BEREKENING VAN DE NETTOMAANDWEDDE VAN EEN CONTRACTUEEL PERSONEELSLID
Bijwerking van 23.06.2011
FOD FINANCIEN – THESAURIE DIENST BETALINGEN WEDDEN & PENSIOENEN KUNSTLAAN 30 1040 BRUSSEL www.wedden.fgov.be
INHOUDSTAFEL Inhoudstafel ...................................................................................................... 2 Berekening nettomaandwedde contractueel personeelslid...................................... 3 Brutomaandwedde ............................................................................................. 4 Voorbeelden: berekening butomaandwedde bij volledige prestaties................... 6 Voorbeelden: berekening brutomaandwedde bij afwezigheden van korte duur ... 7 Voorbeelden: berekening brutomaandwedde bij verminderde prestaties ............ 9 Voorbeelden: berekening brutomaanwedde bij een combinatie van verminderde prestaties + afwezigheden van korte duur ................................. 11 Bijdrage R.S.Z.................................................................................................. 14 Haard- of standplaatstoelage ............................................................................ 17 Belastbare toelagen.......................................................................................... 20 Totaal belastbaar bedrag .................................................................................. 21 Bedrijfsvoorheffing ........................................................................................... 22 Bijzondere bijdrage sociale zekerheid................................................................. 23 Voorbeelden: berekening Bijzondere bijdrage sociale zekerheid ...................... 24 Niet-belastbare vergoedingen............................................................................ 25 Niet-belastbare inhoudingen ............................................................................. 26 Nettomaandwedde = betaald bedrag................................................................. 27 Verjaringsregels herberekeningen wedde, toelagen en vergoedingen contractuelen................................................................................................... 28
23.06.2011
2
BEREKENING NETTOMAANDWEDDE CONTRACTUEEL PERSONEELSLID Schema
23.06.2011
+ + -
brutomaandwedde haard- of standplaatstoelage belastbare toelagen bijdrage R.S.Z.
=
totaal belastbaar bedrag
+ -
bedrijfsvoorheffing bijzondere bijdrage sociale zekerheid niet-belastbare vergoedingen niet-belastbare inhoudingen
= =
nettomaandwedde betaald bedrag
3
BRUTOMAANDWEDDE Algemene formule voor de berekening van de brutomaandwedde: jaarwedde ( + weddecompl ement ) x index x prestaties 12
¾ De jaarwedde is afhankelijk van: de weddeschaal Er zijn 2 soorten weddeschalen: ① de weddeschalen verbonden aan de graden die gemeenschappelijk zijn voor de verschillende overheidsdiensten (gemene graden) ② de weddeschalen verbonden aan graden die specifiek zijn voor bepaalde departementen /instellingen (bijzondere graden)
de weddeanciënniteit Iemands geldelijke anciënniteit wordt, behoudens uitzonderingen, bepaald door de werkelijke diensten die betrokkene verricht(te).
Uitzonderingen: sommige werkelijk verrichte diensten worden maar gedeeltelijk (bv. bij overgang niveau) of helemaal niet (leeftijdsklassen) in aanmerking genomen. ¾ Een weddecomplement is een bijkomend jaarbedrag. Het weddecomplement wordt bij de jaarwedde gevoegd om de brutomaandwedde te berekenen. Bepaalde graden bij enkele departementen hebben recht op een weddecomplement. Ook personeelsleden die werken in het stelsel van de vrijwillige 4-dagenweek hebben recht op een weddecomplement (jaarbedrag = € 841,68). Er wordt rekening gehouden met bepaalde weddecomplementen bij de berekening van het pensioenbedrag (opsomming van deze weddecomplementen in de Wet van 25 januari 1999 of indien het weddecomplement “inherent is aan het ambt”). Het weddecomplement van de vrijwillige 4-dagenweek wordt niet in aanmerking genomen bij de berekening van het pensioenbedrag.
