December 2014
Uitgelicht
Besparen op energie [ 12 ]
DaglichtKas maakt ambities waar
[ 18 ]
Weg naar aardwarmte vol hobbels
[ 22 ]
Het water kan het dak op!
[ 52 ]
NethWork: exclusieve reportages
[ 60 ]
Sla op water in belichte tunnelkas
9
Wie een topprestatie wil leveren, moet bij de basis beginnen
Als geen ander weet u dat een gezonde, vitale plant begint bij krachtige wortels. Geef uw planten daarom ProParva, een 100% plantaardig product dat ervoor zorgt dat er extra veel energie gaat naar de ontwikkeling van de wortels. Met ProParva krijgt u een compact, weerbaar en productief gewas in optimale conditie. ProParva maakt deel uit van het NatuGro teeltsysteem: duurzame oplossingen ter verbetering van de gezondheid en de prestaties van uw gewas door het optimaliseren van de balans in de wortelzone en de plant. ProParva • stimuleert de vorming van haarwortels en ziektewerende bacteriën • zorgt voor een compacte plant die beter stuurbaar is • verhoogt de weerbaarheid en vitaliteit van uw gewas Koppert Biological Systems, Partners with Nature
WWW.KOPPERT.NL |
[email protected]
Kin omhoog, borst vooruit Met het einde van het jaar in zicht, hebben mensen veelal de neiging om terug te blikken. Er wordt gekeken naar wat er het afgelopen jaar allemaal is gebeurd en wat er is bereikt. Welke zaken gingen goed, wat ging er mis en wat had er anders gekund. Je ziet het in de media die allen hun eigen jaaroverzicht presenteren, maar hoort het ook om je heen bij familie, vrienden en collega’s.
[5
Jacco Strating Hoofdredacteur KAS Magazine
[email protected]
Vreemd eigenlijk dat we de laatste weken van het jaar vooral zien als een afsluiting en niet als een aftelmoment tot iets nieuws. Natuurlijk is het goed om zo nu en dan stil te staan bij wat is geweest, maar is het niet veel waardevoller om te focussen op wat komen gaat? Resultaten uit het verleden bieden immers geen garanties voor de toekomst. Wat dit jaar succesvol was, hoeft volgend jaar niet per definitie weer voorspoed op te leveren. En omgekeerd betekent tegenslag in 2014 niet vanzelfsprekend opnieuw teleurstelling in 2015. Ik stel voor dat we dit jaar daarom laten voor wat het is en de blik richten op het nieuwe jaar. Een jaar waarin iedereen weer op nul begint en waarin ook voor iedereen weer heel veel te winnen valt. In de teelt, in de afzet, in het onderzoek, in de product ontwikkeling en op gebied van samenwerking. Laten we 2015 ingaan met de kin omhoog en de borst vooruit om de Nederlandse tuinbouw als vanouds te laten excelleren. Wellicht is juist die houding en dat vertrouwen in de toekomst de échte sleutel tot succes. Ik wens iedereen nu al een trots en voortvarend nieuw jaar toe!
Columns
Rubrieken
3 Jacco Strating Kin omhoog, borst vooruit
6 Waar ben jij trots op? Freesiateler Erik Hofland
11 Henk Verbakel Kracht van gebundelde kennis
16 Tuinen bij Demokwekerij Dagelijks buitenlanders
31 Sjaak Bakker Hybride auto’s en kassen
18 Energiek2020 Weg naar aardwarmte vol hobbels
51 Erik Persoon Evolutie
42 Tuinen bij DLV GreenQ Lisianthus mee in energiebesparing
6]
47 Waar of niet waar? Tuinbouwmythe ontrafeld 56 Noviteiten en ontwikkelingen Nieuwigheden in energiebesparing 60 Tuinen bij WUR Glastuinbouw Sla op water in belichte tunnelkas 62 Goed om te weten 9 edities KAS in 2015
Colofon
Adres redactie Middel Broekweg 3, 2671 ME Naaldwijk
[email protected] www.kasmagazine.nl Hoofdredacteur: Jacco Strating Redactie: Ellis Langen en Jacco Strating Aan dit nummer werkten mee: Sjaak Bakker, Peter Geelen, Silke Hemming, Frank Kempes, Erik Persoon, Uko Reinders, Jim van Ruijven, Henk Verbakel, Jan Voogt, Feije de Zwart,
Fotografie: Auberginekwekerij De Jong, Chantal Bloemhard, Rene Faas, Horti-Images, Glenn Mostert, NethWork, Uko Reinders, Svensson, Technokas, Ter Laak Orchids, Van der Valk Systemen, Wageningen UR Glastuinbouw, en KAS TuinbouwCommunicatie. Ontwerp/vormgeving: Glenn Mostert, Flint Creative Druk: BDUprint
Artikelen 8 Energiebesparende ideeën Kasconcepten van de toekomst 26 Stille wederopstanding De mogelijkheden van ozon
12 Eerste maanden DaglichtKas Ervaringen overtreffen verwachting 31 Ins en outs 2SaveEnergy Nieuwkomer met groot potentieel
[7
38 Automatische APX-piloot Praktijkervaringen BiedOptimaal 44 Teeltmisverstanden rechtgezet Gesprek met Jan Voogt en Peter Geelen 52 Nieuwe serie: NethWork Exclusieve verhalen uit Guatemala 54 High Tech Greenhouse 2020 Verticale ventilatie in praktijk
Uitgever: Hans van Renssen Sales: Martijn Haas,
[email protected], tel. 06 34 76 70 68 Hans van Renssen,
[email protected], tel. 06 81 02 76 88 Abonneren:
[email protected]
22 Waterbergend kasdak Regen tijdelijk bergen op de kas
KAS TuinbouwCommunicatie biedt een breed multimediaal pakket vakinformatie aan voor ondernemers in de glastuinbouw. Naast KAS Techniek worden onder andere ook aangeboden: KAS Magazine, HortiBiz Magazine, GroenteNet.nl, SierteeltNet.nl, HortiBiz.com, TuinbouwTV.nl en de (dagelijkse) digitale nieuwsbrieven vanuit de websites. Samenwerken met KAS TuinbouwCommunicatie? Neem contact op met
[email protected].
Disclaimer/copyright: De inhoud van KAS Magazine is zorgvuldig samengesteld. De uitgever, redactie en auteurs zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van beslissingen die worden genomen op basis van redactie, vormgeving en advertenties in KAS Magazine. Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever en auteur.
Waar benjij
trots op? Erik Hofland, 34 jaar – getrouwd met Lianne vader van Chantal, Rowin en Vera teelt freesia’s in Maasdijk – 4,9 hectare
8]
Waar ben jij trots op? “Ik ben trots op de vooruitstrevende instelling binnen ons bedrijf. Zo hebben we de chemische bestrijding veelal vervangen door biologische oplossingen, zijn wij gestart met een eigen merk, Freesia Finest, en proberen we via Het Nieuwe Telen de teelt te optimaliseren. Hiervoor hebben we hogedruk verneveling en Ocap CO2 als goede hulpmiddelen tot onze beschikking. Om daarnaast de arbeid goed inzichtelijk te houden, maken we gebruik van automatische padregistratie. Ik run dit bedrijf samen met mijn vader Mario en broer Marinus en wij vinden het belangrijk om ons goed voor te bereiden op de toekomst. Voorlopen op zich is voor ons geen doel, maar we willen wel bijblijven.” Waar staat ‘Freesia Finest’ voor? “Het uitgangspunt van ons bedrijf én ons merk is kwaliteit. Met Freesia Finest willen wij bloemen aanbieden die rijper worden geoogst, zodat het product optimaal tot bloei
Tekst Jacco Strating
kan komen en de consument er ook zo lang mogelijk van kan genieten. Daarnaast zorgt een eigen merk voor herkenbaarheid in de markt en het is een uithangbord voor ons. Continuïteit is een ander punt dat ons als bedrijf typeert. We bieden jaarrond dezelfde kleuren aan en hebben geen piek rond bijvoorbeeld de feestdagen. Zou houden we ons aanbod het hele jaar zo breed mogelijk. We streven naar een goed product en hoeven niet de allerbeste te zijn, maar we willen wel betrouwbaar zijn.” Wat maakt de freesia bijzonder? “De verscheidenheid aan kleuren maakt de freesia een hele mooie bloem. Maar de geur staat toch wel bovenaan. Dat is een heel belangrijk pluspunt van de freesia, waar naar mijn idee nog veel meer uit te halen valt voor ons als telers. Het is een aspect dat voor de consument heel belangrijk is, maar dat wij nog teveel laten liggen.”
‘Voorlopen is geen doel op zich, bijblijven wel’ [9
10]
Energiebesparende concepten voor de toekomst UITGELICHT BESPAREN OP ENERGIE - In het IDC Energie in Bleiswijk ontwikkelt en test Wageningen UR Glastuinbouw nieuwe energiebesparende systemen en concepten. In dit artikel worden alle vernieuwingen op een rij gezet die te boek staan als ‘veelbelovend’ of inmiddels hun weg naar de praktijk hebben gevonden.
Tekst Silke Hemming, Wageningen UR Glastuinbouw
Energiebesparing is één van de speerpunten van de Nederlandse glastuinbouw. Dit jaar is een nieuwe meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 20142020 getekend door het ministerie van Economische Zaken, LTO Nederland en LTO Glaskracht Nederland. Hierin worden de doelen voor energiebesparing geformuleerd, namelijk een maximale CO2 emissie van 6.2 Mton door de glastuinbouwsector in 2020 (inclusief de CO2 emissie voor elektriciteitslevering) en
Het Innovatie- en Demo Centrum voor Energie (IDC Energie) wordt mede gefinancierd door het programma Kas als Energiebron, het innovatie- en actieprogramma van het ministerie van Economische Zaken (EZ) en LTO Glaskracht Nederland en het EFRO-programma Kansen voor West van de Europese Commissie en de Provincie Zuid-Holland.
een energiebesparing van 11 PJ ten opzichte van het peiljaar 2010. Om deze doelen te kunnen halen wordt onderzoek verricht in het programma Kas als Energiebron. Hierin is het Innovatie- en Demo Centrum voor Energie in Bleiswijk (afgekort IDC Energie) een belangrijk onderdeel. Wageningen UR Glastuinbouw ontwikkelt, test en demonstreert daar nieuwe energiezuinige en –efficiënte kas productiesystemen in nauwe samenwerking met de toeleverende industrie, telers en andere partijen. Maatwerk vereist Met het IDC Energie worden nieuwe kennis en technieken voor minimalisatie van energiegebruik en toepassing van duurzame energie een stap verder naar praktijktoepassing binnen de glastuinbouw gebracht. Energiebesparende maatregelen hebben meestal ook forse gevolgen voor het kasklimaat en kunnen daarmee invloed hebben op de gewasgroei en de productie. Het vinden van de optimale oplossing vereist daarom maatwerk voor de diverse gewassen. Het IDC Energie heeft met nieuwe kasconcepten bijgedragen aan energiezuinige innovatie: De 2SaveEnergy Kas (Van der Valk Systemen, VDH Solar, Boal Systemen, AGC Chemicals Europe (AGCCE), zie artikel in deze uitgave van KAS Techniek), VenLowEnergy Kas (Scheuten Glas, Climeco Engineering, Maurice Kassenbouw, Boal Systemen), DaglichtKas (Technokas, Bode Project- en Ingenieursbureau, Scheuten Glas, Boal Systemen), Sunergy Kas en Next Generation Semi-gesloten kas (Bom Kassenbouw), ZonWindKas (Gakon, Thermotech) en de FlowDeckKas (Maurice Kassenbouw, Climeco Engineering). Deelelementen waren onder andere optimaal gebruik van natuurlijk zonlicht, semi-gesloten kasprincipe, ontvochtiging met buitenluchtaanzuiging (met en zonder warmteterugwinning) of door middel van condensatie op een koud oppervlak, hoog geïsoleerde kasomhullingen, elektriciteit producerende kasdekken, diffuus licht en Het Nieuwe Telen. Veel van deze innovaties hadden hun oorsprong in het IDC Energie. Een aantal concepten is inmiddels opgeschaald naar praktijkniveau: Next Generation Semi-gesloten kas bij Lans tomaten,
ID Kas (VenlowEnergyKas principe) bij Duijvestijn tomaten, DaglichtKas bij Ter Laak orchideeën (zie artikel in deze uitgave van KAS Techniek).
Met een nieuw teeltconcept voor verlaagde ver damping kon het energieverbruik bij tomaat omlaag
In de VenlowEnergyKas, een kas met dubbel glas met moderne anti-reflectie en lage-emissie coatings, ontvochtiging door buitenluchtaanzuiging met warmteterugwinning en gebruikmakend van de Het Nieuwe Telen principes, is de afgelopen jaren een energiebesparing op warmte van 50-60 procent aangetoond voor tomaat ten opzichte van de gemiddelde praktijk. In 2014 kon met een nieuw teeltconcept voor verlaagde verdamping het energieverbruik verder richting de 10 m3 gas/(m² jaar) worden verlaagd voor tomaat bij een praktijkconforme productie. Dit betekent een 70 procent energie besparing ten opzichte van de gemiddelde praktijk. Onderzoeksvragen waren: Kan door verlagen van het vochtdeficiet tijdens het stoken de verdamping worden gedrukt? Heeft dit dan gevolgen voor productie en kwaliteit? Kan de verdamping ook worden gedrukt door verandering van de EC tijdens het stoken zonder de gemiddelde EC op langere termijn te verhogen? Verderop in deze editie wordt uitgebreid aandacht besteed aan de 2SaveEnergy kas en de DaglichtKas. Het zijn opnieuw twee initiatieven die aantonen dat energiebesparende kasconcepten continue in ontwikkeling blijven. Zo wordt op dit moment onderzoek verricht naar een nieuwe kas- en gewasconcept dat vooral het schaarse licht in de winter optimaal benut. Bij voldoende perspectief zal dit samen met toeleveranciers volgend jaar verder tot ontwikkeling worden gebracht.
[11
BLIKVANGER.
Klimrek scherm Een dubbeldek op basis van een rolscherm
Zonder WKK zeer rendabel • Hoge energiebesparing • Warmteoogst • Diffuus licht op afroep • AC folie via slip in systeem Korte terugverdientijd en eenvoudige regeling Voor nieuwe en bestaande kassen.
Europalaan 44 2641 RX Pijnacker Tel 015-3612733 www.klimrek.com
Ontdek TEKU∏ FLEX+: Het nieuwe en ongeëvenaarde drukprocedé voor een superieure marketing van uw producten. Flexibele oplagen. Intensieve, briljante kleuren. Professionele vormgeving van bedrukte bloempotten. Fotodrukwerk op alle bloempotkleuren. Veredeling door lakken. Uitsluitend bedrukt met onschadelijke kleurstoffen. Aanvragen van proefmonster en catalogus: +49 4442 982-1604.
Want: TEKU∏ maakt het verschil.
TEKU∏ FLEX+ staat garant voor een schitterend uiterlijk – dankzij een uitermate hoogwaardige bedrukking.
Pöppelmann GmbH & Co. KG · Kunststoffwerk-Werkzeugbau Bakumer Straße 73 · 49393 Lohne · Deutschland Telefon +49 4442 982-1604 · Fax +49 4442 982-342
[email protected] · www.poeppelmann.com
Column
De kracht van gebundelde kennis Het jaar 2014 loopt alweer snel richting het einde. Dus wordt bij veel bedrijven de balans alweer opgemaakt. De ene partij wordt er vrolijk van, de andere richt de pijlen maar snel op het volgende jaar. Ook zijn er bedrijven die moeten stoppen omdat de balans tussen baten en lasten in de verkeerde verhouding is blijven staan. Er zijn dit jaar werelddelen geweest waar sprake was van extreme kou, dus daar was de energienota erg hoog. Weer andere landen ondervonden last van het sluiten van de grens bij Rusland voor groenten. De meeste delen van Europa hebben te maken gehad met een hele zachte winter, dus de lage energierekening werd met tevredenheid betaald. Je ziet wel dat het buitenklimaat ook één van die elementen is die bepalend is voor prijsvorming in de internationale groentehandel. Afhankelijkheid is en blijft een factor die we het liefst uit de weg gaan. Wanneer je dit jaar beslist om je product in een gebied af te zetten waar de grenzen dicht gaan, kun je achteraf alleen maar spreken van pech. Zulke zaken kun je niet voorzien. Het vreemde hiervan is wel dat de gemiddelde prijzen voor een aantal groentesoorten in Europa in de tweede helft van het jaar zo slecht nog niet waren. Dit houdt dus in dat de telers en afnemers tóch met elkaar hebben weten te zorgen voor een goede afzet van het product.
Henk Verbakel Henk Verbakel (
[email protected]) is directeur en mede-oprichter van Havecon Kassenbouw in Bleiswijk. Havecon verzorgt complete kassenbouwprojecten voor de tuinbouw in binnen- en buitenland.
Als technische toeleverancier kan ik mij natuurlijk niet teveel bemoeien met de prijsvorming in de markt voor versproducten, maar de snelheid waarmee binnen onze sector wordt omgeschakeld als er tegenvallende situaties ontstaan, blijft uniek! We zeggen wel eens dat je kan klagen over de wind, wachten tot de wind draait of de zeilen kunt hijsen. Dit laatste gebeurt bij veel bedrijven in de tuinbouw en hiermee weten we weer nieuw terrein te winnen in de handel. Internationale samenwerking is en blijft een sleutel tot succes. Het neer kunnen zetten van complete tuinbouwprojecten wordt met steeds grotere precisie uitgevoerd en het niveau van de techniek wordt beter. Of het nu de energie is die je bespaart of de productie die je verhoogt, beide elementen werken mee aan een goede verhouding in de balans. De nauwe samenwerking met topkwekers die zorgen voor een kwaliteitsproduct uit de kassen maken het totale pakket compleet. Het bundelen van de kennis en elkaars kracht blijft dus altijd een goede basis om internationaal de projecten van begin tot zelfs na het eind te kunnen begeleiden. De vraag naar kwaliteitsvoedsel blijft waarschijnlijk oneindig wereldwijd groeien en de bundeling van techniek en teelt zal onze sector dan ook steeds blijven versterken. Dát is de kracht van de gebundelde kennis!
[13
14]
DaglichtKas maakt duurzame ambities meer dan waar UITGELICHT BESPAREN OP ENERGIE - Vlak voor de zomer startte Ter Laak Orchids uit Wateringen met telen in de gloednieuwe DaglichtKas. Ruim een half jaar later blikken we terug op het ontstaan van dit duurzame kasconcept en kijken we naar de resultaten tot nu toe. Duidelijk is in ieder geval dat de eerste ervaringen de verwachting overtreffen.
Tekst Feije de Zwart, Wageningen UR Glastuinbouw
Scan de QR-code voor een korte film over de DaglichtKas
Al in 2005 ging Bode Project- en Ingenieursbureau een samenwerking aan met Wageningen UR Glastuinbouw om een nieuw kasontwerp te ontwikkelen waarmee overtollig zonlicht direct kan worden benut voor de productie van duurzame energie. Via lenzen in het zuidwaarts gerichte dakvlak wordt het directe zonlicht afgebogen naar een brandlijn waar een collector buis de hitte uit het zonlicht afvoert in de vorm van opgewarmd water. De eerste experimenten, zes jaar
geleden, vonden plaats op zeer kleine schaal in een kasje van 36 m² zonder gewas. Daarna is er drie jaar ervaring opgedaan op semi-praktijkschaal in een kas van 500 m² op het IDC Energie in Bleiswijk. De ervaringen stemden optimistisch en de schaduw minnende teelten deden het uitstekend. Daarom durfden Technokas, Bode Project- en Ingenieurs bureau en Ter Laak Orchids het uiteindelijk aan om een kas volgens dit principe op volle schaal te bouwen. Dit resulteerde in een nieuwe opkweekafdeling van 4.000 m², die in mei van dit jaar in gebruik werd genomen.
