Bijlage-2005 (eerste helft) bij het rapport van de Werkgroep Alimentatienormen

Bijlage-2005 (eerste helft) bij het rapport van de Werkgroep Alimentatienormen In deze nieuwe versie van de bijlage (januari 2005) bij het Rapport 2001 zijn geringe aanpassingen doorgevoerd, die verband houden met de jaarlijkse aanpassingen van de tarieven voor fiscale heffingen en sociale verzekeringen. Aanvullende aanbevelingen van de werkgroep vanaf 2001 De werkgroep heeft tijdens haar vergadering van 9 november 2001 besloten te adviseren om, indien geen twijfel bestaat over de gegrondheid van de toelating tot de schuldsanering, de beslissing van de rechter-commissaris te volgen en de alimentatie voor de duur van de schuldsanering op nihil te stellen. Binnen de werkgroep is gesproken over de behoeftebepaling van een kind dat heeft geleefd in een gezin waarin beide ouders inkomen verwerven. In zo’n geval beveelt de werkgroep in 3.2 van het rapport 2001 aan om na de scheiding de beide inkomens op te tellen en op basis van het gezinsinkomen het eigen aandeel van de ouders in de kosten van dit kind te bepalen. De vraag is gerezen of latere inkomensstijging bij (één van) deze ouders invloed moet hebben op de behoefte van dit kind. De werkgroep is van mening dat ook voor deze situatie geldt dat een verhoging van het inkomen van een ouder pas invloed behoort te hebben op de behoefte als dat inkomen hoger is dan het gezamenlijke gezinsinkomen ten tijde van de relatie. Een voorbeeld ter verduidelijking: de vader heeft tijdens het huwelijk/de relatie een besteedbaar inkomen (incl. belastingvoordeel) van € 2.000 per maand en de moeder van € 500 per maand zodat het besteedbaar gezinsinkomen € 2.500 per maand bedraagt. De ouders gaan uit elkaar. Volgens de tabel voor het jaar 2004 is de behoefte van een kind van 12 jaar dan € 410 per maand. Na de scheiding gaat de moeder meer werken. Haar besteedbaar inkomen bedraagt dan € 1.500 per maand. Deze verhoging heeft geen effect op de behoefte van het kind. Pas als het besteedbaar inkomen van één van de ouders meer dan € 2.500 per maand bedraagt, is dit hogere inkomen maatstaf voor de latere behoefte van het kind.

Deze bijlage wordt gepubliceerd op www.nvvr.org en op www.rechtspraak.nl. Mr. J.G. Luiten (rechtbank Arnhem), voorzitter Mr. E.J. Davids (rechtbank Zutphen), secretaris G.M. Keupink (rechtbank Almelo), ambtelijk secretaris Postbus 323 7600 AH Almelo tel. 0546-832727 fax. 0546-852382

Bijlage januari 2005 behorende bij het rapport Alimentatienormen 2001

MODEL VOOR DE NETTOMETHODE (tarieven van 2005) Nettomethode: berekening draagkracht voor inkomens tot € 1.815 bruto per maand uitsluitend belast in box I (bedragen per maand)

Inkomen uit dienstbetrekking/uitkering - gegevens uit loon- of uitkeringsspecificatie 1 2 3 4 5 6 7 8 9

10

11

12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 1 2

Inkomsten Netto arbeidsinkomen uit dienstbetrekking Netto AOW-uitkering Netto-uitkering andere sociale verzekeringswetten Vakantietoeslag 5 % Netto arbeidsinkomen bouw1 inclusief 100 % waarde vakantiebonnen, 46 werkweken per jaar Netto pensioen (vakantietoeslag niet altijd inbegrepen) Ander netto inkomen (bijvoorbeeld bijverdiensten, kostgeld onderhuur, klein inkomen uit rente, dividend of huur) Totaal netto inkomen Lasten Bijstandsnorm inclusief vakantiegeld gehuwden € 1.150 alleenstaande ouder € 1.035 alleenstaande € 805 Woonlasten kale huur af: huursubsidie hypotheekrente, erfpachtcanon, retributie opstal af: fiscaal voordeel hypotheekaflossing / premie levensverzekering forfait overige eigenaarslasten (premie opstalverzekering eigenaarsdeel OZB, polderlasten, waterschapslasten, onderhoud) : € 95 af: “ondergrens huursubsidie” : € 192 af: korting wegens onredelijke woonlast Ziektekosten a. Ziekenfondswet/IZA/IZR/GVP/en dergelijke (werkgevers- en werknemerspremie is al ingehouden, geen nominale premie, wèl premie MOOZ en WTZ) premie aanvullende (ziekenfonds)verzekering overige kosten b. Particuliere ziektekostenverzekeringspremie inclusief MOOZ en WTZ af: bedrag nominale premie Zfw (€ 32 volwassene2) af: tegemoetkoming werkgever (ook BTZR/IRZK) eigen risico (indien gerealiseerd) overige kosten Zelf betaalde premie arbeidsongeschiktheidsverzekering (bijvoorbeeld WAO-gat) / premie oudedagsvoorziening Premie begrafenisverzekering Kosten omgangsregeling Andere bijzondere kosten Werkelijke verwervingskosten Studiekosten Rente en aflossing schulden Herinrichtingskosten Overige kosten Draagkrachtloos inkomen

€ € € €

+ + + +

€ €

+ +

€ ____________

+

€

+

€ € € € €

+ + +

€ € €

+ -

€ € €

+ + +

€ € € € €

+ + +

€ € € € € € € € € ____________

+ + + + + + + + +

€

+

€ _________

-

met ingang van 1 januari 2005 bedraagt het belaste deel 92,5 % en het onbelaste deel 7,5 % € 383 per jaar is € 31,92 per maand

