EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 9.7.2009 C(2009) 5640 definitief
In de openbare versie van dit besluit zijn, overeenkomstig de artikelen 24 en 25 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EGVerdrag (niet-openbaarmaking informatie die onder de geheimhoudingsplicht valt), delen van de tekst weggelaten. Het weggelaten gedeelte wordt aangegeven met vierkante haken […].
Betreft:
OPENBARE VERSIE VERTALING AUTHENTIEKE BESLUIT Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld.
Steunmaatregelen
N 344/2009 - Luxemburg N 380/2009 - België Herstructureringssteun ten faveure van Kaupthing Bank Luxembourg SA
Excellenties, 1.
PROCEDURE
(1)
Op 10 juni 2009 hebben de Luxemburgse autoriteiten bij de Commissie aanmelding gedaan van de beschikbaarstelling van een lening van 320 miljoen EUR aan Kaupthing Bank Luxembourg SA. De Luxemburgse autoriteiten hebben op 23, 25 en 30 juni 2009 en op 3 en 6 juli 2009 aanvullende inlichtingen verschaft.
(2)
De Belgische Staat neemt voor de helft deel aan de financiering van de lening via een lening van staat tot staat van 160 miljoen EUR aan Luxemburg. De Belgische autoriteiten hebben op 23 juni 2009 bij de Commissie aanmelding gedaan van de beschikbaarstelling van die lening en hebben op 30 juni en 6 juli 2009 aanvullende inlichtingen verstrekt.
Son Excellence Monsieur Karel DE GUCHT Ministre des Affaires étrangères Rue des Petits Carmes, 15 B - 1000 Bruxelles
Son Excellence Monsieur Jean ASSELBORN Ministre des Affaires Etrangères Rue Notre-Dame 5 L - 2911 Luxembourg
Commission européenne, B-1049 Bruxelles – Belgique Europese Commissie, B-1049 Brussel – België
Commission européenne, B-1049 Bruxelles – Belgique Europese Commissie, B-1049 Brussel – België Téléphone: 00 32 (0) 2 299.11.11.
Téléphone: 00 32 (0) 2 299.11.11.
2.
BESCHRIJVING VAN DE MAATREGELEN
2.1
De bank
(3)
Kaupthing Bank Luxembourg SA (hierna "Kaupthing" genoemd) is een Luxemburgse kredietinstelling, die een dochteronderneming van de IJslandse groep Kaupthing Bank hf is. De bank is op het gebied van private banking actief in Luxemburg en - via twee bijkantoren - in België en Zwitserland. Zij haalt (onder de naam Kaupthing Edge) ook onlinedeposito's op bij retail cliënten in Luxemburg en België.
(4)
2.2
(5)
In september 2008 is door de fluctuaties op de internationale financiële markten het onderlinge vertrouwen van financiële instellingen verslechterd en is de interbancaire liquiditeit snel opgedroogd. De aankondiging van de IJslandse regering op 29 september 2008 dat zij Glitnir Bank zou nationaliseren, heeft de economische situatie op IJsland sterk doen verslechteren. De ratingbureaus hebben hun ratings voor de IJslandse Staat en de IJslandse banken verlaagd en de buitenlandse investeerders zijn hun IJslandse activa massaal gaan verkopen, met aanzienlijke waardeverliezen van deze activa tot gevolg.
(6)
Geconfronteerd met deze situatie heeft Kaupthing Bank hf op 8 oktober 2008 de IJslandse bankentoezichthouder verzocht de bevoegdheden van de aandeelhoudersvergadering op zich te nemen. Dat besluit had tot onmiddellijk gevolg dat Kaupthing zich niet meer kon herfinancieren, noch bij haar moedermaatschappij, noch op de interbankenmarkt.
(7)
Op 9 oktober 2008 is Kaupthing dus door het Tribunal d'arrondissement de Luxembourg in surseance van betaling (sursis de paiement) geplaatst. Dergelijke procedure leidt tot de opschorting van alle betalingen door de instelling, daaronder begrepen het opnemen van deposito's. De vennootschapsorganen van Kaupthing blijven tijdens deze surseance functioneren, maar al hun activiteiten komen onder toezicht te staan van door de rechter aangestelde bewindvoerders.
(8)
Technisch gesproken kan de surseance slechts op twee wijzen worden beëindigd:
De moeilijkheden van Kaupthing
– ofwel slaagt de instelling erin opnieuw de vereiste solvabiliteits- en liquiditeitsniveaus te behalen die nodig zijn om de onmiddellijk opeisbare schulden volledig terug te betalen wanneer de surseance afloopt (dit geldt met name voor de depositohouders van wie de deposito's a priori onmiddellijk opeisbaar zijn), waarbij bepaalde schuldeisers ermee kunnen instemmen dat hun schuldvorderingen gespreid worden afgelost; – ofwel kan de situatie niet met de surseance worden rechtgezet. In dat geval wordt de bank onder toezicht van de rechter geliquideerd en worden de opbrengsten van de verkoop van de activa van de bank pondspondsgewijs over alle schuldeisers verdeeld. 2.2
De tenderprocedure
(9)
De bewindvoerders zijn, overeenkomstig hun opdracht, onmiddellijk begonnen met het verkennen van uitwegen uit de surseance. In dat verband hebben de 2
bewindvoerders alle activiteiten van Kaupthing vanaf oktober 2008 in de verkoop gezet. Ook al hebben bewindvoerders zelf rechtstreeks contact opgenomen met een veertigtal instellingen uit de financiële sector waarvan zij dachten dat die belangstelling konden hebben voor de overname van een deel of het geheel van de activiteiten van Kaupthing, toch bleef de tender open staan voor alle kandidaatovernemers die hun belangstelling lieten blijken. Deze kandidaat-overnemers beschikten allen over dezelfde informatie (er werden data rooms opengesteld in België en in Luxemburg). (10)
De Luxemburgse autoriteiten hebben van bij de opening van de tenderprocedure bevestigd dat zij bereid waren de nodige overheidsmiddelen in te brengen om het verschil tussen de activa van de bank en haar opeisbaar passief te dekken. Dit gegeven was dus aan de kandidaat-overnemers bekend.
(11)
De bewindvoerders hebben de volgende biedingen ontvangen: a)
b)
voor de overname van de deposito's van het Belgische bijkantoor hebben uiteindelijk alleen het Landbouwkrediet en Keytrade Bank een vast bod gedaan, dat is geselecteerd1; voor de private banking-activiteiten in Luxemburg hebben de bewindvoerders in een eerste fase alleen een bod van […]∗, een Libisch investeringsfonds, ontvangen. Dit bod is echter verworpen door de schuldeisers van Kaupthing, wier instemming wettelijk vereist was. In een tweede fase werden twee andere biedingen ontvangen van de investeringsfondsen JC Flowers en Blackfish Capital. Het bod van dit laatste fonds is geselecteerd als zijnde het gunstigste2.
