VLAAMS CENTRUM VOOR BEWARING VAN TUINBOUWPRODUCTEN V.C.B.T. vzw WILLEM DE CROYLAAN 42 B-3001 HEVERLEE
BLAD NR. HEVERLEE,
1 van 30 2015-05-11 Titel:
BEPROEVINGSVERSLAG: LITERATUURSTUDIE BEWARING KRUIDEN
Identificatielabel:
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
Adres klant:
Contactpersoon
Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt
Datum staalneming:
/
Karreweg 6 9960 Kruishoutem
Datum aankomst:
/
Datum verslag:
11/05/2015
Opsteller verslag:
Els Bobelyn
Justine Dewitte
[email protected] uven.be Identificatielabel methode:
/
Offerte-ID
201500003 eb v:0
Analysedatum:
/
# non-conformiteiten
/
Aard Staal:
/
Bewaring verse kruiden
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
Document ID : 142 UG nr : 3 Datum indienstname : 23-09-2013
BLAD NR. HEVERLEE,
2 van 30 2015-05-11
Contents 1.
2.
Factoren die de houdbaarheid van verse kruiden beïnvloeden ..................................... 3 1.1.
Plantkunde ....................................................................................................................3
1.2.
Ontwikkeling..................................................................................................................3
1.3.
Temperatuur..................................................................................................................4
1.4.
Ethyleen .........................................................................................................................8
1.5.
Licht .............................................................................................................................10
1.6.
Atmosfeercondities .....................................................................................................10
1.7.
Vochtverlies .................................................................................................................11
1.8.
Microbiële aantasting .................................................................................................12
In de praktijk ............................................................................................................. 16 2.1.
Optimale bewaarcondities voor lange bewaring van kruiden: samenvattende tabel 16
2.2.
Kruiden samen bewaren met andere groenten en fruit ..............................................17
2.3.
Als teler zelf kruiden verpakken .................................................................................19
2.4.
MA-verpakking in de praktijk ......................................................................................24
3.
Leveranciers van verpakkingsmaterialen (incl. MA) .................................................... 27
4.
Leveranciers van verpakkingsmachines ...................................................................... 27
5.
Literatuurlijst ............................................................................................................. 28
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
3 van 30 2015-05-11
1. Factoren die de houdbaarheid van verse kruiden beïnvloeden
1.1. Plantkunde Overblijvende kruiden uit droge gebieden zoals rotsachtige hellingen in de oostelijke Middellandse Zee (salie, rozemarijn en tijm) onderscheiden zich door botanische aanpassingen waardoor het waterverlies beperkt wordt: kleinere bladeren met dikkere waslaag (cuticula), verzonken huidmondjes, minder huidmondjes, ….. Sla-achtige kruiden (rucola (raketsla), veldsla, munt, …) of zelfs in het water levende kruiden (waterkers) hebben grotere blaadjes en meer huidmondjes die kunnen leiden tot sneller vochtverlies. Verschillen in houdbaarheid tussen bladgroenten en bloemgroenten zijn gedocumenteerd voor veel producten, met inbegrip van sla (Lactuca sativa L.), prei (Allium ampeloprasum L.), kool (Brassica oleracea L.), artisjokken Cynara scolymus L. en broccoli (Brassica oleracea L. Ook zijn er grote verschillen in houdbaarheid vastgesteld tussen verschillende soorten en zelfs tussen cultivars van verse kruiden (Cantwell & Reid, 1993).
1.2. Ontwikkeling Veel sla-achtige kruiden worden geoogst als blad (zuring, Rumex acetosa L .; rucola) of als intacte plant (bv. koriander) die kan bestaan uit bladeren van verschillende fysiologische stadia. In studies op de effecten van bladouderdom op de naoogstfysiologie van peterselie stelde (Apeland, 1971) vast dat bij 5 °C de ademhaling in het donker aanvankelijk hoger was bij jongere bladeren dan in oudere bladeren. Onmiddellijk na de oogst daalde de ademhaling voor alle bladeren maar bij de oudere bladeren nam de ademhaling in mindere mate af t.o.v. de jongere bladeren. De totale ademhaling na de oogst was dus bij oudere bladeren groter dan bij jongere bladeren. Deze verschillen in ademhaling correleerden ook met de kwaliteit van de peterselie waarbij de jongere bladeren een langere houdbaarheid hadden t.o.v. de oudere bladeren.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
4 van 30 2015-05-11
1.3. Temperatuur Zoals vele producten met beperkte houdbaarheid is temperatuur de belangrijkste factor die de houdbaarheid beïnvloedt. De snelheid van alle biologische reacties (zoals ademhaling) is groter bij hogere temperatuur. Om producten lang te kunnen bewaren moet de temperatuur bijgevolg beheerst worden. Door een lagere temperatuur wordt: x de ademhaling vertraagd waardoor o het verbruik van reserves vermindert, o de warmteproductie van het product daalt, o het vochtverlies zal verminderen. x de ethyleenproductie en –gevoeligheid geremd. x de microbiële aantasting geremd. Dit alles resulteert in een langere bewaring. Kruiden zijn producten die fel ademen (en dus ook warmte produceren) in vergelijking met andere groenten en fruit. In Figuur 1 kunnen we zien dat bij peterselie de ademhalingswarmte relatief hoog ligt t.o.v. enkel andere referentiegroenten en -fruit. Dus deze warmte afvoeren is belangrijk tijdens de bewaring. 900 Ademhalingswarmte (Watt/ton)
BLAD NR. HEVERLEE,
800 700 600
broccoli
500
peterselie
400 kropsla 300 wortel
200
appel
100 0
0
5
10
15
20
25
Bewaartemperatuur (°C)
Figuur 1 Ademhalingswarmte in functie van de temperatuur voor verschillende producten (http://www.koudecentraal.nl.)
