Bidden met zieken. 1.
Nunspeet, 11 oktober 2006
Ziekte en zonde Wat is ziekte? Je kunt zeggen: een defect van het lichaam (somatisch). Maar ziek zijn heeft ook te maken met je psyche (psycho-somatisch). Zo zeg je niet alleen: ik heb griep, maar ook: ik voel me of ik ben ziek. Je hebt immers niet alleen een lichaam, je bent ook lichaam. Maar ziekte betekent vaak ook een storing in de communicatie met je omgeving, de ander, soms ook met God, er zit dus ook nog een sociale en een geestelijke factor aan. Sommigen zeggen dat ziekte gewoon bij het leven hoort, het is een natuurlijke zaak. Maar de bijbel legt verband met de zonde. Het is een gevolg van de zonde. Door de zonde is zelfs de dood in de wereld gekomen (Gen.3:3), zegt Paulus, het is het loon op de zonde. De dood is dan ook de ziekte in zijn uiterste consequentie, zoals iemand zei. Natuurlijk heeft God de ziekte niet gewild, daarom ook de dood niet, omdat Hij de zonde niet heeft gewild. Maar het verband zonde en ziekte is in de bijbel evident. Door de zonde zijn er ook de kwalen en de rampen, zie Ex.15:26 en Rom.8:20. Sommigen beweren dat ziekte van de duivel is. Maar als het zo gemakkelijk te verklaren was? Zondag 10 van de Heidelberger Catechismus zegt:.... God regeert ons zo dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijs en drank, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede en alle dingen ons niet bij toeval, maar uit zijn vaderlijke hand toekomen. Dus ziekte komt van God? Dat zou je uit deze woorden kunnen concluderen, maar ook dat kun je niet zeggen. Maar op een of andere manier heeft ziekte en allerlei andere tegenslagen wel met God te maken. Hoe weet ik ook niet. Maar dat het niet buiten Hem omgaat is mijn vaste overtuiging. Denk aan genoemde teksten uit Ex.15 en Rom.8, maar ook aan Job 1, waar de Here God de volle verantwoor-delijkheid neemt voor wat Job overkomt (zie v.3). Al is satan de uitvoerder van alles wat Job overkomt, God neemt zelf de verantwoordelijkheid! De relatie tussen zonde en ziekte is dus bijbels gesproken duidelijk, niet alleen de collectieve zonde, dat kunnen ook persoonlijke zonden zijn. In Joh.5:14 zegt Jezus tegen de verlamde: zondig niet meer opdat je niet wat ergers overkome. Ziekte kan dus te maken hebben met heel persoonlijke zonde. Wie bijv.haat en blijft haten wordt een keer ziek, iemand raakt helemaal verbitterd. Hier ligt de kern van het zogenaamde vergeldingsdogma: je krijgt wat je “verdient”. Maar Jezus verbreekt – gelukkig- dat vergeldingsdogma, zie Joh.9:1 vv. Ook al is er verband tussen ziekte en zonde, het is lang niet altijd een persoonlijk causaal verband, dus een kwestie van oorzaak en gevolg. Al kán iemand dat wel zo ervaren! Zo legt Paulus in 1Kor.11:30 het verband tussen misstanden in de gemeente en het feit dat er vele gemeenteleden ziek zijn en overlijden.
2.
