Notulen Bijeenkomst: Datum: Tijdstip: Plaats:
Consultatiebijeenkomst duurzaamheid Ontwerp Duurzaamheidsplan Utrecht – Energie steken in een duurzame stad 1 december 2010 19.30 tot 21.30 uur Stadhuis Utrecht
Welkom en introductie Voorzitter de heer Witten opent de bijeenkomst waarvan het doel is om input te krijgen over wat in het plan belangrijk is en wat niet, wat nog niet ver genoeg gaat, wat verbeterd moet worden en vooral wat er nog mist. Dit kan het plan voordat het de besluitvorming ingaat nog verbeteren. Plenaire bespreking op hoofdlijnen De heer Krens (Introvation BV, SiS International) is betrokken bij verschillende projecten op het gebied van zonnecellen, windenergie en water die zijn bedrijf in Utrecht wil uitvoeren. Hij vindt het een ambitieus plan. Hij hoopt dat de CO2-reductie genoemd in het plan, gezien de economische situatie, haalbaar is. De heer Pereboom (Milieucentrum) vindt ook dat het plan ambitieus is. Het is een zakelijk plan gericht op het halen van resultaat. Dat is goed, maar hij mist de communicatieparagraaf. Er kan meer als het gaat over innovatieve projecten, zoals voor het Jaarbeurscomplex. De successen moeten gevierd worden en daarin moeten de stad, haar burgers, worden meegenomen. Een van de aanwezigen vindt het plan ver genoeg gaan, maar het is weinig concreet. De verschillende onderdelen hangen als los zand aan elkaar en die kunnen in de uitvoering elkaar in de weg zitten. Het met de stad vieren van de successen vindt hij een goed punt. De heer Ruiter heeft zich de laatste jaren ingezet voor mensen aan de onderkant van de samenleving. Hij stelt dat het plan onvoldoende serieus is. Men zou zich in de westerse wereld moeten schamen voor het pas in 2030 CO2-neutraal willen zijn. De heer Blonk (D66-adviesgroep duurzaamheid) reageert op de laatste spreker. Technologie heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen. De kostprijs van de opwekking van energie met nieuwe systemen, bijvoorbeeld zonnecellen, moet eerst op of onder de kostprijs van die van conventionele middelen komen (pariteit). De heer Cats (Wijkraad Oost) merkt op dat bij pariteit in het geval van energiebronnen de mensen wel gek zijn als zij daar niet voor kiezen. Als het aan de markt wordt overgelaten, wordt volgens D66 het doel vanzelf gehaald in 2030 en hoeft de gemeente het duurzaam worden niet te stimuleren. Er is in dat geval ook geen ambitie meer. De heer Blonk (D66) merkt op dat het ook gaat over het besparen op veel andere zaken, voordat geïnvesteerd hoeft te worden in dure technologieën. Er zijn nog veel woningen met een energielabel C, D, E of G die eerst aangepast kunnen worden. Mevrouw Lubberding (Festivaloverleg Utrecht, Bevrijdingsfestival Utrecht) geeft aan dat men in het plan duurzaamheid in relatie tot evenementen mist. Daarvoor is een plan ingediend bij de wethouder. De heer Witten vraagt wat de wethouder verwacht. Mevrouw De Rijk geeft aan dat men vooral wacht op ideeën. Die ideeën kunnen in de besluitvorming worden meegenomen. Zij is er zich van bewust dat het plan concretisering mist over hoe de doelstellingen te halen. Toch heeft het college gemeend het conceptplan nu al te moeten neerleggen. De snelheid van het besluitvormingsproces zal hoog zijn. Een vertegenwoordiger van D66 vraagt welke criteria, vooral in relatie tot de kosteneffectiviteit van de maatregelen, een rol hebben gespeeld. Mevrouw De Rijk merkt op dat er 26 miljoen euro uit de coalitieonderhandelingen beschikbaar is gekomen, omdat de gemeente niet alleen moet bezuinigen, maar ook moet investeren. Er is deels gekozen voor maatregelen die kosteneffectief zijn. Veel maatregelen verdienen zichzelf terug. Maar dat niet alleen, ook het honoreren van ideeën van onderop, kleine projecten, vindt de wethouder belangrijk. De heer Krens (ook lid Wijkraad Leidsche Rijn) is opgevallen op dat er vanuit de wijkraden weinig is aangedragen voor het plan.
