EURO
EVP-ED
Jaargang 9 nummer 3
14 juni 2003
Berichten uit Europa van de CDA-delegatie
EVP zoekt naar oplossing geschil
Verder in dit blad: • Dubbelinterview Pieter van Geel en Ria Oomen over milieubeleid • Dubbelinterview Maria van der Hoeven en Maria Martens over onderwijs en Europa • Vaccinatie nodig in strijd tegen epidemische dierziekten • Tekort aan werkgelegenheid zorgenkind EU • Portret van CDA Europarlementariër Arie Oostlander • Energie zo voordelig mogelijk • Nederland te laks met omzetting Europese regels • Europees Parlement versterkt met waarnemers uit ‘nieuwe landen’ • Doorbraak in Europees betalingsverkeer
Geen EU-president voor de grote staten Er moet geen EU-president komen en zeker niet één die er vooral zit voor de grote lidstaten. Dat vindt de delegatie van EVP-leden in de Europese Conventie. De Europese christen-democraten zetten in de slotonderhandelingen over het voorzitterschap van de Europese Unie in op een compromis, waarin ook de kleinere lidstaten zich kunnen vinden. Elementen van het huidige roulerend voorzitterschap moeten daarin zijn terug te vinden.
Puntjes op de i
De Europese regeringsleiders willen de week daarna op de halfjaarlijkse top in de Griekse stad Thessaloniki het huiswerk op tafel hebben. De meerderheid van de leden van de Conventie wil dan een consensustekst op tafel hebben, zodat de Europese regeringsleiders, politiek gezien, er moeilijk veranderingen in kan aanbrengen. Toch is het nog onzeker of die limiet echt zal worden gehaald. De afgelopen weken is al veel gepraat over de mogelijkheid om het beoogde derde deel over de taken en bevoegdheden van de Europese Unie pas in juli af te ronden. In dat eerste, zogeheten institutionele, deel van het nieuwe grondwettelijke verdrag zitten de eigenlijke vragen over de verdeling van de macht tussen de instellingen en tussen de Unie en de lidstaten verborgen. En daarover zal dus in ieder geval eind volgende week duidelijkheid moeten zijn. Terwijl er in de Conventie al heel wat is bereikt (zie elders het artikel van conventielid Hanja Maij-Weggen), draait het deze weken om de vraag hoe het voorzitterschap van de ministerraad moet worden geregeld. Nederland heeft samen met een groot aantal kleinere lidstaten ingezet op behoud van het huidige roulerend voorzitterschap. Maar de grote lidstaten willen daarvan af.
De komende week moeten zo mogelijk in een driedaagse slotzitting van de Conventie de puntjes op de i worden gezet.
Het voorstel heeft voor grote verdeeldheid gezorgd binnen de Europese Conventie. Alleen de christen-democratische
Dat staat in de tekst voor de slotonderhandelingen binnen de Conventie, waarover een paar weken geleden is gesproken tijdens een delegatieoverleg in Spanje.
Duizenden mensen hebben naar aanleiding van de Europa-dag op 9 mei het Europees Parlement bezocht en de stand van de EVP-ED fractie. Op 9 mei wordt herdacht dat de Franse Minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman op die datum in 1950 het voorstel deed om de kolen en staalproductie gezamelijk te beheren. Hieruit is de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal ontstaan, de directe voorloper van de Europese Unie zoals wij die vandaag de dag kennen. Meer over de open dag op pagina 2.
Zoals bekend is de Europese Conventie sinds februari vorig jaar bezig een ontwerp te maken voor een nieuwe Europese grondwet. De Conventie kent verschillende soorten afgevaardigden. De regeringen van de lidstaten en van de dertien toetredende landen hebben elk een vertegenwoordiger in de Conventie. De nationale parlementen uit al die landen hebben ieder twee afgevaardigden gestuurd. De Europese Commissie heeft twee leden afgevaardigd. En het Europese Parlement heeft zestien zetels in de Conventie. In totaal 105 leden. Al vrijwel vanaf de aanvang hebben de grote Europese partijpolitieke families informeel eigen fracties gevormd. Daar zitten Europese en nationale afgevaardigden, regeringsvertegenwoordigers en commissarissen door elkaar heen. Binnen die partijpolitieke fracties worden veel compromissen gesloten over de kwesties die in de grondwet moeten worden opgenomen
fractie is eensgezind gebleven. Voorzitter Elmar Brok vindt dat er compromissen moeten worden gezocht die passen bij de zogenaamde communautaire methode. Vorig najaar is tijdens een congres van de Europese christen-democraten in het Portugese Estoril overeenstemming ontstaan over die inzet. Daar is afgesproken dat gewerkt moet worden aan het behoud en de versterking van het bestaande evenwicht tussen de Europese ministerraad (vertegenwoordiging van de lidstaten), de Europese Commissie en het Europese Parlement. Die zogenaamde ‘institutionele driehoek’ moet de basis zijn, waarop het Europese bestuur ook de komende periode is gebouwd.
Alleen interne bevoegdheden De afgelopen weken is door de EVPConventiegroep verder gewerkt aan het bereiken van een duidelijk binnen de Conventie te verdedigen standpunt over het voorzitterschap. Zo is in Spanje afgesproken dat een eventueel te benoemen Raadsvoorzitter alleen interne bevoegdheden zou moeten hebben. Hij leidt de vergaderingen van de betrokken ministerraden en zorgt voor een goede besluitvorming. Maar hij vertegenwoordigt de Europese Unie niet naar buiten.
Vervolg op pagina 2
C O L U M N
Oude Europese verdragen op de schop
Conventie heeft al veel bereikt Wie de berichtgeving over de Conventie in de media een beetje volgt moet bijna de indruk krijgen dat het alleen maar draait om de vraag of iedere lidstaat in de toekomst nog wel een Eurocommissaris krijgt of om de vraag of de Europese Unie wel of geen president krijgt. In werkelijkheid werkt de Conventie over de Toekomst van Europa aan een nieuwe Grondwet voor de Unie waarin veel meer wordt geregeld. Eigenlijk gaan alle oude Europese Verdragen, die van Rome, Maastricht en Amsterdam, op de schop. In werkelijkheid is er in de afgelopen maanden ook al heel veel bereikt in de Conventie. Over veel oplossingen voor problemen bestaat nu een brede overeenstemming. • Zo zal het aantal soorten wetten en besluiten die de Unie kan instellen (nu
23) sterk worden beperkt. In de toekomst zal er alleen nog sprake zijn van kaderwetten, wetten, besluiten en aanbevelingen. • Ook de wetgevingsprocedures worden vereenvoudigd; het overgrote deel van de Europese wetten en besluiten zal met een gekwalificeerde meerderheid worden goedgekeurd. Het aantal veto´s wordt sterk beperkt. Deze twee maatregelen zullen helpen om veel stroperigheid uit de Europese besluitvorming te halen.
Europees Parlement • Verder krijgt het Europees Parlement veel meer bevoegdheden. Bij alle wetgeving en besluitvorming die niet meer onder het vetorecht valt, zal het Europees Parlement medewetgever worden. • Ook verdwijnt het vreemde verschil tussen verplichte en niet-verplichte uitgaven in de Europese begroting, waardoor de landbouwbegroting ook onder de medewetgevende bevoegdheden van het Europees Parlement zal komen. In feite krijgt het Europees Parlement hierdoor een volledige begrotingsbevoegdheid. • Verder wordt de voorzitter van de Europese Commissie in de toekomst gekozen door het Europees Parlement. Het Europees Parlement zal er dus ge-
weldig op vooruit gaan in de nieuwe Europese Grondwet.