Werkgroep Alimentatienormen

Pagina 2

Bijlage januari 2005

22 Draagkrachtruimte 23 Beschikbaar: 50 % (gezin), 70 % (alleenstaande) van de draagkrachtruimte 23 transport: beschikbaar … 24 Alimentatieverplichtingen jegens derden A. jegens eerdere ex-partner 1. indien ook kinderalimentatie moet worden vastgesteld: vastgestelde netto alimentatie eerdere ex-partner: bruto alimentatie – 1/3 deel (1/6 bij 65+) belastingvoordeel 2. indien geen kinderalimentatie moet worden vastgesteld hier niets invullen maar overstappen naar 36 en de vastgestelde alimentatie eerdere ex-partner invullen bij 37 B. jegens kind(eren) 3. indien er kinderen uit twee huwelijken zijn, de geldende kinderalimentatie hier aftrekken (zonder aftrek van het te behalen belastingvoordeel) tenzij de draagkracht te gering is om in de behoefte van alle kinderen te voorzien, in welk geval voor alle kinderen bij 28 de ruimte wordt berekend en bij 29 het fiscaal voordeel waarna de ruimte over alle kinderen gelijk wordt verdeeld tenzij er een aantoonbaar verschil in behoefte is 4. indien geen kinderalimentatie moet worden vastgesteld de geldende kinderalimentatie (zonder aftrek van het te behalen belastingvoordeel) hier aftrekken 25 Er resteert 26 Kinderalimentatie (totaal voor alle kinderen) 27 Beschikbaar voor partneralimentatie (zonder toerekening van belastingvoordeel)

€ € €

+ +

€

-

€

-

€ ____________ € € ____________

(a) -

€

(b)

Nettomethode: berekening belastingvoordeel (bedragen per maand) Alleen bij bruto inkomen groter dan € 1.225 bruto per maand Kinderalimentatie 28 Per kind beschikbaar: (a) gedeeld door aantal kinderen 29 Voordeel uit fiscale buitengewone lastenaftrek per kind kind 0 t/m 5 jaar: voordeel € 30 kind 6 t/m 11 jaar: voordeel € 36 kind 12 t/m 17 jaar: voordeel € 43 30 Beschikbaar inclusief fiscaal voordeel 31 Eventuele kosten omgangsregeling per kind 32 Uitgaven voor levensonderhoud kind 33 Er is alleen recht op fiscale aftrek als (e) tenminste € 129 is 34 Dan beschikbaar voor betrokken kind (d) (na toerekening fiscaal voordeel) 35 Indien uitkomst (e) lager dan € 129 beschikbaar voor betrokken kind: bedrag (c) (geen fiscaal voordeel) Partneralimentatie 36 Berekend beschikbaar bedrag voor partneralimentatie (b) 37 Vastgestelde netto alimentatie eerdere ex-partner bruto alimentatie – 1/3 deel (1/6 deel bij 65+) belasting alleen indien niet reeds bij 24.1 afgetrokken 38 Resteert voor (tweede) ex-partner 39 Belastingvoordeel hierover (1/3 deel / 1/6 deel bij 65+) 40 Beschikbaar voor partneralimentatie


Pagina 3

€ € ____________

+

(c)

€ € ____________ € €

+ + +

(d) (e)

€ €

€

€ € € ____________ €

+ +


MODEL VOOR DE BRUTOMETHODE (tarieven van 2005) Brutomethode: berekening draagkracht voor inkomens vanaf € 1.815 bruto per maand van bruto naar netto (bedragen per jaar) BOX I : INKOMEN UIT WERK EN WONING

41 42 43 44 45 46 47 48 49 50

51 52 53 54

55 56

Loon Bruto arbeidsinkomen uit dienstbetrekking Bruto AOW-uitkering (geen premies werknemersverzekeringen) Bruto uitkering andere sociale verzekeringswetten Vakantietoeslag 8 % Bruto arbeidsinkomen bouw inclusief belast deel waarde vakantiebonnen, 46 weken (zie 118 onbelast deel) Inkomsten uit overwerk 13de maand / 14de periode Belaste gratificaties, tantièmes, eindejaarsuitkering Belaste onkostenvergoeding Bruto pensioen (vakantietoeslag niet altijd inbegrepen) Pensioenpremies Ingehouden pensioenpremie VUT / FPU-premie e.d. Aanvullende pensioenpremie / premie reparatie WAO-gat (ingehouden door werkgever) Loon voor de premies werknemersverzekeringen Premies werknemersverzekeringen (NB premie-inkomensgrens) Premie (of pseudo premie) WW Premie arbeidsongeschiktheidsverzekering in verband met reparatie WAO-gat (collectieve regeling, premie ingehouden door werkgever)

€ € € €

+ + + +

€ € € € € € ____________ €

+ + + + + +

€ €

-

€ ____________ €

-

€

-

€ ____________

-

€

+

€ ____________ €

+

(A)

59

Premie ziekenfonds / ziektekostenverzekering Indien sprake is van premie ziektekosten zoals Zfw / IZA / IZR / GVP / e.d.: werkgeversaandeel premie Indien werkgever aan werknemer bijdrage betaalt in de premie ziektekostenverzekering, ook BTZR / IRZK: bijdrage werkgever Inkomsten uit arbeid

60

Alternatief: Loon volgens de jaaropgaaf

€

61 62 63 64

Werknemersaftrek Fietsaftrek (vervallen) Reisaftrek Zeedagenaftrek Belastbaar loon

€ € € ____________ € ……………….

