Bijlage bij nrs. 2007-046 en 047
Jaarstukken
2006
Jaarstukken 2006
2
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Realisatie Actieprogramma 2006-2010
7
Analyse rekeningsaldo 2006 versus begroting 2006
11
Jaarverslag
21
Programma’s 1. Afbouw van de stad 2. Sociale cohesie 3. Veilige woon- en leefomgeving 4. Open bestuurscultuur 7. Algemeen bestuur 8. Verkeer, vervoer en waterstaat 9. Economische zaken 10. Onderwijs 11. Cultuur, recreatie en sport 12. Maatschappelijk welzijn 13. Volksgezondheid en milieu 14. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
23 25 29 37 45 51 53 63 69 77 91 99 109
Paragrafen Lokale heffingen Weerstandsvermogen Weerstandsvermogen Grondexploitatie/Grondbeleid Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
119 121 125 135 143 147 151 159 165
Jaarrekening
171
Uitgangspunten financiële verslaglegging Balans per 31 december 2006 Toelichting op de balans Staat van baten en lasten per programma Incidentele baten en lasten Accountantsverklaring
173 178 181 197 199 201
Accountantsverklaring
203
Jaarstukken 2006
3
Jaarstukken 2006
4
Voorwoord Voor u liggen de jaarstukken 2006 van de gemeente Houten. Deze bestaan uit vier onderdelen: het jaarverslag de jaarrekening de accountantsverklaring de bijlagen In het afgelopen jaar is het nieuwe college aangetreden. Bij de collegevorming in het voorjaar van 2006, is een Actieprogramma opgesteld voor de periode 2006-2010. In financiële zin heeft dat programma geen effect gehad op de begroting 2006, waarover in deze jaarstukken wordt gerapporteerd. De effecten, vertaald naar ruimte voor nieuw beleid, zijn pas in de jaren 2007 tot en met 2010 merkbaar. Wel is in 2006 al een aantal acties van start gegaan en zijn voorbereidingen getroffen voor de realisatie van het Actieprogramma. In een apart hoofdstuk, direct hierna, komen die aan bod. Een aantal onderdelen komt ook terug in de uitwerking van de betreffende programma’s. Na het hoofdstuk over de realisatie van het Actieprogramma 2006-2010 volgt een algemene analyse van het rekeningsaldo over 2006. Hierin wordt op hoofdlijnen een verklaring gegeven van de afwijkingen tussen de begroting 2006 en de rekening 2006. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is in deze jaarstukken de programmaverantwoording opgenomen. De programma’s zijn nog gebaseerd op de programmakeuze uit 2003 en in overeenstemming met de begroting 2006. Daarover gaat immers de rapportage in dit jaarverslag. De nieuwe domeinen die in de begroting 2007 zijn geïntroduceerd komen in het jaarverslag 2007 terug. Wel zijn zoveel als mogelijk de in de begroting 2007 opgenomen prestatie- en effectindicatoren opgenomen, zodat reeds in het jaarverslag 2006 over deze voor de raad belangrijke indicatoren wordt gerapporteerd en deze rapportage aansluit bij de toekomstige rapportages. De programmaverantwoording (beleidsmatig) wordt in dit jaarverslag geïntegreerd met de programmarekening (financieel=jaarrekening). Per (deel)programma wordt een duidelijk beeld gegeven van het gerealiseerde beleid enerzijds -na herhaling van de ‘Wat willen wij bereiken vraag?’ uit de begroting 2006 wordt de realisatie in 2006 onder ‘Wat hebben wij bereikt’ aangegeven- en de benodigde middelen anderzijds -na ‘ Wat hebben wij bereikt’ wordt de inzet van de middelen onder ‘Rekening’ met de daarbij behorende verschillenanalyse aangegeven-. Hierdoor wordt de samenhang tussen beleid en middelen inzichtelijk. Bij de verschillenanalyses zijn de afwijkingen toegelicht voor zover ze groter zijn dan 10% (ten opzichte van de begroting na wijziging) én groter zijn dan € 25.000. Het jaarverslag wordt afgesloten met het overzicht van Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Tevens wordt in het jaarverslag gerapporteerd over de beleidsvoornemens die in de paragrafen van de begroting 2006 zijn opgenomen. Omdat de beleidsverantwoording in de paragrafen een belangrijk hulpmiddel is voor de rekenkamercommissie en de accountant bij het beoordelen van de programma’s, is aan de kwaliteit daarvan extra aandacht besteed. Bij het jaarverslag 2006 vormen de structuur en de doelstellingen, zoals die in de paragrafen van de begroting 2006 zijn opgenomen, het uitgangspunt voor de verantwoording. In de jaarrekening wordt financieel rekening en (beleids)verantwoording afgelegd over wat is uitgevoerd. Daar waar over begroting 2006 wordt gesproken betreft het de ramingen van de primitieve begroting 2006 met inbegrip van alle door de raad vastgestelde wijzigingen die daarop zijn gedaan. Als eerste zijn de uitgangspunten weergegeven, waarop deze financiële verslaglegging is gebaseerd. Daarna zijn de balans per ultimo 2006, inclusief een toelichting, en de staat van baten en lasten per programma opgenomen. In de staat van baten en lasten per programma wordt een financiële samenvatting gegeven van de in de programmaverantwoording opgenomen (deel)programma’s. De jaarrekening wordt afgesloten met een overzicht van incidentele baten en lasten. De accountantsverklaring van de controlerend accountant Ernst & Young treft u achter in dit jaarverslag aan. In de accountantsverklaring geeft de accountant een oordeel over de getrouwheid en de rechtmatigheid van de jaarrekening. De controlebevindingen bij de jaarstukken worden separaat in het Verslag van bevindingen voor de Raad aangeboden.
Jaarstukken 2006
5
De bijlagen bij de jaarrekening zijn in een apart boekwerk gebundeld, enerzijds om de omvang van de jaarstukken te beperken, anderzijds om u de mogelijkheid te bieden de bijlagen direct naast het financiële deel van de jaarstukken te kunnen gebruiken. Het is aanvullende informatie die helpt als u de aansluitingen die tussen de verschillende cijferopstellingen bestaan, beter wilt kunnen volgen. Het bijlagenboek is bij het cluster Bedrijfsvoering van de afdeling BCJ op te vragen. Conform de BBV-richtlijnen sluit dit jaarverslag qua indeling aan op de door de raad op 15 november 2005 vastgestelde begroting 2006.
Houten, 17 juli 2007 Burgemeester en wethouders van Houten De secretaris,
De burgemeester,
J. Wiegel
C.H.J. Lamers
Jaarstukken 2006
6
Realisatie Actieprogramma 2006-2010 Met het aantreden van het nieuwe college medio 2006 is ook een wijziging opgetreden ten opzichte van de politieke ambities voor 2006 zoals deze in de begroting 2006 waren vastgelegd. Die ambities zijn vastgelegd in het Actieprogramma 2006-2010. In financiële zin heeft dat geen effect gehad op de begroting 2006, waarover in deze jaarstukken wordt gerapporteerd. De effecten, vertaald naar ruimte voor nieuw beleid, zijn pas in de jaren 2007 tot en met 2010 merkbaar. Voor zover de ambities uit het Actieprogramma al in 2006 tot concrete acties of resultaten hebben geleid, leggen we daarover verantwoording af in de beleidsmatige toelichting op de veertien programma’s. De hoofdlijnen worden hierna langs de speerpunten uit het actieprogramma weergegeven. 1. Een betrokken, bruisende en veilige samenleving voor iedereen Extra aandacht voor jongeren is een belangrijk speerpunt in het actieprogramma van het college. Dit heeft in 2006 onder andere geresulteerd in meer aandacht voor speelvoorzieningen, meer activiteiten voor tieners, uitbreiding van het ambulant jongerenwerk en extra investeringen in opvoed- en opgroeiondersteuning. Omdat we de wensen van jongeren meer willen betrekken bij het gemeentelijk beleid, is de wethouder jeugd in 2006 gestart met chatsessies met jongeren. Ook zijn we samen met de raad gestart met “Politiek in de klas” om de betrokkenheid van jongeren bij de politiek te vergroten. De implementatie van de eerste fase van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is succesvol verlopen. Uitgangspunten waren dat de invoering hoogwaardig zou moeten verlopen en dat de burger er zo weinig mogelijk van zou mogen merken. De hulp bij het huishouden is op 1 januari 2007 geruisloos overgegaan en de betrokkenheid van de inwoners bij de Houtense uitvoering van de Wmo is vormgegeven door de installatie van de Wmo-raad in december 2006. Om de sport voor iedereen betaalbaar te laten zijn, zijn eind 2006 besluiten genomen over de verlaging van de tarieven van de door de gemeente geëxploiteerde binnen- en buitensportaccommodaties. Hierdoor zijn de tarieven met ingang van 1 januari 2007 met ± 20% verlaagd. Daarnaast willen wij door sportstimuleringsactiviteiten de sport meer onder de aandacht brengen. In dit kader zijn in 2006 verschillende activiteiten in het kader van de Breedtesportimpuls (BSI) uitgevoerd en hebben we projecten en initiatieven op het gebied van jeugd en gehandicapten ondersteund. Het sportaanbod voor doelgroepen jeugd en gehandicapten is uitgebreid en/of verbeterd door onder andere het in gebruik nemen van de sporthal De Kruisboog. Is 2006 is gestart met het ontwikkelen van de relatie tussen buurt, onderwijs en sport. Hiervoor is een begeleidingsgroep samengesteld die een programma gaat voorbereiden. In 2006 zijn gesprekken gevoerd tussen het Anna van Rijn college en de gemeente Houten over de haalbaarheid van een vestiging voor een breed VMBO in Houten. We verwachten dat in 2007 duidelijk wordt welke vorm van VMBO wenselijk en realistisch is voor Houten. 2. Een duurzame stad met ruimte voor jong en oud, bedrijven en voorzieningen Met het aanbreken van de realisatiefase van het Masterplan Centrum in 2006 is voor iedereen in Houten zichtbaar geworden dat Houten een centrum krijgt dat passend is bij de toekomstige omvang van 50.000 inwoners. Er is gestart met de bouw van het Cultuurcentrum, met de aanbouw van college de Heemlanden en met de verbouwing van het gemeentehuis. Op de Stellingmolen zijn de werkzaamhe2 den in volle gang om 8.500 m extra winkels, een bioscoop, 165 woningen en een parkeergarage voor 400 auto’s te realiseren. Voor wat betreft het horecapaviljoen op Het Rond is in 2006 een eigenaar geselecteerd en zijn daarmee afspraken gemaakt over de toekomstige exploitatie. Het Actieprogramma geeft nieuwe accenten in de centrumontwikkeling aan, zoals uitbreiding van het aantal woningen en winkels door verdere intensivering van het ruimtegebruik. De eerste aanzetten hiervoor zijn in 2006 gegeven met de start van een verdichtingstudie. Ook de verdere afbouw van de stad heeft door het Actieprogramma andere accenten gekregen. De opgave om 1.000 extra woningen toe te voegen in het bestaand stedelijk gebied, is in het Actieprogramma verhoogd naar 1.250 extra woningen, vooral voor starters op de woningmarkt. Dit heeft eind 2006 geresulteerd in de gebiedsvisie open plekken Houten-Vinex. In deze visie zijn de nieuwe kaders voor de afbouw van de stad opgenomen, waarbij is ingezet op meer goedkope en sociale woningbouw. Ook de wens uit het Actieprogramma om kantoorlocaties om te zetten naar woningen is hierin vastgelegd evenals het realiseren van 2 (kleine) complexen voor kamerbewoning voor jongeren.
Jaarstukken 2006
7
Een optelsom van de verschillende studies resulteert in een woningaantal dat uitkomt boven de doelstelling van 1.250 woningen die ons voor de doelgroepen voor ogen stond. De spoorverdubbeling is in 2006 in de fase van aanbesteding en contractering van het werk gekomen. Verder hebben in 2006 gesprekken plaatsgevonden tussen ProRail en de gemeente Houten over een fietsverbinding Nieuw Wulven, als aanvulling op bestaande afspraken over de spoorverdubbeling. Deze gesprekken hebben er toe geleid dat in januari 2007 overeenstemming is bereikt over de aanleg van deze nieuwe fietsverbinding. Voor wat betreft de tweede aansluiting op het Rijkswegennet zijn enkele belangrijke besluiten genomen die de aansluiting van Houten op de A12 dichterbij brengen. De langgekoesterde wens om meer (tijdelijke) winkels te realiseren in Houten-Zuid is in 2006 een stap(je) dichterbij gekomen. Er is overeenstemming bereikt over de vestiging van een extra (tijdelijke) supermarkt medio 2007 en er is eind 2006 een snackbar geopend. 3.
Een vitaal buitengebied met leefbare kernen, levensvatbare landbouw en recreatieve kwaliteit De gemeenteraad heeft een besluit genomen over het realiseren van een dorpshuis in Schalkwijk in combinatie met woningbouw in het gebied De Groes. Het programma van eisen is tot stand gekomen in nauwe samenspraak met de inwoners van Schalkwijk. De inzet is om in het dorpshuis aanvullende functies onder te brengen, zoals een peuterspeelzaal, een inloopspreekuur voor ouderen en een wzwloketfunctie (wonen, zorg en welzijn). Verder hebben we in 2006 voorbereidingen getroffen om samen met de inwoners van de kleine kernen dorpsvisies te ontwikkelen, om te beginnen in Schalkwijk. Met de provincie is daarvoor in 2006 een convenant afgesloten, waarmee een financiële bijdrage is veiliggesteld. Voor Tull en ’t Waal zijn plannen opgesteld voor gefaseerde woningbouw aan de Strijpweg. In ’t Goy hebben we via een collegebezoek geïnventariseerd wat er leeft. Er is geen behoefte aan een leefbaarheidsplan, maar wel aan concrete zaken als beter openbaar vervoer en verkeersveiligheid. In het kader van het project “busje komt zo” is onderzoek gestart naar de mogelijkheid om beter openbaar vervoer aan te bieden van en naar de kleine kernen. In het Actieprogramma hebben we aangekondigd dat we de kansen van het prachtige buitengebied van Houten beter willen benutten, vooral op het gebied van natuur en recreatie. Op dit vlak hebben we in 2006 enkele concrete resultaten geboekt. Zo hebben we verschillende wandelinitiatieven met goed resultaat afgerond: het natuurpad Schalkwijk, de Vogelgids in en om Houten en de Kromme Laan van De Wickenburg. Verder zijn de eerste schetsontwerpen voor het Speelnatuurgebied Nieuw Wulven gemaakt en is het project aardkundige waarden is van start gegaan. Het gebied van de Kromme Rijn en het Eiland van Schalkwijk hebben we in samenwerking met andere partijen op de beleidsmatig-politieke kaart van hogere overheden gekregen. Daaraan hebben we steeds onze visie op een groen, blauw, open en recreatief aantrekkelijk buitengebied gekoppeld. 4. De handen uit de mouwen voor een slagvaardig bestuur In het kader van het onderwerp “dienstverlening zonder bureaucratische rompslomp” uit het Actieprogramma is in december 2006 het programmaplan “slagvaardig Houten” aan de raad gepresenteerd. De uitvoering hiervan is in 2007 gestart. Verder heeft het college, vooruitlopend op de begin 2007 vastgestelde communicatienota, al bij diverse projecten invulling gegeven aan de wens om inwoners tijdig te betrekken bij de gemeentelijke plannen. De inrichting van het Park-West en het speelbos Nieuw Wulven zijn voor ons goede voorbeelden van hoe burgerparticipatie kan leiden tot beleid dat beter aansluit bij de wensen van de inwoners.
Jaarstukken 2006
8
Bij deze nieuwe manier van communiceren horen ook andere vormen van consulteren. Voor 2006 kunnen we als concrete voorbeelden noemen: het ontwikkelen van een burgerpanel, het inzetten van verschillende instrumenten van wijkgericht samenwerken (en het onderzoeken van de mening van de burgers over deze instrumenten), het onderzoek naar de externe communicatiemiddelen van de gemeente, het onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid en de leefbaarheidsmonitor. De voor 2006 geplande opening van de Gemeentewinkel is helaas enigszins vertraagd, maar begin 2007 zijn dan toch de deuren van de nieuwe centrale publieksruimte geopend onder de naam GemeenteIngang. De organisatieontwikkeling en de renovatie hebben als motor gewerkt om begin 2007 daadwerkelijk digitale dienstverlening te leveren, inclusief DigiD en elektronisch betalen.
Jaarstukken 2006
9
Jaarstukken 2006
10
Analyse rekeningsaldo 2006 versus begroting 2006 Algemeen Het resultaat 2006 van de gemeente Houten is positief en bedraagt € 571.621. Het betreft het resultaat van de algemene dienst en het resultaat op de grondexploitatie. De opbouw van het resultaat is als volgt: resultaat algemene dienst + € 573.544 resultaat grondexploitatie -/€ 1.923 + € 571.621 Resultaat Grondexploitatie Voor een toelichting op het resultaat van de grondexploitatie (negatief € 1.923) wordt verwezen naar programma 1 (Afbouw van de stad) en de paragraaf Weerstandsvermogen grondexploitatie / Grondbeleid. Resultaat Algemene Dienst Het rekeningresultaat bedraagt positief € 573.544 (begroting positief € 894.558). In dit hoofdstuk wordt een nadere analyse gegeven van het verschil tussen het rekeningresultaat en het begrote resultaat 2006. Hierbij worden de belangrijkste verschillen op hoofdlijnen toegelicht. Het betreft een toelichting op concernniveau, waardoor een ander inzicht ontstaat dan de gedetailleerde toelichtingen per (deel)programma. Overzicht afwijking begroting 2006 en jaarrekening 2006 (Algemene Dienst) Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), maken mutaties (stortingen en onttrekkingen) op de (bestemmings)reserves onderdeel uit van de resultaatbestemming. In de jaarrekening zijn de voorgenomen mutaties dan ook nog niet in het resultaat verwerkt. Er vindt hierover afzonderlijke besluitvorming plaats, op grond van het (bijgevoegde) raadsvoorstel bij het jaarverslag 2006. Uitzondering hierop zijn de mutaties waarover de raad al eerder een besluit nam. Deze mutaties zijn al wel verwerkt in het jaarverslag. In de onderstaande tabel wordt het verloop van het begrotingssaldo 2006 weergegeven en vergeleken met het jaarrekeningresultaat 2006. Omschrijving Begroting 2006 e 2 bestuursrapportage 2005 e 1 bestuursrapportage 2006 e 2 bestuursrapportage 2006 Totaal 2006
Begroting 2006 -37.285 334.637 53.207 543.999 894.558
Jaarrekening 2006
Verschil
573.544
-/- 321.014
De wijzigingen uit de verschillende bestuursrapportages op de begroting 2006 zijn aan het einde van dit hoofdstuk opgenomen. Zoals uit de tabel blijkt, bedraagt de afwijking tussen het saldo van de begroting 2006 en dat van de jaarrekening 2006 € 321.014 negatief. Hieronder wordt dit verschil op hoofdlijnen geanalyseerd (V=voordelig en N=nadelig).
Jaarstukken 2006
11
Analyse verschil op hoofdlijnen Het verschil tussen de begroting 2006 en de rekening 2006 ad € 321.014 nadelig kan als volgt worden uitgesplitst: Bedragen x € 1
Omschrijving Personeelslasten inclusief inhuur kosten derden, exclusief BOOH Rente BTW Compensatiefonds (Inhaal)afschrijvingen Elektriciteit/gas Ruimen explosieven inundatiekanaal Schadeherstel Algemene uitkering Ontvangen dividend Ontvangen leges rijbewijzen Ontvangen subsidie wegen/verlichting Woonvoorzieningen gehandicapten Leerlingenvervoer Vrijval bestemmingsreserve overlopende posten Diversen
Baten
Lasten
Subtotaal
1.057.946 V
280.498 118.524 124.280 70.664 290.451 170.447 224.339 99.757 588.665 59.106 148.233 108.938 64.730 55.916 32.358
Totaal
N N N N N N N N
V V V V V V V 1.378.960 N 321.014 N
De afwijkingen op de verschillende posten wordt hierna verder toegelicht. Personeelslasten inclusief inhuur kosten derden, exclusief BOOH (€ 280.498 N) Het nadelige verschil op personeelslasten bestaat uit een viertal posten, te weten: Bedragen x € 1
Salarissen en sociale lasten (inclusief BOOH) Correctie voor het aandeel van de BOOH Inhuur kosten derden Vergoeding gedetacheerd eigen personeel Totaal
V N N V N
1.454.625 273.925 1.509.219 48.021 280.498
In de volgende tabel worden deze posten nader gespecificeerd.
Jaarstukken 2006
12
Bedragen x € 1
Salarissen en sociale lasten (inclusief BOOH)
Bedrag
Begroting 2006 Rekening 2006 Verschil
22.610.206 21.155.581 1.454.625
Analyse
Nadelig
Ambtelijke dienst Salarissen en sociale lasten voornamelijk i.v.m. vacatures Toelagen Uitkeringen (voormalig) wethouders/werknemers
V
Voordelig 1.524.207
343.511 4
Onderwijzend personeel Salarissen en sociale lasten Subtotaal
343.511
Totaal
273.925 1.798.136 -343.511 1.454.625
In het overzicht hierna worden de begrote en de werkelijke personeelskosten voor de gemeente naast elkaar gezet. Overzicht personeelskosten Bedragen x € 1
Omschrijving Salarissen en sociale lasten Toelagen Uitkering (voormalig) wethouders/werknemers Subtotaal Onderwijzend personeel: Salariskosten onderwijzend personeel Totaal generaal *
Begroting 2006
Werkelijk 2006
Verschil
17.683.182 547.702
16.158.975 891.213
1.524.207 -343.511
229.322
229.318
4
18.460.206
17.279.506
1.180.700
4.150.000 22.610.206
3.876.075 21.155.581
273.925*) 1.454.625
Tegenover dit verschil staat een overeenkomstig aangepaste rijksbijdrage van het Rijk. Zie de daar openomen toelichting.
In de tweede bestuursrapportage 2006 hebben wij een prognose gegeven van de onderuitputting op de salariskosten. Op basis van de peildatum 1 augustus 2006 is toen het verdere verloop van de salariskosten voor het jaar berekend. Ten opzichte van de in de begroting 2006 geraamde kosten van salarissen en sociale lasten, werd een onderuitputting van € 1.268.400 geprognosticeerd (exclusief afdeling Projectontwikkeling). Dat betreft lagere uitgaven als gevolg van (nog) niet vervulde vacatures of frictieruimte die ontstaat, omdat na een ontslag meestal niet direct een nieuwe medewerker kan worden aangesteld of formatie die bewust niet blijvend is ingevuld vanwege de invoering van het directiemodel. Daarnaast kan onderuitputting ontstaan als gevolg van een verschil tussen het maximum van de schaal en de werkelijke kosten. De onderuitputting is ingezet als dekking van de uitgaven voor inhuur van derden. Op de post Toelagen is een overschrijding te zien van € 343.511. Reden hiervoor is dat in de begrote salarissen diverse toelagen (o.a. onregelmatigheidstoeslagen) zijn meegenomen terwijl ze in de realisatie op de post Toelagen worden verantwoord. Naast de kosten van salarissen en sociale premies voor het ambtelijk personeel, heeft de gemeente ook te maken met de kosten voor het onderwijzend personeel. Uit de jaarrekening van de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH) over 2006 blijkt dat er ten opzichte van de begroting 2006 € 273.925 minder is uitgegeven. Hier tekenen wij bij aan dat de rijksbijdrage salariskosten onderwijzend personeel die hier tegenover staat, overeenkomstig wordt aangepast. Jaarstukken 2006
13
Inhuur kosten derden Bedragen x € 1
Personeel van derden
Bedrag
Begroting 2006 Rekening 2006 Verschil
lasten lasten
Analyse
Nadelig
Inhuur personeel managementniveau Inhuur personeel uitvoerend niveau Inhuur personeel exploitatieprojecten Subtotaal Vergoeding gedetacheerd eigen personeel Totaal
33.874 1.431.615 43.730 1.509.219
*
2.404.567 3.865.765 1.461.198
N
Voordelig
48.021 *)1.461.198
Van dit bedrag is € 176.339 via de producten doorbelast aan Projectontwikkeling. Omdat voor die kosten dus dekking aanwezig is, blijft dat bedrag buiten de analyse van de onderuitputting en de dekking van de kosten van inhuur, die voor de Algemene Dienst € 3.689.426 hebben bedragen.
Algemeen Voor de inhuur van externe deskundigen onderscheiden we de volgende categorieën: 1. Vinex en andere projecten (conform eerdere afspraken met betrekking tot piek bezetting tijdens de groei). 2. Incidentele taken, die een eenmalige specifieke deskundigheid vragen. 3. Inhuur personeel in verband met frictie in bezetting (vacatures, langdurig zieken en dergelijke). Ad 1. De gemeente heeft een grootschalige en langdurige groeitaak die een eenmalig karakter heeft. Bij de start van Vinex is gekozen om, in aansluiting op de aanpak van de vorige groeitaak, de organisatie als volgt op te zetten: - de regietaak wordt in eigen huis gestalte gegeven door de afdeling projecten en projectleiders, terwijl een gecoördineerde aansturing vanuit het college plaatsvindt; - er is geen eigen organisatie ten behoeve van eenmalige inhoudelijke taken opgericht; - externe deskundigheid wordt ingehuurd ten behoeve van de ontwikkeling en realisatie van de bouwtaak op omvang en niveau van de Vinex-taak (inhuur ontwerpdisciplines: stedenbouw, landschap, civieltechniek c.a., verkeer en milieu op niveau van ontwerpteam en projectgroepen); - externe capaciteit wordt aangetrokken voor directievoering op bouwlocaties. Aspecten die hierbij een belangrijke rol spelen: - het voorkomen van problemen als gevolg van de opzet en bedrijfsvoering van een omvangrijke tijdelijke organisatie gericht op grootschalige groei; - het risico van een dergelijke bedrijfsvoering bij derden leggen (piekbelasting, continuïteit specialistische deskundigheid); - het risico van de afbouw van een tijdelijke organisatie bij derden leggen. De dekking van de kosten van deze vorm van inhuur, vindt plaats ten laste van de kredieten ten behoeve van projecten binnen de Algemene Dienst en de grondexploitatie Vinex. Ad 2. Voor behandeling van incidentele vraagstukken, die een eenmalige zeer specifieke deskundigheid vragen, wordt ook extern personeel ingehuurd. Het kan daarbij gaan om kortdurende projecten, maar ook om projecten waarvoor langere tijd nodig is, zoals de invoering van de Organisatieontwikkeling e.d. De kosten van deze vorm van inhuur worden betaald uit speciaal daarvoor beschikbaar gestelde kredieten.
Jaarstukken 2006
14
Ad 3. Door allerlei omstandigheden kan het nodig zijn personeel in te huren. Een belangrijke factor daarbij is de ruimte op de arbeidsmarkt. Als sprake is van onderbezetting vacatures of werkzaamheden niet uitgesteld kunnen worden, wordt gebruik gemaakt van extern personeel via uitzendbureaus of andere gespecialiseerde bureaus. De inhuur is dan ter overbrugging van een periode tot dat personeel in gemeentedienst kan worden aangesteld. Een zelfde situatie doet zich voor bij de vervanging van (langdurig) zieken, zwangerschapsverlof e.d. Soms doet zich een piek voor in het werk of moet er ter realisering van de groeitaak extra personeel worden ingehuurd. De kosten van extra personeel, ter vervanging bij vacatures en ziekte, komen ten laste van de reguliere personeelsbudgetten. De kosten van extra personeel in verband met pieken in het werk of de realisering van de groeitaak, komen (meestal) ten laste van speciaal daarvoor beschikbaar gestelde budgetten. Specifiek Bij de tweede bestuursrapportage 2006 hebben wij de tot dan gemaakte kosten inhuur derden berekend. Vervolgens is een berekening gemaakt van de voor de rest van 2006 te verwachten kosten op basis van extrapolatie uitgaande van de stand per 1 september. Het totale budget voor de inhuurkosten derden, ten laste van de Algemene Dienst is bij deze tweede bestuursrapportage geraamd op € 2.823.030. In werkelijkheid is een voor een bedrag van € 3.360.719 (exclusief ten behoeve van specifiek projecten) ingehuurd. Na peildatum van de bestuursrapportage (1 september 2006) is een grotere inzet van externe inhuur noodzakelijk geweest vanwege een grotere uitstroom, het later vervullen van vacatures en meer personele knelpunten dan was geprognosticeerd. Uitgangspunt blijft dat inhuur derden binnen de financiële kaders moet blijven. De kosten voor de inhuur kunnen voor een groot gedeelte gedekt worden uit de drie dekkingsmiddelen, te weten: 1. Begrote kosten inhuur externen. 2. Onderuitputting op de salariskosten (voor nadere specificatie: zie hieronder). 3. Ontvangen bedragen van USZO/UWV ten behoeve van ziekte en zwangerschappen. Inhuurkosten derden In onderstaand overzicht zijn de kosten voor inhuur van derden, voor de jaren 2005 en 2006 naast elkaar gezet. Bedragen x € 1
Omschrijving
Jaarrekening 2005
Grondexploitatie Specifieke projecten Algemene Dienst Totalen
Jaarrekening 2006
5.038.284 118.284 1.943.341 7.099.909
4.249.749 376.728 3.360.719 7.987.196
Dekking voor inhuurkosten derden Algemene Dienst In onderstaand overzicht is de dekking weergegeven voor de inhuurkosten derden Algemene Dienst. Bedragen x € 1
Omschrijving
Bedragen
Kosten inhuur derden Dekkingsmiddelen: Begrote kosten inhuur derden (exclusief ten behoeve van specifieke projecten) Onderuitputting salariskosten 2006 Vergoedingen USZO/detachering Totaal (dekkingstekort)
3.360.719
- 1.767.646 - 844.348 - 322.107 426.618
Conclusies: 1. De kosten van de inhuur ten laste van de grondexploitatie zijn ten opzichte van 2005 met 15% gedaald. Voornaamste reden hiervoor is dat er in vergelijking tot 2005 minder werken binnen de projecten liepen en een aantal projectplannen zich in een afrondende fase bevond waardoor minder inhuur benodigd was op het gebied van voorbereiding, toezicht en uitvoering. Over het algemeen geldt dat het lastig is de kosten voor inhuur goed te begroten. Reden hiervoor is dat het
Jaarstukken 2006
15
bouwvolume op een Vinexlocatie door vele externe factoren wordt beïnvloed en zich dus moeilijk laat plannen. 2. In 2006 zijn de kosten voor specifieke projecten toegenomen ten opzichte van 2005. Tegenover deze extra kosten staan budgetten die beschikbaar zijn gesteld. Het gaat hierbij om producten zoals Huisvesting, Vergunningen, Afval en Wmo. 3. De kosten inhuur derden van de Algemene Dienst, kunnen voor een groot gedeelte gedekt worden vanuit de verschillende dekkingsmiddelen. Echter door extra inhuur vanuit de bouwleges, de aanloop in 2006 naar het directiemodel en opvang van drukke werkzaamheden bij diverse afdelingen vallen de kosten voor inhuur derden hoger uit dan in 2005. Onderuitputting Onder onderuitputting verstaan we de ruimte tussen de begrote salariskosten en de werkelijk uitgegeven salarislasten. Deze onderuitputting kan ontstaan door vacatureruimte, of door een verschil tussen het maximum van de functieschaal en de werkelijke kosten. De ruimte door onderuitputting kan een afdelingshoofd gebruiken voor de inhuur van extern personeel. In het volgende overzicht is de begroting afgezet tegen de werkelijke salariskosten van 2006. Het betreft hier overigens niet alle posten; de kosten van Bestuursorganen en de toelagen vrijwillige brandweer blijven buiten beschouwing. Het gaat hier alleen om de salariskosten, niet om de totale personeelskosten. Specifieke toelagen, kosten van kinderopvang, decentrale budgetten en dergelijk worden buiten de vergelijking gehouden. Bedragen x € 1
Afdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting Sector Middelen Sector Samenleving Sector Ruimtelijk Beheer Sector Stadsontwikkeling Subtotaal 1 Af: SO- projectontwikkeling Onderuitputting Algemene Dienst
Begroting 2006
Salariskosten 2006
1.283.636 4.317.838 2.641.098 5.815.206 2.369.987 16.427.765
1.170.338 3.967.960 2.586.357 5.513.901 1.952.112 15.190.614
Onderuitputting 2006 113.298 349.878 54.741 301.305 417.875 1.237.151 392.803 844.348
Rente (€ 118.524 N) Het nadeel op de post rente bestaat uit drie posten, te weten: 1. Rente financieringssaldo (€ 256.863 N) In de bestuursrapportages van 2006 is van een aantal grote investeringen de kapitaallast afgeraamd. De reden hiervoor was dat bij het opstellen van het jaarverslag 2005 een groot aantal investeringen niet is afgesloten, omdat deze investeringen niet waren opgeleverd. Hierdoor worden in 2006 geen kapitaallasten gegenereerd, terwijl deze bij het opstellen van de begroting 2006 wel waren voorzien. Bij het aframen van de kapitaallasten is ook het rentedeel van de kapitaallasten afgeraamd. In 2006 zijn de uitgaven voor diezelfde investeringen echter wel grotendeels gedaan en heeft dus ook financiering van deze bedragen plaatsgevonden. Hiervoor was een rentelast van € 236.177 bijgeraamd, echter abusievelijk onder de kapitaallasten bij de algemene baten en lasten i.p.v. onder saldo financieringsfunctie. Hierdoor is op de saldo financieringsfunctie een nadeel verantwoord van € 256.863, maar dit wordt dus voor € 236.177 gecompenseerd door de onderschrijding bij de algemene baten en lasten, onderdeel kapitaallasten. 2. Rente verstrekte langlopende geldleningen (€ 82.960 V) Het voordeel op de ontvangen rente van verstrekte langlopende geldleningen wordt vooral verklaard door: De ontvangen rente over de hypothecaire geldlening aan tennisvereniging Atalanta. e In de 2 bestuursrapportage 2006 is de begrote renteopbrengst met betrekking tot deze geldlening afgeraamd, omdat tijdens het opstellen van de bestuursrapportage werd verwacht dat de lening niet in 2006 bij de notaris zou passeren en het aflossingsschema daardoor pas in 2007 in werking zou treden. Eind 2006 is de hypothecaire geldlening echter nog wel bij de no1
betreft onderuitputting van de afdeling Projectontwikkeling. Deze onderuitputting wordt meegenomen in de resultaatbepaling van de grondexploitatie.
Jaarstukken 2006
16
taris gepasseerd. Atalanta heeft vervolgens de rente en aflossing over het gehele boekjaar 2006 alsnog voldaan, waardoor aan rente een bedrag van € 52.934 is ontvangen. De ontvangen rente over de hypothecaire geldlening aan Taurus. In de begroting 2006 is de rente-inkomst van € 38.272 op de verstrekte geldlening aan Taurus afgeraamd, omdat deze geldlening in 2006 ineens is afgelost. Bij de volledige aflossing van de lening in 2006 is de rente van € 38.272 echter wel ontvangen. 3. Rente opgenomen langlopende geldleningen (€ 55.379 V) De rentelasten in de begroting 2006 zijn bepaald aan de hand van het saldo van de opgenomen geldleningen per 1 januari 2006. Hierbij is echter geen rekening gehouden met het feit dat voor de meeste leningen de betaling van de rente en aflossing pas in 2007 plaatsvindt. In de realisatie wordt hiermee wel rekening gehouden door het opnemen van een transitorische rentelast. Deze transitorische rentelast staat als nog te betalen bedrag op de balans. Omdat de last in de afgelopen jaren is gevormd, hoeft jaarlijks alleen het verschil in transitorische rentelast tussen het huidige en het voorgaande boekjaar als rentelast te worden gemuteerd. Door het niet verwerken van de transitorische rentelast in de begroting, worden de rentelasten te hoog begroot. Hierdoor ontstaat in 2006 een voordelig verschil van € 55.379. BTW Compensatiefonds (€ 124.280 N) Het nadelige verschil op het BTW Compensatiefonds valt uiteen in twee componenten, te weten: 1. Verevening BTW Compensatiefonds (€ 27.151 N) De verevening is het bedrag aan BTW dat de gemeente in het kader van het BTW Compensatiefonds niet vergoed krijgt. In de begroting 2006 is rekening gehouden met een bedrag van € 190.000 als gevolg van de verevening van 5%. In werkelijkheid is de totale last uitgekomen op € 217.151. 2. Nacalculatie Btw Compensatiefonds (€ 97.129 N) Voor de diverse kostenplaatsen, zijn door de belastingdienst voorcalculatorische Btw-tarieven vastgesteld. Deze Btw-tarieven gelden voor 5 jaar (boekjaar 2005 tot en met boekjaar 2009). Op basis van de voorcalculatorische Btw-tarieven en de daadwerkelijke lasten die op de diverse kostenplaatsen worden verantwoord, wordt gedurende het boekjaar de Btw-last gecompenseerd bij het Btw Compensatiefonds. Bij het opstellen van het jaarverslag wordt een nacalculatie opgesteld. Hierbij wordt de werkelijke Btw-last, die wordt bepaald aan de hand van de verantwoorde facturen, vergeleken met de voorcalulatorisch verantwoorde Btw-last. In 2006 is uit deze nacalculatie gebleken dat er € 97.129 te veel aan Btw gecompenseerd is bij het Btw Compensatiefonds. Dit verschil wordt voornamelijk verklaard, doordat de lasten met betrekking tot de onderwijsaccommodaties op voorcalculatorische basis grotendeels als compensabel worden aangemerkt. In werkelijkheid zijn deze lasten echter grotendeels niet compensabel, waardoor achteraf een groot deel van de Btw op deze lasten alsnog afgedragen moet worden. (Inhaal)afschrijving (€ 70.664 N) In 2006 hebben de volgende (inhaal)afschrijvingen plaatsgevonden: 1. Op de aanlegkosten van sportcomplex Oud Wulven is € 9.023 versneld afgeschreven, omdat in 2005 één van de natuurgrasvelden van het bestaande sportcomplex Oud Wulven is vervangen door een kunstgrasveld. 2. Vanwege de verkoop van tenniscomplex Schalkwijk is de investering in de aanlegkosten versneld afgeschreven. Dat heeft tot een inhaalafschrijving van € 35.485 geleid. 3. Een integratieheffing met betrekking tot de investering in Kunstgrasveld Oud Wulven heeft ten opzichte van de begroting een extra afschrijvingslast ten opzichte van € 5.110 opgeleverd. 4. De suppletieopgaaf BTW Compensatiefonds 2005 heeft voor de investering in de noodlokalen De Heemlanden (bouw) een hogere afschrijvingslast tot gevolg. Ten opzichte van de begroting 2006 is het verschil € 39.241. 5. Als gevolg van de teruggave van BTW op sportaccommodaties door toepassing van het Sportbesluit hebben op de volgende investeringen negatieve (inhaal)afschrijvingen plaatsgevonden: sporthal Molenzoom: bouw € 14.363 en inrichting € 1.765 gymlokaal De Vlinder: bouw € 1.088 en inrichting € 178 gymlokaal De Plantage: bouw € 700 en inrichting € 101
Jaarstukken 2006
17
Elektriciteit/gas (€ 290.451 N) Het nadeel op de lasten van elektriciteit en gas kan worden verklaard door de algemene stijging van de energiekosten. Vooral op de onderwijsaccommodaties heeft dit een groot financieel nadeel tot gevolg (€ 152.538). Bij de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH) is € 64.371 aan energielasten in de jaarrekening verantwoord, terwijl deze (tezamen met andere) kosten van BOOH onder een andere (algemene) post was begroot. Ruimen explosieven inundatiekanaal (€ 170.447 N) De raad heeft op 20 december 2005 ingestemd met de opsporing en ruiming van de explosieven in het inundatiekanaal. De werkzaamheden zijn in augustus 2006 gestart. Voor de kosten van het project heeft de gemeente subsidie aangevraagd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Er is daarbij altijd sprake van een eigen bijdrage van € 2,50 per inwoner en 20% van de rest van de kosten. De subsidie wordt uitgekeerd op basis van een verdeling van het totaalbedrag dat beschikbaar is. De laatste jaren lag de vergoeding rond de 50% van het declarabele bedrag. Bij de start van het project werd geschat dat de financiële consequentie voor de gemeente Houten lag de tussen € 250.000 tot € 500.000. In de begroting 2006 (middels de 2 bestuursrapportage 2006) is het minimale bedrag van € 250.000 opgenomen. De hoeveelheid aangetroffen munitie is echter groter dan verwacht. Ook wordt munitie aangetroffen in gedeelten van het kanaal die niet verdacht waren. Daarnaast wordt door de grote hoeveelheid puin in het kanaal het zoeken en uitzeven van de munitie vertraagd. In 2006 is al € 420.000 aan kosten verantwoord. Aangezien het project nog loopt en naar verwachting pas in juni 2007 zal zijn afgerond, zullen deze kosten nog verder oplopen. Bij de in 2006 verantwoorde kosten is echter nog geen rekening gehouden met de subsidie van het Ministerie, omdat duidelijkheid over de hoogte van het subsidiebedrag pas naar verwachting na 1 oktober 2007 zal ontstaan. Schadeherstel (€ 224.339 N) In 2006 is € 250.938 uitgegeven voor het herstel en voorkomen van schade door vandalisme e.d. Van de schade kon slechts een klein deel (€ 26.599) worden verhaald op de daders. Vooral de schade aan schoolgebouwen was in 2006 hoog (€ 135.876). Gezien het feit dat schade door vandalisme e.d. niet op voorhand is in te schatten, zijn deze lasten niet meegenomen in de begroting en ontstaat dit nadeel. Algemene uitkering (€ 99.757 N) Het nadeel op de algemene uitkering wordt verklaard door twee factoren, te weten: Een voordeel op de algemene uitkering van circa € 45.200 (gezien de grootte van het bedrag wordt dit verschil niet nader toegelicht). Een nadeel op de behoedzaamheidreserve van € 145.000. Dit nadeel ontstaat doordat uit de voorlopige rekening 2006 van het Rijk blijkt dat de behoedzaamheidreserve voor slechts € 26,694 miljoen tot uitkering zal komen. Hierdoor ontvangt de gemeente Houten over 2006 een behoedzaamheidreserve van circa € 45.000. Ten tijde van de septembercirculaire 2006 was de verwachting nog dat een bedrag van € 124 miljoen uitgekeerd zou worden, waardoor in de begroting 2006 een behoedzaamheidreserve van € 190.000 is opgenomen. Ontvangen dividend (€ 588.665 V) Het voordeel op de post Ontvangen dividend wordt vooral veroorzaakt door: 1. Een incidentele uitkering van Vitens van € 524.151. In 2006 in Hydron gefuseerd met Vitens. Bij deze fusie is bepaald dat (een deel van) de overwaarde van Hydron uitgekeerd wordt aan de aandeelhouders. Op grond hiervan is aan de gemeente Houten een bedrag van € 524.151 toegekend. Dit bedrag is als een incidentele bate op programma 9 verantwoord. Om de solvabiliteit van Vitens niet in gevaar te brengen, is ook besloten dat de aandeelhouders het toegekende bedrag direct aan Vitens moeten uitlenen in de vorm van een achtergestelde lening. De aandeelhouders hebben vervolgens de keuze gehad de achtergestelde lening in 2007 ineens af te laten lossen door Vitens of de achtergestelde lening te continueren met een looptijd van 15 jaar. Hierdoor is op de balans een achtergestelde lening aan Vitens opgenomen voor hetzelfde bedrag. De gemeente Houten heeft ervoor gekozen de achtergestelde lening te continueren en in 15 jaar af te laten lossen.
Jaarstukken 2006
18
Deze transactie heeft per 30 september 2006 plaatsgevonden. Omdat deze datum na de peildae tum van de 2 bestuursrapportage ligt, is deze incidentele bate niet in de begroting 2006 verantwoord. 2. Twee uitkeringen van de BNG. Over het boekjaar 2005 is een dividend ontvangen van € 14.976. Daarnaast is een extra uitkering ten laste van de reserves van de BNG ontvangen van € 56.035. Tot deze extra uitkering is pas eind 2006 besloten en om die reden is het bedrag niet in de bestuursrapportage 2006 meegenomen. Ontvangen leges rijbewijzen (€ 59.106 V) Bij het opstellen van de begroting is een lager bedrag aan leges (prijspeil 2005) per product begroot dan werkelijk in 2006 (hoger door tariefaanpassingen 2006) is ontvangen. Daarnaast zijn er meer reis- en rijdocumenten verstrekt dan begroot. Vooral het nieuwe rijbewijs (creditcard formaat) dat vanaf 1 oktober 2006 beschikbaar kwam heeft geleid tot extra inkomsten. Ontvangen subsidie wegen/verlichting (€ 148.233 V) In 2006 zijn er voor het product Wegen en voor het product Straatverlichting subsidies ontvangen die niet in de begroting 2006 zijn meegenomen. Het betreft: Een subsidie van € 45.983 voor wegen. De uitgaven hiervoor worden echter pas in 2007 gedaan. Een subsidie van € 102.250 voor straatverlichting. Deze subsidie was al in 2005 toegezegd door de BRU en daarom in de begroting 2005 verwerkt. De ontvangst is echter pas in 2006 gerealiseerd. Woonvoorzieningen gehandicapten (€ 108.938 V) In 2006 is een bijdrage van het rijk ontvangen voor enkele grote (dure) woningaanpassingen. Deze woningaanpassingen waren echter al vorig jaar aangevraagd en gerealiseerd. Hierdoor staan er tegenover de bate in 2006 geen lasten. Leerlingenvervoer (€ 64.730 V) In 2006 zijn de kosten voor leerlingenvervoer om verschillende redenen lager dan begroot, te weten: 1. In 2006 waren er minder leerlingen die naar een verre bestemming hoefden te worden vervoerd dan verwacht. 2. In het kader van kostenbeheersing wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk te werken met gecombineerde ritten (dit zijn ritten waarbij leerlingen die naar verschillende scholen vervoerd worden, bij elkaar in een taxi zitten). In 2006 was een efficiënte indeling van de ritten goed mogelijk. 3. Met de groei van Houten is ook rekening gehouden met groei van het aantal leerlingen dat een beroep doet op het leerlingenvervoer. Deze groei was in 2006 minder sterk dan verwacht. Dit heeft tot een voordeel van € 64.730 geleid. Vrijval bestemmingsreserve overlopende posten (€ 55.916 V) De bestemmingsreserve overlopende posten is middels de resultaatbestemming bij het jaarverslag 2005 gevormd. Deze reserve heeft als doel de kosten, die gekoppeld zijn aan het realiseren van beleidsdoelen in jaar x, ook ten laste te brengen van de door de raad daarvoor beschikbaar gestelde budgetten in jaar x. De toevoegingen en onttrekkingen aan deze reserve vinden, door de raad, in het resultaatbestemmende gedeelte van het jaarverslag plaats. Door de raad middels een winstbestemmingsvoorstel in jaar x expliciet te laten beslissen over de bestemming van het bedrag dat wordt gestort in de bestemmingsreserve overlopende posten, kan de onttrekking al in jaar x+1 worden verwerkt. Hierdoor heeft de budgethouder gedurende het jaar x+1 een goed overzicht over de beschikbare budgetten. De bestemmingsreserve overlopende posten wordt zo gebruikt als een soort tussenrekening, waarvan het feitelijke saldo € 0,00 bedraagt. Middels de resultaatbestemming 2005 is een bedrag van € 55.916 toegevoegd aan de bestemmingsreserve overlopende posten. De kosten van deze overlopende posten zijn in 2006 echter functioneel verantwoord, waardoor het gereserveerde bedrag in de bestemmingsreserve in 2006 is vrijgevallen en hier een incidenteel voordeel van € 55.916 ontstaat.
Jaarstukken 2006
19
Wijzigingen in de begroting 2006 In onderstaande tabel zijn alle wijzigingen op de (primitieve) begroting 2006 weergegeven, zoals verantwoord in de betreffende bestuursrapportages. Omschrijving
Begroting 2006
Bedragen x € 1 Voordelig / Nadelig
Saldo begroting 2006 (primitieve begroting)
-37.285
2e bestuursrapportage 2005 Indicatiestelling AWBZ Algemene Uitkering Overige Totaal
123.000 175.222 36.637 334.637
V V V V
1e bestuursrapportage 2006 Renovatie gemeentehuis Uitvoeringsregeling FPU gemeenten Piketdiensten en gladheidbestrijding Vrijval kapitaallasten / rentelasten Algemene Uitkering Stelpost vervangingsinvesteringen I&A Stelpost resultaat Vinex Diversen Totaal
329.766 108.000 90.000 180.210 246.599 300.103 106.153 39.786 53.207
N N N V V V N N V
2e bestuursrapportage 2006 Computernetwerk uitwijklocatie brandweerhuis Taxatie gemeentelijke gebouwen en inventarissen Voortzetting project De Buren in Houten Zuidoost Inundatiekanaal Openbare verlichting Deregulering Wisseling collegebestuur Burgerzaken Nutsbedrijven Buitensportaccommodaties Algemene uitkering Stelposten Diversen Totaal
141.616 43.000 35.000 250.000 225.000 21.225 127.000 68.409 224.250 56.176 646.371 435.054 77.482 543.999
V N N N N N N N V N V V N V
Saldo begroting 2006 (na wijzigingen)
894.558
De wijzigingen zijn bij het vaststellen van de betreffende bestuursrapportages door de Raad geaccordeerd en vervolgens als wijziging op de begroting 2006 verwerkt. Toelichtingen op deze wijzigingen zijn opgenomen in de betreffende bestuursrapportages.
Jaarstukken 2006
20
Jaarverslag
Jaarstukken 2006
21
Jaarstukken 2006
22
Programma’s
Jaarstukken 2006
23
Jaarstukken 2006
24
1. Afbouw van de stad Omschrijving programma In zowel het Coalitieprogramma 2002-2006 als in het Raadsprogramma 2002-2006 heeft een goede afronding van de tweede bouwtaak een prominente plek gekregen. Het gaat hierbij om de afronding van het structuurmodel Houten-Vinex, de ontsluiting Houten via het rijkswegennet, de realisatie van het Masterplan Centrum en de realisatie van de spoorverdubbeling. Wat willen we bereiken? Voltooiing van de groei van Houten: het realiseren van een complete en bereikbare gemeente met een voorzieningenpakket dat is afgestemd op de behoefte van de burgers. Wat hebben we bereikt? Diverse deelplannen Vinex zijn conform planning opgeleverd en overgedragen; met andere is een start gemaakt. De gronduitgifte op de bedrijven- en voorzieningenterreinen verloopt zeer voorspoedig. Voor Castellum is de proefverkaveling door de raad vastgesteld, waarmee de kaders voor ontwikkeling zijn vastgelegd. In het Centrum is de realisatiefase aangebroken: de bouw van het Cultuurcentrum en complex De Slinger, evenals de renovatie van het gemeentehuis zijn in uitvoering. Tegelijkertijd heeft aanbesteding en contractering van het werk ten behoeve van de spoorverdubbeling plaatsgevonden. Voor wat betreft de tweede aansluiting op het Rijkswegennet is een aantal bepalende besluiten genomen, dat de aansluiting van Houten op de A12 dichterbij brengt. Wat hebben we ervoor gedaan? Afronding deelplannen Vinex Woningbouw In 2006 zijn de woningen van De Kniphoek opgeleverd en ook de Kniphoekbrug. De woningbouwdeelplannen De Hoon III, De Hoon IIIa en Loerik V zijn in aanbouw genomen en deels opgeleverd. Van de Hoon IV is de eerste verkoopfase gestart. De planontwikkeling van Hofstad III is nog niet gestart; wel is overeengekomen dat Mega Projecten hier het exclusieve zelfrealisatierecht heeft en Rotij Projecten in Castellum-Oost. De ontwikkelingen op het gebied van volkshuisvesting en woningbouw komen in programma 14 aan de orde. Werkgelegenheid Binnen het werkgelegenheidsgebied Koppeling/De Schaft zijn op basis van de twee vastgestelde proefverkavelingen (De Koppeling/De Schaft en wozoco/kerk) planologische procedures gestart voor een aantal bouwplannen (o.a. Getronics, de kerk, kinderdagverblijf en enkele bedrijfspanden op De Schaft). Het plan voor het oprichten van een woonzorgcomplex heeft stagnatie ondervonden als gevolg van een wijziging van de financieringsstructuur in de zorgsector. De positieve ontwikkeling van de Meerpaal heeft zich voortgezet. Het aantal uitgegeven kavels is ongeveer gelijk aan 2005, de gemiddelde omvang is kleiner. De geprognosticeerde gronduitgifte voor 2006 was 3,5 ha., terwijl de gerealiseerde uitgifte ruim 4 ha is. De ontsluitingsweg van de Meerpaal en Houten-Vinex-West (De Rede) is gereed gekomen. De bouw van de discotheek is in een afrondende fase gekomen; de daarbij gesitueerde kantoren zijn in 2006 opgeleverd. In 2005 is besloten voor het gebied, dat zich achter de Rabobank bevindt (inmiddels Loerik VI genoemd) een kantorenfunctie aan te houden. De ontwikkeling van dit gebied moet nog ter hand genomen worden. Het onderwerp werkgelegenheid komt uitgebreider aan bod in programma 9. Daar is ook een aantal kengetallen opgenomen.
Jaarstukken 2006
25
Voorzieningengebieden In Weteringhoek en de Kruisboog is meer grond uitgegeven dan in 2005. Geprognosticeerde grond2 2 verkoop was 9.500 m , gerealiseerd is ruim 9.700 m . In 2006 zijn infrastructurele voorzieningen getroffen ter verbetering van de verkeers- en parkeersituatie. Restplekken Vinex In 2006 is de gebiedsvisie open plekken Houten-Vinex vastgesteld. In deze visie zijn de nieuwe kaders voor de afbouw van de stad opgenomen, waarbij is ingezet op meer goedkope en sociale woningbouw. Voor enkele werkgelegenheidslocaties (kantorenstroken Leebrug I en Loerik III en bedrijventerrein Hofstad IV) is een omzetting naar woningbouw gecreëerd. Castellum In februari 2006 is de proefverkaveling voor het Castellum door de raad vastgesteld. Tevens zijn samenwerkingsovereenkomsten met de ontwikkelaars aan zowel de west- als oostzijde gesloten. Daarmee is een nieuw programma voor Castellum ontstaan, te weten: ca. 700 woningen 8.500 m² winkelvoorzieningen, horeca en baliefuncties ca. 14.600 m² kantoren (met de mogelijkheid deze om te zetten in extra woningen) parkeervoorzieningen spoorvoorzieningen Vervolgens zijn organisatorische afspraken gemaakt en is een efficiënte projectorganisatie opgezet. In projectgroepverband wordt hard gewerkt aan het optimaliseren van de verkaveling en het ontwerpen van de verschillende gebouwen en de openbare ruimte. De verwachting is dat deze in de eerste helft van 2007 gereedkomen. Masterplan Centrum In 2006 is voor iedereen in Houten de vernieuwing van het centrum zichtbaar geworden. Het is duidelijk dat Houten met een grootscheepse opwaardering van het centrum is gestart, passend bij de toekomstige omvang van 50.000 inwoners. Het Masterplan Centrum uit 2003 is de basis voor de ontwikkelingen in het centrum. De projecten De werkzaamheden zijn gestart met de aanbouw aan College De Heemlanden, die na de zomer in gebruik is genomen. Tegelijkertijd is aan de Slinger gestart met de bouw van het cultuurcentrum (Theater Aan De Slinger). In april 2006 is ook gestart met de bouw van het complex rond de Stellingmolen, waarin 8.500 m2 nieuwe winkels, een bioscoop, 165 woningen en een parkeergarage voor 400 auto’s worden gerealiseerd. Daarnaast is de renovatie van het gemeentehuis in uitvoering genomen, inclusief de realisatie van de Gemeente InGang voor publiek In 2006 zijn de plannen voor de herinrichting van Het Rond, Het Onderdoor, De Slinger en de directe omgeving van de nieuwbouwprojecten vastgesteld en definitief uitgewerkt. Voor de openbare ruimte is een aansprekend plan tot stand gekomen, met een groot draagvlak. Daardoor is het haalbaar geworden om in 2007 met de uitvoering te starten en in de loop van 2008 grote delen van het nieuwe centrum afgerond te hebben. In het kader van de herinrichting van Het Rond is ook de realisatie van het horecapaviljoen op Het Rond verder voorbereid, evenals de noodzakelijke tijdelijke verplaatsing van de weekmarkt. Bereikbaar, veilig en leefbaar centrum Voor de bouwprojecten heeft 2006 in het teken gestaan van de eindfase van vergunningverlening en de begeleiding van het uitvoeringsproces in een centrum dat tijdens de uitvoering goed moet blijven functioneren. Er is en wordt een aanzienlijke inzet geleverd voor coördinatie van de uitvoering. Het nieuwe vergunningenregime op grond van de APV is daarbij een effectief instrument gebleken. Bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid en communicatie staan daarin centraal en zijn langs deze weg goed gewaarborgd.
Jaarstukken 2006
26
Beleid en organisatie In het vertalen van de plannen in formele kaders is een mijlpaal bereikt met de vaststelling van het bestemmingsplan Houten Centrum, in september. Daarmee zijn ook de inpassing van de spoorverbreding en het pakket geluidsmaatregelen bezegeld. Dat dit zonder grote discussies kon plaatsvinden is de bevestiging van het nut van een intensieve informatie- en communicatieaanpak. In 2006 is de keuze om hier sterk op in te zetten een leidraad geweest voor het gehele centrumproject. De projectorganisatie is in 2006 een nieuwe fase ingegaan. Een fase die wordt gekenmerkt door het samengaan van ontwikkelings- en beheertaken en het faciliteren van de organisatiebrede betrokkenheid bij het project. Dat brengt verbeteringsprocessen op gang die binnen en buiten het centrumgebied van betekenis zullen zijn voor de fase na beëindiging van de groeitaak. Tenslotte zijn in 2006 de eerste stappen gezet op weg naar uitbreiding van de parkeerregulering in het centrum. Ook zijn eerste verkenningen verricht om in 2007 de mogelijkheden voor verdere verdichting en vernieuwing van het centrum te bepalen. In deze Collegeperiode krijgt dat een vertaling in een actualisatie van het Masterplan Centrum. Spoorverdubbeling De spoorverdubbeling die door heel Houten plaatsvindt, heeft - nadat eind 2005 de aanvullingsovereenkomst tussen gemeente en spoorbeheerder ProRail werd getekend - afgelopen jaar in het teken gestaan van de uitwerking van plannen en afspraken. ProRail heeft de aanbesteding van het project in de zomer kunnen afronden met de contractering van een Design & Construct aannemer. De gemeente heeft een belangrijk aandeel gehad in de opstelling van de specificaties en voorwaarden, waarbinnen de aannemer met de verdere uitvoeringsvoorbereiding aan de slag is gegaan. De invulling van de ruimtes onder de spoorbaan, inclusief het fietstransferium, is daarvan een belangrijk onderdeel. Uiteindelijk is voor ca. € 23 miljoen aan gemeentelijke investeringen ondergebracht in het project van ProRail, met als aansprekend nieuw onderdeel in 2006 de bijbestelling van de verplaatsing van het historische stationsgebouw aan het Stationserf. Dat met het totale pakket een goede inpassing van de spoorverdubbeling in Houten wordt bewerkstelligd, is in november bekrachtigd door een financiële bijdrage van de minister van V&W. Die bijdrage is ruim € 5 miljoen voor de plannen voor Centrum, Castellum en brug Vijfwal. Van belang is dat in 2006 ook alle voorwaarden in de sfeer van planologie en grondzaken zijn geregeld, inclusief de bouwvergunningen eerste fase voor viaducten, stations, geluidsschermen e.d. Zo is de basis gelegd voor ProRail om, in nauw overleg met de gemeente, in 2007 te kunnen starten met de uitvoering van de spoorverdubbeling en de bouw van een compleet vernieuwd station Houten Centrum en een nieuwe halte Houten Castellum. De detaillering van de plannen loopt overigens nog door in 2007, waaronder ook de uitwerking van exploitatie en beheer van het fietstransferium. De verwachting is dat het exploitatieplan in 2007 gereed komt; de realisatie van het transferium wordt in 2010 afgerond. Tweede aansluiting Rijkswegennet In het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) wordt onder leiding van de stadsregio BRU in samenwerking met belanghebbende gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat onderzoek verricht naar de tweede aansluiting op het rijkswegennet. Al in 2005 was op bestuurlijk niveau overeenstemming bereikt over een voorkeurstracé en verdeling van de kosten. De bestuursovereenkomst tussen partijen om dit te regelen is uiteindelijk niet getekend. Het door het college van GS gelegde verband met de studie van de NV Utrecht naar potentiële woningbouwlocaties en aanvullende onderzoeken in het kader van cultuurhistorische aard waren hier de aanleiding voor. Ook de gemeenteraadsverkiezingen en een politieke koerswijziging in Bunnik hebben tot vertraging geleid. In 2006 zijn veel van deze obstakels om tot een tweede ontsluiting te komen verwijderd of verdwenen. De stuurgroep A12 SALTO heeft er voor gekozen om voor risico van de deelnemende partijen het traject op te starten om tot bestemmingsplanwijziging en de bijbehorende milieueffectrapportage (MER) te komen. Hiervoor heeft in maart/april 2006 de startnotitie ter inzage gelegen en zijn op 14 resp.16 november de richtlijnen voor het MER door de gemeenteraden van Houten en Bunnik vastgesteld. Bij die gelegenheid heeft de gemeenteraad van Bunnik uitgesproken om mee te zullen werken aan een aansluiting van Houten op de A12, op grondgebied van de gemeente Bunnik.
Jaarstukken 2006
27
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft, gelezen de conclusies van de Verkenning Ring Utrecht en een extra variantenstudie naar de ontsluiting van Houten, aangegeven in te zullen stemmen met een extra halve aansluiting op de A12 bij het stationsgebied van Bunnik, als de regio daarvoor kiest. De visie van de NV Utrecht op verstedelijkingsopties in de regio na 2015 is in 2006 verder uitgewerkt. Bij de provincie zijn er op dit punt geen beletselen meer om mee te werken aan het project A12 SALTO. In het BereikbaarheidsOffensief Randstad (BOR) zijn middelen veiliggesteld om de ontsluiting van Houten op het rijkswegennet te verbeteren. Aan die middelen is een uiterste bestedingsdatum gekoppeld die, gezien het onverwacht lange besluitvormingstraject, niet wordt gehaald. Daarom heeft de stadsregio BRU bij de minister het verzoek gedaan om verlenging van de termijn waarbinnen de in het BOR veiliggestelde gelden moeten worden besteed. Gewezen wordt op de bestuurlijke complexiteit en de ook op andere gebieden achterblijvende investeringen die in het BOR waren opgenomen. Het is nog niet bekend hoe de (nieuwe) minister hier op zal reageren. Rekening Programma 1: Afbouw van de stad
Deelprogramma's
Rekening 2005
Begroting na wijziging 2006
Begroting 2006
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
11 Grondexploitatie
58.058.486,65
2.321.848,00
2.321.848,00
27.193.062,41
24.871.214,41-
Totaal lasten
58.058.486,65
2.321.848,00
2.321.848,00
27.193.062,41
24.871.214,41-
11 Grondexploitatie
59.600.189,05
2.321.848,00
2.321.848,00
27.191.139,53
24.869.291,53
Totaal baten
59.600.189,05
2.321.848,00
2.321.848,00
27.191.139,53
24.869.291,53
Saldo
1.541.702,40
-
-
1.922,88-
1.922,88-
Verschillenanalyse In de begroting wordt het resultaat uit de grondexploitatie budgetneutraal opgenomen waarbij alleen rekening wordt gehouden met de begrote uren. Het eventuele resultaat wordt in de jaarrekening verantwoord. Met ingang van 2004 geldt de nieuwe presentatie- en verantwoordingsvorm die aansluit bij de voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten 2004. Eén van de onderdelen is het afzien van het nemen van tussentijdse voorlopige resultaten (winstneming) van de nog lopende, individuele deelplannen Vinex. Het hierboven gepresenteerde resultaat grondexploitatie betreft alleen resultaten van al eerder afgewikkelde deelcomplexen niet-Vinex. In 2005 bedroeg het resultaat op de grondexploitatie € 1.541.702. Dit werd veroorzaakt door de verkoop van de laatste kavel op Het Rondeel. Omdat dit project al in 2000 was afgesloten, vielen deze opbrengsten vrij ten gunste van het rekeningresultaat 2005. In 2006 zijn er geen verkopen van al afgesloten projecten geweest. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving Uitgifte bedrijfsgrond per jaar Uitgifte Weteringhoek en Kruisboog
Bron Gemeente Uitgiftecijfers gemeente
Realisatie 2005 2 81.226 m
Jaarstukken 2006
7.901 m
2
Raming 2006 2 35.000 m
Realisatie 2006 40.259 m2
2
9.736 m2
9.500 m
28
2. Sociale cohesie Omschrijving programma Sociale cohesie (en de daarbij vereiste sociale infrastructuur) is een belangrijk onderdeel uit het raads- en collegeprogramma 2003-2006. In de nota "Werken aan sociale cohesie", waarmee de raad in juni 2004 instemde, worden drie facetten van sociale cohesie aangegeven: Persoonlijke integratie - het benutten van competenties van individuele burgers voor zichzelf én voor de lokale gemeenschap Culturele integratie - dit omvat niet alleen etnisch-culturele verschillen, maar ook (sub)culturen door leeftijd of leefstijl Territoriale integratie - het thuis voelen in de eigen woon- en leefomgeving, participeren in de buurt Daarnaast wordt het begrip sociale infrastructuur omschreven als het samenspel van informele betrekkingen en activiteiten van burgers met professionele sociale voorzieningen en diensten. Sociale infrastructuur wordt beschouwd als het voertuig voor het bevorderen van sociale cohesie. Het visiedocument is uitgewerkt in een voortgangsrapportage “Werken aan sociale cohesie", die in juni 2005 door de raad is vastgesteld. In de rapportage worden vier aandachtsgebieden benoemd: 1. Jeugd 2. Maatschappelijke ondersteuning 3. Wijkgericht werken 4. Vrijwilligerswerk Aan het aandachtsgebied maatschappelijke ondersteuning wordt uitvoering geven vanuit diverse programma’s ( 2, 12, 13). Daarnaast wordt aandacht besteed aan geformuleerde randvoorwaarden: 1. Een frontoffice 2. Helder financieel beleid 3. Modern Accommodatiebeleid 4. Monitoring 5. Goed functionerend welzijnswerk Algemene inleiding bij het programma sociale cohesie over de Wmo. Wat hebben we bereikt? De implementatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning is succesvol verlopen. De projectorganisatie waarin diverse afdelingen hebben samengewerkt (Welzijn, Sociale zaken, Document- en procesmanagement, ICT- beheer, Planning en control en Personeelszaken) heeft tot goede resultaten geleid, zoals het startdocument Wmo, de kadernotitie hulp bij het huishouden, de aanbesteding, de verordening op de Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning en het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning. De uitgangspunten ‘hoogwaardige invoering van de Wmo’ en ‘de burger mag er zo min mogelijk van merken’ zijn zo goed mogelijk gerealiseerd. In 2006 is de hulp bij het huishouden succesvol aanbesteed. De bewoners zijn hierover uitdrukkelijk geïnformeerd, wat tot een geruisloze overgang heeft geleid op 1 januari 2007. Iedereen had zorg en de organisatie van het proces rond de hulp bij het huishouden was op orde. Aan de burgerparticipatie is vorm gegeven door de installatie van de Wmo-raad in december 2006. Landelijk is er erkenning voor de manier waarop deze Wmo-raad tot stand is gekomen en het in een vroeg stadium betrekken van de Wmo-raad bij alle ontwikkelingen binnen de Wmo. Wat hebben we ervoor gedaan? In de projectorganisatie hebben alle betrokken disciplines binnen de werkgroepen een actieve rol vervuld. Door deze gezamenlijke inspanning is alles op tijd en zonder (ernstige) problemen tot stand gekomen. Alle benodigde documenten zijn tijdig en goed opgeleverd. De werkprocessen zijn zo beschreven en ingevuld dat nieuwe taken in het kader van de Wmo goed kunnen worden opgepakt en bestaande werkprocessen kunnen worden geoptimaliseerd.
Jaarstukken 2006
29
Deelprogramma Lokaal sociaal beleid Wat willen we bereiken?
Een sluitende aanpak bestaande uit goede signalering en een gecoördineerde aanpak tussen de 4 aandachtsgebieden uit de voortgangsrapportage “werken aan sociale cohesie” (jeugd, maatschappelijke ondersteuning, wijkgericht samenwerken en vrijwilligerswerk). Realiseren van samenhang zowel binnen het aandachtsgebied als tussen de aandachtsgebieden Goed functionerend welzijnswerk
Wat hebben we bereikt? Instellingen en gemeente hebben een begin gemaakt van een omslag naar een meer integrale en functionele werkwijze. Dit is tot uiting gekomen in verschillende deelprojecten, waarin samenwerking en het zoeken naar samenhang vanuit het perspectief van de burger centraal stonden. Deze benadering was gericht op het bevorderen van de leefbaarheid en de sociale samenhang, zoals dat vanaf 2007 ook in de Wmo is opgenomen (prestatieveld 1). Bij de SWOH en bij Enter wordt al beleidsgestuurde contractfinanciering toegepast. Beide instellingen zijn bezig met een professionaliseringsslag ten einde een goed functionerend welzijnswerk in Houten te realiseren. Bij de Stichting Welzijnsontwikkeling Houten is onder andere de integrale kostprijsbrekening ingevoerd en P&O beleid ontwikkeld. Bij de Stichting Enter is gewerkt aan de administratieve organisatie en de interne bedrijfsvoering. Wat hebben we ervoor gedaan? In 2006 is hard gewerkt aan de herziening van het subsidiebeleid. Naast het regelen van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de subsidieverstrekking, zal via subsidieverstrekking meer worden gestuurd op het verlenen van een bijdrage aan de gemeentelijke beleidsdoelen. In september 2006 is een conceptnota van uitgangspunten aan alle gesubsidieerde instellingen voorgelegd, met de vraag daarop te reageren. Naar aanleiding van de binnengekomen reacties is de conceptnota op verschillende onderdelen aangepast. De nota van uitgangspunten is de basis voor de nieuwe Algemene Subsidieverordening waarin de kaders voor het subsidiebeleid door de gemeenteraad worden vastgelegd. Met de welzijnsinstellingen Enter en SWOH is een professionaliseringstraject ingezet met een looptijd van 2006-2007. Dit traject is gericht op verbetering van de bedrijfsvoering enerzijds en verbetering van de beleidssturing anderzijds. In 2006 heeft het aspect van de bedrijfsvoering centraal gestaan. In 2007 komt de beleidssturing aan de orde, waarbij een relatie wordt gelegd met de ontwikkeling van het Wmo-beleidsplan.