23.06.2011
4
¾ De index is de verhogingscoëfficiënt die o.a. gebruikt wordt voor de berekening van de brutomaandwedde. Overzicht indexcoëfficiënten Geldig vanaf
Index
01/03/2002
1,2936
01/07/2003
1,3195
01/11/2004
1,3459
01/09/2005
1,3728
01/11/2006
1,4002
01/02/2008
1,4282
01/06/2008
1,4568
01/10/2008
1,4859
01/10/2010
1,5157
01/06/2011
1,5460
Elke aanpassing van de index heeft een verhoging van de brutomaandwedde met 2% tot gevolg. ¾ Prestaties: Volledige prestaties: zie voorbeeld pagina 6 Onvolledige prestaties: de verschillende formules voor de bepaling van de prestaties worden bij de voorbeelden uitgelegd.
afwezigheden van korte duur: zie voorbeelden pagina 7
verminderde prestaties: zie voorbeelden pagina 9
combinatie van verminderde prestaties + afwezigheden van korte duur: zie voorbeelden pagina 11
Het resultaat van de berekening van de brutomaandwedde wordt niet afgerond d.w.z. alle cijfers na het 2de decimaal vallen weg.
23.06.2011
5
Voorbeelden: berekening brutomaandwedde bij volledige prestaties Voorbeeld 1 (oktober 2005) Een contractueel personeelslid heeft een jaarwedde van € 15 175,63 en werkt voltijds. Berekening brutomaandwedde oktober 2005:
jaarwedde x index x prestaties 12 =
€ 15 175,63 x 1,3728 x 100% = € 1 736,09 12
Voorbeeld 2 (januari 2007) Een contractueel personeelslid heeft een jaarwedde van € 35 683,60 en een weddecomplement van € 4 005,97. Hij werkt voltijds. Berekening brutomaandwedde januari 2007:
( jaarwedde + weddecompl ement ) x index x prestaties 12 =
23.06.2011
(€ 35 683,60 + € 4 005,97) x 1,4002 x 100% = € 4 631,11 12
6
Voorbeelden: berekening brutomaandwedde bij afwezigheden van korte duur Afwezigheden van korte duur zijn niet-bezoldigde afwezigheden waarvan de duur beperkt is in de tijd (van enkele uren tot enkele weken, minder dan 1 maand). Voorbeelden: X verlof dwingende redenen van familiaal belang X staking X ongewettigde afwezigheid X vaderschapsverlof contractuelen
Bij afwezigheden van korte duur worden de prestaties in werkdagen berekend. Werkdag: alle dagen behalve zaterdag en zondag; ook de feestdagen worden beschouwd als werkdagen indien ze niet op zaterdag of zondag vallen.
Formule voor de bepaling van de prestaties:
aantal gepresteerde werkdagen in de maand aantal te presteren werkdagen volledige maand
Het berekeningsprogramma voor de wedde berekent op basis van deze breuk een te betalen coëfficiënt in 5 posities (bv. 19/23 = 0,82608). Deze omzetting kan een verschil van enkele eurocent in het resultaat van de berekening van de brutomaandwedde tot gevolg hebben.
23.06.2011
7
Voorbeeld 1 (februari 2007) Een contractueel personeelslid heeft een jaarwedde van € 15 075,63. Hij heeft 4 werkdagen verlof zonder wedde op 7, 14, 21 en 28 februari 2007. Omdat februari 2007 20 werkdagen telt, heeft het personeelslid in februari 16/20 gewerkt.
M D W D V Za Zo
1 2 3 4
FEBRUARI 2007 5 12 6 13 7 14 8 15 9 16 10 17 11 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28
werkdagen Afwezig wegens verlof zonder wedde
Berekening brutomaandwedde februari 2007:
€ 15 075,63 x 1,4002 x 16 / 20 = € 1 407,25 12
Voorbeeld 2 (januari 2007) Een contractueel personeelslid heeft een jaarwedde van € 15 075,63. Hij staakt 4 werkdagen in januari 2007 : 4, 11, 18, en 25 januari 2007. Omdat januari 2007 23 werkdagen telt, heeft het personeelslid in januari 19/23 gewerkt.
werkdagen Afwezig wegens staking
M D W D V Za Zo
1 2 3 4 5 6 7
JANUARI 8 9 10 11 12 13 14
2007 15 16 17 18 19 20 21
22 23 24 25 26 27 28
29 30 31
Berekening brutomaandwedde januari 2007:
€ 15 075,63 x 1,4002 x 19/23 = € 1 453,14 12
23.06.2011
8
Voorbeelden: berekening brutomaandwedde bij verminderde prestaties Bij verminderde prestaties wordt de brutomaandwedde vermenigvuldigd met het te betalen percentage van de verminderde prestaties. Het aantal “werkelijk” gepresteerde werkdagen is niet belangrijk. Voorbeeld 1 (januari 2007) Een contractueel personeelslid heeft een jaarwedde van € 15 075,63. Hij werkt in het stelsel van loopbaanonderbreking 50%.