65 66 67 68 69 70

Winst uit onderneming Bedrijfsresultaat Aftrekbeperkingen Investeringsaftrek Scholingsaftrek Fiscale oudedagsreserve3 Winst uit onderneming

€ € € € € ____________ €

57 58

(a)

+ + -

3

Jaarstukken t/m 2000: correct. Bij jaarstukken over 2001 en later is de FOR al in het bedrijfsresultaat (65) verwerkt


Pagina 4


71 72 73 74 75

Ondernemersaftrek Zelfstandigenaftrek Speur- en Ontwikkelingsaftrek Meewerkaftrek Stakingsaftrek Belastbare winst uit onderneming

€ € € € ____________ € ……………….

76 77 78

Resultaat uit overige werkzaamheden Aftrekbeperkingen Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden

€ + € ____________ + € ……………….

(c)

79 80 81

Periodieke uitkeringen en verstrekkingen Aftrekbare kosten Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen

€ + € ____________ € ……………….

(d)

82 83

€

84 85

Eigenwoningforfait Rente en kosten van (hypothecaire) schulden in verband met de eigen woning Periodieke betalingen van erfpacht e.d. Belastbare inkomsten uit eigen woning

€ € ____________ € ……………….

(e)

86 87 88 89

Premies voor lijfrenten Premies voor uitkering bij invaliditeit, ziekte of ongeval Premies WAZ Uitgaven voor inkomensvoorziening

€ € € ____________ € ……………….

+ + + -

(f)

90

Uitgaven voor kinderopvang

€ ………………. -

(g)

91 92 93

Buitengewone uitgaven (drempel!) Scholingsuitgaven (drempel!) Persoonsgebonden aftrek (hier geen alimentatie opnemen)

€ + € ____________ + € ………………. -

(h)

94

Belastbaar inkomen uit werk en woning (saldo van a t/m h) € ………………. Schijf I € - t/m € 16.893 34,40% / 16,50 % € II € 16.893 t/m € 30.357 41,95% / 24,05 % € III € 30.357 t/m € 51.762 42,00% € IV € 51.762 of meer 52,00% € ___________

95

Inkomensheffing Box I

+ + (b)

+

(I)

€ ……………….

BOX II : INKOMEN UIT AANMERKELIJK BELANG 96 97 98 99 100

Reguliere voordelen (met name dividend) Vervreemdingsvoordelen Inkomen uit aanmerkelijk belang Persoonsgebonden aftrek (het niet in Box I of III benutte deel) Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

101 Inkomstenbelasting (vast tarief: 25 %) box II


€ € ____________ € € ____________ € ……………….

+ + + (II)

€ ……………….

Pagina 5


BOX III : INKOMEN UIT SPAREN EN BELEGGEN 102 Werkelijke inkomsten (na aftrek van kosten) uit: a. (rechten op) onroerende zaken b. (rechten op) bepaalde roerende zaken c. rechten op geld (en overige vermogensrechten) d. rente en kosten van schulden 103 Werkelijke vermogensinkomsten 104 Rendementsgrondslag waarde aan het begin van het jaar van: a. onroerende zaken b. (bepaalde) roerende zaken c. geld en vermogensrechten d. schulden (drempel!) waarde aan het eind van het jaar van: a. onroerende zaken b. (bepaalde) roerende zaken c. geld en vermogensrechten d. schulden (drempel!) 105 106 107 108 109 110 111

€ € € € ________

€ € € € ________

Gemiddelde rendementsgrondslag (x ½) Heffingvrij vermogen (inclusief kindertoeslag) Ouderentoeslag Grondslag forfaitair rendement Forfaitair rendement 4 % Persoonsgebonden aftrek (het niet in box I benutte deel) Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

112 Inkomstenbelasting (vast tarief: 30 %) box III

€ € € ____________ € € ____________ € ____________

+ + +

€

+

-

+ + + -

+ + + € € € € € € € €

____________

+

____________

-

+ ____________ ……………….

(III)

€ ……………….

113 Inkomen voor aftrek inkomensheffing: het saldo van 59 of 60, 65, 76, 81, 98 en 103 114 Inkomensheffing box I en inkomstenbelasting box II en III totaal (gecombineerde inkomensheffing): het saldo van 95, 101 en 112 115 Heffingskorting: - algemene heffingskorting € + - arbeidskorting € + - kinderkorting € + - aanvullende kinderkorting € + - combinatiekorting € + - alleenstaande ouderkorting € + - aanvullende alleenstaande ouderkorting € + - ouderenkorting € + - aanvullende ouderenkorting € + - andere kortingen4 € _______ + 116 Standaardheffingskorting 117 Verschuldigde inkomensheffing 118 Onbelast deel waarde vakantiebonnen 119 Netto inkomsten 120 Besteedbaar inkomen per jaar

€

+

€

-

€ ____________ € € € ____________ € ……………….

+ + +

4

Bijvoorbeeld: jong-gehandicaptenkorting, toetrederskorting, kortingen maatschappelijke beleggingen en/of beleggingen in durfkapitaal