Handvest Ook voor de Europese burgers wordt het een stuk beter via de nieuwe Europese Grondwet. Het Handvest voor Grondrechten van burgers zal namelijk in de Grondwet worden opgenomen, zodat de burgers in alle 25 lidstaten straks over dezelfde grondrechten kunnen beschikken. De regio´s en provincies zijn straks ook beter af omdat er een precieze verdeling van bevoegdheden komt tussen de EUlidstaten en de EU, met respect voor de bevoegdheden van regio´s en provincies. Zo weet straks iedereen wie waarvoor verantwoordelijk is en kunnen geen verantwoordelijkheden meer worden ontlopen of afgeschoven.
Hanja Maij-Weggen, voorzitter CDA-delegatie in de EVP-fractie in het Europees Parlement Al met al is er al heel veel bereikt in de Conventie. Wel is de discussie over een president of een eigen Commissaris nog niet afgerond. Wij vinden de president niet nodig maar de eigen Eurocommissaris wel. Hoe die discussie afloopt zullen we de komende weken zien. Het blijft dus spannend in de Conventie.
Vervolg van pagina 1
Geen EU-president Ook krijgt hij geen eigen ambtelijke ondersteuning naast het werk dat door het huidige secretariaat van de ministerraad al wordt verricht. Een tweede aandachttrekkend punt in de Conventie gaat over de omvang van de Europese Commissie. De vraag is of iedere lidstaat een eigen commissaris moet hebben. Volgens mensen die het weten kunnen, is er werk genoeg voor 25 of 30 commissarissen. En bovendien kunnen dan de nieuwe lidstaten wennen aan de nieuwe situatie. In die nieuwe lidstaten is men toch al bang dat hun straks niet meer uit Moskou maar vanuit Brussel wordt voorgeschreven wat ze thuis moeten doen. De christen-democraten zijn het hiermee eens. Maar ze vinden dan wel dat de voorzitter van de Europese Commissie de bevoegdheid moet krijgen binnen de club een onderverdeling aan te brengen van leden met zwaardere en met minder belangrijke portefeuilles. Dit probleem weegt voorlopig minder zwaar, omdat de nieuwe grondwet op z’n vroegst in 2005 in werking zal treden. De eerstvolgende nieuwe Commissie zal daarom nog op basis van de afspraken uit het Verdrag van Nice worden geformeerd. En daarin staat wel degelijk dat iedere lidstaat een eigen commissaris zal krijgen. Pas op z’n vroegst vanaf 2009 gaat daarom het probleem van de omvang van de Europese Commissie echt spelen.
Half mei besprak de EVP-Conventiegroep tijdens een bijeenkomst in Spanje de manier waarop de slotonderhandelingen voor de Europese grondwet gevoerd moeten worden.
Buitenlands beleid Een laatste belangrijk punt gaat over het buitenlands beleid. Na de Irak-crisis is daarover veel bezorgdheid ontstaan binnen de Conventie. Een stap in de goede richting wordt gezocht door de benoeming van een
minister van buitenlandse zaken die ook lid is van de Europese Commissie. Akkoord, zeggen de christen-democraten, als die minister dan alleen ambtelijk wordt ondersteund vanuit de Commissie. Besluitvorming over onderwerpen van
buitenlandse politiek kan met meerderheid van stemmen. Alleen bij vraagstukken van vrede en veiligheid zal dan nog unanimiteit als regel gelden, vinden de christen-democraten. J.W. van Houdt
Duizenden mensen bezochten Open Dag Duizenden mensen hebben naar aanleiding van de Europa-dag op 9 mei het Europees Parlement bezocht. Het thema was dit jaar de uitbreiding van de Europese Unie van vijftien naar vijfentwintig lidstaten. Bij deze gelegenheid verklaarde HansGert Poettering, fractievoorzitter van de EVP-ED fractie in het Europees Parlement, dat op 9 mei zowel nieuwe als oude lidstaten van de Europese Unie opnieuw herinnerd worden aan de grondbeginselen van de Europese Unie, vooral het gemeenschapsprincipe en de solidariteit, die ook in de toekomst de identiteit en het handelingsvermogen van de Unie moeten waarborgen.
Open Dag De feestelijkheden in Brussel begonnen
op zaterdag 3 mei met een open dag van alle Europese instellingen. Het gebouw van de Raad van ministers, Europese Commissie en het Europees Parlement was toegankelijk voor iedereen. Vele duizenden mensen maakte van de gelegenheid gebruik om een kijkje achter de schermen te nemen. In het Europees Parlement waren presentaties van politieke fracties, het Grieks voorzitterschap van de Raad van ministers, de Europese Conventie, de Europese Centrale Bank en Europol. Verder kon de bezoeker actief meedoen aan workshops en debatten. En er was een Europaquiz.
De Belgische minister van buitenlandse zaken, Louis Michel, Jean Luc Dehaene, vice-voorzitter van de Europese Conventie en vele Europarlementsleden waren aanwezig om met de bezoekers van gedachten te wisselen over de toekomst van de Europese Unie. Het geheel werd opgeluisterd door muziek- en folkloregroepen uit de gehele Europese Unie en ook uit de kandidaatlanden. Françoise Petit
Nederland is te laks met omzetting Europese regels Nederland is te laks met de omzetting van Europese regels in nationaal recht. Dit blijkt uit het Scoreboard van de Interne Markt dat door de Europese Commissie onlangs is gepubliceerd. Nederland is op dit
Bert Doorn (CDA, EVP-ED) heeft de interne markt als beleidsterrein en vindt deze ontwikkeling zorgwekkend: "Het duurt vaak al enige tijd voordat Commissie, Raad en Parlement een Richtlijn (Europese kaderwet) hebben ontwikkeld. Als deze dan ook nog door de lidstaten niet tijdig wordt geïmplementeerd veroorzaakt dit onaanvaardbare rechtsonzekerheid. Daarnaast wordt het ambitieuze doel van de Europese Commissie om in 2010 de meest competitieve economie ter wereld te zijn, het Lissabon-proces, gefrustreerd."
moment in 2 procent van de gevallen te laat met het invoeren van EU-wetgeving. Dit is een half procent boven de toegestane norm.
2
Europese Commissie De Europese Commissie kan lidstaten die EU-wetgeving niet of te laat implementeren tot de orde roepen voor het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Op 15 mei besloot de Europese Commissie Nederland voor het Hof te dagen wegens het niet tijdig implementeren van
de richtlijn voor de verzekering van motorvoertuigen. Dit brengt het totaal aantal aanklachten tegen de Nederlandse staat op 69. Vergeleken met Italië (200 procedures) en Frankrijk (220 procedures) een relatief klein aantal. Maar in ieder geval 69 procedures teveel. De Europese Commissie heeft een strategie ontwikkeld om de EU-lidstaten te stimuleren EU- wetgeving te implementeren en goed te interpreteren. Ten eerste dienen de lidstaten meer samen te werken bij het oplossen van problemen over implementatie van Europese wetgeving. In de tweede plaats dient er een beter toezicht op nationaal niveau op de toepassing van communautair recht te komen en ten derde moet de handhaving van de inbreukprocedures worden verbeterd. Daarnaast zal de Commissie de lidstaten haar hulp aanbieden bij de omzetting
EURO
De Europese Commissie kan een lidstaat voor het Hof van Justitie in Luxemburg (zie foto) dagen. Op dit moment lopen tegen Nederland 69 gerechterlijke procedureswegens het niet tijdig omzetten van Europese regels in nationaal recht. van richtlijnen in nationaal recht en hoopt ze via de Raad en het Europees Parlement gedaan te krijgen dat er een standaardtermijn komt van twee jaar voor de omzetting van EU-wetgeving. Bert Doorn juicht dit initiatief van de Commissie van harte toe. "Het is van essentieel belang, mede gelet op de uitbreiding van de Unie, dat bij Nederland
het besef ontstaat dat mede door het niet tijdig implementeren van EU-wetgeving de Nederlandse ondernemingen niet het maximale rendement kunnen halen uit de interne markt. Ondernemingen zijn er om te produceren en niet om te procederen!"
