Bijlage 2011 (tweede helft) bij het rapport van de Werkgroep Alimentatienormen In deze versie van de bijlage (juli 2011) bij het rapport Alimentatienormen is een aantal aanpassingen doorgevoerd. Deze aanpassingen houden verband met: - de wijzigingen in de Wet Werk en Bijstand per 1 juli 2011. Deze wijzigingen zijn het gevolg van de Wet inkomensaanvulling 2005. Door deze wet veranderen de bedragen van de uitkeringen die zijn afgeleid van het netto minimumloon en vindt een aanpassing in de berekening van het vakantiegeld plaats.
Deze bijlage wordt gepubliceerd op www.nvvr.org en op www.rechtspraak.nl. Mr. J.G. Luiten (gerechtshof Arnhem), voorzitter Mr. R.A. Eskes (rechtbank Zutphen), secretaris S. van Eijk (gerechtshof Arnhem), ambtelijk secretaris Postbus 9030 6800 EM Arnhem tel. 026 – 359 20 00 fax. 026 – 359 23 84
Bijlage juli 2011 behorende bij het rapport Alimentatienormen, versie juli 2010
MODEL VOOR DE NETTOMETHODE (tarieven van juli 2011) Nettomethode: berekening draagkracht voor inkomens tot € 2.000 bruto per maand uitsluitend belast in box I (bedragen per maand)
Inkomen uit dienstbetrekking/uitkering - gegevens uit loon- of uitkeringsspecificatie 1 2 3 4 5 6 7
8 9
10
11
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
1
Inkomsten Netto arbeidsinkomen uit dienstbetrekking Netto AOW-uitkering Netto-uitkering andere sociale verzekeringswetten Vakantietoeslag 5 % Netto arbeidsinkomen bouw1 inclusief 100 % waarde vakantiebonnen, 46 werkweken per jaar Netto pensioen (vakantietoeslag niet altijd inbegrepen) Ander netto inkomen (bijv. extra heffingskortingen, bijverdiensten, kostgeld, Onderhuur, klein inkomen uit rente, dividend of huur, kindgebonden budget) Totaal netto inkomen Lasten Bijstandsnorm inclusief vakantiegeld Gehuwden € 1.320 Alleenstaande ouder € 1.188 Alleenstaande € 924 Woonlasten Kale huur Af: huurtoeslag hypotheekrente, erfpachtcanon, retributie opstal Af: fiscaal voordeel hypotheekaflossing / premie levensverzekering Forfait overige eigenaarslasten (premie opstalverzekering, aanslag OZB, polderlasten, waterschapslasten, Onderhoud) : € 95 Af: “gemiddelde basishuur” : € 210,Af: bijdrage partner in woonlast/korting onredelijke woonlast Ziektekosten a. nominale premie basisverzekering ZVW b. premie aanvullende ziektekostenverzekering c. verplicht eigen risico € 170,- per jaar, indien gerealiseerd vrijwillig eigen risico, indien gerealiseerd d. op aanslag zelf betaalde inkomensafhankelijke bijdrage e. zelf betaalde niet vergoede medische kosten Af: in bijstandsnorm begrepen nominaal deel premie ZVW € 45,- pm alleenstaande / € 83,- pm echtpaar Zorgtoeslag Zelf betaalde premie arbeidsongeschiktheidsverzekering (bijvoorbeeld WAO/WIA-gat) / premie oudedagsvoorziening Premie begrafenisverzekering Kosten omgangsregeling Andere bijzondere kosten Werkelijke verwervingskosten Studiekosten Rente en aflossing schulden Herinrichtingskosten Overige kosten Draagkrachtloos inkomen Draagkrachtruimte Beschikbaar: 50 % (gezin), 70 % (alleenstaande) van de draagkrachtruimte
€ € € €
+ + + +
€ €
+ +
€ ____________
+
€
+
€ € € € €
+ + +
€ € €
+ -
€ € € € € €
+ + +
+
€ _________ €
-
+ +
€
-
€ € € € € € € € € ____________
+ + + + + + + + +
€
€
+
In 2011 bedraagt het belaste en onbelaste deel resp. 99% en 1%
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 2
Bijlage juli 2011
24 Alimentatieverplichtingen jegens derden A. jegens eerdere ex-partner 1. indien ook kinderalimentatie moet worden vastgesteld: vastgestelde netto alimentatie eerdere ex-partner: bruto alimentatie – 1/3 deel (1/6 bij 65+) belastingvoordeel 2. indien geen kinderalimentatie moet worden vastgesteld hier niets invullen maar overstappen naar 36 en de vastgestelde alimentatie eerdere ex-partner invullen bij 37 B. jegens kind(eren) 3. indien er kinderen uit twee huwelijken zijn, de geldende kinderalimentatie hier aftrekken (zonder aftrek van het te behalen belastingvoordeel) tenzij de draagkracht te gering is om in de behoefte van alle kinderen te voorzien, in welk geval voor alle kinderen bij 28 de ruimte wordt berekend en bij 29 het fiscaal voordeel waarna de ruimte over alle kinderen gelijk wordt verdeeld tenzij er een aantoonbaar verschil in behoefte is 4. indien geen kinderalimentatie moet worden vastgesteld de geldende kinderalimentatie (zonder aftrek van het te behalen belastingvoordeel) hier aftrekken 25 Er resteert 26 Kinderalimentatie (totaal voor alle kinderen) 27 Beschikbaar voor partneralimentatie (zonder toerekening Van belastingvoordeel)
€
-
€
-
€ ____________ € € ____________
(a) -
€
(b)
