Bijlage A Inspanningsgerichte bekostiging - DefinitiefInhoud A. Inspanningsgerichte bekostiging ........................................................................................................ 2 A.1 Globale beschrijving ..................................................................................................................... 2 A.1.1 Welke principiële keuzes maakt dit model ............................................................................ 2 A.1.2 Toepassingsgebied ................................................................................................................ 3 A.2 Gehanteerde bekostigingstaal (betaaltitel) en tarieven ............................................................... 4 A.2.1 Jeugdhulp .............................................................................................................................. 4 A.2.2 Verblijf ................................................................................................................................... 4 A.2.3 Dagbesteding en Dagbehandeling ......................................................................................... 5 A.2.4 Tarieven integrale producten ................................................................................................ 6 A.2.5 Wijkteams ............................................................................................................................ 6 A.3 Prikkelwerking van bekostigingsmodel ........................................................................................ 7 A.3.1 Positieve prikkels en voordelen van het model ..................................................................... 7 A.3.2 Negatieve prikkels en nadelen van het model ...................................................................... 7 A.4 Benodigde systeemcondities voor functioneren bekostiging ....................................................... 8 A.4.1Resultaatsturing en monitoring.............................................................................................. 8 A.4.2Verantwoording ..................................................................................................................... 8 A.5 Referenties ................................................................................................................................... 9
1/9 Werkgroep integrale bekostiging jeugd
A. Inspanningsgerichte bekostiging De beschrijving van dit bekostigingsmodel is op basis van een advies richting Amsterdam en wordt in de praktijk (nog) niet uitgevoerd. Dit model is niet in één jaar volledig te implementeren. Het kan dienen als stip op de horizon.
A.1 Globale beschrijving In het advies richting Amsterdam wordt ingezet op een nieuwe tariefstructuur met vier uurtarieven waarin het opleidingsniveau de verschillen in tarieven bepaalt. Het bekostigingsmodel geldt voor alle drie de sectoren waarmee het onderscheid en de bekostigingsverschillen tussen AWBZ , Zvw en jeugdzorg vervallen. De tarieven voor jeugdhulp zijn voor alle domeinen gelijk. In de bekostiging van jeugdhulp staat de inspanning centraal en worden werkelijk bestede uren en verblijfdagen maandelijks gefactureerd. De gemeente bekostigt aanbieders daarmee per uur of dag tegen een gecontracteerd tarief. De gemeente laat aanbieders werken conform de eigen richtlijnen en zorgpaden. De gemeente maakt geen volumeafspraken. Aanbieders worden toegelaten en ontvangen budget voor geleverde zorg. In het advies richting Amsterdam is het wijkteam als verwijzer naar tweedelijnszorg beheerder van het budget. Het wijkteam ontvangt wekelijks een beknopte rapportage over de kosten van de door naar de tweedelijn hen doorgestuurde cliënten. Hierdoor ontwikkelen de wijkteams kostenbewustzijn, waardoor wellicht sneller alternatieve behandelwijzen kunnen worden overwogen. Zolang de wijkteams nog niet geheel in staat zijn hun budgetverantwoordelijkheid vorm te geven, kan ter overbrugging nog gewerkt worden met budgetplafonds per aanbieder. Dit voorkomt budgetoverschrijdingen. De gemeente monitort de feitelijke realisatie, kosten en doorlooptijden van aanbieders