Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Raadsmededeling huishouden 1- Notagegevens Notanummer 2016-001024 Datum 06-06-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth. Kolkman
Besluitenlijst [ ]Akkoordstukken
d.d. --
Routing Opdrachtgever programmamanager wethouder
d.d. 08-06-2016 08-06-2016 08-06-2016
Team MOM 2- Bestuursorgaan [X]B & W [X]Raad [ ]Burgemeester College van B & W - Burgemeester - Weth. Hartogh Heys - Weth. Grijsen d.d. 14-06-2016
[X]Openbaar
[ ]adj.secr. [ ]gem.secr. BIS Openbaar Status
14-06-2016 --- Weth. Kolkman - Weth. Rorink
[ ]Besloten
d.d. --
par. --Definitief2016-06-15
Bijlagen B & W d.d.: 14-06-2016 Besloten wordt: 1 De raadsmededeling inzake hulp in het huishouden vast te stellen; 2. de stukken aan te bieden aan de raad; 3 de nota en het besluit openbaar te maken. Financiële aspecten: Financiële gevolgen voor de gemeente? Begrotingswijziging
Nee Nee
Voorstel openbaarmaking conform Wet Openbaarheid Bestuur (Wob) [X] De nota en het besluit openbaar te maken [ ] De nota en het besluit openbaar te maken vergezeld van bijgaand persbericht [ ] De nota en het besluit openbaar te maken nadat [ ] De nota en het besluit openbaar te maken, behalve… [ ] Het besluit openbaar te maken, maar niet de nota, gelet op artikel: [ ] De nota en het besluit niet openbaar te maken, gelet op artikel:
Kennisgeving/ Bekendmaking Awb Kennisgeving (publicatie) conform Awb Bekendmaking conform Awb ADVIESRADEN:
Nee Nee
Moet een van de adviesraden gehoord worden of op de hoogte gesteld?
Nee
Toelichting Inleiding Met de invoering van de nieuwe Wmo in 2015 bestond gaandeweg voor gemeenten onduidelijkheid of zij met hun beleid rondom huishoudelijke verzorging wel aan hun zorgplicht voldeden. Uitspraken van rechtbanken liepen op dit punt uiteen. Volgens de ene uitspraak zijn gemeenten niet verplicht schoonmaakhulp aan hulpbehoevenden te verzorgen en betalen, volgens de andere moet dit wel. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft als hoogste rechter op 18 mei 2016 drie richtinggevende uitspraken gedaan over huishoudelijke hulp onder de nieuwe Wmo 2015. De belangrijkste uitkomst van deze uitspraak is dat huishoudelijke hulp onder de Wmo 2015 valt. Uit de wetsgeschiedenis blijkt niet dat de wetgever heeft willen breken met de Wmo 2007. En evenmin dat de zorg voor het schoon en op orde houden van het huishouden en de zorg voor het kunnen beschikken over schoon beddengoed en schone kleding niet valt onder het voeren van een gestructureerd huishouden als bedoeld in de Wmo 2015. In twee andere zaken is door de CRvB beslist dat de gemeente eerst deugdelijk onderzoek moet doen, in plaats van uit te gaan van het (alleen maar) gestelde financiële kader. Tenslotte heeft de CRvB aangegeven dat een gemeente huishoudelijke hulp mag aanbieden in de vorm van een algemene voorziening. Aanvullend hierop moet een op de persoon afgestemde maatwerkvoorziening worden aangeboden, indien dat nodig is voor de zelfredzaamheid. Rode draad in bovenstaande uitspraken is, dat er sprake moet zijn van onafhankelijk onderzoek en van maatwerk. Dat vraagt om een persoonlijk gesprek met de burger en een luisterend oor van de gemeente. Eerst zullen wij ingaan op de consequenties van de uitspraak van de CRvB voor het huidige beleid, daarna zullen wij aangeven hoe wij denken over de contouren van het toekomstige beleid rondom huishoudelijke hulp. Wij willen met ingang van 1 januari 2017 de huishoudelijk hulp opnieuw vorm en inhoud geven waarbij uiteraard wordt voldaan aan de eerder genoemde richtingevende uitspraken van de CRvB. Beoogd resultaat De raad informeren over de consequenties van de uitspraak van de Centrale Raad van beroep over de huishoudelijke hulp in relatie tot het huidige beleid en het schetsen van de contouren van het nieuwe beleid huishoudelijke hulp na 1 januari 2017. Kader Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Argumenten voor en tegen Hieronder treft u een toelichting aan op het huidige beleid en de contouren van het toekomstige beleid. 