De nieuwe kas gebruikt 25 procent minder warmte dan de referentie
De ervaringen van afgelopen zomer overtreffen de verwachting. De zonnecollector in het kasdek onttrekt op zonnige dagen ruim 300 W/m², met pieken tot 400 W/m² aan warmte uit de kas en verzamelt ongeveer 22 m³ aardgas equivalenten aan duurzame energie per m² kas per jaar. Na opslag in de ondergrondse aquifer wordt deze warmte via een warmtepomp gebruikt voor de verwarming van de kas. Behalve als systeem voor duurzame energie verzameling levert het dubbel glasdek, nodig om de lenzen te ondersteunen, ook een forse verlaging van de warmtevraag en heeft de kas een hogere lichttransmissie dan de referentie. Schaduwminnende teelt Waar er in de groententeelt niet gauw sprake is van een overschot aan licht is het voor een goede ontwikkeling van een groot aantal sierteelt gewassen nodig om licht weg te schermen. De teelt van phalaenopsis is hiervan een extreem voorbeeld. Ter Laak Orchids streeft overdag naar lichtintensiteiten van 200 tot 250 μmol/(m² s) en schermt daarvoor overdag tot 85 procent van het zonlicht weg. In de referentiesituatie wordt dit overtollige licht gedeeltelijk teruggekaatst naar de atmosfeer door middel van de gealuminiseerde schermdoeken en gedeeltelijk geabsorbeerd door het schaduwdoek. In beide gevallen wordt dit zonlicht niet door de kas benut. Het DaglichtKassysteem is in staat om nuttige energie uit dit lichtoverschot te halen. Dit gebeurt door de mooie samenloop van omstandigheden waarbij een groot
De ervaringen met de DaglichtKas van afgelopen zomer overtreffen de verwachting.
deel van het lichtoverschot in het directe zonlicht zit. In tegenstelling tot diffuus zonlicht kan dit directe zonlicht door middel van een lens worden afgebogen naar een vooraf te berekenen punt. In de DaglichtKas gebeurt dit met behulp van een lineaire Fresnellens (zie figuur 1). Bij gebruik van zo’n lens kan het directe licht dat op een m² zuiddek valt worden geconcentreerd in een streep intens zonlicht van zo’n 3 centimeter breed (en diezelfde meter lang). Door de hoge lichtdichtheid wordt een oppervlak dat precies in die streep licht wordt gehouden gloeiend heet en als er water langs dat oppervlak wordt gepompt zal dat water worden opgewarmd. In de kas bij Ter Laak houdt een zonvolg mechaniek een zwart geverfde 51-er een groot deel van de dag precies op de goede plaats. Figuur 2 laat zien dat de collectorbuis door de dag heen behoorlijk moet verplaatsen om de positie van die brandlijn te kunnen volgen. De verplaatsing vindt plaats door met twee tandheugels de trekdraden in een schommel mechaniek te verkorten of te verlengen. Het is in het afgelopen half jaar gebleken dat de collector heel precies van minuut tot minuut naar de goede plaats kon worden gestuurd. Een plaats die voor elke dag en voor ieder tijdstip anders is, maar die heel goed van te voren kan worden berekend. Op een zonnige dag wordt het water in de buis opgewarmd van 25 °C tot wel 45 °C, maar gemiddeld is de uitstroom-temperatuur van het water 32 °C. Die watertemperatuur is een ontwerpkeus. Als het koelwaterdebiet lager wordt gekozen zou een hogere temperatuur kunnen worden gehaald, maar omdat dit problemen zou
Financiering De monitoring van de prestaties van de DaglichtKas bij Ter Laak is gefinancierd door het programma Kas als Energiebron, het innovatie- en actieprogramma van het ministerie van Economische Zaken (EZ) en LTO Glaskracht Nederland.
[15
Figuur 1 - De vergelijking van een gewone lens (links) met een Fresnellens (rechts). De lichtbreking is gelijk maar de Fresnellens is veel dunner en lichter. Wel levert een Fresnellens wat meer strooilicht op en een minder intens brandpunt dan een vergelijkbare gewone lens. Dit komt door de vele opstaande vlakjes die allerlei reflecties opleveren, vooral wanneer het licht niet loodrecht, zoals in de tekening, maar schuin invalt.
16]
11.00 uur
15.30 uur
Tandheugels
18.30 uur
Tandheugels
Figuur 2 - Positionering van de collector op verschillende tijdstippen op 24 mei. Over de dag heen maakt de collector een ‘lusje’. In de zomer is dit een lange lus, waarbij de collector de tandheugel net niet raakt. In het voor- en najaar is het lusje klein en blijft de collector dicht bij het dek.
Tandheugels
opleveren voor de opslag in de ondergrondse aquifer is gekozen voor een relatief lage uitstroom temperatuur. De installatie heeft nu een half jaar gedraaid en in dit halve jaar is er 13 m³ aardgas equivalenten aan duurzame energie aan het zonlicht onttrokken. Over deze meetperiode is 57 procent van de gemiddelde hoeveelheid zonlicht gemeten, dus met een simpel sommetje zou zeggen dat de verwachte energieoogst 13/0.57 = 23 m³ aard gas equivalenten per jaar zal bedragen. Toch is de verwachting dat zal worden uitgekomen op 22 m³ aardgas, omdat de zonnecollector van 1 november tot 1 februari uit staat. Ook dit is een keus geweest bij het ontwerp. In de winterperiode van het jaar is immers al het licht, zelfs het directe zonlicht, welkom in de kas. Overigens is de hoeveelheid warmte die met de DaglichtKas bij Ter Laak wordt verzameld een stuk hoger dan de energieoogst die in Bleiswijk werd gerealiseerd. Daar verzamelde het systeem 15 m³ aardgas equivalenten per m² per jaar. Dit komt vooral door de veel betere lens die Technokas heeft laten fabriceren. De energie productie zou nog hoger zijn geweest als de kas bij Ter Laak mooi op het zuiden had gestaan. In de aanloop naar dit project heeft Wageningen UR Glastuinbouw voor Bode Project- en Ingenieurs bureau de relatie uitgezocht tussen de kas-oriëntatie en de opbrengst van het lenzen-systeem. Hieruit bleek dat een kas op het zuiden 11 procent meer warmte oplevert dan de kas die, zoals bij Ter Laak, 40° naar het westen is gedraaid. Bij een gunstige oriëntatie kan een DaglichtKas dus zo’n 25 m³ aardgasequivalenten per m² kas opleveren. Isolatie door dubbel glas De DaglichtKas gebruikt een dunne kunststof Fresnellens om het directe licht af te buigen. Dit materiaal is niet sterk genoeg om vlak opgehangen te kunnen worden. Bovendien moeten de groeven van de lens schoon en droog blijven. Om deze twee redenen is de lens in de spouw van een dubbel glasdek geplaatst. Van dit isolatieglas geeft
een forse verlaging van de warmtedoorgang. Uit de monitoring van het project bij Ter Laak komt dit ook duidelijk naar voren. De gemiddelde k-waarde van de DaglichtKas ligt rond de 4 W/(m² K), terwijl die voor de referentie (enkel glas + energiescherm) rond de 6 W/(m² K) ligt. Je zou verwachten dat de DaglichtKas op grond van dit verschil in k-waarde 33 procent minder energie verbruikt. Een deel van het voordeel van de verhoogde isolatiewaarde wordt bij Ter Laak echter gebruikt om de kas wat warmer te laten worden. Desalniettemin is de verlaging van het energieverbruik fors. De nieuwe kas gebruikt 25 procent minder warmte dan de referentie, terwijl de hogere teelttemperatuur de productie versnelt. Behalve door de directe verlaging van de stook kosten levert de DaglichtKas ook financieel rendement vanwege de SDE+-subsidie die op de verzamelde duurzame energie kan worden verkregen. Op dit moment levert een nieuw gehonoreerde aanvraag op subsidie voor Zon thermische energie, waaronder warmte uit een DaglichtKas, bijna 16 euro per m2 met een looptijd van maximaal 15 jaar. Buitenlucht inblazen Het innovatieve DaglichtKas-systeem en het dubbele glasdek geven grote effecten op energiegebied. Naast deze noviteiten gebruikt Ter Laak in de nieuwe afdeling ook een buitenlucht inblaassysteem voor de ontvochtiging. De installatie blaast 6 m³/ (m² uur) rond met een variabele verhouding tussen binnen- en buitenlucht. In de afgelopen maanden is gebleken dat de luchtvochtigheid zeer nauwkeurig kan worden geregeld en dat scherm kieren niet meer nodig zijn. De installatie geeft ook een heel goed inzicht in de hoeveelheid vocht die uit de kas afgevoerd wordt. In de komende maanden hoopt Ter Laak met dit nieuwe inzicht de verdamping van de kas nog nauwkeuriger te kunnen gaan regelen. Daarmee kan zowel de teelt verder verbeterd worden als het energieverbruik nog verder verlaagd.
[17
Tekst Ellis Langen
Demokwekerij Westland in Honselersdijk is steeds meer in trek bij technische toeleveranciers in de tuinbouw. Er komen steeds participanten bij - de teller staat op 26 - en er liggen nog zes aanvragen op de plank. Volgens eigenaar Peet van Adrichem heeft dat grotendeels te maken met het stijgende aantal buitenlandse bezoekers dat zich bij de kwekerij laat informeren.
‘Er schuifelen hier dagelijks buitenlanders voorbij’
18]
Van Adrichem: “Dit jaar komen we zeker uit op 14.000 bezoekers. Bijna een derde van deze bezoekers komt uit het buitenland. En we weten allemaal dat Nederlandse toeleveranciers in deze tijd zo’n 90 procent van hun werk uit het buitenland halen.” Veel buitenlandse telers, maar ook beleidsmakers en provinciebesturen, bezoeken Nederland om zo over de laatste stand van zaken op glastuinbouwgebied te worden bijgepraat. Deze mensen kunnen al ‘googelend’ veel op internet
vinden, maar toch willen ze ook fysiek zien wat de technieken inhouden en er een goede uitleg over krijgen. Dit gebeurt onder andere op de Demokwekerij in de permanente standruimte waar alle participanten een stand hebben. Ook wordt dan een kijkje genomen bij de lopende proeven in de afdelingen. Van Adrichem: “Buitenlands bezoek komt uit de hightech-tuinbouwgebieden zoals Canada, Rusland en ook Mexico reken ik daaronder. Maar ook uit landen in de tropen en subtropen, zoals India,
China, Korea, Japan en Vietnam. Dat zijn landen die echt zoekende zijn, zij hebben geen of vrijwel geen bedekte groenteteelten. Echter, in die landen vindt economische groei plaats en dus is er meer en vaak ook verbeterde voedselproductie nodig. Dan kom je uit bij bedekte teelten. Alles kost voor buitenlandse telers relatief veel geld, maar ze moeten het combineren met schaalgrootte en dan valt het mee.” De Demokwekerij heeft inmiddels een groot netwerk in het buitenland. Onlangs was Van Adrichem in Curaçao. Daar wordt onder andere met Priva en het ingenieursbureau Bluerise uit Delft gewerkt aan een teeltproject waar onder andere sla op water, komkommers en tomaten geteeld moeten gaan worden in een nieuwe kas van 3 hectare. Bluerise bouwt op korte termijn een zeewatercentrale op Curaçao die het mogelijk maakt om het lucht havencomplex te koelen met koud zeewater. Het luchthavencomplex wordt als eerste gekoeld en dit retourwater, dat nog steeds koud genoeg is, kan in de kas worden gebruikt om te koelen. Van Adrichem: “Met een innovatieve methode wordt koud oceaanwater van 4 a 5 graden gebruikt om de lucht in een kas te koelen.” In Curaçao worden vanwege de hitte geen groenten geteeld. “Het land importeert voor 400 miljoen Antilliaanse guldens aan groenten per jaar, voornamelijk uit de Verenigde Staten.” De Demokwekerij is gevraagd om de Curaçaoërs de kennis van de teelt bij te gaan brengen. Omdat de Demokwekerij vaker wordt gevraagd om ergens teeltkennis te brengen, heeft de Demokwekerij samen met Lentiz en Kenlog een nieuw bedrijf gestart; het Horti Knowlegde Center. Via dit bedrijf worden cursussen verzorgd in Nederland en in het buitenland en gaan telers
Tuinen bij
Demokwekerij
naar buitenlandse teeltprojecten om daar teelt kennis te brengen. Hij bemerkt dat men in het buitenland niet altijd zo zeer een echte teler nodig heeft, maar eerder een bedrijfskundige. “De dage lijkse processen op een teeltbedrijf goed laten verlopen is vaak nog een grotere uitdaging dan de teelt zelf.” Ook is de Demokwekerij in een ver gevorderd stadium om in Vietnam in de provincie Dong Thap een demokwekerij a la Demokwekerij Westland te ontwikkelen. Daartoe is dit voorjaar een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Het provinciebestuur wil met de nieuwe demokwekerij het kennisniveau van de Vietnamese telers vergroten en zo de bedekte teelt stimuleren. “Ook leren we hen hoe je een netwerk rond zo’n demokwekerij opbouwt en hoe je telers erbij betrekt. Want er moet voor telers wel wat te halen zijn.” De Demokwekerij maakt daarom ook voorstellen voor de onderzoeken die er kunnen gaan plaatsvinden. Verder doet Kenlog een haalbaarheidsonderzoek voor teelten in die provincie. “Daar moet uitkomen met welke technieken ze er zouden kunnen werken, met welke tuinbouwmaterialen en met welke afzetmethoden er gewerkt kan worden.” Onlangs werden er op de Demokwekerij drie weken lang zeven Vietnamezen bijgeschoold in de glastuinbouw. Inmiddels heeft Van Adrichem in Vietnam offertes uitgebracht voor een plastic kas van 1800 m2 groot. Men hoopt begin volgend jaar de kas te gaan realiseren. De weg hiernaartoe was lang. Van Adrichem kwam drie jaar geleden voor het eerst in Vietnam. “Het is een kwestie van goed zaaien, continue water geven en hopelijk een keer oogsten. Vijf tot zes jaar geleden hadden we in de Demokwekerij veel Koreanen. Nu hoor ik van de toeleveranciers terug dat ze werk in dat land hebben.”
Demokwekerij Westland is een breed kenniscentrum dat optreedt als verbindende schakel tussen bedrijfsleven, kwekers, onderzoeksinstellingen, technische toeleveranciers, onderwijs en overheid. De organisatie is onderdeel van Proeftuin Zwaagdijk, dat geldt als één van de belangrijkste agrarische onderzoekscentra van Nederland op het gebied van praktijkgericht onderzoek.
Demokwekerij Westland
Zwethlaan 52 2676 LB Honselersdijk T +31 (0)174-385600
[email protected] www.demokwekerij.nl
[19
Tekst Uko Reinders De glastuinbouwsector heeft de ambitie dat vanaf 2020 de teelt in nieuwe kassen klimaatneutraal en economisch rendabel zal zijn. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) en LTO Glaskracht Nederland werken samen in het programma Kas als Energiebron om deze ambitie waar te maken. KAS volgt de ontwikkelingen op de voet. Dit keer aandacht voor de uitdagingen op gebied van aardwarmte.
energiek2020.nu De weg naar aardwarmte is nog vol hobbels 20] Om de CO2-emissie te verlagen en minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen maakt de glastuinbouw serieus werk van aardwarmte. De teller staat nu op 11 projecten. En tientallen nieuwe projecten zijn in voorbereiding. Die lopen tegen hobbels aan. Gebrek aan kennis en moeizame financiering zijn de grootste. Aan oplossingen wordt nu hard gewerkt. De Nederlandse kaart met opsporings- en winningsvergunningen van aardwarmte maakt duidelijk dat de glastuinbouw volop in de weer is met warmte uit de aardkorst. In totaal telt Nederland bijna 100 aardwarmtevergunningen, waarvan het merendeel door glastuinders is ingediend. In de belangrijke tuinbouwgebieden is nauwelijks een plek zonder vergunning. De run op aardwarmte lijkt daarmee op een goldrush, waarbij de concessies voor goud zijn ingewisseld voor ondergrondse warmte. Telers die nu nog een opsporingsvergunning willen aanvragen, zijn in veel gevallen te laat. Maar ze kunnen zich mogelijk wel aansluiten bij een collectief van tuinders in de buurt die samen een aardwarmtebron willen exploiteren. Het relatief kleine aantal winnings vergunningen op de aardwarmtekaart maakt ook
duidelijk dat het aantal daadwerkelijk geslagen bronnen klein is. Het aantal in de glastuinbouw is elf, maar als het aan LTO Glaskracht Nederland en het ministerie van Economische Zaken (EZ) ligt, wordt dat aantal fors hoger. Verenigd in Kas als Energiebron (KaE) hebben ze de doelstelling om met aardwarmte in 2020 een verlaging van 0,3 Mton CO2-emissie te realiseren. Dat betekent 5 PJ minder energieverbruik, oftewel een verlaging met 5 procent. Om die doelstelling te behalen, moeten per jaar vier tot vijf nieuwe aardwarmte bronnen in gebruik worden genomen. Dat aantal is hoger dan de in de afgelopen jaren is gehaald. Dit jaar is er maar één project bijgekomen en vorig jaar waren dat er drie. Om toch aan de doelstellingen te kunnen voldoen, heeft KaE het Versnellingsplan Aardwarmte opgesteld. De belangrijkste knelpunten die daarin naar voren komen en opgelost moeten worden zijn moeizame financiering, onvoldoende kennis en ervaring in de aardwarmteketen en versnipperde kennis aansturing. Grootste struikelblok De moeizame financiering is op dit moment het grootste struikelblok. Een aardwarmteproject vergt een investering van tussen de € 10 en € 20 miljoen. Als gevolg van toegenomen kennis over de risico’s zijn de projecten duurder geworden. Bijvoorbeeld door de mogelijke bijvangst van olie en gas waar bij het boren rekening mee moet worden gehouden. En als die grondstoffen daadwerkelijk omhoog komen, moeten er ook extra installaties bij komen om ze bovengronds te verwerken. Om
een project gefinancierd te krijgen vraagt de bank een ondernemersinleg van 30 tot 40 procent. Veel telers kunnen daar niet aan voldoen. Dat geldt ook voor deelname aan clusterprojecten en telers de investeringskosten kunnen delen. De Rabobank, de enige bank die aardwarmteprojecten in de tuinbouw heeft gefinancierd, houdt vast aan de 30 tot 40 procent eigen inbreng. “Geothermie blijft een innovatieve investering waaraan de nodige risico’s kleven. Deze risico’s kunnen alleen financieel sterke bedrijven dragen”, zegt Patrick Zwaan, sectormanager tuinbouw bij de Rabobank. Clusters van telers in een regio, kunnen volgens hem soelaas bieden, maar hij weet uit ervaring dat er in de praktijk problemen kunnen ontstaan. “Het is niet eenvoudig om vijf of zes telers bij elkaar in de buurt te vinden die financieel voldoende sterk zijn. Soms blijkt pas later dat een teler toch niet aan de financiële eisen kan of wil voldoen. Dat zorgt voor vertraging”, aldus Zwaan. De Rabobank is positief over de kansen die geothermie voor glastuinbouw te bieden heeft. “De terugverdientijd van acht tot vijftien jaar is aantrekkelijk en het past bij ons streven naar innovatie in duurzame energie om tot een duurzame food- en –agriketen te komen”, aldus Zwaan. Meer zekerheid Financiering is ook volgens Edwin Valken burg, Project leider Warmte bij AgroEnergy het grootste struikelblok voor aardwarmte projecten. “Geld is er wel, misschien niet binnen maar wel buiten de tuinbouw, zoals bij pensioen fondsen en andere partijen die in duurzame projecten willen investeren. Maar zij willen zeker heid dat ze hun inbreng na vijftien jaar terug krijgen. Door risico’s op het gebied van techniek en exploitatie is die zekerheid nog onvoldoende. Het risico in de exploitatie is in mijn ogen zeer onderschat. Telers moeten zeker vijftien jaar afnemen en betalen. Maar in vijftien jaar kan er veel gebeuren, bijvoorbeeld door ontwikkelingen
op de energiemarkt en in de afzet. Daardoor kunnen afnemers uit het cluster wegvallen, wat een warmteafzet-risico veroorzaakt. De risico’s kunnen het beste worden opgepakt door de partijen die daar het beste mee kunnen omgaan. Ik ben ervan overtuigd dat als de risico’s goed in beeld zijn en goed worden gedekt, de financiering van de grond komt. Hierbij moeten we ons dus niet alleen richten op de technische risico’s, maar ook op de exploitatierisico’s. Financiers hebben hiermee een hogere mate van zekerheid op hun financieel rendement.” Door de risico’s in de exploitatie te managen kan AgroEnergy volgens Valkenburg de zekerheid van aardwarmteprojecten vergroten. AgroEnergy werkt momenteel samen met vier aardwarmteclusters die nog in de opstartfase zitten. “Als onafhankelijke partij met verstand van zaken positioneren we ons tussen de warmte producenten en de afnemers. Valt een afnemer weg dan zoeken we daar een oplossing voor.” Flexibelere SDE+ Voor de financiering van aardwarmteprojecten kunnen telers bij EZ aankloppen voor de SDE+ regeling. Deze regeling, waarmee EZ de productie van duurzame energie wil stimuleren, is een subsidie voor de exploitatie van de bron. Echter, volgens LTO Glaskracht Nederland en de Rabobank, zou de groei van aardwarmte momenteel meer gestimuleerd worden als de SDE+ ook kan worden gebruikt voor investeren aan de voorkant van een project. Glaskracht maakt zich daar sterk voor in haar lobby richting de ministeries. Volgens de directie energie en duurzaamheid (ED) van EZ zal het naar voren halen van subsidie tot grote uitbetalingen leiden. De beschikbare kasmiddelen zijn daar niet toereikend voor. De SDE+ is een generieke sub sidie en die niet alleen voor geothermie geldt, maar ook voor toepassingen als windmolens en
[21
Zonder de rail geen toekomst
APX Plus zorgt voor EXTRA’S! Onze klanten verdienen €6,- per MWh meer!
