens van de 'wijzigingsbevoegdheid' te wijzigen in de bestemming Bedrijfsdoeleinden zoals omschreven in artikel 4 van dit plan, met dien verstande dat: a wijziging is toegestaan na beëindiging van het ter plaatse aanwezige agrarisch bedrijf; b wijziging is toegestaan ten behoeve van de realisering van: 1º hetzij: één bedrijf, met bijbehorende bedrijfswoning (vrijstaand); 2º hetzij: twee bedrijven, elk met bijbehorende bedrijfswoning; c het wijzigingsplan moet, gemaakt de keuze als bedoeld in de vorige bepaling, worden gebaseerd op de overeenkomstige ruimtelijke randvoorwaardenkaart, als opgenomen in bijlage 2 van deze voorschriften; d het bepaalde in artikel 4, lid 1 t/m 3 van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande dat: 1º detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan; 2º de goot- en nokhoogte van bedrijfsgebouwen maximaal 4,0 m respectievelijk 7,5 m mag bedragen; 3º in afwijking van het bepaalde in artikel 4, tweede lid, onder f, indien het een tweeonder-een-kapwoning betreft, de inhoud maximaal 600 m³ mag bedragen; 4º in afwijking van het bepaalde in artikel 4, lid 2, sub g, indien het een twee-onder-eenkapwoning betreft, de nokhoogte maximaal 9,0 m mag bedragen; e bij het wijzigen als bedoeld in dit artikel wordt de procedure gevolgd die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, zoals die op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan luidt.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
Artikel 7
Voor- of zijtuin, open erf
1
Doeleindenomschrijving De op de kaart voor Voor- of zijtuin, open erf aangewezen gronden zijn bestemd voor: a tuinen, open erven; b aan de woning gebouwde erkers c water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
2
Bebouwingsvoorschriften Op de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van het bepaalde in lid 1, de aanwijzingen op de kaart en de navolgende bepalingen: a uitsluitend toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b per bouwperceel mag ten hoogste 10% van de als 'Voor- of zijtuin, open erf' bestemde gronden worden bebouwd; c de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,0 m bedragen, met uitzondering van: 1º erf- en terreinafscheidingen, waarvan de hoogte niet meer dan 1,0 m mag bedragen; 2º licht- en vlaggenmasten, waarvan de hoogte niet meer dan 8,0 m mag bedragen. d in afwijking van het bepaalde in sub a t/m c mag per bouwperceel een erker worden gebouwd, met dien verstande dat: 1º de diepte van de erker, gemeten vanaf de gevel waaraan deze wordt gebouwd, niet meer dan 1,0 m mag bedragen; 2º de afstand van de erker tot de perceelgrens ten minste 2,0 m dient te bedragen; 2 3º de totale oppervlakte van de erker niet meer dan 6 m mag bedragen; 4º de totale breedte van de erker niet meer dan 50% van de breedte van de betreffende gevel van het hoofdgebouw – een eventuele aanbouw niet meegerekend - mag bedragen; 5º de hoogte van de erker de hoogte van de eerste bouwlaag niet mag overschrijden doch nooit meer dan 3,0 m mag bedragen.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
17
Artikel 8
Groenvoorzieningen
1
Doeleindenomschrijving De op de kaart voor Groenvoorzieningen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a groenvoorzieningen; b water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
2
Beschrijving in hoofdlijnen Het beleid is gericht op handhaving en verbetering van de bestaande groenvoorziening, die een beeldfunctie vervult in de overgang van landelijk naar verstedelijkt gebied.
3
Bebouwingsvoorschriften Binnen de bestemming zijn geen bouwwerken toegestaan.
4
Vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 3 ten behoeve van de realisering van: 1º verkeersvoorzieningen tot een hoogte van 3,0 m; 2º licht- en vlaggenmasten, tot een hoogte van 8,0 m; 3º erf- en terreinafscheidingen, tot een hoogte van 1,0 m; met dien verstande dat als verkeersvoorzieningen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan.
18
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
Artikel 9 1
Verblijfsgebied
Doeleindenomschrijving De op de kaart voor Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor: a erftoegangswegen; b water en waterhuishoudkundige voorzieningen; c behorende voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen. Binnen de bestemming zijn verkooppunten voor motorbrandstoffen niet toegestaan. Tot de doeleinden van deze bestemming worden tevens beken en greppels gerekend voor de opvang, berging en afvoer van regenwater.
2
Beschrijving in hoofdlijnen Gestreefd wordt naar een inrichting als 30-kilometergebied.
3
Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften Op de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van het bepaalde in lid 1 en lid 2, de aanwijzingen op de kaart en de navolgende bepalingen: a uitsluitend toegestaan zijn rijstroken, bermen, parkeerplaatsen, fietspaden, voetpaden, groenvoorzieningen, beken, greppels en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b de op de plankaart aangegeven dwarsprofielen dienen in acht te worden genomen; c de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3,0 m bedragen, met uitzondering van: 1º terreinafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 1,0 m mag bedragen; 2º licht- en vlaggenmasten, waarvan de hoogte maximaal 8,0 m mag bedragen.
4
Vrijstelling Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2, 3 sub a, voor de bouw van abri's met een inhoud van niet meer dan 15 m .
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
19
Artikel 10 Water 1
Doeleindenomschrijving De op de kaart voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor beken en greppels voor de opvang, berging en afvoer van regenwater, alsmede voor overige waterhuishoudkundige voorzieningen.
2
Beschrijving in hoofdlijnen Het beleid is gericht op instandhouding en verbetering van de bestaande waterlopen; dit in verband met een goede waterhuishouding, zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin.
3
Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften Op de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van het bepaalde in lid 1 en lid 2, de aanwijzingen op de kaart en de navolgende bepalingen: a uitsluitend toegestaan zijn beken, greppels en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,0 m bedragen; c burgemeester en wethouders winnen, alvorens bouwvergunning te verlenen, advies in bij de beheerder van de betreffende waterloop.
20
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
PARAGRAAF III:
AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 11 Aanlegvergunningplicht 1
Vergunningplicht Het is verboden op of in de binnen dit plan gelegen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken -geen bouwwerken zijnde- of werkzaamheden -voor zover geen normale onderhoudswerkzaamheden betreffende- uit te voeren: a het buiten de op de plankaart aangegeven bouwpercelen aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeerplaatsen en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b het buiten een bebouwingsvlak ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen, egaliseren, diepploegen, omzetten of omspuiten van grond, alsmede scheuren of frezen van grasland; dit laatste met uitzondering van scheuren of frezen van gras ten behoeve van graslandverbetering, mits dit gevolgd wordt door het direct weer inzaaien van gras; c het buiten de op de plankaart aangegeven bouwpercelen aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; d het buiten de op de plankaart aangegeven bouwpercelen vellen, rooien of beschadigen van aaneengesloten houtopstanden; e het door bemaling, afwatering, ontwatering, afdamming, toevloeiing doen wijzigen van de waterstand of de waterhuishouding, welke -ten opzichte van het peil, zoals dat is vastgesteld in het peilbesluit dat ten tijde van het onherroepelijk worden van dit herzieningsplan van kracht is- een verlaging van meer dan 10 cm ten gevolge heeft; f het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen; g het beplanten met houtachtige- of kruidachtige gewassen van gronden, voor zover deze ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit herzieningsplan niet met een dergelijke vegetatie waren begroeid; h grondbewerkingen met een diepte van meer dan 0,40 m; i het vergroten of verkleinen van bestaande kolken of sloten, dan wel het wijzigen van het profiel en/of beloop van bestaande waterlopen, en het graven of dempen van sloten; j werken en/of werkzaamheden uit te voeren in het kader van een ruilverkavelingsplan; k het veroorzaken van ontploffingen; l het verrichten van onderzoeks- en exploratieboringen voor de winning van delfstoffen en/of ander materiaal; m het uitvoeren van werken of werkzaamheden voor bodemdrainage.
2
Toelaatbaarheid Een vergunning als bedoeld in lid 1 wordt slechts verleend indien uit onderzoek is gebleken dat door het aanleggen van werken of uitvoering van werkzaamheden, dan wel de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, de in de gronden aanwezige oudheidkundige sporen niet dan wel in geringe mate worden aangetast, of indien de mogelijkheid bestaat tot het doen van voorafgaand wetenschappelijk onderzoek of het doen van oudheidkundige waarnemingen.
3
Adviezen a Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 1 vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies aan een ter zake deskundige. b Indien burgemeester en wethouders een aanlegvergunning willen verlenen in strijd met een uitgebrachte advies als bedoeld in sub a, dient vooraf van gedeputeerde staten een schriftelijke verklaring te zijn ontvangen dat zij tegen het verlenen van de vergunning geen bezwaar hebben.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
21
Artikel 12 Bestaande afwijkingen inzake de hoogte van gebouwen Indien de (goot- en/of nok)hoogte van een gebouw het in dit plan toegelaten maximum overschrijdt op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, dan geldt als maximum de (goot- en/of nok)hoogte zoals die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan in de werkelijke situatie aanwezig was.
22
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
Artikel 13 Algemene vrijstellingsbevoegdheid 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor de bouw van: a niet voor bewoning bestemde gebouwtjes ten dienste van het openbaar nut, met: 3 1º een inhoud van ten hoogste 50 m ; 2º een goothoogte van niet meer dan 3,0 m; 3º een hoogte van niet meer dan 6,0 m; b voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het openbaar nut, met een hoogte van niet meer dan 3,0 m.
2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor het toepassen van een grotere goothoogte dan wel nokhoogte dan de voorgeschreven maximum hoogte, met dien verstande dat de overschrijding niet meer mag bedragen dan 10%.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
23
Artikel 14 Algemene gebruiksbepalingen 1
Verbodsbepaling Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken en/of te laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de voor de desbetreffende grond aangewezen bestemming, of strijdig met een gebruik waarvoor ingevolge de bepalingen van dit plan vrijstelling is verleend.
2
Gebruik van ruimten binnen een woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: a maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van de gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, tot ten hoogste in totaal 50 m² mag worden gebruikt voor de aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; b degenen die activiteiten in de woning uitvoert dient tevens de bewoner van de woning te zijn; c vergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer zijn niet toegestaan; d er mag geen detailhandel en/of horeca plaatsvinden; e er mogen geen publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten plaatsvinden.
3
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a het bepaalde in lid 2, sub d ten behoeve van het toestaan van beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit, mits in verband staand met de activiteit; b het bepaalde in lid 2, sub e, ten behoeve van publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten, mits dit gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse.
4
Verboden gebruik Als met het plan strijdig gebruik als in lid 1 bedoeld wordt in ieder geval gerekend: a het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, anders dan voorzover noodzakelijk is voor het normale onderhoud van tuinen en andere onbebouwde terreinen en het onderhoud van watergangen; b het opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, anders dan voorzover dit het gevolg is van of direct samenhangt met het gebruik van een bedrijfserf, behorende bij een winkel of bedrijf, in overeenstemming met de desbetreffende bestemming; c het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
5
Prostitutieverbod Als met het plan strijdig gebruik als in lid 1 bedoeld wordt voorts gerekend het gebruik van bebouwde dan wel onbebouwde gronden als of ten behoeve van een seksinrichting en/of prostitutie.
6
Vrijstelling Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in dit artikel bepaalde, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt.
24
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
Artikel 15 Overgangsbepalingen 1
Bouwwerken, die op het tijdstip van de eerste terinzagelegging van dit plan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Woningwet, en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot: a gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning geschiedt binnen twee jaar na het tenietgaan.
2
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1, dat de bestaande afwijkingen naar de omvang niet mogen worden vergroot en toestaan dat een eenmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud met niet meer dan 10%.
3
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot.
4
Indien, na inwerkingtreding van dit plan, het daarmee in strijd zijnde gebruik langer dan één jaar wordt onderbroken, is het verboden dit afwijkend gebruik te hervatten.
5
Lid 1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan, dan wel zijn gebouwd zonder of in afwijking van een verleende bouwvergunning.
6
Het gebruik, dat tevens in strijd was met het voorheen geldende plan, maar waartegen niet meer kan worden opgetreden, mag alleen worden voortgezet door degene die gebruiker was van de betreffende grond en/of bouwwerken ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan.
7
Het bestaand, van de bestemming afwijkend gebruik, mag niet worden voortgezet in een gebied dat op grond van de natuurbeschermingswetgeving als speciale beschermingszone of als beschermd leefgebied als dit gebruik zou kunnen leiden tot significant nadelige effecten of tot wezenlijk vervuilende, verslechterende of verstorende invloeden voor de instandhoudingsdoeleinden van dit gebied.
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
25
Artikel 16 Strafrechtelijke bepaling Overtreding van artikel 14, lid 1 van deze voorschriften wordt aangemerkt als strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten.
26
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG-ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
Artikel 17 Slotbepaling Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald onder de naam: 'Bestemmingsplan Uitgeesterweg-Zuideinderweg Limmen van de gemeente Castricum'
Aldus vastgesteld door de Raad van de gemeente Castricum in de openbare vergadering van
De griffier,
De voorzitter,
VHP / 3577.0 / GEMEENTE CASTRICUM / B.P. UITGEESTERWEG – ZUIDEINDERWEG LIMMEN / VOORSCHRIFTEN
27
bedrijfstypen met onderverdelingen correctie met een afstandsstap i.v.m. omgevingstypen
noodzakelijk geachte afstand i.v.m geur- of stankverspreiding noodzakelijk geachte afstand i.v.m geluidproductie noodzakelijk geachte afstand i.v.m geur- of stofverspreiding aanduiding of bij het geluidsaspect van een continue bedrijfsvoering is uitgegaan Zonering zware lawaaimakers (voorheen A-inrichtingen) noodzakelijke afstand i.v.m. gevaarsaspecten (brand,explosie,gevaarlijke stoffen)
index m.b.t verkeersaantrekkende werking index m.b.t visuele hinder
grootste afstand van de 4 afstanden (geur,stof,geluid,gevaar)
indeling in 6 categorieen, afgeleid van de grootste afstand van de 4 afstanden
aanduiding m.b.t mogelijke Bodemverontreiniging aanduiding dat binnen het betreffende bedrijf sprake is van een grote Diversiteit aanduiding m.b.t.mogelijke Luchtverontreiniging
volgnr 0,1,2,etc. A,B,C t/m J
afstanden GEUR GELUID STOF C Z GEVAAR
indices VERKEER VISUEEL
afstand d
cat..
opm. B D L
Pagina 1
Standaard Bedrijfs Indeling (CBS) (met cijfer-code voor bedrijfscategorieën)
SBI code
Verklaring van de afkortingen en codecijfers
overige tekens niet van toepassing/niet relevant kleiner dan < groter dan of gelijk aan > categorie cat. en dergelijke e.d klasse kl. niet elders genoemd n.e.g. o.c. opslagcapaciteit p.c. productie capaciteit p.o productie oppervlak v.c. verwerkingscapaciteit u uur d dag w week j jaar
categorie indeling cat. 1 grootste afstand 0 of 10 m cat. 2 grootste afstand 30 m cat. 3 grootste afstand 50 of 100 m cat. 4 grootste afstand 200 of 300 m cat. 5 grootste afstand 500, 700 of 1000 m cat. 6 grootste afstand 1500 m
LIJST VAN TOEGELATEN BEDRIJFSTYPEN behorende bij de voorschriften van het bestemmingsplan Uitgeesterweg-Zuideinderweg Limmen van de gemeente Castricum
BIJLAGE 1
0 2 0 9 A -
A B
-
-
-
0 1
0 1 2 3 4 6 0 5 6
-
01 0111, 0113 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0125 0125 0125 0141.1 15 1581 1581 1593 t/m 1595 18 182 20 205 22 221 2222.6 2223 2223 2224 2225 223 24 2442 2442 28 2851 2851 33 33 36 362
Pagina 2
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) Tuinbouw: - bedrijfsgebouwen - kassen zonder verwarming - kassen met gasverwarming - champignonkwekerijen (algemeen) - bloembollendroog- en prepareerbedrijven Fokken en houden van overige dieren: - bijen - overige dieren hoveniersbedrijven VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: - v.c. < 2500 kg meel/week Vervaardiging van wijn, cider e.d. VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproduktiebedrijven opgenomen media VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN Farmaceutische produktenfabrieken: - verbandmiddelenfabrieken VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. Fabricage van munten, sieraden e.d.
VOLGNR OMSCHRIJVING
SBI code
Toegelaten milieucategorie: CATEGORIE 1 EN 2
30 10
0 10
30 30
100
30
30
30
10 30 10 30 10 30 10
30
30
10
0 0 0 0 0 0 0
30
10
30 30
30 30 10
30 30 30 30 30
10
0 10 10 30 30 30 10
10
10
10 0
0 10 10
10 30 10
30 10
30 10 10 10 30
10 10 10 30 30
30
30
C C
C C
C C C C C
C
10
0
50
10
0 0 0 0 10 10 0
0
30
10 0
10 0 10
10 10 10 30 10
10
1
1
2
2
1 1 1 2 2 2 1
1
2
1 1
1 1 1
1 1 1 1 1
1
1
1
2
1
1 1 1 1 1 1 1
1
2
1 1
1 1 1
1 1 1 1 1
1
VERKEER VISUEEL
10
INDICES C Z GEVAAR
GEUR
STOF
AFSTANDEN GELUID
BIJLAGE 1 LIJST VAN TOEGELATEN BEDRIJFSTYPEN behorende bij de voorschriften van het bestemmingsplan Uitgeesterweg-Zuideinderweg Limmen van de gemeente Castricum
30
30
30
30
10 30 10 30 30 30 10
30
30
30 30
30 30 10
30 30 30 30 30
30
2
2
2
2
1 2 1 2 2 2 1
2
2
2 2
2 2 1
2 2 2 2 2
2
AFSTAND CAT T
D
B
B
B B D
B
B B B B B
B
L L L
L
B D L
OPM.
363 40 40 40 40 40 40 40 41 41 41 50 501, 502, 504 5020.4 5020.5 503, 504 505 505 51 511 5121 5122 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5156 5162 517 52 52 5211/2,5246/9 5222, 5223 5224 5231, 5232 5249 527 55 5511, 5512 553 5551
SBI code
-
A
0 2 -
B
B0 B1 C0 C3 D0 D2 B0 B1 -
Pagina 3
Muziekinstrumentenfabrieken PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: - < 10 MVA Gasdistributiebedrijven: - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: - blokverwarming WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: - < 1 MW HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Autobeklederijen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires Benzineservisestations: - zonder LPG GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders Grth in bloemen en planten Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen Grth in overige intermediaire goederen Grth in machines en apparaten Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Detailhandel voor zover n.e.g. Supermarkten, warenhuizen, hypermarkten, bouwmarkten, tuincentra Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel Apotheken en drogisterijen Detailhandel in vuurwerk Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Hotels en pensions met keuken Restaurants, cafetaria's, snackbars, viskramen e.d. Kantines
VOLGNR OMSCHRIJVING
0 10 0 0
10 10 10 0
30 30 10
0 0 30 30 0 0 10
0 0 0
0 0 0 10 0 0 0
0 30 10 30 0 0 0 10 10 10 10 10 0 0
0
0
0 30 10 30 10 0 10 10 30 10 10 10 0 0
0
10
0
0
0
30
0
0
10 10 30
10 10 10 10 0 10 10
10 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
30
30 10 30 30
30
30
30
30
C C
C
C
C
C
C
10 10 10
0 30 10 10 10 10 10
0 30 0 30 30 0 0 0 0 30 10 10 0 0
30
10 10 0 10
10
30
10
10
2 2 1
1 3 1 1 1 1 1
1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3
2 1 2 1
1
1
1
1
1 1 1
1 1 1 1 1 1 1
1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2
1
1 1 1 1
1
1
1
1
VERKEER VISUEEL 2 2
C Z GEVAAR 10
INDICES GELUID 30
GEUR 30
STOF 10
AFSTANDEN
30 30 30
10 30 30 30 10 10 10
10 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
30
30 10 30 30
30
30
30
30
30
2 2 2
1 2 2 2 1 1 1
1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
2
2 1 2 2
2
2
2
2
2
AFSTAND CAT T
B
B
B
D
D
B D L
OPM.
5552 60 6022 61, 62 61, 62 63 6321 6322, 6323 633 634 64 641 642 642 65, 66, 67 65, 66, 67 70 70 71 711 714 72 72 73 731 732 74 74 7481.3 7484.4 75 75 80 801, 802 803, 804 85 8511 8512, 8513 8514, 8515 853 90 9000.3 9000.3 91 9111
SBI code
A0 A7 -
-
A -
A
A -
A B A A -
-
A -
-
Pagina 4
30 30
10 0
30 10 10 30
30 30
0 0 0 0 0 0
30
10 30 10 0
0 0 0
30 10
30 30
0 10
10 0
10
0
10
30
0
0
30 10 10
30 10 10 10
0 0 0 0 0 0 0
10
0
0
30
C
C
C
C
C C C
C
C
0
10
10 0 0 0
0 10
0
0 10 0
30 0
0
10 10
0
0
0 0 30
0 0 0 0
0
0
1
1
3 2 1 1
1 1
2
1 2 2
1 1
1
2 2
1
1
2 1 1
3 2 1 1
2
2
1
1
2 1 1 1
1 1
1
1 1 1
1 1
1
1 2
1
1
1 1 3
1 1 1 1
1
1
VERKEER VISUEEL 1 1
C Z GEVAAR C 10
INDICES GELUID 10
GEUR 30
STOF 0
AFSTANDEN
Cateringbedrijven VERVOER OVER LAND Taxibedrijven, taxistandplaatsen 0 VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) 0 DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Autoparkeerterreinen, parkeergarages 10 Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) 0 Reisorganisaties 0 Expediteurs, cargadoors (kantoren) 0 POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten 0 Telecommunicatiebedrijven 0 TV- en radiozendstations (zie ook tabel 2: zendinstallaties) 0 FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen 0 VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroerend goed 0 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven 10 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 0 SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 30 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 0 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Overige zakelijke dienstverlening: kantoren 0 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 0 OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN Openbaar bestuur (kantoren e.d.) 0 ONDERWIJS Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs 0 Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs 10 GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG Ziekenhuizen 10 Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven 10 Consultatiebureaus 0 Verpleeghuizen 10 MILIEUDIENSTVERLENING Afvalverwerkingsbedrijven: - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) 0
VOLGNR OMSCHRIJVING
30
30
30 10 0 30
30 30
30
10 30 10
30 10
10
30 30
10
30
30 10 30
30 10 10 10
10
30
30
2
2
2 1 1 2
2 2
2
1 2 1
2 1
1
2 2
1
2
2 1 2
2 1 1 1
1
2
2
AFSTAND CAT T
B
B
D
D
D
D
D
L
L
B D L
OPM.
9131 92 921, 922 9213 9232 9234 9234.1 9251, 9252 9261.2 9261.2 9261.2 9262 9262 9262 9262 9271 9272.1 9301.2 9301.3 9301.3 9302 9303 9303 9303 9304 9305
SBI code
B
0 1 2
A B
B H I 0 2 11 F
-
Kerkgebouwen e.d. CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Studio's (film, TV, radio, geluid) Bioscopen Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen Muziek- en balletscholen Dansscholen Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. Bowlingcentra Golfbanen Kunstskibanen Schietinrichtingen: - binnenbanen: boogbanen - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen Sportscholen, gymnastiekzalen Casino's Amusementshallen Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Begrafenisondernemingen: - uitvaartcentra - begraafplaatsen Badhuizen en sauna-baden Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
VOLGNR OMSCHRIJVING
Pagina 5
0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 30 0 30 0 10 0 0 0 10 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
10 10 30 10
10 30 30 10 30 30 30 10 10
30 30 3 30 30 10 30 10 30
C C
C C C
C
C
C
C
C C C
0 0 0 0
10 30 0 0 0 30 0 0 0
30 0 0 0 0 0 0 0 0
2 2 1 1
1 1 2 3 2 2 1 1 1
2 3 3 2 2 2 2 2 2
1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 2
VERKEER VISUEEL 2 1
C Z GEVAAR 0
INDICES GELUID 30
GEUR 0
STOF 0
AFSTANDEN
10 10 30 10
10 30 30 30 30 30 30 10 10
30 30 30 30 30 10 30 10 30
30
1 1 2 1
1 2 2 2 2 2 2 1 1
2 2 2 2 2 1 2 1 2
2
AFSTAND CAT T
B
D
L
B D L
OPM.
