Big data in het bewegingsonderwijs

Big data in het bewegingsonderwijs

Sanne de Vries – Lector Gezonde Leefs3jl in een S3mulerende Omgeving (GLSO) Joris Hoeboer – Docent onderzoeker, kenniskringlid GLSO VvBN Symposium, 2015

Luilekkerland

VvBN Symposium, 2015

Gevolgen

Te weinig fruit, te weinig beweging AD 27 okt 2006 ‘Helft politieagenten is te dik’ Telegraaf 15 okt 2013

'Meer scholieren kunnen niet goed fietsen‘ AD juni 2013 VvBN Symposium, 2015

'Bijna iedereen eet te weinig groente, vooral kinderen‘ Parool 5 okt 2011

Gevolgen in de prak8jk •  5-‐10% van de kinderen heeY een motorische achterstand (Runhaar et al., 2010) •  14% van de kinderen heeY overgewicht (Schonbeck et al., 2012)

•  18% (12-‐32%) van de Haagse kinderen heeY overgewicht (De Wilde et al., 2012)


Gevolgen in de prak8jk

Bron: Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2011/2011, Hildebrandt et al., 2013


Gezondheidsprogramma’s


Gezondheidsprogramma’s Nadelen: •  Smalle wetenschappelijke basis •  Geen systema3sche monitoring en evalua3e

•  Langere termijn effecten onduidelijk •  Geïsoleerde programma’s •  Geen structurele koppeling van data •  Gericht op gezondheidsindicatoren •  Overgewicht •  Beweeggedrag •  Eetgedrag Teamoverleg 12 januari 2015

Niveau motorische ontwikkeling

Gevolgen

Tabel 1: motorische ontwikkeling (Runhaar e.a., 2012)

Tijd


Literatuur over motorische vaardigheid

Rela3e tussen beheersing van fundamental movement skills en ac3eve leefs3jl (Lloyd et al., 2014)

De FMS zorgen ervoor dat kinderen kunnen opgroeien tot lichamelijk ac8eve individuen (Stodden et al., 2008)

Teamoverleg 12 januari 2015

Aeeelding 1: Berg van motorische ontwikkeling (Clark, 2007)

Onderzoek motorisch leren Over de productkwaliteit van het bewegingsonderwijs is nog weinig bekend (Reijgersberg et al., 2013) De motorische vaardigheid van kinderen gaat achteruit (Runhaar et al., 2010) De motorische vaardigheden worden in de basis gevormd door de fundamentele motorische vaardigheden (FMS) (Okely et al., 2001). De FMS zorgen ervoor dat kinderen kunnen opgroeien tot lichamelijk ac8eve individuen (Stodden et al., 2008)


Bestaande testen Motoriktest fur Vier-‐ bis Sechjarige Kinder (MOT 4-‐6) Movement Assessment Bahery for Childeren (Movement-‐ABC) Peabody Development Scales (PDMS) Korperkoordina3ontest fur Kinder (KTK) Test of Gross Motor Development (TGMD) Maastrichtse Motoriek Test (MMT) Bruininks-‐Oseretsky test of Motor Proficiency (BOTMP) De testen zijn wetenschappelijk valide en betrouwbaar bevonden en zijn interna7onaal georiënteerd (Cools et al., 2009)

Beperkingen • Tijd die het kost • Testkit aanschaffen • Ingewikkeld testprotocol • Niet interessant voor de leerlingen VvBN Symposium, 2015

Onderzoeksvraag

Wat is de validiteit en prak3sche toepasbaarheid van een beweegparcours om de motorische ontwikkeling van kinderen van 6-‐12 jaar te monitoren 3jdens de gymlessen?


Methode l  Participanten l  +/- 463 basisschoolleerlingen (6-11jaar) l  5 basisscholen in regio Den Haag l  Meetinstrumenten l  Motorische test (KTK-test) l  Beweegparcours l  Enquete lichamelijke activiteit l  Antropometrie VvBN Symposium, 2015

Methode

Aeeelding 2: beweegparcours schema3sch weergegeven


Methode Procedure l  Scholingstraject voor 3e jaars studenten (24) l  Tijdens de gymles l  4 studenten per school l  KTK volgens protocol l  Beweegparcours volgens protocol


Resultaten Met een Pearson correlatietest is onderzocht of de gemiddelde tijd (in sec) die een kind nodig heeft om het beweegparcours af te leggen samenhangt met de motorische quotiënt (MQ) waarde van de KTK-test. l Totale groep l Per leeftijdsgroep


Resultaten totale groep

Correlatie MQ KTK – AST (N = 462) AST MQ KTK

-.474**

** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed)


Resultaten totale groep

Afbeelding 3: Correlatie tussen MQ KTK – AST VvBN Symposium, 2015

Resultaten per leeKijdscategorie Correlatie MQ KTK – AST per leeftijdsgroep (N = 462) MQ KTK (leeftijd)

AST

6 (N=32)

-.614**

7 (N=68)