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
5 van 30 2015-05-11
De verschillen in het fysiologische gedrag van de kruiden bij bewaring bij verschillende temperaturen wordt weerspiegeld in de uiteindelijke visuele kwaliteit. De meeste kruiden (met uitzondering van basilicum (Ocimum basilicum L.), Japanse basilicum (Perilla frutescens L. Britton, citroenverbena (Aloysia citriodora P.)) en sommige oreganosoorten) kunnen ongeveer 4 weken bewaard worden bij 0°C met behoud van een goede visuele kwaliteit (Tabel 1). Figuur 2 toont de kwaliteit van bieslook die 10 dagen werd bewaard op respectievelijk 0°C, 5°C en 10°C. 0°C lijkt de meest ideale bewaartemperatuur voor de meeste kruiden. Uit een studie van bewaring van bieslook blijkt dat de houdbaarheid met een week kan verlengd worden als deze bij 0°C worden bewaard t.o.v. een bewaartemperatuur van 4°C. Deze kleine temperatuurdaling zorgt ervoor dat de vergeling en het suikerverlies wordt uitgesteld (Viña & Cerimele, 2009). Koudeschade uit zich vooral in interne en externe verkleuring (bruinverkleuring), vergrote kans op microbieel bederf en beperkte houdbaarheid (Jackman, Yada, Maragoni, Parkin, & Stanley, 1988). Basilicum, Japanse basilicum en sommige oreganosoorten vertonen deze koudeschade. De minimale bewaartemperatuur ligt tussen 8°C en 12°C. (Cantwell & Reid, 1993). Een andere studie toonde aan dat 12°-15°C ideaal zou zijn om koudeschade te vermijden bij basilicum (Elviss et al., 2009). Figuur 3 toont een afbeelding van koudeschade bij basilicum. Voor citroenverbena wordt er een bewaartemperatuur tussen 2 en 7°C aangeraden. Als deze op lagere temperatuur wordt bewaard dan verkleuren de bladpunten bruin (Cresco B.V.). De gevoeligheid voor koudeschade voor bv. basilicum leidt meestal tot praktische problemen wanneer men verpakkingen met gemengde kruiden gaat verkopen. Tijdens de distributie wordt meestal een compromis gezocht en wordt meestal een temperatuur tussen 5°C en 10°C aangehouden. Deze temperatuur leidt dan wel nog tot koudeschade bij basilicum en verkort de houdbaarheid van andere kruiden. Een mogelijk compromis is 8-10°C. (http://postharvest.ucdavis.edu)
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
6 van 30 2015-05-11
Figuur 2 Afbeelding van bieslook bewaard gedurende 12 dagen bij respectievelijk 0, 5 en 10°C. (http://postharvest.ucdavis.edu)
Figuur 3 Afbeelding van koudeschade bij basilicum (http://postharvest.ucdavis.edu)
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
7 van 30 2015-05-11
Tabel 1. Effect van temperatuur op de visuele kwaliteit van verse kruiden na 10 dagen.
Visuele kwaliteitsscore na 10 dagen bij betreffende temperatuur * 0°C 10° 20°C Basilicum 2 8 7 Bieslook 9 6 3 Dille 9 6 2 Dragon 8 6 Echte kervel 8 6 1 Echte salie 9 8 Japanse basilicum 6 8 3 (notenkruid) Marjolein 9 8 1 Munt 9 6 2 Rozemarijn 9 9 7 Tijm 9 8 7 Veldsla 8 5 2 Welriekende 9 7 5 ganzevoet Witte kervel 9 7 4 *kwaliteitsscore 9= uitstekend; 7=goed, kleine afwijkingen; 5=matig, matige afwijkingen, limiet om te kunnen verkopen; 3=zwak, grote afwijkingen; 1= niet meer te consumeren
Factoren (voor de oogst) die dergelijke koudeschade kunnen beïnvloeden zijn de bladouderdom en het oogsttijdstip (Dostal, 1990). Basilicumtakjes en blaadjes van de eerste oogst zijn minder gevoelig voor koudeschade. Blootstelling aan licht vlak voor de oogst levert een positief effect op. Uiteraard zijn er ook verschillen in koudeschade naargelang de cultivar en soort. Gecontroleerde atmosfeercondities blijken ook niet te helpen om koudeschade te verminderen. Naast koudeschade bestaat er uiteraard ook vriesschade. Vriesschade uit zich in donkere doorzichtige oppervlakken die na het ontdooien vlug achteruitgaan qua houdbaarheid. Vriesschade ontwikkelt zich bij dille vanaf -0.7°C, bij bieslook vanaf -0.9°C en bij peterselie vanaf -1.1 °C (http://postharvest.ucdavis.edu).
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
8 van 30 2015-05-11
1.4. Ethyleen Ethyleen is een plantenhormoon dat gerelateerd is met rijping. Bladweefsel zelf produceert zeer weinig ethyleen, maar is zelf wel zeer gevoelig voor ethyleen uit de omgeving (Kader, 1985). Er is al een effect zichtbaar vanaf de lage concentraties van 0.1 tot 10 μl/liter (ppm). De ruimtes waarin groenten worden verhandeld en getransporteerd bevatten soms al concentraties meer dan 1 μl/liter (ppm). Vegetatief weefsel kan op verschillende manieren reageren op ethyleen (Reid, 1987). De afwijkingen die het meest gezien worden zijn bladvergeling, het afvallen van het blad en bladepinastie (neerwaartse groei van de bladeren waardoor de plant verwelkt lijkt) (Tabel 2 en Figuur 4). Belangrijk is dat de ethyleengevoeligheid afhankelijk is van de temperatuur. Ethyleengevoelige kruiden die worden bewaard bij 0°C blijken niet te reageren op een ethyleenconcentratie van 10 ppm, terwijl bij 10°C de visuele kwaliteit wel achteruitgaat.
Figuur 4 Ethyleenschade bij peterselie bij toenemende concentraties aan ethyleen, bewaard gedurende 1 week bij 22°C. (http://postharvest.ucdavis.edu)
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
9 van 30 2015-05-11
Tabel 2. Effect van ethyleen op verse kruiden bij kamertemperatuur na 7 dagen
Ethyleengevoeligheid vergeling Basilicum Bonenkruid Marjolein Munt Oregano Peterselie Rozemarijn Salie Tijm
++ ++ +++ +++ ++ +++ +
++ ++ + +++ +
Visuele symptomen* epinastie Afvallen van blad ++ ++ +++ + ++ ++ ++ -
*ethyleengevoeligheid: - = geen effect tot 30 ppm ethyleen; += effect vanaf 30 ppm ethyleen; ++ = effect vanaf 9 ppm ethyleen; +++ = effect vanaf 0.4 ppm ethyleen. Visuele symptomen: - = geen; + = weinig symptomen; ++ = matig; +++ = veel.