1b
1A
3m
bebouwingsvlak bedrijfsgebouw max. 1100 m†
bebouwingsvlak woning max. 225 m†
3m
7
tje
n laa
zen Hu
U
it
g e
e
st
e
rw
7
e
g
ØØn bedrijf met bedrijfswoning 1b
1A
3m
bebouwingsvlak 2 bedrijfsgebouwen gezamenlijk max. 850 m†
bebouwingsvlak 2 woningen max. 225 m†
3m
7
tje
n laa
zen Hu
U
it
g e
e
st
e
rw
g
7
e
twee bedrijven met bedrijfswoningen
0
10
20
30
40
50m
bijlage 2 ruimtelijke randvoorwaardenkaart
Legenda
Plangebied Plangebied
1b
Bestemmingen
1A
Bedrijfsdoeleinden B
Woondoeleinden W
Aaanduiding bouwvlak 3
B
5.5
W
A
maximale goot- en bouwhoogte (m)
3 B 7.5
Verklaring 26
7
gegevens GBKN
tje aan enl Huz
Ui tg ee st er we g
7
Gemeente Castricum Wijzigingsplan Uitgeesterweg 3 te Limmen
Verbeelding
28-07-2010
schaal:
1 : 1000
BugelHajema
7
datum:
Plek voor ideeºn
papierformaat: A3 status:
vastgesteld
projectnr.:
041.14.00.11.00
gezien:
CH
BgelHajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu Balthasar Bekkerwei 76, 8914 BE Leeuwarden T E
[email protected] W
058 215 25 15
www.bugelhajema.nl
BNSP
Colofon Projectnummer 041.14.00.11.00
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke
Ordening en Milieu BNSP Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden T 058 215 25 15 F 058 215 91 98 E
[email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort
Memo betreft Akoestisch onderzoek 'Kern Limmen' Middenweg 3B
memonr. aan van kopie projectnummer datum
2010.23 Gemeente Castricum M.J. Reinders E. Bouma 200749 6 mei 2010
1.
Inleiding
In het moederbestemmingsplan 'Kern Limmen' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het plangebied aan de Middenweg 3B te Limmen. Op dit moment is op dit adres de sporthal "d'Enterij" gesitueerd. De wijzigingsbevoegdheid maakt het mogelijk om in de toekomst op deze locatie woningbouw te situeren. Daar de wijzigingsbevoegdheid het mogelijk maakt geluidgevoelige bestemmingen te situeren is het vanuit de planologische procedure gewenst een akoestisch onderzoek op te stellen.
2.
Doelstelling
Het doel van het onderzoek is het in beeld brengen van de geluidbelasting op de planlocatie vanwege wegverkeerslawaai. Door middel van geluidcontouren wordt bepaald of de voorgenomen woningbouwlocatie voldoet aan het wettelijk kader van de Wet geluidhinder (Wgh).
3.
Juridisch kader
Binnen de zone van een weg dient een akoestisch onderzoek plaats te vinden naar de geluidbelasting op de binnen de zone gelegen woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen. Bij het berekenen van de geluidbelasting wordt de Lden-waarde in dB bepaald. De berekende geluidbelasting dient getoetst te worden aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder. Indien de (voorkeurs)grenswaarde wordt overschreden, dient beoordeeld te worden of maatregelen ter beperking van het geluid mogelijk zijn. Als maatregelen niet mogelijk zijn, dient een hogere grenswaarde te worden vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders. In artikel 82 en volgende worden de grenswaarden vermeld met betrekking tot nieuwe situaties bij zones. In tabel 1 zijn deze waarden (voorkeursgrenswaarden en de maximaal toelaatbare hogere grenswaarde) opgenomen. Tabel 1. Grenswaarden voor woningen langs een bestaande weg Status van de woning
nieuw te bouwen woningen
Voorkeursgrenswaarde [dB] 48
Maximale ontheffing [dB] Stedelijk Buitenstedelijk 63 53
Aftrek ex artikel 110g Wet geluidhinder Artikel 110g van de Wet geluidhinder biedt de mogelijkheid het resultaat van berekening en meting van de geluidbelasting vanwege wegverkeer met maximaal 5 dB te verlagen alvorens de blad 1 van 4
waarden te toetsen aan de (voorkeurs)grenswaarden. De hoogte van de aftrek is geregeld in artikel 3.6 van het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006. Op basis van dit voorschrift mag voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt, een aftrek van 2 dB worden toegepast. Voor de overige wegen bedraagt de aftrek 5 dB. Plangebied In onderstaande afbeelding is globaal het te onderzoeken plangebied weergegeven. Afbeelding 2. Plangebied nabij Middenweg 3B, Limmen
Plangebied
Toetsingskader plansituatie In de onderhavige situatie is er sprake van een plangebied met geluidgevoelige bestemmingen die gelegen zijn binnen de wettelijke geluidzone de Rijksweg. Voor de Rijksweg geldt een maximum snelheid van 50 km/uur, de aftrek ex artikel 110g Wgh bedraagt derhalve 5 dB. De in tabel 3 weergegeven grenswaarden zijn van toepassing.
blad 2 van 4
docnaam: 010506-200749-mem-akoestiek middenweg 3b.doc
Tabel 3. Grenswaarden voor woningen langs een bestaande weg Status van de woning
Voorkeursgrenswaarde [dB]
Nieuw te bouwen woning
48
Maximale ontheffing [dB] Binnenstedelijk 63
De overige wegen in de nabijheid van het plangebied zijn gelegen binnen een 30 km/u-zone. Een weg waar de maximale snelheid 30 km/uur bedraagt, is in de zin van de Wet geluidhinder niet zoneplichtig. Een akoestisch onderzoek is voor dergelijke wegen derhalve niet noodzakelijk en zijn in onderhavig onderzoek niet beoordeeld.
4.
Uitgangspunten
Rekenmethode Voor het bepalen van het geluidniveau vanwege het verkeer op een weg zijn twee wettelijk vastgestelde rekenmethodes voorhanden: de Standaardrekenmethode I en de Standaardrekenmethode II uit het 'Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006' ex artikel 110d van de Wet geluidhinder, kortweg aangeduid als SRM I respectievelijk SRM II. De SRM II is een rekenmethode waarbij rekening kan worden gehouden met afscherming van objecten, hetgeen met de SRM I niet mogelijk is. Daar er in onderhavig geval objecten tussen het plangebied en de Rijksweg zijn gelegen, zijn de berekeningen uitgevoerd conform SRM II. Invoergegevens De geprognosticeerde verkeersgegevens van de Rijksweg zijn aangeleverd door de gemeente Castricum. De voor de berekeningen gehanteerde verkeersgegevens worden weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 4. Gehanteerde verkeersgegevens prognosejaar 2020 Weg
Rijksweg
Intensiteit
Gemiddeld
Verdeling per
[mvt/etm]
uurpercentage
voertuigcategorie
[%]
[%]
22.000
dag
avond
nacht
licht
middelzwaar
zwaar
6,5
3,4
0,9
93,2
4,6
2,2
Voor de Rijksweg bedraagt de maximum snelheid ter hoogte van het onderhavige plangebied 50 km/uur. De weg is verhard met dicht asfaltbeton en in de berekeningen is uitgegaan van het wegdektype DAB 0/16. De omgeving van de nieuw te realiseren bebouwing is voornamelijk als akoestisch zacht te kenmerken (bodemfactor 1,0). Wegen, water en verharde delen zijn als hard bodemgebied (0,0) ingevoerd. De diverse gebouwen in de omgeving van het plangebied zijn in de berekeningen zowel afschermend als reflecterend meegenomen. Met behulp van het berekeningsmodel is een contourberekening uitgevoerd voor het prognosejaar 2020. Voor de berekeningen is uitgegaan van een ontvangerhoogte van 4,50 meter (eerste verdieping) boven lokaal maaiveld.
blad 3 van 4
docnaam: 010506-200749-mem-akoestiek middenweg 3b.doc
5.
Resultaten
In onderstaande afbeelding 5 zijn de geluidcontouren ten gevolge van wegverkeerslawaai op de Rijksweg in het plangebied (blauw omkaderd) weergegeven. In het oranje weergegeven gebied bedraagt de geluidbelasting tussen de 48 dB en 63 dB inclusief aftrek artikel 110g van de Wet geluidhinder. In het groen weergegeven is de geluidbelasting lager dan 48 dB (incl. art. 110g Wgh). Afbeelding 5. Geluidcontouren ten gevolge van de Rijksweg
6.
Conclusie
De geluidbelasting in het te beoordelen plangebied is lager dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Dit betekent dat er in het gebied geen akoestische bezwaren zijn om woningen te realiseren.
Bijlagen 1. Resultaten Hoofdweg
blad 4 van 4
docnaam: 010506-200749-mem-akoestiek middenweg 3b.doc
periode:
Lden Inclusief groepsreducties < 48 dB
Rijksweg 2020 10 mei 2010, 17:27
Bodemgebied Gebouw Weg
48 - 63 dB 63 - 99 dB 99 - 99 dB 99 - 99 dB 99 - 99 dB 99 - 99 dB
0m
40 m schaal = 1 : 1000
509300
108000
Rekenresultaten incl. art. 110g Wgh
107900 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [200749 - Rijksweg 2020] , Geomilieu V1.40
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten projectnr. 200749 revisie 09 april 2010
Auteur(s) Andries Sijbrandij
Opdrachtgever Gemeente Castricum Postbus 1301 1900 BH CASTRICUM
datum vrijgave 09 04 - 2010
beschrijving revisie Concept
goedkeuring R. Verhagen
vrijgave E. Bouma
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Inhoud
blad 1 van 18
Blz.
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Aanleiding Doel Flora- en faunawet Werkwijze Leeswijzer
2 2 3 3 3 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Gebiedsbeschrijving Huidige gebiedskenmerken Bureaustudie Terreinbezoek Verwachte natuurwaarden
5 5 5 6 7
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2
Toetsing effecten ingreep Beschrijving ingreep Effecten en mitigerende maatregelen Vogels Zoogdieren
9 9 9 9 10
4 4.1 4.2 4.3
Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Voorbehoud
11 11 11 11
Bronnen
13
Bijlage 1: Wettelijk kader
15
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
1
Inleiding
1.1
Aanleiding De gemeente Castricum is bezig om de bestaande regelingen te actualiseren en één nieuw bestemmingsplan op te stellen voor de gehele bebouwde kom van Limmen. Voor een specifieke ontwikkeling in het plangebied, de uitbreiding van een filiaal van Albert Heijn, is onder andere een natuurtoets in het kader van de Flora- en faunawet nodig. Het uit te breiden filiaal ligt aan de Vuurbaak. Ter plaatse van de uitbreiding bevindt zich momenteel een woning met tuin. In onderstaande figuur is de ligging van het plangebied (blauw omcirkeld) weergegeven.
Figuur 1: Lokatie van het uit te breiden filiaal Albert Heijn Vanuit de natuurwetgeving is bij ruimtelijke ingrepen de initiatiefnemer verplicht op de hoogte te zijn van mogelijk voorkomende beschermde natuurwaarden binnen het projectgebied, zodat hiermee rekening kan worden gehouden.
blad 2 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
De gemeente Castricum heeft Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. gevraagd onderzoek te doen naar de natuurwaarden op de planlocatie en te onderzoeken of verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet worden overtreden en om aan te geven welke mitigerende maatregelen genomen kunnen worden om de effecten van de ingreep zo klein mogelijk te houden en/of te vermijden.
1.2
Doel Het doel van de voorliggende natuurtoets is het opsporen van mogelijke strijdigheden van de voorgenomen ingrepen met de huidige Flora- en faunawet en te bepalen of eventueel de aanvraag van een ontheffing noodzakelijk is.
1.3
Flora- en faunawet Voorafgaand aan ruimtelijke inrichting in het landelijk of stedelijk gebied moet door middel van een natuurtoets worden vastgesteld of beschermde natuurwaarden in het geding zijn. Indien er beschermde natuurwaarden worden geschaad kan een ontheffing ex art. 75 Flora- en faunawet voor aanvang van de werkzaamheden noodzakelijk zijn. Het is daarbij van belang om te weten tot welke beschermingscategorie de aanwezige soorten behoren. De beschermde soorten zijn momenteel ingedeeld in vier categorieën: - algemene soorten (zgn. tabel 1 soorten) waarvoor geen ontheffingsplicht geldt wegens een algehele vrijstelling; - overige soorten ('middengroep', de zgn. tabel 2 soorten) waarvoor alleen een vrijstelling geldt indien wordt gewerkt volgens een goedgekeurde Gedragscode. Wordt niet volgens een gedragscode gewerkt, dan is een ontheffing noodzakelijk; - strikt beschermde soorten van bijlage IV Habitatrichtlijn / bijlage I AMvB (zgn. tabel 3 soorten) waarvoor een ontheffingsplicht geldt voor werkzaamheden die leiden tot verstoring van deze soorten of vernietiging van het leefgebied bij o.a. ruimtelijke ontwikkelingen; - broedende vogels (eveneens strikt beschermd), waarvoor geen ontheffing wordt verleend om deze in de broedperiode te verstoren. Voor sommige soorten geniet ook het nest en de directe omgeving bescherming en mogen niet zonder meer worden verwijderd. Werkzaamheden kunnen in het algemeen soepel doorgang vinden indien er geen 'strikt beschermde soorten' of vaste verblijfplaatsen van deze soorten worden aangetroffen.
1.4
Werkwijze Om eventuele strijdigheden met de Flora- en faunawet op te sporen dienen de volgende vragen te worden beantwoord: 1. Welke wettelijk beschermde soorten komen in het projectgebied voor? Welke status hebben deze soorten? 2. Welke invloed heeft de geplande ingreep in het betreffende gebied op de (strikt) beschermde soorten? 3. Door welke maatregelen kunnen negatieve effecten op beschermde soorten worden voorkomen of verzacht? 4. Indien de duurzame staat van instandhouding van strikt beschermde soorten in gevaar komt, welk vervolgtraject dient dan doorlopen te worden? 5. Voor welke beschermde soorten moet een ontheffing aangevraagd worden?
blad 3 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Om de voorgaande vragen te beantwoorden zijn de volgende stappen doorlopen. Stap 1. Bureaustudie Op basis van literatuuronderzoek en verspreidingsatlassen is nagegaan of er wettelijk beschermde plant- of diersoorten in het projectgebied voorkomen. Bij het Natuurloket is gecontroleerd of aanvullende (actuele) gegevens verkregen kunnen worden. Stap 2. Veldbezoek Na het bureauonderzoek is een verkennend veldbezoek gebracht aan het projectgebied en de omgeving. Hierbij is, op basis van de gegevens van de bureaustudie, beoordeeld voor welke soorten het projectgebied daadwerkelijk een geschikte habitat biedt en daarmee welke soorten er daadwerkelijk voor kunnen komen. Stap 3. Effectenonderzoek Op basis van de beschrijving van de voorgenomen ingreep en de verzamelde gegevens van stap 1 en 2 zijn de (mogelijke) effecten op de verwachte beschermde soorten beschreven. Voor de verwachte negatieve effecten op de beschermde soorten worden mitigerende maatregelen voorgesteld. Stap 4. Conclusies en advies met betrekking tot vervolg Op basis van stap 1 tot en met 3 zijn conclusies getrokken met betrekking tot eventuele overtredingen van verbodsbepalingen zoals genoemd in de Flora- en faunawet art. 75, en te nemen vervolgstappen.
1.5
Leeswijzer De kern van dit rapport bestaat uit de gesignaleerde knelpunten met de Flora- en faunawet en de hieruit voortvloeiende consequenties en aanbevelingen met betrekking tot het vervolgtraject. Deze zijn terug te vinden in hoofdstuk 4. De achtergrondinformatie voor de natuurtoets en de resultaten van de toetsing staan beschreven in de hoofdstukken 2 en 3. Hoofdstuk 2 omvat een beschrijving van de in het projectgebied aanwezige biotopen en de hierin verwachte soorten. Hoofdstuk 3 omvat de effectenbeoordeling en maatregelen om effecten te voorkomen of beperken. De beschrijving van het wettelijke kader achter deze toetsing is opgenomen in bijlage 1.
blad 4 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
2 2.1
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Gebiedsbeschrijving Huidige gebiedskenmerken Het uit te breiden filiaal ligt in de bebouwde kom van Limmen. Het betreft hier bebouwd gebied met straten, parkeerplaatsen, winkels en woonhuizen. Ten zuiden van het uit te breiden filiaal ligt een groot parkeerterrein. Ten noorden, westen en oosten van het filiaal bevinden zich straten en woonhuizen. Een van deze woonhuizen (met garage), gelegen aan de Middenweg, zal worden gesloopt. Ten behoeve van de uitbreiding zal ook de tuin van dit woonhuis verloren gaan.
2.2
Bureaustudie Het uit te breiden filiaal ligt in kilometerhok X:108/Y:509 (zie ook figuur 1). Volgens de gegevens van het Natuurloket is dit kilometerhokken op de meeste soortgroepen niet of slecht onderzocht. Alleen dagvlinders zijn redelijk onderzocht. Vaatplanten, libellen en watervogels zijn matig onderzocht. De overige soortgroepen zijn in dit kilometerhok niet of slecht onderzocht. Hieruit blijkt dat in dit kilometerhok twee algemene vaatplantensoorten bekend zijn. Verder zijn twee algemene en twee strikt beschermde zoogdiersoorten bekend. Aanvullend is nog gebruik gemaakt van inventarisatiegegevens uit verschillende verspreidingsatlassen en enkele internetsites (zie bronvermelding). Het betreft hier gegevens van de soortgroepen zoogdieren en vogels. Uit deze gegevens blijkt dat in de omgeving van het plangebied een aantal algemene beschermde zoogdierensoorten, zoals Egel, Bosspitsmuis en Mol en voorkomen. Voor de bureaustudie is onder andere gebruik gemaakt van vleermuizen in het landschap uit 1996 van K. Kapteijn. Hierin zijn verspreidingskaarten opgenomen van alle vleermuizen in Noord-Holland op kilometerhokniveau. Hieruit blijkt dat in de omgeving van het plangebied waarnemingen bekend zijn van de vleermuissoorten Gewone dwergvleermuis, Laatvlieger en Ruige dwergvleermuis. In de directe omgeving van het plangebied en zelfs in Limmen, zijn geen kraamkolonies van vleermuizen bekend. Vleermuizen zijn strikt beschermd.
Tabel 1: waarnemingen van vleermuizen te Limmen
blad 5 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Ook diverse soorten broedvogels, zoals Turkse tortel, Ransuil, Ekster, Gaai, Zwarte kraai en diverse zangvogels van stad en park komen in de omgeving van het plangebied voor. Het voorkomen van wettelijk beschermde soorten in de omgeving betekent niet dat deze soorten zich ook binnen de grenzen van het plangebied bevinden. Het plangebied omvat slechts een klein deel van het kilometerhok en daarmee ook een beperkt aantal verschillende biotopen. Met behulp van het veldbezoek is nagegaan welke dit zijn. Hierdoor kan meer duidelijkheid gegeven worden over de voorkomende dan wel verwachte soorten in het plangebied.
2.3
Terreinbezoek Om inzicht te krijgen in de natuurwaarden van het plangebied is het gebied op 30 maart bezocht door een ecoloog. In het projectgebied zijn de volgende biotopen aangetroffen: • bebouwing • tuin
Bebouwing De bestaande bebouwing die wordt gesloopt betreft een woning met en een garage. De muren van de woning en de garage bestaan uit baksteen. De woning heeft een puntdak met vrij nieuwe dakpannen. Tussen de muren, de dakgoot en het dak zijn geen openingen zichtbaar. De garage heeft een plat dak. Ook hier zijn geen openingen zichtbaar.
Foto 1: te slopen woning
Foto 2: te slopen woning en achterkant AH
Tuin De tuin bestaat uit kort gemaaid gazon, heesterbeplanting (bestaande uit diverse soorten heesters), enkele bomen (twee sparren, een Conifeer en een Berk) en verharding (tegelpaadjes en een oprit van grindtegels naar de garage). In de heesterbeplanting zijn ten tijde van het veldbezoek enkele foeragerende Pimpelmezen aangetroffen. Er zijn geen nesten van vogels met een vaste broed- of verblijfplaats aangetroffen. Er zijn geen holtes in de bomen aangetroffen.
blad 6 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Foto 3: tuin aan zuidkant van woning
2.4
Foto 4: tuin aan noordkant van woning
Verwachte natuurwaarden Op basis van de gegevens van de bureaustudie en de tijdens het veldbezoek vastgelegde biotopen is een inschatting gemaakt van de beschermde soorten die in het projectgebied te verwachten zijn dan wel tijdens het veldbezoek ook zijn waargenomen (of sporen ervan).
Planten In en nabij de locatie komen alleen algemene (niet-beschermde) plantensoorten voor. De enige begroeiingen die in het plangebied aanwezig zijn bevinden zich in een tuin. Natuurlijke groeiplaatsen van beschermde plantensoorten komen in het projectgebied niet voor.
Broedvogels Tijdens het veldbezoek zijn diverse zangvogels van stad en park waargenomen. Het is te verwachten dat deze vogels gebruik maken van de beplantingen in de tuin en in de omgeving van het plangebied. Tijdens het veldbezoek waren binnen het plangebied geen nestelende of broedende vogels aanwezig. Het is echter niet uit te sluiten dat er zangvogels in de tuin gaan broeden. Er zijn geen nesten van vogels met een vaste broedof verblijfplaats aangetroffen. Soorten met een vaste nestplaats zullen binnen het plangebied niet broeden.
Zoogdieren De tuin vormt voor een beperkt aantal diersoorten een geschikt leefgebied, zoals enkele algemeen voorkomende muizensoorten en de Mol. De verwachting is dat er vleermuizen in het gebied voorkomen. Uit de bureaustudie blijkt dat de vleermuizensoorten Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis en Laatvlieger in de omgeving van het projectgebied voorkomen. Gewone dwergvleermuis en Laatvlieger maken gebruik van openingen in gebouwen en bomen om te gebruiken als rust- en verblijfplaats. Omdat in het plangebied geen geschikte gebouwen (geen geschikte openingen) en/of bomen met holtes aanwezig zijn, is het voorkomen van vaste rust- en verblijfplaatsen van gebouw- en/of boombewonende vleermuizen uit te sluiten.
blad 7 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Vleermuizen maken gebruik van lijnvormige elementen om te migreren. De te verwijderen begroeiing in de tuin vormt geen lijnvormig element. Deze begroeiing is daardoor niet van structureel belang als migratieroute van bijvoorbeeld een verblijfplaats naar foerageergebied. Er is wel een kans dat vleermuizen binnen het plangebied jagen.
blad 8 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
3
Toetsing effecten ingreep
3.1
Beschrijving ingreep Ter plaatse van de uitbreiding bevindt zich momenteel een woning met een garage en een tuin met heesters en enkele bomen. Ten behoeve van de uitbreiding zal daarom deze woning worden gesloopt en zal de tuin worden opgeruimd. Er zal grondwerk worden verricht en de uitbreiding wordt op de nieuwe locatie opgebouwd. De nieuwe bebouwing sluit aan op de bestaande bebouwing aan de westkant van het bestaande filiaal.
3.2
Effecten en mitigerende maatregelen De schade en gevolgen van de werkzaamheden voor beschermde flora en fauna worden hieronder per soortengroep besproken. Indien relevant zullen maatregen voorgesteld worden waarmee negatieve effecten voorkomen kunnen worden. Algemeen geldt dat er sprake is van schade als het leefgebied van beschermde soorten wordt vernietigd of verstoord of als beschermde soorten worden vernietigd (planten), verwond of gedood.
