LOKAAL BESTUUR
Jaargang 32 nummer 2
Februari 2008
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Op de bres voor mensenrechten Het referendum na Eindhoven Volgt nu de genadeklap?
Werkdruk raadsleden Fractievoorzitters luiden noodklok
Ombudswerk is weer terug De aanpak van Almere
Intervisie helpt raadsleden Ervaringen met het CLB-traject
Kijken over de gemeentegrenzen Jan-Jaap over valkuilen
Friso Spoelstra/HH
clmn
VALKUIL INTEGRITEIT Jan-Jaap van den Berg secretaris CLB
Als politieke partij kun je op allerlei manieren averij oplopen. Waarbij het lang niet altijd gaat om de inhoud. Natuurlijk, politiek is een vak dat kundig handwerk vereist. Maar een goed doortimmerd verhaal alleen garandeert nog niets. Je kunt – als individueel politicus, maar ook als politieke partij – onverhoeds en keihard onderuit gehaald worden met kwesties die op het eerste gezicht niets met het politieke bedrijf te maken hebben. Nauwkeuriger geformuleerd: waarvan je ten onrechte meende dat die er niets mee van doen hadden. Bijvoorbeeld omdat je nog dacht dat dat iemands privé-leven betrof. Nee dus. Ook in Nederland zijn het gedrag van politici en hun persoonlijke leven inmiddels politiek relevant geworden. Waarbij de publieke beeldvorming (media, internet) in staat is secundaire aspecten enorm uit te vergroten, en ook nog eens in no-time. Weldenkende sociaal-democraten vinden dit wellicht een slechte, en misschien zelfs walgelijke ontwikkeling. Dat mag zo zijn, het is inmiddels wel een bikkelharde realiteit. Helaas hebben we de impact daarvan de laatste tijd enkele malen achter elkaar mogen ervaren. In de maanden november en december trok de PvdA eerlijk gezegd meer publiciteit met allerhande affaires dan door onze inbreng in Kamer en kabinet. Zo was er het ‘fietsenkelderincident’ met een partijgenoot-wethouder in Nijmegen, kwamen deelraadsleden uit de Bijlmer in opspraak vanwege vermeende zelfverrijking, mochten zowel die wethouder als die deelraadsleden vervolgens ‘gewoon’ blijven zitten,
en oogstte het Utrechtse burgemeestersreferendum hoon omdat er met slechts twee PvdA-kandidaten niets te kiezen viel. Dergelijke zaken doen het imago van de PvdA bepaald geen goed. Ze geven voeding aan het reeds bestaande en nogal wijd verbreide cynisme jegens de politiek als zodanig, dat zich vervolgens toch al vaak toespitst op de PvdA in het bijzonder: de achterkamertjes, de bestuurders die elkaar de baantjes toeschuiven en overal mee weg komen. Erg vervelend allemaal. Omdat het afleidt van onze sociaal-democratische boodschap, en daar bovendien ook afbreuk aan doet. Integriteit kan snel een politieke valkuil worden. Elke PvdApoliticus, zowel lokaal, provinciaal als landelijk, draagt wat dit betreft dus een verantwoordelijkheid jegens de partij. Die inhoudt dat je ten volle beseft dat je ook buiten de raadszaal en in je vrije tijd PvdA-politicus bent. Uiteindelijk zijn je persoonlijke normen daarbij niet doorslaggevend. Het kan immers best zijn dat een politicus er zelf oprecht van overtuigd is dat met zijn gedrag niets mis is. Maar als de publieke opinie er in meerderheid anders over denkt, ontstaat toch al snel een levensgroot probleem. We mogen van PvdApolitici verwachten dat ze beseffen hoe dit mechanisme werkt. Net zoals we van hen mogen verlangen dat ze met hun gedrag de PvdA niet in diskrediet brengen. We kennen als partij al enige tijd een gedragscode. Er is voldoende aanleiding om dit document nog eens nadrukkelijk ter lezing aan te bevelen.
clfn LOKAAL BESTUUR
Jaargang 32 nummer 2
Februari 2008
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Op de bres voor mensenrechten Het referendum na Eindhoven Volgt nu de genadeklap?
Werkdruk raadsleden Fractievoorzitters luiden noodklok
Ombudswerk is weer terug De aanpak van Almere
Kijken over de Intervisie helpt gemeentegrenzen raadsleden Ervaringen met Jan-Jaap over het CLB-traject valkuilen
omslagfoto Rob van Gijzel en Leen Verbeek tijdens hun strijd om het burgemeester schap van Eindhoven.
Foto Marcel van den Bergh/HH
LOKAAL BESTUUR Maandblad over gemeente- en provinciepolitiek van de PvdA. Verschijnt tien keer per jaar. Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak. UITGAVE Centrum voor Lokaal Bestuur van de Wiardi Beckman Stichting, Postbus 1310, 1000 BH-Amsterdam. ISSN: 0167-0980 32e jaargang no. 2
Na Eindhoven
4 6
BASISLAY-OUT Stan Wagter, csar, Amsterdam VORMGEVING Jos B. Koene, Amsterdam MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jan-Jaap van den Berg (column), Vera Bos, Henk Brauer (De Estafette), Ton Heerts (Afgevaardigde). Mathilde de Jong (dagboek), Renske Keur, Jos Kuijs (Lokale kwesties), Ton Langenhuyzen (2e Kamer), Helbertijn Luijt (dagboek), Mohammed Mohandis (dagboek), Richard Scalzo (Boekbespreking), Jessica Schipper (Persoonlijk), Jurjen Sietsema, Nicole Teeuwen (Onderweg), Stijn Verbruggen (dagboek), Kirsten Verdel, Lyda Westerink PRODUCTIE EN DRUK Thieme Media Center, Rotterdam ABONNEMENTEN Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 20,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 020 5512155. ADVERTENTIES Tarieven en opgave: Recent (Joop Slor), Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. 020 3308998 INTERNET Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl KOPIJ Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
Werkdruk
Wat maakt het raadswerk zo zwaar?
8 10
EINDREDACTIE Jan de Roos SECRETARIAAT Jessica Schipper Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. Telefoon: 020-5512260. E-mail:
[email protected]
Fractievoorzitters van vier grote steden luiden de noodklok
Vier ervaringen
Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na voorafgaande toestemming. REDACTIE Hans Alberse (voorzitter), Jan-Jaap van den Berg, Yasemin Cegerek, Pierre Heijnen, Iris Meerts, Nico Portegijs, Kim Putters, Richard Scalzo, Nicole Teeuwen, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.
Is er nog toekomst voor het (burgemeesters-) referendum?
Samenwerking tussen gemeenten kan veel opleveren
Grenzeloos
Intervisie
Wat raadsleden en wethouders ervan opsteken
12 16
Ervaringen van het team in Almere
Ombudswerk
Achterkant
20
De grootste en de kleinste raadzaal van Overijssel
7 De estafette De PvdA in Venlo 11 EU-LOKAAL Wat lobbyen oplevert 11 Carnaval Gratis openbaar vervoer 13 2 KAMER Strijd over pasfoto’s 14 afgevaardigde Ton Heerts 14 LOKALE KWESTIES Het PvdAverschil 15 BOEKBESPREKING Regionale economie 15 dagboeken van jonge raadsleden 18 onderweg Een kwestie van geduld 19 initiatief van de maand Mensenrechten DE
‘Burgemeesters referendum is vlees noch vis’ ‘Referenda horen in moderne democratie thuis’
HET REFERENDUM Foto WFA
Foto Rein van Zanen
Niesco Dubbelboer
Het burgemeestersreferendum van Eindhoven is nét achter de rug als dit nummer verschijnt. Er werd met extra spanning naar de uitslag en vooral ook naar de opkomst gekeken. Want na het debacle van Utrecht (9,25 procent opkomst) zou een echec in de Lichtstad de genadeklap kunnen zijn voor het referendum. Of is er nog toekomst voor deze vorm van volksinvloed? We vroegen het aan drie betrokkenen/deskundigen.
KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALISTE
Arjen Nijeboer
Niesco Dubbelboer Voormalig lid Tweede Kamer (woordvoerder bestuurlijke vernieuwing) Is het burgemeestersreferendum eigenlijk wel een echt referendum? ‘Nee natuurlijk niet. Een referendum gaat over concrete zaken of thema’s. Het burgemeesters referendum is een zwaar gehandicapte vorm van verkiezingen. Zo’n verkiezing werkt het beste als er iets te kiezen valt, maar wanneer dat niet het geval is zoals in Utrecht (waar het ging tussen twee PvdA’ers, red.) of in Zoetermeer (in deze ‘PvdA-gemeente’ ging het om kandidaten van andere partijen: CDA en VVD, red.) houdt het snel op. Het heeft helemaal niks met het referendum te maken.’ Er zijn de afgelopen jaren diverse referenda geweest, over de Grote Markt in Groningen, een haven in Arnhem, pleinrenovatie in Leeuwarden. Vaak met een te lage opkomst om het referendum geldig te kunnen verklaren. Moeten we niet van het referendum af ? ‘Het is niet waar dat er vaak een te lage opkomst is bij referenda. Alleen daar waar er niks te kiezen valt, zoals bijvoorbeeld in Arnhem, waar de variant van het havenplan die de bevolking graag zag - namelijk geen - niet in stemming werd gebracht. Mensen zijn niet dom! Er zijn tientallen referenda geweest op lokaal niveau, waar goede discussies hebben plaatsgevonden en waar een redelijke tot goede op-
komst te zien is geweest gevolgd door een heldere uitslag. Die dan gelukkig vaak ook weer werd overgenomen door de gemeenteraad.’ Dus niet afschaffen? ‘De conclusie trekken dat door de mislukte burgemeestersverkiezing in Utrecht de gemeentelijke referenda moeten worden afgeschaft is hetzelfde als wanneer we kledingwinkels zouden sluiten omdat er bij een slager bedorven vlees is aangetroffen. Of de zwembaden dichtgooien omdat er iemand op zee verzopen is. Kortom, appels en peren, tang op een varken. Referenda horen in een moderne democratie thuis. Als mensen het willen dan moeten ze in staat zijn om het mandaat, dat ze een keer per vier jaar geven, terug te kunnen nemen rond voor hen belangrijke onderwerpen.’
Arjen Nijeboer Coordinator Referendum Platform Heeft het referendum wel bestaansrecht in het Nederlandse stelsel? ‘De gemiddelde opkomst bij gemeentelijke referenda in Nederland ligt boven de 50 procent. Dat is hoger dan vaak wordt aangenomen. Het hangt wel erg af van het onderwerp. Het is logisch dat er bij een referendum, waar slechts één onderwerp op de agenda staat, minder mensen komen stemmen dan bij een verkiezing, waar in feite alle thema’s tegelijk op de agenda staan. Verder kennen bijna alle Europese staten wel een vorm van
referendum. Nederland is een internationale achterblijver. Als je in een democratie wilt weten of iets bestaansrecht heeft, moet je vragen wat de meerderheid prefereert. Tachtig procent van de Nederlanders is voor invoering van het bindende referendum, blijkt steeds opnieuw uit de polls.’ Is het burgemeestersreferendum een goede manier om een burgemeester te kiezen? ‘Ten eerste is dat, zoals gezegd, geen echt referendum - dat altijd over beleidsinhoudelijke keuzes gaat - maar een verkiezing. Maar ook als verkiezing vind ik het vlees noch vis. Bij een echte verkiezing kan iedereen zich in principe kandidaat stellen en is de uitslag bindend.’ Was het een fout van Utrecht om twee kandidaten naar voren te schuiven die beide PvdA’ers waren? ‘Ja, maar bij een echte verkiezing is er natuurlijk überhaupt geen commissie die de kandidaten selecteert. Stel je voor dat een paar wijze mannen mochten bepalen dat de keuze bij de volgende parlementsverkiezingen is: CDA versus GroenLinks. Dat zou absurd zijn.’ Is een referendum mislukt als de minimumdrempel niet wordt gehaald? ‘Ik ben, met vele internationale referendumdeskundigen, niet voor een minimale opkomstdrempel. Dat is arbitrair en onlogisch. Bij gewone verkiezingen is niemand voor een opkomstdrempel. Ze lokken boycotcampagnes uit omdat het ene kamp soms alleen kan ‘winnen’ door te zorgen dat de opkomstdrempel
‘Het is een manier om de kloof te verkleinen’
M NA EINDHOVEN Foto Peter Smulders
Gaby van den Biggelaar
niet gehaald wordt. Opkomstdrempels geven een premie aan degenen die het debat uit de weg willen gaan, zoals we ook uit Amsterdam weten. In Italië, dat veel nationale referenda houdt, mislukken op die manier de meeste referenda.’
Gaby van den Biggelaar Fractievoorzitter PvdA Eindhoven Waarom wordt het referendum in Eindhoven wel een succes? ‘Burgerparticipatie is heel belangrijk in Eindhoven. Voor allerlei zaken betrekken wij burgers bij beslissingen. Als PvdA vonden we het dan ook belangrijk om burgers zeggenschap te geven over de keuze van een nieuwe burgemeester. Dat is immers degene die voor de gemeente de belangrijkste persoon is. Het referendum zien wij dan ook als een manier om de kloof tussen burger en politiek kleiner te maken. Je moet daarbij wel goed kijken naar de manier waarop je communiceert. Een vertrouwenscommissie heeft de eerste selectie van kandidaten gedaan, waarna de raad heeft beslist wie er aan de bevolking wordt voorgedragen. Het college van B&W organiseert daarna het referendum zelf.’ Is die voorselectie van kandidaten door een vertrouwenscommissie wel nodig? ‘Ja, je kunt niet met 200.000 mensen een voorselectie maken. De burgemeester is in de ogen van veel mensen de belangrijkste persoon in het lokaal bestuur.