2.3
Het herstructureringsplan
(12)
Op basis van de uitkomsten van de tenderprocedure hebben de bewindvoerders een plan uitgewerkt voor de herstructurering van Kaupthing, dat uit drie maatregelen bestaat3: -
1
∗ 2
de private banking-activiteiten en de activiteiten als onlinedepositobank in België ([350-400] miljoen EUR deposito's4) worden overgenomen door Landbouwkrediet NV (hierna "het Landbouwkrediet" genoemd) en Keytrade Bank NV (hierna "Keytrade Bank" genoemd), een dochteronderneming van de Groep Landbouwkrediet. De deposito's van de internetcliënten van Kaupthing
De financiële voorwaarden voor de door Keytrade Bank/Landbouwkrediet voorgestelde overname zijn als volgt: […]. Vertrouwelijke informatie. In ruil voor de overdracht van de Luxemburgse activiteiten heeft Blackfish Capital zich verbonden tot een kapitaalverhoging van 50 miljoen EUR, plus een deposito-inbreng van [25-75] miljoen EUR. Daarnaast heeft Blackfish Capital zich ertoe verbonden om [225-275] miljoen EUR voor het SPV te bestemmen.
3
Tenzij anders aangegeven zijn de vermelde deposito- en balansgegevens van Kaupthing de gegevens per 13.3.2009, tijdstip van de laatste voorlopige balans van de bank die als basis diende voor het uitwerken van het herstructureringsplan.
4
Exclusief de [175-225] miljoen EUR die de depositohouders al is uitgekeerd in het kader van het Luxemburgse depositogarantiestelsel.
3
worden overgeheveld naar rekeningen van Keytrade Bank, terwijl de private banking-cliënten van het bijkantoor door het Landbouwkrediet zullen worden overgenomen. Deze overdracht betreft alleen de deposito's en omvat geen overdracht van de voor de uitoefening van bankactiviteiten noodzakelijke infrastructuur5. De overnemers zullen de deposito's namelijk in hun bestaande bankactiviteiten integreren; -
de private banking-activiteiten en de activiteiten als depositobank in Luxemburg ([275-325] miljoen EUR deposito's per 13 maart 2009) worden overgenomen door het Britse investeringsfonds Blackfish Capital. Deze activiteiten worden binnen een nieuwe entiteit ondergebracht, die als kredietinstelling in Luxemburg moet worden erkend onder de benaming Banque Havilland. Deze nieuwe bank zal een initieel balanstotaal hebben van 1 305 miljoen EUR (waarvan [750-800] miljoen EUR bestaande verbintenissen van de bank ten opzichte van de Banque centrale du Luxembourg die voortvloeien uit haar herfinancieringsoperaties). De overnemer zal 50 miljoen EUR kapitaal inbrengen en nog eens [25-75] miljoen EUR in liquide middelen. Deze overdracht betreft de volledige infrastructuur van Kaupthing, daaronder begrepen de informaticasystemen en het hoofdkantoor. Banque Havilland zal 100 medewerkers van Kaupthing overnemen en zal vanaf dag één beschikken over de middelen die nodig zijn om een bank ordelijk te laten functioneren;
-
alle overige activa van Kaupthing (1 206 miljoen EUR), die vooral overeenstemmen met de activiteiten inzake handelskredieten van Kaupthing en waarvoor tijdens de tenderprocedure van de bank geen overnemer kon worden gevonden6, worden ondergebracht in een Special Purpose Vehicle (hierna "SPV" genoemd), waarvan het passief in hoofdzaak bestaat uit de schulden van de bank tegenover de Luxemburgse Staat, de Association de Garantie des Dépôts du Luxembourg (hierna "AGDL" genoemd), die het Luxemburgse depositogarantiestelsel beheert, en de schuldeisers-kredietinstellingen van Kaupthing (hierna "de interbancaire schuldeisers" genoemd). Een ordelijke verkoop van deze activa moet de terugbetaling van deze schuldeisers mogelijk maken. Het SPV neemt alleen activa over, geen infrastructuurelementen of medewerkers. Het beheer ervan wordt verzorgd door een comité dat wordt aangesteld door de schuldeisers die in het SPV zitten.
(13)
Technisch gesproken wordt de rechtspersoon van Kaupthing (waarvan de activiteiten van het Belgische bijkantoor zullen zijn verkocht) in twee rechtspersonen opgesplitst: Banque Havilland en het SPV.7
(14)
De activiteiten van het Zwitserse bijkantoor van Kaupthing ([15-35] miljoen EUR activa) zijn stopgezet en de depositohouders ontvangen een terugbetaling in het kader van het Zwitserse depositogarantiestelsel.
5
Wel zullen […] medewerkers van Kaupthing bij het Landbouwkrediet en Keytrade Bank aan de slag gaan.
6
Deze activa bestaan in hoofdzaak uit door Kaupthing verstrekte kredieten.
7
De aandeelhouder van het SPV zal een "wees"-structuur zijn, het gebruikelijke model bij effectiseringsoperaties. In dit geval zal het om een stichting naar Nederlands recht gaan. De besluiten over de verkoop van activa van de SPV zullen worden genomen door een Steering Committee van vertegenwoordigers van de schuldeisers.
4
(15)
Dit herstructureringsplan is op 5 juni 2009 met een dubbele meerderheid goedgekeurd door de interbancaire schuldeisers. Deze goedkeuring was een juridische voorwaarde om het herstructureringsplan ten uitvoer te kunnen leggen. De overige betrokken partijen, onder wie AGDL, hebben eveneens hun instemming betuigd. Bij arrest van 8 juni 2009 heeft de rechter akte genomen van deze akkoorden en heeft hij de surseance verlengd tot 10 juli 2009, om de tenuitvoerlegging van het plan mogelijk te maken.
2.4
De overheidsmaatregel
(16)
Om het door de bewindvoerders uitgewerkte plan ten uitvoer te kunnen leggen, is het niettemin nodig dat het verschil tussen het volledige opeisbare passief van Kaupthing en de waarde van haar activa wordt gedekt. Dit verschil werd per 31 december 2008 op 310 miljoen EUR geraamd. Bij gebreke van andere financieringsbronnen, kon alleen de Staat die financiering inbrengen.