3.2.1
Vogels De aanwezigheid van vogels in het projectgebied is niet uit te sluiten. De bomen en struiken zijn geschikt als broedplaats diverse zangvogels van stad en park. In het algemeen kan worden gesteld dat ingrepen in een gebied tijdens het broedseizoen sterke negatieve effecten hebben op de meeste vogelsoorten door vernietiging van broedplaatsen en verstoring van de reproductie. Werkzaamheden als het slopen van gebouwen en het verwijderen van begroeiing, moeten buiten deze periode plaats vinden. In principe wordt ook geen ontheffing verleend voor het verstoren van (broed)vogels. Verstoring van broedsels dient dan ook te worden voorkomen, door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. Voor het broedseizoen kunnen geen exacte data worden aangegeven, omdat dit van soort tot soort en van jaar tot jaar kan verschillen, maar globaal kan hiervoor de periode 15 maart tot 15 juli worden aangehouden. Buiten het broedseizoen zijn negatieve effecten op vogels gering. Ze vliegen dan op om even verderop weer neer te strijken. Indien de werkzaamheden toch worden uitgevoerd in het broedseizoen dan is het van belang om ruim voor aanvang van het broedseizoen (medio maart) maatregelen te nemen om te voorkomen dat vogels in de tuin gaan broeden. Dit kan eenvoudig bereikt worden door de begroeiing in de tuin vóór het broedseizoen te verwijderen. De gunstige staat van instandhouding van voorkomende of verwachte vogelsoorten zal niet worden aangetast wanneer werkzaamheden buiten het broedseizoen worden uitgevoerd. Indien de werkzaamheden in het broedseizoen uitgevoerd worden, dienen maatregelen te worden genomen om te voorkomen dat vogels in het plangebied gaan broeden.
blad 9 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
3.2.2
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Zoogdieren Door de werkzaamheden wordt een deel van het leefgebied van een aantal kleine zoogdieren vernietigd. Door de inzet van zware machines lopen deze dieren tevens het gevaar om gedood te worden. Effecten op kleine zoogdieren kunnen worden beperkt door, voordat de werkzaamheden beginnen, de aanwezige vegetatie zo kort mogelijk te houden en de heesterbeplantingen te verwijderen. Hierdoor blijft het gebied door het ontbreken van dekking voor veel soorten weinig aantrekkelijk. Tevens zullen tijdens het grondverzet en de bouwwerkzaamheden nog aanwezige exemplaren bij gebrek aan dekking het gebied eerder ontvluchten. Er is een kans dat vleermuizen binnen het plangebied jagen. Jachtgebieden worden in het kader van de Flora en Faunawet niet als een permanente verblijfplaats beschouwd. Bovendien maakt nieuwbouw het gebied niet ongeschikt als jachtgebied. Vleermuizen zijn uitsluitend 's nacht actief. Ten gevolge van de voorgenomen werkzaamheden wordt het karakter van het gebied niet aangetast, zodat het zijn functie als foerageergebied zal behouden. Negatieve effecten op vleermuizen worden dan ook niet verwacht. De gunstige staat van instandhouding van deze soorten zal niet worden aangetast als gevolg van de voorgenomen ingreep.
blad 10 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
4 4.1
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Conclusies en aanbevelingen Conclusies In de tuin behorende bij de te slopen woning is een geschikt broedbiotoop voor diverse zangvogels aanwezig. Het is middels de Flora- en faunawet verboden om broedende vogels te verstoren. Hiervoor kan ook geen ontheffing worden verkregen. Het aanwezige broedbiotoop rondom de te slopen woning (bomen en struweel) moet daarom buiten het broedseizoen (circa 15 maart tot circa 15 juli) worden verwijderd. Voor de overige werkzaamheden zijn er dan vanuit de Flora- en faunawet geen beperkingen meer. Verder zijn uitsluitend negatieve effecten te verwachten op tabel 1 soorten van de Floraen faunawet (enkele zoogdierensoorten) van de Flora- en faunawet. Omdat het gaat om tabel 1 soorten (waarvoor een vrijstelling geldt voor ruimtelijke ontwikkeling zoals genoemd in deze natuurtoets) behoeft voor deze soorten geen ontheffing te worden aangevraagd. In het kader van de zorgplicht worden in de volgende paragraaf enkele aanbevelingen gedaan waarmee negatieve effecten op deze groep tot een minimum te beperken.
4.2
Aanbevelingen De onderstaande mitigerende maatregelen worden voorgesteld in het kader van de algemeen geldende zorgplicht. •
4.3
In het kader van de zorgplicht met betrekking tot zoogdieren wordt aanbevolen om voordat de werkzaamheden beginnen, de aanwezige vegetatie zo kort mogelijk te houden en de heesterbeplantingen te verwijderen. Het leefgebied voor kleine zoogdiersoorten wordt hierdoor minder geschikt. Tijdens het grondverzet en de bouwwerkzaamheden zullen nog aanwezige exemplaren bij gebrek aan dekking het gebied eerder ontvluchten.
Voorbehoud De voorliggende natuurtoets is gebaseerd op beperkte inventarisatiegegevens van derden en literatuuronderzoek. Deze gegevens geven geen garantie dat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden geen (andere) beschermde soorten worden waargenomen. Natuur is vaak verrassend. Om de risicos zo veel mogelijk te verkleinen wordt aanbevolen om vlak voordat de werkzaamheden beginnen, het terrein te controleren op de aanwezigheid van (andere) beschermde soorten.
blad 11 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Bronnen • • •
• •
blad 13 van 18
Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeek & J.B.M. Thissen, 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht. K. Kapteijn. - Nozos, Noordhollands Landschap, Provincie Noord-Holland, 1995. Vleermuizen in het Landschap : over hun ecologie, gedrag en verspreiding. SOVON, 2002. Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden. www.waarneming.nl www.Natuurloket.nl
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Bijlage 1: Wettelijk kader Hieronder volgt een algemene beschrijving van de Natuurwetgeving, gevolgd door betreffende onderdelen van de wetgeving. De Nederlandse natuurwetgeving De Nederlandse natuurwetgeving valt uiteen in gebiedbescherming en soortbescherming. De gebiedsbescherming is geïmplementeerd in de Natuurbeschermingsweg 1998 en omvat de Natura 2000-gebieden. In de Natura 2000-gebieden zijn de beschermde natuurmonumenten alsmede de gebieden met de status Vogel- en/of de Habitatrichtlijn-gebied (voorheen Speciale Beschermings-Zones (SBZ's) opgenomen. Globaal kan gesteld worden dat de gebiedsbescherming gericht is op de bescherming van de waarden waarvoor een gebied is aangewezen. Deze bescherming is gebiedspecifiek, maar kent wel de zogenaamde externe werking. Dat wil zeggen dat ook handelingen buiten het beschermde gebied niet mogen leiden tot verlies aan kwaliteit in het beschermde gebied. De soortbescherming is opgenomen in de Flora- en faunawet. Deze wet omvat ook de bescherming van Habitatrichtlijnsoorten buiten de aangewezen Natura 2000-gebieden welke zijn vermeld in bijlage IV. Deze bescherming geldt overal in Nederland, ook in de beschermde gebieden. De soortbescherming kent geen externe werking. Projecten worden getoetst aan de directe invloed op beschermde waarden binnen de grenzen van het plangebied. Conform deze wet is de initiatiefnemer bij ruimtelijke ingrepen verplicht op de hoogte te zijn van mogelijke voorkomende beschermde natuurwaarden binnen het plangebied. Vanuit de kennis dienen plannen en projecten getoetst te worden aan eventuele strijdigheid met de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet (zie paragraaf 2.2 van het voorgaande rapport).
Flora- en faunawet Onder de werking van de Flora- en faunawet vallen circa 1.000 dier- en plantensoorten. Alle inheemse zoogdieren (m.u.v. de huismuis en zwarte en bruine rat), vogels, amfibieën en reptielen zijn beschermd. Tevens hebben een aantal soorten planten, vissen, insecten en ongewervelden een beschermde status. Voor de in het wild voorkomende planten en dieren geldt de algemene zorgplicht (art. 2). Volgens de Flora- en faunawet mogen beschermde dier- en plantensoorten niet worden verwond, gevangen, opzettelijk worden verontrust of gedood. Voortplanting- of vaste rustof verblijfplaatsen mogen niet worden beschadigd, vernield of verstoord. Beschermde planten mogen op geen enkele wijze van hun groeiplaats worden verwijderd of vernield. De verbodsbepalingen van de wet staan genoemd in onderstaand kader.
blad 15 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
Verboden handelingen met betrekking tot beschermde planten: Artikel 8: Het plukken, verzamelen, afsnijden, vernielen, beschadigen, ontwortelen of om een andere manier van de groeiplaats verwijderen van planten Artikel 13: Het vervoeren en onder zich hebben (in verband met verplaatsen) van planten Verboden handelingen met betrekking tot beschermde dieren: Artikel 9: Het doden, verwonden, vangen of bemachtigen van dieren. Het met het oog op bovenstaande doelen opsporen van dieren. Artikel 10: Het opzettelijk verontrusten van dieren Artikel 11: Het beschadigen, vernielen, uithalen wegnemen, verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren. Artikel 13: Het vervoeren en onder zich hebben (in verband met verplaatsen) van dieren De werkingssfeer van de Flora- en faunawet is niet beperkt tot of gerelateerd aan speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. In artikel 75 van de Flora- en faunawet worden de ontheffingsmogelijkheden weergegeven. Op 23 februari 2005 is de Algemene Maatregel van Bestuur m.b.t. artikel 75 van de Flora- en faunwet1 in werking getreden. Middels deze AMvB wordt onder bepaalde voorwaarden een algemene vrijstelling geregeld van de ontheffingsplicht van de Flora- en faunawet. Deze vrijstelling geldt voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, bestendig gebruik en bestendig beheer en onderhoud en voor bepaalde (algemeen voorkomende) soorten. Welke voorwaarden verbonden zijn aan de vrijstelling hangt af het de dier- of plantensoorten die voorkomen in het plangebied. In de AMvB worden hiertoe verschillende beschermingsregimes onderscheiden. • Soorten van tabel 1 algemene soorten lichtste beschermingsregime AMvB: Voor deze soorten geldt voor ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling van de ontheffingsplicht. Voor deze soorten is derhalve geen ontheffing nodig. Wel geldt ten aanzien van deze soorten de zorgplicht, die eveneens van de Flora- en faunawet uitgaat. Soorten die vallen onder de vrijstelling betreft onder andere algemene zoogdiersoorten, zoals algemene muizen- en spitsmuizen, de Egel, Konijn en Mol, Ree en Vos; , algemene amfibieënsoorten, waaronder de Bruine kikker, Gewone pad en Kleine watersalamander en plantensoorten als Grasklokje en Gewone dotterbloem. • Soorten van tabel 2 overige soorten middelste beschermingsregime AMvB: Voor soorten van tabel 2 van de AMvB is bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling mogelijk van de ontheffingsplicht, indien gewerkt wordt volgens een door het Ministerie van LNV goedgekeurde gedragscode. Ontbreekt zon gedragscode, dan dient ontheffing aangevraagd te worden, welke wordt getoetst aan het criterium doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort(lichte toets). Daarnaast geldt ook voor soorten van tabel 2 de algemene zorgplicht.
1.
blad 16 van 18
Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijzigingen van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen.
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
•
Soorten van tabel 3 genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in Bijlage 1 van de AMvB zwaarste beschermingsregime AMvB. Voor soorten van tabel 3 geldt het zwaarste beschermingsregime en is bij ruimtelijke ontwikkelingen geen vrijstelling mogelijk van de ontheffingsplicht, ook niet met een gedragscode. Voor deze soorten dient een ontheffing aangevraagd te worden, welke aan vier criteria wordt getoetst (zware toets): de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats wordt niet aangetast, er is sprake van een in of bij wet genoemd belang, er is geen alternatief en doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Daarnaast geldt ook voor soorten van tabel 3 de algemene zorgplicht. Voor Bijlage 1 soorten uit Tabel 3 kan ontheffing worden aangevraagd op grond van alle belangen genoemd in het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. In de praktijk komen bij Bijlage 1- soorten onderstaande vier belangen het meeste voor bij een ontheffing voor een ruimtelijke ingreep: 1. Bescherming van flora en fauna (b); 2. Volksgezondheid of openbare veiligheid (d); 3. Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten (e); 4. Uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimte inrichting of ontwikkeling (j) Voor Bijlage IV-soorten van de Habitatrichtlijn uit Tabel 3 geldt voor een ruimtelijke ingreep alleen ontheffing wordt verleend op grond van een belang uit de Habitatrichtlijn: 1. Bescherming flora en fauna (b) 2. Volksgezondheid of openbare veiligheid (d); 3. Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten (e); • Vogels Vogels zijn niet opgenomen in Tabel 1 t/m 3; alle vogels zijn in Nederland gelijk beschermd. T.a.v. vogels geldt, dat werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of waardoor hun nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen worden verstoord verboden zijn. Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt een vrijstelling wanneer gewerkt wordt volgens een goedgekeurde gedragscode. Ontbreekt zon gedragscode dan dient formeel een ontheffing te worden aangevraagd. Voor broedvogels wordt echter geen ontheffing verleend waarbij als voorwaarde wordt gesteld dat broedvogels niet verstoord mogen worden tijdens het kwetsbare broedseizoen; dit mede in het kader van de algemene zorgplicht die ook voor vogels geldt. Bescherming van vogelnesten Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Hiervoor is geen standaardperiode, het gaat erom of er een broedgeval is. Verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken, zijn jaarrond beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keer elk jaar terug naar hetzelfde nest. Deze soorten staan vermeld in categorie 1 t/m 4 van de 'Aangepaste lijst van jaarrond beschermde vogelnesten' (Ministerie van LNV, 2009). Indien de werkzaamheden effect hebben op deze soorten is een ontheffing nodig. Voor vogels kan alleen een ontheffing worden verleend op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn. Dit zijn: • Bescherming van flora en fauna (b); • Veiligheid van het luchtverkeer (c);
blad 17 van 18
projectnr. 200749 31 augustus 2010 Natuurtoets
Uitbreiding filiaal Albert Heijn te Limmen onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten Gemeente Castricum
•
Volksgezondheid of openbare veiligheid (d).
De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik zijn alleen tijdens het broedseizoen beschermd. Voor deze soorten* is geen ontheffing nodig, indien werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden of maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat deze soorten zich op de bouwplaats gaan vestigen tijdens het broedseizoen. Buiten het broedseizoen mag van deze soorten het nest worden verplaatst of verwijderd. * Een deel van deze soorten zijn ondergebracht in categorie 5 van de 'Aangepaste lijst van jaarrond beschermde vogelnesten' (Ministerie van LNV, 2009). Hoewel het onderbrengen van deze soorten op deze lijst anders doet vermoeden is de vaste rust- en verblijfplaats van deze vogels niet jaarrond beschermd. Dit betreffen namelijk vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor gebroed hebben of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen.
blad 18 van 18
Sbi-code locatie
RO-categorie
40
Vervaardiging van zuivelproducten (geen consumptie-ijs)
1551
3.1 50 m bedrijf
Dusseldorperweg
141
Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g.
2875
Rijksweg
54
Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton
21211
3.2 100 bedrijf m 3.1 50 m bedrijf
bestemming
Aard en activiteiten-locatie
afstand op grond van SBI-code
Huisnummer-locatie
Dusseldorperweg
Huisletter-locatie
Perceel-locatie
Huisnummertoevoeging-locatie
BEDRIJVENLIJST BESTEMMINGSPLAN KERN LIMMEN
1 van 1
Nota van inspraak en overleg voorontwerpbestemmingsplan ‘Kern Limmen’
1.
Inspraak & overleg voorontwerpbestemmingsplan ‘Kern Limmen’
Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 11 februari 2010 tot en met 24 maart 2010 zes weken ter inzage gelegen. Binnen deze periode was het mogelijk om, op grond van de Inspraakverordening Castricum, inspraakreacties in te dienen. Gedurende openingstijden was het voorontwerpbestemmingsplan analoog raadpleegbaar op de gemeentelijke locatie aan de Zonnedauw 4 in Limmen. Het voorontwerpbestemmingsplan was tevens digitaal raadpleegbaar via: - de gemeentelijke website, www.castricum.nl - de website van de landelijke informatievoorziening voor ruimtelijke plannen www.ruimtelijkeplannen.nl Op donderdagavond 4 maart 2010 is een inloopavond georganiseerd in de Burgerij in Limmen. Tijdens deze inloopavond kreeg men de gelegenheid om het bestemmingsplan in te zien en kon men vragen stellen aan een van de vertegenwoordigers van de gemeente. Tevens werd de gelegenheid geboden om mondelinge inspraakreacties in te dienen. Gedurende de periode voor terinzagelegging is tevens het overleg met instanties gevoerd ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In totaal zijn 17 inspraakreacties ontvangen en zes overlegreacties van instanties. In deze nota worden alle ingekomen reacties kort samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. Deze nota is geanonimiseerd.
2
2.
Inspraakreacties op grond van de ‘Inspraakverordening Castricum’
Inspraakreactie 1 Samenvatting: 1. In de huidige situatie zijn meer bijgebouwen aanwezig op het perceel Rijksweg 148 (ongeveer 100 m²), dan op grond van de regels in het voorontwerpbestemmingsplan ‘Kern Limmen’ is toegestaan. 2. In de huidige situatie is de goothoogte van het gebouw op Rijksweg 148 hoger dan de goothoogte die op de verbeelding staat aangegeven. De werkelijke hoogte is 4.30 meter. 3. Het bouwvlak van Rijksweg 148, zoals dat op de verbeelding staat aangeduid, is kleiner dan het bouwvlak zoals dat is neergelegd in het vigerende bestemmingsplan. Inspreker vreest dat dit de mogelijkheden beperkt bij een eventuele gewenste verbouwing. 4. Op het perceel aan de Rijksweg 138 is in het souterrain een massagesalon aanwezig. Daarboven zit een woning. 5. Het bouwvlak van het perceel Rijksweg 138 komt niet overeen met de werkelijke situatie. 6. Inspreker heeft bezwaar tegen de uitbreiding van de Albert Heijn. Een woonstraat wordt uitgebreid met een detailhandelpand. 7. De verleende bouwvergunning aan de achterzijde van de Burgerij is niet opgenomen in het bestemmingsplan. Reactie gemeente: 1. Op basis van de bekende gegevens en bouwvergunningen bij de gemeente is het aantal aanwezige bijgebouwen niet meer dan toegestaan in het voorontwerpbestemmingsplan ‘Kern Limmen’.
2. De goothoogte die in het voorontwerpbestemmingsplan ‘Kern Limmen’ is opgenomen is 4 meter. De voorkeur gaat er naar uit om de hoogtematen af te ronden tot hele getallen. In het bestemmingsplan zijn algemene bouwregels opgenomen ter voorkoming van kleine verschillen tussen de werkelijke situatie en de bestemde situatie. In die gevallen dat de bestaande goothoogte, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels toegestaan, geldt die goothoogte, in afwijking daarvan als maximaal toegestaan. Indien de goothoogte van de Rijksweg 148 met enkele centimeters de toegestane goothoogte overschrijdt, geldt met inachtneming van artikel 23 van de planregels, die hoogte als maximumhoogte. 3. Het bouwvlak is in het bestemmingsplan ‘Strandwal’ inderdaad ruimer ingetekend. De verbeelding zal hierop worden aangepast. 4. Het schoonheidssalon in de kelder krijgt een aparte functieaanduiding ‘wellness’.
3
5. Het bouwvlak aanpassen aan de huidige situatie.
Luchtfoto perceel Rijksweg 138 6. De uitbreiding van de Albert Heijn past binnen de beleidsnotitie ‘Kwaliteitsimpuls Economie’ van de gemeente Castricum. In deze beleidsnotitie is bepaald dat de concentratie van detailhandel het beste kan plaatsvinden aan de Vuurbaak. De Vuurbaak fungeert als dorpscentrum waar lokale bewoners de dagelijkse boodschappen doen. De uitbreiding van de Albert Heijn is in dit gedeelte van Limmen dan ook goed inpasbaar in de omgeving. Een goede ruimtelijke onderbouwing van deze uitbreiding is inmiddels opgesteld. Hieruit blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de ontwikkeling. 7. De verleende bouwvergunning aan de achterzijde van de Burgerij zal worden opgenomen in het bestemmingsplan. Conclusie: De verbeelding wordt aangepast: - bouwvlak Rijksweg 148 qua afmeting gelijk aan vigerend plan Strandwal; - bouwvlak Rijksweg 138 beter afstemmen op huidige situatie; - een functieaanduiding opnemen voor de kelder: ‘wellness’ ten behoeve van het schoonheids-/massagesalon aan de Rijksweg 138; - verleende bouwvergunning voor achterzijde Burgerij opnemen in bestemmingsplan. Inspraakreactie 2 Samenvatting: Het perceel Dusseldorperweg 133 moet een woonbestemming zijn en geen bedrijfsbestemming. Reactie gemeente: In het vigerende bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming Bedrijfsdoeleinden. Het bedrijf is echter enkele jaren geleden stopgezet. Het pand wordt momenteel gebruikt voor bewoning. Gelet op de woonomgeving is dit een passende functie. Slechts in het meest achterste bijgebouw vinden nog bedrijfsactiviteiten plaats. Daarom is voor het achterste bijgebouw een bedrijfsbestemming passend (bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten).
4
Foto woning aan de Dusseldorperweg 133 Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - perceel een woonbestemming geven; - achterste bijgebouw bestemmen voor Bedrijf. Inspraakreactie 3 Samenvatting: 1. Op het perceel Schoolweg 1 is tevens Stichting Oud Limmen gehuisvest. Inspreker vraagt of hier ook de bestemming Cultuur moet worden opgenomen. 2. Inspreker vraagt wat de bestemming wordt van het perceel Zuidkerkerlaan 27. Reactie gemeente: 1. Het perceel Schoolweg 1 wordt inderdaad door de Stichting Oud Limmen gebruikt. De bestemming ‘Wonen’ is derhalve niet passend. De bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ zal worden doorgetrokken op dit perceel. 2. Het pand wordt gebruikt als woning. De bestemming ‘Wonen’ is hier het meest geschikt voor. Een functiewijziging van de woning is niet bekend bij de gemeente en derhalve onvoldoende concreet om opgenomen te worden in het bestemmingsplan. Conclusie: De verbeelding wordt aangepast: - bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ geven aan perceel Schoolweg 1. Inspraakreactie 4 Samenvatting: 1. De grond achter het perceel Rijksweg 79 wordt gebruikt als caravanopslag. Deze caravans worden hier al 40 jaar opgeslagen.
5
2. In het bouwvlak bij het perceel Rijksweg 79 worden ook spullen opgeslagen ten behoeve van een installatiebedrijf. Reactie gemeente: 1. De opslag voor caravans wordt bestemd conform het gebruik met de bestemming ‘Bedrijf’ en een functieaanduiding ‘caravanstalling’. De grond is uitsluitend te gebruiken voor een caravanstalling.
2. Volgens de bedrijfsgegevens van de gemeente bevindt zich op het perceel Rijksweg 79 een elektrotechnische bouwinstallatie. In artikel 24 onder 24.3 van de planregels is bepaald dat het opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, anders dan voorzover dit het gevolg is van of direct samenhangt met het gebruik van een bedrijfserf, behorende bij een winkel of bedrijf, in overeenstemming met de desbetreffende bestemming, wordt aangemerkt als verboden gebruik. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - de bestemming van het perceel Rijksweg 79 bestemmen als ‘Bedrijf’ met de specifieke functieaanduiding caravanstalling. Inspraakreactie 5 Samenvatting: 1. Het perceel aan de Kerkweg 46 heeft in het voorontwerpbestemmingsplan Kern Limmen de bestemming ‘Wonen’, maar het is nog steeds een winkel. De bestemming moet ‘Gemengd’ zijn of ‘Detailhandel’. 2. Toekomstvisie op locatie aan de Zonnedauw 4: - gezondheidszorg mogelijk maken - voor nieuwe winkels en huidige dokters- en apotheekgebouwen - kans om gezondheidszorg bij elkaar te krijgen in Limmen Reactie gemeente: 1. Het perceel Kerkweg 46 is qua uiterlijke verschijningsvorm en feitelijk gebruik aan te merken als een woning. Dit wordt bevestigd door verkoopadvertenties van de woning op internet. In de Kerkweg zijn geen nieuwe gemengde functies gepland. De detailhandel concentreert zich aan de Vuurbaak.
6
2. De toekomstvisie voor de Zonnedauw 4 is nog onvoldoende concreet om te kunnen vertalen in dit bestemmingsplan. In het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’ wordt daarom zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bestaande situatie. Het perceel heeft de bestemming ‘Maarschappelijk’ omdat deze bestemming het beste aansluit bij het gebruik als tijdelijke gemeentelocatie en bibliotheek. Binnen deze bestemming zijn functies in de gezondheidszorg reeds passend. Niet uitgesloten kan worden dat in de toekomstvisie voor de Zonnedauw 4 andere functies beter passend worden geacht. Binnen de gemeente wordt zorgvuldig onderzoek gedaan naar de meest geschikte en gewenste functie. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt niet aangepast. Inspraakreactie 6 Samenvatting: 1. De bouw- en goothoogtes van de kerk (en de kerktoren) zijn niet juist. 2. De woonfunctie van de pastorie is niet juist, dit moet ‘Maatschappelijk’ zijn, evenals de voorzijde van de vergaderruimte en achterzijde en bovenverdieping van de woning. 3. Het is gewenst om in de toekomst de gehele begane grond te gebruiken voor een maatschappelijke functie. 4. Van het perceel aan de Middenweg 33 is het bouwvlak niet correct ingetekend. Het bouwvlak is van de oude woning. In 1998 is de woning gesloopt en begin 1999 is een nieuwe woning gebouwd. 5. De toegang naar het kerkhof aan de Vredeburglaan is niet juist. Dit is tevens de toegang tot de parkeerplaatsen. Verwezen wordt naar tekeningnummer 20070950. Reactie gemeente Castricum: 1. De hoogtes van de kerktoren zal worden aangepast naar 39 meter. 2. De pastorie (Dusseldorperweg 74) is, volgens het register van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, van algemeen belang als historisch-functioneel onderdeel van het rooms-katholieke kerkcomplex ‘Sint Cornelius’. De bestemming ‘Maatschappelijk’ is derhalve beter passend en zal hieraan worden aangepast.