Pagina 6


BEREKENING DRAAGKRACHT (brutomethode: nettotraject, bedragen per maand) Inkomsten 121 Besteedbaar inkomen per maand (1/12) transporteren € + Lasten 122 Bijstandsnorm inclusief vakantiegeld € + gehuwden € 1.150 alleenstaande ouder € 1.035 alleenstaande € 805 123 Woonlasten kale huur € + af: huursubsidie € hypotheekrente € + hypotheekaflossing / premie levensverzekering € + erfpachtcanon € + forfait overige eigenaarslasten (premie opstalverzekering eigenaarsdeel OZB, polderlasten, waterschapslasten, onderhoud) : € 95 € + af: “ondergrens huursubsidie” : € 192 € af: korting wegens onredelijke woonlast € 124 Ziektekosten a. Ziekenfondswet/IZA/IZR/GVP/en dergelijke werkgevers- en werknemerspremie (geen nominale premie, wèl premie MOOZ en WTZ) € + premie aanvullende (ziekenfonds)verzekering € + eigen risico (indien gerealiseerd) € + overige kosten € + b. Particuliere ziektekostenverzekeringspremie inclusief MOOZ en WTZ € + af: bedrag nominale premie Zfw (€ 32 volwassene5) € eigen risico (indien gerealiseerd) € + overige kosten € + 125 Premies voor uitkering bij ziekte, ongeval of invaliditeit, WAZ, oudedagsvoorziening (bij werknemers voor zover niet door werkgever in te houden maar zelf te betalen, bijv. reparatie WAO-gat) € + 126 Kosten kinderopvang € + 127 Premie begrafenisverzekering € + 128 Kosten omgangsregeling € + 129 Andere bijzondere kosten € + 130 Werkelijke verwervingskosten € + 131 Studiekosten € + 132 Aflossing schulden € + 133 Herinrichtingskosten € + 134 Overige kosten € ____________ + 135 Draagkrachtloos inkomen 136 Draagkrachtruimte Berekening van de draagkracht 137 Beschikbaar: 45 % (gezin), 60 % (alleenstaande) van de draagkrachtruimte 138 Alimentatieverplichtingen eerdere ex-partner 139 Voordeel i.v.m. betaalde alimentatie eerdere ex-partner 140 Beschikbaar voor kinderalimentatie (uit het huidige of een eerder huwelijk) en partneralimentatie 141 Kinderalimentatie 142 Voordeel i.v.m. uitgaven voor levensonderhoud van kinderen indien uitgaven voor kind € 129 per maand of meer 143 Resteert voor partneralimentatie (zonder toerekening van belastingvoordeel) 5

€ _________ €

-

€ € € _________

+ +

€ €

+ -

€ _________

+

€ …………...

zie noot 2


Pagina 7


144

stap 1

stap 2 stap 3 stap 4 stap 5 stap 6 stap 7

stap 8 stap 9 stap 10

stap 11 stap 12 stap 13

stap 14 stap 15

Indien het saldo van het belastbaar inkomen van Box I minus de inkomensheffing in Box I hoger is dan de netto alimentatie, kan het belastingvoordeel worden berekend volgens de methode "Buijs"6. Netto alimentatie per jaar (12 x post 143) De netto alimentatie noemen we (NA). Het belastbaar inkomen in Box I (post 94, eventueel verminderd na verhoging van de persoonsgebonden aftrek op grond van 139 en 142) noemen we (BI) Is (BI) kleiner dan of gelijk aan € 16.893? Ga dan naar stap 14. Is (BI) kleiner dan of gelijk aan € 30.357? Ga dan naar stap 11. Is (BI) kleiner dan of gelijk aan € 51.762? Ga dan naar stap 8. Bereken [(BI) – 51.762] x 0,48 Is (P) groter dan (NA), bereken dan (NA) x 2,083 en ga naar stap 15 Bereken (P) x 2,083 Bereken (NA) – (P) (NA) heeft dus een nieuwe waarde gekregen, (BI) stellen we nu op € 51.762 Bereken [(BI) – 30.357] x 0,58 Is (P) groter dan (NA) bereken dan(NA) x 1,724 en ga naar stap 15 Bereken (P) x 1,724 Bereken (NA) – (P) (NA) heeft dus een nieuwe waarde gekregen, (BI) stellen we nu op € 30.357 Bereken [(BI) – 16,893] x 0,5805 Alimentatieplichtige 65 jaar of ouder? Bereken [(BI) – 16,5] x 1.197605 Is (P) groter dan (NA) bereken dan (NA) x 1,722 Alimentatieplichtige 65 jaar of ouder? Bereken (NA) x 1.316656 Bereken (P) x 1,722 Alimentatieplichtige 65 jaar of ouder? Bereken (P) x 1.316656 Bereken (NA) – (P) (NA) heeft dus een nieuwe waarde gekregen Bereken (NA) x 1,524 Alimentatieplichtige 65 jaar of ouder? Bereken (NA) x 1.197605 Beschikbaar voor partneralimentatie per jaar Tel alle bedragen in de rechterkolom op

€

…..

€

…..

€

…..

€

…..

€

…..

€ €

….. …..

€

(NA)

€

…..

€

…..

€

….

€

….

€ € € €

…. …. ….. …..

€ €

….. …..

€

…..

.…

(P) + + (NA)

(P) + + (NA)

(P) (P) + + + + (NA) + +

6

Voor de gehanteerde bedragen en schijfpercentages wordt verwezen naar de belastingtabellen. Het belastingvoordeel per schijf wordt gevonden door toepassing van de formule 100 ÷ [100 – het schijfpercentage] (stappen 6 en 7, 9 en 10, 12, 13 en 14) en de formule [100 – schijfpercentage] ÷ 100 (stappen 5, 8 en 11). De uitkomsten zijn afgerond.


Pagina 8


145

Is bedoeld saldo lager dan de netto alimentatie, dan kan de bruto alimentatie aldus worden berekend: - netto alimentatie per jaar - inkomensheffing in Box I totale som netto alimentatie en belastingvoordeel in Box I netto alimentatie belastbaar inkomen Box I inkomensheffing in Box I

€ € €

….. ….. …..

Indien dit bedrag (laatstbedoeld verschil (VS) gedeeld door 0,7) hoger is dan het belastbaar inkomen van Box III (evt. na toepassing van 139 en/of 142): - inkomstenbelasting in Box III (evt. na toepassing van 139 en/of 142) (VS) van 145 belastbaar inkomen box III € inkomensheffing in box III € verschil Dit verschil vermenigvuldigen met 0,333 geeft het belastingvoordeel in Box II Totaal bruto alimentatie inclusief belastingvoordeel


Pagina 9

….. …..

….. …..

+ +

€ €

….. …..