Jaargang 9 nummer 3
Turkije nog lang geen EU-lidstaat Deze maand neemt het Europees Parlement een standpunt in over de situatie in Turkije. Dit land is kandidaat-lidstaat voor de Europese Unie. Er is nog geen datum afgesproken voor het moment waarop de echte onderhandelingen kunnen beginnen.
Arie Oostlander heeft namens het Europees Parlement een verslag geschreven over de situatie in Turkije. De parlementaire commissie voor buitenlandse zaken heeft zijn standpunt al overgenomen en deze maand spreekt het voltallige parlement zich erover uit. In het rapport staat dat Turkije sinds oktober 2001 vooruitgang heeft gemaakt om aan de politieke criteria voor toetreding te voldoen. Alleen landen die democratisch zijn, een rechtstaat vormen en de mensenrechten respecteren komen in aanmerking voor EU-lidmaatschap. Toch kunnen de onderhandelingen nog niet beginnen. Het meest in het oog springende punt is de positie van het leger in Turkije. De generaals hebben in Turkije veel teveel invloed op de politiek.
De speelruimte van de politiek wordt in feite bepaald door het leger terwijl in een democratie de politiek de speelruimte van het leger behoort te bepalen. Volgens het rapport zijn grote staatsrechtelijke hervormingen nodig om die invloed in te perken. Ook moeten de rechten van minderheden beter worden beschermd. Dit alles zal nog veel tijd vergen. Volgens Oostlander is de deur van de EU zeker niet dicht voor Turkije. De regels voor toetreding schrijven echter voor dat eerst aan de politieke criteria moeten worden voldaan, voordat een begin kan worden gemaakt met de echte onderhandelingen. Er zal dus nog veel werk moeten worden verzet. Evangelia Mitsopoulou Het Europees Parlement wil geen datum noemen waarop de toetredingsonderhandelingen met Turkije kunnen beginnen. Istanboel. Foto: ANP
Naar één Europees systeem voor luchtvaartverzekering Omdat er meer en meer sprake is van één Europees luchtruim heeft de Europese Commissie een wetsvoorstel ingediend om in de hele Europese Unie één systeem te hanteren van verzekeringsvoorwaarden voor vliegtuigen.
EVPP-ED Europarlementariër Jim Nicholson wil dat de verzekeringspremie afhankelijk wordt van het gewicht van het vliegtuig bij het opstijgen.
Na de aanslag van 11 september 2001 zijn de verzekeringspremies voor luchtvaartmaatschappijen haast onbetaalbaar geworden. Veel kleinere maatschappijen zijn erdoor in de problemen gekomen. In de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel heeft het Europees Parlement amendementen ingediend die enerzijds garanderen dat ieder vliegtuig dat in het Europees luchtruim bevindt voldoende verzekerd is, en anderzijds ervoor zorgen dat de verzekering ook betaalbaar
blijft voor de kleinere maatschappijen. EVP-ED Europarlementariër Jim Nicholson is rapporteur over dit onderwerp. Hij wil het verzekeringsbedrag laten afhangen van het maximale gewicht bij het opstijgen van vliegtuig. Grote vliegtuigen moeten voor grotere bedragen verzekerd zijn, en kleinere vliegtuigen voor kleinere bedragen. Op die manier kunnen maatschappijen die met kleinere machines vliegen de premies in
de hand houden. Maatschappijen van buiten de Europese Unie kunnen via het storten van een borgsom of via staatsgaranties aan de verkeringsvoorwaarden voldoen. Nu is het woord aan de Raad van ministers. Indien deze het met dit amendement eens is wordt de Europese regel meteen van kracht. Zo niet, dan volgt een tweede parlementaire behandeling. Hayden Allan
Meer steun EU voor scheepsbouw nodig Het Europees Parlement heeft een initiatiefrapport van het Spaanse EVP-ED lid Jaime Valdivielso over de zorgelijke situatie in de scheepsbouw met grote meerderheid aangenomen. Het Europees Parlement wil dat de EU maatregelen neemt om de oneerlijke concurrentie vanuit met name ZuidKoreaanse scheepswerven tegen te gaan. Scheepswerven in Zuid-Korea zijn kampioen prijsbrekers op het gebied van de scheepsbouw. Hun schepen worden verkocht tegen een prijs die 20 tot 40 procent onder de kostprijs ligt. Ze kunnen dit doen omdat ze op grote schaal geld krijgen van de Koreaanse overheid. Het gevolg is een fors zakkend marktaandeel van de Europese werven. In 2000 had de EU nog 19 procent van de markt in handen, in 2002 is dit gedaald tot 7 procent.
Jaargang 9 nummer 3
De Europese Commissie staat al toe dat lidstaten 6 procent van de contractwaarde van op hun werven gebouwde containerschepen, tankschepen voor het vervoer van chemische producten en tankers voor het vervoer van aardolieproducten subsidiëren. Valdivielso wil deze steunmogelijkheid verder oprekken door het mogelijk te maken om ook de bouw van andere soorten schepen te subsidiëren. Verder moet de EU geld vrijmaken voor onderzoek zodat de innovatie in de scheepsbouw niet stagneert. Pedro López de Pablo
Europese scheepsbouw staat onder zware druk door concurrentie uit Zuid-Korea.
EURO
3
C O L U M N
Voor burgers en bedrijven moet energie zo voordelig mogelijk zijn De stroomvoorziening in Nederland baart ons grote zorgen. Dit geluid hoor je tegenwoordig van alle kanten. Nu het laatste pakket Europese richtlijnen over de gas- en elektriciteitsector én de internationale handel in energie in de fase van afronding zitten, hoort men in Nederland steeds luidere kritiek op de liberalisering van de energiesector. Zo heeft met name de Algemene Energieraad onlangs forse kritiek en zorgen geuit. Volgens de Energieraad dreigt door de liberalisering energie vuiler, duurder en onbetrouwbaar te worden. Op dit moment zitten we in een overgangsfase met betrekking tot de liberalisering van de Europese energiemarkt en daarin lopen we inderdaad af en toe tegen flinke obstakels op, omdat elk land in Europa in eigen tempo bezig is de liberalisering door te voeren, terwijl ook de omvang van de liberalisering verschilt. Sommige landen zijn al volledig geliberaliseerd, andere landen, zoals Nederland, nog maar gedeeltelijk, binnenkort echter volledig. Liberalisering van de energiesector zou volgens het paarse kabinet ertoe leiden dat de energieprijs lager zou worden voor de burger. Het tegendeel is waar. Twee factoren spelen daarbij een rol. De overheid heeft meer milieubelasting opgelegd, zodat de burger uiteindelijk
duurder uit is. Het zou goed zijn als uw elektriciteitsrekening gesplitst zou zijn in twee delen: de werkelijke prijs voor een KWh en het gedeelte dat u betaalt voor energiebelasting. Ten tweede heeft Nederland er jaren geleden voor gekozen meer aardgas te gaan gebruiken en de prijs van aardgas te koppelen aan die van olie. Die laatste prijs is flink gestegen in de afgelopen tijd.
Liberalisering Deze keuze van Nederland heeft niets te maken met liberalisering, maar steeds meer bedrijven ontdekken dat stroom opgewekt door bruinkool of kernenergie goedkoper is en schakelen daartoe over. Die mogelijkheid om buiten Nederland te kopen is wel een gevolg van de liberalisering. Gas is schoner dan bruinkool en kernenergie kent haar probleem met afval, en daarom meent de Energieraad dat onze stroom ‘vuiler’ wordt. Deze stroom wordt echter wel buiten Nederland opgewekt, hoewel het voor ons EU-
milieubeleid niet goed is wanneer er grote afname komt van energie opgewekt door bruinkool, omdat deze grote CO2 uitstoot veroorzaakt. Ik ben het niet eens met de Energieraad dat onder invloed van de liberalisering de elektriciteitsvoorziening onbetrouwbaar wordt. Ons land kent een hoog niveau van betrouwbaarheid, hoewel bij ons helaas ook wel eens het licht uitvalt met de nare gevolgen van dien. Dit zal niet veranderen en zeker niet voor de gasleverantie.