We hebben dan ook op zorgvuldige wijze een profielschets opgesteld om ervoor te zorgen dat de burgemeester aan de juiste kwaliteitseisen voldoet. Daar hebben we de Eindhovenaren ook aan mee laten doen. Zij vinden dat de burgemeester vooral voor een sociale en leefbare stad moet zorgen. Als raad hebben we vervolgens het voorwerk gedaan en beslist welke kandidaten mee gaan doen. De raad neemt uiteindelijk ook het officiële besluit over de voordracht. We willen natuurlijk wel een goede burgemeester. Dat wil iedereen!’ Een burgemeester heeft beperkte bevoegdheden. Wat nu als de kandidaten campagne gaan voeren op punten die ze helemaal niet waar kunnen maken omdat ze de bevoegdheid simpelweg niet hebben? ‘Een kandidaat kan heel goed duidelijk maken waar zijn bevoegdheden wel of niet liggen en hoever hij daar in kan gaan. Ik heb er alle vertrouwen in dat kandidaten niet buiten hun grenzen stappen.’ U zei eerder dat de communicatie over het referendum heel belangrijk is. Hoe communiceert Eindhoven het referendum naar de burger? ‘We hebben een uitgebreide voorlichtingscampagne opgezet waarin de procedure goed wordt uitgelegd. Het is heel belangrijk om mensen uit te leggen hoe die in elkaar steekt. In Utrecht voelden mensen zich verrast toen ze twee kandidaten van dezelfde partij kregen voorgelegd. In de profielschets in Eindhoven staat niet voorgeschreven dat de kandidaat lid moet zijn van
een politieke partij, laat staan van welke! Eerder is al beslist dat de politieke partijen waar de kandidaten lid van zijn, niet worden genoemd op het stemformulier. Het is immers een voordracht door de raad. Op dat moment is de kandidaat dan ook niet meer een kandidaat van een politieke partij, maar van de hele raad.’ Zijn er ook andere referenda in Eindhoven gehouden? We kennen meerdere manieren waarop inwoners hun mening kunnen ventileren. In Eindhoven gebeurt dit regelmatig door middel van het indienen van een burgerinitiatief. Daar hebben we er een stuk of vier van achter de rug. Burgers krijgen daarbij niet altijd voor de volle 100% hun zin, maar samen wordt gezocht naar een bevredigende oplossing. Op die manier is het wel effectief.
nws 13e CLB-festival in Burgers’ Zoo in Arnhem Op zaterdagmiddag 5 april houdt het CLB het dertiende festival voor de lokale bestuurders en volksvertegenwoordigers van de PvdA in Burgers’ Zoo in Arnhem. Op alle voor provinciale en lokale bestuurders belangrijke beleidsterreinen zullen smaaken spraakmakende personen aanwezig zijn. Voor een korte uitwisseling van ideeën, voor het leggen van een eerste contact, voor het maken van afspraken. De 10e Wibautlezing zal worden uitgesproken door Paul Kalma, Tweede-Kamerlid en oud-directeur Wiardi Beckman Stichting. Noteer 5 april alvast in uw agenda! Binnenkort ontvangt u van ons de uitnodiging met het definitieve programma.
WERKDRUK: HET IS 5 VOOR 12 Foto Rob Huibers/HH
Het lokale bestuur heeft anno 2008 twee gezichten. Het groeit en bloeit als nooit te voren. En tegelijkertijd staat het onder druk, een enorme werkdruk. Het lidmaatschap van de gemeenteraad is sinds het dualisme een prachtige, maar loodzware baan. Er is een ware uittocht op gang gekomen van raadsleden die vanwege de werkbelasting afhaken. Peter van Heemst, fractievoorzitter van de PvdA Rotterdam, sloeg in de Volkskrant als eerste alarm. Hij signaleerde dat in nog geen anderhalf jaar tijd zes fractievoorzitters in (middel)grote steden het bijltje er bij hebben neergegooid. In dit artikel luidt hij, met de fractievoorzitters van de drie andere grote steden, de noodklok.
Het recente onderzoek van de CDA-bestuurdersvereniging illustreert met sprekende cijfers dat het inderdaad 5 voor 12 is. Van de 1800 CDA-raadsleden vindt de helft de werkdruk te zwaar. Tien procent zou direct willen stoppen. En veertig hebben er sinds maart 2006 hun functie neergelegd. Hoe staat het binnen de PvdA? Van het CLB hebben we tot nu toe weinig over deze sluipende teloorgang van het lokale bestuur gehoord. Maar ook de PvdA moet zich grote zorgen maken. Het is altijd een tikkeltje gênant om als politicus te praten over je eigen werkbelasting, rechtspositie en faciliteiten. Voor je het weet word je weggezet als ‘zakkenvuller’ of erger nog. Of je krijgt te horen dat je toch uit idealisme voor dit werk hebt gekozen en niet voor het geld. Dat i s natuurlijk helemaal waar. Dat idealisme maakt dat wij nog steeds ontzettend van ons werk houden en het iedere dag met heel veel liefde en plezier doen. Maar andere idealisten, zoals Tweede Kamerleden of wethouders hebben als politieke fulltimers wel een solide rechtspositie en dito vergoeding. Voor lokale volksvertegenwoordigers hoort hetzelfde te gelden. En dit debat moeten we snel en goed voeren. Want de kracht van het lokaal bestuur staat op het spel. En dat bestuur zit ons aan het hart gebakken! In de grote steden hebben we te maken met een opeenstapeling van factoren. We halen er een aantal uit.
Ten eerste is het takenpakket van de gemeenten fors uitgebreid en dat gaat nog steeds door. Dat is een goede zaak, want de lokale volksvertegenwoordigers staan veel dichter bij de dagelijkse zorgen en problemen van onze burgers dan de Tweede Kamer! We zijn ons gaan bezighouden met de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), de Wet werk en bijstand (WWB), de uitvoering van het generaal pardon, de aanbesteding van het openbaar vervoer, het aanpakken van asociale bewoners, inburgering en taallessen voor nieuwkomers en - om nog maar iets ingewikkelds te noemen - de vraag hoe het gemeentelijke aandeelhouderschap in energiebedrijven kan worden gebruikt om maatschappelijke belangen te behartigen. Ten tweede de dualisering. Deze nieuwe werkwijze voor het lokaal bestuur heeft zeker een aantal voordelen opgeleverd. Raadsleden hoeven zich niet meer met van alles en nog wat te bemoeien. Tenminste, zo staat het op papier. De werkelijkheid ligt toch beduidend anders. Veel burgers (en hun organisaties) weten de weg naar raadsleden heel goed te vinden. Gelukkig maar. Raadsleden doen er kennelijk toe en dat maakt ons werk zo mooi! Dat bewijzen bijvoorbeeld de honderden uitnodigingen om als raadslid aanwezig te zijn bij buurtfeesten, evenementen, culturele activiteiten, openingen, lezingen en debatten. Maar ook de brieven en e-mails aan raadsleden en fracties over de dingen die
burgers ergeren of dwarszitten. In het nieuwe bestel hebben raadsleden zwaardere taken en verantwoordelijkheden gekregen. Raadsleden zijn voorzitter van de raadscommissies. Dat is een extra taak en verantwoordelijkheid erbij, die - als je het goed wilt doen- extra tijd kost. Werkbezoeken moeten worden voorbereid, de planning van de commissievergadering vraagt tijd en overleg en de commissievoorzitter moet inhoudelijk van veel zaken redelijk goed op de hoogte zijn. Ten derde is er de continue druk van de media. De PvdA heeft een grote stem in de gemeenteraad. En dus weten de krant, tv en radio ons direct te vinden als er wat aan de hand is (of lijkt te zijn!) Nog meer werkdruk Er zijn nog meer zaken die de werkdruk verhogen. Bijvoorbeeld als een gemeenteraad besluit een enquête te houden. Dat betekent dat een aantal raadsleden zich maandenlang gaat inzetten om een kwestie tot op de bodem uit te zoeken. Het komt bovenop het gewone raadswerk dat niet kan worden stopgezet. Ook vragen de rapporten van de lokale Rekenkamer om een adequate reactie en behandeling en hetzelfde geldt voor die van de lokale Ombudsman. En dan hebben we ook nog eens de mogelijkheden van initiatiefvoorstellen. In de eigen achterban én in de buurten en wijken van je gemeente, wordt als volksvertegenwoordiger ook veel van je verwacht. En terecht.
Fractievoorzitters Fractievoorzitters hebben zo hun eigen zorgen. We moeten schakelen tussen: de eigen fractieleden, de coalitiepartijen, de eigen wethouders, de afdeling en de landelijke politiek. Daarbij hebben we alle vier een grote fractie met veel nieuwkomers. Er gaat veel tijd zitten in het coachen en inwerken van de kersverse, onervaren raadsleden. Maar ook het houden van functioneringsgesprekken is een tijdrovende zaak. De ‘verWildering’ van de samenleving stoppen we niet door Manifesten of handtekeningenacties. Wel door ons gezicht te laten zien op de plekken waar boze en bezorgde burgers wonen. Met hen in debat te gaan. En te zorgen dat je een stevig weerwoord kunt geven. In de grote steden is de ondersteuning van fracties vaak beter geregeld dan in de kleinere gemeenten. Daar is vaak niet eens een fractiekamer en in plaats van een secretaresse die de telefoon aanneemt en wat zaken kan regelen, staat er een antwoordapparaat aan en komt er - als de fractie heel veel geluk heeft - af en toe een vrijwilliger wat klusjes doen. Ongetwijfeld is her en der nog wat efficiency in onze werkwijze te bereiken. Maar de onderliggende vraag is en blijft: Wat doen we er aan om de werkbelasting en de rechtspositie van gemeenteraadsleden aanmerkelijk te verbeteren om zo de kracht van het lokale bestuur veilig te stellen. Urgent Dat is vooral met oog op de volgende gemeenteraadsverkiezingen een urgente zaak. Nu haken veel stevige en interessante kandidaten voor de lijst af omdat ze vier jaar raadswerk niet zien als een waardevolle aanvulling op, maar als een lelijke bedreiging van hun loopbaan bij de bank, het ziekenhuis of een eigen bedrijf, laat staan privéleven. Juist een sociaal-democraat doet het politieke werk vooral vanuit een ideaal. Maar met idealen betaal je de huur of de hypotheek niet. Zittende raadsleden zijn blij als ze erin slagen hun periode van vier jaar vol te maken. Dan vinden zij, hun partner en hun baas het welletjes. Ook dat maakt het lokale bestuur kwetsbaar: ervaring spoelt weg. Er is een tekort aan routine om nieuwkomers snel wegwijs te maken. En voor burgers is het weer flink zoeken voor ze er achter zijn wie wat in de nieuwe gemeenteraad doet. Het is dus de hoogste tijd de werkbelasting van raadsleden serieus te nemen. En vooral: ervoor te zorgen dat ze vanaf maart 2010 kunnen rekenen op een solide vergoeding, fatsoenlijke ondersteuning en een behoorlijke rechtspositie. De mensen die ze vertegenwoordigen zijn daar uiteindelijk het meest mee gebaat. Peter van Heemst fractievoorzitter PvdA Rotterdam Manon van der Garde fractievoorzitter PvdA Amsterdam Marieke Bolle fractievoorzitter PvdA Den Haag Frauke van Iperen fractievoorzitter PvdA Utrecht
INITIATIEF VAN DE MAAND
MENSENRECHTEN De Amsterdamse PvdA-raadsleden Sabina Gazic en Jesse Bos hebben een initiatiefvoorstel ingediend om 2009 uit te roepen tot het jaar van de mensenrechten, burgerrechten en politieke rechten. Gazic en Bos vragen het college van B&W dit voorjaar te komen met een plan waarin de mensenrechten centraal staan. Ook roepen ze inwoners van de hoofdstad op dit thema op een zo origineel mogelijke manier onder de aandacht brengen. De Amsterdammer die met het beste idee komt, kan rekenen op een beloning van 10.000 euro, waarmee het idee ook daadwerkelijk kan worden uitgevoerd. De twee raadsleden roepen ook alle maatschappelijke organisaties in de stad op om over de verschillende aspecten van mensenrechten en burgerrechten te discussiëren. ‘We vinden dat de discussie die gevoerd wordt over de multiculturele samenleving is verzand en mensen meer uit elkaar speelt dan samenbrengt,’ aldus Bos en Gazic. Aanleiding voor het initiatief is het 60-jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op 10 december
2008 en de ondertekening 50 jaar geleden van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. Deze verdragen kunnen gezien worden als een gezamenlijk kader voor de discussies in het publieke debat over vrijheid van meningsui-
ting en geloof. In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens gaat het onder meer om gelijke rechten voor mannen en vrouwen, het recht op vrijheid en veiligheid van de persoon, bescherming van vreemdelingen, vrijheid van denken, geweten
Foto Hans Smit
en godsdienst, recht op vrije meningsuiting, verbod op propaganda voor oorlog, racistisch geweld en discriminatie en om gelijkheid voor de wet en rechten voor minderheden (cultuur, godsdienst, taal). Het initiatief van Sabina en Jesse is omarmd door B&W van Amsterdam. Maar ook op landelijk niveau is er belangstelling voor. In de Tweede Kamer heeft Margot Kraneveldt het namens de PvdAfractie onder de aandacht van het kabinet gebracht. Misschien is het een goed idee ook uw gemeente- of provinciebestuur op te wekken tot actie voor de mensenrechten. Info kunt u vinden op de website van Sabine Gazic, www.sabinegazic.nl. U kunt haar ook bellen: 06-52625709.
Sabina Gazic en Jesse Bos
Staat hier volgende keer uw initiatief? Heeft u als PvdA-fractie in de gemeente of de provincie ook een leuk voorstel gerealiseerd waar iedereen eigenlijk jaloers op is? Meld het ons, zodat wij het kunnen doorgeven in onze rubriek Het initiatief van de maand. Op die manier kunnen wellicht ook andere PvdA’ers in het land er hun voordeel mee doen. Dus kom in actie en geef uw initiatief aan ons door! Wij zetten u graag in het zonnetje. Reacties naar:
[email protected]
nws CLB-brochure over nutsbedrijven In de jaren ’90 heeft de overheid veel voormalige nutsbedrijven op afstand gezet. In veel gevallen is de overheid wel eigenaar gebleven door middel van het aandeelhouderschap. De aandelen van waterleidingbedrijven, energieleveranciers en bijvoorbeeld De PvdA en ook Schiphol zijn nog steeds exclusief in handen van gemeenten, overheidsbedrijven provincies en het Rijk. Dit betekent dus dat lokale en provinciale politici op een bepaald moment beslissingen zullen moeten Naar een actief publiek aandeelhouderschap nemen over deze bedrijven, ook al is de dagelijkse leiding in handen van het management. Als PvdA willen we opkomen voor het publieke belang, uiteraard vanuit het sociaal-democratische perspectief. Wij vinden dat bedrijven die in handen zijn van de overheid publieke belangen moeten dienen. Je kunt dan denken aan zaken als veiligheid, het milieu, de continuïteit van levering, en het vaststellen van een redelijke prijs voor geleverde diensten. De vraag is hoe je als PvdA je houding moet bepalen tegenover dergelijke bedrijven. Wil de PvdA een passieve aandeelhouder zijn, die het vooral gaat om voldoende rendement op zijn aandelen? Of willen we aan onze energieleverancier of waterleidingbedrijf ook aanvullende sociale eisen stellen? De zojuist verschenen CLB-handleiding De PvdA en overheidsbedrijven, naar een actief publiek aandeelhouderschap, is bedoeld voor gemeenteraadsleden, statenleden, wethouders en gedeputeerden die in hun provincie of gemeente met overheidsbedrijven te maken hebben. Doel van deze handleiding, geschreven door CLB-medewerker Margriet Visser, is een duidelijk overzicht geven van de bevoegdheden en mogelijkheden die alle politieke actoren hebben. Daarnaast is de handleiding bedoeld om het debat over de precieze invulling van een actief sociaaldemocratisch publiek aandeelhouderschap te ondersteunen. De brochure wordt met dit nummer van Lokaal Bestuur meegezonden aan alle CLB-contribuanten. Het boekje is ook te downloaden via onze website www.lokaalbestuur.nl. Begin maart houdt het CLB een bijeenkomst met Ferd Crone (oud-kamerlid en nutsbedrijven specialist) en kamerlid Mei Li Vos, die deze portefeuille nu beheert, over dit onderwerp. U krijgt hiervoor nog een definitieve uitnodiging.
