. 100 000 energieke
w i j (k )a a n pa k
Mét elkaar energie besparen
Inhoudsopgave
Colofon In opdracht van de provincie Drenthe Grafische verzorging Docucentrum, provincie Drenthe Tekst
Christiaan Teule, Milieu federatie Drenthe Tekstbewerking
Van der Eijk Tekstproducties Fotografie
Milieu federatie Drenthe ZZ vormgeving & opmaak
DO10012904
2
Waarom een nieuwe aanpak? Hoe werkt de wij(k)aanpak? De do’s en don’ts De wij(k)aanpak: stap voor stap Stap 1: Opstellen ambitie- en beslisdocument Stap 2: Uitvoeren twee onderzoeken Stap 3: Mét de wijk het project optuigen Stap 4: Samen de schouders onder de uitvoering Hoeveel kost een wij(k)project?
Voorwoord Drenthe zet de schouders onder energiebesparing. Alle overheden doen mee, onder meer door zelf het energieverbruik fors terug te dringen. De energielat ligt hoog. Neem de forse noordelijke ambities in het 100.000 woningenplan en het Energieakkoord Noord-Nederland. In het Klimaatakkoord hebben we onder meer afgesproken om de energieprestatie coëfficient (EPC) aan te scherpen naar 0,5. Willen we deze ambities bereiken, dan moeten we iedereen stimuleren om mee te doen. Overheden, bedrijven, organisaties én alle inwoners van Drenthe.
Gemeenten spelen een belangrijke rol in het aanjagen en optuigen van besparings-initiatieven. Ambtenaren worstelen vaak met de vraag hoe energiebesparing in de praktijk handen en voeten te geven. Deze brochure beschrijft een nieuwe aanpak: de wij(k)aanpak. Deze aanpak stelt de bewoners in een wijk centraal. Wat willen zij? Waar liggen kansen? De wij(k)aanpak gaat uit van een gedegen onderzoek onder wijkbewoners, -organisaties en lokale bedrijven. De aanpak richt zich niet op afzonderlijke huishoudens, maar op groepen mensen in wijken, buurten of dorpen. De deelnemers kunnen vervolgens mét elkaar aan de slag. Samen een klus klaren, maakt het leuker. Het motiveert en vergroot de kans op succes. De Milieufederatie Drenthe en de provincie Drenthe willen gemeenten en woningcorporaties stimuleren zich nóg meer in te zetten voor energie besparing. Wij denken graag constructief mee. Heeft u vragen, belt u ons gerust. Provincie Drenthe Milieufederatie Drenthe
3
Waarom een nieuwe aanpak? Drentse gemeenten maken al jaren volop werk van energiebesparing. Gemeenten hebben zich ambitieuze energie- en klimaatdoelen gesteld. Assen wil bijvoorbeeld in 2020 4
CO2-neutraal zijn. Dergelijke energieambities vragen een breed draagvlak. Niet alleen van de politiek en het gemeentelijke apparaat, maar ook van de gehele gemeenschap.
Aanbod van producten
Om de inwoners van Drenthe mee te krijgen, lopen binnen gemeenten tal van projecten gericht op energiebesparing. Inwoners worden met subsidies gestimuleerd energiebesparende maatregelen te nemen, brochures vallen door de brievenbussen en energieadviseurs gaan langs de deuren met goede raad en energieboxen. Het aanbod van producten, diensten en projecten is enorm. Gemeenteambtenaren kunnen voor energieprojecten kiezen uit een breed pallet, maar zien vaak door de bomen het bos niet meer. Het ideaal is natuurlijk het gouden energie-ei, oftewel een maatregel die overal en altijd slaagt. Die bestaat niet. De ervaring leert dat met name kleine energieprojecten slagen. Grote, generieke projecten spreken weinig mensen aan. Energieprojecten blijken vooral succesvol als ze dichtbij de mensen blijven, bijvoorbeeld op wijkniveau. Nieuwe aanpak
Deze brochure is geschreven voor gemeenteambtenaren, die energiebesparing bij particulieren willen stimuleren. Ook is het bruikbaar voor woningcorporaties met plannen voor energieprojecten in wijken. Met deze brochure willen wij u een handreiking doen met een nieuwe aanpak, de zogeheten wij(k)aanpak. Deze aanpak draait om het wijgevoel binnen een wijk, vandaar de woordspeling. Binnen de wij(k)aanpak luistert u eerst naar de wensen en onderzoekt u de kansen, voordat u met de uitvoering aan de slag gaat. Een goede voorbereiding maakt duidelijk met welke partijen u het beste om de tafel kunt gaan zitten en welke instrumenten de gemeente bij voorkeur inzet. Vervolgens voert u het wij(k)project samen met de wijk uit.