2
De heer Cats (Wijkraad Oost) merkt op dat er een hoofdstuk mobiliteit staat. Maar in het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht staan ook maatregelen. Wil dat zeggen dat als hier gepraat wordt over mobiliteit, het dan in feite gaat over het actieplan? Mevrouw De Rijk zegt dat de maatregelen in het actieplan veelal ook goed zijn voor de CO2-reductie. Vanuit dat actieplan is er geld voor die maatregelen. Dat moet aanwezigen vanavond er niet van weerhouden met ideeën te komen. Twee parallelsessies op vier hoofdthema's – Wonen, Bedrijvigheid, Mobiliteit en Duurzame energie Deelsessie 1 Trouwzaal De heer Visser (provincie Utrecht) vraagt zich af of is uitgezocht wat de effectiviteit is van de maatregelen. Mevrouw Cox geeft aan dat er per thema een ruwe schatting voor de CO2-reductie is gemaakt. Schattingen per maatregel zijn niet opgenomen. De heer Linskens (medewerker duurzaamheid, provincie Utrecht) vraagt of doelstellingen smart zijn geformuleerd. Mevrouw Cox bevestigt dat de doelstellingen nog niet echt smart zijn. De heer Folkert (D66, Adviesgroep duurzaamheid) merkt op dat een aantal maatregelen al in rijksverband worden genoemd, bijvoorbeeld de afspraken met de woningbouwcorporaties. Hij vraagt of die maatregelen hier worden vermeld of dat het alleen over additionele maatregelen gaat. Mevrouw Koopmans (gemeente Utrecht, afdeling Wonen) geeft aan dat het convenant in het kader van het programma Meer Met Minder ook veel ambitie heeft. Met MMM wordt nauw samengewerkt. Het gaat niet over stapelen, maar over aanvullen. Thema Wonen Algemeen ¾ Energiepunt/loket voor vragen over energiebesparing en duurzame energie voor Utrechters. Corporaties ¾ Prestatieafspraken maken met corporaties over energiezuiniger sociale huurwoningen. ¾ Bewustwording huurders en andere Utrechters, samen met corporaties, bewonersverenigingen et cetera. Particuliere woningen ¾ Ondersteuning van energiezuinig maken woningen door eigenaren door ‘ontzorging ‘ (bundelen en ter beschikking stellen van kennis en ontwikkelen slimme financiering voor eigenaren/VVE’s et cetera). ¾ Toepassen kennis uit project ‘Wijk West energieneutraal’ en uitbouw energienetwerk in overige wijken. Bewoners gaan zelf aan de slag. ¾ Aanschrijvingsbeleid energie. Concretiseren van mogelijkheden van het gemeentelijk aanschrijvingsbeleid om eigenaren aan te spreken op slechte energiekwaliteit van de woning. ¾ Stimuleren van energielabels voor bestaande woningen. Nieuwbouw ¾ Toetsen en handhaven van energieprestatienormen bij nieuwbouw. ¾ Bij nieuwbouwprojecten afspraken maken over opwekken duurzame energie.
Concretisering van prestatieafspraken met woningbouwcorporaties samen met bewoners.
Deze suggestie is van Toekomstgroep 507 uit Lombok,die bezig is met renovatie in relatie tot energie. Het complex 507 kent 358 sociale huurwoningen met veel platte daken. Er zijn ideeën over zonneenergie die de gemeente graag samen met de bewoners geconcretiseerd ziet. Dat wil zeggen: betrek bij het maken van prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties ook de bewoners. De heer Klinkenberg (directeur Bo-Ex) geeft aan dat er prestatieafspraken komen. In de eerste fase van het duurzaamheidsplan vindt overleg plaats met de huurders. Bij de afspraken tussen de vijf woningcorporaties en de gemeente is ook de Utrechtse Bundeling Van Stedelijke Bewonersorganisaties betrokken. Dit om zo bij de bewoners een zo breed mogelijk draagvlak te creëren. De heer Cats stelt dat vanuit de duurzaamheidsgedachte het beter is als Bo-Ex zou stoppen met slopen. Het meest duurzame huis is het hergebruikte huis. De heer Klinkenberg geeft aan dat er onderzoek is gedaan naar renoveren en het effect op CO2-reductie, ook in relatie tot de exploitatie. Daaruit is gebleken dat slopen en nieuwbouw vrijwel altijd effectiever is dan renoveren. Hij wil de discussie hierover graag met de heer Cats voeren nadat de heer Cats het onderzoek heeft gelezen.