Deelprogramma Wijkgericht samenwerken Wat willen we bereiken? Het bevorderen van de territoriale integratie, aandacht voor burencontacten, informele steun en woongedrag onder andere door: het verhogen van de leefbaarheid in de wijken een bijdrage te leveren aan de bevordering van de sociale cohesie in de wijken het verantwoordelijkheidsgevoel voor de directe leefomgeving te bevorderen de participatie in de directe leefomgeving te verhogen het aanbod op de vraag van bewoners af te stemmen, door het leveren van maatwerk op wijkniveau van alle betrokken professionele partners Wat hebben we bereikt? In 2006 zijn er door het Netwerk ‘De Wijk voor elkaar!” in samenwerking met de afdeling openbare werken twee wijkontmoetingsdagen georganiseerd. De ene in de wijk Zuidoost en de andere in de wijk Noordoost. Tijdens deze dagen is informatie verstrekt over de werkzaamheden van de diverse organisaties inclusief de gemeente in de wijk en is er informatie opgehaald bij bewoners over de wijk. Beide dagen waren succesvol; voor de betrokken organisaties maar zeker ook voor de bewoners. De samenwerking tussen de partijen is door deze dagen verder vorm gegeven en de contacten met de wijkbewoners zijn aangehaald.
Jaarstukken 2006
30
Daarnaast is er een succesvolle pilot gedraaid voor het versterken van burencontacten in de wijk Zuidoost en is een tweede wijkprofiel Zuidoost opgeleverd. Het Netwerk “de Wijk voor elkaar!” is versterkt met een onafhankelijk voorzitter. In het kader van de versterking burencontacten zijn in Houten-Zuidoost vuurkorfgesprekken gehouden en is met succes het project Buren Kracht uitgevoerd, waarmee een landelijke participatieprijs is gewonnen. Wat hebben we ervoor gedaan? De opbouwwerkfunctie is uitgebreid en actief ingezet voor diverse projecten in de wijken. Zo is er is in de diverse wijken een straatspeeldag georganiseerd en zijn bewoners ondersteund, o.a. bij de planontwikkeling rond het wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld en bij de ontwikkeling van Park-West. Het wijkprofiel voor Houten-Zuidoost is voltooid en het wijkprofiel voor Zuidwest is opgesteld. Er is regelmatig ‘pettenoverleg’ tussen de werkers in de wijken waar casuïstiek wordt besproken en uitgewisseld wordt wat er in de wijken speelt. Door de organisatie van de wijkontmoetingsdagen maar ook door projecten rond de Vuurtoren, Park-West, het wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld is er verdere invulling gegeven aan de samenwerking tussen de partners. De komst van de onafhankelijk voorzitter levert een positieve bijdrage aan de samenwerking. De wijkbewoners zijn op verschillende manieren betrokken bij de programmering van de Vuurtoren. Er is een actieve groep bewoners die zelf activiteiten ontwikkelt en meewerkt aan het opstellen van de wijkkrant De Vuurtoren.
Deelprogramma Jeugd Wat willen we bereiken? Hoofdresultaat: Persoonlijke, culturele en territoriale integratie van jeugd van 0 – 23 jaar in Houten. Subresultaten: Een actieve bijdrage van opvoeders aan de de maatschappelijke participatie van hun kinderen Een samenhangende sociale infrastructuur, die aansluit op de wensen en behoeften van de jeugd Verbetering van de ontwikkelingskansen van jeugdigen, gericht op volwaardige deelname aan de maatschappij Verhoging van de leefbaarheid en veiligheid door preventief en correctief optreden Een sluitende aanpak, om problemen van jeugdigen te voorkomen en waar nodig problemen snel en adequaat aan te kunnen pakken Kennis over de doelgroep, inzicht in actuele vraagstukken en in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid Wat hebben we bereikt? In 2006 is het jeugdbeleid als een van de speerpunten van het actieprogramma van het college opgenomen. De aandacht voor de verschillende facetten van het jeugdbeleid is daarbij veel meer centraal komen te staan. Dit is zichtbaar in bijvoorbeeld aandacht voor speelvoorzieningen en wijkgerichte activiteiten voor tieners, maar ook in aandacht voor jeugdparticipatie. Daarnaast is in 2006 extra geïnvesteerd in opvoed- en opgroeiondersteuning onder andere in het kader van het bestuurlijk akkoord tussen gemeente en provincie. Hierdoor is helder geworden hoe de sluitende aanpak vanaf 2007 verder verbeterd kan worden. In 2006 heeft dit al tot betere samenwerking tussen de verschillende instellingen geleid. Daarnaast zijn er door middel van een pilot ook extra uren vrijgemaakt voor het opvoedspreekuur. Wat hebben we ervoor gedaan? In 2006 is een proef gestart waarin de wethouder jeugd chatsessies met jongeren heeft gehouden, onder andere over de volgende onderwerpen: hangen, geweld, drugs en theater. Het ambulant jongerenwerk van Stichting Enter is vanaf 2006 uitgebreid en in de Vuurtoren is Stichting Enter een pilot wijkgericht tienerwerk gestart. De lokale zorgstructuur is geëvalueerd en er is extra inzet gepleegd om de vroegsignalering te stimuleren en te verbeteren. Het opvoedspreekuur heeft tijdelijk uitbreiding gekregen om in aansluiting op de vraag een extra aanbod te kunnen leveren. Deze pilot wordt in 2007 geëvalueerd. De aanpak jeugdoverlast is verbreed naar een aanpak jeugd & veiligheid.
Jaarstukken 2006
31
Deelprogramma Zelfstandig wonen Wat willen we bereiken? We willen dat ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk in de eigen omgeving blijven wonen. Dit vraagt om een laagdrempelig zorgaanbod op maat, zodat men op eenvoudige wijze aan de gewenste zorg kan komen. Daarnaast gaat het ook om het bieden van praktische hulp bij het oplossen van klussen in huis. Wat hebben we bereikt? Er zijn visie-elementen ontwikkeld, die er aan bijdragen dat ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk in de eigen omgeving kunnen blijven wonen. Er is onder andere aandacht voor de mobiliteit, een ontmoetingsruimte voor mensen met beperkingen in Castellum en de realisatie van emc’s (eerstelijns medische centra). Het project De Buren in Houten-Zuidoost brengt de mensen dichter bij elkaar en voorkomt eenzaamheid onder mensen door ze actief te betrekken bij het vrijwilligerswerk. Wat hebben we ervoor gedaan? De gemeenteraad heeft een besluit genomen over het realiseren van een dorpshuis in combinatie met woningbouw in het gebied De Groes in Schalkwijk. Het programma van eisen is tot stand gekomen in nauwe samenspraak met betrokkenen en belangstellenden uit Schalkwijk. Het wijksteunpunt is losgekoppeld van het dorpshuis. De inzet is wel om in het dorpshuis aanvullende functies onder te brengen, zoals een peuterspeelzaal, een inloopspreekuur voor ouderen en een wzw-loketfunctie. Met de provincie is een convenant afgesloten voor het verlenen van een provinciale bijdrage van maximaal € 115.000 in het kader van de leefbaarheid kleine kernen. Convenant wonen, zorg en welzijn (wzw) In het bestuurlijk en het uitvoerend platform zijn de volgende onderwerpen aan de orde gesteld: het werkplan, de jaarstukken en de begroting 2007 van VIA Houten, de behoeftepeiling voor een hospice in Houten en de visie-elementen voor een zorgvriendelijke wijk. Wmo De samenwerking tussen de partners, uitgangspunt van het convenant, krijgt steeds meer gestalte in concrete, kleinschalige projecten. Er is een werkgroep zorgvriendelijke wijken ingesteld, waarin alle sectoren (wonen, zorg, welzijn, consumenten, gemeente) zijn vertegenwoordigd. De werkgroep wordt geraadpleegd door gemeentelijke ontwerpgroepen of projectgroepen en geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de hand van de vastgestelde ‘Visie-elementen voor een zorgvriendelijke wijk’, De visie-elementen hebben betrekking op zorg, wonen, welzijn, ruimtelijke ordening, openbare ruimte en mobiliteit. De werkgroep zorgt voor de realisatie van ca. 80 zorgwoningen in Castellum. Andere concrete projecten zijn: de behoeftepeiling voor een hospice in Houten, 24 uurszorg via mobiele teams van Stichting Zorgspectrum en Vitras, een inloop-/ontmoetingsruimte en huisvesting voor mensen met een psychosociale beperking in Castellum (samenwerking Viveste en Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht). VIA Houten VIA Houten is betrokken bij de uitvoering van de Wmo en heeft een aantal taken voor de inwoners, zoals het verstrekken van informatie, het geven van advies en het doorverwijzen van mensen met een zorgvraag. De Koppeling Het woonzorgcomplex aan De Koppeling zal naar verwachting in 2009 in gebruik genomen worden. De capaciteit is ca. 100 zorgwoningen en 30 psychogeriatrische verpleeghuisplaatsen. Dit project is vertraagd door een hernieuwde samenwerking tussen Stichting Zorgspectrum en Vitras. Ook de keuze van de bouwer/ontwikkelaar heeft enige vertraging opgeleverd, evenals het programma van eisen.
Jaarstukken 2006
32
Deelprogramma Stimuleren sociaal cultureel werk Wat willen we bereiken? We willen een sociaal cultureel werk dat laagdrempelig is en dat verankerd is in de Houtense dorpen en buurten. Specifieke professionele vaardigheden moeten worden ingezet voor de totale bevolking. Met de ordening van de welzijnsfuncties tussen Stichting Enter die zich richt op activiteiten voor de jeugd ( 0-23 jaar) en de Stichting Welzijnsontwikkeling Houten die zich richt op activiteiten voor de groep van 23 jaar en ouder, moeten de beide stichtingen op termijn in combinatie een activiteitenaanbod doen dat het volledige welzijnsspectrum omvat. Wat hebben we bereikt? In 2006 heeft er op onderdelen al een taakverbreding van de welzijnsinstellingen plaatsgevonden. De professionele inzet is tot uiting gekomen in innovatieve projecten die zich richten op de bevordering van de sociale samenhang en de leefbaarheid in de wijken. Wat hebben we ervoor gedaan? Enter heeft een pilot wijkgericht tienerwerk gestart in de Vuurtoren. De SWOH heeft nieuwe taken gekregen op het gebied van het beheer van de Vuurtoren en heeft het project De Buren ontwikkeld en uitgevoerd. Dat succesvolle project is gericht op het versterken van buurt- en burencontacten en heeft in 2006 een landelijke prijs ontvangen (LPB-award). Daarnaast is de SWOH ook gestart met opbouwwerk rond de ontwikkeling van wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld.
Deelprogramma Vrijwilligerswerk Wat willen we bereiken? Betere benutting van het potentieel aanwezige sociaal kapitaal van burgers, verenigingen en bedrijven voor de realisatie van de doelstellingen uit de nota ‘Werken aan sociale Cohesie”. Wat hebben we bereikt? De vrijwilligerscentrale is een herkenbaar punt waar mensen terecht kunnen met vragen over vrijwilligerswerk en voor bemiddeling naar vrijwilligerswerk. Daarnaast is de vrijwilligerscentrale duidelijk een plek in gaan nemen in de Houtense samenleving en zijn er goede banden met bijvoorbeeld het college de Heemlanden en het platform maatschappelijk betrokken ondernemen. Het 5 jarig bestaan van de vrijwilligerscentrale is dan ook onder veel belangstelling gevierd. De vrijwilligerscentrale heeft 117 mensen bemiddeld naar vrijwilligerswerk. Er zijn 58 nieuwe vacatures aangemeld en 53 nieuwe vrijwilligers ingeschreven. Daarnaast is in overleg met college de Heemlanden gestart met het opzetten van maatschappelijke stages voor leerlingen van de Heemlanden. Wat hebben we ervoor gedaan? De vrijwilligerscentrale is uitgebreid waardoor de coördinator meer tijd heeft om samenwerkingsverbanden aan te gaan en activiteiten te ontwikkelen voor nieuwe doelgroepen. In samenwerking met College De Heemlanden is invulling gegeven aan de maatschappelijke stages voor jongeren. Er is actief gezocht naar vrijwilligers om mee te denken en te werken aan de vormgeving van wijkcentrum Hofstad (De Vuurtoren). Binnen de Vuurtoren zijn vrijwilligers actief op allerlei terreinen: de Wijkkrant, de programmering en het zelf opzetten van activiteiten. In nauwe samenwerking met het platform maatschappelijk ondernemen Houten is de MADD DAY georganiseerd, die ook in 2006 weer een groot succes was. De vrijwilligerscentrale heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de realisatie van het project “de Buren” in Houten-Zuidoost. Het project richt zich o.a. op het bij elkaar brengen van competenties van buurtbewoners die elkaar kunnen en willen ondersteunen. Het project heeft een landelijke prijs gewonnen als beste participatieproject in buurten en wijken.
Jaarstukken 2006
33
Rekening Programma 2: Sociale cohesie
21 22 23 24 25 26
Begroting 2006
Lokaal sociaal beleid Wijkgericht samenwerken Jeugd Zelfstandig wonen Stimuleren sociaal cultureel werk Vrijwilligerswerk
190.580,52 20.670,26 952.330,79 1.402.017,10 62.565,81 101.665,46
102.004,00 92.925,00 1.108.711,00 999.626,00 146.387,00 119.316,00
326.038,00 42.925,00 1.276.139,00 1.645.636,00 29.802,00 131.083,00
448.046,83 14.372,10 1.149.377,43 1.519.542,83 10.804,52 104.271,51
122.008,8328.552,90 126.761,57 126.093,17 18.997,48 26.811,49
Totaal lasten
2.729.829,94
2.568.969,00
3.451.623,00
3.246.415,22
205.207,78
Lokaal sociaal beleid Wijkgericht samenwerken Jeugd Zelfstandig wonen Stimuleren sociaal cultureel werk Vrijwilligerswerk
96.187,70 632.556,68 -
5.000,00 55.554,00 1.700,00
5.000,00 206.887,00 579.851,00 15.967,00
208.706,12 595.310,30 14.337,00
5.000,001.819,12 15.459,30 1.630,00-
Totaal baten
728.744,38
62.254,00
807.705,00
818.353,42
10.648,42
2.643.918,00-
2.428.061,80-
215.856,20
Saldo
2.001.085,56-
2.506.715,00-
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2005
Deelprogramma's 21 22 23 24 25 26
Begroting na wijziging 2006
Verschillenanalyse Lasten
Deelprogramma Lokaal sociaal beleid Het nadeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 122.009 N Lokaal sociaal beleid Lokaal sociaal beleid De lasten op het product Lokaal sociaal beleid hebben vooral betrekking op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Bij het opstellen van de begroting was nog niet goed in te schatten hoeveel uren met de voorbereiding van de invoering van de Wmo zouden zijn gemoeid. In 2006 is er intensief gewerkt aan de voorbereiding van de invoering van de Wmo, onder andere aan de noodzakelijke beleidsdocumenten, de aanbesteding, de verordening op de Wmo-voorzieningen, het besluit maatschappelijke ondersteuning en de oprichting van de Wmo-raad Houten. Hieraan zijn niet alleen binnen de afdeling Welzijn uren besteed; ook andere afdelingen hebben op dit product uren verantwoord. Achteraf is gebleken dat er in totaal meer uren aan de invoering van de Wmo zijn besteed dan bij het opstellen van de begroting is voorzien. Het nadeel op het product Lokaal sociaal beleid is hiervan het gevolg.
Deelprogramma Wijkgericht samenwerken Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 28.553 V Wijkverenigingen Wijkverenigingen Doordat er in 2006 meer uren zijn besteed aan de invoering van de Wmo (zie deelprogramma Lokaal sociaal beleid), konden er minder uren aan het product Wijkverenigingen worden besteed. Dit heeft geleid tot lagere lasten op het product Wijkverenigingen.
Jaarstukken 2006
34
Deelprogramma Vrijwilligerswerk Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 37.739 V Vrijwilligerswerk € 10.928 N Nationale feest- en gedenkdagen Totaal € 26.811 V Vrijwilligerswerk Het voordeel op dit product wordt verklaard doordat het aantal aanvragen van verenigingen voor een WA-verzekering, een bestuursaansprakelijkheidsverzekering en vergoedingen voor opleidingen voor vrijwilligers minder is dan geraamd. Ook het aantal aanvragen voor een bijdrage in buurtfeesten is minder dan verwacht. In 2007 wordt een folder gemaakt die o.a. attendeert op de mogelijkheid om financiële ondersteuning te krijgen bij het organiseren van een buurtfeest. De verwachting is dat het aantal aanvragen zal toenemen door deze folder. Als gevolg van het geringere aantal aanvragen, zijn er ook minder ambtelijke uren besteed aan dit product. Nationale feest- en gedenkdagen Het nadeel op het product feest- en gedenkdagen wordt veroorzaakt doordat er meer uren aan dit product zijn besteed dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving Waardering woonomgeving (gemiddeld) rapportcijfer Waardering woonomgeving Houten-Noordoost & De Weiden (gemiddeld) rapportcijfer Indicator sociale kwaliteit van de woonbuurt Aandeel personen dat zich mede verantwoordelijk voelt voor de directe leefomgeving Aandeel personen dat een actieve bijdrage wil leveren in de buurt Aandeel personen dat een actieve bijdrage levert in de buurt Aantal in de wijk georganiseerde bewonersavonden OW Aantal gesubsidieerde straat- en buurtfeesten
Begroting 2006 7,6 7,6
Realisatie 2006 7,7 7,6
6,5 92%
6,3 89%
75% 25% 25 25
75% 24% 8 16
8 13
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Indicator sociale kwaliteit van de buurt ** Tevredenheid inwoners over buurt- en clubhuizen in hun buurt % Inwoners dat gehecht is aan hun buurt % Inwoners dat vrijwilligerswerk verricht % Inwoners dat mantelzorg verricht * **
Realisatie 2005
Bron
Raming 2006 *
Realisatie 2006
Leefbaarheidsmonitor
-
6,2
6,3
Leefbaarheidsmonitor
-
28%
40%
Leefbaarheidsmonitor
-
60%
60%
Leefbaarheidsmonitor
-
35%
27%
Leefbaarheidsmonitor
-
30%
25%
Deze ramingen zijn gebaseerd op de resultaten van de leefbaarheidsmonitor 2004 (niveau 2004). Dit is een indicatorwaarde (schaal: 0 – 10, 10 = hoogst) voor de waardering van burgers voor de wijze waarop buurtbewoners met elkaar omgaan. De waarde is gebaseerd op vier stellingen.
Jaarstukken 2006
35
Jaarstukken 2006
36
3. Veilige woon- en leefomgeving Omschrijving programma Dit programma gaat over het vergroten van de veiligheid van de woon- en leefomgeving van de inwoners van Houten.
Deelprogramma Integrale veiligheid Wat willen we bereiken? In het Integraal Veiligheidsplan (IVP) is het doel van het veiligheidsbeleid als volgt geformuleerd: de veiligheid in de gemeente Houten op het huidige goede peil houden en waar nodig vergroten. Hiervoor zijn in de veiligheidsvoortgangsrapportage 2005 de volgende prioriteiten benoemd: Fietsendiefstal Houten Centrum Diefstal van en uit auto’s Overlast jongeren Vernielingen (met als deelthema burgerparticipatie) Overlast brommers en scooters Veilig ondernemen winkelcentra (waaronder burenbelproject) Wat hebben we bereikt? In 2006 is het Integraal Veiligheidsplan 2003-2006 aan zijn einde gekomen. Het plan was mede gebaseerd op de politiecijfers over 2002. Ten aanzien van de gestelde prioriteiten constateren we het volgende: Prioriteit Fietsendiefstal
Doel Verminderen fietsdiefstallen in het centrum met 25% per jaar tot 2006 Reëel inzicht verkrijgen in aantal diefstallen Aangiftebereidheid verder vergroten
Diefstal aan / uit auto’s
Overlast jongeren
Resultaat Het aantal fietsdiefstallen is ten opzichte van 2002 gedaald met 37%. Ten opzichte van 2005 is nog een daling gerealiseerd van 17%. De doelstelling van 25% minder fietsdiefstallen in het centrum was al in 2004 gerealiseerd en is in 2006 geconsolideerd. In onze rapportage in 2005 hebben we geconstateerd dat het niet eenvoudig is om een reëel inzicht te krijgen in het aantal daadwerkelijke fietsdiefstallen. Ditzelfde geldt voor het laatste punt. Vermindering diefstallen t.o.v. 2002 Deze doelstelling is ruimschoots gehaald. Er is een daling gerealiseerd van 53,5%. Ten met 25% Vermindering geconstateerde buit in opzichte van 2005 gaat het om een daling van 8%. auto met 25% Over 2006 zijn geen resultaten bekend met betrekking tot constateren van buit in de auto. Het stimuleren van positieve alterna- De meldingen van overlast zijn ten opzichte van 2002 sterk afgenomen. Het verenigingstieven in vrijetijdsbesteding leven en activiteiten voor en door jongeren wordt gestimuleerd. De samenwerking is geëvalueerd en heeft Bijhouden inzicht samenstelling groepen jongeren en onderhouden geleid tot een nieuwe opzet van het afstemcontacten door ambulant jongeren- mingsoverleg. Overzicht van de groepen is aanwezig. werker Waar mogelijk wordt de samenwerking tusEffectief meer cases behandelen sen gemeente, jongerenwerk en politie gedoor gezamenlijk optreden zocht. Bewoners bewegen meer meldingen Bewoners worden vaak gewezen op het feit dat zij melding moeten doen van overlast. van overlast te doen Het aantal meldingen van jongerenoverlast bleef ten opzichte van 2005 gelijk.
Jaarstukken 2006
37
Prioriteit Vernielingen Overlast brommers / scooters
Veilig ondernemen winkelcentra
Wijkveiligheidsprijs
Doel Vermindering aantal aangiftes met 10% binnen 1 jaar Minder overlast van brommers en scooters
Resultaat Het aantal aangiften is in 2006 met 17% gedaald ten opzichte van 2005. In 2006 zijn weinig klachten binnen gekomen over overlast van brommers en scooters. De controles zijn geïntensiveerd en alternatieve bezorgbrommers zijn uitgeprobeerd. Met Jolidé zijn afspraken over rijroutes gemaakt. Terugdringen aantal winkeldiefstallen In 2006 hebben de ondernemers definitief Terugdringen vandalisme en overlast laten weten geen buren-bel-systeem te kun Verminderen onveiligheidsgevoelens nen realiseren. Er komt dus ook geen plan ondernemers en winkelend publiek van aanpak veilig ondernemen. Wel is een veiligheidscursus georganiseerd die in 2007 plaats vindt. Stimuleren van bewonersinitiatieven op Begin 2007 is de Veiligheidsprijs 2006 uitgehet gebied van veiligheid reikt aan SV Houten voor de risicoanalyse die zij voor hun club hebben gemaakt.
Wat hebben we ervoor gedaan? De Veiligheidsvoortgangsrapportage is in 2006 niet vastgesteld. De ontwikkelingen worden opgenomen in het nieuwe Integraal Veiligheidsplan dat in 2007 wordt vastgesteld. De plannen van aanpak die voor de bovenstaande speerpunten zijn vastgesteld zijn verder uitgevoerd of geconsolideerd. In 2006 is gestart met het opruimen van explosieven in het Inundatiekanaal polder Blokhoven. De projectleiding is overgegaan naar de afdeling Projectontwikkeling. Ook in 2006 zijn activiteiten uitgevoerd, gericht op naleving van afspraken uit de APV en vergunningverlening in het kader van de APV en bijzondere wetten. In 2006 is het evenementenbeleid geëvalueerd en aangepast. De herziening van de notitie evenementenbeleid is interactief tot stand gekomen: organisatoren en omwonenden is tijdens twee bijeenkomsten de mogelijkheid geboden om hun mening over het evenementenbeleid te geven en mogelijke verbeterpunten aan te dragen. In 2006 is ook het horeca-exploitatie stelsel vastgesteld. Een nieuwe vergunning in tijden van deregulering, bedoeld om op te kunnen treden tegen overlast en openbare orde problemen rondom horecabedrijven. Daarnaast is in 2006 gewerkt aan een convenant met de uitbater van de nieuwe discotheek en de politie, om overlastsituaties te voorkomen. Verder heeft er een algehele herziening van de APV plaatsgevonden, waarbij ongeveer eenderde van de artikelen genoemd in de APV is komen te vervallen of in andere artikelen is opgenomen. Dit laatste gold vooral het artikel van de evenementenvergunning. Een en ander in het kader van deregulering. Tot slot is in 2006 het BLVC-beleid verder uitgewerkt en uitgebreid. Het proces van vergunningverlening is verder geoptimaliseerd en de leges zijn nog verder kostendekkend gemaakt. Er kan vanaf medio 2006 ook worden gehandhaafd met een toezichthouder met BOA bevoegdheid. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving Fietsdiefstallen Diefstallen van/uit auto Aantal gevallen buit in auto Aantal aangiftes vernieling Percentage respondenten dat overlast brommers/ scooters noemt
Realisatie 2005 393 319 n.b. 452
Aantal bedrijfsinbraken Aantal bedrijventerreinen met keurmerk Veilig Ondernemen Percentage bewoners dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt Percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in Houten Percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt
Jaarstukken 2006
30%
Begroting 2006 270 400 150 500 n.v.t.
Realisatie 2006 328 291 n.b. 376 23% ( maar bewoners vinden andere problemen belangrijker)
141
200 92%
139 89%
35%
25%
20%
12%
38
Realisatie 2005
Omschrijving Aantal spreekuren in de wijken: Collegespreekuren (2 collegeleden op tournee door alle 5 de wijken, maandelijks) Wijkspreekuren (door wijkopzichter, per wijk) (wijken binnen rondweg 2-wekelijks, kerkdorpen buitengebied 3- wekelijks) Wijkschouwen Graffitimeldingen APV-vergunningen Drank- en horecavergunningen Speelautomatenvergunningen
Begroting 2006
Realisatie 2006
18
14
559
468 20 28 600 18 5
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Indicator voor mate van dreiging in buurt * Indicator voor de mate van overlast ** % Inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in Houten % Inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in eigen buurt * ** ***
Bron
Realisatie 2005
Raming 2006 ***
Realisatie 2006
Leefbaarheidsmonitor
-
9.3
9.2
Leefbaarheidsmonitor
-
8.2
8.3
Leefbaarheidsmonitor
-
40%
25%
Leefbaarheidsmonitor
-
20%
12%
Deze indicator is gebaseerd op de mening van bewoners over het voorkomen van 6 voorvallen/misdrijven in hun buurt (schaal 0-10, 10 = minste dreiging en dus de meest gunstige situatie). Deze indicator is gebaseerd op de mening van bewoners over het voorkomen van 5 vormen van overlast in hun buurt (schaal 0-10, 10 = minste overlast en dus de meest gunstige situatie). Deze ramingen zijn gebaseerd op de resultaten van de leefbaarheidsmonitor 2004 (niveau 2004).
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Aantal geregistreerde aangiften *
Bron Politie
Realisatie 2005 2.056*
Raming 2006 2.150*
Realisatie 2006 1.820
De opgenomen cijfers wijken af van de in de begroting gepresenteerde. De correcte interpretatie van het beschikbare materiaal leidt tot bovenstaande reeks.
Deelprogramma Handhaving Wat willen we bereiken? Hoewel niet alle regelgeving direct gekoppeld is aan veiligheidsvraagstukken, wordt handhaving in algemene zin beschouwd als een ‘veiligheidsthema’. De burger moet immers kunnen rekenen op een betrouwbare overheid, die niet alleen regels stelt, maar ook toeziet op de naleving hiervan. De definitie van handhaving is: “Het door toezicht en het toepassen van bestuur(srechte)lijke, strafrechtelijke of privaatrechtelijke middelen bereiken, dat algemeen geldende rechtsregels en individueel geldende voorschriften worden nageleefd”. In februari 2004 is de Beleidsnota integrale handhaving vastgesteld door de raad. Deze nota is gericht op de handhaving binnen de sector Ruimtelijk Beheer. Op termijn is er de wens om dit beleid gemeentebreed in te voeren en niet alleen bij Ruimtelijk Beheer. De notitie stelt kaders voor: Het uitoefenen van toezicht Een naleefpercentage, met als doel te bereiken dat regels meer worden nageleefd Een stappenplan voor een eenduidige aanpak bij overtredingen Gedogen, dat slechts kan onder strikte voorwaarden Communicatie, niet alleen gericht op controleren maar ook op informeren
Jaarstukken 2006
39
Wat hebben we bereikt? Integrale handhaving vindt binnen de gemeente Houten bijna over de gehele breedte plaats volgens het drie stappenplan. Er wordt door alle disciplines zichtbaar toezicht uitgevoerd. De naleefpercentages worden gemeten en het stappenplan is gemeengoed. Dit leidt tot eenduidig optreden binnen de gehele organisatie. Op het gebied van gedogen en communicatie zijn de ondernomen activiteiten minder duidelijk herkenbaar. Niettemin zijn ook op die terreinen stappen gezet: het jaarplan is vastgesteld en voor alle situaties geldt dat men eerst geïnformeerd wordt over de regels die nageleefd dienen te worden. Pas daarna volgt een brief waarin de overtreding wordt vastgelegd en vervolgacties aan termijnen worden gekoppeld. Wat hebben we ervoor gedaan? Het jaarplan is uitgevoerd en de eerste jaren van integrale handhaving zijn geëvalueerd. De uitgangspunten van de nota zijn bij deze evaluatie onderschreven. Integrale handhaving is ingebed als vast onderdeel van de gemeentelijke werkwijze. De volgende zaken zijn concreet gerealiseerd in 2006: Omschrijving
Aantallen controles Aantal bestuurlijke waarschuwingen Aantal voornemens dwangsom Aantal dwangsommen Naleefpercentage 2006 Naleefpercentage 2005
Openbare werken
Bouwzaken
287 101 51 11 65% 84%
Brandweer Gebouwen
800 125 41 35 84% 87%
116 65 4 1 56%
Brandweer Evenementen 33 33 0 0 100%
Milieu
167 86 31 23 49%
Hoewel aan de hand van het overzicht een vergelijking kan worden gemaakt tussen de naleefpercentages over de jaren 2005 en 2006, is het nog te vroeg om hieraan al conclusies te verbinden. Controles vinden namelijk niet in alle gevallen jaarlijks plaats, waardoor deze percentages (voor een deel) betrekking hebben op verschillende bedrijven. Voor verantwoorde conclusies is de beschikking over een meerjarig overzicht noodzakelijk. Daarnaast is er tot op heden relatief weinig afstemming geweest over de fase die voorafgaat aan de handhaving volgens het 3-stappen-plan. Als gevolg daarvan is het moment waarop het formele handhavingstraject (per discipline) wordt gestart, niet in alle gevallen gelijk. Hieraan zal vanaf het jaar 2007 meer aandacht worden geschonken. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving Integrale handhaving: Percentage naleefgedrag na eerste controle (milieu) Percentage voornemens dwangsom (milieu) Percentage voornemens dwangsom (bouwzaken) Percentage voornemens dwangsom (brandweer) Percentage voornemens dwangsom (openbare werken) Percentage dwangsom (milieu) Percentage dwangsom (bouwzaken) Percentage dwangsom (brandweer) Percentage dwangsom (openbare werken)
Begroting 2006
42% 20% 0-meting 0-meting 0-meting 10% 0-meting 0-meting 0-meting
38% 9%
1%
Realisatie 2006 49% 14% 0,05% 0,03% 18% 1% 4% 0,009% 0,04%
Deelprogramma Rampenbestrijding, Brandweerzorg en Risicobestrijding Wat willen we bereiken? Crisisbeheersing en rampenbestrijding Een adequaat voorbereide (gemeentelijke) crisisbeheersingsorganisatie Brandweerzorg Realisering van de brandveiligheidszorg op het overeengekomen niveau
Jaarstukken 2006
40
Wat hebben we bereikt? In het afgelopen jaar is voortgebouwd op de resultaten van het verbeterplan Crisisbeheersing dat in 2005 werd afgerond. De nadruk lag in 2006 op het verder stimuleren van de aandacht voor crisisbeheersing binnen de gemeentelijke organisatie en het realiseren van een stevig fundament waarop de komende jaren verder gebouwd zal kunnen worden. Er is op planmatige wijze met alle functionarissen binnen de gemeente gesproken over en geoefend met de rol die zij vervullen onder crisisomstandigheden. Dit heeft opgeleverd dat vrijwel ieder team dat betrokken is bij één van de crisisbeheersingsprocessen bekend is met de eigen taken en rollen. Door middel van het opleiden en oefenen hebben we bereikt dat de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de afdelingen is vergroot. Dit is ook tot stand gekomen door het maken van concrete afspraken en terugkoppeling via structureel overleg of rapportages. Samen met andere partners binnen de crisisbeheersing hebben we zo in 2006 onze voorbereiding op crises verder verbeterd. De brandweerzorg is verder geprofessionaliseerd en voldoet grotendeels aan het (regionale) kwaliteitskader. De samenhang in de veiligheidsketen is verder versterkt door kwaliteitsslagen in de schakels preventie, preparatie en repressie. De Brandweernota is met het oog op de discussie rond de regionalisatie naar achteren verschoven. Wat hebben we ervoor gedaan? In 2006 is het opleiden en oefenen van de gemeentelijke medewerkers in het kader van crisisbeheersing één van de belangrijkste speerpunten geweest. Er is een groot aantal opleidings- en oefenactiviteiten ontplooid. Alle bij de crisisbeheersing betrokken partijen (college, directie, afdelingshoofden en medewerkers) hebben dit jaar tenminste één activiteit aangeboden gekregen, waarbij ze kennis hebben gemaakt met crisisbeheersing en hun specifieke taak of rol daarbinnen. Concreet heeft er een gemeentelijk beleidsteam (GBT) oefening plaatsgevonden, is een gemeentelijk coördinatieteam (GCT) oefening gehouden en ook een multidisciplinaire oefening. Daarnaast heeft er ook een alarmeringsoefening plaatsgevonden en hebben alle betrokken afdelingen een opleiding/training/workshop gevolgd (9 stuks). De plannen die in de afgelopen jaren tot stand kwamen (onderdeel van crisisbeheersingsplan), zijn in 2006 beheerd en hebben grotendeels een verbeterslag ondergaan. Dit wordt geborgd door de totstandkoming van structurele afstemming en overleg tussen de bij crisisbeheersing betrokken afdelingen. Onder leiding van de Provincie Utrecht is een nieuwe risicokaart tot stand gekomen, volgens het landelijke model. De gemeente Houten heeft hieraan bijdragen door het invoeren en autoriseren van de benodigde gegevens (www.risicokaart.nl). In 2006 hebben zich in de gemeente Houten geen grote crises voorgedaan. Wel is bij de behandeling van de zedenzaak H.M. in juni 2006, naar tevredenheid gewerkt volgens de crisisbeheersingsstructuur. Tot slot is in 2006 de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) formeel van start gegaan. De afdeling brandweer heeft in 2006 gewerkt aan de totstandkoming van een nauwe samenwerking met de VRU en treedt daarbij op als accountmanager voor de gemeente Houten. Dit kreeg vorm aan de hand van deelname aan overlegvormen van het Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC) en de regionale brandweer. Ook is er samenwerking tot stand gekomen via de deelname aan concrete projecten. Het accountmanagement kwam in 2006 nader tot uiting bij het informeren van het college en de raad over de bedrijfsvoering van de VRU. De inhaalslag preventie die in 2001 van start ging is in 2006 afgerond. Vrijwel alle 175 objecten die gebruiksvergunningplichtig zijn, beschikken over een dergelijke vergunning. Er zijn 116 objecten gecontroleerd en 46 evenementen op de naleving van de brandveiligheidsvoorschriften. Het naleefpercentage van de gebruiksvergunningen bedroeg 57%. In 37 gevallen was een extra nacontrole conform het integrale handhavingsbeleid nodig. De Nota Planvorming waarover in 2005 is besloten is verder uitgevoerd. Voor 70 van de 115 objecten is extra informatie voor de uitrukploegen beschikbaar gekomen in de vorm van bereikbaarheidskaarten. De eerste cyclus van vier jaar van operationele trainingen voor leidinggevenden is afgerond, waardoor de kwaliteit van dit deel van de repressieve brandweerzorg voldoet aan het regionale kwaliteitskader. Tenslotte zijn de opkomsttijden over een periode van drie jaar geëvalueerd. De evaluatie laat zien dat extra aanvullende maatregelen (realisatie steunpost oostzijde) nodig zijn om ook op langere termijn het afgesproken niveau van zorg te kunnen blijven bieden.
Jaarstukken 2006
41
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Bron Reductie buitenbranden t.o.v. Alarmcentrale 2005
Realisatie 2005
Raming 2006
67
Realisatie 2006
70
60
Rekening Programma 3: Veilige woon- en leefomgeving
31 32 33 34 35
Begroting 2006
Veiligheid Handhaving Rampenbestrijding Brandweerzorg Risicobeleid
2.453.353,11 278.291,68 119.848,70 1.802.432,21 -
1.638.273,00 661.438,00 564.818,00 1.478.990,00 -
2.248.246,00 659.532,00 348.179,00 1.657.696,00 -
2.723.601,34 724.757,00 300.162,14 1.696.474,32 -
475.355,3465.225,0048.016,86 38.778,32-
Totaal lasten
4.653.925,70
4.343.519,00
4.913.653,00
5.444.994,80
531.341,80-
Veiligheid Handhaving Rampenbestrijding Brandweerzorg Risicobeleid
539.708,50 34.719,53 47.246,19 -
126.906,00 49.642,00 -
259.470,00 20.750,00 69.642,00 -
387.796,89 22.775,38 65.827,73 -
128.326,89 2.025,38 3.814,27-
Totaal baten
621.674,22
176.548,00
349.862,00
476.400,00
126.538,00
4.032.251,48-
4.166.971,00-
4.563.791,00-
4.968.594,80-
404.803,80-
Saldo
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2005
Deelprogramma's 31 32 33 34 35
Begroting na wijziging 2006
Verschillenanalyse Lasten
Deelprogramma Veiligheid Het nadeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 20.432 V Openbare orde € 62.685 N Veiligheid € 170.447 N Ruimen explosieven inundatiekanaal € 29.272 N Wijkcoördinatie € 128.104 N Vergunningen APV € 116.190 N Straatverlichting € 21.881 N Straatmeubilair € 27.670 V Gladheidsbestrijding € 5.142 V Overig Totaal € 475.335 N Openbare orde Het voordeel op het product Openbare orde wordt vooral veroorzaakt door de lasten met betrekking tot het Integraal Veiligheidsplan (IVP). Het huidige IVP loopt af en er wordt gewerkt aan een nieuw IVP. Daardoor is 2006 een overgangsjaar, waarin minder initiatieven/ projecten zijn ontplooid dan voorzien. Daarnaast is het burenbelproject uit het IVP komen te vervallen, zoals gerapporteerd in de tweede bestuursrapportage 2006. Er is toen niet afgeraamd, omdat geen indicatie kon worden gegeven of er nog nieuwe IVP projecten werden ingediend.
Jaarstukken 2006
42
Veiligheid Het nadeel op het product Veiligheid bestaat vrijwel volledig uit meer (859) productieve uren die aan dit product zijn besteed. Bij de opstelling van de begroting 2006 werd nog uitgegaan van een gecombineerde functie Beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid (0,4 fte) en beleidsmedewerker Crisisbeheersing (0,6 fte). In de loop van 2005 zijn de dubbelfuncties ontvlochten en is de functie Beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid opgeplust naar 1,0 fte. De (extra) uren zijn o.a. besteed aan diverse BIBOB-zaken en rechtszaken op het gebied van openbare orde en veiligheid (zeden, ontruiming van een woning met nasleep). Ruimen explosieven inundatiekanaal De raad heeft op 20 december 2005 ingestemd met de opsporing en ruiming van de explosieven in het inundatiekanaal. De werkzaamheden zijn in augustus 2006 gestart. Voor de kosten van het project heeft de gemeente subsidie aangevraagd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Er is daarbij altijd sprake van een eigen bijdrage van € 2,50 per inwoner en 20% van de rest van de kosten. De subsidie wordt uitgekeerd op basis van een verdeling van het totaalbedrag dat beschikbaar is. De laatste jaren lag de vergoeding rond de 50% van het declarabele bedrag. Bij de start van het project werd geschat dat de financiële consequentie voor de gemeente Houten lag de tussen € 250.000 tot € 500.000. In de begroting 2006 (middels de 2 bestuursrapportage 2006) is het minimale bedrag van € 250.000 opgenomen. De hoeveelheid aangetroffen munitie is echter groter dan verwacht. Ook wordt munitie aangetroffen in gedeelten van het kanaal die niet verdacht waren. Daarnaast wordt door de grote hoeveelheid puin in het kanaal het zoeken en uitzeven van de munitie vertraagd. In 2006 is al € 420.000 aan kosten verantwoord. Aangezien het project nog loopt en naar verwachting pas in juni 2007 zal zijn afgerond, zullen deze kosten nog verder oplopen. Bij de in 2006 verantwoorde kosten is echter nog geen rekening gehouden met de subsidie van het Ministerie, omdat duidelijkheid over de hoogte van het subsidiebedrag pas naar verwachting na 1 oktober 2007 zal ontstaan. In 2006 is de inspanning voor het centrumproject in werkelijkheid veel groter geweest dan vooraf was verwacht. Hierdoor zijn er in werkelijkheid door de afdeling Openbare Werken meer uren aan (de coordinatie van) dit project besteed dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Daarnaast zijn er meer uren gemaakt voor toezicht op de BLVC vergunningen in het kader van het centrumproject. Wijkcoördinatie en Vergunningen APV Inspanningen waren begroot als inhuur die direct op het product Vergunningen APV zou drukken. Uiteindelijk zijn uren niet direct geboekt op het product, maar doorbelast vanuit de kostenplaats. Per saldo is sprake van veel meer uren inspanningen voor dit product ter waarde van circa € 108.000. Extra kosten zijn gefinancierd uit onderuitputting door niet ingevulde formatieplaatsen. Straatverlichting Het nadeel op het product Straatverlichting wordt vooral veroorzaakt doordat er € 112.545 meer aan onderhoud door derden is uitgevoerd. Dit komt voort uit een na-ijleffect van de VINEX-uitbreiding. Verlichting komt al in beheer als de straatlantaarns geplaatst worden, terwijl de begroting pas wordt opgehoogd na overdracht. Via de BOR-systematiek willen we dit jaarlijks terugkerende vraagstuk structureel gaan ondervangen. Straatmeubilair Door een toename van vandalisme is er in 2006 € 39.203 meer aan schade(uitkeringen) uitgegeven dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Er is minder tijd besteed aan regulier onderhoud en beheer, waardoor minder uren zijn doorbelast op dit product. Gladheidsbestrijding Door de aanschaf van nieuwe wintermachines waarmee zuiniger kan worden gestrooid en de zachte wintermaanden is een voordeel van € 2.123 op de kosten van strooizout ontstaan. Tevens zijn door de zachte wintermaanden minder strooiacties noodzakelijk geweest. Dit heeft tot gevolg gehad dat er circa 600 uren minder aan dit product zijn besteed (voordeel € 39.032) en dat er minder ondersteuning door derden noodzakelijk is geweest (voordeel € 8.817). Door de aanschaf van nieuwe strooiers en bijhorende systemen zijn er echter ook meer uren aan dit product besteed, wat een nadeel van € 23.936 tot gevolg heeft gehad. (Zie ook de verklaring bij de kostenplaats Openbare Werken in de bijlagen bij dit jaarverslag.)
Jaarstukken 2006
43
Deelprogramma Rampenbestrijding Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 13.658 V Rampenplan € 34.359 V Crisisbeheersing Totaal € 48.017 V Rampenplan Het voordeel op dit product is volledig het gevolg van een lager aantal ambtelijke uren dat er op is verantwoord. De bijbehorende werkzaamheden hebben, in afwijking van de planning, meer in de indirecte sfeer plaatsgevonden. Hierdoor zijn de inspanningen voor onder andere een multidisciplinaire oefening op 17 mei 2006 en opleidingen niet direct aan dit product toegerekend. Crisisbeheersing Het voordeel op dit product is vooral het gevolg van minder ambtelijke uren (circa 400), die in afwijking van de planning meer in de indirecte sfeer hebben plaatsgevonden en in overeenstemming daarmee zijn verantwoord. Het betreft ambtelijke overleggen in het kader van de nog opstartende organisatie Crisisbeheersing. Baten
Deelprogramma Veiligheid Het voordeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 50.113 V Vergunningen APV € 81.616 V Straatverlichting € 3.402 N Overig Totaal € 128.327 V Vergunningen APV Het voordeel op het product Vergunningen APV wordt veroorzaakt doordat er meer inkomsten zijn dan begroot in de vorm van pachtgelden (€ 30.620). Dit komt doordat de inkomsten voor het tijdelijk plaatsen van (bouw)containers in de openbare ruimte niet zijn begroot. Daarnaast zijn er meer legesgelden (€ 13.763) dan oorspronkelijk geraamd (€ 60.000) als gevolg van BLVC-afspraken in het kader van het centrumproject. Straatverlichting Het voordeel op het product Straatverlichting wordt veroorzaakt door: een niet begrote inkomst van € 102.250 aan subsidiegelden voor verlichting, die door de BRU in 2005 is toegezegd (Eerste bestuursrapportage 2005); een tekort van € 21.334 aan reclamegelden. De reclamemarkt is erg conjunctuur gevoelig. Gedurende een opvolgend jaar vindt verrekening plaats van de inkomsten. In 2006 was budgettair rekening gehouden met een meeropbrengst 2005 van € 40.000. Bij de eindafrekening 2005 bleek dit slechts een meeropbrengst van € 20.000 te zijn (nadeel € 20.000). Daarnaast hebben de betalingen over het vierde kwartaal 2006 pas in 2007 plaatsgevonden (nadeel € 1.638). Gezien het grillige verloop van de reclamemarkt zijn deze verrekeningen niet tijdig neerwaarts bijgesteld of voorgeboekt.
Jaarstukken 2006
44
4. Open bestuurscultuur Omschrijving programma Binnen het programma ‘open bestuurscultuur’ gaat het hoofdzakelijk om twee dingen: de relatie tussen burger en bestuur de relatie tussen raad en college Het thema ‘toekomstgerichte organisatie’ is ook in dit programma opgenomen. Tot en met 2004 vormde dit een apart programma. Vanwege de samenhang is er vanaf de begroting 2005 voor gekozen om het te integreren in het programma open bestuurscultuur. Diverse aspecten komen ook aan bod in de paragraaf Bedrijfsvoering.
Deelprogramma Raad Wat willen we bereiken? De doelstellingen zijn: Een goed functionerende (duale) democratie Het meer betrekken van burgers bij het beleid Wat hebben we bereikt? Op 16 maart is de nieuwe raad geïnstalleerd. Het aantal raadsleden is met 2 personen uitgebreid en bestaat uit 27 leden. Van de 27 raadsleden zijn 10 leden voor de eerste keer gekozen in de raad. Voor hen is een inwerkprogramma opgesteld. 61,4 % van de inwoners van Houten kwam bij de gemeenteraadsverkiezingen naar de stembus Tijdens commissievergaderingen wordt nadruk gelegd op het voeren van het onderlinge debat. In de raad worden vooral besluiten genomen. De ‘oude’ raad heeft de ‘nieuwe’ raad meegegeven om zich te gaan verdiepen in een andere werkwijze die efficiënter moet zijn en waarbij de inwoners van Houten beter bij het besluitvormingsproces worden betrokken. Uit reacties van burgers blijkt dat een open communicatie met de raad wordt gewaardeerd. De hoorzittingen die door de raad werden gehouden bij de behandeling van de perspectiefnota en de begroting zijn druk bezocht. Wat hebben we ervoor gedaan? De raad probeert zich te verplaatsen in wat de inwoners van Houten bezig houdt. Daarom gaan leden van raadscommissies op werkbezoek en worden hoorzittingen en themabijeenkomsten georganiseerd. Voorafgaande aan de behandeling van de Perspectiefnota 2007 en de Begroting 2007 zijn hoorzittingen gehouden. Diverse instellingen maakten daarvan dankbaar gebruik. Tijdens commissievergaderingen mag de inspreker tweemaal gebruik maken van het spreekrecht. Er is door inwoners een burgerinitiatief ingediend Bewoners moeten ook weten wat de raad besluit. Na elke raadsvergadering worden in de rubriek ‘De Raad op de koffie’ de genomen raadsbesluiten uiteen gezet. De raad heeft voor de verkiezingen in bijlage in een huis aan huiskrant een jaarverslag van de raad uitgebracht, met daarin informatie over het functioneren van de raad. Elke fractie heeft in de raadsrubriek de hoofdlijnen uit zijn verkiezingsprogramma aangegeven. Er zijn twee verkiezingsmarkten gehouden en een zeepkistendebat. Daarnaast hebben instellingen en fracties eigen bijeenkomsten georganiseerd. Na de verkiezingen is een huis aan huis krant verspreid. Daarin werd de nieuwe raad voorgesteld en het collegeprogramma toegelicht.
Jaarstukken 2006
45
Het functioneren van de Rekenkamercommissie is geëvalueerd. Dat heeft er toe geleid dat de rekenkamercommissie is uitgebreid met een extern lid. Jaarlijks worden een groot onderzoek en twee kleine onderzoeken gehouden. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving Vergaderingen raad Vergaderingen commissies Raadsbesluiten Thema-avonden/hoorzittingen* Werkbezoeken commissies* Aantal bezoekers nieuwjaarsreceptie Burgerinitiatief (ondertekend door 25 burgers) Raadsrubrieken in het Houtens Nieuws Opkomstpercentage gemeenteraadsverkiezingen
*
Begroting 2006 9 27 90 16
350 1
Realisatie 2006 2
10 30 8 6
9 16 160 3 4 600 1 18 61,4%
In verband met verkiezingen alleen in eerste helft 2006
Deelprogramma College Wat willen we bereiken? De doelstellingen zijn: Realiseren van een goed functionerende democratie waarin burgers worden betrokken bij het beleid. We willen: - een transparante besluitvorming - een zichtbaar en toegankelijk gemeentebestuur - meer betrokkenheid van de burgers bij het beleid een zo groot mogelijke opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2006 Realiseren van een kwalitatief goede dienstverlening. Concreet: - een goede telefonische, elektronische en fysieke bereikbaarheid, met aandacht voor een verdergaande digitale dienstverlening - inrichting van een gemeentewinkel die vraaggericht werkt, met een front- en backoffice Verdere bewustwording van het college, raad en ambtenaren van het belang van integriteit voor het openbaar bestuur en daarmee overeenkomstig handelen Wat hebben we bereikt? Een opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 61,4%, iets lager dan 2002 (61,8%). Een ruime meerderheid van de bevolking voelt zich betrokken bij de gemeente Houten: 92% is geïnteresseerd in informatie over de gemeente (communicatie onderzoek 2006). Uit onderzoek is gebleken dat de telefonische bereikbaarheid van de gemeentelijke organisatie matig is. Voor de doorkiesnummers bleek dat slechts 36% van de oproepen voldoet aan de adviesnorm. Hiermee scoort Houten nog iets slechter dan gemiddeld binnen de branche Overheid (38% voldoet aan adviesnorm). Voor de centrale zijn de resultaten beter: 78% van de oproepen voldoet aan de norm (landelijk: 67%). Inmiddels zijn er diverse acties ondernomen om deze bereikbaarheid te verbeteren. Wat hebben we ervoor gedaan? Goed functionerende democratie Inzet van verschillende instrumenten van het wijkgericht samenwerken. Er is onderzoek gedaan naar de mening van burgers over deze instrumenten. De resultaten worden in 2007 meegenomen bij een evaluatie van het wijkgericht samenwerken. Ook in 2006 is een populaire versie van het Burgerjaarverslag verschenen (in Houtens Nieuws). Uit het communicatieonderzoek eind 2006 is echter gebleken dat de bekendheid en het gebruik hiervan zeer laag is: respectievelijk 13% en 7%. 2
Inclusief extra vergaderingen vanwege verkiezingen
Jaarstukken 2006
46
Belangrijke besluiten zijn actief en langs multimediale weg vanuit het college naar buiten gebracht. Daar waar mogelijk zijn inwoners en organisaties vroeg in de planvoorbereiding of de beleidsontwikkeling betrokken: bijvoorbeeld Park in Zuidwest en wijkcentrum de Vuurtoren. Er is een impuls gegeven aan de informatievoorziening in de Gemeente InGang. Digitale communicatiemiddelen zijn vaker ingezet. Uit de evaluatie van de website blijkt dat het gebruik flink is toegenomen, van 6% in 2003 naar 21% in 2006. In projecten is de communicatie planmatig aangepakt. Dit levert vroegtijdige inzet op van communicatie als instrument. Het resultaat is minder weerstand in latere fasen van het project. In het kader van de gemeenteraadsverkiezingen organiseerde de gemeente samen met de Griffie een aantal activiteiten. Uitgangspunt hierbij was actieve informatieverstrekking en het bevorderen van de opkomst. Voorbeelden van die activiteiten zijn: o Een Houtense verkiezingssite o Het regelmatig uiten van meningen over een stelling op de gemeentepagina o Twee verkiezingsmarkten o Een slotdebat met lijsttrekkers o Een uitslagenavond o Het meewerken aan debatten van derden Er is een evaluatie geweest van de brief die de gemeente kort voor de verkiezingen stuurde aan nieuwe jonge kiezers. De conclusie is dat het wenselijk is dit in de toekomst te continueren: voor 9% van de jongeren is de brief een extra impuls om te gaan stemmen. Uit onderzoek onder klanten van Sociale Zaken is gebleken dat de algemene waardering van deze afdeling ruim voldoende is (gemiddeld rapportcijfer voor de dienstverlening: 7.6). Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart en de Tweede Kamer verkiezingen in november was het mogelijk om te stemmen in een stembureau naar keuze. Ongeveer 6% heeft hiervan gebruik gemaakt (maart). Eind 2006 is de monitor Leefbaarheid en Veiligheid uitgevoerd, waaraan bijna 1.200 inwoners hebben meegedaan. De resultaten worden begin 2007 bekend. Goede dienstverlening Door de inspanningen in 2006 is de Gemeentewinkel (Gemeente InGang) begin 2007 van start gegaan. Doordat deze nieuwe centrale publieksruimte later gereedkwam dan gepland, is er in 2006 geen klanttevredenheidsonderzoek gedaan. Dit is doorgeschoven naar 2007. In 2006 heeft geen uitbreiding van de digitale dienstverlening plaatsgevonden. Integriteit Het integriteitbeleid voor ambtenaren is verder vormgegeven en in 2006 voorgelegd aan de ondernemingsraad die ermee heeft ingestemd. Ook in 2006 heeft de jaarlijkse inventarisatie van ontvangen geschenken onder medewerkers en collegeleden plaatsgevonden én zijn de nevenfuncties van collegeleden geïnventariseerd. Burgers en bedrijven worden geïnformeerd door toezending van het vragenformulier en informatieformulier. Vooral op het gebied van drank en horeca is geïnvesteerd in screening. In 2006 zijn twee adviezen gevraagd aan Bureau Bibob en zijn drie adviezen ontvangen. Er lopen twee beroepsprocedures in 1 zaak. De evaluatie van het integriteitbeleid vindt begin 2007 plaats. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving
Realisatie 2005
Vergaderingen college Aantal collegespreekuren in de wijken
Begroting 2006 50 18
Jaarstukken 2006
Realisatie 2006 50
49 14
47
Deelprogramma Regionaal beleid Wat willen we bereiken? De doelstellingen zijn: Houten positioneren als een zelfbewuste partner In de regionale besluitvorming de belangen van Houten zo goed mogelijk behartigen Door regionale samenwerking de effectiviteit en efficiency bevorderen Goede relaties met buurgemeenten en gemeenten binnen Lekstroom alsmede Kromme Rijngebied hebben en houden. Wat hebben we bereikt? De relaties binnen Lekstroom en het BRU zijn het afgelopen jaar verstevigd. Wat hebben we ervoor gedaan? In maart heeft de raad besloten om het lidmaatschap van het BRU te continueren. Houtense raadsleden hebben actief geparticipeerd in de diverse discussiebijeenkomsten rondom de voorbereiding van de regionale agenda BRU. Hoofdconclusie van de Lekstroomconferentie in maart was: samenwerking loont, maar er mag geen sprake zijn van dwang. Samenwerking op beleidsonderwerpen is niet direct van meerwaarde, maar op het vlak van bedrijfsvoering wel. Daarbij is ruimte voor wisselende samenstellingen. Ook zal worden geïnvesteerd in netwerkbijeenkomsten van bestuurders. Het nieuwe college heeft kennis gemaakt met enkele colleges van naburige gemeenten.
Deelprogramma Juridische zaken Wat willen we bereiken? De doelstellingen zijn: Waarborgen van de rechtsbescherming van de burger Zoveel mogelijk beperken van de juridische risico’s die de gemeentelijke organisatie loopt bij de uitvoering van haar taken Wat hebben we bereikt? De burgers weten ons met bezwaren en klachten goed te vinden. Zowel de bezwaar- als de klaagschriften worden op een zorgvuldige manier afgehandeld. Afdelingen weten ons goed te vinden voor vragen en ondersteuning op juridisch gebied. Hierdoor wordt de juridische kwaliteit van de producten verbeterd. Wat hebben we ervoor gedaan? Er zijn 23 hoorzittingen geweest. De termijnen hebben daarbij onze nadrukkelijke aandacht gehad. We werden echter geconfronteerd met enkele complexe zaken, waardoor de ambities met betrekking tot de termijnen niet uit de verf zijn gekomen. Klachten worden steeds beter als klacht herkend en de behandeling ervan loopt over het algemeen goed. Vooral de klachtbehandelaars van de (publieks)afdelingen die vaker met klachten van doen hebben, weten wat er van hen verwacht wordt en handelen een klacht over het algemeen voortvarend af. De klachtbehandelaars tonen zich betrokken en erkennen ook verbeterpunten voor de eigen afdeling. De juridische kwaliteitszorg heeft niet de impuls gekregen die de organisatie voor ogen stond. In 2007 komt er een legal audit. Daaruit moet onder andere naar voren komen welke onderwerpen met voorrang zullen worden opgepakt.
Jaarstukken 2006
48
Kengetallen en/of prestaties Omschrijving Percentage gegronde bezwaarschriften t.o.v. totaal aantal ingediende bezwaarschriften Vergaderingen bezwarencommissie Klachten bij gemeente Percentage gegronde klachten t.o.v. totaal aantal ingediende klachten Klachten bij ombudsman Afdoening bezwaarschriften - binnen 14 weken (normtijd) - langer dan 14 weken - ingetrokken/nog niet afgerond *
Realisatie 2005 10%
Begroting 2006 10%
Realisatie 2006 13%
20 32 39%
18 30 20%
23 40 37%
5
6
7
22% 37% 41%
70% 30%
12%* 65%* 23%
In de eerste vier maanden van het jaar is er geen roulerend secretariaat geweest, wat normaliter wel het geval is. Daardoor zijn de doorlooptijden toegenomen, mede vanwege twee zeer omvangrijke zaken. Daarna is weliswaar een verbetering ontstaan, maar niet in lijn met de ambitieuze verwachting.
Deelprogramma Communicatie en voorlichting Wat willen we bereiken? De doelstellingen voor communicatie en voorlichting zijn: De betrokkenheid van inwoners bij het gemeentelijke beleid bevorderen Goede informatie geven over het gemeentelijke beleid Wat hebben we bereikt? De betrokkenheid van de inwoners van Houten bij beleidsvoorbereiding, -uitvoering en evaluatie is vergoot. In een aantal projecten is sprake geweest van participatie van de inwoners. Op allerlei manieren en via allerlei middelen is vroegtijdig informatie verstrekt aan de inwoners. De website van de gemeente heeft een centralere rol gekregen in de informatieverstrekking. Wat hebben we ervoor gedaan? Betrokkenheid burgers vergroten Vanuit het idee om de betrokkenheid van burgers te vergroten is in projecten en processen bewust vastgesteld op welke manier de communicatie vorm moet krijgen. Daar waar mogelijk zijn de inwoners op interactieve wijze betrokken bij het ontwikkelen van plannen en ideeën. Voorbeelden zijn het voorbereiden van het plan voor Park-West en het aandragen van kandidaten voor de Veiligheidsprijs 2006. Een van de elementen in communicatie is de informatiebijeenkomst. Per situatie is gekozen voor een opzet en invulling van de bijeenkomst. In het kader van wijkgericht werken zijn de spreekuren, werkbezoeken aan kleine kernen en schouwen in de wijk gecontinueerd. Het organiseren van een wijkontmoetingsdag is als concept heel goed bevallen. Ook in 2007 worden daarom wijkontmoetingsdagen georganiseerd. Er zijn voorbereidingen getroffen om de website interactiever te maken. In 2007 worden de eerste voorbeelden van digitale dienstverlening zichtbaar. Optimale informatie geven aan burgers De website www.houten.nl is meer en meer ingezet als centraal extern communicatiemiddel. Uit onderzoek blijkt ook dat de inwoner de website steeds vaker is gaan gebruiken voor het verkrijgen van nieuws over de gemeente. Voor het actuele nieuws is de gemeentepagina wekelijks ingezet. Aanvullend daarop is vier keer de gemeentekrant ‘Bouwen aan Houten’ verschenen met daarin meer achtergrondartikelen. Ook zijn themakranten uitgebracht, ondermeer over de begroting 2007 en over het burgerjaarverslag. Het bestaande persbeleid is gecontinueerd. Dat bestaat uit een wekelijks persgesprek, persberichten in situaties waarin een feit proactief onder de aandacht van de media wordt gebracht en het reageren op persvragen. Intern is een nieuwe werkwijze bij het cluster Communicatie voorbereid. De start daarvan is 1 januari 2007. Kenmerk van de nieuwe werkwijze is adviseren en uitvoeren vanuit de bestuurlijke portefeuilles van de collegeleden.
Jaarstukken 2006
49
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Aantal bezochte pagina’s van www.houten.nl Aantal deelnemers chats met jongeren
Bron
Realisatie 2005
Raming 2006
1.210.000
1.800.000
Gemeente Gemeente
-
Realisatie 2006 1.600.000
-
50 personen
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Rapportcijfer inwoners over kwaliteit dienstverlening gemeentelijke balie(s) Telefonische bereikbaarheid gemeente: % bereikbare doorkiesnummers
Bron Klanttevredenheidsonderzoek Onderzoek Interview 2006
Realisatie 2005
Raming 2006
7.6 -
Realisatie 2006
-
n.v.t.
0-meting
36%
Rekening Programma 4: Open bestuurscultuur
41 42 43 44 45
Begroting 2006
Raad College Regionaal beleid Juridische zaken Communicatie en voorlichting
689.672,85 1.314.603,25 147.079,89 284.528,92 824.891,89
749.539,00 1.512.624,00 161.243,00 356.051,00 885.014,00
792.436,00 1.730.804,00 161.243,00 366.277,00 825.014,00
729.658,49 1.759.714,03 153.339,87 356.589,89 994.599,53
62.777,51 28.910,037.903,13 9.687,11 169.585,53-
Totaal lasten
3.260.776,80
3.664.471,00
3.875.774,00
3.993.901,81
118.127,81-
Raad College Regionaal beleid Juridische zaken Communicatie en voorlichting
882,50 3.397,77 28.068,69
68.942,00
14.600,00 20.158,00
21.696,55 37.438,96
7.096,55 17.280,96
Totaal baten
32.348,96
68.942,00
34.758,00
59.135,51
24.377,51
Saldo
3.228.427,84-
3.595.529,00-
3.841.016,00-
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2005
Deelprogramma's 41 42 43 44 45
Begroting na wijziging 2006
3.934.766,30-
93.750,30-
Verschillenanalyse Lasten
Deelprogramma Communicatie en voorlichting Het nadeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 169.586 N Communicatie en voorlichting Communicatie en voorlichting De overschrijding op de lasten wordt veroorzaakt: 1. door het feit dat er meer productieve uren zijn gemaakt, dan waar in de begroting rekening mee is gehouden (nadeel € 153.767); 2. doordat er meer werkzaamheden door derden zijn verricht (nadeel € 44.259). Verklaring is dat met de start van het nieuwe college het onderwerp “communicatie” speerpunt van beleid is geworden. Dit heeft geleid tot extra inzet van mensen (in het bijzonder via externe inhuur) o.a. om een communicatievisie te ontwikkelen en de noodzaak om een kwaliteitsslag te maken (c.q. te investeren) in Intranet en de website. (Zie ook de toelichting op de kostenplaats Bestuursondersteuning en Voorlichting in de bijlagen bij dit jaarverslag.)
Jaarstukken 2006
50
7. Algemeen bestuur Omschrijving programma Het programma Algemeen Bestuur kent een sterke samenhang met het programma Open Bestuurscultuur. De accenten liggen zo dat in dit programma Burgerzaken aan de orde komt. Wat willen we bereiken? Het programma Algemeen Bestuur kent een sterke samenhang met het programma Open Bestuurscultuur. In het programma Open Bestuurscultuur zijn alle aspecten betreffende de raad en het college en de wijze waarop de gemeente wenst om te gaan met haar inwoners en bedrijven opgenomen. In het programma Algemeen Bestuur resteert daardoor slechts het onderdeel Burgerzaken. De werkzaamheden in het kader van Burgerzaken zijn over het algemeen het meest herkenbaar voor onze inwoners. Uit het oogpunt van dienstverlening is Burgerzaken van groot belang voor de indruk die de burgers krijgen van de gemeente Houten. Toegepast op een deelprogramma omvat dit hoofdzakelijk de verstrekking van overheidsdocumenten en de bevolkingsadministratie. Wat hebben we bereikt? De invoering van het Burger Servicenummer is uitgesteld tot in 2007. De Eerste Kamer moet nog een besluit nemen. De invoering van het nieuwe rijbewijs en de invoering van het nieuwe paspoort zijn geruisloos verlopen. De verkiezingen van de gemeenteraad op 7 maart 2006 zijn vlekkeloos verlopen en er kwam een verrassende uitslag uit de bus. Ook de manier waarop de verkiezingsavond was georganiseerd droeg bij aan het goede verloop. Op 22 november 2006 is de verkiezing voor de Tweede Kamer gehouden. Voor het eerst kon in Houten gebruik worden gemaakt van een stemmachine voor blinden en slechtzienden en heeft een mobiel stembureau op verschillende locaties zitting gehouden. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is een klantgerichte en kwalitatief hoogwaardige dienstverlening geleverd op het gebied van burgerzaken. Door deelname aan verschillende werkgroepen is de kwaliteit van het gegevensbeheer beter geborgd en zijn de voorbereidingen voor andere vormen van dienstverlening (o.a. langs elektronische weg) gestart. De organisatieontwikkeling en de renovatie (Gemeente InGang) hebben als motor gewerkt om in 2007 daadwerkelijk met digitale dienstverlening (inclusief DigiD en elektronisch betalen) te starten. Rekening Programma 7: Algemeen bestuur Begroting na wijziging 2006
Rekening 2005
Begroting 2006
71 Burgerzaken
1.255.681,30
1.469.334,00
1.510.459,00
1.491.650,34
18.808,66
Totaal lasten
1.255.681,30
1.469.334,00
1.510.459,00
1.491.650,34
18.808,66
71 Burgerzaken
600.458,56
594.096,00
583.444,00
654.169,41
70.725,41
Totaal baten
600.458,56
594.096,00
583.444,00
654.169,41
70.725,41
Saldo
655.222,74-
875.238,00-
927.015,00-
837.480,93-
89.534,07
Deelprogramma's
Jaarstukken 2006
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
51
Verschillenanalyse Baten
Deelprogramma Burgerzaken Het voordeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 59.200 V Baten rij- en reisdocumenten € 11.525 V Overig Totaal € 70.725 V Baten rij- en reisdocumenten Bij het opstellen van de begroting is een lager bedrag aan leges (prijspeil 2005) per product begroot dan werkelijk in 2006 (hoger door tariefaanpassingen 2006) is ontvangen. Daarnaast zijn er meer reis- en rijdocumenten verstrekt dan begroot. Vooral het nieuwe rijbewijs (creditcard formaat) dat vanaf 1 oktober 2006 beschikbaar kwam heeft geleid tot extra inkomsten. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving Huwelijksaangiften Huwelijken/partnerschapsregistraties Akten burgerlijke stand Naturalisaties Rijbewijzen Reisdocumenten Afgegeven documenten (overig) Aantal inlichtingen Verwerkte berichten, via netwerk ontvangen Verwerkte berichten, via netwerk verzonden Verwerkte berichten, via overige media Aantal bezoekers
Realisatie 2005 224 121 865 24 2.044 8.150 7.726 16.673 86.147 162.554 242.025
Begroting 2006 210 88 800 30 2.600 7.840 8.330 23.000 162.000 35.000
Jaarstukken 2006
Realisatie 2006 196 85 829 31 3.138 7.148 7.904 12.119 101.609 266.744 222.650 38.500
52
8. Verkeer, vervoer en waterstaat Omschrijving programma Het programma Verkeer, vervoer en waterstaat is gericht op de aanzienlijke infrastructurele opgave die de groei van Houten naar 50.000 inwoners met zich meebrengt. De ontwikkeling van Houten-Zuid gaat gepaard met de aanleg van de nieuwe Rondweg (voltooid in 2003), De Meerpaalweg (voltooid in 2006), herprofilering van De Koppeling en de ontsluiting op buurt- en wijkniveau. Dat is echter niet e genoeg. Een 2 aansluiting op het Rijkswegennet is noodzakelijk. De groei van Houten leidt tevens tot een forse stijging van het trein- en busgebruik. Naast de realisatie van nieuwe infrastructuur zijn het handhaven en verbeteren van de functionaliteit en kwaliteit van de bestaande infrastructuur van belang. De verkeersveiligheid is daarbij essentieel. Het raadsprogramma 2002-2006 vraagt daar expliciet aandacht voor.