Trainingen voor fracties Raads- en Statenfracties beschikken over een arsenaal aan ervaringen, opvattingen en kennis. Met elkaar, en voorzien van alle kennis en vaardigheden, proberen ze zoveel mogelijk van hun PvdA-doelen te realiseren. Om er voor te zorgen dat dat ook in een goede sfeer kan gebeuren, zal gewerkt moeten worden aan het vormen van een team en zullen afspraken gemaakt moeten worden over het verdelen van alle taken die gedaan moeten worden. En dat doe je niet één keer in de vier jaar, dat vergt voortdurend onderhoud. Het CLB beschikt over een pool van ervaren trainers. Deze leveren trainingen op maat voor fracties, zoals teambuildtrainingen en het opstellen en evalueren van een fractiewerkplan. Voor deze trainingen heeft het CLB een subsidiepot beschikbaar, waaruit de voorbereidingstijd die een trainer nodig heeft voor het opstellen van een op maat gesneden programma betaald wordt. Het CLB ondersteunt het organiseren van vaardigheidstrainingen in regionaal verband, zowel voor fractieleden als fractievoorzitters. Het CLB neemt, onder bepaalde voorwaarden, de totale kosten van de vaardigheidstrainer op zich. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Margriet Visser,
[email protected] of Vera Bos,
[email protected]
‘Leuke dingen schoten erbij in’
‘Elf nieuwe fractieleden, dat kost tijd’
WAT MAAKT HET Z Foto Roel Dijkstra
Foto co de Kruijf/HH
Daniëlle Wille
Manon van der Garde
Het afgelopen jaar leek er sprake van een uittocht van fractievoorzitters in (middel)grote gemeenten. Wat is er aan de hand? Lokaal Bestuur sprak met drie opgestapte fractievoorzitters én met Manon van der Garde, fractievoorzitter in Amsterdam en mede-ondertekenaar van het artikel dat we hiervoor afdrukten. Daniëlle Wille (37) Fractievoorzitter PvdA RotterdamDelfshaven (2006-2007) Een baan als procesmanager Kindercentrum en een gezin met een tweeling (6) en een dochter (3,5) Wat ging er mis? ‘De verhoudingen binnen de fractie en met het Dagelijks Bestuur waren moeizaam. De directe aanleiding was een conflict dat ik in het voorjaar met de voorzitter van het DB kreeg. Daarbij voelde ik me onvoldoende gesteund door mijn eigen fractie. In eerste instantie steunde een deel van de fractie me wel maar bij het eerste beetje tegengas vanuit het DB veranderden ze weer hun mening. En dat was niet de eerste keer. Ik heb uiteindelijk in de fractie besproken dat dit ‘draaien’ van een aantal fractieleden me erg
RENSKE KEUR FREELANCE JOURNALISTE
dwarszat. Maar hiermee veranderde hun gedrag niet. Ik ben er van overtuigd dat je juist bij een absolute meerderheid in de raad, zoals dat bij ons het geval is, extra kritisch moet zijn. Iedereen is immers afhankelijk van jou. En dan moet je als fractie niet altijd je oor laten hangen naar het DB. Integendeel, je moet juist je eigen oppositie voeren. Kortom, ik vond het zonde van mijn energie om hier mee door te gaan. En ik wilde ook niet wachten op het moment dat mijn fractie me zou vragen om op te stappen. Daarom ben ik in juni gestopt als fractievoorzitter. Wel ben ik raadslid gebleven. En nu? ‘Ik ben net begonnen met een nieuwe baan. Het gaat om het opzetten van een kindercentrum, een combinatie van peuterschool en crèche, en daar is subsidie van de gemeente mee gemoeid.
Daarom heeft mijn werkgever mij expliciet gevraagd om het raadslidmaatschap op te geven. En als je het me eerlijk vraagt, ik ben er niet rouwig om.’ Waarom ben je meteen fractievoorzitter geworden? ‘We hebben het erg goed gedaan bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen. De PvdA behaalde 16 van de 25 zetels. Van die 16 waren er 13 nieuw, waaronder ikzelf. Niemand wilde fractievoorzitter worden. Mij leek het wel interessant. Achteraf denk ik dat het prettiger was geweest om eerst een periode raadslid te zijn.’ Kan een situatie zoals die bij jullie voorkomen worden? De PvdA moet kritisch zijn bij het opstellen van de kandidatenlijst. Ik heb liever een lijst van 20 mensen die goed zijn dan een lange lijst van 30 waarop ook mensen staan die niet geschikt zijn. En let vooral ook goed op de verhoudingen. Want ik zal eerlijk zijn, de communicatie in de fractie verliep vooral moeizaam tussen de hoog opgeleide autochtonen en de lager opgeleide allochtonen. Met name de laatste groep was erg gevoelig voor de mening van het DB. Hier moet je als PvdA aandacht voor hebben.’ ‘En’, voegt ze eraan toe, ‘ik denk niet dat een betere beloning hier de oplossing is. Als ik zie wat we met 16 raadsleden daadwerkelijk presteren dan lijkt het me zelfs nog beter om de vergoeding te verlagen.’ Wat ga je doen met je nieuwe vrije tijd? ‘Nu ik meer rust in mijn hoofd heb, kan ik weer vaker leuke dingen doen met de kinderen. Dat schoot er toch wel een beetje bij in.’
Manon van der Garde (34) Fractievoorzitter PvdA-Amsterdam sinds 2006. Daarvoor vier jaar raadslid waarvan twee jaar vice-fractievoorzitter In combinatie met: een baan als lerares Nederlands en een gezin met een peuter en baby Is het te doen? Manon: ‘Ja. Maar vraag het me nog eens na de kerstvakantie. Dan heb ik wel weer wat meer energie. Het is natuurlijk wel een hele klus. Je overlegt met iedereen: je eigen fractie, het college en de andere partijen. Daarnaast - en dat is alleen maar positief - weten de bewoners van Amsterdam ons steeds beter te vinden. Ook trekken we meer samen op met partijgenoten in de stadsdelen en dat kost tijd.’ Je hebt het niet makkelijk gehad de afgelopen maanden. Kortgeleden nog verweet het Parool de PvdA een zwak profiel… Manon: ‘Het is mijn keuze geweest om eerst de fractie goed te begeleiden. Er waren na de verkiezingen nog maar zes zittende raadsleden. Elf leden waren helemaal nieuw en moesten eerst leren hoe je een debat voert, wat een motie is en wat de rekenkamer doet. Bovendien moesten ze zich inwerken op lopende dossiers zoals de Zuidas, WMO en Sociale Dienst. Maar de fractie is nu goed ingewerkt. Dus is er ook meer tijd voor andere zaken en we zijn nu bezig met het ontwikkelen van visies voor de toekomst’, concludeert Van der Garde monter.
Waarom heb je het hiervoor afgedrukte artikel ondertekend? Manon: ‘Met het artikel willen we laten zien hoe hoog de werkdruk is. Er staan zo’n 24 uur voor het raadswerk, maar vaak is het veel meer. Het is geen betaald werk, dus de meeste fractievoorzitters – en dat geldt ook voor raadsleden – hebben er een baan naast. Tegelijkertijd ben je dag en nacht aanspreekbaar, zelfs op feestjes en werk. Een betere vergoeding’, denkt Manon, ‘heeft het voordeel dat je ervoor kunt kiezen om je carrière tijdelijk te onderbreken.’ ‘Maar’, onderbreekt ze zichzelf meteen, ‘begrijp me niet verkeerd. Een vergoeding is niet zaligmakend, het kan natuurlijk ook mensen aantrekken die het voor het geld gaan doen. Terwijl het politieke werk toch wel een roeping moet zijn. Zelf vind ik het in ieder geval fijn om naast de politiek op school te werken, daarmee houd ik goed contact met de samenleving.’ Kan de landelijke PvdA de last van de fractievoorzitters verlichten? Manon: ‘De intervisieclubjes vind ik goed werken. Maar het CLB mag nog wel wat pro-actiever worden. Een betere voorbereiding van nieuwe raadsleden is heel belangrijk. In Amsterdam hebben we hiervoor het Annemarie Grewel-traject. Dit is bedoeld voor iedereen die belangstelling voor de raad heeft. Een aantal leden van onze fractie heeft deze gevolgd, maar niet iedereen.’ Zou een verplichte opleiding, zoals partijvoorzitter Lilianne Ploumen onlangs in Lokaal Bestuur voorstelde, helpen? Van der Garde: ‘Misschien. Wat lastig is, is dat je de deelnemers aan zo’n opleiding natuurlijk geen plek op de lijst kunt garanderen.’
‘Ik voelde me erg in het diepe gegooid’ ‘Het houdt nooit op’
ZO ZWAAR? Foto Serge Ligtenberg
Foto Serge Ligtenberg
Marije van den Berg
Wat vind je leuk aan het fractievoorzitterschap? Van der Garde hoeft niet lang na te denken: ‘Hoewel het een zware functie is, ben je overal mee bezig en van veel op de hoogte. Vroeger zat ik me in de raad nog wel eens te vervelen als er een onderwerp werd besproken waar ik niet veel van af wist. Dat is al lang niet meer zo.’
Marije van den Berg (33) Raadslid PvdA-Leiden, fractievoorzitter van 2006-2007, sinds 2002 raadslid In combinatie met: Een baan als bedrijfsjournalist en een gezin met twee dochters (3 en 0) Waarom ben jij gestopt? Marije steekt meteen van wal: ‘Werk, politiek en kinderen. Het viel me niet mee om alle ballen in de lucht te houden. Na de geboorte van mijn tweede kind afgelopen maart werd het echt te veel. Al in de eerste week na mijn zwangerschapsverlof kreeg ik het voor mijn kiezen: voor het eerst weer werken, de raad, een raadsenquête, mijn opa overleed en ik moest twee huwelijken sluiten. Het was eigenlijk meteen wel duidelijk: dit was gekkenwerk. Maar ik wilde niet stoppen.’ Marije vertelt dat ze daarom eerst nog afspraken heeft gemaakt met haar fractie: ‘We hebben de taken anders verdeeld en gekozen voor een technisch voorzitter. Dat was een goede zet. Maar toen viel het college… In tegenstelling tot in 2006 kon ik dit keer geen onbetaald verlof van mijn werk nemen voor de collegeonderhandelingen. De nummer 2
Taetske van der Reijt
en 3 op de lijst gingen daarom de onderhandelingen doen. Maar als je dat als fractievoorzitter niet eens zelf kunt doen, dan kun je geen fractievoorzitter zijn, vond ik. Daarom ben ik half oktober gestopt. Ik ben nog wel steeds met heel veel plezier raadslid.’ Maar als raadslid ben je toch nog steeds veel tijd kwijt? ‘In uren scheelt het bijna niks. Het gaat om die extra verantwoordelijkheid die je als fractievoorzitter hebt. Als raadslid kun je je concentreren op je eigen portefeuille. Als fractievoorzitter ben je daarentegen 24 uur per dag bereikbaar voor iedereen. Het is onbegrensd. En nee’, verklaart ze energiek, ‘ik heb er geen seconde spijt van gehad dat ik ben gestopt.’ Je bent niet de enige fractievoorzitter die voortijdig stopt... Marije denkt dat de functie van fractievoorzitter de afgelopen jaren zwaarder is geworden: ‘Tegenwoordig heb je mobiele telefoon, email, sms. Iedereen kan je op elk moment van de dag bereiken. Ook de pers vindt het vanzelfsprekend om je mobiel te bellen, ook al zit je op je werk. Of het ook iets met vrouwen te maken heeft? ‘Hmmm. Met móeders. Als je als vrouw kinderen krijgt, is dat fysiek een zware belasting. Maar ook in je hoofd is het piektijd. Dat is in combinatie met het gewone werk en het fractievoorzitterschap best zwaar. Jonge vaders? Die hebben net iets vaker een vrouw die nóg minder werkt, waardoor zij meer tijd in de politiek kunnen investeren.’ Helpt een betere vergoeding? ‘Nee, ik denk het niet, al zou het best welkom zijn hoor. Maar ik zou mijn gewone werk niet willen missen. Daar ontmoet je gewone mensen en dat is heel verfris-
send’, lacht Marije. Ze vervolgt: ‘Bovendien: niemand doet het toch voor het geld? Eigenlijk moet je gewoon een beetje gek zijn om de lokale politiek in te gaan. Want ook als je er 120 uur insteekt blijft er altijd wel iets te doen. Het houdt nooit op, een betere vergoeding of niet. De vraag is: hoe lang houd je dat gekkenwerk vol? Niet zo lang dus, in mijn geval. Maar wat mij betreft is het terugschakelen om verderop te kunnen versnellen, hoor!’
Taetske van der Reijt (36) Raadslid PvdA-Den Haag waarvan fractievoorzitter van 2006-2007. Daarvoor actief bij de PvdA-Groningen In combinatie met: Een baan als coördinerend jurist bij de directie politie bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Je bent onlangs gestopt als fractievoorzitter. Waarom? Ik kwam twee jaar geleden nieuw in de raad op nummer vijf. Omdat het resultaat van de verkiezingen zo goed was werden de eerste vier op de lijst wethouder. Dus vroeg men mij al snel als fractievoorzitter. En dat is op zich ook wel goed gegaan. Toch heb ik vlak voor de zomer mijn vertrek aangekondigd. De reden was vooral de combinatie van werk en politiek. Het werd me te zwaar. En dan had ik nog buitengewoon verlof van 1,5 dag per week. Wat echt ging wringen is dat ik het gevoel had dat ik alles half deed. Wat maakt het zo zwaar? ‘Je bent toch al snel 30 tot 40 uur per week bezig met de raad.’
Taetske somt op: ‘Elke raadsvergadering was ik twee dagen bezig met de voorbereidingen zoals intern en extern moties afstemmen. Daarnaast zijn er, ook vaak overdag, veel overleggen waar je bij moet zijn. Tel daar alle bijeenkomsten in de stad bij op, dan kun je nagaan dat dat redelijk buffelen is. En als daar ook nog eens een politieke crisis bij komt, zoals bij ons afgelopen februari, dan is het echt een gekkenhuis.’ Er zijn meer fractievoorzitters opgestapt. Wat is er aan de hand? Taetske: ‘Ik denk dat de dualisering tot meer werk leidt. De wethouders zijn niet automatisch aanwezig bij de fractievergadering. Dat betekent voor mij extra overleg. En door de grote verkiezingswinst zijn er veel nieuwe raadsleden, zoals ik, fractievoorzitter geworden. Vaak ook van grote fracties, met veel nieuwe raadsleden, zoals ook in Den Haag het geval was. 12 nieuwe mensen van de 15.’
mensen meteen wethouder worden zodat de onervaren mensen in de fractie achter blijven? Daarnaast is Taetske het eens met het artikel van Van Heemst c.s.: ‘Bij een professionele raad hoort een betere beloning. Hierdoor hoef je minder te werken, omdat je dan voldoende inkomen hebt. Je zou ook kunnen denken aan een toeslag voor de fractie- en commissievoorzitters. Blij met je beslissing? ‘Ja. Ik ben minder moe. En ik heb nu tijd om te genieten van mijn zwangerschap. Dat is, eerlijk gezegd, ook één van de redenen waarom ik gestopt ben. Ik wilde graag zwanger worden maar door alle drukte lukte dat niet. Ik had blijkbaar meer rust nodig.’