3
De Toekomstgroep 507 geeft aan dat met concretiseren vanuit de bewoners te bedoelen dat complex 507 expliciet wordt genoemd. Dit complex valt op dit moment buiten de plannen. Men wil genoemd worden in de prestatieafspraken. De heer Hulst (organisator informatieavonden) heeft recent een informatieavond over energiebesparing in Lombok voor complex 507 georganiseerd. Hij heeft nog nooit een grotere opkomst gezien dan daar. Het momentum is er om nu te komen tot concrete zaken. Mevrouw De Rijk vindt het initiatief vanuit de bewoners geweldig. Je hebt hier meteen een hele wijk te pakken. Als gemeente moet je helpen en dit echt stimuleren. In dit geval betreft het corporatiewoningen. In de te maken afspraken met de woningbouwcorporaties zitten wat het college betreft zeker ook afspraken over energie. Zij zou het goed vinden als de woningbouwcorporaties willen afspreken dat Utrecht over tien jaar alleen nog maar categorie A- en B-woningen kent.
Particuliere woningen: ondersteunen van energiezuinig maken door ontzorging.
De heer Blonk adviseert de gemeente niet op de stoel van de ondernemer te gaan zitten. Het gaat om een bedrijf dat kan ontzorgen. Dat bedrijf helpt de huiseigenaar met kennis over hoe plannen te financieren. Daarbij moet duidelijk worden hoe snel maatregelen zich terugverdienen. Dit moet de gemeente de bewoners zelf laten regelen. Mevrouw Koopmans vindt dit een prima idee. De heer Tielbeke (Energie-U) geeft aan dat concrete acties van bewoners om energie te besparen al lang bestaan. Energie-U is een organisatie van burgers die energie willen opwekken in hun eigen stad. Mevrouw Van Hooijdonk (Natuur- en Milieufederatie Utrecht) merkt op dat woningeigenaren die zelf komen, al weten, wat zij willen. Het gaat om mensen die daar nog niet achter zijn. Een tweede opmerking is dat in het plan staat dat het over 500 woningen per jaar gaat. Dat is op zich veel, maar op een bestand van 65.000 particuliere woningen dat aangepakt moet worden, niet. Het moet sneller. De heer Krens vindt dat het plan erg focust op energie. Het gaat ook over andere zaken zoals bijvoorbeeld groene gevels. De synergie met andere systemen mist hij. Mevrouw Cox vult aan, dat zaken als groene gevels worden betrokken bij het groenplan. Bij CO2reductie worden ook andere dan het voorliggende plan meegenomen. Thema Bedrijvigheid Bedrijven ¾ Opschalen energieconvenant en Greenkey voor bedrijven (bepalen CO2-footprint en daarna maatregelen nemen). Bijvoorbeeld bij verzorgingshuizen, kantoren en doe-het-zelfzaken. ¾ Versterkte inzet op handhaven op energiebepalingen van bedrijven. ¾ Afspraken met detailhandel over verlichting en luchtgordijnen. ¾ Afspraken met horeca over terrasverwarming. Bedrijventerreinen ¾ Verduurzamen bestaande bedrijventerreinen. Duurzame economie ¾ Opstellen duurzame economische agenda met partners in de stad. Waar zitten de economische, duurzame kansen voor Utrecht? ¾ Ontwikkelen instrumenten voor het stimuleren van een ‘groen’ bedrijfsleven. ¾ Proefprojecten met intelligente elektriciteitsnetwerken uitvoeren (smart grids) om CO2-uitstoot te verminderen en innovatie aan te jagen. ¾ Een van de economische kansen in Utrecht is een bedrijvencluster rondom producten en diensten om energie te besparen en duurzame energie op te wekken. We gaan de bedrijven faciliteren om te innoveren en te groeien.