Deelprogramma Wijkgericht Samenwerken - fysieke component Wat willen we bereiken? Deze deelprogramma's geven richting aan het wijk- en buurtbeheer, de fysieke component van het wijkgericht samenwerken. Reeds in de Strategische Visie is de wens verwoord om een faciliterende organisatie te zijn die initiatieven van bewonersgroepen ondersteunt, om zich gezamenlijk in te zetten voor de kwaliteit van de woonomgeving. Ruimte geven aan bewonersinitiatieven wordt meerdere malen benadrukt, evenals het wijk- en buurtgericht werken als instrument om de vraag op te halen en te vertalen naar de gemeentelijke organisatie. De fysieke kant van het wijkgericht samenwerken richt zich op het betrekken van bewoners bij de buitenruimte en het verbeteren van de relatie tussen bewoners en gemeente in het samenwerken aan beheer en onderhoud. Waar de buitenruimte er goed verzorgd uit ziet én waar men invloed heeft kunnen hebben op hoe die eruit ziet, voelt men zich veiliger en meer betrokken. Daarbij is een belangrijk aandachtspunt dat alle partners die werken aan de buitenruimte elkaar kennen. Vaak kent de gemeente de bewoners wel, maar weten bewoners ook wat zij van de gemeente kunnen verwachten? Wat we willen bereiken is: Vergroting van het inzicht bij bewoners in wat de gemeente doet in de wijk op het gebied van onderhoud van de woon- en leefomgeving en wat de ruimte is voor invloed van bewoners. Een duurzamere relatie met bewoners Bekendheid met de vraag uit de wijk om maatwerk te kunnen leveren Wat hebben we bereikt? In het netwerk ‘de Wijk voor elkaar!’ werken gemeente en professionele partners, zoals de politie, Stichting Welzijnsontwikkeling Houten, Stichting Enter en Viveste, nauw samen. Partners en gemeente weten elkaar in de wijk steeds vaker te vinden en pakken vraagstukken integraal op. Een voorbeeld hiervan is de structurele aanpak voor de leefbaarheid rond de Rietplas. Twee andere voorbeelden vinden plaats in wijkcluster Zuidwest. Bewoners en professionele partners worden door de gemeente vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling van Park-West en wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld. Wijkonderhoudsdagen zijn wijkontmoetingsdagen geworden. Van een ontmoeting van gemeente en bewoners over onderhoud en beheer gaan professionele partners en gemeente nu de dialoog aan, niet alleen met bewoners, maar ook met elkaar. Er wordt informatie over de wijk uitgewisseld en er is informatie te krijgen over tal van onderwerpen. Iedere keer leren gemeente, professionele partners én bewoners elkaar weer een beetje beter kennen. Bij ontmoetingen met wijkbewoners wordt benadrukt dat bewoners zelf ook een verantwoordelijkheid hebben in het leefbaar houden van de wijk. Het is niet alleen u vraagt, wij draaien, maar ook u vraagt én u draait mee. Vaak is het mogelijk maatwerk te leveren. Zo zijn er op de Edelhertakker fleurige bloembakken gerealiseerd die worden onderhouden door de bewoners. In Schalkwijk namen bewoners het initiatief om de boomspiegels te beplanten. Ook deze worden door de bewoners zelf onder-
Jaarstukken 2006
53
houden. In de reconstructie plannen voor de Gaarden en Hoeven was er voldoende ruimte om in te gaan op bewonerswensen. Er zijn echter ook wensen die niet passen binnen het huidige beleid, bijvoorbeeld het aanleggen van extra verkeersdrempels. Op een zorgvuldige manier wordt dan uitgelegd waarom dit niet kan. Mochten zij dit willen dan hebben ze wel de mogelijkheid om een zogeheten neonmannetje in bruikleen te krijgen. Wat hebben we ervoor gedaan? Het idee Wijkonderhoudsplan is tot in 2005 veelvuldig genoemd als instrument in het wijkgericht samenwerken en als instrument om bewoners invloed te geven op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Het was tot dan toe een voornemen en slechts beschreven in enkele zinnen. Dit is ingehaald door de cyclus met BOR (Beheerplan Openbare Ruimte) en de jaarplannen BOR: op deze wijze vindt de sturing plaats op middelen en menskracht. Na analyse is ook geconstateerd dat circa 90% van al het beheer en onderhoud in de verschillende wijken identiek is en niet aan discussie onderhevig. De sturende werking van een Wijkonderhoudsplan is niet anders dan heel beperkt. Het Wijkonderhoudsplan, inmiddels omgedoopt tot Wijkonderhoudsplanning, heeft daarom een functie gekregen in de communicatie en dialoog met bewoners. Bewoners worden geïnformeerd en betrokken bij het beheer van de openbare ruimte: die betrokkenheid genereren en het contact van gemeente met de bewoners staat centraal. In deze dialoog is ook ruimte voor invloed van bewoners in de vorm van suggesties/meldingen, inspreken of aangeven van voorkeuren (bijvoorbeeld bij locaties losloopgebieden voor honden of soorten speeltoestellen). Binnen de Wijkonderhoudsplanning worden drie stappen onderscheiden: de feitelijke inventarisatie van de plannen tot en met planningen voor beheer en onderhoud in een wijk, de dialoog daarover met bewoners in de vorm van een wijkonderhoudsdag en de uitgave van een brochure met voor bewoners relevante informatie. In juni en in oktober zijn er respectievelijk wijkontmoetingsdagen in wijkcluster Zuidoost en wijkcluster Noordoost georganiseerd. Op basis van het cijfermatige overzicht 2005 van de wijkinstrumenten zijn voorstellen gedaan voor de voortzetting van de instrumenten in 2006: het aantal collegespreekuren is met de helft verminderd en collegebezoeken vinden plaats per wijkcluster. Wijkschouwen zijn bijna volledig vervangen door Keet in de wijk. Wijkspreekuren zijn op de oude voet doorgegaan. In het afgelopen jaar is de nadruk in de keet meer op de dialoog komen te liggen, waar het voorheen meer op het ophalen van vragen neerkwam. Daarnaast is de keet één keer ingezet op straatniveau om een sociale problematiek te bespreken met bewoners. Eind 2006 is een onderzoek uitgevoerd naar de bekendheid en wenselijkheid van wijkinstrumenten. De resultaten zullen in 2007 worden gepresenteerd. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving Wijkgericht samenwerken Aantal spreekuren in de wijken: Collegespreekuren (collegeleden op tournee door alle 5 de wijken, maandelijks) Wijkspreekuren (door wijkopzichter, per wijk) (wijken binnen rondweg 2x per week, kerkdorpen buitengebied 3- wekelijks) Wijkontmoetingsdagen in het wijkcluster Zuidoost en Noordoost (Noordoost incl. Collegebezoek) Wijkschouwen Reiniging Straatvegen door derden (keren per jaar) Straatvegen door derden (totaal km) Straatvegen eigen dienst (keren per jaar) Bladzuigen (uren) Transport veegvuil (aantal uren) Reiniging veegvuil (aantal ton) * ** ***
Begroting 2006
Realisatie 2006
18
17
14
559
472
468
9
2 20
2 20
6 1.842 6
6 1.870 6,5
135 867
130 1.200
6 1.910* 13 216 154** 930***
Toename als gevolg van overdrachten Vinex. Dit jaar was er veel bladval, containers waren eerder vol, echter het gewicht was beperkt. Vaker rijden betekent wel meer uren. In het algemeen is de hoeveelheid veegvuil lastig te ramen. Veegvuil van niet overgedragen bouwwegen draagt onder andere bij aan de toename.
Jaarstukken 2006
54
Deelprogramma Verkeersveiligheid Wat willen we bereiken? De veiligheid van de wegen en fietspaden in de gemeente is, vergeleken met de algemeen landelijke situatie, duidelijk goed te noemen. Dit moet zo blijven en waar mogelijk nog verder worden verbeterd. Wat dit betreft kunnen we de volgende concrete doelstelling noemen: In de lijn van het streefbeeld Duurzaam Veilig (zie Verkeersveiligheidsrapportage 2000-2003) zou voor de periode 2006-2010 het aantal letselongelukken gemiddeld met 4,3% moeten afnemen. Wat hebben we bereikt? De veiligheid van wegen en fietspaden is nog altijd goed te noemen, vergeleken met de algemeen landelijke en provinciale situatie. De veiligheid op wegen en fietspaden in Houten is verder vergroot. Er zijn in 2004 en 2005 minder gewonden geregistreerd op de gemeentelijke wegen in Houten. Wat hebben we ervoor gedaan? Houten is UVL gemeente geworden. Dat betekent dat Houten samen met de provincie werkt aan het stimuleren van verkeerseducatie op scholen en daarvoor onder andere structureel een budget heeft beschikbaar gesteld. Er zijn ook campagnes gevoerd, gericht op gedragsbeïnvloeding en er is meer aandacht gevraagd voor handhaving bij politie. Daarnaast zijn nieuwe verkeersregelinstallaties op de Rondweg geplaatst om een groene golf in te kunnen stellen en om gedrag te kunnen monitoren (intensiteit en rijden door rood licht). Er is een aantal fietsoversteken aangepakt: OdijksewegWernaarspad, Leidekkersgilde-Klompenmakersgilde. De Notengaarde is bovendien omgezet van straat naar fietsstraat. Bij onderhoudsprojecten in het buitengebied wordt integraal aandacht besteed aan mogelijkheden ter verbetering van de inrichting. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving
Realisatie 2005
Aantal ongevallen met dodelijke afloop Aantal ziekenhuisgewonden Aantal overige gewonden
0 11 25
Begroting 2006 Geen raming Geen raming Geen raming
Realisatie 2006 0 8 24
Deelprogramma Openbaar vervoer Wat willen we bereiken? Voorzien in passende maatregelen op het gebied van stations en aansluitend openbaar vervoer, met het oog op de hogere treinfrequentie die ontstaat Handhaving van het peil van het gebruik van openbaar vervoer, tijdens de verbouwing van het centrum van Houten Aanbod van openbaar vervoer aan de oostzijde van Houten, in relatie tot Salto A12 en de toekomstige knooppuntfunctie van Houten centrum Verbeterde afwikkeling van het verkeer op de kruisingen van de Utrechtseweg met de Essenkade en de Rondweg Beschikbaarheid van openbaar vervoer als onderdeel van de leefbaarheid van de kleine kernen. De exploitatie van lijn 45 staat onder druk Wat hebben we bereikt? De verbouwing van het centrum heeft tot op heden niet tot aantoonbaar reizigersverlies geleid. Bij het Bestuur Regio Utrecht is de lijnvoering langs de oostzijde van Houten veilig gesteld. De inregeling van de verkeersregelinstallaties op de Rondweg en de Essenkade, met verbeterde prioriteit voor het openbaar vervoer, heeft in 2006 plaatsgevonden. Buslijn 45 is in 2006 als basisvoorziening in ’t Goy en Schalkwijk gehandhaafd.
Jaarstukken 2006
55
Wat hebben we ervoor gedaan? We nemen deel aan het projectbureau Randstadspoor. Het busstation in de nabijheid van C1000 is verplaatst naar de kop van de Molenzoom, om zo gedurende de werkzaamheden aan het centrum en het spoor een voor de reiziger herkenbare voorziening te bieden. We nemen een actieve rol op ons om in overleg met het BRU en Connexxion tot verbetering van de lijnvoering te komen. In 2006 is met het BRU overlegd om de lijnvoering langs de oostzijde van Houten veilig te stellen. In het kader van het project ‘busje komt zo’ is onderzoek gestart naar de mogelijkheid om beter openbaar vervoer aan te bieden in de kleine kernen.
Deelprogramma Bereikbaarheid Wat willen we bereiken? De bereikbaarheid van woningen, winkels en bedrijven moet, ook tijdens de groei worden gegarandeerd, met inachtneming van daarvoor geldende landelijke milieunormen. Aan het einde van de Vinex-periode moet de congestie op het huidige lokale wegennet (in het bijzonder op de Rondweg en de Staart) tot het verleden behoren. Wat hebben we bereikt? Met de gemeente Bunnik hebben we richtlijnen voor de m.e.r.-procedure (milieu effect rapportage) e voor A12 SALTO (1 fase) vastgesteld. Dit is een eerste stap om duurzame bereikbaarheid te garanderen. Wat hebben we ervoor gedaan? Het project A12 SALTO wordt actief ondersteund. De fysieke voorbereidingen om de koppeling van verkeersregelinstallaties daadwerkelijk te kunnen realiseren (kabels en leidingenwerk) zijn afgerond. In april 2006 is De Rede opengesteld voor het verkeer, waardoor de verkeersdruk op De Rondweg en De Koppeling is verminderd. Het actieprogramma voor parkeren in de woonwijken is vastgesteld.
Deelprogramma Fietsen Wat willen we bereiken? Conform het voortgangsbericht Fietsuitvoeringsplan mogelijkheden voor ‘werk-met-werk’ realiseren en de situatie voor fietsers verder verbeteren. De prioriteit ligt daarbij op de regionale verbindingen in de richting van Utrecht, Nieuwegein en Bunnik. Plaats voor gestalde fietsen tijdens de verbouwing in het centrum behouden. Wat hebben we bereikt? De veiligheid voor de fietsers in Houten is verbeterd. De bewegwijzering voor de doorgaande fietser is verbeterd. Er zijn maatregelen getroffen om de fiets te kunnen parkeren gedurende de werkzaamheden in het centrum. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is een aantal fietsoversteken aangepakt: Odijkseweg-Wernaarspad, LeidekkersgildeKlompenmakersgilde. De Notengaarde is bovendien omgezet van straat naar fietsstraat. Ten behoeve van de verbetering van de herkenbaarheid van de routes zijn ‘paddenstoelen’ geplaatst. Om voldoende plaats voor fietsstalling in het centrum tijdens de verbouwing te behouden is een verplaatsingsplan opgesteld, waarbij alle weg te halen fietsklemmen worden gecompenseerd op een alternatieve locatie.
Jaarstukken 2006
56
Rekening Programma 8: Verkeer, vervoer en waterstaat
Begroting 2006
7.074.502,79 451.786,39 1.071.853,10 73.666,16 782.996,22 381.304,09 249.538,41 54.568,41 88.181,04 13.124,34
2.150.825,00 255.940,00 241.152,00 125.287,00 893.251,00 232.475,00 97.838,00 87.098,00 79.766,00 15.539,00
4.213.031,00 233.445,00 326.341,00 125.287,00 865.252,00 232.672,00 104.477,00 87.098,00 79.766,00 15.539,00
3.557.681,29 228.356,18 180.609,63 65.826,25 974.792,71 231.282,29 101.458,74 56.256,87 101.918,10 17.172,33
655.349,71 5.088,82 145.731,37 59.460,75 109.540,711.389,71 3.018,26 30.841,13 22.152,101.633,33-
10.241.520,95
4.179.171,00
6.282.908,00
5.515.354,39
767.553,61
Wegen Civiel-technische kunstwerken Verkeerregelinstallaties Straatmeubilair Straat- en kolkenreiniging Verkeer Verkeersveiligheidsplan Openbaar vervoer Bereikbaarheid Fietsen
2.879.788,44 117.819,02 908.555,03 311,00 172.800,00 2.503,00 801,74 563,50 11,34 -
223.158,00 32.087,00 71.068,00 170.000,00 50,00 -
2.172.451,00 154.268,00 190.000,00 50,00 23.545,00 -
1.273.093,57 4.210,41 46.129,79 876,20 190.000,00 3.054,18 13.545,00 434,00 -
899.357,434.210,41 108.138,21876,20 3.004,18 10.000,00434,00 -
Totaal baten
4.083.153,07
496.363,00
2.540.314,00
1.531.343,15
1.008.970,85-
Saldo
6.158.367,88-
3.682.808,00-
3.742.594,00-
3.984.011,24-
Wegen Civiel-technische kunstwerken Verkeerregelinstallaties Straatmeubilair Straat- en kolkenreiniging Verkeer Verkeersveiligheidsplan Openbaar vervoer Bereikbaarheid Fietsen Totaal lasten
81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2005
Deelprogramma's 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
Begroting na wijziging 2006
241.417,24-
Verschillenanalyse Lasten
Deelprogramma Wegen Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 707.436 V Meerjarenonderhoudsplan wegen € 18.179 N Overdrachten € 12.912 V Nutsvoorzieningen € 9.514 V Hoofdstructuur € 24.441 V Kabels en leidingen € 28.561 N Wergbermen € 43.590 N Wegen € 8.625 N Overig Totaal € 655.350 V
Jaarstukken 2006
57
Meerjarenonderhoudsplan wegen Er is € 803.200 minder uitgegeven aan groot onderhoud omdat projecten zijn doorgeschoven naar 2007. Dit ten gevolge van de afronding van projecten uit 2005 en 2006 en ten gevolge van vertragingen door langere procestijd van aanbestedingen. Overdrachten Om achterstanden met betrekking tot overdrachten in te halen zijn er in 2006 meer uren en inhuur aan het product Overdrachten besteed dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Nutsvoorzieningen De uren van de medewerkers van de afdeling Openbare Werken en de kosten met betrekking tot de inhuur voor vergunningverlening zijn niet op dit product verantwoord maar op het product Wegen. Het voordeel op het product Nutsvoorzieningen valt dus weg tegen (een deel van) het nadeel op het product Wegen. Hoofdstructuur In 2006 is er over de mate waarin aanpassingen van de wegenstructuur nodig zijn, minder afstemming noodzakelijk gebleken dan was gepland. Hierdoor zijn er minder ambtelijke uren aan dit product besteed en is er een voordeel ontstaan op de kosten van inhuur van derden. Kabels en leidingen Er is geen onderhoud door derden uitgevoerd, terwijl dit wel was begroot (€ 26.250) (350 uur). Deze kosten zijn gedeeltelijk vraagafhankelijk. Er heeft minder toezicht op uitvoering plaatsgevonden. Wegbermen Er is voor € 36.674 extra uitgegeven aan onderdelen, hulpstukken en andere benodigdheden omdat dit in verband met de veiligheidsituatie noodzakelijk was. Als gevolg van een administratieve fout is € 25.000 afgeraamd van het product Wegbermen en dat had van product Bermen moeten zijn. Feitelijk is hier dus geen sprake van een te verklaren overschrijding. Wegen Er is dit jaar door de wijkteams minder tijd besteed aan onderhoudswerkzaamheden, in verband met een redelijke staat van onderhoud en de keuzes die moesten worden gemaakt wegens capaciteitsgebrek.
Deelprogramma Verkeerregelinstallaties Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 145.731 V Verkeersregelinstallaties Verkeersregelinstallaties Er is voor € 55.000 minder aan onderhoud door derden uitgegeven in verband met relatief veel nieuwe installaties, die in 2006 onder de garantietermijn vielen. Daarnaast zijn de kapitaallasten € 37.338 lager dan begroot (VRI 2005 is pas in 2006 afgesloten) en zijn minder uren gemaakt, ook vanwege doorgeschoven werkzaamheden. De kosten zijn lager omdat het project Groene Golf rondweg doorloopt in 2007.
Deelprogramma Straatmeubilair Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 59.461 V Straatmeubilair Straatmeubilair Aan onderhoud door derden is voor € 27.270 minder uitgevoerd. Daarnaast zijn minder uren gemaakt dan begroot (€ 31.539). Op basis van prioriteitsstelling hebben andere zaken voorrang gekregen.
Jaarstukken 2006
58
Deelprogramma Straat- en kolkenreiniging Het nadeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 34.314 V Straatreiniging beleid € 174.946 N Straatreiniging € 34.803 V Kolkenzuigen € 3.712 N Overig Totaal € 109.541 N Straatreiniging beleid Er zijn minder uren aan beleid besteed, omdat in 2006 niet gewerkt is aan een beleidsnotitie voor straatreiniging. In het kader van de verlengde horizon BOR is een nieuwe planning opgesteld voor beleidsnotities binnen de afdeling Openbare Werken. Deze planning wordt in juli 2007 voorgelegd aan de raad. Straatreiniging Er zijn meer uren gemaakt voor straatreiniging dan begroot. De afgelopen jaren zijn de uren die worden besteed aan straatreiniging stelselmatig toegenomen doordat de noodzaak voor straatreiniging toeneemt. Binnen de uitwerking van het Beheerplan Openbare Ruimte wordt hiervoor naar een structurele oplossing gezocht. Kolkenzuigen Er is voor € 31.713 minder uitgegeven aan schoonmaken door derden omdat door vertraging in het aanbestedingsproces de werkzaamheden pas begin 2007 zijn uitgevoerd.
Deelprogramma Openbaar vervoer Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 30.841 V Openbaar vervoer Openbaar vervoer Voor grof weg de helft wordt het voordeel op dit product verklaard doordat er minder uren op dit product zijn gemaakt (die zijn besteed aan deelprogramma Bereikbaarheid). De andere helft is het gevolg van een geringer gebruik van de Regiotaxi; dit geringere gebruik komt o.a. door het in gebreke blijven van de vervoerder, waardoor - na veel klachten - de overstap is gemaakt naar een ander vervoersbedrijf. Het vertouwen in het functioneren van de Regiotaxi is door die situatie geschaad. Baten
Deelprogramma Wegen Het nadeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 830.186 N Meerjarenonderhoudsplan wegen € 8.328 N Overdrachten € 4.500 N Nutsvoorzieningen € 5.625 N Hoofdstructuur € 22.865 N Wegen € 26.250 N Kabels en leidingen € 1.603 N Overig Totaal € 899.357 N Meerjarenonderhoudsplan wegen Er zijn minder kosten gemaakt voor groot onderhoud, waardoor de onttrekking uit de voorziening € 886.509 lager is dan begroot. Daarnaast zijn extra inkomsten ontvangen ad € 45.983, als gevolg van subsidie-inkomsten in 2006, waar uitgaven in 2007 tegenover staan.
Jaarstukken 2006
59
Overdrachten Voor inhuur was € 201.750 begroot. Er blijkt € 193.422 besteed te zijn. Nutsvoorzieningen De onttrekking uit de voorziening is niet nodig omdat geen onderhoud door derden is uitgevoerd. Hoofdstructuur De onttrekking uit de voorziening is niet nodig omdat geen personeel is ingehuurd. Wegen Er zijn meer werkzaamheden in eigen beheer uitgevoerd (ca. € 67.000) en er is, mede daardoor minder aan werkzaamheden uitbesteed (ca. € 41.000). Kabels en leidingen De onttrekking uit de voorziening is niet nodig omdat geen onderhoud door derden is uitgevoerd. Alle niet bestede bedragen blijven beschikbaar in de Voorziening Beheerplan Openbare Ruimte.
Deelprogramma Verkeersregelinstallaties Het nadeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 108.138 N Verkeersregelinstallaties Verkeersregelinstallaties De onttrekking uit de voorziening is € 120.538 lager dan begroot omdat minder is uitgegeven aan werkzaamheden door derden en kapitaallasten. Dit bedrag blijft in de voorziening BOR. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving Kunstwerken Aantal bruggen Aantal tunnels Aantal duikers Aantal steigers Aantal keermuren Aantal stuwen
Begroting 2006 170 23 135 19 11 15
Realisatie 2006
185 24 145 20 11 16
170 24 135 19 17 15
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Tevredenheid bewoners over parkeergelegenheid in buurt (in %) Tevredenheid inwoners over parkeergelegenheid in centrum (in %) Aandeel fiets in modal split * tot 7,5 km Tevredenheid bewoners over stallingmogelijkheden fiets bij scholen en sportvoorzieningen Tevredenheid fietsnetwerk in en buiten Houten Bezettingsgraad fietsenstallingen in centrum ** Tevredenheid inwoners over busvervoer in Houten (in %) Tevredenheid inwoners over busvervoer naar plaatsen buiten Houten (in %) * **
Bron
Realisatie 2005
Raming 2006
Leefbaarheidsmonitor
-
-
53,8%
Leefbaarheidsmonitor
-
-
51,2%
CBS/BRU
42%
43%
Realisatie 2006
n.n.b.
Leefbaarheidsmonitor
-
-
44,1%
Leefbaarheidsmonitor
-
-
91,7% en 81,0%
Exploitatiegegevens beheerder
130%
130%
130%
Leefbaarheidsmonitor
-
-
23,3%
Leefbaarheidsmonitor
-
-
23,0%
Modal split = de verdeling van de mobiliteit over de verschillende vervoersmiddelen Bezettingsgraad 130% wil zeggen: 1,3 fiets per beschikbaar fietsenrek
Jaarstukken 2006
60
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Gerealiseerde parkeerplaatsen centrum Kwaliteitsniveau wegen * Aantal fietsrekken in centrum Kwaliteitsniveau fietspaden * Aantal in- en uitstappers trein per dag Aantal gebruikers bus per dag Aantal nieuwe gebruikers Regiotaxi *
Bron Parkeerbalans Houten Centrum/Telling gemeente Visuele inspectie gemeente
Realisatie 2005
Raming 2006
Realisatie 2006
0
- 200
2,8
2,8
2.730
2.795
2
2
NS Reizigers
9.690
10.174
n.n.b.
Connexxion
1.485
1.637
n.n.b.
161
150
120
Telling gemeente Visuele inspectie gemeente
Personenvervoer MiddenNederland
-200 Niet gemeten 2.795 Niet gemeten
De volgende indeling is aangehouden: 1 = uitstekend, 2 = goed, 3 = voldoende, 4 = matig en 5 = slecht.
Jaarstukken 2006
61
Jaarstukken 2006
62
9. Economische zaken Omschrijving programma Het programma Economische Zaken is gericht op het stimuleren van de economische ontwikkeling van Houten. Hoofddoel is dat Houten een economisch gezonde gemeente blijft, waarbij de economische groei en ontwikkeling in de pas blijven lopen met de bevolkingsgroei en -ontwikkeling. We richten ons hierbij op die sectoren, waarin Houten traditioneel sterk is, namelijk zakelijke dienstverlening, zelfstandige professionals en schone bedrijven in diverse sectoren.
Deelprogramma Detailhandel Wat willen we bereiken? We willen een evenwichtige detailhandelstructuur creëren die aansluit op de behoeften van de inwoners van Houten en tevens afgestemd is binnen de Utrechtse regio voor wat betreft de grootschalige en perifere detailhandel. Uitgangspunt is een hiërarchisch opgebouwd voorzieningenapparaat met een hoofdwinkelcentrum aan Het Rond, een wijkwinkelcentrum voor Houten-zuid in de toekomstige wijk Castellum, een buurtwinkelcentrum in het Oude Dorp en een tweetal buurtsteunpunten; de Dikke Boom en in Wulven. Daarnaast is er ruimte voor perifere detailhandel, voornamelijk op het bedrijventerrein de Meerpaal en aan de Koppeling. Omwille van de leefbaarheid in de kleine kernen is er ruimte voor een kleine supermarkt in Schalkwijk. Wat hebben we bereikt? De brancheverdeling van de nieuwe m in het winkelcentrum De Spil is concreet gemaakt Een uitbreiding van winkels in De Spil (centrum) die vooral is gericht op recreatief, vergelijkend winkelen De brancheverdeling van Castellum is passend gemaakt voor de functie als wijkwinkelcentrum 2
Wat hebben we ervoor gedaan? Er is een exploitant voor de bioscoop geselecteerd Er zijn diverse gesprekken met winkeliers/ontwikkelaars voor Castellum gevoerd In samenspraak met de ontwikkelaar zijn gesprekken gevoerd voor de selectie van kandidaten voor het Centrum Voor het horecapaviljoen wordt de grond in erfpacht uitgegeven. Voor het paviljoen is in 2006 een eigenaar geselecteerd en daarmee zijn afspraken gemaakt over de toekomstige exploitatie. Er is gestart met de vernieuwing van de horecavisie Er is advies uitgebracht over de tijdelijke vestigingslocatie voor een filiaal van Lidl
Deelprogramma Vestigingsmilieu Wat willen we bereiken? De doelen in dit deelprogramma zijn: Het op peil houden van een evenwichtige woon-werkbalans. Tot 2003 kende Houten een optimale woon-werkbalans; de omvang van de beroepsbevolking was vrijwel even groot als het aantal arbeidsplaatsen. Door de huidige conjunctuur en de voortgaande bevolkingsgroei van Houten (Vinex) is de balans de laatste jaren wat verstoord. Doel voor de toekomst is om de groei van de werkgelegenheid op hetzelfde peil te houden als de groei van de beroepsbevolking. Behoud van bestaande bedrijvigheid en het aantrekken van nieuwe ondernemingen zijn daarvoor vereist Het bieden van een goed vestigingsmilieu en een goed ondernemersklimaat In het verlengde van het doel om de werkgelegenheid te laten groeien, ligt de doelstelling om bedrijven een goed vestigingsmilieu en dito ondernemersklimaat te bieden. Wij willen een gemeente
Jaarstukken 2006
63
zijn waar bedrijven, als ze zich eenmaal gevestigd hebben, willen blijven, ook als ze uit hun jasje groeien Wat hebben we bereikt? Houten is onder de aandacht gebracht bij en in de belangstelling gekregen van ondernemers die uitbreiding of verplaatsing van hun bedrijf overwegen Een verbetering van de woon-werkbalans is tot stand gebracht door vestiging van bedrijven Er is aanbod van bedrijfs- en kantoorruimte gecreëerd Wat hebben we ervoor gedaan? Houten heeft met een stand deelgenomen op de beurs ondernemerscontacten in de Jaarbeurs Utrecht Advertentie in IKH agenda 2007 In Utrecht Business is geadverteerd en er is een redactioneel geplaatst Er zijn bedrijfsbezoeken afgelegd Er is een bijeenkomst voor ZZP-ers (zelfstandigen zonder personeel) mede georganiseerd en gefaciliteerd Gesprekken met potentiële vestigende bedrijven Het Netwerk is verstevigd met vertegenwoordigers bedrijfsleven (IKH, OKK)
Deelprogramma Markten Wat willen we bereiken? De doelen van dit deelprogramma zijn het instandhouden van: een duurzaam gezonde marktvoorziening als aanvulling op het winkelaanbod de mogelijkheden voor standplaatshouders om op verschillende plaatsen in Houten producten aan te bieden en de mogelijkheden voor venters om hun producten aan de deur aan te bieden Wat hebben we bereikt? De weekmarkt is financieel gezond en stabiel. Er zijn weinig mutaties in de aanwezige standplaatshouders. Er wordt voldaan aan het aanwezig hebben van een gezonde marktvoorziening als aanvulling op het winkelaanbod. De mogelijkheden voor standplaatshouders om op verschillende plaatsen in Houten producten aan te bieden en de mogelijkheden voor venters om hun producten aan de deur aan te bieden, worden benut. De bezettingsgraad van de weekmarkt is in 2006 lager uitgekomen (95%) in verband met de aanstaande verhuizing. De nieuwe locatie is kleiner en hierop anticiperend zijn opgezegde vergunningen niet meer uitgegeven. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is, voor zover nodig, bij open plaatsen gezorgd voor nieuwe standplaatshouders, zodat de weekmarkt maximaal bezet blijft. De verhuizing van de weekmarkt vindt in het voorjaar van 2007 plaats. Alle voorbereidingen en aanpassingen in de openbare ruimte hebben in 2006 plaatsgevonden. Het nieuwe standplaatsen- en ventvergunningenbeleid is per 1 januari 2006 in werking getreden en de standplaatshouders/venters hebben vergunningen voor drie jaar gekregen. Administratief is er minder druk, zowel bij aanvrager als bij verlener. De huur van de grond kan nu in termijnen worden betaald in plaats van in een keer.
Jaarstukken 2006
64
Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving
Begroting 2006
Realisatie 2006 95% 40 16 4 6 weken
Bezettingsgraad weekmarkt Aantal standplaatsen (Vaste) Standplaatsvergunningen (Vaste) Ventvergunningen Afwikkeling verzoeken ambulante handel
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Tevredenheid inwoners over de weekmarkt (in %)
Bron Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2005
Raming 2006 -
Realisatie 2006 -
65%
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Bezettingsgraad weekmarkt
Bron Afdeling OW
Realisatie 2005 100%
Raming 2006
Realisatie 2006
100%
95%
Deelprogramma Overige economische zaken Wat willen we bereiken? Doelstellingen binnen dit deelprogramma zijn: Adviseren en informeren over economische aangelegenheden Behartiging van de Houtense belangen bij de deelname in nutsbedrijven, zoals Hydron Wat hebben we bereikt? Houten heeft een groter belang in NV Hydron gerealiseerd De belangen in de nieuwe Vitens organisatie zijn veilig gesteld, na de fusie van NV Hydron Wat hebben we ervoor gedaan?
Ondernemersloket (internet) update verzorgd Houten heeft een standpunt bepaald inzake fusie NV Hydron Standpunt bepaald inzake nieuwe bestuursdelegatie Vitens De aankoop van extra aandelen NV Hydron is gerealiseerd Ondernemers die betrokken zijn bij de realisatie van de discotheek zijn begeleid
Kengetallen en/of prestaties Omschrijving
Realisatie 2005
Toename aantal arbeidsplaatsen Aantal bedrijfsbezoeken Uitgegeven m2 bvo kantoor Leegstand m2 kantoor
Begroting 2006 500 20
Jaarstukken 2006
Realisatie 2006 847 7 0 m2 8.784 m2 (7,2%)
65
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Woonwerkbalans % werklozen t.o.v. Houtense beroepsbevolking Tevredenheid inwoners over de winkelvoorzieningen (in %) Tevredenheid over horecavoorzieningen
Bron Economische Zaken Economische Zaken Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2005
Raming 2006
Realisatie 2006
90%
90%
n.n.b.
5%
5%
n.n.b.
-
-
63%
-
-
42%
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Aantal arbeidsplaatsen in Houten per 31-12 Uitgifte bedrijfsgrond per jaar Uitgifte Weteringhoek en Kruisboog
* **
Bron PAR / CWI Gemeente Uitgiftecijfers gemeente
Realisatie 2005
Raming 2006
Realisatie 2006
17.600
18.075
81.226 m
2
35.000 m
2
18.869 40.259 m
7.901 m
2
9.500 m
2
9.700 m
2
2
Het betreft hier bijna geheel winkelvloeroppervlak in het bouwplan De Spil. De oplevering van het nieuwe winkelcentrum is in het najaar van 2008 gepland. Dit is een raming op basis van een eerste globaal programma. In het voorjaar van 2007 wordt duidelijker en concreter welke branches er in Castellum komen en hoe groot het winkeloppervlak daarvan is. Volgens planning wordt het winkelcentrum in 2010 opgeleverd.
Rekening Programma 9: Economische zaken
Deelprogramma's 91 92 93 94
91 92 93 94
Rekening 2005
Begroting 2006
Begroting na wijziging 2006
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Detailhandel Vestigingsmilieu Markten Overige economische zaken
20.996,96 155.174,30 69.483,85 10.875,64
27.204,00 169.165,00 44.881,00 12.567,00
27.204,00 169.165,00 41.368,00 22.317,00
13.394,02 182.347,45 61.838,00 10.824,96
13.809,98 13.182,4520.470,0011.492,04
Totaal lasten
256.530,75
253.817,00
260.054,00
268.404,43
8.350,43-
Detailhandel Vestigingsmilieu Markten Overige economische zaken
136.587,62 72.657,34 308.493,95
160.720,00 86.571,00 55.894,00
160.720,00 94.500,00 249.000,00
135.595,18 101.738,10 773.295,49
25.124,827.238,10 524.295,49
Totaal baten
517.738,91
303.185,00
504.220,00
1.010.628,77
506.408,77
Saldo
261.208,16
49.368,00
244.166,00
742.224,34
498.058,34
Jaarstukken 2006
66
Verschillenanalyse Baten
Deelprogramma Vestigingsmilieu Het nadeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 25.125 N Bedrijfsterreinen en kantoorlocaties Bedrijfsterreinen en kantoorlocaties De huurprijs die Total Fina (Rondeel) jaarlijks aan de gemeente betaalt, wordt bepaald door het totale aantal verkochte liters. Dit gaat via voorschotten en aan het begin van het volgende jaar wordt de eindafrekening gemaakt. De opgaaf van de verkochte liters is door Total Fina te laat verstrekt om mee te kunnen worden genomen in de jaarrekening 2006. Uit de afrekening van de afgelopen jaren blijkt dat Total Fina nog fors bij moet betalen. Het ligt in de verwachting dat de baten alsnog in 2007 worden gerealiseerd. Voor de garage Van Oostveen (Doornkade) geldt hetzelfde principe als bij Total Fina. Per kwartaal betaalt Van Oostveen € 1.225. Aan het begin van 2006 is er € 1.650 in mindering gebracht. De huurprijs is op basis van de verkochte liters LPG; dit wordt steeds minder.
Deelprogramma Overige economische zaken Het voordeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 524.295 V Nutsbedrijven Nutsbedrijven In 2006 is Hydron gefuseerd met Vitens. Bij deze fusie is bepaald dat (een deel van) de overwaarde van Hydron uitgekeerd zal worden aan de aandeelhouders. Teneinde de solvabiliteit van Vitens niet in gevaar te brengen, is echter ook besloten dat de aandeelhouders het toegekende bedrag direct aan Vitens moeten uitlenen in de vorm van een achtergestelde lening. De aandeelhouders hebben vervolgens de keuze gehad de achtergestelde lening in 2007 ineens af te laten lossen door Vitens of de achtergestelde lening te continueren met een looptijd van 15 jaar. Op grond van het bovenstaande is aan de gemeente Houten een bedrag van € 524.151 toegekend. Dit bedrag is als een incidentele bate op het product Nutsbedrijven verantwoord, wat het voordeel op dit product verklaart. Daarnaast is op de balans een achtergestelde lening aan Vitens opgenomen voor hetzelfde bedrag. De gemeente Houten heeft ervoor gekozen de achtergestelde lening te continueren en in 15 jaar af te laten lossen.
Jaarstukken 2006
67
Jaarstukken 2006
68
10. Onderwijs Omschrijving programma De primaire onderwijstaken worden door de scholen zelf uitgevoerd, terwijl verschillende randvoorwaardelijke taken naar de lokale overheid zijn gedecentraliseerd. De gemeente heeft ook een regierol in het lokale onderwijsbeleid. Deze regierol heeft zowel betrekking op de versterking van het voorzieningenniveau binnen het onderwijs zelf, als op vergroting van de synergie die ontstaat uit de afstemming en samenwerking tussen het onderwijsveld en andere beleidsterreinen.
Deelprogramma Openbaar onderwijs Wat willen we bereiken? De gemeente heeft een wettelijke verantwoordelijkheid voor het instandhouden van voldoende voorzieningen voor openbaar onderwijs. Die taak willen we zo goed mogelijk uitvoeren. Wat hebben we bereikt? De ontwikkelingen in Houten - vooral Houten-Zuid hebben er in 2006 niet toe geleid het aantal scholen voor openbaar onderwijs uit te breiden. Ten aanzien van de bestaande scholen voor openbaar onderwijs zijn er in 2006 voldoende middelen beschikbaar gesteld om de instandhouding van de gebouwen te waarborgen. Ter verbetering van de kwaliteit van de huisvesting zijn in het kader van de onderwijskundige vernieuwingen middelen beschikbaar gesteld. Het jaarverslag van de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten is onverkort in de gemeentelijke jaarrekening opgenomen. Wat hebben we ervoor gedaan? Met het bestuur van de bestuurscommissie is periodiek overleg gevoerd. Hierbij vervult de gemeente de rol van eindverantwoordelijke voor het openbaar onderwijs. In het overleg heeft de gemeente kennis genomen van de voortgang met betrekking tot het op afstaand geplaatste bestuur over het openbaar onderwijs en de voorgenomen ontwikkelingen op schoolniveau.
Deelprogramma Onderwijshuisvesting Wat willen we bereiken? De gemeente heeft een wettelijke verplichting om de huisvesting en inrichting daarvan voor het primaire en het voortgezet onderwijs te realiseren en in stand te houden. Dat willen we zo goed mogelijk doen. Wat hebben we bereikt? De invulling van de lokale onderwijshuisvestingstaak is een verantwoordelijkheid van zowel de gemeente als de lokale schoolbesturen. In gezamenlijk overleg wordt het integraal huisvestingsplan opgesteld en vindt toetsing van de leerlingenprognose plaats. Wat hebben we ervoor gedaan? In 2006 zijn de voor de huisvesting van leerlingen in Houten-Zuidoost bedoelde schoolwoningen opgeleverd. Bovendien is de nieuwbouw voor de speciale school voor basisonderwijs De Wissel opgeleverd, waardoor de school nu op één locatie is gehuisvest. In het gebouw dat de school heeft achtergelaten aan de Vikingenpoort is gestart met aanpassingen om het geschikt te maken voor gebruik door de Montessorischool. Ter uitvoering van het Integraal Huisvestingsplan onderwijs is opnieuw een aantal scholen aangepast aan de onderwijskundige vernieuwingen. Op grond van de monitor integraal huisvestingsplan zijn de gewenste voorzieningen in overeenstemming gebracht met de laatste leerlingenprognose.
Jaarstukken 2006
69
Deelprogramma Leerplicht Wat willen we bereiken? De lokale overheid is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Leerplichtwet. Doel is het zorgdragen dat leerplichtige leerlingen een voor hen geëigende onderwijsvorm volgen, zoals beschreven staat in de Leerplichtwet. Een tweede doel is te bevorderen dat leerlingen niet zonder diploma (startkwalificatie) de school verlaten. De registratie van voortijdige schoolverlaters via het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) is een speerpunt. Wat hebben we bereikt? In het kader van de uitvoering van de Leerplichtwet hebben de leerplichtambtenaren in 2006 232 leerlingen in behandeling gehad. Dit is 2,6% van het aantal leerplichtige leerlingen in Houten. In totaal werd 22 keer een proces-verbaal opgemaakt wegens vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. In 18 gevallen betrof het luxe verzuim. Ook is drie maal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een Haltverbaal op te maken. Er is veel aandacht besteed aan de leerplichtadministratie en de registratie van de voortijdig schoolverlaters. Hoewel deze nog niet sluitend is, is er wel vooruitgang geboekt. De groei van het aantal geregistreerde voortijdig schoolverlaters (van 140 naar 204) is voornamelijk het gevolg van de verbeterde registratie. Schoolverzuim is vaak een signaal van een dieper liggend probleem in het gezin of bij de jongere. In dat geval verwijzen de leerplichtambtenaren de ouders en/of jongere door naar hulpverlenende instanties. In totaal is dat 68 keer gebeurd, waarbij 6 maal een zorgmelding werd gedaan bij de Raad voor de Kinderbescherming. Voor jongeren die vastlopen in het reguliere onderwijs wordt soms een alternatief gezocht, waarbij ze gelegenheid krijgen om het leren te combineren met werken. In totaal is voor 23 jongeren een alternatief traject gevonden. Wat hebben we ervoor gedaan? Vanaf september 2006 is de tijdelijke voorziening voor dreigend voortijdig schoolverlaters van start gegaan in Nieuwegein. Deze voorziening heet Doorstart en is een initiatief van het samenwerkingsverband van de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Er is aan ouders voorlichting gegeven over de leerplichtregelgeving waarbij een artikel in Houtens Nieuws werd geplaatst. Ook is voorlichtingsmateriaal naar de scholen gestuurd waarbij de toepassing van het verlenen van extra verlof werd uitgelegd. In het kader van de verbetering van de registratie van de leerplichtige leerlingen, is er een mailing uitgegaan naar de 100 ouders van basisschoolleerlingen die volgens ons systeem niet waren ingeschreven op een school. Er is veel aandacht geweest voor de registratie van de bovenleerplichtige jongeren en de voortijdig schoolverlaters. Vanuit het Openbaar Ministerie wordt er wekelijks informatie gevraagd aan de leerplichtambtenaar over jongeren die met justitie in aanraking zijn gekomen.
Deelprogramma Leerlingenvervoer Wat willen we bereiken? Wij willen het leerlingenvervoer beter inzichtelijk maken en waar mogelijk de kosten beperken. Wat hebben we bereikt? We hebben in 2006 meer zicht gekregen op de kosten die per leerling of groep leerlingen in hetzelfde traject worden gemaakt. Er is in 2006 minder uitgegeven aan de regeling leerlingenvervoer dan het jaar daarvoor. Dit is vooral te verklaren uit het feit dat er minder leerlingen een beroep hebben gedaan op de regeling (het is een open einde regeling). Wat hebben we ervoor gedaan? Zoveel als mogelijk is gewerkt met combinatieritten. Dat wil zeggen dat leerlingen die bijvoorbeeld verschillende scholen in dezelfde plaats bezoeken, in één taxibusje vervoerd worden. Verder is het incidenteel vervoer zoveel mogelijk beperkt, waarbij het activiteitenplan van de school leidend is.
Jaarstukken 2006
70
Deelprogramma Lokaal onderwijsbeleid Wat willen we bereiken? Doel van het ontwikkelen van een samenhangend lokaal onderwijsbeleid is het verbeteren van de door-, in- en uitstroom in het onderwijs. Het onderwijsveld wordt nauw betrokken bij de invulling en uitwerking van het lokale onderwijsbeleid. Wat hebben we bereikt? In 2006 zijn de drie aandachtspunten binnen het lokaal onderwijsbeleid: gedragsproblematiek in het regulier onderwijs, taal-/onderwijsachterstand en voortijdig schoolverlaten verder verduidelijkt en uitgewerkt in concrete voorstellen. Voor de nadere uitwerking van onderwijsachterstandenbeleid en School Maatschappelijk werk zijn in overleg met het onderwijsveld werkgroepen ingesteld bestaande uit direct betrokkenen. Deze werkgroepen hebben voorstellen voor respectievelijk voor- en vroegschoolse educatie en School Maatschappelijk Werk voorbereid. De sociale vaardigheidstrainingen en logopedische screening zijn in 2006 gecontinueerd. Verder heeft het lokaal onderwijsbeleid zich in 2006 verder ontwikkeld als onderdeel van het integrale jeugdbeleid in de gemeente Houten. Wat hebben we ervoor gedaan? Afstemming van het lokale onderwijsbeleid op andere relevante beleidsterreinen heeft voornamelijk plaatsgevonden in het ambtelijk overleg jeugdbeleid. Voorbeelden zijn het afstemmen van de lokale zorgstructuur en de zorgstructuur op school en het verbeteren van de rol van het peuterspeelzaalwerk in de lokale zorgstructuur. De werkgroep onderwijsachterstand heeft een voorstel voorbereid voor een specifieke peuterspeelzaal op basisschool Klavertje Vier. De werkgroep SchoolMaatschappelijkWerk (SMW) heeft uitgangspunten en functie SMW in Houten vastgesteld en gewerkt aan een voorstel over de positionering van het SMW in Houten, De ervaringen met de eerste sociale vaardigheidstrainingen nieuwe stijl waren positief. Een inhoudelijke evaluatie in het kader van WSNS plus heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd. Daarover is in november een conferentie gehouden met de trainers en directies van alle scholen met het oog op de verdere inbedding van de trainingen in het onderwijs. Aan het eind van schooljaar 2005/2006 zijn de eerste resultaten gepresenteerd van de logopedische screening nieuwe stijl, waarbij getoetst wordt wat er met de adviezen is gedaan. De adviezen zijn in ongeveer 90% van de gevallen opgevolgd.
Deelprogramma Educatie Wat willen we bereiken? Doel is het doen verzorgen van onderwijs op het gebied van Volwassen Algemeen Voortgezet Onderwijs (VAVO), maatschappelijke oriëntatie Nederlands als tweede taal I en II en sociale zelfredzaamheid in het kader van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wat hebben we bereikt? De beschikbare middelen op grond van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs worden ingezet voor VAVO, inburgeringscursussen voor nieuwkomers en alfabetiseringstrajecten voor zowel autochtonen als allochtonen. Afrekening vindt plaats op basis van daadwerkelijk gevolgde trajecten. Gegevens van het ROC Midden Nederland zijn ten tijde van het opstellen van deze tekst nog niet aangeleverd. In 2006 hebben 56 volwassenen een educatietraject gevolgd; de grootste groep op HAVO-niveau (32). In 2006 hebben 22 deelnemers een volledig diplomaprogramma met succes afgerond. De andere deelnemers hebben een of meerdere deelcertificaten behaald. Slechts 2 deelnemers zijn zonder resultaat uitgestroomd. NT2 (Nederlands als Tweede Taal) trajecten zijn door 37 deelnemers doorlopen.
Jaarstukken 2006
71
Wat hebben we ervoor gedaan? In 2006 heeft ROC Midden Nederland voor ieder traject (educatie- en inburgeringstraject) een aparte offerte ingediend. Dat heeft extra administratieve belasting voor het ROC MN opgeleverd, maar geeft de gemeente extra mogelijkheden om de trajecten (lees: leerlingen) te volgen. Rekening Programma 10: Onderwijs
Begroting 2006
2.033.539,99 351.737,48 426.852,30 2.489.768,55 6.110.739,05
1.961.557,00 289.780,00 943.601,00 2.760.837,00 6.095.764,00
2.675.166,00 244.577,00 902.109,00 2.952.536,00 6.242.049,00
2.388.965,98 454.805,02 925.945,15 2.644.633,05 5.909.763,90
286.200,02 210.228,0223.836,15307.902,95 332.285,10
11.412.637,37
12.051.539,00
13.016.437,00
12.324.113,10
692.323,90
Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal onderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs Lokaal onderwijs Openbaar onderwijs
953.450,00 181.000,00 627.044,40 5.387.945,00
548.194,00 5.350.000,00
46.637,00 747.642,00 5.350.000,00
13.929,00 772.166,82 4.981.281,00
32.708,0024.524,82 368.719,00-
Totaal baten
7.149.439,40
5.898.194,00
6.144.279,00
5.767.376,82
376.902,18-
Saldo
4.263.197,97-
6.153.345,00-
6.872.158,00-
6.556.736,28-
315.421,72
Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal onderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs Lokaal onderwijs Openbaar onderwijs Totaal lasten
101 102 103 104 105
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2005
Deelprogramma's 101 102 103 104 105
Begroting na wijziging 2006
Verschillenanalyse Lasten
Deelprogramma Bijzonder basisonderwijs Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 342.039 V Voorzieningen in de huisvesting Overige voorzieningen bijzonder basis€ 44.002 N onderwijs € 11.837 N Overig Totaal € 286.200 V Voorzieningen in de huisvesting Het voordelige verschil van € 342.000 wordt grotendeels verklaard door het achterblijven van kapitaallasten. Hierdoor is een voordeel van in totaal € 486.000 ontstaan. Een aantal nieuwe schoolgebouwen zijn later opgeleverd dan oorspronkelijk gepland. Dit leidt ertoe dat de kapitaallasten met betrekking tot deze investeringsprojecten een jaar later ontstaan dan waarmee bij het opstellen van de primitieve e begroting 2006 rekening was gehouden. In de 1 bestuursrapportage 2006 zijn deze kapitaallasten op de kostenplaats Onderwijsaccommodaties wel afgeraamd en daarmee op begrotingsbasis als voordeel terecht gekomen op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). In de realisatie worden alle kosten op de kostenplaatsen echter doorverdeeld naar diverse producten. Door deze verwerkingswijze is een voordeel op de lasten van het product Voorzieningen in de huisvesting bijzonder basisonderwijs en een nadeel op het product Saldo kostenplaatsen voor hetzelfde bedrag ontstaan. Per saldo is er daarom geen sprake van een voor- of nadeel.
Jaarstukken 2006
72
Het overige verschil van € 144.000 nadelig wordt enerzijds veroorzaakt door de kosten van het herstel van schade door vandalisme (€ 105.000), welke niet worden begroot. Anderzijds zijn de huurlasten voor de noodlokalen in de Weteringhoek € 39.000 hoger, doordat de kosten van de noodlokalen over een beperkter aantal jaren worden afgeschreven dan in de begroting was voorzien. Overige voorzieningen bijzonder basisonderwijs De overschrijding kan worden verklaard door de algemene stijging van de energiekosten in de schoolgebouwen.
Deelprogramma Bijzonder speciaal onderwijs Het nadeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 204.902 N Voorzieningen in de huisvesting € 5.326 N Overig Totaal € 210.228 N Voorzieningen in de huisvesting Het nadelige verschil van € 205.000 wordt voor € 175.000 verklaard door een hogere doorbelasting van de kostenplaats onderwijsaccommodaties door hogere afschrijvingslasten van de noodlokalen e Weteringhoek en de extra huur van noodlokalen voor De Wissel. In de 1 bestuursrapportage 2006 zijn deze extra lasten op de kostenplaats Onderwijsaccommodaties bijgeraamd en daarmee op begrotingsbasis als nadeel terecht gekomen op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). In de realisatie worden alle kosten op de kostenplaatsen echter doorverdeeld naar diverse producten. Door deze verwerkingswijze is een nadeel op de lasten van het product Voorzieningen in de huisvesting bijzonder speciaal onderwijs en een voordeel op het product Saldo kostenplaatsen voor hetzelfde bedrag ontstaan. Per saldo is er daarom geen sprake van een voor- of nadeel. Het resterende nadeel van € 30.000 wordt verklaard door de extra uren die zijn gemaakt in verband met de nieuwbouw voor De Wissel.
Deelprogramma Lokaal onderwijs Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 90.392 V Regeling leerlingenvervoer € 42.319 N Gymnastiekonderwijs € 254.176 V Beleidsadviezen € 5.654 V Overig Totaal € 307.903 V Regeling leerlingenvervoer In 2006 zijn de kosten voor leerlingenvervoer om verschillende redenen lager dan begroot, te weten: In 2006 waren er minder leerlingen die naar een verre bestemming hoefden te worden vervoerd dan verwacht. In het kader van kostenbeheersing wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk te werken met gecombineerde ritten (dit zijn ritten waarbij leerlingen die naar verschillende scholen vervoerd worden, bij elkaar in een taxi zitten). In 2006 was een efficiënte indeling van de ritten goed mogelijk. Met de groei van Houten is ook rekening gehouden met groei van het aantal leerlingen dat een beroep doet op het leerlingenvervoer. Deze groei was in 2006 minder sterk dan verwacht. In 2006 zijn - in vergelijking met voorgaande jaren - minder uren besteed aan het leerlingenvervoer. Het aantal complexe aanvragen en het aantal bezwaarschriften waren namelijk minder dan geraamd. Gymnastiekonderwijs De overschrijding is het gevolg van de extra vergoeding op grond van het huisvestingsprogramma aan onderwijsinstellingen voor de huur van sportvelden. Bovendien is door de groei van scholen het gebruik van klokuren gymnastiek in niet door de gemeente beheerde sportaccommodaties gestegen, waardoor een hogere huurvergoeding is betaald. De feitelijke afrekening van het gebruik sportvelden vindt eerst plaats in het najaar van enig jaar, op basis van het aantal leerlingen dat in het nieuwe schooljaar deelneemt aan het gymnastiekonderwijs Jaarstukken 2006
73
op de buitensportaccommodaties. In een kalenderjaar treffen we het einde van een schooljaar en het begin van een schooljaar aan. Er is dan geen gelegenheid de begroting op het feitelijke gebruik aan te passen. De post vervoersbijdragen voor gymnastiekonderwijs zal bij de eerstvolgende aanpassing van de begroting worden meegenomen. Dat is verzuimd voor de begroting 2006. Beleidsadviezen Het voordelige verschil van € 254.000 wordt voornamelijk verklaard door een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaats onderwijsaccommodaties. Er wordt € 298.000 minder aan kapitaallasten doorbelast door enerzijds de hogere lasten door de versnelde afschrijving van de noodlokalen Weteringhoek (€ 115.000 N) en anderzijds de lagere kapitaallasten door het achterblijven van de opleveringen e van nieuwbouwscholen (€ 413.000 V). In de 1 bestuursrapportage 2006 zijn de lasten op de kostenplaats Onderwijsaccommodaties afgeraamd en daarmee op begrotingsbasis als voordeel terecht gekomen op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). In de realisatie worden alle kosten op de kostenplaatsen echter doorverdeeld naar diverse producten. Door deze verwerkingswijze is een voordeel op de lasten van het product Beleidsadviezen lokaal onderwijs en een nadeel op het product Saldo kostenplaatsen voor hetzelfde bedrag ontstaan. Per saldo is er daarom geen sprake van een voor- of nadeel. Daarnaast is een nadeel van € 44.000 ontstaan door de kosten van leegstand in noodlokalen bij basisscholen in Houten-Noord. Door terugloop van het leerlingenaantal is er leegstand ontstaan. Een sanering van het aantal noodlokalen in 2007 zal deze leegstand doen afnemen. Baten
Deelprogramma Bijzonder basisonderwijs Het nadeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 32.708 N Voorzieningen in de huisvesting Voorzieningen in de huisvesting Op grond van de monitor Integraal Huisvestingsplan 2004-2008 is door het laten vervallen van een aantal voorzieningen minder onttrokken dan voorzien. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2004-2005
Omschrijving Logopedische screening - aantal leerlingen logopedische screening - verwijzing voor behandeling n.a.v. de screening Aantal deelnemende leerlingen kunstzinnige vorming Aantal scholen openbaar basisonderwijs Aantal leerlingen openbaar basisonderwijs Aantal scholen bijzonder basisonderwijs Aantal leerlingen bijzonder basisonderwijs Aantal scholen speciaal basisonderwijs Aantal leerlingen speciaal basisonderwijs Aantal scholen voor voortgezet onderwijs Aantal leerlingen voortgezet onderwijs Leerlingenvervoer - aantal aanvragen - afgewezen / ingetrokken - aangepast vervoer - vergoeding voor vervoer Omschrijving
Realisatie 2005-2006
693 11% 5.062 6 1.218 18 3.911 1 176 1 1.620
680 15% 5.250 6 1.294 18 3.946 1 184 1 1.625
673 9% 5.120 6 1.167 18 4.022 1 181 1 1.662
238 0 200 38
260 10 200 50
221 1 181 39
Realisatie 2004-2005
Lokaal onderwijs: Aantal deelnemers VAVO Aantal deelnemers volwasseneneducatie
Begroting 2005-2006
Begroting 2005-2006
Realisatie 2005-2006 75 11
Jaarstukken 2006
74
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Realisatie 2005
Omschrijving
Bron
Tevredenheid inwoners over voorziening basisonderwijs in hun buurt
Leefbaarheidsmonitor
*
Raming 2006
-
Realisatie 2006
91%*
90%
Deze raming is gebaseerd op de resultaten van de leefbaarheidsmonitor 2004 (niveau 2004).
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Aantal deelnemers sociale vaardigheidstraining Aantal leerlingen vervoervoorziening Aantal vroegtijdige schoolverlaters
Bron Project ‘weer samen naar school’ Administratie leerlingenvervoer RMC
Realisatie 2005
Jaarstukken 2006
Raming 2006
Realisatie 2006
16
32
32
216
216
220
150
140
204
75
Jaarstukken 2006
76
11. Cultuur, recreatie en sport Omschrijving programma Dit programma valt in drie delen uiteen. Onder cultuur verstaan we niet alleen het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed, zoals monumenten en archeologische vondsten, maar ook andere cultuuruitingen zoals muziek, theater en de bibliotheek. Voor het onderdeel recreatie zijn onder andere de volgende deelprogramma’s van belang: Groen, Speelvoorzieningen, Recreatie en Landschapsbeleid. De sport komt aan bod in het deelprogramma Sportvoorzieningen.
Deelprogramma Groen Wat willen we bereiken? Houten kent een goed doordachte groenstructuur met veel openbaar groen. Concreet willen we bereiken dat het groenbeheer eenduidig en inzichtelijk wordt en recht doet aan de groenstructuur. We willen bewoners meer inzicht te geven in wat ze van de gemeente mogen verwachten. de Overlast van hondenpoep staat op de 3 plaats in de Houtense probleem top 5. Het recreatieve gebruik van de openbare ruimte wordt belemmerd door hondenpoep op ongewenste plaatsen en loslopende honden. We willen de balans zoeken tussen het beperken van de overlast door gebruikers van de openbare ruimte en het tegemoet komen aan de behoeften van honden en hun eigenaren. De raad heeft hiervoor in 2005 beleid vastgesteld. Dit hondenbeleid wordt in de 2006 verder geïmplementeerd. Concreet willen we bereiken dat hondenoverlast in 2006 niet langer voorkomt in de top 3 van de Houtense probleem top 5. Wat hebben we bereikt? Eenduidig en inzichtelijk groenbeheer is bereikt door het onderhoud grotendeels op basis van onderhoudsbestekken uit te voeren en door het betrekken van bewoners bij het groenbeheer. In de tweede helft van 2006 is het hondenbeleid concreet ingevoerd in Houten, nadat onder andere de hiervoor benodigde hondenlosloopgebieden officieel konden worden vastgesteld. In het najaar van 2006 is weer de tweejaarlijkse leefbaarheidsmonitor gehouden. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat hondenpoep nog steeds voorkomt in de top 3 van de Houtense probleem top 5. Wat hebben we ervoor gedaan? Voor de wijkclusters Noordoost, Noordwest, Zuidoost en Buitengebied zijn onderhoudsbestekken opgesteld en uitgevoerd. Deze hebben een looptijd tot eind 2007 met een optie tot verlenging met twee jaar. Het groenonderhoud in de wijkcluster Zuidwest is (nog) op regiebasis uitgevoerd. Begin 2007 wordt ook voor wijkcluster Zuidwest een bestek geschreven. De invoering van het hondenbeleid bestond uit de vaststelling van de nieuwe regelgeving in de APV, de aanwijzing en aanleg van 9 losloopgebieden en de aanstelling van een buitengewoon opsporingsambtenaar. Naast communicatie hierover is het startschot gemarkeerd met een feestelijke bijeenkomst op een losloopgebied en het aanbieden van een handzame spelregelkaart, onder andere aan alle geregistreerde hondenbezitters. Voorafgaand aan de invoering van het hondenbeleid is een hondenwachter aangesteld met opsporingsbevoegdheid. Vooral rond de vaststelling van de hondenlosloopgebieden en de start van het hondenbeleid (in juni in Houten-Zuid en het buitengebied en in september in Houten-Noord) is veel over het nieuwe beleid gecommuniceerd naar bewoners.
Jaarstukken 2006
77
Kengetallen en/of prestaties Omschrijving Oppervlakte (in hectare) groenvoorziening (totaal Houten) Positie hondenoverlast in ergernissen top 5
Realisatie 2005 286 3
Begroting 2006
Realisatie 2006 307 4
299 3
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Tevredenheid inwoners over de hoeveelheid groen in de buurt (in %) Tevredenheid inwoners over het onderhoud van de openbare ruimte in de buurt (in %) *
Bron Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2005
Raming 2006 *
Realisatie 2006
-
80%
82%
-
58%
59%
Deze ramingen zijn gebaseerd op de resultaten van de leefbaarheidsmonitor 2004 (niveau 2004).
Deelprogramma Speelvoorzieningen Wat willen we bereiken? We willen voldoende goede speelruimte bieden. Voor alle leeftijdsgroepen dient binnen hun actieradius een aantrekkelijke speelvoorziening beschikbaar te zijn, die voldoet aan de wettelijke eisen van het attractiebesluit en die past in het gemeentelijke beleid over kwaliteit en omvang van het voorzieningenniveau. Wat hebben we bereikt? De speelvoorzieningen hebben de kwaliteit en omvang van het voorzieningenniveau zoals verwoord in het beheerplan spelen. De speeltoestellen zijn veilig en voldoen aan het attractiebesluit. Er zijn nog te veel verschillen tussen Houten-Noord en Houten-Zuid. In de delen van Houten die al langer in beheer zijn, zijn onder invloed van besluitvorming door de gemeenteraad over het Attractiebesluit en inspraak van bewoners, verschillen ontstaan met deze aanlegfilosofie. Het gaat om verschillen in dichtheid van speelvoorzieningen, aantallen toestellen per locatie en de toegepaste toestellen. In het algemeen zijn er in Houten-Noord meer speellocaties met grotere aantallen en meer gevarieerde toestellen dan in Houten-Zuid. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is een project gestart met als doel de verschillen tussen Houten-Noord en -Zuid te verkleinen. Dit leidt in 2007 tot een nieuw speelruimteplan voor heel Houten. De beheersmatige jaarplannen zijn uitgevoerd. Er zijn vier veiligheidsinspecties gehouden en de nodige reparaties uitgevoerd. De ondergronden zijn twee keer onderhouden. In 2006 zijn 37 afgeschreven toestellen verwijderd en vervangen door nieuwe toestellen, tenzij het een op te heffen speellocatie betrof. Er zijn 9 nieuwe toestellen op schoolpleinen geplaatst. Voor een mogelijk te realiseren speelnatuurgebied van 8 ha. in Nieuw Wulven wordt een plan opgesteld, dat in het voorjaar van 2007 wordt afgerond. In het plan wordt het idee uitgewerkt in een schetsontwerp en worden kosten en dekkingsmogelijkheden onderzocht. Bij het tot stand komen van het schetsontwerp met behulp van een landschapsarchitect, zijn kinderen betrokken. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving Aantal speelplekken Aantallen speeltoestellen (incl. Houten-Zuid) *
3
Realisatie 2005 278 748
Begroting 2006 301 3 658
Realisatie 2006 268* 735*
Omdat uitgangspunten anders zijn, kan dit getal niet met 2005 worden vergeleken
Een deel van de toestellen (88) is anders ingedeeld t.o.v. 2005. Betreft geen speeltoestellen.
Jaarstukken 2006
78
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Tevredenheid inwoners over de speelmogelijkheden voor kinderen in de buurt (in %) *
Bron
Realisatie 2005
Leefbaarheidsmonitor
-
Raming 2006 *
Realisatie 2006
65%
62%
Deze ramingen zijn gebaseerd op de resultaten van de leefbaarheidsmonitor 2004 (niveau 2004).
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Aantal nieuwe of vervangen speeltoestellen Aantal bezoekers speeltuin De Speelheuvel *
Bron
Realisatie 2005 32 (inclusief skatebaan)
Afdeling OW Evaluatierapport 2004-2005
29.300
Raming 2006
Realisatie 2006
30
44
30.000
25.000*
Het tegenvallende bezoekersaantal heeft te maken met de weersomstandigheden. In het begin van de zomer was het zo heet dat men vooral de verkoeling van zwemwater opzocht. Vervolgens heeft het
enorm veel geregend.