Kassenbouwers pakken de rail niet op. Kwekers zijn de dupe. • 50% energiebesparing door opkweeksysteem • Glasreiniging • Efficiënte gewasbescherming • Automatisering van arbeid
Meerkosten bij nieuwbouw nihil, voor bestaande kassen U-profiel beschikbaar.
Ook deze extra’s ontvangen? Ons APX Plus contract heeft zeer goede resultaten laten zien. Wij rekenen graag voor u uit wat uw voordeel is! Transparant, bereikbaar en persoonlijk. Welkom bij DVEP!
100% Kennis 100% Resultaat 100% Service 100% Bereikbaar
De Vette C.V. Europalaan 44 2641 RX Pijnacker Tel 015-3612733
Gaagweg 11a 2636 AK Schipluiden Tel 015-3808784
dvep.nl Demmersweg 122 7556 BN Hengelo T 074 376 62 43 E
[email protected]
Westland Infra wenst u sfeervolle feestdagen. Ook in 2015 kunt u op ons rekenen voor betrouwbaar onderhoud van uw energievoorziening. Kijk voor meer informatie op www.westlandinfra.nl.
biomassabijstook. Ook voor die projecten zal volop subsidie worden aangevraagd, wat te veel wordt voor EZ. Er zijn volgens het ministerie meer argumenten, maar deze is de belangrijkste. Bekend met de argumenten van EZ denkt Gaby van der Knaap-Duijndam, beleidsspecialist energie & ondernemerschap bij LTO Glaskracht Nederland, dat het flexibeler maken van de SDE+ veel tijd gaat kosten. “Wij zoeken naar snellere oplossingen, zoals met de garantiefondsen die er al zijn. Al met al blijft financiering een lastig punt voor aardwarmte projecten. Positief is dat alle betrokken partijen het financiële probleem onderkennen en willen oplossen. De neuzen staan nu wel allemaal dezelfde kant op”, aldus Van der Knaap. Waar LTO Glaskracht samen met EZ meer snelheid in boekt is de kennis ontwikkeling. Op 30 oktober is een belangrijke stap gezet met de aftrapbijeenkomst van een gezamenlijke Kennisagenda Aardwarmte. Hierin is de structuur van de Kennisagenda besproken en de eerste stap gezet naar de verdere ontwikkeling van het totale proces. Versnipperde kennisontwikkeling Uit een analyse over de ontwikkelingen rond aardwarmte die KaE voor het Versnellings plan Aardwarmte heeft gemaakt, bleek dat de aansturing van kennisontwikkeling is versnipperd. Het gevolg zou kunnen zijn dat onderzoek dubbel wordt gedaan. Daarnaast is het voor geïnteresseerden moeilijk om rapportages of informatie te vinden. De versnippering komt deels komt doordat de budgetten voor aard warmte bij verschillende partijen beschikbaar zijn. Dit moet veranderen vinden het ministerie EZ en LTO Glaskracht Nederland. Daarom hebben ze afgesproken om hun budgetten voor aardwarmte onderzoek samen te voegen en vanuit één agenda uit te zetten. En ze hebben een opzet en een structuur voor de Kennisagenda Aardwarmte ingericht met als doel onderzoeken centraal uit te zetten en gezamenlijk met stakeholders uit de keten de agenda hiervoor te bepalen. Die andere partijen zijn: Platform Geothermie, Staatstoezicht op de Mijnen, TNO, RvO en DAGO. Zij hebben allemaal aangegeven de voorgestelde aanpak te ondersteunen. Vanuit een vraaggestuurde agenda worden onderzoeksvragen uitgezet, waardoor er meer sturing is op de inhoud. Van der Knaap: “Onderzoek naar aardwarmte is nu vooral reactief, bijvoorbeeld op basis van een probleem bij een
bron. We willen ook meer structureel onderzoek doen op basis van wat operators en aankomende operators op lange termijn nodig hebben. Op termijn moet dit zorgen voor risicoverlaging bij het boren en in de exploitatie. Dat zal indirect ook de financiering ten goede komen.” Oprichting van DAGO Een andere belangrijke stap in de kennis ontwikkeling is de oprichting, afgelopen zomer, van de Dutch Association Geothermal Operators (DAGO). De leden zijn de tien glastuinbouw bedrijven met een bron. Onlangs is Martin van der Hout als kennismedewerker aangesteld. Zijn functie wordt door DAGO en KaE gefinancierd, die daaraan de opdracht heeft gekoppeld om de kennis ter beschikking te stellen aan huidige en aankomende operators. De leden van DAGO hebben veel contact met elkaar, onder meer via een WhatsApp-groep. Ze wisselen niet alleen kennis uit, maar bijvoorbeeld ook reserve onderdelen. Het eerste project van Van der Hout is bijdragen aan het handboek en het ontwikkelen van een standaard voor aardwarmte projecten. De projecten handboek en industrie standaard zijn projecten van KAE. In de standaard wordt ook een veiligheids- en gezondheids plan opgenomen. “Aardwarmte moet veilig zijn voor medewerkers van de boormaatschappij en de kwekerij, omwonenden en het milieu. De operator is eindverantwoordelijk voor het boren. Met het handboek kan hij vastleggen waar de boormaatschappij en andere opdrachtnemers aan moeten voldoen. Aardwarmte staat nog in de kinderschoenen. Er moet nog een heel veel ontwikkeld worden. En we moeten laten zien dat we het goed doen. Niet alleen voor de maatschappij, maar ook voor de financiers”, aldus Van der Hout.
Meer over aardwarmte… Op de website www.Energiek2020.nu van Kas als Energiebron is veel informatie over aardwarmte te vinden, zoals een stappenplan voor een project, een gedetailleerd handboek en informatie over bestaande projecten en subsidie.
[23
24]
Hoosbuien? Het water kan het dak op! Wat als kassen tijdens hoosbuien de regen nu eens tijdelijk bergen? Volgens de partijen die werken aan het ‘waterbergend kasdak’ is dit een haalbare kaart. Zowel de teler als de waterbeheerder hebben er profijt van. Daarbij is het een eenvoudige en goedkope manier om aan extra zoet water te komen.
Tekst Ellis Langen
Scan de QR-code voor een korte film over het waterbergende kasdak
Frank van der Burg, tomaten- en poinsettiateler in Berkel en Rodenrijs, houdt van uitdagingen. Toen hij hoorde van de mogelijkheid om via een ‘waterbergend kasdak’ aan kwalitatief goed gietwater te komen, trok hij de stoute schoenen aan. Sinds mei werkt hij mee aan een proef van Royal Haskoning DHV, die mogelijk wordt gemaakt door Hoogheemraadschap van Delfland, provincie Zuid-Holland, gemeente Westland, TNO en Rabobank Westland. Het regen water dat normaliter bij fikse regenbuien vanaf zijn
kasdak kletterde omdat de goten en de stort bakken de hoeveelheid niet aankonden, wordt nu tijdelijk opgeslagen op het kasdak. Hoe? Door een schot aan het eind van de goot. Gaat het regenen, dan loopt het water eerst nog netjes via het gaatje in het schot in de stortbak en gaat van daaruit naar het regenwaterbassin. Maar als het heel hard gaat regenen dan stijgt het waterniveau achter het schot. Stijgt dit te hoog, dan loopt het over het schot heen waarmee wordt voorkomen dat het dak te zwaar belast wordt. De tuinder is enthousiast over het systeem; de stortbakken stromen niet meer over daar waar de schotten in de goten zijn geplaatst. Maar veel belangrijker is het extra gratis water dat in zijn gietwaterbassin terechtkomt. “Na de langste dag beginnen bij ons de problemen met te weinig water. Op warme dagen heeft het gewas soms tien liter per vierkante meter nodig. Nou, dan komt de bodem van het bassin snel in zicht. Ik moet dan geregeld van het dure water gebruik maken dat ik verkrijg via omgekeerde osmose.” De teler schat in dat als hij het water bergend kasdak op zijn hele kas zou toepassen hij in de droge periode zo’n 8 procent minder water hoeft op te pompen of drink water hoeft te gebruiken. Het mooie van het water bergend kasdak is volgens de teler dat er veel bereikt kan worden met weinig geld. “Een beetje handige tuinder kan het schot desnoods zelf maken en plaatsen”, zegt de teler. Toen Van der Burg zag hoeveel extra water de proefgoot opleverde, heeft hij zelf in 20 van de 160 goten een schot gezet. Aanpakken bij de bron Het tijdelijk bergen van water op de kas is ook gun stig voor het hoogheemraadschap van Delfland, vertelt Soet Huijbregts, adviseur bij Delfland en betrokken bij de proef. “Door de tijdelijke berging en het afvoeren naar het gietwaterbassin, krijgt onze peilbeheerder in deze polder minder pieken in het watersysteem te verwerken.” Dit verkleint de kans op wateroverlast. Delfland heeft al veel geïnvesteerd om wateroverlast te voorkomen; er
‘Een waterbergend kasdak zorgt ook voor meer vierkante meters teelt’
Het weerstation houdt de omstandigheden buiten de kas bij
zijn extra waterbergingsgebieden bij gekomen, de gemalencapaciteit is verhoogd en de water gangen verbreed. Veelal worden de oplossingen dus gezocht in ruimte maken voor water door ‘te graven’. Maar grond is duur en schaars. Bovendien is de teler zelf ook verantwoordelijk voor de eerste opvang en verwerking van hemelwater. Huijbregts: “Wanneer pieken in de waterafvoer van de polders naar het boezemsysteem worden verminderd bij de bron, wordt uiteindelijk het watersysteem minder belast.” De proef in Berkel en Rodenrijs levert vooral meer inzicht in hoeveel extra water de teler in het bassin krijgt. Huijbregts: “Ook levert het informatie op over hoeveel liter er wordt gebufferd bij wat voor soort bui en hoe lang er wordt gebufferd. Dat is interessante informatie voor onze peilbeheerder; zo weet hij immers hoeveel minder hij hoeft weg te pompen.” De proef Het idee van een waterbergend kasdak komt van advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. Hans van Leeuwen van dit bureau: “De maximale hoogte van het schot - en dus het water - is de uitkomst van een constructieve berekening van de kasconstructie. Het glas en de lengte van de goot zijn maatgevend.” Omdat de goot iets afloopt naar de uiteinden van de kas, is de water kolom aan de rand van de kas het hoogst en wordt daar ook mee gerekend. “Het uitgangspunt bij de berekening van de hoogte van het schot is dat het glas niet meer mag doorbuigen dan bij de sneeuwbelasting waar iedere kas op ontworpen is.” Een kas moet een sneeuwlast kunnen dragen van 242,5 N/m2. Omgerekend naar water is dit zo’n 24 mm waterberging. Met de diepte van de goot meegerekend, kan het kasdak gezien vanaf het diepste punt van de goot, dan een maximale waterhoogte van zo’n 22 cm aan. Bij Van der Burg is het schot 12 centimeter hoog geworden omdat slechts ‘een halve goot’, - 55 meter - , is ingezet. Het schot kon maar aan één uiteinde van de goot
[25
worden geplaatst omdat aan het andere uiteinde de rails voor de glasdekwasser zit. En deze machine moet natuurlijk in en uit de goot kunnen. De proef behelst twee goten; de proefgoot met het schot en de referentiegoot. Elke goot wordt in de gaten gehouden door twee camera’s. De ene ‘kijkt in de goot’ en registreert hoe snel en hoe hoog het water stijgt. De andere camera is gericht op de stortbakken en registreert wanneer ze overlopen. Bij de teler zijn de stortbakken overigens al een stukje groter dan normaal. Er staat een regen meter die online registreert hoeveel mm regen er gedurende een bepaalde tijd valt. Huijbregts: “Alle data worden met elkaar vergeleken. Je meet dus uiteindelijk hoe zwaar de bui is geweest en wat daadwerkelijk het opvangeffect in de goot is geweest. Als er geen water over het schotje is gegaan, weet je hoeveel van dit water naar het gietwaterbassin is gegaan.” Een halve goot bij Van der Burg bergt 0,76 m3. Van Leeuwen: “Als aan beide zijden van de goot een schot wordt geplaatst, wordt circa 1,50 m3 water gebufferd. Over de gehele kas, zou dit bijna 100 m3 berging opleveren.”
26]
Half uur bufferen Tijdens de proef is er getest met twee ‘gatgroottes’ van het schot: 3 cm2 en 4,25 cm2. Aan de ene kant moet het gat groot genoeg zijn om verstopping door vervuiling te voorkomen en het water op de juiste momenten te kunnen bufferen. Het gat mag ook weer niet te groot zijn omdat het effect anders te beperkt is en de stortbak dan alsnog kan overstromen en het hemelwater voor de tuinder verloren gaat. Aan de andere kant mag het gat weer niet te klein zijn; dan staat het water te lang op het kasdak en vindt er vervuiling van het glas en op den duur algen vorming plaats. De proefresultaten moeten officieel nog geanalyseerd worden, maar de eerste beelden laten zien dat de proefgoot na de bui gemiddeld een half uur het regenwater buffert. TNO heeft tijdens de proef lichtmetingen in de kas gedaan en heeft met infraroodcamera’s de temperatuur in de kas gemeten. Dat is gebeurd in de kap van de proefgoot en die van de referentiegoot, soms ook
tijdens een hoosbui. Water bergen op het kasdak lijkt amper effect te hebben op de hoeveelheid licht in de kas. Frank van der Burg: “Als het regent, is het buiten toch al niet licht en bovendien staat er ook maar op een klein strookje van het kasdak water.” Minder licht in de kas komt eerder door vervuiling van het kasdek. De teler maakt zich geen zorgen over temperatuurverschillen. “Als er een bui valt, heb je sowieso al afkoeling van heel het kasdak. Daar waar het water even langer op het kasdak staat, daar zal het daaronder niet opeens veel kouder zijn.” De metingen in temperatuur zijn gedaan omdat een teler zich afvroeg of door het waterbergend kasdak de energiekosten toe nemen. Wil het waterbergend kasdek worden toegepast in de glastuinbouw, dan moet het op twee onder delen worden verbeterd. Het ontwerp van de schotten is de grootste uitdaging. Zo bleek in de proef dat het gaatje verstopt kan raken. Van der Burg: “Dat kan door bladeren of zelfs vogelpoep.” Het systeem moet zichzelf dus kunnen reinigen met een soort van ‘doorspoelmogelijkheid’. Dat kan bijvoorbeeld wanneer het schotje even omhoog wipt of het gaatje in het schot even wat groter wordt. Een andere voorwaarde is dat het schot inklapbaar wordt om zo machines als een dakwasser te kunnen gebruiken. Het idee is om voor deze uitdagingen een prijs vraag voor studenten uit te schrijven. “En daarna zullen kassenbouwers en systeemleveranciers het echt zelf verder moeten oppakken”, vertelt Van Leeuwen. Wanneer de proefresultaten volledig zijn geanalyseerd, willen de partijen meer bekendheid geven aan het concept en er draagvlak voor creëren. De teler ziet er in ieder geval heil in. Niet alleen vanwege het extra water dat het hem oplevert. Van der Burg: “Als telers een waterbergend kasdak gaan toepassen, kunnen zij meer vierkante meters gebruiken voor hun teelt. Immers van het hoogheemraadschap moet je voldoen aan een watertoets waarin staat over hoeveel water je als bedrijf moet kunnen bergen. Een deel daarvan kan voortaan op het dak.”
advertorial
BiedOptimaal Lagere energiekosten, meer rust
Een goede APX bieding is van veel factoren afhankelijk. Bijvoorbeeld de warmte en CO2 behoefte binnen uw bedrijf, het weer, uw bufferstand en de WKK. Elke dag een complexe uitdaging? Niet met BiedOptimaal van AgroEnergy. “Je bespaart meer dan alleen geld, je bespaart ook tijd.” Ivo Jansen runt met zijn vader en broer paprikakwekerij Jansen Paprika B.V. in
Geld, rust, tijd
Andijk. Twee jaar geleden werd hij door AgroEnergy gevraagd om mee te werken aan
BiedOptimaal stelt dagelijks biedingen op voor de daaropvolgende dag. De teler
een nieuw product: software die energie verhandelt via de APX en daarbij gebruik
kan al dan niet automatisch akkoord gaan met dat voorstel.
maakt van het profiel van het teeltbedrijf, de energiemarkt én de weersverwachting. Jansen: “In het begin controleerde ik dagelijks de biedingen. Inmiddels vertrouw “Bij het handelen op de APX maakte ik voorheen inschattingen op basis van de
ik volledig op BiedOptimaal. Bovendien overleg ik met enige regelmaat met Co
vorige dag. In het geval van weerschommelingen kon dat wel eens geld kosten.
over mijn energiestrategie. Op die manier bespaar ik maandelijks geld. Maar wat
Daarom was ik direct enthousiast toen mijn EnergieSpecialist, Co ten Wolde, mij
ook belangrijk is: BiedOptimaal ontzorgt. Ik hoef niet meer elk uur van de dag
uitdaagde mee te werken aan BiedOptimaal”, vertelt Jansen.
aan de energiemarkt te denken. Dat geeft rust en levert me tijd op. En die tijd kan ik steken in andere werkzaamheden op ons bedrijf.”
Begin oktober werd BiedOptimaal officieel gelanceerd. Jansen: “Ik ben blij dat ik heb meegewerkt aan de ontwikkeling van BiedOptimaal. Al was het alleen al omdat ik er vroeg bij was. Want iedere dag dat ik BiedOptimaal gebruik, levert me geld op.”
