Bijeenkomst 6 Module Zorg thuis (1)
Doelen van deze bijeenkomst Doelen voor de cursusbegeleider: b stimuleren tot het benoemen van beelden en verwachtingen over hulp- en zorgverlening en deze bespreekbaar maken b informeren over het verwachtingspatroon van Nederlandse zorgverleners met betrekking tot eigen verantwoordelijkheid en initiatief van ouderen b vergelijking maken van de situatie in het thuisland en in Nederland, met name op het vlak van de mogelijkheden van mantelzorgers Leerdoelen voor de deelnemers: b eigen opvattingen en verwachtingen over familiezorg kunnen benoemen en de verwachtingspatronen van instellingen en overheid kennen b zich bewust zijn van de verschillen in mogelijkheden van zorgen voor familieleden tussen Nederland en het thuisland b zich realiseren dat familiezorg kan worden aangevuld met professionele zorg
135
Deze bijeenkomst is als volgt opgebouwd: Tijd
Inhoud
Werkvorm
Introductie
1 Welkom en uitleg over het
120 min.
5 min.
Materiaal bij deze bijeenkomst
programma van deze bijeenkomst.
1 Instructie voor de cursusbegeleider. 1.1 Programma uitgewerkt op flap.
40 min.
Familiegrootte en zorg: dilemma’s bespreken
2 Op bord of flap de feitelijke verandering thuisland-
2 nstructie voor de cursusbegeleider.
Nederland zichtbaar maken.
2.1 Werkblad aantal kinderen.
Groepsgesprek over veran-
2.2 Werkblad leeftijd,
derende samenleving en
werkende kinderen, op
bijgevolg minder mogelijk-
afstand kinderen.
heden van familie. 10 min.
Mensen die zorg nodig hebben
3 Casussen, interviews voorlezen. Korte reactie uit de
3 Instructie casussen. 3.1 Casussen.
groep. 15 min.
Pauze
40 min.
Beelden van ouderen in
4 Ondersteuningscirkel: hoe
relatie tot Nederlandse
krijgt hulp en zorg vorm in
mogelijkheden
Nederland.
4 Instructie ondersteuningscirkel voor cursusbegeleider. 4.1 Ondersteuningscirkel. 4.2 Schema hulp en zorg.
5 min.
Afronding en afspraken
5 Aankondiging thema van de volgende bijeenkomst.
5 min.
Korte evaluatie van de bijeenkomst
136
6 Evaluatierondje langs de deelnemers.
5 Programma volgende bijeenkomst. 6 Instructie.
1
Welkom en introductie
Mondelinge uitleg Doel
Deelnemers: b kennen het doel van de bijeenkomst b kennen de onderdelen van het programma Tijdsduur
5 min. Materialen
Programma van de bijeenkomst op flap Voorbereiding voor de cursusbegeleider
Hang het programma zichtbaar voor iedereen op Werkvorm en inhoud
b Heet alle aanwezigen welkom. b Licht het programma van deze dag toe. b Wijs tijdens de introductie en vervolgens in de loop van de bijeenkomst steeds aan bij welk onderdeel u bent.