Berekening brutomaandwedde januari 2007: € 15 075,63 x 1,4002 x 50% = € 879,53 12
Voorbeeld 2 (september 2005) Een contractueel personeelslid heeft een jaarwedde van € 15 075,63. Hij werkt in het stelsel van de vrijwillige 4-dagenweek en heeft dus recht op een weddecomplement van € 841,68. De brutomaandwedde van september 2005 wordt in 3 stappen berekend: 1. Berekening brutomaandwedde zonder weddecomplement: € 15 075,63 x 1,3728 x 80% = € 1 379,72 12
2. Berekening weddecomplement: € 841,68 x 1,3728 = € 96,28 12
23.06.2011
9
3. De brutomaandwedde is de som van beide bedragen : € 1379,72 + € 96,28 = € 1 476,00
Opmerking: als een contractueel personeelslid geen volledige maand verminderde prestaties uitoefent, wordt de brutomaandwedde berekend op basis van het werkelijke aantal gewerkte werkdagen voor die maand.
23.06.2011
10
Voorbeelden: berekening brutomaandwedde bij een combinatie van verminderde prestaties + afwezigheden van korte duur Bij een combinatie van verminderde prestaties en een afwezigheid van korte duur wordt er zowel rekening gehouden met het percentage van de verminderde prestaties als met de gewerkte werkdagen.
Werkdag: alle dagen behalve zaterdag en zondag; ook de feestdagen worden beschouwd als werkdagen indien ze niet op zaterdag of zondag vallen.
Formule bepaling prestaties:
percentage x
23.06.2011
aantal gepresteerde werkdagen in de maand aantal werkdagen volledige maand - aantal niet te presteren werkdagen wegens verminderde prestaties
11
Voorbeeld 1 (februari 2007) Een contractueel personeelslid heeft een jaarwedde van € 15 075,65. Hij werkt in het stelsel van loopbaanonderbreking 50%. Bijkomend neemt hij 4 dagen verlof zonder wedde op 2, 9, 16 en 23 februari 2007. Betrokkene oefent zijn verminderde prestaties uit met volgende 2-wekelijkse werkkalender: X Week 1: werkt niet op maandag, dinsdag en woensdag X Week 2: werkt niet op maandag en dinsdag
FEBRUARI 2007
afwezig wegens verminderde prestaties
afwezig wegens verlof zonder wedde
M D W D V Za Zo
week 2
week 1
week 2
week 1
week 2
12 13 14 15 16 17 17
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28
1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
Berekening van de prestaties voor februari 2007:
50% x
6 10
Waarbij ► 50% = het percentage van de verminderde prestaties ►6
= het aantal gepresteerde werkdagen voor de maand
► 10
= 20 – 10 = het totale aantal werkdagen van de maand - het aantal niet te presteren werkdagen wegens verminderde prestaties
Berekening brutomaandwedde februari 2007: € 15 075,65 x 1,4002 x 50% x 6/10 = € 527,72 12
23.06.2011
12
Voorbeeld 2 (augustus 2006) Een contractueel personeelslid heeft een jaarwedde van € 15 075,65. Hij werkt in het stelsel van loopbaanonderbreking 50%. Bijkomend heeft hij 4 werkdagen gestaakt op 4, 11, 18 en 25 augustus 2006. Betrokkene oefent zijn verminderde prestaties uit met volgende 2-wekelijkse werkkalender: X Week 1: werkt niet op maandag, dinsdag en woensdag X Week 2: werkt niet op maandag en dinsdag AUGUSTUS 2006 M D W D V Za Zo
week 2
week 1
week 2
week 1
week 2
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12 13
14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27
28 29 30 31
afwezig wegens verminderde prestaties
werkdagen Afwezig wegens staking
Berekening van de prestaties voor augustus 2006:
50% x
8 12
Waarbij ► 50% = het percentage van de verminderde prestaties ►8
= het aantal gepresteerde werkdagen van de maand
► 12
= 23 – 11 = het totale aantal werkdagen van de maand – het aantal niet te presteren werkdagen wegens verminderde prestaties
Berekening brutomaandwedde augustus 2006:
€ 15 075,65 x 1,3728 x 50% x 8/12 = € 574,88 12
23.06.2011
13
BIJDRAGE R.S.Z. R.S.Z. is de afkorting van Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De bijdrage R.S.Z. is een sociale zekerheidsbijdrage die gestort wordt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Verschillende sectoren ontvangen een gedeelte van de bijdrage R.S.Z. Er zijn 3 grote categorieën contractuele personeelsleden, met elk een eigen percentage bijdrage R.S.Z. Personeelscategorie
Percentage bijdrage R.S.Z.