Is het iets dat vooral vrouwen in de dertig overkomt? Het blijft even stil. Taetske:‘Dat vind ik een moeilijke vraag. Maar het valt wel op. Naast een baan ook nog fractievoorzitter zijn van een grote fractie in een grote gemeente op een leeftijd waarop je een gezin wilt stichten blijkt niet goed te combineren.’ Hoe zorgen we ervoor dat mensen als jij niet afhaken? Nu hoeft Taetske niet lang na te denken: ‘Zorg voor een goede ondersteuning van nieuwe fractievoorzitters, zowel vanuit de partij, als vanuit de gemeente. Ik voelde me wel erg in het diepe gegooid. Daarnaast is een meer evenwichtige selectie van de kandidaten nodig. Want hoe bouw je een lijst op waar niet alle ervaren
KIJKEN OVER DE GEMEENTEGRENS Foto Nationale Beeldbank
De laatste in een serie van drie bijeenkomsten van de miniWibautleergang van het CLB voor raadsleden in Brabant-West ging over samenwerken. Onder leiding van Jan Pelle, wethouder in Roosendaal werd gediscussieerd over de vraag: beperkt het werkterrein van een volksvertegenwoordiger zich tot de grenzen van zijn gemeente of kijk je daar ook over heen?
VERA BOS MEDEWERKER CLB
10
Als volksvertegenwooordiger ben je natuurlijk in de eerste plaats gekozen door de mensen uit je gemeente. Daar zet je je dus voor in. Daar word je ook door afgerekend. Dus wat zijn eigenlijk de motieven voor raadsleden om tóch over de grenzen te kijken? Dat was een eerste en belangrijke vraag die in Breda ter discussie op tafel werd gelegd. Iedereen was het erover eens dat het raadswerk zich niet beperkt tot de gemeentegrenzen. Kleine gemeenten kunnen vaak efficiënter werken door op ambtelijk niveau samen te werken. Bovendien zijn er diverse belangen die zich helemaal niet aan gemeentegrenzen houden. Zoals ruimtelijke ordening, economische belangen, toerisme. En soms kan het ook handig zijn om met elkaar te overleggen hoe je een ‘gemeenschappelijke vijand’ kunt aanpakken. In het geval van Brabant-West bijvoorbeeld de grote economische centra Rotterdam en Antwerpen. Die overigens, zo werd meteen gesteld, niet alleen vijand zijn maar ook kansen bieden. Dus ook al rekent de bevolking je in eerste instantie af op je lokale prestaties, je werk als volksvertegenwoordiger houdt niet op bij de grenzen van je stad of dorp. Overleggen en samenwerken met andere - bovenlokale - instanties is belangrijk. Want, aldus Jan Koetsenruijter uit Zundert ‘Als je je tegen samenwerking keert, dan wórdt er voor je nagedacht.’ Maar zoals ook geldt voor samenwerking op Europees vlak, zorg er wel altijd voor dat je een duidelijk en sterk verhaal hebt waarom je samenwerkt en wat de voordelen zijn voor je gemeente en dus voor de bewoners.
Verbonden partijen In de begroting onder de paragraaf ‘Verbonden partijen’ kunnen raadsleden lezen met welke rechtspersonen er bestuurlijke en financiële banden zijn en hoeveel geld daarmee gemoeid is. Het gaat vaak om een aanzienlijke hoeveelheid en diversiteit aan partijen; stichtingen, verenigingen, vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen. Bijvoorbeeld het bureau Halt, de regionale Milieudienst, de Veiligheidsregio, Welstandszorg, Werkvoorziening, brandweer, GG&GD. De vraag is op welke manier raadsleden het beleid ten aanzien van de verbonden partijen kunnen controleren. Vaak gebeurt dit achteraf als alle afspraken tussen partijen en het college al gemaakt zijn. De raad kan dan eigenlijk niets meer. Het college werkt dan in feite zonder mandaat. Beter is het om vooraf aan het proces eisen te stellen, en zo je rechtmatige kaderstellende rol als raad te gebruiken. Zo zou een raad een verordening kunnen vaststellen waarin vastgelegd wordt dat het college aan het begin van elke raadsperiode vastlegt wat het beleid is voor het aangaan van participaties, wat het publiek belang is dat gediend is met participatie in verbonden partijen en wat de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen zijn én de financiële verhoudingen tot de gemeente. Met natuurlijk altijd het uitgangspunt dat in de begroting jaarlijks aan de raad wordt voorgelegd wat de ontwikkelingen en voornemens zijn en in de jaarrekening per paragraaf de realisatie van voornemens en ontwikkelingen wordt weergegeven.
Bij belangrijke samenwerkingsverbanden - zoals de door 19 gemeenten ondertekende overeenkomst ‘Strategische agenda West-Brabant’ op het gebied van onder meer bedrijventerreinen, bereikbaarheid en leefbaarheid is de betrokkenheid van de raden te gering. Het zou niet zo moeten zijn dat alleen wethouders zonder last en ruggespraak beslissen over verstrekkende afspraken. De raadsleden kunnen fungeren als aanjager van wethouders. Voorwaarde is dan wel dat zij in regionaal verband met elkaar overleggen wát hun inbreng is, vanuit welke kaders zij opkomen voor de belangen en dat zij terugkoppelen naar hun eigen gemeenteraad. Partijgenootschappelijke samenwerking Samenwerken in de regio gaat niet altijd vanzelf. Er is niet altijd een duidelijke structuur waarin raadsleden uit de diverse gemeenten elkaar treffen. Maar ook partijgenootschappelijk kan een en ander beter. Gewest, statenfractie, gedeputeerden en kamerleden zijn belangrijke partners bij het ontwikkelen van een gemeenschappelijke PvdA-visie op belangrijke beleidsterreinen en het creëren van draagvlak voor bovenlokale zaken. Op deze laatste bijeenkomst van de mini-Wibautleergang in BrabantWest werden concrete afspraken gemaakt voor gemeenschappelijke themabijeenkomsten, uitwisseling van ervaringen en initiatieven.
Klasjenére en klengere In De Estafette vertellen niet-PvdA’ers hoe zij tegen de plaatselijke (en eventueel ook de landelijke) PvdA aankijken. Zij dwingen ons als het ware om in de spiegel te kijken. Soms valt dat mee, soms tegen.
Henk Brauer (53) is fractievoorzitter van de LokaleDemocraten in Venlo. Hij is vader van drie kinderen en van beroep research and developmentmedewerker.
De PvdA heeft in Venlo in 2006 een verkiezingswinst geboekt en is nu de grootste fractie. Ze vormt een coalitie met GroenLinks en VVD. Wij, de Lokale Democraten, zijn een stabiel samenwerkingsverband van drie lokale politieke partijen. Met een democratisch draagvlak van tussen de 20 en 60% van de kiezers zijn wij een kritisch opbouwende oppositiefractie. De PvdA heeft een aansprekend programma en actieve mensen. We hebben in het verleden vanuit dat beginselen/mensen-verbond veel samengewerkt; ondermeer is er voor gezorgd dat Venlo een goed sociaal beleid heeft. Nederland glijdt door de globale ontwikkelingen steeds meer af naar een ieder-voor-zich- Amerikaanse samenleving. Enerzijds steeds meer mensen in armoede, met betalingsproblemen en voedselbanken, anderzijds steeds meer superrijken. De Amerikaanse kreet 3 P’s (evenwichtige balans tussen: Profit, People, Planet) verwordt steeds meer tot Ppp. Er is te weinig Europees tegenwicht. Je leest vaak dat de PvdA omdat ze van haar beginselen afraakt en volop meedoet aan de 3Ppp-beweging veel kiezers aan ondermeer de SP verliest. De PvdA moet als grootste fractie politiek leiderschap tonen in Venlo. Dat gebeurt ook, maar niet natuurlijk en soms op een krampachtig procedurele/procesverstorende wijze. Het proces van elkaar vinden op onderwerpen en
duaal de discussie met het college aangaan, vindt te weinig plaats en de beginselen worden geweld aangedaan. Een paar voorbeelden: De A73 aanbestedingvoordeelgelden moeten volgens het PvdAprogramma besteed worden aan A73 harde infrastructuur die met de A73 te maken heeft. Maar er zijn vele tekortkomingen en zwakke uitvoeringen. Tot twee keer toe heeft de PvdA haar eigen verkiezingsprogramma verloochend omdat de wethouders dat geld al voor 80% hadden bestemd voor binnenstedelijke projecten, zoals als een ondertunneling van het in het centrum van Venlo gelegen Koninginneplein. Bij mij én bij de PvdA-woordvoerder heeft dat echt pijn gedaan. Er zullen wel pleisters geplakt worden! In het PvdA-programma staat o.a. dat er geen uitbreiding van betaald parkeren zal komen in Blerick. Tot het laatste moment heeft men de schijn weten op te houden zich aan het eigen programma te houden en met alternatieven te komen. Maar in de raadsvergadering in november draaide de wind volledig, de PvdA schuilde achter de coalitie, en was ineens voorstander van uitbreiding van het parkeerregime. Weg beginselen, weg dualisme, weg geloofwaardigheid. Heel jammer voor de doelen en de mensen waar het hier om gaat. In aanloop naar de verkiezingen van 2006 werden diverse beloftes gedaan, die men in het
Resultaten van lobby (1) Lobbyen voor uw lokaal belang in Europa kan in de voorfase van Europese besluitvorming (Brussel) of in de nafase (Den Haag). In de vorige aflevering van deze rubriek heb ik de mogelijkheden hiertoe uiteengezet.
dr. Rob de Rooij is politicoloog en Europadeskundige. Contact:
[email protected]
Ik kan me voorstellen dat u zich afvraagt of die lobby-inspanningen nu ook in de praktijk tot resultaten leiden. Daarom geef ik in deze en in de volgende aflevering twee voorbeelden van lobby’s die tot resultaat hebben geleid. Het eerste voorbeeld geeft aan dat u op een dossier zowel in de voorfase als in de nafase veel kan bereiken. Het politieke spel rondom geldpotje ‘Urban-2’ De Europese Commissie wilde het geldpotje Urban (bedoeld voor grote steden) na de periode 1994-1999 afschaffen. Voor de periode 2000-2006 wilde zij alleen de geldpotjes Interreg, Leader en Equal behouden. Het Europees Parlement (EP) wilde echter nog twee geldpotjes erbij, waaronder het behoud van Urban, dat dan Urban-2 zou moeten gaan heten. Tijdens een EP-commissievergadering gaf Europees Commissaris Wulf-Mathies aan dat er ruimte was voor slechts één van de twee door het parlement voorgestelde potjes. Zij hoopte dat het parlement verdeeld zou raken over de vraag welke van de twee het moest worden. Het EP-lid Peijs, toen het enige Nederlandse lid in de EP-Commissie Regionaal Beleid, belde daarop de coördinator van het Huis van de Nederlandse provincies in Brussel. Dit Huis
bestaat sinds 2000 en zorgt voor gezamenlijke huisvesting en samenwerking tussen de vier lobbybureaus van de Nederlandse provincies, die per landsdeel zijn georganiseerd. Peijs vroeg de coördinator van het Huis om hulp bij het bedenken van een constructie om de twee geldpotjes samen te voegen tot één geldpot, waardoor het Europees Parlement de regie van het debat kon blijven bepalen. De coördinator belde een aantal mensen van regionale bureaus uit Engeland, Frankrijk en Duitsland. In één middag werd een tekst gemaakt. Peijs organiseerde een meerderheid in het EP van socialisten en christendemocraten. Het voorstel werd aangenomen. Vervolgens moesten de Urban2 gelden voor Nederland over de Nederlandse steden worden verdeeld. De coördinator van het Huis van de Nederlandse Provincies had in zijn concepttekst voor Peijs het geld vooral voor kleine en middelgrote steden laten bestemmen, omdat de grote steden al waren voorzien via een andere grote Europese geldpot (het zogenaamde ‘stedelijk luik van het doelstelling-2-geld’). Tijdens de onderhandelingen tussen de Raad van Ministers van de EU en het Europees Parlement over de criteria voor Urban-2 zijn de grote steden echter toegevoegd als mogelijke geldontvangers. Dit betekende dat in Nederland een strijd ontstond over welke steden het Urbangeld zouden ontvan-
estftte belang van het college/de coalitie overboord heeft gegooid. Hierin zitten voor de burgers zwaarwegende onderdelen. Hoe het geschonden vertrouwen terug te winnen in 2010? De VVD en GroenLinks halen hun zaken makkelijker en slimmer binnen. Landelijk worden de gelden van de woningbouwcoöperaties weggepikt en gebruikt voor andere problemen. In Venlo was dit aanvankelijk ook aan de orde, maar is er uiteindelijk een strategisch akkoord gekomen tussen woningcorporaties en gemeente. Venlo heeft veel echte problemen in de wijken en kleine kernen vanuit de diversiteit, en o.a. de grensgerelateerde problemen en 3Ppp effecten (afbouw sociale structuren en stelsel). Uiteraard hebben we samen met de partners in de stad voldoende plannen om dat op te lossen. Er mogen echter geen beren of Vogelaars op de weg komen om het door de Venlose huurders verzamelde geld af te pikken. Wat goed is, is dat we in Venlo nu gelukkig een open cultuur en goede menselijke relaties met elkaar hebben. We kunnen in onze stad goed ‘klasjenére’ en ‘klengere’, dat wil zeggen: los met de voeten op de tafel, met een scheutje humor en relativeringvermogen, zaken aan de orde stellen en verbindend vooruitkijken. Wat mij betreft doen we dat in 2008 nog meer!
eu-lkl gen: de grote of de kleinere? Aanvankelijk wonnen de G4 - de vier grootste steden - de strijd, omdat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Urbangelden wilde inpassen in het Grote Stedenbeleid, waarvan de G4 het meest profiteren. Later sloten de G4 toch nog een compromis met de G21 (waartoe naast de G4 zelf, ook nog zeventien middelgrote steden van Nederland behoren), hetgeen inhield dat ook een deel van het Urbangeld naar een enkele middelgrote stad zou gaan. Vervolgens was het de vraag welke van de zeventien middelgrote steden het resterende Urbangeld voor Nederland zou krijgen. De uitkomst was in april 2001 dat Heerlen er met de buit vandoor zou gaan. Hoe had Heerlen dit bereikt? De toenmalige burgemeester Pleumeekers had eerder al een goed persoonlijk contact met premier Kok opgebouwd. Dit leidde er in dit dossier toe dat Kok een aantal ministeries heeft gevraagd nog eens goed naar de positie van Heerlen te kijken. Het resultaat was duidelijk.