(17)
Deze inbreng door de Staat zal vooral dienen ter dekking van de eventuele opnemingen door depositohouders die, aan het eind van de surseance van betaling, het recht hebben de volledige terugbetaling van hun deposito's te eisen.
(18)
Concreet betekent dit dat de maatregel de vorm zal hebben van een lening van de Luxemburgse Staat aan Kaupthing ten belope van 320 miljoen EUR (overeenstemmend met het liquiditeitstekort van 310 miljoen EUR, plus een marge van 10 miljoen EUR). Deze lening zal in twee tranches worden toegekend: -
een super senior tranche van 210 miljoen EUR, en
-
een senior tranche van 110 miljoen EUR.
(19)
Deze lening wordt Kaupthing onmiddellijk vóór haar opsplitsing verstrekt. Deze niet-rentedragende - lening zal dan onmiddellijk worden afgelost, waarbij de Staat door het SPV uitgegeven obligaties als betaling aanvaardt. Concreet gezien, zal de Staat dus, samen met de interbancaire schuldeisers, worden terugbetaald, afhankelijk van de opbrengst van de gecontroleerde liquidatie van de activa in het SPV. Het SPV zal super senior- en senior-obligaties uitgeven, die de beide tranches van de lening vertegenwoordigen; deze zullen aan de Luxemburgse Staat worden gegeven. De super senior-obligaties zullen prioritair worden terugbetaald. De senior-obligaties worden pari passu terugbetaald met de obligaties die de andere schulden van Kaupthing vertegenwoordigen; deze worden aan AGDL en de interbancaire schuldeisers gegeven. Naar de Luxemburgse autoriteiten verwachten, zal de terugbetalingsoperatie via het SPV uiterlijk in 2017 zijn afgerond8.
(20)
De bedragen die aldus door de Staat ter beschikking worden gesteld, zullen worden overgemaakt naar een door de overnemers van de activiteiten van het Belgische bijkantoor gecontroleerde rekening, om te garanderen dat de cliënten van dit bijkantoor aan het einde van de surseance opnieuw over hun deposito's kunnen beschikken (de beschikbaarheid van de deposito's van de cliënten van de Luxemburgse
8
Voorzien is dat de activa van het SPV vanaf […] de […] miljoen EUR zullen onderschrijden. Wanneer het saldo een bepaalde drempel onderschrijdt die de beheerskosten niet meer rechtvaardigt, worden de resterende activa verkocht en wordt het SPV geliquideerd. De verwachting is dat deze liquidatie uiterlijk in 2016 of 2017 zal plaatsvinden.
5
moederonderneming wordt gegarandeerd door de overnemer van de Luxemburgse activiteiten van Kaupthing). (21)
Het verschil tussen de 320 miljoen EUR van de lening en de [350-400] miljoen EUR overgedragen deposito's wordt gedekt door een overdracht van middelen van AGDL9. Dit bedrag stemt overeen met de schadeloosstelling die de depositohouders van de bank in het kader van het Luxemburgse depositogarantiestelsel hadden kunnen opeisen ingeval Kaupthing was geliquideerd. AGDL zal ook obligaties van het SPV ontvangen, zodat het deze middelen terugbetaald krijgt.
(22)
Aangezien het grootste deel van de deposito's afkomstig is van de Belgische activiteiten van de bank, zal de lening van de Luxemburgse Staat worden verstrekt in samenwerking met de Belgische autoriteiten, die de Luxemburgse Staat een lening voor in totaal 160 miljoen EUR zullen verstrekken, op voorwaarde dat de Luxemburgse autoriteiten deze middelen bestemmen voor de financiering van de lening aan de bank zoals die hierboven is beschreven.10
3.
STANDPUNT VAN DE LUXEMBURGSE EN BELGISCHE AUTORITEITEN
(23)
België heeft de lening die het de Luxemburgse Staat zal verstrekken, aangemeld als steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag en heeft Kaupthing als begunstigde van de steun genoemd. België is van mening dat de steun verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt op grond van artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag en verklaart zich aan te sluiten bij de aanmelding van de Luxemburgse autoriteiten. De Commissie gaat er dus van uit dat de Belgische autoriteiten het eens zijn met alle feiten en argumenten die de Luxemburgse autoriteiten ter staving van hun aanmelding hebben aangedragen. In hetgeen volgt zal zij het daarom alleen over Luxemburg hebben.
(24)
Luxemburg is van mening dat, aangezien de leningen van de Belgische Staat aan de Luxemburgse Staat en van de Luxemburgse Staat aan Kaupthing zijn bedoeld om de depositohouders de zekerheid te bieden dat zij integraal over hun deposito's kunnen beschikken, deze in hoofdzaak aan de depositohouders ten goede komen - en dus geen staatssteun vormen. De depositohouders zijn namelijk in hoofdzaak particulieren en geen ondernemingen in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag.
9
Alle Luxemburgse bankinstellingen zijn aangesloten bij AGDL, die wordt geleid door de vertegenwoordigers van haar leden. Ook al beheert AGDL het nationale depositogarantiestelsel, toch is de Staat nergens betrokken bij de besluitvorming van de organisatie. Hoewel sommige maatregelen van AGDL met betrekking tot de aangemelde maatregelen verder kunnen gaan dan hetgeen automatisch volgt uit de tenuitvoerlegging van de garantie - en dus een discretionaire bevoegdheid van AGDL kunnen inhouden, ziet de Commissie geen enkele reden om aan te nemen dat die maatregelen aan de Staat toe te rekenen zijn - en dus staatssteun vormen. De maatregelen die AGDL met betrekking tot de aangemelde maatregelen heeft genomen zullen in dit besluit dus niet meer in detail worden onderzocht.
10
Ook de lening van de Belgische Staat aan de Luxemburgse Staat zal in twee tranches aan de bank worden verstrekt: een eerste tranche van 105 miljoen EUR en een tweede tranche van 55 miljoen EUR, die elk 50% vertegenwoordigen van de overeenkomstige tranches van de leningen van de Luxemburgse Staat aan Kaupthing. De financiële voorwaarden van deze beide tranches zijn afgestemd op die van de super senior- en senior-obligaties die het SPV zal uitgeven en die de Luxemburgse Staat zal ontvangen. De Luxemburgse Staat zal de lening dus aflossen op het tijdstip en voor zover betalingen van het SPV zijn ontvangen.
6
(25)
Mocht de Commissie van oordeel zijn dat de lening staatssteun zou vormen, dan zou deze met de gemeenschappelijke markt verenigbaar zijn op grond van artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag. In dit verband beklemtoont Luxemburg de volgende elementen.
