Bijlage 10. Externe veiligheid
Advies Masterplan Havenkant Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
OMTU\\C MPGZD2
GZD
?, i ro 1 n 4 r 3 0 5 5 2 14.04.2010
veiligheidsregio 3
0552
Il^^^^^Bi
College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zwijndrecht T.a.v. de heer A. Groenewegen
Postbus 15 3330 AA Zwijndrecht Uw kenmerk
Ons kenmerk
Datum
2010/291/MZ/BB
7 april 2010
Onderwerp
Bijlage(n)
Behandeld door/tel.nr.
Advies masterplan Havenkant
1
M.D. Zonderop / 078-6355318
Geacht College, Naar aanleiding van uw adviesaanvraag d.d. 3 november 2009 per mail, treft u hierbij het advies aan van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer, met betrekking tot masterplan Havenkant. Op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) wordt het Bestuur van de Veiligheidsregio in de gelegenheid gesteld om in verband met het groepsrisico advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting. De onderbouwing van deze brief kunt u terugvinden in de bijgevoegde toelichting op dit advies. Dit advies geeft voorstellen om de veiligheidssituatie te optimaliseren. Het geeft geen antwoord op de vraag of het groepsrisico aanvaardbaar is. Het is uiteindelijk aan het bevoegd gezag om te oordelen of het groepsrisico wel of niet aanvaardbaar is. Het gaat daarbij om een bestuurlijke afweging van de risico's tegen de maatschappelijke baten. De Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, november 2007, is een hulpmiddel om de verantwoordingsplicht in te vullen. Deze handreiking is te downloaden via de site van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Het onderstaande advies is tot stand gekomen aan de hand van het Toetsingskader Externe Veiligheid. Dit toetsingskader kent een vijftal criteria die in samenhang worden bekeken, te weten plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffect. Conclusie en aanbevelingen Het plangebied ligt in het invloeds- en/of effectgebied van een aantal risicobronnen, namelijk het LPG-tankstation De Gors, het bedrijf Shipcoat, het Emplacement Kijfhoek en vervoer van gevaarlijke stoffen over de Randweg. Het plangebied ligt voor geen enkel van de hiervoor genoemde risicobronnen binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour. Het groepsrisico voor bijna iedere risicobron neemt toe door de invulling van het plan. Deze toename dient te worden verantwoord door het bevoegd gezag, namelijk het College van B&W van de gemeente Zwijndrecht.
Postbus 350, 3300 AJ Dordrecht, Bezoekadres: Oranjepark 13, 3311 LP Dordrecht, T 078 - 635 53 55, F 078 - 613 97 02, E
[email protected], I www.vrzhz.nl
ZHZ
Thans loopt er een procedure in het kader van de Wet Milieubeheer voor Kijfhoek. De Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer heeft in dit kader een Bevi-advies uitgebracht. De groepsrisicoberekening in het kader van de Wet Milieubeheer verschilt met de berekening die is opgesteld in het kader van het plan Havenkant. Het verschil tussen beide groepsrisico-rapporten dient nader te worden onderzocht. De analyse dient ter advisering te worden voorgelegd aan de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweeer De zelfredzaamheid in het plangebied kan optimaal worden wanneer de volgende aanbevelingen in de inrichting van plangebied wordt verwerkt en in de bouwplannen wordt meegenomen: Het appartementencomplex zo ver als mogelijk (minimaal 230 meter vanaf het vulpunt) van het LPG-tankstation projecteren, vanwege de mogelijke vestiging van verminderd zelfredzame personen; Het wegenplan zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; Het toepassen van zo min mogelijk glas en splintervrij gelaagd glas aan de risicozijde; De woningen (of rijen woningen) loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobron; Specifieke woningen voor verminderd zelfredzame personen (ouderen, gehandicapten, e.d.) zo ver mogelijk van de risicobron af projecteren. Het toepassen van centraal afsluitbare ventilatiesystemen in de woningen, zodat voorkomen kan worden dat toxische stoffen binnentreden. Om de effectiviteit van de hierboven genoemde maatregelen te garanderen zijn de volgende organisatorische maatregelen noodzakelijk: • Bewoners dienen door middel van risicocommunicatie geïnformeerd en geïnstrueerd te worden over de risico's en de mogelijke maatregelen die ze zelf kunnen nemen als dat nodig is. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk en heeft hierin een informatieplicht. Ten aanzien van de bereikbaarheid is een aantal knelpunten binnen het plangebied. Geadviseerd wordt in het kwadrant linksboven in het plangebied ten minste een voetpad aan het einde van de doodlopende wegenstructuur naar de Industrieweg te realiseren met een minimale breedte van 1,0 mtr. Daarnaast moet de wegenstructuur voldoen aan de geldende normen, zoals breedten, bochtstralen en aslasten, voor de in het plangebied gelegen (doodlopende) wegen. Nabij het LPG-tankstation is voldoende, maar onbereikbaar bluswater aanwezig om een tankwagen bij een dreigende BLEVE te kunnen koelen. Dit tekort aan bluswater is te verhelpen door in overleg met brandweer Zwijndrechtse Waard op een veilige manier een opstelplaats open water nabij het LPG-tankstation te realiseren. In het plangebied dient een volledig nieuwe primaire en secundaire bluswatervoorziening te worden gerealiseerd/ bereikbaar te worden gemaakt die aan de normen voldoet. Door dit in overleg met brandweer Zwijndrechtse Waard te ontwikkelen wordt de optimale situatie bereikt.