11
Intervisie: leren van elkaar Foto Pim Ras
Foto Loraine Bodewes
Anne de Rooij
José Ie
‘Het is een feest der herkenning’
Het blijkt in een behoefte te voorzien: in een strikt vertrouwelijke sfeer een paar keer per jaar in een klein groepje praktijkervaringen uitwisselen met collega’s uit andere gemeenten. De intervisiegroepen die het CLB afgelopen jaar voor raadsleden en wethouders organiseerde, mogen zich verheugen in enthousiasme van de deelnemers. Een greep uit de reacties: ‘een feest der herkenning’, ‘een warm bad’, ‘de tijdinvestering meer dan waard’. Vooral dat laatste wil wel iets zeggen, want tijd is een zeer schaars goed voor lokale politici!
LYDA WESTERINK FREELANCE JOURNALISTE
12
Anne de Rooij vond de intervisie ‘héérlijk’. Zij maakt deel uit van de achtkoppige PvdA-fractie in de gemeente Haarlemmermeer. Een gemeente met maar liefst 26 kernen die variëren van landelijk tot stedelijk: ‘De problematiek is dus ook heel divers. Eenzaamheid in de meer stadse gebieden, jeugd die niet veel te doen heeft in de dorpse gebieden. Grootstedelijke problemen heeft Haarlemmermeer niet, maar een belangrijk issue is de woon-werkbalans. Veel mensen die hier wonen, werken hier niet en vice versa: de instroom ’s morgens is groter dan de uitstroom. Een ander issue is natuurlijk Schiphol: geluidshinder, milieu.’ Het is De Rooij’s eerste periode als raadslid, de hele fractie is overigens redelijk nieuw. De intervisiegroep voorzag voor De Rooij zeker in een behoefte: ‘Er komt het nodige op je af. Je loopt van week tot week door, bent uren aan het vergaderen. Ik had behoefte aan even stilstaan: hoe gaat het, hoe doe je het? Het is prettig om vanuit dezelfde partijideologie van gedachten te wisselen over hoe je effectief kunt zijn in de politiek. In de eigen fractie komt het er niet gauw van. Goed om dat te doen met collega’s van elders: wat kom jij tegen, wat kunnen we van elkaar leren?’ De intervisiegroep omschrijft ze als een ‘klein, veilig groepje’: ‘We komen met zes vrouwen elke zes weken bij elkaar. Een collega van mij heeft de weekend-Wibaut gedaan, zelf heb ik de ROSA-leergang gedaan, maar het voordeel van intervisie is dat je echt eens tijd en rust hebt om zaken waar je tegen aan loopt in vertrouwelijkheid uit te diepen.’ Die vertrouwelijkheid is heel
belangrijk: ‘Bij elke bijeenkomst brengt één van de deelnemers een casus in, je legt daarmee echt je eigen ding neer en dat blijft ook binnen die groep. Ik kan dus geen uitspraken doen over de casussen. Maar in algemene zin: je brengt een casus in als je iets als een probleem ervaart. Dat kan iets heel praktisch zijn, zoals weinig tijd, maar ook een conflict. Werken met een praktische casus levert altijd iets op. Het zijn persoonlijke verhalen, daardoor kun je het makkelijker betrekken op jezelf. Een cursus debatteren bijvoorbeeld is veel afstandelijker.’ De Rooij stelt dat zij beter functioneert door de intervisie: ‘Je krijgt door het delen van ervaringen handvatten om het eens anders te doen. In een politieke setting is het geven van feedback lastig, in intervisie zoek je dat juist op en leer je het te ontvangen en te geven.’ Zij vindt dat een belangrijke reden om andere raadsleden intervisie aan te raden: ‘Daarnaast is het goed om je gesteund te voelen. Ik heb er veel aan gehad voor mijn raadswerk. Het is een feest der herkenning: wat jou gebeurt, dat gebeurt een ander ook. Hoe is een ander met een bepaalde kwestie omgegaan, wat zou jíj doen in zo’n geval, het komt allemaal voorbij. Ik ben heel blij met m’n groepje, echt, intervisie was voor mij een hele positieve ervaring.’
‘Je gaat op een andere manier kijken’ Voor José Ie zijn ‘herkenning en bevestiging’, maar ook de ‘veiligheid’ die zij in de intervisiegroep ervaart, belangrijke punten. Zij is de enige vrouwelijke wethouder in het college van het Limburgse Stein, met sociale zaken, WMO
en onderwijs in haar portefeuille: ‘Stein is een hele politieke gemeente, met een grote rol voor lokale partijen. Onderwerpen die normaal niet politiek zouden zijn, zijn dat hier wel: armoedebeleid, peuterspeelzalen, centrumplan.’ Het is haar eerste periode als wethouder, daarvoor was ze vier jaar raadslid: ‘Bevalt heel goed, ik heb van m’n hobby m’n beroep gemaakt. Je moet als beginnend wethouder wel letten op welke portefeuille je krijgt, maar ik had een sterke onderhandelingspositie omdat ik de meeste stemmen had gekregen. En ik ben niet eens een Steinse. Het is hier echt ons kent ons politiek. Maar je moet gewoon jezelf blijven, dat is van groot belang.’ Ie begon bij aanvang van haar periode aan de wethouderleergang en had daar veel voordeel bij: ‘Je kunt enorm veel leren van de ervaringen van anderen. Iedereen is nieuw als wethouder, je loopt allemaal tegen dingen aan, hebt allemaal bepaalde onzekerheden. We komen uit verschillende delen van het land en ik moet dus best ver reizen. Maar ik vind het gewoon belangrijk om te doen, omdat het echt steun geeft. Ik heb dat altijd belangrijk gevonden: blijven leren, ook in mijn beroep. Daarom ben ik ook intervisie gaan doen. Ik vind het prettig om ervaringen te kunnen uitwisselen, om dingen te délen, dingen die je normaal niet kwijt kunt.’ De intervisiegroep bestaat uit zes mensen en komt eens in de drie maanden bij elkaar. Het is nog wel een beetje zoeken: ‘Je moet echt gedisciplineerd te werk gaan, anders verzandt het te gemakkelijk in gebabbel. Dus vooraf casussen inbrengen, dat gebeurde nu nog te vaak pas op het moment dat we bij elkaar waren. We hadden de eerste twee keer begeleiding vanuit het CLB,
Gratis OV met carnaval Nog even en het carnavalsgeweld barst weer los. Vooral beneden de grote rivieren is dat elk jaar weer een evenement waarbij honderdduizenden mensen op pad zijn. Openbaar vervoer is dan heel belangrijk. En waarom zou dat dan niet gewoon gratis kunnen? Op initiatief van Tine van de Weyer, woordvoerder verkeer en vervoer van de Tilburgse PvdA-fractie, is een actie gestart om tijdens de carnavalsdagen begin februari het openbaar vervoer provinciebreed gratis te maken.
Foto Nationale Beeldbank
Het enorme succes van het lokale gratis openbaar vervoer met carnaval in 2007 in Tilburg, toen tweemaal zoveel reizigers de bus namen als anders, was voor haar aanleiding om andere PvdA-fracties ook in beweging te brengen. Van de Weyer formuleerde de motie voor haar eigen gemeenteraad en deed in het overleg van de vijf grootste gemeenten van Noord-Brabant de suggestie deze motie ook voor te houden aan andere lokale fracties. Na contact met de PvdA-regiomedewerker Noord-Brabant, Arjen Overbeek, werd haar motie aan alle fractievoorzitters van Noord-Brabant gezonden. De dagen daarop kwamen de eerste positieve reacties van fractievoorzitters binnen, gevolgd door de meldingen dat de gemeenteraden de motie hadden aangenomen. Intussen heeft een groot deel van de Brabantse gemeenten de motie aanvaard. Eenzelfde actie, maar dan over de overwinst van Essent, werd in de regio Twente in het najaar 2006 uitgevoerd. Daar had het raadslid Niek Ritzen van de gemeenteraad Losser het vermoeden dat dit onderwerp ook in andere gemeenteraden zou leven en dat verspreiding van de motie het resultaat dichterbij zou brengen. Binnen de webgroep van het regionaal steunpunt Twente, waarin de fracties participeren, werd de motie verspreid. Vele gemeenteraden (Haaksbergen, Oldenzaal, Twenterand, Dinkelland, Rijssen-Holten, Losser, Hellendoorn, Kampen en Tubbergen) riepen hun colleges via de motie op, zich ervoor in te zetten om de overwinst van Essent in de vorm van tariefverlaging naar de gebruikers terug te laten vloeien.
elkaar Foto NFP
Erwin Kordes
misschien moet dat wel elke keer, dan krijgt het wat meer structuur.’ Maar ze haalt er veel uit: ‘Je gaat op een andere manier kijken, je leert goed luisteren, andere standpunten begrijpen. Ik voel me heel veilig, zowel in de leergang als in de intervisie, je kunt echt dingen op tafel leggen. Het is een warm bad. En je groeit samen verder, dat is mooi.’ Ie is in het algemeen tevreden met de ondersteuning die de partij biedt: ‘Het is er allemaal, maar je moet er natuurlijk wel gebruik van maken. Toen ik in de vorige periode fractievoorzitter werd, was de politiek niet nieuw voor mij, maar de lokále politiek wel. Dan is het goed om gebruik te maken van de ondersteuning die de partij aanbiedt. Ik stimuleer dat ook altijd. Een nieuw raadslid heb ik onlangs de ROSA-leergang aangeraden en tegen onze fractievoorzitter heb ik gezegd: is die cursus voor fractievoorzitters niks voor jou. Het helpt je altijd, je leert zoveel van de ervaringen van anderen.’
‘Het helpt je ontspannen met dingen om te gaan’ ‘Het verwondert Erwin Kordes dat zo weinig collega’s meedoen aan intervisie: ‘Er zijn zo’n 400 fractievoorzitters en daarvan doen er zes aan intervisie!’ Kordes is fractievoorzitter in Nieuwegein, zijn fractie telt tien mensen: ‘Het verdelen van portefeuilles was eigenlijk een beetje een luxeprobleem.’ Issues in zijn gemeente? De vernieuwing van de binnenstad: ‘Dat speelt al járen en er is veel geld mee gemoeid. De gemeente is afhankelijk van de eigenaar, een belegger. En zijn belangen liggen uiteraard iets anders dan de belangen van de
gemeente. Nieuwegein is een forenzenstad, wij willen graag dat mensen elkaar ontmoeten, daar moet het centrum aan bijdragen. Verder moeten we veel investeren in de openbare ruimte, in straten, in groen, daar ligt een flinke achterstand. We moeten bovendien bezuinigen, keuzes maken dus.’ Als grootste partij stond de PvdA aan het roer van de coalitie en dat luistert nauw, aldus Kordes: ‘Ik was nieuw als fractievoorzitter en het leek me verstandig om mijn vragen te delen met mensen in dezelfde positie: spiegelen, leren van elkaar. Ik heb erg veel aan die intervisie gehad, om met vijf mensen uit verschillende regio’s -dus je komt elkaar niet tegen in de politieke arena- open en vrij te kunnen praten.’ Het gaf hem ‘een stukje rust’ om dingen met collega’s te kunnen delen: ‘Het fractievoorzitterschap is een vrij eenzame klus. Je wilt het graag goed doen, iedereen kijkt naar je. Intervisie geeft een uitlaatklep en het corrigeert je ook. Het heeft mij geholpen om meer flexibel en ontspannen met een aantal zaken om te gaan.’ Ook Kordes noemt de vertrouwelijkheid essentieel, want je bespreekt zaken als hoe je omgaat met eventuele spanningen in de fractie of in de relatie met het college: ‘Het helpt om te
ontdekken dat anderen ook tegen bepaalde zaken aanlopen. Het geeft relativering: ik doe het nog niet zo slecht. En het is een goed netwerk, we weten elkaar op praktisch gebied te vinden.’ Natuurlijk, het vraagt de nodige reistijd en er gaat ‘wéér een zaterdag’ op aan de politiek en er is ook nog een thuisfront. Toch is het de investering waard, vindt Kordes: ‘Want je verdient het echt terug. Het is intensief en leuk, het geeft een stuk ontspanning in de praktijk. Het is goed voor je vak. Gereedschappen moet je nu eenmaal onderhouden, dat geldt toch ook op ander gebied, in je werk bijvoorbeeld.’ Vanuit het CLB mag wat Kordes betreft ‘harder op de trom geslagen worden’ voor intervisie: ‘Het mag nog meer uitgewerkt worden, het gebruiken van elkaars kennis en expertise. Iedereen die intervisie doet, is er positief over. Ik heb er veel aan gehad en hoor datzelfde van mijn collega’s. Waarom nemen er maar zo weinig mensen deel aan die intervisie, terwijl het je zoveel kan opleveren? Als er meer mensen meedoen, kun je de intervisiegroepen ook meer regionaal organiseren en dan los je de hobbel van de reistijd al op.’
Vorig jaar bood het CLB voor het eerst intervisie aan voor raadsleden en wethouders. Er functioneerden negen groepen voor wethouders en twaalf voor raadsleden. Intervisie geeft deelnemers inzicht in hun eigen politieke functioneren: in een kleine setting en in strikte vertrouwelijkheid houden collega’s elkaar een spiegel voor aan de hand van ingebrachte praktijksituaties. De eerste twee bijeenkomsten was er een begeleider om de intervisie op het goede spoor te zetten, zodat deelnemers er het maximale uit konden halen. Het CLB gaat dit jaar opnieuw intervisie aanbieden. In februari ontvangen raadsleden en wethouders daar bericht over.
Persoonlijk
nws
In de PvdA-Tweede Kamerfractie is Pierre Heijnen de contactpersoon voor burgemeestersbenoemingen. Belangstellenden voor het burgemeestersambt kunnen contact opnemen met hem. Dat geldt ook voor fractievoorzitters in gemeenten waar op korte termijn een burgemeestersvacature is te verwachten. Pierre Heijnen is te bereiken via Coby Knijnenburg, tel. 070-3182790. > In het Noord-Hollandse Amsterdam is Thijs Reuten geen raadslid meer. > In het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes is Martine Jansen nieuw in de raad. > In het Amsterdamse stadsdeel Noord is Gerrit Vergeer gestopt met raadswerk. > W. Gronthoud is geen raadslid meer van het Amsterdamse stadsdeel Osdorp. > In het Amsterdamse stadsdeel Oud-Zuid is Tirza Abram opgevolgd door Simon van Geldrop als raadslid. > In het Drentse Assen volgt het raadslid Jaap Kuin Gerrit Piek op als wethouder. Piek is wethouder geworden in het Overijsselse Zwolle. Hij volgde daar Emmy Witbraad op. In Zwolle zijn voorts de raadsleden Gerrit Teunis en Birgit Michies opgevolgd door Orhan Cetin en Dick Karst. > In het Zuid-Hollandse Den Haag is Rehina Muradin Abdoel opgevolgd door Gisela Doll als raadslid. > H. Bode is geen wethouder meer van het Noord-Hollandse Enkhuizen. > In het Overijsselse Haaksbergen is raadslid Han Noordink als wethouder aangetreden. Annelies Waanders is nieuw in de raad.