Bijeenkomst 6, werkvorm 1, werkblad 1 programma
137
Bijeenkomst 6 Werkvorm 1 • Werkblad 1
Het programma van vandaag • Hoe zaten families vroeger in elkaar en hoe is dat nu? • Voorbeelden van ouderen die zorg nodig hebben • Pauze • Welke zorg zou u zelf willen ontvangen en van wie? • Afronding en afspraken voor volgende keer • Korte terugblik 138
2
Familie en zorg, veranderingen in leefsituatie
Inventarisatie en discussie Doel
Deelnemers: b zijn zich bewust van de veranderde samenleving en de gevolgen daarvan voor de familiezorg Tijdsduur
40 min. Materialen
Flap Voorbereiding voor de cursusbegeleider
Hang de flap op Werkvorm en inhoud
15 min. a werkblad 1 Vraag de deelnemers om na te denken over het geven van hulp en zorg en hoe de familiegrootte daarmee samenhangt. In veel families zijn het de kinderen die het meeste hulp geven aan ouders. Vertel dat er in sommige families altijd veel kinderen zijn (geweest of nog zijn) die hun ouders kunnen helpen.Vertel ook dat voor sommige families geldt dat het kindertal sinds de tijd van de grootouders steeds kleiner is geworden. Begin met uw eigen situatie als voorbeeld. Uw oma had bijvoorbeeld acht volwassen geworden kinderen, uw moeder zes, uzelf twee en uw zoons of dochters ieder één. Als er veel kinderen zijn, kan er veel werk worden verdeeld. Als er weinig kinderen zijn, komt alles op de schouders van een of twee kinderen neer. b werkblad 2 Vertel wat er nog meer is veranderd in de afgelopen jaren: de mensen worden alsmaar ouder. De zorg van dokters en ziekenhuizen is beter geworden en meer mensen kunnen er gebruik van maken.Veel oude mensen leven tegenwoordig nog heel lang met een min of meer ernstige ziekte, bijvoorbeeld een hartkwaal of moeilijkheden met de ademhaling. Het zorgen voor oude mensen duurt daarom nu soms vele jaren en niet zoals vroeger meestal maar een paar maanden. c Het komt ook veel vaker voor dat vrouwen een baan hebben om geld te verdienen. In Nederland moeten zij echt op tijd op het werk komen en kunnen ze niet altijd de vraag van ouders voor laten gaan. d Ten slotte: Het komt nu heel vaak voor dat de ouders en kinderen niet dicht bij elkaar in de buurt wonen. Als de kinderen ver weg wonen, kunnen zij ook niet zelf voor hun ouders zorgen.
139
25 min. b Ga verder met een plenair groepsgesprek. b Stel vragen als: f Wie zorgen of zorgden er voor uw ouders? Wie van de zonen of (schoon)dochters deed boodschappen, kookte, hielp met papieren, bracht ouders naar de dokter, hielp met geld? f Wat verwachten de deelnemers van hun kinderen? f Wat doen uw kinderen nu voor u? f Wat verwacht u van uw kinderen als u meer hulp of zorg nodig hebt? f Wie van u verwacht dat de kinderen alle hulp zullen geven die nodig is? Als er iemand is die dat verwacht, laat diegene dan vertellen waarom hij of zij dat verwacht. b Afronding van dit onderdeel.Vertel de deelnemers het volgende: ‘Er zijn minder mensen in de familie om zorg te delen, zorg verlenen duurt vaak langer en weegt zwaarder, familieleden hebben zelf een gezin en vaker ook een baan. Daarom is het nu moeilijker voor familie om ouderen alle nodige hulp en zorg te geven. Ieder heeft eigen wensen en verwachtingen; niemand kan voor iemand anders bepalen hoe het zou moeten. Het zal in ieder geval anders lopen dan vroeger in het land van herkomst. U kunt aan uw gewoonten en verwachtingen vasthouden, maar misschien zal het niet gaan zoals u verwacht. Ik laat nu bij wijze van voorbeeld een verhaal horen van mensen die meer zorg nodig hebben dan de kinderen kunnen geven. U hoort hoe dat dan wordt geregeld. Daarna is er pauze en na de pauze hoort u meer over mogelijkheden om hulp en zorg te krijgen.’
Bijeenkomst 6, werkvorm 2, werkblad 1 schema volwassen kinderen, werkblad 2 andere verschillen met vroeger
140
Bijeenkomst 6 Werkvorm 2 Werkblad 1
Hoeveel (volwassen geworden) kinderen had of heeft: deelnemer nr.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
uw oma
uw moeder
u zelf
uw kinderen
Bijeenkomst 6 Werkvorm 2 Werkblad 2
Andere verschillen met vroeger Leeftijd ouders
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Lang ziek?