Deelprogramma Water Wat willen we bereiken? Met andere partijen willen we afspraken maken om de volgende doelen te bereiken: droge voeten, een goede waterkwaliteit en minimale milieubelasting tegen een zo laag mogelijk tarief. Voor de watergangen en vijvers waarvoor de gemeente zelf verantwoordelijk is, hebben we het volgende doel: deze moeten schoon en veilig zijn, tegen zo laag mogelijke kosten. Wat hebben we bereikt? In 2006 zijn de vijvers en watergangen met regulier onderhoud schoon en veilig gehouden. Wat hebben we ervoor gedaan? Waterplan In samenwerking met het Waterschap hebben de afdelingen RBL en OW de maatregelen uit het eind 2005 vastgestelde Waterplan Houten uitgewerkt tot een concreet uitvoeringsprogramma. Bij de uitwerking waren mede betrokken: de provincie, de afdelingen Milieu en POW, belangenorganisaties als de visvereniging en GLTO. Begin 2007 wordt het uitvoeringsprogramma bestuurlijk vastgesteld. Gemeentelijk Baggerplan In 2006 zijn de voorziene baggerwerkzaamheden in Houten-Noord niet gestart. De vertraging is ontstaan door het niet tijdig beschikken over alle benodigde vergunningen voor het tijdelijke baggerdepot aan de Langeweg. In mei 2007 vindt de aanbesteding plaats en daarna kunnen de werkzaamheden van start gaan. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving 2
Aantal m waterbodems 2 Water (in m ) Lengte scheiding sloten (in meters) Lengte hele sloten (in meters) Lengte ruimen maaisel (in meters) Lengte watergangen (in meters) 2 Oppervlakte watergangen (in m binnen de Rondweg)*
*
2
Realisatie 2005 539.000
Begroting 2006 616.000
35.222 17.216 19.934 291.407
Realisatie 2006 552.000 153.344 35.165 17.273 10.246 62.138 88.412
2
291.407 is het totale areaal aan m , in 2006 is aan 88.412 m daarvan onderhoud gepleegd
Jaarstukken 2006
79
Deelprogramma Landschapsbeleid Wat willen we bereiken? Doel van het landschapsbeleid is het behouden en vergroten van de aantrekkelijkheid van het landschap. Wat hebben we bereikt? We hebben de landschapsontwikkeling in Houten gestimuleerd. In het buitengebied van Houten zijn bestaande landschapselementen versterkt en is samenhang tussen diverse elementen bevorderd. Wat hebben we ervoor gedaan? We hebben verschillende wandelinitiatieven tot een goed resultaat gebracht: het Natuurpad Schalkwijk, de Vogelgids in en om Houten en de Kromme laan van Wickenburg. De eerste schetsontwerpen voor het Speelnatuurgebied Nieuw Wulven zijn gemaakt en het project aardkundige waarden is van start gegaan. Bij het Rondeel is een poel aangelegd en verspreid over Houten zijn bankjes voor recreanten geplaatst. Particulieren hebben advies gekregen en voor hoogstamboomgaarden zijn gratis bomen ter beschikking gesteld. De projecten ‘paddentrek’, ‘uilen en zwaluwen’ en ‘de ringslang’ zijn gecontinueerd. Subsidieverzoeken bij de provincie hebben een totale bijdrage van € 37.000 voor verschillende projecten opgeleverd. Bij verschillende ruimtelijke projecten hebben we advies gegeven. Voorbeelden zijn: de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het Eiland van Schalkwijk, de spoorverdubbeling, het waterplan en verschillende bestemmingsplannen. Daarnaast hebben we actief geïnvesteerd in de kwaliteit en kwantiteit van erfbeplanting in het buitengebied, door particulieren te adviseren en hen plantmateriaal ter beschikking te stellen. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving Aantal nieuwsbrieven Landschapsbeleid
Realisatie 2005 1
Begroting 2006 1
Realisatie 2006 1
Deelprogramma Monumenten, archeologie en cultuurhistorisch erfgoed Wat willen we bereiken? Cultuurhistorisch erfgoed en Monumenten Behoud en bescherming van archeologische en cultuurhistorisch waardevolle objecten en structuren, om én een functie te blijven vervullen én de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen Vroegtijdige inbreng van cultuurhistorie in ruimtelijke planningsprocessen Goede archivering van monumentale en archeologische waarden, die voldoet aan de wettelijke verplichtingen Creëren van interesse en draagvlak voor monumentenzorg en archeologie Archeologie Voldoen aan de nieuwe Monumentenwet die eind 2005/ begin 2006 van kracht wordt. Door deze wet krijgen gemeenten een grote verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van het archeologisch erfgoed Goede archivering van monumentale en archeologische waarden, die voldoet aan de wettelijke verplichtingen Creëren van interesse en draagvlak voor monumentenzorg en archeologie Anticiperen op de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (Puberr) Wat hebben we bereikt? Cultuurhistorisch erfgoed en Monumenten In verschillende ruimtelijke planprocessen is cultuurhistorie vroegtijdig ingebracht. Steeds vaker is de cultuurhistorie de grondslag, waarop ruimtelijke plannen worden gebaseerd (bijv. Linieland, Eiland van Schalkwijk). Inzet is en wordt gepleegd om de cultuurhistorische waardevolle elementen en structuren Jaarstukken 2006
80
in stand te houden, te versterken en de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen. De monumentengegevens zijn in 2006 in een digitale database ondergebracht. Met de realisatie van nieuwe onderdelen van het TRAP project is het draagvlak voor cultuurhistorie en archeologie vergroot. Ook de Open Monumentendag was in 2006 succesvol. Archeologie Het gemeentelijke archeologiebeleid en de archeologieverordening zijn in conceptvorm gereed en kunnen in procedure worden gebracht. De Eerste Kamer heeft de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in december 2006 goedgekeurd. De archeologische waarden zijn (digitaal) gearchiveerd waarmee tevens kan worden voldaan aan de Wet Puberr. De door de Rijksoverheid verleende monumentenvergunningen zijn in kaart gebracht en (digitaal) geregistreerd. Het draagvlak en de interesse voor monumentenzorg en archeologie zijn vergroot. Voor historische organisaties en vrijwilligers is in het voorjaar een speciale bijeenkomst georganiseerd. Wat hebben we ervoor gedaan? Cultuurhistorisch erfgoed en Monumenten TRAP project In 2006 heeft de objectenreeks langs de cultuurhistorische fietsroute verder vorm gekregen. In oktober 2006 zijn 4 nieuwe kunstwerken op feestelijke wijze onthuld. Dit heeft in de pers tot veel aandacht geleid. Ook zijn bij de kunstwerken informatiebordjes geplaatst. Voor het archeologisch paviljoen op terrein 14 is de artikel 19 lid 1 aanvraag in procedure gebracht en deze ligt sinds mei 2006 bij de Provincie Utrecht. Cultuurhistorische Waardekaart en cultuurhistorische advisering In 2006 is een cultuurhistorische inventarisatiekaart ontwikkeld die in concept gereed is. Voor bestemmingsplannen (bijv. Schonauwenseweg) is cultuurhistorische input geleverd. In diverse ruimtelijke planprocessen is cultuurhistorische inbreng geleverd. Nieuwe Hollandse Waterlinie In 2006 is de projectenveloppe Linieland verder uitgewerkt en is inhoudelijk bijgedragen aan de Gebiedsvisie. Voor de Gedekte Gemeenschapsweg (bij fort Honswijk) is een plan ontwikkeld, waarbij het historisch aardwerk gereconstrueerd wordt en het recreatief medegebruik wordt bevorderd. Dit plan wordt in 2007 tot uitvoering gebracht. Het Rijk (Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten) heeft besloten de procedure tot aanwijzing van een beschermd gezicht Honswijk nog niet op te starten, maar dit in het bredere kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te onderzoeken. Linieland Het project Linieland heeft vorm en inhoud gekregen. Doel van dit project binnen De Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) is herstel en behoud door ontwikkeling van de objecten en structuren van de NHW in het gebied Linieland en aanleg en verbetering van de recreatieve routestructuren. De enveloppecommissie Linieland is bestuurlijk opdrachtgever voor het project. Er is tussen de betrokken partijen (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Staatsbosbeheer, Hoogheemraadschap, provincie Utrecht, BRU, gemeenten Houten, Vianen, Nieuwegein) onder voorzitterschap en met projectleiding van de gemeente Houten een bestuursovereenkomst voorbereid en gesloten, waarin de doelen en de manier van samenwerking zijn geregeld. Er is een plan van aanpak, een breed gedragen en inspirerende gebiedsvisie en een uitvoeringsprogramma opgesteld. Hierin staat ook een groot aantal concrete projecten waarvoor de komende tijd financiering geregeld moet worden (voornamelijk rijksmiddelen). In het afgelopen jaar is er in het kader van Linieland ook al een aantal uitvoeringsprojecten, de zogenaamde quick-wins in uitvoering genomen en gedeeltelijk opgeleverd zoals de brug bij de Waalse Wetering en het restaureren van de Gedekte Gemeenschapsweg. Er is begonnen met fondswerving voor de uitvoeringsprojecten. Dit heeft onder andere geleid tot een voorstel van GS om vanuit de Agenda Vitaal Platteland voor de komende zeven jaar een bedrag van € 12 miljoen ter beschikking te stellen aan het project Linieland. Op 14 december 2006 is het rapport Linieland met het uitvoeringsprogramma en het verhaal over de andere 6 enveloppen aangeboden aan minister Veerman, met het verzoek om extra financiële middelen beschikbaar te stellen.
Jaarstukken 2006
81
Monumentenverordening In 2006 zijn de nieuwe Monumentenverordening en de Verordening op de Monumentencommissie in werking getreden. Gemeentelijke monumentenlijst en digitaal register In 2006 is een digitale database ontwikkeld, waarin alle (gemeentelijke) monumentengegevens en beschrijvingen zijn opgenomen. De technische staat van alle gemeentelijke monumenten is geïnventariseerd. Archeologie Archeologiebeleid In samenwerking met interne en externe deskundigen is gewerkt aan een eigen gemeentelijk archeologiebeleid en een archeologieverordening. Beiden zijn in conceptvorm gereed. In het vierde kwartaal van 2006 is het concept archeologiebeleid binnen de ambtelijke organisatie besproken en goed ontvangen. Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor een metaaldetectorverbod. In de APV is opgenomen dat er terreinen kunnen worden aangewezen waarvoor een metaaldetectorverbod geldt. Archeologisch informatiesysteem Het concept archeologiebeleid stoelt op een set digitale kaarten met achterliggende tabellen, gevuld met archeologische informatie (GIS=Geografisch Informatie Systeem). De relevante informatie kan na vaststelling van het archeologiebeleid ook in de GIS-viewer worden gezet. Archeologische advisering De afdeling Bouwzaken heeft ongeveer dertig keer archeologisch advies gevraagd en gekregen over bouw- en aanlegvergunningen en ruimtelijke onderbouwingen. Er is archeologische input geleverd in de bestemmingsplannen Overeind 84, Schonauwenseweg en Wickenburghseweg 19. Voor de afdeling Projectontwikkeling is een archeologische verkenning uitgevoerd voor de ‘Open plekken in Vinex’ en de mogelijke locaties voor het aanleggen van gronddepots voor het verwerken van overtollige grond uit Houten-VINEX. Voorts is de archeologische situatie bekeken van het Rondogebied voor natuurontwikkeling en voor de Groene Zoom-gebieden Rietdijk en Hoogdijk. Er is bijgedragen aan de plannen voor de A12/Salto, het Eiland van Schalkwijk en het beschermde archeologische monument 16, Hofstad IV. In 2006 zijn op het Houtense grondgebied meerdere archeologische onderzoeken uitgevoerd. Zes onderzoeken zijn door de gemeentearcheoloog georganiseerd. Amateur-archeologie Er is regelmatig contact en overleg met de amateur-archeologen. In 2006 heeft de werkgroep Stichting Archeologie en Historie Schalkwijk en Tull en ’t Waal (SAHS) in samenspraak met de gemeente haar archeologische opgravingstaken overgedragen aan de werkgroep Leen de Keijzer. De werkgroep heeft in 2006 gewerkt aan het archeologisch onderzoek op de locatie van het baggerdepot Blokhoven-Zuid. Achter de schermen wordt gewerkt aan de huisvesting van de werkgroep in het Oude Stationsgebouw. Onderzoek naar de mogelijkheden voor samenwerking in de regio Er is contact met de beleidsambtenaren voor archeologie in de gemeenten Bunnik en Wijk bij Duurstede. Ze zijn geïnformeerd over de beoogde archeologische beleidsmaatregelen voor Houten met als doel de archeologische erfgoedzorg in het Kromme Rijn-gebied zo goed als mogelijk op elkaar aan te laten sluiten.
Deelprogramma Sportvoorzieningen Wat willen we bereiken? We willen de sportdeelname in georganiseerd en ongeorganiseerd verband bevorderen. Speciale aandacht hierbij hebben jongeren en gehandicapten. De relatie tussen de driehoek buurt, onderwijs en de sport krijgt door het inzetten van verschillende sportprojecten een extra impuls.
Jaarstukken 2006
82
Wat hebben we bereikt? In het kader van de Breedtesportimpuls (BSI) is het volgende uitgevoerd: Activiteiten op wijkniveau, zoals een straatvoetbaltoernooi en clinics Ruim 200 kinderen hebben gebruikt gemaakt van de Jeugdsportpas (jeugdsportzappkaart) en hebben deel kunnen nemen aan een van de 10 sporten Ruim 15 sportverenigingen hebben deelgenomen aan themabijeenkomsten. Daarnaast is met een aantal verenigingen een individueel ondersteuningstraject doorlopen Verschillende projecten en initiatieven op het gebied van jeugd en gehandicapten zijn ondersteund. Het sportaanbod voor de doelgroepen jeugd en gehandicapten is uitgebreid en/of verbeterd. Het aanbod aan sportactiviteiten is uitgebreid door het in gebruik nemen van sporthal De Kruisboog. De gemeente beschikt nu ook over een sporthal die geschikt is voor het spelen van volleybal op het hoogste niveau. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is gestart met het ontwikkelen van de relatie tussen buurt, onderwijs en sport. In 2006 is de begeleidingsgroep BSI 2 keer bij elkaar gekomen. Aan deze begeleidingsgroep nemen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs, sportverenigingen, SWOH, Enter en de gemeente deel. Sporthal De Kruisboog is in februari in gebruik genomen en wordt volop gebruikt door College de Heemlanden (overdag) en Volleybalvereniging Taurus. Sporthal de Slinger wordt na een aanpassing in verband met de bouw van het cultuurcentrum vanaf het tweede kwartaal weer door verschillende verenigingen gebruikt. Om de sport voor iedereen betaalbaar te laten zijn, zijn eind 2006 besluiten genomen over de verlaging van de tarieven van de door de gemeente geëxploiteerde binnen- en buitensportaccommodaties. Hierdoor zijn de tarieven met ingang van 1 januari 2007 met ± 20% verlaagd. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving
Begroting 2006
Aantal gesubsidieerde sportverenigingen Aantal gesubsidieerde jeugdleden
Realisatie 2006 26 5.075
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Tevredenheid van inwoners over sportvoorzieningen (in %) Sportdeelname volwassenen
*
Bron Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2005
Raming 2006
-
67% * -
Realisatie 2006 86% 71%
De raming is gebaseerd op de resultaten van de leefbaarheidsmonitor 2004 (niveau 2004)
Deelprogramma Kunst, cultuur en oudheidkunde Wat willen we bereiken? Bibliotheek Realiseren van een bibliotheekvoorziening die is afgestemd op het toenemende aantal gebruikers en op de wensen van deze tijd. Sociaal culturele accommodaties Realisatie van een cultuurcentrum als onderdeel van een multifunctionele accommodatie. Deze accommodatie biedt ruimte aan een school voor voortgezet onderwijs, het muziekonderwijs en een uitvoeringszaal. Het cultuurcentrum moet uitgroeien tot het culturele hart van Houten, waarin ook de amateuristische kunstbeoefening een plaats heeft Huisvesten van (door het verenigingsleven) georganiseerde activiteiten Een pragmatische invulling van het te realiseren wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld
Jaarstukken 2006
83
Cultuur algemeen Samenhang binnen het culturele veld in Houten Wat hebben we bereikt? Bibliotheek In 2006 is het fusieproces afgerond en een nieuwe organisatie opgezet, zodat de Regiobibliotheek Lek & IJssel per 1 januari 2007 een feit is. Ook zijn de eerste bouwstenen gelegd voor de ontwikkeling van intergemeentelijk bibliotheek- en subsidiebeleid. Sociaal culturele accommodaties Het plan voor de bouw van een cultuurcluster inclusief uitbreiding van College De Heemlanden en lokalen voor het Houtens Muziek Collectief is afgerond. In het ondernemersplan van De Kring is rekening gehouden met het gebruik door lokale verenigingen. In mei 2006 is gestart met de bouw van het cultuurcentrum, inclusief het Theater aan de Slinger. In de organisatie, het beheer en de culturele programmering van dit centrum is de nodige voortgang geboekt. Met de participanten (de bibliotheek, het Houtens Muziek Collectief, de SWOH, de stichting Enter en de stichting Samenwerkende Peuterspeelzalen) is intensief overlegd over de invulling van het wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld. Ook de bewoners zijn hier nauw bij betrokken. Het programma van eisen is vastgesteld zodat nu kan worden gewerkt aan het voorlopig ontwerp. Cultuur algemeen De samenwerking en afstemming binnen de culturele sector zijn versterkt door de ontwikkeling van diverse netwerken zoals het cultureel café en het cultureel platform i.o. Ook is in dit kader het fundament gelegd voor de aanstelling van een cultuurmakelaar, waarvoor een provinciale projectsubsidie van € 100.000 wordt ontvangen. Wat hebben we ervoor gedaan? Bibliotheek Uit een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam is gebleken dat het bibliotheekgebruik in Houten-Zuid binnen de doelgroep 0–14 jaar erg laag is. Dit heeft vooral te maken met de relatief grote afstand tot de bibliotheekvestiging in Houten-centrum. In het nog te bouwen Wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld is daarom gekozen voor het onderbrengen van een jeugdbibliotheek. Omdat dit wijkcentrum pas eind 2008 gebruiksklaar is, wordt een tijdelijke voorziening getroffen in de vorm van uitbreiding van de schoolbibliotheken van alle basisscholen in Houten-Zuid en enkele basisscholen uit Houten-Noord met leerlingen uit Houten-Zuid. Sociaal culturele accommodaties In mei is gestart met de bouw van het cultuurcluster. Tijdens de bouw is vertraging ontstaan, waardoor de geplande opleverdatum van 1 augustus 2007 onder druk staat. Het beheer en de exploitatie van het cultuurcentrum zullen worden verzorgd door de stichting Culturele Kring die inmiddels een directeur heeft benoemd. Met de stichting is verschillende keren overlegd over het ondernemersplan en de invulling van de exploitatie. Aan het Uitwerkingsplan Inkleuring is uitvoering gegeven door de voorbereiding van het wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld. Met de Nederlands Gereformeerde Kerk is overeenstemming bereikt over verlenging van de verhuur van sociaal-cultureel centrum Nieuwoord tot 1 januari 2008. Daarna komt Nieuwoord weer in beheer en exploitatie bij de gemeente. De gemeenteraad heeft een besluit genomen over het realiseren van een dorpshuis in combinatie met woningbouw in het gebied De Groes in Schalkwijk. Het programma van eisen is tot stand gekomen in nauwe samenspraak met betrokkenen en belangstellenden uit Schalkwijk. Het wijksteunpunt is losgekoppeld van het dorpshuis. De inzet is wel om in het dorpshuis aanvullende functies onder te brengen, zoals een peuterspeelzaal, een inloopspreekuur voor ouderen en een wzw-loketfunctie (wonen, zorg en welzijn). De pilot in wijkcentrum De Vuurtoren liep in 2006 door en eindigt op 31 december 2007. Na goed overleg met de participanten en de klankbordgroep van de bewoners is voor het wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld het programma van eisen vastgesteld en kon voor een architect worden gekozen.
Jaarstukken 2006
84
Cultuur algemeen In 2006 is gestart gemaakt met de uitvoering van de Kadernota Cultuurbeleid. In dit kader zijn de volgende zaken opgestart en/of gerealiseerd: Voor het nog te realiseren wijkcentrum/cultuurhuis Schoneveld is in samenwerking met welzijnsculturele organisaties en bewoners een visie ontwikkeld, waarin culturele functies een belangrijke plaats krijgen. Er is een concept Meerjarenonderhoudsplan opgesteld voor kunst in de openbare ruimte. Dit plan wordt nog aangevuld met kunstwerken die eind 2006 en begin 2007 zijn opgeleverd en daarna voor besluitvorming aangeboden. Op verzoek van diverse organisaties en inwoners is besloten de Kunstuitleen de mogelijkheid te bieden om een doorstart te maken. In het kader van het kunstproject Saudade zijn 4 kunstwerken opgeleverd en zijn diverse bewonersprojecten uitgevoerd. Het vijfde kunstwerk kon niet worden gerealiseerd, omdat de betreffende locatie nog bouwrijp moet worden gemaakt. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving
Begroting 2006
Aantal leerlingen Houtens Muziek Collectief Openingstijden bibliotheek Aantal leden Aantal uitleningen Bibliobus: aantal leden kleine kernen
Realisatie 2006 1.000 1.556 12.615 413.870 325
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Tevredenheid inwoners over bibliotheekvoorziening (in %) Bezettingsgraad theaterzaal Gebruikers bibliotheek Tevredenheid inwoners over overige culturele voorzieningen (in %)
*
Bron Leefbaarheidsmonitor De Kring Bibliotheek Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2005
Raming 2006
-
-
50% 165.193
50% 166.800
-
-
Realisatie 2006 84% 50% 174.103 39%
De raming is gebaseerd op de resultaten van de leefbaarheidsmonitor 2004 (niveau 2004)
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Aantal voorstellingen theaterzaal Aantal deelnemers jeugdsportpas
Bron De Kring Afd. welzijn
Realisatie 2005 60 -
Raming 2006 60 220
Realisatie 2006 60 220
Deelprogramma Recreatie Wat willen we bereiken? In samenhang met het landschapsbeleid en beleid voor een vitaal platteland willen we door middel van quick wins de recreatieve waarde van Houten versterken. Tevens gaat recreatie integraal onderdeel uitmaken van alle ontwikkelingsplannen. Wat hebben we bereikt? Bij gemeentelijke en regionale ontwikkelingsplannen wordt het onderdeel recreatie meegenomen. Voorbeelden hiervan zijn het speelbos Nieuw Wulven, het Eiland van Schalkwijk, het Waterplan, de Nationale Landschappen en de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Jaarstukken 2006
85
Wat hebben we ervoor gedaan? De gemeenteraad heeft bij amendement 2 op 15 november 2005 besloten eenmalig een bedrag van € 25.000 beschikbaar te stellen voor recreatie. Het bedrag was bedoeld voor cofinanciering van zeer gewenste recreatieve projecten en in 2006 geheel besteed. Er is bijgedragen aan de plaatselijke groep Terecht Anders, Meimaand Fietsmaand en het herstel van Kromme laantje Wickenburch ter versterking van de wandelstructuur. Ook is geld besteed aan het aanbrengen van rustpunten, het oplossen van kleine knelpunten in het buitengebied, het plaatsen van aanvullende paddenstoelbewegwijzering op het Eiland van Schalkwijk en een aardkundige waardenroute. Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Tevredenheid inwoners over recreatieve voorzieningen (in %)
Bron Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2005
Raming 2006
Realisatie 2006
-
-
60%
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Aantal bezoekers Open Monumentendag
Bron
Realisatie 2005
Afdeling Bouwzaken
Raming 2006
1.000
Realisatie 2006
1.000
1.000
Rekening Programma 11: Cultuur, recreatie en sport
Begroting 2006
3.880.073,28 325.444,26 843.280,16 182.883,81 333.606,10 107.573,12 55.701,30 3.051.670,58 2.118.732,75 223.595,81
3.257.740,00 402.021,00 251.316,00 131.618,00 270.008,00 78.170,00 31.077,00 3.693.758,00 2.108.233,00 253.646,00
3.545.197,00 403.631,00 347.615,00 179.325,00 273.795,00 123.170,00 31.077,00 3.721.059,00 2.256.599,00 246.347,00
3.701.734,83 241.989,71 261.868,95 162.400,24 296.850,54 85.822,50 71.767,85 3.932.323,15 2.004.984,45 210.339,88
156.537,83161.641,29 85.746,05 16.924,76 23.055,5437.347,50 40.690,85211.264,15251.614,55 36.007,12
11.122.561,17
10.477.587,00
11.127.815,00
10.970.082,10
157.732,90
Groen Speelvoorzieningen Water Landschapsbeleid Monumenten Archeologie Cultuur historische erfgoed Sportvoorzieningen Kunst, cultuur en oudheidkunde Recreatie
519.161,38 1.759.725,72 89.520,88 7.719,96 39.395,60 2.002,50 366.331,91 32.439,85 12.055,78
48.269,00 77.494,00 629.803,00 18.000,00 12.462,00
295.673,00 84.994,00 96.299,00 3.150,00 558.627,00 100.500,00 12.462,00
238.486,01 6.524,54 61.046,66 3.708,07 61,50 541.427,50 83.617,00 11.593,00
57.186,9978.469,4635.252,34558,07 61,50 17.199,5016.883,00869,00-
Totaal baten
2.828.353,58
786.028,00
1.151.705,00
946.464,28
205.240,72-
Saldo
8.294.207,59-
9.691.559,00-
9.976.110,00-
Groen Speelvoorzieningen Water Landschapsbeleid Monumenten Archeologie Cultuur historische erfgoed Sportvoorzieningen Kunst, cultuur en oudheidkunde Recreatie Totaal lasten
111 112 113 114 115 116 117 118 119 120
Jaarstukken 2006
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2005
Deelprogramma's 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120
Begroting na wijziging 2006
10.023.617,82-
47.507,82-
86
Verschillenanalyse Lasten
Deelprogramma Speelvoorzieningen Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 111.729 V Beheerplan spelen € 49.912 V Speelvoorzieningen Totaal € 161.641 V Beheerplan spelen Er zijn in 2006 voor het beheerplan spelen geen kosten voor advies gemaakt, omdat er onvoldoende interne capaciteit was om de adviseur te begeleiden. Dat betekent dat de gewenste verbeterslag in het beheerplan Spelen niet is uitgevoerd in 2006. Daarnaast zijn de kapitaallasten € 69.669 lager dan begroot omdat een krediet voor speelvoorzieningen later is afgesloten dan gepland. Speelvoorzieningen Er is voor € 52.379 minder uitgegeven aan onderhoud door derden omdat een onderhoudsronde is uitgesteld naar 2007, als gevolg van een vacature werkvoorbereider Spelen.
Deelprogramma Water Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 85.746 V Vijvers en watergangen Vijvers en watergangen Er is voor ca. € 39.500 minder uitgegeven aan (groot) onderhoud en overige werkzaamheden en € 30.344 minder aan uren omdat een baggerproject is uitgesteld naar 2007. Er is € 23.794 minder uitgevoerd aan werkzaamheden door derden, terwijl de afvalverwerking € 10.465 hoger was. Daarnaast waren bestekskosten lager dan begroot.
Deelprogramma Archeologie Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 37.348 V Archeologie Archeologie Voor de ontwikkeling van Archeologiebeleid was in 2005 € 75.000 gereserveerd. Dat budget was wegens het doorlopen van de werkzaamheden door derden in 2006 voor een bedrag van € 45.000 overgeheveld naar 2006. Echter, ook in 2006 is het niet mogelijk gebleken het traject af te ronden en zullen ook in 2007 nog vervolgwerkzaamheden door derden worden uitgevoerd. Daarnaast heeft ook de gunstige aanbesteding tot minder uitgaven geleid dan oorspronkelijk was gecalculeerd.
Deelprogramma Cultuur historisch erfgoed Het nadeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Cultuurhistorie binnen de ruimtelijke or€ 40.691 N dening Cultuurhistorie binnen de ruimtelijke ordening De verklaring voor deze overschrijding is dat er meer uren op dit product zijn gemaakt. Dit komt door de interne detachering van een medewerkster van Systeembeheer bij RBL, met de opdracht om de digitalisering van cultuurhistorische en archeologische gegevens op te zetten. ( Hiermee zijn overigens ook kosten bespaard op het deelprogramma Archeologie, want anders had het uitbesteed moeten worden).
Jaarstukken 2006
87
Deelprogramma Kunst, cultuur en oudheidkunde Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 21.888 V Bibliotheekwerk € 15.831 V Muziekcollectief € 24.205 V Amateuristische kunstbeoefening € 14.398 N Beeldende kunst en cultuur Gemeentelijke oudheidkundige verzame€ 10.599 N ling € 34.436 V Theater de Kring € 189.637 V Sociaal culturele centra € 9.385 N Overig Totaal € 251.615 V Bibliotheekwerk Op dit product zijn minder uren gemaakt dan begroot vanwege het doorschuiven van de ontwikkeling van gemeentelijk bibliotheekbeleid naar 2007. Muziekcollectief Het Muziekcollectief heeft minder ruimte gehuurd in onderwijsaccommodaties, daardoor zijn minder kosten doorberekend en zijn de lasten op dit product lager uitgevallen Amateuristische kunstbeoefening Er zijn door de verenigingen minder activiteiten uitgevoerd en daardoor zijn minder incidentele en/of projectsubsidies aangevraagd. Wij zijn afhankelijk van de initiatieven die door verenigingen en instellingen worden genomen. Beeldende kunst en cultuur Vanwege intensieve communicatie met wijkbewoners uit Houten-Zuid over het kunstproject Saudade moesten meer uren gemaakt worden dan begroot. Gemeentelijke oudheidkundige verzameling De overschrijding wordt veroorzaakt doordat op dit product meer uren zijn verantwoord dan begroot. Theater de Kring Op dit product zijn minder uren geboekt dan begroot. Op dit product waren uren geraamd voor de bouw van het cultuurcentrum. Deze zijn echter verantwoord op het product Cultuurcentrum De Slinger. Sociaal culturele centra De vertraagde oplevering van de sociaal culturele centra in Hofstad en Schoneveld, leidt ertoe dat de kapitaallasten met betrekking tot deze investeringsprojecten een jaar later ontstaan dan waarmee bij e het opstellen van de primitieve begroting 2006 rekening was gehouden. In de 1 bestuursrapportage 2006 zijn deze kapitaallasten op de kostenplaats Welzijnsaccommodaties afgeraamd en daarmee op begrotingsbasis als voordeel terecht gekomen op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). In de realisatie worden alle kosten op de kostenplaatsen echter doorverdeeld naar diverse producten. Door deze verwerkingswijze is een voordeel op de lasten van het product Sociaal culturele centra en een nadeel op het product Saldo kostenplaatsen voor hetzelfde bedrag ontstaan. Per saldo is er daarom geen sprake van een voor- of nadeel.
Deelprogramma Recreatie Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 17.308 V Manifestatie- en evenemententerreinen € 7.750 V Deelname in recreatieschappen € 10.999 V Recreatiebeleid € 50 N Overig Totaal € 36.007 V
Jaarstukken 2006
88
Manifestatie- en evenemententerreinen Er is minder onderhoud door derden uitgevoerd en minder aan uren door medewerkers besteed omdat bijna geen onderhoud aan manifestatieterreinen nodig was. Dit fluctueert jaarlijks. Deelname in recreatieschappen Er zijn minder (advies)uren besteed aan de Recreatieschappen, omdat het aantal vergaderingen lager lag dan voorzien, mede door de bestuurswisseling als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen. Recreatiebeleid Voor de helft komt dit door het feit dat er geen uren op deze post zijn geboekt, terwijl er 50 waren begroot. Deze uren zijn o.a. geboekt op het product Landschap. De andere helft wordt verklaard door het feit dat niet alle facturen voor de uitvoeringsprojecten ook daadwerkelijk zijn geboekt op 2006. Deze zijn of worden geboekt op 2007. Het gaat in totaal om € 4.000. Baten
Deelprogramma Groen Het nadeel op de baten van dit deelprogramma wordt € Beheerplan groen € Plantsoenen € Overig Totaal €
verklaard door het volgende product: 36.000 N 19.924 N 1.263 N 57.187 N
Beheerplan groen De onttrekking uit de voorziening is € 36.000 lager dan begroot omdat geen derden zijn ingehuurd voor digitalisering van het groenbeheersysteem. Dit bedrag blijft in de voorziening BOR. Plantsoenen Er is een onderschrijding doordat er circa € 44.491 minder onttrokken wordt aan de voorziening BOR omdat er iets minder in de onderhoudsfeer aan inhuurkosten is gemaakt. Tevens is er een niet begrote incidentele meeropbrengst als gevolg van schade € 17.368 en een vergoeding voor werkzaamheden voor derden ad € 7.200. Tegenover de laatste twee staan ook meerkosten.
Deelprogramma Speelvoorzieningen Het nadeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 69.669 N Beheerplan spelen € 8.800 N Speelvoorzieningen Totaal € 78.469 N Beheerplan spelen De onttrekking uit de voorziening is € 69.669 lager dan begroot omdat de kapitaallasten lager zijn dan begroot. Dit bedrag blijft in de voorziening BOR. Dit komt omdat een aantal investeringsprojecten (BOR Spelen 2005, Speelnatuur, JOP’s) nog niet zijn afgerond. Speelvoorzieningen De onttrekking uit de voorziening (€ 7.500) heeft niet plaatsgevonden omdat de lasten € 49.912 lager zijn dan begroot. Dit komt omdat een proefproject met betrekking tot zandondergronden niet is uitgevoerd in verband met capaciteitsgebrek. Dit bedrag blijft in de voorziening BOR.
Jaarstukken 2006
89
Deelprogramma Water Het nadeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 35.252 N Vijvers en watergangen Vijvers en watergangen De onttrekking uit de voorziening is €18.351 lager dan omdat minder kosten zijn gemaakt voor voorbereidingswerkzaamheden voor het baggeren van watergangen. De onttrekking uit de voorziening is € 17.236 lager dan begroot omdat minder baggerwerkzaamheden zijn uitgevoerd dan begroot.
Jaarstukken 2006
90
12. Maatschappelijk welzijn Omschrijving programma In de Houtense samenleving bestaan doelgroepen die niet zonder hulp in staat zijn in het eigen levensonderhoud te voorzien of in de samenleving te participeren. Dit programma is er op gericht deze doelgroepen daartoe weer in staat te stellen.
Deelprogramma Uitstroom en sociale activering Wat willen we bereiken?
Het doel is klanten duurzaam uit te laten stromen en het beleid is er op gericht terugval in een uitkering te voorkomen Met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) zijn bindende afspraken gemaakt over hun inspanningen ten aanzien van klanten (A-stroom) die direct op de arbeidsmarkt plaatsbaar zijn. In principe komen deze klanten niet in aanmerking voor een uitkering. Voor de overige klanten (Bstroom) geldt het Workfirst-principe en de maatwerktrajecten, die bij reïntegratiebedrijven regionaal zijn ingekocht. Omdat de inspanningen direct op werk zijn gericht, worden alleen bij uitzondering nog langdurige trajecten gestart De gemiddelde uitkeringsduur willen we beperken door jaarlijks 20% van het bestand te laten uitstromen en de instroom maximaal gelijk te laten zijn aan de uitstroom Sociale activering wordt vooral gezien als eerste stap op weg naar reïntegratie op de arbeidsmarkt. Vanwege budgettaire overwegingen wordt de methodiek van sociale activering in de vorm van maatschappelijke participatie bij uitzondering toegepast Met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) hebben we afspraken gemaakt over de samenloopklanten en over de klanten, die hun einde Werkloosheidswet (WW) bereiken, zodat de inspanningen richting arbeidsmarkt onverkort en efficiënt kunnen worden voortgezet
Wat hebben we bereikt? In 2006 zijn relatief weinig klanten aangemeld voor een re-integratietraject. Een belangrijke reden is dat veel klanten die aan het werk kunnen al deelnemen aan een traject. Dat geldt ook voor klanten die uit een andere gemeente naar Houten zijn verhuisd en daar al in een traject zaten. De pilot met de jobhunter is eveneens van invloed geweest, omdat door de eigen bemiddeling door de jobhunter aanmelding voor een re-integratietraject niet de eerste keus was. Tenslotte is er ook een aantal mensen met een complexe problematiek, waarvoor een re-integratietraject in eerste instantie geen oplossing biedt. In 2006 zijn 120 nieuwe bijstandsuitkeringen toegekend, terwijl er 114 beëindigd werden. Hiermee is de doelstelling van een evenwichtige in- en uitstroom bijna gehaald. Daarbij moet worden opgemerkt dat het inwonertal in 2006 is toegenomen. Op grond daarvan is het niet vreemd dat het WWB-bestand toeneemt. De uitstroomdoelstelling (20% uitstroom) is wél gehaald. Wat hebben we ervoor gedaan? De voor 2005 afgesloten contracten liepen door tot en met 31 december 2006. Er zijn gedurende het hele jaar mensen aangemeld bij de verschillende re-integratiebedrijven. De trajecten lopen nog door in 2007, net als financiële verplichtingen. Met re-integratiebedrijven wordt regelmatig gesproken over de voortgang van individuele klanten en ieder kwartaal vindt overleg plaats over het contract. Eind 2006 is een bestandsanalyse uitgevoerd om een beter inzicht te krijgen in de samenstelling van het klantenbestand. Aan de hand van de uitkomsten van die analyse kan de inkoop van reintegratietrajecten gerichter plaatsvinden.
Jaarstukken 2006
91
Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005 348
Omschrijving Aantal uitkeringsgerechtigden Aantal heronderzoeken Aantal beëindigingen/mutaties Aantal uitstroom Aantal onderzoeken sociale recherche Aantal bezwaarschriften Aantal beroepschriften Aantal WSW-plaatsingen Aantal plaatsingen i.h.k.v. sociale activering Aantal U-pashouders
119 108 4 36 6 15 30 1.235
Begroting 2006 325 0 150 80 5 30 5 16 50
Realisatie 2006 348 130 114 39 4 20 1.718
Deelprogramma Uitkeringen en minimabeleid Wat willen we bereiken? Enerzijds door een strikt handhavingsbeleid en anderzijds door een strak uitstroombeleid willen we het beroep op een uitkering door burgers zo kort mogelijk laten zijn. Het beschikbare Inkomensdeel (Ideel) van het WWB-budget vormt het financiële kader voor het aantal uitkeringsdagen. Door middel van een egalisatievoorziening willen we veranderingen in het uitkeringenbestand kunnen opvangen. Verder willen we door middel van het minimabeleid bevorderen dat de financieel minder draagkrachtigen in de Houtense samenleving zoveel mogelijk kunnen deelnemen aan die samenleving, net zoals de burgers met voldoende eigen inkomen. Door gerichte acties (communicatiemiddelen) willen we niet-gebruik van de bijzondere bijstand en het minimabeleid verminderen. Wat hebben we bereikt? In 2006 waren de middelen in het I-deel meer dan toereikend. Het overschot wordt toegevoegd aan de egalisatievoorziening om fluctuaties in het uitkeringenbestand op te kunnen vangen. De stijgende lijn in het gebruik van voorzieningen in het kader van het minimabeleid is in 2006 voortgezet. Terwijl er in 2003 nog 318 aanvragen werden toegekend, waren dat er in 2006 al 401. Ook werden er in 2006 middelen beschikbaar gesteld voor chronisch zieken, ouderen en gehandicapten. De aanvraagprocedure werd zo simpel mogelijk gehouden en er is uitgebreid (media-)aandacht geweest voor de regeling. Wat hebben we ervoor gedaan? Van onderuitputting van de middelen voor het minimabeleid is geen sprake. Integendeel, om de Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen mogelijk te maken zijn alle beschikbare middelen benut. Het gebruik van de U-pas is toegenomen van 1.235 pashouders in 2005 naar maar liefst 1.718 pashouders in 2006. Met de inzet van casemanagers en de fraudepreventiemedewerker is een evenwicht gezocht en bereikt in handhaving, begeleiding en uitstroom. De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek dat in 2006 is gehouden is, zijn daarvan het bewijs. De dienstverlening van de afdeling Sociale Zaken wordt door de klanten gemiddeld gewaardeerd met een 7.6.
Jaarstukken 2006
92
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Aantal mensen in traject schuldhulpverlening op 31/12 Aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand Aantal huishoudens met een uitkering Wet werk en bijstand 31/12 Aantal verstrekkingen woon- en vervoervoorzieningen Totaal aantal klanten WWB, dat uitstroomt naar werk Totaal aantal klanten WWB in traject 31/12
Bron
Realisatie 2005
Raming 2006
Realisatie 2006
GWS
55
100
96
GWS
251
225
268
GWS
348
325
348
GWS
169
165
388
GWS
43
47
51
GWS
70
90
69
Deelprogramma Gehandicapten Wat willen we bereiken? De uitvoeringsorganisatie Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) succesvol implementeren conform de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Het voorzieningenniveau van de WVG handhaven op het niveau van 2005 en aansluiting zoeken bij de activiteiten van het Woon- , Zorg- en Welzijnsloket (VIA-Houten). Wat hebben we bereikt? De implementatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning is vooralsnog prima verlopen. De gekozen projectvorm waarin de afdelingen Sociale Zaken en Welzijn hebben samengewerkt heeft zijn vruchten afgeworpen. Zowel de Wmo-verordening als het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning was op tijd klaar. Daarbij is het voorzieningenniveau van de Wet voorzieningen gehandicapten op peil gebleven. Wat hebben we ervoor gedaan? De unit WVG heeft een actieve rol vervuld in het Wmo-project. Daarnaast zijn kleine wijzigingen aangebracht in bestaande werkprocessen, om efficiencywinst te boeken in de afhandeling van aanvragen. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving Aantal aanvragen woonvoorzieningen Aantal aanvragen rolstoelen Aantal aanvragen vervoersvoorzieningen
Realisatie 2005 156 169 44
Begroting 2006 175 130 150
Realisatie 2006 164 142 224
Deelprogramma Minderheden / Vluchtelingenwerk Wat willen we bereiken? Integratie van minderheden, vooral nieuwkomers, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande voorzieningen in Houten. Wat hebben we bereikt? Zeven nieuwkomers hebben de profieltoets afgelegd en een inburgeringscertificaat ontvangen. 33 mensen volgden bij ROC Midden Nederland een NT-2 cursus (Nederlands als tweede taal). 38 oudkomers volgen een taaltraject dat is gericht op werk of opvoedingsondersteuning. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is nog achterstand bij de taakstelling huisvesting statushouders in 2006. Op 1 juli bedroeg de achterstand 2 personen. Deze achterstand is helaas niet ingehaald en is zelfs groter geworden. Op 1 januari 2007 bedroeg de achterstand 7 personen.
Jaarstukken 2006
93
Er zijn 30 inburgeringsbeschikkingen afgegeven op grond van de Wet inburgering nieuwkomers. Van die 30 hebben er 7 een ontheffing gekregen en de andere 23 zijn een inburgeringstraject gestart. 11 inburgeraars hebben hun inburgeringstraject afgerond en een inburgeringscertificaat ontvangen. Verder zijn in 2006 38 oudkomers gestart met een duaal traject dat is gericht op taal in relatie tot werk of opvoedingsondersteuning. De Stichting Vluchtelingenwerk Houten is gesubsidieerd voor de taken die zij uitvoert in het kader van de Wet inburgering nieuwkomers. Er zijn niet 40 á 60 nieuwkomers opgevangen, omdat de toestroom (veel) kleiner was. De Wet inburgering (het nieuwe inburgeringstelsel) is pas per 1 januari 2007 ingevoerd. Taalonderwijs is daarom nog ingekocht (gedwongen winkelnering) met WEB- en inburgeringsgelden bij ROC Midden-Nederland. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving
Realisatie 2005
Begroting 2006
Realisatie 2006
Nieuwkomers NT2 (taalonderwijs) Inburgeringsprogramma's Trajectbegeleidingen Aantal certificaten Aantal beschikkingen WIN Overeenkomsten oudkomers
29 33 25 25 12 29 38
Deelprogramma Vitras Wat willen we bereiken? Het instandhouden, integreren en toezicht houden op een adequaat aanbod van Algemeen Maatschappelijk Werk door Vitras. Wat hebben we bereikt? Het aanbod van Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) door Vitras is in stand gehouden en ontwikkelt zich om beter aan te sluiten bij de behoeften van de Houtense inwoners. Door regelmatig overleg is het aanbod van het AMW afgestemd met aanpalende beleidsterreinen en is toezicht gehouden op het aanbod en de uitvoering van Vitras. Wat hebben we ervoor gedaan? De overeenkomsten met Vitras AMW zijn aangepast De extra capaciteit voor jeugd, ouderen en opvoedspreekuur is gecontinueerd Met het opvoedspreekuur is een pilot uitgevoerd in het kader van het bestuurlijk akkoord met de provincie Vitras AMW neemt deel in het Vangnet en Advies Lekstroom Vitras AMW is een van de organisaties in het backoffice van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld De deskundigheid van een aantal maatschappelijk werkers over genotmiddelengebruik bij jongeren is bevorderd Kengetallen en/of prestaties Omschrijving
Realisatie 2005
Aantal formatieplaatsen (basiscontract) Formatie aanvullend contract
Jaarstukken 2006
Begroting 2006
Realisatie 2006 4,76 fte 1,20 fte
94
Deelprogramma Slachtofferhulp Wat willen we bereiken? De schade voor slachtoffers van misdrijven en verkeersongelukken zoveel mogelijk beperken of verhelpen. Wat hebben we bereikt? Door het verlenen van subsidie is een bijdrage geleverd aan het bereiken van de doelstellingen van de stichting Slachtofferhulp. Wat hebben we ervoor gedaan? Aan de stichting Slachtofferhulp is de jaarlijkse subsidie verstrekt.
Deelprogramma Mondiaal beleid Wat willen we bereiken? Door het geven van subsidie een bescheiden bijdrage leveren aan de sociale en economische ontwikkeling van andere landen in de wereld, waarbij de nadruk ligt op de landen in Centraal en OostEuropa. Wat hebben we bereikt? Op een bescheiden wijze is bijgedragen aan de sociale en economische ontwikkeling van andere landen, door het verstrekken van 14 subsidies. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is aan 14 instellingen en organisaties een subsidie verstrekt. Door kennisgeving op de website en in Houtens Nieuws is bekendheid gegeven aan de subsidieregeling. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving Aantal aanvragende instanties (mondiaal beleid)
Jaarstukken 2006
Begroting 2006
Realisatie 2006 17
14
95
Rekening Programma 12: Maatschappelijk welzijn
Begroting 2006
1.322.214,50 6.567.599,87 1.864.168,13 316.522,48 474.559,32 94.792,62
1.284.672,00 6.412.344,00 1.868.218,00 195.117,00 490.225,00 278,00 7.010,00
1.359.015,00 6.285.454,00 1.871.218,00 565.217,00 490.225,00 7.010,00
1.363.544,41 6.592.424,89 1.595.878,84 678.570,20 459.623,30 13.005,73
4.529,41306.970,89275.339,16 113.353,2030.601,70 5.995,73-
10.639.856,92
10.257.864,00
10.578.139,00
10.703.047,37
124.908,37-
Uitstroom en sociale activering Minimabeleid Gehandicapten Minderheden Vluchtelingenwerk Zorgservice Vitras Slachtofferhulp Mondiaal beleid
866.356,69 4.512.499,33 310.060,57 282.924,42 -
921.742,00 4.465.272,00 5.224,00 218.645,00 -
859.683,00 4.517.226,00 8.224,00 587.395,00 -
972.552,00 4.529.157,66 126.177,11 598.757,63 -
112.869,00 11.931,66 117.953,11 11.362,63 -
Totaal baten
5.971.841,01
5.610.883,00
5.972.528,00
6.226.644,40
254.116,40
Saldo
4.668.015,91-
4.646.981,00-
4.605.611,00-
4.476.402,97-
129.208,03
Uitstroom en sociale activering Minimabeleid Gehandicapten Minderheden Vluchtelingenwerk Zorgservice Vitras Slachtofferhulp Mondiaal beleid Totaal lasten
121 122 123 124 125 126 127 128
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2005
Deelprogramma's 121 122 123 124 125 126 127 128
Begroting na wijziging 2006
Verschillenanalyse Lasten
Deelprogramma Gehandicapten Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 12.114 V WVG beleid € 105.927 V Vervoersvoorzieningen € 82.121 V Rolstoelen € 53.377 V Woonvoorzieningen gehandicapten € 21.800 V Parkeerkaarten en –plaatsen Totaal € 275.339 V WVG beleid Op deze post vallen de fors meevallende advieskosten op (voordeel € 87.072). Doordat we aanvragen op voorhand zien en (na beoordeling) niet meer in alle gevallen voorleggen aan het CIZ, kon een aanzienlijke besparing worden gerealiseerd. Daarnaast worden kleinere aanvragen door ons zelf beoordeeld. Daartegenover is op deze post een aanzienlijk aantal uren verantwoord (867 uur), dat niet was begroot. Dat betreft uren die zijn besteed aan de introductie van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de overheveling van de Wet Voorzieningen Gehandicapten daar naar toe. De doorbelasting van uren betreft een bedrag van € 75.000. Vanwege de ontwikkelingen die de komende tijd binnen de Wmo gaan plaatsvinden, wordt dit verschil op voorhand niet als structureel beschouwd.
Jaarstukken 2006
96
Vervoersvoorzieningen In het kader van het primaat collectief vervoer zijn meer vervoerspassen verstrekt. Daartegenover staan minder voorzieningen op individuele basis. De lijst met personen met een indicatie ‘individueel’ wordt kleiner. Die afname en de collectiviteit leiden tot lagere kosten. Het aantal uren dat wordt besteed aan een collectieve voorziening is relatief lager dan het aantal uren dat de verstrekking van een individuele voorziening kost. Rolstoelen Elk jaar is er sprake van een overloop van facturen die leveringen van een vorig jaar betreffen. Die overloopt loopt lang door. De gedragslijn is dat die facturen, na het afsluiten van de administratie, in het jaar van ontvangst worden verantwoord. De indruk bestaat dat het dit jaar om meer van dergelijke overlopende facturen gaat dan gebruikelijk. De gedragslijn is op dit punt bestendigd. Er konden daarnaast meer verstrekkingen uit het depot worden gerealiseerd. Dat betreft dan rolstoelen die al in eigendom zijn van een van de deelnemende gemeenten en als het ware tweedehands worden verstrekt. De kosten van een dergelijke voorziening zijn lager dan die van nieuwe. Bovendien is hergebruik, eventueel na aanpassing, te verkiezen boven het ongebruikt laten staan van beschikbaar materiaal en het telkens weer aanschaffen van nieuw materiaal. De verstrekking vanuit het depot is goedkoper en minder bewerkelijk dan een nieuwe verstrekking. Woonvoorzieningen gehandicapten In 2006 zijn minder aanvragen ontvangen dan was begroot en is daarnaast meer bereidheid tot verhuizen geconstateerd. Bovendien zijn er in 2006 geen dure woningaanpassingen aangevraagd. Ten opzichte van 2005 zijn er wel veel aanvragen voor kleine woningaanpassingen binnengekomen. Deze post staat onder sterke invloed van het aantal aanvragen en de omvang daarvan, waardoor jaarlijks aanmerkelijke verschillen kunnen ontstaan. Parkeerkaarten en -plaatsen In 2006 zijn minder plaatsen aangevraagd. Ook is een daling van de advieskosten opgetreden. Sinds november 2005 wordt daarvoor een andere partij ingeschakeld. In het verleden verzorgde de GGD deze advisering. Die is nu in handen van Area die daarvoor een lager tarief hanteert. De kosten zijn afhankelijk van het aantal aanvragen. Op grond van de vergrijzing en de ontwikkelingen binnen de Wmo wordt deze onderschrijding niet als structureel beschouwd. Deelprogramma Minderheden Het nadeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 113.353 N Minderheden Minderheden Dit verschil wordt veroorzaakt door meerdere afwijkingen tussen begroting en werkelijkheid. De belangrijkste zijn: Een onderschrijding op de Opleidingskosten. Waar € 469.200 werd begroot, is € 130.000 uitgegeven. De reden hiervan is dat dit een regeling betreft waarover pas in het voorjaar 2006 is afgekondigd en waarvoor door het rijk twee voorschotten zijn betaald. Het tweede voorschot was gebaseerd op een verlenging van de betreffende Regeling inburgering Oudkomers, waarmee aanvankelijk geen rekening was gehouden. Op begrotingsbasis is op hiervoor € 368.750 opgenomen. De werkzaamheden die op dit vlak door Vluchtelingenwerk Houten zijn verzorgd hebben € 121.200 gekost. Er volgen in 2007 nog kosten die ten laste van dit budget komen, maar het totaal door het rijk betaalde bedrag zal niet worden besteed. Via een toevoeging aan de voorziening en een onttrekking op een later moment, als de afrekening is opgesteld, wordt dit vereffend. De dotatie aan de Voorziening voor een bedrag van € 368.700, is niet begroot. Deze dotatie betreft in belangrijke mate het hiervoor toegelichte overschot op de Regeling inburgering Oudkomers dat op termijn moet worden terugbetaald. Een andere belangrijke post betreft de kosten van de uren die zijn besteed aan de Wet Inburgering Nieuwkomers. Dat betreft een bedrag van € 78.400, dat niet was begroot.
Jaarstukken 2006
97
Baten
Deelprogramma Uitstroom en sociale activering Het voordeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: € 112.869 V Uitvoering wet sociale werkvoorziening Uitvoering wet sociale werkvoorziening Voor het jaar 2006 zijn extra middelen beschikbaar gekomen en is er ook een extra toevoeging aan het WSW macrobudget gedaan. Het basissubsidiebedrag 2006 is daardoor verhoogd naar € 480.000, wat € 91.000 meer is dan begroot. In 2006 is ook € 22.000 ontvangen op grond van de afrekening over het jaar 2004. De eindafrekening over 2006 vindt eind 2007 plaats.
Deelprogramma Gehandicapten Het voordeel op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 7.900 V Vervoersvoorzieningen € 12.960 V Rolstoelen € 99.005 V Woonvoorzieningen gehandicapten € 1.912 N Overig Totaal € 117.953 V Vervoersvoorzieningen Dit betreft ontvangen vergoedingen voor voorzieningen die uit het depot konden worden verstrekt en eigendom van de gemeente Houten waren. Omdat vooraf niet duidelijk is of en in welke mate daarvan sprake is, is in de begroting geen raming opgenomen. De belangrijkste post betreft de verkoop van een gesloten buitenwagen aan Welzorg (€ 5.000). Rolstoelen Dit betreft de ontvangen vergoedingen voor rolstoelen die uit het depot konden worden verstrekt en op dat moment eigendom van de gemeente Houten waren. Omdat vooraf niet duidelijk is of en in welke mate deelnemende gemeenten uit elkaars voorraad putten, is geen raming opgenomen. Door gebruik te maken van de voorzieningen in het depot, worden de kosten voor de deelnemende gemeenten gedrukt. Gebruikte materialen zijn, ook na aanpassing voor de nieuwe klant, immers goedkoper dan nieuwe. Woonvoorzieningen gehandicapten Dit betreft bijdragen van het rijk op enkele grote (dure) woningaanpassingen die in eerdere jaren zijn gerealiseerd en aangevraagd. Hierop wordt niet begroot.
Jaarstukken 2006
98
13. Volksgezondheid en milieu Omschrijving programma Het programma Volksgezondheid en milieu omvat twee thema’s: Volksgezondheid en Milieu. Volksgezondheid richt zich op het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de inwoners van Houten, door middel van preventieve maatregelen en het bijdragen aan een kwalitatief goed, sluitend en voor iedere bewoner bereikbaar stelsel van zorgvoorzieningen. Het uitvoeren van wettelijk opgedragen taken en het behartigen van de gemeentelijke belangen bij de uitvoering van de wet maken hier deel van uit. Het thema Milieu is gericht op het stimuleren van een duurzame en leefbare leefomgeving, waarbij de minimumvereisten vastliggen in wettelijke kaders. Kaderstellend is het Milieubeleidsplan. Daarin worden de strategische beleidskeuzes aangegeven, de doelen die we nastreven en hoe we die gaan bereiken. Het uiteindelijke doel is het behalen van milieuwinst of het beheersen van milieueffecten, door de uitvoering van wettelijke taken, het benoemen van prioriteiten en het benutten van kansen die zich jaarlijks voordoen.
Deelprogramma Afval Wat willen we bereiken? In het milieubeleidsplan 2005-2008 zijn de volgende ambities verwoord: Huishoudelijk afval: aan het einde van de planperiode bedraagt het scheidingspercentage tenminste 60 % Bedrijfsafval: de hoeveelheden bedrijfsafval binnen de gemeente Houten zijn inzichtelijk De ambities uit het milieubeleidsplan zijn niet gesplitst naar een ambitie voor elk afzonderlijk jaar uit de planperiode. Dankzij de papierkliko is het percentage gescheiden ingeleverd afval in het eerste kwartaal van 2005 gestegen van 55% naar 59%. Daarom willen wij proberen om in 2006 al het uiteindelijke doel te bereiken: een scheidingspercentage huishoudelijk afval van 60%. Daarnaast wordt in 2005 een plan van aanpak opgesteld om binnen drie jaar inzicht te krijgen in de hoeveelheid afval bij bedrijven. Dat betekent dat in 2006 concreet gestart wordt met het in kaart brengen van daadwerkelijke scheidingspercentages. Wat hebben we bereikt? Het afvalscheidingspercentage is vorig jaar licht gedaald, maar blijft rond de 58 % schommelen. Uit sorteeranalyses blijkt dat er weinig papier, gft, glas en chemisch afval in de grijze kliko wordt gegooid. Men scheidt het afval dus goed. Opvallend is dat weinig glas in de grijze kliko wordt geworpen, terwijl er bijna een kwart minder glas is ingezameld dan in 2004. Mogelijk wordt er minder in glas en meer in kunststof ingekocht. We hebben bij nader inzien geconstateerd dat een inventarisatie van afval bij bedrijven veel werk met zich meebrengt, met vermoedelijk een laag resultaat. We hebben daarom besloten om bij milieucontroles en het uitvoeren van energiescans het onderwerp afval ‘mee te nemen’. Naast de controles op afvalstromen zullen we advies geven over vermindering van afval en gescheiden inzameling. Wat hebben we ervoor gedaan? De inzameling van huishoudelijk afval is in 2006 conform afspraken uitgevoerd. Daarnaast is regelmatig een artikel in het Houtens Nieuws geplaatst om scheiding van afval te stimuleren. De luierinzameling bij het afvalscheidingstation en een aantal kinderdagverblijven is geëvalueerd. Het blijkt een succes te zijn. In één jaar werd 172 ton luiers gescheiden ingeleverd. Dat is ruim 17% van de miljoen kilo vuile luiers die baby’s en peuters in Houten produceren. Op grond van deze resultaten wordt de luierinzameling in 2007 gecontinueerd. Er zijn afspraken gemaakt om ook bij wijkposten inzamelcontainers te plaatsen.
Jaarstukken 2006
99
De retourette blijkt vooralsnog niet te realiseren. Er is onvoldoende draagvlak bij winkeliers. De campagne om bewuster om te gaan met papier is uitgesteld tot 2007. De proef met het afschaffen van tarieven voor grond en bouw- en sloopafval is uitgevoerd en heeft geleid tot het besluit om geen tarief te hanteren voor deze afvalstromen. Inwoners betalen de tarieven via de afvalstoffenheffing. Realisatie 2005
Omschrijving Aantal publicaties afval % gescheiden afval Bedrag afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden Ingezamelde tonnen afval Ingezamelde tonnen restafval Kilo's afval per inwoner Kilo's restafval per inwoner Kilo's GFT per inwoner Kilo's glas per inwoner Kilo’s papier per inwoner Kilo's textiel per inwoner
6 58,2% € 237
523 218 94 26 76 4,5
Begroting 2006 8 60%
Realisatie 2006 8 57,7% € 255 23.840 7.525 534 226 90 24 77 4,6
Deelprogramma Milieuzorg Wat willen we bereiken? In het milieubeleidsplan 2005-2008 is voor een twaalftal thema’s/doelgroepen een ambitie en een aantal doelstellingen verwoord. Voor verschillende thema’s is de ambitie ‘voldoen aan de wettelijke normen’; voor aan aantal is een eigen ambitie geformuleerd die veelal hoger ligt dan wat de wet voorschrijft. Wat hebben we bereikt? We hebben activiteiten ondernomen om te (blijven) voldoen aan de landelijke normen voor externe veiligheid, geluid en luchtkwaliteit. Voor luchtkwaliteit is het beleidsterrein nog zodanig in ontwikkeling, dat vaststelling van de 0-situatie nog veel inspanning vraagt. Op het gebied van externe veiligheid kent Houten geen (echte) knelpunten; uiteraard blijft ook dit beleidsterrein aandacht vragen. Op het gebied van geluid heeft Houten in vergelijking met veel andere gemeenten een gunstige uitgangspositie. Vooral spoorweglawaai leidt in bepaalde situaties nog tot overschrijding van de norm. We hebben ook activiteiten ondernomen om te toetsen of de bodemkwaliteit in Houten op gelijk niveau blijft of verbetert. Steekproeven leiden tot een stabiel beeld van de bodemkwaliteit in Houten. Wat hebben we ervoor gedaan? Voor alle ambities zijn activiteiten verwoord in het milieujaarplan. In het milieujaarverslag wordt zeer concreet aangegeven wat er in 2006 is bereikt is en wat in 2006 is blijven liggen. Hierna volgt een aantal activiteiten dat in gang is gezet of is gerealiseerd: Externe veiligheid: er is een geactualiseerde risicokaart opgesteld, waaruit blijkt dat in Houten geen objecten aanwezig zijn, die leiden tot onaanvaardbare risico’s (meer dan de landelijke norm toestaat). Geluid: Er is een plan van aanpak opgesteld voor het opstellen van geluidsbelastingskaarten en geluidbeleid. Daarnaast is bijgedragen aan het geluidsaneringsprogramma van Prorail. De belangrijkste geluidsmaatregelen bij de spoorverdubbeling zijn een stationskap met een lengte van 170 meter, geluidsschermen en raildempers. Bij het Ministerie van VROM is een subsidie aangevraagd voor het uitvoeren van gevelsaneringen bij woningen die hiervoor in het kader van railverkeer in aanmerking komen. Luchtkwaliteit: Er is een concept luchtkwaliteitsplan opgesteld. Daarnaast zijn voor diverse grote bouwplannen onderzoeken uitgevoerd naar de invloed op de luchtkwaliteit. Ook wordt een bijdrage geleverd aan de provinciale handreiking luchtkwaliteit. Mobiliteit: Plannen om een fietsactie op te zetten zijn uitgewerkt. Daarbij worden inwoners van Houten gestimuleerd om meer gebruik te maken van de fiets. Ook is een vervoersplan voorbereid dat is gericht op dienstreizen en het woon-werkverkeer van gemeentelijke ambtenaren.
Jaarstukken 2006
100
Energie: De dimverlichting op de rondweg is ingeregeld aan de hand van de verkeersintensiteit. Daarmee wordt een energiebesparing van 10% tot 30 % gerealiseerd. Ook is in 2006 met succes aan bijna 800 huishoudens met een minimuminkomen een set spaarlampen aangeboden ter waarde van € 40. In totaal hebben 664 huishoudens van het aanbod gebruik gemaakt. Gedurende 8 jaar wordt met de 5.551 bestelde spaarlampen een reductie van 925 ton CO2 bereikt. Bovendien zijn procedures doorlopen om drie windturbines te realiseren aan de Veerwagenweg. De Raad van State heeft de milieuvergunning vernietigd. Eneco heeft eind 2006 een nieuwe aanvraag voor een milieuvergunning ingediend. Duurzaam Bouwen: In Houten-Vinex worden op basis van afspraken diverse duurzaamheidsmaatregelen toegepast zoals extra isolerend glas, duurzaam hout en goede isolatie. Inrichtingen: In 2006 is het percentage actuele vergunningen gestegen van 70 naar 89 %. Als gevolg van capaciteitsgebrek zijn er zijn minder controles uitgevoerd dan gepland. Deze controles schuiven door naar 2007. Het naleefpercentage van gecontroleerde inrichtingen neemt toe. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving
Realisatie 2005
Aantal milieuprocedures Aantal toetsen geluidsbelasting bouwplannen Beoordeling bodemonderzoeken Aantal controles Aantal milieuklachten Aantal meldingen ihkv Wet Milieubeheer Percentage adequaat niveau vergunningen Percentage duurzame energie
Begroting 2006
Realisatie 2006
26 n.b. 37
30 30 30
41 104 85% 0%
40 65 95 % 0%
36 41 205 43 93 89 % 2%
Deelprogramma Begraven Wat willen we bereiken? We willen op de begraafplaats aan de Prinses Ireneweg zo lang mogelijk graven kunnen uitgeven aan oud-Houtenaren. Begin 2005 is de begraafplaats Oud Wulven in gebruik genomen. Daar willen wij voor de overige inwoners een passende laatste rustplaats bieden. Het gebruik van deze nieuwe begraafplaats wordt in de beginperiode gemonitord. We willen tot een juiste kostendekkendheid van de diverse leges voor begraven komen. Wat hebben we bereikt? Er is voorlopig voldoende capaciteit voor oud-Houtenaren op de begraafplaats aan de Prinses Ireneweg gewaarborgd. We hebben inzicht gekregen in het gebruik van begraafplaats aan de Oud Wulfseweg. De mate van kostendekkendheid is nog niet in beeld maar hier is wel een start mee gemaakt. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is een ruiming van verlopen graven voorbereid maar deze is nog niet uitgevoerd omdat de noodzaak ontbrak. Er was nog voldoende begraafcapaciteit op de begraafplaats aan de Prinses Ireneweg. Het aantal begrafenissen op de begraafplaats aan de Oud Wulfseweg is achtergebleven bij de prognoses. In overleg met begrafenisondernemers is een ontwerp gemaakt voor het vergroten van de inrichtingsmogelijkheden en het versterken van het karakter van de begraafplaats. Dit wordt vanaf 2007 gefaseerd uitgevoerd. De uitvoering van dit plan heeft effect op de lasten/batenverhouding. In 2006 is gestart met de doorrekening op kostendekkendheid. Dit traject wordt in 2007 afgerond.
Jaarstukken 2006
101
Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving Aantal begravingen Aantal vergunningen grafmonumenten Aantal aangepakte verwaarloosde grafbedekkingen Aantal nog beschikbare graven Prinses Ireneweg Aantal geruimde graven Sterftecijfer Houten
Begroting 2006
Realisatie 2006
52 21 0 23* 40 44.501 inwoners 204 sterfgevallen
Percentage algemene begravingen op totaal aantal overledenen Houtenaren *
30 20 0 33* 0 45.573 inwoners 202 sterfgevallen 15%
Het cijfer van 2005 is onjuist. Vermoedelijk zijn de getallen omgedraaid en zijn algemene graven enkel geteld terwijl de twee plaatsen in een algemeen graf afzonderlijk uitgegeven worden. Het cijfer van 2006 is correct.
Deelprogramma Riolering Wat willen we bereiken? In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2006-2009 (vaststelling einde 2005) zijn de volgende doelen geformuleerd: Doelmatig inzamelen en transporteren van afvalwater dat binnen het gemeentelijke gebied wordt geproduceerd of vrijkomt Bevorderen van een duurzaam milieu. Dit betekent dat bij inzameling en transport van afvalwater geen onaanvaardbare verontreinigingen in de lucht, bodem, grondwater en oppervlaktewater terechtkomen Voorkomen van overlast voor de gemeenschap Verbeteren van de klantgerichtheid Wat hebben we bereikt? Het rioolsysteem heeft naar behoren gefunctioneerd en er hebben zich geen noemenswaardige overlastsituaties voorgedaan. De sanering van de ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied is afgerond. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is begonnen met het hernieuwen van de aansluitvergunningen en WVO-vergunningen (Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren). Dit wordt in 2007 afgerond. In 2006 zijn installaties voor individuele behandeling van afvalwater( iba’s) geplaatst bij 9 woningen en zijn 2 woningen aan de Hoeksedijk voorzien van riolering. In 2006 is gestart met de uitvoering van afkoppelpilots. Er is een inventarisatie van het verharde oppervlak van de openbare ruimte in Houten-Noord en de bedrijventerreinen uitgevoerd. Deze inventarisatie was nodig om een nulsituatie te bepalen voor het afkoppelen van regenwater en is de basis voor de hydraulische herberekeningen van het gemengde rioleringsstelsel. Kengetallen en/of prestaties Omschrijving Lengte riolering in kilometers Aantal gemalen
Realisatie 2005 254 359
Jaarstukken 2006
Begroting 2006 265 367
Realisatie 2006 263 365
102
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving CO2-emissiereductie % Inkoop duurzame energie % Milieuvergunningen op adequaat niveau Naleefpercentage milieuvergunningen % Gescheiden huishoudelijk afval
Bron Afd. Milieu Afd. Milieu
Realisatie 2005 8.423 ton 100%
Raming 2006 100%
Realisatie 2006 8.437 ton 100%
Afd. Milieu
70%
90%
89%
Afd. Milieu
42%
61%
44%
Afd. Milieu
58%
58%
58%
Deelprogramma GGD en Gezondheidszorg Wat willen we bereiken? Bevordering en bescherming van de gezondheid van de inwoners van Houten, vooral door middel van preventie en het bijdragen aan een kwalitatief goed, sluitend en bereikbaar stelsel van signalering en zorgvoorzieningen Wat hebben we bereikt? Er is bijgedragen aan de bevordering en bescherming van de gezondheid van de inwoners van Houten. Preventieve maatregelen zijn versterkt. Het stelsel van signalering en zorgvoorzieningen is verbeterd door overleg met, en het stimuleren en faciliteren van, partijen in het veld tot samenwerking. Aansluiting van Houten bij het Vangnet en Advies Lekstroom voor Openbare Geestelijke gezondheidszorg is gerealiseerd. Wat hebben we ervoor gedaan? GGD Wij hebben overleg gevoerd over de in de gemeente uitgevoerde activiteiten en onderzoeken van de GGD. Voor de jaren 2007-2010 heeft de GGD een beleidsplan opgesteld met daarin haar taken, ontwikkelingen, formatie en kosten. Besluitvorming hierover vindt plaats in 2007. Gezondheidszorg Het wettelijk basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg 0 tot 4- jarigen is uitgevoerd door Vitras JGZ Het wettelijk basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 4-19 jarigen is uitgevoerd door GGD Midden Nederland In regionaal verband: Het beleidsplan integrale Jeugdgezondheidszorg is vastgesteld en wordt lokaal uitgevoerd als onderdeel van het jeugdbeleid. Alle kindercentra zijn in 2006 gecontroleerd op hygiëne, veiligheid en pedagogisch beleid. In één geval is er vanuit de gemeente een handhavingsprocedure gestart. Er is deelgenomen aan de netwerken 12-, 12+ en Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaters. Het gemeentelijke preventiebeleid op het gebied van genotmiddelen is versterkt door middel van het aanbieden van een preventieprogramma genotmiddelen aan alle groepen 8 in het basisonderwijs, deskundigheidsbevordering van maatschappelijk werkers en overleg met Stichting Enter. Waarborging van eerstelijnsgezondheidszorg door middel van overleg over het realiseren van eerstelijns gezondheidscentra Voor de problematiek rond huiselijk geweld heeft de gemeente zich aangesloten bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld van de gemeente Utrecht. De uitkomsten van het GGD gezondheidsonderzoek onder volwassenen zijn betrokken bij de ontwikkeling van het gezondheidsbeleid en Wmo-gerelateerde onderwerpen.