De ene teler is de andere niet De BiedOptimaal software houdt dagelijks rekening met veel factoren. Zoals de warmte- en CO2- behoefte voor de komende vier dagen van uw kas, maar ook
“Iedere dag dat ik BiedOptimaal gebruik, levert me geld op.” Ivo Jansen, Jansen Paprika B.V., Andijk
met de verbruikte warmte, de voorspelde wind, zon en temperatuur. En natuurlijk met de dagprijzen voor gas en stroom op de energiebeurzen. Met geavanceerde voorspelmodellen bepaalt BiedOptimaal de warmte, CO2 en dagprijzen. Dit combineert BiedOptimaal met de instellingen van uw WKK en ketel. Ook monitoren we het aantal starts van de WKK per dag, zodat deze niet onnodig vaak aan gaat. Hieruit volgt een optimale dagelijkse APX bieding voor vier dagen vooruit. Maar het gaat bij BiedOptimaal ook om de persoon áchter de teler, vertelt Co ten Wolde, EnergieSpecialist bij AgroEnergy: “De ene teler is de andere niet. BiedOptimaal is daarom de eerste weken vooral bezig met leren, om te begrijpen hoe de teler stuurt op veranderingen in het kasklimaat.”
Wij vertellen u graag meer! Bel ons meteen voor een afspraak of kijk voor meer informatie op onze website.
088-895 45 45
www.agro-energy.nl/biedoptimaal
28]
Ozon bezig aan stille wederopstanding in de tuinbouw Ozon lijkt een comeback te maken binnen de glastuinbouw. Waar de ontsmettingsinstallaties vorige eeuw nogal eens te maken hadden met storingen en veiligheidsproblemen, lijken die aspecten tegen woordig beter onder controle. Dit maakt de weg vrij voor andere toepassingen van de techniek dan alleen ontsmetting. Agrozone onderzoekt momenteel samen met Wageningen UR Glastuinbouw wat de toepassingsmogelijkheden zijn.
Tekst Jim van Ruijven, Wageningen UR Glastuinbouw
Toen ozon als waterontsmetter in de jaren zeventig/ tachtig werd ontdekt door de tuinbouwsector, leidde dit tot een enthousiaste praktijkintroductie waarbij allerlei ontwerpfouten, verkeerde materiaal keuzes, onvoldoende veiligheidsvoorzieningen en onvoldoende onderhoud tot gevolg hadden dat ozon werd afgeserveerd als gevaarlijk en niet bruikbaar. Opmerkelijk, omdat ozon al eeuwen veilig wordt
gebruikt voor de bereiding van drinkwater en voor het zuiveren van afvalwater. Deze deuk in het imago van ozon heeft wellicht alleen in de Nederlandse glastuinbouw bestaan en is inmiddels al lang niet altijd meer terecht. Kijken we naar het buitenland, dan zien we dat ozon veel meer wordt toegepast in de glastuinbouw. Maar ook in Nederland zijn inmiddels binnen de akkerbouw, glastuinbouw en intensieve veehouderij al meer dan 400 ozonsystemen in bedrijf. Cees de Haan van het bedrijf Agrozone is vanaf de jaren negentig actief met ozon en heeft in de industriële sectoren tot 2008 vele honderden ozonsystemen gebouwd die tot op de dag van vandaag nog veilig en volledig operationeel zijn. De belangrijkste toepassingen van ozon in de industrie zijn legionellabestrijding in koeltorens, drinkwaterbereiding, behandeling van zwembad water en afvalwaterzuivering. Tijd dus om met deze kennis en ervaringen een herintroductie in de glastuinbouw te maken. Cees de Haan: “Er is veel veranderd in de laatste tien jaar. Agrozone heeft zich ontwikkeld tot een innovatieve producent van ozon techniek voor zowel water als lucht toepassingen. Alle producten worden zelf ontwikkeld en geproduceerd en voorzien van de nieuwste technieken.” Dat het bedrijf hierin flink aan de weg timmert, blijkt wel uit de groei van de onderneming en de onlangs geopende vestiging in Canada. “Agrozone werkt graag samen met techniek partners vanuit verschillende sectoren en is continu opzoek naar nieuwe toepassingen voor de ozon-producten. Daarbij is het motto: ‘Delen van kennis zorgt voor passende oplossingen voor de markt.’ Voor de klant wordt nagestreefd om door middel van ozonisatie een bijdrage te leveren aan productverbetering, reductie van uitval en reductie van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen.”
In Nederland zijn inmiddels al meer dan 400 ozon systemen in bedrijf
Het is tijd voor een herintroductie van ozon in de tuinbouw
Water en lucht De Haan ziet veel mogelijkheden voor het toepassen van ozon in de tuinbouw. Als mogelijk heden noemt hij het ontsmetten en het afbreken van groeiremmende stoffen in drainwater, het verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen uit lozingswater en het verhogen van het zuurstof niveau in de voedingsoplossing. Een aantal van deze toepassingen is in andere sectoren al onder zocht en toegepast. “In de bloembollenteelt op water wordt ozonisatie bijvoorbeeld toegepast voor de oxidatie van fenolen (groeiremmende stoffen) en andere organische vervuiling. In deze sector moest men wekelijks water verversen en continu waterstofperoxide doseren. Na toepassing van ozon kan men nu 100 procent gesloten telen.” Ozonisatie wordt ook toegepast als luchtzuivering in de bewaring van bloembollen en kippenstallen, om schimmelgroei tegen te gaan en ethyleen af te breken. Agrozone heeft hiervoor al een aantal installaties draaien en kijkt momenteel naar een verbetering van de toepassing. Een voordeel van de toepassing van ozon is dat er ter plaatse geen chemicaliën aan het water gedoseerd hoeven te worden. Ozon wordt op locatie gemaakt vanuit elektriciteit en lucht, waarna het wordt opgelost in de te behandelen waterstroom. Tegen woordig is het mogelijk om hoge concentraties ozon in water op te lossen, waardoor organische stoffen snel weg geoxideerd kunnen worden. Doordat ozon terugvalt tot zuurstof (en in de reactie met organisch materiaal dan CO2 en H2O vormt), worden geen stoffen in het watersysteem ingebracht die tijdens het recirculeren van water in het systeem kunnen ophopen of problemen veroorzaken. Onderzoekstrajecten Ozon wordt binnen een aantal onderzoeks trajecten bij Wageningen UR Glastuinbouw voor verschillende toepassingen onder de loep
[29
30]
genomen. De samenwerking tussen Agrozone en Wageningen UR Glastuinbouw is begonnen tijdens de zoektocht naar robuuste en effectieve technieken die gewasbeschermingsmiddelen uit glastuinbouw lozingswater kunnen verwijderen. Voor dit onderzoek wordt een gestandaardiseerd glastuinbouw lozingswater gebruikt, ‘Standaard Water’ geheten. Dit Standaard Water bevat micro- en macronutriënten en vervuilingen (onder andere huminezuren) die representatief zijn voor de glastuinbouw, waaraan twaalf gewas beschermingsmiddelen zijn toegevoegd. De keuze van deze middelen is gemaakt in overleg met waterschappen, toelatingshouders en LTO. De samenstelling van het water is terug te vinden via www. glastuinbouwwaterproof. nl. Jim van Ruijven leidt het onderzoek naar zuiveringstechnieken. “Met een pilotinstallatie van Agrozone is ons Standaard Water batchgewijs behandeld met ozon-UV. Gedurende een bepaalde tijd wordt ozon opgelost in water in een reactorvat, waar het met de organische stoffen in het water kan reageren.” De behandeltijd wordt vastgesteld op basis van de redoxwaarde van het water (een maat voor vervuiling van het water), zodat de gewasbeschermingsmiddelen ook bij wisselende samen stelling van het lozingswater altijd voldoende worden verwijderd. Na deze behandeltijd wordt het water langs een kleine UV-lamp geleid, waar de laatste resten ozon worden omgezet in hydroxylradicalen. Hierdoor zijn alle restanten ozon afgebroken en wordt een laatste kleine stap gezet in de afbraak van de gewasbeschermings middelen. “Bij de huidige instellingen wordt een zuiveringspercentage gehaald van ruim 98 procent, gemiddeld over alle stoffen uit het Standaard Water.” Doordat ozon niet selectief met alleen de gewas beschermingsmiddelen reageert, moet een goede voorfiltratie zorgen dat zoveel mogelijk organisch
materiaal uit de te behandelen waterstroom wordt verwijderd. Hierdoor kan de ozondosis zo laag mogelijk worden gehouden en kunnen de kosten van de behandeling worden beperkt. Hoe de optimale verhouding tussen voorfiltratie en ozonisatie ligt, is onderwerp van studie in 2015 binnen het huidige onderzoekstraject.
Deze maand wordt de ozon installatie getest met een jaarrond parprikateelt
Ontsmetting In een recente studie is de effectiviteit van ozon op desinfectie van plantenvirus in drainwater onderzocht. Door de huidige verbeterde techniek waarbij hogere concentraties ozon in het water kunnen worden opgelost, is de behandeltijd verlaagd van een uur naar een paar minuten. Van Ruijven: “Het onderzoek toonde aan dat bij een behandeltijd van een paar minuten plantenvirussen 100 procent afgebroken kunnen worden.” Als bijwerking van de ontsmetting van het drainwater met ozon wordt de concentratie zuurstof in het water hoger. Volgens De Haan kan de concentratie zuurstof in het water verhoogd worden van 6-8 ppm naar 20-30 ppm. Verder onderzoek moet uitwijzen of dit positieve gevolgen heeft voor het gewas. De gedachte hierachter is dat een hogere concentratie zuurstof in het wortelmilieu ziekteverwekkende micro-organismen tegenwerkt en de antagonisten (‘goede’ microorganismen) stimuleert. Ook zou het kunnen werken tegen de vorming van een slijmlaag in het leidingstelsel (biofouling), gevormd door anaerobe bacteriën (bacteriën die leven bij lage zuurstofconcentraties), door het ongunstig maken van de omstandigheden in het leidingwerk. Volgens het motto van Agrozone ‘Delen van kennis zorgt voor passende oplossingen voor de markt’ is het bedrijf aangesloten bij een consortium van bedrijven dat samen met Wageningen UR Glastuinbouw wil aantonen
dat emissieloos telen van vruchtgroenten goed mogelijk is zonder verlies van productie of kwaliteit. Hiervoor wordt de emissieloze teelt vergeleken met een reguliere teelt waarbij wel wordt geloosd, maar waarbij het lozingswater wordt gezuiverd om de gewasbeschermings middelen te verwijderen. De ozoninstallatie van Agrozone zorgt voor de ontsmetting van gietwater en drainwater (zonder UV) en zorgt daarnaast voor het verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen uit het lozingswater (combinatie met UV) van de reguliere teelt. Na een korte komkommerteelt in 2014 wordt in december gestart met een jaarrond paprikateelt. De Haan: “We hebben hoge verwachtingen van de techniek zoals hij in de recirculatie wordt toegepast binnen het project. Het is een uitgelezen kans om de potentie van ozon in het watersysteem op een glastuinbouwbedrijf te laten zien. We proberen aan te tonen dat toepassing van deze techniek in een situatie waarin hij meerdere functies vervult enerzijds kan zorgen voor een verlaging van de investering (minder verschillende installaties nodig) en anderzijds voor een verhoging van de inkomsten door verbetering van de kwaliteit van het product en een vermindering van de uitval.” Van Ruijven: “Er zal binnen het project in meer detail gekeken worden naar de ontsmettende werking van de techniek en de afbraak van gewasbeschermingsmiddelen in het recirculatiewater. Bij toepassing op het lozingswater uit de referentiekas zal voor volledige afbraak van de middelen een langere behandeltijd aangehouden worden dan voor ontsmetting, in overeenstemming met het onderzoek naar zuiveringstechnieken.” De onderzoeksresultaten zijn terug te vinden op www.glastuinbouwwaterproof.nl. Hier zullen nieuwe resultaten ook worden gepubliceerd.
De ozoninstallatie van Agrozone
Werkingsprincipe ozon Ozon bestaat uit drie zuurstofmoleculen en is extreem reactief, waardoor het een van de sterkst oxiderende stoffen is. De stof kan op twee manieren organische stof oxideren: directe ozonisatie of geavanceerde oxidatie. Bij directe ozonisatie (oxidatie) bindt het ozon molecuul zich aan een organische stof, waarna deze stof de ozonmoleculen in zich opneemt waardoor de stof in de meeste gevallen in kleinere moleculen uit elkaar valt. Bij geavanceerde oxidatie worden de ozon moleculen in water omgezet in hydroxylradicalen, die instantaan en a-selectief reageren met organisch materiaal in het water. Dit proces wordt gestimuleerd door ozon met UV te combineren. Een kettingreactie ontstaat waarna uiteindelijk bij volledige oxidatie van het organisch materiaal H2O, O2, CO2 en N2 overblijft. Deze principes kunnen worden toegepast om water te desinfecteren en om gewasbeschermings middelen af te breken, want plantpatho genen en gewasbeschermingsmiddelen bestaan uit organische moleculen.
[31
DETAF VAKBEURS
Venray 16, 17 en 18 december 2014
D E TA F i s d é v a k b e u r s v o o r d e e u r e g i o n a l e b i o - e n e r g i e w e r e l d, bio based economy én de totale duurzaamheidsbranche
DEZE VAKBEURS BEZOEKEN?
GELIJKTIJDIG MET: Rundvee & Mechanisatie Vakdagen
Registreer nu via: www.evenementenhal.nl/ detaf-ve Code: 8140000539 Evenementen
HAL
HARDENBERG GORINCHEM VENRAY
Voor informatie en deelname kijk op www.detaf.nl
Efcië ënt waterrgeven? Zeker metten met de Octa ave.
Revaho werkt samen met:
Bij watergeven gaat het om precisie. ‘Te veel’ en ‘te weinig’ kan grote gevolgen hebben voor de opbrengst. Daarom heeft Revaho de Arad watermeters in haar assortiment, een innovatieve serie watermeters waarmee u uw watergeefprogramma’s kunt optimaliseren. De nieuwste aanvulling op het assortiment is de Octave, een betaalbare watermeter zonder bewegende delen, waardoor u minder onderhoud heeft. Maar bovenal: de Octave is zeer precies en betrouwbaar. Om zeer exact te meten. Zodat elke druppel werkt.
w w w.rev v a ho.nl
W REV 21411004 AD Octave 205x135 KAS.indd 1
12-11-14 17:02
Column
Hybride auto’s en kassen
Sjaak Bakker Sjaak Bakker (
[email protected]) is sinds 2006 manager bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk, toonaangevend onderzoeksinstituut voor de internationale glastuinbouw. Eerder werkte hij bij IMAG DLO en Priva.
[33 Nederlandse leaserijders vallen massaal over het nieuwe bijtellingsplan en na een week of twee discussie met de brancheorganisaties en de milieu beweging komt er een aangepast plan op tafel. De elektrische en hybride auto’s krijgen te maken met een (hogere) bijtelling. En op zich kon je daar natuurlijk op wachten. De meeste mensen met een lease auto zijn toch wel de kilometervreters van de snelweg en dan blijkt dat de mooie lage uitstoot van de hybride op de testbaan, bestaande uit een stukje stad en snelweg, in de praktijk helemaal niet wordt gehaald. Uit het echte benzineverbruik, gemeten door de leasemaatschappijen, is inmiddels wel duidelijk: veel hybrides reden nauwelijks op elektra en leverden bij het hoge aantal kilometers weinig of eerder zelfs een negatieve bijdrage aan de vermindering van de uitstoot vergeleken met geoptimaliseerde benzine of dieselmotoren.
Dat is in de tuinbouw niet anders: moderne technieken kunnen veel energie besparen, maar het gaat uiteindelijk voor een belangrijk deel om de wijze waarop die techniek wordt ingezet. Gebruik je de technieken optimaal dan valt er veel te besparen. Maar verkeerd gebruik kan zelfs tegengesteld uitpakken. Het beschikbaar komen van alle moderne technieken en kennis in de afgelopen jaren heeft ook in de kassen tot hybrides geleid. Denk maar aan led in combinatie met SON-t, systemen met combinaties van natuurlijke en geforceerde ventilatie en recent in het IDC Energie in een dubbeldekskas van glas met folie. Net als in de autowereld is het kiezen van het juiste systeem maatwerk, dat moet perfect afgestemd zijn op het doel. Kies het verkeerde systeem en je kunt misschien gebruik maken van een fiscaal voordeel maar op de lange termijn is het mogelijk minder gunstig, voor zowel het milieu als de portemonnee. Bij onze sector ben ik overigens overtuigd dat men deze keuzes wél goed zal maken. De ondernemer is namelijk gelijktijdig leasemaatschappij én bestuurder van het hybride systeem en hij voelt dus, in tegenstelling tot veel leaserijders, zelf de gevolgen van zijn keuzes.
34]
Nieuwe kas met groot potentieel in energiebesparing UITGELICHT BESPAREN OP ENERGIE - Beter isoleren van de kas vormt een belangrijk onderdeel binnen Het Nieuwe Telen. Wordt dit bereikt door toepassing van meerdere schermen, dan kan dit in de winter ten koste gaan van de toch al beperkte hoeveelheid licht. Gebruik van isolatieglas is een andere richting die al in de praktijk wordt toegepast. Maar er is een goedkoper alternatief, namelijk de combinatie van glas en een hoogwaardige film. Het kasconcept ‘2SaveEnergy’ brengt die optie in praktijk.
Tekst Frank Kempkes, Wageningen UR Glastuinbouw
Scan de QR-code voor een korte film over de 2SaveEnergy kas
Bij Het Nieuwe Telen is de warmtebesparing tot nu toe vooral tot stand gekomen door het installeren van meerdere schermen en door aanpassingen in het teeltregime, bijvoorbeeld door het zoveel mogelijk achterwege laten van de minimum buis. Hierdoor wordt het energieverbruik in een tomaten teelt teruggebracht naar circa 27 m3/m2/jaar in een ‘normaal’ jaar. Dit vele schermen in de winter gaat
echter gepaard met fors lichtverlies. In plaats van de toepassing van schermen is het ook mogelijk een ‘permanente’ hoge isolatie van de kas te bereiken door toepassing van een isolerend kasdek. Het energieverbruik van een tomatenteelt in een kas met een isolerend kasdek kan worden teruggebracht tot minder dan 15 m3/m2/jaar. De introductie van isolatieglas laat op zijn beurt echter weer een sterke verhoging van de investerings kosten zien. Reden voor een consortium van tuinbouwtoeleveranciers bestaande uit VDH Solar, Van der Valk Systemen, AGC Chemicals Europe (AGCCE) en Boal Systemen, om de koppen bij elkaar te steken. Het consortium wilde een kasdek ontwerpen dat energetisch gelijkwaardige prestaties levert als een dubbel glasdek van isolatieglas, maar waarvan de investeringskosten veel lager liggen. Zodat brede toepassing van een energiebesparend kasdeksysteem in de praktijk mogelijk wordt. Het ontwerp van het Glas-Film-Kasconcept is geïnspireerd door een glazen kas met een film aan de buitenkant, waarbij het foliekussen per glasruit opblaasbaar was. Dit werd eerder gedemonstreerd in Duitsland. In dit Duitse onderzoek is aangetoond dat dit concept energie besparingspotenties heeft. Dat concept moest echter technisch worden vereenvoudigd en geschikt worden gemaakt voor grootschalige toepassing in de Nederlandse glastuinbouw. Het consortium heeft zich gericht op het ontwerp van het kasdek. Daarbij stond alleen vast dat het zou bestaan uit een combinatie van glas en een duurzaam en zeer transparante film; glas buiten en film aan de binnenkant van het kasdek (zie afbeelding op deze pagina). Uitgangspunt was om het bestaande Venlo kas dek zoveel mogelijk te behouden. Dat is een uitontwikkeld concept dat eenvoudig is en goed koop kan worden geproduceerd en geïnstalleerd. Een enkel glaspaneel is dan ook zoals gebruikelijk door een roede ondersteund. Onder de roede is van de goot tot aan het kalf, waar het luchtraam
Een terug verdientijd van circa vijf jaar is moge lijk voor de 2SaveEnergy kas
Glas aan de buitenkant, film aan de binnenkant
op komt te liggen, een film geplaatst. Gezien de geringe ervaringen en de complexiteit rond nieuwe systemen is er voor gekozen het luchtraam (door lopende nokluchting) van dubbel glas te voorzien. De doorlopende nokluchting heeft als groot voordeel dat er van kopgevel tot kopgevel een vrije ruimte ontstaat tussen de goot en het kalf, zodat in één keer het folie van de rol kan worden ingetrokken. Hierbij wordt het door Van der Valk Systemen ontwikkelde Quattro-Plus systeem gebruikt, dat ook bij het installeren van het scherm doek wordt toegepast. Als het folie is geplaatst, wordt deze vervolgens opgespannen door het profiel aan het kalf te klikken. Sneeuw wegsmelten Een tweede voordeel dat van belang is bij dit kasdekconcept is de mogelijkheid de isolatie van het kasdek tijdelijk te verlagen. Bij isolatie glas is sneeuw een potentieel probleem. De isolatiewaarde hiervan is zo hoog dat het vrijwel onmogelijk is eventuele sneeuw van het dek af te smelten. In het 2SaveEnergy-concept is het mogelijk kas lucht door de spouw te blazen. Daarvoor zijn op de goot ventilatoren geplaatst die kaslucht aan kunnen zuigen en die kaslucht via het condenskanaal van de goot en gaten in dit condenskanaal tussen het glas en het folie kunnen inbrengen. Het luchtraam kan in deze situatie circa 1 procent worden geopend, maar door een slimme positionering van de rubbers komen wel gaten in het kalf vrij. Hierdoor kan de lucht uit de spouw ontsnappen, maar zal deze wel in de kas blijven. Het raam is dan nog niet ver genoeg geopend om ook daadwerkelijk ventilatie naar buiten te creëren. Door de mogelijkheid om kaslucht door de spouw te blazen, zal de isolatie waarde van het kasdek tijdelijk worden verlaagd en mag sneeuw geen probleem meer vormen. Eén van de grootste uitdagingen zal nog zijn om sneeuw val te detecteren, want bij de eerste sneeuwval is het al belangrijk om het smeltproces op gang te brengen zodat er geen sneeuwlaag kan ontstaan.
