Lekker bewegen
Beweegtips voor je baby (0-1 jaar)
Voor de geboorte beweegt je baby al in jouw buik. Denk maar eens aan duim zuigen en trappelende beentjes. Dat heb je vast wel eens gevoeld. Door met bewegen te reageren op gevoel, licht en geluid, ontwikkeld je kindje zich, verkent hij zijn omgeving en zijn eigen rol daarin. Lekker bewegen tijdens je zwangerschap is dus goed voor je kindje maar ook voor jou. Vanaf de geboorte gaat je baby zijn spieren ontwikkelen. Hij leert steeds meer nieuwe houdingen en bewegingen. Zo zal je baby proberen zijn hoofdje op te tillen, zich te strekken,om te rollen, zijn handjes en ogen te laten samen werken, te kruipen, gaan zitten, staan en uiteindelijk lopen. De basis voor een goede motorische ontwikkeling wordt al in de eerste 6 maanden gelegd. Dit lukt het beste als je kind zoveel mogelijk de gelegenheid krijgt zich te bewegen; zet je kind dus niet veel in de maxicosy (dit is een autostoel) of wipstoeltje.
Beweegtips Op de buik Vanaf de geboorte kun je je kindje al stimuleren om te bewegen. Leg je baby regelmatig even op de buik wanneer hij wakker is. Je kindje leert het hoofdje op te tillen en het ruggetje en de armpjes van je baby worden zo versterkt. Dat heeft je baby weer nodig om straks te leren rollen, kruipen, zitten en staan.
• Ligt je kindje niet graag op zijn buik? Probeer het eens door het met de armpjes over een opgerolde handdoek te leggen. Dit is makkelijker. Bovendien heeft je kindje op latere leeftijd dan zijn handjes vrij om er mee te spelen. • Of leg je kindje met het buikje tegen jouw borst aan en zak zelf langzaam achterover op de bank of op bed. Als je tegen je kindje blijft praten, zal je baby al gauw het hoofdje optillen om je aan te kijken. • Laat je kindje eens “vliegeren” op jouw onderbenen.
Met handjes en voetjes Je baby leert zijn lijfje goed kennen door te spelen met zijn handen en voeten. Maar door het zien van voorwerpen, die pakken en naar de mond brengen om ze af te tasten, verkent hij ook zijn wereld; van grijpen naar begrijpen. Dat samenwerken tussen ogen en handen vindt al plaats vanaf het prille begin. • bied je kindje allerlei voorwerpen aan om naar te kijken. Bijvoorbeeld een mobiel boven de box of een kleerhanger waaraan je steeds andere voorwerpjes hangt. • een baby kijkt graag naar menselijke gezichten dus je bent zelf het beste “oefenmateriaal”. Zing of praat er gezellig bij. • gebruik eens een ballon of bellenblaas; deze maken zo’n trage bewegingen zodat je kindje de tijd heeft hierop te reageren. • Doe eens rammelsokjes aan zijn voetjes.
Nieuwkerksedijk 21a I Postbus 106 - 5050 AC Goirle I E
[email protected] I T 013 534 90 27
www.brabantsport.nl
Rollen
Meer inspiratie
Een baby kan pas omrollen als hij goed kan strekken in zijn romp. Leg je kindje op een kleed op de grond waar het de ruimte heeft om te rollen. Laat je kind uiteraard niet alleen. • Leg dan eens een speeltje net buiten zijn bereik. • Of rol je kindje in een dekentje en er voorzichtig weer uit. • Ook evenwichtsspelletjes zoals wiegen en schommelen zijn leuk.
Kijk voor meer tips, spelletjes en informatie eens op www.beweegkriebels.nl of kijk eens in de bibliotheek naar de onderstaande boeken:
Als je baby in de box ligt, leg dan niet teveel speelgoed in de box. Een paar dingetjes om naar te kijken of te grijpen zijn voldoende.