Legio voordelen
De wij(k)aanpak biedt vele voordelen. Het goed definiëren van de behoefte levert vaak nieuwe inzichten op. Daarnaast zijn de deelnemers meer betrokken, enthousiaster en dragen ze zelf een steentje bij aan de uitvoering van het project. Het versterkt bovendien de sociale cohesie binnen een wijk. De wij(k)aanpak brengt energiebesparing dichtbij de mensen. Het maakt maatwerk mogelijk, dat nauw aansluit op de bestaande behoeften, mogelijkheden en kansen. Kortom: pakken gemeente, wijkbewoners, lokale organisaties en bedrijven mét elkaar de handschoen op, dan creëert dat een grotere kans op succes. Forse opgave
Gezamenlijk de schouder zetten onder energiebesparing is hard nodig. Drenthe staat een golf aan duurzame investeringen te wachten. Op het gebied van energiebesparing staat veel te gebeuren. Neem alleen al het 100.000 woningenplan, dat de noordelijke overheden hebben afgesproken. Eén van de onderdelen is dat de regio van 65 duizend bestaande woningen het energielabel met minstens twee niveaus verlaagt. Een forse opgave, die de nodige inspanning vergt van huiseigenaren.
5
Hoe werkt de wij(k)aanpak? De wij(k)aanpak zet groepen mensen in beweging. Dat kan een wijk zijn, zoals de naam aangeeft, maar ook kleine dorpen of buurtschappen. De aanpak spreekt niet het individu of een huishouden aan, maar een groep 6
mensen die bij elkaar in de buurt leeft. De wij(k)aanpak stimuleert deze groepen om werk te maken van energiebesparing. Goede voorbereiding
Deze brochure pleit voor een goede voorbereiding. De gedegen voorfase is van groot belang om een project te laten slagen. Op de markt zijn diverse instrumenten en communicatiemiddelen verkrijgbaar om buurtbewoners te stimuleren. Welke werkt, hangt af van de wijk. Elke wijk is anders. Zo verschilt het type woningen, het opleidingsniveau en het beschikbare budget van de bewoners. Om de kansen binnen een wijk volop te benutten, is het belangrijk om het project samen met wijkorganisaties, lokale bedrijven en actieve bewoners op poten te zetten. Dankzij hun kennis en enthousiasme sluit een wij(k)project beter aan bij de doelgroep. De wij(k)aanpak doet u mét de wijk. Opzet brochure
Deze brochure bevat een overzichtelijk stappenplan voor het volgen van de wijkaanpak. Grofweg doorloppt u de volgende stappen. Eerst stelt u binnen de gemeente een ambitie- en een beslisdocument op, vervolgens voert u twee onderzoeken uit om een beeld te krijgen van de wensen, behoeften en kansen in de wijk. Daarna gaat u het gesprek aan met de wijkbewoners en -organisaties en gaat u met hen aan de slag. Naast het stappenplan komen in deze brochure deskundigen aan het woord. Zij vertellen in korte citaten over hun ervaringen. In kaders staan ter inspiratie tien projecttips beschreven, die elders succesvol zijn gebleken. Gebaseerd op interviews
De wij(k)aanpak is gestoeld op ervaringen uit eerdere wijkgerichte projecten in Nederland. Sommigen projecten richtten zich op het stimuleren van gedragsverandering, anderen op het investeren in technische maatregelen. Voor het opstellen van de wij(k)aanpak zijn sleutelpersonen en projectleiders geïnterviewd van de volgende projecten:
Leeuwenborg en Groningen in ’t zonnetje, Wijkaanpak Leeuwarden, Meer met Minder, Klimaatstraatfeest, Wonen ++, Teli projecten Collusie, Noordelijke klimaatcompetitie, Wijkaanpak Hengelo, The Bet, Wijkaanpak Enschede, Wijkproject Oss en Advies op maat Groningen. De lessen uit deze projecten leest u in deze brochure terug. 7
(
“Bied als gemeente of woningcorporatie een breed palet aan maatregelen aan. Hoge inkomens hebben meer aan technische maatregelen, lagere inkomens meer aan gedragsmaatregelen. Vorm het aanbod naar je doelgroep.” Linda Steg, adjunct-hoogleraar Omgevingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen
)
Do’s en don’ts Do’s
8
• • • • • • • • • • •
• •
•
Kies voor een gezamenlijke benadering: wij gaan besparen. Stel een gezamenlijk doel: wij gaan samen 5 %, 10% besparen. Betrek er lokale bedrijven, adviseurs en instellingen bij. Breng energiebesparing dichtbij. Kies voor energieadviezen op maat, voorbeelden bij huis en kleinschalige bijeenkomsten. Zorg voor een gedegen motivatieonderzoek alvorens een uitvoeringsplan op te stellen. Zorg ervoor dat de intenties en de mogelijkheden van de bewoners een plek krijgen in de opzet. Zorg tijdens de uitvoering voor voldoende vrijheid om communicatie en aanbiedingen aan te passen. Betrek sleutelpersonen en sleutelorganisaties uit de wijk. Zorg voor een betrouwbare afzender van de ‘boodschap’. Maak gebruik van bestaande producten, zoals ‘Meer met Minder’, SME advies, lokale producenten of Senternovem. Wees niet te ambitieus. In een wijk van driehonderd woningen is het vrijwel niet mogelijk om bij honderd woningen ingrijpende maatregelen te nemen. Wel is het mogelijk om iedereen de gelegenheid te bieden een Energie Prestatie Advies (EPA) uit te laten voeren. Kies als gemeente de rol van facilitator van zowel de communicatie als de energieadviezen op maat. Zorg voor een aantal feedback-momenten. Dat zijn momenten waarop de deelnemers worden geïnformeerd en geconfronteerd met de behaalde resultaten. Communiceer de successen.