7
3. De kerk is bestemd als ‘Maatschappelijk’. De gehele begane grond kan met deze bestemming worden gebruikt ten behoeve van de kerk. 4. Het bouwvlak wordt aangepast. 5. Wegen en paden zijn toegelaten binnen de bestemming ‘Maatschappelijk’. Gelet op de afmeting van het parkeerterrein, is een aparte bestemming ‘Verkeer’ passend. Deze bestemming zal doorlopen tot aan het kerkhof (toegangsweg). Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - hoogtematen van de kerk aanpassen; - bestemming ‘Maatschappelijk’ geven aan de pastorie; - het bouwvlak van Middenweg 33 zal worden aangepast; - bestemming ‘Verkeer’ op parkeerplaats leggen inclusief toegangsweg kerkhof. Inspraakreactie 7 Samenvatting: 1. Het perceel Dusseldorperweg 103 betreft de Burgerij en in het vigerende bestemmingsplan is een uitbreiding van de Burgerij mogelijk aan zowel de voor- als achterzijde (3 meter achter en 3,5 meter voor). De mogelijkheid tot uitbreiding staat nu niet meer opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan ‘Kern Limmen’. 2. De goot- en nokhoogte van het hoofdgebouw van de kerk is te laag. De toren is ongeveer 45 meter hoog. Het schip van de kerk is ongeveer 18 meter. 3. Kerkweg 46 betreft een leegstaande winkel. 4. Dusseldorperweg 72 betreft de parochiewoning. Deze wordt voor maatschappelijke doeleinden gebruikt. Kloppen de hoogtes? 5. De definitiebepaling van ‘peil’ is onvoldoende duidelijk en leidt tot discussie. 6. Definitiebepaling ‘goothoogte’ is onvoldoende duidelijk. Het is met name onduidelijk waar het exacte meetpunt wordt bepaald. Reactie gemeente: 1. De verleende bouwvergunning aan de achterzijde zal worden opgenomen in het bestemmingsplan. Er wordt tevens meer aansluiting gezocht bij de vigerende regeling door de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’, welke goed aansluit bij de functie als buurthuis, feestzaal en verenigingsgebouw. 2. De hoogtematen van de kerk worden aangepast. 3. Het perceel Kerkweg 46 is qua uiterlijke verschijningsvorm en feitelijk gebruik aan te merken als een woning. Dit wordt bevestigd door verkoopadvertenties van de woning. 4. Dusseldorperweg 72 is in het voorontwerpbestemmingsplan reeds bestemd als ‘Maatschappelijk’. Er zal een functieaanduiding worden toegevoegd om te verduidelijken dat het hier tevens een woonfunctie betreft. De hoogtematen zijn bij de inventarisatie vastgesteld.
8
5. Het peil is gedefinieerd in de begrippen (artikel 1). De wijze van meten (artikel 2) geeft vervolgens aan hoe de hoogte, goothoogte etc., moet worden gemeten. 6. In artikel 2 ‘Wijze van meten’ is nauwkeurig omschreven hoe onder andere de bouwhoogte en de goothoogte moet worden gemeten. Deze wijze van meten is voorgeschreven in de regeling ‘Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen 2008’(SVBP 2008). Gelet op het bepaalde in dat artikel, is de omschrijving van een goothoogte of bouwhoogte voldoende af te leiden. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - hoogtematen van de kerk worden gecorrigeerd; - functieaanduiding ‘wonen’ toevoegen aan de Dusseldorperweg 72. Inspraakreactie 8 Samenvatting: 1. Inspreker geeft aan andere bedrijfsactiviteiten te willen ontwikkelen op het perceel Rijksweg 49a-49b. Het verzoek is om de bestemming, al dan niet tijdelijk, te wijzigen naar ‘Detailhandel’. 2. Inspreker geeft aan op de hoogte te zijn van het ‘Masterplan’ voor de locatie Rijksweg 49a-49b en is bereid hier aan mee te werken zodra de economische situatie is verbeterd. Reactie gemeente: 1. Het perceel heeft in het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’ de bestemming ‘Bedrijf’. Detailhandel is uitgesloten. Op het perceel vindt wel volumineuze detailhandel plaats. Het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’ is opgesteld in het kader van de ‘Kadernota actualisatieslag bestemmingsplannen, vastgesteld door de raad d.d. 22 maart 2007. De Wet ruimtelijke ordening heeft als uitgangspunt dat bestemmingsplannen maximaal 10 jaar oud mogen zijn. Veel bestemmingsplannen zijn sterk verouderd en dit is gelet op het voorgaande en tevens vanuit ruimtelijk oogpunt onwenselijk. In de ‘Kadernota actualisering bestemmingsplannen’, is als uitgangspunt genomen dat de bestemmingsplannen die worden opgesteld in het kader van de ‘actualisatieslag’, overwegend conserverend van aard zullen zijn (dat wil zeggen: gericht op beheer van de bestaande situatie). Het bestemmingsplan Kern Limmen is derhalve gericht op het in beeld brengen van de
9
huidige functies een bebouwing. Ontwikkelingen worden niet of slechts in beperkte mate opgenomen. Een ontwikkeling dient voldoende concreet te zijn om ‘meegenomen’ te worden in de procedure van het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’. Het verzoek van inspreker om de bestemming, al dan niet tijdelijk, te wijzigen naar de bestemming ‘Detailhandel’ is onvoldoende concreet en niet voorzien van een ruimtelijke onderbouwing. Aan inspreker wordt voorgesteld om de wenselijkheid en haalbaarheid voor de plannen voor de wijziging naar detailhandel in een afzonderlijke procedure van het bestemmingsplan met de gemeente te bespreken en te onderzoeken. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in de bestemming ‘Bedrijf’ bedrijven zijn toegelaten tot maximaal categorie 2 uit de Staat van bedrijfsactiviteiten. Functies uit deze Staat zijn vanuit milieuoogpunt aanvaardbaar op die locatie, mits wordt voldaan aan de regels uit het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’. Voor het perceel wordt een functieaanduiding opgenomen waar conform huidig gebruik volumineuze detailhandel is toegelaten. 2. Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - functieaanduiding detailhandel ‘volumineus’ opnemen voor het perceel Rijksweg 49a49b. Inspraakreactie 9 Samenvatting: 1. Inspreker geeft aan dat de bebouwingsmogelijkheden op het perceel Oudeweg 3 zijn gewijzigd ten opzichte van de huidige situatie. Het bouwvlak is met 1,5 meter versmald en het bouwvlak is drie meter naar het westen toegeschoven. De verschuiving van het bouwvlak naar het westen is volgens inspreker onwenselijk, gelet op de resterende zes meter ruimte aan de westzijde van de woning. Een uitbreiding van drie meter is aan die zijde dan geen optie meer. Zeer recent is het westelijk belendende pand verhoogd met een ‘kolossale verdieping’. De strook tuin die overblijft van 12 meter lang en drie meter breed, is naar mening van inspreker onzinnig. De tuin is zo diep dat een uitbreiding aan de voorzijde waardevol zou zijn en geen overlast teweeg brengt. Hier is volgens inspreker al rekening mee gehouden toen de huidige woning werd gebouwd. Inspreker verduidelijkt niet om een groter bouwvlak te verzoeken, maar slechts om handhaving van het reeds bestaande bouwvlak qua oppervlakte en situering. 2. Inspreker meent dat de ingetekende situatie in het voorontwerpbestemmingsplan een onaanvaardbare (markt)waardedaling tot gevolg heeft. 3. Inspreker wijst op het perceel in het noorden, aangrenzend aan Oudeweg 3, hetgeen de bestemming ‘Kantoor’ heeft gekregen. Hier staat geen bebouwingspercentage aangegeven en bij navraag bij de gemeente bleek dat hier niets mag worden bijgebouwd. Dit staat naar mening van inspreker onvoldoende duidelijk in het voorontwerp. 4. Inspreker is akkoord met de wijzigingsbevoegdheid (‘wijzigingsbevoegdheid 2’) bij de sporthal Enterij, maar wijst op de onveilige en onpraktische verkeerssituatie van de Oudeweg. De weg is doodlopend, zeer smal en zeer onoverzichtelijk. Passeren is
10
nauwelijks mogelijk. Toename van verkeer op de Oudeweg lijkt inspreker dan ook niet wenselijk. Inspreker ziet graag dat de gemeente nadenkt over een wijziging van de verkeerssituatie op de Oudeweg. Inspreker stelt voor om op de Oudeweg éénrichtingsverkeer te laten rijden, van Noord naar Zuid (ontsluiting via Oranjezon naar de Enterij). Daarmee wordt tevens voorkomen dat de Oudeweg/Oranjezon wordt gebruikt als sluiproute. Reactie gemeente: 1. Het bouwvlak zal qua afmeting worden aangepast aan de uitgangspunten in het vigerende bestemmingsplan. In het vigerende bestemmingsplan staat alle woningen trapsgewijs op de Oudeweg georiënteerd. 2. Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan. 3. De bestemming ‘Kantoor’ is op de bedoelde locatie vormgegeven met een bouwvlak welke om de bestaande bebouwing heen is ingetekend. Gebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. De planregels verwoorden deze bouwregels voldoende duidelijk in artikel 12. 4. Op het moment dat de wijzigingsbevoegdheid zal worden aangewend, zal de verkeerstechnische situatie nader worden bekeken. Verkeersbesluiten worden niet geregeld in een bestemmingsplan. Het wijzigingsplan zal worden voorzien van een onderbouwing om de uitvoerbaarheid aan te tonen. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - het bouwvlak van de Oudeweg 3 zal worden aangepast qua afmeting. Inspraakreactie 10 Samenvatting: 1. Inspreker verzoekt de bestemming ‘Horeca’ op de Burgerij en Conquista aan de Dusseldorperweg 103, te handhaven. 2. Inspreker verwijst naar ingediende en gedoogde bouwaanvragen van voorgaande jaren. De uitbreidingen van de voor-, zij-, en achtergevel zijn niet opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. 3. Inspreker verzoekt om planologisch te voorzien in een uitbreiding aan de voor- en achtergevel van 3,5 meter over de volle breedte van het gebouw. Reactie gemeente: 1. Het adres ‘Dusseldorperweg 103’ heeft in het voorontwerpbestemmingsplan ‘Kern Limmen’, de bestemming ‘Horeca’. In het vigerende bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming ‘Maatschappelijk’. De Burgerij betreft een voormalig parochiehuis en staat bekend als ‘dorpshuis’, ‘jongerencentrum’, of ‘multifunctioneel centrum’, waar horeca een onderdeel van is (in de Burgerij staat een bar waar dranken worden verkocht/geschonken). De bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ doet beter recht aan de functie van de Burgerij. De horeca die hoort bij de activiteiten die er worden georganiseerd zijn hierbij passend. Wij verwijzen verder naar inspraakreactie 7, onder 1.
11
2. De uitbreiding van de voorgevel heeft nooit doorgang gekregen en is nooit tot een bouwvergunning gekomen. De bouwvergunning voor de uitbreiding aan de achtergevel zal worden opgenomen in het bestemmingsplan. 3. Het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’ is opgesteld in het kader van de ‘Kadernota actualisatieslag bestemmingsplannen, vastgesteld door de raad d.d. 22 maart 2007. De Wet ruimtelijke ordening heeft als uitgangspunt dat bestemmingsplannen maximaal 10 jaar oud mogen zijn. Veel bestemmingsplannen zijn sterk verouderd en dit is gelet op het voorgaande en tevens vanuit ruimtelijk oogpunt onwenselijk. In de ‘Kadernota actualisering bestemmingsplannen’, is als uitgangspunt genomen dat de bestemmingsplannen die worden opgesteld in het kader van de ‘actualisatieslag’, overwegend conserverend van aard zullen zijn (dat wil zeggen: gericht op beheer van de bestaande situatie). Het bestemmingsplan Kern Limmen is derhalve gericht op het in beeld brengen van de huidige functies een bebouwing. Ontwikkelingen worden niet of slechts in beperkte mate opgenomen. Een ontwikkeling dient voldoende concreet te zijn om ‘meegenomen’ te worden in de procedure van het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - uitbreidingsmogelijkheden Burgerij aan de achterzijde conform bouwvergunning opnemen. Inspraakreactie 11 Samenvatting: 1. Volgens inspreker klopt de hoogte van de stolpboerderij aan de Zuideinderweg 4 niet. De hoogte moet 12,5 meter zijn. 2. Inspreker geeft aan met de gemeente te hebben besproken dat het perceel aan de Zuideinderweg gesplitst kon worden, zodat niet één, maar twee woningen gerealiseerd kunnen worden in het bouwvlak. 3. Inspreker meldt dat de berging, die momenteel tijdelijk in gebruik is als woning, weer in gebruik wordt genomen als berging en hobbyruimte zodra het achterste woongedeelte is gerealiseerd. 4. Inspreker verzoekt om de afmeting van de voortuin aan te passen aan de rooilijn in de rechter hoekpunt van de voorgevel van Zuideinderweg 4 en de hoekpunt van de schuur
12
van de naastgelegen stolp op de T-kruising, aangezien de tuin onevenredig groot is in vergelijking met de naastgelegen stolpboerderij. 5. Inspreker verzoekt de beperking van de te bebouwen oppervlakte voor bijgebouwen van 75 m2 aan te passen aan het huidige 100 m². 6. Inspreker verzoekt om twee maal 100 m² aan bijgebouwen toe te staan bij het perceel Zuideinderweg 4, met het oog op de splitsing van het perceel. 7. In het vigerende bestemmingsplan Strandwal is volgens inspreker een hogere hoogte toegestaan van bijgebouwen, namelijk 6 meter in plaats van 4,5 meter. De hoogte 4,5 meter is voor stolpboerderijen onvoldoende, omdat stolpen voorzien zijn van een steile dakhelling en het bijgebouw hier ook aan moet voldoen, willen deze passend zijn bij het hoofdgebouw. Reactie gemeente: 1. Het verdient de voorkeur om hoogtematen af te ronden naar hele getallen. De bouwhoogte van de stolp wordt aangepast naar 13 meter. 2. Het bestemmingsplan gaat niet in op splitsing van percelen en woningen. Een bestemmingsplan regelt het toegestane gebruik en de toegestane bebouwingsmogelijkheden. Het toegestane gebruik van het perceel Zuideinderweg 4 is ‘Wonen’. Splitsing van percelen en woonhuizen is geregeld in de Huisvestingsverordening. Eigenaren zijn verplicht een vergunning aan te vragen bij de gemeente voor het splitsen van woonruimte. De gemeente beoogt de kwaliteit van de huisvesting te waarborgen, de samenstelling van de woonruimtevoorraad te bewaken en belemmeringen bij stadsvernieuwing te voorkomen. Een uitspraak over of het perceel gesplitst mag worden, kan niet zonder afweging worden gedaan en heeft geen plaats in het bestemmingsplan. Hiervoor dient een aparte officiële aanvraag te worden ingediend op grond van de Huisvestingswet. Het bestemmingsplan kan slechts worden gebruikt om de mogelijkheid van het gebruik en de bebouwing te toetsen. Het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’ geeft aan dat het perceel bestemd is voor ‘Wonen’. 3. Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen, waarbij wordt benadrukt, dat zelfstandige bewoning van een bijgebouw niet is toegestaan volgens het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’. 4. De afmeting van de tuin heeft te maken met de positie van het hoofdgebouw. De grens loopt gelijk aan de voorgevelrooilijn. Het voorerf krijgt doorgaans de bestemming ‘Tuin’. In het wijzigingsplan ‘Bestemmingsplan Strandwal, perceel Zuideinderweg 4’ van 7 februari 2006, heeft de tuin van het perceel nagenoeg dezelfde afmeting. In de feitelijke situatie heeft het voorerf ook de ruimtelijke uitstraling van een (voor)tuin. Het feit dat het een ruim perceel betreft, doet hier niets aan af. Wij wijzen erop dat zowel binnen de bestemming ‘Wonen’ als binnen de bestemming ‘Tuin’ geen gebouwen zijn toegelaten voor de voorgevel, met uitzondering van erkers. 5. De gemeente hanteert in voorkomende gevallen een grotere oppervlakte voor bijgebouwen voor percelen die groter zijn dan 1000 m2. In die gevallen wordt een oppervlakte toegestaan van 100 m2. Het bestemmingsplan wordt hier op aangepast. 6. Het is niet nodig om de maximaal toelaatbare erfbebouwing aan te passen ingeval van splitsing van de woning. De oppervlakte van de erfbebouwing wordt namelijk per hoofdgebouw en bouwperceel berekend. 7. De gemeente hanteert in voorkomende gevallen een hogere maat voor bijgebouwen voor percelen die groter zijn dan 1000 m2. Een hoogte van 6 meter is dan aanvaardbaar. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: 13
-
de bouwhoogte wordt aangepast conform de huidige situatie; in de planregels wordt de mogelijkheid voor erfbebouwing op percelen die groter zijn dan 1000 m2 verruimt.
Inspraakreactie 12 Samenvatting: Inspreker is het niet eens met de bestemming ‘Kantoor’ rond Oudeweg/Rijksweg en het feit dat de woonbestemming naast nummer 5 is komen te vervallen. Inspreker verzoekt het eerder ingediende verkavelingsvoorstel voor de realisering van een woning grenzend aan de Oudeweg/Rijksweg, op te nemen in het bestemmingsplan. Reactie gemeente: In het vigerende bestemmingsplan ‘d’Enterij’ is een woning bestemd op de locatie waar het voorontwerpbestemmingsplan ‘Kern Limmen’ een kantoorbestemming geldt. Er bestaat geen bezwaar tegen de handhaving van de reeds geboden mogelijkheid in het vigerende bestemmingsplan om een woning te kunnen realiseren. Het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’ zal derhalve de woonbestemming uit het vigerende bestemmingsplan overnemen. Voor zover inspreker de bedoeling heeft om in de toekomst meerdere woningen te realiseren dan het vigerende bestemmingsplan reeds toelaat, kan daar niet op worden geanticipeerd in het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’, gelet op het hoofdzakelijk consoliderende karakter daarvan. Dergelijke plannen voor woningbouw zijn nog onvoldoende concreet en worden niet meegenomen in het bestemmingsplan. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - opnemen bouwvlak en woonbestemming aan de Oudeweg. Inspraakreactie 13 Samenvatting: Inspreker verzoekt het bestemmingsplan globaler van opzet maken door middel van: 1. helder omschrijven bestemmingen; 2. gebruik van bouwvlakken loslaten; 3. totale bebouwingsoppervlakten van het perceel toepassen; 4. totale bebouwingsinhoud toepassen, bijvoorbeeld 1000 m3 voor ‘Wonen’; 5. hoogte maatvoeringen vanuit bouwkundig peil aangeven; 6. maatvoeringen aanpassen aan bouwbesluit: 3.5 meter of veelvoud hiervan; 7. definities goot- en bouwhoogten helder maken; 8. ‘Wonen’ naast of boven winkelruimten mogelijk maken in de bestemming ‘Gemengd’; 9. het opbouwen van aan- en bijgebouwen mogelijk maken; 10. verruiming mogelijkheid bouwen dakkapellen en dakopbouwen (goothoogte aanpassing). Reactie gemeente: 1. De bestemmingen zijn omschreven in de planregels. Per bestemming is in het daarvoor bestemde artikel te lezen hoe de bestemmingsomschrijving luidt. De bestemmingsomschrijving is zo helder mogelijk geformuleerd.
14
2. Het toepassen van bouwvlakken is een gebruikelijke methode om een bestemmingsplan vorm te geven. Gelet op het hoofdzakelijk consoliderende karakter van het bestemmingsplan, leent deze methode zich uitstekend voor het in beeld brengen van de reeds bestaande situatie. Om zoveel mogelijk gelijke mogelijkheden te creëren voor vergelijkbare situaties, is in veel gevallen het bouwvlak wat ruimer ingetekend dan de reeds aanwezige bebouwing. Dit is in overeenstemming met het ‘Handboek bestemmingsplannen’ van de gemeente Castricum. 3. De bestaande hoofdgebouwen vallen allemaal binnen een bouwvlak. In sommige gevallen mogen de bijgebouwen buiten het bouwvlak gebouwd worden (bijvoorbeeld bij de woonbestemming). Enkele bestemmingen kennen een ruimer bouwvlak met een bebouwingspercentage. Welke regeling geldt voor een perceel valt af te leiden uit de planregels en de verbeelding. 4. Het toepassen van een maximum inhoud is in dit bestemmingsplan niet noodzakelijk. De kern van Limmen is een reeds bestaande kern, waarbij de meeste functies en bebouwing al bestaan. Door het gebruik van een bouwvlak en een maximale (goot-)hoogte is het regelen van de inhoud overbodig. 5. Het peil is gedefinieerd in de begrippen (artikel 1). De wijze van meten (artikel 2) geeft vervolgens aan hoe de hoogte, goothoogte etc., moet worden gemeten. 6. Het bestemmingsplan betreft bestaande bebouwing. De maatvoeringen zijn daarom zoveel mogelijk afgestemd op de huidige situatie. 7. In artikel 2 ‘Wijze van meten’ is nauwkeurig omschreven hoe onder andere de bouwhoogte en de goothoogte moet worden gemeten. Gelet op het bepaalde in dat artikel, is de omschrijving van een goothoogte of bouwhoogte voldoende af te leiden. 8. In de bestemming ‘Gemengd’ is de woonfunctie reeds toegestaan. Om het gemengde karakter te waarborgen is de woonfunctie slechts toegelaten op de tweede bouwlaag en/of de bovenliggende bouwlagen. 9. Het streven is om binnen de gemeente een zoveel mogelijk eenduidige regeling voor erfbebouwing te hebben. De regeling voor erfbebouwing is bepaald in het Handboek bestemmingsplannen en is reeds toegepast in bestemmingsplannen voor Bakkum en delen van Castricum. 10. Het bestemmingsplan bevat een ontheffingsmogelijkheid voor dakopbouwen. De huidige mogelijkheden om een dakkapel te realiseren, zijn naar mening van de gemeente voldoende. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt niet aangepast. Inspraakreactie 14 Samenvatting: 1. Inspreker vreest dat hij wordt beperkt in de mogelijkheid tot uitbreiding van zijn bloembollenbedrijf aan de Middenweg 37 te Limmen. Met uitbreiding wordt gedoeld op de bebouwingsmogelijkheden. Inspreker voorziet een uitbreiding van zijn bedrijf ongeveer vier jaar. 2. De bedrijfswoning klopt niet volgens inspreker, deze moet aan de zijde van de Middenweg (37) staan. Inspreker geeft aan dat het bloembollenbedrijf geen eigenaar is van de bedrijfswoning. 3. Inspreker verzoekt om het bouwvlak gelijk te laten zijn aan de volledige kadastrale oppervlakte (nrs. 2992 en 2993, totaal 6965 m2).
15
4. Inspreker verzoekt om het bebouwingspercentage te verwijderen zodat er meer bebouwingmogelijkheden ontstaan en het hele bouwvlak kan worden bebouwd. Reactie gemeente: 1. In het van het vigerende bestemmingsplan ‘Strandwal’ is het perceel voorzien van een bouwvlak en een vlak voor kassen. Het bouwvlak is de dikke lijn, de kassen mogen binnen de stippellijn gebouwd worden.
Vigerend bestemmingsplan Strandwal In het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’ is het bouwvlak gebaseerd op de reeds bestaande bebouwing. Het bouwvlak is daardoor groter dan het bouwvlak zoals dat in het vigerende bestemmingsplan is opgenomen. Met de bouwmogelijkheden voor de kassen in aanmerking genomen, is het bouwvlak echter wel anders ingetekend.
