AfgiftekAntoor: BRUSSEL X - erkenning : P201009
03
interview Ben Weyts
06
Landbouwvoertuigen
08
Bedrijfscontrole
10
federatie
12
Maaltijdcheques PayCover: Jaarlijkse vakantie CMr-aansprakelijkheidslimiet
26
Verkeersveiligheid Controle van de vakbekwaamheid
Bestelling
21 24
tewerkstelling
Advertenties
15
28
Beloften gelden enkel voor hen die erin geloven Betaald door UPTR heeft het consultancy en expertisekantoor BDO de alarmerende gezondheidstoestand van het Belgische wegvervoer geschetst. • 29% van de ondernemingen hebben een negatief exploitatieresultaat. • 13% van de ondernemingen hebben een negatief eigen vermogen. • 25% van de ondernemingen kampen met liquiditeitsproblemen. • De gemiddelde betalingstermijn van transportfacturen is 65 dagen Deze verontrustende cijfers weerhouden er nochtans onze regionale politici niet van om, de hoofden gebogen, verder te gaan in de richting van een slecht bestudeerde en vooral buitengewoon dure kilometertaks. UPTR herhaalt voor iedereen die er oren naar heeft: op twaalf jaar tijd zullen de transporteurs (en vervolgens hun klanten!) 1,6 miljard euro moeten ten laste nemen, alleen maar om de Belgische kilometerheffing te kunnen betalen... Die 1,6 miljard zal niet worden geïnvesteerd, noch in de infrastructuur noch in de Belgische economie. Voor UPTR is dit de grootste miskleun van het contract met SatellicWelke politicus zal de verantwoordelijkheid voor dit onwaarschijnlijke wanbeheer uiteindelijk op zich nemen? Waarom deze onverantwoordelijke vlucht vooruit? Waarom worden er op dit moment nog steeds geen concrete antwoorden gegeven op de noodkreet van alle economische actoren (de transportfederaties op kop, maar niet alleen zij!)?
30 31
Unie van professionele Transporteurs en Logistieke ondernemers erkende professionele unie nr. 5451 Havenlaan 104-106 1000 Brussel tel: 02 420 54 56 fax: 02 420 67 79
[email protected] www.uptr.be tweemaandelijks • 14e jg
De ‘engagementen’ van de Vlaamse overheid zijn samengevat net iets meer dan een opsomming van goede bedoelingen. Zelfs in de veronderstelling dat al deze beloften zouden worden waargemaakt, stellen ze wiskundig gesproken niets voor bij het opvangen van de klap voor de Belgische transporteurs. Daar is een reden voor: een regering kan zich slechts engageren tot maximaal haar netto-inkomsten. Na aftrek van de kosten van het Satellic-contract van 1,6 miljard euro, zullen deze waardevolle belastinginkomsten reeds gesmolten zijn als sneeuw voor de zon! Dat de regio's naar geld hunkeren, lijkt een evidentie. Maar moeilijker te begrijpen is de blindheid om in een richting te willen gaan die zal leiden tot de verdere vernietiging van economische activiteiten, het verlies van banen en uiteindelijk de verdwijning van Belgische belastingbetalers... De conclusie? Om de kilometertaks te betalen zullen alleen nog de buitenlandse vrachtwagens overblijven! Het is niet voor hen dat UPTR blijft vechten, maar wel en uitsluitend voor de Belgische vervoerders, omdat voor velen van hen de kilometerbelasting fataal zal zijn. UPTR zal gewaarschuwd hebben: "wanhoop mobiliseert en dan wordt het gevaarlijk!" Michaël Reul, Secretaris-generaal, 26/05/2015.
IK BEN EEN BELGISCHE CHAUFFEUR
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
Interview
Ben Weyts op de rooster! De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken heeft ermee ingestemd om te antwoorden op de vragen van UPTR. De minister was zo vriendelijk om ons op 22 april 2015 ons een interview aan te leveren. De kilometerheffing, toegang tot het beroep, technische controle, aslastendecreet, wegeninfrastructuur,… alle bevoegdheden die een directe impact hebben op de financiën van de transporteurs!
De Oosterweelverbinding is een dossier dat al was gelanceerd in de vorige regering, wat is momenteel de stand van zaken? Deze Vlaamse regering heeft het oosterweeldossier stap voor stap gedeblokkeerd. We hebben het dreigende gevaar van de schadeclaims afgewend. We hebben met de verlenging van de tunnel onder het Albertkanaal en het mogelijk maken van een overkapping in een later stadium nieuwe waarborgen geleverd voor de leefbaarheid. We hebben het grUP oosterweel principieel goedgekeurd en we hebben duidelijkheid geschept over de financiering en de timing van het hele project. in 2017 moet de eerste schop in de grond. er is al veel te veel tijd verloren. De stilstand rond Antwerpen verlamt mensen en verlamt onze economie. De oosterweelverbinding kan pas ten vroegste in 2022 helemaal klaar zijn.
3
in het najaar van 2015 starten we wel al met voorbereidende werken: persen van leidingenkokers onder de r1, verleggen van nuts- en afwateringsleidingen, slopen van gebouwen, het Lobroekdok saneren, het groot Schijn verleggen in de zone tussen de r1 en de ten eekhovelei, een nieuw pompgebouw bouwen. eigenlijk gaan er dus al dit jaar heel wat schopjes in de grond in en rond Antwerpen. in de tussentijd werken we de zogenaamde ‘quick wins’ natuurlijk verder af. in 2014 werden er al 7 quick wins gerealiseerd, 13 –waarvan maar liefst 10 dit jaar nog- staan op de planning voor een snelle uitvoering. Zo willen we ook op korte termijn de situatie op de weg verbeteren.
Hoe dan ook zal de kilometerheffing er wel voor zorgen dat àlle weggebrui-
U heeft het moeilijke dossier, de kilometerheffing, overgeërfd van voormalig regering. Heeft u er vertrouwen in dat het proces op tijd klaar zal zijn in het jaar 2016?
kers – dus ook de buitenlandse - een bijdrage betalen voor het gebruik van
De slimme kilometerheffing voor vrachtwagens zal in 2016 worden ingevoerd. ik volg de voorbereidingen op de voet en ik kan bevestigen dat het hele systeem technisch klaar zal zijn.
Aangaande de zesde staatshervorming, zouden wij u willen vragen wie bevoegd is voor welk volgend onderwerp. Afhankelijk aan welke instelling wij dit voorleggen, krijgt UPTR nog een verschillend antwoord…
ik vind het belangrijk om in overleg te treden met de sector. Momenteel lopen de onderhandelingen met de verschillende stakeholders. in de eerste plaats gaan die gesprekken over het tarief en het wegennet, en over de flankerende maatregelen.
onze infrastructuur.
a) Quid met de Toegang het beroep (en tot de markt) voor professionele transportondernemingen die vervoer doen voor rekening van derde ?
Plan & Ride De software voor leveringenbeheer voor Transport en Distributie • Beveiligde webapplicatie • Geen investering in nieuwe informatica-apparatuur, geen apparatuuronderhoud • Werkt op iPad, iPhone, Android,... • Verschillende toegangsniveaus: directie, magazijnier, chauffeur • Opvolging van uw leveringen door uw opdrachtgevers in realtime • Import/export van de data en OCR-archivering van de leverbonnen • Beheer van europallets • Berekening van de transportprijs en opvolging van de facturatie
Supported by
Transport-IT BVBA Place du Remblai 7 • 1480 Tubeke Administratie/Verkoop: 0479 75 91 83 • Techniek: 0479 75 91 85
[email protected] • www.transport-it.be
4
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
b) Quid met de permanente vorming voor het behoudt van het rijbewijs (code 95)? c) Quid met de begeleiding in het uitzonderlijk vervoer? er blijft inderdaad nogal wat onduidelijkheid bestaan. De federale overheid en de gewesten verschillen van mening over de draagwijdte van de bevoegdheidsoverdracht die gerealiseerd wordt door de zesde staatshervorming. ik betreur al die onduidelijkheid sterk. De Vlaamse regering heeft nu wel de ontwerp-regelgeving inzake de bevoegdheden mobiliteit, openbare werken, vervoer en verkeersveiligheidsbeleid goedgekeurd.
onlangs hebben we ook advies gevraagd bij de raad van State. Dat zal hopelijk snel duidelijkheid scheppen over de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de gewesten. We verwachten het advies van de raad van State in de loop van de maand mei.
U bent uitsluitend bevoegd voor de gewichten (totaal gewicht en gewicht per as). Wat vindt u van het standpunt waar UPTR voorstelt om de overlading op het totale gewicht (verdoken oneerlijke concurrentie omdat men meer transporteert dat max is toegelaten) zwaarder te bestraffen dan een overwicht op een as (sen)?
ik ben me bewust van deze problematiek. Daarom wil ik het voorstel van UPtr zeker onderzoeken. We moeten een goede manier vinden om dit in een regelgeving om te zetten, zodat we geen nieuwe misbruiken krijgen.
Moeten de transporteurs een Vlaamse technische controle verwachten die (misschien) verschillend zou zijn van de twee andere gewesten? Vandaag worden in de drie gewesten dezelfde standaarden gehanteerd. ook de technische controles zijn in alle gewesten gelijkaardig.
5
Juridisch
“oneigenlijk” gebruik van landbouwvoertuigen:
Diplomatisch gebruikte terminologie om te spreken over “oneerlijke concurrentie”!
Al jaren lang hekelt UPTR de oneerlijke concurrentie, op de openbare weg van landbouwtractoren die zich inhouden met transport voor rekening van derde. Op initiatief van UPTR werd recent een parlementaire vraag gesteld aan Minister Galant waardoor zij een objectief beeld heeft kunnen geven van de problematiek – met een schokkend resultaat! In 10 jaar tijd zijn er 15.000 nieuwe landbouwvoertuigen bijgekomen die zich bevinden op de Belgische wegen, dus een toename met 9,24%. Misschien is het UPTR ontgaan dat de grootte van de landbouwoppervlakten (of het Belgisch grondgebied zelf?) dermate is toegenomen om deze toename te rechtvaardigen? UPTR heeft door een gerechtsdeurwaarder laten vaststellen dat talrijke “landbouwvoertuigen” (?!?) constant werkzaamheden verrichten op de werf van de RN5 te Philippeville en heeft de Waalse minister van openbare werken, Maxime Prévot, in gebreke gesteld om de wettelijkheid te controleren van wat zich op de openbare werven afspeelt waar hij verantwoordelijk voor is. UPTR wacht nog steeds een gepaste politieke reactie af rekening houdend met het economisch belang van de normale concurrentie tussen economische speler… Niet meer en niet minder. UPTR is van oordeel dat, als de ongezonde economische situatie zich zou doorzetten, het behoud van het huidige fiscale regime van de “rode diesel” in vraag moet worden gesteld. Michaël Reul, Secretaris-generaal.
6
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
Vraag van de heer Benoit Hellings aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "het vervoer van goederen op de openbare weg door landbouwtractoren" “De landbouwplaat werd ingevoerd om te voorkomen dat tractoren een concurrentieel voordeel zouden genieten of andere voertuigen oneerlijke concurrentie zouden aandoen voor het goederenvervoer. Het is niet de bedoeling landbouwtrekkers te gebruiken voor goederenvervoer, maar ze mogen die nummerplaten gebruiken om recht te hebben op een aantal afwijkende regelingen, bijvoorbeeld de goedkopere verkeersbelasting, het goedkopere of gratis eurovignet en het gebruik van rode diesel. • Hoeveel landbouwtrekkers zijn er geregistreerd bij de DiV? • kan men als professioneel wegvervoerder gebruik maken van een landbouwplaat? • reikt de foD Mobiliteit en Vervoer aan economische actoren uit de landbouwsector vergunningen uit voor het vervoer voor rekening van derden? • Hoeveel mensen beschikken over zo een vergunning? • om hoeveel tractoren gaat het? Worden er controles uitgevoerd om oneerlijke concurrentie tegen te gaan?” Jacqueline Galant, Minister • Bij de DiV zijn 180.000 landbouwtrekkers geregistreerd, waarvan er 78.000 over een g-plaat of landbouwplaat beschikken. Wie een landbouwtractor wil laten inschrijven bij de DiV zonder te beschikken over de bijhorende toestemming van de foD financiën of wie de tractor voor niet-landbouwactiviteiten wil gebruiken, zal bij de DiV alleen een gewone nummerplaat kunnen verkrijgen. Het voertuig zal bovendien niet op rode diesel mogen rijden.