Het gebruik van ethyleenblokkers voor een langere houdbaarheid in de groente- en fruitsector werd populair de laatste jaren. De werking van 1-MCP (1-methylcyclopropeen) als ethyleenblokker is gebaseerd op het feit dat dit product concurreert met ethyleen voor de binding op de ethyleenreceptoren van de cellen. Omdat die cellen de dubbele binding van 1MCP verkiezen boven ethyleen, kan dit middel een verdere rijping van het product stilleggen. Voor kruiden zijn er ook enkele artikelen (Ella, Zion, Nehemia, & Amnon, 2003; Jiang, Sheng, Zhou, Zhang, & Liu, 2002) die aangeven dat de houdbaarheid algemeen verbetert wanneer met bvb. 1-MCP gaat gebruiken maar tegelijkertijd wordt ook aangegeven dat de inwendige ethyleensynthese soms wordt versneld bij het gebruik van ethyleenblokkers. Dus zeker bij verpakkingen met gemengde inhoud van groenten en kruiden worden ethyleenblokkers niet aanbevolen. Als kruiden verpakt zijn kunnen we stellen dat de impact van ethyleen uit de omgeving minimaal is.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
10 van 30 2015-05-11
1.5. Licht Algemeen heeft licht een positieve invloed op de houdbaarheid van bladachtige groenten/kruiden. Lichtniveaus net boven het lichtcompensatiepunt (minimaal lichtniveau voor fotosynthese) blijken het meest effectief. (Lipton, 1987; Thimann, 1980). Bij basilicum toont zelfs een recentere studie (Costa, Millan Montano, Carrión, Rolny, & Guiamet, 2013) aan dat lichtpulsen met een intensiteit lager dan het lichtcompensatiepunt de houdbaarheid van basilicum verbetert. In deze studie werden lichtpulsen gebruikt gedurende 2 uur bij 20°C. De achteruitgang van het chlorofylniveau en het eiwitniveau daalde gevoelig.
1.6. Atmosfeercondities De termen "gecontroleerde" (CA) en "gewijzigde (modified)" (MA) atmosfeercondities verwijzen naar de verandering van de atmosfeergassen, voornamelijk zuurstof (O2) en koolstofdioxide(CO2) rond het product t.o.v. gewone luchtcondities. Wijziging in de atmosfeer worden beschouwd als een aanvulling op, niet als een vervanging van een adequaat temperatuurbeheer. Terwijl relatief weinig is gekend rond CA en MA voor verse kruiden, wordt er verondersteld dat kruiden op dezelfde wijze reageren zoals andere groene weefsels. Algemeen vertragen verlaagde zuurstofconcentraties en verhoogde CO2-concentraties de veroudering van geoogst plantmateriaal (Saltveit, 1985), door effecten op de ademhaling, ethyleensynthese en respons, cellulaire samenstelling en andere metabole veranderingen. Een studie (Apeland, 1971) stelde vast dat alleen verlaagde O2-concentraties of in combinatie met verhoogde CO2-concentraties het kleurverlies van peterselie verminderde. De conditie met 10% O2 en 16% CO2 bleek het best de kleur van peterselie te behouden. Ishi & Okubo (1984) zagen dat een hoge CO2-concentratie van 7% bij 10°C een positieve invloed had op de kleur en de ademhaling vertraagde bij de zeer bederfelijke Chinese bieslook (Allium tuberosum Rottl. Ex K. Spreng.) Een MA-verpakking bij 0°C had geen meerwaarde t.o.v. gewone lucht bij 0°C. Bij hogere temperaturen (20°C of 30°C) resulteerden anaërobe condities in aroma-afwijkingen tenzij de plastic zakken geperforeerd waren om O2concentraties van tenminste 4% te behouden. In een MA-studie (Aharoni, Dvir, Chalupowicz, & Aharon, 1993) werd gevonden dat verhoogde CO2-concentraties in gesealde verpakkingen volledig het verouderingseffect van ethyleen
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
11 van 30 2015-05-11
tegengingen bij ethyleengevoelige kruiden (echte kervel, bieslook, dille, koriander, waterkers, peterselie en veldzuring). Lange & Cameron (1994) onderzochten het effect van gecontroleerde atmosfeer (CA) op de ontwikkeling van de schadesymptomen en houdbaarheid van basilicum (Ocimum basilicum L.). Basilicumstekken werden in het donker bewaard bij 20 °C in microgeperforeerde polyethyleenverpakkingen bij de volgende atmosfeercondities: O2/CO2: 21%/0% (lucht), 21%/5%, 21%/10%, 21%/15%, 21%/20%, 21%/25%, 0,5%/0%, 0,5%/5%, 1%/0%, 1,5%/0%, 2%/0%, 1%/5%, 1,5%/5%, 1.5%/7.5% en 1.5%/10%. Om de gewenste atmosfeercondities te bereiken werd lucht en CO2 gemengd met stikstof en in de verpakking geblazen. Basilicum bewaard bij condities met zuurstof lager dan 1% ontwikkelde al na 3 dagen donkere, met water doordrenkte laesies op het jonge weefsel. Concentraties hoger dan 15% CO2 veroorzaakten bruine vlekken op al het weefsel. De beste conditie bleek 1,5% O2 en 0% CO2 waarbij de basilicum een gemiddelde houdbaarheid had van 45 dagen, vergeleken met 18 dagen bij gewone luchtcondities. Het lijkt er dus op dat basilicum gevoelig is voor hoge CO2schade. Geen enkele van de geteste CA-combinaties kon koudesschade (bij 5°C) reduceren. Anderson et al. (2011) concludeerden ook dat verhoogde CO2-concentraties de houdbaarheid van basilicum negatief beïnvloedden. Dit was ook zo voor rozemarijn maar in mindere mate. Deze studie wees ook uit dat een bewaring in licht de vergeling van basilicum en rozemarijn vertraagde t.o.v. een bewaring in het donker. Door het licht kan de fotosynthese nog doorgaan waardoor de CO2-concentratie ook wordt gereduceerd. Er kan dus besloten worden dat CA wel een meerwaarde kan bieden voor kruiden afhankelijk van het soort kruid. Bij lage temperaturen zoals 0°C zal de meerwaarde echter van minder betekenis zijn. Elk kruid zal zijn eigen optimale CA- conditie hebben, bij basilicum bv. mag men de CO2-concentratie niet te hoog laten oplopen.