Duurzame campus / Utrecht Science Park
Mevrouw Tigchelhoff (directeur Utrecht Science Park) geeft aan dat met alle partijen wordt geprobeerd te komen tot een zo duurzaam mogelijke campus. Het gaat om een integrale visie: nieuwbouw versus renovatie, openbaar vervoer, luchtkwaliteit. De heer Kampers (GroenLinks) merkt op dat Utrecht Science Park een onderdeel is van het duurzaam maken van de hele Uithof. Hij is benieuwd welke partijen betrokken zijn. Zijn de Stichting Studentenhuisvesting en daar aanwezige bedrijven partners? Mevrouw Tigchelhoff noemt de partijen, die voor het hele gebied zijn betrokken: UMC, Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht, TNO, Deltares, Danone en het RIVM als dit instituut zich op de Uithof vestigt. SSH is van de universiteit.
4
Duurzaamheid en de Utrechtse festivals
Mevrouw Lubberding meldt, dat de Utrechtse festivals samenwerken om te komen tot een Green Keycertificering. In 2013 wil men dit certificaat hebben. De stichting Culturele Zondagen is men bezig met een 'groene zondag' in 2011, die jaarlijks terug komt. Aan de gemeente is gevraagd die te ondersteunen. Daarop heeft men nog niets gehoord. De heer Visser zegt dat vanuit een economische visie dit soort initiatieven goed zijn: visitekaartjes voor de stad. Hij vindt dat aan duurzaamheid verdiend kan worden. Het gaat over economische activiteit. Thema Mobiliteit Verduurzamen mobiliteit (NB aantal maatregelen niet in dit plan maar in Actieplan Luchtkwaliteit) ¾ Tram in plaats van bussen tussen station en Uithof. ¾ Stimuleren (elektrische) fiets met snellere en betere routes en uitbreiden stallingplaatsen. ¾ Inzetten op verandering van gedrag om mensen te overtuigen op een andere manier dan met de auto naar werk/school te komen. ¾ Stimuleren (groen) elektrisch vervoer en aanleg oplaadpunten. ¾ Aanleg goed bereikbare P+R’s met snelle OV-verbinding naar de stad. ¾ Efficiëntere en energiezuiniger goederenvervoer ¾ Uitbreiding regionaal tramnetwerk.
Mobiliteit: stimuleren van elektrisch vervoer; oplaadpunten
Een deelnemer zegt dat hij vooral dacht aan de elektrische scooter. Hij is voorstander van een experiment waarbij met betrokkenen, zoals de importeurs, afspraken worden gemaakt. Het is belangrijk voor het verminderen van geluidsoverlast. Men moet zich vooral op de jeugd richten. Een andere deelnemer vult aan dat scooters zeker van belang zijn voor uitstoot van CO2 en voor geluidsoverlast, maar in geen enkele telling worden meegenomen. Scooters bestaan blijkbaar niet. Een deelnemer geeft aan dat het actieplan verkeer ingaat op elektrische vervoer. Specifieke aandacht gaat uit naar de elektrische scooter en het stimuleren daarvan, te beginnen bij de jeugd. Mevrouw Van Hooijdonk merkt op dat in het algemeen mobiliteit het zwakke onderdeel vormt als het gaat over duurzaamheid. Maar mobiliteit draagt wel voor 30% tot 40% bij aan de CO2-belasting. De aanpak van mobiliteit is een veel moeilijker project dan het aanpakken van woningen. Het gaat hier over patronen in het gedrag van mensen. De heer Krens wijst op innovatieve projecten elders, zoals de zwevende fiets in Nieuw-Zeeland. Naar die innovaties moet ook worden gekeken. Thema Duurzame energie Verduurzamen van energievoorziening ¾ Plaatsen aantal windmolens op enkele plekken in de stad. ¾ Vergroenen stadsverwarming. NUON/Eneco vragen om de stadsverwarming (langzaam) te vergroenen. Ongeveer eenderde van de stad is op stadsverwarming aangesloten. ¾ Verduurzaming energievoorziening: geothermie, warmte- koude- opslag, et cetera. ¾ Klimaatfonds: geld inzamelen voor energiebesparende maatregelen of zonnepanelen op maatschappelijk vastgoed (scholen, culturele instellingen).
Duurzame energie: locaties voor windmolens in Utrecht
Energie-U is met een project bezig om zes tot zeven windmolens op Lage Weide te plaatsen. Men probeert de gemeente ervan te overtuigen grond in Lage Weide niet te verkopen, maar in eigen bezit te houden. Men bepleit in het bestemmingsplan ruimte voor de windmolens op te nemen. Mevrouw Cox wijst erop, dat een voorstel voor windenergie bij het college ligt. Daarin zijn voorkeurslocaties opgenomen, waarvan Lage Weide er één is. Een vertegenwoordiger van een adviesbureau adviseert met FC Utrecht te praten over een eigen windmolen. In Amsterdam is Ajax een vergelijkbaar plan aan het uitwerken.
