AEDE Nederland Profielwerkstuk-Award 2012 In haar jubileumjaar 2012 startte de AEDE Nederland met het uitreiken van een award voor het beste profielwerkstuk rond internationalisering. Met deze prijs wil de AEDE leerlingen aanmoedigen om een profielwerkstuk te maken rond een internationaal thema, bij voorkeur in samenwerking met leerlingen van een partnerschool, maar in ieder geval door middel van bronnen uit het buitenland. Voor de beoordeling van de ingezonden profielwerkstukken zijn onderstaande criteria opgesteld. Beoordelingscriteria voor de award voor het beste profielwerkstuk op het gebied van internationalisering voor vwo, havo en vmbo. Leeswijzer De schooltypen hebben een eigen kleur: vwo = geel, havo = groen, vmbo = roze De criteria voor ELOS en TTO-scholen, en scholen met of zonder EIO zijn verschillend. Verder wordt er verschil gemaakt tussen scholen zonder én met een buitenlandse partner. Bij scholen met een buitenlandse partner staan onder „samenwerking met de buitenlandse partner“ criteria genoemd, die extra punten opleveren.
Gebruikte afkortingen ELOS = Europa als Leeromgeving Op School TTO = TweeTalig Onderwijs EIO = Europese en internationale orientatie).
1
VWO
Is uw school een ELOS-school of een school met TTO en EIO?
Geeft uw school EIOlessen?
Is uw school geen ELOSschool, geen TTO-school en worden er geen EIO-lessen aangeboden?
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIOstandaarden.
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIOstandaarden.
Het thema is een internationaal relevant en actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIOstandaarden.
2. Schriftelijke bronnen
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 75%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 50%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 25%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
3. Mondelinge bronnen
De leerling gebruikt mondelinge bronnen in de MVT (interviews) en kan deze door middel van film- en/of audio-opnamen aantonen. (migranten, skype e.d.)
4. Taal
Geheel werkstuk in een MVT* (tenminste CEF B2-niveau)
Abstract of tenminste één deelvraag in een MVT* (tenminste CEF B2-niveau)
5. Presentatie
Geheel in het Engels (tenminste CEF B2-niveau)
Tenminste één onderdeel van de presentatie in een MVT* (tenminste CEF B2-niveau)
Bij voorkeur één deelvraag, één interview of abstract in een MVT* (tenminste CEF B1niveau) Bij voorkeur één onderdeel in een MVT* (tenminste CEF B2niveau)
ZONDER SAMENWERKING MET EEN BUITENLANDSE PARTNERSCHOOL 1. Thema
Opmerkingen
2
6. Werkstuk
7. Reflectie
Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APA-notatie) e.d. en netjes verzorgd. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APA-notatie) e.d. en netjes verzorgd. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APA-notatie) e.d. en netjes verzorgd. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
* De meeste ELOS- en TTO-scholen bieden Engels aan; het werkstuk/een deelvraag voor een niet ELOS- of TTO-school mag ook in een andere MVT, die op school wordt aangeboden.
3
HAVO
Is uw school een ELOS-school of een school met TTO en EIO?
Geeft uw school EIOlessen?
Is uw school geen ELOSschool, geen TTO-school en worden er geen EIO-lessen aangeboden?
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIOstandaarden.
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIOstandaarden.
Het thema is een internationaal relevant en actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIOstandaarden.
2. Schriftelijke bronnen
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 75%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 50%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 25%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
3. Mondelinge bronnen
De leerling gebruikt mondelinge bronnen in de MVT (interviews) en kan deze door middel van film- en/of audio-opnamen aantonen. (migranten, skype e.d.)
4. Taal
Geheel werkstuk in een MVT* (tenminste CEF B1-niveau)
Abstract of tenminste één deelvraag in een MVT* (tenminste CEF B1-niveau)
5. Presentatie
Geheel in het Engels (tenminste CEF B1-niveau)
Tenminste één onderdeel van de presentatie in een MVT* (tenminste CEF B1-niveau)
Bij voorkeur één deelvraag, één interview of abstract in een MVT* (tenminste CEF B1niveau) Bij voorkeur één onderdeel in een MVT* (tenminste CEF B1niveau)
ZONDER SAMENWERKING MET EEN BUITENLANDSE PARTNERSCHOOL 1. Thema
Opmerkingen
4
6. Werkstuk
7. Reflectie
Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APA-notatie) e.d. en netjes verzorgd. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APA-notatie) e.d. en netjes verzorgd. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APA-notatie) e.d. en netjes verzorgd. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
* De meeste ELOS- en TTO-scholen bieden Engels aan; het werkstuk/een deelvraag voor een niet ELOS- of TTO-school mag ook in een andere MVT, die op school wordt aangeboden.