[35
Een belangrijk onderwerp bij dubbele kasdekken is altijd hoe lichtverlies kan worden voorkomen. Een andere eis die aan het kasdek wordt gesteld, is dat het licht diffuus moet worden. Dan is het belangrijk om te bepalen met welke combinatie van glas en film je het meeste licht zo diffuus mogelijk in de kas krijgt. AGCCE heeft als consortiumlid twee films ter beschikking, Fclean-clear en Fclean-diffuse. Fclean is een ETFE kunststof (Ethylene tetrafluoroethylene) die zelfreinigend is wegens zijn anti-aanplak oppervlak en die tevens kan worden gerecycled. Het kan tot driemaal de lengte rekken, zonder verlies van elasticiteit. Het materiaal wordt meestal toegepast in het dek van gebouwen. In het lichtlab van Wageningen UR Glastuinbouw zijn vervolgens van verschillende combinaties met helder en diffuus glas met en zonder AntiReflectie-coatings (AR) de transmissies van de combinatie bepaald. Uiteindelijk kwam hieruit naar voren dat een diffuus glas met AR-coating aan beide kanten met het Fclean-clear de hoogste transmissie oplevert. In tabel 1 zijn van enkele combinaties de loodrechte, maar nog belangrijker de hemisferische transmissies, getoond. Let wel, de genoemde getallen hebben betrekking op het materiaal. Uiteindelijk bepaalt de combinatie van materiaal en kasdekconstructie de transmissie van het kasdek.
gebleven met betrekking tot de lichttransmissie. Voor de winter wordt de periode 1 oktober tot en met 1 maart aangehouden. De referentie is een kas met twee beweegbare schermen en een vast folie. Ter vergelijk is een hoog isolerende en in sommige teelten nog wel toegepaste kanaalplaat toegevoegd. Nadat duidelijk is geworden hoe de ideale glasfilm combinatie eruit ziet, zijn met het kasklimaat model KASPRO berekeningen uitgevoerd om te bepalen hoe het kasklimaat en het energiegebruik van dit kasconcept eruit zullen gaan zien. Voor de berekeningen is uitgegaan van één beweegbaar scherm, een ontvochtigingsinstallatie door middel van buitenluchtaanzuiging met warmte terugwinning met een capaciteit van 10 m3/m2 en een teeltmethode volgens de principes van Het Nieuwe Telen. Dat betekent geen minimum raam standen en buistemperaturen, rustig opstoken en hier niet te vroeg op de dag mee te beginnen. De benchmark voor het gebruik is de Venlow Energy kas die van isolatieglas is gemaakt en in 2013 een gebruik van ruim 14 m3/m2 kende. Worden dezelfde klimaatsetpoints en het klimaat van 2013 aangehouden, dan moet het mogelijk zijn om een energiegebruik te realiseren van rond de 19 m3/m2. Dat is een besparing ten opzichte van de gangbare praktijk van circa 45 procent van een gebruik in een normaal jaar van 35 m3/m2. Door deze besparing op gas komt er minder CO2 ter beschikking als in de beschreven referentie. Hierdoor zal er bijvoorbeeld zo’n 6 kg CO2 extra moeten worden ingekocht om gelijke CO2-concentraties als in de referentie aan te kunnen houden.
Ideale glas-film combinatie Waar bij Het Nieuwe Telen twee beweegbare schermen en een vast folie voor de beginmaanden is geïnstalleerd, moet door de hoge isolatie en het toepassen van slechts één beweegbaar scherm in de winterdag meer natuurlijk licht in de kas voor de plant beschikbaar komen. Dit effect is berekend voor een viertal kasdekmaterialen waarbij ervan is uitgegaan dat de kasdekconstructie gelijk is
De economische haalbaarheid van een glas-film kas wordt voor een groot deel bepaald door de benodigde investeringskosten. Deze investerings ruimte wordt bepaald door de besparing aan energie en de verminderde investering voor een beweegbaar scherm enerzijds, maar ook de al eerder genoemde toename in CO2-inkoop anderzijds. Ook meer investering in het F-Clean folie, het intrekken van het F-Clean (arbeid/pvc
Immers, het opgang brengen van het smeltproces is lastig, waarbij vaak een brug ontstaat. Hierbij is het eerste laagje sneeuw op het dek wel gesmolten maar er ontstaat een luchtlaagje tussen het glas en de sneeuw. Dan krijg je de sneeuw vrijwel niet meer gesmolten.
36]
Tabel 1 Loodrechte tl en hemisferische transmissie th van verschillende kasdek materiaalcombinaties in het golflengte gebied 400- 700 nm (PAR) en de haze van deze materiaalcombinaties.
Materiaal
Haze (±5%)
th (±0.5%)
tl
helder referentie glas + diffuus film
77
72.6
85.1
helder glas met AR coating + diffuus film
77
75.9
89.9
diffuus glas lage haze + helder film
17
76.8
86.9
diffuus glas lage haze met AR coating + helder film
14
82.2
91.5
diffuus glas hoge haze + helder film
68
75.3
86.9
diffuus glas hoge haze met AR coating + helder film
68
80.7
90.6
punt. Glasleveranciers konden het consortium geen overtuigende garantie geven dat condens op hun ruit perfect hydrofiele eigenschappen zou hebben. Hoewel de ruit aan de buitenkant zit en de Fclean-film aan de binnenkant van de kas zal er zeker bij ventilatie van de spouw condens kunnen ontstaan tegen het glas. Bij perfect hydrofiele eigenschappen zal het condens een waterfilm vormen waarbij er in principe geen verlaging, maar soms zelfs een verhoging van de licht transmissie ontstaat. Bij hydrofobe eigenschapen ontstaan juist druppels die veel licht kunnen kosten en dat moet je proberen te voorkomen. Nu de kas klaar is, zijn er om de systemen te testen komkommers geplant. In januari wordt een tomatenteelt gestart om de prestaties van de kas op gebied van energie en gewas te bepalen. Een belangrijk onderdeel zal zijn of en hoe er eventueel condens in de spouw ontstaat en of er eventueel vervuiling gaat ontstaan.
strips en machine), de aanpassingen aan het aluminium dek (goot/kalf/intrekprofiel onder kalf/kaders luchtramen), de spouwventilatie (ventilatoren, toebehoren, sturing en arbeid), het gehard glas diffuus, met dubbel AR in plaats van standaard gehard glas en de luchtramen van dubbelglas mogen niet vergeten worden. Aan de opbrengstkant is door het hogere lichtniveau dat in de winter wordt bereikt nog een plus verwacht van 4 procent. Dit alles bij elkaar laat voor een tomatenteelt zien dat een terugverdientijd van circa vijf jaar mogelijk is. Komkommer en tomaat Tot zover de theorie, want nadat dit concept als haalbaar is geacht, is door het programma Kas als Energiebron groen licht gegeven om deze kas ook daadwerkelijk te realiseren op het IDC Energie bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk. Na de realisatie van de kas zal het kasconcept op teelt- en energieperformance worden gemonitord. Het is echter nog een hele stap om van deskstudie naar realisatie te komen. Onderweg zijn er nog heel veel keuzes te maken die soms ingaan tegen de optimale situatie zoals bepaald in de deskstudie. Belangrijkste voorbeeld hiervan is de glas-film combinatie. Tijdens de bouw is er na veelvuldig overleg uiteindelijk voor gekozen om deze kas nog te bouwen met helder glas en het Fcleandiffuse. De uit de praktijk opkomende vragen over het condensgedrag op de van AR voorziene ruiten met of zonder structuur om het diffuus effect te verkrijgen, is hierbij het belangrijkste
Tabel 2 Lichtsommen
relatief
op gewasniveau
winterlicht [%]
van het kasdek
Referentie
100
t/m de goot voor
diffuus glas lage haze + helder film
101
verschillende
diffuus glas hoge haze + helder film
104
kasdekmateriaal
kanaalplaat
85
combinaties.
[37
Fruit Logistica. Berlijn. Donderdag 5 februari 2015. Van 18.00 - 23.00 uur.
Wie wordt de meest innovatieve tomatenteler van de wereld? Gesponserd door:
Bayer CropSciences - Bayer Nunhems - Cultilene - DLV GreenQ - Incotec Koppert Biological Systems - Philips - Priva - Revaho - Svensson
TOMATO INSPIRATION EVENT 2015 Na het overweldigende succes van vorige keer, wederom het Tomato Inspiration Event. Exclusief, omdat het is voorbehouden aan de 100 meest innovatieve tomatentelers ter wereld. Geselecteerd door vooraanstaande tuinbouwtoeleveranciers en ondernemers.
WERELDWIJD DE BELANGRIJKSTE KASGROENTE De tomatenteelt is bij uitstek een teelt waarin innovatie en ondernemerschap op hoog niveau samengaan. Het Tomato Inspiration Event brengt de internationale kopstukken uit teelt en toelevering bijeenbrengen. Onze doelstelling is tweeledig: de CEO’s van de belangrijkste bedrijven elkaar laten ontmoeten en inspireren, zodat de sector op een nog hoger plan kan worden gebracht. Bovendien zal tijdens het event de Tomato Inspiration Award worden uitgereikt aan de meest innovatieve tomatenteler van de wereld.
The Tomato Inspiration Event is an annual initiative of HortiBiz
40]
‘Soms moet je zaken uit handen durven geven’ UITGELICHT BESPAREN OP ENERGIE - Het beste moment bepalen voor een APX-bieding is voor veel telers met een wkk een lastige opgave. Het uitstippelen van een juiste strategie en de complexe berekeningen die daarvoor nodig zijn, vragen veel tijd en aandacht. AgroEnergy meent de oplossing in huis te hebben met BiedOptimaal. Wij vroegen aubergineteler Peter de Jong uit Dinteloord naar zijn eerste ervaringen.
Tekst Jacco Strating
Telers die beschikken over een wkk produceren over het algemeen meer elektra dan zij daadwerkelijk in hun kas nodig hebben. Het overschot aan energie kan worden verkocht via de energiebeurs APX. De APX is een zogenoemde ‘spot market’: er wordt gehandeld in uur-prijzen. Voor vier dagen vooruit wordt voor elk uur van de dag een aparte prijs vastgesteld. En dus is het van groot belang dat handelen op de APX
op het juiste moment gebeurt om zodoende het hoogste rendement te behalen. Voor telers is het dus de vraag op welke uren de APX de beste prijs oplevert, maar ook wanneer de wkk het beste kan draaien om warmte op te wekken. Daarnaast moet worden bepaald hoeveel ruimte er nog is in de warmtebuffer en wanneer een teler CO2 nodig heeft. Stuk voor stuk lastige vragen die tot nu toe enkel te beantwoorden waren met ingewikkelde rekenregels. Data analyseren Samen met enkele telers werkte AgroEnergy aan een oplossing die het handelen op de APX kan vergemakkelijken. Die oplossing kreeg de naam BiedOptimaal en werd dit jaar na een pilotperiode in 2013 voor het eerst beproefd op verschillende bedrijven in de onbelichte teelt. Begin volgend jaar zal het product ook worden aangeboden aan telers met belichting. BiedOptimaal is een online systeem dat elke dag automatisch en vier dagen vooruit een voorstel doet voor de optimale APX-bieding. Daarbij is het mogelijk voor telers om deze bieding ook automatisch uit te laten voeren. Geavanceerde voorspellingsmodellen worden afgestemd op de specifieke situatie in de kas en houden rekening met verschillende factoren. Zo wordt gekeken naar de warmte- en CO2-behoefte voor de komende vier dagen, de verbruikte warmte, de weersverwachting en de dagprijzen voor gas en stroom. Daarnaast wordt de actuele stand van de buffer op het bedrijf gemonitord. Door de verschillende data te verzamelen en te analyseren, kunnen warmte, CO2 en dagprijzen worden berekend. Ook wordt het aantal starts van de wkk per dag bijgehouden, om te voorkomen dat deze onnodig aan en uit gaat. Door al die informatie te combineren, is het systeem in staat om een optimale APX-bieding voor te stellen, vier dagen vooruit. Een dagelijks advies op maat dus. Peter de Jong van Auberginekwekerij De Jong BV uit Dinteloord is een van de telers die de afgelopen
‘Tijdens mijn vakantie liep de APX-bieding automatisch door’
BiedOptimaal berekend zelf de hoeveelheid warmte, CO2 en dagprijzen
maanden BiedOptimaal uitprobeerde. De onder nemer is sinds 2012 klant bij AgroEnergy. In dat jaar ging hij van start met zijn nieuwe bedrijf in Dinteloord en kreeg hij voor het eerst ook te maken met een wkk. EnergieSpecialist Kees Tetteroo van AgroEnergy maakte De Jong de afgelopen jaren wegwijs op gebied van energie en benaderde hem ook om deel te nemen aan BiedOptimaal. “Energie blijft een rare materie”, zegt De Jong. “Op het oude bedrijf had ik geen eigen wkk, dus ik heb daar mee leren omgaan. Met een wkk moet je als ondernemer meer naar de lange termijn kijken om zo je risico’s af te dekken. Het draait om het juiste moment waarop je moet reageren. Tijdens gesprekken met AgroEnergy afgelopen zomer kwam BiedOptimaal ter sprake. Ik kreeg de vraag of het iets voor mij zou zijn en stond daar positief tegenover. Dat heeft ertoe geleid dat ik na de zomer met BiedOptimaal ben gaan werken.” De Jong geeft aan dat hij eerst twee maanden proef draaide omdat het systeem een historie moest opbouwen met energiedata van zijn bedrijf. Na die proef periode kon de onder nemer daadwerkelijk aan de slag. “Op basis van die specifieke bedrijfsinformatie in combinatie met allerlei andere factoren krijg ik nu dagelijks advies over het beste moment voor de APX-bieding”, zegt De Jong. “Op mijn computer kan ik precies zien op welke uren het interessant is om de wkk te laten draaien en tot wanneer ik dat moet doen. Op die manier zorgt BiedOptimaal er dus voor dat je op de uren draait waarop je de hoogste stroomprijs kunt realiseren.” Gemak en rust Hoewel De Jong nog maar een paar maanden onderweg is en BiedOptimaal nog maar net uit de startblokken komt, is hij wel al overtuigd van het nut van dit systeem. Volgens hem biedt het hem gemak en rust. “Je hoeft zelf geen ingewikkelde berekeningen meer te doen en als je ervoor kiest om het systeem helemaal vrij te geven en automatisch te laten bieden, heb je er in principe
[41
ook veel minder omkijken naar.” Zelf koos De Jong er in september voor het eerst voor om BiedOptimaal op de automatische piloot te zetten. “Ik ging met vakantie en ik wilde de jongens op de tuin niet met dat nieuwe systeem belasten, dus heb ik besloten om hem op automatisch te zetten. En dat is eigenlijk heel goed gegaan. Het feit dat je erop kunt vertrouwen dat BiedOptimaal de boel in goede banen blijft leiden als je daar zelf even geen tijd voor hebt, geeft toch een stukje rust.” De ondernemer geeft aan dat hij in de opstartfase van BiedOptimaal elke ochtend contact had met de EnergieSpecialist van AgroEnergy. Sinds het systeem goed werkt en hij het onder de knie heeft, is dat niet meer dagelijks noodzakelijk. “Al heb ik nog steeds wel regelmatig contact en krijg ik goede begeleiding om alles uit het systeem te halen.”
42]
De Jong vindt het moeilijk om op dit moment al te bepalen wat BiedOptimaal hem heeft opgeleverd. “De periode waarin ik BiedOptimaal heb gebruikt was in de laatste fase van het teelt seizoen. Tijdens de teeltwisseling heb ik het systeem uitgezet. Dus pas in de loop van volgend seizoen kan ik een goed beeld krijgen van wat het mij oplevert. Maar ik constateer wel dat ik de afgelopen maanden op uren heb gedraaid waarop ik anders niet had gedraaid. En waarmee ik een betere prijs wist te realiseren. Dus mijn gevoel is goed. Maar om een goede vergelijking te kunnen maken, moet ik BiedOptimaal toch over een iets langere periode gebruiken.” Daarnaast heeft De Jong enkele verbeterpunten waar hij tegenaan is gelopen. “De terugkijktermijn vind ik nog iets te lang en het systeem zou rekening moeten kunnen houden met het einde van de teelt en de teelt wisseling. Maar ik heb begrepen dat AgroEnergy met die zaken bezig is om het systeem gaandeweg steeds verder te optimaliseren.” Voorloper Naar eigen zeggen heeft De Jong niet getwijfeld over deelname aan BiedOptimaal toen hij daarvoor werd benaderd. “Ik ben eerder iemand die bij nieuwe ontwikkelingen voorop loopt dan iemand
‘Je houdt zelf de touwtjes in handen’
Peter de Jong: ‘Mijn gevoel is goed’
die daarin volgend is. Ook omdat voorlopers naar mijn idee het meeste profiteren van vernieuwingen. Ik heb er ook geen probleem mee dat ik met BiedOptimaal een deel van mijn energietaken uit handen geef. Uiteindelijk hou je toch zelf de touwtjes in handen en kun je bijsturen wanneer jij dat nodig acht. Maar je kunt vandaag de dag als ondernemer niet meer alles zelf doen. Soms moet je zaken uit handen durven geven en ik geloof dat die keuze mij dat met BiedOptimaal alleen maar ten goede komt. Maar die afweging moet iedereen uiteraard voor zichzelf maken.”
Zo werkt BiedOptimaal… BiedOptimaal stelt dagelijks geautomatiseerd een APX-bieding voor waarbij rekening wordt gehouden met de dagelijkse warmte- en CO2-behoefte tot en met vier dagen in de toekomst. Maar ook door bijvoorbeeld te kijken naar de maximale gascapaciteit, de marktprijzen, de verwachte afwijkingen in de warmtevraag, het gewenste aantal starten stops van de wkk, het bufferniveau en de weersomstandigheden. Het systeem berekent een bieding per bedrijfslocatie. Elk half uur worden gegevens van de klimaatcomputer uitgelezen. Deze gegevens worden gebruikt voor de dagelijkse voorspellingen en de berekening van de optimale inzet van de installaties. De gebruiker kan uiteindelijk zelf kiezen of hij de voorspellingen slechts als advies gebruikt of dat hij deze automatisch wil laten overnemen en uitvoeren.