+ +

€ € €

….. ….. …..

-

€

…..

+

€ €

….. …..

+

€

…..

+

€ €

….. …..

+

+ -

verschil (VS) - dit verschil (VS) delen door 0,7 (Box III) Indien laatstbedoeld bedrag lager is dan het belastbaar inkomen van Box III (LET OP: bij toepassing van 139 en/of 142 moet worden vergeleken met de daar verkregen bedragen): - 30 % van dit bedrag Bruto alimentatie 146

€ €

€

…..

+

€ €

….. …..

_

+ -


Tarieven en tabellen (bedragen vanaf 2002 in €, daarvoor in ƒ) 1. Verhoging gezinsinkomen wegens algemene heffingskorting niet verdienende partner, jonger dan 65 jaar (maandbedrag) jaar bedrag

2001 289,00

2002 137,25

2003 147,17

2004 152,08

2005 157,83

5. Belast en onbelast deel van de vakantiebonnen (in procenten) jaar belast onbelast

2001 82,5 17,5

2002 85,0 15,0

2003 87,5 12,5

2004 90,0 10,0

2005 92,5 7,5

9. Bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag en wooncomponent (maandbedragen) jaar maand gehuwden alleenstaande ouder alleenstaande

2002 januari 1.100 990 770

2002 juli 1.114 1.003 780

2003 januari 1.135 1.022 795

2003 juli 1.140 1.025 797

2004 januari 1.157 1.041 810

2004 juli 1.152 1.037 807

2005 januari 1.150 1.035 805

9. Bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag, exclusief wooncomponent (maandbedragen) jaar maand gehuwden alleenstaande ouder alleenstaande

2002 januari 934 824 604

2002 juli 943 832 609

2003 januari 964 851 624

2003 juli 964 849 621

2004 januari 981 865 634

2004 juli 960 845 615

2005 januari 958 843 613

10. “Ondergrens huursubsidie” (woonkostencomponent in de bijstandsnorm) jaar maand Maandbedragen

2002 januari 166

2002 juli 171

2003 januari 171

2003 juli 176

2004 januari 176

2004 juli 192

2005 januari 192

11. Gemiddelde nominale premie Ziekenfondswet (per volwassene)7 jaar maandbedragen

2000 34

2001 30

2002 13

2003 21

2004 18

2005 32

14. Omgangsregeling jaar 2001 2002 2003 verblijfskosten per dag 11,00 5,00 5,00 reiskosten per kilometer 0,275 0,125 0,125 28. Tabel eigen aandeel kosten van kinderen 7

2004 5,00 0,125

2005 5,00 0,125

Een eventuele teruggave van de no-claimbedragen vindt plaats in het opvolgende jaar.


Pagina 10


1. Zoek in tabel 1 het aantal kinderbijslagpunten van het kind/de kinderen op. 2. Lees in tabel 2 het totale eigen aandeel van de ouders in de kosten van het kind/de kinderen af. Er kan verticaal op of tussen de puntenaantallen en horizontaal op of tussen de inkomensgrenzen een bedrag worden gekozen. 3. Bij twee kinderen: tel de punten van elk van de twee kinderen bij elkaar op. 4. Bij vier kinderen: tel de punten van elk van de vier (bij meer dan vier: de oudste vier) bij elkaar op. Tabel 1 punten per kind geboren leeftijd

voor 1 januari 1995 12-17 6-11

1 van 1 1 van 2 1 van 3 1 van 4

0 0 0 0

op of na 1 januari 1995 6-11 0-5

2 2 2 3

2 4 4 6

4 6 6 8

Het gevonden puntenaantal – bij meer kinderen het puntentotaal – wijst in tabel 2 het eigen aandeel van de ouders in de kosten van het kind / de kinderen aan. Tabel 2 eigen aandeel kosten van kinderen (maandbedragen)8

4 3 2 1 0

1 kind 1000 135 130 125 120 115

netto gezinsinkomen 1250 1500 1750 2000 2250 2500 3500 of meer 185 230 280 325 375 420 610 of meer 180 225 275 320 370 415 605 of meer 175 220 270 315 365 410 600 of meer 170 215 265 310 360 405 595 of meer 165 210 260 305 355 400 590 of meer

2 kinderen 1000 1250 12 185 255 11 180 250 10 175 245 9 175 240 8 170 235 7 165 230 6 160 225 5 155 220 4 150 215 3 145 215 2 140 210 1 135 205 0 130 200

8

netto gezinsinkomen 1500 1750 2000 2250 2500 3500 320 390 455 525 590 860 315 385 450 520 585 855 310 380 445 515 580 850 310 375 445 510 580 850 305 370 440 505 575 845 300 365 435 500 570 840 295 360 430 495 565 835 290 355 425 490 560 830 285 350 420 485 555 825 280 350 415 485 550 820 275 345 410 480 545 815 270 340 405 475 540 810 265 335 400 470 535 805

of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer

De kinderbijslag is niet gewijzigd. Hierdoor zijn ook de tabelbedragen niet gewijzigd.