Kruipen • Om te kunnen kruipen moet je kindje kunnen steunen; laat je kindje eens rustig op een skippiebal heen en weer rollen, waarbij het afwisselend op zijn handen en voeten steunt. • Geef je baby de ruimte om te kruipen; haal hem vaak uit de box en laat hem lekker rondkruipen. Zorg wel dat hij niet bij gevaarlijke voorwerpen kan en blijf er zelf bij. • Leg je kindje op een iets ruwe ondergrond zodat hij zich beter kan afzetten. Het is heel leuk als je kindje de kans krijgt om al kruipend verschillende ondergronden te ontdekken; gras, zand, stenen, tapijt, laminaat. • Goed voorbeeld doet goed volgen! Samen kruipen en kiekeboe spelen is pret voor twee. Je kunt samen een kruipspelletje doen; iets of iemand gaan zoeken. • Bedenk eens een hindernisbaan; over, achter, in iets kruipen (kussens, half opgeblazen luchtbed, matras, grote kartonnen dozen.
Titel: Stap voor stap. Hoe stimuleer je de motorische ontwikkeling van je kind Auteur: Liesbeth Verhoeven Uitgever: Lannoo ISBN10: 9020991906 Titel: Baby in beweging Auteur: Margaret Sassé Uitgever: Forte Uitgevers BV ISBN10: 9058778703
Zitten
Titel: Inspelen op baby’s en peuters Auteur: Marianne Riksen-Walraven Uitgever: Bohn Stafleu Van Loghum ISBN10: 9031321842
• Laat je kindje gezellig tussen jou benen zitten en bied spelletjes aan. Bouw een toren, speel met een balletje. • Als je kindje al goed zit, kun je in zit goed voorlezen.
Vergeet ook niet om zelf het gezonde voorbeeld te geven. Kijk daarvoor op de website Hetgezondevoorbeeld.nl.
Vaak worden kinderen al voordat ze goed kunnen kruipen, goed ondersteund, in een fietsstoel of kinderstoel gezet. Dat is jammer want dan daag je ze niet meer uit om te kruipen en de spieren van zijn lijfje zijn nog onvoldoende getraind hiervoor.
Kiekeboe Kinderen vanaf ongeveer 8 maanden denken dat je verdwenen bent als ze je even niet zien. Wat een verrassing als jij opeens weer tevoorschijn komt. Ga tegenover je kindje op de grond zitten. Gebruik een katoenen luier of grote stoffen zakdoek. Houd de doek voor je gezicht, trek de doek weg en zeg “Kiekeboe”. Hierna kun je dit ook bij je kindje doen. Hij zal jou imiteren en zelf de doek weg willen trekken.
De bovenstaande tekst is gebaseerd op: De folder: Lekker Bewegen, beweegtips voor je baby van het NISB, de minizine “Baby” van www.hetgezondevoorbeeld.nl en het boekje: “De ontwikkeling van het jonge kind. De motorische ontwikkeling.
Staan Zo hoog van de grond is je kindje nog niet geweest; wat een mijlpaal. • Zorg dat een je kindje iets heeft waar hij zich veilig aan kan optrekken; de spijlen van de box, een stevige tafel. En de uitdaging is natuurlijk groter als er leuk speelgoed op tafel staat. • Wegschuiven is niet fijn; zorg voor een ruwe ondergrond of anti-slip sokjes.
www.brabantsport.nl | Bewegend leren
Leren door Bewegen” van Hanneke Poot-van der Windt Deze tekst is gemaakt door Sportservice Noord-Brabant in het kader van de Week van de Opvoeding. Dit is mede mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant. Beweegkriebels is een product van Huis voor Beweging.