en vergelijkt deze met de eigen productbeschrijvingen van die zorgaanbieders. Zo kan worden vastgesteld of zorgaanbieders in staat zijn hun eigen producten te leveren conform hun eigen beschrijvingen. Op basis van deze informatie voert de gemeente inkoopgesprekken met aanbieders. A.1.1 Welke principiële keuzes maakt dit model De principiële keuzes achter inspanningsbekostiging zijn: 1. De markt is open. Alle aanbieders die zich kwalificeren krijgen een raamovereenkomst; 2. Alle inspanning voor gerechtigde cliënten wordt betaald; 3. Sturing gebeurd vooral achteraf op basis van informatie via de facturen en ervaringen van verwijzers en cliënten. Door deze keuzes resulteert inspanningsbekostiging in een open markt. Voor het goed werken van een open markt is transparantie voor zowel cliënt, de verwijzer en de financier belangrijk. Hoe deze transparantie ingericht dien te worden, zijn separate keuzes waarbij het risico van administratieve lasten op de loer ligt. In het advies aan de gemeente Amsterdam heeft het wijkteam een belangrijke rol in toegang en de budgetbeheersing. Ook andere toegangsmodellen en modellen voor kostenbeheersing zijn denkbaar. 2/9 Werkgroep integrale bekostiging jeugd
A.1.2 Toepassingsgebied Het toepassingsgebied van inspanningsbekostiging is in beginsel heel breed. Binnen Jeugdwet en Wmo zijn de diensten in de kern opgebouwd uit contacten zoals tijd van een professional en verblijfscomponenten. Deze bouwstenen, met aandacht voor vorm- en zwaarteverschillen, zijn de kern van inspanningsbekostiging. Inspanningsbekostiging wordt ook toegepast in de curatieve zorg (Zorgverzekeringswet). Ervaring in dit stelsel leert dat het helder benoemen van een bekostigingstaal cruciaal is. Bij onduidelijkheid kan een financier niet vaststellen of declaraties correct zijn. In de Zorgverzekeringswet bestaat daarom uitgebreide regelgeving met definities, registratie-eisen en declaratievoorwaarden. Kenmerkend aan inspanningsbekostiging is ook een registratie- en declaratieproces op cliëntniveau. Dit is enerzijds de basis voor de benodigde transparantie maar veroorzaakt tegelijkertijd administratieve lasten bij zowel de aanbieder als de financier. Deze uitvoeringsaspecten hebben ook consequenties voor de termijn waarop dit model kan worden ingevoerd. Wanneer dit model gekozen wordt als ‘stip op de horizon’ kunnen aanbieders en gemeenten hun systemen hiervoor gaan inrichten terwijl in de tussentijd een taakgerichte bekostiging met budgetafspraken kan worden gehanteerd. Aandachtspunt tijdens de overgangsfase is dat registratie- en declaratieprocessen pas echt goed worden ingericht wanneer deze de kern worden van bekostiging. Dit bekostigingsmodel is geschikt voor vormen van hulp of zorg waarbij vooraf de omvang of de duur niet duidelijk is. Dit is vaak het geval bij jeugdhulp met een meer specialistisch en bovenregionaal karakter. Wanneer er sprake is van meer afgebakende zorgtrajecten met een duidelijk begin en eindpunt of wanneer de gemeenten afgebakende beschikkingen af wenst te geven is dit model minder geschikt. Door het open karakter is deze systematiek op zichzelf niet geschikt voor een PGB-systeem. Natuurlijk kan een gemeente die gekozen heeft voor inspanningsbekostiging de tarieven van de bouwstenen wel gebruiken in de onderbouwing van de hoogte van een PGB.
3/9 Werkgroep integrale bekostiging jeugd
A.2 Gehanteerde bekostigingstaal (betaaltitel) en tarieven Jeugdhulp wordt bekostigd op basis van de werkelijk bestede uren of dagen. De tarieven per uur of dag zijn voor alle domeinen gelijk en worden bepaald door het opleidingsniveau: MBO, HBO, WO of WO+. Met behulp van bandbreedtes in de tariefstelling die op den duur kleiner moeten worden, worden de effecten van historische kostenverschillen gedempt. Verblijf en zorg worden overal gescheiden van elkaar bekostigd. Zorg en dagbehandeling/-besteding worden betaald per uur. Verblijf wordt betaald per dag. Wijkteams worden bekostigd op basis van capaciteit. A.2.1 Jeugdhulp Jeugdhulp omvat alle zorg geleverd door aanbieders die niet valt onder verblijf of dagbesteding/behandeling en omvat bijvoorbeeld alle vormen