Dochters baan
Kinderen wonen
buitenshuis?
ver weg?
3
Mensen die zorg nodig hebben
Casus voorlezen Doel
Deelnemers: b horen hoe ouderen die zorg nodig hebben dit oplossen b vormen zich een mening over deze oplossingen b zijn zich bewust van de verschillen in mogelijkheden van zorgen voor familieleden tussen Nederland en het thuisland Tijdsduur
10 min. Materialen
Casussen op papier Voorbereiding voor de cursusbegeleider
Lees de casussen vooraf door Werkvorm en inhoud
b Lees de casussen voor. b Geef kort gelegenheid voor reacties uit de groep. f Kunt u zich voorstellen dat iemand anders dan een familielid voor u zorgt? f Kent u voorbeelden uit uw omgeving waarbij er anderen dan alleen de kinderen komen helpen? Kondig de pauze aan.
Bijeenkomst 6, werkvorm 3, werkblad 1 casussen
143
Bijeenkomst 6 Werkvorm 3 Werkblad 1
Casussen om te laten horen (Ontleend aan Nelissen, H., Goed zorgen voor ouders in Nederland. Utrecht: FORUM/NIZW, 2002, p. 7.) 1 Mevrouw Marapin is 72 jaar. Zij kreeg een beroerte, een kleine bloeding in haar hoofd. De gevolgen zijn groot. Ze is nu half verlamd. Ze moet worden geholpen met opstaan, aankleden, eten. Ook praten gaat moeilijk. Mevrouw Marapin woont bij haar oudste dochter.Vroeger paste ze op de kleinkinderen als haar dochter naar haar werk ging, maar nu moet er op haar worden gepast. De dochter van mevrouw Marapin heeft eerst al haar vakantiedagen opgenomen om voor haar moeder te zorgen. Daarna heeft ze zorgverlof gevraagd en gekregen, maar dat was niet genoeg. De dochter werd doodmoe en kon het niet meer aan: de zorg voor haar moeder, haar werk en haar eigen huisgezin, ze sliep slecht en kreeg zelf ook pijnen. Op advies van de huisarts is er nu hulp geregeld. Er komt iemand om ’s morgens te helpen met het wassen en aankleden van mevrouw Marapin. Overdag gaat mevrouw Marapin een paar keer per week naar de dagvoorziening waar zij geholpen kan worden, maar waar zij ook tussen de mensen is en wat gezelligheid heeft. Zo kan haar dochter het volhouden om voor haar te blijven zorgen en ook te blijven werken om geld te verdienen voor haar moeder en haar gezin. 2 Mevrouw Harissa is 84 jaar. Ze is vaak in de war. Ze vergeet wat er wordt gezegd of wordt zomaar boos op haar kinderen en kleinkinderen. Misschien begrijpt ze niet goed meer wat zij willen. Ze is ook vaak stil en verdrietig, dan zit ze te huilen in haar stoel. De huisarts heeft gezegd dat het niet meer beter zal worden met mevrouw Harissa, alleen nog maar slechter. Hij heeft de familie verteld dat er speciaal voor mensen die voor ouderen met dit soort klachten zorgen voorlichtingsbijeenkomsten zijn waar ze meer te weten kunnen komen over hoe ze het best kunnen omgaan met hun moeder. Ook zijn er speciale praatgroepen waar mensen met elkaar over hun ervaringen praten, dat helpt hen.
144
3 Mijnheer Dereli is 63 jaar. Hij heeft al jaren suikerziekte. Hij eet vaak dingen die hij beter niet kan gebruiken en hij let zelf niet goed op wanneer en hoeveel hij insuline moet spuiten. De vrouw van mijnheer Dereli probeert haar man te helpen, maar hij luistert niet naar haar. Het gaat vaak mis en dan raakt mijnheer Dereli bewusteloos en moet de dokter weer komen. Ook worden zijn ogen heel slecht. De dokter zegt dat hij met zijn leven speelt. De zoon van mijnheer Dereli wil zijn ouders eigenlijk wel in huis nemen maar hij is ook bang. Zijn vader is een moeilijke man en zijn vrouw en kinderen zien er erg tegen op hem voor altijd in huis te hebben. De familie weet nu niet goed wat ze moeten doen. Zou mijnheer Dereli willen dat een verpleegster iedere dag zijn spuiten komt geven?