Genezing en vergeving In verband met het voorafgaande is er in de bijbel ook verband tussen vergeving én genezing. Genezing moeten we niet los zien van vergeving. Het gaat de Here immers om de genezing van de totale mens. Daarin is vergeving het eerste. “Kind, uw zonden zijn u vergeven” zei Jezus tegen de verlamde man (Luc.5:17) Zat hij daarop te wachten? Waarschijnlijk niet en zijn vrienden al helemaal niet. Toch is dat het eerste wat Jezus zegt. Ook in Psalm 103:3 zie je die volgorde: Die (de Here God) al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest! Het Hebreeuwse woord voor genezen kan soms ook met vergeven vertaald worden, zie
2 Kron.30:20. Ook in Jakobus 5 zie je het verband tussen genezing en vergeving. Dat is niet toevallig zo. Het gaat de Here Jezus immers om onze diepste nood. Daarvoor is Hij gekomen. Zo zegt Jezus tegen de vrouw die al twaalf jaar menstrueerde en zijn kleed aanraakte: uw geloof heeft u (niet genezen, maar) behouden! Het gaat dus om de relatie met God, om de genezing van de totale mens, naar geest, ziel en lichaam; ook naar het lichaam. Dwz dat de genezing in de relatie met God, met anderen en met je zelf (innerlijke genezing) ook fysieke genezing ten gevolge kan hebben. Ook daarvoor is de Here Jezus gekomen (Jes.53:4). Het werd in zijn leven bevestigd, want Hij ging rond het evangelie verkondigende en hen genezende van alle kwaal (Mt.9:35v) 3.
De opdracht tot genezing Al in het OT wordt erover gesproken. God neemt de “herders” van Israël kwalijk dat ze de gewonden niet verbinden en de zieken niet genezen (Ezech.34:4). Dat was dus hun taak! Ook de discipelen krijgen die opdracht, om in Jezus’naam zieken te genezen, zelfs doden op te wekken, melaatsen te reinigen en boze geesten uit te drijven. Nu kun je dat nog als een specifieke opdracht aan de apostelen beschouwen. Maar Jezus zegt in Markus 16: deze tekenen zullen de gelovigen volgen: .... op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden. Is dat niet voor de hele gemeente bedoeld? En als je denkt aan 1Kor.12:28 waar gesproken wordt over de gaven van genezingen? En niet te vergeten Jakobus 5? Wat moeten we daarvan denken? Is dat verleden tijd, omdat we nu artsen hebben, ziekenhuizen en een zeer hoogontwikkelde medische wetenschap? Niemand zal ontkennen dat God deze wetenschap, deskundige mensen en middelen gegeven heeft. Dat ziekten, die vroeger ten dode waren, nu te genezen zijn, is een gave van God. Daarom zal een christen die beter wordt de Here God voor zijn/haar genezing danken. Toch? Maar behoort daarmee een direct ingrijpen van God tot het verleden? Is dat vandaag onmogelijk geworden? Blijft dat dus beperkt tot NT.tijd? Als die vraag bevestigend beantwoord wordt, dan is de vraag: is de Here God dan veranderd? Is Zijn Woord en de belofte van Zijn Woord veranderd? De apostel zegt in Hebr.13:8 dat Jezus Christus gisteren, heden en tot in eeuwigheid Dezelfde is. Zou dat niet ook gelden van zijn beloften? Het gebeurt dan ook vandaag overal in de wereld dat mensen op gebed op een wonderlijke wijze genezing ontvangen. In ons land hebben we wellicht allemaal wel gehoord van de genezingsdiensten onder leiding van de voorganger Jan Zijlstra. Daar gebeuren wonderlijke dingen. Is dat suggestie of werkelijkheid? Vallen mensen binnen de kortste keren weer terug in hun rolstoel? In kerkelijk Nederland wordt er heel verschillend op deze dingen gereageerd. Maar dat is niet zo vreemd, dat was in Jezus tijd al zo. Maar voor wie het zien wil: er gebeuren wonderen van genezing en bevrijding. Met, maar ook zonder medicijnen. Maar waarom horen we daar in de kerk dan zo weinig van? Waarom gaan mensen, ook kerkmensen, als ze bij de dokter geen baat hebben wel naar alternatieve en soms zelfs naar occulte geneesheren? Ik noem een aantal oorzaken: * door de kerk is er weinig, soms helemaal niets van verteld * in grote delen van de kerk is beweerd (en soms nog) dat de gaven van de Geest, ook die van genezing, tot de begintijd van de kerk zijn beperkt * door het gebrek aan kennis van het woord en de beloften van God * door ongeloof: denk aan Jezus in Nazareth, waar Hij niets kon doen vanwege
hun ongeloof. Niet dat Hij dat niet kon, maar omdat het niet kon! Mk6:5 Maar de belofte van God is er. En Hij die beloofd heeft is getrouw. Zal Hij het dan vandaag niet meer doen? 4.