Nettomethode: berekening belastingvoordeel (bedragen per maand) Alleen bij bruto inkomen groter dan € 1.400 bruto per maand Kinderalimentatie 28 Per kind beschikbaar: (a) gedeeld door aantal kinderen 29 Voordeel uit fiscale buitengewone lastenaftrek per kind Kind 0 t/m 5 jaar: voordeel € 32 Kind 6 t/m 11 jaar: voordeel € 39 Kind 12 t/m 17 jaar: voordeel € 45 30 Beschikbaar inclusief fiscaal voordeel 31 Eventuele kosten omgangsregeling per kind 32 Uitgaven voor levensonderhoud kind 33 Er is alleen recht op fiscale aftrek als (e) tenminste € 136 is 34 Dan beschikbaar voor betrokken kind (d) (na toerekening fiscaal voordeel) 35 Indien uitkomst (e) lager dan € 136 beschikbaar voor betrokken kind: bedrag (c) (geen fiscaal voordeel) Partneralimentatie 36 Berekend beschikbaar bedrag voor partneralimentatie (b) 37 Vastgestelde netto alimentatie eerdere ex-partner Bruto alimentatie – 1/3 deel (1/6 deel bij 65+) belasting Alleen indien niet reeds bij 24.1 afgetrokken 38 Resteert voor (tweede) ex-partner 39 Belastingvoordeel hierover (1/3 deel / 1/6 deel bij 65+) 40 Beschikbaar voor partneralimentatie
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 3
€ € ____________
+
€ € ____________ € €
+ + +
(c)
(d) (e)
€ € € € € € ____________ €
+ +
Bijlage juli 2011
MODEL VOOR DE BRUTOMETHODE (tarieven van juli 2011) Brutomethode: berekening draagkracht voor inkomens vanaf € 2.000 bruto per maand van bruto naar netto (bedragen per jaar) BOX I : INKOMEN UIT WERK EN WONING
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
51 52 53 54
55 56
57 58 59
Loon Bruto arbeidsinkomen uit dienstbetrekking Bruto AOW-uitkering (geen premies werknemersverzekeringen) Bruto uitkering andere sociale verzekeringswetten Vakantietoeslag 8 % Bruto arbeidsinkomen bouw inclusief belast deel waarde vakantiebonnen, 46 weken (zie 118 onbelast deel)2 Inkomsten uit overwerk 13de maand / 14de periode Belaste gratificaties, tantièmes, eindejaarsuitkering Belaste onkostenvergoeding Bruto pensioen (vakantietoeslag niet altijd inbegrepen) Pensioenpremies Ingehouden pensioenpremie VUT / FPU-premie e.d. Aanvullende pensioenpremie / premie reparatie WAO/ WIA-gat (ingehouden door werkgever) Loon voor de premies werknemersverzekeringen Premies werknemersverzekeringen (NB premie-inkomensgrens) Premie WW Premie arbeidsongeschiktheidsverzekering in verband met reparatie WAO/WIA-gat (collectieve regeling, premie ingehouden door werkgever) Premie Zorgverzekeringswet Fiscale bijtelling inkomensafhankelijke werkgeversbijdrage (resp. 7,75% en 5,65% over maximaal bijdrageloon € 33.427) Belaste bijdrage in de ziektekosten Inkomsten uit arbeid
€ € € €
+ + + +
€ € € € € € ____________ €
+ + + + + +
€ €
-
€ ____________ €
-
€
-
€ ____________
-
€
+
€ €
+
(A)
Alternatief: Loon volgens de jaaropgaaf (+ spaarloon/levensloop en minus fiscaal belaste bijtelling privé gebruik lease-auto)
€
61 62 63 64
Werknemersaftrek Fietsaftrek (vervallen) Reisaftrek Zeedagenaftrek (vervallen) Belastbaar loon
€ € € ____________ € ……………….
65 66 67 68 69 70
Winst uit onderneming Bedrijfsresultaat Aftrekbeperkingen Investeringsaftrek Scholingsaftrek (vervallen) Fiscale oudedagsreserve3 Winst uit onderneming
€ € € € € ____________ €
60
(a)
+ + -
2
In 2011 bedraagt het belaste en onbelaste deel resp. 99% en 1% Jaarstukken t/m 2000: correct. Bij jaarstukken over 2001 en later is de FOR al in het bedrijfsresultaat (65) verwerkt 3
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 4
Bijlage juli 2011
75
Ondernemersaftrek Zelfstandigenaftrek Speur- en Ontwikkelingsaftrek Meewerkaftrek Stakingsaftrek MKB-winstvrijstelling 12% Belastbare winst uit onderneming
76 77 78
71 72 73 74
€ € €
-
€ ____________ € ……………….
(b)
Resultaat uit overige werkzaamheden Aftrekbeperkingen Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden
€ + € ____________ + € ……………….
(c)
79 80 81
Periodieke uitkeringen en verstrekkingen Aftrekbare kosten Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen
€ + € ____________ € ……………….
(d)
82 83
€
84 85
Eigenwoningforfait Rente en kosten van (hypothecaire) schulden in verband met de eigen woning Periodieke betalingen van erfpacht e.d. Belastbare inkomsten uit eigen woning
€ € ____________ € ……………….
(e)
86 87 88 89
Premies voor lijfrenten Premies voor uitkering bij invaliditeit, ziekte of ongeval (Premies WAZ vervallen) Uitgaven voor inkomensvoorziening
€ € € ____________ € ……………….
+ + + -
(f)
90
Uitgaven voor kinderopvang
€ ………………. -
(g)
91 92 93
Buitengewone uitgaven (drempel!) Scholingsuitgaven (drempel!) Persoonsgebonden aftrek (hier geen alimentatie opnemen)
€ + € ____________ + € ………………. -
(h)
94
Belastbaar inkomen uit werk en woning (saldo van a t/m h) € ………………. Schijf I € t/m € 18.628 33 % / 15,10 % € + II € 18.628 t/m € 33.436 41,95 % / 24,05 % € + III € 33.436 t/m € 55.694 42 % € + IV € 55.694 of meer 52 % € _____________+
95
Inkomensheffing Box I
+
(I)
€ ……………….