1. Huidig beleid huishoudelijke hulp en consequenties Algemene voorziening voor nieuwe clienten vanaf 1 januari 2015 Nieuwe clienten kunnen vanaf 1 januari 2015 een beroep doen op een Algemene voorziening Schoon Huis. De gemeente Deventer kent op dit moment geen maatwerkvoorziening voor nieuwe clienten. De sociale teams zijn de toegang tot deze Algemene voorziening. Zij leveren "maatwerk" in het keukentafelgesprek. Dit blijkt op dit moment ook uit de verstrekte en ingezette uren die nodig zijn voor een schoon en leefbaar huis. Niet alleen het aantal uren maar, ook de periode kan per persoon verschillen. Er wordt dus niet bijvoorbeeld standaard 2 uur per week gedurende een jaar door de sociale teams aan huishoudelijke hulp ingezet. Wel blijkt uit de praktijk dat ongeveer 2 uur ook het aantal uren te zijn dat er geleverd wordt voor een schoon huishouden, gemiddeld over alle cliënten. Dit komt overigens overeen met het landelijke gemiddelde van 2 uur per week. De gemeente verstrekt verder aan deze clienten kortingsbonnen. De hoogte van de kortingsbon is afhankelijk van de hoogte van het inkomen. Boven de 120% van het wettelijk minimum loon wordt minder korting verstrekt. Deze regeling met kortingsbonnen was gebaseerd op Huishoudelijke Hulp Toelage die tot eind 2016 loopt waarbij inkomensgrenzen wel zijn toegestaan. Het inkomen mag echter in de Wmo 2015 geen rol spelen. In het algemeen kan worden gesteld dat clienten niet zijn benadeeld. Clienten met een laag inkomen kunnen een
beroep doen op bijzondere bijstand. Zij worden daar actief op gewezen. Uit oogpunt van rust en continuiteit stellen wij voor om tot 1 januari 2017 de huidige situatie te handhaven. Een belangrijke overweging hierbij is de verwachting dat wij nieuwe of bestaande clienten tot het einde van dit jaar via de bestaande Algemene voorziening kunnen blijven voorzien van adequate huishoudelijke hulp. Mocht in een enkele situatie de Algemene voorziening voor deze groep ontoereikend blijken te zijn dan zullen wij in individuele gevallen alsnog een maatwerkvoorziening beschikbaar stellen. Wij denken dat dit zal meevallen omdat de praktijk tot nu toe heeft uitgewezen dat het aantal verstrekte uren als toereikend wordt ervaren. Maatwerkvoorziening voor bestaande clienten (overgangstermijn 1-1-2015 tot eind 2016) Met de raad is eerder afgesproken de clienten die al onder de vorige Wmo 2007 een maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp ontvingen een overgangstermijn te gunnen van twee jaar (tot eind 2016). Wel is besloten om gelijktijdig over te stappen naar resultaatfinanciering met de zorgaanbieders. Dat betekent dat de inwoner kan rekenen op een schoon en leefbaar huis; niet het aantal uren staat hier centraal, maar het resultaat van een schoon en leefbaar huis. Uit de jurisprudentie en commentaren komt naar voren dat, mits voldaan wordt aan enkele juridische voorwaarden, deze vorm van maatwerkvoorziening is toegestaan. Wel kan de uitspraak van de CRvB tot een discussie leiden of ons beleid de “client voldoende inzicht geeft op welke concrete wijze invulling (concrete