(26)
De rechtvaardigingsgronden van de steun dienen te worden beoordeeld ten opzichte van de situatie waarin Kaupthing surseance van betaling verleend kreeg, waardoor de depositohouders geen toegang tot hun deposito's meer hadden. Begin oktober 2008, dus in direct verband met de acute problemen van Dexia en Fortis die in zowel Luxemburg als België een aanzienlijke impact hadden, was het vertrouwen van depositohouders in het bankensysteem sterk aangetast. De cliënten van Kaupthing zagen door de surseance hun deposito's geblokkeerd en bij een faillissement van de bank zouden zij aanzienlijke verliezen lijden.11 Een dergelijke situatie zou er sterk toe bijgedragen hebben het vertrouwen van de depositohouders op de Belgische en de Luxemburgse markten nog meer aan het wankelen te brengen. Onder die omstandigheden hebben de beide lidstaten het om redenen van financiële stabiliteit nodig geacht om aan te kondigen dat zij maatregelen zouden nemen ten faveure van de depositohouders van Kaupthing die in voorkomend geval verder zouden gaan dan de wettelijke bescherming van 20 000 EUR die het Luxemburgse depositogarantiestelsel bood.
(27)
In zijn verklaringen voegt Luxemburg nog toe dat de liquidatie van de bank, gekoppeld aan een snelle verkoop van de activa van de bank op een door de crisis verkrampte markt, belangrijke verliezen had opgeleverd voor een aanzienlijk aantal interbancaire tegenpartijen van de bank. Een ordelijke uitweg uit de surseance waarmee alle schuldeisers van Kaupthing een maximum van hun vorderingen konden terugkrijgen, kon voorkomen dat het interbancaire krediet nog verder afbrokkelde en zou het vertrouwen in het Luxemburgse financiële toezicht helpen te behouden.
(28)
De aangemelde maatregel betreft slechts de tenuitvoerlegging van reeds gedane verbintenissen van de betrokken staten. Deze verbintenissen waren noodzakelijk om de stabiliteit op de bankenmarkt te behouden. De maatregel dient dus te worden beoordeeld op grond van artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag.
(29)
De Luxemburgse autoriteiten hebben een brief meegedeeld van de Luxemburgse Commission de Surveillance du Secteur Financier (hierna "CSSF" genoemd) waarin wordt verklaard dat de liquidatie van Kaupthing repercussies zou hebben voor het financiële bestel en de nationale economie in het algemeen en dat redenen van financiële stabiliteit dus sterk pleitten voor de aangemelde maatregelen.
(30)
De steun dient volgens de Luxemburgse autoriteiten met de gemeenschappelijke markt verenigbaar te worden verklaard op grond van artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag, aangezien: -
11
het verkoopproces van de activiteiten van Kaupthing als open en nietdiscriminerend kan gelden;
De Luxemburgse depositogarantie was tot 20 000 EUR beperkt. Zij is pas per 1.1.2009 opgetrokken tot 100 000 EUR.
7
4.
-
de maatregel is beperkt tot het minimum, dat overeenstemt met de liquiditeitsbehoefte van Kaupthing berekend op basis van het opeisbare passief en de beschikbare activa per 31 december 2008 (310 miljoen EUR) plus een extra marge (10 miljoen EUR). Het risico voor de Staat ligt, wat betreft het bedrag van de super senior-tranche van de lening, lager dan het risico voor de overige schuldeisers van de bank;
-
de maatregel geen buitensporige concurrentieverstoringen dreigt te creëren omdat de omvang van de activiteiten van Kaupthing aanzienlijk zal worden ingekrompen (overdracht van de Belgische activiteiten, terugplooien van de Luxemburgse activiteiten op private banking onder een nieuwe vergunning en overdracht van een belangrijk deel van de activa van de bank aan het SPV).
BEOORDELING VAN DE AANGEMELDE MAATREGEL 4.1 De vraag of er sprake is van staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag 4.1.1 De lening van de Belgische Staat aan de Luxemburgse Staat
(31)
Wat betreft de lening van 160 miljoen EUR van de Belgische Staat aan de Luxemburgse Staat doet de Commissie opmerken dat het uitsluitend over een overdracht van middelen tussen staten gaat. Ongeacht het gebruik dat de staten voornemens zijn daarvan te maken, is het een feit dat deze middelen niet aan Kaupthing worden uitgekeerd, maar aan de Luxemburgse Staat die verantwoordelijk is voor het uiteindelijke gebruik ervan.
(32)
Bijgevolg vindt er geen overdracht van staatsmiddelen aan een onderneming plaats en vormt de lening van de Belgische Staat dus geen staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag. 4.1.2 De lening van de Luxemburgse Staat aan Kaupthing
(33)
Volgens artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag zijn, behoudens de afwijkingen waarin dat Verdrag voorziet, steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.
(34)
De lening van de Luxemburgse Staat aan Kaupthing valt ten laste van de staatsbegroting. De Commissie is dus van mening dat deze maatregel een overdracht van staatsmiddelen inhoudt.
(35)
De bank is een instelling die actief is in de financiële sector, waarin scherpe internationale concurrentie speelt, zodat ieder voordeel dat uit staatsmiddelen aan deze instelling wordt verleend, het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig dreigt te beïnvloeden en de mededinging dreigt te vervalsen.