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met mevrouw M.D. Zonderop van het bureau Expertise en Advies Brandweer van mijn dienst. Zij is bereikbaar op telefoonnummer 078-6355318. Conform artikel 3.43 van de Algemene wet bestuursrecht ontvangen wij graag van uw zijde een afschrift van het genomen besluit. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, namens dezen, ^_^ de direetfur I^^cti^randWeer,
In afschrift aan: • Brandweer Zwijndrechtse Waard T.a.v. de heerT. van Dam Postbus 107 3330 AC Zwijndrecht
•
Milieudienst Zuid-Holland Zuid T.a.v. de heer K. Dijkman Postbus 550 3300 AN DORDRECHT
Toelichting advies masterplan Havenkant Heerjansdam
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
2
1. Algemeen
3
2. Scenario's
3
3. Veiligheidstoets 3.1. Plaatsgebonden risico 3.2. Groepsrisico 3.3. Zelfredzaamheid 3.4. Beheersbaarheid 3.5. Resteffect
6 7 7 8 9 10
4. Conclusies en aanbevelingen
10
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 2 van 11
1. Algemeen De gemeente Zwijndrecht heeft het voornemen om het bedrijventerrein Gors Noord in Heerjansdam te transformeren tot een kwalitatief hoogwaardige woonbuurt. Hiervoor heeft de gemeente een masterplan opgesteld en ter advies voorgelegd aan de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer. Het masterplan vormt de basis voor de concrete ontwikkeling van het plangebied. Het masterplan wordt gevolgd door één of meerdere bestemmingsplannen, waarmee uiteindelijk het gehele plangebied getransformeerd zal zijn tot een woongebied. In deze toelichting wordt het advies van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer weergegeven, waarbij een analyse van de veiligheidssituatie wordt weergegeven en voorstellen worden gedaan om de veiligheidssituatie te optimaliseren. Het onderstaande advies is tot stand gekomen aan de hand van het Toetsingskader Externe Veiligheid, dat is vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zwijndrecht. Het advies is afgestemd met de brandweer Zwijndrechtse Waard. Dit toetsingskader kent een vijftal criteria die in samenhang worden bekeken, te weten plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffect. In deze toelichting wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de scenario's die op deze locatie kunnen voorkomen. In hoofdstuk 3 wordt de veiligheidssituatie geanalyseerd aan de hand van het toetsingskader externe veiligheid. Tot slot worden ten aanzien van het plangebied conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan.
2. Scenario's Voor de beoordeling van de externe veiligheidssituatie in het plangebied, dient onderzoek gedaan te worden naar de scenario's van ongevallen met gevaarlijke stoffen, die van invloed zijn op voorliggende situatie. Het plangebied ligt in het invloeds- en/of effectgebied van een aantal risicobronnen, te weten: 1. LPG-tankstation De Gors, Industrieweg 18 2. Shipcoat, Industrieweg 17 3. Emplacement Kijfhoek 4. Vervoer van gevaarlijke stoffen over de Randweg De relevante scenario's die per risicobron op kunnen treden zijn als volgt: 1. •
LPG-tankstation De Gors, Industrieweg 18 Het exploderen van een tankwagen met brandbaar gas. Een dergelijke explosie wordt ook wel BLEVE genoemd. Binnen de normale bedrijvigheid op het LPG-tankstation vormt de bevoorrading (het transport, de overslag en opslag) van de ondergrondse tank door een tankwagen een verhoogd risico. Technische of menselijke fouten kunnen leiden tot het ongecontroleerd vrijkomen van LPG, met alle gevolgen van dien. Een warme BLEVE, letterlijk: Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion ontstaat als volgt. Door een externe bron (brand) wordt een vat of tank met een vloeistof (of een tot vloeistof gecomprimeerd gas) opgewarmd. De druk neemt toe doordat de temperatuur stijgt. Door het aanstralen, verzwakt de tankwand. Het vat of de tank zal door deze toenemende druk en de verzwakte tankwand instantaan falen (snel openscheuren). De inhoud van de tank zal vervolgens explosief ontbranden. Bij een koude BLEVE bezwijkt de tank (instantaan) door een mechanische oorzaak, zoals het falen van het materiaal ('spontaan' scheuren van de tank) of een mechanische impact (een botsing, omvallen etc). Vervolgens kan bij het openscheuren van de tank ontsteking van de inhoud van de tank plaatsvinden. Het effect is vergelijkbaar met de 'warme BLEVE' maar reikt minder ver. De reden hiervoor is de lagere druk in de tank vlak voor het openscheuren. Een koude BLEVE is niet te voorkomen.