Bewegend leren
Beweegtips voor je dreumes (1-2 jaar)
Al spelend leert je kind lopen, rennen, klimmen en klauteren. Bewegingen die je dreumes een leven lang nodig heeft. Goed leren bewegen is daarom heel belangrijk. Door veel te bewegen kan je kind goed oefenen en zal hij/zij veel leren. Daarvoor heeft je kind ruimte en vrijheid nodig maar uiteraard wel met oog voor de veiligheid. Jij kunt hem daar goed bij helpen. Niet alleen door de omgeving “kindproof” te maken maar ook door je kind uit te dagen om lekker veel te bewegen en door samen allerlei spelletjes te doen. Motorische ontwikkeling Veel kinderen gaan vanaf 13 maanden voor het eerst los lopen. Die eerste stapjes zijn een fantastische ervaring, zowel voor je kind als voor jou! Bij het leren lopen zetten kinderen eerst hun tenen op de grond of zetten ze hun voeten plat neer. Als ze veel oefenen, gaat het lopen steeds soepeler. Ze leren dan vanzelf ook rennen, ergens op klimmen en met twee voeten tegelijk van de grond springen. Je kind kan rond anderhalf jaar goed uit een beker drinken en zelf met een vork of lepel eten. In deze fase zie je ook een duidelijke ontwikkeling van de fijne motoriek.
Beweegtips • Geef je dreumes volop de kans om zich op te trekken aan verschillende soorten meubilair. In de box kan je kind zich optrekken aan de spijlen maar probeer ook eens iets lastigers. Optrekken aan een stoel, tafel, bank of jou bijvoorbeeld. Je kind zal naast zijn armpjes ook zijn beentjes moeten gebruiken; een veel grotere uitdaging. Zorg wel dat meubels stevig staan ( niet weg kunnen schuiven/om kunnen vallen).
• Geef je kindje de ruimte om zich langs tafel, kast of ander meubilair te verplaatsen. Op die manier kan hij oefenen met lopen. Breekbare spulletjes of volle koffie- en theekopjes kun je nu beter niet op de salontafel zetten. Zorg dat kasten en lades zijn afgesloten zodat je kind deze niet opentrekt als het er steun aan zoekt. • Laat je kindje (in een warme ruimte) op blote voetjes rondstappen; zo ontwikkelen de voetjes zich optimaal. Sokjes aan op een gladde vloer of slofjes met een harde zool zijn niet handig. • Zet je dreumes niet in een loopstoeltje of babybouncer. Je kindje leert er niet eerder door lopen. Het is niet voor niets dat je kindje nog niet kan lopen. Hij gaat pas stappen zetten als de heupjes en ruggetje daar klaar voor zijn. • Dreumesen die al kunnen lopen doen niet liever. Je doet je kindje een groot plezier als je hem helpt door regelmatig je hand of vinger aan te bieden zodat het de wereld kan ontdekken. Een duwkar of stevig poppewagentje biedt ook steun. • Of ga een stukje van je kindje af staan en vraag of hij bij je komt; het spelletje “Kom maar in mijn huisje” (zie hieronder) doet het nog steeds heel erg goed. • Probeer niet elke valpartij te voorkomen als je kind door de kamer stapt. Vallen hoeft niet erg te zijn zolang je kind zich niet ernstig bezeert. Je dreumes is namelijk nog dicht bij de grond en valt dus niet diep. Juist van vallen en opstaan leert je kind.
Nieuwkerksedijk 21a I Postbus 106 - 5050 AC Goirle I E
[email protected] I T 013 534 90 27
www.brabantsport.nl
• Ga je boodschappen doen samen met je dreumes, laat hem dan af en toe even een stukje achter de buggy stappen. Als je je kind hier enthousiast voor prijst is hij apetrots op zichzelf. • Informeer eens in de buurt naar de mogelijkheden om te zwemmen met je dreumes, muziek op schoot of ouder-kind gym. Activiteiten die leuk zijn om samen te doen.
Veiligheid Dreumessen zijn ware ontdekkingsreizigers en tot 2 jaar zien zij geen gevaar. Die zien je huis en tuin zien als een groot avonturenparadijs. Zorg ervoor dat je huis en tuin kindveilig zijn zodat je dreumes zich vrij kan bewegen zonder dat je steeds hoeft te verbieden. Houd je kindje goed in de gaten maar geef je kind wel de kans om dingen zelf uit te proberen en reageer niet te angstig.