gewone contractuele personeelsleden
13,07 %
gesubsidieerde contractuelen
13,07 %
studenten
2,5 % of 4,5%
Berekening: Bijdrage R.S.Z. = 13,07 % of 2,5 % of 4,5% van het bruto onderworpen R.S.Z.
Bruto onderworpen R.S.Z. = Brutomaandwedde + haard- en standplaatstoelage + alle toelagen
De bijdrage R.S.Z. wordt afgerond, d.w.z. ¾ indien het 3de decimaal ≥ 5 is => afronding naar boven ¾ indien het 3de decimaal < 5 is => alles na het 2de decimaal valt weg
23.06.2011
14
De verschillende sectoren die een bepaald percentage ontvangen van de bijdrage R.S.Z. Contractuelen en gesubsidieerde contractuelen Gezondheidszorgen
3,55 %
Invaliditeitsuitkeringen
1,15 %
Werkloosheid
0,87%
Pensioen
7,50 %
Totaal
13,07 %
Studenten Studenten (juli, augustus, september)
2,50 %
Studenten (andere maanden)
4,50 %
Totaal
23.06.2011
2,50 % of 4,50 %
15
Voorbeeld 1: Een gewoon contractueel personeelslid heeft een brutomaandwedde van € 1 129,70 en een haardtoelage van € 57,34. Het bruto onderworpen R.S.Z. is dan € 1 129,70 + € 57,34 = € 1 187,04 Berekening bijdrage R.S.Z.: € 1 187,04 x 13,07 % = € 155,15
Voorbeeld 2: Een jobstudent heeft in augustus 2006 een brutomaandwedde van € 835,24 en een standplaatstoelage van € 21,06. Het bruto onderworpen R.S.Z. is dan € 835,24 + € 21,06 = € 856,30 Berekening bijdrage R.S.Z.: € 856,30 x 2,5 % = € 21,41
23.06.2011
16
HAARD- OF STANDPLAATSTOELAGE Algemene formule voor de berekening van het maandbedrag haard- of standplaatstoelage:
Haard- of standplaatstoelage = jaarbedrag haard - of standplaatstoelage x index x prestaties 12
De haard- of standplaatstoelage wordt toegekend aan alle personeelsleden waarvan de jaarwedde lager is dan een zeker grensbedrag. De maximumjaarwedde die nog recht geeft op:
Haardtoelage = € 18 689,21
Standplaatstoelage = € 18 509,24
Deze toelage wordt kleiner naarmate de wedde groter wordt. Wanneer wordt wat betaald?
Een haardtoelage wordt toegekend aan: 1. Gehuwde of samenlevende contractuele personeelsleden. Ze mag niet worden toegekend aan beide leden van een koppel. Eventueel moeten de partners kiezen wie de haardtoelage en wie de standplaatstoelage zal ontvangen. 2. Alleenstaande contractuele personeelsleden die een gezin vormen met kinderen die recht geven op kinderbijslag.
Een standplaatstoelage wordt toegekend als het personeelslid geen haardtoelage krijgt.
Het resultaat van de berekening van het maandbedrag van de haard- of standplaatstoelage wordt niet afgerond d.w.z. alle cijfers na het 2de decimaal vallen weg.