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 3 van 11
Het is afhankelijk van de inhoud van de tank wanneer en met welk effect de explosie plaatsvindt. Bij een geheel gevulde tank zal het aanzienlijk langer duren voordat de inhoud van de tank dusdanig is opgewarmd dat een BLEVE ontstaat. In de onderstaande tabel is een overzicht weergegeven van de verschillende effectafstanden van een BLEVE bij een geheel of gedeeltelijk gevulde tankwagen. De afstanden gelden vanaf de LPGtankwagen. : Scenario's en effactafsiahdBn (vanaf da tankwagen) bi| een ongeval mal butaan of LPG Meest geloofwaardig scenario Worst case scenario De tankwagen scheurt bij dit scenario, De tankwagen wordt aangestraald, waardoor de tank wordt verwarmd, de integriteit van de tankwandwaardoor het vloeistof verdichte gas constructie het begeeft en een warme BLEVE expandeert en een overdrukscenario ontstaat. Door de aanwezigheid van vuur / brand / veroorzaakt. hitte zal de brandbare vloeistof ontsteken en een grote vuurbal met grote hittestraling tot gevolg hebben, met uitstraling naar de omgeving. Personen binnen de stralingscontouren, worden circa 12 seconden blootgesteld Gemiddeld (10-5 tot 10-7) Kans Kans Groot (> 10-5) Blootstellingsduur 100% letaal (0,3 bar)
kort 30 meter
1% letaal (0,1 bar) Glasbreuk (0,03 bar)
70 meter 180 meter
Blootstellingsduur 100% letaal (46 kW/m2) 10% letaal (34 kW/m2) 1% letaal (19 kW/rm) legr.brandwonden (7,5 kW/m2)
12 seconden 90 meter 140 meter 230 meter 400 meter
Uitgangspunten: ■ omgevingstemperatuur: 10°C ■ stabiliteitsklasse: D5 ■ De effectafstanden zijn berekend aan de hand van het computerprogramma Effects 5.5 en daar waar nodig gecontroleerd en bijgesteld met Safeti-nl en Save. ■ De in de tabel gehanteerde uitgangspunten komen overeen met de invoerparameters voor de slachtofferberekeningsmethode
Tabel 1: Wegscenario hitte- & drukbelasting (GF3) ten gevolge van LPG Bron: handleiding adviestaak regionale brandweren IPO 08 versie januari 2009
2. Shipcoat, Industrieweg 17 Shipcoat is een groothandel in verf en verfwaren. Het maatgevende scenario dat voor het plangebied van toepassing is, is het vrijkomen van toxische stoffen, waardoor een toxische wolk kan ontstaan. De omvang bij dit scenario wordt bepaald door de hoeveelheid toxische damp die vrijkomt en de verspreiding van de dampwolk. De verspreiding van de dampwolk wordt mede bepaald door weersomstandigheden (windrichting en -snelheid, e.d.). Het effectgebied dat bij dit scenario optreedt, kan variëren van enkele honderden meters tot meerdere kilometers. 3. Emplacement Kijfhoek Het plangebied Havenkant ligt op circa 1200 meter afstand van het rangeerterrein Kijfhoek. Op het rangeerterrein worden allerlei soorten gevaarlijke stoffen gerangeerd, waaronder explosieve stoffen en radioactieve stoffen. Aangezien deze stoffen op beperkte schaal vervoerd worden en de kans klein is dat deze stoffen uitstraling hebben tot over het plangebied worden ze bij de scenariobeschrijvingen buiten beschouwing gelaten. Hierdoor is alleen het vrijkomen van een toxische wolk voor het plangebied Havenkant van toepassing. Zowel bij het instantaan falen van een wagon met toxische stoffen, als bij het ontstaan van een lekkage van een wagon met toxische stoffen (waarbij uitstroming van de toxische stoffen plaatsvindt),
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 4 van 11
ontstaat een toxische wolk. De omvang van dit scenario wordt bepaald door de toxische en fysische eigenschappen van de stof, de hoeveelheid toxische stof die vrijkomt en de verspreiding van de toxische stof. De verspreiding wordt onder andere bepaald door weersomstandigheden (windrichting en snelheid, e.d.). Het effectgebied van dit scenario kan variëren van enkele honderden meters tot meerdere kilometers. In onderstaande tabel is een overzicht weergegeven van scenario's en effectafstanden bij een ongeval met ammoniak.