Beweegspelletjes Kom maar in mijn huisje Ga op je hurken zitten op een afstandje van je dreumes. Zeg het versje op en open je armen zodat je dreumes in je armen kan rennen. Beloon het met een grote knuffel. Knibbel, knabbel, knuisje, Wie komt er in mijn huisje? Wie komt er in mijn huisje dan? Daar komt kleine....aan.
Fijne motoriek Dat zijn de bewegingen die we met onze handen en vingers maken. En dat gebruiken we bij alle handelingen die we in ons dagelijks bestaan verrichten. Zelf kunnen eten, aankleden, schrijven, dingen pakken en weggeven. Vaardigheden die de zelfstandigheid bepalen van ieder mensenkind. Tips Fijne motoriek kan zich alleen ontwikkelen als je kindje een goed evenwicht heeft in een bepaalde houding. Anders heeft hij zijn handjes nog nodig om te steunen of zich vast te houden. Dus biedt veel spelletjes en bewegingen aan waarin je kindje evenwicht houden oefent. Hoe langer een kindje dan in die houding met de handjes kan spelen en experimenteren, des te meer de fijne motorische ontwikkeling wordt gestimuleerd. Daarom is het zo goed dat je kindje rustig de tijd en ruimte krijgt om met zijn handjes te voelen, oefenen en experimenteren en zijn eigen tempo mag volgen. Biedt veel afwisselend speelgoed aan zodat je kindje op verschillende manieren wordt uitgedaagd. Het spelen met allerlei verschillende materialen zoals zand, water, gras, stofjes werkt stimuleren en daagt uit. Biedt bij kinderen onder de 4 jaar alles symmetrisch (tweezijdig, dus links en rechts) aan. Dat geldt voor de grove en fijne motoriek.
Gooien en knijpen met wasknijpers Pak een grote doos met veel gekleurde wasknijpers. Laat je kindje de wasknijpers in verschillende dozen, emmertjes of bakjes doen of ergens op vast knijpen. Let op dat je de ijzertjes van kapotte wasknijpers meteen weghaalt. Natuurlijk kun je ook andere materialen in en uit een doos of mand halen. Zorg dat het materiaal niet te klein is i.v.m. gevaar.
Klimmen en klauteren Maak van lakens en stoelen een tunnel waar je kind in kan kruipen of onderdoor kan lopen. Ook een oude matras of half opgeblazen luchtbed is voor je dreumes leuk speelgoed. Je kind kan erop klimmen, eraf rollen en erop spelen. Zo biedt je meteen een geschikt alternatief voor je bankstel of bed.
Spelen met een bal
De bovenstaande tekst is gebaseerd op:
Gebruik eens een zachte bal met een belletje erin. Rol de bal naar je kindje toe zodat hij de bal kan pakken. Je dreumes zal proberen de bal op te pakken en weer los te laten. Rol de bal ook eens van je kindje vandaan zodat hij er achteraan kan gaan. Een kleine bal door een lange koker (waar bijvoorbeeld tapijt op heeft gezeten) laten rollen is ook heel spannend; waar is het balletje gebleven? Daar is ie weer; daar ga ik achteraan!
De folder: Lekker Bewegen, beweegtips voor je baby van het NISB, de minizine “Dreumes” van www.hetgezondevoorbeeld.nl en het boekje: “De ontwikkeling van het jonge kind. De motorische ontwikkeling. Leren door Bewegen” van Hanneke Poot-van der Windt Deze tekst is gemaakt door Sportservice Noord-Brabant in het kader van de Week van de Opvoeding. Dit is mede mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant.
Dansen Zet een leuk kindermuziekje op met een rustig tempo en dans samen op de plaats. Til afwisselend je benen op, je kindje gaat je nadoen. Een prima voorbereiding op lopen.
www.brabantsport.nl | Bewegend leren
Beweegkriebels is een product van Huis voor Beweging.