23.06.2011
17
Hoe wordt het jaarbedrag haard- of standplaatstoelage berekend?
Jaarwedde
1
HAARDTOELAGE Jaarbedrag haardtoelage
< 16 099,84 ≥ 16 099,84 en ≤ 16 459,79 > 16 459,79 en < 18 329,27 ≥ 18 329,27 en ≤ 18 689,22 > 18 689,22
Jaarwedde 1
STANDPLAATSTOELAGE Jaarbedrag standplaatstoelage
< 16 099,84 ≥ 16 099,84 en 16 279,82 > 16 279,82 en < 18 329,27 ≥ 18 329,27 en ≤ 18 509,25 > 18 509,25
maximumbedrag: 719,89 eerste reeks degressieven 2: 669,73 → 362,89 helft maximumbedrag: 359,95 tweede reeks degressieven 2: 357,48 → 5,58 0
maximum bedrag: 359,95 eerste reeks degressieven 2: 309,79 → 197,90 helft maximumbedrag: 179,98 tweede reeks degressieven 2: 177,51 → 9,25 0
1
Opgelet: er wordt rekening gehouden met weddecomplementen (ook met het weddecomplement van de vrijwillige 4-dagenweek!) om het jaarbedrag haard- of standplaatstoelage te bepalen. 2 “Degressief” wil zeggen dat het toegekende jaarbedrag haard- of standplaatstoelage geleidelijk kleiner wordt naarmate de wedde groter wordt.
23.06.2011
18
Voorbeeld 1 (oktober 2006) Een contractueel personeelslid is gehuwd en heeft een jaarwedde van € 15 075,63. Hij werkt voltijds. Zijn echtgenote ontvangt standplaatstoelage. Betrokkene heeft recht op het maximumbedrag haardtoelage namelijk € 719,89. Berekening haardtoelage oktober 2006:
€ 719,89 x 1,3728 x 100% = € 82,35 12
Voorbeeld 2 (november 2006)
Een contractueel personeelslid woont samen en heeft een jaarwedde van € 16 212,54. Hij werkt in het stelsel loopbaanonderbreking 50%. Zijn partner werkt in de privé-sector en ontvangt geen haardtoelage. Betrokkene heeft recht op een haardtoelage. Het jaarbedrag van de haardtoelage voor deze wedde is € 607,19 (eerste reeks degressieven). Berekening haardtoelage november 2006:
€ 607,19 x 1,4002 x 50% = € 35,42 12
23.06.2011
19
BELASTBARE TOELAGEN Een belastbare toelage is een bedrag, waarmee rekening gehouden wordt voor de berekening van uw totaal belastbaar. Er wordt bedrijfsvoorheffing op ingehouden. Er zijn 2 soorten belastbare toelagen: indexeerbare
niet - indexeerbare
Indexeerbare belastbare toelage: het bedrag wordt met de index vermenigvuldigd.
Niet - indexeerbare belastbare toelage: het bedrag wordt niet met de index vermenigvuldigd.
Berekening toelage:
Berekening toelage:
maandbedrag x index x prestaties* jaarbedrag x index x prestaties* 12
Voorbeeld 1 (maart 2007) Tweetaligheidspremie van € 12,40 (maandbedrag) Berekening betaald bedrag maart 2007:
jaarbedrag x prestaties * 12
maandbedrag x prestaties*
Voorbeeld 3 (maart 2007) Specificiteitstoelage van € 669,31 (jaarbedrag) Berekening betaald bedrag maart 2007:
€ 12,40 x 1,4002 = € 17,36 € 669,31 = € 55,77 12
Voorbeeld 2 (maart 2007) Tweetaligheidspremie van € 12,40 Betrokkene werkt in het stelsel van loopbaanonderbreking 50% Berekening betaald bedrag maart 2007:
€ 12,40 x 1,4002 x 50% = € 8,68
Voorbeeld 4 (maart 2007) Specificiteitstoelage van € 669,31 Betrokkene werkt in het stelsel van de vrijwillige 4-dagenweek Berekening betaald bedrag maart 2007: € 669,31 x 80% = € 44,61 12
Het resultaat van de berekening van de toelage wordt niet afgerond d.w.z. alle cijfers na het 2de decimaal vallen weg. * Bij de berekening van de belastbare toelage wordt meestal rekening gehouden met de prestaties.