van behandeling (ook behandeling tijdens verblijf of dagbehandeling), ambulante zorg, begeleiding, verpleging (voor zover van toepassing), verzorging, diagnostiek, trainingen, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Alle bestaande jeugdhulpproducten, methodieken en -interventies worden bekostigd op basis van werkelijk bestede tijd. Voor de definitie van tijdsbesteding binnen de jeugdhulp en het bepalen welke uren en dagen meetellen als declarabele prestaties is in het advies aansluiting gezocht bij de sector GGZ, waar tijdregistratie al bestaat. In aanvulling op wat in de GGZ aan tijdsregistratie mogelijk is, is in het advies aan Amsterdam ook de mogelijkheid opgenomen om uren voor reflectie en opleiding richting de gemeente te declareren (niet cliëntgebonden). De volgende tijdcategorieën worden onderscheiden:
Niet-cliëntgebonden tijd Direct cliëntgebonden tijd Indirect cliëntgebonden tijd Indirect cliëntgebonden reistijd Algemene indirecte cliëntgebonden tijd Reflectie (aanvullend op GGZ-definities) Opleiding (aanvullend op GGZ-definities)
De tarieven voor jeugdhulp zijn gebaseerd op een gemiddelde cao-salarisschaal (zie tabel 1) met verschillende op- en afslagen en een normaantal productieve uren per hulpverlener: 1283 productieve uren per fte per jaar waarvan 1217 cliëntgebonden, 36 uur (3%) reflectie en 30 uur (2.5%) opleiding. Zorgsoort Jeugdhulp
Tariefsparameter MBO HBO WO WO+
Tarief (€) Min Max 34,98 49,35 48,48 71,31 70,34 98,05 117,11 160,02
Eenheid euro per uur euro per uur euro per uur euro per uur
Tabel 1: tarieven Jeugdhulp (exclusief verblijf en dagbesteding/-behandeling)1 A.2.2 Verblijf De tariefstabel voor verblijf is – vooralsnog – uitgebreider dan voor deze bekostigingssystmatiek noodzakelijk. Dat komt doordat de historische tarieven in de drie sectoren ver uit elkaar liggen, maar 1
De huidige tariefstelling (2013, 2014) geldt als de belangrijkste basis voor de tariefstelling voor 2015. Bij de inkoop dient iedere instelling gevraagd te worden wat de huidige werkelijke (gemiddelde) tariefstelling is per zorgvorm en hoe dat is opgebouwd. Vanuit die informatie kan de gemeente de onderhandeling over het tarief 2015 voeren.
4/9 Werkgroep integrale bekostiging jeugd
ook doordat de ‘rekenkundige logica’ van deze tarieven onderling sterk verschilt. Om aansluiting te krijgen bij bestaande tariefniveaus in alle drie sectoren, is ervoor gekozen om in de verblijfstarieven te differentiëren naar sector. Voor een toekomstige tariefstabel zal deze differentiatie niet langer nodig zijn, omdat de tarieven dan naar elkaar gegroeid zijn. Zorgsoort Verblijfsdag jeugdzorg Verblijfsdag gezinshuis Verblijfsdag GGZ
Verblijfsdag forensische zorg
Verblijfsdag LVB Verblijfsdag VB
Tariefsparameter Per netto roosteruur VOV per plaats per verblijfsdag Per netto roosteruur VOV per plaats per verblijfsdag Per netto roosteruur VOV per plaats per verblijfsdag Plus per verblijfsetmaal… …waarvan deel NHC per verblijfsetmaal Per netto roosteruur VOV per plaats per verblijfsdag Plus per verblijfsetmaal Plus per verblijfsetmaal beveiligingsniveau laag Plus per verblijfsetmaal beveiligingsniveau gemiddeld Plus per verblijfsetmaal beveiligingsniveau hoog Plus per verblijfsetmaal beveiligingsniveau zeer hoog Per netto roosteruur VOV per plaats per verblijfsdag Plus per verblijfsetmaal… Per netto roosteruur VOV per plaats per verblijfsdag Plus per verblijfsetmaal…
I-ratio tarief (€) Min Max 41,25 55,00 75,00 100,00 19,50 26,00 90,00 120,00 25,50 34,00 15,38 20,50 117,38 156,50 25,33 33,77 30,96 40,82 49,79 33,38 18,00 31,50 20,63
Eenheid euro per etmaal euro per etmaal euro per etmaal
euro per etmaal 41,28 54,42 66,38 44,50 euro per etmaal 24,00 42,00 euro per etmaal 27,50