Pagina 11


TABEL 3 kinderen 1000 1250 18 220 305 17 215 300 16 210 295 15 205 290 14 205 290 13 200 285 12 195 280 11 190 275 10 185 270 9 180 265 8 180 265 7 175 260 6 170 255 5 165 250 4 160 245 3 155 240 2 155 240 1 150 235 0 145 230

netto gezinsinkomen 1500 1750 2000 2250 2500 3500 390 475 560 645 730 1070 385 470 555 640 725 1065 380 465 550 635 720 1060 375 460 545 630 715 1055 375 460 545 630 715 1055 370 455 540 625 710 1050 365 450 535 620 705 1045 360 445 530 615 700 1040 355 440 525 610 695 1035 350 435 520 605 690 1030 350 435 520 605 690 1030 345 430 515 600 685 1025 340 425 510 595 680 1020 335 420 505 590 675 1015 330 415 500 585 670 1010 325 410 495 580 665 1005 325 410 495 580 665 1005 320 405 490 575 660 1000 315 400 485 570 655 995


Pagina 12

of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer


TABEL 4 kinderen netto gezinsinkomen 1000 1250 1500 1750 2000 2250 2500 3500 32 255 350 450 545 645 740 840 1230 31 250 345 445 540 640 735 835 1225 30 245 345 440 540 635 735 830 1220 29 240 340 435 535 630 730 825 1215 28 240 335 435 530 630 725 825 1215 27 235 330 430 525 625 720 820 1210 26 230 325 425 520 620 715 815 1205 25 225 325 420 520 615 715 810 1200 24 220 320 415 515 610 710 805 1195 23 220 315 415 510 610 705 805 1195 22 215 310 410 505 605 700 800 1190 21 210 310 405 505 600 700 795 1185 20 205 305 400 500 595 695 790 1180 19 205 300 400 495 595 690 790 1180 18 200 295 395 490 590 685 785 1175 17 195 295 390 490 585 685 780 1170 16 190 290 385 485 580 680 775 1165 15 190 285 385 480 580 675 775 1165 14 185 280 380 475 575 670 770 1160 13 180 275 375 470 570 665 765 1155 12 175 275 370 470 565 665 760 1150 11 170 270 365 465 560 660 755 1145 10 170 265 365 460 560 655 755 1145 9 165 260 360 455 555 650 750 1140 8 160 260 355 455 550 650 745 1135 7 155 255 350 450 545 645 740 1130 6 155 250 350 445 545 640 740 1130 5 150 245 345 440 540 635 735 1125 4 145 245 340 440 535 635 730 1120 3 140 240 335 435 530 630 725 1115 2 140 235 335 430 530 625 725 1115 1 135 230 330 425 525 620 720 1110 0 130 225 325 420 520 615 715 1105

of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer of meer

1. Indien het kind / de kinderen particulier verzekerd is / zijn tegen ziektekosten, moet het (totale) bedrag van de premie voor het kind / de kinderen bij het bedrag van tabel 2 worden opgeteld. 2. De tabel geeft de totale kosten van alle kinderen gezamenlijk. Om de kosten per kind te vinden moet dit totaal over de twee, respectievelijk over de drie, vier of meer kinderen worden verdeeld. 29. Voordeel uit fiscale buitengewone lastenaftrek per kind Voordeel (afgerond) per maand op basis van de eerste en tweede belastingschijf (netto methode). Er bestaat alleen recht op aftrek indien voor kind tenminste € 129 per maand (incl. kosten omgang) besteed wordt.


Pagina 13


leeftijd kind 0 t/m 5 jaar 6 t/m/ 11 jaar 12 t/m 17 jaar 18 jaar en ouder9

2001 60 75 98 75

2002 29 35 44 35

2003 30 36 44 36

2004 30 36 43 36

2005 30 36 43 36

37. Belastingvoordeel partneralimentatie (netto methode) Belastingvoordeel (afgeleid van percentages eerste belastingschijven) leeftijd onderhoudsplichtige jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder

2001 33,00 16,00

2002 33,00 16,00

2003 33,0 16,0

2004 33,0 16,0

2005 33,0 16,0

45. Belast en onbelast deel vakantiebonnen (zie 5) 55. Tabel premie WW jaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005

gemiddeld wn.deel 6,25 % 5,25 % 4,95 % 5,80 % 5,80 % 5,85 %

werkdagen 260 261 261 261 262 260

maximum dagloon 319 337 159 165 167 167

maximum jaarloon 82.940 87.957 41.499 43.065 43.754 43.420

57. Premie Ziekenfondswet jaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005

wn.deel 1,75 % 1,70 % 1,70 % 1,70 % 1,25 % 1,45 %

wg.deel 6,35 % 6,25 % 6,25 % 6,75 % 6,75 % 6,75 %

max.dagloon loongrens < 65 loongrens ≥ 65 loongrens zfst. 215 64.600 41.100 226 65.700 41.800 108 30.700 19.550 111 31.750 20.200 20.250 113 32.600 20.750 20.800 114 33.000 21.000 21.050

57. Gemiddelde nominale premie per volwassene jaar nom. premie

2001 30

2002 13

2003 21

2004 18

200510 32

61. Fietsaftrek (afgeschaft) jaar bedrag

2001 774

2002 362

2003

9

Bij kind van 18 jaar en ouder alleen aftrek als kind geen studiefinanciering (WSF) krijgt ! Indien kind in meer dan belangrijke mate wordt onderhouden, zie noot onder 142. 10 Zie noot 7


Pagina 14


62. Reisaftrek (Reiskosten “openbaar vervoer”) enkele reisafstand woon-werkverkeer 0 - 10 km 11 - 15 km 15 - 20 km 20 - 30 km 30 - 40 km 40 - 50 km 50 - 60 km 60 - 70 km 70 - 80 km Meer dan 80 km 71.