Advertorial
Kwekerij De Zuidplas in Moerkapelle: ‘Vanzelfsprekend in zee met Meteor Systems’ Kwekerij De Zuidplas uit Moerkapelle is een belangrijke speler in de markt van grootbloemige gerbera’s. In samenwerking met Meteor Systems koos ondernemer Johan Weerheim onlangs voor een nieuw teeltsysteem om maatwerk en kwaliteit te kunnen garanderen. “Ik ben erg tevreden met het resultaat en dat zien we terug in de planten.” Kwekerij De Zuidplas is de gerberakwekerij van Johan Weerheim en zijn twee zonen Juriaan en Leen, die samen de twee locaties aansturen. Beide bedrijven zijn 3 hectare groot en gevestigd in Moerkapelle. “We telen nu 55 hectare grootbloemige gerbera’s en dit mag niet verder krimpen”, zegt Johan Weerheim. “Om voldoende gerbera’s in verschillende kleuren en soorten in de markt te kunnen zetten, is het van belang om de handel zo gezond mogelijk te houden.” Andere plantdichtheid Kwekerij De Zuidplas produceert in totaal 53 verschillende soorten en kleuren grootbloemige gerbera’s. Bijna de gehele teelt is bestemd voor export, waarvan het meeste wordt geleverd aan Engeland, Rusland en Duitsland. “Ongeveer 90 procent van de gerbera’s wordt direct verkocht en komt niet in aanmerking voor de veilingklok. Om maatwerk te kunnen leveren en te ontzorgen, is een goed teeltsysteem onmisbaar.” Over zijn vorige investeringen was Johan Weerheim niet meer
tevreden. Hij wilde naar een andere plantdichtheid en de bodemgesteldheid was slecht. Daarnaast wilde hij efficiënter met energie omgaan en extra belichting in de kas. De ondernemer had nog geen ervaring met het gerbera-systeem van Meteor Systems. Maar door goede ervaringen met het bedrijf in het verleden, ging hij met Meteor Systems om de tafel. Al snel werd duidelijk dat zij hem konden helpen met het realiseren van zijn ideeën en werd een plan van aanpak gemaakt. Uitgangspunt was om snel en efficiënt het teeltsysteem te vervangen, de bodemgesteldheid te verbeteren, het irrigatiesysteem grondig aan te pakken én de belichting uit te breiden. Loonbedrijf van Nieuwkoop legde drainage aan en zorgde voor een kogelharde vlakke ondergrond, Meteor Systems leverde het gerbera-teeltsysteem en de buisrail steunen. De druppelbevloeiing, eveneens van Meteor Systems, werd geleverd door installatiebedrijf Marck Water & Elektrotechniek. “Ik ben erg tevreden met het resultaat en dat zien we terug in de planten”, zegt Johan Weerheim. Mede dankzij het gerberateeltsysteem van Meteor Systems en de goede samenwerking met de overige partijen vormt Kwekerij De Zuidplas nu een goed voorbeeld binnen de sector. www.irrigation.com
[43
Tekst Ellis Langen
Minder energie gebruiken, is ook voor kwekers van lisianthusteelt een streven. Sinds half maart staat er bij DLV GreenQ een proef waarbij de bloemen in een gronddoekgotensysteem staan. Het voornaamste doel is om 35 procent energie te besparen, want in de teelt van lisianthus wordt per jaar tussen de 160 en 170 kuub gas gebruikt. Daarnaast moet emissie van drainwater worden verminderd en 90 procent op fungiciden worden bespaard.
Lisianthus moet mee in energiebesparing
44]
“Het probleem in de lisianthusteelt is dat de hoeveelheid gas en elektriciteit die kwekers erin stoppen, de rentabiliteit van de teelt ten goede komt”, zegt teeltmanager Piet Hein van Baar bij DLV GreenQ. Want hoe meer temperatuur en licht de plant krijgt, hoe sneller de groei gaat en er dus meer rondes per jaar worden gehaald. Toch zal ook de lisianthusteelt in de toekomst zuiniger met energie om moeten springen en wordt telen uit de grond noodzakelijk om te
voldoen aan de emissie-eisen die in de toekomst worden gesteld. Het verminderde energiegebruik moet vooral komen door tijdens de proef een andere belichtingsstrategie te hanteren dan in de praktijk en ook door minder gas te verbruiken bij het stomen. Van Baar: “Dat laatste lukt aardig. In een reguliere teelt wordt 25 kuub gas per m2 gebruikt voor het stomen, in het onderzoek met het gronddoekgotensysteem waar ‘Piccolo White’ op wordt geteeld, verwachten we een jaarverbruik
van rond de 7 kuub gas m2.” Net als in de reguliere teelt wordt na elke ronde gestoomd. In de proef staat bij het stomen de helft van de kas 1,5 uur bol en de andere helft van de kas staat 3 uur bol. De stoomtijd kan zo enorm verkort worden omdat de grond in het gronddoekgotensysteem al snel boven de gewenste temperatuur van 70 graden uitkomt door het kleinere volume dat moet worden verwarmd. Het korter stomen, heeft tot nu toe niet geleid tot meer uitval dan het reguliere stomen en ook tussen 1,5 en 3 uur is geen verschil te zien. In de onderzoeksafdeling staat nu de vierde ronde met lisanthus. Opvallend is dat in alle rondes nog niet één gewasbeschermingsmiddel is ingezet tegen schimmelziekten. Normaliter wordt preventief gespoten tegen ziektes als botrytis en fusarium. Die druk is nu behoorlijk lager omdat het gewas een stuk minder vaak nat staat. Dat komt omdat slechts de eerste tien dagen van de teelt water van bovenaf water wordt gegeven en daarna verloopt de watergift via een eb&vloedsysteem van Erfgoed waar water door de vloer kan worden opgezet. In de proef wordt ook het drainwater hergebruikt en dat gaat volgens Van Baar goed. In de proef wordt geprobeerd energie te besparen door een andere belichtingsstrategie aan te houden in vergelijking met de praktijk. Dit is echter tot nu toe geen succes. In de proef wordt minder lang belicht met de 210 micromoll lampen doordat licht wordt afgeschakeld bij een bepaalde hoeveelheid instraling. In drie ‘trappen’ wordt het licht afgeschakeld en bij deze stappen ligt het afschakelniveau ongeveer vijftig procent lager dan in de praktijk. Door deze belichtingsstrategie wordt in twee rondes in de zomerperiode een behoorlijke
Tuinen bij
DLV GreenQ
energiebesparing gehaald ten opzichte van de praktijk. Van Baar: “Echter, de omloopsnelheid en de takkwaliteit vermindert ten opzichte van een teelt in de praktijk. Gemiddeld lopen we ongeveer een week achter op de praktijk. Ook hadden we op één teelt na last van brandkoppen of bruine bladpunten in het gewas. Hoe dat precies komt, weten we niet. Maar we verwachten dat de hogere luchtvochtigheid ten opzichte van de praktijk een grote rol speelt.”
DLV GreenQ is een modern kassencomplex in Bleiswijk dat beschikt over verschillende secties van 1.000 vierkante meter. Hier worden nieuwe teeltconcepten en technische installaties vanuit alle delen van de wereld ontwikkeld, getest en gedemonstreerd. Tevens faciliteert het centrum in praktijkgerichte trainingen, opleidingen, seminars en workshops.
Een duidelijke conclusie van de proef is al wel dat het teeltsysteem met het gronddoekgotensysteem moeilijk wordt in de toekomst; het is lastiger werken en automatisering en mechanisering is moeilijk. Van Baar: “We willen volgend jaar de helft van de proef vervangen en op een ander teeltsysteem gaan kweken.” Er wordt nu gedacht aan een kweeksysteem op kleikorrels in goten, een systeem dat een amarylliskweker in België toepast voor de teelt van lisianthus. Bij dit systeem wordt er geteeld in een laag kleikorrels van ongeveer 10 cm. Het watergeven gebeurt voor het grootste deel van de teelt met druppelslangen die op de kleikorrels liggen. Het is een gesloten systeem waarbij er een laagje van 1 cm water in het systeem aan wordt gehouden. Het overtollige water wordt via drainslangen die op de bodem van het systeem liggen afgevoerd. DLV GreenQ
Violierenweg 3 2265 MV Bleiswijk T +31 (0)10-5221771
[email protected] www.greenq.nl
[45
46]
‘Als de teler het niet snapt, gaat het ook niet werken’ UITGELICHT BESPAREN OP ENERGIE - De afgelopen maanden hielden Jan Voogt en Peter Geelen voor KAS Techniek diverse tuinbouwgerelateerde stellingen tegen het licht in de rubriek ‘Waar of niet waar?’ In de laatste editie van dit jaar blikken we met hen terug en kijken we naar de principes van Het Nieuwe Telen, die volgens Voogt en Geelen helemaal geen grote investeringen behoeven.
Tekst Jacco Strating
De afgelopen twee jaar zijn in totaal circa tien studie groepen georganiseerd in het kader van Het Nieuwe Telen. In elke groep zitten acht tot tien telers, die acht keer een hele middag bijeenkomen. Doel van de studiegroepen is om telers bekend te maken met de principes van Het Nieuwe Telen. Hierbij komt naar voren dat het niet per definitie noodzakelijk is om te investeren in luchtbehandelingskasten en energie schermen om te kunnen profiteren van de voor
delen. De groepen staan onder leiding van Jan Voogt van Letsgrow.com en Peter Geelen van Plantmonitoring.NL. Beide zijn vanaf 2006 nauw betrokken bij de ontwikkeling van Het Nieuwe Telen. In KAS Techniek schreven zij daar het afgelopen jaar ook over. In de rubriek ‘Waar of niet waar’ toonden zij aan of een ‘vuistregel’ uit de teelt wel of niet klopt. Het ging daarbij vaak ook om misverstanden rondom klimaatregelen. “Dingen die logisch lijken, werken lang niet altijd zo”, zegt Jan Voogt. “Wij proberen telers vanuit zowel de natuurkundige kant als de plantkundige kant uit te leggen hoe bepaalde zaken in een kasklimaat werken. Op een simpele manier, zodat iedereen het kan begrijpen. Want als een teler niet van de hoed en de rand weet, de mechanismes niet snapt en er geen gevoel bij heeft, gaat het uiteindelijk ook niet werken.” Eyeopener De ontwikkeling van Het Nieuwe Telen werd al heel wat jaren terug ingezet. Na de introductie van de Gesloten Kas vanaf 2004 bleek uit berekeningen dat de ambities van dat nieuwe kasconcept in de praktijk economisch niet haalbaar waren. Jan Voogt besloot samen met Peter van Weel van WUR Glas tuinbouw te zoeken naar alternatieven, wat tot verrassende ontdekkingen leidde. “Het verdampings model dat werd toegepast, klopte niet en gaf in de Gesloten Kas een totaal verkeerd beeld. Bovendien ontdekten wij dat de temperatuur in de Gesloten Kas niet omlaag moest, maar juist omhoog om een tropisch klimaat te creëren. Want doordat het groeiklimaat niet optimaal was, werd de fotosynthese niet gestimuleerd. Dat was een eyeopener voor mij”, zegt Voogt. “Als klimaatspecialist bij Hoogendoorn dacht ook ik altijd dat de algemeen gehanteerde uitgangspunten de juiste waren, maar bij nader onderzoek bleek dat niet het geval. We ontdekten de waarde van luchtbeweging rondom de plant, het belang van vochtafvoer en van isolatie met dubbele energieschermen.” Volgens Voogt was kennelijk niemand eerder op het idee gekomen om te denken vanuit de natuur kunde. Met Peter van Weel schreef hij vervolgens
‘We hadden als tuinbouw sector al tien jaar verder kunnen zijn’
Veel aannames in de tuinbouw blijken onjuist in de praktijk
een uitgebreid rapport over de bevindingen, waarbij zij aanbevelingen deden om een actief groeiklimaat te combineren met lage energiekosten. Die bevindingen vormen tegenwoordig de basis van Het Nieuwe Telen. “Feitelijk heeft de techniek ons dus gedwongen om goed na te denken over de processen. De Gesloten Kas is de trigger geweest om dieper in de materie te duiken, met een aantal onverwachte bevindingen als resultaat”, zegt Voogt, die kort daarop in contact kwam met Peter Geelen. Sindsdien werken zij samen om de tuinbouwsector ‘een stukje wijzer te maken’ op gebied van teelt optimalisatie. “Als we eerder op deze manier naar de teelt en het kasklimaat hadden gekeken, hadden we nu al tien jaar verder kunnen zijn als sector”, meent Geelen. “Maar nu zien we wel dat het zijn vruchten afwerpt binnen de tuinbouw.” Tijdens de studiegroepen die zij in opdracht van en in samen werking met Kas als Energiebron organiseren rondom Het Nieuwe Telen, merken Voogt en Geelen dat het soms lastig is om telers te overtuigen van een andere werkwijze. “Veel van de principes druisen zo in tegen wat telers gewend zijn, dat het moeilijk is om direct alle neuzen in dezelfde richting te laten wijzen. Maar uiteindelijk valt er over natuurkunde niet te discussiëren en lukt het toch om mensen met feiten te overtuigen.” Scherm niet te snel open Een aantal van die algemeen gehanteerde wet matigheden in de tuinbouw die in werkelijkheid anders blijken te zijn, werden afgelopen jaar door Voogt en Geelen beschreven in KAS Techniek. Zo stelden zij de vraag wat het juiste moment is om het scherm te openen en PAR-licht binnen te laten. Om het gewas ‘s ochtends te activeren, moet het scherm niet te snel open, was daarbij de conclusie. “Bij lage buitentemperaturen zijn naast de instraling ook de kouval én de uitstraling bepalend voor het moment waarop het scherm geopend kan worden. Dit moment ligt dan bij een hogere instraling dan we vaak denken”, aldus de klimaatexperts. Een andere aanname die door Voogt en Geelen als onjuist werd betiteld, is dat je in de zomer altijd zo koel mogelijk moet telen. “Toen rond 2004 de eerste experimenten met
[47
48]
Gesloten Kassen begonnen, was het idee dat dankzij de koelinstallaties nu eindelijk de ideale kastemperatuur voor tomaat aangehouden kon worden. Dat wil zeggen dat het niet warmer zou worden dan circa 25oC. In combinatie met een hoge CO2-concentratie werd hiervan een flinke productieverhoging verwacht. Dit viel echter behoorlijk tegen. De productie was weliswaar hoger, maar dat was vooral toe te schrijven aan de hogere CO2-concentratie. In andere proeven bleek verder dat een vergelijkbare productieverhoging bereikt kon worden in gewone kassen door toepassing van een hoge druk verneveling. Nader onderzoek van de energie- en waterbalans van de plant maakte duidelijk dat met name de lucht vochtigheid een grote rol speelt bij het gedrag van de huidmondjes. En dat een groeiklimaat met lage RV leidt tot stress en dus een lage fotosynthese.” Uit ouder onderzoek bleek zelfs dat de fotosynthese bij temperaturen rond 30oC sneller verloopt. Samen vattend maken tomaten planten netto meer suikers aan bij een hogere temperatuur in combinatie met hoge RV, dan bij lage temperatuur waarbij alle vocht en CO2 uit de kas gelucht worden. “En dit geldt niet alleen voor tomaat, maar voor vrijwel alle gewassen zowel groenten als bloemen en potplanten”, aldus Voogt en Geelen. In de laatste editie stond eveneens een stelling centraal die aan Het Nieuwe Telen kan worden verbonden. Deze luidde ‘hoe eerder de kas temperatuur in warme najaarsnachten gelijk is aan buiten, hoe beter’. “Op het eerste gezicht lijkt dit logisch. Er zijn echter twee zaken die nader moeten worden bekeken. Ten eerste de snelheid waarmee kaslucht en buitenlucht uitgewisseld worden. Ten tweede de vochtbeheersing in de kas. De uitwisseling van kaslucht en buitenlucht wordt mede bepaald door het temperatuurverschil tussen de kas en buiten. Warme lucht stijgt op. Hoe hoger het verschil tussen de kastemperatuur en de buitentemperatuur, hoe sterker dit ‘schoorsteen effect’ is.” Met name bij lage windsnelheid is een temperatuurverschil uiterst belangrijk om kaslucht uit te wisselen met buitenlucht, en dus ook vocht
Jan Voogt en Peter Geelen
af te voeren, schreven Voogt en Geelen. “Voor het afvoeren van vocht is bovendien een verschil nodig tussen het absoluut vochtgehalte (AV in gram/m3) in de kas en de buitenlucht. Door in de voornacht ruim te luchten zal het AV van de kaslucht snel gelijk worden aan het AV van de buitenlucht. Kaslucht uitwisselen met buitenlucht zal dus weinig of geen vocht meer afvoeren. Wat op het eerste gezicht heel logisch lijkt, blijkt dus toch niet optimaal te zijn. Wanneer de kastemperatuur gelijk wordt aan de buitentemperatuur heeft luchten steeds minder effect. Het ‘schoorsteeneffect’ dat de uitwisseling stimuleert, wordt daarmee opgeheven. En de vochtbeheersing wordt ook sterk bemoeilijkt. Vaak moet dan worden bij gestookt om overmatig vocht alsnog kwijt te raken. Door de kastemperatuur geleidelijk te laten afnemen met beperkt luchten wordt het beheersen van het kasklimaat bevorderd. Bovendien kan dan langer worden geprofiteerd van de energie die door de zon gratis is geleverd.” Omslag in denken De centrale boodschap die Voogt en Geelen willen overbrengen is dan ook helder: door je te verdiepen in de natuurkunde en plantfysiologie kun je met bestaande middelen anders te gebruiken als teler flinke stappen maken. “Wel vraagt dat om een andere manier van denken die voor veel mensen niet logisch is. Neem bijvoorbeeld scherming. Voor telers is dat synoniem voor vocht oppotten. Het is dan lastig uit te leggen dat je met schermen juist meer vocht kunt afvoeren. Veel groeistoornissen worden geweten aan een hoge luchtvochtigheid, terwijl ze juist worden veroorzaakt door uitstraling, dat met een dicht scherm kan worden voorkomen. Waar voorlichters dus veelal reageren met het advies om minder te schermen, zeggen wij dat er juist te weinig is geschermd. Het geeft nogmaals aan dat een omslag in denken nodig is. Niet alleen bij telers, maar ook bij adviseurs en toeleveranciers. Met de kennis die wij kunnen bieden en de snel toenemende positieve ervaringen van telers zijn er feitelijk geen argumenten meer om niet mee te gaan in deze nieuwe manier van telen.”
De winter staat voor de deur. Dat betekent lange nachten en veel schermuren. Ook overdag is de instraling laag. De energie die nodig is voor de gewasverdamping zal in deze periode dus hoofdzakelijk via convectie uit de kaslucht aangevoerd moeten worden. In HNT termen spreken we dan over natte bol - of convectie - verdamping.
Waar of niet waar?
‘Bij dichte schermen ’s winters is luchtbeweging voor verdamping belangrijker dan vochtdeficit’ Om water te verdampen is energie nodig. De verdamping wordt dus altijd bepaald door de energietoevoer. Bij convectieverdamping is de energietoevoer afhankelijk van het temperatuur verschil tussen het blad en de kaslucht (oC) x de luchtsnelheid (m/s). Bij weinig of geen instraling van de zon of lampen is het blad altijd kouder dan de kaslucht. Omdat het blad zich gedraagt als een natte bol zal het verder kunnen afkoelen naarmate de lucht droger is. Door een toenemend temperatuurverschil zal ook de toestroom van energie toenemen.
In de rubriek ‘Waar of niet waar’ wordt steeds een gangbare ‘vuistregel’ uit de praktijk aan de tand gevoeld door Jan O. Voogt van LetsGrow.com en Peter Geelen van Plantmonitoring.NL. Beiden zijn experts op het gebied van respectievelijk klimaatregelen en plantmonitoring en zijn intensief betrokken bij de ontwikkeling van Het Nieuwe Telen.