5
VMBO
Is uw school een ELOS-school of een school met TTO en EIO?
Geeft uw school EIOlessen?
Is uw school geen ELOSschool, geen TTO-school en worden er geen EIO-lessen aangeboden?
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIOstandaarden.
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIOstandaarden.
Het thema is een internationaal relevant en actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIOstandaarden.
2. Schriftelijke bronnen
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 75%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 50%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 25%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
3. Mondelinge bronnen
De leerling gebruikt mondelinge bronnen in de MVT (interviews) en kan deze door middel van film- en/of audio-opnamen aantonen. (migranten, skype e.d.)
4. Taal
Geheel werkstuk in een MVT* (tenminste CEF A2-niveau)
Abstract of tenminste één deelvraag in een MVT* (tenminste CEF A2-niveau)
5. Presentatie
Geheel in het Engels (tenminste CEF A2-niveau)
Tenminste één onderdeel van de presentatie in een MVT* (tenminste CEF A2-niveau)
Bij voorkeur één deelvraag, één interview of abstract in een MVT* (tenminste CEF A2niveau) Bij voorkeur één onderdeel in een MVT* (tenminste CEF A2niveau)
ZONDER SAMENWERKING MET EEN BUITENLANDSE PARTNERSCHOOL 1. Thema
Opmerkingen
6
6. Werkstuk
7. Reflectie
1. titelpagina / voorblad sectorwerkstuk"; 2. inhoudsopgave en paginanummering; 3. inleiding met hoofdvraag en waarom het onderwerp gekozen is; 4. plan van aanpak en logboek; 5. beantwoorden van hoofdvraag en deelvragen; 6. verslag van enquête, interview of bezoek aan een bedrijf of instelling; 7. eigen mening/conclusie met wat je er van geleerd hebt; 8. bronvermelding. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
1. titelpagina / voorblad sectorwerkstuk"; 2. inhoudsopgave en paginanummering; 3. inleiding met hoofdvraag en waarom het onderwerp gekozen is; 4. plan van aanpak en logboek; 5. beantwoorden van hoofdvraag en deelvragen; 6. verslag van enquête, interview of bezoek aan een bedrijf of instelling; 7. eigen mening/conclusie met wat je er van geleerd hebt; 8. bronvermelding. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
1. titelpagina / voorblad sectorwerkstuk"; 2. inhoudsopgave en paginanummering; 3. inleiding met hoofdvraag en waarom het onderwerp gekozen is; 4. plan van aanpak en logboek; 5. beantwoorden van hoofdvraag en deelvragen; 6. verslag van enquête, interview of bezoek aan een bedrijf of instelling; 7. eigen mening/conclusie met wat je er van geleerd hebt; 8. bronvermelding. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
* De meeste ELOS- en TTO-scholen bieden Engels aan; het werkstuk/een deelvraag voor een niet ELOS- of TTO-school mag ook in een andere MVT, die op school wordt aangeboden
7
VWO
MET EEN BUITENLANDSE PARTNERSCHOOL 1. Thema
2. Schriftelijke bronnen
Is uw school een ELOS-school of een school met TTO en EIO?
Geeft uw school EIOlessen?
Is uw school geen ELOSschool, geen TTO-school en worden er geen EIOlessen aangeboden?
Samenwerking buitenlandse partner (+ = extra punten)
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIO-standaarden.
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIO-standaarden.
Het thema is een internationaal relevant en actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIO-standaarden.