hoeveelheid zorg) wordt gegeven aan het bereiken van de resultaten 'een schoon en leefbaar huis' en 'het kunnen beschikken over schone en draagbare kleding'. In elk geval proberen wij dit wel tot uiting te brengen door samen met de client een ondersteuningsplan op te stellen. Per individueel geval is onderzocht hetgeen nodig is. Bovendien heeft de praktijk uitgewezen dat deze methodiek in het (algemeen) toereikend is en vaak overeen komt met het aantal verstrekte uren bij de Algemene voorziening. Wij zien dan ook geen reden om op dit moment en voor de duur van de komende maanden ons beleid op dit punt te herzien. Wel is de uitspraak van de CRvB van invloed op de keuzes voor het toekomstig beleid. Ook voor de bestaande clienten geldt dat bij gewijzigde omstandigheden opnieuw een aanvraag tot aanpassing van de huidige situatie kan worden gedaan. C2. Contouren toekomstig beleid huishoudelijk hulp in 2017 Het aflopen van de overgangsregeling voor de bestaande clienten en de uitspraken van de rechtbanken en van de CRvB zijn de aanleiding om het huidige beleid rondom de huishoudelijk hulp opnieuw in te richten. Op dit moment onderzoeken wij het volgende: • Er komt een Algemene voorziening huishoudelijk hulp zonder inkomensgrenzen. Binnen een bepaalde bandbreedte wordt een aantal uren huishoudelijke hulp beschikbaar gesteld. Gedacht wordt aan maximaal drie uur. Daarbij vindt een lichte toets plaats of kan worden volstaan met deze Algemene voorziening. Daarbij hanteren we als voorwaarde dat, zoals de jurispudentie voorschrijft, deze voorziening door de client financieel gedragen moet kunnen worden. Ook komt er een maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp. De CRvB heeft namelijk aangegeven dat naast een Algemene voorziening altijd een maatwerkvoorziening beschikbaar moet blijven indien dat nodig is voor de zelfredzaamheid. Bij een maatwerkvoorziening komt het onderzoek beter tot zijn recht dan bij een Algemene voorziening. • Van belang is voor welke huishoudelijke taken hulp bij het huishouden wordt toegekend, dus welke huishoudelijke taken moeten worden overgenomen. Dat moet uit onderzoek blijken. Zodra de over te nemen huishoudelijke taken vaststaan, kunnen daaraan uren (of andere tijdseenheid) worden verbonden. Dat betekent dat wij in het onderzoek kijken wat de klant zelf of zijn omgeving kan. Daarbij willen wij ook onderzoeken of wij meer gebruik kunnen maken van de deskundigheid van een ergotherapeut. De praktijk heeft laten zien dat de inzet van deze deskundigen veel dagelijkse problemen ten aanzien van huishoudelijk verzorging kunnen oplossen. Kortom de voorkant van het proces zal nog beter worden ingericht. • De praktijk wijst uit dat discussies met clienten en zorgaanbieders vaak gaan over de inzet van het aantal uren huishoudelijke hulp per week. Wij onderzoeken daarom of wij toch weer kunnen overgaan tot het hanteren van normtijden bij het schoonmaken. Uit de uitspraak van de CRvB blijkt dat deze normtijden wel een objectieve onderbouwing moeten hebben (verantwoord onderzoek of deze normtijden voldoende zijn). Daarover zal overleg worden gevoerd met alle betrokkenen (zorgaanbieders, clientenraden, buurgemeenten, etc.). Door te werken met normtijden is het ook mogelijk de keuzevrijheid van Zorg In Natura en PGB (service) te handhaven. Bij normtijden is het eenvoudiger het tarief voor een PGB te bepalen. Dat ligt moeilijk bij een open begrip als Schoon en Leefbaar huis voor de client zoals dat nu het geval is (deze krijgt dan geen uren, maar een resultaat: schoon en leefbaar huis).