Toezichthouder In de nieuwe richtlijnen voor de liberalisering van gas en elektriciteit, die net zijn aangenomen in het Europees Parlement, is ook veel aandacht besteed aan een duidelijke rol en heldere bevoegdheden voor de toezichthouder. Gebleken is uit onder andere de telecomervaring dat zo´n toezichthouder over autoriteit, voldoende menskracht én heldere verantwoordelijkheden moet beschikken. De
toezichthouder moet onafhankelijk zijn van de energieleveranciers, maar ook op grote afstand van de overheid staan om zijn rol als scheidsrechter goed te kunnen uitoefenen. Daarnaast is veel aandacht besteed aan het verzelfstandigen van de transportfunctie van zowel gas als elektriciteit, zodat veel nieuwe leveranciers een kans krijgen op de nieuwe energiemarkt. Alleen door een directe en gelijke toegang tot het net zijn we in staat om marktwerking op dit terrein te garanderen. Ook zijn er veel garanties afgegeven dat de consument niet alleen betrouwbare energievoorziening krijgt, maar ook duurzame energie kan verkrijgen. Informatie over het verbruik van uw brandstofmix en de gevolgen voor het milieu zult u bovendien makkelijk kunnen vinden.
mogelijk voordelig te laten zijn voor de burger en de bedrijven. Ik denk dat we hierin goed geslaagd zijn. We hebben een goed onderhandelingsresultaat bereikt dat ik overal gaarne zou willen verdedigen. En ja, het licht zal blijven branden!
Wij, in het Europees Parlement, hebben hard geknokt met de ministers voor energie om de nieuwe richtlijnen op het terrein van gas en elektriciteit zoveel
Wim van Velzen, CDA-Europarlementariër en woordvoerder energie namens de EVP-ED fractie in het Europees Parlement
Situatie in Kazachstan nog steeds zeer zorgwekkend Enige tijd geleden bezocht president Nazarbaev van Kazachstan Nederland. Dit was een omstreden staatsbezoek omdat de mensenrechtensituatie in dat land zeer veel te wensen overlaat. Albert Jan Maat is lid van de parlementaire delegatie EU-Centraal Azië; hij verdedigde het bezoek omdat op die manier de Kazachse mensenrechtensituatie door Nederland ter sprake kon worden gesteld.
Irina Petrushova heeft veel gescreven over de corrupte Kazachse regering. Zij is nu gevlucht naar Moskou en zet daar haar activiteiten voort.
Onlangs sprak Albert Jan Maat met Irina Petrushova. Zij is prijswinnaar van de International Press Freedom Award 2002 en eindredacteur van het Kazachse weekblad Respublika. Zij is vanwege haar persactiviteiten herhaaldelijk lastiggevallen door de Kazachse overheid. Petrushova heeft tal van artikelen geschreven over de corruptie in de overheid en uitte veel kritiek op ambtenaren. De krant werd gedwongen verschillende keren van uitgever te wisselen. Er zijn
ook molotovcocktails in het kantoor gegooid, waardoor een deel van het gebouw en de apparatuur zijn vernietigd. Op 4 juli vorig jaar heeft een rechtbank haar veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf voor het overtreden van een arbeidswet. Zij is gevlucht naar Moskou, maar er lopen momenteel echter nog drie strafzaken tegen haar. Kazachstan is sinds elf jaar onafhankelijk, maar de situatie in dat land blijft zeer
zorgelijk. De mensenrechten worden er nog steeds met de voeten getreden, het misdrijf marteling staat bijvoorbeeld niet in het wetboek van strafrecht vermeld, er worden veel doodvonnissen voltrokken, er is geen democratie, er is geen persvrijheid en de president en zijn familie worden beschuldigd van omkoping.
zal zorgen dat de situatie in haar land gaat verbeteren. Onlangs heeft het Europees Parlement in een resolutie opgeroepen om de druk op Kazachstan te vergroten door de uitvoering van de partnerschapovereenkomst (en daarmee het vrijmaken van ontwikkelingsgeld) afhankelijk te stellen van de ontwikkeling van de mensenrechtensituatie.
Irina Petrushova hoopt dat toenemende politieke en economische druk vanuit Nederland en de Europese Unie ervoor
Portret van CDA-Europarlementariër Arie Oostlander
Hij leeft voor de politiek, maar er is meer… Veel mensen kennen Arie Oostlander als de kampioen van de Bosnische zaak, de buitenlandspecialist die rapporten heeft geschreven over de toetreding van nieuwe lidstaten, of als voormalig directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA het politiek geweten van het CDA. Arie Oostlander leeft inderdaad voor de politiek. Maar gelukkig is er ook meer. Een portret. "Het probleem bij mij is inderdaad dat ik leef voor de politiek. Ik ben het gelukkigst als politiek binnen de horizon is en bof enorm dat Enna, mijn vrouw, dit van mij accepteert. Ik ben dus één van die verschrikkelijke mensen die ook op vakantie toch met politiek bezig moeten zijn. Ik interesseer mij tijdens de vakantie meer voor mensen in mijn omgeving dan voor musea en attracties. Dit merkte ik weer dit voorjaar toen wij een weekje op vakantie gingen naar Cyprus. De Cypriotische ambassadeur wist van mijn reis. Het gevolg was dat ik twee dagen van mijn vakantie naar Nicosia gehaald werd voor overleg met de president en met politieke partijen en maatschappelijke organisaties aan beide zijden van het eiland. Onze EU-ambas-
4
sadeur had het programma opgesteld. Enna is toen meegegaan om de gesprekken te notuleren. Dat was een grote steun voor mij en ze vond het nog leuk ook! Ondanks de regen zijn die twee vakantiedagen dus niet in het water gevallen. Ik hoop het nog mee te maken dat ik mijn kleinzoon van nu vier jaar een keer kan meenemen naar de vergaderzaal, zodat hij zich later kan herinneren met zijn opa door het Europees Parlement te hebben gestapt! Als hobby ben ik overigens caravanist. Wij hebben een Swift Toscane met een vast bed en mover. Dit laatste betekent dat ik op de camping de caravan met behulp van een afstandbediening op zijn standplaats kan zetten. De caravan rijdt
dan als vanzelf over het gras! Reizen met de caravan heeft als voordeel dat je zo vrij bent als een vogel. Je praat met iedereen op de camping. Opleiding, afkomst of werk tellen niet. Op de camping is iedereen gelijk. Heerlijk. Enna en ik zijn echte zwervers. Wij gaan daar waar geen wolken zijn. En dat hoeft niet ver te zijn. Frankrijk en Tsjechië is al mooi genoeg. We zijn ook een keer naar Scandinavië geweest, prachtige natuur daar, maar wel wat eenzaam voor een Arie Oostlander die juist met mensen wil kunnen praten. Het mooie van onze vakantiebestemmingen is dat onze drie zonen en onze schoondochter iedere zomer aan komen waaien. Via de gsm houden wij contact, en als het even kan regelen
EURO
we het zo dat zij langs kunnen komen. Enna en ik wonen in Doetinchem. Ik ben in Gelderland opgegroeid en vind de Achterhoek een eerlijke en heerlijke streek. Enna en ik zijn bezige mensen. Mijn vrouw is zeer actief in het kerkelijk leven. Zij was onder andere voorzitter van de kerkenraad van de Samen op Weggemeente. De fusie tussen de gereformeerde en de hervormde kerken was