4
Relatie familiezorg en professionele zorg
Cirkels van welzijn en zorg Doel
Deelnemers b realiseren zich dat familiezorg aangevuld kan worden met professionele zorg b kennen de verschillende vormen van familiezorg en professionele zorg Tijdsduur
40 min. Materialen
Poster met cirkels van welzijn en zorg werkblad 1 en werkblad 2 schema van hulp en zorg Voorbereiding voor de cursusbegeleider
b Hang de poster met cirkels op. b Leg het schema van hulp en zorg klaar. Werkvorm en inhoud
Geef aan dat deze cirkel al eerder is besproken. Toen is er vooral aandacht gegeven aan de eerste en tweede cirkel; in deze bijeenkomst gaat het vooral om de buitenste ringen van de cirkel. b Licht nog eens kort toe bij de eerste cirkel: ‘De binnencirkel staat voor de oudere zelf. In Nederland wordt verwacht dat ouderen voor zichzelf zorgen zolang ze dat zelf kunnen. De regering en de zorginstellingen gaan ervan uit dat het niet goed is als er hulp wordt gegeven aan mensen die zelf nog van alles kunnen. Nederlandse ouderen doen ook zo lang mogelijk alles zelf en blijven ook in hun eigen huis wonen. Daarom staan ze in het midden van deze tekening. De eerste cirkel, die om de binnencirkel heen loopt, staat voor de zorg die in alle samenlevingen aan ouderen wordt gegeven, overal ter wereld – in Japan, in Turkije, in Frankrijk en in Nederland. Als ouderen wat hulp nodig hebben of griep krijgen, zijn het de kinderen, familieleden, de buren, de vrienden die helpen. Dat heet in Nederland “mantelzorg”, de zorg die als een warme jas om iemand heen zit. De kinderen zorgen voor vervoer, bijvoorbeeld naar de dokter of het ziekenhuis. De dochter of schoondochter zorgt voor eten als de ouder ziek is. Ze doet de was als dat nodig is. Maar ook de buren helpen, die doen bijvoorbeeld de boodschappen. Of ze komen eten brengen als iemand erg ziek is. En ook vrienden geven deze hulp. De meeste hulp aan ouderen wordt gegeven door de kinderen en andere familieleden, buren en vrienden. Daarom staan die in de eerste cirkel. Maar met het ouder worden kan er meer nodig zijn.’ b Leg dan verder snel uit, wijzend op de tweede cirkel: ‘We komen nu in de tweede cirkel. Als je oud wordt en moeilijker kunt bewegen, veel hulp en zorg nodig hebt, dan kunnen kinderen en familie misschien niet alles meer doen.Voor het deel dat zij niet aankunnen, kan hulp door anderen worden geleverd. In de tweede cirkel staan daar de voorbeelden van.’