•
•
•
Welke onderdelen vallen wel of niet onder het begrip huishoudelijke hulp en welke kunnen daarvan alsnog worden onder gebracht bij een bestaande of nieuwe Algemene voorziening (bijv. maaltijdvoorziening of boodschappendienst). De rechtspraak is onduidelijk welke onderdelen hier nu precies onder vallen. De gebruikers van de huidige Algemene voorziening zullen in beginsel per 1 januari worden ondergebracht in de nieuwe Algemene voorziening. Deze clienten behouden hun huidige aantal uren; immers met de meeste clienten heeft recent nog een keukentafelgesprek plaatsgevonden. Mocht in een aantal situaties de Algemene voorziening voor deze groep ontoereikend blijken te zijn dan zullen wij in individuele gevallen een maatwerkvoorziening beschikbaar stellen. De huidige maatwerkvoorziening van de bestaande clienten loopt tot en met 31 december 2016. Het is de bedoeling om deze groep clienten om te zetten in de nieuwe maatwerkvoorziening. Deze clienten behouden eveneens hun huidige aantal uren; immers ook hier heeft met de meeste clienten recent nog een keukentafelgesprek plaatsgevonden. Ook hier geldt dat in voorkomende situaties in samenspraak met de client het aantal uren hulp kan worden bijgesteld.
Extern draagvlak (partners) De contouren van het nieuwe beleid zijn besproken met de huidge zorgaanbieders. Financiële consequenties Als de verdere uitwerking heeft plaatsgevonden zullen de financiele concequenties in beeld worden gebracht. Aanpak/uitvoering Naast het onderzoeken van het bovenstaande zullen wij in de komende periode ondermeer het volgende uitwerken: • • •
Voor de nieuwe maatwerkvoorziening zal een aanbesteding moeten plaatsvinden. Het opstellen van een communicatieplan. Een onafhankelijk toetsing of de nieuwe contouren voldoen aan de juridische eisen van de Wmo 2015 en jurispudentie. Dat betekent dat de contouren nog op onderdelen kunnen worden aangepast.
In september zal aan de raad een definitief voorstel worden overlegd.
RAADSMEDEDELING Onderwerp
Raadsmededeling huishouden
Mededelingennr Team
2016-001024 MOM
Portef.houder BenW-besluit d.d.:
Weth. Kolkman 14 juni 2016
1. Inleiding: waarom deze mededeling Om de raad te informeren over de consequenties van de uitspraak van de Centrale Raad van beroep over de huishoudelijke hulp in relatie tot ons huidige beleid en het schetsen van de contouren van het nieuwe beleid huishoudelijke hulp na 1 januari 2017. 2. Kader Uitspraak van de Centrale Raad van beroep Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Gemeentelijke verordening Wmo 2015 3. Kern van de boodschap Het is lang onduidelijk geweest of en in hoeverre gemeenten sinds 2015 verplicht zijn om aan burgers schoonmaakhulp te bieden. Rechters spraken elkaar op dat punt tegen. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft nu als hoogste rechter op 18 mei 2016 helderheid verstrekt. De belangrijkste uitkomst van deze uitspraak is dat huishoudelijke hulp onder de Wmo 2015 valt: De gemeente moet schoonmaakhulp bieden als dat nodig is. Daarvoor mag de gemeente een ‘algemene voorziening’ bieden (een standaard aanbod van een beperkt aantal uren hulp) maar aanvullend moet een op de persoon afgestemde ‘maatwerkvoorziening’ worden geboden, indien dat nodig is voor de zelfredzaamheid. Die noodzaak moet onafhankelijk worden geïndiceerd. 4. Nadere toelichting Eerst informeren wij u over de consequenties van de uitspraak van de CRvB voor het huidige beleid, daarna over hoe wij denken over het beleid rondom huishoudelijke hulp vanaf 2017. 