De g-nummerplaat kan worden verkregen in het kader van een fiscale procedure waarmee de eigenaar de tractor mag gebruiken voor verschillende doeleinden. om onder die regeling te vallen, moet het voertuig echter minstens de helft van de tijd voor landbouwactiviteiten worden gebruikt. om transportactiviteiten te mogen ontwikkelen, moet het bedrijf de vereiste beroepsbekwaamheid in huis hebben, in België gevestigd zijn, te goeder naam en faam bekendstaan en voor elk voertuig over de nodige financiële draagkracht beschikken. in de statuten van het bedrijf moet vermeld staan dat het goederen vervoert voor derden.
• De foD Mobiliteit en Vervoer zal de daarvoor vereiste vergunningen verstrekken aan de economische actoren uit de landbouwsector die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en aan de voorwaarden voldoen. • 679 bedrijven met als hoofdactiviteit landbouw, bosbouw of visteelt beschikken over een vergunning voor vervoer voor derden; • 2.468 voertuigen die als landbouwtractor geregistreerd zijn, beschikken over die vergunning; 506 ervan rijden met een rode nummerplaat. 3,6 procent van de controles die door de Directie Controle van het Wegvervoer worden uitgevoerd, hebben betrekking op landbouwtractoren. in 2014 werden er 240 controles uitgevoerd; er werden 13 inbreuken vastgesteld.
7
Juridisch Een rubriek van
Verloop van een bedrijfscontrole door een controleur van de dienst controle van het wegvervoer van de foD Mobiliteit en Vervoer Om de veiligheid op de weg en een eerlijke concurrentie te stimuleren, wordt elke transporteur in België, regelmatig onderworpen aan een controle in het bedrijf. Dit gebeurt zowel bij bedrijven die transport uitvoeren voor derden als bij bedrijven die vervoer voor eigen rekening uitvoeren. De wetgeving die wordt gecontroleerd is zowel internationaal als nationaal geregeld. Ook in de andere Europese lidstaten worden er conform dezelfde Europese wetgeving door de lokale overheden bedrijfscontroles ter plaatse uitgevoerd.
De controleur gaat o.a. na of het bedrijf in orde is met de nodige vergunning en de administratieve standplaats, of de rij- en rusttijden gerespecteerd worden, of de chauffeurs beschikken over de nodige rijbewijzen. Hij controleert bovendien of de zaakvoerder en/of de vervoersmanager wel degelijk zijn taken vervult. De controles gebeuren zowel aangekondigd als onaangekondigd. in het geval van een aangekondigde controle stuurt de controleur een veertiental dagen vooraf een brief om het bedrijf te verwittigen wanneer de controle doorgaat en welke gegevens en documenten er voorgelegd moeten worden, bv CMr’s, facturen, reisbladen,…. Voorafgaand heeft de controleur al enig opzoekwerk gedaan over de firma waar hij/zij langsgaat. ter plaatse verifieert de controleur of al deze gegevens kloppen met de werkelijkheid. De firma’s die de regels niet volgen,
8
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
bijvoorbeeld door vervoer te verrichten zonder de nodige vergunningen of door de rij- en rusttijden niet te respecteren, zijn een doorn in het oog van zowel de controleur als van de vervoerders die op een eerlijke manier werken. De meeste vrachtwagens en trekkers zijn uitgerust met een digitale tachograaf. Wettelijk (cfr.kB 14/7/2005 art.17§1) moet de vervoerder de gegevens uit de voertuigunit om de 2 maanden en die van de bestuurderskaarten om de 3 weken downloaden en bewaren met back-up. er bestaat heel wat verschillende software om die download uit te voeren. naargelang zijn behoeften (controle, loonberekening,…)kan de transporteur hierin vrij kiezen, zolang aan de wettelijke archivering wordt voldaan en de gegevens ter beschikking kunnen gesteld worden van de controleur. om de controle vlot te laten verlopen, is het essentieel dat deze digitale ge-
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
gevens correct ter beschikking gesteld worden. eén van de praktische problemen die regelmatig ontstaan tijdens een controle is het ter beschikking stellen van deze digitale gegevens aan de controleur. Dit is nochtans één van de taken van de zaakvoerder en/of van de vervoersmanager om de zaakvoerder met raad en daad bij te staan volgens zijn lastgevingsopdracht als vakbekwame persoon. nadat alle gevraagde gegevens en documenten overhandigd zijn, neemt de controleur deze mee en zal hij de controle verderzetten. Stelt de controleur overtredingen vast, zal hij een proces-verbaal opstellen en de overtreders hiervan in kennis stellen. indien er een proces-verbaal opgemaakt wordt, zal dit naar het openbaar Ministerie gestuurd worden.
Afhankelijk van de soort inbreuk, wordt dit bij de Arbeidsauditeur of de Procureur des konings afgehandeld. elke rechter oordeelt dan zelf of er vervolgd wordt en zo ja, welke strafmaat er toegepast zal worden. indien de betrokkene niet akkoord is kan hij tegen dit vonnis in beroep gaan.
Bovendien kan elke transporteur de website van de foD Mobiliteit en Vervoer, nl. www.mobilit.belgium.be raadplegen om bijkomende informatie te vinden. Carine Vanhese verantwoordelijke DG Wegvervoer & Verkeersveiligheid Controle op wegvervoer
Bovendien zal de foD Mobiliteit en Vervoer binnenkort voor bepaalde inbreuken een nieuwe procedure invoeren van administratieve boetes indien de rechtbank het dossier binnen de 3 maanden niet behandelde. overtredingen opsporen is de hoofdtaak van een controleur, maar als ambtenaar staat hij ook ten dienste van de burger en zal dan ook informatie geven op de vragen die de vervoerder soms heeft.
Professional Transport Training Centre,
Opleidingen in een professionele versnelling.
PTTC is het referentiecentrum voor de opleidingen van beroepschauffeurs. Onze lesgevers kunnen zich beroepen op een jarenlange ervaring in de transportsector. PTTC biedt vervoerders een totaalservice aan: theorielessen op verschillende locaties, pistes voor praktijklessen, expertise en administratieve ondersteuning bij het aanvragen van de financiële tussenkomsten (SFTL, KMO Portefeuille en Chèques Formation). Ontdek onze modules (ook binnen uw bedrijf ): • Nascholing vakbekwaamheid: Defensief rijden • Economisch rijden • Gebruik van de tachograaf • Ladingszekering • Transportdocumenten • Rij- en rusttijden • Ongevallenaangifte • E.H.B.O. • Stressbeheer • Communicatie • Wegcode • Conflictbeheer • Opleidingen ADR: Initiële en vernieuwingen colli/tanks • Initiële en vernieuwingen veiligheidsadviseur
Wacht niet om uw cursussen te plannen en vertrouw uw opleiding toe aan de professionals van PTTC! Professional Transport Training Centre Havenlaan 104-106 • 1000 Brussel Tel: 02 421 07 26 • Fax: 02 421 07 28 •
[email protected] • www.pttc.be
9
Federatie
evenementen, communicatie, media,…
UPTR in een notendop De taken van een federatie zijn veelvuldig. Dit is eveneens het geval voor UPTR. UPTR communiceert, neemt deel aan en organiseert evenementen, handelt en reageert… Hieronder vindt u een overzicht van wat er de laatste weken zoal leefde binnen onze federatie. UPTR neemt deel, stelt voor, handelt, reageert … • 07/03 - Forum UPTR: Speciale avond “kilometerheffing” te Doornik in aanwezigheid van Satellic nv. • 11/03 - Seminarie van Fultrans bij UPTR: ADr en de 6de staatshervorming. • 19/03 - Forum UPTR: Speciale avond “kilometerheffing” te Herentals in aanwezigheid van Johan Schoups, Algemeen Bestuurder van Viapass.
• 23/03 en 27/03 - UPTR / Febetra / TLV: intern overleg betreffende de kilometerheffing. • 24/03 - Forum UPTR: Speciale avond “kilometerheffing” te kortrijk, in aanwezigheid van Viapass. • 25/03 - Benelux overleg: Minimumloon in Duitsland, kilometerheffing, BA verzekeringen, interpretaties rond rij- en rusttijden (45 uren), eCMr. • 26/03 - Forum UPTR: Speciale avond “kilometerheffing” te Luik in aanwezigheid van de Waalse Minister van Begroting Christophe Lacroix.
• 27/03 - Kabinet van de Brusselse Staatssecretaris van Verkeersveiligheid, Bianca Debaets 6de Staatshervorming en de kilometerheffing. • 30/03 en 07/05 - Problematiek rond de wachttijden in de haven van Antwerpen. • 31/03 - Rondetafelgesprekken Transport georganiseerd op initiatief van de Staatssecretaris voor Bestrijding van Sociale fraude, Bart tommelein, en in aanwezigheid van de Minister van Mobiliteit, Jacqueline galant. • 15/04 - Discussie met de Brusselse Minister van Begroting, Guy Vanhengel: kilometerheffing. • 15/04 - Deelname impactstudie op de economie van de kilometerheffing gevraagd aan de ULC. • 17/04 - FOD Mobiliteit: overlegcomité: permanente vorming, eCMr, lessen en examen toegang tot het beroep: vrijstellingen. • 20/04 en 28/05 - Mobiliteit Brussel: kilometerheffing. • 24/04 - FEDIEX algemene vergadering in aanwezigheid van de Waalse minister van economie en industrie, Jean-Claude Marcourt: problematiek overlading, 44 ton van en naar frankrijk, kilometerheffing.
10
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
• 28/04 en 27/05 - FOD Mobiliteit: Bilaterale commissie: Bosnië en Macedonië. • 28/04 - Ontmoeting UPTR - Ben Weyts, Vlaams Minister van Mobiliteit en openbare Werken: kilometerheffing. • 29/04 - Agoria / Febiac / Federauto / UPTR / Febetra / TLV ontmoeting met de regionale administraties over het onderwerp “brugformule” • 29 en 30/04 - Salon Transport & Logistics te Luik met conferentie UPtr aangaande de kilometerheffing. • 06/05 - Vlaams Parlement: debat met de afgevaardigden van groen over de kilometerheffing. • 18/05 - Vlaams Parlement: debat met de afgevaardigden van nVA over de kilometerheffing. • 22/05 - Kilometerheffing: aanwezigheid van UPtr op een presentatie gegeven door Satellic nv. • 26/05 - VOKA Kempen: Conferentie over de kilometerheffing.