1.7. Vochtverlies Vochtverlies tijdens de bewaring kan geremd worden door x x x
Toevoegen van vocht (vernevelingssystemen) Goede koeling Verpakking
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
12 van 30 2015-05-11
Als kruiden verpakt worden bewaard bij de teler zelf is er geen probleem naar vochtverlies toe. Als kruiden onverpakt bewaard worden, wordt best de relatieve vochtigheid goed in de gaten gehouden, deze moet hoog genoeg zijn (90-100%). Een standaardkoelcel zal maximum 90% halen. Omdat kruiden relatief kort bewaard worden, worden er niet echt actieve bevochtigingssystemen aangeraden. Bij de verpakking van kruiden wordt er vooral naar gestreefd om het vochtverlies te beperken. (Aharoni, N., Dvir, O. & Reuveni, 1989) toonden aan dat zowel geperforeerde als nietgeperforeerde plasticverpakkingen het waterverlies reduceerden en de een positieve invloed hadden op de kwaliteit bij waterkers, dille en bieslook. (Cantwell & Reid, 1993) zagen ook dezelfde resultaten bij munt en tijm. Temperatuurschommelingen gedurende de distributieketen bij plastic verpakkingen geven vaak aanleiding tot condensatie. Dit vrij vocht verhoogt het risico op microbieel bederf. Dus een hoge relatieve vochtigheid aanhouden is belangrijk voor de houdbaarheid maar vrij vocht speelt dan weer in het voordeel van schimmels en bacteriën (Shirazi, A. & Cameron, 1987). Om condensatie te verminderen in verpakkingen wordt er in de praktijk typisch een antifog(mist)-coating gebruikt aan de binnenkant van de verpakking. In de meeste gevallen bestaat de binnenkant van de verpakking uit een polyethyleen- of polypropyleenlaag, die zeer hydrofoob (waterafstotend) is waardoor aanwezige waterdruppels zeer gemakkelijk te zien zijn (te groot verschil in oppervlaktespanning). Een antifog-coating wijzigt de oppervlaktespanning van de binnenlaag waardoor het vocht meer een filmlaag vormt i.p.v. druppels. Dit kan gebeuren door een coating aan te brengen (die mag wel niet interfereren met het sealproces tijdens het sluiten van verpakkingen) of door te werken met een additief in de binnenlaag dat geleidelijk migreert in kleine concentraties naar de oppervlakte. (Pack4Food, Rosen-Kligvasser, Suckeveriene, Tchoudakov, & Narkis, 2014). De antifog-coatings hebben ook het voordeel dat de microbiologische kwaliteit verbetert. De antifog-coating is reeds standaardpraktijk bij de meeste folieleveranciers. Zie referentielijst folieleveranciers paragraaf 3.
1.8. Microbiële aantasting Algemeen kunnen we stellen dat de aantasting door micro-organismen zal verminderen indien
er bewaard wordt beneden de 7°C (Baylis, Uyttendaele, Joosten, & Davies, 2007; Delaquis, Bach, & Dinu, 2011) . Figuur 5 en Figuur 6 tonen respectievelijk het verloop van de microbiële
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
13 van 30 2015-05-11
aantasting bij versneden sla door Listeria species en Pseudonomonas species bij een bewaartemperatuur van 7°C en 4 °C. Het is duidelijk dat de microbiële aantasting bij een bewaartemperatuur van 4°C veel trager verloopt dan bij een temperatuur van 7°C (Geysen et al., 2006).
8 8.0
7
5 4.0
Listeria Grens Listeria Temperatuur (°C)
Pseudomonas Grens Pseudomonas
4 3
2.0
Temperatuur (°C)
6
6.0
log(cfu/g)
BLAD NR. HEVERLEE,
2 0.0 1 -2.0
0 0
1
2
3 Tijd (dagen)
4
5
6
Figuur 5 Verloop van aantasting door Listeria sp. en Pseudomonas sp. bij versneden sla bij 7°C.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
14 van 30 2015-05-11
4.5 8.0
4 3.5 3
4.0
Listeria Grens Listeria Temperatuur (°C)
2.5
Pseudomonas Grens Pseudomonas
2
2.0
1.5
Temperatuur (°C)
6.0
log(cfu/g)
BLAD NR. HEVERLEE,
1 0.0 0.5 -2.0
0 0
1
2
3 Tijd (dagen)
4
5
6
Figuur 6 Verloop van aantasting door Listeria sp. en Pseudomonas sp bij versneden sla bij 4°C. Voor basilicum lijkt het erop om een compromis te zoeken tussen microbiële veiligheid en visuele kwaliteit. Een bewaartemperatuur van 10°C lijkt een redelijk compromis (Cantwell & Reid, 1993). Om de aantasting door micro-organismen te vermijden is het uiteraard nodig om genoeg aandacht te besteden aan hygiënemaatregelen: x
kruisbesmetting vermijden door besmet product te verwijderen:
x
niet enkel besmet maar ook beschadigd product verwijderen omdat deze ook een bron kunnen zijn van besmetting; ook de ademhaling en de ethyleenproductie van beschadigde producten is hoger
x
werken met propere kisten, …
Antimicrobiële coatings in verpakking krijgen de laatste jaren ook veel aandacht, men gaat veelal op zoek naar additieven op basis van het anorganische zilver (Martinez-Abad, Sanchez, Lagaron, & Ocio, 2012). Zilverionen (Ag+) zijn immers reeds algemeen bacteriedodend bij lage concentraties (0.001 ppm), die onschadelijk zijn voor de mens. Bovendien worden zilverionen gevormd onder vochtige omstandigheden, dus bij voor bacteriën gunstige groeiomstandigheden. Door ionenwisselaars aan te brengen rond zilver kan men de zilverionen gerichter laten vrijkomen en is er minder zilver nodig. De zilveradditieven zijn
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
15 van 30 2015-05-11
bestand tegen veelvuldig reinigen, zijn resistent (500°C, pH 1-13) en logen niet uit (extreem lage oplosbaarheid). Dit alles garandeert een veilige en lange termijnwerking. Een voorbeeld van een dergelijk additief is AgCl geabsorbeerd op een poreuze drager (zeolieten, SiO2,..), dat in combinatie met food grade polyester bindmiddelen een poedercoating vormt die door FDA (US Food and Drug Administration) goedgekeurd is voor contact met droge, waterige en vethoudende voedingsmiddelen (Flanders Food Radar 24/11/2011). Bij het inschatten van de effectiviteit van antibacteriële coatings (de mate waarin ze bacteriële groei afremmen) dient men zich ervan bewust te zijn dat dit afhankelijk is van omgevingscondities zoals temperatuur en relatieve vochtigheid. Hun technische en economische toepasbaarheid moet dus geval per geval bekeken worden. Ten slotte moet men de bijdrage van de coatings zien in combinatie met andere hygiënemaatregelen zoals hygiënisch ontwerp van gebouwen en processen en de geldende reinigingsprocedures (Flanders Food Radar 24/11/2011). Nuttige links voor antimicrobiële coatings: x x x x x x
Murtfeldt – www.mata.nl DSM – www.dsm.com Dow – www.dow.com PolyChem Alloy - www.polychemalloy.com Oxyplast – www.protechpowder.com Sirris - www.sirris.be
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
16 van 30 2015-05-11
2. In de praktijk
2.1. Optimale bewaarcondities voor lange bewaring van kruiden: samenvattende tabel Hierna volgt in Tabel 3 een samenvattende tabel met de optimale bewaarcondities (temperatuur, relatieve vochtigheid en ethyleengevoeligheid) voor verschillende kruiden.
