Beste vrienden van NDVR, Zoals jullie zonet hoorden, hebben Seppe, Tim en Maarten mij een aantal weken geleden gevraagd of ik mijn licht wilde laten schijnen op hun eerste levensjaar. Op zich een vreemde vraag als je weet dat Tim, Seppe en Maarten alle drie doctoreren en dus de ene helft van tijd niets anders doen dan reflecteren over wat ze in de andere helft van de tijd uitsteken. Daar komt nog bij dat de maanden juli en augustus wel een erg slecht moment zijn om iemand te vragen om diep na te denken. Zon, zee en strand zijn namelijk niet echt bevorderlijk voor de concentratie. En toch ben ik op hun vraag ingegaan, maar wel nadat ik met mezelf afgesproken had om deze niet al te serieus te nemen. Ik zou mij beperken tot wat frivole gedachtenkronkels. Waarvan sommigen misschien wat kort door de bocht gaan en anderen misschien zullen doodlopen, op iets te veel zon, zee en strand. Maar hopelijk hebben jullie er wat aan. Wat ik de volgende 20 minuten zal doen, is proberen vat te krijgen op het fenomeen NDVR. En zoals jullie zullen merken, is dit niet eenvoudig. Want, ondanks al het schelpen zoeken en krabben vangen, heb ik toch de tijd gevonden om hier niet minder dan vijf hoofdstukken (en ook vijf bladzijden) over neer te pennen. Voor diegenen die dit wat overdreven vinden, de volgende woorden zal ik vaak gebruiken: oefenen, DIY en activisme. Zo hebben jullie de essentie. Voor de anderen. Hier volgt hoofdstuk 1, met de sprekende titel: “Wat is NDVR niet?” En jullie zullen misschien verbaasd zijn, maar NDVR is veel niet. Of ten minste, NDVR wil veel zaken niet zijn. Zo willen ze zich geen ontwerpbureau noemen. Want die zijn te veel bezig met het eindresultaat, met het toewerken naar de realisatie van een fysiek object. Ze willen zich ook geen participatiebureau noemen. Want die werken te veel in opdracht en zijn daarom niet te vertrouwen. Ze willen zich, ten slotte, ook geen onderzoekers noemen. Want zo’n ivoren toren, wie wil daar nu in gaan zitten. NDVR in elk geval niet, zelfs niet als ze er betaald voor zouden worden. (sorry Tim, ik heb het nu over Seppe en Maarten). Helpt deze oefening in eliminatie ons nu verder? Het is niet echt iets wat je op je naamkaartje kan zetten: niet-ontwerper, niet-participatie consulent en niet-onderzoeker. Maar, misschien werkt het wel als een eerste schets. Hoofdstuk 2 dan. Dit is gebaseerd op een aantal gesprekken die ik het voorbije jaar had met NDVR. Het kreeg als titel: “Wat zegt NDVR over zichzelf” en is opgebouwd uit drie zogenaamde levensmotto’s (die misschien wel op een naamkaartje kunnen). Motto 1: Zorg dat je betaald wordt om te oefenen. Nog iets dat NDVR niet wilde. Beginnen met wedstrijden. Voor diegenen die niet vertrouwd zijn met de wereld van jonge ontwerpbureaus. In Vlaanderen (maar ook in de rest van Europa) begin je een eigen bureau met ofwel het tekenen van plannen voor kleine 1
verbouwingen, ofwel met het winnen van ontwerpwedstrijden. Beide zaken zag NDVR niet zitten. Het eerste omdat ze dus niet willen bouwen en het tweede omdat ze niet achter hun computer willen wachten tot ze eindelijk eens een wedstrijd zouden winnen. Neen, NDVR is gewoon de straat opgetrokken en begonnen. Zonder opdrachtgever en zonder wedstrijd. Zonder centen ook. Maar dat was niet erg, want die zouden ze later wel dubbel en dik terugverdienen. Mooi toch. Deze eigen opdracht werd ‘den dam’. Voor de meesten onder jullie wel bekend. Kort samengevat zijn ze er in geslaagd om, in een periode van 2 jaar, bewoners, lokale ondernemers en de stad samen aan tafel te krijgen. En om de ambities van de stad af te stemmen op de dynamiek die er vandaag in Den Dam circuleert. Dat is op zich al een verdienste, als je weet dat er op de stad meer mensen werken dan er in den Dam wonen. Maar, den Dam was vooral belangrijk voor NDVR zelf. Ze hebben er zaken kunnen uitproberen, kunnen oefenen. En hebben zo hun eigen niche kunnen creëren, hun reden van bestaan kunnen