Don’ts
• Alleen bedrijven en organisaties van elders inhuren. • Enkel communiceren in algemene termen, en werken met algemene middelen. • Beginnen met een traject zonder duidelijkheid te creëren over de intentie van de doelgroep (investeringen) of de motivatie van de doelgroep (bepalen communicatie). • Het niet betrekken van sleutelpersonen of wijkorganisaties. • Ophouden na afloop van het wij(k)project. • Geen terugmelding geven van behaald resultaat of succesvolle acties. • Het traject helemaal dichttimmeren, en hierdoor kansen laten lopen voor nieuwe zaken en partners in de wijk.
succesvol
De energieparty
project tip (1)
Energiebesparing is een feestje meer dan waard. Dat is het idee achter een energieparty, een activiteit vergelijkbaar met de bekende tupperware-party’s, kinderkleding-party’s en sieradenparty’s. Het gaat om een bijeenkomst van bewoners uit hetzelfde dorp of wijk die tijdens een gezellige avond komen luisteren naar een energiespecialist of ‘energiedokter’. Tijdens de avond leren de deelnemers meerdere energiebesparende tips en producten kennen, en horen ze hoe ze deze het beste kunnen gebruiken. Mogelijk krijgen ze een rondleiding door het huis. Enthousiast komen ze te weten in welke kraan het waterbesparende dopje het meest effect heeft, waar de verborgen energieslurpers zitten, en welke spaarlamp zich het snelste terugverdient. Gezellig, met een kopje thee of glaasje wijn, en een flinke korting op aantrekkelijke producten. Ook zonder aankoop gaan ze geïnspireerd naar huis met concrete tips, waarmee ze energie kunnen besparen.
9
De wij(k)aanpak: stap voor stap Deze brochure bevat een stappenplan voor het volgen van de wij(k) aanpak. Het schema van het stappenplan vindt u achterin deze brochure. 10
STAP 1
Opstellen ambitie- en beslisdocument Product: ambitie- en beslisdocument (1 A4’tje) Kosten: € 0,- of kosten inhuur externe kennis (indicatie: € 500,-) Benodigde uren: 14 uur Periode: 1 maand, afhankelijk van de interne procedures
De eerste stap in het traject is het opstellen van een ambitie- en beslisdocument. In deze documenten staan de randvoorwaarden voor het project. De gemeente moet intern de volgende zes vragen beantwoorden, voordat ze met de wijk in gesprek gaat: 1. Welke wijk kiezen we?
De keuze van een wijk, buurt of dorp is een belangrijke keuze. Waar wil de gemeente aan de slag? En vooral: waarom? Is er een aanleiding? De keuze kan bijvoorbeeld worden gebaseerd op de ouderdom van de woningen, maar ook - zeker bij een eerste project binnen een gemeente - op lopende contacten met actieve bewoners en wijkorganisaties. 2. Hoeveel huishoudens willen we bereiken?
De omvang van het aantal huishoudens hangt nauw samen met het doel van het wij(k)project. Wil een gemeente enkel informatie overbrengen, dan kan dat bij een grotere groep huishoudens. Wil de gemeente dat de huishoudens binnen het project daadwerkelijk gaan investeren, dan lukt dat beter bij een kleinere doelgroep. 3. Richten we ons op huiseigenaren, op huurders of op beide?
Huiseigenaren hebben vaak meer mogelijkheden om te investeren in technische maatregelen dan huurders. Bij huurders ligt een campagne rond gedragsmaatregelen meer voor de hand.
4. Richten we ons op koplopers, op volgers of op beide?
Koplopers zijn meer geneigd om te investeren in energiebesparingsmaatregelen. Zij kunnen dienen als inspiratiebron voor hun directe omgeving, bijvoorbeeld door het organiseren van een ‘open energiehuis’. Nadeel van koplopers is dat ze vaak al maatregelen hebben genomen, zodat bij hen minder kansen liggen voor extra besparingsmogelijkheden. Dat is wel het geval bij de groep ‘volgers’. Deze groep bestaat uit mensen die geïnteresseerd zijn in energiebesparing, maar die nog geen of slechts enkele maatregelen hebben genomen. 5. Focussen we ons op technische maatregelen, op gedragsverandering of op beide?
Deze keuze hangt nauw samen met het woningbezit, maar ook met de beleidsdoelen van de gemeente. De keuze bepaalt grotendeels de uitvoering en de in te zetten middelen, bijvoorbeeld de keuze tussen financieringsinstrumenten en communicatiemiddelen. 6. Gaan we maatregelen subsidiëren of niet?