Bieslook
0
95-100
Koriander
0-1
95-100
Dille
0
95-100
Welriekende ganzevoet
0-5
Munt
hoog
7 dagen
2% O2 + <10% CO2
Hoog
2 weken
3% O2 + 7-10% CO2 of 21% O2 + 7-10% CO2
zeer laag
Hoog
1-2 weken
5-10% O2 + 510% CO2
90-95
zeer laag
Middelmatig
1-2 weken
0
95-100
zeer laag
Hoog
2-3 weken
Oregano
0-5
90-95
zeer laag
Middelmatig
1-2 weken
Peterselie
0
95-100
zeer laag
hoog
1-2 maand
Japanse basilicum (notenkruid)
10
95
zeer laag
middelmatig
7 dagen
Echte salie
0
90-95
2-3 weken
Tijm
0
90-95
2-3 weken
Citroenverbena
2-7 *
-0.9
-0.7
-1.1
Ethyleenproductie
CA-conditie
90
Bewaarduur
10
Ethyleengevoeligheid
Basilicum
Maximum vriestemperatuur (°C)
Bewaartemperatuur (°C) Relatieve vochtigheid (%)
Tabel 3 Optimale bewaarcondities voor lange bewaring van kruiden (Cantwell, M., UC Davis)
Naam kruid
BLAD NR. HEVERLEE,
zeer laag laag
Middelmatig
zeer laag
*Ref. Cresco B.V.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
5-10% O2 + 510% CO2
5-10% O2 + 510% CO2
BLAD NR. HEVERLEE,
17 van 30 2015-05-11
2.2. Kruiden samen (kort) bewaren met andere groenten en fruit Naar de praktijk toe, toont Tabel 4 aan welke producten bij korte bewaring of transport bij elkaar kunnen bewaard worden en welke niet. Met 4 koelzones kom je al een heel eind om aan de specifieke eisen van elk product tegemoet te komen. Allereerst heb je een koude zone nodig (1 à 2°C) om ethyleenproducerende producten in te plaatsen. Daarnaast heb je een koude zone (ook 1 à 2°C) nodig om producten te stockeren die ethyleengevoelig zijn maar ook koud bewaard moeten worden. Een derde ethyleenvrije zone van 8 à 10°C leent zich voor bonen, paprika’s en citrusvruchten (ook basilicum) en in een vierde zone van hogere temperatuur (13 à 15°C) stockeert men de meeste vruchtgroenten en tropische vruchten. Voor de opmaak van deze combinatietabel werd rekening gehouden met een aantal belangrijke factoren. De temperatuur speelt de belangrijkste rol: ieder product heeft zijn eigen optimale bewaartemperatuur, waarbij de kwaliteit het langst behouden blijft. Bij een temperatuur boven deze optimale temperatuur gaat het product versneld afleven en versheid verliezen. Bij een te lage temperatuur zullen een aantal producten koudeschade ondervinden (bv. basilicum): deze schade hangt af van de duur van de blootstelling. Voor kortstondig transport stellen zich daarom niet automatisch problemen met koudeschade, voor bewaring tijdens het weekend kan soms wel al schade optreden. Een extra probleem stelt zich bij koud weer. Tijdens transport met open vrachtwagens, die slechts met een zeil het product beschermen van de buitentemperatuur, kunnen producten die bij hogere temperatuur bewaard worden op een dergelijke vrachtwagen schade oplopen door te lage temperaturen. Hetzelfde kan gebeuren bij opslag van deze producten in een onverwarmde loods. Een tweede factor die de combinatiemogelijkheid zal bepalen is de gevoeligheid van de producten voor ethyleen. Een aantal tuinbouwproducten produceren ethyleen, een rijpingshormoon, waarvoor een aantal andere producten zeer gevoelig zijn. Ethyleengevoelige producten moeten gescheiden bewaard worden van ethyleenproducerende producten. Deze onverenigbaarheid speelt sterker bij hogere temperatuur: bij lage temperatuur en voor kortere tijd zijn sommige combinaties wel mogelijk in noodgevallen. Tenslotte geven sommige producten “geurtjes” af, die de geur van andere producten gaat beïnvloeden: bv. door bewaring van uien of aardappelen bij appels zullen de appels in het eerste geval een uiachtige en in het tweede geval een grondgeur krijgen.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
18 van 30 2015-05-11
In het geval van verse kruiden geeft de combinatietabel (Tabel 4) dus inderdaad weer dat kruiden best zo koel mogelijk bewaard kunnen worden bij hogere relatieve vochtigheid en in afwezigheid van ethyleen. Voor basilicum is het compromis de zone van 8-10°C zonder aanwezigheid van ethyleen. Tabel 4 Combinatietabel voor transport en korte bewaring van de meeste tuinbouwproducten. 1 tot 2°C 85-95% R.V. (Koelzone 1)
1 tot 2°C 90-98% R.V. geen ethyleen (Koelzone 2)
8 tot 10°C 85-90% R.V. geen ethyleen (Koelzone 3)
13 tot 15°C 85-90% R.V. (Koelzone 4)
Aardbei
Andijvie
Mais (zoet)
Aardappel (bewaar)
Ananas
Appel
Artisjok
Peterselie
Bonen
Aubergine
Abrikoos
Asperge
Prei
Citroen
Avocado
Druif (zonder zwaveldioxide)
Bes
Rabarber
Clementine
Banaan
Kers
Broccoli
Radicchio (roodlof)
Courgette
Citroen
Kiwi
Champignon
Radijs
Komkommer
Gemberwortel
Koolrabi
Druif (zonder zwaveldioxide)
Schorseneer
Mandarijn
Limoen
Peer
Erwt
Selderij
Paprika
Mango
Perzik
Kersen
Slasoorten
Sinaasappel
Meloen
Pruim
Knolselder
Spinazie
Aubergine
Passievrucht
Kruiden (vers)
Spruiten
Basilicum
Pompelmoes
Koolsoorten
Ui (vers)
Pompoen
Venkel
Tomaat
Witloof Wortel
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
19 van 30 2015-05-11
Indien je producten wil bewaren die in de 4 koelzones (zie Tabel 4) voorkomen en je beschikt over mindere koelruimtes dan zijn er de volgende richtlijnen: x x x x x x
Hou de temperatuur zo kort mogelijk bij de optimale temperatuur Een compromis is mogelijk voor korte tijd. Zet het product nooit te koud, liever te warm. Hou de relatieve vochtigheid hoog (bladgroenten, kruiden,…). Er kan afgedekt worden. Zorg voor een goede luchtcirculatie Zorg voor een goede luchtverversing. Voor een ethyleengevoelig product kan je je houden aan 2 x het volume per uur
Heb je 3 koelzones: x
Opteer dan om koelzone 1 en 2 samen te zetten en koelzone 3 en 4 apart.