Duurzame energie: businessplan voor uitrol van zonnecellen bij huishoudens
Mevrouw Van Hooijdonk legt uit dat met grootschalige inkoop hoge kortingen mogelijk zijn. Iemand moet de inkoop regisseren. Vooral in een straat of wijk die toch wordt aangepakt, is voordeel te halen. De gemeente kan regisseur zijn, maar moet niet zelf de inkoop doen. De heer Bruning (Lomboxnet)
5
legt uit hoe het zonnecellenproject op een school in Lombok werkt. De kosten van dit project benaderen die van conventionele middelen. De heer Krens wijst op dunnefilm zonnecellen, makkelijke aan te brengen, weinig gewicht en op daken bijna niet zichtbaar. Een vertegenwoordiger van een adviesbureau wijst op indirect energieverbruik, energie die opgeslagen zit in producten. Dat is bij elkaar meer dan het verbruik van fossiele brandstoffen waar het hier over gaat. Besparing op indirect energieverbruik is te realiseren door het als consument doen van andere keuzes. Dit heeft vooral betrekking op voedsel. Voorlichting en campagnes van de overheid kunnen hierop gericht zijn. Er zijn voldoende succesvolle voorbeelden over hoe men mensen zover krijgt. Deelsessie 2 Raadszaal Thema Mobiliteit Verduurzamen mobiliteit (NB aantal maatregelen niet in dit plan maar in Actieplan Luchtkwaliteit) ¾ Tram in plaats van bussen tussen station en Uithof (8 hoog, 5 minder prioriteit) ¾ Stimuleren (elektrische) fiets met betere routes en stallingplaatsen (8 hoog, 3 minder prioriteit) ¾ Verandering van gedrag en mensen overtuigen niet met de auto naar werk/school te komen (7 hoog, 3 minder prioriteit) ¾ Stimuleren (groen) elektrisch vervoer en aanleg oplaadpunten (7 hoog, 3 minder prioriteit). ¾ Aanleg goed bereikbare P+R’s met snelle OV-verbinding naar de stad (5 hoog, 5 minder prioriteit) ¾ Efficiëntere en energiezuiniger goederenvervoer ( 4 hoog, 1 minder prioriteit) ¾ Uitbreiding regionaal tramnetwerk (3 hoog, 10 minder prioriteit) De heer Van der Louw (wijkraad Overvecht) merkt op dat niet alles prioriteit van de gemeente is, maar bijvoorbeeld van energiemaatschappijen. Mevrouw Van de Klundert (gemeente Utrecht, afdeling Milieu) merk op dat de punten afkomstig zijn uit het ALU dan wel uit het duurzaamheidsplan. De gemeente wil deze punten actief oppakken. Wanneer derden het voortouw moeten nemen, komt het er niet van. De heer Pereboom (Milieucentrum Utrecht) stelt eveneens dat de markt een aantal punten op moet pakken. Minder fijn stof is belangrijk voor de stad, maar het overgaan op hybride of elektrisch vervoer is aan de markt. Wanneer het elektrisch vervoer een succes wordt, dan is de huidige leverantie van groene stroom ontoereikend. Hij stelt dat de gemeente geld moet steken in zaken waar zij invloed op heeft zoals het vertrammen van de busbaan naar De Uithof. De huidige P+R’s worden onvoldoende gebruikt. omdat de zoektijd naar een parkeerplaats in de Binnenstad maar een paar minuten is. Mevrouw Van den Brand (Milieuraad Utrecht) signaleert dat er sprake is van tegenstrijdig beleid. Enerzijds wil de gemeente de binnenstad autovrij maken, maar anderzijds worden er appartementen in de binnenstad gebouwd met een ondergrondse parkeergarage. Mevrouw Van de Klundert (gemeente Utrecht, afdeling Milieu) merkt op dat er een grote vraag is naar parkeervergunningen en dat de parkeergarages in de binnenstad vaak vol staan. De heer Hameetman (AM Duurzaam) merkt op dat in Breda vier bewaakte fietsenstallingen zijn waar gratis de fiets geparkeerd kan worden. De parkeertarieven in Breda zijn hoog. Dit stimuleert de fiets. De heer Van Schie (raadslid VVD) merkt op dat het invoeren van betaald parkeren voor fietsen in de binnenstad nog