BOX II : INKOMEN UIT AANMERKELIJK BELANG 96 97 98 99 100 101
Reguliere voordelen (met name dividend) Vervreemdingsvoordelen (vervallen) Inkomen uit aanmerkelijk belang Persoonsgebonden aftrek (het niet in Box I of III benutte deel) Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang Inkomstenbelasting (vast tarief 25%) box II4:
€
+
€ € € €
____________ + ____________ ………………. ……………….
(II)
4
Voor 2007 gold tijdelijk een extra tariefschijf van 22% voorzover het aanmerkelijk belang lager was of gelijk aan € 250.000,--
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 5
Bijlage juli 2011
BOX III : INKOMEN UIT SPAREN EN BELEGGEN 102 Werkelijke of in redelijkheid te verwerven inkomsten (na aftrek van kosten) uit: a. (rechten op) onroerende zaken b. (rechten op) bepaalde roerende zaken c. rechten op geld (en overige vermogensrechten) d. rente en kosten van schulden 103 Werkelijke vermogensinkomsten 104 Rendementsgrondslag Waarde aan het begin van het jaar van: a. onroerende zaken b. (bepaalde) roerende zaken c. geld en vermogensrechten d. schulden (drempel!) Waarde aan het eind van het jaar van: a. onroerende zaken b. (bepaalde) roerende zaken c. geld en vermogensrechten d. schulden (drempel!) 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114
115
116 117 118 119
120
€ € € € ________ € € € € ________
€ € € ____________ € € ____________ € ____________
+ + +
€
+
-
+ + + -
+ + + -
Gemiddelde rendementsgrondslag (x ½) Heffingvrij vermogen (inclusief kindertoeslag) Toeslagen Grondslag forfaitair rendement Forfaitair rendement 4 % Persoonsgebonden aftrek (het niet in box I benutte deel) Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Inkomstenbelasting (vast tarief: 30 %) box III Inkomen voor aftrek inkomensheffing: het saldo van 59 of 60, 65, 76, 81, 98 en 103 Inkomensheffing box I en inkomstenbelasting box II en III totaal (gecombineerde inkomensheffing): het saldo van 95, 101 en 112 Heffingskorting: - algemene heffingskorting € + - arbeidskorting € + - inkomensafhankelijke combinatiekorting € + - alleenstaande-ouderkorting € + - aanvullende alleenstaande-ouderkorting € + - ouderenkorting € + - alleenstaande ouderenkorting € + - doorwerkbonus € + - andere kortingen5 € _______ + Standaardheffingskorting Verschuldigde inkomensheffing Onbelast deel waarde vakantiebonnen Netto inkomsten, waaronder het kindgebonden budget Besteedbaar inkomen per jaar vóór aftrek van de ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW af: door werkgever/uitkeringsinstantie ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW (het bedrag van 57a of 57b) Besteedbaar inkomen per jaar na aftrek van de inhgehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW
€ € € € € € € € €
____________
+
____________
-
+ ____________ ………………. ……………….
€
+
€
-
€ ____________ € € € ____________ €
+ + +
€
-
(III)
€ ……………….
5
Bijvoorbeeld: jong-gehandicaptenkorting, levensloop- en ouderschapsverlofkorting en kortingen maatschappelijke beleggingen en/of directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 6
Bijlage juli 2011
BEREKENING DRAAGKRACHT (brutomethode: nettotraject, bedragen per maand) Inkomsten 121 Besteedbaar inkomen per maand (1/12) transporteren € + Lasten 122 Bijstandsnorm inclusief vakantiegeld € + Gehuwden € 1.320 Alleenstaande ouder € 1.188 Alleenstaande € 924 123 Woonlasten kale huur € + Af: huurtoeslag € Hypotheekrente € + Hypotheekaflossing / premie levensverzekering € + Erfpachtcanon € + forfait overige eigenaarslasten (premie opstalverzekering, aanslag OZB, polderlasten, waterschapslasten, onderhoud) : € 95 € + Af: “gemiddelde basishuur” : € 210 € Af: bijdrage partner in woonlast/korting onredelijke woonlast € 124 Ziektekosten € + a. nominale premie basisverzekering ZVW € + b. premie aanvullende ziektekostenverzekering € + c. verplicht eigen risico € 170,- per jaar, indien gerealiseerd € + vrijwillig eigen risico, indien gerealiseerd € + d. door werkgever/uitkeringsinstantie afgedragen inkomensafhankelijke bijdrage ZVW (vervallen) e. op aanslag zelf betaalde inkomensafh. Bijdrage ZVW € + f. zelf betaalde, niet vergoede medische kosten € + Af: - in bijstandsnorm begrepen nominaal deel premie ZVW € € 45,- pm alleenstaande / € 83,- pm echtpaar - zorgtoeslag € 125 Premies voor uitkering bij ziekte, ongeval of invaliditeit, oudedagsvoorziening (bij werknemers voor zover niet door werkgever in te houden maar zelf te betalen, bijv. reparatie WAO/WIA-gat) € + 126 Kosten kinderopvang € + 127 Premie begrafenisverzekering € + 128 Kosten omgangsregeling € + 129 Andere bijzondere kosten € + 130 Werkelijke verwervingskosten € + 131 Studiekosten € + 132 Aflossing schulden € + 133 Herinrichtingskosten € + 134 Overige kosten € ____________ + 135 Draagkrachtloos inkomen 136 Draagkrachtruimte Berekening van de draagkracht 137 Beschikbaar: bij kinderalimentatie resp. 50 % (gezin), 70 % (alleenstaande) en bij partneralimentatie 45 % (gezin), 60 % (alleenstaande) van de draagkrachtruimte 138 Alimentatieverplichtingen eerdere ex-partner 139 Voordeel i.v.m. betaalde alimentatie eerdere ex-partner 140 Beschikbaar voor kinderalimentatie (uit het huidige of een eerder huwelijk) en partneralimentatie 141 Kinderalimentatie 142 Voordeel i.v.m. uitgaven voor levensonderhoud van Kinderen indien uitgaven voor kind € 136 per maand of meer 143 Resteert voor partneralimentatie (zonder toerekening van belastingvoordeel)
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 7
€ _________ €
-
€
+
€ € _________
+
€ €
+ -
€ _________
+
€ …………...