UPTR communiceert • Rij- en Rusttijden: non activiteiten attest. • Minimumloonwet in Duitsland: europa voert enquête uit • Lonen, wedden en vergoedingen vanaf 01.01.2015: eenmalig jaarlijkse indexering voor het rijdend, niet-rijdend en garagepersoneel. • Eurovignet: terugbetaling voor inactiviteit
UPTR in de media • 12/02 - HLN: Door Brussel rijden met een truck zou twee- tot driemaal duurder moeten zijn. Vrachtwagens van meer dan 3,5 ton zullen in de toekomst twee tot drie keer meer moeten betalen indien ze Brussel willen doorkruisen in plaats van rond Brussel te rijden. • 19/05 - De Morgen: Kilometerheffing voor vrachtwagens: 8 euro voor traject Antwerpen-Brussel. Vanaf 1 april 2016 betalen vrachtwagenchauffeurs tot 20 eurocent per kilometer om een rit af te leggen. Dat blijkt uit de tarieven voor de kilometerheffing die de Vlaamse regering heeft vastgelegd. "Het blijft een zware domper voor de transportsector", reageren de drie beroepsorganisaties uit de sector.(…) • 19/05 - HLN: Transportsector vreest negatieve economische gevolgen kilometerheffing. De transportorganisaties hekelen de vaagheid van die maatregelen, al waarderen ze de compensaties, maar zeggen dat die "de meerkost van de kilometerheffing niet compenseren". • 19/05 - De Morgen: Transportsector is uitzonderingen voor tractoren kotsbeu. “Wij zijn het kotsbeu dat landbouwvoertuigen vrijstellingen krijgen op allerlei verplichtingen die de transportsector wel moet dragen…” • 19/05 - De Tijd: Vrachtwagens betalen per kilometer. “We kunnen alleen maar vaststellen dat de voorgestelde ‘engagementen’ tot flankerende maatregelen vanuit de Vlaamse overheid allesbehalve concreet zijn” • 19/05 - De Morgen: Transportsector overweegt acties tegen belastingverhoging. De transportfederaties verhogen de druk op de gewestregeringen in het dossier van de kilometerheffing. • 27/05 - HLN: Meer dan kwart transportbedrijven heeft geldproblemen. • 27/05 - De Morgen: Meer dan één transportonderneming op de vier kampt met liquiditeitsproblemen. Dat blijkt uit een doorlichting van de Belgische transportsector die UPtr, de Unie van Professionele transporteurs en Logistieke ondernemers, heeft laten maken. Bij veel vervoersbedrijven in ons land staat dus het water aan de lippen. "Met deze stand van zaken is de transportsector niet in staat om bijkomende lasten zoals de kilometerheffing te dragen", besluit Michaël reul, secretaris-generaal van de UPtr.
11
Sociaal
Monizze laat Belgische markt
25 miljoen euro besparen De deadline voor de afschaffing van papieren maaltijdcheques ligt op 1 oktober 2015 en voorspelt het komende halfjaar een genadeloze strijd tussen het monolithische duopolie en het ‘digital native’ Monizze voor de verovering van het resterende 30% marktaandeel. Het Brusselse bedrijf investeert meer dan ooit in innovatie en rekrutering om zijn status als ‘rebel op de markt’ in stand te houden.
Sinds de ondertekening van de ministeriële besluiten die de elektronische maaltijdcheques initieerden in 2011, zijn er maar weinig Belgische ondernemers die het aandurfden om deze politiek instabiele en economisch afgesloten markt te veroveren. Met de steun van visionaire investeerders en een fikse dosis moed, was Monizze het eerste Belgische bedrijf dat een distributiesysteem met chipkaart aanbood, waardoor de administratieve kosten voor handelaars en bedrijven aanzienlijk verminderden. Vanaf 1 oktober wordt elektronisch de norm en aangezien bijna 500.000 gebruikers – op een totaal van ongeveer 1.650.000 – nog steeds niet overgeschakeld zijn, is het zeer waarschijnlijk dat zich in het voorjaar en de zomer van 2015 een hardnekkige strijd rond de conversie zal afspelen. Dankzij zijn flexibele werkwijze en zijn motto "kwaliteit tegen de beste prijs", doet Monizze zich gelden als uitdager op de markt: concurrenten worden continu aangespoord om hun aanbod en prijzen te herzien. De ‘robin Hood’ van de elektronische maaltijdcheques is vastbesloten de markt te blijven beïnvloeden door
12
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
verschillende innovaties te lanceren die het gebruiksgemak verhogen. "Een studie van Ideaconsult bevestigt dat de Belgische maaltijdcheques de binnenlandse consumptie stimuleren voor 400 miljoen euro aan uitgaven die anders zouden worden gespaard (300 miljoen euro) of in het buitenland worden uitgegeven (100 miljoen euro). Bovendien garanderen ze 8.000 jobs. Wanneer alle Belgische werkgevers en handelaars op 1 oktober 2015 zullen overschakelen naar de elektronische maaltijdcheques, kan deze ‘garantie voor de Belgische commerçanten’ worden verdergezet”, vertelt Jean-Louis Van Houwe, Ceo en medeoprichter van Monizze. "Sinds zijn lancering in 2011 liet Monizze het geheel van Belgische bedrijven en handelaren toe om bijna 25 miljoen euro in beheerskosten te besparen. Onze eigen klanten realiseerden een bezuiniging van ongeveer 65%. En dit alles, tegen een performantere service." Voor meer informatie: www.monizze.be
"Als business partner kunnen we tot onze tevredenheid alleen maar vaststellen dat onze administratieve kosten met 80% verminderd zijn als gevolg van de integratie naar de oplossing van Monizze. Onze onderlinge relatie is zoals de geleverde dienst: zeer efficiënt en klantvriendelijk.” Anne Goovaerts, Human Resources Director, Agoria.
Juni 2015 De nieuwsbrief van PayCover vzw Erkend Sociaal Secretariaat nr. 995
Jaarlijkse vakantie Wie heeft recht op jaarlijkse vakantie? Het recht op jaarlijkse vakantie wordt toegekend aan alle werknemers die tijdens het kalenderjaar dat voorafgaat aan het vakantiejaar ( = het vakantiedienstjaar) arbeidsprestaties (of gelijkgestelde) kunnen rechtvaardigen die onder het Belgisch stelsel van sociale zekerheid voor loontrekkenden werden aangegeven. onder meer volgende personen kunnen aanspraak maken op vakantie: • Arbeiders, bedienden, erkende leerlingen (middenstand en industrieel), die tijdens het vakantiedienstjaar prestatie hebben geleverd onder het algemeen stelsel sociale zekerheid. • Jongeren jonger dan 25 jaar op 31 december van het vakantiedienstjaar die na afloop van hun studie of oplei-
VLAANDEREN Engelse Wandeling 2 bus K07G 8500 KORTRIJK T. 056 60 17 38 - F. 056 61 36 03
ding begonnen te werken als bediende of arbeider. Zij kunnen bovendien onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op vakantiedagen binnen het stelsel van de jeugdvakantie (zie infra). • Werknemers die minstens 50 jaar zijn op 31 december van het referentiejaar en die volledig werkloos of arbeidsongeschikt zijn geweest tijdens het referentiejaar, kunnen onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op vakantiedagen binnen het stelsel van de seniorvakantie (zie infra). tot voor enige tijd hadden de bepalingen inzake de opbouw van het recht op vakantie op basis van prestaties van het voorgaande jaar, belangrijke gevolgen voor bepaalde personen. Personen die een betrekking in het buitenland hadden uitgeoefend, personen die voorheen in statutair
BRUSSEL Havenlaan 104-106 1000 BRUSSEL T. 02 421 07 25 - F. 02 420 67 79
[email protected] - www.paycover.be
kader gewerkt hadden, … hadden geen/ beperkt recht op vakantie. Sinds 2012 werd het principe van de opbouw van vakantiedagen op basis van de prestaties van het voorgaande kalenderjaar, onder druk van europa, afgezwakt door de creatie van het recht op aanvullende vakantie, ook europavakantie genoemd (zie infra). Zoals hierboven gesteld wordt het algemeen recht op vakantie opgebouwd op basis van arbeidsprestaties die vallen onder het stelsel van de sociale zekerheid voor loontrekkenden in het vakantiedienstjaar. Bepaalde periodes van afwezigheid tijdens de dienstbetrekking worden gelijkgesteld met effectieve arbeidsprestaties (zie tabel opbouw recht op jaarlijkse vakantie).
WALLONIE Z.I. Hauts Sarts - rue de l’Abbaye 138 4040 HERSTAL (LUIK) T. 04 361 40 95 - F. 04 367 73 51
DISCLAIMER : De zeer beknopte informatie in deze nieuwsbrief wordt U louter informatief overgemaakt en onder alle voorbehoud. Deze informatie doet geen afbreuk aan de soevereine appreciatiebevoegdheid van hoven en rechtbanken.
Opbouw recht op vakantie: afwezigheden gelijkgesteld met normale effectieve arbeid Oorzaken schorsing arbeidsovereenkomst Arbeidsongeval of beroepsziekte
Ziekte of ongeval (niet professioneel) Profylactisch verlof Moederschapsrust Verwijdering van zwangere vrouw Periode waarin de werknemer de arbeid stopzet wegens borstvoeding Borstvoedingspauzes Vaderschapsverlof (omzetting van de moederschapsrust in vaderschapsverlof bij overlijden of hospitalisatie van de moeder) Verlof voor geboorte en adoptieverlof Pleegzorgverlof De afwezigheidsdagen gedekt door loon en in aanmerking te nemen voor de berekening van de bijdrage jaarlijkse vakantie (bv. feestdagen en vervangingsdagen) De wettelijke en bijkomende vakantiedagen Dagen aanvullende vakantie (= Europese vakantie) De vakantiedagen volgens een bij KB algemeen verbindend verklaarde CAO De dagen inhaalrust in de bouwsector De dagen inhaalrust in het kader van de arbeidsduurvermindering Periode van tijdelijke crisisaanpassing van de arbeidsduur (= collectieve arbeidstijdvermindering) Periode van individuele vermindering van de arbeidsprestaties (= crisis-tijdskrediet) Periode van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst (= crisis-economische werkloosheid voor bedienden) Oproeping onder de wapens (en gelijkgestelden ) Wederoproeping onder de wapens Dienstplicht als gewetensbezwaarde of diensten bij de civiele bescherming Verrichten van burgerlijke taken (bv. als lid van familieraad, getuige voor een rechtbank, gezworene, lid van een stembureau) Uitoefening openbaar mandaat Opdracht in een paritair comité, een arbeidsrechtbank Opdracht als vakbondsafgevaardigde Deelname aan stages of studiedagen voor sociale promotie of arbeidsopvoeding of vakbondsopleiding Betaald educatief verlof Tijdelijke werkloosheid om economische reden Economische werkloosheid voor bedienden Erkende staking Lock-out
14
Duur van de periode die werd gelijkgesteld De periode volledige tijdelijke arbeidsongeschiktheid. De eerste 12 maanden van de periode gedeeltelijke ongeschiktheid, indien de ongeschiktheid ten minste 66% bedraagt1 De eerste 12 maanden Volledige periode Periode van 15 (17 of 19) weken: de 6 (of 8) weken voor de bevalling en 9 (of 11) weken die ingaan op de dag van de bevalling Volledige periode Periode waarin de betrokkene aanspraak kan maken op moederschapsuitkeringen, maar ten hoogste tot het einde van de 5e maand na de bevalling Periode beperkt tot 9 maanden vanaf de geboorte van het kind Volledige periode Volledige periode voorzien bij wet Periode van maximum 6 dagen per jaar Volledige periode
Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode
12 laatste maanden van de onderbreking Volledige periode 12 laatste maanden van de onderbreking Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode Volledige periode 1
De nieuwsbrief van PayCover vzw - Juni 2015
Enkel volledige dagen arbeidsongeschiktheid worden gelijkgesteld
De nieuwsbrief van PayCover vzw - Juni 2015
De toekenning van het recht op jaarlijkse vakantie
Individueel op te nemen vakantiedagen
De vakantie moet worden genomen binnen 12 maanden die volgen op het einde van het vakantiedienstjaar.
indien de vakantiedagen niet op paritair niveau, noch collectief op ondernemingsniveau, vastgelegd werden, dan worden de vakantiedagen (of het resterend gedeelte ervan) vastgelegd in gemeenschappelijk overleg tussen werkgever en werknemer.
Dit houdt in dat: • het verboden is wettelijke vakantiedagen over te dragen naar het volgend jaar of om reeds vakantie voor het volgende jaar op te nemen ; • in geval van onmogelijkheid om vakantie op te nemen, verliest de werknemer het recht op de niet opgenomen vakantiedagen. Het voor deze dagen verschuldigde vakantiegeld wordt in een dergelijke situatie uitbetaald ; • een werknemer niet enkel het recht heeft om zijn vakantie op te nemen, maar tevens de plicht. Vakantie kan zowel collectief dan wel individueel worden opgenomen. Collectieve sluiting indien de werkgever in een collectieve sluitingsperiode van de onderneming wenst te voorzien, dan moeten de werknemers of hun vertegenwoordigers hierover vooraf geraadpleegd worden, om in een akkoord de sluitingsperiode vast te leggen. nadat de sluitingsperiode unaniem werd vastgelegd, dient zij bekend gemaakt te worden; een kopie van de beslissing wordt aan de werknemers bezorgd en een exemplaar van het akkoord dient aan de inspectie Sociale Wetten te worden opgestuurd.