Tabel 2: tarieven Verblijf De netto intensiteit van de VOV (verzorgend, opvoedend en verplegend personeel) bepaalt in hoge mate het tarief per groep van een aanbieder. Iedere groep heeft een eigen omvang van de VOV en zijn eigen (vaste) intensiteitsratio (I-ratio). De I-ratio van een groep is de omvang van de VOV teruggerekend naar het aantal netto roosteruren VOV-staf per jeugdige per verblijfsdag. Voorbeeld: een 24-uurs LVB-verblijfsgroep van 8 jeugdigen heeft een groepsleiding (VOV) van 220 (netto) roosteruren per week. De groep is zeven dagen per week open. De I-ratio van deze groep is: 220 / 8 / 7 = 3,9. Het LVB I-ratio tarief is (maximaal) € 44,50 (zie bovenstaande tabel). Aanvullend geldt een tarief per dag van 24 euro. Het dagtarief voor een kind dat in deze groep verblijf is: 44,50 x 3,9 + 24 = 197,55 euro per dag. Dat komt bij volledige bezetting neer op 197,55 x 365 = 72.105 euro per jaar. A.2.3 Dagbesteding en Dagbehandeling De tariefstelling van dagbesteding en -behandeling (hierna: dagbehandeling) in inclusief verblijf en groepsleiding, maar exclusief behandeling. Dagbehandeling heeft een uurtarief, vergelijkbaar met de regulier kinderopvang. Hierbij telt het aantal openingsuren van een groep, niet de daadwerkelijke tijd dat een kind op een willekeurige dag verblijft. De intensiteit van een groep hangt af van de groepsgrootte en de omvang van de groepsleiding. Een groep de vijf dagen per week 10 uur per dag 8 jeugdigen ontvangt met 2 groepsleiders, heeft een intensiteitsratio van: 5/9 Werkgroep integrale bekostiging jeugd
I-ratio = 2 groepsleiders * 10 uur per dag / 8 jeugdigen / 10 openingsuren = 20 / 8 / 10 = 0,25. De I-ratio zegt dus alles over de intensiteit van een groep. De I-ratio wordt vermenigvuldigt met het I-ratio tarief om een uurtarief te krijgen voor die groep: Zorgsoort Dagbesteding Dagbehandeling jeugdzorg
Tariefsparameter Per netto roosteruur VOV per kind per openingsuur Per netto roosteruur VOV per kind per openingsuur
I-ratio tarief (€) Min Max Eenheid 37,50 50,00 euro per uur 54,00 72,00 euro per uur
Tabel 3: tarieven Dagbesteding en Dagbehandeling Uitgaande van de het maximale tarief voor dagbehandeling jeugdzorg is het uurtarief voor de bovengenoemde groep met een intensiteit van 0,25 als volgt te berekenen: Uurtarief = 0,25 * 72 euro = 18 euro per uur. Alle sectoren krijgen voor dagbesteding dezelfde tariefsfactor (of: I-ratio tarief) voor de I-ratio. Dagbesteding omvat ook de prestatie VZO uit de GGZ. De kosten voor eventuele behandeling of vervoer worden apart in rekening gebracht. A.2.4 Tarieven integrale producten Daar waar bekostiging op basis van uren of dagen niet de meest aangewezen vorm is (voor bijvoorbeeld diensten die standaard zijn en altijd hetzelfde kosten), zal bekostiging op basis van productprijs plaatsvinden. De berekening van een productprijs geschiedt op basis van de productbeschrijving, waarin het aantal uren (opgesplitst naar de vier declarabele tijdcategorieën) is opgenomen dat nodig is om het product te leveren. Als dat aantal uren in meeste gevallen hetzelfde is en niet wijzigt met variabelen zoals zorgzwaarte of groepsgrootte, is het mogelijk een vaste productprijs te berekenen. Hiervoor moeten dan de normale uurtarieven worden gebruikt. In het advies aan Amsterdam staat dat toelating tot bekostiging op productbasis terughoudend ingezet zou moeten worden. A.2.5 Wijkteams De Jeugdteams en de jeugdgeneralisten van de Wijkteams worden bekostigd op basis van capaciteit. De tarieven voor de Jeugdteams en Wijkteams zijn gebaseerd op een gemiddelde cao-salarisschaal met verschillende op- en afslagen. De bedragen in onderstaande tabel zijn de tarieven die de gemeente betaalt voor het beschikbaar krijgen van de ouder- en kindadviseurs en jeugdgeneralisten in de wijkteams. Zorgsoort FTE tarieven Ouder-kindteams en Samen DOEN teams
Tariefsparameter MBO HBO WO WO+
Tarief (€) Min Max 44.873 61.465 59.629 80.507 78.426 122.109 133.819 194.469
Eenheid per fte per jaar per fte per jaar per fte per jaar per fte per jaar
Tabel 4: tarieven Wijkteams
6/9 Werkgroep integrale bekostiging jeugd