Samen bewegen
Beweegtips voor je peuter (2-4 jaar)
Voor je peuter is bewegen leuk en gezond. Je kind kan lekker zijn energie kwijt en leert zo ook nog eens veel nieuwe bewegingen. Zo vinden peuters het heerlijk om te klimmen en klauteren. Maar wist je dat spelend bewegen ook goed is voor de taalontwikkeling? Je kind leert zo begrippen zoals onder, boven,snel of langzaam. Geef je peuter daarom voldoende de tijd en de ruimte om lekker te bewegen. Motorische ontwikkeling
Beweegtips
De motorische ontwikkeling gaat met sprongen vooruit. Kinderen krijgen hun lijf steeds meer onder controle. Als je kind 2 jaar is, lijkt het lopen nog een beetje op waggelen. Je kind heeft dan nog moeite om zijn evenwicht te bewaren. Rond de 4 jaar kan je kind al heel veel; rennen, met 2 voeten springen, begint te huppelen, de trap oplopen, klimmen, op 1 been staan, fietsen, een bal gooien en vangen en een bal wegschoppen.
• Geef je kind elke dag de kans om lekker te spelen en te ravotten. Wees niet bang dat je kind te moe wordt, dat geeft hij zelf wel aan. • Je peuter is avontuurlijk ingesteld en wil dingen graag uitproberen. Klimmen en klauteren, zelf de trap op lopen. Gun je kind de ruimte en het vertrouwen om dat uit te proberen. Maar blijf wel in de buurt zodat je kunt ingrijpen als het verkeerd dreigt te gaan. • Laat je kind zoveel mogelijk zelf doen; zelf de trap oplopen, zelf aankleden, zelf (een deel van de route) lopen. Dat geeft hem de mogelijkheid lekker te oefenen en zelfvertrouwen. • Ga lekker iedere dag naar buiten met je kind, ook bij slecht weer. Dat is gezond en buiten spelen is een hele andere beleving dan binnen spelen. Bovendien biedt buiten spelen meer ruimte en andere uitdagingen en materialen dan binnen. Ga lekker naar een speeltuintje, een zandbak of naar het bos. Regen? Niets leuker dan met laarzen aan flink door de plassen te stappen. • Zorg voor een uitdagende omgeving en speelgoed dat aansluit bij de belevingswereld van je peuter. Je kind vindt het heerlijk om de klimmen, klauteren, fietsen, steppen, dansen, springen. Laat je kind lekker oefenen en stimuleer hem door te gaan, ook als het even tegen zit. • Informeer eens in de buurt naar mogelijkheden voor bijvoorbeeld peuterzwemmen of peutergym/ouder-kind gym. Leuk om samen te doen.
Je kind leert steeds fijnere bewegingen met zijn handen en vingers te maken. Peuters kunnen steeds beter een potlood vasthouden, een bladzijde van een boek omslaan, en kleine dingen doen zoals een kraaltje vastpakken. Tussen 2 en 4 jaar leren kinderen zich aankleden en beginnen ze een beetje te tekenen, te knippen en te plakken.
Nieuwkerksedijk 21a I Postbus 106 - 5050 AC Goirle I E
[email protected] I T 013 534 90 27
www.brabantsport.nl
Beweegspelletjes
Meer inspiratie
Zoek de wekker
Kijk voor meer tips, spelletjes en informatie eens op www.beweegkriebels.nl of kijk eens in de bibliotheek naar de onderstaande boeken:
Verstop een kookwekker (eentje die tikt) en zet die op 1 minuut. Laat je kind de wekker zoeken en vinden voordat deze afgaat.
Hindernisbaan Maak in huis een hindernisbaan. Zet bijvoorbeeld een paar stoelen achter elkaar om onder door te kruipen, of bouw een tunneltje met een oud laken, een oude matras om. op te springen. Laat je kind zelf meedenken en spulletjes klaar leggen. Dit kan natuurlijk ook buiten. Het bos is al een prachtige hindernisbaan. Klim op een omgevallen boomstam en spring er van af, kruip onder een laaghangende tak door.