De wet bepaalt inzake de toekenning van de individuele vakantiedagen het volgende: • vakantie moet worden toegekend voor 31 december van het vakantiejaar; • bij onmogelijkheid tot het opnemen van vakantie ingevolge redenen onafhankelijk van de wil van de werknemer, verliest de werknemer het recht op de vakantiedagen. De werkgever betaalt desgevallend het enkel en dubbel vakantiegeld; • aan werknemers met schoolplichtige kinderen zal de vakantie bij voorkeur worden toegekend gedurende de schoolvakantie; • tenzij de werknemer dit anders wenst, moet een ononderbroken periode van 2 weken toegekend worden tussen 1 mei en 31 oktober; voor werknemers van minder dan 18 jaar op 31 december van het vakantiedienstjaar, wordt de mogelijkheid geboden voor een ononderbroken periode van 3 weken. een ononderbroken vakantieperiode van één week moet in ieder geval worden gewaarborgd; • het saldo van de vakantiedagen zal worden opgebruikt gedurende een periode van geringe activiteit, ter gelegenheid van gewestelijke, plaatselijke of andere feesten of om een “brug” te maken;
Wanneer een werknemer geen recht heeft op de volledige of gedeeltelijke wettelijke vakantie, kan hij, indien hij voldoet aan de voorwaarden, werkloosheidsuitkeringen genieten voor de dagen collectieve sluiting waarvoor geen vakantiegeld wordt betaald.
• het nemen van halve vakantiedagen is verboden tenzij:
Hiertoe levert de werkgever een “C3.2 A” af. De werknemer vult een C3.2werknemer in en bezorgt deze documenten aan zijn betalingsinstelling.
- indien de halve vakantiedagen aangevuld worden met een halve dag gewone inactiviteit of een halve dag aanvullende vakantie;
- indien de werknemer vraagt om 3 dagen van de vierde vakantieweek te verdelen over halve dagen. De werkgever kan zich echter verzetten tegen het opdelen van de vakantiedagen indien zij het goede verloop van de arbeid kunnen verstoren. regelmatig zijn er “onenigheden” over de opname van individuele vakantiedagen. Het is belangrijk dat u weet dat het akkoord van de werkgever noodzakelijk is. De werknemer mag dus nooit eenzijdig de datum van zijn vakantie opleggen. Wél is het mogelijk dat het akkoord van de werkgever stilzwijgend is. De rechtspraak gaat er van uit dat een werknemer een daad van weerspannigheid stelt indien hij geen rekening houdt met de duidelijke weigering van zijn werkgever om hem een vakantieperiode toe te kennen op de data die de werknemer eenzijdig heeft vastgelegd. in een dergelijke situatie doet u er goed aan de werknemer hierover in gebreke te stellen. De duur van de betaalde vakantie De vakantieduur wordt op een andere wijze berekend naar gelang de werknemer een arbeider, dan wel een bediende is. Arbeiders De duur van de jaarlijkse betaalde vakantie wordt voor arbeiders bepaald door de vakantiekas waarbij de werkgever is aangesloten. eerst worden de effectieve en gelijkgestelde arbeidsdagen tijdens het vakantiedienstjaar bepaald. op basis van het aantal effectieve en gelijkgestelde arbeidsdagen in de loop van het vakantiedienstjaar heeft de arbeider recht op een zeker aantal vakantiedagen, met een absoluut maximum van 4 weken, zijnde 20 vakantiedagen in een stelsel van 5 dagen/week (24 vakantiedagen in het stelsel van 6 dagen/week) . elk jaar bezorgt de rJV aan de werkgevers die zijn aangesloten bij deze instelling een nominatieve lijst van de arbeiders die zij tewerkstellen, telkens
15
Duur betaalde vakantie voor voltijdse arbeiders Aantal normale effectieve arbeidsdagen en gelijkgestelde inactiviteitsdagen 231 en meer van 221 tot 230 van 212 tot 220 van 202 tot 211 van 192 tot 201 van 182 tot 191 van 163 tot 181 van 154 tot 162 van 144 tot 153 van 135 tot 143 van 125 tot 134 van 106 tot 124 van 97 tot 105 van 87 tot 96 van 77 tot 86 van 67 tot 76 van 48 tot 66 van 39 tot 47 van 20 tot 38 van 10 tot 19 van 0 tot 9
Aantal vakantiedagen (uitgedrukt in dagen in een voltijds arbeidsstelsel van 5 dagen per week) 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Duur betaalde vakantie voor voltijdse bedienden Aantal gepresteerde of gelijkgestelde maanden in het vakantiedienstjaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
16
Effectieve vakantiedagen indien de prestaties verdeeld zijn over: 6 dagen/week 5 dagen/week 2 2 4 4 6 5 8 7 10 9 12 10 14 12 16 14 18 15 20 17 22 19 20 24
De nieuwsbrief van PayCover vzw - Juni 2015
met vermelding van het aantal vakantiedagen waarop de werknemer recht heeft. Deze informatie wordt op papier of onder magnetische vorm verstrekt. De werkgevers kunnen de gegevens van hun werknemers ook rechtstreeks (online) raadplegen op de portaalsite van de sociale zekerheid. De arbeiders zelf ontvangen een vakantiekaart van de vakantiekas met het absolute aantal vakantiedagen, uitgedrukt in een gestandaardiseerde arbeidsregeling van 5 dagen/week. Bedienden Voltijdse tewerkstelling Voor de ‘voltijdse’ bedienden stemt de vakantie overeen met 2 werkdagen per volledige (of gelijkgestelde) arbeidsmaand tussen 1 januari en 31 december van het referentiejaar. Zo wordt het aantal vakantiedagen verkregen in een zesdagenregeling. in de zesdagenregeling bedraagt het maximale aantal vakantiedagen 24, of 4 volle weken vakantie. Als de arbeid over 5 dagen per week wordt gespreid, dan moet de volgende omzettingsformule worden gebruikt: X (of het aantal vakantiedagen in een zesdagenregeling) × 5/6 (of 4/6 indien de voltijdse baan gespreid is over 4 dagen/week), afgerond op de hogere eenheid. De berekening van vakantie gebeurt op dezelfde manier voor alle bedienden, zonder onderscheid van leeftijd of anciënniteit. Strikt genomen heeft men enkel recht op vakantiedagen per volledig gepresteerde maand. in de praktijk wordt het recht op jaarlijkse vakantie bepaald rekening houdende met de gepresteerde arbeid. Bij verschillende overeenkomsten, is het gebruikelijk om alle “contracten” op te tellen en zo het recht op vakantie te bepalen aan de hand van de volledig gepresteerde maanden.
De nieuwsbrief van PayCover vzw - Juni 2015
Deeltijdse tewerkstelling
Seniorvakantie
Voor deeltijdse medewerkers, geldt in feite -in verhouding- dezelfde berekeningswijze als voor voltijdse medewerkers. Desgevallend wordt het recht beperkt tot een afwezigheid van 4 weken.
er wordt voorzien in een recht op volledige vakantie voor personen van minstens 50 jaar die de arbeid hervatten na een periode van volledige werkloosheid of invaliditeit en die, op basis van de gewone bepalingen, geen of slechts beperkt recht hebben op vakantie.
indien de werknemer in de loop van het vakantiejaar wijzigt van deeltijds regime gebeurt er eveneens een herberekening. De problematiek is evenwel te complex om uitvoerig op in te gaan binnen dit bestek. Jeugdvakantie Jonge werknemers die net starten met werken na de school te hebben verlaten, kunnen jeugdvakantie genieten. Jeugdige werknemers hebben gedurende het eerste kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin ze hun studie of leertijd beëindigden recht op een aantal vakantiedagen (en een overeenstemmend vakantiegeld) dat in verhouding staat met hun arbeidsprestaties volgens de gewone principes. Daarnaast hebben ze recht op bijkomende vakantiedagen (= “jeugdvakantie”) zodat zij in het totaal 4 weken vakantie kunnen nemen. Hiervoor kunnen door de jongere jeugdvakantie-uitkeringen worden genoten. Volgende voorwaarden gelden voor de toekenning van de jeugdvakantie: • de jongere moet jonger zijn dan 25 jaar op 31 december van het refertejaar (= vakantiedienstjaar of het jaar waarin hij voor het eerst in dienst van een werkgever komt); • hij moet, in de loop van het vakantiedienstjaar zijn studie of zijn leertijd, of zijn opleiding beëindigd hebben. • na het einde van zijn studie, zijn leertijd of zijn opleiding moet hij tijdens het vakantiedienstjaar gewerkt hebben als loontrekkende met één of meer arbeidsovereenkomsten, gedurende ten minste een maand; deze tewerkstelling gedurende ten minste een maand tijdens het vakantiedienstjaar moet bovendien bestaan uit ten minste 13 dagen van effectieve of gelijkgestelde arbeid.
Deze werknemers hebben tijdens het vakantiejaar dat volgt op het jaar waarin zij volledig werkloos of ongeschikt waren (= vakantiejaar) recht op een aantal vakantiedagen (en het overeenstemmend vakantiegeld) dat in verhouding staat tot het aantal arbeidsdagen die zij in het vakantiedienstjaar gepresteerd hebben. Daarnaast hebben zij recht op bijkomende vakantiedagen die hen de kans geven maximaal 4 weken vakantie te nemen. Het is een recht en geen plicht de seniorvakantie op te nemen. De werknemer zal voor deze dagen een vergoeding van de rVA ontvangen. Volgende voorwaarden dienen vervult te zijn om het recht op seniorvakantie te openen: • de werknemer moet gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst en vallen onder het toepassingsgebied van de wetgeving op de jaarlijkse vakantie; • de werknemer moet minstens 50 jaar zijn op 31 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de vakantie wordt genomen; • de werknemer moet volledig werkloos of invalide (= vanaf de 13e maand arbeidsongeschiktheid) zijn geweest tijdens het referentiejaar en om die reden geen recht hebben gehad op de 4 weken betaalde vakantie. Aanvullende vakantie onder druk van europa, kwam in 2012 de regelgeving in verband met de aanvullende vakantie tot stand. Wil de werknemer (bediende of arbeider) 'aanvullende vakantie' (of 'europese vakantie') genieten in het jaar
waarin hij zijn activiteit begint of hervat, dan moet hij aan al de volgende voorwaarden voldoen: • een activiteit in dienst van één of meer werkgevers beginnen of hervatten; • een aanloopperiode van 3 maanden hebben doorlopen; • desgevallend de dagen 'gewone vakantie' hebben uitgeput. Aanvatten van een activiteit onder 'aanvatten van een activiteit' moet worden verstaan, de situatie van een werknemer die voor het eerst wordt tewerkgesteld bij één of meerdere werkgevers in het algemeen werknemersstelsel, en dat tot wanneer de werknemer 4 weken vakantie heeft kunnen genieten, in verhouding tot zijn arbeidsstelsel op het tijdstip waarop hij zijn vakantiedagen opneemt. Volgende situaties vallen onder het aanvatten van de activiteit: de werknemer die zijn beroepsloopbaan begint met een activiteit als loontrekker, een activiteit als loontrekker uitoefent na een periode van activiteit in het buitenland, overgaat van het statuut van zelfstandige naar het statuut van loontrekker; overgaat van de overheidssector naar de privésector, … Hervatten van een activiteit onder 'hervatten van een activiteit' verstaan we iedere activiteit van een werknemer die, vóór de hervatting: • volledig werkloos was; • langdurig arbeidsongeschikt was • onder de wapens werd geroepen; • een volledige schorsing van zijn prestaties genoot in het kader van een tijdskrediet of een thematisch verlof • in een periode van deeltijds ouderschapsverlof verkeerde; • met onbetaald verlof was.