Jaarstukken 2006
103
Rekening Programma 13: Volksgezondheid en milieu
131 132 133 134 135 136
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2005
Begroting 2006
Afval Milieuzorg Begraven Riolering GGD Gezondheidszorg
3.863.449,97 1.414.749,08 83.674,50 1.417.162,89 670.232,81
4.006.371,00 1.094.936,00 149.921,00 1.505.229,00 1.374.784,00
4.210.027,00 1.152.944,00 159.740,00 1.533.337,00 761.385,00
4.222.151,05 1.398.038,62 93.141,94 1.475.086,87 612.254,65
12.124,05245.094,6266.598,06 58.250,13 149.130,35
Totaal lasten
7.449.269,25
8.131.241,00
7.817.433,00
7.800.673,13
16.759,87
Afval Milieuzorg Begraven Riolering GGD Gezondheidszorg
3.863.449,97 20.551,78 83.674,50 1.417.162,89 -
4.006.371,00 70.600,00 83.689,00 1.505.229,00 570.491,00
4.210.027,00 79.000,00 83.689,00 1.533.337,00 2.800,00
4.222.151,05 65.216,29 93.141,94 1.475.086,87 -
12.124,05 13.783,719.452,94 58.250,132.800,00-
Totaal baten
5.384.839,14
6.236.380,00
5.908.853,00
5.855.596,15
53.256,85-
Saldo
2.064.430,11-
1.894.861,00-
1.908.580,00-
1.945.076,98-
36.496,98-
Deelprogramma's 131 132 133 134 135 136
Begroting na wijziging 2006
Verschillenanalyse Lasten
Deelprogramma Afval Het deelprogramma afval geeft een sluitende balans weer tussen inkomsten en uitgaven. De afvalstoffenheffing in de gemeente Houten kent het principe van 100% kostendekkendheid. Dat betekent dat alle kosten die met de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval gemoeid zijn, volledig door de inwoners van Houten worden betaald. De voorziening egalisatie tarieven afvalstoffenheffing is ingesteld om de effecten van onverwachte financiële meevallers of tegenvallers op te vangen. De voorziening kent een bodem van 5% en een plafond van 10% van het begrote kostenniveau. In 2006 is €150.975 onttrokken uit de voorziening. De doorbelasting voor opruimen van zwerfafval (€ 170.000) is pas in de tweede bestuursrapportage 2006 verwerkt in de begroting en dus niet meegenomen in de berekening van het tarief voor de afvalstoffenheffing 2006. Het gevolg van genoemde onttrekking en doorbelasting is dat de voorziening eind 2006 een omvang heeft van € 383.412. Daarnaast is voor 2007 een onttrekking begroot op grond van overschotten in 2005, die op begrotingsbasis leidt tot een saldo van € 223.400 aan het eind van 2007.
Jaarstukken 2006
104
Deelprogramma Milieuzorg Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 89.286 V Korte projecten milieuzorg € 12.674 V Externe veiligheid € 44.946 N Communicatie en educatie € 25.019 N Energie € 57.387 N Geluid € 45.661 N Vergunningen € 19.523 V Bedenkingen en bezwaar € 12.262 N Klachten € 21.761 N Advisering en informatie € 32.244 N Meldingen € 133.612 N Handhaving milieu € 6.314 V Overig Totaal € 245.095 N Korte projecten milieuzorg Het voordeel betreft grotendeels uren. In 2006 zijn er 584 minder uren besteed aan dit product. Deze uren zijn voornamelijk besteed aan het onderwerp luchtkwaliteit en zijn geschreven op het product geluid. De hoeveelheid tijd die gebruikt is voor luchtkwaliteit was vooraf niet voorzien. Tevens heeft een taakverschuiving bij een van de beleidsmedewerkers van beleid naar coördinatie geresulteerd in verschuiving van prioriteiten en taakvelden. Behalve aan luchtkwaliteit is relatief veel tijd besteed aan energie. Daarnaast heeft in verband met een regionaal project de provincie een bedrag uitgekeerd. Wij moeten hiervan nog een bedrag van €10.500 uitbetalen aan de andere deelnemende gemeenten. De afspraak is dat in 2007 te doen, na afronding van het project. Het Bans project (energie) verloopt conform planning, het luchtkwaliteitsplan heeft in 2006, ondanks extra inspanningen, vertraging opgelopen. Externe veiligheid Er zijn 113 minder uren besteed aan dit product. Deze uren zijn besteed aan het product energie, omdat op het gebied van externe veiligheid minder activiteiten nodig waren dan vooraf gepland. Een deel van de uren die oorspronkelijk waren begroot is omgezet in een opdracht aan een adviesbureau. De hieraan gerelateerde kosten zijn direct door de provincie betaald. Communicatie en educatie Er zijn 251 meer uren aan dit product besteed, doordat er extra capaciteit is ingehuurd en doordat er minder uren zijn besteed aan het product externe veiligheid dan begroot. Dit heeft geleid tot extra activiteiten op het gebied van communicatie en educatie zoals meer aandacht voor de themakisten voor scholen en meer aandacht voor activiteiten op de kinderboerderij. Daarnaast zijn vanuit de afdeling Openbare Werken uren afwijkend verantwoord ten opzichte van de begroting, Energie Er zijn 230 meer uren besteed aan dit product. De extra uren komen voort uit een verschuiving van prioriteiten en zijn besteed als gevolg van extra capaciteit die is ingehuurd. De realisatie van het Bans project heeft meer tijd gevraagd dan vooraf begroot. Geluid Er zijn 551 meer uren besteed aan dit product. Deze uren zijn besteed aan het onderwerp luchtkwaliteit. Omdat voor luchtkwaliteit geen apart product bestaat worden deze geboekt onder het product geluid. Dit verandert in de begroting 2007. Daarnaast zijn € 3.675 meer kosten besteed aan advies in het kader van geluidsbeleid. Vergunningen Er zijn 687 meer uren besteed aan dit product. Er is extra capaciteit ingehuurd om het percentage adequate vergunningen te verhogen. Zoals uit de kengetallen blijkt zitten we dit jaar bijna op het ambitieniveau.
Jaarstukken 2006
105
Bedenkingen en bezwaar Er zijn minder bedenkingen en bezwaarschriften ingediend, wat heeft geleid tot de verantwoording van minder uren op dit product. Klachten Er is meer tijd voor klachten benodigd geweest dan op grond van historische cijfers is begroot. Dit komt vooral doordat er meer aandacht is geweest voor betere registratie. Het aantal klachten is wel ongeveer gelijk gebleven. Advisering en informatie Er zijn meer uren aan dit product besteed, doordat er meer vraag is geweest naar advies en informatie dan op grond van historische cijfers is begroot. Dit terwijl jarenlang sprake is geweest van een neergaande lijn. Meldingen Er is meer tijd aan meldingen besteed dan op grond van historische cijfers is begroot. Het aantal meldingen was ook hoger dan begroot (93 in plaats van 65). Handhaving milieu De uren zijn begroot onder toezicht en handhaving bij Milieuzorg, maar geboekt onder het product Integrale handhaving bij Veilige woon- en leefomgeving. In totaal zijn 3.955 uren begroot voor handhaving op beide beleidsvelden samen, terwijl er 3.417 uren zijn geboekt. Er zijn dus in totaal 538 minder uren besteed dan begroot. Dit komt doordat een vacature lange tijd niet kon worden ingevuld door gebrek aan geschikte kandidaten. Begin 2007 is een nieuwe medewerker gestart.
Deelprogramma Begraven Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 18.253 V Begraven € 26.503 V Begraafplaatsen € 21.842 V Begraafplaatsen Totaal € 66.598 V Begraven Er zijn geen kapitaallasten verantwoord, terwijl € 22.850 aan kapitaallasten is begroot. Dit komt doordat deze kapitaallasten zijn geboekt bij begraafplaatsen. Begraafplaatsen De kapitaallasten zijn € 22.850 hoger dan begroot, omdat de lasten begroot waren onder begraven. Alle kapitaallasten horen echter onder begraafplaatsen en niet onder begraven. Daarnaast zijn de uren voor begraven geboekt bij plantsoenen, wat daar leidt tot een overschrijding op uren. Begraafplaatsen Dit komt omdat geen uren zijn gemaakt vanuit dit product, terwijl dit wel was begroot. Alle uren zijn geboekt onder plantsoenen in plaats van onder begraven.
Deelprogramma Gezondheidszorg Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 41.479 V Gezondheidszorg Wet collectieve preventie volksgezond€ 57.654 V heid € 13.094 V Openbare geestelijke gezondheidszorg € 24.921 V Ongediertebestrijding € 11.014 V Kadavers € 968 V Overig Totaal € 149.130 V
Jaarstukken 2006
106
Gezondheidszorg / Wet collectieve preventieve volksgezondheid / Openbare geestelijke gezondheidszorg De grootste verschillen zitten vooral in de op deze producten verantwoorde uren. Er zijn enkele factoren die een rol spelen bij de verschillen: De grote tijdsinvestering die met de invoering van de Wmo gepaard ging heeft ervoor gezorgd dat er minder tijd is besteed aan het deelprogramma gezondheidszorg. Bovendien was er sprake van langdurige ziekte van de betreffende medewerker, De kosten van de externe vervanging zijn verantwoord op het onderdeel inhuur van de kostenplaats Welzijn. Ongediertebestrijding Door langdurige ziekte van een medewerker is de ongediertebestrijding tijdelijk uitgevoerd door derden. In de bestuursrapportage zijn kosten voor inhuur bijgeraamd, maar de uren niet afgeraamd omdat dit niet gebruikelijk is bij bestuursrapportages. Daardoor zijn ze dubbel in de begroting opgenomen: zowel werkzaamheden door derden als doorbelasting vanuit de kostenplaats. Er was een doorbelasting van € 35.883 begroot. Omdat de uren voor kadavers (171 uur) (€ 8.764) zijn doorbelast onder dit product, is het overschot op dit product lager, namelijk € 24.921. Kadavers Er zijn geen uren geboekt op het product kadavers, omdat deze uren onder het product ongediertebestrijding zijn verwerkt. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving
Begroting 2006
Realisatie 2006
Meldingen ratten Meldingen overig ongedierte
64 13
Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Tevredenheid inwoners over zorgvoorzieningen in Houten Overschrijdingspercentage Ambulance ** *
**
Realisatie 2005
Bron Leefbaarheidsmonitor
-
Regionale Ambulance voorziening Utrecht
9,82%
Raming 2006
Realisatie 2006
65%*
62%
9,76%
n.b.
Deze raming is gebaseerd op de resultaten van de leefbaarheidsmonitor 2004 (niveau 2004). Betreft overschrijdingspercentage op alle A1 ritten (zijn spoedritten), waarbij sprake is van een levensbedreigende situatie.
Jaarstukken 2006
107
Jaarstukken 2006
108
14. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Omschrijving programma Het programma Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting heeft veel raakvlakken met andere programma’s. In het programma ‘Afbouw van de stad’ is al stilgestaan bij de projecten Vinex, het Cene trum, de spoorverdubbeling en de 2 aansluiting op het rijkswegennet. De programma’s Verkeer, vervoer en waterstaat en Economische zaken bevatten eveneens componenten uit de ruimtelijke ordening. In dit programma staat de ruimtelijke ontwikkeling van Houten tot 2015 centraal.
Deelprogramma Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Wat willen we bereiken? Wij streven naar een complete stad Houten, leefbare kleine kernen en een vitaal platteland. Dit zijn de hoofdingrediënten uit de door de raad in april 2005 vastgestelde ruimtelijke visie Houten 2015. Voor de complete stad willen we naast de afbouw van Houten-Zuid en het realiseren van het masterplan centrum het komende decennium nog voorzien in circa 1.000 woningen, om een deel van de woningbehoefte op te vangen. Intensivering van de plannen voor kantoorlocaties en een mogelijk kwalitatief hoogwaardige uitbreiding van de Meerpaal completeren de door de raad voorgestane verstedelijkingsopgave tot 2015. Onze kleine kernen gaan niet op slot. Een deel van de 1.000 woningen kan in de kleine kernen worden gebouwd. Dit komt de leefbaarheid in de dorpen ten goede. Samen met de dorpsbewoners willen we het leefbaarheidsvraagstuk verder invullen. We staan voor ons landelijk gebied een gebiedsgerichte aanpak voor, met ruimte voor meerdere functies, multifunctionele inrichting en duurzame landschapsontwikkeling. Hierbij is samenwerking met andere partijen belangrijk. In 2006 ligt het accent op (voorbereiding van de) uitvoering van de ruimtelijke visie. Wat hebben we bereikt? Ruimtelijke visie Voor de realisatie van extra woningen in het stedelijk gebied is vooral gekeken naar intensivering en functieverandering. In regionaal verband is in het kader van het nieuwe Regionaal Structuurplan (RSP) afgesproken welk metrage kantoren en hoeveel hectare bedrijventerrein er in Houten voor de periode tot 2015 kunnen worden gerealiseerd. Dit heeft geleid tot het inleveren van een aantal kantoorlocaties (de stroken langs Loerik en Leebrug, Castellum) ten behoeve van woningbouw. Ook Hofstad IV als bedrijvenlocatie kan ontwikkeld worden voor woningbouw. De ecologische zone bij De Meerpaal had in het vorige RSP de bestemming groen. Nu is overeen gekomen dat er flexibiliteit is om dit om te zetten in een andere functie, zoals een hoogwaardige uitbreiding van de Meerpaal. Het oorspronkelijke groenprogramma moet dan elders in Houten, bijvoorbeeld op het Eiland van Schalkwijk worden gerealiseerd. Kleine kernen De discussie over leefbaarheid van de dorpen en de eventueel daarvoor benodigde woningbouw is in de drie kleine kernen opgestart, al dan niet geïnitieerd door de bewoners zelf. We hebben na flinke lobby toestemming gekregen van de provincie voor een plan voor recreatieve benutting van een agrarisch perceel met gebouwen. Dit is een concrete invulling van plattelandsverbreding en leefbaarheid. Landelijk gebied We hebben het gebied van de Kromme Rijn en het Eiland van Schalkwijk in samenwerking met andere partijen op de beleidsmatig-politieke kaart van hogere overheden gekregen en hebben daaraan steeds onze visie op een groen, blauw, open en recreatief aantrekkelijk buitengebied gekoppeld. In 2006 is als onderdeel van het uitvoeringsprogramma Ruimtelijke Visie Houten 2015, samen met de waterpartners Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, de provincie Utrecht, en Vitens, het uitvoeringsprogramma 2006-2009 gemaakt. Dit uitvoeringsprogramma is onderdeel van de integrale visie op water tot 2030. De visie is gebaseerd op 4 pijlers: duurzaam en integraal waterbeheer, water als ruimtelijke drager, aantrekkelijk water en samenwerking en communicatie. Om de doelen uit de
Jaarstukken 2006
109
visie te kunnen bereiken, is een uitvoeringsprogramma gemaakt. De visie en het uitvoeringsprogramma omvatten samen het ‘Waterplan Houten’. Wat hebben we ervoor gedaan? Intensivering bestaand stedelijk gebied De opgave om 1.000 extra woningen toe te voegen in het bestaand stedelijk gebied is in het collegeprogramma verhoogd naar 1.250 extra woningen, vooral ten behoeve van starters op de woningmarkt. In Houten-Zuid is gekeken naar mogelijkheden voor intensivering en functieverandering van werknaar woonlocaties. Ook is er een verdichtingstudie gestart voor het centrumgebied en gekeken naar mogelijkheden om binnen het gebied van het masterplan eventueel woningen op kortere en langere termijn toe te voegen. Een optelsom van de resultaten van beide studies resulteert in een woningaantal dat uitkomt boven de doelstelling van 1.250 woningen. Kleine kernen We hebben dit jaar voorbereidingen getroffen voor het opstellen van een leefbaarheidsplan Schalkwijk, zodat dit in 2007 echt van start kan gaan. Voor Tull en ’t Waal zijn de plannen opgesteld voor gefaseerde woningbouw aan de Strijpweg. In ’t Goy hebben we via een collegebezoek geïnventariseerd wat er leeft. Er is geen behoefte aan een leefbaarheidsplan, maar wel aan concrete zaken als openbaar vervoer en verkeersveiligheid. Landelijk gebied De samenwerking in het Kromme Rijngebied heeft gestalte gekregen in de stuurgroep Kromme Rijn. Daarin participeren drie andere gemeenten, de provincie en de Plaatselijke Groep Leader-+. Onze doelstellingen en programma’s voor de Kromme Rijn komen voort uit het project Focus en uit inspiratie van (groepen van) bewoners. Zowel in Kromme Rijnverband als afzonderlijk hebben we ons beijverd om voor de Kromme Rijn en het Eiland van Schalkwijk een prominentere (financiële) plek in de Provinciale projecten Agenda Vitaal Platteland te krijgen Meer specifiek lag binnen Houten het accent vooral op het gebied Eiland van Schalkwijk, inclusief de Nieuwe Hollandse Waterlinie (Linieland). Voor het onderdeel Linieland binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft dit geleid tot een subsidievoorstel bij Gedeputeerde Staten, voor een substantieel bedrag binnen de Agenda Vitaal Platteland (zie verder ‘cultuurhistorie’ en ‘archeologie’). Het door de raad in december 2005 vastgestelde startdocument gebiedsontwikkeling Eiland van Schalkwijk is verder uitgewerkt, zij het op hoofdlijnen. In informele zin is over deze uitwerking met diverse partijen gesproken, waaronder met de raad. Regionaal Structuurplan (RSP) Er is met onze partners binnen het BRU veel onderhandeld om het nieuwe RSP-uitvoeringscontract vastgesteld te krijgen. Het contract ligt nu klaar ter besluitvorming. De afspraken binnen het contract passen goed binnen de beleidskaders die voor Houten gelden. Er is een ambitieus woningbouwprogramma en er wordt stevig ingezet op meer sociale woningbouw in de regio, de bereikbaarheid en vooral het Salto/ A12 project en het bereiken van groene doelstellingen; ook door het beschikbaar stellen van financiën hiervoor. We hebben ervoor gezorgd dat een deel van onze projecten op de projectenlijst is gekomen (o.a. recreatieve verbindingen Eiland van Schalkwijk, speelbos Nieuw Wulven). NV Utrecht De gemeente Houten is niet rechtstreeks betrokken geweest bij het opstellen van de visie van de NV Utrecht; een ontwikkelingsvisie waarbij de verstedelijkingsopgave van de regio voor de periode van 2015 tot 2030 in beeld is gebracht. Er is wel op diverse niveaus gelobbyd om de gedachten van de gemeente Houten hierover in deze visie vertaald te krijgen. De visie is mede door deze inspanningen bijgesteld van een aanvankelijk stedelijk gedachte ontwikkeling van de Lekzone (Eiland van Schalkwijk) naar een voorstel dat uitstekend past in de gedachten zoals die zijn verwoord in de ruimtelijke visie van de gemeente zelf. We participeerden ook in het project ruimte voor de rivier, uiterwaarden Houten, Nieuwegein, Vianen. Onder leiding van de provincie is een inrichtingsschets gemaakt, die als basis moet dienen voor daadwerkelijke invulling en uitvoering per uiterwaard, met als randvoorwaarden de taakstelling voor waterstanddaling, financiën en ruimtelijke kwaliteit. Dit laatste aspect komt nadrukkelijk uit de regio naar voren.
Jaarstukken 2006
110
Deelprogramma Goede woon- en leefomgeving Wat willen we bereiken? Inhaalslag bestemmingsplannen. Het college heeft in april 2005 de doelstelling geformuleerd om de Inhaalslag Bestemmingsplannen binnen 3 jaar af te ronden. Dit betekent dat Houten per 1 januari 2008 beschikt over actuele bestemmingsplannen (niet ouder dan 10 jaar) voor het hele grondgebied. De benodigde financiën hiervoor zijn betrokken bij de integrale afweging aan de hand van de Perspectiefnota 2006 en zijn conform verwerkt in de begroting 2006. Wat hebben we bereikt? Een deel van het programma Inhaalslag bestemmingsplannen is gerealiseerd. We lopen achter op schema; vooral doordat door het onderdeel luchtkwaliteit een aantal bestemmingsplannen aanzienlijk is vertraagd. Door allerlei ontwikkelingen in de regelgeving voor luchtkwaliteit is het luchtkwaliteitplan voor heel Houten nog steeds niet klaar, omdat er opnieuw gerekend moet worden. Verwachting was dat dit plan in februari 2006 klaar zou zijn. Dit rapport is nodig omdat bij vaststelling en/of bij goedkeuring van bestemmingsplannen moet worden aangegeven in hoeverre het plan de luchtkwaliteit beïnvloedt. Dit betreft de bestemmingsplannen Molenzoom en Koppeling/De Schaft. In grote lijnen zijn (met uitzondering van de groengebieden en de strook A27, de gebieden waar weinig veranderingen plaatsvinden) voor alle gebieden in Houten plannen in procedure of in voorbereiding. In een enkel geval, zoals het Oude Dorp en het Rondogebied, moet worden gewacht met het definitief opstellen en in procedure brengen van de plannen omdat er momenteel ontwikkelingen plaatsvinden. Er zijn in 2006 voorontwerpen gemaakt voor bestemmingsplan Schonauwenseweg, Overeind 84 en Castellum. Daarnaast is een aantal wijzigingsplannen afgerond en in procedure gebracht. Wat hebben we er voor gedaan? Nieuwe bestemmingsplannen en actualisatie van bestemmingsplannen Art 30. Herziening bestemmingsplan Buitengebied is vooralsnog niet afgerond. Belangrijkste reden voor de vertraging is de ‘breedte’ die het bestemmingsplan heeft gekregen. Naast de van goedkeuring onthouden onderdelen bleek er ook een scala aan andere onvolkomenheden in te zitten die binnen de herziening gebracht dienden te worden. Inmiddels is het plan wel als voorontwerp afgerond en in procedure gebracht. Vaststelling wordt in de loop van 2007 verwacht. Ook is het plan Parklandgoed Wulven vertraagd. Een groot deel van het terrein is in particuliere handen. De gemeente is hiermee in overleg om de gebiedsvisie op detailniveau uit te werken. Tevens wordt vorm gegeven aan de wens van de ondernemer om een deel van het gebied te gebruiken als evenemententerrein. Het bestemmingsplan Windturbines Veerwagenweg dat op 27 september 2005 was vastgesteld door de gemeenteraad, is op 9 mei 2006 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Tegen het goedkeuringsbesluit is door omwonenden beroep aangetekend bij de Raad van State. Vooralsnog is de datum voor de definitieve zitting bij de Raad van State met betrekking tot dit plan niet bekend (verwachting 2007). Het bestemmingsplan Recreatieplas (’t Waal) is in juni 2005 goedgekeurd. Tegen het goedkeuringsbesluit was door omwonenden beroep aangetekend bij de Raad van State. De zitting heeft eind 2005 plaatsgevonden. Op 1 februari 2006 heeft de Raad van State uitspraak gedaan en het goedkeuringsbesluit in stand gehouden. Het bestemmingsplan is vanaf dat moment onherroepelijk geworden. Het bestemmingsplan Houten Centrum is op 30 september 2006 (gewijzigd) vastgesteld door de gemeenteraad. Vervolgens is het ter goedkeuring doorgestuurd aan Gedeputeerde Staten. Het e plan wordt naar verwachting in het 2 kwartaal van 2007 goedgekeurd. Het Paraplubestemmingsplan Prostitutie heeft in 2006 als ontwerp ter inzage gelegen. Hierbij is één zienswijze binnengekomen, wat er toe leidde dat de geplande vaststelling in 2006 niet is gerealiseerd. De verwachte vaststellingsdatum is nu april 2007. Daarna wordt het plan nog voor goedkeuring naar Gedeputeerde Staten gestuurd. Het bestemmingsplan Koppeling- de Schaft heeft voor de zomer van 2006 als voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen en is voor artikel 10 advies verstuurd naar diverse instanties en organisaties. De reacties zijn nog niet verwerkt
Jaarstukken 2006
111
Actualisatie bestemmingsplannen Het bestemmingsplan Tiellandt heeft als voorontwerpbestemmingsplan voor de zomer van 2006 ter inzage gelegen en is voor artikel 10 advies verstuurd naar diverse instanties en organisaties. Het bestemmingsplan Molenzoom heeft als voorontwerpbestemmingsplan voor de zomer van 2006 ter inzage gelegen en is voor artikel 10 advies verstuurd naar diverse instanties en organisaties. Het bestemmingsplan Kern Houten is in 2006 niet gestart, omdat er een koppeling is gelegd met de ontwikkeling van een aantal locaties in het Oude Dorp en er een actualisatie nodig is van de visie Oude Dorp. Hierover was tevens de mening van het bestuur nodig. Eind 2006 is een begin gemaakt met dit project. Het bestemmingsplan Doornkade is niet in 2006 gestart. De bedoeling is dit wel in 2007 op te pakken. Uitwerkingsplannen De volgende uitwerkingsplannen zijn in 2006 onherroepelijk geworden de Hoon 1 Schonauwen 1 Leebrug 1 e Leebrug II (1 fase) Het uitwerkingsplan voor de Hoon II is in concept gereed. In afwachting van het wijzigingsplan voor de grenscorrecties van het GBHV (Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex) kan het plan vooralsnog niet in procedure worden gebracht. Woonschepenbeleid In 2006 is verder invulling gegeven aan het overleg met de belangrijkste partners (Provincie en Rijkswaterstaat). Tevens heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden, waarbij de Provincie nieuwe wensen (5 extra ligplaatsen) kenbaar heeft gemaakt. Rijkswaterstaat heeft eind 2006 op deze mogelijkheid gereageerd in het kader van haar beleidslijn ’Ruimte voor de Rivier’: deze oplossing mag alleen als de extra plekken worden opgevuld door elders in de Lek op te lossen knelpunten. In 2007 wordt het collegestandpunt bepaald en starten de gesprekken met bewoners. Volkstuinen Waijensedijk In 2006 heeft de (politieke) discussie rond de toekomst van de tuinen zich voortgezet. Er is een verkenning gedaan van de juridisch-planologische aspecten die aan de orde zijn bij de opstelling van een actuele passende planologische regeling. Met behulp hiervan is de Beleidsnotitie volkstuinencomplex Waijensedijk opgesteld. Dit is een verkenning van de randvoorwaarden en mogelijkheden voor permanente bewoning van 5 percelen op het volkstuinencomplex. Deze is op 21 november 2006 vastgesteld door het college van B&W. Digitale bestemmingsplannen In 2006 is dit project vervolgd. Er is onder meer een externe projectleider aangetrokken. Het hele project is begin 2006 opgedeeld in 4 sporen: Spoor 1: digitalisering (van een aantal plannen). Spoor 2: digitale uitwisseling. Spoor 3: standaardisatie van voorschiften (Spoor 2 en 3 vormen een Handboek) en Spoor 4: Beheer. In 2006 is een subsidie aangevraagd bij de Provincie. Het eind van het project staat nog altijd gepland voor juni 2007, maar vooral spoor 4 (Beheer) is naar verwachting dan nog niet afgerond zijn. In 2007 worden de daadwerkelijke bestedingen in het project gedaan (digitalisering van een aantal bestemmingsplannen en de aanschaf van benodigde software).
Jaarstukken 2006
112
Deelprogramma Gedifferentieerd woningaanbod Wat willen we bereiken? Wij willen onze inwoners een goed en gedifferentieerd woningaanbod bieden, dat voorziet in de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte van de verschillende doelgroepen. Bijzondere woonvormen krijgen daarbij specifieke aandacht. Samen met de Houtense woningstichtingen richten wij ons op een sociaal verantwoorde woonruimteverdeling en doorstroming. In juni 2004 is de Nota Wonen Houten 2015 vastgesteld. Ten opzichte van al vastgestelde programma’s, is de uitbreiding vooral gericht op het post-Vinex tijdperk, tot 2015. Wat hebben we bereikt? Aan deze doelen is gewerkt en er zijn vorderingen geboekt. Het Collegeprogramma 2006-2010 intensiveert dit door in te zetten op extra woningbouw van 250 woningen bovenop de taakstelling uit de Ruimtelijke Visie 2015. Het College van B&W heeft ook uitspraken gedaan over de wenselijkheid van nieuwbouw van koopstarterswoningen. Wat hebben we ervoor gedaan? Woningproductie intensiveren en verdichten bestaande locaties Uitvoering van het project LHV (Locaties Houten Vinex). Gestart met een verdichtingsstudie Houten-Centrum. Doelgroepen en woningbouwplannen Koopstarters: het project is ingepast in project LHV. Er is onderzoek gedaan naar vormen van maatschappelijk gebonden eigendom. Jongeren: twee kleine complexen voor 1-kamerbewoning voor jongeren zijn ingepast in het project LHV. Ouderen: 40 zorgwoningen in Castellum-West zijn ingepast in project Castellum. Een woongroep voor ouderen is ingepast in project Leebrug 2 fase 2. Voor het project Schalkwijk zijn 20 grondgebonden woningen ingepast. Bijzondere doelgroepen: een project voor een beschermde woonvorm in De Spil is in aanbouw. De restlocatie Hofstad IV is aangemeld voor een jongerenproject met begeleiding door Stichting Timon. In Houten-Noord is een tijdelijk kantoor voor Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht gerealiseerd. Kleine kernen Projectontwikkeling in Schalkwijk en in Tull en ’t Waal. Er heeft afstemming plaatsgevonden over de provinciale beleidsregels bindingseisen woningmarkt, opdat de kleine kernen Tull en ’t Waal, Schalkwijk en ’t Goy met voorrang woningen kunnen toewijzen aan woningzoekenden die gebonden zijn aan de kern. Verhouding huur/koop Bij de hierboven genoemde projecten voor intensivering en verdichting van woningbouwlocaties is een achterliggend doel om voor Houten als geheel een hoger percentage sociale huurwoningen te realiseren (om te komen tot 30% sociale huurwoningen). Over die intentie heeft het college in 2006 een besluit genomen door in te stemmen met de uitvoeringsafspraken uit het RSP (Regionaal Structuur Plan). Een transparante en rechtvaardige verdeling van sociale huurwoningen In provinciaal en regionaal verband heeft overleg en afstemming plaatsgevonden over de provinciale beleidsregels bindingseisen woningmarkt. Dat is het kader waarbinnen lokaal maatwerk mogelijk is in de woningtoewijzing. In 2006 is een Visie op Lokaal Maatwerk vastgesteld. Daarmee kan woningstichting Viveste voor maximaal 30% van de vrijkomende sociale huurwoningen bijvoorbeeld gerichte doorstroming stimuleren van woningzoekenden die specifieke woonruimte achterlaten. De Richtlijn voor de urgentiecommissie is aangepast.
Jaarstukken 2006
113
Het jaarverslag over 2006 van de urgentiecommissie is verschenen. Omdat daarin ook de totale toewijzing van sociale huurwoningen aan de orde komt is dit te beschouwen als een verantwoording over het gevoerde beleid. Effectindicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving % Sociale huurwoningen t.o.v. totaal aantal woningen per 31-12 Waardering woning door inwoners (indicatorwaarde) * *
Bron Gemeente en BRUmonitor Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2005 28,3 -
Raming 2006
Realisatie 2006
27,2
27,3
7.7
8.0
Dit is een indicatorwaarde (schaal: 0-10, 10 = hoogst) voor de waardering van burgers voor hun woning en is gebaseerd op vier stellingen. De raming 2006 is gebaseerd op de resultaten van de leefbaarheidsmonitor 2004 (niveau 2004).
Prestatie-indicatoren uit de begroting 2007 Omschrijving Jaarlijks totaal aantal gerealiseerde woningen Jaarlijks aantal gerealiseerde sociale huurwoningen Jaarlijks aantal urgentietoekenningen sociale huur Aantal bestemmingsplannen Aantal uitwerkingsplannen Aantal wijzigingsplannen Aantal herzieningen van verouderde plannen **
* **
Bron Afdeling RBL en BRU-monitor
Realisatie 2005
Raming 2006
Realisatie 2006
694
618
367*
Afdeling RBL
226
70
53
Afdeling RBL
59
60
71
Afdeling RBL Afdeling RBL Afdeling RBL
3 2 2
3 4 2
6 4 3
Afdeling RBL
-
1
2
Dit aantal is lager dan geraamd; enerzijds door vertraging in de ontwikkeling van deelplannen en anderzijds door de praktijk dat gereedmelding vaak pas plaats vindt als projecten geheel zijn afgerond. Het is dus mogelijk dat meer woningen zijn gerealiseerd. Deze worden dan meegeteld in het eerstvolgende jaar. In 2006 is één plan vastgesteld dat vier oude plannen vervangt. In 2007 staan vier plannen gepland, waarmee dertien verouderende bestemmingsplannen worden vervangen.
Deelprogramma Bouw- en woningtoezicht Wat willen we bereiken? Het doel voor Bouw- en woningtoezicht is een goed beheer van de openbare ruimte en het behalen van ruimtelijke ordeningdoelstellingen van de gemeente. Dat kan worden bereikt via: Het uitvoeren van de wettelijke taken, conform de landelijk vastgestelde vereisten Inzet op specifieke, nader te benoemen thema’s Wat hebben we bereikt? Het bouw- en woningtoezicht heeft plaatsgevonden volgens de wettelijke eisen en protocollen die daarvoor gelden. Intensivering van toezicht heeft geleid tot een toename van het aantal acties (bestuurlijke waarschuwingen, voornemens opleggen dwangsom, handhavingsbesluiten). In 2005 bedroeg dit aantal nog 140; in 2006 is het bijna verdubbeld tot 271. Wat hebben we ervoor gedaan? De Welstandsnota In 2006 zijn middelen vrijgemaakt om een intern onderzoek te kunnen doen naar de mogelijkheid om bij bouwplannen van geringe omvang (bijv. dakkapellen) de welstandstoets zelfstandig uit te voeren. Vanwege externe factoren (bouwproductie en de daarmee gepaard gaande werkdruk) kon aan dit onderzoek geen aandacht worden gegeven. Zoals het er nu uitziet vindt dit onderzoek in 2007 alsnog plaats.
Jaarstukken 2006
114
Vergunningverlening in het Centrum In 2006 zijn de eerste aanvragen om bouwvergunning voor de vernieuwing van het Centrum verleend. Ten behoeve van de interne en externe afstemming met betrekking tot de afwikkeling van de aanvragen om bouwvergunning, is tijdelijk een accountmanager aangesteld. Toezicht (controles n.a.v. verleende vergunningen) Alle bouwwerken behoren, na vergunningverlening, minimaal éénmaal gecontroleerd te worden. Voor de meest grote infrastructurele projecten vinden de controles plaats conform het toezichtprotocol van de Nederlandse Vereniging voor Bouw- en Woningtoezicht. In de afwikkeling van de controles is enige stagnatie opgetreden als gevolg van de capaciteit die in 2006 moest worden aan onder andere de voorbereiding op de komst van de WABO en het ontwikkelen van toezichtmatrixen. Handhaving Sinds 2005 worden de handhavingszaken projectmatig aangepakt. In 2006 zijn alle in de gemeente aangelegde paardenbakken geïnventariseerd. Op basis van een toetsingskader kan beoordeeld worden welke paardenbakken vergund kunnen worden en welke paardenbakken verwijderd moeten worden. Het op te stellen toetsingskader kan ook dienst doen bij het beoordelen van andersoortige nietagrarische ontwikkelingen in het landelijk gebied. Baliewerkzaamheden Tot 2006 gaf Bouwzaken elke ochtend informatie over het bouwen in de meeste brede zin van het woord (informatie over bestemmingsplannen, bouwplannen, vergunningvrij bouwen etc.). Sinds de oprichting van de Gemeente InGang is het de bedoeling dat medewerkers van het voormalige Woon Informatie Centrum deze taak overnemen, voor zover het om basale vragen over het bouwen gaat. Bouwzaken fungeert dan als back-office voor meer gecompliceerde vragen. De medewerkers van het WIC worden door hun collega’s van Bouwzaken ingewerkt. Het is de verwachting dat deze inwerkperiode in ieder geval tot mei 2007 duurt. Kengetallen en/of prestaties Realisatie 2005
Omschrijving Woningbouwproductie Vrijstellingen Aanlegvergunningen Vaststelling bestemmingsplannen Principeverzoeken Aanvragen wijziging gebruik Licht vergunningplichtige aanvragen Reguliere bouwaanvragen – fase 1 Reguliere bouwaanvragen – fase 2 - Woningbouw tot € 100.000 - Woningbouw € 100.000 – € 1.000.000 - Woningbouw boven € 1.000.000 - Utiliteitsbouw tot € 100.000 - Utiliteitsbouw € 100.000 – € 1.000.000 - Utiliteitsbouw boven € 1.000.000 Bouwwerken, geen gebouw zijnd Sloopaanvragen Afgebroken aanvragen (niet ontvankelijk / geweigerd/ingetrokken/vergunningvrij) Monumentvergunningen Subsidieverleningen monumenten Aantal controles (toezicht en handhaving) Technische handhavingzaken Bestuurlijke handhavingszaken Vooraanschrijvingen (voornemens dwangsom) Aanschrijvingen Bouwstilleggingen Klachtafhandelingen Productie handhaving Naleefpercentage Rapportcijfer inloopspreekuur Bouwzaken
Jaarstukken 2006
Begroting 2006 231 10 69 52 236
Realisatie 2006 260 15 12 70 36 200 225
45
45
9
20
800
1500 160 70 20 20 25
25 15 5 140 87%
400 257 7 8 51 24 215 35 220 124 15 2 34 22 12 11 35 174 16 17 800 100 60 41 35 15 70 271 84% 6
115
Rekening Programma 14: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
141 142 143 144
Begroting 2006
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Goede woon- en leefomgeving Gedifferentieerd woningaanbod Bouw- en woningtoezicht
2.396.453,42 524.047,67 132.051,82 2.013.275,75
1.678.340,00 544.766,00 178.237,00 2.092.157,00
1.795.466,00 554.766,00 168.237,00 2.094.035,00
1.940.817,96 544.591,05 135.892,26 2.497.212,82
145.351,9610.174,95 32.344,74 403.177,82-
Totaal lasten
5.065.828,66
4.493.500,00
4.612.504,00
5.118.514,09
506.010,09-
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Goede woon- en leefomgeving Gedifferentieerd woningaanbod Bouw- en woningtoezicht
1.710.496,56 29.533,35 13.093,91 2.251.619,42
1.076.828,00 24.000,00 2.027.482,00
1.194.516,00 14.000,00 3.714.193,00
1.194.535,55 12.284,60 15.687,00 3.503.738,48
19,55 12.284,60 1.687,00 210.454,52-
Totaal baten
4.004.743,24
3.128.310,00
4.922.709,00
4.726.245,63
196.463,37-
Saldo
1.061.085,42-
1.365.190,00-
310.205,00
Rekening 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2005
Deelprogramma's 141 142 143 144
Begroting na wijziging 2006
392.268,46-
702.473,46-
Verschillenanalyse Lasten
Deelprogramma Gedifferentieerd woningaanbod Het voordeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 13.856 N Adviezen urgentieverlening € 46.201 V Woonruimteverdeling Totaal € 32.345 V Adviezen urgentieverlening Dit wordt veroorzaakt door een verschuiving van uren: op Adviezen Urgentieverlening zijn meer uren verantwoord, terwijl minder uren op het product Woonruimteverdeling zijn verantwoord. Woonruimteverdeling Dit betreft dezelfde verschuiving als hiervoor genoemd (minder op Woonruimteverdeling, meer op Adviezen Urgentieverlening). Daarnaast is de bijdrage van € 10.000 voor noodopvang in 2006 door de Stichting Timon niet in 2006 gefactureerd, maar heeft de stichting de gemeentelijke bijdrage voor 2006 en 2007 in februari 2007 gefactureerd. Tenslotte wordt er minder dan begroot uitgegeven aan Advieskosten (medisch) ten behoeve van Urgentieverlening, omdat van de leges (die bij honorering van de urgentieaanvraag worden vergoed) een remmende werking uitgaat.
Jaarstukken 2006
116
Deelprogramma Bouw- en woningtoezicht Het nadeel op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: € 400.694 N Lasten bouwvergunningen € 2.484 N Overig Totaal € 403.178 N Lasten bouwvergunningen Het betreffen hier de salariskosten (ongeveer € 330.000) van externen, die ingehuurd zijn voor het opvangen van pieken in de werkbelasting m.b.t. de behandeling van aanvragen om bouwvergunning die betrekking hebben op de VINEX taakstelling. Daarnaast is de post advieskosten met circa € 70.000 overschreden wegens inschakeling van een externe constructieadviseur. Ook deze meeruitgave is het gevolg van de met de hogere bouwproductie gepaard gaande toename van aanvragen om bouwvergunning. Deze extra uitgaven worden gedekt uit de opbrengsten wegens bouwleges.
Jaarstukken 2006
117
Jaarstukken 2006
118
Paragrafen
Jaarstukken 2006
119
Jaarstukken 2006
120
Lokale heffingen 1. Algemeen In deze paragraaf behandelen wij de belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen. Wij geven inzicht in de uitgangspunten, de tarieven, de daarmee verband houdende opbrengsten en de lokale lastendruk als geheel. Gemeenten mogen diverse belastingen en heffingen heffen. In onderstaande tabel zijn de belastingen en heffingen weergegeven die gemeenten in algemene zin kennen. Bij elke belasting en heffing is aangegeven of die in Houten wordt geheven. Overzicht belastingen en heffingen Heffing Houten Wel Niet
Soort belasting / heffing Onroerende-zaakbelastingen (OZB) (m.i.v. 01-01-2006 afschaffing gebruikersgedeelte voor woningen) Belasting op roerende woon- en verblijfsruimten (RWBB) Baatbelasting Forensenbelasting Toeristenbelasting Parkeerbelasting Hondenbelasting Reclamebelasting Precariobelasting Leges algemeen Rechten: - Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten - Rioolrechten - Lijkbezorgingsrechten - Marktgelden - Brandweerrechten - Vermakelijkhedenrechten - Scheepvaartrechten - Weg-, straat-, brug-, tol- en veergelden
X X X X X X X X X X X X X X X X X X
2. Belangrijkste ontwikkelingen In 2006 is naast de reguliere werkzaamheden sprake geweest van de uitvoering van de herwaardering op grond van de Wet WOZ. Voorheen was sprake van een vierjaarlijkse cyclus waarbinnen een volledige herwaardering van alle onroerende zaken uitgevoerd moest worden. Om reden dat daarmee de vaststelling van nieuwe WOZ-waarden schoksgewijs tot stand kwam, is de herwaarderingstermijn bij wetswijziging van de Wet WOZ, verkort. Vanaf 1 januari 2007 is de cyclus twee jaar en vanaf 2008 hanteren we een jaarlijkse cyclus. Daarmee heeft de wetgever beoogd de acceptatie van nieuw vastgestelde WOZ-waarden bij belanghebbenden te verhogen en daarmee het aantal bezwaarschriften te laten afnemen. Het verkorten van de herwaarderingstermijn vraagt om een adequate aanpassing van de werkprocessen. Gemaakte afspraken met het taxatiebureau zijn aanzienlijk beknot en worden nauwlettend gecontroleerd op naleving. Concessies worden niet geduld. Binnen het team belastingen zijn belasting-/invorderingsmedewerkers aanvullend geschoold. Zij zijn daardoor beter in staat de WOZ-medewerkers in pieksituaties te assisteren. Het jaar 2006 heeft éénmalig in het teken gestaan van uitsluitend een herwaardering. Vanaf 2007 is het noodzakelijk zowel een herwaardering te realiseren als een tijdige afwikkeling van binnengekomen bewaarschriften Wet WOZ. Vooralsnog is de verwachting dat het anticiperen op de wijzigingen, budgettair neutraal binnen de bestaande formatie blijvend kan plaatsvinden. De effecten van de in 2006 uitgevoerde herwaardering Wet WOZ worden begin 2007 zichtbaar. Onroerende- zaakbelastingen In 2006 was voor het eerst sprake van de effectuering van de met ingang van 1 januari 2006 afgeschafte gebruikersbelasting voor de categorie woningen. In het bijzonder het totale aanslagbedrag is daarbij voor alle belastingplichtigen aanzienlijk gereduceerd. De landelijk gerealiseerde koopkracht stijging is vooral het gevolg van de afschaffing van de gebruikerslasten onroerende-zaakbelasting voor de categorie woningen.
Jaarstukken 2006
121
Rioolrechten Met ingang van 2006 is het nieuw vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan in werking getreden (GRP 2006-2009) op basis van actuele lasten. Als gevolg van dit plan is de tariefverdeling op basis van het waterverbruik verfijnd. Met de aanpassing van de tariefverdeling is beoogd een meer evenwichtige verdeling over de verschillende belastingplichtigen te bewerkstelligen, in het generen van de totale opbrengst rioolrechten. Hondenbelasting In het jaar 2006 is bewust afgezien van een intensieve controle op de naleving van de aangifteplicht. De reden daarvoor is het vanuit de afdeling Openbare werken nieuw ingevoerde en aangescherpte hondenbeleid in Houten. Hoewel hier nadrukkelijk sprake is van twee verschillende beleidsvelden, is het voor de acceptatie van het nieuwe hondenbeleid in Houten niet wenselijk geacht deze scheiding te laten vertroebelen. Dat zou namelijk het effect zijn van een controle op de naleving van de aangifteplicht voor de hondenbelasting, Het afzien van die controle op de aangifteplicht heeft geen nadelig effect gehad op de realisatie van de begrote opbrengst hondenbelasting. Lijkbezorgingsrechten De begraafplaats Oud Wulfseweg is voor het tweede jaar in gebruik geweest. Het aantal begrafenissen is achtergebleven bij de prognoses. Om deze nieuwe begraafplaats aantrekkelijker te maken is een opwaarderingsplan gemaakt. Dit wordt vanaf 2007 gefaseerd uitgevoerd. Marktgelden De opbrengst marktgelden wordt in hoofdzaak gegenereerd uit de realisatie van de weekmarkt. Het aantal te verhuren standplaatsen is aan een maximum gebonden. Er is sprake van een stabiele situatie, waardoor geen noemenswaardige effecten zichtbaar zijn. Legesverordening Voor het uitvoeren van de verschillende overheidstaken mag op basis van de Gemeentewet een vergoeding in de vorm van een legesheffing worden gevraagd. De legesheffing staat in algemene zin landelijk in toenemende mate onder grote publieke en politieke belangstelling. Dit is vooral het gevolg van de enorme diversiteit aan tariefstelling tussen de verschillende gemeenten voor op het oog gelijkluidende producten. Ook de gemeente Houten anticipeert op deze ontwikkeling en verwacht in 2007 door het uitvoeren van een nadere analyse, meer inzicht te verkrijgen in de kosten- en batencomponenten in relatie tot de geldende tarieven. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing wordt in rekening gebracht voor het ophalen, verwijderen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen. De tarieven worden jaarlijks, in overeenstemming met de geldende wetgeving en mede op basis van de effecten uit de jaarrekening aangepast. Vooral volumeschommelingen in aangeboden en te verwerken afvalstoffen zorgen er voor dat tariefsaanpassingen jaarlijks, zowel in positieve als negatieve zin, noodzakelijk zijn.
3. Overzicht inkomsten 2006 per belastingsoort In onderstaand overzicht zijn voor 2006 de begrote en werkelijke opbrengsten per belastingsoort opgenomen: Omschrijving Onroerende-zaakbelastingen Rioolrecht Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Lijkbezorgingsrechten Marktgelden Legesverordening
Raming 2006 6.856.230 1.469.220 3.855.682 155.647 76.731 35.000 4.193.105
Jaarstukken 2006
Bedragen x € 1 Realisatie 2006 6.845.132 1.469.040 3.840.334 155.057 68.161 36.771 4.072.120
122
Toelichting Onroerende-zaakbelastingen De minderopbrengst is het gevolg van een afwijking in werkelijke realisatie nieuw- / verbouwobjecten. Dit aspect blijft onlosmakelijk verbonden met een gemeente in ontwikkeling (Vinex-locatie) en blijft daarmee een onzeker element in de begrotingsuitgangspunten. Toelichting Rioolrecht De afwijking is hier niet noemenswaardig. Toelichting Afvalstoffenheffing De onderschrijding is het gevolg van een afwijking van het werkelijke aantal huishoudens in relatie met de verwachte groei. Daarnaast is de aanvangsperiode belastingplicht bepalend voor het maximaal genereren van het geldende tarief. Oplevering van nieuwbouw woningen vindt verspreid over het kalenderjaar plaats. Omdat heffing naar tijdsgelang plaatsvindt, kan niet voor alle gerealiseerde nieuwbouwwoningen het maximale tarief in rekening worden gebracht. Toelichting Hondenbelasting De resultaten van de hondenbelasting laten geen noemenswaardige afwijking zien en zijn daarmee in lijn met de uitgangspunten. Toelichting Lijkbezorgingsrechten Er is een onderschrijding van € 8.570. Er zijn minder begravingen uitgevoerd dan geraamd. De uitvoering van het opwaarderingsplan begraafplaats Oud Wulfseweg heeft effect op de lasten/batenverhouding. In 2006 is gestart met de doorrekening op een juiste kostendekkendheid. Dit traject wordt in 2007 afgerond. Toelichting Marktgelden De inkomsten zijn licht hoger dan het bedrag dat is begroot. De weekmarkt dient in principe kostendekkend te zijn. Toelichting Legesverordening De afwijking van legesopbrengst is o.a. het gevolg van een afname van de werkelijke aanvragen en fluctuaties in grondslagen op basis waarvan de hoogte van verschillende legesbedragen in rekening worden bepaald. Vooral bouwvergunningen vormen een belangrijk aandeel in het generen van legesopbrengsten. De hoogte van de bouwsom is bepalend voor de bepaling van het legesbedrag en dat veroorzaakt dan ook een afwijking in de realisatie.
4. Kengetallen Omschrijving Aantal gecombineerde aanslagen Aantal waardebeschikkingen Wet WOZ Aantal verzoeken om kwijtschelding Aantal aanmaningen Aantal dwangbevelen Aantal bezwaarschriften OZB Aantal bezwaarschriften hondenbelasting Aantal bezwaarschriften Afvalstoffenheffing Aantal bezwaarschriften rioolrechten Aantal bezwaarschriften beschikking Wet WOZ Aantal bezwaarschriften gecombineerde aanslag Aantal verzoeken voor automatische incasso
Realisatie Geraamd 2006 2005 19.842 19.000 17.082 1.000 689 650 2.009 1.825 619 675 44 50 13 15 27 40 28 40 1.250 150 31 75 818 300
Realisatie 2006 19.941 1.500 631 1.958 603 27 7 5 50 111 17 200
Het aantal ingediende bezwaarschriften is in 2006 in algemene zin afgenomen. Dit is een direct gevolg van een afname van het totale belastingbedrag, waardoor de acceptatie van de gecombineerde aanslag is toegenomen. De lichte stijging van het aantal ingediende bezwaarschriften rioolrecht is een gevolg van invoering van het nieuwe tarievenstelsel in 2006. Voor 2006 is het aantal bezwaarschriften beschikking Wet WOZ aanzienlijk lager dan in 2005. Dit is het gevolg van een overgangsjaar waardoor geen sprake is van een wijziging van de WOZ-waarde.
Jaarstukken 2006
123
5. Lokale lastendruk In onderstaande tabel is de lastendruk in Houten in 2006 weergegeven, voor zowel eigenaargebruikers als huurders. Zoals gebruikelijk in woonlastenoverzichten worden hierbij de onroerendezaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolrechten betrokken. Het uitgangspunt is een meerpersoonshuishouden. Als peildatum voor de WOZ-waarde geldt 1 januari 2003. Deze waarde is van toepassing op de belastingjaren 2005 en 2006. De geldende tarieven zijn afgerond op hele euro’s naar beneden. Vanwege de afschaffing per 1 januari 2006 zijn geen bedragen meer opgenomen voor de gebruikerslasten onroerende-zaakbelasting. Lokale lastendruk Omschrijving OZB eigenaar OZB gebruiker Afvalstoffenheffing Rioolrechten Totaal
Rekening 2005 Eigenaar Huurder 227,00 182,00 182,00 237,00 237,00 91.20 91,20 737,20 510,20
Begroting 2006 Eigenaar Huurder 222,00 255,00 255,00 102,96 102,96 579,96 357,96
Bedragen x € 1 Rekening 2006 Eigenaar Huurder 219,00 255,00 255,00 102,00 102,00 576,00 357,00
Bij de beoordeling van de belastingdruk per huishouden in onze gemeente, in relatie tot de provinciale en landelijke overzichten, komt het volgende naar voren: de gemeente Houten neemt op het overzicht van de provincie Utrecht voor 2006 de achtste plaats in, waarbij de eerste positie voor de duurste gemeente is. Voor een landelijk overzicht is het Coelo rapport (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de lagere Overheden) geraadpleegd. In deze ‘Atlas van de lokale lasten 2006’ staat de e gemeente Houten op de 240 plaats, waarbij de eerste positie wordt ingenomen door de gemeente e met de laagste woonlasten. In 2005 stond de gemeente Houten op de 287 plaats. De calculatie voor de netto woonlasten die Coelo hanteert, resulteert voor Houten in een bedrag van € 610. In onderstaande tabel zijn enkele vergelijkende cijfers uit 2006 opgenomen. Vergelijking netto woonlasten Netto woonlasten Coelo calculatie 343 610 873
Omschrijving Landelijk goedkoopste gemeente (Ameland) Gemeente Houten Landelijk duurste gemeente (Boskoop) Provinciaal goedkoopste gemeente (Bunschoten) Gemeente Houten Provinciaal duurste gemeente (Abcoude)
Bedragen x € 1 Procentuele Positie vergelijking ranglijst 56,2% 1 100,0% 240 143,1% 470
458 610 846
75,1% 100,0% 138,7%
12 240 468
6. Kwijtscheldingsbeleid Bij kwijtschelding van belasting wordt de 100% norm van de relevante bijstandsnorm gehanteerd. Voor de overige regels wordt het Rijksbeleid gevolgd. Op grond van de belastingverordeningen kan alleen kwijtschelding worden verleend voor de Afvalstoffenheffing, Hondenbelasting (alleen de eerste hond), Rioolrecht en de Onroerende-zaakbelastingen (alleen gebruikersdeel). Voor de overige belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend. Het totaalbedrag van de verleende kwijtschelding is afgenomen. Dit is een direct gevolg van de afschaffing van de gebruikerslasten onroerendezaakbelasting in 2006 voor de categorie woningen. Met de afschaffing van de gebruikerslasten en de financiële effecten is in de begroting 2006 rekening gehouden. Het aantal verzoeken is eveneens voor het eerst afgenomen, van 705 in 2005 naar 631 in 2006. In onderstaande overzichten zijn de totaalbedragen van de verleende kwijtschelding over 2006 opgenomen, respectievelijk de verdeling van de kwijtschelding per belastingverordening in 2006. Aan totale kwijtschelding was voor 2007 € 170.000 begroot, het werkelijke bedrag is € 155.294; dat is een afwijking van 8,5%. Heffingsjaar 2002 2003 2004 2005 2006
Totaal bedrag 165.600 186.000 233.650 236.891 155.294
Belastingverordening Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Onroerende zaakbelastingen Rioolrecht Totaal
Jaarstukken 2006
Bedrag 111.637 5.251 2.750 35.656 155.294
124
Weerstandsvermogen 1.
Inleiding
In deze paragraaf komen de weerstandscapaciteit, de financiële risico’s, de risico's op eigendommen en de risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering aan bod, voor zover ze in relatie staan tot de reguliere exploitatie van de gemeente, ofwel de Algemene Dienst. De grondexploitatie, waaraan de risico’s van de groei van Houten zijn gekoppeld evenals de daarvoor benodigde weerstandscapaciteit, vallen buiten dit kader. Aan de hand van een beoordeling van het weerstandsvermogen kan mede worden bepaald hoe de gemeente er financieel voor staat. Het volgen van de ontwikkeling van het weerstandsvermogen is belangrijk omdat met deze financiële buffer en de inzet daarvan, kan worden voorkomen dat een financiële tegenvaller dwingt tot directe bezuinigingen of maatregelen. Vooral bij de vaststelling van de begroting speelt dit een belangrijke rol. De mate waarin de uitgesproken verwachtingen zijn uitgekomen en het weerstandsvermogen zich in het exploitatiejaar heeft ontwikkeld, zijn bij uitstek onderwerpen voor de jaarrekening. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de relatie te leggen tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s, waarvan het financiële risico (nog) niet is afgedekt in de begroting. Het gaat daarbij om risico's die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie. Een risico is het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne of externe omstandigheden. Voorbeelden zijn claims op het gebied van milieu, bodemverontreiniging, vandalisme, borgstellingen, rente e.d. Risico's worden zoveel mogelijk afgedekt door het treffen van voorzieningen en het sluiten van verzekeringen. Als die mogelijkheid er niet is worden ze opgenomen in deze paragraaf. In het laatste deel van deze paragraaf worden de risico's die in de begroting 2006 zijn genoemd, aangevuld met de risico's die via de bestuursrapportages 2006 zijn toegevoegd, tegen het licht gehouden. Daaraan voorafgaand komt de weerstandscapaciteit aan bod.
2.
Weerstandscapaciteit
2.1 Algemeen Met weerstandscapaciteit wordt gedoeld op middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft om niet begrote kosten te dekken. Voorbeelden zijn het vrij besteedbare deel van de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves. Naast incidenteel beschikbare capaciteit die is bestemd voor de opvang van incidentele eenmalige tegenvallers, kennen we ook structureel beschikbare capaciteit die permanent kan worden ingezet om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen. Voorwaarde daarbij is dat de uitvoering van bestaande reguliere taken er niet onder lijdt. 2.2 Omvang weerstandscapaciteit In onderstaande tabel is de omvang van de weerstandscapaciteit weergegeven, waarbij is gerekend met het vrije deel van de algemene reserve. De toevoeging in 2007 betreft het saldo 2006, zonder rekening te houden met de resultaatbestemming. De doorrekening naar latere jaren is gebaseerd op het meerjarenbeeld uit de begroting 2007 en gaat uit van ongewijzigd beleid. Bedragen x € 1.000 Weerstandscapaciteit per 1 januari van het jaar Vrij deel algemene reserve - Provinciale norm - Boven provinciale norm (Prognose) saldo voorgaande jaar Onbenutte belastingcapaciteit Stille reserves Totaal
2007 2.279 4.022 571 6.872
2008 2.334 4.538 -439 6.433
2009 2.385 4.048 31 6.464
2010 2.440 4.024 86 6.550
De onderdelen van de weerstandscapaciteit worden hierna van een toelichting voorzien.
Jaarstukken 2006
125
2.2.1 Vrij besteedbaar deel van de algemene reserve Het vrij besteedbare deel van de algemene reserve bedraagt per ultimo 2006 € 6.301.400. Voor de minimale omvang van de algemene reserve wordt de provinciale norm als ondergrens aangehouden. Dit uitgangspunt is vastgelegd in de Nota Investeringen en afschrijvingen. De provinciale norm ligt nu op € 50 per inwoner. Voor dynamische gemeenten geldt een hogere norm. Omdat de groei van Houten is afgezwakt en de dynamiek vooral nog bij de grondexploitatie aanwezig is, waarvoor binnen de grondexploitatie eigen weerstandscapaciteit wordt aangehouden, is het reëel om voor Houten het bedrag van € 50 per inwoner aan te houden. Dat is de norm voor een statische gemeente. Dit betekent dat het vrij besteedbare deel van de algemene reserve per 31 december 2006 minimaal € 2.278.650 moet bedragen. In de latere jaren loopt dat bedrag nog op vanwege het toenemende aantal inwoners. De algemene normstelling van de provincie is gebaseerd op ervaringscijfers en wordt als een goede indicatie gezien. Het gaat hier nadrukkelijk om een algemene normstelling, waarbij geen rechtstreekse relatie wordt gelegd met de risico’s die de gemeente loopt. Om te bepalen of de norm ook voor ons een goed uitgangspunt is, wordt die relatie in het vervolg van deze paragraaf wel gelegd. Bij de zoekopdrachten die volgden op de bespreking van de Perspectiefnota 2006 en waren gericht op verbetering van het meerjarenbeeld, is in de zomer van 2005 ook naar de reserves en voorzieningen gekeken. Met het niveau van de vrije Algemene reserve en de verwachte begrotingssaldi lag een ongewenste daling tot onder het normniveau in het verschiet. Door opheffing en overheveling van de Voorziening onderhoud HIS-werken en gedeeltelijke overheveling van de Voorziening WWB en de bestemmingsreserve Rente-egalisatiefonds naar het vrije deel van de Algemene reserve kon een substantiële versterking daarvan worden gerealiseerd. Deze mutaties hebben in het jaar 2006 plaats gevonden, op grond van besluiten die in het jaar 2005 zijn genomen. In de zomer van 2006 is de jaarrekening 2005 vastgesteld. Op grond van het besluit over de resultaatbestemming kon € 2.150.820 worden toegevoegd aan het vrij besteedbare deel van de Algemene reserve. 2.2.2 Onbenutte belastingcapaciteit Zoals in de begroting 2006 al werd aangegeven is er, bij leges en heffingen met kostendekkendheid als uitgangspunt, geen sprake van financiële ruimte. Afgezien van de invoering van nieuwe belastingen en/of heffingen, resteren dan slechts de hondenbelasting en de onroerende zaakbelastingen (OZB) die binnen de invloedssfeer liggen. De eerste leent zich, gezien de beperkte omvang, niet voor het bepalen van de onbenutte belastingcapaciteit. Voor de OZB ligt dat genuanceerder, waarbij het wel nodig is een relatie te leggen met enkele vergelijkende normen. Op een aantal mogelijke normen gaan we nader in. De Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO) van het Ministerie van BZK verstrekt jaarlijks een referentiekader voor de financiële positie van gemeenten. Voor de grootteklasse (inwonertal) waarin Houten valt, bedroeg de gemiddelde OZB opbrengst in 2006 € 139 per inwoner. Het landelijke gemiddelde voor alle grootteklassen lag op € 158. IFLO presenteert ook gegevens op basis van sociale structuur en centrumfunctie, waarbij Houten wordt aangemerkt als een gemeente met een goede sociale structuur en een redelijke centrumfunctie. In 2004 werd de centrumfunctie overigens nog als 'weinig' gekarakteriseerd. De gemiddelde OZBopbrengst van de 12 gemeenten binnen de groep van Houten bedroeg in 2006 € 122 per inwoner. Ter vergelijking: voor de groep gemeenten waar Houten in 2004 nog onder viel, bedroeg de gemiddelde opbrengst in 2006 € 162 per inwoner. Voor de gemeente Houten individueel was de gemiddelde opbrengst ruim € 161 per inwoner. Ook de artikel 12-norm is een maatstaf voor de vrije belastingcapaciteit van een gemeente. Dit is het tarief dat een gemeente aan haar inwoners moet vragen in geval een beroep op extra steun op grond van artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet wordt gedaan. Deze norm is van toepassing op de vijf gemeenten die voor 2006 een artikelaanvraag indienden. Het OZB-tarief dat de inwoners van die gemeenten in rekening wordt gebracht mag niet lager zijn dan € 3,70 per € 2.500 waarde. Naast deze consequentie voor de inwoners is aan deze artikel 12-status ook nog een strenge beoordeling van alle begrote lasten gebonden. De norm kan daardoor wel als indicatie dienen, maar is tegelijkertijd niet objectief en bruikbaar.
Jaarstukken 2006
126
Uit de Atlas van de Lokale lasten 2006, uitgebracht door het Coelo, blijkt dat het gewogen landelijk gemiddelde tarief voor de OZB woningen (eigenaar), in 2006 € 2,56 bedroeg. Het mediane tarief lag op € 2,33. In Houten bedroeg het tarief voor 2006 € 2,74. Een laatste indicatie van de onbenutte belastingcapaciteit is de negatieve maatstaf OZB-capaciteit, als onderdeel van de algemene uitkering. Voor 2006 is die gebaseerd op een tarief van € 2,43 per € 2.500 waarde, wat dus duidelijk lager ligt dan het tarief in Houten. Bovenstaande vergelijkingen geven aan dat er geen reële onbenutte belastingcapaciteit aanwezig is. Die conclusie ligt in lijn met de afgelopen jaren, waarin we tot dezelfde constatering kwamen. De afschaffing van het gebruikersdeel OZB en daaraan gekoppelde maximering van de OZB-tarieven hebben dat beeld verder versterkt. 2.2.3 Stille reserves Van stille reserves is sprake als er een verschil bestaat tussen de boekwaarde van activa en de feitelijk (hogere) waarde van die activa als ze te gelde zouden worden gemaakt. Het gaat dan bijvoorbeeld om gebouwen, grond, obligaties en deelnemingen. De commissie BBV heeft het standpunt ingenomen dat het niet verstandig is om gebouwen die voor het normaal functioneren van de gemeente nodig zijn, te betrekken bij de paragraaf weerstandsvermogen. Slechts in het geval activa met economisch nut snel te verkopen zijn, zonder dat de bedrijfsvoering daaronder lijdt, of daarvoor expliciet al een besluit tot verkoop is genomen, kan een stille reserve als zodanig worden vermeld. Wij conformeren ons aan het standpunt van de commissie en volstaan daarom met de aanduiding van de aard van stille reserves. 2.3 Eigen vermogen Op basis van de balans kan het eigen vermogen worden bepaald door de som te nemen van de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het nog te bestemmen resultaat van de jaarrekening. Het eigen vermogen heeft zich, uitgedrukt in een percentage van de totale uitgaven, ontwikkeld van 38% in 2005 naar 53% in 2006. Dit is enerzijds veroorzaakt door een toename van het eigen vermogen met € 1,6 mio en lagere lasten t.o.v. 2005 bij de grondexploitatie. 2.4 Stelposten Bij het vaststellen van de begroting 2006 is in een aantal stelposten financiële ruimte vastgelegd voor gewijzigd of voorgenomen beleid, met de bedoeling deze ruimte aan te spreken als sprake is van uitvoering of implementatie van dat beleid. Stelposten zijn geoormerkte bedragen, waarvan de aanspraken dus kunnen afwijken, afhankelijk van de wijze en het moment van realisatie. Met de belangrijkste stelposten is in 2006 het volgende gebeurd. Onvoorzien Voor onvoorziene uitgaven was in de begroting een bedrag van € 53.070 opgenomen (€ 1,19 per inwoner). In 2006 is hier geen aanspraak op gedaan. De stelpost is in de Tweede bestuursrapportage 2006 vrijgevallen. MIP Het Meerjaren Investering Programma is een instrument voor het ramen van investeringen die als noodzakelijk worden beschouwd. Met de stelpost MIP is de raming van de noodzakelijke investeringen, zoals opgenomen in het MIP vertaald in een beslag op de budgettaire ruimte. Van de geraamde stelpost is een belangrijk deel ingezet als dekking bij het raadsbesluit over het cultuurcluster. Door vertragingen of wijzigingen in de fasering van enkele onderdelen, is er op de stelpost een incidenteel voordeel van € 139.000 ontstaan, dat in de Tweede Bestuursrapportage 2006 is vrijgevallen. Herob In het kader van Herob is voor meerdere jaren een groot aantal bezuinigingsvoorstellen gedaan. Een aantal daarvan is concreet geëffectueerd en een ander deel moest nog nader worden gepreciseerd via verwerking op de producten in de exploitatie. Om de financiële effecten van de voorstellen toch in de begroting en het meerjarenperspectief mee te nemen, zijn de besluiten via stelposten vertaald in af- en bijramingen. In de begroting 2006 werden die onder meer zichtbaar via een aantal negatieve stelposten. Dat betekent dat er een taakstelling lag tot het creëren van ruimte, waarvoor een inspanning nodig was. Vrijwel alle posten zijn in 2006 functioneel verwerkt.
Jaarstukken 2006
127
Overige stelposten Naast de voorgaande stelposten zijn er voor diverse andere verwachte lasten ramingen in de begroting opgenomen. Onder de noemer bedrijfsvoering zijn bijvoorbeeld middelen vastgelegd voor de voorziene uitbreiding van de formatie en de daarmee samenhangende kosten. Ook de uitbreiding van de werkplekken is hierin voorzien. Om te waarborgen dat vervanging van de activa ook in de toekomst mogelijk is, waren ook hiervoor lasten geraamd op de stelpost vervangingsinvesteringen. Ook om financieel technische redenen was een aantal stelposten opgenomen, bijvoorbeeld voor het verschil tussen de doorberekende en de werkelijke kapitaallasten, de nog in te vullen ruimte voor nieuw beleid en de bijdrage van het grondbedrijf voor werkzaamheden die binnen de algemene dienst plaats vinden. Gedurende het jaar zijn deze stelposten in belangrijke mate ingezet, altijd op grond van besluitvorming daarover door de raad. 2.5 Kwantitatieve beoordeling omvang weerstandsvermogen De weerstandscapaciteit heeft de afgelopen jaren onder druk gestaan, maar is na de besluitvorming over de begroting 2006 en het jaarverslag 2005 danig versterkt. De weerstandscapaciteit ligt nu royaal boven de provinciale normstelling en is meer dan toereikend te noemen, ook voor het tijdsbestek van het meerjarenbeeld. Welbeschouwd is voor de mate van toereikendheid van de weerstandscapaciteit meer nodig dan het maken van de vergelijking met de provinciale norm. De relatie met de risico’s en de kans van ontstaan daarvan is immers minstens zo belangrijk. In de begroting 2006 is die relatie verder uitgewerkt. Van belang is dat de ontwikkelingen uit 2006, zowel qua aard als omvang van de risico's, worden vertaald naar consequenties voor het oordeel over de mate van toereikendheid van het weerstandsvermogen. In dat licht komen de risico's hierna opeenvolgend aan bod.
3.