Relativering Als de discipelen terugkomen zijn ze blij dat de demonen zich aan hen onderwierpen. Maar Jezus zegt: verheugt u hierover niet, maar dat jullie namen staan opgetekend in de hemel. Jezus relativeert de genezing dus wel! En terecht, we moeten niet overdrijven. Genezing is heel mooi, is veel, maar niet alles! Want: 1.
zieken werden op een gegeven moment weer ziek en overleden op een zeker moment. Lazarus werd uit de dood opgewekt, maar is weer gestorven. Een niet onbelangrijk gegeven. In de dienst der genezing/bevrijding wordt soms overdreven. Fysieke genezing is tijdelijk. Dat geeft aan dat het ten diepste niet om de genezing gaat, maar om iets hogers en diepers. 2. Niet alle zieken werden genezen. De verlamde man in Bethesda die al 38 jaar ziek was (Joh.5) werd genezen, maar Jezus ging andere zieken voorbij. Deze geschiedenis laat zien, dat het -hoe belangrijk ook- niet om de lichamelijke genezing als zodanig gaat, maar om het tekenkarakter van het Koninkrijk van God. Alsof Hij met elke genezing wil zeggen: zo zal in het in mijn Koninkrijk zijn: daar zal geen ziekte of verdriet meer zijn, geen handicap, psychische of lichamelijke zwakheid. Daarom genas Jezus mensen in hun relatie tot God/ander. Dat kun je in de genoemde geschiedenis zo goed zien. De man had geen mens, hij was verbitterd. Maar door de Here Jezus wordt Hij genezen en daarmee ook in zijn relaties hersteld, met anderen, met zichzelf en bovenal in zijn relatie met God. En gaat het daar niet in eerste en hoogste instantie om?
5.
Bidden met zieken Bovenstaande thema’s zijn van belang voor het bidden met zieken. Daarin gaat het dus om de totale mens, naar geest, ziel én lichaam. Dus niet alleen om het fysieke, maar om de totale heling van de mens, ook in zijn relatie met God. Dit wordt lang niet altijd door zieken zo gezien en ervaren. Op mijn vraag op bezoek bij een zieke: “Waarvoor zal ik bidden?” is het antwoord in de meeste gevallen “dat ik weer beter mag worden” Dus om genezing, zelden om vergeving. In het bidden met zieken zullen we dat daarom vooraf bespreekbaar maken. Zeker omdat in tijden van ziekte mensen het gevoel hebben dat God ver weg is en de relatie met Hem dan ook – zeker in de ervaring- te wensen over laat. We zullen het ook in de tweede plaats bespreekbaar maken, omdat een zieke wordt geconfronteerd met de eindigheid van het leven. Gevoelens van angst en zorg kunnen daarbij een duidelijke rol gaan spelen. En dat niet alleen. In een periode van ziekte gebeurt er heel veel. Ook de relatie met de omgeving wordt anders. Hoe reageert de omgeving? Als zieke word je anders bekeken. Dat kan een stuk vervreemding opleveren. Want het leven van anderen in je omgeving gaat door, ze werken, gaan op vakantie, enz. En jij kunt niet. Je wereld wordt verkleind. Dat kan zelfs tot een paar m2 van je bed worden beperkt. Een gevoel van eenzaamheid kan zieken overweldigen. Ook de relatie met jezelf verandert in een periode van ziekte. Je wereld kan in elkaar storten, je wordt patiënt. De bange vraag komt in je op of je nog wel ooit beter wordt en of je nog aan het werk komt. Of is dit het begin van het einde? Was je bijv. iemand die anderen aanstuurde, als je ziek bent zeggen anderen wat je moet doen. Het kan ook heel confronterend zijn als je lichaam dienst weigert. Je beseft je