(36)
Ten aanzien van het criterium dat steun de begunstigde ervan een voordeel moet opleveren dat deze niet tegen normale marktvoorwaarden had kunnen krijgen, tekent 8
de Commissie in de eerste plaats aan dat het eerste effect van de steun is dat het plan voor de herstructurering van Kaupthing ten uitvoer kan worden gelegd. Gezien het grote aantal betrokken partijen, dient niettemin nader te worden onderzocht of er mogelijk sprake is van een voordeel voor vier potentiële begunstigden: i) de Belgische en Luxemburgse depositohouders van Kaupthing; ii) Kaupthing zelf; iii) de ondernemingen die Belgische en Luxemburgse activiteiten van Kaupthing overnemen, en iv) de interbancaire schuldeisers van Kaupthing12. De depositohouders van de Kaupthing (37)
De steun komt in de eerste plaats ten goede aan de depositohouders doordat zij, anders dan bij een liquidatie het geval zou zijn, sneller opnieuw over hun volledige deposito kunnen beschikken. De Commissie tekent, in lijn met de Luxemburgse autoriteiten, aan dat de depositohouders van Kaupthing in hoofdzaak particuliere cliënten zijn. Aangezien het hier dus niet om ondernemingen gaat, kan de maatregel, wat deze cliënten aangaat, geen staatssteun vormen. Bovendien wijst, zelfs indien niet volledig valt uit te sluiten dat bepaalde deposito's van Kaupthing van kleine of middelgrote ondernemingen afkomstig zijn, alles er op dat het verleende voordeel de minimis zou zijn. Bijgevolg is de Commissie van oordeel dat de maatregelen geen staatssteun ten behoeve van de depositohouders vormen13. De bank
(38)
Dankzij de steun kan het herstructureringsplan van Kaupthing ten uitvoer worden gelegd. Het lijkt namelijk duidelijk dat, zonder een inbreng van liquide middelen om de tekorten van Kaupthing bij te passen, geen enkel herstructureringsplan had kunnen worden uitgewerkt en dat de bank dan ook onder toezicht van de rechter had moeten worden geliquideerd. Zo zou de verkoop van bepaalde immateriële activa, zoals de relaties met de clientèle van het Belgische bijkantoor, en de gecontroleerde liquidatie van de financiële activa van Kaupthing zonder de lening niet mogelijk zijn geweest en was de waarde van deze activa in het geval van een liquidatie aanzienlijk gedaald. Dat de overdracht van de Belgische en Luxemburgse activiteiten van Kaupthing heeft plaatsgevonden, is grotendeels toe te schrijven aan de waarde van deze activa en aan de liquiditeit die de lening van de Luxemburgse Staat kan vrijmaken ten behoeve van de schuldeisers van de bank.
(39)
Ook is duidelijk dat geen enkele commerciële speler ermee had ingestemd Kaupthing de (niet-rentedragende) lening te verstrekken wanneer de bank in surseance had verkeerd, en dat haar toekomst hoe dan ook onzeker was. In de omstandigheden van deze zaak was alleen de overheid bereid deze lening te verschaffen, waarmee Kaupthing dus een voordeel is verleend dat zij op de kredietmarkt niet had kunnen krijgen.
12
Zie het besluit van de Commissie van 1 oktober 2008 betreffende steunmaatregel NN 41/2008 Bradford & Bingley (PB C 290 van 13.11.2008, blz. 2) en het besluit van de Commissie van 5 november 2008 betreffende steunmaatregel NN 39/2008 - Roskilde Bank (PB C 12 van 17.1.2009, blz. 3), de punten 64 en 65.
13
Zie het besluit in de zaak-Bradford & Bingley, punt 34.
9
(40)
Bijgevolg is de Commissie van oordeel dat de door de Luxemburgse Staat aan Kaupthing verschafte lening van 320 miljoen EUR staatssteun ten faveure van de bank vormt waarmee deze zich kan herstructureren en bankactiviteiten kan voortzetten.
(41)
In dat verband dienen ook de entiteiten die Kaupthing na de herstructurering opvolgen, nader te worden onderzocht om te bepalen welke economische activiteiten dankzij de steun op de markt kunnen worden gehouden en waarvan de gevolgen inzake concurrentiedistorsie aan de staatssteunregels dienen te worden getoetst. Wat betreft de tijdens de gecontroleerde liquidatie overgedragen economische activiteiten, doet de Commissie opmerken dat wanneer een overgedragen entiteit een onderneming in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag is - en zij dus op de markt hetzelfde aanbod aan goederen of diensten kan blijven aanbieden - misschien moet worden nagegaan of deze entiteit staatssteun heeft ontvangen.
(42)
In dat verband is de Commissie van oordeel dat, zelfs indien de lening formeel ter beschikking wordt gesteld van de overnemers van de activiteiten van het Belgische bijkantoor, het herstructureringsplan niettemin moet worden gezien als een geheel van onlosmakelijk verbonden transacties dat alleen dankzij de lening ten uitvoer kon worden gelegd. In die mate was de staatssteun een noodzakelijke voorwaarde voor zowel de overdracht van het Belgische bijkantoor als de overname van de activiteiten van Kaupthing door Blackfish Capital of het opzetten van het SPV. Niettemin is er slechts sprake van staatssteun ten behoeve van deze entiteiten voor zover zij ondernemingen zijn in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag - zij dus goederen of diensten op een bepaalde markt aanbieden14. Daarom dient te worden nagegaan of dit laatste criterium is vervuld ten aanzien van de verschillende entiteiten die uit de herstructurering ontstaan.
(43)
In de eerste plaats, wat betreft het SPV, tekent de Commissie aan dat het om een vehikel gaat dat als enige functie heeft het aanhouden en beheren van een portefeuille activa met het oog op een optimaal rendement voor een welbepaalde en gesloten groep begunstigden. Het SPV biedt dus geen producten of diensten op de markt aan - en vormt dus ook geen onderneming in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag.
(44)
De zaak ligt genuanceerder waar het de twee andere entiteiten betreft. Zoals de Commissie namelijk in andere besluiten betreffende steun in de banksector heeft vastgesteld, kan van een voortzetting van economische activiteiten sprake zijn wanneer dankzij de steun een economische activiteit op de markt blijft als bedrijf ("business") en niet louter als een onderscheiden groep activa of passiva15. De Commissie heeft echter ook kunnen vaststellen dat bij een eenvoudige overdracht van kantoren van een bank die vervolgens zo snel mogelijk werden geïntegreerd in het bestaande kantorennet van de overnemer, deze verkochte kantoren niet los gezien konden worden van de overnemers en geen afzonderlijke ondernemingen vormden16.
14
Zie bv. het arrest van 10 januari 2006, zaak C-222/04, Ministero dell'Economia e delle Finanze / Cassa di Risparmio di Firenze SpA e.a., Jurispr. 2006, blz. I-289, de punten 107 e.v.
15
Besluit in de zaak-Bradford & Bingley, punt 46: "… and aid to the economic transferred entity, which corresponds to the ability for this entity to remain in the market not as a collection of distinct assets and liabilities, but as a business".
16
Besluit in de zaak-Roskilde Bank, punt 68.
10
(45)
De Commissie wijst er op dat de aan Blackfish Capital overgedragen Luxemburgse activiteiten overeenstemmen met bijna 50% van de balans van Kaupthing. Daarbij gaat het om zowel activa als passiva, en met name een specifieke portefeuille private banking-clienten in Luxemburg, die een onderdeel vormen van het businessplan van de overnemer. De overnemer neemt ook de volledige infrastructuur van Kaupthing in Luxemburg over (vastgoed, informatica-uitrusting en menselijke hulpbronnen) en zal dus, volgens zijn plannen, zonder onderbreking het aanbod bankdiensten dat de bank vroeger in het private banking-segment te Luxemburg aanbood, onafhankelijk en onder een aparte identiteit kunnen voorzetten.