> In de Friese gemeente Ferwerderadiel is Annemarie Kingma opgevolgd als raadslid door A. Terpstra. > In de Overijsselse gemeente Hattem is Peter Castrop gestopt met raadswerk. > In het Zeeuwse Hulst is Paul Weemaes geen wethouder meer. > In het Noord-Brabantse Landerd is Annette van Delft geen wethouder meer. > In de Zuid-Hollandse gemeente Nieuw-Lekkerland is Krijn Berkouwer als raadslid opgevolgd door Ronald Viergever. > Martin Frenk is gestopt met raadswerk voor de Rotterdamse deelraad Feijenoord. > Arie Eekhof en Jan Kooijman zijn uit de raad van de Rotterdamse deelraad Prins Alexander. Laura Bijsterveld en Pax Kroon zijn nieuw in de raad. > In de Zeeuwse gemeente Terneuzen is Ko Dooms uit de raad gestapt. > In de Zeeuwse gemeente Vlissingen zijn Ellie Walrave en M. Verhage geen wethouder meer. Beppie Bruinooge is gestopt met raadswerk. > In het Friese Wunseradiel is Natasja van Hoorn opgevolgd door Thomas Groeneveld als raadslid.
13
2de kmr
Burgemeester blijft voorzitter Met één stem verschil heeft de Tweede Kamer besloten dat de burgemeester raadsvoorzitter blijft. Een motie van VVD en PvdA om daar verandering in te brengen haalde het niet.
Foto Serge Ligtenberg
TON LANGENHUYZEN is beleids medewerker van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Heeft u een vraag aan hem of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 070-3182792
Nu bepaalt de Grondwet nog dat de burgemeester en de commissaris der koningin voorzitter zijn van respectievelijk de gemeenteraad en Provinciale Staten (artikel 125). Voortvloeiend uit het traject naar een gekozen burgemeester is al jaren geleden een wetswijziging in gang gezet waarmee die bepaling uit de Grondwet wordt geschrapt. Hoewel dat traject naar de gekozen burgemeester inmiddels op een dood spoor is beland, is er binnen een dualistisch gemeente- en provinciebestuur toch geen reden om het voorzitterschap van de gemeenteraad en Provinciale Staten exclusief bij de burgemeester respectievelijk de commissaris der Koningin te laten. Het wetsvoorstel 31013 dat voor de ‘tweede lezing’ in de Tweede Kamer is behandeld, moet hier dan ook een einde aan maken. Na aanvaarding van het wetsvoorstel door het parlement lijkt dan de weg open om een ander dan de burgemeester als voorzitter van de gemeenteraad aan te stellen.
Toch is het daarna nog niet zo ver. Hoewel de Grondwet voortaan zwijgt over het voorzitterschap van de gemeenteraad (en van Provinciale Staten), is er nog steeds de Gemeentewet. Daarin staat immers nog altijd artikel 9 dat simpelweg luidt: ‘De burgemeester is voorzitter van de raad’. PvdA-kamerlid Pierre Heijnen was van mening dat het aan de staten en de raden moet worden overgelaten om te bepalen wie het voorzitterschap op zich neemt. Dat kan de burgemeester of de commissaris van de koningin zijn, maar de gemeenteraad of Provinciale Staten moeten in ieder geval de mogelijkheid hebben om de voorzitter aan te wijzen. ‘Dat is volgens ons een kwestie van lokale autonomie en van vervolmaking van het proces van dualisering dat een aantal jaren geleden in gang is gezet’, aldus Heijnen in het debat over dit wetsvoorstel op 7 december. Minister Ter Horst deelde zijn mening niet. Zij wees er op dat in coalitieakkoord is afgesproken dat de raad een bindende voordracht voor de benoeming van een burgemeester kan doen. ‘Dit betekent dat de gemeenteraad er sterk aan hecht wie de burgemeester wordt. Op hetzelfde moment zou de gemeenteraad dan zeggen: wij vinden het niet meer belangrijk dat de burgemeester onze voorzitter is?’ De minister gaf te kennen dat wat haar betreft de burgemeester wel de voorzitter van de raad moest blijven en dat de Gemeentewet op dat punt niet veranderd zou moeten worden. Een motie van Van Beek (VVD) en Heijnen waarin expliciet werd
gevraagd om het mogelijk te maken dat het voorzitterschap van de raad ook in handen van een raadslid moest kunnen komen, haalde na hoofdelijke stemming op één stem na geen meerderheid. Het feit dat het CDA was teruggekomen op een jarenlang gehuldigd standpunt was hier vooral de oorzaak van. Strafrechtelijke aansprakelijkheid overheid Op de valreep van zijn kamerlidmaatschap heeft Aleid Wolfsen een flinke stap kunnen zetten wat betreft zijn wetsvoorstel om overheden voortaan strafrechtelijk aansprakelijk te kunnen stellen. De staat in zijn geheel en lagere overheden voor zover zij taken uitvoeren die alleen zij kunnen uitvoeren, kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd. Dat betekende bijvoorbeeld dat in geval van de vuurwerkramp in Enschede of de nieuwjaarsnachtbrand in Volendam de mogelijk betrokken overheden buiten schot van strafrechtelijke vervolging moesten blijven terwijl betrokken particulieren en bedrijven wel voor de rechter konden worden gebracht. De initiatiefwet Wolfsen moet aan dit verschil een einde maken. Wel wordt er in het wetsvoorstel rekening gehouden met de bijzondere positie die de overheid en ambtenaren als uitvoerders van een publieke taak kunnen uitoefenen, maar het bij voorbaat verlenen van volledige strafrechtelijke immuniteit gaat te ver. De kans dat dit wetsvoorstel uiteindelijk ook de eindstreep als wet haalt, is aanzienlijk vergroot nu het CDA en
en hoeven natuurlijk niet altijd op het eigen portefeuillegebied te liggen. Bij die bezoeken zijn dan vrijwel altijd raadsleden of statenleden aanwezig. Een werkwijze die me zeer goed bevalt. Zeker bij genoemde knelpunten door burgers en bedrijven is er altijd wel een aanwezige PvdA’er die direct antwoord kan geven of iets kan laten uitzoeken. Uiterst effectief en daardoor zijn we met z’n allen ook zichtbaar aanwezig. Op permanente campagne zullen we maar zeggen. En die wisselwerking wordt alleen maar belangrijker. Steeds meer worden verantwoordelijkheden op het gemeentelijk niveau gelegd. Naast de WWB zal de WMO meer en meer om aandacht vragen van de lokale bestuurders en vertegenwoordigers. De WMO moet onze buurtwet worden waarin voor burgers de samenhang tussen werk, wonen, welzijn en voorzieningen om te kunnen meedoen bij elkaar komen. Daarvoor is samenwerking met bijvoorbeeld woningcorporaties, zorginstellingen, UWV, CWI en het Centrum Indicatiestelling Zorg en de gemeenten cruciaal. Ook de relatie tussen het lokale bestuur en het lokale en regionale bedrijfsleven zal aan belang winnen. Vandaar dat de ontwikkelingen met betrekking tot de Lokale Centra voor Werk en Inkomen de broodnodige aandacht verdienen van ons allemaal. Uiterlijk in 2009 moeten UWV en CWI samen zijn opgegaan in een nieuwe
organisatie met een zeer sterke relatie naar het lokale bestuur en de lokale volksvertegenwoordigers. Nu is het doel voor mij heiliger dan de datum maar dat terzijde. En als PvdA hebben we er alle belang bij dat deze operatie gaat lukken. Hoe meer mensen we kunnen laten meedoen, als het even kan in betaalde arbeid maar anders met een vorm van loonkostensubsidie, hoe beter. Natuurlijk op de eerste plaats vanuit het solidariteitsprincipe en het recht op meedoen voor iedereen. Maar dat is het niet alleen, nu we zulke enorme tekorten aan arbeidskrachten hebben zou het een schande zijn als wij als Partij van de Arbeid er niet in slagen meer mensen aan een baan te helpen. Juist ook die mensen die een beperking hebben. Maar niet de beperking moet leidend zijn maar vooral datgene wat iemand met hulp van instrumenten en/of begeleiding nog wel kan. Ik ben ervan overtuigd dat we met deze mentaliteit en inzet tienduizenden die nu nog aan de kant staan weer mee kunnen laten doen. Zoals gezegd het liefst in betaalde arbeid maar anders dus maar met een gedeeltelijke subsidie. Dat betekent ook dat WSW-bedrijven een geweldige omslag zullen gaan doormaken. Zoveel mogelijk werk in een regulier bedrijf moet voorop staan. In zeer bijzonder gevallen moet de beschutte plek overeind blijven. Zeker nu verschillende voorzieningen bij elkaar komen
de ChristenUnie via hun kamerleden Van de Camp respectievelijk Anker hebben laten weten samen met de PvdA het wetsvoorstel te willen verdedigen. Dat zal dat voortaan dan wel samen zijn met Ton Heerts die als justitiewoordvoerder het stokje van Wolfsen overneemt. Pasfoto’s in het gemeentehuis? De staatssecretaris van BZK Bijleveld-Schouten stelde onlangs voor dat gemeenten bij de aanvraag van een reisdocument direct een gezichtsopname (pasfoto) van de aanvrager aan de balie moeten kunnen maken. De Kamer diende meerdere moties in waarin blijk werd gegeven van een andere mening. Een motie van de coalitiepartijen haalde een meerderheid. Ook Pierre Heijnen vond in de argumenten van de staatssecretaris te weinig redenen om gemeenten in staat te stellen zelf pasfoto’s te maken. Een motie met die strekking wees er op dat het maken van pasfoto’s geen publieke taak was. Daarbij werd in het debat nog gewezen op het feit dat de fotobranche nog niet al te lang geleden had moeten investeren in apparatuur omdat de overheid strengere eisen ging stellen aan pasfoto’s. De betreffende motie Knops c.s. werd met een grote meerderheid aanvaard. Het ziet er dus naar uit dat burgers voor dat zij hun paspoort kunnen aanvragen voorlopig toch nog eerst langs de fotograaf zullen moeten gaan.
afgvrdgd mooi rood Wat houdt de PvdA’ers in de Eerste en Tweede Kamer en in het Europees Parlement bezig? Zij komen hier beurtelings aan het woord. Dit keer Tweede Kamerlid Ton Heerts.
Foto Hans Kouwenhoven
14
Vanaf de eerste dag in de Tweede Kamer, nu dus ruim een jaar geleden, heb ik me voorgenomen te investeren in de relatie met de regionale en lokale collega’s. Naast onze eigen portefeuille in de Kamer is het ook de bedoeling de regioband te versterken. Dat is ook bittere noodzaak om de PvdA als beweging voldoende levend te houden. Elke maand woon ik in mijn eigen dorp Apeldoorn de vergadering bij van de afdeling, de lokale fractie en onze wethouders. Daarnaast doe ik dit ook incidenteel bij andere afdelingen en gemeenten. Werkbezoeken die met enige regelmaat plaatsvinden, worden zoveel mogelijk in de toegewezen regio gehouden
op het lokale niveau, moet daar de samenhang verder worden aangebracht, het liefst onder leiding van PvdA’ers. Met regelmaat noem ik deze ontwikkeling de herordening van verantwoordelijkheden na de hervormingsperiode van het vorige kabinet. En dat proces is nooit af. Wat mij betreft komt er de komende periode een nog nadrukkelijk onderscheid tussen volksverzekeringen; zoals de basiszorgverzekering en de AOW, lokale voorzieningen; zoals de WWB de WMO, de inburgering, de jeugdzorg, de WSW, de kinderopvang, de jeugdzorg en werknemersverzekeringen mede onder verantwoordelijkheid van sociale partners uitgevoerd; zoals de WW, de WIA de Ziektewet en arbowetgeving. Een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling schept ook meer duidelijkheid voor burgers en bedrijven waar ze terecht kunnen en bij welk loket. Dat alles betekent een enorme opgave waarbij we als partijgenoten elkaar meer dan ooit nodig zullen hebben. Alleen dan kan het een succes worden. En alleen op deze manier zal de PvdA levendig blijven en op basis van solidariteit kunnen blijven functioneren. Mooi rood dus.
lokale kwsts
Het PvdA-verschil Wie in een depressie terecht wil komen, moet de landelijke peilingen voor de PvdA trouw volgen. Deelname aan dit kabinet heeft zich nog niet vertaald in peilingen die uitkomen boven het laatste verkiezingsresultaat.
Foto: Joost Grol JOS KUIJS is wetenschappelijk medewerker van het CLB. Heeft u een vraag die het lokale bestuur raakt of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 020-5512264
Wanneer dit kabinet de rit uitzit, en waarom zou dat niet gebeuren, worden in het vroege voorjaar van 2010 verkiezingen voor de gemeenteraden gehouden. Die zullen vlak voor de landelijke verkiezingen zijn. Als de peilingen voor de PvdA niet verbeteren, dreigt dit op een slagveld uit te lopen. Somberheid heeft zich van sommigen al meester gemaakt. En dat is eigenlijk wel raar. In vrijwel alle gemeenten heeft de PvdA er getalsmatig nog nooit zo sterk voorgestaan. Als de PvdA ooit het verschil lokaal wilde maken, dan heeft de partij daar nu de kans voor. Met de overgang naar het nieuwe jaar, zit de zittingstermijn voor gemeenteraden er voor de helft op. Dit betekent dat de PvdA lokaal ook zal moeten gaan laten zien wat die sterke positie voor gevolgen heeft voor inwoners van hun gemeenten. Waar heeft de PvdA andere keuzes gemaakt als het om de WMO gaat? Zijn er minder daklozen op straat te vinden? Zijn er meer woningen voor starters gekomen? Hebben mensen meer zeggenschap gekregen door vrije kavels aan te bieden? Hebben we onder ambtenaren van de burgerlijke stand geen werkweigeraars meer? Zomaar een rijtje onderwerpen dat moeiteloos is aan te vullen. Een lijstje dat - als het goed is - al was gemaakt voorafgaande aan de col-
legeonderhandelingen. Met zo’n lijstje in de hand kan eenvoudig de balans worden opgemaakt. Wanneer dat lijstje te veel nee of vraagtekens bevat, moeten alle zeilen worden bijgezet. Want als u niet weet op welke punten de PvdA het verschil maakt, hoe moeten de inwoners die straks weer kiezer zijn, dat dan weten? Zo’n lijstje is ook handig om te kijken hoe ver u op een bepaald terrein bent en wat er nog moet gebeuren tot aan de verkiezingen om een goed resultaat te kunnen laten zien. Het opmaken van de balans is tevens de opmaat naar het maken van het volgende verkiezingsprogramma. Bekijk nu ook al met welke mensen dat programma straks kan worden uitgevoerd. Daarvoor is het nodig naar de huidige fractie te kijken. Om fractieleden bij hun nieuwe sollicitatie een gefundeerd oordeel te kunnen geven, moeten functioneringsgesprekken worden gehouden. Die zouden eigenlijk elk jaar gehouden moeten worden, zodat ook kan worden gekeken of fractieleden vooruitgang hebben geboekt. Maak daarom ook een verslag van die gesprekken. De waarheid gebied ook te zeggen dat het in een aantal fracties helemaal niet loopt. Veel fracties zijn na de laatste verkiezingen erg groot geworden en nogal wat leden zijn nieuw, soms tot aan de fractievoorzitter toe. Met als ge-
volg dat fractieleden elkaar meer bezig hebben gehouden, dan dat ze resultaten wilden boeken. Ook in sommige kleine afdelingen lijken leden meer met elkaar bezig dan met de politiek. In zulke afdelingen is het hele actieve kader raadslid of (afdelings)bestuurder of is dat ooit geweest. Elkaar dwarszitten is daar tot lokale sport ontwikkeld. Bij de kiezer hoeft zo’n lokale PvdA straks niet meer aan te kloppen. Die kiest liever voor een partij die iets voor hen doet en waar ze zich in herkennen. Misschien denkt u wel dat het toch niet uitmaakt wat u lokaal doet, omdat de prestaties van de PvdA in het kabinet voor de raadsverkiezingen allesbepalend zullen zijn. Dat is letterlijk de halve waarheid. Kiezersonderzoek wijst uit dat in de helft van de gevallen de kiezer zich laat leiden door nationale ontwikkelingen. De andere helft is dus aan u!