een hele kluif en mede dank zij haar is in de wijk De Huet in Doetinchem een nieuwe kerk gebouwd, bestemd voor de RK parochie en de Samen op Weggemeente. Ik volg dat met grote belangstelling. Het is net politiek. We hebben ieder onze eigen plaats in het leven gevonden, een soort huwelijk van kerk en staat. Ten slotte: Enna onderhoudt mijn website: www.oostlander.net"
Jaargang 9 nummer 3
Biotechnologie: samenspel van Europese Unie en lidstaten Milieubeleid is één van de belangrijkste beleidsterreinen van de Europese Unie. Tal van verordeningen en richtlijnen (Europese kaderwetten) worden gemaakt om het milieu te beschermen. Milieuvervuiling trekt zich niets aan van landsgrenzen. Daarnaast is het belangrijk dat de lidstaten van de
Ria Oomen-Ruijten
Pieter van Geel Europese Unie dezelfde regels
"Momenteel speelt de discussie omtrent biotechnologie. Door te sleutelen aan de erfelijke eigenschappen van planten of dieren kunnen deze immuun worden gemaakt voor bepaalde ziekten. Ook kan op die manier de opbrengst worden vergroot. Het gebruik van deze ‘genetisch gemodificeerde organismen’ (GMO’s) moet op een verantwoorde manier worden geregeld. Daarom zijn tal van Europese wetten gemaakt. Onze fractie vindt dat de wetgeving voor de Europese toelating van genetisch gemodificeerde organismen moet worden aangepast. Voordat zo´n product op de markt mag worden toegelaten, moeten de effecten op de korte en lange termijn goed zijn onderzocht en veilig worden bevonden. In alle lidstaten van de Europese Unie moeten dezelfde regels gelden. Verder vinden wij dat de consument een keuze moet kunnen maken. Daarom moeten er regels komen voor de etikettering van producten. Uitgangspunt is dat op het etiket gemeld moet worden wanneer genetisch gemodificeerde organismen in het eindproduct zijn terug te vinden. Omdat het gebruik van GMO's al zo verspreid is en
er bijna niets meer is dat niet op één of andere manier onbedoeld in aanraking is gekomen met gewijzigd DNA, is afgesproken dat een drempel van 0,9 procent wordt gehanteerd, waarbij voor deze onbedoelde aanraking niet geëtiketteerd hoeft te worden. Ik zou het liefst een etikettering zien op basis van gemeten aanwezigheid. Een onding in de nieuwe wetgevingsvoorstellen is de proces-etikettering van GMO's die in het productieproces worden gebruikt. Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat bij een product waarin soja-olie is gebruikt en waarin geen gewijzigd DNA gevonden wordt, toch op de ingrediëntenlijst moet worden vermeld dat het een GMO-product is. De helderheid naar de consument is met dit voorstel niet gediend en ook producenten zullen hiermee absoluut niet uit de voeten kunnen. De opstelling van het Nederlandse ministerie van VROM, dat tegen dit voorstel is, begrijp ik dus al te goed. Hoe staat het nu met de uiteindelijke positie van Nederland in de Raad van ministers? Het ministerie van milieu (VROM) was tegen en landbouw vóór?"
hebben omdat de Europese Unie één binnenmarkt vormt. Voor de totstandkoming van een Europese wet moeten het Europees Parlement en de Raad van ministers het met elkaar eens worden. Ria Oomen-Ruijten is lid van het Europees Parlement en heeft het milieubeleid in haar portefeuille. In Nederland is Pieter van Geel staatssecretaris voor milieu en als zodanig betrokken bij de Raad van ministers van de Europese Unie.
"Net als de fractie van de EVP-ED denk ik dat het van groot belang is om producten van genetisch gemodificeerde organismen pas na een zorgvuldige beoordeling op de markt toe te laten. We moeten in elk geval voorkomen dat ze onacceptabele risico’s opleveren voor het milieu en de menselijke gezondheid. Nederland heeft zich er daarom in de onderhandelingen over twee nieuwe Verordeningsvoorstellen sterk voor gemaakt dat de lidstaten een rol houden bij de beoordeling van de milieurisico’s. Dat is de beste waarborg tegen eventuele negatieve milieueffecten van de introductie van GMO’s. Ik ben er zeer tevreden over dat het Europees Parlement eraan bijgedragen heeft dat dit aspect in de Verordeningen is vastgelegd. Keuzevrijheid is een ander belangrijk element in de Verordeningen. Het kabinet vindt dat de consument zoveel mogelijk moet kunnen kiezen of hij al dan niet genetisch gemodificeerde producten wil. Ria Oomen-Ruijten vindt dat ook, maar heeft haar twijfels over de haalbaarheid van de etiketteringsplicht. Vooral bij producten die zijn geproduceerd met GMO’s, maar ze niet meer bevatten, zoals olie van genetisch gemodificeerde sojabonen.
Nederland erkent dat dit soort problemen de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid van de etikettering bemoeilijken. Desalniettemin moet de burger een keuze kunnen maken op basis van zo goed mogelijke informatie over de aanwezigheid van GMO-producten in zijn voedsel. Twee voorstellen over deze materie zijn onlangs geaccepteerd. In de Landbouwraad werd een voorstel voor de toelatingsprocedure ingediend dat de consument voldoende keuzevrijheid biedt. Vandaar dat Nederland met het voorstel instemde. Een ander voorstel haalde het in de Milieuraad, ondanks dat Nederland tegenstemde. Nederland had bezwaren tegen de bepaling over informatie bij bulkgoederen. Volgens Nederland is die niet uitvoerbaar en handhaafbaar, maar een meerderheid van de Milieuraad dacht daar helaas ander over. Er is nog geen definitief akkoord over de Verordeningen, maar toch bereidt Nederland zich al voor op het inwerkingtreden ervan. Om te zorgen voor een zo goed mogelijke uitvoering en handhaving, gebeurt een en ander in nauw overleg met alle betrokkenen."
Parlementsleden tien nieuwe EU-landen waarnemers in EP Sinds 1 mei jl. zijn 162 nationale parlementariërs uit de tien toetredende landen officieel waarnemer bij het Europees Parlement. Daarmee telt het Europees Parlement 695 leden. De waarnemers hebben geen stemrecht, maar mogen wel alle vergaderingen bijwonen en tijdens de commissievergaderingen
handelingen onze zusterpartijen met raad en daad bijgestaan. Wij gaan door met het versterken van de onderlinge banden zodat onze nieuwe collega´s zich snel thuis voelen in de fractie en in het
Europees Parlement. Op die manier worden zij in staat gesteld daadwerkelijk hun kiezers uit de tien toetredende landen te vertegenwoordigen."
ook het woord voeren. CDA-voorzitster Marja van Bijsterveldt en vice-voorzitster Lianne Dekkers brachten op 21 mei een bezoek aan Brussel. Naast gesprekken met alle CDA Europarlementariërs namen zij ook deel aan een discussie met de CDA afdeling België Luxemburg en ontmoetten zij ook de EVP-partijvoorzitter Wilfried Martens en de EVP-ED fractie voorzitter in het Europees Parlement Hans-Gert Poettering.