+ Thema wordt samen met buitenlandse partner bepaald + Leerlingen van twee landen werken aan één onderzoek + Invalshoeken vanuit beide landen + Onderzoek (gedeeltelijk) in het partnerland**
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 75%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 50%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 25%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
+ De leerling maakt gebruik van bronnen uit het partnerland
De leerling gebruikt mondelinge bronnen in de MVT (interviews) en kan deze door middel van filmen/of audio-opnamen aantonen. Abstract of tenminste één deelvraag in een MVT* (tenminste CEF B2-niveau)
De leerling gebruikt mondelinge bronnen in de MVT (interviews) en kan deze door middel van filmen/of audio-opnamen aantonen. Bij voorkeur één deelvraag, één interview of abstract in een MVT* (tenminste CEF B1-niveau)
+ Interviews met of via de partnerschool (tijdens bezoek aan partnerland of zonder mobiliteit via multimedia)
3. Mondelinge bronnen De leerling gebruikt mondelinge bronnen in de MVT (interviews) en kan deze door middel van filmen/of audio-opnamen aantonen. 4. Taal Geheel werkstuk in een MVT* (tenminste CEF B2niveau)
Opmerkingen
8
5. Presentatie
6. Werkstuk
7. Reflectie
Geheel in het Engels Tenminste één onderdeel (tenminste CEF B2-niveau) van de presentatie in een MVT* (tenminste CEF B2niveau) Moet voldoen aan de Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, deelvragen, conclusie, bronvermelding (APAbronvermelding (APAnotatie) e.d. en netjes notatie) e.d. en netjes verzorgd. verzorgd. Leerling kan duidelijk Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het aangeven in hoeverre het proces zijn proces zijn Europese/internationale Europese/internationale denken heeft beïnvloed. denken heeft beïnvloed.
Bij voorkeur één onderdeel in een MVT* (tenminste CEF B2-niveau)
+ Met het partnerland + Ook in het partnerland
Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APAnotatie) e.d. en netjes verzorgd. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
+ Tenminste één deelvraag samen met partner uitgewerkt
Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre de samenwerking met de buitenlandse partner zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
* De meeste ELOS- en TTO-scholen bieden Engels aan; het werkstuk/een deelvraag voor een niet ELOS- of TTO-school mag ook in een andere MVT, die op school wordt aangeboden ** Bijvoorbeeld: Tijdens een reguliere uitwisseling, direct voor of na een reguliere uitwisseling (leerling blijft langer voor zijn onderzoek), bezoek alleen voor onderzoek aan het partnerland
9
HAVO
MET EEN BUITENLANDSE PARTNERSCHOOL 1. Thema
2. Schriftelijke bronnen
Is uw school een ELOS-school of een school met TTO en EIO?
Geeft uw school EIOlessen?
Is uw school geen ELOSschool, geen TTO-school en worden er geen EIOlessen aangeboden?
Samenwerking buitenlandse partner (+ = extra punten)
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIO-standaarden.
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIO-standaarden.
Het thema is een internationaal relevant en actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIO-standaarden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 75%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 50%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 25%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
+ Thema wordt samen met buitenlandse partner bepaald + Leerlingen van twee landen werken aan één onderzoek + Invalshoeken vanuit beide landen + Onderzoek (gedeeeltelijk) in het partnerland** + De leerling maakt gebruik van bronnen uit het partnerland
3. Mondelinge bronnen De leerling gebruikt mondelinge bronnen in de MVT (interviews) en kan deze door middel van filmen/of audio-opnamen aantonen. (migranten, skype e.d.)
Opmerkingen
+ Interviews met of via de partnerschool (tijdens bezoek aan partnerland of zonder mobiliteit via multimedia)
10
4. Taal
Geheel werkstuk in een MVT* (tenminste CEF B1niveau)
Abstract of tenminste één deelvraag in een MVT* (tenminste CEF B1-niveau)
5. Presentatie
Geheel in het Engels (tenminste CEF B1niveau)
6. Werkstuk
Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APAnotatie) e.d. en netjes verzorgd. Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft.
Tenminste één onderdeel van de presentatie in een MVT* (tenminste CEF B1niveau) Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APAnotatie) e.d. en netjes verzorgd.
7. Reflectie
Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
Bij voorkeur één deelvraag, één interview of abstract in een MVT* (tenminste CEF B1-niveau) Bij voorkeur één onderdeel in een MVT* (tenminste CEF B1-niveau)
+ Met het partnerland + Ook in het partnerland
Moet voldoen aan de gebruikelijke eisen aan een profielwerkstuk: abstract, onderzoeksvraag. deelvragen, conclusie, bronvermelding (APAnotatie) e.d. en netjes verzorgd.