bkbsprkng sociaal-economisch mozaïek RICHARD SCALZO wethouder in Rotterdam-Noord en lid redactie Lokaal Bestuur
Een economisch mozaïek De PvdA en regionale economische ontwikkelingspolitiek
Frans Becker Daan Bultje Marijn Molema Pauline Smeets
Wiardi Beckman Stichting
Een sociaal-democratische visie op regionale economie, dat leek mij een boeiend boekje. Van regionale economische politiek weet ik niets en ik had geen idee wat daar sociaal- democratisch aan zou kunnen zijn. Het rapport van de Wiardi Beckman Stichting, Een economisch mozaïek, heeft mij daarin aardig bijgespijkerd. Het boekje is helder van opzet en duidelijk in de aanbevelingen. Als het over regio’s gaat dan wordt verwezen naar alle gebieden buiten de Randstad. Een eerste conclusie stelt dat de regionale economie in algemene zin geen achterstand vertoont. Wel is ze kwetsbaar. Dat komt omdat ze minder vitaal zijn en vooral slecht verbonden met de kenniseconomie. Hierdoor zijn de regio’s kwetsbaarder voor tegenspoed en profiteren ze minder van economische bloei. In de jaren 1950 en 1960 ontwikkelde zich een regionaal industriebeleid. Het economisch centrum moest worden ontlast door ontwikkeling van de periferie. In de jaren ’80 kwam een fundamentele kentering in de regionaal economische politiek. Niet een nationaal streven van evenwichtige verdeling van kansen en uitgangspositie stond voorop. Het criterium voor ondersteuning werd de bijdrage van de regio’s aan de Nederlandse economie, dat wil zeggen aan de economische centra.
Logischerwijs leidt dit tot onvrede in de regio’s. Zij verlangen niet alleen meer steun vanuit het Rijk maar ook erkenning voor het feit dat de regio meer is dan een economische steun aan de Randstad en de concurrentiepositie van Nederland. De schrijvers benoemen vier uitgangspunten voor de PvdA. Deze vier uitgangspunten bieden vanuit sociaal-democratische traditie een breder perspectief op de regionaal economische ontwikkeling dan een puur door concurrentiepositie gedreven economisch perspectief. De eerste is een sterke economie. Niet gebaseerd op achterstandsbestrijding maar op innovatie. Behandel de regio’s als zelfstandige entiteiten. Niet als kopieën van de Randstad. Het tweede uitgangspunt is rechtvaardigheid. De plaats waar iemand geboren wordt mag niet bepalend zijn voor haar of zijn ontplooiingskansen. Hier ligt een rol voor het Rijk. Soms spreiden van kenniscentra, soms meer investeren in infrastructuur. Kortom: biedt de regio middels een basisvoorziening de mogelijkheid op eigen kracht te groeien. Het derde punt is de kwaliteit van het bestaan. De landschappelijke kwaliteiten, de rust, ruimte en kleinschaligheid zijn factoren die de kwaliteit van het bestaan vergroten: koester die en gebruik ze als kracht. Het laatste uitgangspunt is een sterke politiek.
Frans Becker e.a.: Een economisch mozaïek. De PvdA en regionale economische politiek. Uitgave Wiardi Beckman Stichting. Te bestellen bij de boekwinkel op www.pvda.nl. Bestelnummer 702, prijs € 5.
Met name deze laatste is ook in breder PvdA-perspectief interessant. In de eerste plaats geven de schrijvers aan dat sociaal democraten er niet op voorhand vanuit moeten gaan dat economische processen als vanzelf de beste uitkomsten leveren. Daarnaast is het besef van belang dat in het nieuwe economische krachtenveld de complexiteit niet meer vanuit een centrum ‘beheerst’ kan worden. Dit vereist politici die weten wat ze willen met het besef dat ze tussen de partijen staan. Tot slot vraagt een ontwikkeling vanuit de regio politici met gevoel voor en kennis van het lokale. Gekoppeld aan het geloof dat iets gaat werken. Met name deze laatste drie punten zijn voor de PvdA relevant: politiek doet er toe, geen centrale beheersing maar aansluiting bij en vertrouwen in het bestaande, het lokale. En tot slot: geloof en passie in wat je doet als politieke partij. De aanbevelingen waarmee het rapport eindigt zijn slechts instrumenten voor een sociaaldemocratische visie op een regionale economische politiek.
15
‘We gaan vrijwilligers trainen’
OMBUDSWERK IS TERUG! Foto Ruud Tinga
Foto Taco van der Eb / HH
Het Ombudsteam van Almere: Ton van Meurs en At Kasbergen
Het ombudswerk is terug. Bijna vier jaar nadat nieuwetijdpioniers At Kasbergen en Ton van Meurs het werk in Almere nieuw leven inbliezen, komt kamerlid Hans Spekman met een initiatief om het ombudswerk weer een vaste plek te geven op de activiteitenagenda van plaatselijke afdelingen. Is revitalisatie van het ombudswerk bij voorbaat verspilde energie of biedt het anno 2008 nieuwe kansen voor de PvdA?
JURJEN SIETSEMA FREELANCE JOURNALIST
16
Hans Spekman
Hans Spekman is ervan overtuigd dat het opnieuw gaat werken. Het ombudswerk vanuit de PvdA heeft wat hem betreft te lang stilgelegen maar dat is vanaf nu verleden tijd. In december ging hij (zonder er al teveel ruchtbaarheid aan te geven) de boer op met zijn ideeën en vond inmiddels 30 afdelingen bereid om een nieuwe start te maken. Als het aan Spekman ligt krijgt het ombudswerk zo snel mogelijk landelijke dekking. ‘De PvdA is er tenslotte voor opgericht om het verschil te maken. Wij moeten de eerste zijn die weet wat er in de samenleving speelt en de vinger goed aan de pols houden als het gaat om de resultaten van het beleid dat we in Den Haag uitdenken. Hoe werkt dat beleid in de praktijk en hoe kunnen we, als het niet werkt, daar zo adequaat mogelijk op reageren? Volgens mij kan dat vooral door middel van ombudsachtig werk.’ Maatschappelijke monteurs Spekman wil het ombudswerk vanuit een centraal punt opzetten. Samen met Mei-Li Vos en Agnes Wolbert coördineert hij de operatie. Daarvoor heeft hij een aantal medewerkers aangetrokken die de afdelingen moeten gaan begeleiden. Ook het partijbureau zal een faciliterende rol gaan spelen. ‘We gaan opleidingsdagen organiseren waarin we de vrijwilligers naar behoefte willen trainen. De één zit misschien wat beter in bijvoorbeeld de sociale zekerheid dan de ander en heeft daardoor op dat gebied wat minder training nodig, terwijl hij op het gebied van methodiek nog wel wat bijscholing kan gebruiken. De vrijwilliger is altijd het uitgangspunt. Hij ziet de
mensen die bij hem aankloppen en weet wat er speelt. Professionals (gemeenteraadsleden, wethouders, statenleden, gedeputeerden of Tweede Kamerleden) moeten zich dienstbaar opstellen. Als een vrijwilliger vastloopt in het helpen van iemand dan moet hij de hulp van een professional kunnen inroepen.’ Het ombudsmes snijdt dus aan twee kanten. Aan de ene kant de concrete hulp aan mensen die zijn vastgelopen in de regelgeving en aan de andere kant de kans om via die kanalen mechanismen bloot te leggen waar je aan kunt sleutelen. De ombudswerker als een soort maatschappelijk monteur. Almere Eén van de afdelingen die zich nog niet bij het initiatief van Hans Spekman heeft aangesloten maar wel een ombudsteam heeft is Almere. Hoe ziet hun ombudswerk er uit en wie kloppen er bij ze aan? Geestelijk vaders van het PvdAombudsteam in Almere zijn At Kasbergen en Ton van Meurs. Kasbergen is directeur van wat hij zelf de leukste basisschool van Nederland noemt en is sinds 2006 gemeenteraadslid. Van Meurs vult zijn dagen als projectleider en is vanuit het ombudswerk lid van de Almeerse PvdA-fractie. Een kleine vier jaar geleden startten ze samen het ombudswerk omdat, naar eigen zeggen, ‘achterover leunen altijd nog kan’ en organiseerden ze spreekuren op diverse locaties in Almere. Maar zat er eigenlijk wel iemand op zo’n team te wachten? Kasbergen: ‘Dat is ook de vraag die wij onszelf stelden toen we begonnen. Wij wisten niet wat
ons te wachten stond en dachten dat we misschien wel heel stille avonden zouden kunnen krijgen, maar dat heeft ons er niet van weerhouden om te starten. Inmiddels kunnen we namelijk zeggen dat er zo’n twee- à driehonderd mensen op ons hebben zitten wachten.’ Die paar honderd mensen wisten het ombudsteam te vinden doordat Kasbergen en Van Meurs regelmatig adverteren in een huis-aan-huisblad. De ervaring leert dat dat goed gelezen wordt. Zo konden ze al vanaf de eerste spreekuren aan de slag. Van Meurs: ‘De mensen die bij ons aankloppen komen uit werkelijk alle groepen van de samenleving. Ze hebben wel één ding gemeen en dat is dat ze vastgelopen zijn in hun contacten met instellingen of met de gemeente. Die contacten proberen wij weer vlot te trekken.’ Op de vraag waar ze de kennis vandaan halen en hoe ze die contacten dan vlottrekken, antwoorden beiden dat je met ‘gezond boerenverstand’ vaak al een eind komt. At Kasbergen: ‘Natuurlijk moet je wel wat kennis hebben van de sociale kaart van een stad of dorp, maar het belangrijkste is dat je ziet waar het is spaak gelopen. Wij kijken met een gezonde afstand naar het probleem en proberen het hele plaatje te overzien. De meeste cliënten zitten er vaak al te diep in om er nog met afstand naar te kunnen kijken. Die zijn in het woud van regels, brieven en formulieren al lang de weg kwijt en komen dan ook vaak bij ons als het al te laat is.’ Financiële problemen Een groot deel van de cliënten van het ombudsteam Almere
im heeft financiële problemen. Ton van Meurs: ‘Over het ontstaan daarvan spreken wij geen oordeel uit. Wij proberen ze te helpen door namens hen in contact te komen met de schuldeiser of het deurwaarderskantoor dat de vordering probeert te innen. We zien dat de schuldeisers vaak nutsbedrijven zijn die de voorzieningen hebben afgesloten waardoor mensen al een tijd zonder gas, elektriciteit of water zitten. Een wat ons betreft onacceptabele situatie in een land als Nederland.’ At Kasbergen voegt daar aan toe dat de conflicten tussen de cliënten en de bedrijven vaak ontstaan doordat de mensen de bedrijven niet kunnen volgen of andersom: ‘Terwijl dat vaak niet eens nodig is, want als je de zaken beter leest of op tijd betaalt dan heb je het probleem ook niet. Er komen namelijk vrijwel altijd kosten bij, zoals deurwaarderskosten en rente, die een snelle oplossing behoorlijk in de weg kunnen staan. Dat zou wat ons betreft ook moeten veranderen.’ Boodschappentas Inmiddels zijn Kasbergen en Van Meurs geen onbekenden meer voor de gemeente, nutsbedrijven en deurwaarderskantoren in Almere. Van Meurs: ‘We hebben door onze aanpak inmiddels een netwerk opgebouwd en zien dat we resultaat boeken. We kunnen niet iedereen helpen maar ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken dat we een oplossingspercentage van 85% hebben. Oplossing in de zin van het mensen weer op het spoor krijgen.’ Dat ‘op het spoor krijgen’ van de cliënten vraagt niet alleen de inzet van het ombudsteam, maar juist van de persoon om wie het draait. At Kasbergen: ‘Er komen soms mensen op het spreekuur met een boodschappentas vol papieren. Vaak nog in de enveloppen en ongeordend. Ze verwachten dan van ons dat wij de zaken voor ze op een rijtje zetten en alles uitzoeken. Dat doen we dus niet. Zij zijn en blijven zelf verantwoordelijk en dat geven we ze mee. Dat betekent dat je mensen soms niet meer terugziet, maar veel van onze cliënten begrijpen het gelukkig wel.’
Tweemanschap Het ombudsteam Almere bestaat uit twee personen. Van Meurs: ‘Dat is een bewuste keuze omdat we willen dat mensen zich vertrouwd voelen en niet het gevoel hebben dat ze, zoals het vaak bij de overheid en bedrijven gaat, telkens met iemand anders te maken krijgen bij wie ze opnieuw hun verhaal moeten doen. Dat werkt frustrerend en maakt dat mensen sneller afhaken. Bij ons weten ze dat ze altijd met dezelfde aan tafel zitten. Mensen die hun verhaal kennen.’ Dat zo’n tweemanschap kwetsbaar is zien Kasbergen en Van Meurs ook. Kasbergen: ‘Daarom hebben we één iemand die op de achtergrond meedraait en die we inzetten als het echt nodig is, maar in principe zijn en blijven Ton en ik het ombudsteam.’ De drijfveer voor het ombudsteam is een ijzeren sociaal-democratische: solidariteit. Ton van Meurs: ‘Daar praten wij niet alleen over, maar we doen het ook en dat geeft je werk een krachtige basis.’ Kansen zijn er voor het ombudswerk dus volop. Het voorbeeld van het team in Almere laat zien dat de PvdA hiermee in een concrete behoefte voorziet. Vragen blijven er echter. Hoe breed is je werkterrein en wie bereik je? En, waarom geld en energie in opleidingen steken als je met ‘gezond boerenverstand’ ook al een eind komt? Vragen die vanuit de praktijk beantwoord zullen moeten worden. Ombudservaring is er tenslotte al vele jaren. In de jaren ’70 en ’80 (en ook ver daarvoor) was er tenslotte al sprake van een concrete helpende hand vanuit de partij. Het wiel hoeft dus niet opnieuw te worden uitgevonden. Of toch, anno 2008? Afdelingen die willen meedoen aan het initiatief van Hans Spekman kunnen contact opnemen met diens medewerkster Vera Smits, 070-3182769. Informatie over het werk van het ombudsteam Almere is te vinden via www.almere.pvda.nl (daarna klikken op de link ‘Weblog Ombudsteam’) of telefonisch bij Ton van Meurs: 06-20400254.