23.06.2011
20
TOTAAL BELASTBAAR BEDRAG
brutomaandwedde + haard- of standplaatstoelage + belastbare toelagen - bijdrage R.S.Z. = totaal belastbaar bedrag
Het totaal belastbaar bedrag wordt als basis voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing gebruikt.
23.06.2011
21
BEDRIJFSVOORHEFFING Dit is een voorschot op uw belastingen. Hoe meer u verdient, hoe meer bedrijfsvoorheffing er ingehouden wordt. Bij de berekening van de bedrijfsvoorheffing wordt o.a. rekening gehouden met:
het totaal belastbaar bedrag
uw burgerlijke staat
de inkomsten van uw echtgeno(o)t(e)
het aantal kinderen die u ten laste heeft
andere personen die u ten laste heeft (ouders, grootouders, broers, zussen…)
extra verminderingen zoals bv. ongehuwde vader / moeder, niet–hertrouwde weduwe / weduwnaar
Op de loonfiche 281.10, die u jaarlijks ontvangt voor het invullen van uw aangifte voor de Directe Belastingen, wordt de bedrijfsvoorheffing vermeld in de rubriek 286. De inhoudingen zijn vastgelegd in bedrijfsvoorheffingschalen die u op onze website www.wedden.fgov.be bij “Publicaties” kan terugvinden.
23.06.2011
22
BIJZONDERE BIJDRAGE SOCIALE ZEKERHEID Elk personeelslid is sinds 1 april 1994 onderworpen aan deze bijdrage. De bijzondere bijdrage wordt op de loonfiche 281.10 die u jaarlijks ontvangt voor het invullen van uw belastingaangifte, vermeld in de rubriek 287. De grootte van uw bijdrage hangt af van:
uw inkomen (maandelijks bruto onderworpen R.S.Z.)
uw burgerlijke staat
Berekening van de bijdrage: INHOUDING BIJZONDERE BIJDRAGE VANAF 1.1.2002 (EURO) Alleenstaand of X = maandelijks bruto echtgeno(o)t(e) onderworpen R.S.Z. zonder beroepsinkomsten 1
X < 1 095,10
2 1 095,10 ≤ X < 1 945,39 3 1 945,39 ≤ X < 2 190,19
0
0
0
9,30
7,6% van het verschil tussen X - 1 945,38
7,6% van het verschil tussen X - 1 945,38
met een maximum van 18,60
met een minimum van 9,30 en een maximum van 18,60
4 2 190,19 ≤ X < 6 038,83
5
X ≥ 6 038,83
Echtgeno(o)t(e) met beroepsinkomsten
18,60 + 1,1% van het verschil tussen
18,60 + 1,1% van het verschil tussen X – 2 190,18
X – 2 190,18
Met een maximum van 51,64
60,94
51,64
De Bijzondere bijdrage sociale zekerheid wordt afgerond, d.w.z. ► indien het 3de decimaal ≥ 5 is ⇒ afronding naar boven ► indien het 3de decimaal < 5 is ⇒ alles na het 2de decimaal valt weg.