onderdeel is van het debat. Het exploiteren van de fietsenstallingen kost de gemeente ongeveer 3 miljoen euro per jaar. De heer Vuyk (Ecofys) merkt op dat de gemeente niets zegt over ‘het nieuwe werken’. Dat zal leiden tot minder spitsverkeer. De gemeente moet daarop inspelen. De heer Broekman (Rabobank) stelt dat de verantwoordelijkheid voor het nieuwe werken bij werkgevers ligt. De gemeente heeft hier geen rol tenzij zij wordt aangesproken als werkgever. Ook de heer Binkhorst (Natuur en Milieufederatie Utrecht/NMU) vindt dat het primaat voor het nieuwe werken niet bij de gemeente ligt. Wel heeft de gemeente een rol in de aanleg van infrastructuur zoals snelle fietsroutes. De heer Broekman (Rabobank) onderschrijft die rol voor het realiseren van fietsroutes naar bedrijventerreinen. De heer Binkhorst (NMU) merkt op dat de bedrijven een rol hebben in het bevorderen van het fietsgebruik. De heer Ruiter pleit ervoor in de mobiliteitsdiscussie de voetganger niet uit het oog te verliezen. Thema Duurzame energie ¾ Plaatsen windmolens op enkele plekken in de stad
6
¾ ¾ ¾
Vergroenen stadsverwarming. NUON/Eneco vragen om de stadsverwarming (langzaam) te vergroenen. Ongeveer eenderde van de stad is op stadsverwarming aangesloten Onderzoeken verduurzaming energievoorziening: geothermie, warmte- koude- opslag, et cetera Klimaatfonds: geld inzamelen om energiebesparende maatregelen en/of zonnepanelen te plaatsen op maatschappelijk vastgoed (scholen, culturele instellingen)
De heer Hameetman (AM Duurzaam) stelt voor geld beschikbaar te stellen aan burgers met initiatieven op het gebied van klimaatneutrale projecten. Of de gemeente kan burgers lagere woonlasten toekennen wanneer zij hun woning duurzaam hebben gemaakt. Daarnaast kan prioritering worden aangebracht in het Klimaatfonds of kan een revolving fund voor het bedrijfsleven opgezet worden. De heer Bruijnes (adviesgroep Duurzaam D66) onderschrijft de voorstellen van de heer Hameetman: ambities moeten niet zo hoog zijn dat niemand aanspraak kan maken op het fonds. Mevrouw Van den Brand (Milieuraad Utrecht) vraagt de gemeente de buurtinitiatieven te ondersteunen vanuit het Klimaatfonds. De heer Van der Ree (Primum) ziet kansen voor pilotprojecten zoals wind en biomassa. Er zijn diverse technologieën voor energievoorziening die doorontwikkeld kunnen worden. De heer Kuster (Eneco) is lid van de Raad van Toezicht van het Klimaatfonds Haaglanden. Hij licht toe dat het Klimaatfonds Haaglanden organisaties ondersteunt in de regio Haaglanden om klimaatvriendelijker te worden met een financiële bijdrage aan projecten die zonder deze steun niet mogelijk zijn. Deze projecten moeten leiden tot de noodzakelijke vermindering van CO2-uitstoot. De heer Kuster is van mening dat het initiëren van projecten door de gemeente ‘trekken aan een dood paard’ is. De gemeente kan beter burgers en ondernemers die initiatieven hebben ondersteunen. Opgemerkt wordt dat geothermie een wijk als Rijnenburg kan voorzien van warmte. Aan geothermie zitten wel risico’s. Warmte door warmte- en koude- opslag kan op bedrijventerreinen kostenneutraal worden aangelegd. De stad ontkomt er niet aan om te komen tot verduurzamen van stadswarmte. Eenderde van de inwoners is aangewezen op stadswarmte. Hier kan veel resultaat worden behaald. Een vertegenwoordiger van Eneco merkt op, dat het aanleggen van geothermie op dit moment een dure oplossing is. De tijd is hier nog niet rijp voor. De heer Vuyk (Ecofys) merkt op dat voor het voorzien van de hele stad van windenergie duizend windmolens nodig zijn. Daarvoor is geen plek te vinden binnen de stadsgrenzen. De heer Hameetman (AM