uittekenen. Ergens mooi in het midden tussen alles wat ze niet willen zijn. Met eigen methodes, instrumenten en, een website. Op den Dam hebben ze voor zichzelf besloten dat ze dit moeten blijven doen. Dat zelf projecten opstarten. Om het spannend te houden, maar ook om voortdurend nieuwe strategieën en instrumenten te kunnen verkennen. Wat ze ook hebben besloten, is dat ze de volgende keer wel betaald willen worden. Maar waar vind je een opdrachtgever die wil investeren in een groep idealisten die iets nieuw willen uitproberen. Voor diegenen onder jullie die ook wel betaald willen worden om te oefenen, misschien kan NDVR ons over jaar wat namen doorgeven. Motto 2: Do-it-yourself. Na den Dam is NDVR aan een ronde door Vlaanderen begonnen. Daar zien ze hoe heel wat gemeentebesturen met de handen in het haar zitten. Ze krijgen meer autonomie van Vlaanderen, maar weten niet waar eerst te beginnen. Superdiversiteit, veiligheid, vergrijzing, basismobiliteit, en ga zo maar door. Wat de gemeentebesturen wel weten is dat ze resultaten aan hun kiezers moeten voorleggen als ze opnieuw verkozen willen raken. De mannen van NDVR beseffen dat ze tijdens hun jaar op Den Dam de juiste niche gecreëerd hebben. En wel op het juiste moment. Ze maken naamkaartjes en presenteren zich als redders van de radeloze gemeentebesturen. Hun aanpak werkt. Ze mogen processen opstarten in Gent en Brussel. Nog altijd zonder aan wedstrijden deel te nemen. Maar puur Do-it-yourself. Ze hebben een eigen markt gecreëerd, aan eigen voorwaarden. Tussen haakjes. Ondertussen doen ze wel aan wedstrijden mee. Maar dan wel op vraag van andere bureaus. Omwille van hun naamkaartjes. Motto 3: Schrijf geen rapporten. Nog iets wat ze onderweg geleerd hebben. Er zijn genoeg rapporten. Meestal liggen deze ergens onderaan in een schuif, of in de duistere delen van de cloud. Het schrijven van rapporten leek hen dan ook nog erger dan in een ivoren toren zitten. Neen, NDVR wil impact 2
hebben. Niet door ergens een gebouw neer te zetten, maar door scheefgetrokken machtsrelaties rechter te trekken. Sociale innovatie heet zoiets. Of, in de woorden van Rudy Roose, Maria Bouverne-De Bie en Griet Roets: “increasing the possibility of a social system to deal with competitive points of view and to pursue greater equality of possibilities to act”. Het zoveelste rapport zal een gemeenschap niet helpen om met conflicten om te gaan. Dit vraagt om acties, op het terrein; om afspraken met bewoners, organisaties en politici over concrete locaties, verantwoordelijkheden, financiële middelen, overeenkomsten, enz. En diegenen die de Gazet van Antwerpen lezen of naar ATV kijken, weten dat NDVR hier goed in is. Ik ben door mijn drie motto’s. De mist lijkt weggetrokken. “NDVR is een groep activisten”. Die processen van ruimtelijke uitsluiting willen aanpakken. En dit ook doet. Met succes. En dit allemaal in de periode van één jaar. Hoed af. De klus is geklaard. We weten waar NDVR voor staat. Tijd voor de frivole gedachtenkronkels die ik jullie beloofd had. Tijd dus voor wat MORSE. Want, voor diegenen die het niet gemerkt hebben, Inspector Morse staat op jullie uitnodiging. Hoofdstuk 3 kreeg dan ook de eenvoudige titel “Endeavour Morse”. Zoals Tim, Maarten of Seppe jullie waarschijnlijk al wel verteld hadden, verwijst NDVR naar de voornaam van Inspector Morse. Samen met velen onder jullie vraag ik mij al een tijdje af wat ze in hemelsnaam zo inspirerend vinden aan deze Inspector. Want een naam kies je toch erg zorgvuldig. Ik doe hier een poging. Wikipedia beschrijft Morse als bijzonder intelligent. Dit lijkt mij op zich al een voldoende reden. Met een enorm geheugen. Ook goed lijkt mij. Maar tegelijkertijd is hij ook erg mysterieus. We kennen niet veel van zijn verleden, van zijn omgang met vrouwen. We weten dat hij van bier houdt (real english ale), van Wagner en van kruiswoordraadsels. En dat hij erg opvliegend kan zijn. Tja. Toch wat dunnetjes lijkt