Liedjes met bewegingen Er zijn veel kinderliedjes waarin bewegingen voorkomen die je samen kunt doen: Ik stond laatst voor een poppenkraam, De Zevensprong, Zagen, zagen, Jan Huigen, Hoofd, schouder, knie en teen, Twee emmertjes water halen. Ken je ze nog? Zoek anders eens op het internet, in de bibliotheek of snuffel op een rommelmarkt naar CD’s met kinderliedjes.
Zoek hetzelfde Zoek buiten in de natuur een voorwerp (bijvoorbeeld een dennenappel, takje). Laat je kind daarna precies hetzelfde voorwerp zoeken. Draai daarna de rollen om. Let op dat je alleen voorwerpen uit de natuur gebruikt die op de grond liggen (dus niets afbreken of plukken)
Titel: Stap voor stap. Hoe stimuleer je de motorische ontwikkeling van je kind Auteur: Liesbeth Verhoeven Uitgever: Lannoo ISBN10: 9020991906 Titel: Inspelen op baby’s en peuters Auteur: Marianne Riksen-Walraven Uitgever: Bohn Stafleu Van Loghum ISBN10: 9031321842 Vergeet ook niet om zelf het gezonde voorbeeld te geven. Kijk daarvoor op de website Hetgezondevoorbeeld.nl.
Volg het weggetje Teken buiten lange lijnen van verschillende kleuren stoepkrijt. Laat je kind steeds een andere kleur volgen. Dit kun je binnen doen met een bolletje wol. Geef je kind het begin van de draad. Loop daarna door het huis met het bolletje. Laat je kind jou zoeken door het touwtje te volgen.
“Touwtje springen” Neem een lang touw. Leg het op de grond en beweeg het heen en weer. Laat je peuter er overheen stappen. En springen, lukt dat ook? Je kunt het touw ook iets hoger houden en je kindje er onderdoor laten gaan.
Spelen met bierviltjes Met bierviltjes kun je heel veel verschillende spelletjes verzinnen. Je kind kan ermee rollen, schuiven, gooien,weggetjes mee leggen en eroverheen lopen. Je kunt er ook “viltjesdans” mee doen; de kinderen bewegen in de ruimte op een muziekje. Als de muziek stopt gaan de kinderen met beide voeten op een viltje staan. Zo kun je ook “Twister” spelen. Je kind loopt rond zonder op de viltjes te komen. Als jij “ja” roept gaat je kind met 1 voet op een viltje staan. Dit kun je uitbreiden naar beide voeten, handen, billen, neus...
De bovenstaande tekst is gebaseerd op: De folder: Lekker Bewegen, beweegtips voor je baby van het NISB, de minizine “peuter” van www.hetgezondevoorbeeld.nl en het boekje: “De ontwikkeling van het jonge kind. De motorische ontwikkeling. Leren door Bewegen” van Hanneke Poot-van der Windt Deze tekst is gemaakt door Sportservice Noord-Brabant in het kader van de Week van de Opvoeding. Dit is mede mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant. Beweegkriebels is een product van Huis voor Beweging.
www.brabantsport.nl | Samen bewegen
Bewegen en sporten
Beweegtips voor je basisschoolkind
Kinderen hebben plezier in bewegen en doen dit het liefst de hele dag. Voldoende beweging is voor je kind ook nu van groot belang. Kinderen moeten zich lekker kunnen uitleven en hun energie kwijt kunnen. Veel bewegen voorkomt bovendien overgewicht. Hun motoriek oefenen kinderen door te spelen. Wanneer ze veel spelletjes doen, krijgen ze behoorlijk wat lichaamsbeweging. En veel buiten spelen is natuurlijk ook erg goed voor een kind. Rond 6 jaar, het einde van de kleutertijd, heeft je kind alle motorische basisvaardigheden onder de knie. Rennen, springen, gooien en vangen, klimmen, fietsen enzovoort. In welke sport gaan ze dat toepassen?
Hoeveel moet je kind bewegen?