Heb je 2 koelzones: x
Opteer dan om koelzone 1 en 2 samen te zetten en een zone te maken met temperaturen volgens koelzone 3.
2.3. Als teler zelf kruiden verpakken Bij de verpakking van kruiden wordt er vooral naar gestreefd om het vochtverlies te beperken. Allereerst zal er gekozen moeten worden met welk soort verpakking men wil werken. Kiest men voor een dichte verpakking dan wordt in de praktijk zowel met zakjes, schaaltjes en plastic doosjes gewerkt. Er kan ook gekozen worden voor schaaltjes met een folie erover. Soms worden ook half-open verpakkingen gebruikt maar dit is naar vochtverlies niet zozeer aan te raden. Als de kruiden volledig verpakt zijn (niet gedeeltelijk) hoeft er zeker geen bijkomend vocht (besproeien of vochtig papier in de verpakking) in de verpakking aangebracht te worden. Dit zou eerder nadelige gevolgen hebben naar de microbiologische kwaliteit toe. Bij gebruik van zakjes of schaaltjes met folie is er het voordeel dat je naar MA-verpakking (met microperforatie in de folie) kan overgaan (zie § 2.4.). Als je plastic doosjes gebruikt dan heb je dit voordeel niet, deze kunnen wel macro-geperforeerd worden.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
20 van 30 2015-05-11
In plastic doosjes worden er in de praktijk meestal kleinere hoeveelheden verpakt terwijl bij zakjes er dikwijls grotere hoeveelheden kunnen worden verpakt. Als je plastic zakjes gebruikt dan is polypropyleen meestal één van de betere keuzes als verpakkingsfolie, dit vooral naar doorlaatbaarheid van gassen en vocht. Ook maakt deze plastic een knisperend geluid en daardoor ziet de consument dit als een vers product. Bij gebruik van plastic doosjes is in eerste instantie polyethyleen de meeste gebruikte plasticfolie, ook polypropyleen en PVC kunnen gebruikt worden. Indien met ook rekening wil houden met het milieu-aspect dan kan PLA-plastic (PLA: polylactic acid) gebruikt worden. Deze is namelijk biodegradeerbaar. Bron: Pack4Food
Figuur 7 Voorbeeld van een doosjesverpakking (http://www.meulemangroentezaak.nl/kruiden)
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
21 van 30 2015-05-11
Figuur 8 Voorbeeld van bewaring in een zakje (www.aroma-herbs.com)
Indien men kiest voor bewaring in zakjes kan men zelf deze zakjes afsluiten/sealen met relatief simpele apparatuur (handsealers) Handsealers Heatsealers De meest geschikte verpakkingsmaterialen voor deze heatsealers zijn polypropyleen en diverse laminaten. Maakt men gebruik van biodegradeerbare folie (PLA: polylactic acid) dan zijn heatsealers niet geschikt. Heatsealers hoeft u slechts gedurende een korte tijd op te warmen waarna de sealbalken continu verwarmd blijven. Onderstaande sealer is een voorbeeld van kleine heatsealer:
Figuur 9 Eenvoudige hand heatsealer (www.kopp-packaging.com)
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
22 van 30 2015-05-11
Deze heatseal-tangen worden gebruikt voor vele toepassingen waarbij met heatseal apparatuur “op locatie” moet worden gewerkt. Het aansluitsnoer zorgt ervoor dat de gebruiker voldoende mobiel is en “naar de verpakking toe kan”. De geïsoleerde handgreep blijft op een comfortabele temperatuur, ook wanneer de temperatuur van de sealbalken oploopt naar (max.) 250 °C. De temperatuur van de sealbalken kan traploos worden ingesteld van 60 °C tot 250 °C, afhankelijk van dikte en soort te sealen folie. Deze sealers zijn uiterst eenvoudig te bedienen. De sealbalken worden handmatig gesloten. Na het sealen kunt u de tang weer openen en de folie wegnemen. De sealer is verkrijgbaar in verschillende lengte-uitvoeringen. Richtprijs: ± € 800 Als je zakjes wil sealen op een tafel dan is bvb. volgend model van heatsealer aan te raden:
Figuur 10 Voorbeeld van een heatsealer voor gebruik met tafel (merk: Audion Elektro)
Richtprijs: 300 eur.
Impulssealers Impulssealers zijn ideaal om kant-en-klare zakjes of buisfolie mee te sealen. Kenmerk van deze impulssealers is dat de sealbalken niet continu heet zijn maar met een 'impuls' worden verwarmd op het moment dat de sealbalken tegen elkaar aangedrukt worden.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
23 van 30 2015-05-11
Figuur 11 Impuls handsealer (merk: Audion Elektro)
Door zijn handzame, mobiele karakter is deze impulssealer uitermate geschikt voor het sealen van diverse en vreemd of moeilijk gevormde producten. Bovendien kunnen de meest gangbare folies geseald worden met deze tangen. Er kan eenvoudig nagegaan worden een bepaalde folie geschikt is voor deze impulssealer door middel van een eenvoudige test. Het apparaat dient aangesloten te worden op een transformator, waarop u de sealtijd kunt instellen, afhankelijk van de gebruikte folie. De lasbalken sluiten zichzelf doormiddel van de sluit (knijp-)beweging van de tang en zodra het knopje wordt ingedrukt (met één vinger te bedienen) begint het sealen, de sealtijd wordt aangegeven door een controlelampje. Nadat de sealtijd voorbij is (maximaal 1 - 3 seconden) stopt het sealen automatisch en kunt u de tang weer openen. Richtprijs: ± € 800
Wil je eerder schaaltjes/trays sealen met rekfolie dan kan volgend type toestel gebruikt worden. Meestal wordt hiervoor Polyethyleen of PVC als folie gebruikt.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
24 van 30 2015-05-11
Figuur 12 Voorbeeld van een handmatige wrapper (merk: Audion Elektro)
Richtprijs: ± € 350 Bovenstaande handsealers vormen nog maar een kleine greep uit het volledige beschikbare gamma van sealers. Er zijn veel verschillende modellen beschikbaar naargelang de soort folie die je wil sealen, het al dan niet gebruiken van een oplegtafel, breedte van de folie, al dan niet gebruik van zakjes, enz….