Financieringsinstrumenten kunnen helpen om bewoners over de streep te trekken. Financieringsconstructies zijn er in vele maten en vormen. Het kan bijvoorbeeld gaan om subsidies, goedkope leningen of hypotheken. De keuze hangt mede af van de opbouw van een wijk – zijn het huiseigenaren of huurders - en de motivatie van de bewoners. Het gaat hier om een inschatting van de motivatie van bewoners, die na het motivatieonderzoek getoetst kan worden. Werk het ambitie- en beslisdocument na interne bespreking uit en vul het aan met besluiten over onder meer de beschikbare financiële ruimte. Maak ook een keuze over de looptijd en of de gemeente de uitvoering in eigen hand houdt of deze extern uitbesteedt. Een externe partij zal in sommige gevallen kunnen helpen. Leg het document voor aan het college en/of de raad, afhankelijk van de ruimte die het energie- en/of klimaatbeleid biedt.
11
(
Sluit aan bij waar mensen behoefte aan hebben: zo min mogelijk rompslomp en zoveel mogelijk ontzorgen. Lotus van Nes, programmamanager Milieudienst Groningen
12
succesvol
Klimaatstraatfeest
project tip (2)
Samen met buurtbewoners energie besparen, dat was het idee achter het Klimaatstraatfeest, een landelijke HIER-campagne in 2009 waarin de Provinciale Milieufederaties een belangrijke rol speelden. Meer dan drieduizend straten deden in Nederland mee. Centraal in de campagne stond de website www.klimaatstraatfeest.nl. Daar konden de deelnemers zich aanmelden, vonden ze tips om energie te besparen en gaven ze hun vorderingen door. De prijzenkast zat boordevol. De vijfhonderd meest actieve straten kregen een straatfeest cadeau. De nummer 1 kreeg zelfs een live optreden van de Volendamse Nick en Simon.
)
STAP 2
Uitvoeren twee onderzoeken Product: motivatieonderzoek (3 A4’tjes) en inventarisatielijst sleutelpersonen en -organisaties (1 A4’tje) Kostenindicatie (bij uitbesteden): € 3.000,- euro Uren gemeente: 8 uur (bij uitbesteden) Periode: 1-2 maand
Nu het ambitie- en beslisdocument op tafel ligt, voert de gemeente twee onderzoeken uit, namelijk een motivatieonderzoek onder de wijkbewoners en een inventarisatie van sleutelpersonen en -organisaties binnen de wijk. Onderzoek 1: Motivatieonderzoek
Zet een breed motivatieonderzoek uit onder de inwoners, dat duidelijk maakt welke kansen er liggen voor energiebesparing. Het motivatieonderzoek bestaat uit het verspreiden van een vragenlijst. Dat kan op papier of per e-mail. Een prijs, een waardebon of een presentje als een spaarlamp, zal het antwoordpercentage sterk verhogen. Stel vragen over onder meer de gewenste vormen van ondersteuning, de mate waarin investeringen kunnen worden genomen, de voorwaarden waaronder de bewoners zullen investeren en hoe ze aankijken tegen energiebesparing. Stel ook vragen over het mediagebruik en welke activiteiten er reeds plaatsvinden in bijvoorbeeld het wijkcentrum. Zorg voor vragen die adressen opleveren van huishoudens die graag mee willen doen. Het is belangrijk deze personen vervolgens nauw bij het project te betrekken. Vragenlijst voor het motivatieonderzoek (voorbeeld)
• In wat voor woning woont u? (vragen naar bouwjaar en gebruik) • Bent u tevreden over uw huidig energieverbruik? • Heeft u reeds energiebesparende maatregelen genomen? Zo ja, welke? • Bent u van plan om energiebesparende maatregelen te nemen? Zo ja, welke zijn reeds gepland en welke overweegt u? Heeft u niets gepland, waarom niet? • Bent u bereid om te investeren in maatregelen? Zo ja, hoeveel ? Wilt u daarvoor wel of geen lening aangaan? • Weet u waar u informatie kunt krijgen over energiebesparing?
13
• • • •
14
• • •
•
Zo ja, van wie wilt u informatie ontvangen over energiebesparing? Van wie wilt u advies over energiebesparing? Van welk informatiemedium maakt u gebruik? Welke activiteiten worden in uw wijk-, wijkcentrum of dorpshuis georganiseerd (tav energiebesparing?)? Welke media leest u? Welk medium (krant, internet, tv, etc) biedt volgens u de meest betrouwbare informatie? Wilt u gebruikmaken van een van de volgende financieringsmaatregelen: lening bij de bank, lening bij de overheid, groene hypotheek of subsidie op het aankoopbedrag? Wilt u actief meewerken aan een energiebesparingcampagne in de wijk? Dat kan bijvoorbeeld door uw woning een keer open te stellen voor advies of bezichtiging van voorbeelden.