Risico’s
3.1 Inleiding In de risicoparagraaf van de begroting zijn risico’s opgenomen die niet zijn afgedekt of ondervangen. Risico’s waarvoor een verzekering is afgesloten of waarvoor een voorziening is gevormd zijn niet opgenomen. Voor de indeling van risico’s bij gemeenten worden doorgaans drie risicocategorieën onderscheiden: financiële risico’s, risico’s op eigendommen en risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering. In het vervolg van deze paragraaf gaan we aan de hand van die indeling in op de ontwikkelingen in het afgelopen jaar. 3.2
Financiële risico’s
Ontwikkeling van de economie en de rijksfinanciën De algemene uitkering uit het Gemeentefonds is met voorsprong onze grootste inkomstenpost. De ontwikkeling van de rijksfinanciën en het daarvan afgeleide Gemeentefonds staan sterk onder invloed van de economische conjunctuur. De baten en lasten binnen de gemeentelijke financiële huishouding ontwikkelen zich in een daarmee vergelijkbare verhouding. Sinds 2002 hebben we te maken gehad met de druk van een stagnerende economie, die ook het kabinet tot ingrijpende bezuinigingsmaatregelen heeft genoodzaakt. Die maatregelen hadden de afgelopen jaren een sterke negatieve invloed op de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds, met zichtbare gevolgen gedurende meerdere jaren. Het tij lijkt inmiddels te keren. In de tweede bestuursrapportage 2006 kon een aanzienlijk incidenteel voordeel worden verwerkt. Enerzijds vanwege aangepaste kerngegevens en anderzijds vanwege een aanpassing van de uitkeringsfactor. De verwachtingen van het Centraal Plan Bureau (CPB) voor de komende jaren zijn gunstig. In het voorzichtige scenario wordt voor de komende jaren een gemiddelde economische groei van 1,75% per jaar verwacht. Daarnaast ligt het in de lijn dat het overheidstekort verder daalt en dat de wereldhandel herstelt. Hiervan profiteert ook de Nederlandse economie Het EMU-tekort komt in dit scenario in 2011 uit op 1% van het Bruto Binnenlands Product. Dat is royaal onder de 3%-norm van het Stabiliteits- en Groeipact. Uit ervaring weten we dat de rijksfinanciën en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds vertraagd op negatieve en positieve ontwikkelingen reageren. Voor de komende jaren is de verwachting gerechtvaardigd dat de neerwaartse lijn die de Algemene Uitkering de afgelopen jaren heeft gevolgd wordt omgebogen. We blijven de ontwikkeling op dit gebied nauwgezet volgen.
Jaarstukken 2006
128
Gemiddelde woningbezetting Uit de cijfers van het CBS en het ministerie van VROM blijkt een aanhoudende daling van de gemiddelde woningbezetting in Nederland. In tegenstelling tot eerdere veronderstellingen, verwachten we ook voor Houten een daling van de gemiddelde woningbezetting. Bij de begroting 2006 werd uitgegaan van een gemiddelde woningbezetting van 2,69 met een daling tot 2,65 in 2010. De trend van een dalende gemiddelde woningbezetting zet zich voort, zo blijkt uit de meest actuele inzichten ‘resultaten bevolkingsprognose 2006’ (maart 2006) van het bureau Pronexus. De laatste prognose loopt van 2,69 in 2006 tot 2,56 in 2010. Deze ontwikkeling houdt in dat Houten aan het einde van de groeisituatie minder inwoners heeft dan de voorspelde 50.000. Voor het jaar 2006 heeft deze laatste prognose geen financiële consequenties gehad. De cijfers uit de prognose worden als kerngegeven gebruikt bij het opstellen van het meerjarenperspectief. Op die manier worden de gemeentelijke inkomsten en uitgaven zo dicht mogelijk benaderd. Het aantal inwoners en het aantal woningen zijn belangrijke factoren binnen de samenstelling van de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Het belang vraagt een nauwlettende monitoring. Btw-compensatiefonds Op 1 januari 2003 is het Btw-compensatiefonds (BCF) in werking getreden. De gemeente kan de aan leveranciers betaalde Btw via het BCF verrekenen, als er sprake is van een overheidstaak of een nietondernemerstaak. Het rijk heeft besloten om de kosten hiervan voornamelijk te financieren via een uitname uit het gemeentefonds, i.c. een korting op de Algemene Uitkering. Uitgangspunt is dat de invoering van het BCF voor het rijk budgettair neutraal verloopt. Bij de invoering van het BCF is bepaald dat voor de jaren 2003 tot en met 2005 het maximale nadeel dat de gemeente van de regeling ondervindt beperkt zou blijven tot € 4,54 per inwoner per jaar. Hiervoor is door alle gemeenten een vereveningsbijdrage betaald. In de realisatie 2003 tot en met 2005 ondervond Houten geen financieel nadeel van het BCF. Volgens afspraak is in 2006 de oorspronkelijk berekende uitname uit het Gemeentefonds getoetst aan de werkelijkheid. Uit die toetsing bleek dat de voorgenomen neutraliteit door het rijk niet is gerealiseerd. Er is te veel aanspraak op het fonds gemaakt. Geheel volgens de verwachting is er daarom een correctie toegepast op de Algemene Uitkering, zodat alsnog het neutrale effect kon worden bereikt. Deze aanpassing hebben wij meerdere jaren geschetst als een risico dat buiten onze invloedssfeer lag en waarvan de hoogte vooraf niet kon worden vastgesteld. Van het rijk werden vooraf ook geen indicaties ontvangen. Nu de correctie in 2006 een feit is geworden is het risico vervallen. Het effect van de correctie is in de begroting 2007 gecompenseerd door gedeeltelijke inzet van de daarvoor gevormde bestemmingsreserve BCF. De bestemmingsreserve BCF wordt aangehouden voor verdere uitvoeringsrisico’s van het BCF en is daarvoor toereikend. Renterisico In de paragraaf Financiering komt het onderwerp renterisicobeheer aan bod. In het licht van deze paragraaf Weerstandsvermogen wijzen wij er op dat we voor de opvang van rentefluctuaties beschikken over de bestemmingsreserve Rente-egalisatiefonds. Op basis van onze financieringspositie, het aantrekken van een 2-tal leningen en de renteontwikkeling van de afgelopen jaren, is het huidige niveau van € 991.800 meer dan verantwoord te noemen. Met behulp van een goed treasurybeleid proberen we de renterisico’s daarnaast zoveel mogelijk te beperken. Financieel risicobeheer Medio 2005 heeft BNG Consultancy Services (BCS) het rapport 'Analyse kredietrisico Gemeente Houten' uitgebracht, vanwege onze behoefte aan verbetering van het zicht op de kredietrisico's. Naast een aantal aanbevelingen, dat direct of indirect in de paragraaf Financiering is meegenomen, heeft BCS ook een uitspraak gedaan over de weerstandscapaciteit die nodig is om het risico van garanties en verstrekte geldleningen op te vangen. Die capaciteit is afhankelijk van de kans dat zich bij de betreffende partijen betalingsproblemen gaan voordoen en de omvang van de schade die dan ontstaat. Vanwege de specifieke aard van de tegenpartijen, voornamelijk woningstichtingen en sportverenigingen, is het schatten van de kans op wanbetaling complex. Omdat bruikbare ervaringsgegevens ontbreken, heeft BCS voor de bepaling van de omvang gebruik gemaakt van de methodiek die ook door financiële instellingen hanteren. Het gewogen risico wordt in overeenstemming met 2006, op grond van een totaal openstaand bedrag van € 17,6 miljoen berekend op maximaal € 790.000.
Jaarstukken 2006
129
Dat maximum veronderstelt dat alle instellingen tegelijkertijd in vergelijkbare problemen komen te verkeren; een situatie die zich in de praktijk niet zal voordoen. Aan de hand van de aanbevelingen uit het rapport hebben wij een aanzienlijke beperking van het risico nagestreefd. Vooral door het regelen van achtervang via waarborgen en een sterke monitoring van de financiële positie van de betreffende partijen is het mogelijk de noodzakelijke vinger aan de pols te houden. Voor nieuw te verstrekken leningen geldt al geruime tijd het beding van een hypothecaire zekerheid, zodat het risico relatief beperkt is. Woningbouwproductie Voor de begroting 2006 is uitgegaan van een fasering van de woningbouwproductie, zoals opgenomen in de planvorming. De toen gebruikte fasering dateert van december 2004. De inzichten gingen uit van voltooiing van Houten Vinex in 2010, waarbij grote projecten als het Centrumplan, Castellum, de verdere ontwikkeling van werkgelegenheid en de Ruimtelijke visie door zouden lopen tot 2015. Verschuivingen in de woningbouwproductie of -oplevering naar latere jaren zijn van rechtstreekse invloed op de algemene uitkering uit het gemeentefonds (mede gebaseerd op het aantal woningen) en leiden dan tot lagere of latere opbrengsten. Afwijkingen in de realisatie van de bouwplanning werken bovendien door in de belastinginkomsten. Aan de andere kant komen ook de groeigerelateerde kosten later in de exploitatie terecht. Ze zijn tevens van invloed op het taken- en dienstenpakket van de gemeente, dat langer dan aanvankelijk de bedoeling was, gericht blijft op ontwikkeling en groei. In januari 2006 is een geactualiseerde woningbouwplanning Houten-Vinex opgesteld. Deze planning heeft als basis gediend voor het meerjarenperspectief 2015, zoals dat in het Overdrachtsdocument 2006 is opgenomen. De begroting voor 2007 en volgende jaren is op die nieuwste prognoses gebaseerd en benadert daardoor de werkelijkheid dicht. Ruimen explosieven Inundatiekanaal In 2004 heeft het Hoogheemraadschap aangekondigd dat zij het Inundatiekanaal in de polder Blokhoven willen baggeren. Er waren echter signalen dat in dit kanaal niet gesprongen explosieven zouden liggen. Omdat het Hoogheemraadschap de wettelijke taak heeft om te baggeren, was het achterwege laten daarvan geen optie. De aanwezigheid van explosieven in het te baggeren gedeelte is in 2005 onderzocht en zeer waarschijnlijk gebleken. Vanwege haar verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid, heeft de gemeente overleg gevoerd met het Hoogheemraadschap. Daarbij zijn ook de te zetten stappen en de te verwachten kosten en opbrengsten besproken. Voor dergelijke opruimwerkzaamheden zijn namelijk subsidiegelden beschikbaar. Een belangrijk deel van de kosten blijft echter voor rekening van de gemeente. De raad heeft op 20 december 2005 ingestemd met de opsporing en ruiming van de explosieven in het inundatiekanaal. De werkzaamheden zijn in augustus 2006 gestart. Voor de kosten van het project heeft de gemeente subsidie aangevraagd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Er is daarbij altijd sprake van een eigen bijdrage van € 2,50 per inwoner en 20% van de rest van de kosten. De subsidie wordt uitgekeerd op basis van een verdeling van het totaalbedrag dat beschikbaar is. De laatste jaren lag de vergoeding rond de 50% van het declarabele bedrag. Bij de start van het project werd geschat dat de financiële consequentie voor de gemeente Houten lag de tussen € 250.000 tot € 500.000. In de begroting 2006 (middels de 2 bestuursrapportage 2006) is het minimale bedrag van € 250.000 opgenomen. De hoeveelheid aangetroffen munitie is echter groter dan verwacht. Ook wordt munitie aangetroffen in gedeelten van het kanaal die niet verdacht waren. Daarnaast wordt door de grote hoeveelheid puin in het kanaal het zoeken en uitzeven van de munitie vertraagd. In 2006 is al € 420.000 aan kosten verantwoord. Aangezien het project nog loopt en naar verwachting pas in juni 2007 zal zijn afgerond, zullen deze kosten nog verder oplopen. Bij de in 2006 verantwoorde kosten is echter nog geen rekening gehouden met de subsidie van het Ministerie, omdat duidelijkheid over de hoogte van het subsidiebedrag pas naar verwachting na 1 oktober 2007 zal ontstaan. Over het voorziene restant financiële risico wordt bij de bestuursrapportages 2007 gerapporteerd.
Jaarstukken 2006
130
Ontbinding RIO Vecht en Lekstreek Met ingang van 1 januari 2005 zijn de taken van het RIO Vecht en Lekstreek (RIO VL) overgenomen door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), een landelijk orgaan dat de AWBZ-indicatiestellingen verzorgt. Het RIO VL is een stichting die door deze overheveling van taken kan worden ontbonden. De vereffening wordt door de gemeente Woerden verzorgd. Aan de ontbinding van de stichting en de vereffening zijn voor de gemeente Houten financiële consequenties verbonden, die volgens een eerdere inschatting naar verwachting € 60.000 bedragen. De gesprekken over de vereffening zijn nog steeds gaande. Een aantal financiële kwesties, zoals de verkoop van een pand en de afwikkeling van de subsidie bij het Ministerie van VWS staan een vlotte afwikkeling in de weg. In afwachting van de uitkomst van de vereffening wordt het risico gehandhaafd. Waterschade Streekarchivariaat ‘Utrechtse heuvelrug- Kromme Rijngebied’ Bij de raadstukken van september 2005 is een raadsmededeling gevoegd over de afhandeling van de waterschade bij het streekarchief. Rekening houdend met de al uitgekeerde bedragen bedraagt de schade voor de gemeente maximaal ca. € 60.000. Door de deelnemers aan het Streekarchivariaat wordt getracht de volledige schade te verhalen op de aannemer dan wel de verzekering. De verzekeringstechnische afhandeling is nog steeds niet afgerond. Over de uitkomst daarvan en de vraag of er voor de gemeente nog een schadepost resteert, bestaat dus ook nog geen duidelijkheid. Het in de eerste bestuursrapportage 2006 genoemde financiële risico (€ 60.000) blijft dan ook nog steeds bestaan. Regionalisering Streekarchivariaat Met het raadsbesluit 2006-049 heeft Houten ingestemd met de ontwikkeling van het Streekarchief naar een Regionaal Historisch Centrum (RHC), in twee fasen vanaf 1 juli 2006. De financiële consequenties van dat besluit zijn voor 2006 binnen de begroting gedekt en voor de jaren daarna verwerkt in de begroting 2007 en de meerjarenbegroting 2008-2011. Leerlingenvervoer De regeling leerlingenvervoer is een openeinde regeling. In 2005 zijn door een nieuwe aanbesteding de te verwachten kosten gereduceerd. In breder perspectief draagt ook het realiseren van een gedifferentieerd onderwijsaanbod bij tot minder vervoersbewegingen en lagere kosten. De maatregelen tot reductie van kosten die in 2005 hun effect hadden, werkten ook door in 2006. De kosten zijn in 2006 ruim onder het begrote bedrag gebleven en dat bevestigt het beeld dat het risico onder controle is. Controle omzetbelasting 1998-2004 Zoals in de Eerste bestuursrapportage 2006 is gemeld, heeft de Belastingdienst in het eerste kwartaal van 2006 een voorlopig rapport opgesteld met de uitkomsten van het controleonderzoek. Vervolgens is dit rapport besproken met de Belastingdienst en de fiscale adviseur van de gemeente (Deloitte.). Tijdens die besprekingen zijn de laatste openstaande zaken afgedaan en is door de Belastingdienst een definitieve correctie opgesteld. De financiële afwikkeling heeft in 2006 plaatsgevonden. Toepassing ‘Sportbesluit’ Op basis van het ‘sportbesluit’ is het voor de gemeente Houten mogelijk, onder bepaalde voorwaarden, de omzetbelasting op investeringen terug te vorderen. In 2006 is een aantal onderzoeken hiernaar gestart. Op grond van de eerste uitkomsten kon bij deze jaarrekening het investeringsbedrag van een aantal betreffende activa met € 310.436 worden verlaagd. Dat heeft een gunstig effect op de toekomstige kapitaallasten. Er is op grond van die bevindingen geen incidenteel voordeel ontstaan. Een deel van het onderzoek loopt nog door in 2007. Gebiedsontwikkeling Onderdeel van deze ontwikkeling is de verplaatsing van het oude stationsgebouw door de gemeente Houten en de restauratie en exploitatie van het verplaatste stationsgebouw door de stichting Station op wielen. Er zijn belangrijke financiële bijdragen toegezegd door marktpartijen, particuliere instellingen, de provincie Utrecht, advies- en ingenieursbureaus en ProRail. De werving van bijdragen uit fondsen is nog in volle gang en duurt naar verwachting ook na de verplaatsing nog voort. Gedurende de periode van de werving van bijdragen uit fondsen is er dus nog sprake van een financieel risico.
Jaarstukken 2006
131
3.3
Risico’s op eigendommen
Beheerplannen Openbare ruimte Bij de eerste bestuursrapportage 2006 hebben wij de verwachting uitgesproken dat, op grond van de besluitvorming over de voorziening BOR en de toen bestaande inzichten, die voorziening BOR in 2010 de bodem zou bereiken. Voor de periode na 2010 zijn de structurele lasten gekoppeld aan de instandhouding en beheer van de openbare ruimte en infrastructuur geraamd aan de hand van de planning van de op te leveren deelplannen in Houten-Vinex. Bij de herijking van deze zogenaamde groeigerelateerde raming voor de begroting 2006, zijn de nieuwste inzichten in de voltooiing van Houten gebruikt. De aanpassing van de fasering heeft toen ook tot aanpassingen geleid voor de momenten waarop budget beschikbaar moet zijn voor de uitvoering van BOR: niet te laat en ook niet te vroeg. In 2006 is het vervolgonderzoek naar de ontwikkeling van de BOR systematiek op langere termijn uitgevoerd, waarbij de planhorizon is verlegd naar 2040. De ontwikkeling van de gehanteerde normen voor jaarlijks beheer, het groot onderhoud en de vervanging zijn nader beschouwd. Inzicht daarin is noodzakelijk om de juiste afwegingen te kunnen maken over de structurele voeding van de voorziening BOR. De aanleiding hiervoor is de bijzondere situatie in Houten, die het gevolg is van de realisatie van twee groeitaken en de daaraan gekoppelde problematiek van groot onderhoud en vervanging/reconstructie van de aangelegde wegen, rioleringen, kunstwerken et cetera. De financiële vertaling van dit onderzoek wordt in 2007 aan de raad voorgelegd. Meerjarenonderhoudsplannen Welzijns- en sportaccommodaties De gemeenteraad heeft op 20 december 2005 de meerjarenonderhoudsplannen voor de jaren 2006 t/m 2035 vastgesteld. Bij dit besluit is qua onderhoudsniveau gekozen voor basisvariant 3. De hieraan verbonden kosten worden de eerste vier jaren gedekt uit de in de begroting voor deze jaren beschikbare middelen. Ultimo 2009 is de beschikbare voorziening echter leeg en dan is, om de totale kosten te kunnen dekken, een extra jaarlijkse toevoeging aan de voorziening nodig van € 354.000. Deze consequenties zijn met ingang van 2010 in de meerjarenbegroting verwerkt. De meerjarenonderhoudsplannen worden elke vier jaar worden herijkt, voor het eerst in 2009. Aangetaste kastanjes Het beeld dat meer en meer bomen door de kastanjeziekte worden aangetast is in 2006 versterkt. Het aantal bomen dat ernstig is aangetast lijkt relatief af te nemen. Het eerdere vermoeden dat de ziekte zich verspreidt naar andere boomsoorten is bevestigd, al is geen sprake van een met de kastanjes vergelijkbare situatie. De werkgroep Aesculaap doet nog steeds actief onderzoek naar de oorzaak van deze onbekende ziekte. Er zijn resultaten geboekt in het onderzoek waar het de bacteriële veroorzaker van de ziekte betreft en ook is vastgesteld dat de bodemgesteldheid een essentiële rol speelt. Over de maatregelen waarmee de ziekte kan worden bestreden is nog weinig bekend en daarom wordt het onderzoek ook in 2007 voortgezet. Voor de invloed van dit risico op het weerstandsvermogen gaan wij uit van eerdergenoemde aantallen en bedragen. Verwacht wordt dat minimaal 20% van de bomen sterft als gevolg van de aandoening, wat neerkomt op 520 kastanjebomen. De kosten van het rooien, versnipperen en verantwoord afvoeren van een boom zijn eerder geschat op € 750. Na vervanging door een gezonde boom van gemiddeld gelijke omvang bedragen de kosten waarschijnlijk het viervoudige daarvan. Het minimale risico betreft de kosten van verwijdering en bedraagt dus € 390.000 (520 x € 750). Voor dat bedrag is weerstandsvermogen benodigd. Omdat de vervangingskosten afhankelijk zijn van de beleidskeuze die vervolgens wordt gemaakt en daarmee sterk beïnvloedbaar zijn, vallen ze buiten het hier te schetsen risico. Rondweg-Zuid Deze post wordt niet meer als risico in verband gebracht met het weerstandsvermogen, conform wat daarover is opgenomen in de Tweede bestuursrapportage 2006 (blz. 21).
Jaarstukken 2006
132
3.4
Risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering
Bouwleges In 2005 is de discussienota “ontwikkeling bouwleges” opgesteld. Op basis daarvan is in de begroting 2006 een grove bijstelling gemaakt van baten en lasten die verband houden met bouwleges. Ook hier hebben we het over groeigerelateerde inkomsten en uitgaven. Die ingezette lijn is doorgetrokken naar 2007. Om dit beeld verder uit werken en aan te scherpen is in 2006 een onderzoek naar de integrale kostendekkendheid van leges gestart. Dat gaat verder dan alleen de bouwleges. De uitkomsten van het nadere onderzoek kunnen van invloed zijn op de toekomstige exploitatie. Omdat er geen duidelijkheid is over de richting die dat opgaat, wordt het onderwerp in deze risicoparagraaf vermeld, maar niet gekwantificeerd.
3.5
Benodigde weerstandscapaciteit voor opvang gekwantificeerde risico's
Op basis van de hiervoor beschreven risico's geeft onderstaande tabel een bijgestelde kwantitatieve indicatie van de benodigde weerstandscapaciteit. Daarvoor wordt de maximale omvang van het risico in verband gebracht met de kans van ontstaan ervan. De combinatie van beiden geeft een gewogen indicatie van de omvang van het risico weer. Voor zover risico’s binnen de reguliere exploitatie opgevangen worden, komen ze niet in het overzicht terug. Bedragen x € 1.000
Omschrijving risico Financiële risico's Ontwikkeling rijksfinanciën
Renterisico Financieel risicobeheer garanties en verstrekte geldleningen Ruimen explosieven inundatiekanaal Ontbinding RIO Vecht en Lekstreek Waterschade Streekarchivariaat Gebiedsontwikkeling Risico's op eigendommen Beheerplannen Openbare Ruimte Aangetaste kastanjes
Risico is afgedekt Binnen exploitatie opvangen Via bestemmingsreserve Nee
Kenmerken van het risico Omvang Aard Kans
Benodigde capaciteit
(struc/inc)
p.m.
p.m.
Algemene reserve als buffer Bestemmings reserve 790
17.600
Incident.
Individuele wegingen
420 in 2006 meegenomen Nee
80
Incident.
75%
60
60
Incident.
75%
45
Nee
60
Incident.
50%
30
Nee
p.m.
p.m.
p.m.
Ja, voor een aantal jaren Nee
p.m.
p.m.
p.m.
20%
390
1.950
Incident.
Het merendeel van de gekwantificeerde risico's in bovenstaande tabel heeft een incidenteel karakter. De genoemde risico's en de benodigde weerstandscapaciteit dienen per post te worden beoordeeld. De situatie dat alle risico's ontstaan en ook nog binnen een beperkt tijdsbestek tot kosten leiden, zal zich niet voordoen. Bovendien is een aantal risico’s beïnvloedbaar door beleidsmaatregelen.
3.6
Conclusie weerstandscapaciteit
Kijkend naar de beschikbare weerstandscapaciteit en de geschetste risico's kan de conclusie worden getrokken dat het weerstandsvermogen van de gemeente Houten goed is. Geen van de risico's, zoals nu gekwantificeerd, gaat het niveau van de weerstandscapaciteit te boven en de middelen die beschikbaar zijn om incidentele tegenvallers op te vangen blijken toereikend. Ook bij een benadering langs deze weg blijkt de provinciale normstelling van € 50 per inwoner te voldoen. In deze analyse is een andere functie van het weerstandsvermogen buiten beschouwing gebleven, namelijk de dekking van mogelijke onvoorziene exploitatietekorten. Die aanspraak speelt binnen de
Jaarstukken 2006
133
kaders van de kwantificering van de risico's geen rol, omdat dat een impliciet onderdeel van de begroting en het meerjarenperspectief is. Zoals aangekondigd in het Actieprogramma 2006-2010, wordt de ruimte die de Vrije algemene reserve biedt, meer specifiek het gedeelte dat boven de provinciale norm ligt, betrokken bij het verwezenlijken van de ambities uit de tweede tranche van het Actieprogramma. Dit wordt verder uitgewerkt in de Perspectiefnota 2008.
Jaarstukken 2006
134
Weerstandsvermogen Grondexploitatie/Grondbeleid De ontwikkeling van de Vinex-locatie Algemeen De presentatie van de resultaatontwikkeling en het weerstandsvermogen is sinds 2004 gewijzigd. De argumenten om de prestatievorm te wijzigen waren: De besluitvorming van de gemeenteraad over de projecten NZR (Nieuwe Zuidelijke Rondweg), de Koppeling, het Masterplan Centrum en het Castellum (samen het programma Afbouw van de Stad) Het verbeteren van het inzicht in de inzet van de positieve resultaten van de afgewikkelde en nog af te wikkelen deelplannen Vinex ten behoeve het programma Afbouw van de stad Aansluiting bij de voorschriften die voortkomen uit het Besluit Begroting en Verantwoording 2004. In 2006 is de presentatie van de berekening van het grondexploitatieresultaat verder verbeterd. Per onderdeel zijn de boekwaarden, grondexploitatie gerelateerde voorzieningen en reserves geïntegreerd en in een eenduidige berekeningsmethodiek opgenomen. Daarnaast is in de berekeningen uitgegaan van een rentetoerekening van 3% in plaats van de concernbrede rekenrente van 5%. Deze aangepaste rekenmethodiek maakt dat er een saldo wordt bepaald op basis van de gerealiseerde resultaten en de nog te verwachten ontwikkelingen in de lopende deelplannen. Hierbij wordt feitelijk een periode van 5 jaar in ogenschouw genomen (eindwaarde 31-12-2011). Iedere wijziging ten opzichte van het nu in de berekeningen verwerkte programma, normen, faseringen is van invloed op het berekende eindresultaat. Om deze reden zijn nu scenario’s toegevoegd die zicht geven op de gevoeligheid voor veranderende situaties en de omvang van de effecten daarvan (bijv. rente en faseringseffecten) en de kans dat deze zich voordoen. De Vinex grondexploitatie Het Vinexgebied wordt als één exploitatie beschouwd, waarvan de deelplannen en de fondsen Bovenwijks en Bovenstedelijk de samenhangende onderdelen vormen. Vanaf het begin is per complex gewerkt met het opstellen van een gedetailleerde berekening voor de grondexploitatie. De hieronder opgenomen cijfers van de woningbouwproductie zijn de grondslag voor de gerealiseerde resultatendeelplannen en de prognoses van de overige gebieden.
Jaarstukken 2006
135
Tabel: stand van zaken uitvoering woningbouw deelplannen Vinex Deelplan
Fasering
Leebrug I Leebrug I
Aantal opgeleverde woningen
Woningen geen verkooprisico
562
562
562
39
39
39
0
0
138
138
Woningen
Leebrug II
Zuid vm. kantoren fase 1
138
Leebrug II
fase 2
85
Leebrug I
45
De Hoon I
168
De Hoon II
344
De Hoon III A
Nog te ontwikkelen
Bouw Oplevering
45
85
0
0
168
168
4
340
344
56
6
50
56
De Hoon III B
fase 1
103
70
33
103
De Hoon III B
fase 2
105
105
0
105
De Hoon III B
fase 3
160
135
25
0
160
207
207
0
207
De Hoon IV De Hoon IV a
90
Schonauwen I
319
90 68
0
0
319
319
152
220
275
275
Schonauwen II
fase 1
220
Schonauwen II
fase 2
279
Schonauwen III
fase 1
104
104
104
Schonauwen III
fase 2
100
100
100
Schonauwen III
fase 3
266
258
266
0
400
4
8
Castellum
400
Loerik I
463
463
463
Loerik II
176
176
176
Loerik III
314
2
312
312
Loerik III
85
85
Loerik IV
40
Loerik V
304
Overdam I
527
Overdam II
200
200
200
Hofstad I
535
514
514
Hofstad II
335
335
335
Hofstad III
300
300
0
300
Hofstad IV
444
12
432
432
230
230
0
0
29
29
Hofstad IV b Kniphoek Castellum Totaal
vm.bedr.ter.
400
99
120
21
29
0
0
40
40
85
304
527
527
315
315
0
315
8.087
1.589
441
406
5.651
7.513
20%
5%
5%
70%
93%
Fondsen Bovenwijkse- en Stedelijke Voorzieningen Vinex Algemeen Het fonds Bovenwijkse Voorzieningen betreft deelplan overstijgende voorzieningen die redelijkerwijs zijn toe te rekenen aan de deelplannen die gebaat zijn bij deze investeringen. Het betreft: De hoofdinfrastructurele werken De hoofdfietsroutes De parken De bruggen
Jaarstukken 2006
136
Het fonds Stedelijke Voorzieningen betreft deelplan overstijgende voorzieningen/investeringen die redelijkerwijs niet alleen aan de Vinex deelplannen kunnen worden toegerekend, maar ten goede komen aan de gehele gemeente. Het betreft: De rondweg De vijfwal De recreatieplas Voor beide fondsen geldt dat de kosten worden gedekt door bijdragen uit alle Vinex-deelplannen, waarbij er wel sprake moet zijn van uitgeefbare meters. Dekking De investeringen worden gedekt door middel van een bijdrage per m². De bijdragen per m² zijn: Bovenwijkse voorzieningen € 38,29 Stedelijke voorzieningen € 80,44 (dan wel het bedrag dat contractueel is overeengekomen) Deze bedragen zijn in 2000 voorcalculatorisch bepaald en worden niet meer aangepast. Hierdoor blijft het mogelijk om ook voor de resterende deelplannen, per deelplan een resultaatvergelijking te maken met de oorspronkelijke uitgangspunten. Door prijsmutaties en aanvullende investeringen kunnen de kosten hoger/lager zijn dan oorspronkelijk geraamd. Het kan ook zijn dat er, door minder uitgeefbaar terrein in de deelplannen, minder dekking is voor de fondsen. Het resultaat van afzonderlijke onderdelen (bovenwijks en stedelijk) kan dus een negatief en positief resultaat zijn. Dit resultaat van de fondsen moet dan ook bezien worden in het licht van het integrale resultaat van de Vinex-grondexploitatie. Resultaten Voor de fondsen worden exploitatiebegrotingen opgesteld conform de kaders en uitgangspunten zoals die eveneens van toepassing zijn op de overige (Vinex)grondexploitaties (deelplannen). Uitgaande van de parameters voor rente en inflatie en de thans geldende fasering van uitgaven en inkomsten is het resultaat op eindwaarde: Bovenwijkse Voorzieningen sluit met een positief saldo van € 1,9 miljoen Stedelijke Voorzieningen sluit met een nadelig saldo van € 2,1 miljoen De saldi van de genoemde fondsen maken onderdeel uit van de integrale Vinex-exploitatie. Integraal overzicht Grondexploitatie Houten Jaarlijks wordt het Weerstandsvermogen Grondexploitatie Houten herzien op basis van de actualisatie van de eindwaardeberekeningen van de deelplannen. Hiermee wordt inzicht gegeven in de resultaatontwikkeling van de Vinex- en niet-Vinexlocaties, door middel van een prognose van de te verwachten financiële eindresultaten per 31-12-2011 van de grondexploitaties. Die zijn gebaseerd op de jaarrekening 2006, de ontwikkelingen die zich in 2007 al hebben voorgedaan en de geprognosticeerde resultaten van de nog te ontwikkelen/realiseren deelplannen. Het resultaat van de Vinex-locatie De resultaatontwikkeling Vinex behelst de berekende resultaten van de verschillende Vinexdeelplannen inclusief De Koppeling, Castellum en het Masterplan Centrum. De hieronder gepresenteerde resultaten en prognoses zijn ten opzichte van voorgaande jaren licht verbeterd. De hoofdoorzaken daarvan zijn de positieve ontwikkeling van het deelplan De Meerpaal de verwerking van de subsidiebeschikkingen ‘regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen’. 2006 Verwacht resultaat Vinex: Resultaat per 31-12-2011 Verwacht resultaat Meerpaal: Resultaat per 31-12-2011 Totaal verwacht resultaat Vinex Extracomptabele correctie Berekend resultaat Vinex Masterplan Centrum Totaal resultaat grondexploitatie
Jaarstukken 2006
Bedragen x € 1.000.000 2007
13,9
19,1
10,3 24,2 3,0 27,2 -/-17,8 9,4
12,4 31,5 0,0 31,5 -/-17,8 13,7
137
Extracomptabele correctie Dit betreft de nog toe te voegen vrije plancapaciteit van het deelplan De Hoon 4A. De calculatie van deze plancapaciteit is, vanwege het besluit in het kader van de gebiedsvisie LHV, nu opgenomen in de huidige grondexploitatie en maakt nu onderdeel uit van het geïntegreerd te verwachten resultaat Vinex. De grondexploitatie van de niet-Vinex-locaties Behalve de ontwikkeling van de Vinex-locatie wordt binnen de gemeente Houten een aantal andere locaties (‘complexen’) ontwikkeld. Ook van deze complexen (Oude Dorp, Stationserf en parklandgoed Wulven) is een grondexploitatieberekening opgesteld. Dit jaar zijn geen complexen niet-Vinex afgesloten: Het resultaat van de niet-Vinex locaties Het totaaloverzicht laat het volgende beeld per 31 december 2006 zien Al gerealiseerde resultaten Jaarrekening 2000 Jaarrekening 2001 Jaarrekening 2002 Jaarrekening 2003 Jaarrekening 2004 Jaarrekening 2005 Jaarrekening 2006 Verwacht resultaat Niet – Vinex Voorziening negatief exploitatieresultaat Verwacht totaal resultaat Niet – Vinex Afdracht aan de algemene dienst: Afdracht 2000 Afdracht 2001 Afdracht 2002 Afdracht 2003 Afdracht 2004 Afdracht 2005
Bedragen x € 1.000.000 9,80 4,78 0,36 2,36 -/-0,03 0,81 1,54 -/- 0,02 -/-0,85 0,85 9,80 9,75 4,78 0,36 2,36 0,00 0,71 1,54
In de rapportage ‘Zorgen voor Overmorgen’ (2001) is aangegeven dat de positieve resultaten van de niet-Vinex locaties worden overgedragen aan de Algemene Dienst. Het maximale beslag op het verwachte resultaat niet-Vinex bedroeg € 8,21 miljoen. In 2004 heeft de laatste afdracht conform de toezegging plaatsgevonden en is aan deze verplichting voldaan. Het positieve resultaat van € 1,54 miljoen over 2005 is bij de resultaatbestemming afgedragen aan de Algemene Dienst.
De financiële positie van het grondbedrijf De reservepositie van de grondexploitatie De financiële resultaten van de Vinex bouwopgave en de ontwikkeling van de overige locaties enerzijds en de huidige stand van zaken met betrekking tot de reserves en voorzieningen van de grondexploitatie anderzijds zijn bepalend voor de huidige financiële positie van de grondexploitatie. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen reserves en/of voorzieningen die zijn opgenomen op de balans en die zijn opgenomen in de grondexploitatie. Daarbij moet aangetekend worden dat voor sommige reserves en/of voorzieningen ook al verplichtingen bestaan, de zogenaamde beklemde reserves of voorzieningen. In 2005 zijn in overleg met de accountant de algemene reserve weerstandsvermogen, de voorlopige resultaten Houten-Vinex en de regionale garantieverplichting samengevoegd tot één nieuwe voorziening “Voorziening grondexploitatie”. Daarom wordt eerst een overzicht gegeven van de stand van de voorzieningen en reserves per 31-12-2006.
Jaarstukken 2006
138
Het gaat om de volgende voorzieningen (incl. eventuele beklemmingen) en reserves: Voorziening grondexploitatie (balans) Fonds Stedelijke Voorzieningen ( grondexploitatie) Fonds Bovenwijks ( grondexploitatie) Onderhoudsfondsen ( van zowel GBH als Vinex) ( balans) Fonds Nutsvoorzieningen (balans) Fonds Volkshuisvesting (balans) Fonds Afgewikkelde complexen (balans) Aanvullend fonds infrastructuur (grondexploitatie) Voorziening negatieve exploitatieresultaten niet-Vinex (balans) Herwaarderingsreserve (balans). Aanvullend fonds Infrastructuur De stand van het infrafonds bedraagt per 01-01-07 bedraagt € 4,25 miljoen. Op dit restantbedrag ligt nog een beslag van € 0,18 miljoen voor de uitvoering van de besluiten betreffende het aanvullende ov-plan en verkeersmodel regio Utrecht. In 2003 is besloten (raadsbesluit 2003-176) om in te stemmen met de realisatie van de fietstunnel Rondweg inclusief de bijbehorende bushalte en de fietstunnel De Staart. De fietstunnel onder De Staart zou pas gerealiseerd worden na afgifte van de beschikking van de BRU. Immiddels is ook op de tweede subsidieaanvraag negatief beslist. Binnen het infrastructuurfonds is rekening gehouden met de aanvullende gemeentelijke bijdrage van € 2,8 miljoen voor de aanleg van deze fietstunnels. Hiervan is een bedrag van € 0,87 miljoen afgeraamd betreffende het gemeentelijke aandeel op dit werk. Een bedrag van € 1,93 miljoen resteert nu nog als aanvullende gemeentelijke bijdrage. Op de resterende middelen van € 2,13 miljoen ligt nog geen beslag.
De risicoanalyse van de grondexploitatie Algemeen Bij het opstellen van de diverse grondexploitatieberekeningen en financiële analyses is onderzocht welke risico’s aanwezig zijn in het desbetreffende project dan wel in algemene zin. Deze risico’s kunnen leiden tot een financieel effect, waarvoor op basis van het huidige ambitieniveau zoals vermeld in de vorige paragraaf, middelen beschikbaar zijn binnen het grondbedrijf tot een maximum van € 13,7 miljoen. Gezien de aard, omvang en complexiteit van de projecten die in de komende periode gerealiseerd worden in het kader van de afbouw van de stad en de volledige verwerking van de marktrente, moet dit bedrag worden beschouwd als de risicobuffer. Het is van belang dat adequaat op risico’s kan worden gereageerd. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is zicht op de aard, omvang en het effect van mogelijke veranderende omstandigheden. Hieronder wordt op de onderkende risico’s ingegaan, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar algemene en projectspecifieke risico’s. Algemene risico’s Omschrijving risico Stagnatie verkoop woningbouw Vertraging fasering uitgifte woningbouw Stagnatie verkoop bedrijfs- en kantoorlocaties Vertraging fasering uitgifte bedrijfs- en kantoorlocaties Wijziging marktrente (stijging)
Financiële vertaling Nog te realiseren verkoop daalt met 5% Gemiddeld 1 jaar vertraging Nog te realiseren verkoop daalt met 5% Gemiddeld 1 jaar vertraging Stijging met 1%
Jaarstukken 2006
Financieel effect € 1,8 miljoen
Kans voordoen Laag
€ 1,1 miljoen
Laag
€ 3,4 miljoen
Midden
€ 2,1 miljoen
Midden
€ 0,7 miljoen
Midden
139
Stagnatie verkoop woningbouw Per april 2007 dient nominaal nog € 36,0 miljoen aan verkoop gerealiseerd te worden. Als 5% niet wordt gerealiseerd, leidt dit tot een verwachte afname van het projectresultaat met € 1,8 miljoen. De kans dat dit risico zich voordoet is laag te noemen. De ontwikkeling en realisatie van de woningbouw in het Vinexgebied is nu zo ver gevorderd, dat veel risico’s niet meer of bijna niet meer van toepassing zijn. Uit de tabel ‘Stand van zaken uitvoering deelplannen’ blijkt dat: 70% van alle te bouwen woningen is opgeleverd 5% van de woningen in de loop van 2007 wordt opgeleverd 5% van de woningen in aanbouw is 20% van de woningen moet nog in ontwikkeling worden genomen Er over 93% van het totale aantal te realiseren woningen geen verkooprisico meer is. Vertraging fasering uitgifte woningbouw Bij een gemiddelde vertraging van uitgifte van 1 jaar op basis van de nog uit te geven gronden leidt dit omgerekend naar ultimo 2007 tot een bijstelling van het resultaat met € 1,1 miljoen negatief. De kans dat dit risico zich voordoet wordt laag geschat, vanwege het vergevorderde stadium van de betreffende deelprojecten. Lagere verkoopopbrengst bedrijfs- en kantoorlocaties Per april 2007 dient nominaal nog € 68,7 miljoen aan grondverkopen gerealiseerd te worden. Als 5% niet gerealiseerd wordt, leidt dit tot een verwachte afname van het projectresultaat met € 3,4 miljoen. Een deel van de nu in de plannen opgenomen kantoor-bedrijfslocaties zal worden herontwikkeld tot woningbouw conform het besluit open plekken Houten-Vinex. Vertraging fasering uitgifte bedrijfs- en kantoorlocaties Bij een gemiddelde vertraging van uitgifte op basis van de nog uit te geven gronden leidt dit omgerekend naar ultimo 2007 tot een bijstelling van het resultaat met € 2,1 miljoen negatief. De kans dat het risico zich voordoet is gemiddeld. De ontwikkeling/uitgifte van bedrijfslocaties op De Meerpaal, is ten opzichte van vorig jaar sterk verbeterd. Gevolg is dat de uitgiftetermijnen van dit gebied vier jaar naar voren zijn gehaald van 2014 naar 2010. Hogere rentelast dan geraamd Wanneer de marktrente voor kort geld boven de 3% komt, zal het totaalresultaat van de grondexploitatie op basis van een rentestijging met 1%, dalen met € 0,7 miljoen. De kans dat dit risico zich voordoet is gemiddeld. De rentemarkt is afhankelijk van tal van omstandigheden op zowel nationaal als internationaal niveau waar weinig tot geen invloed op is uit te oefenen. De ontwikkeling van de rente laat zich moeilijk voorspellen. Op basis van de afgelopen jaren is geconstateerd dat de renteontwikkeling voor kort geld niet exorbitant is gestegen. Prijsontwikkelingen Het risico van prijsontwikkelingen betreft de kosten die gemaakt worden om de gronden bouwrijp en woonrijp te maken. Om dit risico op te vangen worden jaarlijks de kosten, als daar aanleiding toe is, aangepast aan de BDB index. Dit is een opsomming van kengetallen voor werkzaamheden om gronden bouw- dan wel woonrijp te maken. Ook wordt op basis van de Macro Economische Verkenning gekeken naar het inflatiecijfer. Voor 2007 is geen kostenstijging opgenomen. In meerjarenperspectief is rekening gehouden met een jaarlijkse kostenstijging van 1,5%. Opbrengsten Concrete meerjarige prijsafspraken met ontwikkelaars, het relatief hoge huidige grondprijzenniveau en de recente marktontwikkelingen, hebben ertoe geleid dat de opbrengstenstijging in meerjarenperspectief op nul procent is gesteld.
Jaarstukken 2006
140
Projectspecifieke risico’s Binnenstedelijk Bouwen Naar mate Vinex meer afgerond wordt, bouwen we in toenemende mate binnen bestaand stedelijk gebied. Dat betekent dat er steeds meer geïnvesteerd wordt in zaken die te maken hebben met het garanderen van bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid en goede communicatie. Tijdens de uitvoering van werken vindt bijvoorbeeld meer overleg plaats met bewoners, worden tijdelijke en structurele veiligheidsmaatregelen genomen, is er extra toezicht op het werk nodig om de verkeersveiligheid te waarborgen etc. Dit geldt ook voor de deelplannen waar een zelfrealisator ontwikkelt. De toenemende juridificering van contracten en relaties met marktpartijen betekenen daarnaast dat meerkosten gemaakt moeten worden op het gebied van gespecialiseerde advisering. Ook vindt niet alleen bij de planuitvoering maar ook bij de nog te ontwikkelen deelplannen, bijvoorbeeld Park-West, in een eerder stadium intensiever overleg plaats met omwonenden, conform de nieuwe bestuursstijl. Dit alles brengt het risico van toenemende plankosten met zich mee. Archeologie In het Vinex-gebied zijn verschillende archeologische vindplaatsen. Op dit moment zijn de werkzaamheden echter zover gevorderd dat er nog maar in twee deelplannen rekening moet worden gehouden met extra kosten als gevolg van archeologie. In de grondexploitatie is nu nog een bedrag geraamd van € 1,8 miljoen. Een bedrag van € 1,25 miljoen is opgenomen in de exploitatie Hofstad 4B voor de mogelijke opgravingen in het archeologische gebied ten behoeve van de toekomstige woonbebouwing. Kosten grondverwerving Jaarlijks worden de te verwerven percelen geïnventariseerd en worden er nieuwe ramingen opgesteld voor de te verwachten verwervingskosten. Hierdoor zijn de ramingen altijd actueel en worden grote afwijkingen vermeden. Het aantal nog te verwerven percelen is zeer klein en heeft een verwachte aankoopwaarde van € 6,0 miljoen. Subsidies Subsidies zijn een risico in de zin dat als niet voldaan is aan de voorwaarden, de toegezegde subsidie niet wordt uitgekeerd of dat de al uitgekeerde subsidie moet worden terugbetaald. Op dit moment hebben we vrijwel alle subsidies voor het Vinexgebied ontvangen. De subsidie van de provincie Utrecht van € 4,54 miljoen betreffende de aanleg van de rondweg hebben we in 2004 ontvangen. De uitkering van het restantsubsidiebedrag van de BRU ten behoeve van de rondweg van € 0,9 miljoen vindt plaats na afronding van het totale project. Dit is een gevolg van de vergevorderde staat waarin de werkzaamheden verkeren voor die projecten waar de subsidies voor zijn ontvangen. Op dit moment is de conclusie gerechtvaardigd, dat voldaan wordt aan alle voorwaarden die gesteld zijn bij de diverse subsidietoezeggingen en dat er geen sprake zal zijn van restitutie. Daarom wordt er voor dit risico op dit moment geen financiële voorziening binnen de grondexploitatie getroffen. Masterplan Centrum Optimalisatiemogelijkheden In de grondexploitatie resteert, ten opzichte van het taakstellend tekort, nog een gering tekort, dat kan worden overbrugd door de inzet van de in de toelichting op de grondexploitatie genoemde optimalisatiemogelijkheden. Inhoudelijk moet over deze optimalisatiemogelijkheden echter nog wel bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden. Viersporigheid In het kader van de gedetailleerde uitwerking van de plannen voor de spoorverbreding is voorzien in een zeer gewenste kwaliteitsverbetering van het fietstransferium, door extra verlaging van de vloer voor een bedrag van ruim 0,2 miljoen. Daartegenover wordt thans uit de overdrachtsafspraken met ProRail een positief effect van 0,2 miljoen voorzien. Bijdrage Ministerie van Verkeer en Waterstaat In 2006 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat de bijdrageregeling Eenmalige Uitkering Spoorse Doorsnijdingen gelanceerd, gericht op financiële ondersteuning van gemeenten bij projecten ter beperking van de barrièrewerking van spoorlijnen in stedelijk gebied. De drie door Houten ingediende aanvragen zijn gehonoreerd, waardoor er voor het centrum een bijdrage van € 3,8 miljoen tegemoet
Jaarstukken 2006
141
kan worden gezien. Hierdoor kon de druk op de grondexploitatie Centrum, die in hoge mate wordt bepaald door de afspraken met ProRail, enigszins worden verlicht. Het risico hierbij is dat nog voldaan moet worden aan alle voorwaarden die het ministerie stelt. Er worden maatregelen getroffen om dit goed te monitoren. Castellum Nadat de gemeenteraad in februari 2006 instemde met de proefverkaveling voor het Castellum en met de samenwerkingsovereenkomsten met de marktpartijen aan de oost- en westzijde van het Castellum, is gezamenlijk verder gewerkt aan deze verkaveling. In de loop van 2006 is een aanpassing van het programma voor het Castellum wenselijk gebleken. Zo toonden nieuwe berekeningen van het benodigde aantal fietsparkeerplaatsen voor het station Castellum aan, dat niet kon worden volstaan met de oorspronkelijk geraamde 900 plekken, maar dat rekening gehouden moest worden met 1.700 plekken (waarvan 300 reserve). Verder is uit de studie naar de open plekken van Houten-Vinex naar voren gekomen dat de kantoren binnen Castellum omgezet zouden kunnen (en bij voorkeur moeten) worden in (starters)koopwoningen. Beide veranderingen hebben niet alleen ruimtelijke maar ook financiële consequenties. Gebiedsvisie Open Plekken Houten Vinex Om de gebiedsvisie, die door de raad in december 2006 is vastgesteld, te kunnen realiseren dient te worden onderhandeld met marktpartijen en dienen voor een aantal locaties contracten opengebroken te worden. De opdracht was te streven naar een financieel neutraal onderhandelingsresultaat, door de ontwikkelaars voor eventuele meerkosten of minderopbrengsten te compenseren met hetzij een volumetoename binnen het Castellum, hetzij nieuwe of veranderde bouwclaims elders. De onderhandelingen zijn echter nog niet afgerond, dus er moet rekening gehouden worden met het risico van een niet sluitend onderhandelingsresultaat.
Jaarstukken 2006
142
Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De gemeente heeft openbare ruimte in beheer in de vorm van onder meer groen, spelen, wegen, verkeersregelinstallaties, civieltechnische kunstwerken, riolering en gebouwen. Deze kapitaalgoederen moeten planmatig worden onderhouden en vervangen om de kwaliteit ervan op niveau te houden. Dit is belangrijk voor het voorzieningenniveau en voor de visuele uitstraling van de gemeente. In deze paragraaf geven we inzicht in het gevoerde beleid, de status van het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen en de financiële consequenties.
Beleidsnota’s onderhoud kapitaalgoederen De belangrijkste beleidsuitgangspunten die op het beheer van gemeentelijke kapitaalgoederen van toepassing zijn, heeft de raad vastgesteld door besluitvorming over: Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Houten 2004-2008. Het Beheerplan Openbare Ruimte 2004-2010. De Meerjarenonderhoudsplannen Welzijns- en sportaccommodaties. Het Gemeentelijk Rioleringsplan Houten 2006-2009.
Gebouwen Meerjarenonderhoudsplan welzijns- en sportaccommodaties Beleidskader Op het beleidsterrein Welzijn heeft de gemeente het beheer over accommodaties op het gebied van: Sociaal cultureel werk. Sport. Het groot onderhoud van deze accommodaties wordt betaald uit een voorziening waaraan jaarlijks een bedrag wordt gedoteerd. De gemeenteraad heeft op 20 december 2005 de meerjaren onderhoudsplanning voor de welzijns- en sportaccommodaties voor de periode 2006-2035 vastgesteld, uitgaande van de basisvariant. Hiermee is een meerjarig beleidskader gecreëerd voor het groot onderhoud van alle welzijns- en sportaccommodaties. Met deze plannen is duidelijkheid geschapen voor zowel de gemeente als voor de betrokken verenigingen. De planning wordt elke vier jaar herijkt, voor de eerste keer in 2009. Belangrijkste ontwikkelingen Enkele voorzieningen die in 2006 waren gepland, zijn niet uitgevoerd en doorgeschoven naar een later jaar. Zo bleek het nog niet noodzakelijk de verwarmingsketel van sociaal-cultureel centrum Nieuwoord te vervangen. Het geplande schilderwerk in kinderdagverblijf De Beun zal in 2007 worden uitgevoerd. Vervanging van de cv-ketel en boiler in gymzaal De Bijenkorf kon worden uitgesteld naar 2007 of 2008. De werkzaamheden betreffende de verharding op voetbalcomplex Oud Wulven zijn begin 2007 uitgevoerd. Anderzijds behoefden geen voorzieningen te worden uitgevoerd die in 2006 nog niet waren voorzien. Financiële consequenties Bedragen x € 1
Type accommodatie Welzijnsaccommodaties Sportaccommodaties Totaal
Begroting 2006 99.143 66.156 165.299
Rekening 2006 64.610 143.479 208.089
Eventuele verschillenanalyses zijn opgenomen bij de betreffende beleidsvelden in het jaarrekeninggedeelte van dit jaarverslag.
Jaarstukken 2006
143
Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Houten (IHP) 2004-2008 (programma: Onderwijs). Beleidskader In december 2003 heeft de raad het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) 2004-2008 vastgesteld. Via het IHP 2004-2008 is of zijn: inzicht verkregen in de huidige en toekomstige positie van de onderwijsinstellingen (zowel kwalitatief als kwantitatief). knelpunten gesignaleerd op korte, middellange en lange termijn. uitgangspunten geformuleerd voor huisvestings- en accommodatiebeleid. een toekomstscenario opgesteld op basis van inventarisatie, knelpuntenanalyse en beleidsvoorkeuren. een toetsingskader ontwikkeld voor de beoordeling van investeringsaanvragen voor onderwijs huisvesting in het kader van de onderwijsverordening. financieel inzicht verkregen in de meerjarenontwikkeling van de huisvesting. Belangrijkste ontwikkelingen e Medio 2006 is de 2 monitor van het IHP vastgesteld. Op grond van het voortschrijdende inzicht en ontwikkelingen op het gebied van onderwijshuisvesting is het IHP geactualiseerd. Dat heeft ertoe geleid dat voor de scholen ’t Schoolhuys en De Boogerd aanvullende middelen beschikbaar zijn gesteld. Tevens is vastgesteld dat de lasten van de huisvesting van de nevenvestiging van de Berg en Boschschool ten laste kunnen worden gebracht van de voorziening onderwijshuisvesting. Op grond hiervan heeft de raad op 4 juli 2006 een positief besluit genomen. Geconcludeerd wordt dat de scholen voortvarend invulling geven aan de uitvoering van het IHP. Nagenoeg alle schoolgebouwen zijn aangepast als gevolg van de invoering van de onderwijskundige vernieuwingen. Financiële consequenties Het IHP heeft een meerjarige werkingsduur, maar wordt wel jaarlijks gemonitord op beleidsmatige en financiële aspecten. De beleidskaders en de financiële effecten van het IHP 2004-2008 zijn destijds verwerkt in de begroting 2006. Voor de uitvoering van het IHP 2004-2008 wordt gebruik gemaakt van de Voorziening onderwijshuisvesting. Op basis van het Meerjarenonderhoudsplan (MOP)worden jaarlijkse dotaties en onttrekkingen gedaan. Het MOP omvat 26 schoolgebouwen en bestrijkt een periode van 60 jaar.
Bedragen x € 1
Type accommodatie Onderwijsaccommodaties Totaal
Begroting 2006 213.075 213.075
Rekening 2006 138.273 138.273
Eventuele verschillenanalyses zijn opgenomen bij de betreffende beleidsvelden in het jaarrekeninggedeelte van dit jaarverslag. Onderhoud gemeentehuis Beleidskader Het gemeentehuis omvat een tweetal panden: Het Kant 2/Kantstede en Het Kant 3. Met het oog op de renovatie, is in de afgelopen jaren een terughoudend beleid gevoerd ten aanzien van het onderhoud van het gemeentehuis. Alleen voor groot onderhoud dat niet kon worden uitgesteld en waarin de renovatieplannen niet voorzagen, werden maatregelen getroffen. Belangrijkste ontwikkelingen Eind 2005 zijn de renovatiewerkzaamheden aan het gemeentehuis gefaseerd gestart. Feitelijk is sprake van een tweetal bouwstromen en wel: de begane grond en de etages. In 2006 zijn op de begane grond de nieuwe kantine, de foyer en de nieuwe klantenhal “Gemeente InGang” gerealiseerd. In de eerste helft van 2007 zullen het vergadercentrum en de representatieve ingang worden opgeleverd. e e e In 2006 zijn ook de 4 etage van het Kant 2 en de drie etages van Kantstede opgeleverd. De 1 , 2 en e 3 etage van het Kant 2 zullen in 2007 gefaseerd in gebruik worden genomen. Op de zolders van beide panden is inmiddels de volledige installatietechniek (koeling, verwarming en ventilatie) aangebracht. Deze techniek zal bij de eindoplevering rond mei 2007 in gebruik worden gesteld. Jaarstukken 2006
144
Om vooral de etages te kunnen renoveren en de overlast tijdens vergaderingen te beperken is eind 2005 tijdelijk een tweede dislocatie aan de Randhoeve in gebruik genomen. Nadat alle werkzaamheden zijn afgerond, (naar verwachting rond mei 2007) zal deze dislocatie weer worden afgestoten. In 2006 is gestart met het opstellen van een herziening van het voorlopige ontwerp voor de renovatie van de raadzaal. Een klankbordgroep vanuit de gemeenteraad is daarbij betrokken. Aangezien de renovatie pas ter hand kan worden genomen nadat het cultuurcentrum is opgeleverd, zal in de loop van 2007 de daadwerkelijke startdatum vastgesteld kunnen worden. Financiële consequenties Bedragen x € 1
Type accommodatie Onderhoud door derden Groot onderhoud door derden Niet planmatig onderhoud gebouw Planmatig onderhoud binnenschilderwerk Planmatig onderhoud buitenschilderwerk Planmatig onderhoud installaties Niet planmatig onderhoud installaties Totaal
Begroting 2006 2.024 60.512 16.968 16.968 43.686 10.287 150.445
Rekening 2006 431 843 23.450 32.688 92.265 149.677
Eventuele verschillenanalyses zijn opgenomen bij de betreffende beleidsvelden in het jaarrekeninggedeelte van dit jaarverslag.
Beheer en onderhoud openbare ruimte Beheerplan Openbare Ruimte (BOR) 2004-2010 De voorziening BOR is ingesteld om fluctuerende en toenemende kosten voor beheer van de openbare ruimte te kunnen opvangen. In een raadsvoorstel van 16 november 2004 is geconcludeerd dat de investeringslasten toenemen, waardoor de komende jaren een steeds groter beroep zal worden gedaan op de voorziening BOR. In juli 2007 wordt een raadsvoorstel ‘verlengde horizon BOR’ aangeboden, waarin voor de periode 2007-2040 wordt aangegeven welke investeringen in de openbare ruimte noodzakelijk zijn. Dit voorstel omvat een cyclus voor het beleidskader en een bestedingsplan voor beheerkosten voor de langere termijn. In het voorstel wordt tevens een onderbouwing opgenomen van hoeveelheden en vervangingstermijnen. Bovendien is in het voorstel een systematiek opgenomen met betrekking tot planning en overdracht van nieuw areaal, inclusief vaststelling van bijhorende normbedragen voor beheer. Ten opzichte van de planning geldt dat € 1.124.893 minder uit de voorziening is onttrokken dan begroot. Dit komt grotendeels door het achterblijven van projecten (ook door projecten uit 2004 en 2005 die pas in 2006 worden afgesloten), maar deels ook doordat de kosten minder hoog waren dan begroot. Per saldo blijft de voorziening in 2006 (€ 5.258.434) ongeveer op hetzelfde niveau als in 2005 (€ 5.270.603). Wel wordt nog altijd € 1.247.489 onttrokken uit de voorziening, ongeveer evenveel als gestort € 1.235.321. De uitgestelde werkzaamheden worden in 2007 alsnog uitgevoerd en leiden op dat moment tot een extra onttrekking. Gemeentelijk Rioleringsplan Houten (GRP) 2006-2009 Beleidskader Het GRP heeft een strategisch en beleidsmatig karakter en vormt de basis voor het bestuur bij het vaststellen van de doelen en middelen voor de aanleg en beheer van de riolering op de korte en lange termijn. Het vigerende GRP heeft een tijdshorizon van zeventig jaar en betreft voor de uitvoering de jaren 2006 tot en met 2009. Belangrijkste ontwikkelingen In 2006 is de sanering van de ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied afgerond, de werken zijn binnen de ter beschikking gestelde kredieten uitgevoerd. De financiële afronding van dit project vindt in 2007 plaats.
Jaarstukken 2006
145
De inkomsten van de rioolheffing blijven circa € 150.000 achter bij de in het GRP opgenomen prognose. Financiële consequenties Om meevallers en tegenvallers gedurende de looptijd van het GRP op te vangen zonder de rioolheffing tussentijds aan te passen, is de voorziening Rioolonderhoud ingesteld. Deze voorziening heeft momenteel een saldo van ca. € 1.823.000 en is toereikend om de tegenvallende inkomsten op te vangen. Bij de vaststelling van het komende GRP in 2009 worden de benodigde omvang van de voorziening Rioolonderhoud en de hoogte van de rioolheffing opnieuw bepaald. Voorziening Rioolonderhoud Het is gewenst dat de hoogte van het rioolrecht zo stabiel mogelijk blijft. De kosten van de rioleringszorg hebben echter een grillig verloop. Hierdoor kunnen onverwachte tekorten en overschotten ontstaan in de kostendekking. Een onverwacht tekort kan slechts beperkt worden gecompenseerd door het eventueel uitstellen of schrappen van investeringen. Immers, als een investering wordt geschrapt, worden daarmee in de planperiode alleen de kapitaallasten bespaard die in de planperiode vallen. Waarschijnlijk zijn in dat geval ingrijpende aanpassingen nodig (of verhoging van het rioolrecht). Om dit te voorkomen wordt een Voorziening Rioolonderhoud aangehouden van in totaal € 1.500.000. Het onderstaande overzicht geeft een inschatting van de mogelijke risico’s (met kosten) die kunnen optreden. Als aanname is er van uitgegaan dat het risico zich 2 x zou kunnen voordoen in de planperiode. Risico Calamiteiten - mechanisch elektrisch (blikseminslag/waterschade): - bouwkundig (waterschade): - milieukundig (schade t.g.v. overstorten e.d.): Onvoorzien extra onderhoud - wadis (vervroegd vervangen toplaag): - herleggen huisaansluitingen (meer dan normaal): - reparaties hoofdriolering (maar dan normaal): Vervroegde afschrijving kapitaallasten - wanneer voorzien herinvesteringmoment door toestand object niet wordt behaald: Lagere inkomsten - t.g.v. van vertragingen in bouw woningen en bedrijven: - t.g.v. kwijtscheldingen aan bewoners (meer dan normaal): Totaal
Kosten € 70.000 x 2 = € 140.000 € 15.000 x 2 = € 30.000 € 25.000 x 2 = € 50.000 € 20.000 x 2 = €. 40.000 € 100.000 x 2 = € 200.000 € 150.000 x 2 = € 300.000 € 300.000 x 2 = € 600.000 € 40.000 x 2 = € 80.000 € 30.000 x 2 = € 60.000 € 1.500.000
Het risico van onvoorzien onderhoud, reparaties en renovaties en vervroegde afschrijving kapitaallasten is met de aanleg van de Vinex toegenomen, omdat de riolering daar dieper ligt dan in bestaand Houten en de grondslag in sommige Vinexwijken eerder tot verzakkingen van het riool zal leiden. Ook door het toegenomen areaal aan drukriolering is de kans op onvoorziene kosten groter. De genoemde € 1.500.000 is gelijk aan ruim 2% van de totale omvang (circa € 67.000.000). De stand (en optimale grootte) van de voorziening en de rioolheffing worden bij de vierjaarlijkse herziening van het GRP beoordeeld. Aan het einde van de planperiode dient de omvang van de voorziening in principe te zijn teruggebracht naar de gewenste € 1,5 miljoen.
Jaarstukken 2006
146
Financiering Inleiding Het jaar 2006 heeft in het teken gestaan van verdere uitbouw van de treasuryfunctie. Vooral op het verkrijgen van de juiste informatie voor en daarmee opstellen van de juiste liquiditeitenplanningen is fors geïnvesteerd. Dit heeft geresulteerd in een nog beter inzicht in de financieringsbehoefte van de gemeente zowel op korte als op lange termijn. Uitvoering van de treasuryfunctie In de begroting 2006 werd aangegeven dat de gemeente op basis van de toen opgestelde lange termijn liquiditeitsplanning gedurende de jaren 2006 tot en met 2009 met een negatieve geldstroom zou worden geconfronteerd. Dit inzicht is bevestigd gedurende het jaar 2006. Op basis hiervan is in november 2006 een tweetal leningen aangetrokken voor een totaalbedrag van € 25.000.000. Rentevisie Voor de financiering (korte en lange termijn) is een visie op de renteontwikkeling onontbeerlijk. Daarom wordt gebruik gemaakt van een drietal visies van AAA-instellingen. Op basis daarvan wordt de gemeentelijke rentevisie geformuleerd. In de begroting 2006 is de verwachting uitgesproken dat renteverhogingen in 2006 niet voor de hand lagen, vanwege de prognose van een zwakke economische groei en een daling van de inflatie. Vooral vanwege de sterke economische groei in de tweede helft van 2006 en de appreciatie van de Euro in die periode heeft de ECB sinds juni 2006 elke twee maanden de rente verhoogd. Ondanks deze renteverhogingen is de 10-jaars rente in de tweede helft van 2006 in eerste instantie behoorlijk gedaald. Deze rente was medio juli 2006 4,33% en bedroeg begin december 2006 3,89% om in de laatste weken van 2006 alsnog met 30 basispunten te stijgen tot het eindejaarsniveau van 4,19%.
Liquiditeitenprognose Bij de begroting 2006 gingen we uit van een vermogensbehoefte van € 45.200.000, inclusief de kasgeldlimiet van € 5.300.000. Vanwege een ontheffing van de toezichthouder ten aanzien van de kasgeldlimiet tot een bedrag van € 25.000.000, was de vermogensbehoefte per saldo € 20.000.000. De verantwoording van de financiering middels kasgeldleningen treft u verderop in deze paragraaf aan. In de loop van 2006 hebben we de liquiditeitenplanning geactualiseerd en zijn we tot de conclusie gekomen dat het zinvol was om een tweetal geldleningen aan te trekken tot een bedrag van € 25.000.000. Door het aantrekken daarvan is de vermogensbehoefte teruggebracht tot € 20.000.000. Dit is ook de vermogensbehoefte op 31 december 2006. In 2007 zullen we de berekening van de vermogensbehoefte op lange termijn verder uitwerken, om zodoende een gefundeerde beslissing te kunnen nemen over het al dan niet aantrekken van nieuwe geldleningen.
Renterisico Voor het renterisico gelden er twee normen. Dat zijn de norm van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Er dient binnen deze normen geopereerd te worden. Renterisiconorm Het doel van de renterisiconorm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten van de gemeente Houten. Dit wordt bereikt door een limiet te stellen aan dat deel van de vaste schuld waarover het rentepercentage in een bepaald jaar moet worden aangepast aan de op dat moment geldende markttarieven. De renterisiconorm stelt dat per jaar maximaal 20% van de vaste schuld in aanmerking mag komen voor herfinanciering en/of renteherziening, met een minimum van € 2.500.000. Eenmaal per jaar moet met betrekking tot het voorafgaande jaar over het renterisico op de vaste schuld worden gerapporteerd aan de toezichthouder.
Jaarstukken 2006
147
Overzicht renterisiconorm
1a 1b 2 3a 3b 4 5 6 7 8 9 10
Omschrijving Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) Nieuw verstrekte vaste schuld (u/g) Nette nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2+6)
2006
2007
0 0 0 25.000 1.166 23.834 7.626 7.626 7.626
0 0 0 0 0 0 17.670 0 0
Bedragen x € 1.000 2008 2009 2010 0 0 0 226 0 0 226 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 350 367 386 0 0 0 226 0 0
Stand van de vaste schuld per 31 december Bij ministeriële regeling vastgestelde percentage Renterisiconorm Ruimte (+)/Overschrijding (-) (10-7)
44.968 20% 8.994 1.368
47.342 20% 9.468 9.468
44.672 20% 8.934 8.708
44.323 20% 8.865 8.865
43.955 20% 8.791 8.791
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de renterisiconorm in 2006 in lijn met de verwachting niet is overschreden. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de bovengrens aan van het bedrag aan kortlopende financieringsmiddelen, waarmee de gemeente de (kapitaal)uitgaven mag financieren (de zogenaamde vlottende schuld). Bij overschrijding van de kasgeldlimiet moet in de financieringsbehoefte worden voorzien door het aantrekken van langlopende geldleningen Ieder kwartaal wordt een opgaaf van de liquiditeitspositie van de gemeente naar de toezichthouder gezonden, met als belangrijk doel de toezichthouder te informeren over eventuele overschrijdingen van de kasgeldlimiet. Overzicht kasgeldlimiet 2006 Bedragen x € 1.000.000
Periode e
1 kwartaal 2006 e 2 kwartaal 2006 e 3 kwartaal 2006 e 4 kwartaal 2006
Kasgeldlimiet 5,7 5,7 5,7 5,7
Korte termijn financiering 15,7 16,6 9,5 13,6
Overschrijding
Onderschrijding
10,0 10,9 3,8 7,9
Zoals ook bij de begroting 2006 werd aangegeven heeft de toezichthouder de gemeente een ontheffing van de kasgeldlimiet verleend voor het gehele jaar 2006 tot een bedrag van € 25 miljoen. Deze ontheffing is verleend vanwege de Vinex-taakstelling van Houten. Deze taakstelling leidt tot een grotere behoefte aan kortlopende financieringsmiddelen ten behoeve van de voorfinanciering van de grondexploitatie. Het was het mogelijk om boven de op basis van de begroting vastgestelde kasgeldlimiet van € 5,7 miljoen, additionele korte financieringsmiddelen aan te trekken tot een bedrag van € 25 miljoen. De in bovenstaande tabel weergegeven overschrijdingen van de kasgeldlimiet zijn dus geautoriseerd door de toezichthouder. Emu-saldo Op grond van het bestuurlijk akkoord 'beheersen EMU-saldo lokale overheid' wordt kritisch gekeken naar de uitkomsten van het EMU-saldo van de lokale overheden en de kwaliteit van de informatievoorziening daarover. Het EMU-tekort van de totale overheid is met 2,5% van het Bruto Binnenlands Product uit de gevarenzone, die bij 3% ligt. Met ingang van 2006 moet informatie over het EMU-saldo in de begroting worden opgenomen. De informatievoorziening die de lokale overheden op dit punt behoren te verzorgen, wordt door de betreffende toezichthouder beoordeeld op een aantal criteria. De toezichthouder kan bij onvoldoende kwaliteit overgaan tot het geven van een waarschuwing, een ernstige waarschuwing ofwel een aanwijzing. In het laatste geval dienen direct maatregelen getroffen te worden.