MARTY DEN HAAN (1954-2007)
Raadslid in Tholen 1998-2007 Vrijdag 23 november is plotseling op 52-jarige leeftijd Marty den Haan, lid van de gemeenteraad van Tholen, overleden. Marty was sinds maart 1998 lid van de raad voor de PvdA. Daarnaast was hij voorzitter van de Commissie Bestuurszaken en plaatselijk voorzitter van de Bouwbond FNV. We verliezen in Marty een gedreven socialist, die voor de linkse beweging in Tholen van grote betekenis is geweest. Nooit nadrukkelijk aanwezig, maar met een uitgesproken mening over sociale rechtvaardigheid. Hij bracht dit in de praktijk door zijn werk voor de vakbeweging en de linkse politiek. Met veel respect gedenken we een man die naast zijn werk in de gemeenteraad en de vakbond heel veel mensen persoonlijk heeft geholpen op het lastige terrein van het sociaal beleid en de belastingwetgeving. Marty is begraven in zijn woonplaats Sint Annaland. Bestuur en fractie PvdA Tholen
nws Randstad Urgent
0.#6%45&". *OGPSNBUJF
"-.&3&
Op zaterdag 1 december jl. kwam een vijftigtal raadsleden, statenleden, wethouders en gedeputeerden uit de Randstad bijeen in Amsterdam voor de werkconferentie ‘Randstad Urgent en de PvdA’. De bijeenkomst was georganiseerd door de Tweede Kamerfractie en het Centrum voor Lokaal Bestuur. Aanleiding waren de plannen van het kabinet voor de verbetering van de concurrentiepositie en de duurzaamheid van de Randstad, verwoord in het programma Randstad Urgent en het project Randstad 2040. Na de opening door dagvoorzitter Frank Vrolijks (RPS BCC, congrespresidium PvdA) volgden toespraken van Roos Vermeij (woordvoerder ruimtelijke ordening van de Tweede Kamerfractie) en Friso de Zeeuw (Bouwfonds). Tijdens de workshops ontspon zich de discussie onder de aanwezigen over de rollen van het Rijk en van de lagere overheden bij het duurzaam ontwikkelen van nieuwe woon- en werkgebieden en bij het beter beschermen van het Groene Hart. In een workshop met als inleider Joost Schrijnen (Almere, TU Delft) werd ondermeer ingegaan op het contrast tussen de perceptie en de werkelijkheid van het functioneren van de Randstad in ruimtelijke zin. Bij het afsluitende debat bleek er brede steun voor een integrale visie op de Randstad, met daaraan gekoppeld een financieringsstrategie voor ruimtelijke ontwikkelingen op regionale schaal. De decentrale overheden hebben ruimte nodig, maar ook voor het Rijk is een belangrijke rol weggelegd, als coördinerende investeerder. Het koppelen van plannen over schaalniveaus en sectoren heen blijft de uitdaging bij de ruimtelijke ontwikkeling van de Randstad.
Bezoek onze website! Het laatste nieuws over alle activiteiten van het Centrum voor Lokaal Bestuur vindt u op onze website
www.lokaalbestuur.nl Onze site geeft u informatie over: Bijeenkomsten van het CLB, Adviezen, Publicaties, Dualisme, de organisatie van het CLB, artikelen uit Lokaal Bestuur en ProefLokaal. Ook zijn er links naar andere websites die voor u als lokale of provinciale bestuurder interessant zijn.
Reacties welkom Bent u het niet eens met wat u in Lokaal Bestuur leest? Wilt u een aanvulling of correctie doorgeven? Of heeft u vanuit uw gemeente of provincie iets te melden dat ook voor andere PvdA’ers interessant is? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat uw mailtje uiterlijk maandag 11 februari in ons bezit is, dan kunnen wij het plaatsen in het maartnummer. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 4 februari in ons bezit zijn. U kunt uw bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, e-mail:
[email protected] De sluitingsdatum voor het aprilnummer is maandag 23 maart.
17
Foto’s van links naar rechts: Martin Droog Willem Mieras Bert Beelen Zutphens Persbureau/ Patrick van Gemert
UIT HET DAGBOEK VAN EEN
raadsLID Onze vier dagboekschrijvers vertellen iedere maand waar ze in hun gemeente mee bezig zijn. Mathilde de Jong (Brummen), Mohammed Mohandis (Gouda), Helbertijn Luijt (Goes) en Stijn Verbruggen (Nijmegen) behoren allevier tot het netwerk van jonge PvdA-politici.
18
Mohammed Mohandis Gouda
Helbertijn Luijt Goes
Stijn Verbruggen Nijmegen
Mathilde de Jong Brummen
Spannende periode We hebben een spannende periode achter de rug met de discussie over de kunstwerken van Soorah Hera, die misschien wel een plekje zouden krijgen in Gouda. Het debat over de vrijheid van meningsuiting wordt al jaren gevoerd en de incidenten volgen elkaar op, maar het lijkt dat we nog steeds niet weten wat we willen in Nederland. Kwakkelende peilingen in het brede politieke spectrum en steeds hardere uitspraken, maar concrete oplossingen en een duidelijke visie ontbreken voor veel burgers in Nederland. Er bestaat - niet ten onrechte - angst bij burgers over de ontwikkelingen in de eigen wijk en over de grenzen heen (de globalisering). Alleen de boodschap ‘We moeten samenleven’ is niet iets waar burgers tegenwoordig op zitten te wachten. Je zult moeten durven benoemen waar het misgaat en waar nodig een harde aanpak niet uit de weg gaan. Elke keer als een opiniemaker het scherp speelt, is er weer de discussie over hoe ver je mag gaan. Het probleem van deze discussie en de verkramptheid die er bij velen heerst, is dat ieder een eigen grens stelt aan wat wel of niet gezegd mag worden. We hebben de rechterlijke macht die uiteindelijk toetst of het wel of niet kan binnen de grenzen van de wet. Discussie is belangrijk, maar als je alleen inzoomt op de extreme uitspraken, blijven alle lokale initiatieven van burgers die zeker in debat willen en het goede met Nederland voor hebben, onder tafel verscholen. www.mohandis.nl
Eindelijk dualisme Hier in het Zeeuwse gebeuren er veel dingen vaak vijf jaar later dan in de rest van het land. Maar ach, ieder nadeel heeft zo zijn voordeel. In Goes gaat iets gebeuren wat in de meeste gemeenten vijf jaar geleden al aan de orde was: het dualisme smoel geven. Dit betekent dat het hele vergaderstelsel omgegooid wordt en dat we voor die tijd een beetje hebben geoefend tijdens de verschillende vergaderingen. Zo gingen tijdens de begrotingsraad de fracties onderling het debat aan. Alleen als een van de leden van de raad om advies van het college vroeg, mocht het college zijn reactie geven. Ik zat tegenover het college en het was heerlijk om twee van de leden van het college zo zuur te zien kijken, omdat zij zich buitenspel voelden staan. Het was voor mij weer eens genieten, omdat deze twee leden van het college sterk betrokken waren geweest bij het buitenspel zetten van de PvdA bij collegeonderhandelingen. Hierdoor kwam de PvdA op de bank te zitten en vertrok onze fractie halverwege de wedstrijd geblesseerd naar de kleedkamer. Inmiddels heb ik het idee dat onze fractie aan het revalideren is en weer langzaam in vorm begint te raken. Daarnaast is het ook wel prettig dat eindelijk de spelregels worden aangepast, waardoor wij weer een beetje mee kunnen spelen. Misschien is het nu pas doorvoeren van het dualisme voor sommige lezers veel te laat, maar voor de PvdA-fractie is het precies op tijd zo na de winterstop.
Publiciteit Ongeveer 10 maanden geleden kreeg ik een e-mailtje van Mike, een jongen van 9 jaar. Hij wilde graag een écht voetbalveldje, met goaltjes en een hek, in zijn wijk. Ik wist dat het college van B&W met een voorstel voor een betere spreiding van sportvoorzieningen over de wijken zou komen. Dus stuurde ik het mailtje alvast door naar de betreffende wijkmanager. Al snel bleek dat zijn wijk, in relatie tot het aantal kinderen daar, te weinig sportveldjes kent. Het verzoek van Mike kon daarom relatief snel opgepakt worden. Het voetbalveldje ligt er nu. Mike en zijn vrienden vroegen zich af of er nog een officiële opening zou plaatsvinden. Ze mailden die vraag naar de gemeente, maar kregen geen reactie. Dus nam ik het initiatief om zelf samen met Mike een semi-officiële opening te organiseren. We versierden het hek rond het veldje met ballonnen, pakten één goaltje in met glimmend folie en Mike trommelde zoveel mogelijk klasen buurtgenootjes op. Ik nam contact op met de lokale krant. Die stuurde een fotograaf. En de volgende dag stond er een grote actiefoto in De Gelderlander: Mike en ik trappen met een voetbal het ingepakte goaltje open. Leuk voor Mike én leuk voor mij. Als gemeenteraadslid moet je af en toe een beetje assertief zijn om publiciteit te genereren. Daarover organiseer ik dit voorjaar in Nijmegen een bijeenkomst voor het netwerk Jonge Politici van het CLB. www.stijnverbruggen.nl
Vakantiehuisjes Regelmatig wordt er landelijk iets besloten waar een gemeente(raad) iets mee moet doen. Vaak is dit lastig, maar meestal komen wij er in Brummen goed uit, ondanks ons relatief kleine inwonertal. Maar soms bedenkt een minister iets dat echt indruist tegen onze gemeentelijke en provinciale principes. En dan wind ik me daar ook echt over op. Eind december gebeurde dat toen ik in de krant las over de brief van minister Cramer aan de Tweede Kamer over de illegale bewoning van vakantiehuisjes. In de brief schrijft ze dat als gemeenten geen besluit nemen over het handhaven van de illegale bewoning van vakantiehuisjes, zij bewoning wil toestaan. De provincie Gelderland heeft echter in haar streekplan aangegeven dat illegale bewoning juridisch moet worden bestreden en veel gemeenten hebben hier al gehoor aan gegeven. En zo moet het ook. Ook al is er nooit gehandhaafd, iedereen weet dat een vakantiehuisje niet bedoeld is om in te wonen. Je kunt een aantal jaren geluk hebben omdat er gedoogd wordt, maar je kunt als bewoner niet doen alsof je niet wist dat bewoning illegaal was. Als je voor 60.000 euro een vrijstaand huisje in het bos koopt, terwijl een rijtjeswoning in het dorp het drieof viervoudige kost, dan weet je dat je fout zit. Wat minister Cramer in mijn ogen zou moeten doen is handhaving opleggen aan gemeenten. Wanneer een gemeente niets doet, kan de handhaving door de provincie worden opgepakt op kosten van de gemeente. Dan gaat iedere gemeente wel iets regelen. www.mathildedejong.nl
Foto Nationale Beeldbank
ondrwg Hard bouwen, zacht bouwen NICOLE TEEUWEN wethouder in Houten en lid redactie Lokaal Bestuur Het is donker, koud ook, als ik maandagmiddag laat het gemeentehuis uit kom. Overal brandt de kerstverlichting al. De Houtense GroenLinks-fractie heeft er kritische vragen over gesteld aan het college. Een symbolische, mij sympathieke, actie. Het heeft niet mogen baten: winkeliers, huurders en huiseigenaren strijden om het hardst wie de openbare ruimte het meest sfeervol kan verlichten. Ik ben op weg naar het Eetcafé van de Vriendendienst in Houten. De Vriendendienst zorgt voor maatjes voor mensen met een psychiatrische stoornis of een verstandelijke handicap. Of voor gewoon eenzame mensen die het moeilijk vinden contact te maken en behoefte hebben aan gezelschap. Ze hebben een wekelijks Eetcafé voor deze doelgroep. Het Eetcafé heeft geldproblemen en het maatjesproject heeft al tijden een gigantische wachtlijst. Vorig jaar rond deze tijd kreeg ik een uitnodiging om eens te komen kijken. Ik werd geconfronteerd met hun financiële nood, maar zag ook de betekenis van het café voor deze mensen. Ze waren bang voor sluiting. Ik kom een hapje met ze mee-eten en heb een blijde boodschap: ze krijgen extra geld. Om de wachtlijsten weg te werken, en om het Eetcafé overeind te houden. Het heeft wel lang geduurd voordat ze duidelijkheid kregen, maar hun geduld wordt beloond. Ben benieuwd wat er vanavond op het menu staat! Ik ben laat, en zoek gehaast mijn weg over het Rond, het Houtense centrumplein. Het hele plein is op de schop gegaan, en moet er over een dik jaar aantrekkelijk uitzien. Wat
eens betonnen waterbakken waren, moeten leuke waterpartijen worden, met bankjes onder lommerrijke bomen. Een mooi paviljoen in het midden, een opknapbeurt voor het winkelcentrum, veel sociale huur- en koopwoningen erbij, en uitgaansmogelijkheden zoals - eindelijk - een bioscoop. Maar voorlopig is het een grote bouwput. Wat een rommel is het nog, denk ik. Wat moeten de Houtense burgers wel niet denken. Ze moeten wel veel geduld hebben. Bovendien worden om de haverklap de loop- en fietsroutes over het plein verlegd, en in deze late avondspits bots je in alle richtingen zowat tegen elkaar of tegen de bouwhekken op. Zouden de Houtenaren nog wel zien waar deze hele ‘make-over’ naartoe gaat? Ik kan nog net een wat ouder echtpaar ontwijken. Ik hoor de man mopperen tegen zijn vrouw, zo’n beetje in dezelfde trant als ik net aan het denken was. Maar de vrouw houdt er gelukkig een andere mening op na: ‘Ja, je hebt wel gelijk, het is nu rommelig’, hoor ik haar zeggen, ‘maar we krijgen er een prachtig Centrum voor terug. Je ziet het iedere dag groeien. En heb jij al eens gekeken op de gemeentewebsite hoe het wordt?’ Hun stemmen sterven weg, maar ik ben weer helemaal vrolijk. Gelukkig hebben de mensen meer geduld dan ik denk. Ik ben bijna bij het Eetcafé. Ik ruik de boerenkool al! Als ik de deur naar het overvolle café open doe, zie ik het verwachtingsvolle gezicht van de coördinator van de Vriendendienst oplichten…
19
achtrknt
Foto De Beeldredaktie
Een kijkje in de raadzalen Elke maand zijn we te gast bij de raadsvergadering in de kleinste en in de grootste gemeente van een bepaalde provincie. Dit keer twee gemeenten in Overijssel: Staphorst en Enschede. Foto Robert Hoetink
20