Bijlage juli 2011
144
stap 1
stap 2 stap 3 stap 4 stap 5 stap 6 stap 7
stap 8 stap 9 stap 10
stap 11 stap 12 stap 13
stap 14 stap 15
Indien het saldo van het belastbaar inkomen van Box I minus de inkomensheffing in Box I hoger is dan de netto alimentatie, kan het belastingvoordeel worden berekend volgens de methode "Buijs" 6. Netto alimentatie per jaar (12 x post 143) De netto alimentatie noemen we (NA). Het belastbaar inkomen in Box I (post 94, eventueel verminderd na verhoging van de persoonsgebonden aftrek op grond van 139 en 142) noemen we (BI) Is (BI) kleiner dan of gelijk aan € 18.628? Ga dan naar stap 14. Is (BI) kleiner dan of gelijk aan € 33.436? Ga dan naar stap 11. Is (BI) kleiner dan of gelijk aan € 55.694? Ga dan naar stap 8. Bereken [(BI) – 55.694] x 0,48 Is (P) groter dan (NA), bereken dan (NA) x 2,083 En ga naar stap 15 Bereken (P) x 2,083 Bereken (NA) – (P) (NA) heeft dus een nieuwe waarde gekregen, (BI) stellen we nu op € 55.694 Bereken [(BI) – 33.436] x 0,58 Is (P) groter dan (NA) bereken dan(NA) x 1,724 En ga naar stap 15 Bereken (P) x 1,724 Bereken (NA) – (P) (NA) heeft dus een nieuwe waarde gekregen, (BI) stellen we nu op € 33.436 Bereken [(BI) – 18.628] x 0,58 Alimentatieplichtige 65 jaar of ouder? Bereken [(BI) – 18.628] x 0,760 Is (P) groter dan (NA) bereken dan (NA) x 1,720 Alimentatieplichtige 65 jaar of ouder? Bereken (NA) x 1.317 Bereken (P) x 1,720 Alimentatieplichtige 65 jaar of ouder? Bereken (P) x 1.317 Bereken (NA) – (P) (NA) heeft dus een nieuwe waarde gekregen Bereken (NA) x 1,493 Alimentatieplichtige 65 jaar of ouder? Bereken (NA) x 1,178 Beschikbaar voor partneralimentatie per jaar Tel alle bedragen in de rechterkolom op
€
…..
€
…..
€
…..
€
…..
€
…..
€ €
….. …..
€
(NA)
€
…..
€
…..
€
….
€
….
(P) + + (NA)
(P) + + (NA)
€ € € €
…. …. ….. …..
(P) (P) + + + + (NA)
€ €
….. …..
+ +
€
…..
.…
6
Voor de gehanteerde bedragen en schijfpercentages wordt verwezen naar de belastingtabellen. Het belastingvoordeel per schijf wordt gevonden door toepassing van de formule 100 ÷ [100 – het schijfpercentage] (stappen 6 en 7, 9 en 10, 12, 13 en 14) en de formule [100 – schijfpercentage] ÷ 100 (stappen 5, 8 en 11). De uitkomsten zijn afgerond.
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 8
Bijlage juli 2011
145
Is bedoeld saldo lager dan de netto alimentatie, dan kan de bruto alimentatie aldus worden berekend: - netto alimentatie per jaar - inkomensheffing in Box I Totale som netto alimentatie en belastingvoordeel in Box I Netto alimentatie Belastbaar inkomen Box I Inkomensheffing in Box I
€ € €
….. ….. …..
Indien dit bedrag (laatstbedoeld verschil (VS) gedeeld door 0,7) hoger is dan het belastbaar inkomen van Box III (evt. na toepassing van 139 en/of 142): - inkomstenbelasting in Box III (evt. na toepassing van 139 en/of 142) (VS) van 145 Belastbaar inkomen box III € Inkomensheffing in box III € Verschil Dit verschil vermenigvuldigen met 0,333 geeft het belastingvoordeel in Box II Totaal bruto alimentatie inclusief belastingvoordeel
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 9
….. …..
….. …..
+ +
€ €
….. …..
+ +
€ € €
….. ….. …..
-
€
…..
+
€ €
….. …..
+
€
…..
+
€ €
….. …..
+
+ -
Verschil (VS) - dit verschil (VS) delen door 0,7 (Box III) Indien laatstbedoeld bedrag lager is dan het belastbaar inkomen van Box III (LET OP: bij toepassing van 139 en/of 142 moet worden vergeleken met de daar verkregen bedragen): - 30 % van dit bedrag Bruto alimentatie 146
€ €
€
…..
+
€ €
….. …..