1. Consequenties voor het huidige beleid huishoudelijke hulp Maatwerk Wij zien geen redenen om het beleid per direct aan te passen als gevolg van de uitspraken van de CrvB. Cliënten die al op 1 januari 2015 een voorziening hadden, hebben tot 2017 recht op behoud daarvan. Aan nieuwe cliënten leveren wij maatwerk via het keukentafelgesprek. Daarin bepalen wij of het standaard aanbod afdoende is of dat er meer uren nodig zijn om het afgesproken resultaat; een schoon en leefbaar huis, te bereiken. Wel blijkt uit de praktijk dat ongeveer 2 uur ook het aantal uren is dat nodig is voor een schoon huishouden. Dat is ook het landelijke gemiddelde. Betaalbaar Nu de schoonmaakhulp volgens de CrvB onder de Wmo valt, betekent dat dat de gemeente op grond van de hoogte van het inkomen geen voorziening kan weigeren. Cliënten betalen een eigen bijdrage. Daarvoor ontvangen zij een kortingsbon, waarvan de hoogte afhankelijk is van de hoogte van het inkomen. Die cliënten die ook met gebruik van deze bon de kosten niet kunnen betalen omdat ze een laag inkomen hebben, kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van de resterende eigen bijdrage. Dat doen we met bijzondere bijstand. Zij worden daar actief op gewezen.
2. Contouren toekomstig beleid huishoudelijk hulp in 2017 Het aflopen van de overgangsregeling en de uitspraken van de CRvB zijn aanleiding om het beleid rondom de huishoudelijk hulp aan te passen. Onze voorlopige ideeën daarover zijn de volgende: Algemeen waar mogelijk, maatwerk waar nodig Er komt een Algemene voorziening van maximaal drie uur huishoudelijk hulp, zonder inkomensgrens. Die voorziening is in redelijkheid voor iedereen betaalbaar. Voor wie deze Algemene voorziening niet voldoet om tot een goed resultaat te komen, is een maatwerkvoorziening beschikbaar. Aan de hand van het keukentafelgesprek stellen we vast welke huishoudelijke taken moeten worden overgenomen en hoeveel uur daarvoor nodig is. Ergotherapeut kan helpen Wij kijken goed naar wat de cliënt zelf of met hulp uit zijn omgeving kan. We onderzoeken of wij meer gebruik kunnen maken van de deskundigheid van een ergotherapeut. De praktijk laat zien dat die mensen kan helpen om, ondanks fysieke belemmeringen, toch nog veel huishoudelijke handelingen zelf te kunnen doen. Terug naar normtijden? We gaan bekijken of het beter is om weer te gaan werken met normtijden in plaats van met het resultaat een schoon en leefbaar huis. We gaan daarover in overleg met zorgverleners, cliëntenraad en buurgemeenten. De normtijden moeten volgens de CrvB objectief worden onderbouwd. Bij normtijden is het eenvoudiger het tarief voor een PGB te bepalen. Alle cliënten hebben een adequate voorziening Zowel de cliënten met een overgangsregeling als de na 1 januari 2015 ingestroomde cliënten gaan na 1 januari over naar de algemene voorzieningen huishoudelijke hulp. Zij hebben een adequate voorziening. Er kan een maatwerkvoorziening worden verstrekt als dat bij een herbeoordeling noodzakelijk blijkt voor iemands zelfredzaamheid. Juridisch toetsten Tot zover op hoofdlijnen onze ideeën over het beleid ten aanzien van huishoudelijke hulp vanaf 2017. De komende tijd worden deze ideeën verder uitgewerkt en getoetst aan de juridische kaders. Wie betrekken partijen als de Adviesraad Sociaal Domein Deventer en zorgaanbieders. In september wordt aan uw raad een definitief voorstel voorgelegd. Tot slot: Het FNV is recent een landelijke een actie gestart om haar cliënten op te roepen om bij gemeenten een herzieningsverzoek in te dienen voor het oorspronkelijk aantal uren huishoudelijke hulp. Deze verzoeken nemen wij volgens de gebruikelijke procedure in behandeling.