8€0fi&fte% Mi iffeoïiisteHfeii (ffetüf cte iiiitit wm d# PÉÉI) N) é$ft fNtfljivvJil w i t iiinii0iihifc Womï€a$e «ariario Er ontstaat een lek van 15 mm in de tankwand waardoor het vloeistof verdichte gas kan uittreden. De bronsterkte bedraagt 3 kg/s continu. Kans Groot (> 10"0) 30 minuten Blootstellingduur 100% letaal (LC100) (17 g/ma) 10% letaal (LC10) (2,9 g/m55) 1% letaal (LC0i) (1,7 g/m*) LBW: levensbedreigende waarde (500 mg/m3) AGW: alarmeringsgrenswaarde (100 mg/m3)
40 meter 90 meter 120 meter 250 meter
De spoorketelwagon faalt catastrofaal 57% van de vloeistof (27,4 ton) flasht af, de rest van de vloeistof stroomt uit en kookt koud in korte tijd. Kans Gemiddeld (10"° tot 10") Blootstellingduur direct (200 s) 400 meter 100% letaal (LC100) (17 g/m3) 10% letaal (LC10) (2,9 g/m3) 950 meter 1% letaal (LC01) (1,7 g/m3) 1250 meter Niet relevant LBW: levensbedreigende waarde
700 meter
AGW: alarmeringsgrenswaarde
Niet relevant
Uitgangspunten: ■ omgevingstemperatuur: 10°C ■ stabiliteitsklasse: D5 Tabel 2: Spoorscenario toxische belasting ten gevolge van tot vloeistof verdicht ammoniak Bron: handleiding adviestaak regionale brandweren IPO 08 versie januari 2009
4. Vervoer van gevaarlijke stoffen over de Randweg Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Randweg is met name gerelateerd aan het LPGtankstation De Gors. Het tankstation wordt door middel van tankauto's bevoorraad. Het betreffen tankauto's met LPG, benzine en diesel. Naast het vrijkomen van brandbare gassen (scenario BLEVE, beschreven bij LPG-tankstation de Gors), kunnen ook brandbare vloeistoffen vrijkomen, met als gevolg een mogelijke plasbrand. Een plasbrand wordt veroorzaakt door het vrijkomen van een brandbare vloeistof, die door een ontstekingsbron tot ontbranding wordt gebracht. De piasgrootte wordt bepaald door de fysieke omgeving. Als de brandbare vloeistof zich ongehinderd kan verspreiden, zal de plas groter worden dan als er plasbeperkende maatregelen zijn genomen. Hoe groter de plas, hoe meer kans op slachtoffers. Gedurende de brand worden personen die aanwezig zijn in de omgeving van de brand blootgesteld aan de door de brand veroorzaakte warmtestraling. Afhankelijk van de hoogte van de warmtestraling en de blootstellingstijd zullen mensen brandwonden krijgen en in het ergste geval komen te overlijden. In tabel 3 worden de schadeafstanden weergegeven bij een vloeistofbrand.
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 5 van 11
Scenario's en effectafstanden (vanaf de pentaan Meest geloofwaardig scenario Er ontstaat een 15 mm lek in de tankwand, waardoor een vloeistof naar buiten lekt. De ontwikkelingstijd van het scenario en de (kleine) hoeveelheid uitgestroomde vloeistof geven een scenario waarvan de effectafstanden niet relevant meer zijn voor de scenario analyse.