2001

2002

2003

2004

2005

--774 1.036 1.743 2.162 2.827 3.142 3.386 3.607 3.656

-362 485 816 1.012 1.323 1.471 1.632 1.688 1.711

-376 503 846 1.049 1.371 1.524 1.691 1.749 1.773

-386 516 867 1.075 1.404 1.561 1.732 1.791 1.816

-392 524 880 1.091 1.424 1.583 1.757 1.817 1.842

Zelfstandigenaftrek

2001 van 25.883 30.026 34.180 97.900 102.043 106.197 110.329

winst tot 25.883 30.026 34.180 97.900 102.043 106.197 110.329 -

2002 van 12.110 14.050 15.995 45.805 47.745 49.685 51.620

winst tot 12.110 14.050 15.995 45.805 47.745 49.685 51.620 -


aftrek 13.408 12.476 11.534 10.303 9.417 8.438 7.460 6.576 aftrek 6.358 5.922 5.486 4.906 4.491 4.033 3.576 3.162

Pagina 15


2003 van 12.550 14.555 16.570 47.455 49.460 51.475 53.480

winst tot 12.550 14.555 16.570 47.455 49.460 51.475 53.480 -

aftrek

2004 van 12.850 14.905 16.965 48.595 50.650 52.710 54.765

winst tot 12.850 14.905 16.965 48.595 50.650 52.710 54.765 -

aftrek

2005 van 13.030 15.115 17.205 49.275 51.360 53.450 55.530

winst tot 13.030 15.115 17.205 49.275 51.360 53.450 55.530 -

aftrek

6.430 5.978 5.527 4.926 4.496 4.021 3.548 3.119

6.585 6.122 5.660 5.045 4.604 4.118 3.634 3.194

8.386 7.796 7.209 6.425 5.864 5.244 4.628 4.068

71. Startersaftrek jaar bedrag

2001 3.909

2002 1.829

2003 1.895

2004 1.941

2005 1.969

72. Speur- & Ontwikkelingsaftrek jaar S & O aftrek Extra aftrek

2001 10.997 5.498

2002 5.145 2.573


2003 5.331 2.666

2004 11.000 5.500

Pagina 16

2005 11.154 5.577


73. Meewerkaftrek gelijk of meer dan 525 uren 875 uren 1225 uren 1750 uren

maar minder dan 875 uren 1225 uren 1750 uren --

bedraagt de meewerkaftrek 1,25% van de winst 2% van de winst 3% van de winst 4% van de winst

82. Eigen woningforfait (voorheen “huurwaardeforfait”) Het percentage waarmee de WOZ-waarde van de woning vermenigvuldigd moet worden, hangt af van deze WOZ-waarde volgens onderstaande tabel: Let op! Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Met ingang van 2005 is er een aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Deze aftrek wordt verleend als het saldo van het eigenwoningforfait minus de aftrekbare kosten zoals hypotheekrente positief is. De aftrek is gelijk aan het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten. Door deze aftrek kan de bijtelling van het eigenwoningforfait nooit leiden tot een positief inkomensbestanddeel in box 1. De regeling (de Wet Hillen) beoogt een positieve prikkel te geven aan de financiering van de eigen woning uit eigen middelen. In 2001 (maximale bijtelling ƒ 17.800) van tot forfait 27.546 0,00 % 27.546 55.093 0,30 % 55.093 110.186 0,45 % 110.186 165.278 0,60 % 165.278 0,80 % In 2002 (maximale bijtelling € 8.000) van tot forfait 12.500 0,00 % 12.501 25.000 0,30 % 25.001 50.000 0,45 % 50.001 75.000 0,60 % 75.001 0,80 % In 2003 (maximale bijtelling € 8.200) van tot forfait 12.500 nihil 12.501 25.000 0,30 % 25.001 50.000 0,45 % 50.001 75.000 0,60 % 75.001 0,80 %


Pagina 17


In 2004 (maximale bijtelling € 8.500) van tot forfait 12.500 nihil 12.501 25.000 0,30 % 25.001 50.000 0,50 % 50.001 75.000 0,65 % 75.001 0,85 % In 2005 (maximale bijtelling € 8.750) van 12.501 25.001 50.001 75.001

tot 12.500 25.000 50.000 75.000

forfait nihil 0,20 % 0,35 % 0,45 % 0,60 %

88. WAZ (afgeschaft per 1 juli 2004) jaar max. premie inkomen franchise percentage

2000 84.000 29.000 8,8

2001 84.000 29.000 8,8

2002 38.118 13.160 8,8

2003 38.118 13.160 8.8

2004

90. Uitgaven voor kinderopvang: zie Wet kinderopvang 106. Heffingvrij vermogen jaar Heffingvrij vermogen Toeslag per minderjarig kind Vrijstelling durfkapitaal11 Vrijstelling maatschappelijke beleggingen12 Niet aftrekbare schuld

2001 38.785 5.177 103.539 103.539

2002 18.146 2.422 48.441 48.441

2003 18.800 2.510 50.185 50.185

2004 19.252 2.571 51.390 51.390 2.700

2005 19.522 2.607 52.110 52.110 2.700

107. Ouderentoeslag Bij een inkomen uit werk en woning - vóór inachtneming van de uitgaven voor kinderopvang en de persoonsgebonden aftrek – van 50 % van de saldogrondslag maar ten hoogste: 2001 van 26.237 36.504

11 12

tot 26.237 36.504 -

maximum 51.338 25.669 nihil

maximum maximum


Pagina 18


2002 van 12.276 17.079

tot 12.276 17.079 -


2003 van tot 12.718 12.718 17.694 17.694 -


2004 van tot 13.024 13.024 18.119 18.119 -


2005 van tot 13.207 13.207 18.373 18.373 -


115. Heffingskortingen Heffingskortingen 2001 Algemene heffingskorting Arbeidskorting Kinderkorting Aanvullende kinderkorting Combinatiekorting Alleenstaande ouderkorting Aanvullende alleenstaande ouderkorting Ouderenkorting Aanvullende ouderenkorting Jonggehandicaptenkorting Korting maatschappelijke beleggingen Korting beleggingen in durfkapitaal


tot 65 jaar 3.473 2.027 84 423 304 2.779 2.779 max. 1.067 1.347 max. 1.347 max.

Pagina 19

vanaf 65 jaar 1.552 906 38 189 136 1.242 1.242 520 547 602 max. 602 max.