Jaarstukken 2006
148
In onderstaande (voorgeschreven) tabel wordt het EMU-saldo berekend. De vergelijkende cijfers uit de begroting 2006 zijn ook opgenomen. De conclusie die daaruit kan worden getrokken is dat Houten, in tegenstelling tot de verwachting, over 2006 niet in negatieve zin heeft bijgedragen aan het EMUsaldo.
EMU saldo 1 2 3 4 5
6 6a 6b 7 8 8a 8b 9 10
11 11b
Begroting
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd De in mindering op de onder vraag 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen? Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. Grondverkopen: Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Boekwinst op grondverkopen Betalingen ten laste van de voorzieningen Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten Bij de berekening van het EMU-saldo wordt gecorrigeerd voor verkoop van deelnemingen en aandelen. Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen
Berekend EMU-saldo
Rekening
851.000 3.965.000
1.557.110 4.106.861
2.323.000
4.776.094
13.885.000
15.659.998
0
11.202
0 0
0 0
39.910.000
26.179.855
37.034.000 0 1.231.000
37.400.653 0 3.238.736
0
0
0 -10.853.000
Jaarstukken 2006
2.773.330
149
Jaarstukken 2006
150
Bedrijfsvoering Inleiding Die bedrijfsvoering omvat een breed spectrum aan onderwerpen, zoals personeel en organisatie, informatisering en automatisering, communicatie, financieel beheer en facilitaire dienstverlening. De bedrijfsvoering van de gemeente is van groot belang voor het verwezenlijken van de programmaplannen en in relatie daarmee ook voor een rechtmatig, doelmatig en doeltreffend beheer van de beschikbaar gestelde middelen. In deze paragraaf blikken we terug op het afgelopen jaar en de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden.
Aanbevelingen jaarrekening 2005 van de accountant en de rekenkamercommissie In de rapportage van de accountant en het onderzoeksrapport van de rekenkamercommissie over de jaarrekening 2005 is een groot aantal aanbevelingen en adviezen opgenomen. Op het moment van verschijnen van die rapportages was de begroting 2006 al een half jaar vastgesteld en de begroting 2007 in voorbereiding. Vooral bij het opstellen van de begroting 2007 volgens de nieuwe programmaindeling is met de beleidsmatige aanbevelingen rekening gehouden. Voor het jaarverslag 2006, als rapportage over de begroting 2006, is dat beperkt. Belangrijke verbeteringen zijn bereikt als het om indicatoren en kengetallen gaat. Een aantal daarvan is overgenomen in dit jaarverslag. Omdat het veelal om nieuwe indicatoren gaat, ontbreekt het meerjarige beeld, maar vanaf heden wordt een meerjarige reeks opgebouwd. Een aantal aanbevelingen betrof de presentatie en de informatiewaarde. Met beiden is rekening gehouden bij het opstellen van dit jaarverslag. De vergaande presentatie per deelprogramma, zoals aanbevolen door de rekenkamercommissie is zoveel als mogelijk doorgevoerd. Voor de analyse van de risico’s en de weerstandscapaciteit is de bestaande werkwijze gehandhaafd. Het advies van de accountant is inmiddels nader met hem afgestemd en heeft bij de uitwerking van de begroting 2008 onze aandacht. De rechtmatigheid is in 2006, nog meer dan in de jaren daarvoor, in de werkprocessen ingebed. Aan rechtmatigheidsbeheer en de verankering daarvan wordt gaandeweg meer aandacht besteed. De resultaten van de accountantscontrole geven aan dat we daarover terecht positief gestemd mogen zijn. Met een aantal aanbevelingen en adviezen kon echter geen rekening worden gehouden. Een belangrijke reden is de al genoemde bestendigheid met de begroting 2006. Ook de effecten van de organisatieontwikkeling zijn van invloed geweest op de mogelijkheden in tijd en kwaliteit. In de ontwikkeling van de cyclusproducten zit een geleidelijke verbetering die wij vast hebben willen en kunnen houden.
Personeel en organisatie Organisatieontwikkelingtraject In de visie van het college ‘Op weg naar integraliteit’ werden drie knelpunten gesignaleerd: gebrekkige sturing vanuit de top, verkokering binnen de organisatie en gebrekkige bedrijfsvoering. Het college wilde de Samenhang en de Slagvaardigheid verbeteren door betere Sturing en vergroten van het Strategisch vermogen (de vier ’S-en’). In het bijzonder ter versterking van de sturing en het strategisch vermogen, besloot het college over te gaan tot het afdelingen-directiemodel en, gekoppeld daaraan, het leggen van het integrale management bij de afdelingshoofden. Het ging hierbij om het bevorderen van eenheid van de organisatie en integraliteit van beleid en uitvoering. In het bestaande sectorenmodel werd de organisatie gevormd door relatief zelfstandige sectoren onder de eindverantwoordelijkheid van een sectordirecteur. Het MT vormde in feite een coördinerend overleg tussen de directeuren onder voorzitterschap van de gemeentesecretaris als primus inter pares. In het afdelingen-directiemodel is de directie, onder voorzitterschap van de gemeentesecretaris/algemeen directeur, als geheel verantwoordelijk voor de totale organisatie; de directie stuurt op de inhoudelijke samenhang. Daarnaast heeft de directie de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van de concernbrede bedrijfsvoeringskaders en de controlling daarop. Gekoppeld aan het nieuwe model besloot het college tot een nieuwe structuur van de staf, waarbij een betere ondersteuning en advisering aan de lijn op het gebied van bedrijfsvoering kan plaatsvinden. De directie kreeg tot taak een en ander nader uit te werken.
Jaarstukken 2006
151
Deze nadere uitwerking werd door de directie uitgebracht in februari 2006. Het college besloot op basis van het directieadvies ‘Op weg naar meer Samenhang en Slagvaardigheid’ tot de formele overgang naar het afdelingen-directiemodel en de implementatie van de nieuwe stafstructuur met ingang van 1 januari 2007. Naast het inrichten van drie nieuwe stafonderdelen, nl. de concernstaf, de afdeling Bedrijfsvoering, Communicatie en Juridische Zaken (BCJ) en de afdeling Informatie, legt het voorstel de nadruk op het belang van het cultuuraspect. Houten is in ontwikkeling; Houten is ambitieus. Om de doelen te kunnen bereiken moet de gehele organisatie – dat wil dus zeggen de mensen daarbinnen – geleidelijk aan en werkendeweg veranderen. Het gaat daarbij om een proces van prestatieverbetering. Het slagen van een dergelijk proces is afhankelijk van de persoonlijke inzet van mensen. Prestaties worden immers niet geleverd door structuren en systemen, maar door personen. Structuren of systemen kunnen slechts helpen (of juist belemmeren, indien slecht ingericht en georganiseerd). Cultuurverandering is gedragsverandering. In het directievoorstel worden in dat kader vier belangrijke waarden voor de organisatie genoemd: ‘aanspreekbaar’, ‘authentiek’, ‘betrouwbaar’ en ‘betrokkenheid’. Het proces van verandering en prestatieverbetering wordt topdown opgepakt. Als de top van de organisatie – bestuur en management – niet doordrongen is van de organisatiedoelen, van de te leveren prestaties, van het gewenste gedrag en daarbij het goede voorbeeld kan geven, dan kan het proces immers nooit helemaal goed worden doorgevoerd. Al in 2005 zijn de competenties van de directie en de afdelingshoofden ontworpen. Het management heeft ontwikkelassessments gedaan en op basis hiervan zijn ontwikkelplannen gemaakt. In mei 2006 is de driehoofdige directie voltallig geworden door de benoeming van de nieuwe gemeentesecretaris, Hans Wiegel. De directie heeft de regie van het verbetertraject op zich genomen. Over de ontwikkelingen vindt regelmatig overleg plaats met de Ondernemingsraad, die zich actief en constructief-kritisch opstelt. In het voorjaar en in het najaar heeft de directie de ontwikkelingen, de te nemen stappen en de voortgang besproken in een rondgang langs alle afdelingen. De ervaringen hiermee zijn goed. Deze zogenaamde directietournees zullen ook in 2007 worden gehouden. De Ondernemingsraad is steeds bij de bijeenkomsten aanwezig geweest. In 2006 zijn er diverse managementbijeenkomsten en –workshops gehouden over thema’s die van belang zijn voor het verandertraject op het terrein van integraal management, professionalisering en leiderschap, en over de vier waarden. In 2006 is de nieuwe organisatiestructuur verder uitwerkt en is de implementatie voorbereid. Er zijn inrichtingsplannen (eerste fase) gemaakt voor de concernstaf en de nieuwe afdelingen. Met ingang van 1 januari 2007 heeft de formele overgang naar het afdelingen-directiemodel plaatsgevonden en zijn de nieuwe afdelingen van start gegaan. Dit was ook het moment waarop de portefeuille personeel en organisatie van de burgemeester overging naar wethouder Teeuwen. Meerjarenformatieontwikkeling In vervolg op de collegevisie ‘Op weg naar integraliteit’ is het besturingsmodel omgevormd tot een afdelingen-directiemodel. Samenhangend daarmee is het onderzoek gedaan naar de wijze waarop de lijn beter ondersteund kon worden in de bedrijfsvoering door de staf- en ondersteuningsafdelingen. Daaruit is een nieuwe stafstructuur gekomen. Deze nieuwe structuur is eveneens ingevoerd met ingang van 1 januari 2007. De norm voor beheersgemeenten voor de relatie staf/lijn is 30 %. Voor groeigemeenten is dat 32 %. In 2003 werd voorzien dat in 2007 de groeitaak van de gemeente Houten gereed zou zijn. Daarmee hing dus ook de voorgenomen 30 %-norm (relatie staf/lijn) voor 2007 samen. In 2006 bleek echter dat de groei van de gemeente Houten langer duurt dan destijds te voorzien was (vgl. Perspectiefnota 2007). De afbouw van de stad leidt de komende jaren, zowel in bestaand Houten als in Houten-Vinex, tot ingrijpende wijzigingen. Het gaat om de bouw van een groter, volwaardig centrum voor heel Houten, van het nieuwe multifunctionele centrum in Houten-Castellum, de verdere afbouw van Houten-Vinex, zowel voor woningbouw als voor de bedrijven en voorzieningen. Bovenop de Vinex-afspraken worden tot en met 2015 1.250 extra woningen gerealiseerd, vooral voor jongeren en senioren. Grote en belangrijke ontwikkelingen zijn verder de spoorverdubbeling en de verdere ontsluiting van Houten. De afbouw van Houten is nu voorzien in 2010; Houten zal dan huisvesting bieden aan ongeveer 50.000 inwoners. Het langer voortduren van de groeitaak tot 2010 heeft gevolgen voor de ontwikkelcapaciteit van de organisatie en van de daarmee samenhangende taken, zowel in de primaire processen als bij de staf
Jaarstukken 2006
152
en ondersteuning. Dit betekent dat ook de 30 %-norm (relatie staf/lijn) naar achteren verschuift (2010). Tot die tijd geldt een norm van 32 %. Dienstverleningsconcept Naast het sturingsmodel is een andere belangrijke ontwikkeling binnen de organisatie de totstandkoming van het nieuwe dienstverleningsconcept. Dit concept is ontwikkeld in het project ‘werk aan de winkel’ en heeft geleid tot het besluit van het college in februari 2006 om een nieuwe afdeling Publiekszaken in te richten met ingang van 1 januari 2007. Gepaard daaraan ging de verbouwing van het gemeentehuis en de inrichting van een publieksruimte. Op 1 januari is de nieuwe afdeling Publiekszaken van start gegaan. Publiekszaken bestaat uit de Gemeente InGang (de fysieke balies met bezetting) en het Telefonisch Informatiecentrum (TIC). Medewerkers van deze afdeling zijn samen aan de slag gegaan met het verder ontwikkelen van de dienstverlening aan burgers. Het project is aan het einde van 2006 de afrondende en evaluatiefase ingegaan. Burgers worden vanaf half december in de nieuwe centrale publieksruimte, de Gemeente InGang, ontvangen. De burger gaat nooit met 'lege handen' weg. De vraag is beantwoord, het product is geleverd of een afspraak is gemaakt. Ziekteverzuim In de afgelopen jaren is een actief en intensief ziekteverzuimbeleid gevoerd. In 2003 werd er onder de medewerkers een Arbomonitor gehouden. Op basis van de uitkomsten zijn plannen tot stand gekomen voor een periode van drie jaar. Vanaf 2004 is er een systematische aanpak van preventie en terugdringing van het arbeidsgerelateerde ziekteverzuim. Op 1 januari 2004 was het ziekteverzuimpercentage nog 8%. In de jaren 2004 en 2005 daalde het tot 6,6%. In 2006 is het ziekteverzuim opnieuw gedaald met 1,92% van 6,67% naar 4,75%. Het is nu de vraag of het ziekteverzuimpercentage in de komende jaren nog verder zal kunnen afnemen. Dat zal vooral aankomen op het vinden van oplossingen voor het wat meer weerbarstige ziekteverzuim. Belangrijk blijft de structurele aandacht voor het onderwerp en dan vooral de preventieve aanpak. Hierbij speelt het gebruik van het IZA Bedrijfszorgpakket een rol. Medewerkers kunnen zich aanmelden als ze klachten hebben; men hoeft dan niet al ziek te zijn. Ook de komende jaren zal het ziekteverzuim volop in de aandacht blijven.
Informatisering en automatisering Informatiebeleid Eind 2005 was het Informatiebeleidsplan in concept gereed. Door de vele externe ontwikkelingen rondom Informatie (Ictu, EGEM, Andere overheid) bleek het concept in deze vorm niet meer te voldoen. Bij de inrichting van de nieuwe afdeling Informatie in de zomer van 2006 kwam het Informatiebeleid weer in beeld. Er is door Cap Gemini een “second opinion” op het concept uitgevoerd. Aanbevolen werd om een betere balans te vinden tussen de strategische visie van de Gemeente Houten en de externe ontwikkelingen. Verder zouden beleid, acties en planning beter op elkaar aan moeten sluiten. Begin 2007 is begonnen met de herijking van het Informatiebeleid. ICT-beleid Het ICT-beleidsplan 2003 is het kader voor de uitvoering van het ICT-beleid binnen de gemeente Houten. Het ICT-beleidsplan bestaat uit een viertal onderdelen t.w. Server-Hardware, Database software, Werkstations, Netwerk elektronica en Kantoorautomatisering. De uitvoering van dit beleidsplan is uitgevoerd, op Citrix na. Door capaciteitsgebrek (formatieruimte is niet volledig ingevuld) en interferentie van andere projecten (renovatie, EGEM, enz.), is het Citrix project in het gedrang gekomen. Wel zijn al belangrijke delen geïmplementeerd. Afhankelijk van het invullen van de formatieruimte en urgentie van lopende (komende) projecten, wordt er op gemikt om eind 2007 het Citrix project af te sluiten. De planning is dat eind maart 2007 een nieuw ICT-Beleidsplan opgeleverd wordt, waarin de laatste ontwikkelingen opgenomen zijn. Hierin wordt o.a. virtualisatie, beveiliging, consolidatie, uitwijk en hosting uitgewerkt. Met virtualisatie en consolideren van data opslag kan de hardwarelaag robuuster en onafhankelijker opgebouwd worden. Door de onlangs aangelegde glasvezelkabel is het nu mogelijk om in het brandweerhuis een uitwijklocatie te creëren, die in geval van een calamiteit ingezet kan worden. De verwachting is dat deze eind 2007 operationeel is.
Jaarstukken 2006
153
Vastgoedinformatie Programma Vastgoedinformatie (VGI) In 2006 is verder invulling gegeven aan de uitvoering van het programma VGI (beleidsplan Vastgoedinformatie, vastgesteld in 2003). In februari is de nieuwe GIS-Viewer (project 1) geïntroduceerd, waardoor alle medewerkers van de gemeente beter en sneller toegang kregen tot vastgoedinformatie. De GIS-Viewer wordt gestaag verder ontwikkeld. Het project Digitale Bestemmingsplannen (project 7) is opgestart en het project Opzetten Beheerorganisatie Vastgoedinformatie (project 14) is afgerond. Het adviesrapport over dit laatste wordt meegenomen bij de inrichting van de organisatie. Hoewel in de loop van 2006 bleek dat de invoering van de Wet kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen is uitgesteld van 1 januari 2007 tot 1 april 2007, is in 2006 begonnen met het invoeringstraject hiervoor. Satellietbeelden Het project Geo-basisregistratie (project 3) is in 2006 gestart met de uitbreiding van de GBKN (basiskaart van Houten) met gebouwen die buiten de standaardnorm vallen. Dit is nodig om de vergunningverlening en handhaving, en de WOZ-administratie te verbeteren. Mutaties zijn afkomstig uit satellietbeelden (1 à 2 maal per jaar). De levering van hiervan en de bijbehorende mutatiesignalering kon in 2006 niet worden uitgevoerd vanwege de beperkte periode waarin satellietbeelden gemaakt kunnen worden, de beschikbaarheid van satellieten en de weersomstandigheden. In 2007 wordt een nieuwe poging gedaan. Productiewerkzaamheden In de productiesfeer zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: Levering plots aan diverse afdelingen met GBKN, Kadastrale Kaart etc. Levering van digitale geografische bestanden aan derden (opdrachtnemers Houten) Vervaardiging op maat van presentatiemateriaal (luchtfoto’s) en diverse cartografische producten Levering plots van brandkranen op A3 t.b.v. de brandweerauto’s Grensaanwijs” voor het Kadaster (namens de Gemeente Houten) Beheeractiviteiten Beheer van geografische Basisbestanden (GBKN, Kadastrale Kaart, Adressenbestand, buurgrenzenbestand, luchtfoto’s) Applicatiebeheer MicroStation, technische beheersystemen van OW Technisch en inhoudelijk beheer van de GIS-viewer Digitalisering informatievoorziening In 2006 is verder gegaan met het ontwikkelen van het Bestuurlijk Informatie Systeem (BIS), waardoor bestuurlijke informatie steeds beter toegankelijk wordt. In overleg met de leverancier van de applicatie is een ontwikkeling in gang gezet om via de agenda nóg eenvoudiger stukken te kunnen benaderen. Naar verwachting wordt het vernieuwde BIS in het eerste kwartaal van 2007 in gebruik genomen. Voor het digitaliseren van de overige informatiestromen is in 2006 aansluiting gezocht bij het project “Werk aan de Winkel”. De uitgangspunten voor digitalisering van werkprocessen zijn geformuleerd. Hierin blijken relatiebeheer, workflowmanagement en documentmanagement onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vervolgens is onderzocht of dergelijke systemen als op de markt beschikbaar zijn. Daarnaast was er een aantal externe ontwikkelingen waarvoor binnen de beoogde oplossing ruimte moest worden gevonden. Het gaat hierbij vooral om landelijke ontwikkelingen rondom E-formulieren, een initiatief van EGEM. In 2007 wordt een pilot (Digipro) gestart, waarin wordt gekeken of met uitbreiding van de huidige functionaliteit voor postregistratie en archivering kan worden voldaan aan de door de werkgroep “Werk aan de winkel” gestelde eisen.
Communicatie Betrokkenheid burgers vergroten Vanuit het idee om de betrokkenheid van burgers te vergroten is in projecten en processen bewust vastgesteld op welke manier de communicatie vorm moet krijgen. Daar waar mogelijk zijn de inwoners op interactieve wijze betrokken bij het ontwikkelen van plannen en ideeën. Voorbeelden zijn het voorbereiden van het plan voor Park-West en het aandragen van kandidaten voor de Veiligheidsprijs 2006.
Jaarstukken 2006
154
Een van de elementen in communicatie is de informatiebijeenkomst. Per situatie is gekozen voor een opzet en invulling van de bijeenkomst. In het kader van wijkgericht werken zijn de spreekuren, werkbezoeken aan kleine kernen en schouwen in de wijk gecontinueerd. Het organiseren van een wijkontmoetingsdag is als concept heel goed bevallen. In 2007 gaat de gemeente daar mee door. Voorbereidingen zijn getroffen om de website interactiever te maken. In 2007 worden de eerste voorbeelden van digitale dienstverlening zichtbaar. Optimale informatie geven aan burgers De website www.houten.nl is meer en meer ingezet als centraal extern communicatiemiddel. Uit onderzoek blijkt ook dat de inwoner de website steeds vaker is gaan gebruiken voor het verkrijgen van nieuws over de gemeente. Voor het actuele nieuws is de gemeentepagina wekelijks ingezet. Aanvullend daarop is vier keer de gemeentekrant ‘Bouwen aan Houten’ verschenen met daarin meer achtergrondartikelen. Het bestaande persbeleid is gecontinueerd. Dat bestaat uit een wekelijks persgesprek, persberichten in situaties waarin een feit proactief onder de aandacht van de media wordt gebracht en het reageren op persvragen. Intern is een nieuwe werkwijze bij het cluster Communicatie voorbereid. De start daarvan is 1 januari 2007. Kenmerk van de nieuwe werkwijze is adviseren en uitvoeren vanuit de bestuurlijke portefeuilles van de collegeleden.
Financieel beheer Verordeningen De verordeningen ex artikel 212, 213 en 213A van de gemeentewet (financiële beheersverordening, de controleverordening en de verordening op doelmatigheids- en doeltreffendheidonderzoeken) zijn bij alle werkzaamheden leidraad voor de financieel beheersmatige handelingen geweest. Rechtmatigheid Over 2005 is de rechtmatigheid veelal achteraf vastgesteld. De volgende stap is het rechtmatigheidsbeheer een geïntegreerd onderdeel van het kwaliteitsbeheer in de organisatie te laten uitmaken. In het, samen met de accountant opgestelde, controleplan 2006 heeft een nadere uitwerking hiervan plaatsgevonden. Het controleplan 2006 is gebaseerd op het controleplan 2005, waarbij rekening is gehouden met eerder gedane bevindingen. Voor de begeleiding en verdere doorontwikkeling van de rechtmatigheid binnen Houten is een werkgroep Rechtmatigheid in het leven geroepen. Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers uit de organisatie die rechtstreekse raakvlakken hebben met de onderwerpen uit het controleplan. Ten aanzien van de significante processen inkopen/aanbestedingen, uitgaande subsidies, personeel, belastingen/heffingen en FIDO zijn de interne toetsingswerkzaamheden in belangrijke mate in de lijn neergelegd. Dit betekent dat de individuele deelnemer aan de werkgroep de complete coördinatie voor zijn/haar rekening neemt. De werkgroep zelf heeft hierbij in 2006 ‘slechts’ een coördinerende rol vervuld. Digitalisering facturenstroom Het oorspronkelijke projectplan Digitalisering Facturenstroom van maart 2005 had betrekking op de uiteindelijke digitalisering van de facturenstroom door middel van software van leverancier BCT. Het traject voorzag in een testfase met aan het einde een GO/No-Go beslissing. Vanwege de tegenvallende resultaten in planning en product heeft deze testfase uiteindelijk geresulteerd in een No Go beslissing. In lijn met het projectplan is vervolgens gezocht naar een andere leverancier. Daarbij is de keuze gevallen op leverancier Centric. Deze leverancier heeft inmiddels een beproefde applicatie om de facturenstroom te digitaliseren. Deze applicatie (DIS4FIS) werkt echter alleen in combinatie met het financiële pakket FIS@ALL dat de vervanger is van het financiële pakket dat de gemeente nu in gebruik heeft. Als streefdatum voor de in productie name van FIS@All wordt nu aangehouden 01-072007. Voor de uitrol naar de gehele organisatie wordt uitgegaan van 01-01-2008, of eerder als het proces gunstig verloopt.
Jaarstukken 2006
155
Planning prioriteiten financiële agenda De overgang naar een nieuwe raads- en collegeperiode heeft extra werkzaamheden voor de organisatie met zich meegebracht. Om hier een goed inzicht in te hebben is eind 2005 het overzicht ‘planning prioriteiten financiële agenda 2006’ opgesteld. Alle reguliere planning en control cyclus producten, evenals de extra werkzaamheden, waaronder het opstellen van het financiële overdrachtsdocument van het vorige college, de vertaling van het actieprogramma van het college 2006-2010 en de gevolgen van de invoering van het afdelingen-directiemodel per 1 januari 2007 in de begroting voor het jaar 2007, zijn in 2006 gerealiseerd. AO/IC Medio april 2006 is er een werkgroep van start gegaan die zich richt op het optimaliseren van de werkprocessen binnen de financiële administratie. Daarbij wordt beoogd de bestaande werkprocessen nauwkeurig te analyseren en te beschrijven, wat tot een duidelijk inzicht zal leiden in de mogelijkheden de processen te verbeteren, o.a. op het gebied van doorlooptijden, functiescheiding, rechtmatigheid, BBV-regelgeving en efficiency. Het is de bedoeling dat dit proces op 1 maart 2007 is afgerond. Verantwoording programmabegroting Onder de titel ‘beleidscyclus in duaal bestel’ is, in samenspraak met u als raad, gewerkt aan een verbeterslag voor de begroting 2007. In deze begroting is de motie ‘van activiteiten naar effecten’ verwerkt. De uitwerking van deze motie stelt de raad in staat om bij de programmaverantwoording antwoord te geven op de vragen wat willen wij bereiken, wat gaan wij ervoor doen en wat mag het kosten (de zogenaamde drie ‘W-vragen’). De begroting 2007 is daardoor, meer dan in het verleden, een kaderstellend instrument geworden, dat de raad in staat stelt om de hoofdlijnen op maatschappelijke effecten en financiële ontwikkelingen (bij) te sturen. Doelmatigheid In 2006 is het in 2005 gestarte onderzoek naar de gemeentelijke dienstverlening bij bouwaanvragen afgerond. De gemiddelde waardering voor de dienstverlening bij Bouwzaken was een 6.5. Als belangrijke verbeterpunten zijn genoemd: verbetering van de informatieverstrekking, zowel voor als tijdens de procedure én een snellere afhandeling van vergunningen (daar waar dit niet kan, uitleggen waarom de procedure lang duurt). Voor 2006 waren onderzoeken naar de juridische kwaliteitszorg, de telefonische bereikbaarheid van de gemeente en de kwaliteit van de uitgaande brieven in het onderzoeksplan opgenomen. de Bij de afdeling Openbare Werken en Sociale Zaken is in het 4 kwartaal gestart met het onderzoek naar de kwaliteit van brieven. Het onderzoek naar de juridische kwaliteitszorg heeft vanwege capaciteitsproblemen niet plaatsgevonden en wordt in 2007 opgepakt. In september is door NSS Interview een onderzoek uitgevoerd naar de telefonische bereikbaarheid van de gemeente. Gebleken is dat de telefonische bereikbaarheid van de gemeente matig is. Wij verwachten dat de telefonische bereikbaarheid door het starten van het TIC per 1 januari 2007 substantieel zal verbeteren. De resultaten van het onderzoek zijn bij de inrichting van het TIC gebruikt. In 2007 de wordt een 2 onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid verricht om de effecten te meten. In november 2006 heeft de raad kennis genomen van het onderzoeksplan 2007. Single Information en Single Audit (Sisa) Het principe van single information en single audit’ houdt in dat het Rijk bij de vraag naar informatie zoveel mogelijk aansluit bij de informatiebehoeften en verantwoordingsmomenten van de medeoverheden zelf. Bij ‘single information’ hoeft de gemeente, provincie of gemeenschappelijke regeling niet meer een aparte verantwoording voor het rijk op te stellen, maar kan het eigen jaarverslag worden gebruikt. In een bijlage bij de jaarrekening wordt de verantwoordingsinformatie opgenomen die het Rijk nodig heeft om de specifieke uitkeringen te kunnen beoordelen. Met ‘single audit’ wordt bedoeld dat voor de controle door de accountant gebruik wordt gemaakt van de reguliere accountantscontrole bij de jaarrekening. Single information en single audit wordt gefaseerd ingevoerd. Voor het verantwoordingsjaar 2006 is het principe van toepassing op 29 specifieke uitkeringen. Het streven is om met ingang van het verantwoordingsjaar 2007 het principe van single information en single audit in te voeren voor alle specifieke uitkeringen.
Jaarstukken 2006
156
In het bijlagenboek is een bijlage opgenomen met de ‘Sisa verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen’. Het bijbehorende controlegetal is: 455.221.428.
Facilitaire dienstverlening Eind 2005 zijn de renovatiewerkzaamheden aan het gemeentehuis gefaseerd gestart. Feitelijk is sprake van een tweetal bouwstromen en wel: de begane grond en de etages. In 2006 zijn op de begane grond de nieuwe kantine, de foyer en de nieuwe klantenhal “Gemeente InGang” gerealiseerd. In de eerste helft van 2007 worden het vergadercentrum en de representatieve ingang opgeleverd. e e e In 2006 zijn ook de 4 etage van het Kant 2 en de drie etages van Kantstede opgeleverd. De 1 , 2 en e 3 etage van het Kant 2 worden in 2007 gefaseerd in gebruik genomen. Door de gefaseerde aanpak zijn er in 2006 meerdere grote verhuisbewegingen geweest. De omzettingen werden altijd in het weekend verzorgd en zijn, afgezien van wat kleine onvolkomenheden, probleemloos verlopen. Goede voorbereiding en communicatie droegen hieraan bij. Medewerkers die vaak meerdere keren moesten verhuizen, hebben zich solidair en betrokken opgesteld. Ook daardoor is de complexe en ingrijpende aanpak in 2006 succesvol verlopen. Om vooral de etages te kunnen renoveren en de overlast tijdens vergaderingen te beperken is in 2006 2005 een tijdelijke dislocatie aan de Randhoeve in gebruik geweest. Nadat alle werkzaamheden zijn afgerond, (naar verwachting rond mei 2007) wordt deze dislocatie weer verlaten. In 2006 is gestart met het opstellen van een herziening van het voorlopige ontwerp voor de renovatie van de raadzaal. Een klankbordgroep uit de gemeenteraad is daarbij betrokken.
Overige (Regionaal) gecoördineerde inkoop Begin 2006 is het nieuwe Aanbestedingbeleid gemeentebreed ingevoerd. Hiertoe werden er onder meer workshops gegeven om het beleid onder de medewerkers bekend te maken en middelen en methoden aan te reiken voor de uitvoering ervan. Brochures met uitleg zijn verspreid en op het Intranet is een eigen Aanbestedingensite beschikbaar gesteld met informatie en voorbeelddocumenten. Vanaf juni 2006 heeft de gemeente een inkoopcoördinator in dienst. De belangrijkste taken op de korte termijn voor de inkoopcoördinator waren de verdere invoering van het nieuwe Aanbestedingbeleid en begeleiding van de gemeentelijke afdelingen bij de toepassing daarvan. Voor advisering, kennisoverdracht, ontwikkeling van inkoopdocumenten en inkoopvaardigheden werd er door de afdelingen regelmatig een beroep gedaan op de inkoopcoördinator. Verder heeft de inkoopcoördinator presentaties gehouden op management- en afdelingsniveau om te wijzen op de veranderingen die het Aanbestedingbeleid voor de bedrijfsvoering met zich meebracht. Er is een start gemaakt met afdelingsoverstijgend samenwerken om efficiënter aanbestedingen uit te voeren. Het jaar is afgesloten met de ondertekening van de eerste raamcontracten met commerciële dienstverleners. Een contractvorm die voor de invoering van het Aanbestedingbeleid binnen de gemeente nog niet bestond. Regionaal overleg met de Lekstroomgemeenten in het kader van gezamenlijke inkoop heeft geresulteerd in afspraken om gezamenlijke behoeften te inventariseren. Door andere gemeenten is op de gemeente Houten een beroep gedaan, om te adviseren bij het opbouwen van een eigen inkoopfunctie.
Jaarstukken 2006
157
Jaarstukken 2006
158
Verbonden partijen Inleiding Verbonden partijen zijn instellingen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie én waarin zij een financieel belang heeft. Deze paragraaf geeft inzicht in: de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen zoals die zijn opgenomen in de begroting van de gemeente Houten de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen Een kaderstellende beleidsnotitie ‘visie van de gemeente Houten op verbonden partijen’ is op dit ogenblik nog niet voorhanden. Daarom wordt in deze paragraaf volstaan met het benoemen van de belangrijkste taken en doelstellingen van de verbonden partijen en het financiële belang van de gemeente Houten in deze verbonden partijen.
Financieel kader Bij collegebesluit van 25 juni 2003 is vastgesteld dat voor de budgetten gerelateerd aan de begrotingen van derden, slechts een kostenstijging mag worden geaccepteerd die maximaal gelijk is aan het inflatiecijfer dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteert (prijsindexcijfer voor gezinsconsumptie in het betreffende begrotingsjaar). De betreffende relaties zijn schriftelijk van dit besluit op de hoogte gebracht.
Bestuur Regio Utrecht (BRU) (programma: Open bestuurscultuur) Taken en doelstellingen Het BRU behartigt de belangen met een regionaal karakter, met als doel een evenwichtige ontwikkeling in het gebied te bevorderen. Tot de beleidsvelden worden gerekend: ruimtelijke ordening, grondbeleid, volkshuisvesting, verkeer en vervoer, economische zaken en arbeidsmarkt, milieu, onderwijs en educatie, archiefzorg. De belangrijkste taken van het BRU zijn: vaststellen van het Regionaal Structuurplan vaststellen van het Regionaal Verkeers- en Vervoerplan vaststellen van een huisvestingsverordening vaststellen van een woningbouwprogramma beheren van het budget Gebundelde Doeluitkering (volgens de Wet Infrastructuurfonds) verlenen van een vergunning voor lokaal en interlokaal openbaar vervoer en het vaststellen van de dienstregelingen vaststellen van een regionaal-economische ontwikkelingsstrategie vaststellen van bedrijfsterreinen, kantoorlocaties en detailhandelsvoorzieningen die regionaal van belang zijn bevorderen van regionaal-economisch onderzoek vaststellen van de hoofdlijnen van een regionaal promotie- en acquisitiebeleid, gericht op bedrijfsvestiging en toerisme Financieel belang De bijdrage aan het BRU wordt bepaald op basis van het door het CBS vastgestelde inwonertal met de peildatum van januari van het voorgaande jaar. Ook het aantal wooneenheden met dezelfde peildatum is bepalend. Voor elk van de in art. 3 van de gemeenschappelijke regeling genoemde taken wordt jaarlijks meerjarig een integrale kostprijs berekend. Dit geschiedt per productie-eenheid en op basis van een afnameovereenkomst per taakveld tussen het BRU en de deelnemende gemeenten. Belangrijkste ontwikkelingen Sinds 1 januari 2006 bestaat het BRU uit 9 gemeenten, daarvoor uit 10. De gemeente DriebergenRijsenburg is op 1 januari 2006 uit het BRU getreden in verband met de gemeentelijke herindeling.
Jaarstukken 2006
159
De Houtense raad heeft zich in maart 2006 expliciet uitgesproken voor continuering van het lidmaatschap van het BRU door Houten. Deze uitspraak volgde uit de Wet gemeenschappelijke regelingenplus die op 1 januari 2006 in werking is getreden. De belangrijkste reden voor deelname aan het BRU is het feit dat Houten verbonden is aan de grootstedelijke taken van het BRU. Dit geldt vooral voor de taken van het BRU op het gebied van verkeer & vervoer, woonruimte en RSP (Regionaal Structuur Plan). Hoewel ook in andere gemeenten discussies gevoerd werden over voortzetting van de deelname aan het BRU hebben geen andere gemeenten besloten uit te treden en is de samenstelling gehandhaafd. Het BRU heeft in 2006 ook een visie op de kerntaken van het BRU uitgebracht die overeenstemt met de visie die Houten hierop heeft. Vervolgens is met participatie door bestuurders en raadsleden een regionale agenda voorbereid die de prioriteiten voor de komende vier jaar beschrijft. Deze agenda wordt in het voorjaar 2007 door de raden behandeld. Naar aanleiding van de raadsverkiezingen in maart 2006 is de bestuurlijke vertegenwoordiging aangepast wat betreft de vervulling van het Algemeen Bestuur lidmaatschap door een van de raadsleden. Dit geldt eveneens voor de afvaardiging in het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur uit andere gemeenten. De financiële positie van het BRU heeft geen grote veranderingen ondergaan in 2006. Een van de taken van het BRU is die van subsidievertrekker. De omvang van deze subsidies varieert jaarlijks en per project. Het BRU heeft al wel aangegeven dat voor 2008 de indexering toegepast gaat worden op de inwoner- en wooneenhedenbijdrage. Dit is de afgelopen jaren niet gebeurd.
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) (programma: Veilige woon- en leefomgeving) Taken en doelstellingen Doelstelling van de VRU is op de meest effectieve en efficiënte wijze de (voorbereiding op) rampenbestrijding en crisisbeheersing op een hoger kwaliteitsniveau te brengen en te houden, door: ontwikkeling van een samenhangend beleid met betrekking tot de beheersing (voorkomen, voorbereiden op en bestrijden) van rampen en crises en noodhulpverlening vastgelegd in een multidisciplinair werkprogramma. bindende afspraken te maken over de uitvoering van dit beleid door de regionale brandweer, de GHOR, de MKA, de Politie Utrecht en de gemeentelijke diensten; het realiseren van een eenduidige bestuurlijke en samenhangende organisatorische aansturing van de regionale brandweer, de GHOR, de MKA, de politie regio Utrecht, de Gemeenschappelijke Meldkamerfunctie en de gemeentelijke diensten, waarbij deze organisatieonderdelen ook afzonderlijk herkenbaar blijven. het bundelen van de uitvoerende capaciteit bij de regionale hulpverleningsdiensten en gemeentelijke diensten op het terrein van rampenbeheersing, crisisbeheersing en noodhulpverlening. het realiseren van een eenduidige financiering van de VRU door middel van een programmabegroting en een op elkaar afgestemde planning en control-systematiek, waarbij per organisatieonderdeel zichtbaar is wat de resultaten zijn. In juridische zin betekent de vorming van de VRU de beëindiging van de gemeenschappelijke regelingen van de Brandweer Regio Utrecht (BRUL), de GHOR en de GMU. Hiervoor in de plaats komt een nieuwe gemeenschappelijke regeling VRU die met ingang van 2006 in werking treedt. Financieel belang De deelnemende gemeenten betalen een bijdrage die afhankelijk is van het aantal inwoners. In de VRU begroting 2006 wordt voor de komende jaren rekening gehouden met een groei van de inwonerbijdrage. Hierover moet nog besluitvorming plaatsvinden. Gelet op de groei van het aantal inwoners in Houten leidt dat tot extra beslag op financiële ruimte in de eigen begroting. Belangrijkste ontwikkelingen Per 1 januari 2006 is de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) formeel van start gegaan. Middels een nieuwe gemeenschappelijke regeling zijn in de VRU de regionale brandweer (BRUL), het bureau RGF/GHOR, het bureau gemeentelijke crisisbeheersing (BGC) en de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) ondergebracht. Met de totstandkoming van de VRU wordt uitvoering gegeven aan landelijk beleid, zoals vastgelegd in de Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding, het Kabinetsstandpunt Veiligheidsregio’s en het Beleidsplan Crisisbeheersing.
Jaarstukken 2006
160
Het Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding en Crisisbeheersing 2006-2009 omvat de beleidsvoornemens waaraan de regionale brandweer, de GHOR, politie en de gemeenten zich verbinden om de bovengenoemde doelstelling te kunnen realiseren. In 2006 is een aanvang gemaakt met de realisatie van deze beleidsvoornemens en het maken van bindende afspraken ten behoeve van deze realisatie. In 2006 is ook een eenduidige bestuurlijke en samenhangende organisatorische aansturing van de VRU tot stand gekomen. Er is een bestuurs- en managementstatuut vastgesteld, waarin deze aansturing en organisatie van de VRU nader zijn bepaald. De bestuurlijke structuur is gelijk gebleven, bestaande uit een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB). De ambtelijke aansturing van de VRU wordt verzorgd door de directeur Veiligheidsregio, die daarin wordt bijgestaan door het managementteam, bestaande uit de adjunct-directeuren van de verschillende organisatieonderdelen. Door deze heldere managementstructuur en een gezamenlijke huisvesting van alle betrokken organisatieonderdelen, is in 2006 een goede basis gelegd om de integraliteit van beleidsontwikkeling en uitvoering binnen en tussen de verschillende kolommen te waarborgen. De financiering van de VRU vindt plaats op basis van een inwonerbijdrage per gemeente. Deze bijdrage bedroeg in 2006 € 6,02 per inwoner. De prognose voor de komende jaren laat een stijging van de inwonerbijdrage zien. De ambities om de komende jaren de rampen- en crisisbeheersing in de regio Utrecht op een hoger niveau te brengen vragen namelijk om financiële armslag. Het is zaak om er op toe te zien dat de VRU, gegeven de uitdagingen en ontwikkelingen waarvoor de organisatie staat, de begroting zo goed mogelijk in balans weet te brengen met de daadwerkelijk beschikbare middelen.
GGD Midden-Nederland (programma: Volksgezondheid en Milieu) Taken en doelstellingen De GGD Midden-Nederland is belast met de uitvoering van de openbare gezondheidszorg, volgens de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). Financieel belang De gemeente Houten draagt bij in de kosten van de GGD Midden-Nederland op basis van een bedrag per inwoner. Het algemeen bestuur stelt de hoogte van die bijdrage vast. Samen met de andere betrokken gemeenten is Houten aansprakelijk voor het eventuele exploitatietekort. Belangrijkste ontwikkelingen Er is periodiek ambtelijk en bestuurlijk overleg in de regio van de GGD Midden Nederland. Op advies van de Inspectie voor de Volksgezondheid wil het DB van de GGD de wat achtergebleven kwaliteit van de GGD MN vanaf 2007 verbeteren (De GGD op Maat). In regionaal verband wordt over de verbeteringen en de kosten daarvan gesproken. Dit kan leiden tot een verhoging van de inwonerbijdrage na 2007, indien het AB instemt. De taakuitvoering is in 2006 in overeenstemming met de kaderstelling. De wethouder welzijn is de gemeentelijke vertegenwoordiger in het AB.
Recreatieschap De Stichtse Groenlanden (programma: Cultuur, recreatie en sport) Taken en doelstellingen Het recreatieschap de Stichtse Groenlanden is belast met de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de diverse dagrecreatieterreinen (basisvoorzieningen). Daarnaast houdt het recreatieschap zich bezig met allerlei vormen van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen, paardrijden en kanovaren (infrastructuur). Financieel belang Het recreatieschap wordt gefinancierd door middel van gemeentelijke bijdragen. In 2006 wordt de budgetbegroting ingevoerd. Per deelnemer wordt tijdens de budgetperiode een afspraak gemaakt over de hoogte van de bijdrage. Dit budget is taakstellend. Voor de budgetbegroting over de periode 2006-2009 is door het algemeen bestuur van het recreatieschap afgesproken dat de bijdrage jaarlijks met 1,5% mag stijgen. Hiervoor moet de gemeenschappelijke regeling worden aangepast. De provincie Utrecht is akkoord gegaan met de budgetfinanciering en maakt prestatieafspraken met het recreatieschap.
Jaarstukken 2006
161
Belangrijkste ontwikkelingen Deelname in recreatieschappen maakt onderdeel uit van het product Recreatie (programma Duurzaam met deelprogramma Landschap en Recreatie). In de samenstelling van deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling en taken zijn geen veranderingen opgetreden. Qua bestuurlijke vertegenwoordiging zit wethouder Koudijs (portefeuillehouder recreatie vanaf mei 2006) in het algemeen bestuur. Het recreatieschap werkt volgens het programmaplan. Dit bestaat uit drie programma’s namelijk: Beheer, onderhoud en exploitatie van aanwezige regionale voorzieningen incl. toezicht en publieksbegeleiding Vervangingsinvesteringen Beleidsontwikkeling De provincie Utrecht heeft een aantal voorwaarden gesteld naar aanleiding van het rapport Koersvast. Het recreatieschap moet een efficiencyslag maken van 5% en komen tot een verhoging van eigen inkomsten met 10%. Voor het verhogen van eigen inkomsten wordt gekeken naar mogelijkheden voor bv. commerciële exploitatie van het recreatiegebied Laagraven in overleg met betrokken gemeenten. In 2005 is Houten akkoord gegaan met het systeem van budgetfinanciering en de jaarlijkse stijging van 1,5% per deelnemer. Aangezien Houten sneller groeit dan de andere deelnemende gemeenten en er een bedrag per inwoner moet worden betaald, is met de stijging van 1,7% voor 2007 ingestemd. De bijdrage in 2006 is € 136.070,83. Op basis van de aanbevelingen in de accountantsverklaring over de jaarrekening 2005 moet organisatorisch een aantal zaken worden geregeld bij het recreatieschap, zoals het verankeren van een normen- en toetsingskader ten behoeve van de rechtmatigsheidscontrole. Tevens is het nodig om een nota op het gebied van bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de binnen het schap geldende regelingen op te stellen. Daarnaast moet er een keer per 4 jaar een nota reserves en voorzieningen worden opgesteld en de regels voor opdrachtverlening en kasinstructie moeten worden vernieuwd.
Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) (programma: Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting) Taken en doelstellingen De WMMN adviseert over de zorg voor de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschaps- en stedenschoon waaronder de monumentenzorg, evenals de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit Financieel belang De begroting van de WMMN wordt voorgelegd aan het college. De kosten van de WMMN-adviezen worden via de bouwvergunningleges geïnd en één op één aan de WMMN vergoed. Als er veel bouwaanvragen zijn dan is het begrotingsbedrag ontoereikend. Daar staat tegenover dat er dan ook meer bouwleges worden ontvangen. Belangrijkste ontwikkelingen In de tweede Bestuursrapportage over 2006 werd een bedrag beschikbaar gesteld ten behoeve van de inhuur van extern personeel. Onderdeel van deze verstrekking was een bedrag van € 50.000 voor welk bedrag een intern onderzoek verricht zou worden naar de mogelijkheid om het advies dat WMMN heeft uitgebracht ten aanzien van bouwplannen van geringe omvang (bijv. dakkapellen) te gebruiken als interne welstandstoets bij een bouwaanvraag voor een gelijksoortig bouwwerk. Het beoogde doel is tijdwinst te genereren in de afhandeling van bouwaanvragen. In de relatie van de gemeente met de WMMN betekent deze koersaanpassing een vermindering van het aantal aan de WMMN om advies voor te leggen bouwplannen. Door de grote bouwproductie en de daarmee gepaard gaande werkdruk echter, kon aan dit interne onderzoek niet worden toegekomen; dit wordt nu verschoven naar 2007. In de bestuurlijke vertegenwoordiging is wijziging gekomen door de benoeming van wethouder J. van Oostrum in het bestuur van de WMMN. Uit het jaarverslag 2006 van de WMMN blijkt dat in de financiële positie geen wijziging is opgetreden.
Jaarstukken 2006
162
Streekarchivariaat Kromme Rijngebied – Utrechtse Heuvelrug (alle programma’s) Taken en doelstellingen Het Streekarchivariaat heeft de volgende taken en doelstellingen: het beheren van de naar de archiefbewaarplaats overgebrachte statische archiefbescheiden van de gemeenten het toezien op het beheer van de nog niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte dynamische en semi-statische archiefbescheiden van de gemeenten het op verzoek van de gemeenten verrichten van werkzaamheden met betrekking tot hun dynamische en semi-statische archiefbescheiden het verwerven en beheren van andere archieven en verzamelingen die van belang zijn voor de kennis van de plaatselijke samenleving het bevorderen van de lokale en regionale geschiedbeoefening In 2005 is in opdracht van de provincie een onderzoek gestart om te komen tot de vorming van een aantal Regionaal Historische Centra (RHC) met als doel het vergroten van het publieksbereik en een betere naleving van de in de Archiefwet gestelde regels. Ook voor het streekarchivariaat Kromme Rijngebied-Utrechtse Heuvelrug is een dergelijk onderzoek uitgevoerd. Als de aanbevelingen uit dit onderzoek worden overgenomen vindt een verschuiving plaats in de taken van het Streekarchief. Er worden geen werkzaamheden aan de dynamische en semi-statische archiefbescheiden meer verricht. De taken van het streekarchief worden uitgebreid met een advies- en een inspectietaak. Daarnaast komt dan de nadruk te liggen op het verwerven van belangrijke particuliere archieven en zal meer aandacht worden besteed aan het actief (digitaal) aanbieden van het materiaal dat het Streekarchief beheert. Financieel belang De jaarlijkse bijdrage voor de deelnemers wordt vastgesteld aan de hand van een op te stellen werkplan, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de archiefcommissie. De plannen voor de vorming van een RHC hebben naar verwachting een andere verdeelsleutel voor de kosten tot gevolg. Belangrijkste ontwikkelingen Met raadsvoorstel 2006-049 is door de gemeente Houten ingestemd met de ontwikkeling van het Streekarchief naar een Regionaal Historisch Centrum in twee fasen vanaf juli 2006, teneinde vanaf 2010 volledig te voldoen aan de wettelijke taken. De financiële consequenties hiervan zijn al in de begroting t/m 2010 verwerkt. Nadat door alle deelnemende gemeenten is ingestemd met het voorstel om het streekarchief door te laten groeien tot een Regionaal Historisch Centrum, zal de formatie van het centrum worden uitgebreid en wordt met de in bovengenoemd raadvoorstel aangegeven werkzaamheden voor de overgangsfase 2006/2010 voor Houten begonnen. Definitieve besluitvorming heeft tot op heden nog niet plaatsgevonden aangezien de gemeente Bunnik nog geen definitief standpunt heeft ingenomen. Nadat besluitvorming volledig heeft plaatsgevonden wordt bezien in hoeverre de zogenaamde lichte gemeenschappelijke regeling’ nog voldoet of overgezet moet worden naar een andere vorm. De schadeclaims als gevolg van de waterschade van 2003 konden nog niet worden afgewikkeld. Diverse procedures lopen op dit moment nog steeds. Bij de afwikkeling van deze schade loopt de gemeente een maximaal risico van ca. € 60.000.
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) (programma: Volksgezondheid en Milieu) Taken en doelstellingen De AVU werkt samen met en in opdracht van de provincie Utrecht en de Utrechtse gemeenten aan de verbetering van het milieu met betrekking tot afval. Gestreefd wordt naar het bereiken van een zo gunstig mogelijk effect tegen zo laag mogelijke kosten. Namens de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval (dus geen afval van bedrijven). De AVU doet dit door de organisatie en de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van het afval.
Jaarstukken 2006
163
Bestuurlijke vertegenwoordiging De aangesloten gemeenten en de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling AVU. Financieel belang De AVU heeft geen winstdoelstelling en richt zich alleen op de belangen van de aangesloten gemeenten. De AVU laat de uitvoering van de afvalverwijdering over aan op de markt opererende private en publieke ondernemingen, waarmee de AVU bewerkings- en verwerkingsovereenkomsten sluit. Door de gebundelde omvang van de afvalstroom uit de 33 gemeenten, is de AVU een sterke speler en in staat scherpe prijzen en voorwaarden te bedingen. Dat voordeel komt rechtstreeks terecht bij de deelnemende gemeenten en daarmee bij de inwoners. De kosten voor de bewerking en het verwerken van het afval worden door AVU één op één doorberekend aan de gemeenten. Bij de gemeenschappelijke regeling AVU zijn de volgende risico’s actueel: renterisico van de vlottende schuld kredietrisico van de verstrekte gelden debiteurenrisico met betrekking tot de rekening-courantverhouding van de N.V. AVU en de achtergestelde lening aan de N.V. ROVA Holding investeringsrisico betreffende de deelnemingen in N.V. AVU en N.V. ROVA Holding Financiële positie De door de AVU gemaakte kosten worden direct en naar rato doorberekend aan de leden van de AVU. De AVU had in 2006 een beperkt aantal aandelen in de AVR. Eind 2006 is besloten om deze aandelen te verkopen. Het bestuur van de AVU zal een voorstel doen voor de bestemming van de opbrengst van deze verkoop. Belangrijkste ontwikkelingen De producenten of importeurs van wit- en bruingoed hebben op grond van het 'Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur' én de 'Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur' de verantwoordelijkheid voor het milieuvriendelijk verwerken van de afgedankte apparaten. Om aan die verantwoordelijkheid vorm en inhoud te geven hebben de producenten zich verenigd in de stichting SVM-Pact en ICT-Milieu. Zij hebben de inname en verwerking van het wit- en bruingoed zelf ter hand genomen. De inzamelstructuur voor WEB-goederen die mede door de AVU was opgezet is hiermee komen te vervallen.
Politie Regio Utrecht (programma: Veilige woon- en leefomgeving) Deze organisatie is bij nader inzien niet aan te merken als een verbonden partij. Er is weliswaar een financiële relatie vanwege de drie politiesurveillanten in Houten die door de gemeente worden betaald. Dat is echter een andere relatie dan in de zin van verbonden partijen wordt bedoeld. In 2006 hebben zich geen belangrijke ontwikkelingen voorgedaan op beleidsmatig en financieel terrein.
Verbonden partijen in de begroting en jaarrekening Bedragen x € 1
Verbonden partij
Begroting 2006
Bestuur Regio Utrecht Veiligheidsregio Utrecht GGD Midden-Nederland Recreatieschap De Stichtse Groenlanden Provinciale Utrechtse Welstandscommissie Streekarchivariaat Kromme Rijngebied - Utrechtse Heuvelrug Afval Verwijdering Utrecht
Rekening 2006
147.231 189.625 477.000 149.559 113.949 30.776
145.307 186.519 462.787 149.559 167.113 27.505
1.648.649
1.673.427
Eventuele verschillenanalyses zijn opgenomen bij de betreffende programma’s in het jaarrekeninggedeelte van dit jaarverslag.
Jaarstukken 2006
164
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemeen In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven dat in de begroting een overzicht van algemene dekkingsmiddelen en een bedrag voor onvoorzien wordt opgenomen. De algemene dekkingsmiddelen en de post onvoorzien dienen als dekkingsmiddel voor de realisatie van de vastgestelde programma’s. De baten en lasten van de programma’s en het overzicht algemene dekkingsmiddelen inclusief onvoorzien vormen samen het resultaat op begrotings- c.q. rekeningbasis. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Rekening 2005 Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Wet WOZ Onroerende zaakbelastingen Hondenbelasting Zalmsnip Overige belastingen Algemene Uitkering Dividend Saldo financieringsfunctie Saldo BCF Overige algemene dekkingsmiddelen Stelposten Overige algemene baten en lasten Mutaties reserves Subtotaal Onvoorzien Totaal lasten Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Wet WOZ Onroerende zaakbelastingen Hondenbelasting Zalmsnip Overige belastingen Algemene Uitkering Dividend Saldo financieringsfunctie Saldo BCF Overige algemene dekkingsmiddelen Stelposten Overige algemene baten en lasten Mutaties reserves Subtotaal Onvoorzien
Begroting 2006
489.598,72 16.768,50 127,86624.186,39 -
Begroting na wijziging 2006
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2006
Rekening 2006
251.633,98
723.190,00 451.603,00 160.000,00
727.690,00 436.103,00 190.000,00
548.415,99 527.067,32 314.279,53
179.274,01 90.964,32124.279,53-
364.229,44 4.147.403,00 5.893.692,17
2.562.128,00 178.130,00 3.588.686,00 7.663.737,00
12.013,00 742.269,00 4.321.739,00 6.429.814,00
407.822,13 6.629.229,72 8.426.814,69
12.013,00 334.446,87 2.307.490,721.997.000,69-
52.510,00
53.070,00
5.946.202,17
7.716.807,00
6.429.814,00
8.426.814,69
1.997.000,69-
159.165,93 10.188.562,71 151.325,47 25.244.649,96 302.808,05 -
162.288,00 6.856.230,00 155.647,00 29.112.871,00 1.340.711,00 -
162.288,00 6.856.230,00 155.647,00 30.416.442,00 1.340.711,00 -
161.250,89 6.845.132,60 155.056,81 47,00 30.316.685,45 71.011,20 1.008.630,59 -
1.037,1111.097,40590,1947,00 99.756,5571.011,20 332.080,41-
3.919.106,81 2.904.512,43 42.870.131,36
5.752.096,00 2.829.507,00 46.209.350,00
3.449.268,00 3.470.208,00 45.850.794,00
3.601.673,27 5.645.664,06 47.805.151,87
-
-
-
-
-
152.405,27 2.175.456,06 1.954.357,87
-
Totaal baten
42.870.131,36
46.209.350,00
45.850.794,00
47.805.151,87
Saldo
36.923.929,19
38.492.543,00
39.420.980,00
39.378.337,18
Jaarstukken 2006
-
1.954.357,87 42.642,82-
165
Verschillenanalyse Lasten Lokale heffingen: Wet WOZ In 2006 is er een voordeel op de lasten van in totaal € 179.274. Dit kan vooral worden verklaard door een onderschrijding op de doorbelaste kosten vanaf de kostenplaats Belastingen. Voor een deel (€ 42.732) heeft dit te maken met een begrotingswijziging die wel op de kostenplaats Belastingen is verwerkt, maar niet is verdeeld naar de producten. Dit saldo staat op begrotingsbasis onder het product Algemene baten en lasten, waardoor op concernniveau de verschillen tegen elkaar wegvallen en er geen voor- of nadeel optreedt. Een ander deel (€ 138.315) wordt veroorzaakt doordat er 2.217 minder uren aan dit product zijn besteed dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Dit komt doordat de uitvoering van de Wet WOZ een cyclisch karakter kent. Als gevolg daarvan vindt een aantal belangrijke en omvangrijke WOZ-werkzaamheden vooralsnog niet jaarlijks plaats. In 2006 is sprake geweest van een zogenaamd overgangsjaar. Het aantal te behandelen bezwaarschriften is hierdoor, in vergelijking met 2005, gereduceerd van circa 1.250 naar circa 100 ingediende bezwaarschriften. Met het verkorten van de herwaarderingstermijn naar een jaarlijkse herwaardering is de verwachting dat deze fluctuatie tot een minimum gereduceerd wordt. Lokale heffingen: Overige belastingen Het nadeel op lasten van de Lokale heffingen: Overige belastingen wordt veroorzaakt door:
Heffings- en invorderingslasten Kwijtscheldingen
€ €
15.678 75.286
N N
Heffings- en invorderingslasten In 2006 is er een overschrijding op de lasten van in totaal € 15.678. Dit wordt vooral veroorzaakt door een overschrijding op de doorbelaste kosten vanaf de kostenplaats Belastingen. Voor een deel (-/- € 30.058) heeft dit te maken met een begrotingswijziging die wel op de kostenplaats Belastingen is verwerkt, maar niet is verdeeld naar de producten. Dit saldo staat op begrotingsbasis onder het product Algemene baten en lasten, waardoor op concernniveau de verschillen tegen elkaar wegvallen en er geen voor- of nadeel optreedt. Een ander deel (€ 40.201) wordt veroorzaakt doordat er 285 meer uren aan dit product zijn besteed dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Dit komt doordat in 2006 bekend is geworden dat de uren van de applicatiemedewerker belastingen gedeeltelijk ten onrechte jaarlijks nog werden doorbelast naar de financiële administratie. In 2006 is deze handelwijze gecorrigeerd. Daardoor ontstaat een zichtbare afwijking, omdat vanuit de jaarlijkse resultaten eerder geen aanleiding bestond tot een correctie van het aantal begrote uren. Voor de uitvoering van de oplegging en invordering van de gecombineerde aanslagen, wordt adequaat en deels meer efficiënt gewerkt. Gevolg is dat in toenemende mate gebruikt wordt gemaakt van beschikbare informatiebronnen. Dit veroorzaakt een toename aan zogenaamde abonnementskosten. Daarnaast fluctueren de kosten als gevolg van wijziging in gerealiseerde aantallen. Vooral de dwanginvordering maar ook de mate waarin de verschillende belastingaanslagen verenigd konden worden op één gecombineerde aanslag en fluctuaties door autonome groei vormen deels de verklaring. Ook doorberekende tariefstijgingen van dienstaanbieders laten een toename aan kosten zien. In totaal ontstaat door bovenstaande een overschrijding op de lasten van in totaal € 5.535. Kwijtscheldingen Op kwijtscheldingslasten is in 2006 een nadeel van in totaal € 75.286 ontstaan. Dit wordt veroorzaakt door: Een overschrijding op de doorbelaste kosten vanaf de kostenplaats Belastingen van € 92.285 doordat er 1.242 meer uren aan dit product zijn besteed dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Verificatie heeft opgeleverd dat er, in relatie tot een onjuiste doorbelasting in 2005 naar het product kwijtschelding, abusievelijk geen aanleiding is geweest tot een correctie van het aantal begrote uren. Nu blijkt dat in 2006 sprake is van een juiste registratie en doorbelasting, moet daarmee de begroting 2007 eveneens in overeenstemming worden gebracht.
Jaarstukken 2006
166
Een onderschrijding op de kosten van kwijtschelding van € 16.999. Met de afschaffing van de gebruikerslasten onroerende-zaakbelastingen in 2006, is het werkelijke bedrag aan te verlenen kwijtschelding (belastingen) aanzienlijk gereduceerd. Met dit effect was in de begroting rekening gehouden. Op basis van de jaarlijkse doorbelasting, is een raming gemaakt van het restant te verwachten bedrag aan te verlenen (belasting) kwijtschelding. Feitelijk gaat het hierbij voor 2006 om de hondenbelasting en aanvragen kwijtschelding in 2006 voor oude belastingjaren, die daardoor nog ten laste zouden komen van 2006. Gezien de werkelijke omvang van de kwijtschelding, blijkt de aangepaste raming achteraf nog te hoog geschat. Saldo BCF Het nadelige verschil op het BTW Compensatiefonds van in totaal € 124.280 valt uiteen in twee componenten, te weten: Het nadelige verschil op het BTW Compensatiefonds valt uiteen in twee componenten, te weten: 1. Verevening BTW Compensatiefonds (€ 27.151 N) De verevening is het bedrag aan BTW dat de gemeente in het kader van het BTW Compensatiefonds niet vergoed krijgt. In de begroting 2006 is rekening gehouden met een bedrag van € 190.000 als gevolg van de verevening van 5%. In werkelijkheid is de totale last uitgekomen op € 217.151. 2. Nacalculatie BTW Compensatiefonds (€ 97.129 N) Voor de diverse kostenplaatsen, zijn door de belastingdienst voorcalculatorische Btw-tarieven vastgesteld. Deze Btw-tarieven gelden voor 5 jaar (boekjaar 2005 tot en met boekjaar 2009). Op basis van de voorcalculatorische Btw-tarieven en de daadwerkelijke lasten die op de diverse kostenplaatsen worden verantwoord, wordt gedurende het boekjaar de Btw-last gecompenseerd bij het Btw Compensatiefonds. Bij het opstellen van het jaarverslag wordt een nacalculatie opgesteld. Hierbij wordt de werkelijke Btw-last, die wordt bepaald aan de hand van de verantwoorde facturen, vergeleken met de voorcalulatorisch verantwoorde Btw-last. In 2006 is uit deze nacalculatie gebleken dat er € 97.129 te veel aan Btw gecompenseerd is bij het Btw Compensatiefonds. Dit verschil wordt voornamelijk verklaard, doordat de lasten met betrekking tot de onderwijsaccommodaties op voorcalculatorische basis grotendeels als compensabel worden aangemerkt. In werkelijkheid zijn deze lasten echter grotendeels niet compensabel, waardoor achteraf een groot deel van de Btw op deze lasten alsnog afgedragen moet worden. Overige algemene lasten Het voordeel op de overige algemene lasten word veroorzaakt door: Exploitatieposten AD door GB Kapitaallasten Saldo van kostenplaatsen Overig Totaal
€ € € € €
54.183 236.177 40.739 3.348 334.447
V V V V V
Exploitatieposten AD door GB Het voordeel op de lasten van dit product wordt veroorzaakt doordat er minder uren vanuit de afdeling Projectontwikkeling zijn doorbelast. In de begroting is uitgegaan van 950 uur. Op dit product zijn 399 uren gerealiseerd. In werkelijkheid zijn er wel meer uren door de afdeling Projectontwikkeling gemaakt voor de Algemene dienst, maar die zijn voor een deel ook op andere producten verantwoord. Kapitaallasten e In de 1 bestuursrapportage 2006 is op het product Algemene baten en lasten een rentecomponent bijgeraamd voor een bedrag van € 236.177. Deze bijraming had op de Saldo financieringsfunctie gemoeten, aangezien de realisatie van de rentekosten niet onder algemene baten en lasten wordt verantwoord maar onder Saldo financieringsfunctie (zie ook hierna bij Saldo financieringsfunctie). Saldo van kostenplaatsen De op de kostenplaatsen geraamde baten en lasten worden alleen bij het opstellen van de primitieve begroting doorbelast naar de producten. Begrotingswijzigingen gedurende het jaar die betrekking hebben op kostenplaatsen worden wel op de betreffende kostenplaats bij- of afgeraamd. Het saldo van deze begrotingswijzigingen wordt doorbelast naar het product Saldo van kostenplaatsen (en dus niet doorbelast naar de producten).
Jaarstukken 2006
167
Bij de kostenverdeling die wordt uitgevoerd bij het opstellen van het jaarverslag worden wel alle op de kostenplaatsen verantwoorde baten en lasten doorbelast naar de producten en wordt er in principe niets doorbelast naar het product Saldo van kostenplaatsen. Deze systematiek leidt ertoe dat er een voordeel op het product Saldo van kostenplaatsen ontstaat en een nadeel op producten binnen de verschillende deelprogramma’s. Mutaties reserves Het nadeel van € 2.307.491 op de lastenkant van de post Mutaties reserves wordt veroorzaakt door een viertal posten, te weten: 1. Het rekeningresultaat van 2005 (€ 2.285.941) dat is gestort in de algemene reserve. Dit wordt geboekt via de exploitatie van 2006 terwijl dit niet is begroot. 2. De werkelijke storting in de bestemmingsreserve bouwleges, die € 218.490 lager is dan begroot, omdat de opbrengsten lager zijn. Per saldo verloopt dit op concernniveau budgetneutraal. 3. De storting in de algemene reserve van de helft van de middelen die vanuit de grondexploitatie worden overgedragen voor het initieel onderhoud (€ 216.632). Hiervan is besloten dat deze middelen voor 50% worden toegevoegd aan de algemene rentegevende reserve. Deze storting was echter niet begroot. 4. De storting in de bestemmingsreserve cultuurcluster die € 23.407 hoger is dan begroot. Deze storting vindt plaats op basis van het werkelijke exploitatieresultaat van sporthal de Kruisboog en sporthal de Slinger. Onvoorzien In de primitieve begroting 2006 is de post onvoorzien opgenomen voor een bedrag van € 53.071. In de bestuursrapportage 2006 is de post onvoorzien echter afgeraamd, omdat hier in 2006 geen gebruik van is gemaakt. Baten Dividend In 2006 heeft de BNG tweemaal een uitkering gedaan. Over het boekjaar 2005 is een dividend ontvangen van € 14.976. Daarnaast is in 2006 een extra uitkering ten laste van de reserves van de BNG ontvangen van € 56.035. Tot de extra uitkering is pas eind 2006 besloten en om die reden is die niet in de bestuursrapportage 2006 meegenomen. Saldo financieringsfunctie Het saldo van de kostenplaats financiering vertoont een nadeel van € 332.080. Dit nadeel kan als volgt worden verklaard: In de bestuursrapportages van 2006 is van een aantal grote investeringen de kapitaallast afgeraamd. De reden hiervoor was dat bij het opstellen van het jaarverslag 2005 een groot aantal investeringen niet is afgesloten omdat deze investeringen niet waren opgeleverd. Daarom worden in 2006 geen kapitaallasten gegenereerd, terwijl deze bij het opstellen van de begroting 2006 wel waren voorzien. Bij het aframen van de kapitaallasten is ook het rentedeel van de kapitaallasten afgeraamd. In 2006 zijn de uitgaven voor die investeringen echter wel grotendeels gedaan en heeft dus ook financiering van deze bedragen plaatsgevonden. Hiervoor was een rentelast van € 236.177 bijgeraamd, echter abusievelijk onder de kapitaallasten bij de algemene baten en lasten i.p.v. onder saldo financieringsfunctie (zie hiervoor). Hierdoor is op de saldo financieringsfunctie een nadeel verantwoord van € 256.863, maar dit wordt dus voor € 236.177 gecompenseerd door de onderschrijding bij de algemene baten en lasten, onderdeel kapitaallasten. De rentelasten in de begroting 2006 zijn bepaald aan de hand van het saldo van de opgenomen geldleningen per 1 januari 2006. Hierbij is echter geen rekening gehouden met het feit dat voor de meeste leningen de betaling van de rente en aflossing pas in 2007 plaatsvindt. In de realisatie wordt hiermee wel rekening gehouden door het opnemen van een transitorische rentelast. Deze transitorische rentelast staat als nog te betalen bedrag op de balans. Aangezien de last in de afgelopen jaren is gevormd, hoeft jaarlijks alleen het verschil in transitorische rentelast tussen het huidige en het voorgaande boekjaar als rentelast te worden gemuteerd. Door het niet verwerken van de transitorische rentelast in de begroting, worden de rentelasten te hoog begroot. Hierdoor ontstaat in 2006 een voordelig verschil van € 55.379. Een voordeel op de post bespaarde rente van € 186.207, dat wordt veroorzaakt doordat de werkelijke stand van de reserves en voorzieningen die tot de financieringsmiddelen worden gerekend la-
Jaarstukken 2006
168
ger is dan de begrote stand. Hiertegenover staat echter ook een nadeel op de overige baten, zodat deze post op concernniveau budgetneutraal verloopt. Een voordeel op de afschrijvingslasten van € 214.555. Dit wordt veroorzaakt doordat bij de aframing van de kapitaallasten in de eerste bestuursrapportage, ten onrechte de kapitaallasten waarvoor op een andere wijze dekking aanwezig is niet zijn afgeraamd. Tegenover het voordeel op de afschrijvingslasten staat een nadeel op de doorbelaste kapitaallasten van € 537.284. Op concernniveau verloopt deze post budgetneutraal. Overige voordelen voor een bedrag van € 5.926. Mutaties reserves Het voordeel op de baten van de post Mutaties reserves van € 2.175.456 wordt veroorzaakt door een viertal posten, te weten: Als gevolg van het rekeningresultaat 2005 wordt een bedrag van € 2.300.547 via de exploitatie afgewikkeld. Dit is niet begroot. (Het verschil tussen de bate van € 2.300.547 en de last van € 2.285.941, zijnde € 14.606, wordt niet in de algemene reserve gestort, maar is via de resultaatbestemming gestort in de voorziening breedtesportimpuls.) De bij de jaarrekening 2005 ingestelde bestemmingsreserve overlopende posten (€ 55.916) is in 2006 niet besteed voor de aangegeven posten, waardoor het bedrag in 2006 is vrijgevallen. Hierdoor ontstaat een incidenteel voordeel van € 55.916. Bij de tweede bestuursrapportage 2005 is aangegeven dat in 2006 een bedrag van € 45.000 zou worden onttrokken aan de bestemmingsreserve archeologiebeleid. Dit is echter niet gebeurd waardoor er op deze post een nadeel ontstaat. De onttrekking aan de bestemmingsreserve cultuurcluster is € 136.007 lager dan voorzien. De onttrekking vindt namelijk plaats op basis van de werkelijk gerealiseerde lasten.