+ Tenminste één deelvraag samen met partner uitgewerkt
Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre de samenwerking met de buitenlandse partner zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
* De meeste ELOS- en TTO-scholen bieden Engels aan; het werkstuk/een deelvraag voor een niet ELOS- of TTO-school mag ook in een andere MVT, die op school wordt aangeboden ** Bijvoorbeeld: Tijdens een reguliere uitwisseling, direct voor of na een reguliere uitwisseling (leerling blijft langer voor zijn onderzoek), bezoek alleen voor onderzoek aan het partnerland
11
VMBO
MET EEN BUITENLANDSE PARTNERSCHOOL 1. Thema
2. Schriftelijke bronnen
Is uw school een ELOS-school of een school met TTO en EIO?
Geeft uw school EIOlessen?
Is uw school geen ELOSschool, geen TTO-school en worden er geen EIOlessen aangeboden?
Samenwerking buitenlandse partner (+ = extra punten)
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIO-standaarden.
Het thema is een internationaal relevant en/of actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIO-standaarden.
Het thema is een internationaal relevant en actueel thema of het heeft een directe relatie met de EU en is afgeleid van de EIO-standaarden.
+ Thema wordt samen met buitenlandse partner bepaald + Leerlingen van twee landen werken aan één onderzoek + Invalshoeken vanuit beide landen + Onderzoek (gedeeltelijk) in het partnerland**
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 75%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 50%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
De leerling maakt gebruik van bronnen in de MVT (tenminste 25%), die in de bronnenlijst expliciet vermeld moeten worden.
+ De leerling maakt gebruik van bronnen uit het partnerland
3. Mondelinge bronnen De leerling gebruikt mondelinge bronnen in de MVT (interviews) en kan deze door middel van filmen/of audio-opnamen aantonen. (migranten, skype e.d.)
Opmerkingen
+ Interviews met of via de partnerschool (tijdens bezoek aan partnerland of zonder mobiliteit via multimedia)
12
4. Taal
Geheel werkstuk in een MVT* (tenminste CEF A2niveau)
Abstract of tenminste één deelvraag in een MVT* (tenminste CEF A2-niveau)
5. Presentatie
Geheel in het Engels (tenminste CEF A2niveau)
6. Werkstuk
1. titelpagina / voorblad sectorwerkstuk"; 2. inhoudsopgave en paginanummering; 3. inleiding met hoofdvraag en waarom het onderwerp gekozen is; 4. plan van aanpak en logboek; 5. beantwoorden van hoofdvraag en deelvragen; 6. verslag van enquête, interview of bezoek aan een bedrijf of instelling; 7. eigen mening/conclusie met wat je er van geleerd hebt; 8. bronvermelding.
Tenminste één onderdeel van de presentatie in een MVT* (tenminste CEF A2niveau) 1. titelpagina / voorblad sectorwerkstuk"; 2. inhoudsopgave en paginanummering; 3. inleiding met hoofdvraag en waarom het onderwerp gekozen is; 4. plan van aanpak en logboek; 5. beantwoorden van hoofdvraag en deelvragen; 6. verslag van enquête, interview of bezoek aan een bedrijf of instelling; 7. eigen mening/conclusie met wat je er van geleerd hebt; 8. bronvermelding.
Bij voorkeur één deelvraag, één interview of abstract in een MVT* (tenminste CEF A2-niveau) Bij voorkeur één onderdeel in een MVT* (tenminste CEF A2-niveau) 1. titelpagina / voorblad sectorwerkstuk"; 2. inhoudsopgave en paginanummering; 3. inleiding met hoofdvraag en waarom het onderwerp gekozen is; 4. plan van aanpak en logboek; 5. beantwoorden van hoofdvraag en deelvragen; 6. verslag van enquête, interview of bezoek aan een bedrijf of instelling; 7. eigen mening/conclusie met wat je er van geleerd hebt; 8. bronvermelding.
+ Met het partnerland + Ook in het partnerland + Tenminste één deelvraag samen met partner uitgewerkt
13
7. Reflectie
Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre het proces zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
Leerling kan duidelijk aangeven in hoeverre de samenwerking met de buitenlandse partner zijn Europese/internationale denken heeft beïnvloed.
* De meeste ELOS- en TTO-scholen bieden Engels aan; het werkstuk/een deelvraag voor een niet ELOS- of TTO-school mag ook in een andere MVT, die op school wordt aangeboden ** Bijvoorbeeld: Tijdens een reguliere uitwisseling, direct voor of na een reguliere uitwisseling (leerling blijft langer voor zijn onderzoek), bezoek alleen voor onderzoek aan het partnerland
14