(
“Differentieer naar doelgroep. Voer daarom eerst een motivatieonderzoek uit.” Karin Brouwer, adviseur duurzaamheid Van Hall Larenstein training & consultancy
)
Onderzoek 2: Onderzoek naar sleutelpersonen en -organisaties
Uit het motivatieonderzoek volgen reeds enkele sleutelpersonen, die een rol kunnen spelen bij de uitvoering van het project. Het onderzoek naar de sleutelpersonen gebeurt mondeling met lokale partijen als wijkorganisaties, verenigingen voor dorpsbelangen en de wijkambtenaar. Het mondt uit in een lijst met sleutelpersonen en –organisaties, die voor het energieproject van belang kunnen zijn. Uit de twee onderzoeken blijkt hoe hoog de lat gelegd kan worden, welke partijen belangrijk zijn om bij het project te betrekken en welke instrumenten het meest geschikt zijn om in te zetten. Met de onderzoeken en het betrekken van de lokale partijen is de gemeente reeds volop bezig met haar communicatiecampagne. Er wordt immers breed gecommuniceerd en gediscussieerd over energiebesparing bij mensen thuis en in de wijk.
(
“Dé burger bestaat niet.” Lotus van Nes, programmamanager Milieudienst Groningen
) 15
De onderzoeken kan een gemeente zelf uitvoeren of uitbesteden aan derden. Leg de resultaten naast de eerder gestelde ambities, en stel het ambitieniveau zo nodig bij. Hetzelfde geldt voor de gekozen financieringsinstrumenten. Heeft de bijstelling gevolgen voor de doelstelling of de benodigde financiën, informeer dan het college en/of de raad.
(
“Geld scoort hoog. Maar vaker dan men denkt, is de zorg om het milieu dé drijfveer voor energiebesparing. Comfort scoort lager dan motivatie voor het nemen van energiebesparende maatregelen.” Linda Steg, adjunct-hoogleraar Omgevingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen
)
16
STAP 3
Mét de wijk het project optuigen Producten: samenwerkingsovereenkomst, communicatieplan en uitvoeringsplan Uitvoering: uitvoerder i.s.m. gemeente Uren gemeente: 16 uur Kosten: € 2000,- (incl. uren uitvoerder) Periode: 1 maand (inclusief schrijven producten)
Bij deze stap krijgt het wij(k)project vorm. De gemeente trekt de wijk in om samen met bedrijven, bewoners en organisaties het project op te tuigen. Ga in eerste instantie met de geïnventariseerde sleutel personen en -organisaties in gesprek en organiseer bijeenkomsten in de wijk. Grote, massale bijeenkomsten werken daarbij minder goed dan kleinere. Ideaal is een groep van twaalf tot vijftien mensen. Deelnemers zijn dan het meest geneigd om ervaringen uit te wisselen en vragen te stellen. Aan te raden is om de bijeenkomsten te plannen in een buurt- of wijkcentrum. Haak bij voorkeur aan bij groepen die al samenkomen voor een andere activiteit, bijvoorbeeld een vergadering van een vereniging van dorpsbelangen. Laat tijdens de bijeenkomsten de volgende zes vragen aan bod komen: 1 Welk gezamenlijk doel streven we na op het gebied van energie besparing? 2 Wat wordt de rol van sleutelpersonen, -organisaties en -bedrijven? 3 Wat wordt de looptijd van het traject? 4 Hoe geven we de communicatie vorm? 5 Welke vorm van advisering op maat passen we toe? 6 Hoe zorgen we voor de feedback? De antwoorden op deze vragen bepalen het communicatie- en het uitvoeringsplan. De afspraken tussen de gemeente en de deelnemende partijen komen te staan in een samenwerkingsovereenkomst. Maak van de overeenkomst geen officieel contract, maar ga bijvoorbeeld als gemeente een weddenschap aan met een wijk. Inspirerend voorbeeld is de ‘The Bet’, een actie van Jongeren Milieu Actief (JMA), waarbij gemeenten een weddenschap aangingen met scholen.
17
(
“Bundel de krachten van lokale bedrijven, sluit geen bedrijven uit en leg de lat voor deelname laag.” Lotus van Nes, programmamanager Milieudienst Groningen
)
1. Welk gezamenlijk doel streven we na?
Een gezamenlijk doel versterkt het wij(k)gevoel. Een doel creëert een extra motivatie, een speciale drijfveer om als wijk de schouders onder het project te zetten. Nog beter is het als een wijk wordt beloond, als ze het doel halen. Mogelijke doelen zijn het gezamenlijk realiseren van 5% of 10% energiebesparing of het realiseren van een bepaald aantal energieadviezen. Bij het doel hoort een deadline en heldere afspraken over hoe en waarop wordt gemeten. Ook bij het stimuleren van bouwtechnische maatregelen kan een doel ondersteunend werken, al speelt het wij(k)gevoel bij hoge investeringen minder een rol. Dat is wel het geval bij het stimuleren van een gezamenlijke inkoop, bijvoorbeeld van isolatiemateriaal of zonneboilers. succesvol
Wedden in Ljouwert
project tip (3)
Al een aantal jaar gaat de gemeente Leeuwarden weddenschappen aan met buurtbewoners en wijkverenigingen. Daarbij gaat het vaak om energiebesparing, maar ook om afvalpreventie. De wijkbewoners van Heechterp-Schieringen wonnen in 2008 een weddenschap met burgemeester Crone van gemeente Leeuwarden rondom energiebesparing. Veertig huishoudens uit de prachtwijk ontvingen een supermarktbon omdat zij het afgelopen jaar 10% of meer op hun energierekening wisten te besparen.