mij. Waar zitten bijvoorbeeld de drie levensmotto’s? Het oefenen, het DIY en de sociale innovatie? Met wat goede wil zou je kunnen zeggen dat Morse ‘marginale’ zaken aan het licht brengt, zaken die alle anderen over het hoofd zien, of niet willen zien (zie actie-onderzoek). Is dat dan de link? Er moet toch meer inzitten? In het laatste hoofdstuk doe ik een nieuwe poging. Zou het kunnen dat ik te snel door de levensmotto’s gefietst ben. Deze komen –min of meerrechtstreeks uit de mond van de mannen van NDVR. Misschien moeten ze met een korreltje zout genomen worden. Want de praktijk is natuurlijk altijd anders dan de theorie. Ik ben daarom nog eens door mijn notities gegaan en heb deze keer ook tussen de lijnen gelezen. Hoofdstuk 4 kreeg daarom de titel ‘NDVR volgens Oswald’. Laten we terugkeren naar het eerste motto: “Zorg dat je betaald wordt om te oefenen”. Oefenen suggereert twijfel. Je geeft toe dat je het ook niet allemaal weet en het daarom eerst wil proberen. Zonder iets te beloven. Want wie oefent, valt eerst altijd een paar keer op zijn 3
bek. Oefenen betekent ook de hulp in roepen van anderen. Die meer of andere ervaring hebben. En dat is precies wat NDVR in Den Dam gedaan heeft. Maar tegelijkertijd werkt NDVR, voordat ze hun eerste kaars uitgeblazen hebben, al aan een boek waarin ze hun aanpak neerschrijven. Trainen ze ambtenaren in het inzetten van deze aanpak. En hebben ze de ambitie om deze aanpak in de komende jaren in heel Europa te exporteren. Want blijkbaar zitten gemeenten ook daar met de handen in het haar. Deze sturmund-drang rijmt niet echt met oefenen, met het voorzichtig zoeken naar een rol, met het stapvoor-stap ontwikkelen van een strategie op maat van een situatie. Het tweede motto dan, “do-it-yourself”. Zelf opdrachten uitschrijven én uitvoeren vraagt om een stevige kennis van de lokale situatie. NDVR heeft –op den Dam- een eigen methode ontwikkeld om deze kennis te verzamelen. Het is een mix van langdurig veldwerk, een uitgebreid netwerk, een legertje aan studenten, eindeloos veel energie, en durf. Maar tegelijkertijd wordt NDVR vandaag, zoals ik eerder aangaf, gecontacteerd door andere bureaus om samen offertes in te dienen. En met succes. Want ondertussen mogen ze in Gent, Genk en Brussel aan de slag, …, als consulent. Want de opdracht ligt vast, samen met de succescriteria. En dat gaat toch wat in tegen het do-it-yourself principe. Als consulent zullen ze nooit voluit kritisch kunnen zijn, ook al mogen ze hun eigen methode inzetten. En dat kunnen ze wel in de opdrachten die ze zelf definiëren. Ook op het derde motto – “we schrijven geen rapporten” – blijkt wat ruis te zitten. Sociale innovatie vraagt om concrete veranderingen op het terrein: in de fysieke ruimte, in de werking van een dienst, in het ruimtegebruik van mensen. Deze komen er pas na langdurige onderhandelingen, acties, en verkenningen. Maar tegelijkertijd werken Tim, Seppe en Maarten alle drie aan een doctoraat. En een onderzoeker heeft andere agenda dan een activist. De onderzoeker wil het heden begrijpen, terwijl de activist het over morgen wil hebben. Het is een spanning die terug komt in elk actie-onderzoek. En dus ook in de gesprekken met NDVR. We willen enkel lokale kennis opbouwen. Daarna is het aan de actoren zelf. Neen, we willen zelf ook zaken veranderen. Samen met de actoren. Na het lezen tussen de lijnen blijkt het profiel van NDVR helemaal niet zo scherp meer. Zijn het wel activisten? Of misschien toch consultants? Of onderzoekers? Of ben ik gewoon verloren gelopen in mijn eigen gedachtenkronkels? Misschien kan Morse mij terug op pad helpen. Hij is ten slotte een senior Criminal Investigation Department officer. Het laatste – vijfde hoofdstuk – heb ik daarom ‘NDVR volgens Morse’ genoemd. In wikipedia staat – naast het verhaal van dat bier en Wagner - dat Morse van zichzelf vindt dat hij erg deductief te werk gaat. Hij verzamelt eerst zo veel mogelijk gegevens om deze 4