-.702**

8 (N=74)

-.501**

9 (N=87)

-.664**

10 (N=81)

-.554**

11 (N=86)

-.539**

12 (N=34)

-.767**

** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed)


Resultaten per leeKijdscategorie

Afbeelding 4: correlatie tussen MQ KTK – AST per leeftijdsgroep VvBN Symposium, 2015

Conclusie l  Het beweegparcours lijkt een redelijk valide en

praktisch toepasbare test om de motorische ontwikkeling van kinderen van 6 tot 12 jaar te meten in het bewegingsonderwijs. l  Het afleggen van het beweegparcours nam inclusief op- en afbouwen aanzienlijk minder tijd in beslag dan de KTK-test. l  Het meten aan de hand van het beweegparcours is eenvoudig te regisseren en registreren voor docenten lichamelijke opvoeding.


Hoe nu verder? l  Optimaliseren van de verschillende testonderdelen

binnen het beweegparcours. l  Ontwikkelen van normwaarden per leeftijdscategorie als indicator voor de gesteldheid van de motorische ontwikkeling van kinderen. l  Ontwikkelen, evalueren en implementeren van programma’s of producten binnen het bewegingsonderwijs die de motorische ontwikkeling van kinderen positief beïnvloeden.



Lectoraat GLSO: “Gymzaal van de Toekomst”

producten Judith Visser Bok 2.0 Michiel Krijger Sensoren/ feedback Danica Mast & Jeroen de Krom Lichtprojec3e in de gymzaal Innova3e in de gymzaal in co-‐ crea3e met kinderen Arij Dekker Shuhle run test 2.0


methodieken

omgeving

Joris Hoeboer & Michiel Krijger Motorisch leren

Noud van Herpen & Sanne de Vries Outdoor fitness

Anne Luderus & Frank Jacobs Pedagogisch klimaat

Danica Mast Interac3eve buitenruimte

Ivo van der Spek Spelonderwijs

Big Data: onderzoek motorische vaardigheid Leerlingen

Professionals

Studenten

Docenten

Docent-‐ onderzoekers

Kenniskring

Lectoren


+/-‐ 3500 +/-‐ 50 +/-‐ 30 2 2 1 2

Big Data: onderzoek Voorwaarden: 1)  Geïntegreerd in onderzoekslijn (afstuderen) 2)  Bijeenkomsten gericht op draagvlak professionals 3)  Bijeenkomsten voor scholingen studenten m.b.t. intra beoordeling betrouwbaarheid 4)  Laagdrempelige communica3e 5)  Samenwerken met lectoraat en universiteit 6)  Genera3eve werkhouding creëren 7)  Mo3veren van de betrokken par3jen VvBN Symposium, 2015

Toekomst Korte termijn •  Crea3eve sessies •  Inventarisa3e wensen en behoeYen werkveld •  Intern en extern draagvlak creeren

Lange termijn •  Meerdere onderzoekslijnen •  Directe verbinding lectoraat en onderwijs •  Koppeling onderwijs – onderzoek •  Mul3disciplinaire samenwerking VvBN Symposium, 2015

Vragen?

Contact: [email protected] [email protected]


Bibliografie l  l 

l  l  l 

l 

l 

l 

Clark, J. E. (2007). On the problem of motor skill development. Journal of Physical Educa7on, Recrea7on & Dance, 78(5), 39-‐44. Cools, W., Martelaer, K. D., Samaey, C., & Andries, C. (2009). Movement skill assessment of typically developing preschool children: a review of seven movement skill assessment tools. J Sports Sci Med, 8(2), 154-‐168. Fihs, P. M., & Posner, M. I. (1967). Human performance. Okely, A. D., Booth, M. L., & Paherson, J. W. (2001). Rela3onship of physical ac3vity to fundamental movement skills among adolescents. Med Sci Sports Exerc, 33(11), 1899-‐1904. Reijgersberg, N., Werff, H. v. d., & Lucassen, J. (2013). Nulme3ng bewegingsonderwijs : onderzoek naar de organisa3e van het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Utrecht: Mulier Ins3tuut. Runhaar, J., Collard, D. C., Singh, A. S., Kemper, H. C., van Mechelen, W., & Chinapaw, M. (2010). Motor fitness in Dutch youth: differences over a 26-‐year period (1980-‐2006). J Sci Med Sport, 13(3), 323-‐328. doi: 10.1016/j.jsams.2009.04.006 Stodden, D. F., Goodway, J. D., Langendorfer, S. J., Roberton, M. A., Rudisill, M. E., Garcia, C., & Garcia, L. E. (2008). A developmental perspec3ve on the role of motor skill competence in physical ac3vity: An emergent rela3onship. Quest, 60(2), 290-‐306. Wulf, G., Höß, M., & Prinz, W. (1998). Instruc3ons for motor learning: Differen3al effects of internal versus external focus of ahen3on. Journal of Motor Behavior, 30(2), 169-‐179.


Big data in het bewegingsonderwijs

Recommend Documents