2. Wat wordt de rol van sleutelpersonen, -organisaties en -bedrijven?
Betrokkenheid vanuit de wijk is cruciaal bij het slagen van een wij(k) project, zo blijkt uit eerdere ervaringen. De geïnventariseerde sleutelpersonen en -organisaties spelen een belangrijke rol in de acceptatie van een projectorganisatie en in het verzenden van de communicatieboodschap.
Belangrijk is om te weten welke rol de sleutelpersonen en de organisaties binnen de communicatie en het project willen innemen. Aantrekkelijke partner voor energieprojecten zijn basis- en middelbare scholen in de wijk. Een tijdige benadering van scholen is van groot belang. Ook het betrekken van lokale bedrijven is aan te bevelen. Ze kunnen zorgen voor advisering, sponsoring van materialen en lokaal draagvlak. Uit de inventarisatielijst van de sleutelpersonen en –organisaties is reeds duidelijk welke bedrijven hiervoor in aanmerking komen. Een mogelijkheid is ook het betrekken van de ‘Meer met minder’organisatie bij het project. Deze organisatie kan zorgen voor EPA-maatwerkadviezen bij particuliere woningbezitters, offertetrajecten en ondersteuning bij financiering. 3. Wat wordt de looptijd van het traject?
Onderdeel van een communicatie- en uitvoeringsplan is het bepalen van het tijdspad. Spreek met elkaar af wanneer de maatregelen worden uitgevoerd en wanneer de metingen en de evaluaties plaatsvinden. De looptijd hangt af van tal van factoren, zoals de doelgroep, het ambitieniveau en de gekozen maatregelen. Wil een gemeente mensen in een wijk verleiden om op natuurlijke momenten te investeren in energiebesparing, dan vergt dat een langjarig communicatieproject. Wil een gemeente snel resultaat boeken, dan biedt een kortdurend project met energieboxen of energieadviezen uitkomst. 4. Hoe geven we de communicatie vorm?
Hoe gaat er gecommuniceerd worden? Via folders die door wijkorganisaties worden verspreid? Via bijeenkomsten? Moet er een speciaal ontworpen website voor een wijk komen? Bepaal tijdens de bijeenkomsten - en met de kennis uit de onderzoeken - de gewenste en meest effectieve communicatievormen. Laat de communicatie bij voorkeur uitvoeren door een lokale partij die dichtbij de inwoners staat. Een wijkorganisatie kan als verzender optreden, maar ook een combinatie van wijkorganisatie met een gemeente, een wijkorganisatie met een woningcorporatie of een wijkorganisatie met een samenwerkingsverband als ‘Drenthe Bespaart’. Drenthe Bespaart is een netwerk bedoeld om de Drentse samenwerking tussen overheden en bedrijven te versterken.
19
Tips
20
• Kies een voor iedereen toegankelijk en centrale plek uit, vanuit waar gecommuniceerd wordt: op de gemeentelijke website, via gemeentepagina, via wijkbladen. • Biedt een communicatiemiddel/platform aan. De informatie kan worden aangeleverd door inwoners. • Maak steeds duidelijk wie de afzender is en wat u verwacht/wilt van de inwoners. • Laat inwoners ook duidelijk maken wat ze verwachten van u en spreek dit uit. • Geef een reëel verwachtingspatroon van de rol van de gemeenten. • Formuleer een centrale boodschap en maak energiebesparen vooral leuk en aantrekkelijk. Voor een wij(k)project kunnen tal van communicatiemiddelen worden ingezet. Denk aan het plaatsen van artikelen in plaatselijk kranten en wijkbladen, het verspreiden van flyers, het versturen van energie besparingsboxen, het organiseren van bijeenkomsten, en het laten rouleren van energiemeters. Een aantal van deze middelen staat elders in deze brochures in kaders beschreven. Zorg er voor dat bij alle communicatie er een duidelijke en centrale afzender is. Een kansrijk middel is het optuigen van een loket, waar bewoners per e-mail of brief vragen kunnen stellen over energiebesparing. Gebruik daarvoor een centraal antwoordnummer van een gemeente of van een deelnemende organisatie. Uiteraard moet één van de deelnemende partijen bereid zijn om de vragen adequaat en snel te beantwoorden. De gemeente kan de vragen ook doorsturen naar organisaties als Milieucentraal, zie www.milieucentraal.nl. 5. Welke vorm van advisering op maat passen we toe?