Sporten
Dubbel30, da’s 60 minuten bewegen per dag. Iedere dag van de week. Een norm die geldt voor alle kinderen en jongeren in Nederland. Want wie beweegt voelt zich gezonder, fitter en sterker. En dat hoeft heus niet iedere dag een voetbal- of jazzballet- of judotraining te zijn. Ook fietsen van en naar school en actief gamen tellen mee. Laat je kind de beweegtest eens invullen op www.30minutenbewegen.nl/jeugd/home.html En zelf het goede voorbeeld geven helpt ook; kijk eens op www.hetgezondevoorbeeld.nl voor tips en doe zelf ook eens de test.
Voor kinderen zijn er veel mogelijkheden om te gaan sporten. Dat kan bij een sportvereniging, maar ook buurthuizen, buurtsportcoaches en (brede) scholen organiseren na school sportactiviteiten. Bij sommige sportverenigingen kun je al vanaf 4 jaar terecht.
Beweegtips • • • •
Laat je kind boodschappen doen of andere klusjes. Fiets gezamenlijk naar school. Ga samen met je kind een lekker potje voetballen of dansen Daag je kind uit voor een hardloopwedstrijdje; “wie is het eerste thuis?” • Help je kind met het bouwen van een hut. • Maak een wandeling in het bos. Speel verstoppertje onderweg. Of laat je uitdagen door wat je tegenkomt onderweg:klim eens op omgevallen bomen en spring over een beekje.
Tip Meestal mag je kind een paar keer gratis meedoen om te kijken of de sport en de vereniging je kind aanspreken. Ga eens bij een paar verschillende verenigingen meedoen. Soms worden er ook sportkennismakingslessen georganiseerd vanuit de gemeente. Ook een mooie manier om te kijken welke sport nu bij je kind past. Als je je kind al vroeg laat kennismaken met allerlei sporten, leert het dat sporten leuk is. En door het ervaren van verschillende sporten weet je kind ook beter welke sport nu bij hem of haar past. Daar heeft je kind de rest van zijn leven plezier van. Rond 8 jaar kiest je kind meestal zelf voor een bepaalde sport, maar sommige kinderen hebben al jonger een duidelijke voorkeur. Misschien helpt de sportkeuzetest. Vul hem eens samen in.
Nieuwkerksedijk 21a I Postbus 106 - 5050 AC Goirle I E
[email protected] I T 013 534 90 27
www.brabantsport.nl
Sportkeuzetest Stel je hebt de beslissing genomen om lekker te gaan bewegen of sporten, hoe vind je dan iets dat bij jou past? Want wat je ouders, vriendjes of vriendinnetjes leuk vinden, hoeft niet perse ook bij jou te passen. Probeer de onderstaande opdracht maar eens te doen. Misschien kan pappa of mamma je er wel bij helpen. Deze opdracht bestaat uit drie delen. In deel 1 geef je aan welke takken van sport je leuk lijken om te doen. In deel 2 geef je aan wat jij belangrijk en leuk vindt in een sport. In deel 3 probeer je deel 1 en 2 samen te voegen. Deel 1: Wat lijkt me leuk om te doen? Kruis alle activiteiten in de lijst hieronder aan die je leuk lijken om te doen. Beperk je niet tot de sporten die je al kent of al beoefent. acrobatiek acrogym american football atletiek badminton ballet (klassiek, modern, jazz) basketbal bergsport (klimmen, abseilen) boksen countryline dance cricket dans (rock&roll, stijldans) duiksport fietscross fitness frisbee golf handbal handboogsport hardlopen hockey
honk / softbal inline-hockey inline-skate jeu de boules jiu-jitsu judo kanovaren karate korfbal kunstschaatsen kunstzwemmen langlaufen mountainbiking paardrijden parachutespringen/ parasailing Reddend zwemmen roeien rugby schaatsen schermen schoonspringen skateboarden skeeleren
skiën snowboarden streetdance squash taekwondo tafeltennis tennis toerfietsen trampolinespringen (mini)triathlon turnen / gymnastiek voetbal volleybal waterpolo waterskiën wielrennen windsurfen ijshockey zeilen zwemmen * * * *