A.3 Prikkelwerking van bekostigingsmodel Vanuit elk bekostigingsmodel gaat een bepaalde prikkelwerking uit die leidt tot bepaald gedrag. Bij de keuze voor een bepaald bekostigingsmodel, is het van belang te onderzoeken in hoeverre het bekostigingsmodel positieve prikkels (voordelen van het model) optimaliseert en perverse prikkels (nadelen van het model) minimaliseert. A.3.1 Positieve prikkels en voordelen van het model Cliënten die de zorg het hardst nodig hebben, krijgen de noodzakelijke zorg. De financiële onaantrekkelijkheid van zware cliënten wordt weggenomen. Het bekostigingsmodel voorkomt dat cliënten in een carrousel belanden; Aanbieders krijgen de vrijheid om zorg te verlenen zoals zij dat het beste achten: ‘doe wat nodig is, maar laat zien wat je doet’; De cliënt staat centraal en wrap-around zorg wordt makkelijker omdat het mogelijk is om een andere aanbieder bij te schakelen voor consultatie (zonder hiermee een contract te hoeven afsluiten of zonder dat deze een heel product te declareren voor een paar uur werk). Er is geen sprake van hoofd- en onderaannemerschap en er is een scheiding tussen inkoop (door de gemeente) en bestellen (door de verwijzers). Het wijkteam blijft verantwoordelijk voor de cliënt; Aanbieders hebben de prikkel om goede resultaten te boeken. Aanbieders die goed bekend staan bij het wijkteam en bij cliënten doordat ze goede resultaten boeken, zullen meer werk krijgen; ZZP-vriendelijk model: er is een vrije toelating van nieuwe zorgaanbieders, dus ook voor zelfstandigen; Ontkokering tussen professionals en aanbieders doordat iedereen dezelfde bekostiging heeft; Het model sluit aan op de productentaal van de zorgaanbieders. Zorgaanbieders factureren hun eigen producten; Geen kruissubsidies tussen producten en cliënten, waardoor (winstgevende) hulp bijvoorbeeld het (verlieslatende) verblijf mogelijk maakt of de goedkope cliënten de zorg aan dure cliënten. Veel transparantie. Het wordt duidelijk waarvoor de financier betaald, hoeveel een cliënt kost en of de zorgaanbieder levert conform de eigen productbeschrijving. A.3.2 Negatieve prikkels en nadelen van het model Prikkel tot inzet van hoger opgeleid en daarmee duurder personeel wat P opdrijvend is; Prikkel tot opdrijven van Q door het ontbreken van een maximum aan looptijd. Wanneer de instroom daalt, hebben aanbieders de prikkel om cliënten langer te behandelen waardoor de doorlooptijd stijgt. ; Gebrek aan mogelijkheden voor aanbieders om (snel) financiële reservesop te bouwen met ‘cash cows’ (zeer winstgevende producten), doordat alleen wordt betaald voor werkelijke besteding gemeten in uren en dagen; Data-analyse wordt belangrijk. Het is hard werken voor inkoop; De verzamelde informatie en de prestaties van zorgaanbieders hebben pas effect op de inkoop van het jaar erop; Is wijkteam in staat om het budget te beheersen?
7/9 Werkgroep integrale bekostiging jeugd
A.4 Benodigde systeemcondities voor functioneren bekostiging Om het bekostigingsmodel te laten werken, dienen er een aantal systeemcondities aanwezig te zijn waaronder resultaatsturing, monitoring van de resultaten en verantwoording. A.4.1Resultaatsturing en monitoring In het advies richting Amsterdam speelt het wijkteam een belangrijke rol. De koppeling met de rol van het wijkteam is cruciaal om het bekostigingsmodel te laten werken. Als verwijzer naar tweedelijnszorg is het wijkteam beheerder van het budget en verdeelt ze de schaarste. Het wijkteamlid wordt door de aanbieder zo goed mogelijk op de hoogte gehouden van behandeltraject en krijgt alle facturen te zien. Het wijkteam monitort iedere maand uitputting van het budget en probeert samen met de aanbieders om de kosten te beheersen door bijvoorbeeld dure trajecten zo kort mogelijk te laten duren. Bij doorverwijzingen beschikt het wijkteam over informatie over de kosten van de producten van de zorgaanbieders waarnaar ze verwijzen. Vanuit inkoop wordt deze informatie jaarlijks ververst op basis van de realisatiecijfers. Deze informatie gebruikt het wijkteam het eventueel aan te passen richting de beter presterende aanbieders. Na elk jaar dient de gemeente per aanbieder te bekijken in hoeveel uren en dagen per cliënt de zorg gerealiseerd is, wat de gemiddelde doorlooptijden zijn en of de aanbieder daarmee doet wat is beloofd in het contract. Deze informatie en benchmarking van aanbieders heeft een centrale plek in de gesprekken met aanbieders. Wanneer een aanbieder gemiddeld langer bezig is met een bepaalde soort cliënt of bij een bepaalde groep cliënten intensievere zorg inzet dan andere aanbieders, gaat