_
+ -
Bijlage juli 2011
Tarieven en tabellen 1. Verhoging gezinsinkomen wegens algemene heffingskorting niet verdienende partner, jonger dan 65 jaar (maandbedrag) Jaar Bedrag
2008 172,83
2009 167,25
2010 165,58
2011 165,58
5. Belast en onbelast deel van de vakantiebonnen (in procenten) Jaar Belast Onbelast
2008 95 5
2009 97,5 2,5
2010 99 1
2011 99 1
7. Netto inkomsten Zie ook post 7 en 119 van het rapport Alimentatienormen. Met ingang van 1 januari 2009 is het kindgebonden budget ingevoerd. Het kindgebonden budget is afhankelijk van het inkomen en het aantal kinderen. Voor gezinnen met een verzamelinkomen tot € 28.897 is het kindgebonden budget maximaal, vanaf dit inkomen wordt het kindgebonden budget verminderd. Het kindgebonden budget voor ouders met kinderen van 12 tot 18 jaar wordt verhoogd nu de tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten als afzonderlijke regeling is komen te vervallen. Bij een gezamenlijk toetsingsinkomen van de ouder en zijn partner van niet meer dan € 28.897 per jaar wordt het kindgebonden budget verhoogd voor een kind van: - 12 tot en met 15 jaar verhoogd met € 231,- per jaar en - 16 en 17 jaar verhoogd met € 296,- per jaar. Deze verhoging gaat in vanaf de kalendermaand na de maand waarin dat kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt. Bedrag kindgebonden budget 2010 Aantal kinderen Inkomen tot € 28.897 1 2 3 4 5 6 7 8
Geen recht meer vanaf inkomen:
1.011 1.322 1.505 1.611 1.662 1.713 1.764 1.815
Bedrag kindgebonden budget 2011 Aantal kinderen Inkomen tot € 28.897
41.880 45.975 48.380 49.775 50.445 51.120 51.790 52.460
Geen recht meer vanaf inkomen:
1 1.011 41.880 2 1.466 47.870 3 1.826 52.610 4 2.110 56.350 Vanaf het vijfde kind wordt het bedrag voor vier kinderen verhoogd met € 189,- per kind.
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 10
Bijlage juli 2011
9. Bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag en wooncomponent (maandbedragen) Jaar 2008 2009 2009 2010 2010 2011 2011 Maand Juli Januari Juli Januari Juli Januari Juli Gehuwden 1.273 1.284 1295 1299 1304 1314 1320 Alleenstaande ouder 1.146 1.155 1166 1169 1174 1182 1188 Alleenstaande 891 899 907 909 913 920 924 10. “Gemiddelde basishuur conform de Wet op de huurtoeslag” (woonkostencomponent in de bijstandsnorm) Jaar 2008 2009 2009 2010 2010 2011 2011 Maand Juli Januari Juli Januari Juli Januari Juli Maandbedragen 202 202 207 207 207 210 210 14. Omgangsregeling Jaar Verblijfskosten per dag Reiskosten per kilometer
2008 5,00 0,125
2009 5,00 0,125
2010 5,00 0,125
2011 5,00 0,125
28. Tabel eigen aandeel kosten van kinderen 1. Zoek in tabel 1 het aantal kinderbijslagpunten van het kind/de kinderen op7. 2. Tel de punten voor alle kinderen bij elkaar op (bij meer dan vier kinderen: de punten voor de oudste vier kinderen). 3. Lees in tabel 2 het totale eigen aandeel van de ouders in de kosten van het kind/de kinderen af. Er kan verticaal op of tussen de puntenaantallen en horizontaal op of tussen de inkomensgrenzen een bedrag worden gekozen. Tabel 1 punten per kind Geboren Leeftijd
voor 1 januari 1995 12-17
12-17
op of na 1 januari 1995 6-11
0-5
1 van 1 1 van 2 1 van 3 1 van 4
0 0 0 0
0 2 2 3
2 4 4 5
4 6 6 7
Het gevonden puntenaantal – bij meer kinderen het puntentotaal – wijst in tabel 2 het eigen aandeel van de ouders in de kosten van het kind / de kinderen aan.
7
Voor kinderen geboren op of na 1 januari 1995 is de hoogte van de KB afhankelijk van de leeftijd. Voor kinderen die zijn geboren vóór 1 januari 1995 of die na 1 oktober 1994, 6 of 12 jaar worden, bestaat een overgangsregeling, inhoudend dat de hoogte van de KB, naast de leeftijd van het kind, ook afhankelijk is van het aantal kinderen in het gezin.
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 11
Bijlage juli 2011
Tabel 2 eigen aandeel kosten van kinderen (maandbedragen) Tabel voor 1 kind netto gezinsinkomen 1250 1500 1750 2000 2500 3000 3500 4 155 195 240 280 365 450 535 3 145 190 230 275 360 445 530 2 140 185 225 270 355 440 525 1 135 180 220 265 350 435 520 0 130 170 215 255 340 425 510
4000 4500 5000 of meer 620 705 790 615 700 785 610 695 780 605 690 775 595 680 765
Tabel voor 2 kinderen netto gezinsinkomen 1250 1500 1750 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000 of meer 12 230 295 360 425 555 685 815 945 1075 1205 11 225 290 355 420 550 680 810 940 1070 1200 10 220 285 350 415 545 675 805 935 1065 1195 9 215 280 345 410 540 670 800 930 1060 1190 8 210 275 340 405 535 665 795 925 1055 1185 7 205 270 335 400 530 660 790 920 1050 1180 6 200 265 330 395 525 655 785 915 1045 1175 5 195 260 325 390 520 650 780 910 1040 1170 4 190 255 320 385 515 645 775 905 1035 1165 3 185 250 315 380 510 640 770 900 1030 1160 2 180 245 310 375 505 635 765 895 1025 1155 1 175 240 305 370 500 630 760 890 1020 1150 0 170 235 300 365 495 625 755 885 1015 1145