De waarnemers zijn niet gekozen maar benoemd door hun nationaal parlement; 69 leden van deze 162 hebben aansluiting gezocht bij de EVP-ED fractie in het Europees Parlement. Dit is het grootste onderdeel van de groep en hiermee telt de EVP-ED fractie sinds 1 mei 301 leden. De christen-democratische fractie ( EVP-ED) blijft daarmee de grootste
Jaargang 9 nummer 3
politieke kracht in het Europees Parlement en is daarmee groter dan de tweede en derde fractie (socialisten en liberalen) sámen. De waarnemers blijven tot aan de Europese verkiezingen in juni 2004 de bevolking van de toetredende landen vertegenwoordigen. EVP-ED fractievoorzitter Hans-Gert Poettering: "Het verheugt me dat zoveel
nieuwe leden uit de toetredende landen kiezen voor de EVP-ED fractie, namelijk 42 procent van alle waarnemers die afkomstig zijn uit alle tien toetredende landen. Wij hebben hard gewerkt om onze zusterpartijen uit die landen voor te bereiden op de toetreding via een speciaal 'partnership programma.' Daarnaast hebben wij tijdens de toetredingsonder-
EURO
Hanja Maij-Weggen, Marja van Bijsterveldt, Hans-Gert Poettering, Lianne Dekkers en Wim van Velzen
5
Na pinnen ook overmaken geld naar buitenland zonder extra kosten
Doorbraak in Europees betalingsverkeer Bij de invoering van de euro dachten veel mensen dat ook het buitenlands pinnen en geld overmaken naar het buitenland goedkoper zouden worden. De banken hadden daar echter andere ideeën over. Zij bleven ook na de invoering van de euro extra kosten heffen voor het pinnen in het buitenland en het overmaken van geld van een Nederlandse naar een buitenlandse rekening. Het goedkoopst bleef dus het cash geld meenemen op vakantie. Dit was tegen het zere been van het Europees Parlement. Onder aanvoering van Karla Peijs (economische zaken) nam het parlement het initiatief om ervoor te zorgen dat het niets meer zou mogen uitmaken of men nu in Nederland of in het buitenland geld overmaakt. Het gaat tenslotte om hetzelfde geld: de euro. De Europese banken waren fel tegen dit initiatief. Door extra kosten te berekenen voor buitenlands betalingsverkeer verdiende men veel geld. Deze inkomsten zouden wegvallen als het betalingsverkeer tussen de EU-lidstaten als binnenlands betalingsverkeer zou worden gezien. De banken zagen wel in dat dit proces niet tegen te houden was en stelden in 2001 nog voor om door een versnelde afbouw van de tarieven op 1 januari 2006 een ordelijke en efficiënte eenheidsmarkt voor betaaldiensten te realiseren. De opslagen (kosten) zouden verminderen van 12 miljard euro in 2002 tot 8 miljard euro in 2004, naar 4 miljard euro in 2005 tot nihil in 2006. Deze cijfers laten meteen zien hoeveel geld de
banken verdienen met het internationaal betalingsverkeer.
Karla Peijs: dit gaat te traag Karla Peijs vond dit veel te traag en nam het initiatief om via een verordening de banken te dwingen het betalingsverkeer vrij te geven. Een verordening is een Europese wet die rechtstreeks werkt in de lidstaten zonder omgezet te hoeven worden in nationale wetgeving. Deze verordening is er gekomen; vorig jaar al werd voor Nederlanders het pinnen in het buitenland gratis. De verordening bepaalt namelijk dat bij buitenlands betalingsverkeer de binnenlandse regels werken. Dus als voor het pinnen in Nederland van een Nederlandse rekening geen kosten in rekening worden gebracht mag de bank ook geen kosten in rekening brengen voor het pinnen in het buitenland. Vanaf 1 juli aanstaande gelden deze regels ook voor het giraal verkeer, dus het geld overmaken van de ene rekening naar een andere rekening. Banken moe-
Pinnen in het buitenland was tijdens de vorige zomervakantie al gratis geworden. Vanaf 1 juli kost ook het overmaken van geld naar een buitenlandse rekening niet meer dan een binnenlandse overschrijving"
ten dezelfde prijs rekenen als voor overeenkomstige binnenlandse overschrijvingen. De overschrijving moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen zodat een volautomatische verwerking mogelijk is.
De belangrijkste is het gebruik van het IBAN (International Bank Account Number). De banken zijn verplicht dit nummer op de afschriften te vermelden. Daarnaast moet de BIC (Bank Identifier
Code) van de ontvangende bank worden vermeld. Ook deze code moet worden vermeld op de afschriften. Deze regel geldt voor betalingen tot 2.500 euro.
Niet: ruimen tot er niets overblijft…
C O L U M N
Vaccinatie nodig in strijd tegen besmettelijke dierziekten Nu binnen zes jaar de derde dierziektecrisis welig tiert en grote delen van Nederland volstrekt kiploos achterlaat lijkt een fundamenteel debat over de bestrijding van epidemische dierziekten nog steeds niet echt van de grond te komen.
Natuurlijk zijn daarvoor wel redenen aan te voeren. Sinds de bestrijding van dierziekten een Europese en soms zelfs wereldwijde zaak is geworden bestaat het gevaar dat elke epidemische uitbraak als een regionale crisis wordt gezien die alleen met harde hand en niets ontziend ruimen kan worden bestreden. Daarnaast wordt een uitbraak nog al eens gebruikt, casu quo misbruikt als ‘bewijs’ van de ondeugdelijkheid waarop in Nederland of Europa dieren worden gehouden. Daarmee blijven de werkelijke oorzaken van een uitbraak en de motivering van de huidige Europese bestrijdingswijze in nevelen gehuld. Dat alles neemt niet weg dat er wel degelijk een gemeenschappelijke noemer valt te ontdekken in de uitbraak van achtereenvolgens varkenspest, MKZ en vogelpest.
Eindelijk een begin van inkeer? Kort geleden heeft het Europees Parlement het debat afgerond over een andere aanpak voor de bestrijding van mond- en klauwzeer (MKZ). Daarmee wordt de weg vrijgemaakt om de nieuwe wetgeving na de vergadering van de Raad van ministers in juni in te voeren. De aanpassing van de Europese richtlijn
6
voor MKZ-bestrijding is er gekomen nadat een aantal Europarlementariërs het initiatief namen voor een parlementair onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van de MKZ-crisis in met name GrootBrittannië en Nederland in 2001. Na intensieve gesprekken met de getroffen veehouders, burgers, regionale en lokale overheden en diverse organisaties en na werkbezoeken aan de getroffen regio’s waren de conclusies onthutsend. Duidelijk werd dat het virus na het afmaken van vele miljoenen stuks vee weliswaar was uitgebannen, maar dat de psychische en maatschappelijke schade, ook buiten de getroffen regio’s, onvoorstelbaar groot was en de financiële schade miljarden euro’s omvatte. Na de presentatie van het parlementaire rapport werd de Europese Commissie gedwongen om de bestaande wetgeving zodanig te wijzigen dat bij eventuele toekomstige uitbraken ringenting in plaats van ruiming standaard is. Bovendien worden de handelsmogelijkheden voor producten van geënte dieren (melk, vlees) stevig uitgebreid. Een terugkeer naar het beleid van voor 1990, waarbij algemene preventieve enting werd toegestaan, is helaas in de Europese politiek nog een brug te ver. Desondanks is
enten als bestrijding van een dierziektenepidemie niet langer uitgesloten.
Opening Wellicht kan dat de opening bieden om echt een andere aanpak voor alle epidemische dierziekten te realiseren. De huidige aanpak is immers gebaseerd op het uitgangspunt dat het door middel van technische maatregelen en een uitmuntende dierhygiëne mogelijk is besmettelijke dierziekten buiten de deur te houden. Mocht er al een uitbraak zijn dan is door middel van isolatie en ingrijpende ruimingen het virus uit te bannen. Op papier een sluitende aanpak, maar papier is gewillig, zo is gebleken. Het is duidelijk dat een goede hygiëne veel onheil kan afwenden en zeker succesvol is in een omgeving waar nog veel ziekten voorkomen. Echter, de grenzen worden steeds transparanter, iedereen reist de wereld over, de internationale handel groeit als kool en voedsel blijft daarbij niet achter. Daarnaast is het begrip ‘maatschappelijk ondernemen’ langzamerhand stevig ingeburgerd in de Europese land- en tuinbouw. Burgers en organisaties praten terecht mee over de wijze waarop dieren worden gehouden en gevoederd. De
EURO
trend is daarbij: koeien in de wei en steeds meer varkens en kippen die scharrelen en in de open lucht hun tijd doorbrengen. Deze twee ontwikkelingen brengen echter wel een geweldig risico met zich mee voor de verspreiding van dierziekten. Zo breekt er nogal eens varkenspest uit in gebieden met veel wilde zwijnen en scharrelvarkens, MKZ in gebieden met buiten levende schapen en nu vogelpest ten tijde van vogeltrek en scharrelende kippen. Het wordt tijd dat die veranderende omstandigheden bepalend worden voor de aanpak van besmettelijke dierziekten. En dat niet alleen de veehouders het kind van de rekening zijn van veranderende maatschappelijke inzichten.