145
146
Wijs op de foto’s terwijl u vertelt. ‘Bijvoorbeeld bij speciaal vervoer een bus, bij klussendienst een hamer. Het gaat dan om contact met anderen, gezelligheid en activiteiten bijvoorbeeld, maar ook over andere hulp: De eigen vereniging, zelforganisatie of het godsdienstig centrum (moskee, kerk, tempel enzovoort) waar behalve godsdienstige activiteiten ook ontmoeting en contact, gezelligheid en bezoekdiensten voor zieken worden geregeld. Dienstencentrum. In heel veel steden is een dienstencentrum (of heet het steunpunt of buurthuizen?). Dat is een gebouw speciaal voor ouderen. Daar komen de ouderen om koffie te drinken, spelletjes te doen, andere mensen te ontmoeten. Ze kunnen er ook met allerlei vragen terecht, dus ze kunnen informatie krijgen, bijvoorbeeld over huursubsidie. Ze kunnen er soms ook komen eten. Er wordt van alles georganiseerd om ouderen door beweging gezond te houden: gymnastiek, zwemmen, balspelen. Hulpmiddelen die in huis kunnen worden aangebracht: een aangepast toilet, steunen in de douche, een hulpmiddel om te lopen of een traplift. Klussenhulp, want niet iedereen heeft een handige zoon of een handige buurman, dus zijn er mensen die voor een heel klein bedrag kleine karweitjes in huis doen. Warme maaltijden die kunnen worden thuisbezorgd, voor mensen die niet meer kunnen koken. Speciaal vervoer: ouderen kunnen thuis worden opgehaald en worden gebracht waar ze heen willen in de gemeente. Zo kunnen ze bijvoorbeeld altijd naar het ziekenhuis of op bezoek, ook al lopen ze moeilijk.’ b Vervolg uitgebreid met de derde cirkel: ‘Wat nu als iemand nog meer nodig heeft, ernstig en langdurig ziek wordt of zichzelf niet meer kan helpen met aankleden en de dagelijkse verzorging? Dan zijn er weer gaten in de cirkel. Door die gaten komen we in de derde cirkel.’ f ‘Als iemand bijvoorbeeld het huis niet meer kan schoonhouden? Dan kan er iemand komen helpen die de dingen doet waar de familie niet aan toe komt. f Iemand die zichzelf niet goed meer kan aankleden of wassen, kan hulp krijgen van iemand die daar speciaal voor komt helpen. f Als iemand geholpen moet worden met bijvoorbeeld injecties? Of als iemand lang in bed moet blijven, door ziekte? Dan kan er een verpleegster bij de zieke thuis komen. Zij doet de dingen die een verpleegster in een ziekenhuis doet: injecties geven, helpen met wassen en verschonen op bed, helpen met wondverzorging. Ze is er niet de hele dag. Ze komt, doet wat nodig is en gaat weer weg. f Voor mensen met een slechte gezondheid die alleen wonen, is er alarmering: u draagt dan een koord om uw hals met een knop. Als u duizelig wordt of misschien valt, kunt u op de knop drukken. Dan wordt er iemand gewaarschuwd die dan snel komt kijken wat er aan de hand is. f Iemand die in het ziekenhuis heeft gelegen, moet daarna soms nog een tijd veel zorg krijgen. Tijdelijk, voor een paar weken, kan iemand dan in een verzorgingshuis worden opgenomen.’ b Wijs op de laatste, gesloten cirkel. Sluit af met: ‘Ouderen zorgen zo lang mogelijk voor zichzelf. Dat is wat onze regering belangrijk vindt. Als het nodig is, krijgen ze hulp van familie. Pas als het heel hard nodig is, kan een oudere ook hulp en zorg van organisaties krijgen! Maar dan moeten de ouderen en de familie dat zelf willen en