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 12
Bijlage juli 2011
Tabel voor 3 kinderen
18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
netto gezinsinkomen 1250 1500 1750 2000 2500 3000 3500 280 360 445 525 690 855 1020 275 355 440 520 685 850 1015 270 350 435 515 680 845 1010 265 345 430 510 675 840 1005 260 345 425 510 675 840 1005 255 340 420 505 670 835 1000 250 335 415 500 665 830 995 245 330 410 495 660 825 990 240 325 405 490 655 820 985 235 320 400 485 650 815 980 230 315 395 480 645 810 975 220 310 395 475 640 805 970 225 305 390 470 635 800 965 220 300 385 465 630 795 960 215 295 380 460 625 790 955 210 290 375 455 620 785 950 205 285 370 450 615 780 945 200 280 365 445 610 775 940 195 275 360 440 605 770 935
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 13
4000 1185 1180 1175 1170 1170 1165 1160 1155 1150 1145 1140 1135 1130 1125 1120 1115 1110 1105 1100
4500 1350 1345 1340 1335 1335 1330 1325 1320 1315 1310 1305 1300 1295 1290 1285 1280 1275 1270 1265
5000 of meer 1515 1510 1505 1500 1500 1495 1490 1485 1480 1475 1470 1465 1460 1455 1450 1445 1440 1435 1430
Bijlage juli 2011
Tabel voor 4 kinderen
28 27 26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
netto gezinsinkomen 1250 1500 1750 2000 2500 3000 3500 335 435 535 635 835 1035 1235 335 435 535 635 835 1035 1235 330 430 530 630 830 1030 1230 325 425 525 625 825 1025 1225 320 420 520 620 820 1020 1220 315 415 515 615 815 1015 1215 310 410 510 610 810 1010 1210 310 410 510 610 810 1010 1210 305 405 505 605 805 1005 1205 300 400 500 600 800 1000 1200 295 395 495 595 795 995 1195 290 390 490 590 790 990 1190 285 385 485 585 785 985 1185 280 380 480 580 780 980 1180 280 380 480 580 780 980 1180 275 375 475 575 775 975 1175 270 370 470 570 770 970 1170 265 365 465 565 765 965 1165 260 360 460 560 760 960 1160 255 355 455 555 755 955 1155 255 355 455 555 755 955 1155 250 350 450 550 750 950 1150 245 345 445 545 745 945 1145 240 340 440 540 740 940 1140 235 335 435 535 735 935 1135 230 330 430 530 730 930 1130 230 330 430 530 730 930 1130 225 325 425 525 725 925 1125 220 320 420 520 720 920 1120
4000 1435 1435 1430 1425 1420 1415 1410 1410 1405 1400 1395 1390 1385 1380 1380 1375 1370 1365 1360 1355 1355 1350 1345 1340 1335 1330 1330 1325 1320
4500 1635 1635 1630 1625 1620 1615 1610 1610 1605 1600 1595 1590 1585 1580 1580 1575 1570 1565 1560 1555 1555 1550 1545 1540 1535 1530 1530 1525 1520
5000 of meer 1835 1835 1830 1820 1820 1815 1810 1810 1805 1800 1795 1790 1785 1780 1780 1775 1770 1765 1760 1755 1755 1750 1745 1740 1735 1730 1730 1725 1720
1. Eventuele ziektekosten (extra en/of premie aanvullende verzekering) voor het kind / de kinderen moeten bij het bedrag van tabel 2 worden opgeteld. 2. De tabel geeft de totale kosten van alle kinderen gezamenlijk. Om de kosten per kind te vinden moet dit totaal over de twee, respectievelijk over de drie, vier of meer kinderen worden verdeeld.
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 14
Bijlage juli 2011
29. Voordeel uit fiscale buitengewone lastenaftrek per kind Voordeel (afgerond) per maand op basis van de eerste en tweede belastingschijf (netto methode). Er bestaat alleen recht op aftrek indien voor kind tenminste € 136,- per maand (incl. kosten omgang) besteed wordt. Leeftijd kind 0 t/m 5 jaar 6 t/m/ 11 jaar 12 t/m 17 jaar 18 jaar en ouder8
2008 32 38 45 38
2009 32 39 46 39
2010 33 40 46 40
2011 32 39 45 39
37. Belastingvoordeel partneralimentatie (netto methode) Belastingvoordeel (afgeleid van percentages eerste belastingschijven) Leeftijd onderhoudsplichtige Jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder
2008 33,0 16,0
2009 33,0 16,0
2010 33,0 16,0
2011 33,0 15,0
45. Belast en onbelast deel vakantiebonnen (zie 5) 55. Tabel premie WW Franchise € 65,25 per dag / € 16.965 per jaar Jaar 2008 2009 2010 2011
gemiddeld Werkdagen maximum wn.deel dagloon 3,50 % 261 177 0% (261) (183) 0% (261) (187) 0% (260) (190)
maximum jaarloon 46.205 (47.802) (48.716) (49.297)
61. Fietsaftrek (afgeschaft per 1 januari 2003)
8
Bij kind van 18 jaar en ouder alleen aftrek als het kind geen studiefinanciering (WSF) krijgt of een met studiefinanciering vergelijkbare regeling! Indien kind in meer dan belangrijke mate wordt onderhouden, zie noot onder 142.
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 15
Bijlage juli 2011
62. Reisaftrek (Reiskosten “openbaar vervoer”) Enkele reisafstand Woon-werkverkeer 0 - 10 km 11 - 15 km 15 - 20 km 20 - 30 km 30 - 40 km 40 - 50 km 50 - 60 km 60 - 70 km 70 - 80 km Meer dan 80 km 71.