Het geven van een advies op maat komt bij vrijwel ieder wij(k)project aan bod. Er zijn verschillende manieren om maatwerk te leveren. U kunt commerciële aanbieders inschakelen om EPA-maatwerkadviezen uit te voeren. Een EPA-adviseur beoordeelt niet alleen de (bouw)technische aspecten van een woning, maar neemt ook gedragskanten van bewoners mee. Het is ook mogelijk om in een wijk energiecoaches aan te stellen. Energiecoaches geven laagdrempelig advies over gedrag en makkelijk toepasbare maatregelen. Belangrijk is dat het advies aansluit bij de intenties van de inwoners. Geven inwoners bij het motiviatieonderzoek
aan geen behoefte te hebben aan ingrijpende verbouwingen aan hun huis, dan heeft het stimuleren van grote technische maatregelen geen zin. Een advies aan huis brengt energiebesparing dicht bij de wijkbewoners. Voor bewoners van huurwoningen is het inkopen van een EPA-maatwerkadvies minder effectief. Huurwoningen komen vooral in aanmerking voor laagdrempelige adviezen, gericht op gedragsmaatregelen, en al dan niet vergezeld van een bespaarpakket. Bij huiseigenaren moet het advies, naast gedragsmaatregelen, ook de technische staat van de woning behandelen. Of de adviezen daadwerkelijk opgevolgd worden, hangt van vele zaken af, onder meer van de motivatie van de bewoners en de aangeboden financieringsinstrumenten.
EPA-maatwerkadvies succesvol project tip (4)
Een EPA-maatwerkadvies geeft een woningbezitter inzicht in de bouwtechnische mogelijkheden om energie te besparen en in de kosten en opbrengsten van de maatregelen. Een maatwerkadviseur komt altijd aan huis. Een maatwerkadvies kost zo’n € 300 ,- per woning, hiervan is tot eind 2010 € 200,- via subsidie terug te krijgen.
21
succesvol
Gedragsadvies aan huis
project tip (5,6,7)
Behalve het bouwtechnische advies is ook een advies over gedragsmaatregelen mogelijk. Een dergelijk advies kost € 100,- tot € 200,-. Hiervoor brengt een energieadviseur een bezoek aan huis.
Energiecoach Een energiecoach geeft laagdrempelig advies aan inwoners over gedrag en energiebesparende maatregelen. Energiecoaches moeten worden opgeleid en worden veelal geworven in de wijk of in de plaats waar het project zich afspeelt. In enkele gevallen worden energiecoaches geworven uit langdurig werkzoekenden.
Rouleren energiemeters Een energiemeter laat zien welke apparaten in huis veel of weinig stroom verbruiken. Energiemeters worden tussen het apparaat en het stopcontact geplaatst. Omdat ze vrij prijzig zijn en in principe maar kort worden gebruikt, worden ze bij veel projecten gerouleerd.
6. Hoe zorgen we voor de feedback?
Feedback is het terugkoppelen van resultaten - persoonlijk of collectief - of het geven van adviezen naar aanleiding van behaalde besparingen. Feedback vergroot de kans op succes. Behalve dat het inzicht verschaft in de voortgang, verhoogt het de betrokkenheid van de deelnemers. Spreek met de organisaties en bedrijven af op welke wijze de evaluatie en de terugkoppeling plaatsvindt. Een deelnemend adviesbureau kan bijvoorbeeld geregeld melden hoeveel huishoudens ze hebben geadviseerd. Inwoners kunnen hun energieverbruik bijhouden door het opnemen van de meterstanden. Zogeheten ‘slimme meters’ kunnen in de nabije toekomst wellicht volledig geautomatiseerd feedback geven.
Tot die tijd is terugkoppeling op een andere basis nodig, bijvoorbeeld via vragenlijsten of een meterstandenregistratie. Voer na verloop van tijd een peiling uit in de wijk om te beoordelen hoe de inwoners het project ervaren. Communiceer de feedback met de wijk, bijvoorbeeld via de wijkkrant of tijdens bijeenkomsten. Een eigen website voor het project is mogelijk, maar de ervaringen zijn tot dusver wisselend. Er is veel onderzoek gedaan naar de beste manier om resultaten terug te koppelen. Het vergelijken van de individuele resultaten met het wijkgemiddelde is één van de mogelijkheden. Positief was dat mensen die meer verbruikten dan gemiddeld, hun eigen gedrag aanpasten. Maar mensen die veel minder gebruikten dan gemiddeld, gingen juist meer gebruiken.
succesvol
Energiebespaarboxen
project tip (8)
Diverse gemeenten hebben de afgelopen jaren energiebespaarboxen in hun gemeente verspreid. Meestal bevat een energiebespaarbox producten als radiatorfolie, tochtstrips, een douchemeter, een aantal spaarlampen en kortingsbonnen. Spaarboxen worden vaak gegeven aan gezinnen met lagere inkomens. Dat gebeurde onder meer in het kader van de zogenaamde Teli-projecten (tender energiebesparing lage inkomens). In Drenthe liep bijvoorbeeld het project ‘Slim verbruik=schoon verdiend’, waarbij enkele duizenden energiebespaarboxen zijn uitgedeeld. De huishoudens konden ook een advies aan huis krijgen. De energieadviezen werden gegeven door langdurig werklozen die daarvoor een speciale opleiding kregen. Energiebespaarboxen hebben potentie. Aantrekkelijk waren vooral de maatregelen die ter plekke werden uitgevoerd, zoals het aanbrengen van radiatorfolie en het indraaien van spaarlampen. Bij de meeste projecten is echter niet gekeken naar het vervolggedrag. Ook waren veel projecten niet ingebed in een groter communicatietraject.