Bestemmingsplan ‘Kern Limmen’
16
Luchtfoto bloembollenbedrijf Middenweg 37 Het bedrijf omvat 4 kassen, 7 koelcellen en een opslag en verwerkingsruimte. De activiteiten bestaan uit het telen van bolbloemen en het verwerken van bloembollen. De omgeving van het bedrijf is te karakteriseren als een (rustige) woonwijk Bij het beoordelen van nieuwe situaties wordt rekening gehouden met de richtafstanden uit de brochure bedrijven en milieuzonering. In deze brochure wordt aangegeven welke afstand in acht moet worden genomen tussen een bedrijf en nieuwe woningen of anders om. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen de milieubelastende activiteiten en gevoelige objecten (lees: woningen), wordt hinder en gevaar voorkomen en wordt de bedrijfsvoering niet onaanvaardbaar belemmerd. Het bloembollenbedrijf betreft een RO categorie 2 bedrijf met een richtafstand van 30 meter. In deze situatie betreft het echter een bestaand bedrijf en reeds bestaande woningen. Het agrarisch perceel wordt omringd door woningen. De woningen van derden liggen op respectievelijk 5 meter (Middenweg 39), 8 meter (Rijksweg 90B), 12 meter (Oudeweg 9), 14 meter (Middenweg 35) en 20 meter (Middenweg 12, Wanne 16 en Rijksweg 90). De woningen aan de overzijde van de Rijksweg liggen op circa 30 meter. De bestaande situatie kan voor wat betreft de milieuzonering niet meer worden vastgelegd conform de gewenste indicatieve afstanden aangezien zij een feit is. In deze situatie dient te worden uitgegaan van de daadwerkelijke milieubelasting in plaats van de richtafstanden. Via de Wet milieubeheer wordt hinder op gevoelige functies voorkomen. In 2003 is voor het bedrijf een milieuvergunning afgegeven. Voorafgaand aan deze procedure heeft een akoestische beoordeling plaatsgevonden. Tevens is door de Milieudienst regio Alkmaar het referentieniveau van het omgevingsgeluid bepaald. In de milieuvergunning zijn onderstaande geluidniveaus vergunt.
17
Om overschrijding van de geluidniveaus gedurende de avond- en nachtperiode te voorkomen zijn voorzieningen getroffen aan de luchtkanalen. Verder mogen er geen vrachtwagenbewegingen op het terrein van de inrichting plaatsvinden in de avond- en nachtperiode. In de milieuvergunning zijn tevens voorschriften opgenomen om hinder tengevolge van de assimilatiebelichting te voorkomen. Het bedrijf wordt reeds beperkt door de aanwezige woningen op korte afstand van het bedrijf. Uitbreiding van de activiteiten is (vanuit de Wet milieubeheer) alleen mogelijk binnen de voorwaarden uit de milieuvergunning (o.a. geluidvoorschriften). Om het bedrijf niet te benadelen in de mogelijkheden die het bedrijf reeds bezit, wordt het bouwvlak afgestemd op het vigerend bestemmingsplan. Dit houdt in dat het bouwvlak de lijn zal volgen die in het vigerend bestemmingsplan staat, inclusief de strook voor de kassen. In de planregels zal een regeling worden opgenomen die aansluit bij de mogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan. Een verdergaande verruiming van het bedrijf is niet met zekerheid toe te staan. Het gunstige woon en leefklimaat moet kunnen worden gewaarborgd. Gelet op het bovenstaande en de korte afstand tot woningen van derden is het niet duidelijk of voldaan kan worden aan de voorschriften uit de milieuvergunning. Hierdoor kan een goed woon- en leefklimaat in de omgeving van het bedrijf niet gewaarborgd worden. Indien het bedrijf meer wil uitbreiden, is een nieuw afwegingsproces nodig. 2. De bedrijfswoning aan de zijde van de middenweg zal aan de juiste zijde worden bestemd worden. De eigendomssituatie is in beginsel niet leidend voor het bestemmingsplan.
Foto woning aan de Middenweg 37 3. Het aanpassen van het bouwvlak aan de kadastrale oppervlakte heeft een aanzienlijke verruiming van de bouwmogelijkheden tot gevolg. Gelet op de stedelijke omgeving en de omringende woonbebouwing is het niet zonder meer wenselijk om een aanzienlijke verruiming van de bebouwingsmogelijkheden te creëren. Het bedrijf en de woningen moeten in goede verhouding tot elkaar staan. Enerzijds geldt voor de woningen, dat een gunstig woon- en leefklimaat wordt gewaarborgd. Anderzijds geldt voor het bedrijf dat de bestaande bedrijvigheid dient te worden gerespecteerd. In deze situatie dient te worden uitgegaan van de daadwerkelijke milieubelasting in plaats van de richtafstanden. Uitbreiding van het bedrijf in het bestemmingsplan kan niet zondermeer worden toegestaan omdat door de korte afstand tot woningen van derden niet duidelijk is of voldaan kan worden aan de voorschriften uit de milieuvergunning. Hierdoor kan een goed woon- en leefklimaat in de omgeving van het bedrijf niet
18
gewaarborgd worden. Het bedrijf blijft wel bestemd conform het huidige gebruik, met een bouwvlak dat aansluit bij de huidige situatie en het vigerende bestemmingsplan. 4. Zie reactie hiervoor onder 3. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - de bedrijfswoning aan de Middenweg 37 bestemmen; - bouwvlak en planregels afstemmen op vigerend bestemmingsplan. Inspraakreactie 15 Samenvatting: Inspreker constateert dat in het voorontwerpbestemmingsplan ‘Kern Limmen’ voor de Dusseldorperweg 14 voornamelijk aanknoping is gezocht bij de bestaande situatie en niet bij het vigerende bestemmingsplan. Hierdoor is het niet meer mogelijk om een dubbel woonhuis te realiseren of een vrijstaande woning met de afmetingen uit het vigerende planologische regime. Inspreker verzoekt om het bouwvlak aan te passen, zodat er geen beperking meer bestaat ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Reactie gemeente: In het vigerende bestemmingsplan ‘Schoollaan-Achterweg’ is inderdaad gekozen voor een ruim bouwvlak met voorschriften die de bebouwing aan een maximum verbinden. Gelet op het ruime karakter van de omgeving, bestaat er geen bezwaar om deze globale bestemmingsplansystematiek te verlaten. De mogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan wordt opgenomen in het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de plansystematiek van het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - bouwmogelijkheden uit vigerend bestemmingsplan overnemen. De bijbehorende voorschriften vertalen in het bestemmingsplan ‘Kern Limmen’. Inspraakreactie 16 Samenvatting: 1. Inspreker stelt voor om het pand aan de Schoolweg 1 aan te merken als ‘Cultuur en ontspanning’. 2. Inspreker geeft aan dat de woning aan de Zuidkerkenlaan 27 in de toekomst voor ‘Cultuur en ontspanning’ aangemerkt moet worden zodra hier niet meer wordt gewoond. Inspreker stelt een wijzigingsbevoegdheid voor. Reactie gemeente: 1. Wij verwijzen voor de beantwoording naar inspraakreactie 3. 2. De te beëindigen bewoning die inspreker noemt is nog niet concreet. Wij verwijzen verder naar de beantwoording op inspraakreactie 3. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ geven aan perceel Schoolweg 1.
19
Inspraakreactie 17 Samenvatting: 1. Inspreker geeft aan dat de wijzigingsbevoegdheid aan de Roelat 1-3 (wro-zone wijzigingsgebied 1) is verkleind ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. 2. Inspreker geeft aan dat in artikel 25 ‘Aanduidingsregels’ een passage ontbreekt omtrent de maximale goot- en nokhoogte van bijgebouwen van respectievelijk 3 en 6 meter. Reactie gemeente: 1. De wijzigingsbevoegdheid zal worden aangepast aan de begrenzingen zoals die in het vigerende bestemmingsplan staan aangegeven. 2. De erfbebouwingsregeling zal worden toegevoegd. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - de begrenzing van de wijzigingsbevoegdheid conform het vigerende bestemmingsplan aanpassen; - de erfbebouwingsregeling toevoegen.
20
3.
Overlegreacties ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening
Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Samenvatting: 1. De Veiligheidsregio concludeert dat het plangebied gelegen is binnen de invloedssfeer van DSM Agro IJmuiden en de hogedruk aardgasleiding (nr. A 562). De Veiligheidsregio stemt in met de conclusie dat het groepsrisico niet hoeft te worden verantwoord omdat het plangebied is gelegen aan de buitenzijde van deze invloedsgebieden en het bestemmingsplan overwegend conserverend van aard is. 2. De Veiligheidsregio merkt op dat de term risicovolle inrichting niet is gedefinieerd en verzoekt een definitie op te nemen. 3. De Veiligheidsregio wijst op de wijziging in de milieuvergunning van het Agrarisch centrum Nuyens. Omdat er geen gezamenlijke opslag meer plaatsvindt van (licht) ontvlambare stoffen en gevaarlijke stoffen met F-, CI-, Br-, N-, of S-verbindingen in opslagvoorzieningen van meer dan 10 ton, is er geen sprake meer van een BEVI inrichting. Het verzoek is om het bestemmingsplan aan te passen Reactie gemeente: 1. Wij nemen de reactie voor kennisgeving aan. 2. Een definitie wordt opgenomen in de begrippen van de planregels. 3. Nuyens was ten tijde van de opstelling van het voorontwerpbestemmingsplan een BEVI bedrijf. Inmiddels bestaat voor Nuyens een nieuwe milieuvergunning op grond waarvan het bedrijf niet meer als BEVI bedrijf wordt aangemerkt. Echter, gelet op de lopende juridische procedure omtrent de milieuvergunning, is de nieuwe milieuvergunning van Nuyens nog niet onherroepelijk. In het bestemmingsplan wordt derhalve nog rekening gehouden met de BEVI status van het bedrijf. Mocht hier tijdens de bestemmingsplanprocedure verandering in komen, zal daar rekening mee worden gehouden in het bestemmingsplan. Hierbij merken wij op dat de BEVI status, zoals deze in het bestemmingsplan is vastgelegd, geen directe belemmering is gelet op de omringende bestemmingen. Zolang de nieuwe milieuvergunning nog niet definitief is en de specifieke functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - risicovolle inrichting’ nog op het perceel rust, zal bij het aanwenden van de naastgelegen wijzigingsbevoegdheid rekening dienen te worden gehouden met de BEVI status van Nuyens. Tot slot merken wij op dat in artikel 4 ‘Bedrijf’ lid 4.4 een wijzigingsbevoegdheid vermeldt. Diverse specifieke functieaanduidingen kunnen met deze bevoegdheid worden verwijderd om te voorkomen dat een hogere categorie bedrijven dan gewenst, langer blijft voortbestaan dan noodzakelijk. De specifieke functieaanduiding die Nuyens toelaat als risicovolle inrichting, maakt onderdeel uit van de wijzigingsbevoegdheid. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - term risicovolle inrichting definiëren in de begrippen van de planregels.
21
Gasunie Samenvatting: De Gasunie concludeert dat het plangebied buiten de 1% letaliteitsgrens is gelegen van de dichtstbijzijnde leiding van de Gasunie. De leiding van de Gasunie heeft geen invloed op de planontwikkeling. Reactie gemeente: Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt niet aangepast. Kamer van Koophandel Samenvatting: 1. De Kamer van Koophandel ziet graag een verbreding van de bestemming ‘Gemengd’ door deze door te trekken naar locaties waar op dit moment alleen een detailhandel of kantoorfunctie rust. 2. Op enkele locaties is de bestemming van een winkel omgezet naar ‘Gemengd’ of ‘Wonen’. De Kamer van Koophandel verzoekt om correctie. Reactie gemeente: 1. Het bestemmingsplan bestemt hoofdzakelijk de huidige functies. Een gemengde bestemming impliceert dat daar een menging van functies aanwezig is. Daar waar dit niet het geval is, krijgt het perceel de bestemming die aansluit op de functie die daar plaatsvindt. Niet overal is zonder meer een woonfunctie mogelijk, gelet op milieueisen ten aanzien van bijvoorbeeld geluid. Dit vereist verdergaand onderzoek. De bestemmingsplansystematiek is in dit geval vooral gericht op het actualiseren en hoofdzakelijk bestemmen van huidige functies. Dit is bepaald in de ‘Kadernota Actualisatie bestemmingsplannen’ van de gemeente Castricum. 2. Bij de inventarisatie is gekeken naar de functies in het plangebied. De bestemmingen sluiten aan bij de bestaande functies. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt niet aangepast. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) Samenvatting: 1. Het HHNK ziet graag de beschrijving van het water in het bestemmingsplan uitgebreid. 2. In het concept Regionaal Waterplan Bergen, Castricum en Heiloo wordt de intentie uitgesproken om de overkluisde beekriolen in de toekomst weer open te leggen. Het bestemmingsplan moet deze intentie wel mogelijk maken. 3. Het bestemmingsplan dient de mogelijkheid te bieden om maatregelen te treffen tegen de verdroging van de strandwal en de negatieve effecten daarvan op de waterkwaliteit. 4. Het HHNK verzoekt het bestemmingsplan aan te passen door enkele tekstvoorstellen over te nemen en een enkele passage te schrappen.
22
5. Voor wat betreft ontwikkelingen verzoekt het HHNK om in het bestemmingsplan (regels en toelichting) te bepalen dat advies moet worden ingewonnen bij HHNK voor zover de ontwikkeling valt onder artikel 4.2 uit de Keur van het HHNK. 6. Het effect op het watersysteem van de uitbreiding van de Albert Heijn is dermate beperkt dat het niet noodzakelijk is om compenserende maatregelen te treffen. Het HHNK gaat ervan uit dat de riolering gescheiden wordt aangelegd en dat gebruik van uitlogende materialen worden vermeden. 7. Het HHNK is van mening dat een toelichting op de wijzigingszones 1 t/m 3 ontbreekt. Het HHNK wordt graag betrokken bij de uitwerking van deze gebieden en ziet graag een bepaling toegevoegd dat het waterschap om advies zal worden gevraagd met betrekking tot de gevolgen voor de waterhuishouding (tenzij aannemelijk is dat in het verleden al voorzieningen zijn getroffen ten behoeve van het watersysteem). 8. Het HHNK merkt op dat bij de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ geen mogelijkheid is geboden voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en verzoekt dit alsnog toe te voegen. 9. Het HHNK merkt ten aanzien van de aanduiding ‘recreatie’ in de bestemming ‘Water’ op dat voor werken op, aan of langs het water een watervergunning nodig is. Reactie gemeente: 1. De toelichting van het bestemmingsplan zal worden aangevuld. 2. Voorzieningen voor de waterhuishouding en water zijn ruimschoots toegestaan in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan vormt geen belemmering. 3. Maatregelen tegen de verdroging en de negatieve effecten op de waterkwaliteit liggen met name in de technische sfeer. Technische maatregelen worden niet in het bestemmingsplan geregeld. Gelet op de reactie onder 2, staat het bestemmingsplan niet in de weg aan de aanleng van water of voorzieningen daarvoor. 4. De passages zullen worden aangepast. 5. De Keur en het bestemmingsplan zijn twee verschillende, op zichzelf staande instrumenten. Een bestemmingsplan is niet het aangewezen instrument om de regels van de Keur te waarborgen. Ingeval van wijzigingen van de Keur zou het bestemmingsplan ook aangepast moeten worden. Dit is onwenselijk. Het direct vertalen van de Keur in het bestemmingsplan is daarnaast ook niet noodzakelijk, omdat de Keur op zichzelf fungeert en een rechtstreekse werking heeft. Naar mening van de gemeente is direct vertalen van het stelsel van de Keur niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening, omdat dit de bevoegdheid betreft van een ander bestuursorgaan en dergelijke onderwerpen buiten het toepassingbereik vallen van een bestemmingsplan. Ruimtelijk gezien, is er derhalve geen aanleiding om de regels van de Keur te vertalen in de planregels van het bestemmingsplan. In de bestemmingsplantoelichting is wel een passage opgenomen over de Keur, die gelet op de reactie onder 4, zal worden aangepast. 6. Wij nemen de reactie voor kennisgeving aan. Het gebruik van materialen en de aanleg van het riool wordt niet in een bestemmingsplan geregeld. Met initiatiefnemer wordt een overeenkomst gesloten waarin initiatiefnemer wordt gewezen op deze opmerking van het HHNK. 7. In de bestemmingsplantoelichting zullen de wijzigingszones worden verduidelijkt. Deze wijzigingszones hebben betrekking op reeds bestaande wijzigingsbevoegdheden die zijn opgenomen in vigerende bestemmingsplannen. De wijzigingszones hebben allen als doel om ‘Wonen’ mogelijk te maken. Dit is, gelet op het woonkarakter van de stedelijke kern van Limmen, nog steeds een wenselijke ontwikkeling. Voor enkele 23
wijzigingsbevoegdheden is al eens met de gemeente gesproken om de bevoegdheid aan te wenden. Dit heeft echter nog geen definitieve doorgang gevonden. Ieder wijzigingsplan moet worden voorzien van een onderbouwing. Het aspect water maakt hier een onderdeel van uit. Het beleid van het HHNK ten aanzien van watercompensatie zal hier leidend in zijn. Dit houdt in dat voor wijzigingsplannen kleiner dan 800 m² verharding, in beginsel geen watercompensatie zal plaatsvinden. 8. De mogelijkheid zal aan de bestemming worden toegevoegd. 9. Wij nemen de reactie voor kennisgeving aan. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - toelichting aanvullen; - mogelijkheid voor water(voorzieningen) opnemen in de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’. Provincie Noord-Holland Samenvatting: De Provincie geeft aan dat in de toelichting is vermeldt dat een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen om bedrijven hoger dan categorie 2 toe te laten. Reactie gemeente: In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de specifieke functieaanduiding te verwijderen teneinde bedrijven toe te laten tot maximaal categorie 2 uit de Staat van bedrijfsactiviteiten. Tevens biedt het bestemmingsplan een ontheffingsmogelijkheid om bedrijven toe te laten die niet zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, maar wel binnen categorie 1 of 2 vallen, of qua aard en omvang van de milieuhinder daaraan gelijk te stellen zijn. Het is dus niet de bedoeling om nieuwe bedrijven met een hogere milieubelasting dan categorie 2 toe te staan in Limmen. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - toelichting afstemmen op de planregels. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Samenvatting: VROM attendeert op het nationaal belang milieukwaliteit en externe veiligheid. VROM gaat er met betrekking tot de wijzigingsbevoegdheden vanuit dat gelegener tijd tijdig akoestisch onderzoek gedaan zal worden omdat mogelijk het voeren van een hogere waarde procedure nodig zal zijn. Reactie gemeente: Met de Crisis- en Herstelwet is artikel 76 van de Wet geluidhinder gewijzigd. Dit houdt in dat bij de vaststelling van wijzigingplannen, de voorkeursgrenswaarde in acht genomen moet worden. Voor wat betreft de wijzigingsbevoegdheid aan de Uitgeesterweg, wordt het akoestisch onderzoek opgenomen bij het bestemmingsplan. De wijzigingsbevoegdheid aan de Roelat bevindt zich buiten de geluidszone van de weg. In de toelichting zal worden ingegaan op deze akoestische aspecten, alsmede voor de wijzigingsbevoegdheid aan de Enterij.
24
Conclusie: Het bestemmingsplan wordt aangepast: - toelichting aanvullen met akoestische toelichting voor de wijzigingsbevoegdheden ten behoeve van de woningen.
25
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Middenweg 4 te Limmen, gemeente Castricum (NH) projectnr. 200749 revisie 01 28 mei 2010
Auteur(s) H.E. Bouter
Opdrachtgever Gemeente Castricum
datum vrijgave 28-5-2010
beschrijving revisie 01 n.a.v. opm. bevoegd gezag
goedkeuring H. Bouter
vrijgave I.Vossen
Colofon Titel:
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen, gemeente Castricum (N.H.)
Auteur(s): H.E. Bouter ISSN: 1570-6273 © Oranjewoud B.V. Postbus 24 8440 AA Heerenveen Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Ingenieursbureau Oranjewoud bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt, door een derde of voor enig ander werk of doel dan waarvoor het is vervaardigd. Disclaimer Archeologisch vooronderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren d.m.v. boringen, proefsleuven en/of veldkartering. Hoewel Ingenieursbureau Oranjewoud bv de grootste zorgvuldigheid betracht bij het uitvoeren van het archeologisch onderzoek, is het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzien van de situatie af te geven op basis van de resultaten van een archeologisch vooronderzoek. Oranjewoud aanvaardt derhalve op generlei wijze aansprakelijkheid voor schade welke voortvloeit uit beslissingen genomen op basis van de resultaten van archeologisch (voor)onderzoek.
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Inhoud
Blz.
Administratieve gegevens
4
Samenvatting
5
1
Inleiding
7
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4
Bureauonderzoek Beschrijving onderzoekslocatie Begrenzing onderzoeks- en plangebied Landschappelijke situatie Historische situatie en mogelijke verstoringen Bekende archeologische waarden Archeologische verwachting en -beleid Archeologische verwachtingskaarten Gespecificeerde archeologische verwachting Advies voor vervolgonderzoek
9 9 9 10 14 17 19 19 19 21
3 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2
Veldonderzoek Doel- en vraagstelling Onderzoeksopzet en werkwijze Resultaten Bodemopbouw Archeologie
23 23 23 24 24 26
4 4.1 4.2
Conclusies en advies Conclusies Waardering en selectieadvies
27 27 28
Literatuur en geraadpleegde bronnen
29
Bijlagen 1 2 3a 3b 4
Archeologische perioden AMZ-cyclus ARCHIS: terreinen met archeologisch status ARCHIS: archeologische waarnemingen Boorprofielen
Kaarten 200749-ARCHIS IKAW en waarnemingen, vondstmeldingen uit Archis II 200749-AMK AMK-terreinen uit ARCHIS II 200749-S1 Kaart met boorpunten en bodemopbouw
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 3 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Administratieve gegevens OW Projectnummer OM-nummer Provincie Gemeente Plaats Toponiem
200749 40195 Noord-Holland Castricum Limmen De Vuurbaak
Kaartblad 19C Coördinaten X/Y 108065,509527; 108087, 509527 108066,509499; 108087,509498 Opdrachtgever Uitvoerder Datum uitvoering Projectteam
Gemeente Castricum Oranjewoud maart 2010 H.E. Bouter (KNA-prospector)
Bevoegd gezag Gemeente Castricum (geadviseerd door SCENH) Beheer documentatie Oranjewoud Almere Vondstdepot n.v.t.