Jaarstukken 2006
169
Jaarstukken 2006
170
Jaarrekening
Jaarstukken 2006
171
Jaarstukken 2006
172
Uitgangspunten financiële verslaglegging Wettelijke bepalingen De jaarrekening is samengesteld met inachtneming van de betreffende bepalingen in de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Waarderingsgrondslagen balans Algemeen Bij het samenstellen van de balans is een bestendige gedragslijn in acht genomen. Vaste activa Het beleid ten aanzien van vaste activa is vastgelegd in de Nota Investeringen en Afschrijvingen 2004. Genoemde nota is in de raad van 3 februari 2004 vastgesteld. Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiele en de financiële vaste activa. Alle activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs wordt voorts een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Daarnaast wordt een actief dat buiten gebruik wordt gesteld, afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden afgeschreven op basis van de verwachte nuttigheidsduur met een maximale afschrijvingstermijn van 5 jaar. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gesplitst in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Tevens vallen onder de materiele vaste activa de in erfpacht uitgegeven gronden. Alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. Op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de investeringen met een economisch nut worden bijdragen van derden die in directe relatie staan tot de investering in mindering gebracht. De toegepaste (lineaire of annuïtaire) afschrijvingen zijn gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden in principe geactiveerd. Mocht de exploitatie het toelaten dan kan besloten worden deze investeringen niet te activeren en ten laste van de exploitatie te brengen. Deze beslissing wordt per situatie of per investering genomen. De toegepaste (lineaire of annuïtaire) afschrijvingen zijn gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. Extra afschrijvingen kunnen worden toegepast, mits de exploitatie dit toelaat. Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de ontvangen aflossingen. De kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs.
Jaarstukken 2006
173
Onderhanden werk aangaande investeringen De post onderhanden werk aangaande investeringen ontstaat als uitvloeisel van de Nota Investeringen en Afschrijvingen 2004. Het betreft investeringen die nog niet in het verslagjaar zijn opgeleverd en waarvan de restantkredieten worden overgebracht naar het volgende boekjaar. Na oplevering van de investering zal feitelijke activering plaatsvinden en zal een aanvang worden genomen met het afschrijven conform de richtlijnen. De onderhanden werk aangaande investeringen worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en opgenomen onder de activaposten, zoals hierboven genoemd. Vlottende activa Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, de liquide middelen en de overlopende activa. Voorraden De verschillende voorraadcomponenten zijn als volgt gewaardeerd: De verspreide percelen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten. Indien deze waarde hoger is dan de intern getaxeerde waarde, wordt voor het verschil een voorziening gevormd. De gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings/vervaardigingsprijs, vermeerderd met rente en exploitatiekosten. De onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings-/vervaardigingsprijs, vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen. Indien wordt verwacht dat de geactiveerde kosten niet door verkopen van grond kunnen worden terugverdiend, is ter grootte van het geraamde tekort een voorziening gevormd. De voorraad brandstof is gewaardeerd tegen de gemiddelde inkoopprijs. De voorraad burgerzaken zijn gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopprijs. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde verrekend. De voorzieningen wegens oninbaarheid betreffen: Algemene debiteuren De vorderingen met betrekking tot algemene debiteuren tot en met 2001 worden voor 100% opgenomen in de voorziening. De vorderingen vanaf 2002 worden per vordering beoordeeld op oninbaarheid en dienovereenkomstig opgenomen in de voorziening. Debiteuren op het gebied van gemeentelijke belastingen De vorderingen tot en met 2004 worden voor 100% opgenomen in de voorziening; de vorderingen 2005 voor 10%. De vorderingen 2006 worden per vordering beoordeeld op oninbaarheid en dienovereenkomstig opgenomen in de voorziening. Vorderingen bijstandsverlening De vorderingen bijstandsverlening worden per vordering beoordeeld op oninbaarheid en dienovereenkomstig opgenomen in de voorziening. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Overlopende activa De overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Vaste passiva Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen (reserves en het rekeningresultaat), de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. De vaste passiva, met uitzondering van de voorzieningen, worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde.
Jaarstukken 2006
174
Reserves en Voorzieningen Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen is vastgelegd in de Nota Reserves en Voorzieningen 2004. Genoemde nota is in de raad van 3 februari 2004 vastgesteld. Reserves Reserves zijn het eigen vermogen van de organisatie en dienen om tegenvallers in de exploitatie op te vangen en om investeringen te kunnen financieren. Algemene reserves en bestemmingsreserves vormen samen met het saldo van de exploitatierekening het eigen vermogen. De algemene reserves (niet zijnde bestemmingsreserves) zijn bestemd voor opvang van tekorten, als buffer voor risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen en voor onvoorziene, onuitstelbare en onvermijdbare (drie O’s) uitgaven. Bestemmingsreserves zijn van de algemene reserves afgezonderde bestanddelen waaraan de politiek een bepaalde bestemming heeft gegeven of door een geldgever bijzondere voorwaarden zijn gesteld (geoormerkt). Vermeerderingen en verminderingen vinden plaats op basis van: de in de begroting vastgestelde bedragen; de bij de jaarrekening 2005 vastgestelde resultaatbestemming 2005; aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde vermeerderingen en verminderingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken daarom deel uit van de resultaatbepaling. Voorzieningen Voorzieningen worden gerekend tot het vreemd vermogen en worden gevormd wegens: verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; op balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; kosten die in het volgende boekjaar worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Dotaties en onttrekking aan voorzieningen vinden plaats op basis van: de in de begroting vastgestelde bedragen; de bij de jaarrekening 2005 vastgestelde resultaatbestemming 2005; verkregen subsidiegelden; aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde dotaties en onttrekkingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken daarom deel uit van de resultaatbepaling. Vlottende passiva Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar en de overlopende passiva. De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Jaarstukken 2006
175
Waarderingsgrondslagen baten en lasten Lasten en baten De lasten en baten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Bij het bepalen van het resultaat is een bestendige gedragslijn in acht genomen. Als bedrijfsresultaat van de grondexploitatie wordt aangemerkt de resultaten van de afgewikkelde complexen niet-Vinex. Voordelen op financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex worden niet als winst verantwoord. Eventuele voordelen worden ingezet om tekorten van andere deelcomplexen binnen Vinex te dekken. De baten en lasten die betrekking hebben op de verspreide percelen, de nog niet in exploitatie genomen gronden en de onderhanden werken, worden verrekend met de boekwaarde van deze gronden. Afschrijvingen Het afschrijven op een investering vangt aan per 1 januari van het verslagjaar volgend op het jaar waarin de investering is opgeleverd. Investeringen worden lineair afgeschreven, met uitzondering van investeringen waarvan de kapitaallasten gedekt worden uit de afvalstoffenheffing of rioolrecht. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar (met uitzondering van specifieke besluiten ten aanzien van investeringen met een maatschappelijk nut). Op gronden wordt niet afgeschreven. Daarnaast wordt ook niet afgeschreven op de investering met betrekking tot het politiebureau. Dit is conform de met de Rijksgebouwendienst overeengekomen financieringswijze. Rente De rentelasten betreffen het saldo van: aan geldverstrekkers werkelijk betaalde rente; werkelijk ontvangen rente op uitgezette gelden; aan de grondexploitatie en de vaste activa toegerekende rente. De rentelasten worden door middel van een omslagpercentage over de rekening van baten en lasten verdeeld. Kostenplaatsen De op de kostenplaatsen verantwoorde lasten en baten zijn in 2006 conform de in de begroting 2006 opgenomen sleutels verdeeld. Er is uitgegaan van een totale doorverdeling (dus geen saldi op kostenplaatsen), wat impliceert dat nacalculatorische tarieven zijn gehanteerd. Door de gehanteerde werkwijze is het resultaat op de kostenplaatsen na verdeling nihil en zijn alle kosten verdeeld over de deelprogramma’s en investeringen.
Jaarstukken 2006
176
Jaarstukken 2006
177
Balans per 31 december 2006 ACTIVA
31-12-2006
31-12-2005
Vaste activa Immateriële vaste activa - kosten van onderzoek en ontwikkeling - bijdragen aan activa in eigendom van derden - overige immateriële vaste activa - onderhanden werk kosten van onderzoek en ontwikkeling
Materiële vaste activa - investeringen met een economisch nut - investeringen met een maatschappelijk nut - onderhanden werk investeringen met een economisch nut - onderhanden werk investeringen met een maatschappelijk nut - erfpachtsgronden
Financiële vaste activa - leningen aan woningbouwcorporaties - overige langlopende leningen - kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
Totaal vaste activa
€ €
7.117 7.117
€ €
-
€ €
74.101.757 1.126.437 17.651.355 182.463 93.062.012
€ €
71.317.094 1.132.650 8.366.248 80.815.992
€ €
20.004.875 9.450.418 18.323 29.473.616
€ €
20.321.296 9.435.209 18.323 29.774.828
€
122.542.745
€
110.590.820
Vlottende activa Voorraden - grond- en hulpstoffen: verspreide percelen € - grond- en hulpstoffen: niet in exploitatie genomen bouwgronden - onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie - onderhanden werk: financieel afgewikkelde deelcomplexen - gereed product en handelsgoederen €
5.180.525 3.049.955 14.698.750 14.807.63524.744 8.146.339
€ €
5.046.921 5.476.369 22.703.468 14.765.03225.926 18.487.652
€ €
5.029.371 3.862.365 8.891.736
€ €
4.898.643 2.584.332 7.482.975
Liquide middelen
-
2.672.717
-
1.614.692
Overlopende activa
-
7.050.006
-
5.230.939
Totaal vlottende activa
€
26.760.798
€
32.816.258
Totaal generaal
€
149.303.543
€
143.407.078
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar - vorderingen op openbare lichamen - overige vorderingen
Jaarstukken 2006
178
PASSIVA
31-12-2006
31-12-2005
Vaste passiva Eigen vermogen - algemene reserves - bestemmingsreserves
€ € €
44.348.118 5.486.057 49.834.175 571.621 50.405.796
€ € €
39.624.314 6.925.748 46.550.062 2.300.547 48.850.609
€
22.657.196
€
20.872.095
€ €
47.342.296 4.824 47.347.120
€ €
44.967.946 4.824 44.972.770
€
120.410.112
€
114.695.474
€ €
15.000.000 8.926.732 23.926.732
€ €
13.800.000 9.648.030 23.448.030
Overlopende passiva
€
4.966.699
€
5.263.574
Totaal vlottende passiva
€
28.893.431
€
28.711.604
Totaal generaal
€
149.303.543
€
143.407.078
Gewaarborgde geldleningen
€
131.911.593
€
253.689.136
- nog te bestemmen resultaat jaarrekening
Voorzieningen
Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar - onderhandse leningen van binnenlandse banken - waarborgsommen
Totaal vaste passiva
Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar - kasgeldleningen - overige schulden
Jaarstukken 2006
179
Jaarstukken 2006
180
Toelichting op de balans ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa
31-12-2006 € € €
Kosten van onderzoek en ontwikkeling Bijdragen aan activa in eigendom van derden Overige immateriële vaste activa Onderhanden werk Totaal
31-12-2005 € € €
7.117 7.117
-
Onderhanden werk De post onderhanden werk aangaande investeringen ontstaat als uitvloeisel van de nota Investeringen en Afschrijvingen 2004. Het betreft investeringen die nog niet in het verslagjaar zijn opgeleverd en waarvan de restantkredieten worden overgebracht naar 2007 (zie ook het overzicht restantkredieten dat in de bijlagen bij dit jaarverslag is opgenomen). Na oplevering van de investering vindt feitelijke activering plaats en zal een aanvang worden gemaakt met het afschrijven conform de richtlijnen. De post onderhanden werk per 31-12-2006 heeft betrekking op het voorbereidingskrediet dat is gevoteerd voor het uitwerken van een plan voor de inrichting van een speelnatuur. Het betreft een vooronderzoek dat mogelijk leidt tot het voteren van een krediet voor de daadwerkelijke inrichting. Afschrijvingsmethoden Voor de waarderingsgrondslagen en de methoden van afschrijven wordt verwezen naar het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Materiële vaste activa
31-12-2006 € € €
Investeringen met een economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut Erfpachtgronden Onderhanden werk met een economisch nut Onderhanden werk met een maatschappelijk nut Totaal
74.101.757 1.126.437 75.228.194 17.651.355 182.463 93.062.012
31-12-2005 € € €
71.317.094 1.132.650 72.449.744 8.366.248 80.815.992
De investeringen in materiële vaste activa kunnen als volgt worden onderverdeeld in de verschillende categorieën: 31-12-2006 € € €
Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Erfpachtgronden Onderhanden werk Totaal
Jaarstukken 2006
14.515.811 46.763.690 5.746.236 235.115 1.957.817 6.009.525 75.228.194 17.833.818 93.062.012
31-12-2005 € € €
13.671.026 45.574.325 5.620.519 274.452 1.375.003 5.934.419 72.449.744 8.366.248 80.815.992
181
Het verloopoverzicht van de materiële vaste activa over 2006 ziet er als volgt uit:
Gronden en terreinen Boekwaarde per 31-12-2005 Consolidatie Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH) Correctie i.v.m. wisseling activasoort
€
13.671.026
€
-
-
-
Boekwaarde per 01-01-2006 Investeringen Desinvesteringen
€ -
13.671.026 1.042.621 37.338-
€ €
Afschrijvingen: - normale afschrijving - inhaalafschrijving Bijdragen van derden Boekwaarde per 31-12-2006
Grond-, wegen waterbouwkundige werken
Bedrijfsgebouwen
Vervoermiddelen
€
5.620.519
€
274.452
223.289-
-
-
-
-
€ -
45.351.036 4.152.895 263.022-
€ -
5.620.519 266.761 -
€ -
274.452 25.611 -
14.676.309
€
49.240.909
€
5.887.280
€
300.063
115.99044.50814.515.811
€
2.491.58214.363 46.763.690
€
141.0445.746.236
€
64.948235.115
Machines, apparaten en installaties
45.574.325
Overige materiële vaste activa
Erfpachtgronden
Totaal
Boekwaarde per 31-12-2005 Consolidatie Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH) Correctie i.v.m. wisseling activasoort
€
1.375.003
€
5.934.419
€
-
€
-
-
-
-
-
-
-
223.289-
Boekwaarde per 01-01-2006 Investeringen Desinvesteringen
€ €
1.375.003 824.402 2.199.405
€ €
5.934.419 1.496.315 10.0767.420.658
€ €
-
72.226.455 7.808.605 310.43679.724.624
€
241.5881.957.817
€
1.412.8981.765 6.009.525
€
-
€ € €
Afschrijvingen: - normale afschrijving - inhaalafschrijving Bijdragen van derden Boekwaarde per 31-12-2006
72.449.744
4.468.05028.38075.228.194
Gronden en terreinen De investeringen in de gronden en terreinen bestaan uit: Bedrag - Sociaal cultureel centrum Hofstad: grond - Sporthal De Kruisboog: grond - Sporthal De Slinger: grond Totaal
€ €
155.872 323.856 138.380 618.108
Afschrijvingstermijn n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Daarnaast zijn er in 2006 door de Belastingdienst twee integratieheffingen opgelegd. Dit houdt in dat er in 2006 BTW is betaald over investeringen die in voorgaande jaren zijn gedaan. Deze nabetaalde BTW moet worden toegerekend aan de investeringsbedragen van een aantal al bestaande investeringen, te weten:
Jaarstukken 2006
182
Bedrag € €
- Hockeycomplex Tiellandt: grondkosten S2 - Sporthal Molenzoom: grond - Sportcomplex De Kruisboog: grondkosten - Sporthal Weteringhoek: grond - Kunstgrasveld Oud Wulven Totaal
28.498 51.839 173.619 68.351 102.206 424.513
Afschrijvingstermijn n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 20 jaar lineair m.i.v. 2006
De opgenomen desinvesteringen hebben betrekking op een teruggave BTW die in 2006 heeft plaatsgevonden als gevolg van de toepassing van het Sportbesluit. Deze terugontvangen BTW moet in mindering worden gebracht op de investeringsbedragen van een aantal al bestaande investeringen, te weten: Bedrag € €
- Sporthal Molenzoom: grond - Gymlokaal De Plantage: grond - Gymlokaal De Vlinder: grond Totaal
Afschrijvingstermijn
30.542 2.523 4.273 37.338
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
De inhaalafschrijving heeft betrekking op: - De aanlegkosten van sportcomplex Oud Wulven. Op deze investering heeft een inhaalafschrijving plaatsgevonden voor een bedrag van € 9.023, vanwege de vervanging van een van de natuurgrasvelden van het bestaande sportcomplex Oud Wulven door een kunstgrasveld. - De verkoop van tenniscomplex Schalkwijk. Hierdoor is in 2006 de investering in de aanlegkosten van dit tenniscomplex versneld afgeschreven voor een bedrag van € 35.485. Bedrijfsgebouwen De investeringen in de bedrijfsgebouwen bestaan uit: Bedrag - Sociaal cultureel centrum Hofstad: bouw - Sporthal De Kruisboog: bouw - Sporthal De Slinger: bouw - Klavertje Vier: aanpassing en uitbreiding (IHP '06) - De Wegwijzer: aanpassing en uitbreiding (IHP '06) - De Wijngaard: aanpassing en uitbreiding (IHP '06) - t Schoolhuys: onderwijskundige vernieuwingen 2e monitor (IHP '06) Totaal
Afschrijvingstermijn
€ -
1.369.051 1.764.576 552.145 141.638 59.637 44.729
40 40 25 40 40 40
€
141.638 4.073.414
40 jaar lineair m.i.v. 2007
jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007
Daarnaast is er in 2006 een suppletie-opgaaf BTW Compensatiefonds 2005 aan de Belastingdienst gestuurd. Deze suppletie-opgaaf is verzonden naar aanleiding van het opstellen van het jaarverslag 2005. Hierbij is gebleken dat de BTW inzake het investeringskrediet Noodlokalen De Heemlanden: bouw door een administratieve fout ten onrechte als compensabel is aangemerkt. Hierdoor is een bedrag van € 79.481 te veel als compensabele BTW verantwoord. Dit bedrag is in 2006 nabetaald en toegerekend aan het de betreffende investering. De investering wordt met ingang van 2006 in 2 jaar afgeschreven. De opgenomen desinvesteringen hebben betrekking op een teruggave BTW die in 2006 heeft plaatsgevonden als gevolg van de toepassing van het Sportbesluit. Deze terugontvangen BTW moet in mindering worden gebracht op de investeringsbedragen van een aantal al bestaande investeringen, te weten: Bedrag - Sporthal Molenzoom: bouw - Gymlokaal De Plantage: bouw Gymlokaal De Vlinder: bouw Totaal
€ €
191.502 28.012 43.508 263.022
Jaarstukken 2006
Afschrijvingstermijn 40 jaar lineair m.i.v. 2007 40 jaar lineair m.i.v. 2007 40 jaar lineair m.i.v. 2007
183
De negatieve inhaalafschrijving van € 14.363 heeft betrekking op de investering Sporthal Molenzoom: bouw en is het gevolg van de hierboven genoemde teruggave BTW door toepassing van het Sportbesluit. Op deze investering is al drie jaar afgeschreven. De verlaging van het investeringsbedrag van € 191.502 is ook van invloed op de hoogte van het afschrijvingsbedrag. De cumulatieve afschrijving van de afgelopen jaren is in 2006 gecorrigeerd door een negatieve inhaalafschrijving te verantwoorden. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken De investeringen in de grond-, weg- en waterbouwkundige werken bestaan uit: Bedrag - Afronding afvalscheidingstation (o.a. geluidsschermen) - Operationeel plan riolering 2004 (gemalen) Totaal
€ €
68.302 198.459 266.761
Afschrijvingstermijn 20 jaar annuitair m.i.v. 2007 15 jaar annuitair m.i.v. 2007
Vervoermiddelen De investering in de vervoermiddelen bestaat uit: Bedrag €
- Vervanging OVD-auto brandweer
25.611
Afschrijvingstermijn 5 jaar lineair m.i.v. 2007
Machines, apparaten en installaties De investeringen in de machines, apparaten en installaties bestaan uit: Bedrag - Vervangen materieel gladheidsbestrijding - Vandalisme, inbraak, preventiemaatregelen (IHP '04) - VIOP telefooncomputer - Computerapparatuur Raad Totaal
€ €
224.100 445.686 125.723 28.893 824.402
Afschrijvingstermijn 10 20 5 4
jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007
Overige materiële vaste activa De investeringen in de overige materiële vaste activa bestaan uit: Bedrag - GRP 2002: beheerssystemen digitaliseren - Sporthal De Kruisboog: inrichting - Sporthal De Slinger: inrichting - Databaseserver PIV4all - Vervanging uitrukkleding - Vervanging kliko's 2006 - Technisch beheersysteem (software) civieltechnische kunstwerken (BOR '06) - Brandweerhelmen - Skatebaan - BOR Spelen 2005 - Inventaris en apparatuur (Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten) - Leermiddelen (Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten) Totaal
Afschrijvingstermijn
€ -
147.693 90.254 75.480 30.586 33.448 59.779
5 10 6 3 7 10
jaar annuitair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar annuitair m.i.v. 2007
-
40.005 27.530 94.326 121.569
5 7 12 12
jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007 jaar lineair m.i.v. 2007
-
429.746
€
345.899 1.496.315
5,00% - 20,00% 12,50%
De laatste twee investeringen in bovenstaand overzicht betreffen investeringen van de Bestuurscommisie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH). De jaarrekening van de BOOH wordt geconsolideerd in de jaarrekening van de gemeente Houten. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn overgenomen uit de jaarrekening van de BOOH.
Jaarstukken 2006
184
De opgenomen desinvesteringen hebben betrekking op een teruggave BTW die in 2006 heeft plaatsgevonden als gevolg van de toepassing van het Sportbesluit. Deze terugontvangen BTW dient in mindering gebracht te worden op de investeringsbedragen van een aantal al bestaande investeringen, te weten: Bedrag € -
- Sporthal Molenzoom: inrichting - Gymlokaal De Plantage: bouw Gymlokaal De Vlinder: bouw Totaal
5.882 1.520 2.674 10.076
€
Afschrijvingstermijn 10 jaar lineair m.i.v. 2003 15 jaar lineair m.i.v. 2006 15 jaar lineair m.i.v. 2006
De negatieve inhaalafschrijving van € 1.765 heeft betrekking op de investering Sporthal Molenzoom: inrichting en is het gevolg van de hierboven genoemde teruggave BTW door toepassing van het Sportbesluit. Op deze investering is al drie jaar afgeschreven. De verlaging van het investeringsbedrag van € 191.502 heeft tevens invloed op de hoogte van het afschrijvingsbedrag. De cumulatieve afschrijving van de afgelopen jaren is in 2006 gecorrigeerd door een negatieve inhaalafschrijving te verantwoorden. Onderhanden werk De post onderhanden werk aangaande investeringen ontstaat als uitvloeisel van de nota Investeringen en Afschrijvingen 2004. Het betreft investeringen die nog niet in het verslagjaar zijn opgeleverd en waarvan de restantkredieten worden overgebracht naar 2007 (zie ook het overzicht restantkredieten dat in de bijlagen bij dit jaarverslag is opgenomen). Na oplevering van de investering zal feitelijke activering plaatsvinden en wordt begonnen met het afschrijven conform de richtlijnen. De post onderhanden werk per 31-12-2006 is als volgt te specificeren: Bedrag - School bijz. speciaal onderwijs De Wissel: grond - School bijz. speciaal onderwijs De Wissel: bouw - School bijz. speciaal onderwijs De Wissel: inventaris - Nevenvestiging Berg en Boschschool: bouw (voorber.) - Uitbreiding OBS Ridderspoor - Schoolwoningen De Fontein: bouw - Schoolwoningen De Fontein: inventaris - Renovatie Kantstede/Het Kant 2 - Sociaal cultureel centrum Hofstad: inventaris - Sociaal cultureel centrum Schoneveld: grond - Sociaal cultureel centrum Schoneveld: bouw - Sociaal cultureel centrum Schoneveld: inrichting - Cultuurcentrum De Slinger: grond - Cultuurcentrum De Slinger: bouw - Cultuurcentrum De Slinger: inrichting - Uitbreiding De Heemlanden: bouw - Uitbreiding De Heemlanden: inrichting - Uitbreiding De Heemlanden: fietsstalling - Uitbreiding De Heemlanden: interne verbouw - Andere locatie steunpost Dorp - Verbouw wijkpost De Aalsloot - Computerapparatuur uitwijklocatie brandweerhuis - ICT-BP03: Citrix hardware/sw/clients - VGI-plan/GISviewer - Beheersmodule speelruimteplan - Invoering C2000 - Fietsstraat Notengaarde (BOR '06) - Fietsoversteken 2006 (BOR '06) - Vervanging VRI De Haag (BOR '06) - Veilige speeltoestellen 4 schoolpleinen (BOR '06) - Perceel agrarisch - Operationeel plan riolering 2004 (riolen) - Uitvoeringsplan riolering 2006 Totaal
€ €
517.959 3.174.532 64.685 125.000 112.229 1.365.507 14.266 5.184.963 25.382 3.841 163.872 10.776 122.484 3.137.441 12.605 1.408.441 327.574 690.096 596.629 190.071 7.486 2.021 155.202 81.106 6.708 44.807 23.469 3.451 155.544 15.901 7.175 39.614 42.981 17.833.818
Jaarstukken 2006
Categorie Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Overige materiele vaste activa Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Overige materiele vaste activa Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Overige materiele vaste activa Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Overige materiele vaste activa Bedrijfsgebouwen Overige materiele vaste activa Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Machines, apparaten, installaties Machines, apparaten, installaties Overige materiele vaste activa Machines, apparaten, installaties Machines, apparaten, installaties Grond/weg/waterbouwk. werken Grond/weg/waterbouwk. werken Machines, apparaten, installaties Overige materiele vaste activa Vervoermiddelen Grond/weg/waterbouwk. werken Grond/weg/waterbouwk. werken
185
Afschrijvingsmethoden Voor de waarderingsgrondslagen en de methoden van afschrijven wordt verwezen naar het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging".
Financiële vaste activa
31-12-2006 € €
Leningen aan woningbouwcorporaties Overige langlopende leningen Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Totaal
20.004.875 9.450.418 18.323 29.473.616
31-12-2005 € €
20.321.296 9.435.209 18.323 29.774.828
Het verloopoverzicht van de financiële vaste activa in 2006 ziet er als volgt uit: Leningen aan woningbouwcorporaties Oorspronkelijk bedrag per 31-12-2005 Correctie i.v.m. volledige aflossing Cumulatieve aflossingen en overige waardeverminderingen per 31-12-2005 Boekwaarde per 31-12-2005 Correctie i.v.m. wisseling activasoort Boekwaarde per 01-01-2006 Investeringen Aflossingen Overige verminderingen Boekwaarde per 31-12-2006
Overige langlopende leningen
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
Totaal
€ -
38.358.162 2.932.917-
€ -
11.458.659 1.682.615-
€ -
18.323 -
€ -
49.835.144 4.615.532-
€ € € €
15.103.94920.321.296 20.321.296 20.321.296 316.42120.004.875
€ € € €
340.8359.435.209 9.435.209 804.282 10.239.491 789.0739.450.418
€ € € €
18.323 18.323 18.323 18.323
€ € € €
15.444.78429.774.828 29.774.828 804.282 30.579.110 1.105.49429.473.616
Overige langlopende leningen In 2006 is de hypothecaire geldlening aan tennisclub Atalanta verhoogd met € 280.131. Daarnaast is in 2006 een achtergestelde lening aan Vitens N.V. verstrekt van € 524.151. In 2006 is Hydron gefuseerd met Vitens. Bij deze fusie is bepaald dat (een deel van) de overwaarde van Hydron uitgekeerd zal worden aan de aandeelhouders. Op grond hiervan is aan de gemeente Houten een bedrag van € 524.151 toegekend. Teneinde de solvabiliteit van Vitens niet in gevaar te brengen, is echter ook besloten dat de aandeelhouders het toegekende bedrag direct aan Vitens moeten uitlenen in de vorm van een achtergestelde lening. De aandeelhouders hebben vervolgens de keuze gehad de achtergestelde lening in 2007 ineens af te laten lossen door Vitens, of de achtergestelde lening te continueren. De gemeente Houten heeft voor het laatste gekozen. De achtergestelde lening heeft als ingangsdatum 30 september 2006 en heeft een looptijd van 15 jaar. De vordering is achtergesteld bij alle huidige en toekomstige concurrente en preferente vorderingen op Vitens. De rente wordt jaarlijks bij achterafbetaling over het voorgaande kalenderjaar betaald op 1 juli, voor het eerst op 1 juli 2007. Het rentepercentage komt overeen met het gemiddelde rentepercentage over 10 jaars nederlandse staatsleningen, over de 5 voorafgaande kalenderjaren, vermeerderd met 1%. Vitens is bevoegd aflossingen op te schorten tot het volgende boekjaar als de solvabiliteit in het boekjaar lager is dan 25%. Dit kan echter slechts gedurende ten hoogste twee achtereenvolgende kalenderjaren en anders alleen met voorafgaande instemming van de Vergadering van Leninggevers. In het bedrag van de aflossingen zitten, naast de normale aflossingsbedragen, twee extra aflossingen. De lening aan Stichting sporthal Taurus is vervroegd afgelost. Hierdoor is een extra aflossing van € 697.352 ontvangen. Daarnaast heeft Victum een extra aflossing in 2006 gedaan op haar lening van € 8.850.
Jaarstukken 2006
186
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden
31-12-2006
Grond- en hulpstoffen - Verspreide percelen - Nog niet in exploitatie genomen gronden Onderhanden werken - Bouwgronden in exploitatie - Financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex Gereed product en handelsgoederen - Documenten burgerzaken - Voorraad brandstof Totaal
31-12-2005
€ -
5.180.525 3.049.955
€ -
5.046.921 5.476.369
-
14.698.750 14.807.635-
-
22.703.468
€
22.910 1.834 8.146.339
€
22.392 3.534 33.252.684
Grond- en hulpstoffen: Verspreide percelen De boekwaarde van de verspreide percelen kan als volgt worden gespecificeerd: 31-12-2006 Investeringen: Gronden buiten Houten Zuid Grond Schalkwijk II ( Spoorlaan)
703.000 m² 570 m²
Af: voorziening herwaardering: Gronden buiten Houten Zuid Grond Schalkwijk II (Spoorlaan) Per saldo
31-12-2005
€ €
9.205.750 56.894 9.262.644
€ €
9.072.146 56.894 9.129.040
€ €
4.025.225 56.894 4.082.119 5.180.525
€ €
4.025.225 56.894 4.082.119 5.046.921
Gronden buiten Houten Zuid In het kader van de ontwikkeling van de Vinex-locatie Houten-Zuid zijn ook gronden (net) buiten het bestemmingsplan aangekocht. Voor zover deze aangekochte gronden zijn meegekocht met deels binnen het bestemmingsplan gelegen gronden, zijn de gronden gewaardeerd tegen € 4,54 per m2. Gronden direct gelegen naast grond met een hogere bestemmingswaarde, zoals bijvoorbeeld bouwgrond, zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Gronden Schalkwijk (Spoorlaan): Het betreffende perceel is gelegen nabij de spoorlijn in Schalkwijk. Grond- en hulpstoffen: Nog niet in exploitatie genomen gronden De nog niet in exploitatie genomen gronden betreffen: 31-12-2006 € €
Gebiedsontwikkeling oude stationsgebouw Driehoek Schalkwijk Centrum Strijpweg Tull en 't Waal Stedelijk Waterplan Visie eiland van Schalkwijk Kromme Rijngebied Nieuw Wulfsepad Fietstransferium Centrum Linieland Totaal
235.673 347.782 2.231.749 46.481 21.431 51.112 7.999 10.157 29.502 68.069 3.049.955
31-12-2005 € €
116.906 279.517 5.035.527 7.969 28.804 2.843 4.803 5.476.369
Het verloop van de boekwaarde is als volgt: 31-12-2006
31-12-2005
Af: inkomsten
€ € -
5.476.369 2.032.898 7.509.267 4.459.312
€ € -
8.613.822 766.1722.089.755 9.937.405 4.461.036
Boekwaarde op 31 december 2006
€
3.049.955
€
5.476.369
Boekwaarde op 1 januari 2006 Overboeking naar OHW (Spoorverdubbeling) Investeringen
Jaarstukken 2006
187
Onderhanden werken: bouwgrond in exploitatie De bouwgronden in exploitatie betreffen: 31-12-2006 € €
Houten-Zuid Bedrijventerrein de Meerpaal GBH Parklandgoed Wulven Totaal
47.96016.014.857 882.721385.42614.698.750
31-12-2005 € €
4.273.672 19.780.395 938.753411.84622.703.468
Het verloop van de boekwaarde is als volgt: 31-12-2006 Boekwaarde per 1 januari In mindering gebrachte voorziening negatieve resultaten Niet-Vinex In mindering gebrachte fondsen conform BBV Boekwaarde per 1 januari exclusief in mindering gebrachte voorzieningen Bij: investeringen en dotaties aan fondsen en voorzieningen Bij: overboeking van verspreide percelen / nog niet in exploitatie genomen Af: inkomsten Bij: resultaat afgewikkelde complexen niet-Vinex Af: voorziening negatieve resultaten Niet-Vinex Af: fondsen conform BBV Boekwaarde per 31 december
€ € € € € €
22.703.468 845.168 107.354.461 130.903.097 25.009.799 155.912.896 28.938.731 126.974.165 1.923126.972.242 845.168 111.428.324 14.698.750
31-12-2005 € € € € € €
37.355.581 845.168 97.620.915 135.821.664 33.740.897 766.172 170.328.733 40.967.338 129.361.395 1.541.702 130.903.097 845.168 107.354.461 22.703.468
Op basis van de exploitatieberekeningen is het geprognosticeerde resultaat als volgt (-/- = positief resultaat): GBH inclusief Parklandgoed Wulven
Houten-Zuid
Boekwaarde ultimo 2006 Verplichtingen Raming nog te besteden Raming opbrengsten Rente Faseringskosten Te verrekenen met fondsen Reeds verwerkt positief resultaat Terugrekenen eindwaarde 2011 Geraamd resultaat (eindwaarde) *
Centrum
€
15.966.897
€
1.268.146-
€
2.261.250
-
138.309.601 174.416.093 3.080.3662.872.150
-
1.623.857 916.088 124.210 28.592 1.676.730
-
34.673.860 20.772.276 2.400.401 805.396
€
12.171.190998.210 31.520.791-
€
1.269.155
€
19.368.631
- Te verrekenen met fondsen betreffende GBH zijn de voorziening GBH, onderhoud en negatieve exploitatieresultaten Niet-Vinex welke al verwerkt zijn in de boekwaarde ultimo 2005 conform voorschriften BBV. Onderhanden werken: financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex Het saldo van de financieel afgewikkelde deelpcomlexen Vinex is opgebouwd uit de volgende componenten: € €
Financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex Af: fondsen aangaande GREX Totaal
Jaarstukken 2006
870.231 15.677.866 14.807.635-
188
Met ingang van 2004 geldt de nieuwe presentatie- en verantwoordingsvorm die aansluit bij de voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Een van de onderdelen hiervan is het afzien van het nemen van tussentijdse voorlopige resultaten (winstneming) van de nog lopende, individuele deelplannen Vinex. Hiermee wordt Vinex als een geheel gepresenteerd en verantwoord. Het hierboven gepresenteerde saldo betreft het saldo van individuele deelplannen Vinex die reeds zijn afgesloten, maar waarvan winstneming pas plaatsvindt bij het afronden van Vinex als geheel. Op het saldo van individuele deelplannen Vinex is vervolgens de "voorziening" grondexploitatie (= fonds) in mindering gebracht. Dit is conform het BBV. Hierdoor ontstaat een grote negatieve boekwaarde aan de debetzijde van de balans. Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen - Algemene debiteuren - Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen - Bijstandsverlening - Voorschotten Totaal
31-12-2006
31-12-2005
€
5.029.371
€
4.898.643
€
3.123.754 109.950 594.314 34.347 8.891.736
€
1.631.493 223.736 679.725 49.378 7.482.975
Vorderingen op openbare lichamen Onder de vorderingen op openbare lichamen is de vordering op de Belastingdienst opgenomen in het kader van de BTW-aangiften 2006 en de aangifte BTW-Compensatiefonds 2006. Ultimo maart 2007 was al € 844.226 (= 16,78%) van deze post afgewikkeld. Overige vorderingen: Algemene debiteuren Het saldo van de algemene debiteuren is opgebouwd uit de volgende componenten: - Algemene debiteuren volgens het financiële systeem vanaf 2002 - Algemene debiteuren volgens het financiële systeem tot en met 2001 - Voorziening dubieuze algemene debiteuren
€ €
3.133.799 11.114 21.1593.123.754
Ultimo maart 2007 stond van het saldo van de algemene debiteuren nog een bedrag van € 674.928 open (= 21,53%). De grondslag voor de berekening van de voorziening dubieuze algemene debiteuren is weergegeven in het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Overige vorderingen: Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen Het saldo van de debiteuren inzake gemeentelijke belastingen is opgebouwd uit de volgende componenten: - Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen volgens het financiële systeem - Voorziening dubieuze belastingdebiteuren
€ €
128.740 18.790109.950
Ultimo maart 2007 stond van het saldo van de debiteuren inzake gemeentelijke belastingen nog een bedrag van € 45.746,05 open (= 35,53%). De grondslag voor de berekening van de voorziening dubieuze algemene debiteuren is weergegeven in het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Overige vorderingen: Bijstandsverlening De vorderingen in het kader van bijstandsverlening hebben vooral betrekking op verhaal van onterecht verstrekte uitkeringen, verhaal alimentatie, verstrekte leenbijstand, krediethypotheek e.d. Het saldo van de vorderingen in het kader van bijstandsverlening is opgebouwd uit de volgende componenten: € €
- Totaal vorderingen bijstandsverlening - Voorziening dubieuze bijstandsvorderingen
1.011.569 417.255594.314
In de vorderingen met betrekking tot de BBZ heeft het Rijk een bijdrage verstrekt van 75%. Bij invordering zal daarom 75% van de vordering terugbetaald moeten worden aan het Rijk. Het bedrag dat terugbetaald moet worden is als overige schuld in de balans opgenomen, onder de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1jaar.
Jaarstukken 2006
189
Overige vorderingen: Voorschotten De voorschotten per 31 december 2006 bestaan uit voorschotten personeel (€ 958) en voorschotten Sociale Zaken € 33.389). Liquide Middelen
31-12-2006 € €
Bank en giro Deposito's BOOH Voorschotkassen Geld onderweg Totaal
2.142.495 1.040 529.182 2.672.717
31-12-2005 € €
542.100 1.062.660 7.526 2.406 1.614.692
Voorschotkassen De voorschotkassen hebben betrekking op de kassen van Burgerzaken (€ 358), subkassiers (€ 300) en de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH) (€ 382). Geld onderweg De gelden onderweg hebben voor een bedrag van € 500.672 betrekking op de gelden onderweg bij de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH). Overlopende Activa
31-12-2006 € €
Nog te ontvangen bedragen Nog te ontvangen bedragen grondexploitatie Vooruitbetaalde bedragen Vooruitbetaalde bedragen grondexploitatie Totaal
2.251.481 4.344.693 452.761 1.071 7.050.006
31-12-2005 € €
3.882.767 745.902 592.958 9.312 5.230.939
Nog te ontvangen bedragen De nog te ontvangen bedragen hebben betrekking op: Saldo per 31-12-2006 - Nog te ontvangen subsidies/bijdragen wegen - Nog te ontvangen behoedzaamheidreserve - Nog te ontvangen huur - Nog te ontvangen gebruiksvergunning - Nog te ontvangen bedragen ministeries - Nog te ontvangen woonruimteverdeling - Nog te ontvangen belastingen/heffingen - Nog te ontvangen rente geldleningen - Nog te ontvangen bedragen BOOH - Overig Totaal
€ €
1.626.100 45.000 166.550 60.210 38.222 12.731 8.849 6.642 286.592 585 2.251.481
Afloop in 2007 € €
1.401.000 84.050 60.210 12.731 112
1.558.103
Saldo ultimo maart 2007 € €
225.100 45.000 82.500 38.222 8.737 6.642 286.592 585 693.378
Nog te ontvangen bedragen grondexploitatie In het saldo per 31-12-2006 is een bedrag van € 744.693 opgenomen in verband met de verkoop van een bouwkavel aan Van der Valk. Het contract hiervoor is in 2005 gesloten. Daarnaast is in he saldo per 31-12-2006 een bedrag van € 3.600.000 opgenomen in verband met de verkoop van grond aan de Stellingmolen. Het contract hiervoor is in 2006 gesloten. Voor beide contracten geldt dat de winst pas in volgende jaren wordt geëffectueerd.
Jaarstukken 2006
190
Vooruitbetaalde bedragen De vooruitbetaalde bedragen hebben betrekking op: Saldo per 31-12-2006 € €
- Goederen en diensten - Contributies en bijdragen - Onderhouds- en servicecontracten - Huren - Verzekeringen en belastingen - Lidmaatschappen en abonnementen
177.431 92.186 64.915 63.500 45.930 8.799 452.761
Afloop in 2007 € €
177.431 92.186 64.915 63.500 45.930 8.799 452.761
Saldo ultimo maart 2007 € €
-
Vooruitbetaalde bedragen grondexploitatie De vooruitbetaalde bedragen grondexploitatie hebben betrekking op vooruitbetaalde advertentiekosten en kosten kabelaansluiting.
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Reserves
31-12-2006 € €
Algemene reserves Bestemmingsreserves Totaal
44.348.118 5.486.057 49.834.175
31-12-2005 € €
39.624.314 6.925.748 46.550.062
Het verloopoverzicht van de reserves in 2006 is als volgt: Algemene reserves Saldo per 01-01-2006 Vermeerderingen: - Bestemming rekeningresultaat 2005 - Toevoegingen Verminderingen: - Bestemming rekeningresultaat 2005 - Onttrekkingen Saldo per 31-12-2006
Bestemmingsreserves
Totaal
€
39.624.314
€
6.925.748
€
46.550.062
€
2.230.025 2.572.984 44.427.323
€
55.916 1.770.305 8.751.969
€
2.285.941 4.343.289 53.179.292
€
79.205 44.348.118
€
3.265.912 5.486.057
€
79.205 3.265.912 49.834.175
Algemeen In de bijlagen bij dit jaarverslag is een overzicht van alle reserves en voorzieningen opgenomen (bijlage 5). In deze bijlage is van elke reserve en voorziening de aard en het doel omschreven. Daarnaast is in de bijlage een overzicht opgenomen van alle vermeerderingen en verminderingen per reserve en voorziening. Voor een gedetailleerd verloopoverzicht van de reserves wordt verwezen naar deze bijlage. De onderstaande toelichting is een toelichting op hoofdlijnen, waarbij de grote mutaties die gedurende het jaar in de reserves hebben plaatsgevonden worden weergegeven. Vermeerderingen en verminderingen vinden plaats op basis van: - de in de begroting 2006 vastgestelde bedragen - de bij de jaarrekening 2005 vastgestelde resultaatbestemming 2005 - aanvullende besluitvorming Aan bovengenoemde vermeerderingen en verminderingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken derhalve deel uit van de resultaatbepaling.
Jaarstukken 2006
191
Algemene reserves Tot de algemene reserves behoren per 31 december 2006 de volgende reserves: - Algemene rentegevende reserve (beklemd) - Algemene middelenreserve (vrij) - Algemene reserve Remu-gelden (beklemd) - Algemene middelenreserve (beklemd) uit voorl. resultaten Vinex
€ €
15.534.536 6.301.408 15.211.932 7.300.242 44.348.118
De mutaties in de algemene reserves in 2006 betreffen: - De bestemming van het rekeningresultaat 2005, namelijk de toevoeging aan de vrije algemene reserve van het resultaat van € 2.230.025 en een gelijktijdige onttrekking van € 54.815 ten behoeve van de invoering van de WMO en een onttrekking van € 24.390 in verband met de storting in de voorziening milieuzorg. Per saldo is er als gevolg van de resultaatbestemming 2005 sprake van een vermeerdering van de algemene reserves van € 2.150.820. - Een storting van € 1.150.000 in de vrije algemene reserve door de vrijval van een gedeelte van de bestemmingsreserve rente-egalisatie. (Zie ook de toelichting onder de bestemmingsreserves.) - Een storting van € 500.000 in de vrije algemene reserve door de vrijval van een gedeelte van de voorziening WWB inkomensdeel (voorheen voorziening bijstandskosten). (Zie ook de toelichting bij de voorzieningen.) - Een storting van € 199.355 in de vrije algemene reserve door de vrijval van de voorziening HIS-werken. (Zie ook de toelichting bij de voorzieningen.) - Een storting van 50% van de middelen vanuit de "bruidschat" ter grootte van € 216.632 in de algemene rentegevende reserve. - Een toevoeging aan de algemene reserve Remu-gelden (beklemd) ten laste van de exploitatie van € 506.996. Bestemmingsreserves De belangrijkste mutaties in de bestemmingsreserves in 2006 betreffen: - De vorming van een bestemmingsreserve overlopende posten van € 55.916 ten laste van het rekeningresultaat 2005. Dit bedrag is in 2006 ook weer onttrokken aan deze bestemmingsreserve. - Een toevoeging aan de bestemmingsreserve cultuurcluster ten laste van exploitatie van € 1.255.742. - Een onttrekking aan de bestemmingsreserve cultuurcluster ten gunste van de exploitatie van € 1.226.128. - De vrijval van een deel van de bestemmingsreserve rente-egalisatie van € 1.150.000. (Zie ook de toelichting onder de algemene reserves.) - Een onttrekking aan de bestemmingsreserve BTW-compensatiefonds van € 317.372. - Een onttrekking van € 61.000 aan de bestemmingsreserve jeugdbeleid. Dit bedrag is gestort in de voorziening breedtesportimpuls. - Een onttrekking aan de bestemmingsreserve vervangingsinvesteringen van € 291.169. - Een onttrekking van € 164.327 aan de bestemmingsreserve personeel. Nog te bestemmen resultaat jaarrekening
31-12-2006 € €
Nog te bestemmen resultaat algemene dienst Nog te bestemmen resultaat grondexploitatie Totaal
573.544 1.923571.621
31-12-2005 € €
758.845 1.541.702 2.300.547
Nog te bestemmen resultaat algemene dienst Een analyse van het resultaat is in dit jaarverslag opgenomen. Per (deel)programma zijn de uitkomsten nader geanalyseerd en toegelicht. Daarnaast is in het jaarverslag een analyse op hoofdlijnen opgenomen in het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2006 versus begroting 2006. Nog te bestemmen resultaat grondexploitatie Vanaf 2004 worden tussentijds geen winsten of verliezen meer genomen op de grondexploitatie Vinex. Het positieve resultaat grondexploitatie wordt veroorzaakt door afgesloten complexen niet-Vinex.
Jaarstukken 2006
192
VOORZIENINGEN Voorzieningen
31-12-2006 € €
Voorzieningen Algemene Dienst Voorzieningen Grondexploitatie Voorzieningen Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten Totaal
18.129.792 2.481.829 2.045.575 22.657.196
31-12-2005 € €
17.058.808 2.438.206 1.375.081 20.872.095
Het verloopoverzicht van de voorzieningen in 2006 is als volgt:
Saldo per 01-01-2006 Vermeerderingen: - Bestemming rekeningresultaat 2005 - Dotaties ten laste van de exploitatie - Dotaties ten laste van andere voorzieningen Verminderingen: - Aanwendingen - Vrijval Saldo per 31-12-2006
Voorzieningen Algemene Dienst
Voorzieningen Grondexploitatie
Voorzieningen BOOH
€
17.058.808
€
2.438.206
€
1.375.081
€
38.996 4.384.545 1.496.457 22.978.806
€
153.350 2.591.556
€
791.990 829.235 2.996.306
€
2.653.202 2.195.812 18.129.792
€
109.727 2.481.829
€
121.496 829.235 2.045.575
Algemeen In de bijlagen bij dit jaarverslag is een overzicht van alle reserves en voorzieningen opgenomen (bijlage 5). In deze bijlage is van elke reserve en voorziening de aard en het doel omschreven. Daarnaast is in de bijlage een overzicht opgenomen van alle vermeerderingen en verminderingen per reserve en voorziening. Voor een gedetailleerd verloopoverzicht van de voorzieningen wordt verwezen naar deze bijlage. De onderstaande toelichting is een toelichting op hoofdlijnen, waarbij de grote mutaties die gedurende het jaar in de voorzieningen hebben plaatsgevonden worden weergegeven. Vermeerderingen en verminderingen vinden plaats op basis van: - de in de begroting 2006 vastgestelde bedragen; - de bij de jaarrekening 2005 vastgestelde resultaatbestemming 2005; - verkregen subsidiegelden; - aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde vermeerderingen en verminderingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken daarom deel uit van de resultaatbepaling. Bestemming rekeningresultaat 2005 Als gevolg van de bestemming van het rekeningresultaat 2005 zijn twee stortingen in voorzieningen gedaan. De eerste betreft een storting van € 24.390 in de voorziening milieuzorg. Deze storting is via de algemene reserve gedaan. (Zie ook de toelichting bij de algemene reserves.) De tweede storting betreft een storting van € 14.606 in de voorziening breedtesportimpuls. Dotaties ten laste van de exploitatie De belangrijkste dotaties ten laste van de exploitatie in 2006 betreffen: - Dotatie aan de voorziening BOR op grond van de uitkomsten van het jaarplan 2006 van € 1.235.321. - Dotatie van € 518.000 in de in 2006 nieuw gevormde voorziening frictiekosten renovatie. - Dotatie aan de voorziening egalisatie vluchtelingen van € 464.415 als gevolg van ontvangen en niet bestede doeluitkeringen. - Dotatie aan de voorziening huisvesting onderwijs van € 271.438 volgens de begroting 2006. - Dotatie aan de voorziening onderhoud gemeentehuis van € 254.325 volgens de begroting 2006. - Dotatie aan de voorziening WWB inkomensdeel van € 245.047 als gevolg van ontvangen en niet bestede doeluitkeringen. - Dotatie van € 241.688 aan de voorziening rioolonderhoud als gevolg van het saldo op het deelprogramma rioleringen. - Dotatie van € 216.633 aan de voorziening initieel onderhoud openbare ruimte door overdrachten van complexen uit de grondexploitatie. - Dotatie aan de voorziening groot onderhoud huisvesting onderwijs van € 208.026 volgens de begroting 2006. - Dotaties van € 791.990 aan de voorzieningen van de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH) op basis van de aangeleverde jaarrekening 2006.
Jaarstukken 2006
193
Dotaties ten laste van andere voorzieningen en vrijval ten gunste van andere voorzieningen De dotatie ten laste van een andere voorziening van € 1.496.457 betreft de overheveling van het saldo van de voorziening groot onderhoud huisvesting onderwijs naar de voorziening huisvesting onderwijs. Er resteert een voorziening onderwijs. Tegenover de dotatie aan de voorziening huisvesting onderwijs staat een even grote vrijval van de voorziening groot onderhoud huisvesting onderwijs. In de voorzieningen van de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH) heeft een herschikking plaatsgevonden. In totaal wordt € 829.235 tussen de voorzieningen overgeheveld. Aanwendingen De belangrijkste aanwendingen van de voorzieningen in 2006 betreffen: - Aanwending van € 1.247.489 ten laste van de voorziening BOR op grond van de uitkomsten van het jaarplan 2006. - Aanwending van € 307.452 ten laste van de voorziening frictiekosten renovatie op basis van de gerealiseerde uitgaven in 2006. - Aanwending van € 301.000 ten laste van de voorziening onderhoud gemeentehuis als gevolg van groot onderhoud. - Aanwending van € 293.873 ten laste van de voorziening huisvesting onderwijs als gevolg van groot onderhoud. - Aanwending van € 199.867 ten laste van de voorziening groot onderhoud welzijnsaccommodaties als gevolg van groot onderhoud. Vrijval ten gunste van de exploitatie Het betreft hier een tweetal onttrekkingen dat via de resultaatbestemming bij de begroting 2006 is toegevoegd aan de algemene reserve. Het betreft een onttrekking van € 500.000 aan de voorziening WWB inkomensdeel en een onttrekking van € 199.355 aan de voorziening onderhoud HIS-werken. (Zie ook de toelichting bij de algemene reserves.) VASTE SCHULDEN MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD >= 1 JAAR
Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar
31-12-2006 € €
Onderhandse leningen van binnenlandse banken Waarborgsommen Totaal
47.342.296 4.824 47.347.120
31-12-2005 € €
44.967.946 4.824 44.972.770
Het verloopoverzicht van de vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar in 2006 is als volgt: Onderhandse leningen van binnenlandse banken Schuldrestant per 31-12-2005 Opgenomen bedragen Aflossingen Schuldrestant per 31-12-2006
€ € €
44.967.946 10.000.000 54.967.946 7.625.65047.342.296
Waarborgsommen € € €
4.824 4.824 4.824
Totaal € € €
44.972.770 10.000.000 54.972.770 7.625.65047.347.120
In 2006 is een nieuwe onderhandse geldlening aangetrokken van de Nederlandse Waterschapsbank voor een bedrag van € 10 miljoen. De aflossing geschiedt in 10 jaarlijkse termijnen, voor het eerst op 14 november 2017. Vervroegde aflossing is gedurende de gehele looptijd van de lening uitgesloten. Het rentepercentage van de lening bedraagt 4.069%. VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar Kas-/daggeldlening Overige schulden - Crediteuren - Latente verplichtingen - Waarborgsommen grondexploitatie Totaal
Jaarstukken 2006
31-12-2006
31-12-2005
€
15.000.000
€
13.800.000
€
7.760.026 85.432 1.081.274 23.926.732
€
9.232.019 44.350 371.662 23.448.031
194
Overige schulden: Crediteuren Ultimo maart 2007 stond van het saldo van de crediteuren volgens het financiële systeem nog een bedrag van € 98.667 (= 1,27%) open. Overige schulden: Latente verplichtingen Het opgenomen bedrag aan latente verplichtingen heeft betrekking op de terugbetalingsverplichting die de gemeente heeft aan het Rijk in het kader van de Wet Werk en Bijstand. Op grond van deze wet dient 75% van de vorderingen in het kader van bijstandsverlening die te maken hebben met verstrekte leenbijstand ingevolge de BBZ (onder aftrek van het opgenomen bedrag in de voorziening dubieuze bijstandsvordering) opgenomen te worden als terugbetalingsverplichting aan het Rijk. (Zie ook de post overige vorderingen: bijstandsverlening die is opgenomen onder de balanspost uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar.) Overige schulden: Waarborgsommen grondexploitatie De waarborgsommen voor grondverkopen worden verrekend bij de koop van de grond. De door de aannemers gestorte waarborgsommen zijn bedoeld om verhaal van schade welke optreedt bij bouwactiviteiten op relatief eenvoudige wijze te verhalen. Terugbetaling van deze waarborgsommen geschiedt na oplevering van het betreffende bouwwerk, waarbij eerst tot uitbetaling wordt overgegaan na controle door de projectleider. Eventuele schade wordt in mindering gebracht. Over de waarborgsommen die door aannemers worden gestort, wordt een rente tegen het wettelijke rentepercentage vergoed. Overlopende passiva
31-12-2006 € €
Nog te betalen bedragen Nog te betalen bedragen grondexploitatie Vooruitontvangen bedragen Te verrekenen optievergoedingen grondexploitatie Overige transitoria Totaal
2.946.315 1.037.433 575.434 15.000 392.517 4.966.699
31-12-2005 € €
3.972.890 252.514 582.433 7.841 447.896 5.263.574
Nog te betalen bedragen De nog te betalen posten per 31 december 2006 zijn als volgt te specificeren: Saldo per 31-12-2006 - Nog te betalen sociale premies 2006 - Nog te betalen rentelasten 2006 - Nog te betalen taxaties 2006 - Nog te betalen afrekeningen noodlokalen 2006 - Nog te betalen kosten licht december 2006 - Nog te betalen bedragen i.v.m. wegenonderhoud 2006 - Nog te betalen i.v.m. onderhoud verlichting Rondweg - Nog te betalen i.v.m. educatie en inburgering 2006 - Nog te betalen subsidie 2006 - Nog te betalen baggerkosten inundatiekanaal - Nog te betalen i.v.m. reintegratie - Diverse nog te betalen facturen 2006 - Nog te betalen premieheffing SOZA - Ministerie van SOZA inzake ABW, IOAW, IOAZ, WIW en NWSW. - Nog te betalen bedragen BOOH - Diverse nog te betalen bedragen
Afloop in 2007
€ -
788.300 12.987 24.288 20.700 75.000 190.765 78.710 114.791 134.868 89.396 460.000 302.014 80.177
€ -
€
242.921 321.177 10.221 2.946.315
€
788.300 12.987
75.000 42.185 46.678
89.396 132.445
1.186.991
Saldo ultimo maart 2007 € -
24.288 20.700 148.580 32.032 114.791 134.868 460.000 169.569 80.177
€
242.921 321.177 10.221 1.759.324
Nog te betalen bedragen grondexploitatie De nog te betalen bedragen grondexploitatie per 31 december 2006 hebben betrekking op facturen die begin 2007 zijn binnengekomen en die betrekking hebben op het boekjaar 2006. Ultimo maart 2007 staat van het bedrag nog € 41.330 open (= 3.98%).
Jaarstukken 2006
195
Vooruitontvangen bedragen De vooruitontvangen bedragen per 31 december 2006 hebben vooral betrekking op de post vooruitontvangen leges grafrechten (€ 525.000). Deze post is in 2004 gevormd uit de bedragen die zijn ontvangen in verband met de afkoop van grafrechten, deels ten laste van de exploitatie 2004 (€ 53.611) en deels middels de bestemming van het rekeningresultaat 2004 (€ 471.389). Tegenover deze vooruitontvangsten heeft de gemeente een verplichting voor de komende jaren om de betreffende graven te onderhouden. Naast de vooruitontvangen leges grafrechten is een bedrag van € 50.434 opgenomen als vooruitontvangen bedragen met betrekking tot vooruitontvangen huren, verleende vergunningen, e.d. Overige transitoria Dit betreft de nog te betalen rente over de langlopende geldleningen. Voor de meeste leningen vindt de betaling van de rente en aflossing pas in 2007 plaats.
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Gewaarborgde geldleningen Het restantbedrag van de geldleningen per 31-12-2006 die door de gemeente zijn gewaarborgd bedraagt € 131.911.593. Het betreft in totaal 85 leningen. In de jaarrekening 2005 is opgenomen dat het restantbedrag van de geldleningen per 31-12-2005 die door de gemeente waren gewaarborgd € 253.689.136 bedroeg. Feitelijk was het bedrag echter slechts € 129.087.136. Dat het feitelijke bedrag per 31-12-2005 aanmerkelijk lager ligt, wordt veroorzaakt doordat er bij de jaarrekening 2005 geen rekening is gehouden met de achtervangfunctie voor de sociale woningbouw. De gemeente staat maar voor 50% van het totale bedrag garant. Aangegane verplichtingen Grondbedrijf Het saldo van de aangegane verplichtingen grondexploitatie per 31-12-2006 is € 4.849.450. Overige Met de eigenaar van het dienstencentrum van het verzorgingstehuis Haltna bestaat een langdurige huurovereenkomst. De huurverplichting per jaar is € 77.391 voor het dienstencentrum. De verplichtingen voor wachtgelden van non-actief personeel zijn niet in een voorziening opgenomen, maar in de meerjarenbegroting als last geraamd.
Jaarstukken 2006
196
Staat van baten en lasten per programma Algemeen Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient een overzicht van baten en lasten per programma opgenomen te worden. In het jaarverslag is al bij de verschillende programmaverantwoordingen een overzicht van de baten en lasten weergegeven. Tevens is een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen opgenomen. In dit hoofdstuk zal een financiële samenvatting gegeven worden van deze overzichten voor zowel de primitieve begroting 2006, de begroting na wijziging 2006 en de rekening 2006. In de overzichten is een resultaat voor bestemming en een resultaat na bestemming opgenomen. Het resultaat voor bestemming betreft het ‘zuivere’ resultaat per programma, zoals deze ook zijn opgenomen in het jaarverslag bij de diverse programmaverantwoordingen. In het resultaat na bestemming zijn per programma de mutaties in de reserves verwerkt, op grond van de gedurende het begrotingsjaar door de raad opgenomen besluiten. Deze mutaties in de reserves zijn in het jaarverslag geheel opgenomen onder het overzicht van algemene dekkingsmiddelen. In de bijlagen zijn de onderstaande overzichten tevens per deelprogramma opgenomen. Overzicht baten en lasten per programma: begroting 2006 Bedragen x € 1 Programma Nr.
1 2 3 4 7 8 9 10 11 12 13 14
Deelprogramma
Afbouw van de stad Sociale cohesie Veilige woon- en leefomgeving Open bestuurscultuur Algemeen bestuur Verkeer, vervoer en waterstaat Economische zaken Onderwijs Cultuur, recreatie en sport Maatschappelijk welzijn Volksgezondheid en milieu Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting
Begroting 2006 Lasten
Baten
Resultaat voor bestemming
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
2.321.848 2.568.969 4.343.519 3.664.471 1.469.334 4.179.171 253.817 12.051.539 10.477.587 10.257.864 8.131.241 4.493.500
2.321.848 62.254 176.548 68.942 594.096 496.363 303.185 5.898.194 786.028 5.610.883 6.236.380 3.128.310
2.506.7154.166.9713.595.529875.2383.682.80849.368 6.153.3459.691.5594.646.9811.894.8611.365.190-
629.981 576.889 -
2.506.7154.166.9713.595.529875.2383.682.80849.368 5.523.3649.114.6704.646.9811.894.8611.365.190-
64.212.860
25.683.031
38.529.829-
1.206.870
37.322.959-
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
4.075.051 53.070
43.379.843 -
39.304.792 53.070-
1.966.049-
37.338.743 53.070-
Totaal algemene dekkingsmiddelen
4.128.121
43.379.843
39.251.722
1.966.049-
37.285.673
68.340.981
69.062.874
721.893
759.179-
Totaal programma's
TOTAAL
Jaarstukken 2006
37.286-
197
Overzicht baten en lasten per programma: begroting na wijziging 2006 Bedragen x € 1 Programma Nr.
1 2 3 4 7 8 9 10 11 12 13 14
Deelprogramma
Afbouw van de stad Sociale cohesie Veilige woon- en leefomgeving Open bestuurscultuur Algemeen bestuur Verkeer, vervoer en waterstaat Economische zaken Onderwijs Cultuur, recreatie en sport Maatschappelijk welzijn Volksgezondheid en milieu Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting
Begroting 2006 na wijziging Lasten
Baten
Resultaat voor bestemming
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
2.321.848 3.451.623 4.913.653 3.875.774 1.510.459 6.282.908 260.054 13.016.437 11.127.815 10.578.139 7.817.433 4.612.504
2.321.848 807.705 349.862 34.758 583.444 2.540.314 504.220 6.144.279 1.151.705 5.972.528 5.908.853 4.922.709
2.643.9184.563.7913.841.016927.0153.742.594244.166 6.872.1589.976.1104.605.6111.908.580310.205
54.815 629.981 682.889 24.390 733.053-
2.589.1034.563.7913.841.016927.0153.742.594244.166 6.242.1779.293.2214.605.6111.884.190422.848-
69.768.647
31.242.225
38.526.422-
659.022
37.867.400-
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
2.108.075 -
42.380.586 -
40.272.511 -
1.510.553-
38.761.958 -
Totaal algemene dekkingsmiddelen
2.108.075
42.380.586
40.272.511
1.510.553-
38.761.958
71.876.722
73.622.811
1.746.089
851.531-
894.558
Totaal programma's
TOTAAL
Overzicht baten en lasten per programma: rekening 2006 Bedragen x € 1 Programma Nr.
1 2 3 4 7 8 9 10 11 12 13 14
Deelprogramma
Afbouw van de stad Sociale cohesie Veilige woon- en leefomgeving Open bestuurscultuur Algemeen bestuur Verkeer, vervoer en waterstaat Economische zaken Onderwijs Cultuur, recreatie en sport Maatschappelijk welzijn Volksgezondheid en milieu Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting
Rekening 2006 Lasten
Baten
Resultaat voor bestemming
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
27.193.062 3.246.415 5.444.995 3.993.902 1.491.650 5.515.354 268.404 12.324.113 10.970.082 10.703.047 7.800.673 5.118.514
27.191.140 818.353 476.400 59.136 654.169 1.531.343 1.010.629 5.767.377 946.464 6.226.644 5.855.596 4.726.246
1.9232.428.0624.968.5953.934.766837.4813.984.011742.224 6.556.73610.023.6184.476.4031.945.077392.268-
54.815 620.900 426.556 24.390 514.563-
1.9232.373.2474.968.5953.934.766837.4813.984.011742.224 5.935.8369.597.0624.476.4031.920.687906.831-
94.070.213
55.263.497
38.806.716-
612.098
38.194.618-
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
1.797.585 -
42.159.488 -
40.361.903 -
1.595.664-
38.766.239 -
Totaal algemene dekkingsmiddelen
1.797.585
42.159.488
40.361.903
1.595.664-
38.766.239
95.867.798
97.422.985
1.555.187
983.566-
571.621
Totaal programma's
TOTAAL
Jaarstukken 2006
198
Incidentele baten en lasten Algemeen In 2006 zijn baten en lasten verantwoord met een incidenteel karakter. In het onderstaande overzicht worden deze incidentele baten en lasten gespecificeerd. Bij het samenstellen van het overzicht zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: In het overzicht zijn alleen posten van materiele betekenis opgenomen (minimaal € 25.000). Posten worden als incidenteel aangemerkt indien er sprake is van eenmalige baten en lasten zonder structurele doorwerking en/of structureel karakter. In het overzicht zijn tevens posten meegenomen die, conform raadsbesluit, rechtstreeks in mindering zijn gebracht op de algemene middelen reserves. Overzicht incidentele baten Bedragen x € 1 Bedrag
Deelprogramma
Omschrijving
31 Veiligheid
Uitkering GDU Plus H004.VV02 van de BRU
102.250
94 Overige economische zaken
Extra dividend Gasbedrijf Centraal Nederland Dividend uitkering Hydron Uitkering overwaarde Hydron ivm overname door Vitens
93.588 140.420 524.151
Algemene dekkingsmiddelen
Extra dividend uitkering BNG
Mutaties reserves
Vrijval bestemmingsreserve vervangingsinvesteringen Vrijval bestemmingsreserve overlopende posten
Totaal
56.035 141.616 55.916 1.113.976
Overzicht incidentele lasten Deelprogramma
Omschrijving
24 Zelfstandig wonen
Subsidie Project De Buren
31 Veiligheid
Inundatiekanaal
Kapitaallasten (niet bij een specifiek deelprogramma onder te brengen)
Versneld afschrijven van investeringen: - als gevolg van verkoop/vervanging activum Extra afschrijven op investeringen: - als gevolg van integratieheffing BTW, suppletieopgaaf BCF, BTW verrekening door toepassing Sportbesluit
Totaal
Bedragen x € 1 Bedrag 35.000 420.447
44.508
26.156 526.111
Jaarstukken 2006
199
Jaarstukken 2006
200
Accountantsverklaring
Jaarstukken 2006
201
Jaarstukken 2006
202
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2006 van gemeente Houten, bestaande uit de balans per 31 december 2006 en de programmarekening over 2006 met de toelichtingen, gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Houten is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeente en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Het College van Burgemeester en Wethouders is er tevens verantwoordelijk voor dat, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten, de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder gemeentelijke verordeningen, zoals die zijn opgenomen in het controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de gemeente Houten zoals vastgesteld door de gemeenteraad. Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten, het controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de gemeente Houten, en het Besluit van 4 juli 2006 inzake de invoering van single-information single-audit voor specifieke uitkeringen en de nota´s van toelichting daarbij. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening, inclusief het eventueel noodzakelijke overzicht van personele topinkomens. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de gemeente. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente heeft gemaakt, een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening alsmede een evaluatie van de invulling van het begrip rechtmatigheid.
Jaarstukken 2006
203
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 0,5% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door de Gemeenteraad vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Houten een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2006 als van de activa en passiva per 31 december 2006 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Utrecht, 25 april 2007 Ernst & Young Accountants Namens deze
V.C. Hartman RA
drs. J.W. van Oostrum RA
Jaarstukken 2006
204