23
succesvol
Spaarlampenactie
project tip (9)
Spaarlampen geven langdurig licht voor weinig energie. Daarmee zijn ze beter voor het milieu én voor de portemonnee. In tal van gemeenten voerden scholen of een aantal klassen een spaarlampenactie
24
uit in een wijk. In het kader van een gemeentelijke campagne hield Meppel een spaarlampenwisselrace. De actie was educatief, praktisch én mediageniek. Op www.groenlichtactie.nl staat een mooi voorbeeld van een spaarlampenactie. De gemeente Emmen stuurde alle huishoudens vier gratis spaarlampen. Met de vier spaarlampen besparen bewoners jaarlijks dertig euro op hun energiekosten.
STAP 4
Samen de schouders onder de uitvoering
En dan begint de uitvoering. Eigenlijk startte de uitvoeringsfase al veel eerder, namelijk bij de beslissing om in een bepaalde wijk aan de slag te gaan en bij het uitvoeren van de onderzoeken. Op dat moment was het wij(k)project reeds in volle gang. Er werd immers breed gecommuniceerd met bewoners, wijkorganisaties en bedrijven, en uitvoerig nagedacht over middelen, rollen en communicatie. De duur van de uitvoering en de activiteiten verschillen per project. Een gemeente kan de uitvoering in eigen hand houden of uitbesteden aan derden. In Drenthe zijn een aantal partijen actief die een dergelijk communicatie- en wijktraject kunnen uitvoeren. Denk aan advies- en of communicatiebureaus, SME-advies en de Milieufederatie Drenthe. Blijf bij het aanbesteden van het wij(k)project zelf de uitgangspunten handhaven, namelijk een gezamenlijk doel, advies op maat en feedback. Ook het gezamenlijk optuigen van het wij(k)project en het betrekken van wijkorganisaties en lokale bedrijven zijn belangrijke uitgangspunten bij het verstrekken van een opdracht. De Noordelijke Klimaatcompetitie succesvol project
In het voorjaar van 2006 organiseerden de drie
tip (10)
noordelijke milieufederaties een Klimaatcompetitie tussen drie wijken en dorpen. Het Friese dorp Reduzum, de Drentse wijk Westlaren en het Groningse dorp Warfhuizen gingen de strijd aan. Degene die het meeste energie zou besparen, kreeg - behalve de eer - een geldbedrag voor energiebesparende maatregelen. De spelregels waren simpel: des te meer er werd bespaard, des te meer punten ze verdienden. Om de stand bij te houden, werd geregeld het gasverbruik en het verbruik van elektriciteit genoteerd. Het Friese Reduzum won. Als dank voor hun inzet en de goede prestaties ontvingen alle vijftig deelnemers een energiebesparend cadeau: een pakket met onder meer een ledzaklampje, spaarlampen en standby-killers.
25
Hoeveel kost een wij(k)project?
26
De totale kosten van wij(k)aanpak variëren tussen de € 16.000,- en € 65.000,-. Bij deze berekening is geen rekening gehouden met eventuele cofinanciering door lokale aanbieders en externe subsidies. Aan te raden is vooraf de financiële ruimte te bepalen en daar het traject en de middelen op af te stemmen. Zoek bij voorkeur actief naar cofinanciering, bijvoorbeeld door het inzetten van subsidies voor EPA’s. Het inschakelen van lokale bedrijven en sponsoring kan helpen de kosten te drukken. Indicatie van algemene kosten voorbereidingstraject en basisuitvoering Uren opdrachtgever totaal: 88 uur • Uren gemeente basisstappen: 38 uren/wijk • Projectleiding intern uitvoering: 50 uren Algemene kosten totaal: € 16.000,• Kosten extern (onderzoeken, voorbereiding, schrijven): € 5500,• Projectleiding extern/uitvoering: 60 uur = € 6.000,- per wijk • Specifieke communicatie per wijk: € 2.500,- (via projectuitvoerder) • Organisatie startactie, afsluitende bijeenkomst (samen met sponsors): € 2.000,Indicatieve kosten communicatiemiddelen en communicatie door derden: Totale kosten campagnemiddelen: tussen € 2.500,- en € 50.000,• Bijeenkomst buurtcentra: € 300,- per keer (via uitvoerder) • EPA-maatwerkadvies: € 300,- per woning, hiervan is tot eind 2010 € 200,- via subsidie terug te krijgen • Gedragsadvies per woning: € 100,- tot € 200,- (via lokale adviseur) • Opleiding energiecoach: € 11.000,- voor max. 10 personen (via SME advies) • Bijeenkomst energieparty: € 300,- (via uitvoerder) • Inzet bestaande website/aanpassing per wijk: € 1.500,(bijvoorbeeld Drenthe Bespaart of via website van gemeente) • Inzet nieuwe website (basis module): € 3.500,• Organisatie feedback via vragenlijsten: € 1.500,- (via uitvoerder) • Organisatie feedback via internet: € 4.000,(via uitvoerder of via Drenthe Bespaart) • Meer met Minder aanpak: € 53.550,(540 woningen, zie www.meermetminder.nl) • Inzet tools Senternovem: p.m.
27
. 100 000