Afbeelding 1 Locatie plangebied (rode lijn) (Topografische Kaart 1:25.000 (hier verkleind weergegeven), © Topografische Dienst Kadaster, Emmen)
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 4 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Samenvatting In maart 2010 is in opdracht van de gemeente Castricum door Ingenieursbureau Oranjewoud BV een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (karterende fase) uitgevoerd op een perceel aan de Middenweg 4 te Limmen, gemeente Castricum. De aanleiding voor het archeologisch onderzoek is de toekomstige uitbreiding van het Albert Heijn filiaal op het aangrenzende perceel aan de Vuurbaak 1. Bij de ruimtelijke onderbouwing in het kader van de vrijstelling van het bestemmingsplan dienen de eventuele archeologische waarden in het gebied te worden onderzocht. Het bureauonderzoek geeft het volgende aan voor het plangebied. Gezien de geologische situatie, namelijk de ligging op een oude strandwal en hierop gevormde duinafzettingen, en gezien de archeologische waarnemingen uit de omgeving van het plangebied, zijn archeologische sporen uit de periode van het (laat-)-Neolithicum tot en met de Middeleeuwen te verwachten. Met name de verwachting op resten uit de periode Romeinse Tijd tot en met de Late Middeleeuwen is groot op basis van bestaande waarnemingen in de buurt van het plangebied. De hoge algemene verwachting geldt alleen als er sprake is van een intact bodemprofiel, en met name bij aanwezigheid van (overstoven) bodems en vegetatiehorizonten. De verwachting luidt echter ook dat door mogelijke egalisering van het duinoppervlak (i.v.m. bebouwing, vroegere bollenteelt, zandafgraving) de bodem en eventuele archeologische waarden sterk kunnen zijn verstoord. Er zijn vervolgens 6 boringen verricht in het plangebied, met als doel de bodemintactheid en de bodemopbouw te bepalen en de aan- af afwezigheid van archeologische indicatoren. De boringen zijn doorgezet tot minimaal minimaal 50 cm in de onverstoorde ondergrond. Hierbij is rekening gehouden met een maximale verstoringsdiepte van 2 m in verband met de voorgenomen herinichting van het plangebied. Het veldonderzoek heeft de aanwezigheid van Oude Duinafzettingen aangetoond die zijn gevormd op de strandwal. Het bodemprofiel is echter diep verstoord tot zeker 1,5 m. Er zijn geen archeologische indicatoren, oude bodemlagen of cultuurlagen aangetroffen. Er is een veenlaag aangetroffen op meer dan 2 m -mv. Er zijn geen indicaties dat de veenlaag of de laag direct erboven een oude bewoningslaag kan zijn. Tevens ligt de veenlaag buiten het bereik van de geplande bodemverstoring. Hierdoor zullen eventueel toch aanwezige archeologische waarden in de veenlaag niet worden verstoord. Gezien de verstoring ter plekke van het plangebied van 1,3 tot 1,5 m beneden maaiveld, wordt geadviseerd de bovenste 1 m vrij te geven wart betreft archeologie. Wanneer de verstoringen over meer dan 5% van het plangebied dieper reiken dan 1 m wordt geadviseerd een archeologische begeleiding van de werkzaamheden uit te laten voeren. Hiervoor dient een Programma van Eisen te worden opgesteld, dat door de bevoegde overheid moet worden goedgekeurd. Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 5 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHISmeldpunt, telefoon 033-4227682. Een vondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal archeoloog kan ook.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 6 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
1
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Inleiding In maart 2010 is in opdracht van de gemeente Castricum door Ingenieursbureau Oranjewoud BV een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (karterende fase) uitgevoerd op een terrein te Limmen, gemeente Castricum. Het betreft een perceel aan de Middenweg 4. De aanleiding voor het archeologisch onderzoek is de toekomstige uitbreiding van het Albert Heijn filiaal aan de Vuurbaak. Bij de ruimtelijke onderbouwing in het kader van de vrijstelling van het bestemmingsplan dienen de eventuele archeologische waarden in het gebied te worden onderzocht. Een archeologisch onderzoek dat in het kader van ruimtelijke onderbouwing plaatsvindt, past als onderzoeksstrategie binnen de zogenaamde Archeologische Monumentenzorg (AMZ). Deze cyclus wordt toegelicht in bijlage 2. Doel van het onderhavige onderzoek is het opstellen van een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel e Het gespecificeerde verwachtingsmodel zal vervolgens worden getoetst door middel van een veldonderzoek - karterende fase. Het bureauonderzoek en het veldonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) versie 3.1.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 7 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
arch2.1
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Vakgroep Archeologie
blad 8 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
2
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Bureauonderzoek Het doel van het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Waar kunnen we wat verwachten? Voor het opstellen van een dergelijke verwachting wordt gebruik gemaakt reeds bekende archeologische waarnemingen, historische kaarten, de landschappelijke situatie en bodemkundige gegevens. Een gespecificeerde verwachting gaat in op de mogelijke aanwezigheid, het karakter, omvang, datering en verstoring van archeologische waarden binnen het plangebied.
2.1 2.1.1
Beschrijving onderzoekslocatie Begrenzing onderzoeks- en plangebied Het is van belang een onderscheid te maken tussen onderzoeksgebied enerzijds en plangebied anderzijds. Met plangebied wordt het gebied bedoeld waarop de in de inleiding genoemde plannen en/of werkzaamheden betrekking hebben. Binnen dit gebied zullen eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord worden. Het onderzoeksgebied omvat het gebied waarover informatie verzameld is om een goed beeld te krijgen van de archeologische waarden die van belang kunnen zijn. Dit gebied is veelal groter dan het plangebied en verschilt naar gelang het te onderzoeken aspect. Het plangebied is een perceel aan de westzijde van het Albert Heijn filiaal aan de Middenweg 4 te Limmen, zie afbeeldingen 1 en 2. De oppervlakte van het perceel bedraagt ca. 625 m2.
Afbeelding 2. Het plangebied op een recente luchtfoto (Bron: GoogleMaps)
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 9 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
2.1.2
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Landschappelijke situatie Het landschap langs de kust van Noord-Holland kent een dynamische wordingsgeschiedenis. Het ontstaan van dit kustgebied gaat terug tot het begin van het Holoceen (ca. 9000 voor Chr.) en hangt nauw samen met de relatieve zeespiegelstijging die vanaf dat moment van start gaat. De kustlijn verschuift met het stijgende water steeds verder naar het oosten en bevindt zich bij aanvang van het Subboreaal (circa 3850 voor Chr.) zelfs ten oosten van de huidige kust, waarna mede door een minder snelle stijging van de zeespiegel sprake is van kustuitbreiding naar het westen. De basis van deze kustbarrière wordt gevormd door een serie evenwijdig aan de kustlijn gelegen strandwallen: onder mariene omstandigheden gevormde, langgerekte zandruggen. Deze strandwallen zijn niet gelijktijdig ontstaan, maar opeenvolgend gedurende de periode van circa 5000 tot 500 voor Chr.; de jongere meer westwaarts dan de oudere. Op de toppen van de strandwallen is op den duur ook duinvorming opgetreden; de zogenaamde Oude Duinen werden hierbij gevormd. Tussen de strandwallen lagen zogenaamde strandvlaktes, waar op veel plaatsen veenvorming heeft kunnen optreden. Het plangebied maakt deel uit van een oude strandwal, ook wel de strandwal van Limmen genoemd. De vorming hiervan ving aan rond 4000 v oorChr.1 Met het ontstaan van de door strandwallen gevormde kustbarrière nam de invloed van de zee op het achterliggende gebied af. Zo kon zich achter de strandwallen een enorme zoetwaterlagune vormen waar veenvorming (Hollandveen) optrad. Rond 2750 voor Chr. was een uitgestrekt veengebied ontstaan. De kustbarrière sloot de zee overigens niet geheel buiten; deze kon nog regelmatig tot ver in het achterland doordringen door enkele zeegaten. Hierbij werden mariene sedimenten (zand en klei) op het land afgezet. Ten zuiden van het plangebied (grofweg tussen Limmen en Beverwijk) kwam een noordelijke vertakking van de Rijn via de Vecht uit in de Noordzee. De monding wordt het Oer-IJ genoemd. Via deze monding liet ook de zee haar invloed gelden. Vanuit zee werd zand en klei aangevoerd en tijdens stormen ver landinwaarts afgezet. De Oer-IJ -monding lag eerst bij IJmuiden maar heeft zich door de getijstromingen en wind steeds meer naar het noorden verplaatst. In de getijdendelta van het Oer-IJ werd een meters dik pakket van schelprijk zand en klei afgezet.
1
arch2.1
Toelichting geologische kaart van Nederland, blad Alkmaar O/W
Vakgroep Archeologie
blad 10 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Afbeelding 3. Ligging van de strandwallen en zeegaten (estuaria) en de ligging van het plangebied (rode stip). (Bron: Berendsen 2004, naar Zagwijn 1986)
Rond circa 1500 voor Chr. nam de invloed van de zee weer sterk toe. De zee drong via het Oer-IJ ver het land binnen. Dit zeegat verzandde echter rond het begin van de jaartelling als gevolg van uitbouwende strandwallen. De mariene invloed nam hierdoor weer sterk afgenomen. Afwatering van land naar zee heeft waarschijnlijk plaatsgevonden in ondiepe geulen langs de binnenduinrand in de strandvlakte ten westen van Limmen in de richting van Egmond. In deze geulen zijn kleiige sedimenten aangetroffen met aan de bovenzijde een gyttja- of veenlaag. De kust bouwt zich uit tot zeker 300 na Chr. In de periode van snelle uitbouw van de kust vormen zich ook duinen op de strandwallen. De zogenaamde 'Oude Duinen' zijn grotendeels gevormd vóór de Romeinse Tijd, met uitlopers in de Vroege Middeleeuwen. Datering van overstoven veenlaagjes geeft aan dat de duinvorming tussen Limmen en Alkmaar begonnen is rond 1400 voor Chr (rond de overgang Neolithicum-Bronstijd). De Oude Duinen worden gekenmerkt door een relatief vlakke ligging en ze reiken tot maximaal 6 m +NAP. Op veel plaatsen zijn ze weliswaar vergraven (zie volgende paragraaf). In kleine duinvalleien is enige veenvorming opgetreden. Hierdoor liggen op veenlagen ingeschakeld in het duinzand. Tussen circa 1000 en 1200 na Chr. begint een nieuwe periode van duinvorming. De duinen die vanaf deze fase zijn ontstaan worden aangeduid als 'Jonge Duinen' en bereiken veel grotere hoogte (20 tot 50 m +NAP). Deze liggen ten westen van het plangebied. Het zand waaruit de Jonge duinen zijn gevormd is voornamelijk afkomstig van de stranden en van het onderzeese gebied vlak voor de kust. De vorming van de Jonge Duinen gaat gepaard met een verschuiving van de kustlijn landinwaarts. Als gevolg van zee-inbraken wordt materiaal afgezet achter de strandwallen. De vorming van de Jonge Duinen duurde voort tot in de 19e eeuw.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 11 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Afbeelding 4. Landschappelijke situatie rond het begin van de jaartelling (Heeringen, 1992). Plangebied (rode stip), duinen en strandwallen (beige) bij o.a. Limmen en Heiloo, achterliggend veengebied (bruin) en oude getijgeulen (blauw) van het Oer-IJ tussen de strandwallen.
Geomorfologische en geologische kaart Op de Geomorfologische Kaart van Nederland (afbeelding 5) is de Oude strandwal/duin van Limmen ook te zien (niet-waaiervormige glooiing). Ten zuidoosten van het plangebied ligt een oudere strandwal bij Akersloot en Uitgeest.
afbeelding 5. Geomorfologische kaart van Nederland. Limmen en het plangebied (rode stip) liggen op een oude strandwal. Inmiddels is de bebouwing van Limmen uitgebreid, ook in het plangebied. Aan de west/zuidkant van de strandwal liggen oude geulen van het Oer-IJ.
De Geologische Kaart van Nederland (blad Alkmaar West) geeft aan dat het plangebied in een zone ligt met Oude Duin- en Strandzanden, eventueel met een Hollandveeninschakeling en/of Afzettingen van Calais (Laagpakket van Wormer, Formatie van Naaldwijk). De Oude Duinzanden variëren in dikte van enkele decimeters tot 2,5 m. Ten
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 12 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
oosten van de strandwal komen jongere getijafzettingen (Duinkerke III ofwel Laagpakket van Walcheren) voor op een laag Hollandveen en hieronder gelegen oude strandzanden. Bodem en grondwater De bodemkundige en hydrologische situatie hangt sterk samen met de geomorfologische situatie en de hoogteligging. Volgens de Bodemkaart van Nederland (zie afbeelding 6) komt in het plangebied een kalkhoudende vlakvaaggrond voor bestaande uit matig fijn zand (zn50A). Het plangebied ligt echter in bebouwd gebied, waardoor de bodem sterk verstoord kan zijn. Langs de oost- en westzijde van de strandwal komt een strook kalkloze zandgronden voor. Verder naar het oosten komen veengronden voor en ten westen van de strandwal komen in de ondiepe geulen zeekleigronden voor. Moerige eerdgronden komen niet voor in het plangebied maar op enige afstand hiervan (> 600 m afstand, rozegekleurde zones) Van belang voor de archeologie zijn mogelijk aanwezige vegetatiehorizonten of bodems die in het duinzand kunnen voorkomen. Deze wijzen op een periode van verminderde duinvorming en het kunnen bewoonbare niveaus zijn geweest (reeds vanaf het Neolithicum).
afbeelding 6. Bodemkaart van Nederland. Rode stip toont de ligging van het plangebied. Hier komt een kalkhoudende zandgrond voor (Bron: ARCHIS II).
AHN Op het actueel hoogtebestand Nederland (AHN) wordt de hoogteligging ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP) gevisualiseerd. Op het kaartbeeld van het AHN is de strandwal te zien als een langgerekte, vrij lage rug die ca 2 à 3 m hoger ligt dan de omgeving. Het plangebied ligt op ca. 1,5 m +NAP (zie afbeelding 7).
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 13 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
+1,5
-1,4
Afbeelding 7. De strandwal van Limmen op de AHN. De rode- en gele zones liggen hoger dan de groene- en blauwe zones. De cijfers geven de hoogte in meters ten opzichte van NAP aan. Rode stip toont ligging plangebied.
-0,1 +1,5 +2,5
-1,0
De te verwachte lithologie en stratigrafie in het plangebied is globaal als volgt:
2.1.3
diepteligging in meter -mv
textuur
laag
0-2 m
fijn zand met fijn schelpgruis, goed afgerond en gesorteerd
Oud duinzand, mogelijk aanwezige bodems, vegetatiehorizonten, veenlaagjes oud strandzand met mogelijk ingeschakelde veenlagen strandzanden
vanaf 2 m
grof zand met schelpfragmenten, mogelijke veenlaagjes
meer dan 10 m
grof zand
stratigrafie
Oud duinzand
Oud strandzand
Zanden van Castricum
Historische situatie en mogelijke verstoringen Historische kaarten De oudste kaart van Limmen en omgeving dateert uit 1575. Dit is de de kaart van Joost Jansz. Beeldsnijder "Caerte van Noordhollant", gemaakt in opdracht van de Spaanse veldheer Alva. Op deze kaart is weinig detail te zien. Wel is reeds een blokvormige verkaveling aanwezig op het grootste deel van de strandwal van Limmen, ook in en rond het plangebied. Het lijkt erop dat in deze tijd het oorspronkelijke bos reeds was verdwenen en er akkerland voor in de plaats was gekomen. De historische kern van Limmen is ook afgebeeld even ten zuiden van het plangebied (kerktorentje). Het plaatsje is gesticht in de Late Middeleeuwen.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 14 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Afbeelding 8. Detail uit de kaart van Joost Jansz. Beeldsnijder "Caerte van Noordhollant" uit 1575 gemaakt in opdracht van de Spaanse veldheer Alva. Rode stip toont ligging plangebied.
Op de kaarten vanaf 1830 tot 1857 is er nog steeds weinig bebouwing in Limmen. Het gebied bestaat voornamelijk uit akkers en weiland. Het plangebied maakt hier ook onderdeel van uit (vermoedelijk weiland).
Afbeelding 9. Detail uit de topografische militaire kaart van 1830-1850. Het plangebied maakt onderdeel uit van een strook weiland danwel akkerland.
Op de kaart van 1897 is de bebouwing behoorlijk toegenomen in Limmen. Er zijn beduidend meer huizen en tuinen te zien. In het plangebied is echter nog geen bebouwing. Het bestaat nog uit weiland.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 15 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Afbeelding 10. Detail uit de topografische kaart van 1897. Het plangebied maakt onderdeel uit van een strook weiland.
Vanaf 1951 maakt het plangebied op de topografische kaarten onderdeel uit van de bebouwde kom van Limmen. Onzeker is het grondgebruik in het plangebied. Op de kaart van 1983 staat voor het eerst een huis afgebeeld in het plangebied, dat er nu nog staat.
Afbeelding 11. Detail uit de topografische kaart van 1983. Rode cirkel toont ligging plangebied.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 16 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
2.2
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Bekende archeologische waarden Er liggen een aantal archeologische monumenten (AMK-terreinen) in de omgeving van het plangebied. Het dichtstbijzijnde AMK-terrein 13944 ligt ca. 400 m ten oosten van het plangebied. Dit is de historische kern van het plaatsje Dusseldorp, die dateert uit de periode late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd. Ca. 400 m ten westen van het plangebied ligt AMK-terrein 9210. Vanwege het feit dat de bodem hier niet diep is verstoord (volgens de huidige gegevens maximaal 40 cm), en de waarnemingen die hier zijn gedaan, worden sporen van bewoning verwacht uit de periode Late IJzertijd - Late Middeleeuwen. Op wat grotere afstand, ca. 1 km ten zuiden van het plangebied liggen de AMK-terreinen 13943 en 1883. AMK-terrein 13943 betreft de historische kern van Limmen. Hier worden archeologische resten verwacht die dateren vanaf de Late Middeleeuwen. AMK-terrein 1883 betreft het terrein van de oudste kerk in dit gebied. Tijdens een opgraving is hier de houten voorganger uit de Karolingische tijd getraceerd (vroege Middeleeuwen). Tabel 1. Overzicht van AMK-terreinen rond het plangebied binnen een straal van 1 km. AMK-nr
Complextype
Begin periode
Eind periode
9210 13944 13943 1883
nederzetting, onbepaald nederzetting, onbepaald nederzetting, onbepaald kerk
IJzertijd laat Middeleeuwen laat Middeleeuwen laat Middeleeuwen vroeg
Middeleeuwen laat Nieuwe tijd Nieuwe tijd Middeleeuwen laat
In het plangebied zijn tot nu toe geen archeologische waarnemingen gedaan. In de nabije omgeving van het plangebied zijn een aantal waarnemingen gedaan (tabel 2). Deze dateren met name uit de periode Romeinse Tijd t/m de Middeleeuwen. De waarnemingen zijn voor het grootste deel gedaan door de plaatselijke afdeling van de Archeologische Werkgemeensschap voor Nederland (AWN). Besproken worden de waarnemingen binnen een straal van 1 km rond het plangebied, steeds gelegen op de strandwal van Limmen. Deze zijn aangegeven op de kaart 200749-Archis. De beschrijvingen zijn vermeld in bijlage 3. De dichtstbijzijnde vondsten zijn gedaan op ca. 500 m afstand ten zuidwesten van het plangebied aan de Westerweg (waarnemingsnr. 42950) . Hier zijn archeologische resten, waaronder bot, handgevormd aardewerk en kruiken aangetroffen die duiden op een nederzetting uit de Romeinse tijd. De resten zijn afkomstig uit een cultuurlaag tot een diepte van ca. 70 cm -mv. Ca. 70 m verder naar het zuiden resulteerde een booronderzoek eveneens in een vindplaats (waarnemingsnr. 57443). Deze is geïnterpreteerd als een deel van een periferie van een nederzettingsterrein uit de Romeinse tijd. De gaafheid en conservering is echter slecht als gevolg van bodembewerking ten behoeve van de bollenteelt. De archeologische resten zijn gevonden in de bouwvoor en in de hieronder liggende verstoorde laag (tussen 20 en 100 cm -mv). De bodem bleek tot gemiddeld ca 1,25 m verstoord.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 17 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Ca. 1 km ten zuiden van het plangebied zijn bij een opgraving in 1991 archeologische vondsten gedaan aan de Zuidkerkelaan (waarnemingsnr. 32320). Er is een oude cultuurlaag gevonden evenals aardewerk die vermoedelijk dateren uit de periode late IJzertijd - vroeger Romeinse tijd. Verder zijn greppels, een waterput en aardewerk aangetroffen die dateren uit de late Middeleeuwen. Ten westen van het plangebied, op ca. 700 m afstand, zijn bij een veldkartering in 2009 door RAAP diverse aardewerkfragmenten gevonden die dateren uit de vroege tot late middeleeuwen (waarnemingsnr 414329). Het betreft o.a. kogelpotten, steengoed en Karolingisch en Merovingisch, gedraaid aardewerk. Tevens zijn een bronzen voorwerp en een schijffibula gevonden. Op dit deel van de strandwal (tuinbouwgrond) heeft men de grond geëgaliseerd. Ca. 150 m meer naar het zuiden zijn in 1991 langs de Kapelweg resten van een vermoedelijke nederzetting uit de Romeinse tijd aangetroffen (waarnemingsnr 22613). Bij een opgraving zijn redelijk goed geconserveerde sporen aangetroffen waaronder een afvalkuil, paalgat en greppels. Verder zijn inheems-Romeinse aardewerkfragmenten aangetroffen. Reeds in 1970 zijn ook langs de Kapelweg een munt en aardewerk gevonden die eveneens dateren uit de Romeinse tijd (waarnemingsnr. 18818). Ca. 200 m meer naar het westen zijn 2 vondstmeldingen gedaan op de flank van de strandwal. Het betreft ten eerste vondstmeldingnr 413172: bij een inventariserend veldonderzoek (onderzoeksmelding 36561) op vermeende duinafzettingen zijn aardewerkfragmenten aangetroffen die wijzen op een vindplaats uit de Late Middeleeuwen. Ten noordoosten van het plangebied aan de rand van de strandwal zijn bij een opgraving na de sloop van een 19e eeuwse boerderij resten van een Laat-Middeleeuwse nederzetting gevonden (waarnemingsnr. 42947), Deze zijn in verband te brengen met veenontginningen. Er zijn namelijk palenrijen en sporen van schopsteken aangetroffen. Verder zijn rond het plangebied diverse losse aardewerkvondsten gedaan die dateren uit de Late Middeleeuwen. Deze wijzen niet direkt op nederzettingsterreinen en zijn gevonden o.a. tijdens niet-archeologische graafwerkzaamheden (waarnemingsnr. 18817). Oudere archeologische resten uit het Mesolithicum t/m de Bronstijd zijn niet gevonden in de buurt van het plangebied. Wel zijn diverse vuursteenvondsten uit deze periode gedaan in de nabijgelegen plaatsen Heiloo en Castricum die eveneens op oude strandwallen/duinen liggen. Tabel 2. Overzicht archeologische waarnemingen en vondstmeldingen rond het plangebied binnen een straal van 1 km.
arch2.1
Waarnemingsnr. 42950 18817 42947
Object aardewerk, bot, mogelijk rest van oven aardewerk aardewerk, palenrijen, schopsteken
Beginperiode Romeinse tijd vroeg Middeleeuwen laat Late Middeleeuwen
Eindperiode Romeinse tijd laat Middeleeuwen laat Middeleeuwen laat
aardewerk, bronzen beslag/boek, schijffibula Inheems Romeins aardewerk, paalgaten, greppels, afvalkuil
Middeleeuwen vroeg
Middeleeuwen laat
414329 22613
Romeinse tijd vroeg
Romeinse tijd laat
Vakgroep Archeologie
blad 18 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
18818 32320
Vondstmeldingsnr. 42950
2.3 2.3.1
aardewerk, munt aardewerk, cultuurlaag, greppels, waterput
Object aardewerk
Romeinse tijd vroeg IJzertijd laat
Romeinse tijd laat Middeleeuwen laat
Beginperiode Middeleeuwen vroeg
Eindperiode Middeleeuwen laat
Archeologische verwachting en -beleid Archeologische verwachtingskaarten IKAW De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is een door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde kaart waarop aan de hand van eerder gedane archeologische waarnemingen en de bodemkundige gegevens is aangegeven wat de kans is in een bepaald gebied archeologie aan te treffen: laag, middelhoog of hoog. Zoals de naam al aangeeft gaat het hier - vanwege schaal en extrapolatie - slechts om een ruwe indicatie. De IKAW geeft voor het plangebied een hoge trefkans op archeologie aan. In feite is de gehele strandwal van Limmen een hoge trefkans toebedeeld. De gebieden aan weerszijden van de strandwal zijn een lage trefkans toegekend. Zie ook tekening 200749ARCHIS. Cultuurhistorische waardenkaart (CHW) Provincie Noord-Holland Op de CHW Noord-Holland zijn voor wat betreft de strandwal van Limmen alleen de AMKterreinen benoemd als terrein van (grote) archeologische waarde.