2.4. MA-verpakking in de praktijk Als groente of fruit wordt verpakt in ondoorlaatbare folie, gebruiken ze, omdat ze blijven ‘ademen’, de in de verpakking beschikbare zuurstof. Dit veroorzaakt een verhoogde concentratie koolstofdioxide (CO2) en leidt tot anaëroob ‘ademen’ met als resultaat een onaangename geur, kleur en smaak. Een te doorlatende folie heeft snel vochtverlies en het bijbehorende verslappen en verschrompelen van het product tot gevolg. MA (modified atmosphere) is een verpakking waarbij de gassamenstelling in de verpakking afwijkt van gewone luchtatmosfeer. Deze wijziging komt tot stand doordat de folie waarin het product verpakt is selectief doorlaatbaar (micro-perforaties) is voor zuurstof en/of CO2, en doordat de groenten of het fruit in de verpakking door hun ademhaling gassen verbruiken of produceren: hierdoor kan een gassamenstelling ontstaan waarbij de vruchten beter bewaren.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
25 van 30 2015-05-11
Hierop speelt MA in. De kunst bestaat er dus in om de ademhaling van het product en de doorlaatbaarheid van de folie op die manier met elkaar in evenwicht te brengen dat de ideale gassamenstelling ontstaat voor goede houdbaarheid. De folie wordt zodanig gekozen dat de gassamenstelling die uiteindelijk wordt bereikt gelijk is aan de optimale. De samenstelling van het gasmengsel dat wordt gebruikt bij het afvullen is dus in feite niet zo belangrijk omdat zij toch zal veranderen tijdens de bewaring. De optimale gassamenstelling wordt in afzonderlijke experimenten bepaald. Er zijn slechts enkele algemene richtlijnen: de zuurstofconcentratie dient zo laag mogelijk te zijn zonder dat er fermentatie (productie van alcohol) optreedt, en dit hangt af van de grootte van het product; de koolzuurgasconcentratie dient zo hoog mogelijk te zijn zonder dat er schade optreedt. De optimale gassamenstelling is zelfs cultivarspecifiek. De optimale gassamenstelling is in eerste plaats een functie van de microstructuur van het weefsel, gastransport in het product, de ademhalingssnelheid van het weefsel en fysiologische processen. Omdat de ideale gassamenstelling voor kruiden nogal soort- en zelfs cultivarspecifiek kan zijn is MA-verpakking niet altijd voor de hand liggend maar kan wel de moeite waard zijn. Folieleveranciers die dergelijk micro-perforeerbare verpakking in hun assortiment hebben zijn te vinden onderaan in de referentielijst. De folieleveranciers bekijken dan welk soort product je wil verpakken en bepalen de perforatiegraad.
Ademhalingsmeter Perfotec (Fast Respiration Meter) De firma Perfotec lanceerde in 2010 een ademhalingsmeter waarmee snel van een bepaalde partij product de ademhaling kan worden bepaald. Binnen 4 uur bepaalt het systeem de zuurstofopname en CO2-afgifte van groente en fruit. Omdat ademhaling nogal partij-afhankelijk is biedt dit systeem voordelen ten opzichte van het standaard uitgaan van de gangbare ademhalingssnelheid van een bepaald standaardproduct. Vooraleer een bepaalde partij wordt verpakt kan deze eerst worden getest en op basis van de testresultaten wordt dan de foliepermeabiliteit(doorlaatbaarheid) bepaald. In praktijk kunnen de testresultaten opgeladen worden op een website om de optimale filmpermeabiliteit te berekenen.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
26 van 30 2015-05-11
Figuur 13 Afbeelding van de ademhalingsmeter van Perfotec (Fast Respiration Meter)
Perfotec biedt eveneens het PerfoTec Lasersysteem aan met de unieke camerabesturing dat de mogelijkheid biedt om de doorlaatbaarheid van de verpakkingsfolie voor elk product te regelen, afhankelijk van de ademhaling van het product per seizoen. De nauwkeurigheid van de ademhaling is direct vertaalbaar naar productspecifieke verpakkingen. Aantal en grootte van perforaties kan op basis van deze meting worden ingesteld. Zo maakt u in huis uw verpakking optimaal of laat u uw verpakking optimaal maken.
Figuur 14 Afbeelding van het Perfotec Lasersysteem
In de praktijk zou de ademhalingsmeter bij de telers ter plaatse kunnen geïnstalleerd worden. De ademhalingsgegevens kunnen dan vervolgens doorgegeven worden aan een folieleverancier. Deze folieleverancier kan dan met het Laser Perforation System de permeabiliteit van de folie bepalen. Een folieleverancier die al ervaring heeft met het laserperforatiesysteem is Sylvaphane (www.sylvaphane.com) en Van der Windt (www.vanderwindt.com). Richtprijs van een ademhalingsmeter is 13 000 eur. Huren van zo’n respiratiemeter is ook een optie.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
27 van 30 2015-05-11
MA-verpakking van kruiden door Prolong® Packaging Technologies De firma Ser Pak Ltd is een Turks bedrijf, gespecialiseerd in de ontwikkeling en verkoop van Prolong Modified Atmosphere/Modified Humidity verpakking. De verpakkingen zouden voor een verlenging van de houdbaarheid van verse kruiden zorgen gaande van 2 tot 4 weken. De firma liet weten dat de retailverpakking nog in volle ontwikkeling is. De firma is ook nog volop bezig met het zoeken naar exporteurs en verschillende verpakkingsbedrijven. Misschien dus iets voor de toekomst. Het wetenschappelijk onderzoek werd uitgevoerd aan de Turkse Mustafa Kemal University.