rand van de plas) bij een ongeval met dieselolie of
Worst case scenario Er ontstaat een scheur van 20 a 30 cm in de tankwand, waardoor een vloeistofplas met brandbare vloeistof ontstaat. De vloeistof stroomt binnen 1 minuut uit en vormt een vloeistofplas van 1500 rm, die vervolgens direct ontsteekt. De brand die volgt is kort en hevig en veroorzaakt binnen het invloedsgebied secundaire branden. De hitte die bij deze brand ontstaat kan aanzienlijk zijn. Kans
Gemiddeld (10-5 tot 10-7)
Brandduur 100% letaal (35 kW/rm) 10% letaal (23 kW/ma) 1% letaal (12,5 kW/ma) 1e gr.brandw. (5 kW/m2)
5 minuten 35 meter 45 meter 60 meter 80 meter
Uitgangspunten: omgevingstemperatuur: 10°C stabiliteitsklasse: D5 personen binnen de stralingscontouren, worden circa 20 seconden blootgesteld aan een constante flux (CPR18) geen rekening gehouden met vloeistof die eventueel in de riolering kan lopen en verdere effecten kan veroorzaken, bijvoorbeeld bij de rioolwaterzuivering. De effectafstanden zijn berekend aan de hand van het computerprogramma Effects 5.5 en daar waar nodig gecontroleerd en bijgesteld met Safeti-nl en Save. De in de tabel gehanteerde uitgangspunten komen overeen met de invoerparameters voor de slachtofferberekeningsmethode. Deze stoffen zijn niet routeplichtig en hoeven daarom bij een route gevaarlijke stoffen niet in beschouwing te worden genomen. Tabel 3: Wegscenario I hittebelasting (LF1 & LF2) ten gevolge van dieselolie of pentaan Bron: handleiding adviestaak regionale brandweren IPO 08 versie januari 2009
3. Veiligheidstoets In het vorige hoofdstuk heeft een analyse plaatsgevonden van de scenario's die kunnen optreden in het plangebied. Naar aanleiding van deze scenario's vindt in dit hoofdstuk een veiligheidstoets plaats. Deze veiligheidstoets zal worden gedaan aan de hand van het Toetsingskader Externe Veiligheid. Dit toetsingskader kent een vijftal criteria die in samenhang worden bekeken, te weten plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffect. Ten aanzien van de externe veiligheid omtrent het project Havenkant heeft adviesbureau CaubergHuygen een rapportage opgesteld, te weten "Rapportage externe veiligheid De Havenkant te Heerjansdam", datum 20 oktober 2009. Daarnaast is een aanvullende berekening uitgevoerd ten aanzien van Kijfhoek. Deze berekening is weergegeven in de notitie 20091386-11, Groepsrisicoberekening rangeerterrein Kijfhoek, opgesteld door Cauberg-Huygen. Door Prorail is voor rangeerterrein Kijfhoek een nieuwe vergunning in het kader van de Wet Milieubeheer is aan gevraagd. In het kader van het Bevi is Kijfhoek een aangewezen spoorwegemplacement en valt daarmee onder de werking van artikel 2 onder c van het Bevi. Op grond van artikel 12, lid 3 Bevi heeft de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer advies uitgebracht in verband met het groepsrisico over de mogelijkheden tot voorbereiding van Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 6 van 11
bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting. De procedure in het kader van de Wet Milieubeheer is lopende.
3.1. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico is het risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op één bepaalde plaats verblijft, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval binnen een inrichting of met een transportmodaliteit waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. 1. LPG-tankstation De Gors, Industrieweg 18 Het LPG-tankstation heeft een doorzet van 1000 m3 per jaar. Hierdoor valt het LPG-tankstation onder het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen) en het daarbij behorende Revi (Regeling externe veiligheid inrichtingen). Het Revi geeft de volgende 10-6 plaatsgebonden risicocontouren.
^:^^Bp^:r: '*,4t { ' 4 %*£>''%%&' ' ''S ' '„'
;
'S e*??'.S'*S%'''*<'., ' ''
LPG-tankstation met een doorzet tot 1000 m3/jaar
45
25
15
Het plangebied bevindt zich niet binnen de bovengenoemde contouren. 2. Shipcoat, Industrieweg 17 Het bedrijf heeft een PGS15-opslag van meer dan 10 ton gevaarlijke stoffen en valt daarmee onder het Bevi. In het bijbehorende Revi (Regeling externe veiligheid inrichtingen) wordt de 10-6 plaatsgebonden risicocontour weergegeven. Deze bedraagt 20 meter. Het plangebied ligt buiten de 10-6 plaatsgebonden risicocontour. 3. Emplacement Kijfhoek In de notitie 20091386-11, Groepsrisicoberekening rangeerterrein Kijfhoek, opgesteld door CaubergHuygen wordt de 10-6 plaatsgebonden risicocontour aangegeven. Het plangebied Havenkant ligt ruim buiten de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar. 4. Vervoer van gevaarlijke stoffen over de Randweg Zoals weergegeven in de Rapportage EV van Cauberg-Huygen is het vervoer van gevaarlijke stoffen hoofdzakelijk gerelateerd aan het LPG-tankstation. Hierdoor komt het vervoer van gevaarlijke stoffen niet boven de drempelwaarde, waardoor de 10"6 plaatsgebonden risicocontour niet van toepassing is.