(46)
De door Blackfish Capital in het kader van het herstructureringsplan overgenomen activiteiten vormen dus een economische activiteit en zetten de activiteit van Kaupthing voort.
(47)
Daarentegen nemen bij de overdracht van de activiteiten van het Belgische bijkantoor de overnemers slechts een deel van de passiva van Kaupthing over, zonder enige infrastructuur waarmee zij een aanbod bankdiensten op de markt zouden kunnen voortzetten. De deposito's van de vroegere cliënten van Kaupthing worden onmiddellijk overgeheveld naar rekeningen bij het Landbouwkrediet of bij Keytrade Bank - en worden dus onmiddellijk geïntegreerd in de bestaande structuren van de overnemer. Dus zelfs indien dankzij de steun de deposito's van het Belgische bijkantoor ordelijk en en bloc aan de overnemers konden worden overgedragen, gaat het toch niet om de voorzetting van een onafhankelijke onderneming, doch om de overdracht van een "onderscheiden groep passiva".
(48)
De Commissie concludeert bijgevolg dat de steun ten behoeve van de herstructurering van Kaupthing een economisch voordeel zal opleveren aan de economische activiteit die, volgens het herstructureringsplan, door Blackfish Capital zal worden overgenomen. De ondernemingen die de Belgische en de Luxemburgse activiteiten overnemen
(49)
Voorts dient te worden onderzocht of de lening staatssteun kan vormen ten faveure van de instellingen die de Belgische en de Luxemburgse activiteiten van Kaupthing overnemen (het Landbouwkrediet en Keytrade Bank, enerzijds, en Blackfish Capital, anderzijds). Er zou namelijk sprake kunnen zijn van een voordeel voor de overnemende instellingen indien de prijs die zij voor de overgenomen activiteiten betalen, onder de marktprijs ligt17.
(50)
Gelet op de door Luxemburg verschafte informatie is de Commissie van oordeel dat de verkoop van de activiteiten van Kaupthing transparant en niet-discriminerend is verlopen, hetgeen de zekerheid biedt dat de overgedragen activiteiten tegen de best mogelijke voorwaarden zijn verkocht. De Commissie ziet dus geen redenen om aan te nemen dat de overdracht van de Belgische en Luxemburgse activiteiten van Kaupthing is verlopen tegen voorwaarden onder de marktvoorwaarden en dat de lening dus staatssteun zou vormen ten behoeve van de instellingen die deze activiteiten hebben overgenomen.
17
Zie punt 49 van de bankenmededeling. Zie ook de reeds aangehaalde besluiten van de Commissie in de zaak-Bradford & Bingley, punt 38, en de zaak-Roskilde Bank, de punten 64 en 65.
11
De interbancaire schuldeisers (51)
Ten aanzien van de interbancaire schuldeisers dient te worden opgemerkt dat in de waterfall regeling voor de betalingen door het SPV voorrang wordt gegeven aan de Luxemburgse Staat, die dus als eerste een deel van deze liquide middelen zal ontvangen. Niettemin doet de Commissie ook opmerken dat het herstructureringsplan de interbancaire schuldeisers een voordeel oplevert doordat zij voor hun vorderingen een gevoelig hogere recovery rate krijgen dan bij een liquidatie kon worden verwacht18. Het valt dus niet uit te sluiten dat de lening een voordeel oplevert aan de interbancaire schuldeisers die dan ook als begunstigden van staatssteun zouden moeten worden aangemerkt. 4.2
Verenigbaarheid van de steun
4.2.1
Toepasselijkheid van artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag
(52)
De Commissie is in de huidige situatie van de internationale financiële crisis van oordeel dat in beginsel de voorwaarden vervuld zijn om de steunmaatregelen aan artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag te toetsen. In dat artikel is bepaald dat "steunmaatregelen om (…) een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen" met de gemeenschappelijke markt verenigbaar kunnen worden verklaard.
(53)
De Commissie is van oordeel dat het handhaven van het vertrouwen van het publiek in de banksector noodzakelijk is voor de stabiliteit van het financiële bestel, hetgeen dan weer een noodzakelijke voorwaarde is om de ernstige verstoringen in de hele economie te voorkomen. Deze overwegingen kunnen dus als rechtvaardiging dienen voor staatssteun die als hoofddoel heeft het vertrouwen van depositohouders te behouden door de verliezen die zij anders bij een liquidatie van een bank zouden lijden, te compenseren of af te schrijven.19
(54)
Op grond van de bescheiden omvang van Kaupthing (een balanstotaal van ongeveer 2,3 miljard EUR) en haar betrekkelijk beperkte aantal depositohouders (23 000 in totaal) mag niet automatisch worden geconcludeerd dat, in normale tijden, de liquidatie van de bank zonder staatsinterventie een risico op een ernstige verstoring in de economie had kunnen veroorzaken.
(55)
Toch is de Commissie van oordeel dat de huidige financiële crisis, die wordt gekenmerkt door een grote instabiliteit en door een veralgemeend wantrouwen tegenover de banksector, uitzonderlijke omstandigheden heeft doen ontstaan waarin de moeilijkheden van één enkele bank negatieve gevolgen kunnen hebben voor het hele financiële bestel. Dit kan ook het geval zijn voor een bank van bescheiden omvang waarvan de moeilijkheden, in andere omstandigheden, geen zware gevolgen met zich hadden gebracht20.
18
Op basis van door de Luxemburgse autoriteiten ingediende studies zal het SPV-scenario de interbancaire schuldeisers een recovery rate opleveren die […]% hoger uitvalt dan het percentage bij een liquidatie.
19
Zie het besluit van de Commissie van 21 januari 2009 betreffende steunmaatregel NN 41/2008 Kaupthing Finland.
20
Zie bv. het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel NN 71/2008 - Banco Privado Português, de punten 28 en 29, en het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel NN
12
(56)
In deze zaak accepteert de Commissie dat het in de bijzondere omstandigheden van deze zaak, en met name gelet op de zeer nijpende situatie begin oktober 2008, voor het behoud van de financiële stabiliteit noodzakelijk kon zijn dat de Staat zich ertoe verbond om de depositohouders een hogere schadeloosstelling te geven dan het wettelijke minimum dat, gelet op met name de publieke verbintenissen van alle lidstaten op de Ecofin-Raad van 7 oktober 2008, door het publiek kon worden gepercipieerd als zijnde ontoereikend voor een afdoende bescherming en achterblijvend bij de door de overheid gedane verbintenissen21. Deze overwegingen gelden voor zowel de Belgische als de Luxemburgse depositohouders van Kaupthing.