23.06.2011
23
Voorbeelden: berekening Bijzondere bijdrage sociale zekerheid Voorbeeld 1 Een contractueel personeelslid heeft een bruto onderworpen R.S.Z. van € 2 918,82 en heeft een echtgenote met beroepsinkomsten. De berekening van de bijzondere bijdrage moet dus gebeuren volgens de formule in rij 4 en in de kolom “Echtgeno(o)t(e) met beroepsinkomsten”. Dus: € 18,60 + [1,1% x (€ 2 918,82 – € 2 190,18)] = € 18,60 + [1,1% x € 728,64] = € 18,60 + € 8,0150 = € 26,6150 = € 26,62 Er zal € 26,62 bijzondere bijdrage ingehouden worden. Voorbeeld 2 Een contractueel personeelslid heeft een bruto onderworpen R.S.Z. van € 1 702,07 en heeft een echtgenote met beroepsinkomsten. De berekening van de bijzondere bijdrage moet dus gebeuren volgens de formule in rij 2 en kolom “Echtgeno(o)t(e) met beroepsinkomsten. De bijzonder bijdrage is een vast bedrag nl. € 9,30 Voorbeeld 3 Een contractueel personeelslid heeft een bruto onderworpen R.S.Z. aan € 2 122,03 en heeft een echtgenote zonder beroepsinkomsten. De berekening zal gebeuren volgens rij 3 en kolom “Alleenstaand of echtgeno(o)t(e) zonder beroepsinkomsten”. Dus: (€ 2 122,03 - € 1 945,38) x 7,6% = € 176,65 x 7,6% = € 13,4254 = € 13,43
23.06.2011
24
NIET-BELASTBARE VERGOEDINGEN Een niet - belastbare vergoeding is een bedrag waarop geen bedrijfsvoorheffing ingehouden wordt. Het maandbedrag van de vergoeding is dus het bedrag dat u werkelijk ontvangt. Er zijn 2 soorten niet–belastbare vergoedingen: indexeerbare Indexeerbare niet - belastbare vergoeding: het bedrag wordt met de index vermenigvuldigd. Berekening van de vergoeding: jaarbedrag x index x prestaties * 12
of maandbedrag x index x prestaties*
Voorbeeld 1 (maart 2007) Vergoeding bureaukosten: € 892,42 (jaarbedrag) Berekening betaald bedrag maart 2007
niet - indexeerbare Niet - indexeerbare niet - belastbare vergoeding: het bedrag wordt niet met de index vermenigvuldigd. Berekening van de vergoeding: jaarbedrag x prestaties* 12
of het maandbedrag x prestaties*
Voorbeeld 3 (maart 2007) Vergoeding onaangenaamheden van € 25 (maandbedrag) Het betaald bedrag maart 2007 = € 25
€ 892,42 x 1,4002 = € 104,13 12
Voorbeeld 2 (maart 2007) Telefoonvergoeding: € 13,39 (maandbedrag) Betrokkene werkt in het systeem van de vrijwillige 4 dagenweek Berekening betaald bedrag maart 2007: € 13,39 x 1,4002 x 80% = € 14,99
Het resultaat van de berekening van de vergoeding wordt niet afgerond d.w.z. alle cijfers na het 2de decimaal vallen weg. * Bij de berekening van de niet-belastbare vergoeding wordt soms rekening gehouden met de prestaties.
23.06.2011
25
NIET-BELASTBARE INHOUDINGEN
Een niet - belastbare inhouding is het resultaat van een negatieve herberekening van een vorige betaling (wedde of kinderbijslag).
Een inhouding betekent dat er vroeger te veel wedde of kinderbijslag werd betaald. Wat u te veel ontvangen hebt, wordt nu in één keer of gedurende verschillende maanden op de wedde ingehouden. Te veel betaalde kinderbijslag wordt op de kinderbijslag, die nog betaald wordt, ingehouden. Pas als dit niet meer mogelijk is (vb. er wordt geen kinderbijslag meer betaald), wordt de schuld op de wedde ingehouden.
Verjaringregels i.v.m. negatieve herberekeningen wedde Schuld ontstaan tijdens en in het kader van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst: ¾ 5 jaar te rekenen vanaf de onverschuldigde betaling Schuld ontstaan na de beëindiging van de arbeidersovereenkomst en die geen betrekking heeft op de uitvoering van voornoemde overeenkomst: ¾ 10 jaar te rekenen vanaf de onverschuldigde betaling Enkel een deurwaardersexploot stuit de verjaring.
Voorbeelden zie p. 29 en 30.
23.06.2011
26
NETTOMAANDWEDDE = BETAALD BEDRAG
De nettomaandwedde is het bedrag dat op de voorlaatste werkdag van de maand betaald wordt.
Uitzondering: de wedde van december wordt op de eerste werkdag van het volgend jaar betaald.
23.06.2011
27
VERJARINGSREGELS HERBEREKENINGEN WEDDE, TOELAGEN EN VERGOEDINGEN CONTRACTUELEN
Algemene regel: de verjaring moet altijd ingeroepen worden door degene die er voordeel bij heeft. De verjaring wordt nooit ambtshalve toegepast.