3.2. Groepsrisico Het groepsrisico is de cumulatieve kans per jaar dat een groep personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting of met een transportmodaliteit waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt weergegeven in een fN-curve, waarin het aantal doden is uitgezet tegen de cumulatieve kans op scenario's met dat aantal doden. In de fN-curve wordt een oriëntatiewaarde aangegeven, die het ijkpunt aangeeft waarin gezocht moet worden naar maatschappelijk aanvaardbare grenzen. 1. LPG-tankstation De Gors, Industrieweg 18 Het invloedsgebied voor het LPG-tankstation waarbinnen het groepsrisico wordt berekend is 150 meter. Het plangebied ligt gedeeltelijk binnen dit invloedsgebied. Zoals aangegeven in het rapport externe veiligheid De Havenkant van Cauber-Huygen zal het plan zorgen voor een kleine toename van het groepsrisico. Deze toename dient door het bevoegd gezag, namelijk het College van B&W van de gemeente Zwijndrecht, te worden verantwoord. 2. Shipcoat, Industrieweg 17
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 7 van 11
Het invloedsgebied van Shipcoat bedraagt 320 meter. Het plangebied valt gedeeltelijk binnen deze contour. In de rapportage externe veiligheid De Havenkant van Cauberg-Huygen wordt aangegeven dat het groepsrisico ruim onder de oriënterende waarde voor het groepsrisico blijft, maar dat het groepsrisico door de ontwikkeling van de Havenkant wel toeneemt. Deze toename dient door het bevoegd gezag, namelijk het College van B&W van de gemeente Zwijndrecht, te worden verantwoord. 3. Emplacement Kijf hoek In de notitie 20091386-11, Groepsrisicoberekening rangeerterrein Kijfhoek, opgesteld door CaubergHuygen is het groepsrisico voor Havenkant berekend. Het groepsrisico in de huidige situatie, zoals beschreven in de notitie van Cauberg-Huygen, verschilt met het groepsrisico dat is opgesteld door SAVE in opdracht van Pro-rail in het kader van de WM-vergunning. De procedure in het kader WMvergunning loopt thans. Er kan geen zekerheid worden gegeven over de daadwerkelijke invulling van het groepsrisico. Het verschil tussen beide Groepsrisico-rapporten dient nader te worden onderzocht. De analyse dient ter advisering te worden voorgelegd aan de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweeer. 4. Vervoer van gevaarlijke stoffen over de Randweg Zoals weergegeven in de Rapportage EV van Cauberg-Huygen is het vervoer van gevaarlijke stoffen hoofdzakelijk gerelateerd aan het LPG-tankstation. Hierdoor komt het vervoer van gevaarlijke stoffen niet boven de drempelwaarde, waardoor het groepsrisico nihil is.
3.3. Zelfredzaamheid De zelfredzaamheid geeft aan in welke mate de aanwezigen in het plangebied in staat zijn zich op eigen kracht in veiligheid te brengen. Binnen het invloedsgebied bevinden zich diverse (beperkt) kwetsbare objecten, met name woningen. Bij het scenario van een koude BLEVE zal er geheel geen tijd voor zelfredding beschikbaar zijn. Bij een warme BLEVE is er wellicht wel enige tijd. Een BLEVE met een volle tankwagen geeft tot een afstand van ongeveer 140 meter dodelijke slachtoffers. Vanaf 140 meter tot ongeveer 400 meter zullen de effecten van de BLEVE gewonden veroorzaken. Deze zone is het potentiële werkterrein van de hulpdiensten. In deze zone zorgen maatregelen ter bevordering van de zelfredzaamheid voor een daling van het aantal slachtoffers. De meest effectieve maatregel in het kader van zelfredzaamheid is vluchten uit het onveilige gebied. Echter, het tijdsverloop vanaf het ontstaan tot het plaatsvinden van een BLEVE is relatief kort en afhankelijk van verschillende factoren (vullingsgraad, buitentemperatuur, moment van inzet brandweer). Het volledig evacueren van het effectgebied is geen realistische mogelijkheid. Bovendien trekt een dergelijk incident in de praktijk grote hoeveelheden kijkers, die in de praktijk zeer beperkt op voldoende afstand te houden zijn. De maatregelen ter bevordering van de zelfredzaamheid zullen daarom meer in de planologische, organisatorische en bouwkundige sfeer gezocht moeten worden. De functie-indeling, de infrastructuur en de bebouwing kan op verschillende manieren op zelfredzaamheid inspelen. Zoals door het toepassen van luchtdichte afsluiting in de gebouwen, zodat mensen bij het vrijkomen van een toxische wolk veilig binnen kunnen blijven. Of het wegenplan zodanig inrichten dat de mensen van de risicobron weg kunnen vluchten. Verder bijvoorbeeld of er hoogbouw aanwezig is, waarin minder zelfredzame personen zijn voorzien. In het kader van een effectieve zelfredzaamheid bij het scenario BLEVE wordt aanbevolen de volgende maatregelen te treffen voor het plangebied Havenkant: • Het appartementencomplex zo ver als mogelijk (minimaal 230 meter vanaf het vulpunt) van het LPG-tankstation projecteren, vanwege de mogelijke vestiging van verminderd zelfredzame personen; • Het wegenplan zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; • Het toepassen van zo min mogelijk glas en splintervrij gelaagd glas aan de risicozijde; • De woningen (of rijen woningen) loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobron; • Specifieke woningen voor verminderd zelfredzame personen (ouderen, gehandicapten, e.d.) zo ver mogelijk van de risicobron af projecteren.
