Belemmeringen, informele samenwerking en MKB-bedrijfsgroei Nederlandse samenvatting
dr. J. Hessels
Zoetermeer, 4 juli 2013
Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)
Panteia BV
Panteia BV
Bredewater 26
P.o. box 7001
2715 CA Zoetermeer
2701 AA Zoetermeer
079 322 22 00
The Netherlands
www.panteia.nl
+31 79 322 22 00
Panteia/EIM Onderzoeksrapporten Referentie
H201310
Publicatie
2013
Aantal pagina’s
8
Emailadres auteur
[email protected]
Adres
Panteia B.V. Bredewater 26 Postbus 7001 2701 AA Zoetermeer Nederland Telefoonnummer: +31(0)79 322 22 00
Alle Panteia/EIM onderzoeksraporten zijn beschikbaar op de website www.entrepreneurship-sme.eu.
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia/EIM. Panteia/EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia/EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia/EIM. Panteia/EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Belemmeringen, informele samenwerking en MKB-bedrijfsgroei (Nederlandse samenvatting)
Het voorliggende document geeft een samenvatting van het artikel: Hessels, J. & Parker, S.C. 2013. Constraints, internationalization and growth: A crosscountry analysis of European SMEs. Journal of World Business, 48(1), 137–148.
Introductie MKB-bedrijven kunnen te maken krijgen met diverse barrières die hun groeivooruitzichten kunnen belemmeren. Eerdere studies hebben aandacht besteed aan de mate waarin MKB-bedrijven beperkingen ervaren, vooral als het gaat om gebrek aan financieel en menselijk kapitaal, en aan de directe gevolgen van dit soort beperkingen voor groei. Er is echter nog weinig bekend over de voorwaarden waaronder MKB-bedrijven in staat zijn om groei te realiseren wanneer zij geconfronteerd worden met specifieke beperkingen. In dit onderzoek wordt onderzocht of MKB-bedrijven die met specifieke belemmeringen te maken hebben meer kans hebben om groei te bereiken door samen te werken met andere bedrijven. Eén van de opties die MKB-bedrijven hebben om hun prestaties te verbeteren is om coalities met andere bedrijven aan te gaan om zo bijvoorbeeld toegang te krijgen tot middelen en informatie. Dit roept de vraag op wat de groei-implicaties zijn van externe coalities voor het MKB, met name voor bedrijven die met belemmeringen te maken hebben. Dit is precies de focus van dit onderzoek. Specifiek wordt onderzocht of informele samenwerking MKB-bedrijven in staat stelt om: (1) werkgelegenheidsgroei te bereiken wanneer zij te maken hebben met gebrek aan geschoold personeel; (2) omzetgroei te bereiken wanneer zij geconfronteerd worden met een beperkte vraag. De analyse richt zich op de Europese context in 2003. In deze periode was de E.U., 's werelds grootste handelsblok, aan het herstellen van een recessie en kampte met beperkingen van de vraag en inflexibele arbeidsmarkten. Daarnaast stond de E.U. ook aan de vooravond van de toetreding van een groot aantal nieuwe landen. De toetreding van nieuwe lidstaten beloofde kansen te bieden voor het Europese MKB in termen van (verdere) internationalisering, een grotere geaggregeerde vraag en toegang tot een grotere arbeidsmarkt. In het onderzoek worden diverse hypotheses ontwikkeld over de relatie tussen groei, beperkingen en samenwerking tussen bedrijven. De hypotheses worden getoetst met behulp van een grote dataset met gegevens over ruim 7500 MKBbedrijven afkomstig uit 18 Europese landen in 2003. Er is daarbij aandacht voor de rol van internationalisering, zowel export als import, omdat dit een van de manieren kan zijn voor MKB-bedrijven om groei te bereiken. Export kan bijvoorbeeld de afzetmarkt van bedrijven vergroten terwijl import bedrijven bijvoorbeeld kan helpen om goedkopere of betere producten op de markt te brengen.