17
Worden bovendien beschouwd als werknemers die een activiteit hervatten de deeltijdse werknemers die het werk voltijds hervatten tijdens het vakantiejaar. ook bepaalde situaties waarin deeltijdse werknemers hun prestaties verhogen komen in aanmerking. Een “aanloopperiode” van 3 maanden hebben doorlopen Het recht op aanvullende vakantie wordt toegekend op voorwaarde dat de werknemer gedurende 3 maanden effectief heeft gewerkt in de loop van eenzelfde kalenderjaar. De dagen 'gewone' vakantie hebben uitgeput Alvorens de dagen aanvullende vakantie te kunnen genieten waarop hij recht heeft, moet de werknemer de dagen 'gewone' vakantie uitputten die werden toegekend op basis van zijn prestaties in het vakantiedienstjaar. Duur van de aanvullende vakantie De dagen aanvullende vakantie worden, in tegenstelling tot de dagen 'gewone' vakantie, verworven naargelang er in de loop van het jaar pres-
18
taties worden geleverd. om het aantal dagen aanvullende vakantie te berekenen waarop de werknemer recht heeft, moet men zich plaatsen op het ogenblik waarop de werknemer vraagt om die dagen te nemen en bij elke nieuwe aanvraag zal het recht van de werknemer moeten worden herbekeken. a) Duur van de aanvullende vakantie voor bedienden ten vroegste vanaf de laatste week van de aanloopperiode van 3 maanden heeft de bediende het recht om maximum 6 dagen aanvullende vakantie te nemen in een arbeidsstelsel van 6 dagen per week. indien hij in een ander arbeidsstelsel werkt, heeft hij recht op dagen aanvullende vakantie in verhouding tot zijn arbeidsstelsel tijdens de aanloopperiode. na de aanloopperiode is de duur van de aanvullende vakantie bepaald op 2 dagen per gewerkte (of gelijkgestelde) maand in dienst van één of meer werkgevers in het lopende kalenderjaar; het bekomen resultaat zal desgevallend worden verminderd met het aantal dagen 'gewone' vakantie berekend in functie van de effectieve (of
De nieuwsbrief van PayCover vzw - Juni 2015
gelijkgestelde) prestaties in het vakantiedienstjaar. b) Duur van de aanvullende vakantie voor arbeiders De duur van de aanvullende vakantie voor arbeiders wordt bepaald op basis van het aantal dagen effectieve arbeid en/of gelijkgestelde dagen in het lopende kalenderjaar. De dagen aanvullende vakantie kunnen ten vroegste genomen worden vanaf de laatste week van de aanloopperiode. Daarnaast moeten eerst de gewone vakantiedagen worden uitgeput. Het aantal aanvullende vakantiedagen moet worden verminderd met het aantal 'gewone' vakantiedagen waarop de arbeider eventueel recht heeft op basis van zijn prestaties in het vakantiedienstjaar en de aanvullende vakantiedagen die reeds zouden zijn genomen ... De arbeider moet een aanvraag indienen bij de rJV.
De nieuwsbrief van PayCover vzw - Juni 2015
Vakantiegeld Arbeiders De arbeider ontvangt niet rechtstreeks van de werkgever vakantiegeld voor de vakantiedagen waarop hij recht heeft. De arbeider ontvangt het vakantiegeld via de tussenkomst van een vakantiekas. Het vakantiegeld bedraagt 15,38% van de effectief verdiende of fictieve brutolonen (tegen 108%) van het vakantiedienstjaar. Het vakantiegeld van arbeiders wordt gefinancierd d.m.v. werkgeversbijdragen. Per kwartaal wordt een kwartaalbijdrage geïnd van 6% op de lonen aan 108%. Vanaf het eerste kwartaal van 2015 werd deze bijdrage verlaagd tot 5,83%. Jaarlijks, uiterlijk op 30 april moet het saldo van de werkgeversbijdragen bestemd voor de financiering van het vakantiegeld van de arbeiders worden betaald. Dit bedraagt 10,27 % van de lonen van het voorafgaande kalenderjaar van de werklieden aan 108%. Bedienden De werkgever betaalt aan de bediende die vakantie neemt enkel vakantiegeld en dubbel vakantiegeld. ‘Enkel vakantiegeld’ Het enkel vakantiegeld is het gewone loon voor elke vakantiedag.
Bij een loon dat geheel of gedeeltelijk veranderlijk is (commissies, voorschotten op commissies, overwerk met een periodiek karakter, uitzonderlijke premies), is het enkel vakantiegeld gelijk aan het eventuele vaste loon per dag en aan het daggemiddelde van het veranderlijke loon dat werd verdiend tijdens elk van de 12 maanden die voorafgaan aan de maand waarin de vakantie werd genomen (of eventueel op het gedeelte van de 12 maanden waarin de bediende in dienst was). Dubbel vakantiegeld Het dubbele vakantiegeld bedraagt 92% van het brutoloon (vast en/of veranderlijk) van de maand waarin de hoofdzakelijke vakantie wordt genomen, eventueel in verhouding tot het aantal maanden van het vakantiedienstjaar die recht geven op jaarlijkse vakantie. in sommige ondernemingen wordt het dubbel vakantiegeld uitbetaald in april/mei voor al het ‘bediendepersoneel’, dit wil zeggen enkele weken vóór de effectieve hoofdvakantie die over het algemeen vastgelegd wordt in de loop van juli/augustus. Het gaat hier om een vervroegde betaling van het dubbel vakantiegeld. in dit geval zal men het bedrag van het dubbel vakantiegeld herberekenen indien er een indexering en/of aanpassing van het loon plaatsgevonden heeft tussen het ogenblik van de
aanvankelijke berekening van het dubbel vakantiegeld en het ogenblik waarop de hoofdvakantie start. De basis waarop het dubbel vakantiegeld wordt berekend, omvat het vaste en/of veranderlijke brutoloon. Het wordt bijgevolg als volgt berekend: • de commissies en andere periodieke premies; • het loon dat wordt uitgekeerd voor overuren die regelmatig worden gepresteerd; • de voordelen in natura waarvan de uitbetaling een vaste gewoonte is en niet wordt betwist; • de variabele premies waarvan de toekenning gekoppeld is aan een evaluatie van de prestaties van de werknemer of aan het resultaat van de onderneming. Worden daarentegen uitgesloten van de berekeningsbasis: • de loontoeslagen die de werkgever verschuldigd is in toepassing van de anticrisismaatregelen; • het deel van het loon dat niet is onderworpen aan de berekening van de socialezekerheidsbijdragen (bv. werkgeversaandeel in de groepsverzekering, voordeel privégebruik van een bedrijfsvoertuig, maaltijdcheques);
19
• de eindejaarspremie; • de terugbetaling van onkosten. op het dubbel vakantiegeld worden geen werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid berekend. Bovendien wordt van het dubbel vakantiegeld bedrijfsvoorheffing ingehouden als exceptionele vergoeding. Vertrekvakantiegeld bedienden Wanneer de bediende een werkgever verlaat in de loop van het vakantiejaar zonder zijn vakantie te hebben genomen of na slechts een deel van zijn vakantie te hebben genomen, moet de werkgever hem op het ogenblik dat de overeenkomst wordt beëindigd: 1) het enkel en dubbel vakantiegeld uitbetalen als een vergoeding van 15,34% (7,67% enkel en 7,67% dubbel vakantiegeld) op alle lonen die tijdens het vakantiedienstjaar bij deze werkgever verdiend werden. Het enkel vakantiegeld (7,67%) zal berekend worden in verhouding tot de vakantiedagen die nog resten. Het dubbel vakantiegeld (7,67%) zal enkel betaald worden indien de werknemer dit nog niet ontvangen heeft. 2) daarenboven zal de werkgever 15,34% betalen van lonen die bij hem werden verdiend tijdens het jaar waarin de overeenkomst werd beëindigd. Dit is een voorschot op het vakantiegeld, voor de vakantie die het volgende jaar genomen dient te worden. Daarnaast dient vertrekvakantiegeld te worden betaald: • de bediende wordt onder de wapens geroepen; • de bediende onderbreekt zijn beroepsloopbaan volledig of hij neemt een tijdskrediet onder de vorm van een volledige schorsing van zijn overeenkomst. De prefinanciering van het vakantiegeld voor bedienden waarvan de prestaties dalen is vorig jaar afgeschaft. De rechten inzake jaarlijkse vakantie wor-
20
den voor deze bedienden voortaan berekend en betaald op basis van hun arbeidsstelsel op het ogenblik dat ze hun vakantie nemen. indien de bediende hierdoor niet het vakantiegeld zou hebben waarop hij aanspraak kan maken, zal nog een postfinanciering gebeuren.
dubbel vakantiegeld dat het volgende jaar wordt toegekend. Wanneer de bediende de onderneming verlaat (bv. ontslag) voordat het dubbel vakantiegeld is betaald, wordt het aanvullend vakantiegeld afgetrokken van het vertrekvakantiegeld. Extralegaal vakantiegeld
Wanneer een vertrekvakantiegeld moet worden betaald, moet de werkgever een vakantieattest opmaken en aan de bediende overmaken voor elk betreffende vakantiedienstjaar. Aan de hand van deze attesten moet een nieuwe werkgever kunnen bepalen op hoeveel vakantiedagen de werknemer nog recht heeft en wat het bedrag van het daarmee overeenstemmende vakantiegeld is. Vakantiegeld voor de dagen aanvullende vakantie De werknemer krijgt voor de dagen aanvullende vakantie vakantiegeld. Dit vakantiegeld is in feite een voorschot op het vakantiegeld van het volgende jaar. Door dit systeem van voorschot blijft het stelsel van aanvullende vakantie financieel neutraal voor de werkgever. De regels voor deze materie verschillen opnieuw naargelang de werknemer het statuut van arbeider of bediende heeft. Het bedrag van het aanvullend vakantiegeld voor de arbeider is gelijk aan 7,69% van de lonen van de periode die recht geven op de aanvullende vakantie gevraagd door de arbeider. Het aanvullende vakantiegeld wordt aan de arbeider betaald door de vakantiekas waarbij de werkgever is aangesloten of door de rJV. Deze betaling moet gebeuren uiterlijk in de loop van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin het recht op aanvullende vakantie werd uitgeoefend. De werkgever betaalt aan de bediende die dagen aanvullende vakantie neemt, een bedrag gelijk aan zijn normale loon. Het vakantiegeld betaald door de werkgever vormt in feite een voorschot op het dubbel vakantiegeld van het jaar dat volgt op het jaar waarin de aanvullende vakantie wordt genomen. Het vakantiegeld wordt afgetrokken van het bedrag van het
De nieuwsbrief van PayCover vzw - Juni 2015
Soms gebeurt het dat de werkgever bovenop het wettelijk verschuldigde vakantiegeld, de werknemer bijkomend vakantiegeld betaalt. Het recht op jaarlijkse vakantie en de schorsing van de arbeidsovereenkomst Ziekte Als een werknemer arbeidsongeschikt wordt vóór de vastgestelde datum van de (individuele of collectieve) vakantie, dan moet de toekenning van die vakantie of het saldo ervan, worden uitgesteld tot op het moment waarop de arbeidsongeschiktheid ten einde is. De werkgever moet het gewaarborgd loon betalen voor deze dagen. een arbeider die ziek wordt tijdens een periode van collectieve sluiting, wordt vergoed door de mutualiteit. een werknemer die ziek wordt tijdens een vakantieperiode, heeft geen recht op gewaarborgd loon voor deze dagen. Het karakter van vakantiedag blijft behouden. indien de ziekte voortduurt na de vakantie, dan is eventueel het saldo van gewaarborgd loon van 30 dagen verschuldigd. Bemerk dat deze stelling strijdig is met het europees recht. Opzegging De werkgever kan gedurende de vakantieperiode een einde maken aan de arbeidsovereenkomst. De opzeggingstermijn zal echter niet lopen zolang de arbeidsovereenkomst geschorst is ingevolge jaarlijkse vakantie.