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 8 van 11
Bij het scenario vrijkomen van een toxische stof is het van belang dat de aanwezigen in het effectgebied binnen blijven en dat ramen, deuren en ventilatieopeningen worden gesloten. Ten behoeve van deze zelfredzaamheid is het van belang dat de sirenes worden ingezet met de daarbij horende boodschap via radio en televisie. In het kader van een effectieve zelfredzaamheid bij het vrijkomen van toxische stoffen wordt geadviseerd de volgende bouwkundige maatregelen te treffen: • Het toepassen van centraal afsluitbare ventilatiesystemen in de woningen, zodat voorkomen kan worden dat toxische stoffen binnentreden. Om de effectiviteit van de hierboven genoemde maatregelen te garanderen zijn de volgende organisatorische maatregelen noodzakelijk: • Bewoners dienen door middel van risicocommunicatie geïnformeerd en geïnstrueerd te worden over de risico's en de mogelijke maatregelen die ze zelf kunnen nemen als dat nodig is. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk en heeft hierin een informatieplicht.
3.4. Beheersbaarheid Beheersbaarheid richt zich op de inzetbaarheid van hulpverleningsdiensten in hoeverre zij in staat zijn hun taken goed uit te kunnen voeren en om daarmee verdere escalatie van een incident te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het voldoende/ adequaat aanwezig zijn van aanvalswegen en bluswatervoorzieningen, maar ook de brandweerzorgnorm wordt hier onder geschaard. Ten aanzien van de aspecten bereikbaarheid en bluswatervoorziening hanteert de regionale brandweer Zuid-Holland Zuid de richtlijnen zoals beschreven in de NVBR publicatie "Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid". In overleg met brandweer Zwijndrechtse Waard zijn de volgende aspecten naar voren gekomen: •
Bereikbaarheid Uit deze handreiking volgt het advies dat het plangebied goed bereikbaar dient te zijn door de hulpverleningsdiensten via twee van elkaar onafhankelijke aanvalswegen, waardoor in geval van werkzaamheden of calamiteiten het plangebied bereikbaar is. Hieraan wordt voldaan. Wel zijn knelpunten binnen het plangebied gelegen ten opzichte van de bestaande infrastructuur en een deel van de nieuwe infrastructuur. bestaande infrastructuur: de wegenstructuur van de Jhr. G.C.W. van test van Goudriaanlaan is doodlopend. nieuwe infrastructuur: het kwadrant linksboven in het plangebied kent een doodlopende wegenstructuur Geadviseerd wordt in het kwadrant linksboven in het plangebied ten minste een voetpad aan het einde van de doodlopende wegenstructuur naar de Industrieweg te realiseren met een minimale breedte van 1,0 mtr. De wegenstructuur moet voldoen aan de geldende normen, zoals breedten, bochtstralen en aslasten, voor de in het plangebied gelegen (doodlopende) wegen
•
Bluswatervoorziening Voor het voorkomen van een BLEVE dient een aangestraalde tankwagen tijdig (afhankelijk van vullingsgraad en omgevingstemperatuur binnen circa 15 minuten) te worden gekoeld en de brandhaard te worden geblust. Hiervoor is bluswater nodig. Nabij het LPG-tankstation is voldoende, maar onbereikbaar bluswater aanwezig om een tankwagen bij een dreigende BLEVE te kunnen koelen. Dit tekort aan bluswater is te verhelpen door in overleg met brandweer Zwijndrechtse Waard op een veilige manier een opstelplaats open water nabij het LPG-tankstation te realiseren. Plangebied In het plangebied dient een volledig nieuwe primaire en secundaire bluswatervoorziening te worden gerealiseerd/ bereikbaar te worden gemaakt die aan de normen voldoet. Door dit in overleg met brandweer Zwijndrechtse Waard te ontwikkelen wordt de optimale situatie bereikt.
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 9 van 11
•
Zorgnorm De brandweerzorgnorm is een aanbevolen opkomsttijd die afhankelijk is van het soort object en de risico's voor de aanwezige personen. De opkomsttijd bestaat uit een optelsom van de uitruktijd en de aanrijdtijd. De uitruktijd betreft de tijd die men heeft vanaf het alarmeren totdat men gereed is om te vertrekken naar het plaats incident. De uitruktijd voor een beroepskorps ligt lager dan die van een vrijwillig korps, omdat de beroepsmedewerkers zich in de directe nabijheid van de kazerne bevinden. De streefwaarde voor een beroepskorps is 1,0 minuut en voor een vrijwillige organisatie ca 3,5 minuten. De aanrijdtijd betreft de zuivere rijtijd. De brandweer is binnen 8 minuten na melding in het plangebied ter plaatse.