Verticaal ventileren Dus hoe droger de kaslucht is, hoe meer het blad kan verdampen. Maar daarvoor moet de lucht wel in beweging blijven. Stilstaande lucht rondom het blad blokkeert de energietoevoer. Op dat moment stopt dus ook de verdamping omdat er geen warmte meer van de kaslucht naar het blad kan stromen. Tegelijk zal het vochtdeficit rondom de plant afnemen omdat het vocht niet wordt afgevoerd. Ook al is het vochtdeficit in de rest van de kas dan nog zo hoog, zonder luchtbeweging rondom de plant is er dan geen verdamping meer. Verticale vormen van ventileren werken hierbij vaak effectiever dan horizontale. De stelling is dus JUIST.
[49
50]
HTG 2020: energiebesparing kan fors hoger De tomatenproef bij Fresh Valley in Maasbree, onderdeel van het onderzoeksproject High Tech Greenhouse 2020, is bijna een jaar op weg. Tijd om de balans op te maken. Dat het VentilationJetsysteem voor energiebesparing zorgt, werd afgelopen winter al duidelijk. Maar volgens de betrokken onderzoekers en leveranciers zijn fors hogere besparing mogelijk.
Tekst Uko Reinders
In de proef bij Fresh Valley wordt met de VentilationJet van Hint Installatietechniek uit Berkel en Rodenrijs lucht van boven het scherm de kas in gebracht. Onder deze ventilator is de V-FloFan bevestigd, die ervoor zorgt dat de binnenkomende lucht met de kaslucht wordt gemengd en omlaag wordt gebracht tot diep in het gewas. Door de belichting is deze kaslucht opgewarmd, waardoor de buisverwarming lager of zelfs uit kan. Vergeleken met het verbruik in de
referentiekas, leverde dat in februari een energie besparing van 33 procent op. Over het hele jaar gerekend was de energiebesparing 15 procent. In veel maanden werd weinig energie verbruikt waardoor ook weinig bespaard kon worden. “Als de winter strenger was geweest, was de energie besparing groter uitgevallen”, denkt onder zoeker Marcel Raaphorst van Wageningen UR Glastuinbouw. De opbrengst en kwaliteit van de tomaten was volgens teler Bert van den Brand van Fresh Valley gelijk aan de referentie. Energiebesparing is voor Van den Brand niet het hoofddoel van de proefkas op zijn bedrijf. Voor de belichting heeft hij een wkk, waardoor hij over voldoende warmte beschikt. Besparen op warmte is daarom geen issue. De grootste winst van de proef ziet Van den Brand in het betere kasklimaat. Dat wordt verkregen doordat kieren trekken in het scherm tot het verleden behoort. Kieren doet hij nog wel in zijn overige afdelingen. Dat is nodig omdat de lampen de kas anders te veel opwarmen. “Constant wegen we af hoe ver de kieren open moeten”, zegt de teler. “Kieren we te weinig, dan wordt het te vochtig en ontstaan ‘broeikoppen’ in het gewas. Maar ander zijds zorgen kieren door de kouval voor koude koppen. Dat is ook niet goed. En voor temperatuur verschillen in de kas waardoor condensatie kan ontstaan. Dankzij de verticale ventilatoren komen al deze problemen in de proefkas niet meer voor. De ventilatoren koelen de kas goed. We hebben geen broeikoppen gezien”, aldus Van den Brand. Lagere buistemperatuur Om op safe te spelen hield Van den Brand de buisverwarming in de proefkas meestal aan, maar wel met een lagere temperatuur dan in de kassen zonder VentilationJet. “Normaal staat ’s nachts de buisverwarming op 40oC. Dat is nodig om de onderste delen van het gewas, waar de vruchten hangen, niet te koud te laten worden. Dat zou niet goed zijn voor de afrijping. Ook kan er condensatie optreden, wat ziektes in de hand werkt. Zonder buisverwarming wordt het temperatuurverschil
‘Een low-budget oplossing om energie te besparen’
tussen onder- en bovenin de kas 3oC. Met de buis erbij op 40oC wordt dat verschil teruggebracht naar 2oC. Ook de V-FloFans helpen om het temperatuurverschil te verkleinen. In eerste instantie hielden we een buisverwarming van 35oC aan. Maar gevoelsmatig leek dat een te lage temperatuur en zijn we naar 38oC gegaan. Dat is nog steeds lager dan de oorspronkelijke 40oC en zorgt voor de energiebesparing”, aldus Van den Brand. Ondanks zijn bedenkingen heeft Bert van den Brand de buis verwarming op verzoek van de onderzoekers toch een aantal weken uitgezet. Zijn vrees dat dan het gewas onderin te koud zou worden kwam niet uit. De door de lampen opgewarmde lucht die met de ventilator omlaag werd gebracht, kon het gewas ook onderin voldoende opwarmen. Ook voor Raaphorst was dat een eyeopener. “Ik had niet verwacht dat het in de winter mogelijk was om de buisverwarming uit te laten.” Meer energiewinst
V.l.n.r. Ton Habra ken (Svensson), Guus Vostermans (Vostermans Ventilation), Bert van den Brand (Fresh Valley), Wouter Verkerke (Wageningen UR Glastuinbouw), Marcel Raaphorst (Wagenining UR Glastuinbouw), Jan Voogt (Hoogen doorn) en Henk van de Meer (Hint)
Hoewel het voor Van den Brand niet echt nodig is om meer op warmte te besparen, kan dat voor andere telers natuurlijk wel het geval zijn. Als ze dan kiezen voor een VentilationJetsysteem kunnen ze veel meer energiewinst behalen dan bij de proef bij Fresh Valley werd gerealiseerd. Daar zijn de onderzoekers en leveranciers het roerend over eens. Volgens Jan Voogt van Hoogendoorn is meer besparing mogelijk als telers met Het Nieuwe Telen (HNT) het klimaat verder optimaliseren. “Doe je dat op een slimme manier, dan bespaar je automatisch energie. Sommige telers denken dat de energiebesparing bij HNT ten koste gaat van de teelt. Maar dat klopt niet”, zegt Voogt, die ook cursussen over HNT geeft. “Het uitgangspunt bij HNT is om het klimaat in de donkere periode vooral te sturen op basis van de verdamping van de plant. Een bepaalde verdamping is nodig zodat de plant een de benodigde hoeveelheid nutriënten, met name Calcium kan opnemen. Hoeveel dat precies is, wordt nu bij Wageningen UR Glastuinbouw onderzocht. Wat we al wel weten is dat bij verdamping ‘s nachts onder een gesloten
[51
scherm iets meer dan 10 gram per m2/uur vocht ruim voldoende is voor de nutriëntenopname. Maar in de praktijk is dat vaak twee tot drie keer zo hoog. Dat kost extra energie voor warmte en vochtafvoer Die kan bespaard worden. Het voordeel van het VentilationJet-systeem is dat je de verdamping kunt sturen.”
52]
De meeste telers regelen het klimaat nu nog op basis van het vochtdeficit en temperatuur. Telers willen geen risico lopen op condens en houden daarom een RV-grens van 85 tot 87 procent aan. Dat is ook nodig, omdat door het kieren grote temperatuurverschillen kunnen ontstaan. In het systeem met de VentilationJet zijn die verschillen een stuk kleiner. “Als je belicht, kunnen bij koud weer temperatuurverschillen in de kas ontstaan. Maar als je die verschillen door goede isolatie kun beperken, is het goed mogelijk een hogere RV aan te houden, wat ook voor energiebesparing zorgt. Met de VentilationJet levert een RV van 90 of 93 procent geen problemen op”, zegt Raaphorst. Van den Brand is voorzichtig met vocht en houdt vast aan een maximale RV van 85 tot 87 procent. En net als in zijn ander kassen stuurt hij op vocht deficit en temperatuur. “De VentilationJet gaat proportioneel aan, als het van 0,1 tot 0,5 ºC te warm wordt of als het vochtdeficit van 2,5 naar 2 gram per m3 gaat.” Twee schermen Een andere manier om meer energie te besparen is door twee schermen boven elkaar te installeren. In de proefkas bij Fresh Valley was dat niet mogelijk vanwege de geringe hoogte. Gekozen is voor een Obscura lichtafschermingsdoek en een transparant
Luxous-energiescherm op hetzelfde dradenbed, wat betekent dat ze niet tegelijkertijd gesloten kunnen worden. Zou dat wel kunnen, dan zal dat uiteraard tot een betere isolerende werking leiden. In de proef wordt het transparante energiescherm dichtgetrokken direct nadat het lichtafschermings doek ‘s morgens opengaat. Zonder transparant scherm komt de koude lucht van boven het scherm de kas in, wat de planten niet prettig vinden. Later in de morgen als de bovenlucht is opgewarmd gaat het transparante scherm weer open. Desgevraagd kunnen zowel Van den Brand als de onderzoekers en leveranciers geen nadelen noemen van het VentilationJet-systeem. De licht onderschepping wordt nog wel genoemd, maar dat effect is volgens hen te verwaarlozen. Van den Brand is zo enthousiast dat hij het VentilationJetsysteem binnenkort in zijn 2,7 ha kas in Uden laat installeren. En hij heeft plannen om dat volgend jaar ook op zijn hele bedrijf in Venlo te doen. Volgens de toeleveranciers is er ook veel belangstelling van andere telers. Vooral om het systeem in een bestaande kas in te bouwen, waarvoor het ook bedoeld is. Maar de ventilatoren zijn ook al besteld voor een nieuwe kas. “Het is een low-budget oplossing om energie te besparen en het klimaat te verbeteren, dat bovendien gemakkelijk in bestaande kassen kan worden geïnstalleerd”, zegt Guus Vostermans van Vostermans Ventilation. “In deze tijden is dat voor veel telers een aantrekkelijk optie.”
Op www.htg2020.nl is meer informatie te vinden over High Tech Greenhouse 2020. Het Duitsland-Nederland Interreg IVa project High Tech Greenhouse 2020 wordt mede mogelijk gemaakt door:
Column
Evolutie Het is lastig te bepalen wat je nog tot je moet nemen in een maatschappij met een overvloed aan informatie. De vraag is wat doe je er allemaal mee? Volgens Darwin zal de ‘survival of the fittest’ er voor zorgen dat wie hier niet mee om kan gaan, vanzelf uitsterft. Dit oude gedachtegoed heeft een groot deel van de westerse wereld overgenomen en is de basis van veel stromingen in wetenschap, filosofie en economie. Het zorgt ervoor dat we groei, verandering en vooruitgang als de natuurlijke weg beschouwen en onze eigen talenten als middelen om je eigen route over dit pad te nemen. Zo beschouwt, neemt alles toe, de wereldbevolking, kennis, welvaart, ons eigen geluk. In de VS is dit denken het verst doorgevoerd. Vooral in de vorm die Ayn Rand eraan gaf in haar beroemde boek ‘Atlas Shrugged’. Dit boek is een ode aan het egoïsme. Het geeft er een bijzondere betekenis aan; namelijk dat ieder mens handelt uit weloverwogen eigenbelang en dat daarmee de samenleving vorm krijgt. Dat wordt ook bewerkstelligd door de talenten in die samenleving die ervoor zorgen dat zaken in beweging komen tijdens het nastreven van hun eigen belangen en ideeën, aldus Rand. Maar wat doet dit alles er toe in onze tuinbouw wereld? Nou…’Weloverwogen eigenbelang’ is ons niet vreemd. Zo zijn de eerste coöperaties in de tuin bouw ontstaan. Kwekers waren te klein om serieus
Erik Persoon Erik Persoon is een van de eigenaren van Kwekerij Zwethlande, dat ficussen produceert in Honselersdijk. Sinds dit jaar is Persoon bestuurslid van de telers vereniging Tuinbouw Techniek Ontwikkeling (TTO), een innovatieclub van telers met als doel gezamenlijk (teelt) technische innovatieprojecten ter hand te nemen. zaken te doen en gingen dat samen organiseren in coöperaties. Belangrijkste reden: er zelf beter van worden. Belangrijkste talent: leren samenwerken en communiceren om met elkaar tot besluiten te komen. Hierop werden we tientallen jaren geselecteerd. Bijeffect: kwekers konden zich volledig concentreren op het kweken en hoefden geen talent voor andere eigenschappen van het ondernemerschap te ont wikkelen. Groei is de tuinbouw ook niet vreemd. Dit was tientallen jaren onze norm. Vanaf 2008 kennen we grenzen aan groei. Een financiële crisis gevolgd door een economische, sterk afgenomen consumentenvertrouwen en een stabiliserende bevolkingsomvang in de EU zetten de prijzen van onze producten onder druk en een nieuw evenwicht tussen vraag en aanbod is nodig. Wat betekent dit voor de talenten van onze ondernemers? Hoe zullen de survivors het overleven? Er is meer nodig dan goed kunnen telen of kweken. Marktgericht, kostenbewust, met aandacht voor mens en milieu maar vooral met veel kennis van zaken. Het wordt er niet eenvoudiger op, wel zeer interessant en een wellicht makkelijker voor de nieuwe generatie ondernemers die eraan komt, gewend als ze zijn aan 24-7 input en multi tasking. En wie zich niet aanpast? Die wordt als de haai, die is al 3 miljoen jaar hetzelfde. Benieuwd wat Darwin daar van vond…
[53
54]
NethWork: een cluster dat (samen) wérkt ’Think Orange, Grow Green’ of met andere woorden: Nederlandse groene tuinbouwinnovatie. Veranderen in plaats van verbeteren. Dat zijn de drijvende gedachtes achter NethWork, een cluster dat momenteel bestaat uit 17 vooruitstrevende en volledig complementaire organisaties. Doel: het initiëren en implementeren van projecten in Midden-Amerika die een duurzaam verschil maken.
Midden-Amerika is het startpunt van NethWork. Een opkomende tuinbouwmarkt waar de mondiale veredelaars en vermeerderaars al zo’n 30 jaar geleden hun weg wisten te vinden. DNA Green Group, Ball Seeds, BeJo, Monsanto, Syngenta, Kientzler en HFT (spin off van De Ruiter Seeds) zijn gerenommeerde producenten van uitgangsmateriaal met kwekerijen in Nicaragua, Guatemala, El Salvador en Costa Rica. De
teelt van groene kamerplanten en snijgroen gaat ook een jaar of 40 terug in de tijd en is nog steeds dominant in de wereld. In opkomst is echter de bedekte teelt van groenten, bloemen en (bloeiende) potplanten. De geografische positie van Midden-Amerika is uniek. Maak de wereld plat en geen enkele regio in de wereld heeft zo gemakkelijk toegang via zeetransport tot Europa (2 weken), Noord Amerika (2-4 dagen, Miami) en Azië (ongeveer 3 weken). Dit gekoppeld aan de ligging ten opzichte van de evenaar en de aantrekkelijke (loon)kosten, maken de regio interessant voor intensieve tuinbouw. Vandaar dus dat NethWork juist daar van start is gegaan in maart 2012. Met een beperkt budget, maar met grote ambitie. “We wilden bottom up werken, met zoveel mogelijk commitment (geld en vooral ook tijd) van de leden en huren externe expertise in waar nodig. En met heldere afspraken. Eentje daarvan is dat iedereen vetorecht heeft in geval van potentiele nieuwe leden. Nee gaat voor ja. Geen concurrentie onderling”, licht Ed Smit van Ideavelop toe. Ideavelop is naast lid van NethWork ook de coördinator van het cluster. Journey2Sustainability Een cluster met de ambitie om veranderen te laten prevaleren boven verbeteren, begint bij de basis, zo meent Smit. Die basis heeft bij NethWork drie hoekstenen: communicatie, kennis delen en laten zien wat we kunnen. Imagro, communicatieexpert en relatieve outsider in de tuinbouw, ontwierp een eigentijdse huisstijl inclusief website en trailer. “Daarnaast opende NethWork in april van dit jaar samen met Guatemalteekse partner
Palki uit Guatemala werd op alle niveau’s omhoog getrokken
Over NethWork NethWork (www.nethwork.info) bestaat momenteel uit Aweta, Best Fresh Group, Celtic, Formflex Metazet, GreenQ, Ideavelop, Javo, JConnecta, HAS Hogeschool, Koppert Biological Systems, Luiten, Lutgo Global, Modiform, Priva, Van Dongen & Heerschap, Van der Heide Foliekassen en de Van der Knaap Groep. Ideavelop is naast lid van NethWork tevens de coördinator van het cluster. Ideavelop heeft haar hoofd vestiging in Costa Rica. In de personen van Ed Smit en Renée Snijders, en is in Nederland vertegenwoordigd door Jos Leeters. NethWork wordt tot maart 2015 mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning vanuit het 2g@there programma van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Palki S.A. ‘Journey2Sustainability’ (www.journey2sustainability.com) om zo te laten zien waar we als cluster toe in staat zijn”, zegt Smit. Palki staat al jaren bekend als de meest duurzame en innovatieve teler van potplanten in Midden-Amerika. “Palki hebben we op alle niveaus verder omhoog getrokken. Energie, water, afvalstromen, compostering, sociale aspecten, het hele bedrijf is verbeterd door gebruik te maken
[55
Nieuwe rassen voor succesvol ondernemen!
Laat de beste tuinbouwadviseurs een jaar lang voor u werken voor € 29,50! Veredeling en vermeerdering Snijheesters - Vaste planten KAS Magazine - KAS Techniek - HortiBiz GroenteNet.nl - SierteeltNet.nl TuinbouwTV.nl - TuinbouwJobs.nl - TuinbouwMarktplaats.nl
Oostermiddenmeerweg 31 1771 RR Wieringerwerf Tel: 0227 555 329 - 06 53 310 463
[email protected] www. verheijenplants.nl
Beter Betrouwbaar Betaalbaar kgsystems.nl -
[email protected] - kggreenhouses.nl -
[email protected] - T. 010 - 521 2644 - Twitter: @kg_systems, @kg_greenhouses
Smit. Nu het einde van de driejarige subsidie periode in zicht is, ligt NethWork 2.0 op de teken tafel en zal dit in 2015 formeel van start gaan. “Onze stip aan de horizon is inmiddels duidelijk. Het inzichtelijk maken van duurzaamheid. Want dat we ook de consument op gaan zoeken, is eigenlijk vanaf de opening van ons pilotproject ‘Journey 2 Sustainability’ (J2S) een feit.”
Nethwork Managers training NethWork heeft in 2013 en in 2014 tien toonaangevende tuinbouwmanagers uit Midden-Amerika geselecteerd die middels een intensieve training van drie weken kennis hebben gemaakt met de NethWork-leden en met ‘Nederland Tuinbouwland’. Tijdens deze trainingen heeft elke deelnemer zijn of haar eigen business case uitgewerkt. Doel van deze trainingen is het oplossen van praktische bedrijfs problemen middels het in contact komen met Nederlandse (NethWork) lever anciers van kennis en technologie. Als spin off van dit programma zet NethWork lokale studieclubs en digitale platforms op die het uitwisselen van kennis verder bevorderen.
v an de gezamenlijke kennis en technologie van 17 Nederlandse topbedrijven. Het resultaat is op 25 april 2014 geopend. Een project wat moet worden gezien als een allereerste stap op onze gezamenlijke ‘Journey 2 Sustainability’.” NethWork en Palki willen de Midden-Amerikaanse gemeenschap en de ketenpartners zo laten zien dat het mogelijk is planten te maken op een maximaal duurzame manier en daarmee geld te verdienen zonder de behoeften en omstandigheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen. “Daarnaast worden Midden-Amerikaanse tuinbouwmanagers in de regio, maar ook in Nederland getraind zodat zij met eigen ogen kunnen zien door welke veranderingen hun bedrijven verbeterd kunnen worden”, vervolgt
Serie verhalen in KAS Het komende jaar zal NethWork daar nog veel meer over vertellen in een serie verhalen in de uitgaves van KAS. “Tuinbouw moet transparanter en daar gaan we graag in mee. Ons ontwikkelingsproces zullen we delen met tuinbouwprofessionals in KAS. Onze afwegingen, beslissingen, maar ook twijfels. We gaan echt met de billen bloot in 2015”, aldus Smit. “In de volgende editie vertellen we meer over J2S als basis voor onze reis naar die stip aan de horizon.”