lichamelijkheid, kwetsbaarheid, afhankelijkheid, eindigheid. Je wordt afhankelijk van dokters, apparaten, infusen en spuiten. Dat kan als vernederend ervaren worden. Je komt tot de ontdekking dat je ook maar een heel gewoon mannetje of vrouwtje bent, net als ieder ander. In het ziekenhuis liggen docent en student immers naast elkaar, werkgever en werknemer.Elke hiërarchie in het dagelijks leven wordt in een periode van ziekte genivelleerd, zeker in het ziekenhuis. Dat doet wat met je. Ook schuldgevoelens kunnen een rol gaan spelen. Je bent ziek omdat je bijv.roofbouw pleegde op je lichaam (door je werk, door eten en drinken, enz.). Voor je bidt met een zieke is het belangrijk je deze dingen goed te realiseren en er over te spreken. Hoe ervaart de zieke zijn/haar ziek zijn. Laat je zieke broeder/zuster/ medemens daarom uitpraten, wees stil (denk aan vrienden van Job) en luister goed, niet alleen naar wat je zieke medebroeder of –zuster zegt, maar vooral ook naar wat hij/zij niet zegt. Realiseer je dat de ander ziek is en jij gezond. Praat daarom niet over jezelf. Jij zit/staat aan andere kant van de lijn. Die halve meter is een wereld van verschil. Praat daarom ook opstandigheid, de waaromvraag, depressiviteit of angst niet weg. Probeer een stukje in de bijbel te vinden dat daarin helpen kan en waarin een zieke zich kan herkennen. Zo lees ik vaak Psalm 139. In het gebed brengen we dan de zieke bij God, alles wat we besproken hebben en waarvan we het gevoel hebben dat de ander ermee zit. Overwin de natuurlijke afstand tot het zieke lichaam van de zieke en houdt zo mogelijk zijn/haar handen vast. Bid zo samen en zegen de zieke. En als er zonden beleden moeten worden, laat dat de zieke zelf doen! Dat kun jij voor hem/haar doen. Wel mag je op grond van 1Joh.1:9 de vergeving verkondigen en spreken over het bloed van Jezus dat reinigt van alle zonde. Zullen we met de zieke ook bidden om genezing? De vraag stellen is haar beantwoorden. En niet met “een slag om de arm”, maar wel met de relativering waar ik het juist over had. Want het gaat niet in eerste plaats om fysieke genezing, maar dat God tot zijn doel kan komen met ons leven. In de weg van het gebed laat de Here ons dat zien, met of zonder genezing. Dat kan strijd betekenen, zeker als genezing uitblijft en de weg met ons leven anders gaat dan we gedacht, gehoopt, gebeden hadden. Gods weg kan anders zijn: denk aan Paulus met zijn doorn in het vlees. We weten niet precies wat die doorn geweest is, misschien een soort fysieke aandoening. Maar wat dan ook, hij bad drie keer dat die doorn zou worden weggenomen. Maar dat gebeurde niet. Hij kreeg ten antwoord: “Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid” (2Kor.12:9). Dat hoeft dus niet het gevolg te zijn van “te weinig geloof”, al is de relatie van geloof en gebed wel evident. Denk maar aan Jezus in Nazareth: Hij kon daar geen enkele kracht doen vanwege hun ongeloof. Niet dat Hij dat niet kon, daar niet de macht toe had, natuurlijk wel, maar het kon niet, omdat er eerder weerstand dan verwachting was. Maar is het uitblijven van genezing altijd het gevolg van het gebrek aan geloof, zoals soms door zogenaamde gebedsgenezers wordt beweerd? Dat had Jezus dat vaak kunnen zeggen. In zijn bediening van genezing komen sommige mensen pas later tot geloof, denk maar aan die man in Bethesda en de blindgeborene van Joh. 9. Soms is er geloof bij de omstanders, denk maar aan de vrienden van die verlamde man (Luc.5:17vv). Maar hoe dan ook, het geloof is niet een soort hefboom om de genezing te forceren, wel de weg om genezing te ontvangen. En daarbij is het niet belangrijk hoe klein of hoe groot dat geloof is. Dat zou ook onbarmhartig zijn. Daarom kan er maar een conclusie zijn op grond van het Evangelie: niet het geloof bewérkt genezing, het is een werk van God dat Hij in de weg van het geloof wil géven, namelijk in dat geloof dat Hij de Enige is die helpen kan. Het gaat dus om het geloof dat Hij de Heelmeester/Heiland is, die dat kan doen, en dat mét of zonder