Heffingskortingen 2002 Algemene heffingskorting Arbeidskorting13 (maximaal) - tot 57 jaar - 57, 58, 59 jaar - 60 of 61 jaar - 62 jaar of ouder Kinderkorting Aanvullende kinderkorting - inkomen lager dan € 25.704 - verhoging bij 3 of meer kinderen - inkomen lager dan € 28.096 Combinatiekorting Alleenstaande ouderkorting Aanvullende alleenstaande ouderkorting Ouderenkorting Aanvullende ouderenkorting Jonggehandicaptenkorting Toetrederskorting - 1e jaar - 2e en 3e jaar Korting maatschappelijke beleggingen Korting beleggingen in durfkapitaal

13

tot 65 jaar 1.647

vanaf 65 jaar 737

949 1.119 1.289 1.460 40

654 19

428 30 341 190 1.301 1.301

193 14 154 86 582 582 289 256

500 1.361 454 1,3 % 1,3 %

1,3 % 1,3 %

leeftijdsdifferentiatie vanaf 1 april 2002


Pagina 20


Heffingskortingen 2003 Algemene heffingskorting Arbeidskorting (maximaal) - tot 57 jaar - 57, 58, 59 jaar - 60 of 61 jaar - 62 jaar of ouder Kinderkorting Aanvullende kinderkorting - inkomen lager dan € 27.438 - verhoging bij 3 of meer kinderen - inkomen lager dan € 29.108 Combinatiekorting Alleenstaande ouderkorting Aanvullende alleenstaande ouderkorting14 Ouderenkorting Aanvullende ouderenkorting Jonggehandicaptenkorting Korting maatschappelijke beleggingen15 Korting beleggingen in durfkapitaal16

tot 65 jaar 1.766

vanaf 65 jaar 806

1.104 1.339 1.574 1.809 41

826 20

Heffingskortingen 2004

tot 65 jaar

Algemene heffingskorting Arbeidskorting (maximaal) - tot 57 jaar - 57, 58, 59 jaar - 60 of 61 jaar - 62 jaar of ouder Kinderkorting Aanvullende kinderkorting - inkomen lager dan € 28.097 - verhoging bij 3 of meer kinderen - inkomen lager dan € 29.807 Combinatiekorting Aanvullende combinatiekorting Alleenstaande ouderkorting Aanvullende alleenstaande ouderkorting18 Ouderenkorting Aanvullende ouderenkorting Jonggehandicaptenkorting Korting maatschappelijke beleggingen19 Korting beleggingen in durfkapitaal20

534 63 354 214 1.348 1.348

518 1,3 % 1,3 %

244 30 163 99 615 615 346 242 1,3 % 1,3 %

1.825

vanaf 65 jaar17 852

1.213 1.454 1.694 1.935 110

903 53

547 64 363 224 290 1.381 1.381

531 1,3 % 1,3 %

256 30 170 105 136 646 646 418 248 1,3 % 1,3 %

14

maximaal van de vrijstelling in box 3 16 zie noot 15 17 de tabel is in de loop van 2004 gewijzigd voor wat betreft sommige kortingen voor 65-plussers 18 maximaal 19 van de vrijstelling in box 3 15


Pagina 21


Heffingskortingen 2005 Algemene heffingskorting Arbeidskorting (maximaal) - tot 57 jaar - 57, 58 of 59 jaar (toeslag € 245) - 60 of 61 jaar (toeslag € 488) - 62 jaar en ouder (toeslag € 742) Kinderkorting (verzamelinkomen max. € 60.447) Aanvullende kinderkorting - inkomen lager dan € 30.225 - inkomen lager dan € 28.491 - na verhoging (€ 65 / € 32 bij 65 +) bij 3 of meer kinderen èn inkomen lager dan € 28.491 Combinatiekorting Aanvullende combinatiekorting Alleenstaande ouderkorting Aanvullende alleenstaande ouderkorting21 Ouderenkorting Aanvullende ouderenkorting Ouderschapsverlofkorting (per 1.1.2006) Korting maatschappelijke beleggingen22 Korting beleggingen in durfkapitaal23

tot 65 jaar vanaf 65 jaar 1.894 910 1.287 1.532 1.775 2.019 112

969 54

504 690 755

243 332 364

228 389 1.401 1.401

110 188 673 673 454 287

1,3 % 1,3 %

1,3 % 1,3 %

118. Onbelast deel vakantiebonnen: zie 5 122. Bijstandsnorm: zie 9 128. Kosten omgangsregeling: zie 14 142. Buitengewone lasten i.v.m. kinderalimentatie / en kosten omgangsregeling (aftrek per jaar) Leeftijd kind 0 t.m. 5 jaar 6 t.m. 11 jaar 12 t.m. 17 jaar 18 t.m. 29 jaar24

1999 1.900 2.700 3.520 2.700

2000 1.900 2.700 3.520 2.700

2001 2.176 2.696 3.516 2.696

2002 1.040 1.260 1.596 1.260

2003 1.080 1.300 1.596 1.300

2004 1.080 1.320 1.596 1.320

2005 1.080 1.320 1.596 1.320

20

zie noot 15 maximaal 22 van de vrijstelling in box 3 23 zie noot 15 24 Bij een kind van 18 tot en met 29 jaar bestaat alleen recht op aftrek als dat kind geen studiefinanciering (WSF) krijgt! Dit bedrag wordt verhoogd tot € 2.640 indien de kosten van levensonderhoud voor meer dan 50% op de belastingplichtige drukken, en – indien het kind niet tot het huishouden van de belastingplichtige behoort – tot € 3.960 indien deze kosten voor 90% of meer op de belastingplichtige drukken 21


Pagina 22


Bijlage-2005 (eerste helft) bij het rapport van de Werkgroep Alimentatienormen

Recommend Documents