2008
2009
2010
2011
-410 547 917 1.136 1.482 1.649 1.830 1.892 1.918
-417 557 933 1156 1508 1678 1862 1925 1951
-425 568 951 1178 1537 1710 1898 1962 1989
428 572 957 1186 1547 1721 1910 1974 2001
Zelfstandigenaftrek 2008
winst
aftrek
Van 13.465 15.620 17.775 50.895 53.050 55.210 57.360
tot 13.465 15.620 17.775 50.895 53.050 55.210 57.360 -
2009 Van 13.695 15.890 18.080 51.765 53.955 56.150 58.340
winst tot 13.695 15.890 18.080 51.765 53.955 56.150 58.340 -
aftrek
2010 Van 13.960 16.195 18.425 52.750 54.985 57.220 59.450
winst tot 13.960 16.195 18.425 52.750 54.985 57.220 59.450 -
aftrek
Werkgroep Alimentatienormen
9.096 8.456 7.820 6.968 6.361 5.688 5.020 4.412
9.251 8.600 7.953 7.087 6.470 5.785 5.106 4.488
9.427 8.764 8.105 7.222 6.593 5.895 5.204 4.574
Pagina 16
Bijlage juli 2011
2011 Van 14.045 16.295 18.540 53.070 55.315 57.565 59.810
winst tot 14.045 16.295 18.540 53.070 55.315 57.565 59.810 -
aftrek 9.484 8.817 8.154 7.266 6.633 5.931 5.236 4.602
71. Startersaftrek Jaar Bedrag
2008 2.035
2009 2.070
2010 2110
2011 2123
72. Speur- & Ontwikkelingsaftrek jaar S & O aftrek Extra aftrek
2008 11.608 5.805
2009 11.806 5.904
2010 12.031 6.017
2011 12.104 6.054
73. Meewerkaftrek gelijk of meer dan 525 uren 875 uren 1225 uren 1750 uren
maar minder dan 875 uren 1225 uren 1750 uren --
bedraagt de meewerkaftrek 1,25% van de winst 2% van de winst 3% van de winst 4% van de winst
82. Eigen woningforfait (voorheen “huurwaardeforfait”) Vanaf 1 januari 2007 stellen gemeenten de WOZ-waarde van onroerende zaken jaarlijks vast. Het percentage waarmee de WOZ-waarde van de woning vermenigvuldigd moet worden, hangt af van deze WOZ-waarde volgens onderstaande tabel: Let op! Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Met ingang van 2005 is er een aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Deze aftrek wordt verleend als het saldo van het eigenwoningforfait minus de aftrekbare kosten zoals hypotheekrente positief is. De aftrek is gelijk aan het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten. Door deze aftrek kan de bijtelling van het eigenwoningforfait nooit leiden tot een positief inkomensbestanddeel in box 1. De regeling (de Wet Hillen) beoogt een positieve prikkel te geven aan de financiering van de eigen woning uit eigen middelen.
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 17
Bijlage juli 2011
In 2008 (maximale bijtelling € 9.300) Van
tot 12.500 12.501 25.000 25.001 50.000 50.001 75.000 75.001
forfait nihil 0,20 % 0,30 % 0,40 % 0,55 %
In 2009 (bovengrens van het eigenwoningforfait is m.i.v. 1.1.09 komen te vervallen) Van 12.501 25.001 50.001 75.001
tot 12.500 25.000 50.000 75.000
forfait nihil 0,20 % 0,30 % 0,40 % 0,55 %
In 2010 (bovengrens van het eigenwoningforfait is m.i.v. 1.1.09 komen te vervallen) Van 12.501 25.001 50.001 75.001 1.010.000
tot 12.500 25.000 50.000 75.000 1.010.000
forfait nihil 0,20 % 0,30 % 0,40 % 0,55 % € 5.555,- vermeerderd met 0,80% vd eigenwoningwaarde vzv deze uitgaat boven € 1.010.000,-
In 2011 (bovengrens van het eigenwoningforfait is m.i.v. 1.1.09 komen te vervallen) Van 12.501 25.001 50.001 75.001 1.020.000
tot 12.500 25.000 50.000 75.000 1.020.000
forfait nihil 0,20 % 0,30 % 0,40 % 0,55 % € 5.610,- vermeerderd met 1,05% vd eigenwoningwaarde vzv deze uitgaat boven € 1.020.000,-
88. WAZ (afgeschaft per 1 juli 2004) 90. Uitgaven voor kinderopvang: zie Wet kinderopvang 2005
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 18
Bijlage juli 2011
106. Heffingvrij vermogen Jaar Heffingvrij vermogen Toeslag per minderjarig kind Vrijstelling durfkapitaal10 Vrijstelling maatschappelijke beleggingen11 Niet aftrekbare schuld12
2008 20.315 2.715 54.223 54.223 2.800
2009 20.661 2.762 55.145 55.145 2.900
2010 20.661 2.762 55.145 55.145 2.900
2011 20.785 2.7799 55.476 55.476 2.900
107. Ouderentoeslag Bij een inkomen uit werk en woning (vóór inachtneming van de uitgaven voor kinderopvang en de persoonsgebonden aftrek) wordt de hoogte van de ouderentoeslag als volgt berekend: 2008 Van tot 13.744 13.744 19.119 19.119 -
Maximum 26.892 13.446 Nihil
2009 Van 13.978 19.445
tot 13.978 19.445 -
Maximum 27.350 13.675 Nihil
2010 Van 13.978 19.445
tot 13.978 19.445 -
Maximum 27.350 13.675 Nihil
2011 Van 14.062 19.562
tot 14.062 19.562 -
Maximum 27.516 13.758 Nihil
9
Als personen die geen (of niet het gehele jaar) partner van elkaar zijn, ieder het ouderlijk gezag uitoefenen over hetzelfde kind, geldt een toeslag van € 1.390,- per persoon) 10 maximum 11 maximum 12 per belastingplichtige
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 19
Bijlage juli 2011
115. Heffingskortingen Heffingskortingen 2008 tot 65 jaar vanaf 65 jaar Algemene heffingskorting 2.074 970 Arbeidskorting (maximaal) - tot 57 jaar 1.443 - 57,58 of 59 jaar (toeslag € 254) 1.697 - 60 of 61 jaar (toeslag € 506) 1.949 - 62 jaar en ouder (toeslag € 758) 2.201 1.029 Kinderkorting vervallen per 1-1-08 Combinatiekorting 112 54 Aanvullende combinatiekorting 746 350 Alleenstaande-ouderkorting 1.459 683 13 Aanvullende alleenstaande ouderkorting 1.459 683 Jonggehandicaptenkorting 666 Ouderenkorting 486 Alleenstaande ouderenkorting 555 Levensloopverlofkorting (pj van deelname) 191 Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) 3,86 Korting maatschappelijke beleggingen14 1,3 % 1,3 % Korting directe beleggingen in durfkapitaal 1,3 % 1,3 % en culturele beleggingen15