vervolgens systematisch te interpreteren. Dit lijkt erg nauw aan te sluiten bij de aanpak van NDVR die stoelt op het ontsluiten van lokale kennis. Maar, opnieuw volgens wikipedia, zou het niet Morse zijn die deductief te werk gaat, maar de pathologen. Je weet wel, die personen die in de serie een auto uitkammen op zoek naar een haar, of op basis van een autopsie het moment van overlijden tot op de minuut kunnen bepalen. Morse zou juist erg intuïtief te werk gaan. Daar moest ik toch even van gaan zitten. Zouden de mannen van NDVR dat ook gelezen hebben. Want dan zou het plaatje wel kloppen. Dan zouden theorie en praktijk wel samenvallen. Laat mij dit even verklaren. Ik was ooit betrokken bij een onderzoek waarin we het principe van ‘improvisatie’ vertaald hebben naar hoe stadsdelen veranderen doorheen de tijd. Ik heb daar geleerd dat improviseren niet hetzelfde betekent als vlug iets uit je mouw schudden, maar een erg geconcentreerde activiteit is die tonnen ervaring en kennis vraagt. En dat improviseren over het proces gaat, en niet over het eindresultaat. Zo weet een muzikant wel waar hij aan begint, maar nooit waar hij zal eindigen. Er is immers geen partituur, enkel een thema waarop de muzikanten kunnen terugvallen als ze even op adem moeten komen. Dit leek mij, na het lezen van de tekst over Morse op Wikipedia, plots erg goed bij NDVR te passen. Ze gooien zich in een situatie, voelen deze aan, en reageren hierop. Niet vanuit de buik. Maar vanuit doorzicht en ervaring. En met een duidelijk –politiek- motief. Nu opnieuw: den Oudaan staat te koop. Omdat ze niet willen dat een ontwikkelaar deze volledig zou privatiseren, hebben ze bij NDVR besloten om deze dan maar zelf te kopen. Zonder businessplan. Dat zal onderweg wel vorm krijgen. Het eerste motto, Oefenen, moet dan misschien niet als twijfelen begrepen worden; als het aanleren van iets nieuws. Maar eerder als trainen. De aanpak van NDVR ligt immers vast. Het is enkel de situatie die verandert. Oefenen gaat dan over het bijschaven van deze aanpak. Het leren samen spelen met nieuwe partijen. Om vervolgens in concrete situaties, alles te kunnen geven. De duur van een interventie is dan niet zo belangrijk meer. En het tweede motto, Do-It-Yourself, gaat dan misschien niet over het proactief formuleren van eigen opdrachten. En dus over de noodzaak van een stevig voortraject. Maar misschien eerder over het herschrijven van een opdracht. Samen met alle betrokken actoren. In de vorm van een improvisatiesessie. In dat geval zouden de pathologen –net zoals bij Morse- alle gegevens aanleveren. En gaat het over samen interpreteren, conflicten zichtbaar maken, ontbrekende perspectieven toevoegen. De noodzaak van een stevig voortraject is dan misschien niet zo groot meer. En derde motto, het schrijven van rapporten, gaat dan misschien niet over de spanning tussen activist en onderzoeker. Improviseren is immers zowel een actie (mensen komen er naar luisteren) als een onderzoeksmethode. Zo zouden sommige acteurs improvisatiesessies 5
houden om zich in te werken in nieuwe rollen. Improviseren met NDVR zou dan een methode zijn om zich in te werken in een ruimtelijk vraagstuk. Om, sessie na sessie, tot gedeelde verhalen te komen, over het zware leven van alle dag én over het lichte leven van morgen. Verhalen die groeien, in de hoofden van mensen. Zou het dan zo simpel zijn. Dat de mannen (en dames) van NDVR gewoon improvisatoren zijn. En dus deel uitmaken van een eeuwenoud metier. Van muzikanten, vertellers, acteurs, en kunstenaars die hun publiek laten kennismaken met andere manieren van kijken naar hun eigen leefwereld en die – en dat maakt NDVR iewat ongewone improvisatoren – dit publiek de instrumenten aanreiken om hun leefwereld ook te veranderen. Senior improvisor. Zou dat niet mooi staan, op een naamkaartje. Mannen en Dames van NDVR, proficiat met jullie eerste verjaardag.
Oswald Devisch Associate professor University of Hasselt
6