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
Juridisch
Doorbreking van de CMr-aansprakelijkheidslimiet:
Handel voor het te laat is Het CMR-verdrag (zoals overigens ook de andere internationale verdragen met betrekking tot andere transportmodi) voorziet in een evenwicht van belangen tussen de goederenbelanghebbenden (de afzender/bestemmeling van de goederen) enerzijds en de vervoerder(s) anderzijds.
Ziet de vervoerder in het verdrag zijn mogelijkheden om zich van zijn aansprakelijkheid te bevrijden (door de zogenaamde ontheffingsgronden onder art. 17, lid 2 en lid 4 CMr) ingeperkt en wel omlijnd, zo behoudt hij het recht om de omvang van zijn schadevergoeding te beperken tot een bepaald plafond. inderdaad, wanneer de vervoerder er niet in slaagt om het vermoeden van aansprakelijkheid te ontkrachten door het inroepen van één van de algemene dan wel bijzondere ontheffingsgronden (het eerste vangnet), dan voorziet het CMr-verdrag nog in een tweede vangnet onder de vorm van een maxi-
mumgrens waartoe de vervoerder kan gehouden worden te betalen. Zo bepaalt at. 23, lid 3 CMr dat bij verlies van de goederen de schadevergoeding niet meer kan bedragen dan 8,33 trekkingsrechten per ontbrekend kilogram brutogewicht . Deze speciale trekkingsrechten (Special Drawing rights) zijn gebaseerd op een gewogen gemiddelde van verschillende munteenheden waarvan de actuele waarde kan teruggevonden worden op de website van het iMf (http://www.imf.org/external/np/fin/ data/rms_five.aspx).
in het geval van verlies of beschadiging van goederen met een hoge waarde en een relatief licht gewicht zoals bijvoorbeeld medisch materiaal, elektronica dan wel sigaretten, is het kunnen inroepen van deze gewichtslimitatie evident van groot belang. in het geval van vertraging is, indien de rechthebbende bewijst dat daardoor schade is ontstaan, de vervoerder dan weer gehouden voor deze schade een vergoeding te betalen die niet meer bedragen dan de vrachtprijs . Aldus wordt art. 23, lid 5 CMr niet automatisch toegepast bij elke vertraging in de aflevering.
21
Vereist is dat de bestemmeling ingevolge deze laattijdige aflevering schade heeft geleden, m.a.w. het bewijs levert van het effectief bestaan van schade in zijn hoofde hetgeen een duidelijk oorzakelijk verband vereist tussen de schade en de ontstane vertraging. Let wel: wanneer ingevolge het overschrijden van de leveringstermijn het vervoerde goed zelf beschadigd is, dan blijft de vergoeding die de vervoerder dien te betalen niet beperkt tot de vrachtprijs maar geldt de cumulatie van art. 23, lid 1 t.e.m. lid 4 met art. 23, lid 5 CMr . Het CMr-verdrag voorziet verder in haar art. 29 echter dat deze beperking van aansprakelijkheid voor de vervoerder niet speelt “indien de schade voortspruit uit zijn opzet of uit schuld zijnerzijds, welke volgens de wet van het gerecht, waar de vordering aanhangig is, met opzet gelijkgesteld.”
22
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
Hetzelfde geldt bij opzet of schuld van de ondergeschikten van de vervoerder of van alle personen, van wier diensten hij voor de bewerkstelliging van het vervoer gebruik maakt, wanneer deze ondergeschikten of deze andere personen handelen in de uitoefening van hun werkzaamheden (lid 2 van art. 29 CMr). Bij toepassing van dit artikel verliest de vervoerder dus de én mogelijkheid zich te beroepen op één van de ontheffingsgronden én is van enige gewichtslimitatie geen sprake meer. Bovendien wordt de verjaringstermijn tot het instellen van een vordering tegen de vervoerder gebracht op 3 jaar (i.p.v. 1 jaar). Het opzet waarvan sprake impliceert het wetens en willens stellen van de daad. Het in de praktijk meest voorkomende geval is dat van de vervoerder die zelf de lading steelt of doet stelen.
evident kan de vervoerder zich in dergelijke omstandigheden niet beroepen op de ontheffing of beperking van zijn aansprakelijkheid. Let wel; dit geldt eveneens wanneer de chauffeur de dader is en dit zonder medeweten van zijn werkgever (vervoerder) doet of nog wanneer het vervoer werd uitbesteed aan een andere vervoerder die aldus handelt. De vervoerder staat immers in voor zijn aangestelden en werknemers en kan bijgevolg in rechte worden aangesproken in schadevergoeding (de mogelijkheid van een eventueel regres op zijn chauffeur blijft natuurlijk wel open maar is vaak illusoir). Schrijnend zijn de gevallen waarbij een vervoerder slachtoffer wordt van een zogenaamde vrachtbeursfraude en vervolgens onbeperkte aansprakelijkheid riskeert zonder ooit enige kans
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
op regres op de criminele ondervervoerder wiens spoor vaak bijster is. De vervoersonderneming dient dan ook alles in het werk te stellen om de achtergrond van haar chauffeurs goed door te lichten en doet er best aan alleen beroep te doen op betrouwbare onderaannemers. Behoudens het geval van opzet voorziet art. 29 CMr echter ook in een doorbreking van de aansprakelijkheidslimiet in het geval van "schuld, die volgens de wet van het gerecht waar de vordering aanhangig is, met opzet wordt gelijkgesteld". Voor wat de invulling van het begrip “met opzet gelijk gestelde schuld” betreft, verwijst het CMr-verdrag uitdrukkelijk naar de nationale wetgeving (t.t.z. de wet van het gerecht waar de vordering aanhangig werd gemaakt). De meeste landen kennen in hun rechtssysteem de zware fout die met opzet kan gelijk gesteld worden doch niet Belgische rechtstelsel. Het resultaat is dat de Belgische rechter louter in het geval van opzet zal beslissen tot een doorbreking van de aansprakelijkheidslimiet. in die optiek vernietigde het Hof van Cassatie een uitspraak van het Hof van Beroep van Brussel toen het oordeelde dat aan de vervoerder een zware fout kon worden verweten om dat hij zijn vrachtwagen met kostbare goederen onbewaakt had achtergelaten in het centrum van Milaan en dit ondanks de instructies om gebruik te maken van een nabijgelegen bewaakte en gratis ter beschikking gestelde parking en het feit dat hij zich bewust was dat het risico op diefstal groot was. Anders dan het Hof van Beroep te Brussel weigerde het Hof van Cassatie om die zware fout gelijk te stellen met opzet en op die wijze de vervoerder te veroordelen tot integrale vergoeding van de schade.
De conclusie is dan ook dat voor Belgische rechtsmachten – hoe onvergeeflijk de fout van de vervoerder ook is – deze laatste de mogelijkheid blijft behouden om de hoger uiteengezette aansprakelijkheidsbeperking in te roepen.
• het bewijst weigeren om pallets te gebruiken bij een koeltransport waardoor de ventilatie van de koellucht slecht verloopt
echter, nu buitenlandse rechtssystemen de notie van “schuld die met opzet gelijk staat” wel kennen , gaan goederenbelanghebbenden dan ook vaak “forumshoppen” teneinde toch de doorbreking van de aansprakelijkheidslimiet in hoofde van de vervoerder te bekomen.
• slechte plaatsing op een laadklep
Zo oordeelde de engelse Queen’s Bench Division in haar uitspraak d.d. 5 juni 1990 : “Wanneer de vervoerder aan zijn chauffeur instructies geeft om een geladen trailer op een publieke parking te plaatsen zonder na te gaan of er onmiddellijk in de buurt geen veiligere alternatieven waren, dan begaat die vervoerder een zware fout, gelijk te stellen met opzet.” Het franse Hof van Cassatie stelde in haar arrest d.d. 17 november 1992 : “Zo de lading meer dan 50 cm hoger is dan toegestaan (4.70 m) moet de vervoerder er zich voortdurend van vergewissen dat hij vrije doorgang heeft onder alle bruggen die op zijn traject liggen. er dient rekening te worden gehouden dat een brug niet op alle plaatsen even hoog is. Door bij een voorafgaandelijke verkenning niet steeds de minimum hoogte op te meten heeft de vervoerder een zware fout begaan.” Werden in de (buitenlandse) rechtspraak evenzeer weerhouden als een zware fout die gelijk te stellen is met opzet: • het niet aanzuiveren van douanedocumenten • nalatigheden bij het afleveren nu er diende geleverd te worden tegen de overdracht van een speciaal attest. Bovendien werd de identiteit van de ontvanger niet gecontroleerd
• het gebruiken van een totaal onaangepast heftoestel
• leveren bij een onbekende • overdreven snelheid De Belgische vervoerder die zich aldus voor een buitenlandse rechter gedaagd ziet, riskeert dan ook een doorbreking van de aansprakelijkheidslimiet met alle gevolgen van dien. immers, de meeste (basis) CMr-aansprakelijkheidspolissen voorzien niet in een dekking wanneer toepassing wordt gemaakt van art. 29 CMr (althans niet voor de bedragen boven de in art. 23, lid 3 CMr voorziene gewichtslimitatie) waardoor de vervoerder het verschil zelf mag ophoesten. De vervoerder dreigt aldus het kind van de (vaak zeer zware) rekening te worden. Het onderschrijven van een ruime CMr-aansprakelijkheidspolis dan wel het zelf opstarten van een procedure voor de Belgische rechter, zijn dan ook te overwegen opties. Immers, een gewaarschuwd man is er twee waard. Filip Melis Verbeke Melis advocaten Diksmuidse Heerweg 126 8000 Brugge T. 050 393 555 F. 050 392 530 E-mail:
[email protected]
23
Tewerkstelling Een rubriek van
Huidige arbeidswetgeving kost banen volgens helft werkgevers 8 op 10 wil verdere modernisering arbeidswetgeving na eenheidsstatuut. De regering moet dringend werk maken van de verdere modernisering van de arbeidswetgeving, zoals voorzien in het regeerakkoord. De huidige regeling kost volgens drie op vier KMO’s en ruim de helft van de grote bedrijven banen. Naast een meer flexibele regeling voor werkuren, overuren en nachtwerk, moet ook het statuut van arbeiders en bedienden verder geharmoniseerd worden. 1 jaar na de gelijkschakeling resten er te veel verschillen tussen arbeiders en bedienden. 3 op 4 grote bedrijven vindt het eenheidsstatuut een goede zaak. Bij KMO’s is dat amper voor 1 op 5 het geval. Beide zijn het er over eens dat het nieuwe eenheidsstatuut hun HR beleid moderniseert, maar tegelijk een rem zet op de vaste rekrutering van werknemers. Dit blijkt uit een bevraging in februari 2015 door tempo-team bij een steekproef van 200 Belgische bedrijven, met een evenwichtige geografische spreiding en gelijke verdeling tussen kleine (tot 50 werknemers) en grote bedrijven en bedrijven met overwegend bedienden en deze met overwegend arbeiders. Bedrijven winden er geen doekjes om: de arbeidswetgeving moet volgens 8 op 10 dringend moderner. De helft vindt de huidige wetgeving verstard en meent dat dit weegt op de tewerkstelling. Het stokpaardje is meer flexibiliteit, zowel op het vlak van de werktijden als wat betreft de afspraken
24
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
hierover. ruim de helft van de ondervraagden ziet deze het liefst op het niveau en maat van zijn bedrijf gebeuren en niet of minder via wetgeving of cao’s.
Nachtwerk niet enige doorn in het oog De belofte van de regering en afspraak binnen het regeerakkoord om een regeling te vinden voor nachtwerk in logistieke centra en e-commerce bedrijven komt niets te vroeg. ruim de helft van de werkgevers wil het verbod afschaffen en een kwart geeft aan dat ze nieuwe investeringen in logistieke centra eerder in de buurlanden neder-
land en Duitsland zouden doen. Uit de studie blijkt dat vooral grote bedrijven vragende partij zijn, voor kleinere bedrijven speelt dit minder. Maar dat is niet alles: 2 op 3 werkgevers wil dat de resterende verschillen in de statuten van arbeiders en bedienden snel verdwijnen. Volgens bijna de helft van de ondervraagden veroorzaakt dit onnodige complexiteit en bemoeilijkt het de toepassing van het eenheidsstatuut. Het meest urgent is, volgens ruim de helft, de gelijkschakeling van de voorwaarden tot tijdelijke werkloosheid, het gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid en de aanvullende pensioenregeling.