Vaccinatie Voor alle drie genoemde ziekten zijn uitstekende vaccinatiemiddelen voorhanden die geen enkele bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Dit betekent dat de bestrijding van dierziekten niet langer een zaak van technische specialisten kan en mag zijn. Het betekent ook dat in de Europese politiek landbouwbeleid een bredere invulling moet krijgen, waarbij de bestrijding van ziekten onlosmakelijk is
verbonden met de maatschappelijke eisen voor het houden van dieren. Vanuit het Europees Parlement is in ieder geval een voorzet gegeven voor een andere richting. Wat mij betreft is dat het fundament voor een beleid waarbij algemene preventieve vaccinatie weer binnen de Europese horizon geraakt, of vaccinatie bij uitbraak als eerste bestrijdingsmiddel wordt ingezet. De auteur van deze opiniërende bijdrage, Albert Jan Maat, is lid van het Europees Parlement voor het CDA en één van de initiatiefnemers voor het parlementaire onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van de MKZ-crisis; tevens was hij vice-voorzitter van deze commissie.
Jaargang 9 nummer 3
Straks hopelijk meest dynamische kenniseconomie ter wereld
Europa en onderwijs zijn sterk op elkaar betrokken Maria Martens is woordvoerder onderwijs in de EVP-ED fractie in het Europees Parlement. Maria van der Hoeven werd vorig jaar minister van onderwijs, cultuur & wetenschappen. Zij bekleedt deze post nu ook in het kabinet Balkenende-2. Als minister is zij lid van de Raad van (onderwijs)ministers. Veel mensen denken ten
Maria Martens
Maria van der Hoeven onrechte dat onderwijs een
"De Europese Unie beschikt niet over bevoegdheden op het gebied van onderwijs, maar heeft er zeker aandacht voor. Europa stimuleert ook bepaalde initiatieven. Vooral initiatieven die bevorderen dat mensen uit verschillende landen elkaar beter leren kennen en begrijpen. Voor een stabiele samenleving is dat van groot belang. Zo zijn er bijvoorbeeld uitwisselingsprogramma's en wordt het leren van talen gestimuleerd. Kennis van andere culturen en talen is ook van belang voor de economie. De open Europese markt biedt het bedrijfsleven tal van kansen. Nederland investeert veel in het buitenland; toch worden nog te vaak orders gemist door misverstanden vanwege gebrek aan kennis van de taal en de cultuur. Onderwijs kan helpen dat te voorkomen en zo een bijdrage leveren aan een goede handelspositie van Nederland. Door het wegvallen van grenzen en het vrij verkeer van personen, goederen en diensten kunnen bedrijven zich veel gemakkelijker vestigen en kunnen mensen gemakkelijker werk zoeken in een ander EU-land. Toch zijn er ook nog problemen, bijvoorbeeld als je diploma niet erkend wordt in een ander land. De EU werkt hard aan verbetering op dat gebied.
Onderwijs is van vitaal belang voor het handhaven van de mondiale concurrentiepositie van de Europese Unie. Met name op het gebied van nieuwe technologieën loopt Europa achter ten opzichte van bijvoorbeeld Amerika en Japan. Europa heeft programma's om de kennisachterstand in te halen, via programma's als e-learning, levenslang leren en natuurlijk ook via onderzoek. Nederland kent tal van zeer hoogstaande onderzoeksinstituten. Europese subsidies helpen het onderzoek in Nederland op peil te houden. Tot slot hoop ik dat er in Nederland meer aandacht zal zijn voor de betekenis van Europa en hoe Europa werkt. Daar zie ik ook een taak voor het onderwijs."
puur nationale zaak is, waar de Europese Unie niets mee te maken heeft. Een dubbelinterview met een Europarlementariër en een lid van de Raad van onderwijsministers.
"Een minimum basiskennis is vereist om deel te nemen aan de hedendaagse, op kennis gebaseerde, samenleving. Mensen zonder kwalificaties lopen het gevaar aan de kant te blijven staan. Daarom is een verlaging van het percentage vroeg-tijdige schoolverlaters van groot belang voor een grotere sociale samenhang. Onlangs hebben de Europese onderwijsministers afgesproken dat in 2010 in de EU het percentage vroegtijdige schoolverlaters niet meer dan 10 procent mag zijn. Europa moet voldoende wetenschappelijke specialisten hebben om de meest dynamische en concurrerende kenniseconomie in de wereld te worden. Dit is afgesproken tijdens de Europese Raad van Barcelona (2002), waarin werd gesteld dat "de totale uitgaven voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in de Unie tegen 2010 3 procent van het BBP benaderen". Evenwicht tussen mannen en vrouwen op dit gebied is daarbij overigens een bijzonder belangrijke uitdaging. De concurrentiepositie van het Europese hoger onderwijs en onderzoek tegenover de rest van de wereld is van enorm groot belang. Europa moet een breed spectrum aan onderwijs en onderzoek blijven
bieden. Grenzen die de onderlinge mobiliteit hinderen moeten worden beslecht. Het moet voor jongeren minder ingewikkeld worden gemaakt om in ander EUland te studeren. Instellingen moeten in hun samenwerking niet gehinderd worden door conflicterende nationale regelgeving. De culturele dimensie van Onderwijs mag niet worden vergeten. Meer bewustzijn van het gemeenschappelijke Europese cultureel erfgoed is juist ook van belang met het oog op de aanstaande uitbreiding van het aantal lidstaten. Een tweede aspect is de Europese dimensie van onderwijs, die Europees burgerschap moet bevorderen. Dat kan echter uitsluitend als men zich bewust is van de waarden die van belang zijn voor samenhang en een daadwerkelijk geïntegreerd Europa. De CDA-delegatie in de EVP-fractie werkt hard om dit alles voor elkaar te krijgen. Als minister van OCW ben ik, samen met mijn ambtenaren en mijn Europese collega’s, bezig om dit vorm te geven. Ik hoop dat ik tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap (tweede helft van 2004) hierover spijkers met koppen kan slaan."
Tekort aan werkgelegenheid is zorgenkind in Europese Unie In de junizitting van het Europees Parlement komt de stand van zaken van het Europese werkgelegenheidsbeleid aan de orde. De werkgelegenheid is een zorgenkind van de Europese Unie. In alle landen loopt de werkloosheid op. Toch is al in 1997 tijdens een top in Luxemburg door de regeringsleiders afgesproken om een gezamenlijke werkgelegenheidsstrategie te ontwikkelen. Lidstaten zouden om te beginnen de statistieken harmoniseren. Op die manier zijn beleidsmakers in staat om in ieder geval de gegevens van elkaar te vergelijken. Daarnaast zouden gezamenlijke doelstellingen worden geformuleerd, zodat ieder jaar elkaar de maat kan worden genomen. De bedoeling hiervan is om zichtbaar te maken welke landen op welk gebied het beter doen dan andere landen: via een openbaar scorebord. Landen kunnen via deze manier van open coördinatie van elkaar leren.