1. Positieve herberekeningen (betaling achterstallen) 10 jaar – te rekenen vanaf de 1ste januari van het jaar dat de schuldvordering ontstaat. Deze verjaring wordt onderbroken door een erkenning van de schuld of door een deurwaardersexploot. Voorbeeld Een contractueel personeelslid ontdekt in september 2005 dat hij vanaf 1.7.1993 recht heeft op haardtoelage. De personeelsdienst roept voor een gedeelte van de periode de verjaring in: ¾ Jaar van ontstaan schuldvordering = 1.7.1993 = 1993 ¾ 10 jaar te tellen vanaf 1.1.1993 ¾ Achterstallen voor y 1993 mogen betaald worden t.e.m. 31.12.2002 y 1994 mogen betaald worden t.e.m. 31.12.2003 y 1995 mogen betaald worden t.e.m. 31.12.2004 y 1996 mogen betaald worden t.e.m. 31.12.2005 ¾ In 2005 mogen achterstallen vanaf 1.1.1996 uitbetaald worden. ¾ Achterstallen vóór 1.1.1996 zijn verjaard: er zullen geen achterstallen uitbetaald worden voor de periode van 1.7.1993 t.e.m. 31.12.1995
23.06.2011
28
2. Negatieve herberekeningen (inhoudingen) X Schuld ontstaan tijdens en in het kader van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. ¾ 5 jaar te rekenen vanaf de onverschuldigde betaling Opgelet: de termijn van 1 jaar na het beëindigen van de arbeidersovereenkomst mag nooit overschreden worden Voorbeeld 1: Een personeelsdienst ontdekt in september 2005 dat een ziekteverlof (geen recht op wedde – te betalen door de mutualiteit) voor maart 2000 niet doorgegeven werd aan de C.D.V.U.. Betrokken personeelslid is nog steeds in dienst. In extremis wordt dit ziekteverlof doorgegeven aan de C.D.V.U., die de negatieve herberekening doet. Betrokken personeelslid kan de verjaring inroepen: ¾ Betaling wedde maart 2000: 31 maart 2000 ¾ 5 jaar te rekenen vanaf 31 maart 2000 ¾ Op 1 april 2005 verjaart de betaling uitgevoerd op 31 maart 2000 ¾ Betrokken personeelslid roept effectief de verjaring in en moet niet terugbetalen. Voorbeeld 2: Een personeelsdienst ontdekt in september 2005 dat een verlof dwingende redenen voor juli 2004 niet doorgegeven werd aan de C.D.V.U.. Het contract van betrokken personeelslid liep af op 31 augustus 2004. In extremis wordt het verlof dwingende redenen doorgegeven aan de C.D.V.U., die de negatieve herberekening doet. Betrokken personeelslid kan de verjaring inroepen: ¾ Betaling wedde juli 2004: 29 juli 2004 ¾ Betrokkene is vanaf 1 september 2004 niet meer in dienst => op 1 september 2005 verjaren alle onverschuldigde betalingen die gedaan werden tijdens en in uitvoering van het arbeidscontract. ¾ Betrokken personeelslid roept effectief de verjaring in en moet niet terugbetalen.
23.06.2011
29
X Schuld ontstaan na de beëindiging van de arbeidersovereenkomst en die geen betrekking heeft op de uitvoering van voornoemde overeenkomst. ¾ 10 jaar te rekenen vanaf de onverschuldigde betaling Voorbeeld: Een contractueel personeelslid heeft een contract t.e.m. 30 juni 2005. De CDVU wordt pas in september 2005 op de hoogte gebracht van het einde van het contract: de wedde van juli en augustus 2005 worden nog ten onrechte uitbetaald. ¾ De wedde van juli 2005 werd betaald op 28 juli 2005. ¾ De wedde van augustus 2005 werd betaald op 30 augustus 2005. ¾ De CDVU heeft 10 jaar om de onverschuldigde betaling terug te vorderen. •
wedde juli 2005: verjaart op 28 juli 2015
•
wedde augustus 2005 : verjaart op 30 augustus 2015
¾ Betrokkene kan de verjaring voorlopig niet inroepen.
Enkel een deurwaardersexploot stuit de verjaring.
23.06.2011
30