middelen. Wat God in ieder geval altijd wil, met of zonder fysieke genezing, Hij wil ons zélf veranderen in ons ziek zijn. Denk aan psalm 41:4 De Here steunt hem op het ziekbed, in zijn ziekte verandert Gij geheel zijn legerstede. Met andere woorden: God verandert ons in ons ziek zijn, geeft ons de kracht om te dragen wat gedragen moet worden. Of Hij niet ón-middellijk genezen kan? In de beginperiode van de kerk was dat praktijk (zie het boek Handelingen), zoals de verlamde bij Schone poort. De Heilige Geest bevestigde de verkondiging met wonderen en tekenen. Zou dat nu over zijn? Niet meer nodig? De opdracht tot genezing is dezelfde, de Here Jezus is ook Dezelfde en de Geest met Zijn gaven niet minder. In zendingsgebieden komen deze dingen regelmatig voor. Zou dat bij ons niet mogelijk zijn? Zeker nu Nederland ook een zendingsland is geworden? Voorganger Jan Zijlstra neemt die belofte in ieder geval heel serieus. Wanneer gaan ook wij in de protestantse kerken doen wat de bijbel zegt en gaan we ook in die zin bidden met zieken? In het geloof dat de Here ook vandaag nog genezen kan en wil? Aan ons het antwoord! 6.
Ziekenzalving Een van de middelen tot genezing heeft God ons gegeven in de ziekenzalving (Jacobus 5:13 vv). Een paar opmerkingen zijn daarbij te maken. In de eerste plaats zullen we bedenken dat de ziekenzalving niet los van de gemeente kan worden toegepast, omdat deze door Jacobus juist gezien wordt in het kader van de gemeente! Die zalving is dus niet los verkrijgbaar. Zoals de Geest en zijn gaven, ook die van de genezing, aan de gemeente gegeven zijn, zo ook de ziekenzalving. Een zieke zal ook de oudste roepen, niet de oudste van het dorp, maar van de gemeente! Een tweede is dat deze zalving ook staat in het kader van de belijdenis van zonde! Rond een ziekenzalving vindt schuldbelijdenis plaats, ook aan elkáár! Zou dat een van de oorzaken kunnen zijn dat de ziekenzalving in de kerk in onbruik is geraakt? Omdat het te dichtbij kwam in het zonden belijden aan elkaar? Hoe dan ook, onbeleden zonden staan de heling en genezing in de weg! Zoals ik al eerder schreef over het gebed om genezing, zo geldt het ook ten aanzien van de ziekenzalving: we mogen zeer zeker grote verwachting hebben van wat God gaat doen, maar we zullen die verwachting niet overspannen. Want elke door de zalving genezen zieke is op een zeker moment na kortere of langere tijd weer ziek geworden en een keer overleden. Door een gezonde relativering kunnen dan ook omgaan met het gegeven als de met olie gezalfde zieke fysiek niet beter wordt. Er gebeurt altijd wat, want –schrijft Jacobus- de Here zal hem oprichten. En hier wordt hetzelfde woord gebruikt als bij de opstanding van de Here Jezus. Je wordt opgericht, ook als je lichamelijk geen been hebt om op te staan, dan nóg! Je krijgt in ieder geval de kracht om verder te gaan. Psalm 41 zegt het zo treffend: “De Here steunt hem op het ziekbed, in zijn ziekte verandert Gij geheel zijn legerstede (4)”. Dus al veranderen de omstandigheden niet, jij verandert in de omstandigheden. Je krijgt in de afhankelijkheid van de Here Jezus en in de verbondenheid met Hem kracht om te dragen wat gedragen moet worden. En is dat niet het allerbelangrijkste in welke omstandigheden ook? Amsterdam
ds.Chris van Andel