Bartho Pronk zeer ontevreden Bartho Pronk is voor de EVP-ED fractie
Jaargang 9 nummer 1
coördinator sociaal beleid. Hij is vooralsnog zwaar ontevreden over de stand van zaken. "Het werkloosheidspeil binnen de Eurozone is nu 8,7 procent. Voor Nederland is het percentage lager dan het Europese gemiddelde, namelijk 3.6 procent in februari van dit jaar. Toch doet ook Nederland het niet goed omdat wij een jaar eerder een percentage hadden van maar 2,4 procent. Deze kille percentages vertegenwoordigen mensen van vlees en bloed. Binnen de hele EU zijn 14,1 miljoen mensen werkzoekend. Dit zijn er veel te veel." Pronk wil dat de regeringen van de lidstaten veel ambitieuzer worden en werkelijk werk maken van werk. Dit houdt in
dat de lidstaten echt naar elkaars beleid kijken en ook de wil hebben daar lering uit te trekken. Het blijkt dat bijvoorbeeld ouderen, vrouwen en jongeren nog steeds een groter werkloosheidspercentage hebben dan het landelijk gemiddelde. Deze groepen moeten daarom prioriteit krijgen. Nederland laat nu veel Europese subsidies om de werkgelegenheid vlot te trekken ongebruikt vanwege het ESF-debacle. Pronk: "Onder de paarse kabinetten zijn deze subsidies oneigenlijk gebruikt en daarom moeten die nu worden terugbetaald, maar het gaat natuurlijk veel te ver om van de weeromstuit nu die gelden maar helemaal niet meer te gebrui-
EURO
Vrouwen en jongeren hebben nog steeds een grotere werkloosheidspercentage dan het landelijk gemiddelde. Vandaar dat deze groepen extra prioriteit krijgen in het Europees werkgelegenheidsbeleid. ken. Nederland moet leren op een ordentelijke manier om te gaan met het ESF-programma; dan kan er enorm voordeel mee worden behaald." De verwachting is dat in juni het Europees Parlement onder voorwaarden akkoord zal gaan met de Europese Werkgelegenheidsstrategie. Een van de
belangrijkste voorwaarden is dat de tenuitvoerlegging wordt gekoppeld aan nationale werkgelegenheidsplannen. Pronk: "Dit klinkt logisch, maar de praktijk is dat dit vaak nauwelijks gebeurt, met als gevolg dat een nationaal werkgelegenheidsplan nauwelijks aansluit met waar we in Europa mee bezig zijn. Dat werkt contra-productief."
7
E V P 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Puzzel mee en win een echte EVP-ED paraplu
Colofon
Vul de antwoorden horizontaal in en lees verticaal een naam. De oplossing is de naam van een persoon. De meeste antwoorden kunt u in deze Euroflits vinden.
Uitgegeven door de EVP-ED-fractie en de CDA-delegatie in het Europees Parlement.
ZZEL D
Europese munteenheid Rapporteur over de Europese scheepsbouw Voorzitter van de Europese Commissie Voorzitter van de EVP Conventiegroep Dit land is nu voorzitter van de 5 Europese Unie In dit land ligt Straatsburg Gevreesde longziekte Zo noemt men de 162 nationale parlementariers uit de nieuwe lidstaten in het Europees Parlement Rapporteur over de hoge verzekeringspremies in de luchtvaart Zo noemt men de vergadering die op dit moment een tekst opsteld voor een Europese Grondwet In welke maand valt de Europese feestdag Conformité Européenne: afkorting 10
Fractievoorzitter: Hans-Gert Poettering
1 2
Redactie: Eduard Slootweg
3 4
Redactie-medewerker Francoise Petit 6
Eindredactie: Evert Mathies
7 8
Productie: De Graaf Communicatie, Enkhuizen
9
Foto’s: Oplossingen per e-mail aan:
[email protected] of via de post. Het adres is: Dr. Kuyperstraat 5 2514 BA Den Haag onder vermelding van puzzel Euroflits (links boven op de enveloppe). Onder de goede inzenders wordt een bijzondere EVP-ED paraplu verloot.
EVP-ED fractie, Europees Parlement, Europese Commissie, CDA
11 12
Opmaak: Herman Fuit, Den Haag
Puzzel van de vorige keer Het goede antwoord was: Hans-Gert Poettering
Druk: BDU Grafisch Bedrijf
De volgende personen hebben de puzzel goed ingestuurd: Bert Olthof, Piet Spee uit Grashoek, Mieneke van Leeuwen uit Boskoop, De heer G. Noman uit Eersel, De heer W.T. Sterenberg uit Eindhoven, De heer A.P. Roodvoets, Ellettha Schoustra uit Den Haag, Siebolt Dijkstra uit Mantgum, De heer M.E.L. Sterk uit Geldrop, De heer W. Oostenbrink , Mevrouw H.C. Menges-van Walderveen uit Woerden, Pauline Beernink uit Dordrecht, B. Veenhuis-Hubers uit Baak, C. Koning uit Zeist, B.G. Eilering uit Emmen, Mevrouw W. Timmermans-Rijken uit Sprang-Capelle, J. Bragt uit IJmuiden, D. van Leeuwen uit Boskoop, Mevrouw G. Goelema uit Aalten, J.H. Vossen uit Nuenen, H. de Groot uit Workum, Mevrouw B. de Witte Visser uit Makkum, Mevrouw E. Hansma-van der Bij, H.v.d. Vries uit Bedum, H. van ‘t Ende uit Hattemerbroek, C.Th.van Gennep uit Moordrecht, De heer J.A.J. Berk uit Bilthoven, J.P. de Wit uit Rotterdam Na loting is mevrouw B. de Witte Visser uit Makkum als prijswinnaar uit de bus gekomen. De originele EVP-ED paraplu zal aan haar toegestuurd worden. Over de uitslag kan niet gecorrespondeerd worden.
Karla Peijs verlaat Europees Parlement
Onze adressen
Karla Peijs is minister van Verkeer en Waterstaat geworden. Gelukkig betekent dit niet dat zij verloren is voor de Europese politiek. Als minister is zij ook lid van de Raad van Minsters, die samen met het Europees Parlement Europese wetten maakt. Brussel is dus nog niet van haar af! In het volgende nummer interviewen we de kersverse minister. Haar opvolger in het Europees Parlement is geen onbekende. Peter Pex uit Rotterdam is de eerste opvolger op de lijst. Hij was van 1994 tot 1999 al lid van het Europees Parlement.
EVP-ED-fractie Brussel LEO 3 F 142 Wiertzstraat 43 1047 Brussel
Uw CDA-delegatie in het Europees Parlement:
EVP-ED-fractie via Internet www.europarl.eu.int/ppe
EVP-partij via Internet www.evppe.org
CDA-secretariaat via Internet www.cda.nl
Hanja Maij-We g g e n
Wi m v a n Ve l z e n
Ria Oomen-Ruijten
website: www.maij-weggen.com tel: 00 32 2 284 58 67 fax: 00 32 2 284 98 67 e-mail:
[email protected]
website: www.wimvanvelzen.nl tel: 00 32 2 284 56 23 fax: 0032 2 284 96 23 e-mail:
[email protected]
website: www.oomen-euro.org tel: 0475 420325 fax: 0475 420932 e-mail:
[email protected]
A l b e rt Jan Maat
B e rt D o o r n
Arie Oostlander
B a rt h o P ro n k
Maria Mart e n s
website: www.ajmaat.nl tel: 050 5736470 fax: 050 5792884 e-mail:
[email protected]
website: www.bertdoorn.nl/ tel: 070 3424816 fax: 070 3643417 e-mail:
[email protected]
website: www.oostlander.net tel: 0314 36 22 23 fax: 0314 36 21 17 e-mail:
[email protected]
website: www.barthopronk.com tel: 0346 21 22 91 fax: 0346 211502 e-mail:
[email protected]
website: www.mariamartens.nl tel: 026 4421602 fax: 026 4421940 e-mail:
[email protected]
8
EURO
Redactie-adres Eduard Slootweg Voorlichter EVP-ED-fractie LEO 3 F 142 Wiertzstraat 43 1047 Brussel
Jaargang 9 nummer 3