(57)
De Commissie vindt het, overeenkomstig de bankenmededeling (punt 9), ook bijzonder relevant dat de CSSF verklaart dat er een risico op een ernstige verstoring in de Luxemburgse economie bestaat.
(58)
In het licht van het voorgaande accepteert de Commissie, in de specifieke omstandigheden van deze zaak, dat de steun ertoe bijdraagt een ernstige verstoring in de economie op te heffen en dat de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt aan artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag kan worden getoetst.
4.2.2 Verenigbaarheidscriteria (59)
In haar bankenmededeling heeft de Commissie preciezere aanwijzingen gegeven wat betreft de toepasselijke verenigbaarheidscriteria. Zo wordt in punt 15 herhaald dat alle steun dient te voldoen aan bepaalde algemene verenigbaarheidscriteria voor staatssteun: met de steun moet de doelstelling van het opheffen van een ernstige verstoring in de economie kunnen worden behaald, de steun mag niet meer bedragen dan hetgeen daartoe nodig is en de risico's op concurrentieverstoring moeten tot een minimum beperkt blijven.
(60)
Deze algemene beginselen zijn vervolgens meer concreet vertaald in de verschillende delen van de mededeling die aan de diverse vormen van overheidsmaatregelen zijn gewijd. Ten aanzien van de ad-hocsteun merkt de Commissie in punt 10 op dat deze steun dient te worden beoordeeld volgens de algemene beginselen van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun22, maar voegt zij wel toe dat in de omstandigheden van de economische crisis uitzonderlijke maatregelen kunnen worden goedgekeurd die afwijken van de letter van deze richtsnoeren.
(61)
In deze zaak gaat het om staatssteun om het herstel van de levensvatbaarheid van een onderneming in moeilijkheden te garanderen23. Wat betreft steun voor de
64/2008 - Carnegie Bank, de punten 20 en 21. Zie ook het reeds aangehaalde besluit Kaupthing Finland, punt 5. 21
Zo constateert de Commissie dat de lidstaten in de conclusies van de Ecofin-Raad van 7 oktober 2008, als een van een de maatregelen "die het vertrouwen en de financiële stabiliteit in de sector, alsook de werking ervan moeten herstellen", zijn overeengekomen om ten minste voor één jaar het minimum voor de depositogarantie op te trekken tot 50 000 EUR.
22
Mededeling van de Commissie — Communautaire richtsnoeren inzake reddingsherstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden, PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2.
23
Volgens punt 10, onder c), van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun wordt een onderneming geacht in moeilijkheden te verkeren wanneer zij volgens het nationale recht aan de voorwaarden voldoet om aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen. Op basis
en
13
herstructurering van een individuele instelling, dient te worden nagegaan of de steun aan de volgende vereisten voldoet (cf. punt 31 van de mededeling): •
het herstel van de levensvatbaarheid van de financiële instelling op lange termijn moet zijn verzekerd;
•
de zekerheid moet bestaan dat er een bijdrage van de begunstigde is die een billijke verdeling van de lasten van de herstructurering verzekert, en
•
er moeten waarborgen zijn dat de concurrentieverstoringen beperkt zijn.
Het herstel van de levensvatbaarheid (62)
Hier dient te worden nagegaan of het met het herstructureringsplan mogelijk is om van de economische activiteiten van Kaupthing die binnen de nieuwe Banque Havilland zullen worden voortgezet, de levensvatbaarheid op lange termijn te herstellen.
(63)
De private banking-activiteiten in Luxemburg worden voortgezet door de toekomstige Banque Havilland, een dochteronderneming van de Blackfish Capital-groep, die daartoe een bankvergunning in Luxemburg zal moeten krijgen. Blackfish Capital zal bij de overname de voor de voortzetting van de activiteiten vereiste eigen middelen inbrengen (50 miljoen EUR maatschappelijk kapitaal en [25-75] miljoen EUR liquide middelen).
(64)
Het businessplan van Banque Havilland zal zich concentreren op de segmenten vermogensbeheer, private banking en assetmanagement. Doel daarvan is het om de volumes aan de bank toevertrouwde activa geleidelijk te doen toenemen, met name die waarvoor een mandaat van discretionair vermogensbeheer is gegeven.
(65)
Wat ratio's betreft, zal Banque Havilland een liquiditeitsratio van […]% hebben en een solvabiliteitsratio van […]%.
(66)
De eerste jaren dat zij actief is, zullen worden gekenmerkt door een aanzienlijke inkrimping van haar balanstotaal. Zowel haar portefeuille kredieten, die al fors is afgeslankt door de overdrachten aan het SPV, als haar aandelen en obligaties moeten geleidelijk worden ingekrompen ten opzichte van die van Kaupthing. Het belangrijkste element bij de inkrimping van het balanstotaal zal echter de vermindering zijn - door kredieten bij hun vervaldag gewoon niet meer te verlengen - van de repotransacties met de centrale bank voor een volume van zo'n […] miljoen EUR bij de aanvang van het herstructureringsplan. Naarmate de herfinancieringstransacties afnemen, zou het balanstotaal van Havilland Bank moeten dalen van zo'n 1 300 miljoen EUR in juli 2009 tot […] miljoen EUR aan het eind van het derde boekjaar.
(67)
Wat betreft de netto-opbrengsten uit de bancaire bedrijfsuitoefening voorziet het herstructureringsplan in de eerste plaats in de toename van provisiebaten, vooral uit diensten voor activabeheer. Tijdens de drie eerste boekjaren moeten de nettoprovisiebaten toenemen van […] miljoen EUR naar […] miljoen EUR. Deze stijging moet voor een deel komen van de toename van de beheerde activa ([…]). […]. Daarnaast moet er groei komen van een stijging van de inkomsten uit beheerd van dit beginsel behoeft dus niet te worden betwijfeld dat Kaupthing, die surseance heeft gekregen, in moeilijkheden verkeert.