3. Leveranciers van verpakkingsmaterialen (incl. MA) Amcor (www.amcor.com) (alle soorten verpakkingen) Euralpack (www.euralpack.com) (alle soorten verpakkingen) Packas (www.packas.be) (folies/zakjes) Sylvaphane (www.sylvaphane.com) (folies/zakjes) Van der Windt (www.vanderwindt.com) (alle soorten verpakkingen) Flexfilm (www.flexfilm.nl) (folies/zakjes) NNZ (www.nnz.be) (alle soorten verpakkingen)
4. Leveranciers van verpakkingsmachines Presatendeur (www.presatendeur.eu) Kopp (www.kopp-packaging.com)
GH-Ulma (www.gh-ulma.com) (enkel grote machines)
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
28 van 30 2015-05-11
5. Literatuurlijst Aharoni, N., Dvir, O., Chalupowicz, D., & Aharon, Z. (1993). Coping with postharvest physiology of fresh culinary herbs. Acta Horticulturae, 344, 69–78. Aharoni, N., Dvir, O. & Reuveni, A. (1989). Modfied atmospheres in film packages delay senescence and decay of fresh herbs. Acta Horticulturae, 258, 69–78. Anderson, R. J., Bower, J. P., & Bertling, I. (2011). Effect of light and packaging on shelf-life of fresh-cut sweet basil (Ocimum basilicum) and rosemary (Rosmarinus officinalis). Acta Horticulturae, 911, 573–578. Apeland, J. (1971). Factors affecting respiration and colour during storage of parsley. Acta Horticulturae, 20, 43–52. Baylis, C., Uyttendaele, M., Joosten, H., & Davies, A. (2007). The enterobacteriaceae and their significance to the food industry. Cantwell, M. I., & Reid, M. S. (1993). Postharvest Physiology and Handling of Fresh Culinary Herbs. Journal of Herbs, Spices & Medicinal Plants. doi:10.1300/J044v01n03_09 Costa, L., Millan Montano, Y., Carrión, C., Rolny, N., & Guiamet, J. J. (2013). Application of low intensity light pulses to delay postharvest senescence of Ocimum basilicum leaves. Postharvest Biology and Technology. doi:10.1016/j.postharvbio.2013.06.017 Delaquis, P., Bach, S., & Dinu, L. D. (2011). Behavior of Escherichia coli O157:H7 in leafy vegetables. Journal of Food Protection, 70(8), 1966–1974. Dostal, D. L. (1990). Postharvest Storage of sweet basil. Michigan State University. Ella, L., Zion, A., Nehemia, A., & Amnon, L. (2003). Effect of the ethylene action inhibitor 1methylcyclopropene on parsley leaf senescence and ethylene biosynthesis. Postharvest Biology and Technology, 30, 67–74. doi:10.1016/S0925-5214(03)00080-2 Elviss, N. C., Little, C. L., Hucklesby, L., Sagoo, S., Surman-Lee, S., de Pinna, E., & Threlfall, E. J. (2009). Microbiological study of fresh herbs from retail premises uncovers an international outbreak of salmonellosis. International Journal of Food Microbiology, 134(1-2), 83–88. doi:10.1016/j.ijfoodmicro.2009.01.015 Geysen, S., Escalona, V. H., Verlinden, B. E., Aertsen, a., Geeraerd, a. H., Michiels, C. W., … Nicolaï, B. M. (2006). Validation of predictive growth models describing
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
29 van 30 2015-05-11
superatmospheric oxygen effects on Pseudomonas fluorescens and Listeria innocua on fresh-cut lettuce. International Journal of Food Microbiology, 111(1), 48–58. doi:10.1016/j.ijfoodmicro.2006.04.044 Ishi, K., & Okubo, M. (1984). The keeping quality of Chinese chive (Allium tuberosum Rottler) by low temperature and seal-packaging with polyethylene bag. Journal of the Japanese Society for Horticultural Science, 53(1), 87–95. Jackman, R. L., Yada, R. Y., Maragoni, A., Parkin, K. I., & Stanley, D. W. (1988). Chilling injury: a review of quality aspects. Journal of Food Quality, 11, 253–278. Jiang, W., Sheng, Q., Zhou, X. J., Zhang, M. J., & Liu, X. J. (2002). Regulation of detached coriander leaf senescence by 1-methylcyclopropene and ethylene. Postharvest Biology and Technology, 26, 339–345. doi:10.1016/S0925-5214(02)00068-6 Kader, A. A. (1985). Ethylene-induced senescence and physiological disorders in harvested horticultural crops. HortScience, 20(1), 54–57. Lange, D. D., & Cameron, A. C. (1994). Postharvest Shelf Life of Sweet Basil (Ocimum basilicum). HORTSCIENCE, 29(2), 102–103. Lipton, W. J. (1987). Senesence of leafy vegetables. HortScience, 22(5), 854–859. Martinez-Abad, A., Sanchez, G., Lagaron, J., & Ocio, M. J. (2012). Controlled Release of Silver Ions for Use in Food or other Packaging Applications. In 18th IAPRI World Packaging Conference (pp. 3–6). California. Reid, M. S. (1987). Ethylene in plant growth, development and senescence. In P. J. Davies (Ed.), Plant Hormones and Their Role in Plant Growth and Development (pp. 257–279). Martinus Nijhoff Dordrecht Netherlands. Rosen-Kligvasser, J., Suckeveriene, R. Y., Tchoudakov, R., & Narkis, M. (2014). A Novel Methodology for Controlled Migration of Antifog From Thin Polyolefin Films. Polymer Engineering and Science, 54(9), 2023–2028. doi:10.1002/pen Saltveit, M. (1985). A summary of CA requirements and recommendations for vegetables. In J. Blankenship (Ed.), Controlled Atmospheres for Storage and Transport of Perishable Agricultural Commodities (pp. 471–492). Hort. Rep. No. 126, N.C. State Univ. Raleigh.
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN
BLAD NR. HEVERLEE,
30 van 30 2015-05-11
Shirazi, A. & Cameron, A. C. (1987). Modified humidity packaging: a new concept for improving the success of modified atmosphere packaging of fresh produce. HortScience, 22(5), 1055 (abstract). Thimann, K. V. (1980). Senescence of leaves. In The Senescence in Plants. Viña, S. Z., & Cerimele, E. L. (2009). Quality Changes in Fresh Chives (Allium Schoenoprasum L.) During Refrigerated Storage. Journal of Food Quality, 32(6), 747– 759. doi:10.1111/j.1745-4557.2009.00281.x
Els Bobelyn
Bart Nicolaï
Onderzoeker
Directeur
VCBT/REGISTRATIE/2015/LITERATUURSTUDIE KRUIDEN/RAPPORT/ BEWARING EN VERPAKKING KRUIDEN