de gemeente daarover in gesprek met de gemeente. Het gevolg kan zijn dat wanneer een aanbieder bijvoorbeeld structureel een bepaalde behandeling langer uitvoert dan andere aanbieders, de gemeente aangeeft dat de aanbieder deze behandeling in de toekomst niet meer mag uitvoeren. Om de kosten en doorlooptijden in te gaten te houden, om aanbieders te kunnen benchmarken en om uiteindelijk op basis hiervan het verwijsgedrag aan te passen en gesprekken met aanbieders goed te kunnen voeren, is informatievoorziening essentieel. Deze informatievoorziening vraagt een grote investering (een back-office met data-analisten), analoog aan wat zorgverzekeraars hebben ingericht. De informatievoorziening is primair voor inkoop. Inkopers dienen periodiek de informatie te analyseren en te vergelijken met de productbeschrijvingen van de zorgaanbieders en hun prestaties in eerdere periodes. De overtuiging achter dit bekostigingsmodel is dan ook ‘inkoop is werken’. De financier dient betrokken te blijven bij de prestatiedialoog. A.4.2Verantwoording Het advies aan Amsterdam is gebaseerd op zeer veel vertrouwen. Aanbieders krijgen de vrijheid om zorg te verlenen op een manier zoals zij dat het beste achten. Tegenover deze vrijheid staat het feit dat aanbieders zich moeten verantwoorden. Verantwoording geschied maandelijks via de facturenstroom, waarin de productie in uren en dagen per cliënt en per product wordt overlegd. Per kwartaal dienen de grote aanbieders zich te verantwoorden in kwartaalgesprekken, waarin de realisatiecijfers worden besproken. Kleine aanbieders hoeven dit niet of minder frequent. Daarnaast is een dragend en sturend mechanisme het op de hoogte houden van het wijkteam door de aanbieder. De persoonlijke relatie met de verwijzers is van belang. Het is lastig om te oordelen over de resultaten die een aanbieder boekt bij een cliënt door diversiteit in aanbod en problematiek van 8/9 Werkgroep integrale bekostiging jeugd
kinderen. Voor het vertrouwen is het daarom van belang dat aanbieders transparant zijn over het hoe en het wat. Ze dienen goed te communiceren en de lijntjes niet te verbreken met het wijkteam. Het wijkteam blijft immers verantwoordelijk voor de cliënt. Urenregistratie bij zorgaanbieders is een noodzakelijke en dient gekoppeld te zijn aan bekostiging. Aanbieders dienen inzicht te geven in de uren/dagen en doorlooptijden per cliënt. Wanneer er budgetproblemen opspelen, is urenregistratie noodzakelijk om de oorzaken van verschillen te kunnen duiden en te bespreken. Tevens dient de accountant in staat te zijn te controleren dat de uren gemaakt zijn. De juistheid vaststellen is belangrijk. De administratieve last voor aanbieders is in lijn met datgene wat ze vanuit hun professie en vanuit de bedrijfsvoering reeds moeten vastleggen. De informatie op de factuur is ook essentieel. De factuurstroom is de basis voor de vulling van het informatiesysteem. Een productcatalogus vanuit de aanbieder is nodig. In de productencatalogus beschrijft de aanbieders zijn producten, de doelgroep, de doelen, de instroomcriteria, de contraindicaties, de behandelpatronen (in uren en dagen), doorlooptijd en kosten. Op de factuur dient immers informatie te staan over de productnamen. Producten worden net als aanbieders toegelaten, maar kunnen ook hun toelating verliezen wanneer deze bijvoorbeeld onvoldoende vaak geleverd worden of wanneer de realisatiecijfers van het product steeds sterk afwijken van de productbeschrijving (lage ‘programma-intregriteit’). Om vervolgens de instellingsspecifieke taal van aanbieders met elkaar te kunnen vergelijken op basis van factureren, is een metataal nodig. In de productencatalogus staat de producttypering vermeld in de metataal. Met behulp van deze metataal dient de inkoper te beoordelen of de aanbieder zorg levert conform afspraken en daarnaast de resultaten te vergelijken met andere aanbieders. Dit vraagt meerdere jaren om in te regelen en een lange horizon.
A.5 Referenties - Advies Tariefstelling Decentralisatie jeugdzorg, Sybe Bijleveld (20 mei 2014) - Presentatie workshop inkoop sociaal domein 30-06-2015
9/9 Werkgroep integrale bekostiging jeugd