ze moeten er eerst zelf om vragen. Die hulp en zorg maken het mogelijk dat ouderen in het eigen huis blijven wonen zo lang als het kan.Voor heel weinig ouderen, die dan ook nog erg ziek zijn of die heel veel hulp nodig hebben, is er een mogelijkheid om in een verzorgings- of een verpleeghuis te worden opgenomen.’ b Hang het schema van hulp en zorg op. Zeg: ‘Hulp en zorg bieden gaat dus over aandacht geven, praktisch helpen en zorg geven. Familie geeft aandacht, praktische hulp en een stukje zorg. Als er weinig familie is of de zorg lang duurt en te zwaar wordt voor de familie, dan kunnen anderen helpen.’ Breng dit in beeld op de flap. Bijeenkomst 6, werkvorm 4, werkblad 1 ondersteuningscirkel en werkblad 2 schema van hulp en zorg
147
Bijeenkomst 6 Werkvorm 4 Werkblad 1
Ondersteuningscirkel Cirkels van welzijn en zorg
huishoudelijke hulp
kerkelijke organisaties zelforganisatie
vervoer
ziekenboeg
familie
maaltijddienst aan huis
hulpmiddelen
vrienden
buren
contacten ontspanning
ouderen
woningaanpassing
thuisverzorging
klussendienst
kinderen activiteiten zwemmen balspelen
maaltijden
informatie
alarmering
verblijf in verzorgings- of verpleeghuis
thuisverpleging
Bijeenkomst 6 Werkvorm 4 Werkblad 2
Schema van hulp en zorg Hulp en zorg
Hulp van mantelzorg – kinderen, familie, buren, vrienden
Hulp van organisaties
Warmte en liefde, emotionele steun
Emotionele steun komt van de familie en vrienden
Hulp van anderen als: • langdurig hulp gegeven moet worden • het te zwaar wordt voor de helpers
Praktische hulp, werk in het huishouden
Familie blijft doen wat ze kan
Hulp van anderen als: • langdurige zorg gegeven moet worden • wonden verzorgd moeten worden • injecties nodig zijn • het te zwaar wordt voor de helpers
Verzorgen van zieken
Hulp van organisaties
5
Afronding, afspraken
Mondelinge informatie Tijdsduur
5 min. Doel
Deelnemers b kennen het programma van de volgende bijeenkomst b weten wanneer, waar en hoe laat de volgende bijeenkomst plaatsvindt Materialen
Het programma van de volgende bijeenkomst Voorbereiding voor de cursusleider
b Hang het programma van de volgende bijeenkomst op. b Kopieer voldoende exemplaren van het programma om uit te delen. Werkvorm en inhoud
b Deel het programma van de volgende keer uit. b Meld aan de deelnemers dat zij in de volgende bijeenkomst uitgebreid informatie krijgen over welke hulp en zorg mogelijk zijn, in aanvulling op wat de familie doet. b (Eventueel) Als de bijeenkomst in het gebouw van de thuiszorg is, kunnen de deelnemers enkele medewerkers leren kennen en kunnen zij met eigen ogen zien wat ze hun kunnen bieden. b (Eventueel) Geef ook aan waar de groep ’s morgens bij elkaar komt en hoe het vervoer is geregeld.
Bijeenkomst 6, werkvorm 5, werkblad 1 programma van de bijeenkomst Module Zorg thuis (2)
150
Bijeenkomst 6 Werkvorm 5 Werkblad 1
Programma van de bijeenkomst Zorg thuis (2) • Informatie over de thuiszorg • hulpmiddelen • huishoudelijke hulp • verzorging • wijkverpleging • Pauze • Thuiszorg: wanneer kunt u hulp van thuiszorg krijgen en wat kost het ongeveer? • Ziekenboeg, wat is dat en wanneer kunt u daar gebruik van maken? 151
• Afronding en afspraken voor de volgende keer
6
Evaluatie
Mondeling Doel
Deelnemers: b geven hun oordeel over de bijeenkomst en het programma Tijdsduur
5 min. Materialen
Geen Voorbereiding voor de cursusbegeleider
Geen Werkvorm en inhoud
b b b b b
152
Stel de vraag: Wat onthoudt u van deze bijeenkomst? Laat enkele deelnemers aan het woord. Vraag vervolgens aan de groep of er meer mensen hetzelfde denken. Laat de mensen daarvoor hun hand opsteken. Is er ook nog iemand die iets heel anders onthoudt?
Voorbereiding voor de volgende bijeenkomst Voorbereiding excursie naar thuiszorgwinkel en ziekenboeg in verzorgingshuis voor de volgende bijeenkomst: b stuur een schriftelijk verzoek aan de thuiszorg en aan een verzorgingshuis of bel op b maak afspraken over het doel en de vorm van de excursie Zie einde bijeenkomst 1 voor tips.
153