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
“Het veralgemenen van de mogelijkheid tot tijdelijke werkloosheid zal de vaste rekrutering van bedienden ten goede komen. nu aarzelen bedrijven om mensen aan te werven omdat ze niet zeker zijn van de continuïteit van werk,” aldus Siska Van Cauwenberge, district manager bij tempo-team. Minder dringend zijn de eengemaakte lijsten voor sociale verkiezingen, een identieke regeling voor het vakantiegeld en uniforme werkgevers-bijdragen voor de sociale zekerheid.
Eenheidsstatuut professionaliseert HR eén jaar na de inwerkingtreding van het eenheidsstatuut zijn bedrijven het er niet over eens of de regeling nu wel dan niet een goede zaak is. Van de kleine en middelgrote bedrijven staan amper 1 op 5 ondervraagden positief tegenover de hervorming. Minder dan de helft van de kMo’s (44%) slaagt er, 1 jaar na de inwerkingtreding, maar in om het complexe eenheidsstatuut toe te passen, tegenover 65% van de grote bedrijven. Bij deze laatsten zijn dan ook 2 op 3 werkgevers uitgesproken tevreden over het nieuwe statuut, al vinden zij het kostenplaatje erg duur. De nieuwe regeling brengt vooral een verdere professionalisering van het Hr management met zich mee. Dit gebeurde volgens ruim de helft van de ondervraagden zowel op het vlak van
rekrutering, als voor de evaluatie en opvolging van werknemers en voor de ontslagprocedure. Voor dit laatste geldt sinds 1 jaar een motiveringsplicht. Hierdoor ziet de grote meerderheid (75%) van de bedrijven meer en beter toe op het functioneren van zijn werknemers en voorziet het structureel evaluaties van werknemers (50%). een kwart van de ondervraagden bevestigt dat ze in dit verband ook de social media van hun werknemers opvolgen. 2 op 3 bedrijven gaan voorts omzichtiger dan voorheen om met ontslag. “De motivatieplicht heeft een positieve impact op de evaluatie en opvolging van werknemers. Werkgevers beseffen de noodzaak van een goed onderbouwd personeelsdossier. ook op dit vlak heeft de modernisering van de arbeidswetgeving een professionalisering van het Hr beleid tot gevolg,” aldus Siska Van Cauwenberge.
Rem op vaste rekrutering Het valt op dat door de afschaffing van de proeftijd 2 op 3 bedrijven starters eerst een contract van bepaalde duur aanbieden. De helft doet ook meer beroep dan voorheen op uitzendkrachten. Minder positief is dat meer dan de helft van de bedrijven en in het bijzonder kleinere (66%) langer wachten alvorens over te gaan tot rekrutering of deze gewoon uitstellen tot het niet
meer anders kan. 1 op 3 neemt minder gemakkelijk arbeiders aan en anderzijds leiden de kortere opzegtermijnen voor bedienden volgens 2 op 3 niet tot het sneller aanwerven van deze profielen. “Door het verdwijnen van de proeftijd investeren bedrijven meer tijd in het rekruteringsproces, waardoor het langer duurt om te beslissen. Het nadeel is het risico op het vroegtijdig afhaken van goede kandidaten. Daarom combineren steeds meer bedrijven een interim overeenkomst met het vooruitzicht op vaste aanwerving. in grote bedrijven gebeurde dit al, maar vandaag zien we dit ook in de kMo markt steeds meer gebeuren,” aldus Siska Van Cauwenberge.
Meer ziekteverzuim tot slot peilde de bevraging ook naar de impact van het afschaffen van de carensdag. ruim de helft van de ondervraagden zou deze liever weer invoeren, maar dan voor alle werknemers. kMo’s (65%) voelen deze nood sterker aan dan grote bedrijven (50%). Alle ondervraagde bedrijven stellen immers een stijging van het ziekteverzuim vast. Volgens 1 op 4 zijn er opvallend meer ‘maandagzieken’. een kwart van de werkgevers stuurt vandaag ook sneller een controle arts naar een zieke werknemer dan voorheen.
25
Veiligheid
De gsm in het verkeer:
Een stille moordenaar? Wij zijn collectief verslaafd aan onze gsm. Het ding dat nauwelijks twintig jaar bestaat heeft ons dusdanig in de greep dat we het geen moment kunnen missen. Zelfs achter het stuur kan menig bestuurder het niet links laten liggen. Onderzoek van het BIVV bevestigt dit slechts: wanneer u een dertigtal wagens passeert, is er één bestuurder bezig met zijn gsm. Wie belt achter het stuur, loopt nochtans 3 tot 4 meer kans op een ongeval. Dit risico wordt zelfs tot 23 keer groter bij sms’en achter het stuur.
recent kopten onze kranten dat grootBrittannië op drastische wijze komaf wil maken met dit kwalijk fenomeen: agenten krijgen er de instructie de telefoon van de bestuurder systematisch in beslag te nemen bij een verkeersongeval. Voor- en tegenstanders roerden zich. De tegenstanders schermen met de privacy en waarschuwen voor de politiestaat, die om de hoek zou liggen. De voorstanders vragen zich af hoeveel mensenlevens het nog vergt vooraleer ook onze wetgever gelijkaardige initiatieven neemt. Abstractie makend van de grote woorden over en weer, bekijken wij even hoe dit alles momenteel in België geregeld is. Welke – al dan niet wetgevende – initiatieven zijn er nodig om dit probleem aan te pakken? Zeggen dat het gebruik van de gsm achter het stuur hoe dan ook verboden is, is een open deur intrappen. krachtens art. 8.4 van het Wegverkeersreglement mag een bestuurder geen gebruik maken van een draagbare telefoon die hij in de hand houdt, behalve wanneer het voertuig stilstaat
26
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
of geparkeerd is. Met een “stilstaand voertuig” wordt een voertuig bedoeld dat “niet langer stilstaat dan nodig is voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden en lossen van zaken” (art. 2.22 Wegverkeersreglement). een gestopt voertuig, bijvoorbeeld voor het rode licht of in de file, is geen geparkeerd of stilstaand voertuig. een inbreuk op het artikel is een inbreuk van de tweede graad. De minimumboete bedraagt 120,00 eUr. Belangrijk om weten is dat u momenteel slechts geverbaliseerd kan worden als de agent in kwestie u het toestel “ziet” gebruiken. Hij zal u in principe moeten onderscheppen en identificeren, minstens zal hij zeer nauwkeurig moeten beschrijven in het PV wat hij u heeft zien doen. Uw gsm in beslag nemen en controleren kan de agent niet, althans niet op eigen gezag. een dergelijke inbeslagname is enkel mogelijk mits toestemming van een magistraat. Los van een verkeersongeval gebeurt dit nooit. een wettelijk kader om agenten zelf toe te laten systematisch telefoons te controleren is er dus niet. een wetsontwerp in die zin is er evenmin.
Ligt dit anders wanneer er een ongeval gebeurd is? Ja en neen. ook bij een verkeersongeval kan de verbaliserende agent de gsm niet op eigen gezag in beslag nemen, laat staan systematisch. niets belet hem echter om bij een verkeersongeval de procureur des konings toelating te vragen om de gsm in beslag te nemen voor nazicht. Deze laatste kan die toelating – al dan niet systematisch – inwilligen. Het huidige art. 35 van het Wetboek van Strafvordering verzet zich daar geenszins tegen. Het laat de procureur in zijn algemeenheid toe om bij een misdrijf “alles wat kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen” in beslag te nemen. Anders dan wat de media laten uitschijnen leert een vluchtige analyse van onze wetgeving dat de inbeslagname van een gsm na ongeval geenszins onmogelijk is. tegelijkertijd is het wél een feit dat het tot op heden niet of nauwelijks gebeurt. niet alleen de man in de straat, maar ook onze politiediensten en onze magistraten moeten bijgevolg gesensibiliseerd worden én op hun verantwoordelij-
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
kheden gewezen worden inzake deze problematiek. Zeggen dat inbeslagname mogelijk is betekent geenszins dat men blind moet blijven voor de vele (praktische) bezwaren verbonden aan dergelijke – zeker systematische – beslagen. Dergelijk beslag treft de betrokkene hoe dan ook serieus, al was het maar omdat onze gsm voor de meesten onder ons een onmisbaar (professioneel) instrument is geworden. Wetend dat de beslagene bovendien vermoed wordt onschuldig te zijn tot het tegendeel bewezen is, mag het duidelijk zijn dat dit beslag snel afgehandeld moet worden. in onduidelijkere gevallen biedt databeslag (kopie van alle data op het betrokken toestel) mogelijk een oplossing. Dergelijk databeslag stelt de privacybezwaren dan weer op scherp. Slotsom is dan ook dat niet zozeer het principe dan wel de praktische uitvoering van het beslag sturing vergt. Dit kan via een wet. Doch, niets belet de parketten (of eventueel het college van procureursgeneraal) om ter zake initiatieven te nemen.
Wetend dat de impact van gsmgebruik op verkeersveiligheid volgens sommigen zelfs groter is dan deze van alcohol, is daar dan ook alle reden toe. onderzoek van de federale Commissie voor de Verkeersveiligheid leert inderdaad dat een bestuurder met een bloed-alcoholconcentratie van 0,8 g/l, “slechts” 2,7 keer meer risico loopt om betrokken te raken in een verkeersongeval. Bij een alcoholconcentratie van 1,5 g/l loopt dit risico op tot 22 keer meer. Dit is met andere woorden nog steeds minder dan het versturen van een sms, waarbij het risico 23 keer groter wordt. in dat opzicht lijkt het niet meer dan billijk dat niet alleen alcoholmisbruik, doch ook gsm-misbruik systematisch gecontroleerd wordt. Minstens bij ongevallen lijkt dit zich op te dringen. en wat moet u – als verzekeringstussenpersoon – nu met al deze wetenschap? geconfronteerd met een klant die meent dat het gsm-gedrag van tegenpartij het ongeval veroorzaakte, lijkt het ons zaak de verbalisanten daar krachtig – d.w.z. onmiddellijk en schriftelijk – op te wijzen. Mogelijk zult u
hen tegelijkertijd moeten wijzen op de mogelijkheid dit middels een rechterlijke machtiging effectief te doen onderzoeken. Wetend dat dit maar al te vaak dovemansgesprekken zijn staan wij alleszins te uwer beschikking om u daarbij te helpen. Gert Geerts, GSJ Advocaten Rudy Van Turnhout, GSJ Advocaten Mechelsesteenweg 27 2018 Antwerpen T. 03 232 50 60 F. 03 232 30 50 E-mail:
[email protected] www.gsj.be
27
Juridisch Een rubriek van
De controle van de vakbekwaamheid
28
Wat is een controle van de vakbekwaamheid?
Wie, waar en wanneer wordt gecontroleerd?
Bij een controle van de vakbekwaamheid wordt nagegaan of de houder van het getuigschrift van vakbekwaamheid de vervoerwerkzaamheden echt (daadwerkelijk) en voortdurend (permanent) heeft geleid. Het komt frequent voor dat de vervoersmanager (lasthebber) zijn getuigschrift laat “gebruiken”, “verhuurt” of “ter beschikking stelt” van een vervoerondernemer en daarvoor iedere maand de overeengekomen som opstrijkt zonder dat hij concreet iets uitvoert in het bedrijf.
Het Directoraat-generaal Vervoer te Land controleert hoofdzakelijk de ondernemingen - zowel de natuurlijke personen als de rechtspersonen - die een vervoersmanager lasthebber (persoon van buiten de onderneming) hebben aangesteld, maar ook de werknemers (personen die deel uitmaken van het personeel van de onderneming) aandeelhouders en uitzonderlijk zelfs de zaakvoerders (wanneer wordt vermoed dat zij slechts optreden als stroman). De
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
controle gebeurt ofwel ter plaatse, ofwel vanuit Brussel. Zij kan om het even wanneer gebeuren, bijvoorbeeld naar aanleiding van een routinecontrole van de rij – en rusttijden, steekproefsgewijs of bij redelijke aanwijzing van misbruik.