Duurzaam) bepleit energieneutrale woningen: woningen waar bij de start van een jaar een gasmeter gaat draaien, die aan het eind van het jaar nog steeds op nul staat. Dit kan met bijdragen uit het klimaatfonds, maar ook door het bieden van bepaalde hypotheekvormen. Hij ziet de oplossingen in het bieden van lage woonlasten en niet alleen in nieuwe technieken. De heer Van der Louw (wijkraad Overvecht) merkt op dat de gemeente bij het verlenen van een vergunning macht heeft. De gemeente kan een vergunning voor het bouwen van een woning pas wordt afgeven als een energieneutraal huis gebouwd wordt. De heer Pereboom (Milieucentrum Utrecht) merkt op dat de iconen van de stad die nog gebouwd worden (bibliotheek, stadskantoor en muziekcentrum) klimaatneutraal moeten zijn. Thema Bedrijvigheid Bedrijven ¾ Uitbreiden energieconvenant en Greenkeyproject (bepalen CO2-footprint en daarna maatregelen nemen). Bijvoorbeeld bij verzorgingshuizen, kantoren en doe-het-zelfzaken ¾ Versterkte inzet op handhaven op energiebepalingen van bedrijven ¾ Afspraken met detailhandel over verlichting en luchtgordijnen ¾ Afspraken met horeca over terrasverwarming Bedrijventerreinen ¾ Verduurzamen bestaande bedrijventerreinen Duurzame economie ¾ Opstellen duurzame economische agenda met partners in de stad. Waar zitten de economische, duurzame kansen voor Utrecht?
7
¾ ¾ ¾
Ontwikkelen ondersteunende instrumenten/tools voor het stimuleren van een ‘groen’ bedrijfsleven en MKB ook voor nieuwe bedrijven in Utrecht Proefprojecten met intelligente elektriciteitsnetwerken uitvoeren (smart grids) om CO2-uitstoot te verminderen en nieuwe innovaties in bedrijfsleven aan te jagen Een van de economische kansen in Utrecht is een bedrijvencluster rondom producten en diensten om energie te besparen en duurzame energie op te wekken. We gaan de bedrijven faciliteren om te innoveren en te groeien.
Mevrouw Van den Brand (Milieuraad Utrecht) maant de gemeente zich dwingender op te stellen in plaats van ‘afspraken maken op het gebied van …’. Mevrouw Van de Klundert (gemeente Utrecht, afdeling Milieu) merkt op dat de gemeente geen middelen heeft om te dwingen. De heer Pereboom (Milieucentrum) weet, dat de meeste terrashouders terraswarmers willen verwijderen als de concurrenten dit ook doen. De heer Binkhorst (NMU) erkent, dat de gemeente geen doorzettingsmacht heeft. Hij vraagt of de gemeente nagedacht heeft over maatregelen waarmee de gemeente invloed heeft, bijvoorbeeld bij het afgeven van vergunningen. Mevrouw Van de Klundert (gemeente Utrecht, afdeling Milieu) wijst erop dat in Greenkeys onderling afspraken zijn gemaakt over verduurzaming. Als partijen niet meewerken, wordt gehandhaafd. De heer Binkhorst (NMU) stelt dat de gemeente naast handhaven, ook een rol heeft in het bij elkaar brengen van partijen. De heer Vosjan (gemeente Utrecht, Economische zaken) merkt op dat de Wet milieubeheer een stok achter de deur is voor horecaondernemers en hoteliers. Ondernemers moeten een energiebesparingsplan opstellen en maatregelen nemen die binnen vijf jaar worden terugverdiend. Economische Zaken wil met eigenaren van kantoren afspraken maken over een verminderde CO2-uitstoot. Hij vraagt of de aanwezigen voorbeelden kennen hoe dit aan te pakken. Een vertegenwoordiger van Eneco zegt te worstelen met een soortgelijk vraagstuk bij het bezit van corporaties. De heer Vuyk (Ecofis) merkt op dat een extra partij in de keten moet worden ingezet, bijvoorbeeld Esco, een investeerder die niet direct voordeel wil behalen uit het realiseren van energiebesparing. De heer Kuster (Eneco) merkt op dat huurders vaak voor een korte periode huren. De kunst is de