Ed Smit van Ideavelop
Handelsmissie Guatemala Van 10 tot 13 maart organiseert NethWork een handelsmissie naar Guatemala rondom de tweejaarlijkse beurs Agritrade. Producenten van kasgroenten en bloemen kunnen deelnemen aan deze missie. Voor meer informatie omtrent het programma en de kosten kan direct contact worden gezocht met Edwin Smit (ed@nethwork. info of tel. 00506 88418125) of Renee Snijders (
[email protected] of tel 00506 70280897).
[57
58]
Noviteiten en ontwikkelingen In het kader van ‘Uitgelicht Besparen op energie’ in deze editie ook aandacht voor noviteiten en ontwikkelingen op dat vlak. De redactie van KAS Techniek maakte een selectie van veelbelovende producten en opvallend nieuws.
Tekst Jacco Strating & Ellis Langen
Noviteiten en ontwikkelingen
Praktische en betaalbare oplossing voor energiezuinig telen Het kasdek van de 2SaveEnergy kas is het eerste kasdek dat een hoge isolatiewaarde én hoge licht transmissie op betaalbare wijze combineert. Het kasdek bestaat uit een buitenste laag van helder glas met een tweezijdige AR coating en een onderste laag van diffuse F-CLEAN film, met daartussen een ventileer bare spouw. Dit isoleert bijna even goed als meervoudig gecoat dubbel glas, maar is een stuk lichter en voordeliger te realiseren. Het 2SaveEnergy concept is ontwikkeld door een consortium van bedrijven bestaande uit VDH Folie kassen, Van der Valk Systemen, Boal Systemen, en folie fabrikant AGC in samenwerking met onderzoeksinstelling Wageningen UR Glastuinbouw. De hoge isolatiewaarde van het dek vloeit voort uit de spouw tussen glas en het F-CLEAN film. Deze hoogtransparante film behoudt zijn anticondenswerking tenminste tien jaar. Vanaf een grote rol wordt de film, aan weerszijden voorzien van geïntegreerde strips, in één werkgang over de hele kaplengte onder de dekroeden doorgetrokken. De profielen zijn uitgerust met geleidingssleuven, die de film goed op zijn plaats houden, direct onder de dekroeden. Hierdoor ontstaat een spouw van ongeveer 5 cm. Een bijzonder kenmerk van 2SaveEnergy is de spouwventilatie met kaslucht. Hiermee kan het dek sneeuw en ijsvrij worden gehouden. Om ventilatie mogelijk te maken hebben de goten openingen naar de spouw. Hierop kunnen kleine ventilatoren worden
aangesloten. Via sleuven in het kalf, die bij een minimale kierstand van het luchtraam worden geopend, wordt de lucht weer terug de kas ingeblazen. 2SaveEnergy is een nieuw concept. Op het terrein van Wageningen UR is daarom een proefkas gebouwd. Sinds oktober worden hierin komkommers geteeld volgens de uitgangspunten van ‘Het Nieuwe Telen’. In een later stadium wordt het kasconcept getest met een tomatenteelt. De eerste test resultaten op het gebied van lichttransmissie, productie capaciteit en energiebesparing zijn veelbelovend.
Energiebesparen en optimaal kasklimaat hand in hand Er was een tijd dat energiebesparen de vijand was van een optimaal groeiklimaat. Energiebesparen leidde immers tot te veel vocht, verlaagde de buis temperatuur te veel én ging vaak gepaard met licht verlies. Energieschermen hadden hierdoor en negatief imago. Die tijd ligt achter ons. Energieschermen worden in vrijwel alle teelten toegepast. Ook is door onderzoek en praktijkervaringen vastgesteld dat een scherm, mits van het juiste type en mits goed toegepast, veel energie bespaart en daarnaast ook helpt het groeiklimaat te verbeteren. Het Nieuwe Telen heeft tot veel nieuwe inzichten geleid en heeft sterk grens verleggend gewerkt. Tuinders leerden hierdoor om de schermen veel meer uren te gebruiken zonder nadelige effecten op de teelt. Nieuw daarbij is dat steeds meer
[59
groentetelers investeren in een tweede beweegbare energiescherm. Bij veel paprikatelers is dit al gemeengoed. Ook in de aubergine- en komkommerteelt is hiervan steeds vaker sprake. Dit wordt ondersteund door proeven op het Improvement Centre in Bleiswijk en door groepen tuinders die de handen ineen slaan, zoals bijvoorbeeld op het auberginebedrijf van GreenBrothers in Zevenbergen waar een succesvolle proef heeft plaatsgevonden met een dubbel beweegbaar scherm. Daarnaast volgen ook de tomaten telers deze ontwikkeling met grote belangstelling en zien dit als alternatief voor één beweegbaar scherm plus een vast folie. Uit proeven op het Improvement Centre dit jaar bleek dat dit tot 3,5 m3 gas extra energiebesparing leidde met een meer dan tevreden gewasontwikkeling. Svensson draagt bij door in proeven te participeren en door blijvend doeken te ontwikkelen met een maximale lichttransmissie, een optimale opvouwbaarheid en een zo hoog mogelijke energiebesparing. De LUXOUS schermen van Svensson zijn hiervan het duidelijke voorbeeld.
‘Club van 100’ houdt onderzoek op gang 60]
Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk en 25 toe leveranciers in de glastuinbouw hebben gisteren de ‘Club van 100’ opgericht. Die moet ervoor zorgen dat het strategisch toegepast onderzoek in de Nederlandse glastuinbouw niet stokt vanwege de crisis en het wegvallen van het Productschap Tuinbouw. De 25 tuinbouwtoeleveranciers zetten gisteren hun hand tekening voor lidmaatschap aan de ‘Club van 100’ dat per 1 januari 2015 ingaat. De leden hebben voor twee jaar vastgelegd dat zij elk jaar 15.000 euro besteden aan onderzoek. De helft van dit bedrag kan de toeleverancier vrij besteden bij Wageningen UR Glastuinbouw; het lid krijgt daar jaarlijks advies en kennis voor terug in de vorm van 50 uren te besteden bij het onderzoeksinstituut. De andere helft van het bedrag komt in één grote pot van de ‘Club van 100’ en daarvan bepalen de leden met elkaar aan welk toegepast strategisch onderzoek bij Wageningen UR Glastuinbouw dit zal worden besteed. Toegepast strategisch onderzoek is onderzoek met een tijdshorizon van 5 tot 10 jaar voor introductie in de praktijk. Begin januari komt de groep bij elkaar en bediscussieerd wat de thema’s moeten worden voor dit onderzoek. Er wordt bij deze onderzoeken gekeken of ook de overheid en/of de EU kunnen mee betalen aan deze onderzoeken. Tot de ‘Club van 100’ behoren tot nu toe de volgende 25 bedrijven: Anthura, Hoogendoorn, het Innovatiefonds van Rabobank Westland en Rabobank Zuid-Holland plus een aantal lokale
tuinbouwbanken, Ocap, WPK Van der Lugt, Cultilene, Bayer Crop Science, Groen Agro Control, P&B Techniek, De Ridder/Hortimax, VB Group, Biobest, Sion, Beekenkamp Groep, Priva, Koppert Biological Systems, Florensis, Royal Brinkman, Ludvig Svensson, Horticoop, BVB Substrates, Elektravon-Haket, Oerlemans Plastics en Westland Infra. Het is de bedoeling dat eind 2015 de ‘Club van 100’, haar werknaam waarmaakt en dan 100 leden heeft.
Verbeterde VentilationJet in gerberaproef In een proef binnen ‘Het Nieuwe Telen’ met gerbera is het afgelopen jaar ervaring opgedaan met het gebruik van een ventilator, die door de schermen heen droge, koude lucht aanvoert met daaronder een tweede ventilator, die deze lucht mengt met warme kaslucht. Dit VentilationJet-systeem maakte het mogelijk om een groot deel van het jaar twee schermen volledig gesloten te houden. Hoewel daardoor de relatieve vochtigheid gemiddeld steeg naar waarden boven de 90% zijn er geen vochtproblemen opgetreden. Voor de vochtbeheersing
is geen minimumbuis meer ingezet en de warmtevraag is door de veel betere isolatie ook sterk afgenomen. Toch steeg de kastemperatuur, omdat na het sluiten van de verduistering het afkoelen veel langzamer verloopt en bij belichting de temperatuur sneller oploopt. Om die reden is er toch nog vaak een kier getrokken in het scherm. Dit vergroot de kans op botrytis. Traploos regelbaar De oplossing is gezocht in een verhoging van het lucht debiet door het scherm van 4 m3/m2/uur naar 18 m3/m2/ uur. Omdat dit in de winter weer teveel koude lucht naar binnen zou brengen is het toerental van de ventilator trap loos regelbaar gemaakt. Inmiddels zijn twee afdelingen volledig ingericht met VentilationJets, één met de oude versie en één met de nieuwe. De komende herfst en winter moet blijken hoe dat functioneert in vergelijking met een standaardafdeling.
Energiemonitor: daling CO2-emissie zet door De totale CO2-emissie van de glastuinbouw daalt sinds 2010 en ligt in 2013 0,6 Mton af van de met de over heid overeengekomen CO2-emissieruimte voor 2020. De energie-efficiëntie is in 2013 iets verslechterd. Dit blijkt uit de jaarlijkse Energiemonitor Glastuinbouw van LEI Wageningen UR.
citeit) daalde tot 4,9 Mton en zit daarmee 0,9 Mton onder het doel voor 2020. Met reductie van CO2-emissie loopt de glastuinbouw voor op de ontwikkeling in geheel Nederland. In 2013 is de energie-efficiënte verslechterd met één procentpunt. Dit komt doordat de toename van het primair brandstofverbruik (+2%) sterker is toegenomen dan de fysieke productie (+1%), beiden per m2 kas. In 2013 gebruikte de glastuinbouw 56% minder primaire brandstof per eenheid product dan in het basisjaar 1990. Daarmee is de glastuinbouw nog één procentpunt verwijderd van de doelstelling voor energie-efficiëntie in 2020. Als je de periode 2008-2013 uitlicht, is de energie-efficiëntie min of meer stabiel. Duurzame energie
Het aandeel duurzame energie nam in 2013 toe tot 2,9%. Voor de doelstelling van 20% in 2020 zijn nog ruim 17 procentpunten te gaan. Wel is het aandeel duurzame energie dat de glastuinbouw verbruikt de laatste jaren sterker toegenomen dan het aandeel in heel Nederland (4,4%). Duurzame energie omvat aardwarmte (31%) zonnewarmte (25%), biobrandstoffen (19%), inkoop duurzame elektriciteit (12%), inkoop duurzame warmte (11%) en duurzaam gas (1%). De groei zat in 2013 bij aardwarmte en biobrandstoffen.
In 2014 is de Meerjarenafspraak Energietransitie Glas tuinbouw 2014-2020 afgesloten tussen sector en overheid. In dit nieuwe convenant is de totale CO2-emisie centraal komen te staan. De totale CO2-emissie (inclusief verkoop elektriciteit) verminderde in 2013 tot 6,8 Mton, dit is 0,6 Mton meer dan de overeengekomen CO2-emisseiruimte. De CO2-emissie voor de teelt (exclusief verkoop elektri
Mensen maken het verschil! www.hollandcontracting.nl
[61
Tekst Jacco Strating
Wageningen UR Glastuinbouw heeft in Bleiswijk twee open tunnelkassen gebouwd waarin sla op water wordt geteeld. De tunnels beschermen de planten tegen negatieve klimaatinvloeden en zijn voorzien van een dak dat open én dicht kan. Bijzonder is daarnaast dat de kas voorzien is van led-belichting.
Belichte ijsbergsla in tunnelkas op water
62]
De teelt van sla op water is een duurzame teeltwijze waarbij uitspoeling van nutriënten naar de bodem en het grondwater kan worden voorkomen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen sterk kan worden teruggedrongen. Echter, de investeringen zijn dusdanig hoog, dat deze enkel kunnen worden terugverdiend door een verhoging van de opbrengst. Door de teelt te verplaatsen naar een kas die in zijn geheel open kan, kunnen de planten worden
beschermd tegen negatieve klimaatinvloeden. Zo kan aantasting door de schimmel microdochium worden voorkomen door regen buiten te sluiten, kan bevriezing of stormschade worden voorkomen door het dak te sluiten en kan te sterke uitdroging worden voorkomen door wind tijdelijk buiten te sluiten. Daar staat tegenover dat ijsbergsla moeilijk in een kas te telen is wanneer de temperaturen te hoog oplopen. In een proef bij Wageningen UR Glastuinbouw, die onder begeleiding staat van een commissie met
vertegenwoordigers van DutchGrowers, B4Agro, Gipmans, Dry Hydroponics, Formflex en Botany, zal de kas dan ook het grootste deel van het jaar open staan en onverwarmd blijven. Bij vorst hoeft de kas dan alleen maar vorstvrij gehouden te worden. Om in de winter toch door te blijven produceren, ondanks een gebrek aan licht, wordt led-belichting ingezet. Leds zorgen immers wel voor licht, maar produceren minder warmte. Omdat de inzet van belichting hoge kosten met zich meebrengt, is het wellicht zinniger om alleen te streven naar verlenging van het teelt seizoen in voor- en najaar. Daarvoor zijn minder hoge intensiteiten nodig en hoeft er ook minder uren belicht te worden. Bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk staan momenteel twee tunnelkassen waarvan het dek geheel open kan en de gevels opgerold kunnen worden voor zijluchting van elk 250 m2, voorzien van twee verschillende watergeefsystemen, ledbelichting in twee intensiteiten (20 en 80 μmol/m2), verwarming van zowel de kas als het water en een klimaatcomputer. Binnen deze ruimten staan in totaal twaalf vijvers van elk 2,5 bij 7,7 meter en een diepte van 0,25 meter. Elke vijver is een onafhankelijke een heid met eigen circulatiepomp en watervoorraad. In één kas wordt in de helft van de ruimte een teelt systeem ingericht op basis van NFT-goten. Het profiel van deze goten is zodanig dat elke plant vanuit een druppelslang zijn eigen onafhankelijke waterstroom krijgt. Van dit systeem komen er vier onafhankelijke units. Met deze opstelling worden verschillende behandelingen uitgevoerd. Zo worden vier vijvers besmet met Phytophthora, waarvan er één onbehandeld is, één extra wordt belucht met micro bubbels en in twee de bacterie Bacillus subtillis wordt
Tuinen bij
Wageningen UR Glastuinbouw
gedoseerd bij twee verschillende watertemperaturen. Daarnaast worden verschillende beluchtings methodes vergeleken. De vier units met dwarse NFT-units staan onder 20 μmol/m2 belichting en worden qua teeltresultaat vergelijken met de vijvers. De NFT-units worden uitgerust met twee substraten, perspot en agaragar pluggen. Per behandeling zal ook een aantal rassen in minimaal twee plant dichtheden worden onderzocht. Deze zullen worden gekozen in overleg met de betrokken telers. En tot slot zal er zoals aangegeven worden gewerkt met twee lichtintensiteiten met een planting in de winter, het voorjaar en de herfst. Met deze aanpak hopen Wageningen UR Glastuinbouw en de betrokken partijen antwoord te krijgen op drie vragen: Wat is economisch gezien het meest rendabele belichtings systeem?; Wat is de invloed van het feit dat het klimaat in een tunnel beter te sturen is dan buiten?; Hoe kan een goed biosysteem in stand worden gehouden in het watercircuit? De tunnelkassen werden in augustus geplaatst in Bleiswijk en worden op dit moment al getest. De eerste officiële teelt start in januari 2015, waarna opeenvolgende teelten zullen plaatsvinden gedurende het hele jaar. Daarbij zal steeds gelijk worden gestart in alle vijvers en NFT-units. Overigens is goed gekeken naar proeven uit het verleden met tunnelkassen. Toen werd bijvoorbeeld koper- en zinkafdracht gevonden in het water. Later bleek dit te komen door roestvorming bij de metalen delen van de kas. Om die problemen dit keer te voorkomen, zijn alle metalen kasdelen boven de teelt gecoat. “Maar zo zijn er toch altijd weer verrassingen waar je tijdens een proef tegenaan kunt lopen”, besluit Jan Willem de Vries, Teamleider Facilitair Bedrijf in Bleiswijk.
Wageningen UR Glastuinbouw richt zich op innovaties in de glastuinbouwsector. Samen met bedrijfsleven, wetenschap en overheid worden vragen over bedrijfsvoering en teelt geanalyseerd en vertaald in toepassingsgericht onderzoek en innovatietrajecten. Wageningen UR Glastuinbouw heeft vestigingen in zowel Wageningen als in Bleiswijk. [63
Wageningen UR Glastuinbouw
Violierenweg 1, 2665 MV Bleiswijk Tel. + 31 (0) 317 - 485 606
[email protected] www.glastuinbouw.wur.nl
n e t e w e t m o d e o G KAS in 2015 9 keer door de bus
In de volgende KAS De eerstvolgende editie van KAS Techniek verschijnt op 29 januari. Dit nummer zal in het teken staan van belichting en
Dit is alweer de laatste editie van KAS in 2014. Maar in 2015 valt het magazine zoals u gewend bent weer maandelijks door de bus. In totaal ontvangt u KAS 9 keer. KAS Magazine en KAS Techniek zullen elkaar ook in 2015 weer afwisselen en aanvullen. KAS Techniek zal net als dit jaar aan de hand van verschillende thema’s worden ingevuld, terwijl KAS Magazine een vernieuwde inhoudelijke opzet krijgt. Beide edities hebben ook enkele overeenkomstige rubrieken, zoals de rubriek ‘trots’ waarin telers aangeven waarop zij trots zijn. Verder zullen enkele nieuwe columnisten hun intrede doen, terwijl enkele vertrouwde gezichten ook weer terugkeren. Verschijningsdata KAS Techniek verschijnt in de maanden januari, april, juni, september en december. KAS Magazine valt door de bus in de maanden maart, mei, juli en oktober. De juli-editie is zoals ieder jaar de Ranking the Groweruitgave. Benieuwd naar de exacte verschijningsdata, deadlines, abonnementsvormen en mogelijkheden om te adverteren? Neem contact op met uitgever Hans van Renssen via
[email protected] en vraag de documentatie voor 2015 aan.
scherming. Heeft u redactionele suggesties voor deze editie? Neemt u dan contact op via redactie@tuinbouwcommunicatie. nl. Wilt u in deze edities adverteren, neemt u dan contact op via
[email protected].
Ranking the Grower Ook in 2015 zal de verkiezing Ranking the Grower weer worden gehouden. Binnenkort zal het nieuwe thema van de telersverkiezing bekend worden gemaakt. Afgelopen jaar gingen wij op zoek naar de meest inspirerende tuinbouwvrouwen. In 2015 zal het thema breder toegankelijk zijn. Nieuwsgierig naar wie wij op zoek gaan? Houd u dan GroenteNet.nl en SierteeltNet.nl goed in de gaten.
Wist u dat… …volgend jaar twee keer de uitgave KAS Potplanten zal verschijnen, die zich richt op alle potplantenkwekers in Nederland? Dat daarnaast in februari het tweede Tomato Inspiration Event plaatsvindt in Berlijn en de beste tomatentelers daarvoor weer bijeen komen? En dat KAS TuinbouwCommunicatie volgend jaar nog veel meer nieuwe ideeën zal presenteren?
The orchid professionals
®
since 1933
Wij wensen u prettige feestdagen en een voorspoedig 2015
De specialist in uitgangsmateriaal van orchideeën +31 (0)251 20 30 60
www.floricultura.com
2A
We zien u graag op de IPM Ess en 27-30 ja nuari ‘15 Stand 3D 43
Floramite versterkt het Bayer Spint team
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.