Wat moet mijn vervoersmanager precies doen in mijn bedrijf? De vervoersmanager lasthebber is verplicht de zaken uit te voeren die worden opgesomd in de regelgeving en in zijn lastgevingovereenkomst, name-
UPTR Non-Stop 2015-03 • Juni
lijk: het beheer van het voertuigonderhoud, de controle van de vervoerscontracten – en documenten, de basisboekhouding, de toewijzing van ladingen of diensten aan de bestuurders en voertuigen en de controle van de veiligheidsprocedures. De vervoersmanager moet in grote mate zelfstandig optreden. Hij stelt in naam en voor rekening van het bedrijf rechtshandelingen: zijn handtekening verbindt de onderneming.
Houdt het bestuur rekening met de grootte van mijn onderneming? Ja. Het is vanzelfsprekend dat bepaalde zaken in (heel) kleine ondernemingen niet geregeld zullen gebeuren. De ondernemer zal wel een aannemelijke uitleg moeten geven voor het geheel of gedeeltelijk ontbreken van bepaalde documenten. Het bestuur aanvaardt evenwel geen uitleg die niet voldoende geloofwaardig is.
Hoeveel tijd heeft men om de bewijzen te leveren? De bewijzen moeten in beginsel onmiddellijk kunnen worden verstrekt, zij moeten met andere woorden te allen tijde beschikbaar zijn. Het bestuur verleent alleen uitstel voor het verstrekken van de documenten indien dit te wijten is aan bewezen absolute overmacht (omstandigheden die onmogelijk te voorzien waren en die de ondernemer enkel lijdzaam kon ondergaan). De vervoerder zal zich in principe niet kunnen beroepen op tekortkomingen of fouten van anderen
Hoe kan ik best bewijzen dat mijn vervoersmanager de vervoerwerkzaamheden leidt? Het bewijs moet zeker (onbetwistbaar) zijn. Daarom vraagt het bestuur schriftelijke bewijzen, d.w.z. documenten die werden ondertekend door de vervoersmanager voor rekening van de onderneming. Voorbeelden: een verzekeringsovereenkomst, een huurove-
reenkomst, een bestelbon voor de aanschaf van een voertuig, een ontslagbrief voor een werknemer, een arbeidsovereenkomst, … Andere zogenaamde “bewijzen”, zoals vb. verklaringen van derden dat de vervoersmanager toezicht uitoefent, bij besprekingen aanwezig is, de zaken naziet, zijn weinig overtuigend en zullen niet volstaan indien andere bewijzen ontbreken
Wanneer moet de vervoersmanager documenten ondertekenen? De documenten moeten worden ondertekend door de vervoersmanager op de datum dat de rechtshandeling heeft plaatsgevonden, vb. op de datum dat hij de overeenkomst sluit voor de onderneming, op de datum dat hij een voertuig huurt voor de onderneming (huurovereenkomst), … De vervoersmanager mag de documenten dus niet achteraf ondertekenen (dit is: nadat de documenten werden gevraagd); in dat geval is de handeling gesteld door de oorspronkelijke ondertekenaar (vb. zaakvoerder) en niet door de vervoersmanager. Dergelijke documenten kunnen dus niet als bewijzen gelden.
Wat zijn de gevolgen indien ik fraudeer bij de bewijslevering? De zaakvoerder die de vervoersmanager na het aanvatten van de controle bestaande documenten laat of doet ondertekenen en ze daarna aan het bestuur voorlegt als bewijskrachtige geschriften (teneinde op die manier de intrekking van zijn vergunning te voorkomen) kan op aangifte van het bestuur worden vervolgd wegens valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken. Valsheid in geschrifte is een misdaad en vervolging kan ernstige gevolgen hebben voor de zaakvoerder en de vakbekwame: gevangenisstraf en geldboete, eventueel het verbod om nog zaakvoerder te zijn van een vennootschap voor drie tot tien jaar (beroepsverbod). De veroordeling komt op het uittreksel uit het strafre-
gister en kan leiden tot een weigering van de toegang tot het beroep
Wat zijn de gevolgen indien ik niet kan aantonen dat de vervoersmanager de vervoerwerkzaamheden van mijn bedrijf heeft geleid? Wanneer de permanente en daadwerkelijke leiding door de vervoersmanager niet bestaande of onvoldoende is, wordt de vervoervergunning na mogelijk verweer ingetrokken. Proces-verbaal wordt opgesteld ten laste van de onderneming en van de vakbekwame vermits het om een strafbaar feit gaat. in geval van niet bestaande leiding moet de vergunning onmiddellijk aangetekend worden teruggezonden. indien de vervoerder zijn vergunning niet terugzendt komt er een controle van (de onwettige) vervoeractiviteiten. ten slotte is een (financieel) onderzoek mogelijk met het oog op de verbeurdverklaring van de vermogensvoordelen (winst) die de onderneming heeft gehaald uit onwettig vervoer. De onderneming kan tegen elke eindbeslissing in beroep gaan bij de raad van State. Dit wordt uitdrukkelijk in de beslissing vermeld.
Kan ik de intrekking van mijn vervoervergunning voorkomen door ontslag van de vervoersmanager? neen. Het ontslag van de vervoersmanager nadat de controle is aangevat, kan de intrekking wegens onbestaande of onvoldoende leiding niet afwenden
Wat bij een tweede controle? De onderneming waarvan de vervoervergunning wordt ingetrokken, zal opnieuw worden gecontroleerd. indien ook bij de tweede controle blijkt dat de permanente en daadwerkelijke leiding niet wordt verzekerd door de vakbekwame zal de vergunning dan ook worden ingetrokken voor langere duur. Bron : www.mobilit.belgium.be
29
Advertenties SA TRANSPORT BOULARD A VENDRE : CAUSE REORGANISATION
LEASING AL MOGELIJK vanaf
660 EUR/maand
voor een trekker uit ons
4 TRACTEURS AVEC HYDRAULIQUE : SCANIA 420 BOITE AUTO, SCANIA 470, RENAULT PREMIUM 440, DXI BOITE AUTO FRAICHEMENT RENOUVELLÉE PAR RENAULT FACT A L’APPUI ÉTAT IMPECCABLE, MAN TGA 430 HYDRODRIVE, SEMI-BENNE LAG 3 ESS ALU INOX TOUT CE MATÉRIEL EN EXCELLENT ÉTAT GSM : 0497 47 16 79
gamma TREKKERS
MIDDLEGATE VERKOOP 2 TREKKERS
MERCEDES-BENZ ACTROS 1845 LS NEW MODEL - 2012 - WIT Full option - Powershift - Euro 5 - Steamspace - 2 tanks - 417.029 km DAF XF106.460 SUPER SPACE CAB - 2015 - WIT Full option - AS-Tronic - Euro 6 - Spoilerset - 2 tanks - Nieuw DAF XF105.460 SUPER SPACE CAB - 2012 - WIT Full option - AS-Tronic - Euro 5 - Spoilerset - 367.000 km DAF XF105.460 SUPER SPACE CAB - 2011 Full option - AS-Tronic - Euro 5 - 2 tanks - Spoilerset - 432.191 km DAF XF105.460 SPACE CAB - 2009 - WIT Full option - AS-Tronic - Euro 5 - Spoilerset - 452.908 km RENAULT PREMIUM 460 - 2011 - WIT Full option - Automaat - Euro 5 - 2 tanks - Spoilerset - 431.441 km MAN TGX 18.440 XXL - 2011 - WIT Full option - Automaat - Euro 5 EEV - Spoilerset - 408.969 km MAN TGX 18.440 XLX - 2010 - WIT Full option - Automaat - Euro 5 - Spoilerset - +/- 500.000 km
OPLEGGERS SCHUIFZEILOPLEGGER SCHMITZ - 2010 - GRIJS SAF-assen - liftas - nieuwe zeilen CONTAINERCHASSIS SCHMITZ - 2007 - ZWART 45ft (ook 2 x 20ft, 1 x 40ft)
DE TOPOCCASIE VAN UW KEUZE VIA EEN LEASING OP MAAT! CONTACT :
[email protected]
LeASing/HUUrkooP zonder bankwaarborg TRANS CASTELEYN CAPACITE PROFESSIONNELLE A LOUER VEUILLEZ APPELER : 0475 69 84 36
30
31
Bestelling Vrachtwagen of onderdelen kopen of verkopen? Op zoek naar een samenwerking? Personeel gevraagd? Overname aanbieden? Vakbekwaamheidsattest ter beschikking stellen? Ruimte te huur? Gestolen voertuig?
Zeer budgetvriendelijk kunt u hier uw kleine aankondigingen plaatsen vanaf 10 eUr voor UPtr-leden! Vul de bestelbon en onderstaand
rooster op een leesbare manier (één letterteken, één spatie of één leesteken per vakje) in en stuur het ons terug per fax op 02 420 67 79 of per
e-mail naar
[email protected]. Deze aankondigingen worden enkel schriftelijk aanvaard en dienen vooraf betaald te worden.
tarief UPtrleden
tarief nietleden
10 €
+3€
20 € +6€
+3€
+6€
+3€
+6€
+3€
+6€
+3€
+6€
+3€
+6€
Hoe bestellen? Hoe berekenen? Hoe betalen? firma
naam en voornaam
Straat
Postcode
Plaats
e-mail
tel
fax
BtW
Datum
Handtekening
Bestelt hiermee bovenstaande advertentie volgens hierna vermelde berekening: UPTR-leden a) Minimumprijs (= max. 4 tekstlijnen) 10 eUr
Niet-leden 20 eUr
b) extra tekstlijnen of kader of logo: ..... (aantal) à 3 eUr of 6 eUr/lijn
+ .................... eUr
+ .................... eUr
c) BtW 21 %
+ .................... eUr
+ .................... eUr
= .................... eUr
= .................... eUr
totAAL
Te betalen op de UPTR rekening • BIC: BBRUBEBB • IBAN: BE58 3400 9746 0079 na publicatie ontvangt u een factuur en een bewijsnummer. Uw aankondiging verschijnt in de door u opgegeven taal.
iedere bijkomende taal is een bijkomende bestelling. Voor meer informatie over de volgende publicatiedatum, andere advertentieformules,
speciale formaten of reeksen kunt u telefonisch terecht op 02 420 54 56 of per e-mail:
[email protected].
Unie van Professionele Transporteurs en Logistieke ondernemers (UPtr) • www.uptr.be • Luik: Z.i. Hauts-Sarts • rue de l'Abbaye, 138 • 4040 Herstal • tel : 04 361 40 90 • fax : 04 367 73 51 •
[email protected] • Brussel: Havenlaan 104-106 • B-1000 Brussel • tel : 02 420 54 56 • fax : 02 420 67 79 •
[email protected] • industriezone “klein gent Herentals” • Atealaan 65/4 • B-2200 Herentals • tel : 014 22 69 70 • fax : 014 22 69 72 •
[email protected] • Henegouwen: Zoning industriel de l’europe 20 • B-7900 Leuze • tel : 069 34 37 84 • fax : 069 34 37 80 •
[email protected] • kortrijk: engelse Wandeling 2 bus k07g • B-8500 Courtrai • tél : 056 60 17 38 • fax 056 61 36 03 •
[email protected] non StoP is een uitgave van UPtr. Verantwoordelijke uitgever: Michaël reul • Z.i. Hauts-Sarts • rue de l'Abbaye, 138 • 4040 Herstal. niets uit deze publicatie mag geheel of gedeeltelijk overgenomen worden zonder schriftelijke instemming van de uitgever. © 06-2015
EEN TRUCK DIE UW RENDEMENT VERHOOGT RENAULT TRUCKS
T GAMMA
Contacteer uw dealer of kijk op renault-trucks.be