* Als je zelf nog andere sporten weet die niet op deze lijst voorkomen en die je
Wat vind je leuk in een sport? Kies een sport waarbij jij je prettig voelt; het soort beweging en hoe intensief, zwaar het bewegen is moet bij je passen. Ik houd van spelen met een bal (shuttle, puck, frisbee) Ik houd van sporten met een racket (stick, knuppel, club enz.) Ik vind het leuk om geconcentreerd op iets te mikken Ik houd van duwen, vallen, aanraken Ik houd er niet van dat een ander mij aanraakt Ik vind het leuk om me langere tijd achter elkaar in te spannen (lekker zweten) Ik vind het leuk om veel kracht te gebruiken Ik zoek spanning en avontuur in het bewegen Ik houd van sporten waar het gaat om goed reageren op elkaar Ik laat graag aan een jury en / of publiek zien hoe mooi ik kan bewegen Ik sport graag op muziek Alleen of samen? Ik vind het leuk om alleen te sporten Ik vind het leuk om met anderen te sporten Ik speel graag individueel een wedstrijd Ik speel graag in een team een wedstrijd Ik vind het fijn om in een gemengd team (jongens en meisjes) te spelen Waar wil je sporten? Ik sport het liefst binnen Ik sport het liefst buiten Ik sport graag in het water Ik sport graag in de natuur Ik sport graag in de sneeuw / op ijs Het spel of de knikkers? Ik wil graag winnen Ik vind winnen niet belangrijk, als ik maar lekker speel/beweeg Ik vind gezelligheid tijdens en na het sporten belangrijk Anders
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
leuk lijken om te doen dan kun je die hier invullen.
Deel 2: Waarom vind ik een sport leuk? Misschien heb je al eens kennis gemaakt met een aantal sporten. De ene sport vond je leuker dan de andere. Hoe komt dat? Probeer daar maar eens achter te komen door hieronder aan te kruisen wat jij belangrijk en leuk vindt in een sportactiviteit. Kruis in kolom 1 wat jij belangrijk vindt. Zijn dit er heel veel, kruis dan in kolom 2 de 7 belangrijkste motieven aan. Als jij nog andere motieven hebt om aan sport of bewegen te doen mag je die eronder zetten. Daarbij gaat het niet om een motief als ‘omdat ik het leuk vind’. Het is juist de bedoeling om erachter te komen waarom je het leuk vind.
www.brabantsport.nl | Bewegen en sporten
1
2
Deel 3: Welke sport past nu bij mij? Je combineert nu deel 1 en 2 uit de test. Kies uit de in deel 1 van de test door jouw geselecteerde sporten er 4 die je het allerleukste lijken. Vul die 4 sporten in het onderstaande schema onder A, B, C en D in. Vul bij 1 t/m 7 de belangrijkste door jou in deel 2 van de test gekozen motieven in. Bepaal daarna in welke mate een motief terug te vinden is in de door jou gekozen sporten en vul dit in de tabel in. Werk per tak van sport van links naar rechts in de tabel. helemaal niet tamelijk weinig tamelijk veel heel veel
Sporten
punten 0 1 2 3
1
2
3
4
A B C D
Totalen
Als je alles hebt ingevuld tel je de totalen van de kolommen en de rijen op. Als je de sportkeuzetest hebt uitgevoerd en alles hebt ingevuld, dan heb je inzicht gekregen in welke tak van sport het beste past bij de dingen die jij belangrijk en leuk vindt in een sport.
De bovenstaande tekst is gebaseerd op: www.hetgezondevoorbeeld.nl, www.30minutenbewegen.nl, en www.cjgeindhoven.nl en een sportkeuzetest van NOC*NSF Deze tekst is gemaakt door Sportservice Noord-Brabant in het kader van de Week van de Opvoeding. Dit is mede mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant.
www.brabantsport.nl | Bewegen en sporten
5
6
7
Kenmerken
Totalen