14
vermogen, […]. Deze stijging van de winstgevendheid zal afkomstig zijn van zowel de toename van het vermogen onder mandaat van discretionair vermogensbeheer als het feit dat een deel van de clientèle in de komende jaren geleidelijk overschakelt van een conservatief beheer met primaire aandacht voor rentebaten naar een actiever beheer, dat met name ook beleggingen in aandelen omvat. Daarentegen zouden de rentebaten, in lijn met de inkrimping van het balanstotaal, dalen van […] miljoen EUR naar […] miljoen EUR. De netto-opbrengsten uit de bancaire bedrijfsuitoefening zullen toenemen van […] miljoen EUR het eerste jaar tot […] miljoen EUR het derde jaar. (68)
De kosten bestaan in de eerste plaats uit personeelskosten en zullen naar verwachting geleidelijk toenemen naarmate de activiteiten zich ontwikkelen - van […] miljoen EUR het eerste jaar tot […] miljoen EUR het derde jaar.
(69)
Havilland Bank verwacht […] een […] rentabiliteit, […]. Het bedrijfsresultaat zal tijdens de drie eerste boekjaren naar verwachting betrekkelijk stabiel blijven - […].
(70)
De Commissie doet opmerken dat de oorzaken van de moeilijkheden van Kaupthing onlosmakelijk verbonden waren met de val van haar IJslandse moedermaatschappij en als gevolg daarvan haar onmogelijkheid zich te financieren. Met de verkoop aan een overnemer die over afdoende financieringscapaciteit beschikt, de tenuitvoerlegging van het businessplan waarin wordt teruggeplooid op een conservatief model van private banking en een aanzienlijke inkrimping van de balans van de bank (en dus van haar financieringsbehoeften), zouden de oorzaken van de moeilijkheden van de bank verholpen moeten zijn en wordt zij weer op weg naar de levensvatbaarheid op lange termijn gezet. De Commissie is dus van oordeel dat dit eerste criterium is vervuld. Een billijke verdeling van de lasten
(71)
Dit criterium is de vertaling van het beginsel dat de kosten van de herstructurering niet uitsluitend voor rekening van de Staat mogen komen, maar dat ook wie in de onderneming heeft geïnvesteerd, een billijk deel van de kosten voor zijn rekening moet nemen. Zo moeten de onderneming en een ieder die daarbij betrokken is (aandeelhouders en achtergestelde schuldeisers) in de mate van het mogelijke bijdragen in de herstructurering. Dit beginsel is van belang om de staatssteun tot een minimum te beperken en tevens te vermijden dat moral hazard problemen gaan spelen als gevolg van een buitensporige bijdrage van de Staat.
(72)
In de eerste plaats dient te worden geconstateerd dat volgens het herstructureringsplan de aandeelhouder van Kaupthing (de IJslandse moedermaatschappij) zijn kapitaal in de bank tot nul terugbrengt, met als resultaat dat hij niet langer aandeelhouder is, zonder dat hij enige schadevergoeding ontvangt. In die mate zal de aandeelhouder van Kaupthing in de kosten hebben deelgenomen door de verliezen maximaal via zijn kapitaal te absorberen. […].
(73)
De nieuwe aandeelhouders van Kaupthing zullen zelf ook [75-125] miljoen EUR kapitaal en liquiditeit inbrengen en zullen zo ook zelf bijdragen in de kosten van de herstructurering.
(74)
Ten slotte kan worden geconstateerd dat Kaupthing zelf bijdraagt aan de kosten van haar herstructurering door een zeer aanzienlijk deel van haar activa in het SPV onder
15
te brengen, om, voor zover dat binnen haar mogelijkheden ligt, de aflossing van haar schulden en de herstructureringssteun te verzekeren. (75)
De Commissie is van oordeel dat deze maatregelen garanderen dat de lasten billijk zijn verdeeld, waardoor de staatssteun tot een minimum kan worden beperkt en problemen van moral hazard kunnen worden vermeden. Maatregelen om de ongunstige effecten op de mededinging te beperken
(76)
Bij dit criterium komt het er op aan dat Kaupthing met de steun geen buitensporige concurrentie kan uitoefenen op de markt waarop zij dankzij de steun aanwezig is kunnen blijven.
(77)
Aangetekend dient hier te worden dat het herstructureringsplan voorziet in een zeer aanzienlijke inkrimping van de balans van de bank die zeer grote segmenten van haar activiteiten zal opgeven. Zo betekent de overdracht van de activiteiten van het Belgische bijkantoor dat Kaupthing zich van de Belgische markt terugtrekt en haar activiteiten als onlinebank stopzet. De Belgische activiteiten waren goed voor 20 000 van de 23 000 depositohouders en twee derden van de deposito's van de bank. Voorts dient te worden opgemerkt dat Kaupthing, door bijna al haar handelskredieten in het SPV onder te brengen, het segment bedrijfskrediet de facto opgeeft.
(78)
Volgens het herstructureringsplan zal Kaupthing zich uitsluitend op private bankingactiviteiten in Luxemburg richten. Het balanstotaal van de geherstructureerde bank zal 1,3 miljard EUR bedragen, tegenover 2,3 miljard EUR vóór de herstructurering.
(79)
De Commissie stipt ook aan dat voor de herstructurering van Kaupthing een open en niet-discriminerende tenderprocedure heeft plaatsgevonden, waardoor alle concurrenten van de banken de gelegenheid hebben gekregen om de verwerving van de activa van de bank te strijden. Dankzij deze transparante procedure, die zo dicht mogelijk een marktsituatie zonder steun benadert, kunnen ook de concurrentiedistorsies worden beperkt.
(80)
De Commissie is van oordeel dat het met deze zeer aanzienlijke inkrimping van de activiteiten van Kaupthing mogelijk is de eventuele ongunstige effecten op de mededinging te beperken.
16
5.
BESLUIT
Gelet op het voorgaande doet de Commissie het volgende opmerken. De lening van 160 miljoen EUR die België aan Luxemburg zal toestaan, vormt geen staatssteun. De lening van 320 miljoen EUR die Luxemburg aan Kaupthing Bank Luxembourg zal toestaan, vormt staatssteun die evenwel verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt op grond van artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag. De Commissie heeft geen bezwaren ten aanzien van deze beide maatregelen. Ingeval deze brief vertrouwelijke gegevens mocht bevatten die niet mogen worden bekendgemaakt, wordt u verzocht de Commissie daarvan binnen vijftien werkdagen vanaf de ontvangst van dit schrijven in kennis te stellen. Ontvangt de Commissie binnen de vastgestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek, dan neemt zij aan dat u instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van dit schrijven in de authentieke taal op Internet: http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/index.htm. Dit verzoek dient bij aangetekend schrijven of bij faxbericht te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie Staatssteun 1049 Brussel België
[email protected]
Inmiddels verblijf ik met gevoelens mijner bijzondere hoogachting,
Voor de Commissie
Neelie KROES Lid van de Commissie
17