2.3.2
Gespecificeerde archeologische verwachting Gezien de geologische situatie, namelijk de ligging op een oude strandwal en hierop gevormde duinafzettingen, en gezien de archeologische waarnemingen uit de omgeving van het plangebied, zijn archeologische sporen uit de periode van het (laat-)-Neolithicum tot en met de Middeleeuwen te verwachten. Met name de verwachting op resten uit de periode Romeinse Tijd t/m de Late Middeleeuwen is groot op basis van bestaande waarnemingen binnen een straal van 1 km rond het plangebied. Het is de vraag in hoeverre de oude duinafzettingen intact zijn en of er mogelijke oude bodems, cultuurlagen en archeologische indicatoren in voorkomen. Door egaliseringen kunnen de bodem en hiermee ook archeologische waarden zijn verstoord. datering In het plangebied kunnen archeologische resten worden verwacht uit met name de
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 19 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
periode Romeinse Tijd - Late Middeleeuwen. Oudere resten uit het Neolithicum tot en met de IJzertijd zijn weliswaar niet uitgesloten. complextype Neolithicum-Bronstijd: De complextypen die kunnen worden verwacht hangen samen met een sedentair, agrarisch bestaan. Het betreft voornamelijk nederzettingen, vlakgraven en grafmonumenten. In kleinschalige depressies (veentjes) kunnen resten van rituele activiteiten worden aangetroffen (rituele deposities). IJzertijd-Vroege Middeleeuwen: Uit deze perioden worden complextypen verwacht die samenhangen met bewoning, begravingen en agrarische activiteiten, zoals nederzettingen of nederzettingsresten, grafvelden of graven en Celtic Fields. Late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd: Er worden resten verwacht van agrarisch gebruik. omvang van enkele honderden vierkante meters voor geïsoleerde huisreven tot enkele duizenden vierkante meters voor nederzettingen bestaande uit meer huiserven. diepteligging De archeologische resten worden vanaf het maaiveld tot een diepte van 50 cm in de onverstoorde C-horizont verwacht. locatie De verwachte resten kunnen in het gehele plangebied worden aangetroffen. uiterlijke kenmerken Neolithicum: Vuursteenvindplaatsen bestaan uit een strooiing van vuurstenen werktuigen en resten van productie van deze werktuigen (afslagen, kernen). Bronstijd-Middeleeuwen: Resten van nederzettingen kunnen bestaan uit grondsporen en vondsten, zoals paalgaten, haardkuilen, huttenleem, aardewerk, afvalkuilen, waterputten, etc. Begravingsresten kunnen bestaan uit urnen, botmateriaal, resten van grafheuvels. Agrarische activiteiten kenmerken zich in het geval van Celtic Fields met name door opgeworpen heuveltjes, ploegsporen en eventueel resten van agrarische werktuigen zoals sikkels e.d. Rituele deposities bestaan uit één of meerdere voorwerpen die bewust zijn achtergelaten. Het betreft veelal werktuigen (bijlen, dissels) en wapens. Deze zijn soms gebruikt, en soms ongebruikt of zelfs niet-functioneel (speciaal voor het offer gemaakt).
mogelijke verstoringen Het terrein en de omgeving is bebouwd. Het duinzand en mogelijke oude cultuurlagen kunnen hierdoor sterk zijn verstoord. Ook kan het gebied vóór deze bebouwing zijn verstoord als gevolg van bollenteelt of andere agrarische activiteiten.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 20 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
2.4
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Advies voor vervolgonderzoek Gezien de geologische situatie, namelijk de ligging op een oude strandwal en hierop gevormde duinafzettingen, en gezien de archeologische waarnemingen uit de omgeving van het plangebied, zijn archeologische sporen uit de periode van het (laat-)-Neolithicum tot en met de Middeleeuwen te verwachten. Met name de verwachting op resten uit de periode Romeinse Tijd tot en met de Late Middeleeuwen is groot op basis van bestaande waarnemingen in de buurt van het plangebied. Geadviseerd wordt in eerste instantie een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uit te voeren. Hierbij dienen 6 boringen worden verricht in het plangebied. Er zal worden bepaald hoe intact de bodem is, en of er mogelijke oude cultuurlagen en archeologische indicatoren aanwezig zijn. Gezien de geringe omvang van het plangebied en het aantal boringen, kan het veldonderzoek als karterend worden aangemerkt. Op basis van de resultaten van het booronderzoek worden adviezen geformuleerd ten aanzien van de noodzaak van- en de opzet van een eventueel vervolgonderzoek.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 21 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
arch2.1
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Vakgroep Archeologie
blad 22 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
3 3.1
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Veldonderzoek Doel- en vraagstelling Doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting uit het bureauonderzoek en het vaststellen in hoeverre archeologische resten aanwezig (kunnen) zijn. Er geldt een hoge verwachting op archeologische resten uit de periode Neolithicum tot en met de Middeleeuwen. Dit geldt voor het gehele plangebied. Specifiek van belang voor het plangebied is in hoeverre het bodemprofiel in het duinzand is verstoord en of er archeologische indicatoren voorkomen. Op basis hiervan kunnen kansarme en kansrijke zones voor vindplaatsen worden vastgesteld. Het onderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen: 1. Wat zijn de lithologische en bodemkundige kenmerken van het plangebied en wat is de aard, diepte en spreiding van bodemverstoringen? 2. Is er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig en/of zijn er archeologische indicatoren aangetroffen die hierop kunnen wijzen? Zo ja, wat is de aard, conserveringstoestand en datering van deze indicatoren/vindplaats? 3. Indien archeologische lagen aanwezig zijn; op welke diepte bevinden deze zich en wat is de maximale diepte? 4. Waaruit bestaan of bestaan deze archeologische laag of lagen? 5. In welke mate wordt een eventueel aanwezige vindplaats verstoord door realisatie van de voorgenomen maatregelen in het gebied? 6. Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? 7. In welke mate stemmen de resultaten van het veldwerk overeen met de verwachtingen van de bureaustudie? 8. Wat zijn de aanbevelingen? Is nader onderzoek noodzakelijk? En zo ja, waaruit kan deze bestaan?
3.2
Onderzoeksopzet en werkwijze Het veldwerk is op 30 maart uitgevoerd door drs. H.E. Bouter (fysisch geograaf) en veldtechnicus Peter Surstedt. De weersomstandigheden waren goed. Er zijn in totaal 6 boringen geplaatst. De boringen zijn doorgezet tot 1 a 2 m -mv, afhankelijk van de bodemopbouw. Er is geboord tot minimaal 50 cm in de onverstoorde ondergrond. Hierbij is rekening gehouden met een maximale verstoringsdiepte van 2 m in verband met de voorgenomen herinichting van het plangebied. De boringen zijn uitgevoerd met een Edelmanboor met een diameter van 12 cm. De bodembeschrijving is uitgevoerd volgens het NEN-5104 protocol. Er is gelet op de mate van intactheid van het bodemprofiel, voorkomende bodemvorming en eventueel ondergestoven bodems. De opgeboorde grond is gecontroleerd op archeologische indicatoren zoals vuursteen, aardewerk, houtskool, huttenleem etc middels zeven over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. De boorstrategie voldoet aan de Leidraad Karterend Booronderzoek (SIBK).
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 23 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
De gegevens zijn in het veld digitaal ingevoerd in het programma Field H/PC Module voor Boormanager en TerraIndex op een Psion WorkAbout Pro. De boorbeschrijvingen zijn op kantoor ingelezen in TerraIndex voor verdere bewerking. De boringen zijn volgens het boorplan gezet en in het veld is de positie van de boringen ingemeten ten opzichte van wegen en het huis op het betreffende perceel. De hoogteligging is bepaald met behulp van de AHN viewer (www.ahn.nl) en ligt op ca. 1,5 m -NAP. De hoogteligging is hiermee niet exact bepaald voor de boorpunten, echter het geeft wel een goed beeld van de variatie in hoogte over het plangebied. In het veld is tevens het relief geinspecteerd en er is tevens gelet op zichtbare verstoringen of archeologische indicatoren aan de oppervlakte. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd op basis van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.1 (VS03).
3.3 3.3.1
Resultaten Bodemopbouw De bodemopbouw is weergegeven in de tabel 3, de kaart 200749-S1, bijlage 4 (boorstaten) en wordt hieronder beschreven. In het plangebied is een ca. 1,5 m dikke verstoorde laag aangetroffen welke bestaat uit matig fijn zand, vermengd met baksteenresten, grind en plantenresten. De rommelige structuur en de bestanddelen duiden op sterke verstoring. In boring 01 in de noordwesthoek van het terrein langs het pad is een duidelijk opgebrachte laag grof zand aangetroffen van ca. 1,2 m dikte. Het fijne, zwak siltige zand met enig fijn schelpgruis betreft een eolische afzetting die naderhand is verstoord door de mens. Het wordt geïnterpreteerd als Oude Duinafzettingen. Het betreft het Laagpakket van Zandvoort van de Formatie van Naaldwijk. De onverstoorde duinafzettingen beneden ca 1,5 m -mv lopen door tot in ieder geval 2,2 m -mv. In boring 06 is op 2,2 m -mv een veenlaag aangetroffen. Het betreft rietzeggeveen dat niet is veraard. De plantenresten zijn duidelijk waarneembaar en niet verkoold. Boven de veenlaag in boring 06 ligt een ca. 10 cm zwak humeus, wat venig zandlaagje. Er is geen sprake van duidelijke bodemvorming of een oude cultuur/bewoningslaag. In boring 01 is op 2,2 m -mv een 10 cm dik zwak humeus laagje aangetroffen in het duinzand en een 15 cm dikke veenlaag (rietzeggeveen) op ca. 3 m -mv. Ook hier is geen sprake van duidelijke bodemvorming of aanwijzing voor een oude cultuur/bewoningslaag. Het iets humeuze zand kan zijn aangevoerd en afgezet door de wind danwel er was plaatselijk enige begroeiing. Het grondwater ligt op ca 1,3 m -mv.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 24 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Tabel 3. Globale bodemopbouw cm -mv 0-150
150-220
220-240
textuur matig fijn kalkrijk zand, plaatselijk grof zand (opgebracht). zwak tot matig humeus, baksteenresten, plantenresten, enig puin. rommelige structuur matig fijn kalkrijk zand, goed gesorteerd
laag verstoorde eolische afzettingen
stratigrafie Oude Duinafzettingen Formatie van Naaldwijk, laagpakket van Zandvoort
onverstoorde eolische afzettingen
rietzeggeveen
veenlaag
Oude Duinafzettingen Formatie van Naaldwijk, laagpakket van Zandvoort Hollandveen - Formatie van Nieuwkoop
De bodemopbouw, in combinatie met de hoogtegegevens (AHN) en veldwaarnemingen duiden op afgraving/egalisering van dit deel van de Oude Duinen. Hierdoor is de bodem tot ca 1,5 m -mv verstoord. Het bodemtype is een kalkrijke vlakvaaggrond bestaande uit kalkrijk matig fijn zand. Er zijn in het plangebied geen eerdgronden (plaggendekken) aangetroffen. De bodemopbouw is in overeenstemming met de topografische ligging, op een oude strandwal/duin. Op de oude duinen die hierop zijn gevormd kan er theoretisch reeds in het Neolithicum bewoning zijn geweest. Echter er is hier sprake van diepe verstoring en er zijn geen oude bodem/cultuurlagen of archeologische indicatoren aangetroffen. Ook het hier aangetroffen kalkrijke zand wijst erop dat de toplaag van de oude duinafzettingen (overwegend kalkloos) hier niet meer aanwezig is. De diepe veenlaag op meer dan 2 m -mv wijst op een periode van verminderde eolische activiteit. In zulke perioden zijn plaatselijk veenlaagjes ontwikkeld in (kleine ) depressies.
Afbeelding 12. Foto van het plangebied aan de Middenweg 4. Op de achtergrond het Albert Heijn filiaal waarvoor uitbreidingsplannen bestaan.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 25 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
3.3.2
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Archeologie In het plangebied zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 26 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
4 4.1
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Conclusies en advies Conclusies Bureauonderzoek In het plangebied is sprake van een hoge archeologische verwachting. In het plangebied kunnen vindplaatsen worden aangetroffen uit met name de periode Romeinse Tijd Middeleeuwen. Bovendien kan een breed scala aan complexen worden aangetroffen, variërend van nederzettingen tot grafstructuren en rituele deposities in kleine depressies. Veldonderzoek Op basis van het veldonderzoek kan antwoord gegegeven worden op de volgende onderzoeksvragen. 1. Wat zijn de lithologische en bodemkundige kenmerken van het plangebied en wat is de aard, diepte en spreiding van bodemverstoringen? In het plangebied is een ca. 1,5 m dikke verstoorde laag aangetroffen welke bestaat uit matig fijn zand, vermengd met baksteenresten, grind en plantenresten. De rommelige structuur en de bestanddelen duiden op sterke verstoring. In boring 01 in de noordwesthoek van het terrein langs het pad is een duidelijk opgebrachte laag grof zand aangetroffen van ca 1,2 m dikte. Het fijne, zwak siltige zand met enig fijn schelpgruis betreft een eolische afzetting die naderhand is verstoord door de mens. Het wordt geïnterpreteerd als Oude duinafzettingen. De onverstoorde duinafzettingen beneden ca 1,5 m -mv lopen door tot meer dan 2 m -mv. Het onverstoorde duinzand biedt geen aanwijzing op de aanwezigheid van archeologische resten. In boring 01 is op 3 m -mv en in boring 06 op 2,2 m -mv een veenlaag aangetroffen. Boven de veenlaag in boring 06 ligt een ca 10 cm zwak humeus zandig laagje. Er is geen sprake van duidelijke bodemvorming of een oude bewoningslaag. Dit geldt ook voor een aangetroffen dun humeus laagje in het duinzand in boring 01. De bodemopbouw, in combinatie met de hoogtegegevens (AHN) en de aanwezige bebouwing duiden op vergraving/egalisering van dit deel van de Oude Duinen. 2. Is er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig en/of zijn er archeologische indicatoren aangetroffen die hierop kunnen wijzen? Nee. 3. Indien archeologische lagen aanwezig zijn; op welke diepte bevinden deze zich en wat is de maximale diepte? Niet van toepassing 4. Waaruit bestaan of bestaan deze archeologische laag of lagen? Niet van toepassing 5. In welke mate wordt een eventueel aanwezige vindplaats verstoord door realisatie van de voorgenomen maatregelen in het gebied? Wanneer de verstoringen niet dieper reiken dan 1 m -mv zullen eventueel nog aanwezige archeologische vindplaatsen niet worden verstoord.
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 27 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
6. Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? Dat kan door de verstoringen die gepaard gaan met de nieuwbouw niet dieper te laten reiken dan 1 m -mv of, indien er wel diepere verstoringen zullen plaatsvinden, deze over een kleiner oppervlakte dan 5% van het plangebied te laten plaatsvinden. 7. In welke mate stemmen de resultaten van het veldwerk overeen met de verwachtingen van de bureaustudie? In elk geval voor de verstoorde bovenlaag (tot 1,5 m -mv) kan de archeologisch verwachting naar beneden bijgesteld worden. 8. Wat zijn de aanbevelingen? Is nader onderzoek noodzakelijk? En zo ja, waaruit kan deze bestaan? Gezien de verstoring ter plekke van het plangebied van 1,3 tot 1,5 m beneden maaiveld, wordt geadviseerd de bovenste 1 m vrij te geven wat betreft archeologie. Hierbij wordt een marge gehanteerd van minimaal 30 cm boven de onverstoorde laag, waarin eventueel nog archeologische vindplaatsen aanwezig kunnen zijn. Wanneer de verstoringen over meer dan 5% van het plangebied dieper reiken dan 1 m wordt geadviseerd een archeologische begeleiding van de werkzaamheden uit te laten voeren. Hiervoor dient een Programma van Eisen te worden opgesteld, dat door de bevoegde overheid moet worden goedgekeurd.
4.2
Waardering en selectieadvies Omdat geen vindplaats in aangetroffen, kan ook geen waardering worden bepaald. Selectieadvies
Gezien de verstoring ter plekke van het plangebied van 1,3 tot 1,5 m beneden maaiveld, wordt geadviseerd de bovenste 1 m vrij te geven wart betreft archeologie. Wanneer de verstoringen over meer dan 5% van het plangebied dieper reiken dan 1 m wordt geadviseerd een archeologische begeleiding van de werkzaamheden uit te laten voeren. Hiervoor dient een Programma van Eisen te worden opgesteld, dat door de bevoegde overheid moet worden goedgekeurd. Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHISmeldpunt, telefoon 033-4227682. Een vondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal archeoloog kan ook. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Almere, april 2010
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 28 van 30
projectnr. 200749 mei 2010 revisie 01
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Vuurbaak te Limmen
Literatuur en geraadpleegde bronnen Berendsen, H.J.A. 2004 (4 druk): De vorming van het land. Inleiding in de geologie en geomorfologie. Van Gorcum, Assen. e
Gijn, A.L. van en L.P. Louwe Kooijmans, 2005. The first farmers: synthesis. In: Louwe Kooijmans et al (red.), 2005. The Prehistory of the Netherlands. Amsterdam University Press, pp. 337-357. Mulder, E.F.J. de, et al. 2003. De ondergrond van Nederland., Wolters-Noordhoff, Groningen. Tol, A. & P. Verhagen. 2004: Optimale en standaard boormethoden in: A. Tol e.a. Prospectief boren. Een studie naar de betrouwbaarheid en toepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheologie. RAAP, Amsterdam (RAAP-rapport 1000), 63-81. Verhart, L. & R. Groenendijk, 2005. Living in abundance: Middle and Late Mesolithic. In: Louwe Kooijmans et al (red.), 2005. The Prehistory of the Netherlands. Amsterdam University Press, pp. 337-357. Kaarten Topografische kaart 1:25000 (http://kadata.kadaster.nl) Bodemkaart van Nederland, 1:50000, kaartblad 12B Historische kaarten (http:/www.watwaswaar.nl) www.ahn.nl
arch2.1
Vakgroep Archeologie
blad 29 van 30
Bijlage 1 :
Archeologische perioden
Bijlage 1 :
Archeologische perioden Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis in Nederland geschetst. Gedurende het Paleolithicum (300.000-8800 voor Chr.) hebben moderne mensen (homo sapiens) onze streken tijdens de warmere perioden wel bezocht, doch sporen uit deze periode zijn zeldzaam en vaak door latere omstandigheden verstoord. De mensen trokken als jager-verzamelaars rond in kleine groepen en maakten gebruik van tijdelijke kampementen. De verschillende groepen jagerverzamelaars exploiteerden kleine territoria, maar verbleven, afhankelijk van het seizoen, steeds op andere locaties. In het Mesolithicum (8800-4900 voor Chr.) zette aan het begin van het Holoceen een langdurige klimaatsverbetering in. De gemiddelde temperatuur steeg, waardoor geleidelijk een bosvegetatie tot ontwikkeling kwam en de variatie in flora en fauna toenam. Ook in deze periode trokken de mensen als jager-verzamelaars rond. Voorwerpen uit deze periode bestaan voornamelijk uit voor de jacht ontworpen vuurstenen spitsjes. De hierop volgende periode, het Neolithicum (5300-2000 voor Chr.), wordt gekenmerkt door een overschakeling van jager-verzamelaars naar sedentaire bewoners, met een volledig agrarische levenswijze. Deze omwenteling ging gepaard met een aantal technische en sociale vernieuwingen, zoals huizen, geslepen bijlen en het gebruik van aardewerk. Door de productie van overschot kon de bevolking gaan groeien en die bevolkingsgroei had tot gevolg dat de samenleving steeds complexer werd. Uit het Neolithicum zijn verschillende grafmonumenten bekend, zoals hunebedden en grafheuvels. Het begin van de Bronstijd (2000-800 voor Chr.) valt samen met het eerste gebruik van bronzen voorwerpen, zoals bijlen. Het gebruik van vuursteen was hiermee niet direct afgelopen. Vuursteenmateriaal uit de Bronstijd is meestal niet goed te onderscheiden van dat uit andere perioden. Het aardewerk is over het algemeen zeldzaam. De grafheuveltraditie die tijdens het Neolithicum haar intrede deed werd in eerste instantie voortgezet, maar rond 1200 voor Chr. vervangen door begravingen in urnenvelden. Het gaat hier om ingegraven urnen met crematieresten waar overheen kleine heuveltjes werden opgeworpen, eventueel omgeven door een greppel. In de IJzertijd (800-12 voor Chr.) werden de eerste ijzeren voorwerpen gemaakt. Ten opzichte van de Bronstijd traden er in de aardewerktraditie en in het gebruik van vuursteen geen radicale veranderingen op. De mensen woonden in verspreid liggende hoeven of in nederzettingen van enkele huizen. Op de hogere zandgronden ontstonden uitgebreide omwalde akkercomplexen (celtic fields). In deze periode werden de kleigebieden ook in gebruik genomen door mensen afkomstig van de zandgebieden. Opvallend zijn de verschillen in materiële welstand. Er zijn zogenaamde vorstengraven bekend in Zuid-Nederland, maar de meeste begravingen vonden plaats in urnenvelden. Met de Romeinse tijd (12 voor Chr. tot 450 na Chr.) eindigt de prehistorie en begint de geschreven geschiedenis. In 47 na Chr. werd de Rijn definitief als rijksgrens van het Romeinse Rijk ingesteld. Ter controle van deze zogenaamde limes werden langs de Rijn castella (militaire forten) gebouwd. De inheems leefwijze handhaafde zich wel, ook al werd de invloed van de Romeinen steeds duidelijker in soorten aardewerk (o.a. gedraaid) en een betere infrastructuur. Onder meer ten gevolge van invallen van Germaanse stammen ontstond er instabiliteit wat uiteindelijk leidde tot het instorten van de grensverdediging langs de Rijn. Over de Middeleeuwen (450-1500 na Chr.), en met name de Vroege Middeleeuwen (450-1000 na Chr.), zijn nog veel zaken onbekend. Archeologische overblijfselen zijn betrekkelijk schaars. De politieke macht was na het wegvallen van de Romeinen in handen gekomen van regionale en lokale hoofdlieden. Vanaf de 10 eeuw ontstaat er weer enige stabiliteit en is een toenemende feodalisering zichtbaar. Door bevolkingsgroei en gunstige klimatologische omstandigheden werd in deze periode een begin gemaakt met het ontginnen van bos, heide en veen. Veel van onze huidige steden en dorpen dateren uit deze periode. De hierop volgende periode 1500 heden wordt aangeduid als Nieuwe Tijd. e
Bijlage 2 :
AMZ-cyclus
Bijlage 2 :
AMZ-cyclus Het AMZ-proces Archeologisch onderzoek in Nederland wordt in de meeste gevallen uitgevoerd binnen het kader van de zogenaamde Archeologische Monumentenzorg (AMZ). Het gehele traject van de AMZ omvat een aantal stappen die elkaar kunnen opvolgen, afhankelijk van het resultaat van de voorgaande stappen. In de procedure wordt volgens een trechtermodel gewerkt. Het startpunt ligt eigenlijk al bij het bepalen van de onderzoeksplicht. Op diverse provinciale en landelijke archeologische waardenkaarten kan namelijk worden ingezien of het plangebied ligt in een zone met een archeologische verwachting. Indien dit het geval blijkt te zijn, dan zal er in het kader van de planprocedure onderzoek verricht moeten worden om te bepalen of er archeologische waarden binnen het plangebied aanwezig zijn. Hiermee start de zogenaamde AMZ-cyslus (zie afb. 1 en 2)
Afb. 1: de AMZ-cyclus
De eerste fase: bureauonderzoek Uitgangspunt voor het bureauonderzoek is het vaststellen van een gespecificeerd verwachtingsmodel dat op detailniveau voor het plangebied aangeeft wat er aan archeologische vindplaatsen aanwezig kan zijn. Op basis van dit verwachtingsmodel wordt bepaald of er een veldonderzoek nodig is en wat de juiste methode voor dit veldonderzoek zou moeten zijn om deze mogelijk aanwezige archeologische resten te kunnen aantonen.