13
maximaal Van de vrijstelling in box 3 15 zie noot 14 14
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 20
Bijlage juli 2011
Heffingskortingen 2009 tot 65 jaar vanaf 65 jaar Algemene heffingskorting 2.007 935 Arbeidskorting (lage inkomens) - tot 57 jaar 1.504 - 57,58 of 59 jaar 1.762 - 60 of 61 jaar 2.018 - 62 jaar t/m 64 jaar 2.274 1.059 Arbeidskorting (hoge inkomens) - tot 57 jaar 1.480 - 57,58 of 59 jaar 1.738 - 60 of 61 jaar 1.994 - 62 jaar t/m 64 jaar 2.250 1.048 Combinatiekorting vervallen per 1-1-09 Inkomensafhankelijke combinatiekorting16 1765 823 Alleenstaande-ouderkorting 902 421 Aanvullende alleenstaande-ouderkorting 1484 692 Jonggehandicaptenkorting 678 Ouderenkorting 661 Alleenstaande ouderenkorting 410 Doorwerkbonus: 62 jaar 5% met een maximum van 2.296 63 jaar 7% met een maximum van 3.214 64 jaar 10% met een maximum van 4.592 65 jaar 2% met een maximum van 918 66 jaar 2% met een maximum van 918 67 jaar (e.v.) 1% met een maximum van 459 Levensloopverlofkorting (pj van deelname) 195 Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) 3,99 Korting maatschappelijke beleggingen17 1,3 % 1,3 % Korting directe beleggingen in durfkapitaal 1,3 % 1,3 % en culturele beleggingen18
16
maximaal zie noot 14 18 zie noot 14 17
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 21
Bijlage juli 2011
Heffingskortingen 2010
tot 65 jaar
Algemene heffingskorting Arbeidskorting (lage inkomens)19 - tot 57 jaar - 57,58 of 59 jaar - 60 of 61 jaar - 62 jaar t/m 64 jaar Arbeidskorting (hoge inkomens)20 - tot 57 jaar - 57,58 of 59 jaar - 60 of 61 jaar - 62 jaar t/m 64 jaar Combinatiekorting vervallen per 1-1-09 Inkomensafhankelijke combinatiekorting21 Alleenstaande-ouderkorting Aanvullende alleenstaande-ouderkorting Jonggehandicaptenkorting Ouderenkorting Alleenstaande ouderenkorting Doorwerkbonus: 62 jaar 5% met een maximum van 63 jaar 7% met een maximum van 64 jaar 10% met een maximum van 65 jaar 2% met een maximum van 66 jaar 2% met een maximum van 67 jaar (e.v.) 1% met een maximum van Levensloopverlofkorting (pj van deelname) Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) Korting maatschappelijke beleggingen22 Korting directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen23
1.987
Vanaf 65 jaar 925
1.489 1.752 2.012 2.273
1.057
1.433 1.696 1.956 2.217
1.031
1.859 945 1.513 691
865 440 704 684 418
2.340 3.276 4.679 936 936 468 199 4,07 1,3 % 1,3 %
1,3 % 1,3 %
19
Inkomens tot en met € 43.385,Inkomens vanaf € 47.865,21 maximaal 22 zie noot 14 23 zie noot 14 20
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 22
Bijlage juli 2011
Heffingskortingen 2011
tot 65 jaar
Algemene heffingskorting Arbeidskorting (lage inkomens)24 - tot 57 jaar - 57,58 of 59 jaar - 60 of 61 jaar - 62 jaar t/m 64 jaar Arbeidskorting (hoge inkomens)25 - tot 57 jaar - 57,58 of 59 jaar - 60 of 61 jaar - 62 jaar t/m 64 jaar Combinatiekorting vervallen per 1-1-09 Inkomensafhankelijke combinatiekorting26 Alleenstaande-ouderkorting Aanvullende alleenstaande-ouderkorting Jonggehandicaptenkorting Ouderenkorting Alleenstaande ouderenkorting Doorwerkbonus: 62 jaar 5% met een maximum van 63 jaar 7% met een maximum van 64 jaar 10% met een maximum van 65 jaar 2% met een maximum van 66 jaar 2% met een maximum van 67 jaar (e.v.) 1% met een maximum van Levensloopverlofkorting (pj van deelname) Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) Korting maatschappelijke beleggingen27 Korting directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen28
1.987
Vanaf 65 jaar 910
1.574 1.838 2.100 2.362
1.081
1.497 1.761 2.023 2.285
1.046
1.871 931 1.523 696
857 427 697 739 421
2.354 3.295 4.708 942 942 471 201 4,11 1,0 % 1,0 %
1,0 % 1,0 %
118. Onbelast deel vakantiebonnen: zie 5 119. Netto inkomsten: zie 7 122. Bijstandsnorm: zie 9 128. Kosten omgangsregeling: zie 14
24
Inkomens tot en met € 44.126,Inkomens vanaf € 50.266,26 maximaal 27 zie noot 14 28 zie noot 14 25
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 23
Bijlage juli 2011
142. Buitengewone lasten i.v.m. kinderalimentatie / en kosten omgangsregeling (aftrek per jaar) Leeftijd kind 0 t.m. 5 jaar 6 t.m. 11 jaar 12 t.m. 17 jaar 18 t.m. 29 jaar29
2008 1.140 1.380 1.620 1.380
2009 1.160 1.400 1.640 1.400
2010 1180 1420 1660 1420
2011 1160 1400 1640 1400
29
Bij een kind van 18 tot en met 29 jaar bestaat alleen recht op aftrek als dat kind geen studiefinanciering (WSF) krijgt of een met studiefinanciering vergelijkbare regeling! Dit bedrag wordt verhoogd tot € 2.800 indien de kosten van levensonderhoud voor meer dan 50% op de belastingplichtige drukken, en – indien het kind niet tot het huishouden van de belastingplichtige behoort – tot € 4.200 indien deze kosten geheel (100%) of nagenoeg geheel (90% of meer) op de belastingplichtige drukken
Werkgroep Alimentatienormen
Pagina 24
Bijlage juli 2011