termijn van vijf jaar te overbruggen. Wanneer dit wordt gerealiseerd, kan de investeerder maatregelen uitvoeren. De gemeenten zouden veel meer moeten afdwingen, bijvoorbeeld bij het realiseren van nieuwbouw, maar ook op bestaande bouw. De heer Van der Ree (Primum) denkt dat de gemeente zich moet richten op het ‘vergroenen’ van bestaande kantoren waardoor deze beter in de markt gezet kunnen worden. Thema Wonen Algemeen ¾ Energiepunt/loket voor vragen over energiebesparing en duurzame energie voor Utrechters Corporaties ¾ Prestatieafspraken maken met corporaties over energiezuiniger maken van sociale huurwoningen ¾ Bewustwordingscampagne voor huurders en andere Utrechters. Samen met woningbouwcorporaties, bewonersverenigingen et cetera Particuliere woningen ¾ Ondersteuning van energiezuinig maken woningen door eigenaren door ‘ontzorging ‘ (bundelen en ter beschikking stellen van kennis en ontwikkelen slimme financieringsmogelijkheden voor eigenaren/VVE’s et cetera) ¾ Toepassen kennis uit project ‘Wijk West energieneutraal’ en uitbouw energienetwerk in overige wijken. Bewoners gaan zelf aan de slag. ¾ Aanschrijving energie. Concretiseren van gemeentelijk aanschrijvingsbeleid om eigenaren aan te spreken op slechte energiekwaliteit van de woning. ¾ Stimuleren van laten maken van energielabels voor bestaande woningen Nieuwbouw ¾ Toetsen en handhaven van energieprestatienormen bij nieuwbouw.
8
¾
Bij nieuwbouwprojecten afspraken maken over opwekken duurzame energie.
De heer Bruijnes (Adviesgroep duurzaamheid D66) adviseert een aantal wijken aan te wijzen. Het bevreemdt hem dat er nog geen prestatieafspraken zijn gemaakt met corporaties. Hij adviseert de contact op te nemen met de gemeente Amersfoort waar initiatieven zijn ontwikkeld met VVE’s. De gemeente zou in het kader van het klimaatneutraal maken van woningen een rol kunnen spelen door middel van een financiële ondersteuning uit het garantiefonds. De heer Pereboom (Milieucentrum) vindt het creëren van een energieloket of –punt aantrekkelijk, maar het levert praktische problemen op. Woningbezitters investeren in hun woning als ze verhuizen of willen verhuizen. Hij adviseert daarop in te spelen. De heer Kuster (Eneco) stelt virtuele loketten voor. Het is nodig de keten te sluiten en naar alle partijen (ook de installateur van om de hoek) dezelfde boodschap uit te stralen. Stel succesvolle initiatieven van burgers beschikbaar aan andere bewoners. Mevrouw Van den Brand (Milieuraad Utrecht) merkt op dat er in Utrecht maar twee bedrijven zijn aangesloten bij ‘meer met minder’. De gemeente kan mogelijk hier actie op ondernemen. Zij stelt verder voor dat de gemeente stimuleringsmaatregelen neemt om enkel glas door dubbel glas te vervangen bij historische panden. De heer Ruiter verzoekt in het kader van duurzaamheid/gezondheid na te denken over het aanbrengen van gelaagd glas. De heer Van der Louw (wijkraad Overvecht) merkt op dat de gemeente moet kijken naar de uitvoerbaarheid van de regelingen. Voor het verkrijgen van subsidie voor het aanleggen van zonnecollectoren is de rekening nodig dat de zonnecollectoren zijn aangelegd. De subsidieregeling is sinds 1 december 2010 niet meer van kracht. Een aanwezige roept de gemeente op een coalitie te vormen zodat meer zaken op nationaal of op Europees niveau geregeld worden. De heer Hameetman (AM Duurzaam) merkt op dat er onvoldoende ambitie spreekt uit de notitie. De paragraaf over nieuwbouw zou fors aangescherpt kunnen worden. De gemeente zou kunnen leren van de afspraken die de gemeente Amsterdam heeft gemaakt met veertien grote bedrijven. De heer Witten bedankt de aanwezigen voor hun inbreng.