Afb. 2: proces van de AMZ
De tweede fase: inventariserend veldonderzoek (IVO) Het inventariserend veldonderzoek kan worden opgesplitst in drie subfases. Fase 1. verkennend onderzoek In sommige gevallen wordt er gestart met een verkennend onderzoek. Een verkennend onderzoek kent een relatief lage onderzoeksintensiteit en word feitelijk uitgevoerd omdat er bij het bureauonderzoek onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om dit voldoende te kunnen onderbouwen. Dit is bijvoorbeeld het geval als er te weinig bodemkundige of geologische gegevens zijn om binnen het plangebied de verwachtingswaarden te kunnen onderbouwen of zelfs überhaupt tot een verwachtingswaarde te komen. Met een verkennend onderzoek kan tot in detail de verwachtingswaarde worden aangebracht. Zodoende kan door terugkoppeling een aangescherpt verwachtingsmodel worden gemaakt en kan karterend veldonderzoek in een vervolgfase gerichter en daarmee ook kostenefficiënter worden ingezet. Fase 2. karterend onderzoek In de regel wordt er gestart met een karterend onderzoek. Dit veldonderzoek dient om het verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek te toetsen en eventueel aanwezige vindplaatsen op te sporen. Het onderzoek wordt vrijwel altijd vlakdekkend uitgevoerd door middel van boringen en/of oppervlaktekarteringen of proefsleuven. Het resultaat is in de regel een overzichtskaart met de resultaten van het onderzoek. Eventueel aangetoonde vindplaatsen worden daarbij aangegeven. Indien er geen archeologische vindplaatsen worden aangetroffen of wanneer bijvoorbeeld al blijkt dat deze geheel zijn
verstoord, dan wel van geen waarde zijn, is dit meestal ook het eindstadium van de AMZcyclus. Als er wel archeologische vindplaatsen worden aangetroffen of het blijkt uit de onderzoeksgegevens dat deze met zeer grote zekerheid kunnen worden verwacht, dan dient er een waardestellend onderzoek te worden uitgevoerd. Meestal is van de vindplaatsen die bij een karterend onderzoek zijn aangetroffen nog slechts in beperkte mate bekend wat de waarde ervan is. Fase 3. waarderend onderzoek Een waarderend onderzoek dient de fysieke kwaliteiten van een eerder aangetoonde of reeds bekende archeologische vindplaats vast te stellen en dient te leiden tot een waardestelling. Voor een waardestelling is het van belang om in elk geval de aard van de vindplaats, de exacte begrenzing in omvang en diepteligging, de datering en de mate van conservering en intactheid te weten. Een waarderend onderzoek kan worden uitgevoerd door middel van boringen of proefsleuven. Wat de beste methode is hangt sterk af van de omstandigheden en de aard van de vindplaats. In de meeste gevallen worden er voor een waardestelling proefsleuven of proefputten gegraven. omdat met deze methode meer en betere informatie over de vindplaats kan worden verkregen dan met aanvullende booronderzoek. Proefsleuven zijn lange sleuven van twee tot vijf meter breed die worden aangelegd in de zones waar in de voorgaande onderzoeksfase aanwijzingen voor vindplaatsen zijn aangetroffen. De derde fase: Selectie en waardering Het eindresultaat van een waardestellend onderzoek is een selectieadvies waarin op basis van de waardestelling van de vindplaats(en) wordt aangegeven of een vindplaats behoudenswaardig is. Deze waardestelling geschiedt op basis van verschillende waarderingscriteria. De term behoudenswaardig is sterk gerelateerd aan de essentie van het rijks- en provinciaal beleid ten aanzien van de archeologische monumentenzorg. In eerste instantie gaat dit namelijk uit van het behoud van het bodemarchief in situ (ter plekke in de bodem). Alleen wanneer dit binnen een belangenafweging niet kan zal het stuk waardevol bodemarchief voor het nageslacht bewaard dienen te worden door middel van een opgraving. Dit wordt ook wel behoud ex situ genoemd. Wanneer behoud niet gewenst is vanwege een relatief gering waarde van de vindplaats(en) kan nog worden besloten om de bodemingrepen onder archeologische begeleiding te laten uitvoeren. Ook is het natuurlijk nog mogelijk dat er helemaal geen archeologisch onderzoek meer hoeft plaats te vinden en kan het terrein worden 'vrij gegeven'. Het bevoegd gezag zal op basis van het selectieadvies uiteindelijk aangeven welke maatregelen er dienen te worden genomen. Deze beslissing wordt het selectiebesluit genoemd. Plaats van de AMZ-cyclus in de planvorming Net als met andere omgevingsfactoren waarmee binnen de planvorming rekening gehouden dient te worden, is het ook voor de archeologie van belang om dit in een zo vroeg mogelijk stadium in te steken. Niet alleen is dit voor een aantal onderzoeksfasen vanwege provinciaal of gemeentelijk beleid al een vereiste, het geeft bovendien al vroeg inzicht in eventuele risico's qua exploitatie en potentiële vertragingen in een project. Indien er een middelhoge of hoge kans op de aanwezigheid van archeologische resten bestaat, zal het bevoegd gezag een inventariserend onderzoek verplicht stellen ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing. Dit onderzoek is gebaseerd op het specifieke verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek dat daaraan vooraf dient te gaan. In praktijk worden deze onderzoeken gecombineerd uitgevoerd en in één verslag gerapporteerd.
Wanneer eenmaal een planprocedure is voorgenomen zal met het archeologisch onderzoek al kunnen worden begonnen. In principe kan het gehele inventariserend veldonderzoek, inclusief een selectieadvies, voorafgaand aan een planprocedure worden afgerond. Dit heeft als voordeel dat binnen het toekomstige plan de omvang van de archeologische vindplaats(en) definitief kan worden afgebakend en er, bij behoud in situ, de bestemming 'archeologische waardevol' kan worden opgenomen. Ook kunnen dan in bijvoorbeeld een aanlegvergunning specifieke voorschriften worden opgenomen om aantasting te voorkomen. In dit kader en deze planfase kan ook een voorschot worden genomen op inrichtingsmaatregelen (aanpassing van een eventueel al beschikbaar stedenbouwkundig ontwerp of het voorschrijven van bijvoorbeeld een groenzone, speelveld, parkeerplaatsen etc.). Indien dit mogelijk is kan ook worden voorgeschreven dat er archeologievriendelijk gebouwd dient te worden door aanpassing van funderingswijze of ander technische maatregelen. Het nadeel van het uitvoeren van een waardestellend veldonderzoek na de een planprocedure is dat daarmee ook de consequenties ervan pas later in beeld komen, wat leidt tot een aantal risico's. Vaak blijkt dan behoud in situ veel lastiger te zijn en is dit dan alleen met technische maatregelen nog mogelijk. Soms is alleen behoud ex situ door middel van opgravingen de enige nog resterende kostbare optie.
Bijlage 3a:
AMK-terreinen uit ARCHIS II
projectnr. 200749 Archeologisch Rapporten Oranjewou 2010/65
monumentnr. 1883 waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 19C 026
complextype
provincie Noord-Holland plaats Limmen
Kerk
datering van
datering tot
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
gemeente Castricum toponiem ZUIDKERKENLAAN/SCHOOLWEG coordinaten 107992
508744
monumentnr. 1888 waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 19C 031
complextype
provincie Noord-Holland plaats Limmen
Nederzetting, onbepaald
datering van
datering tot
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
gemeente Castricum toponiem GROOT-LIMMERPOLDER; PROVINCIALE WEG coordinaten 107446
508538
monumentnr. 1889 waarde Terrein van zeer hoge archeologische waar kaartblad + volgnr. 19C 032
complextype
provincie Noord-Holland plaats Limmen toponiem ZUIDEINDERWEG/ZUIDKERKENLAAN/RIJKS coordinaten 107868
datering tot
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
complextype
gemeente Castricum 508641
Graf, onbepaald
datering van
Landbouw
datering van
datering tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nC
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
complextype
Nederzetting, onbepaald
datering van
datering tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nC
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
monumentnr. 4657 waarde Terrein van archeologische waarde kaartblad + volgnr. 19C A02
complextype
provincie Noord-Holland plaats Limmen toponiem GROOT-LIMMERPOLDER; SCHOOLLAAN coordinaten 108626
datering tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
complextype
gemeente Castricum 508894
Landbouw
datering van
Nederzetting, onbepaald
datering van
datering tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
monumentnr. 4658 waarde Terrein van archeologische waarde kaartblad + volgnr. 19C A03
complextype
provincie Noord-Holland plaats Limmen
datering tot
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
gemeente Castricum toponiem GROOT-LIMMERPOLDER; PROVINCIALE WEG coordinaten 107631
Nederzetting, onbepaald
datering van
508546
Pagina 1 van 2 Bijlage 3a. ARCHIS: Terreinen met archeologische status
projectnr. 200749 Archeologisch Rapporten Oranjewou 2010/65
monumentnr. 9210 waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 19C 034
complextype
provincie Noord-Holland plaats Limmen
Nederzetting, onbepaald
datering van
datering tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
gemeente Castricum toponiem WESTERWEG/DRONENLAANTJE coordinaten 107321
509921
monumentnr. 13943 waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 19C 048
complextype
provincie Noord-Holland plaats Limmen
Nederzetting, onbepaald
datering van
datering tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Nieuwe tijd: 1500 - 1950
gemeente Castricum toponiem coordinaten 107663
508802
monumentnr. 13944 waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 19C 049
complextype
provincie Noord-Holland plaats Onbekend
datering tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Nieuwe tijd: 1500 - 1950
gemeente Castricum toponiem DISSELDORP coordinaten 108379
Nederzetting, onbepaald
datering van
509406
Pagina 2 van 2 Bijlage 3a. ARCHIS: Terreinen met archeologische status
Bijlage 3b:
Waarnemingen uit ARCHIS II
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 15127 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg D: 900 - 1050 nC
toponiem NED HERV KERK coordinaten
107950
508680
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: onbepaald OM-nr. -1 vondstdatum 07-1983 waarnemingsnr. 17729 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS
datering van
plaats Limmen
tot
gemeente Castricum
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem DAMPEGEEST
Onbekend
Onbekend
coordinaten
108620
508650
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 22-03-1984 waarnemingsnr. 17730 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
toponiem DAMPEGEEST coordinaten
108700
508790
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 22-03-1984 waarnemingsnr. 17731 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend datering van
tot
gemeente Castricum
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem DAMPEGEEST
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
plaats Limmen
coordinaten
108560
508590
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 22-03-1984 waarnemingsnr. 18811 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend datering van
tot
gemeente Castricum
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem LIMMER POLDER
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
plaats Limmen
coordinaten
108450
508550
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: onbepaald OM-nr. -1 vondstdatum 1938 waarnemingsnr. 18814 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem LIMMERPOLDER coordinaten
108490
508600
datering van
tot
IJzertijd vroeg: 800 - 500 vC
IJzertijd vroeg: 800 - 500 vC
Middeleeuwen: 450 - 1500 nC
Middeleeuwen: 450 - 1500 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving OM-nr. -1 vondstdatum 1950
Pagina 1 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 18815 bron ARCHIS
type vindplaats Nederzetting, onbepaald datering van
tot
gemeente Castricum
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Onbekend
toponiem SCHULPVAART
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
plaats Limmen
coordinaten
107860
508540
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving OM-nr. -1 vondstdatum 10-1967 waarnemingsnr. 18816 type vindplaats Kerk
bron ARCHIS
datering van
plaats Limmen
tot
Middeleeuwen vroeg D: 900 - 1050 nC Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
gemeente Castricum toponiem NH KERK coordinaten
107990
508740
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving OM-nr. -1 vondstdatum 1968 waarnemingsnr. 18817 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
toponiem ACHTERWEG 4 coordinaten
108370
509240
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: graafwerk OM-nr. -1 vondstdatum 9999 waarnemingsnr. 18818 bron ARCHIS
type vindplaats Nederzetting, onbepaald
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem KAPELWEG coordinaten
107470
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC
Romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC
509780
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: onbepaald OM-nr. -1 vondstdatum 02-09-1970 waarnemingsnr. 22607 bron ARCHIS
type vindplaats Nederzetting, onbepaald
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
toponiem UITGEESTERWEG coordinaten
108250
508800
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: graafwerk OM-nr. -1 vondstdatum 1991 waarnemingsnr. 22608 type vindplaats Veenwinning
bron ARCHIS
datering van
plaats Limmen toponiem UITGEESTERWEG coordinaten
108250
tot
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
gemeente Castricum
Nieuwe tijd C: 1850 - heden
508650
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: graafwerk OM-nr. -1 vondstdatum 1991
Pagina 2 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
Nieuwe tijd C: 1850 - heden
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 22609 bron ARCHIS
type vindplaats Nederzetting, onbepaald datering van
plaats Limmen toponiem UITGEESTERWEG coordinaten
108200
tot
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
gemeente Castricum
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
508800
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: graafwerk OM-nr. -1 vondstdatum 1991 waarnemingsnr. 22610 type vindplaats Nederzetting, onbepaald
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
toponiem PAGELAAN / WESTERWEG coordinaten
107120
510100
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: graafwerk OM-nr. -1 vondstdatum 1991 waarnemingsnr. 22611 bron ARCHIS
type vindplaats Metaalbewerking/smederij
plaats Limmen gemeente Castricum 107270
tot Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC
type vindplaats Nederzetting, onbepaald
toponiem PAGELAAN coordinaten
datering van Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC 510100
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: graafwerk OM-nr. -1
datering van
tot
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC
Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
vondstdatum 1991 waarnemingsnr. 22613 bron ARCHIS
type vindplaats Nederzetting, onbepaald
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem KAPELWEG coordinaten
107470
509770
datering van
tot
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC
Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC
Romeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nC
Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC
Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC
Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving OM-nr. -1 vondstdatum 1991 waarnemingsnr. 32252 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC
Middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC
toponiem LIMMEN coordinaten
107870
508570
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: graafwerk OM-nr. -1 vondstdatum 10-1967
Pagina 3 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 32316 bron ARCHIS
type vindplaats Akker/tuin
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem ZUIDKERKELAAN I coordinaten
107960
508690
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving
datering van
tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC
type vindplaats Dierengraf datering van
tot
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
type vindplaats Inhumatiegraf
OM-nr. -1 vondstdatum 15-08-1991
datering van
tot
Middeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nC
Middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC
type vindplaats Nederzetting, onbepaald datering van
tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC
Middeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg D: 900 - 1050 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC type vindplaats Percelering/verkaveling datering van
tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC waarnemingsnr. 32320 bron ARCHIS
type vindplaats Akker/tuin
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem ZUIDKERKELAAN II
datering van
tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC
type vindplaats Nederzetting, onbepaald datering van
tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC
OM-nr. -1
Middeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
vondstdatum 08-1991
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
coordinaten
107930
508780
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC type vindplaats Percelering/verkaveling datering van
tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC type vindplaats Schans datering van
tot
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC
waarnemingsnr. 32928 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem coordinaten
107975
508900
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving OM-nr. -1 vondstdatum 15-11-1995
Pagina 4 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 37600 bron ARCHIS
type vindplaats Nederzetting, onbepaald
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem coordinaten
107500
509100
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: metaaldetecto OM-nr. -1
datering van
tot
IJzertijd: 800 - 12 vC
Nieuwe tijd C: 1850 - heden
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC
Middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
vondstdatum 18-07-1996 waarnemingsnr. 42888 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
toponiem LIMMEN coordinaten
107760
508560
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: onbepaald OM-nr. -1 vondstdatum 9999 waarnemingsnr. 42907 bron ARCHIS
type vindplaats Huisterp
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem SCHOOLLAAN coordinaten
108020
508750
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving
datering van
tot
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Onbekend
type vindplaats Kerk datering van
tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
type vindplaats Onbekend
OM-nr. -1 vondstdatum 03-1994
datering van
tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
waarnemingsnr. 42947 bron ARCHIS
type vindplaats Metaalbewerking/smederij
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem OOSTERZIJWEG coordinaten
108510
510080
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving OM-nr. -1
datering van
tot
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
type vindplaats Nederzetting, onbepaald datering van
tot
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg D: 900 - 1050 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen vroeg D: 900 - 1050 nC Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
vondstdatum 08-1994
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC
type vindplaats Veenwinning datering van
tot
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC waarnemingsnr. 42950 bron ARCHIS
type vindplaats Nederzetting, onbepaald
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC
Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC
toponiem OMLOOP TUSSEN RIJKSWEG EN HOGE coordinaten
107800
509200
vondstomstandigheden Archeologisch: inspectie OM-nr. -1 vondstdatum 1994
Pagina 5 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 42962 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend datering van
plaats Limmen
tot
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
gemeente Castricum toponiem WESTERZIJ coordinaten
107350
509330
vondstomstandigheden Niet-archeologisch: onbepaald OM-nr. -1 vondstdatum 1992 waarnemingsnr. 44920 type vindplaats Nederzetting, onbepaald
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem HOGE GEEST; BISSCHOPSWEID coordinaten
108914
509047
vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum 9999 waarnemingsnr. 48489 bron ARCHIS
type vindplaats Kerk
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
toponiem Hervormde Kerk coordinaten
107990
508740
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving OM-nr. -1 vondstdatum 10-09-2003 waarnemingsnr. 49324 bron ARCHIS
type vindplaats Nederzetting, onbepaald datering van
plaats Limmen toponiem Westerweg coordinaten
107550
tot
Middeleeuwen vroeg D: 900 - 1050 nC Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
gemeente Castricum 508870
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Nieuwe tijd C: 1850 - heden
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC
OM-nr. -1 vondstdatum 27-08-2004
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC
waarnemingsnr. 56417 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Castricum gemeente Castricum
datering van
tot
IJzertijd laat: 250 - 12 vC
Middeleeuwen: 450 - 1500 nC
toponiem Limmen- de Krocht coordinaten
107654
508573
vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum 01-02-2004
Pagina 6 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 57443 bron ARCHIS
type vindplaats Nederzetting, onbepaald
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem Rijksweg coordinaten
107780
509150
vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum 01-03-2004 waarnemingsnr. 100594 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS
datering van
tot
gemeente Castricum
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
plaats Limmen
coordinaten
107100
509665
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 04-12-1985 waarnemingsnr. 100605 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend datering van
tot
gemeente Castricum
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
plaats Limmen
coordinaten
107134
509231
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 04-12-1985 waarnemingsnr. 100621 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
toponiem coordinaten
107238
510261
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 26-05-1986 waarnemingsnr. 100635 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend datering van
plaats Limmen
Nieuwe tijd: 1500 - heden
toponiem coordinaten
107363
tot
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
gemeente Castricum
Nieuwe tijd: 1500 - heden
509250
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 04-12-1985 waarnemingsnr. 100639 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem coordinaten
107411
509230
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 04-12-1985
Pagina 7 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 100641 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend datering van
plaats Limmen
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
toponiem coordinaten
107447
tot
Middeleeuwen vroeg D: 900 - 1050 nC Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
gemeente Castricum 508957
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd: 1500 - heden
Nieuwe tijd: 1500 - heden
OM-nr. -1 vondstdatum 04-12-1985 waarnemingsnr. 100645 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS
datering van
plaats Limmen
tot
gemeente Castricum
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem
Nieuwe tijd: 1500 - heden
Nieuwe tijd: 1500 - heden
coordinaten
107510
508579
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 04-12-1985 waarnemingsnr. 100651 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem coordinaten
107541
508527
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 04-12-1985 waarnemingsnr. 100792 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend datering van
tot
gemeente Castricum
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
plaats Limmen
coordinaten
108385
508601
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 03-12-1985 waarnemingsnr. 100801 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108441
508558
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 03-12-1985 waarnemingsnr. 100805 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC
toponiem coordinaten
108455
508787
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 03-12-1985
Pagina 8 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 100810 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem coordinaten
108520
508590
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd: 1500 - heden
Nieuwe tijd: 1500 - heden
OM-nr. -1 vondstdatum 03-12-1985 waarnemingsnr. 100827 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS
datering van
plaats Limmen
tot
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
gemeente Castricum toponiem coordinaten
108570
508771
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 03-12-1985 waarnemingsnr. 100830 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108595
508728
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 03-12-1985 waarnemingsnr. 100831 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108606
508662
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 30-05-1984 waarnemingsnr. 100843 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108672
508572
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 03-12-1985 waarnemingsnr. 100854 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum toponiem coordinaten
108732
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
508867
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 10-06-1986
Pagina 9 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 100856 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend datering van
tot
gemeente Castricum
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
plaats Limmen
coordinaten
108740
508836
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering
Nieuwe tijd: 1500 - heden
Nieuwe tijd: 1500 - heden
Onbekend
Onbekend
OM-nr. -1 vondstdatum 17-12-1985 waarnemingsnr. 100857 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108740
508836
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 09-06-1986 waarnemingsnr. 100859 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum toponiem coordinaten
108743
508788
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 17-12-1985 waarnemingsnr. 100870 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem coordinaten
108786
508534
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 03-12-1985 waarnemingsnr. 100872 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108795
509942
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 17-12-1985 waarnemingsnr. 100886 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108837
508896
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 13-06-1985
Pagina 10 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 100888 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108847
508764
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 17-12-1985 waarnemingsnr. 100892 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108870
508650
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 17-12-1985 waarnemingsnr. 100900 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem coordinaten
108919
510140
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 12-12-1985 waarnemingsnr. 100902 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108920
508733
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 17-12-1985 waarnemingsnr. 100904 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
toponiem coordinaten
108926
508973
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 17-12-1985 waarnemingsnr. 100918 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108977
509087
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 17-12-1985
Pagina 11 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
projectnr.
200749 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/65
waarnemingsnr. 100920 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
108992
508724
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 17-12-1985 waarnemingsnr. 100923 type vindplaats Onbekend
bron ARCHIS plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC
toponiem coordinaten
109023
509051
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 04-06-1986 waarnemingsnr. 106502 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Onbekend
Onbekend
toponiem coordinaten
107510
508579
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 25-06-1986 waarnemingsnr. 106503 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Onbekend
Onbekend
toponiem coordinaten
107541
508527
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 09-09-1986 waarnemingsnr. 106505 bron ARCHIS
type vindplaats Onbekend
plaats Limmen gemeente Castricum
datering van
tot
Onbekend
Onbekend
toponiem coordinaten
108977
509087
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 09-06-1986
Pagina 12 van 12 Bijlage 3b. ARCHIS: Archeologische waarnemingen
Bijlage 4
Boorbeschrijvingen
Kaartenbijlage
Ó·¼¼»²©»¹
Straatnamenregister bestemmingsplan (Kern Limmen)
2. 1.
4. 3.
Straatnamem registerStraat Absalon Absalon Absalon Achterweg Bartigon Bloemenhof Bogerlaan Brugstraat Burg. Bosmalaan Burg. Nieuwenhuysenstraat Clusiuslaan Dampegheestlaan De Entery De Drie Linden De Entery De Looper De Omloop De Spil De Vang De Wieken Den Burglaan Du Peyroulaan Dusseldorperweg Dusseldorperweg Elzenlaan Fortuna Fortuna Fortuna Gele Prins Gele Prins Goudstuk Goudstuk Hazelaantje Helmar Helmar Helmar Het Achterkant Hofstee Hogeweg Hyacintenlaan Jan Valkeringlaan Jan Valkeringlaan Kamvaren
Plankaartbladen Nummers Plankaartblad 1-13/2-22 1 1-17/2-22 2 2-8/ 2 1-13/4-54 3 1-29/6-28 3 1-23/2-20 4 1-23/2-48 4 1-41/2-36 4 1-27/2-26 4 3-99/ 2 2-28/ 4 1-35/ 3 1-39/2-56 3 1-17/2-18 2 19-43/26-66 2 2-10/ 2 1-3/2-12 2 1-9/ 2 1-9/2-8 2 1-75/2-22 2 1-27/2-26 4 1-9/2-8 3 1-65/2-58 3 51-169/44-142 4 1-15/ 4 1-11/ 2 1-11/ 3 1-11/ 4 1-7/2-28 2 1-7/2-28 3 1-7/2-20 2 1-7/2-20 3 1 7-17/ 1 1-17/2-4 2 1-17/2-4 3 1-53/1-82 2 1-7/2-8 2 1-93/4-70 2 1-23/2-24 4 5-27/2-22 3 5-27/2-22 4 1-17/2-16 4
Straat Keizerkroon Keizerskroon Kerkweg Koningsdam Kopmand Kortelaan Lage Weide Mattenbies Meidoornlaan Middenweg Middenweg Middenweg Molenweg Nachtorchis Nauwelaantje Oranjezon Ostara Ostara Oudeweg Pijlkruid Plantraam Ratelaar Rietorchis Rijksweg Rijksweg Rijksweg Roelaat Rooinap Schoollaan Schoollaan Schoolweg Schoolweg Schoolweg Sportlaan Stellaantje Stetlaan t Kieftenlaan Thalia Thalia Theebos Tormentil Uitgeesterweg Vaarkant
Nummers 22-24/ 1-17/2-24 3-59/2-48 1-77/ 3-17/12-14 2-6/ 3-107/2-140 1-51/2-32 1-61/4-28 1-31/ 19-75/4-50 1-105/2-44 1-15/2-4 1-5/ 1-7/2-6 1-11/2-8 1-11/2-8 5-9/6-14 2-16/ 1-19/2-14 1-13/2-24 1-39/2-88 1A-31/2-44 13-79/34-116 90B-154 5-43/26-82 1-13/2-16 1-5/ 1-17/ 1-9/ 7-51/2-52 1-51/2-52 1-21/2-26 2-6/ 1-5/2-6 1-43/2-102 1-35/2-40 1-35/2-40 1-15/2-40 1-19/2-12 2-10/1-27 2-44/
Plankaartblad 2 3 4 4 4 4 4 4 4 2 3 4 2 4 4 2 2 3 4 4 4 4 4 1 2 4 4 4 1 3 1 2 3 4 3 4 3 2 3 2 4 1 3
Straat Vaartkant Van Alkemadelaan Veenpluis Vijverlaan Vinkenbaan Vislaantje Vislaantje Visweg Vogelmelk Vredeburglaan Vuurbaak Vuurbaak Wanne Wanne Westerweg Westerweg Willemshoeve Zomerschoon Zomerschoon Zonnedauw Zuideinderweg Zuideinderweg Zuidkerenlaan Zuidkerkenlaan Zwanenbloem
Nummers 2-44/ 1-35/2-12 2-14/ 2-16/ 1-9/2-10 1-11/2-16 2-16/ 3-57/ 1-5/ 5-35/2-50 2-20/ 16-40/ 10-16/ 10-16/ 3-19A/2-12 9A-19A/2-104 1-11/10-14 53-113/2-32 2-32/ 5-27/2-4 4/ 4/ 1-27/2-22 25-27/14-22 1-11/2-16
Plankaartblad 4 4 4 4 2 3 4 4 4 4 3 4 2 4 1 2 2 2 3 4 1 3 1 3 4