3.5. Resteffect Het resteffect geeft een inschatting van het aantal doden, gewonden en materiële schade bij de representatieve scenario's, ondanks de getroffen maatregelen. Het resteffect van een BLEVE en een toxische wolk is moeilijk concreet in te schatten. Bij de maatregelen in het kader van de zelfredzaamheid is beschreven dat de kans op dodelijke slachtoffers in het plangebied verminderd kan worden. Over het aantal gewonden kan geen concrete voorspelling gedaan worden. De genoemde maatregelen zullen zorgen voor een daling van het aantal gewonden en schade in het plangebied. De mate van daling is afhankelijk van meerdere factoren (bijvoorbeeld de vorm van gebouwen, de vullingsgraad van de tank, de hoeveelheid vrijgekomen gevaarlijke stoffen, weersinvloeden, e.d.). De schade die resteert, zal bestaan uit brand veroorzaakt door de hitte van de BLEVE (secundaire branden) en materiele schade aan gebouwen en inventaris door de drukeffecten. Zoals weergegeven in tabel 1 zullen de meeste slachtoffers komen te vallen binnen een afstand van 140 meter (warme BLEVE). De bebouwing op 140 meter van het LPG-tankstation zullen bij een BLEVE dermate grote schade oplopen dat herbouw noodzakelijk zal zijn. Ook bij het scenario toxische wolk zullen er in het effectgebied veel slachtoffers vallen. Dit aantal is afhankelijk van de aard en hoeveelheid vrijgekomen stoffen en de weersomstandigheden.
4. Conclusies en aanbevelingen Het plangebied ligt in het invloeds- en/of effectgebied van een aantal risicobronnen, namelijk het LPGtankstation De Gors, het bedrijf Shipcoat, het Emplacement Kijfhoek en vervoer van gevaarlijke stoffen over de Randweg. Het plangebied ligt voor geen enkel van de hiervoor genoemde risicobronnen binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour. Het groepsrisico voor bijna iedere risicobron neemt toe door de invulling van het plan. Deze toename dient te worden verantwoord door het bevoegd gezag, namelijk het College van B&W van de gemeente Zwijndrecht.. Thans loopt er een procedure in het kader van de Wet Milieubeheer voor Kijfhoek. De Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer heeft in dit kader een Bevi-advies uitgebracht. De groepsrisicoberekening in het kader van de Wet Milieubeheer verschilt met de berekening die is opgesteld in het kader van het plan Havenkant. Het verschil tussen beide groepsrisico-rapporten dient nader te worden onderzocht. De analyse dient ter advisering te worden voorgelegd aan de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweeer De zelfredzaamheid in het plangebied kan optimaal worden wanneer de volgende aanbevelingen in de inrichting van plangebied wordt verwerkt en in de bouwplannen wordt meegenomen: •
• • •
Het appartementencomplex zo ver als mogelijk (minimaal 230 meter vanaf het vulpunt) van het LPG-tankstation projecteren, vanwege de mogelijke vestiging van verminderd zelfredzame personen; Het wegenplan zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; Het toepassen van zo min mogelijk glas en splintervrij gelaagd glas aan de risicozijde; De woningen (of rijen woningen) loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobron;
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 10 van 11
• •
Specifieke woningen voor verminderd zelfredzame personen (ouderen, gehandicapten, e.d.) zo ver mogelijk van de risicobron af projecteren. Het toepassen van centraal afsluitbare ventilatiesystemen in de woningen, zodat voorkomen kan worden dat toxische stoffen binnentreden.
Om de effectiviteit van de hierboven genoemde maatregelen te garanderen zijn de volgende organisatorische maatregelen noodzakelijk: • Bewoners dienen door middel van risicocommunicatie geïnformeerd en geïnstrueerd te worden over de risico's en de mogelijke maatregelen die ze zelf kunnen nemen als dat nodig is. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk en heeft hierin een informatieplicht. Ten aanzien van de bereikbaarheid is een aantal knelpunten binnen het plangebied. Geadviseerd wordt in het kwadrant linksboven in het plangebied ten minste een voetpad aan het einde van de doodlopende wegenstructuur naar de Industrieweg te realiseren met een minimale breedte van 1,0 mtr. Daarnaast moet de wegenstructuur voldoen aan de geldende normen, zoals breedten, bochtstralen en aslasten, voor de in het plangebied gelegen (doodlopende) wegen. Nabij het LPG-tankstation is voldoende, maar onbereikbaar bluswater aanwezig om een tankwagen bij een dreigende BLEVE te kunnen koelen. Dit tekort aan bluswater is te verhelpen door in overleg met brandweer Zwijndrechtse Waard op een veilige manier een opstelplaats open water nabij het LPGtankstation te realiseren. In het plangebied dient een volledig nieuwe primaire en secundaire bluswatervoorziening te worden gerealiseerd/ bereikbaar te worden gemaakt die aan de normen voldoet. Door dit in overleg met brandweer Zwijndrechtse Waard te ontwikkelen wordt de optimale situatie bereikt.
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer
pagina 11 van 11