3
Informele samenwerking en beperkingen Samenwerken met andere bedrijven brengt zowel voordelen als kosten met zich mee voor het MKB. Samenwerking met andere bedrijven strekt verder dan een bepaalde taak of een specifieke aankoop, denk bijvoorbeeld aan gezamenlijke productontwikkeling of dienstverlening, en is veelal gebaseerd op complementaire competenties en reciprociteit van de samenwerkende bedrijven. Informele samenwerking kan leiden tot de uitwisseling van informatie, vaardigheden en kennis tussen bedrijven zoals kennis van bepaalde marktkansen. Essentieel voor samenwerking is dat de samenwerkingspartners veelal geen volledig eigendom verkrijgen over de bronnen en informatie van de samenwerkingspartner waartoe zij toegang verkrijgen via de samenwerking. Er zitten ook risico’s aan informele samenwerking. Het gaat vaak om op vertrouwen gebaseerde mondelinge overeenkomsten die zelden volledig beschermen tegen mogelijk opportunistisch gedrag van de samenwerkingspartner. Het stelt samenwerkingspartners wel in staat om een grote mate van onafhankelijkheid te behouden, wat vaak een belangrijke afweging is voor MKB-bedrijven. Ook is informele samenwerking flexibel in de zin dat afspraken vrij eenvoudig bijgesteld kunnen worden indien gewenst. Eén van de meest waardevolle bronnen van een bedrijf is het hebben van gekwalificeerd personeel. Dit stelt een bedrijf in staat om beschikbare bronnen op een zodanige manier te combineren en te transformeren dat dit tot groei leidt. Veel bedrijven vinden het lastig om geschikt personeel te vinden en gebrek aan gekwalificeerd personeel is een van de meest nijpende problemen van het MKB. Bedrijven die hiermee te maken hebben moeten hiervoor zien te compenseren. Dit kunnen ze bijvoorbeeld doen door informeel samen te werken met andere bedrijven. Dit kan toegang bieden tot gekwalificeerd personeel in andere bedrijven. Ook kan informele samenwerking leiden tot informatieoverdracht over hoe de productiviteit vergroot kan worden, zodat het mogelijk wordt om meer te produceren met minder input van schaarse factoren zoals gekwalificeerde arbeid. Informele samenwerking kan tot scoop- en schaalvoordelen leiden en in die zin kan samenwerking dit soort beperkingen verlichten. Wanneer de samenwerking informeel is verschaft dit de nodige flexibiliteit zodat een bedrijf gemakkelijk aanpassingen kan maken indien nodig, zoals aan veranderende omstandigheden. Tegen deze achtergrond is het relevant te onderzoeken of informele samenwerking MKB-bedrijven in staat stelt om werkgelegenheidsgroei te bereiken wanneer zij te maken hebben met gebrek aan geschoold personeel. Bedrijven zijn afhankelijk van klanten voor de verkoop van hun goederen en diensten. Wanneer een bedrijf te maken heeft met vraaguitval komt de omzet onder druk te staan. Het betekent dat klanten niet in staat of niet bereid zijn het product of dienst van het bedrijf te kopen, bijvoorbeeld omdat de prijs te hoog is of de kwaliteit te laag. De uitdaging voor bedrijven die te maken hebben met vraaguitval is niet om de productie op te schalen, omdat dat slechts leidt tot aanbodoverschot. Ze moeten juist hun producten en diensten verbeteren of nieuwe productielijnen ontwikkelen en informele samenwerking kan in dit geval een passende strategie zijn om de tegenvallende marktontwikkelingen te lijf te gaan. Dit biedt aanleiding om te onderzoeken of informele samenwerking MKBbedrijven in staat stelt om omzetgroei te bereiken wanneer zij geconfronteerd worden met een beperkte vraag.
4
Data en methode Het empirisch onderzoek is gebaseerd op een steekproef van ruim 7500 MKBbedrijven uit 18 Europese landen. Telefonische interviews zijn gehouden met managers van deze MKB-bedrijven in 2003. Volgens de standaard EU-classificatie zijn MKB-bedrijven gedefinieerd als bedrijven met maximaal 250 werknemers. Het niveau van analyse is het bedrijfsniveau. De schattingen vinden plaats aan de hand van een stelsel van meerdere vergelijkingen. Zo wordt bijvoorbeeld naast het schatten van een vergelijking om te bepalen welke factoren verklaren of een bedrijf groeit in termen van werkgelegenheid, waarbij gebrek aan gekwalificeerd personeel een van de verklarende variabelen is, ook geschat welke factoren bepalen of een bedrijf te maken heeft met gebrek aan gekwalificeerd personeel. En naast het schatten van een vergelijking om te bepalen welke factoren verklaren of een bedrijf groeit in termen van omzet, waarbij gebrek aan koopkrachtige vraag een van de verklarende variabelen is, wordt ook geschat welke factoren bepalen of een bedrijf kampt met gebrek aan koopkracht. Om te komen tot een zo nauwkeurig mogelijke schatting van de coëfficiënten wordt bij deze schattingen rekening gehouden met de mogelijkheid dat de storingstermen van de verschillende vergelijkingen zijn gecorreleerd. Empirische modellen in sociaal wetenschappelijk onderzoek bevatten zelden of nooit alle factoren die invloed uitoefenen op de afhankelijke variabelen. Een typisch parametrisch model zal proberen om waargenomen uitkomsten van een afhankelijke variabele (bijvoorbeeld groei), te verklaren door deze uitkomsten te relateren aan waargenomen waarden van een beperkte set van onafhankelijke variabelen. De effecten van eventuele variabelen die zijn uitgesloten van deze set, wellicht als gevolg van beperkte beschikbaarheid van gegevens, zitten in de storingsterm en staan bekend als "niet-waargenomen effecten". Storingstermen kunnen om verschillende redenen gecorreleerd zijn. Zo is het mogelijk dat een weggelaten variabele zowel groei als het ondervinden van een bepaalde beperking beïnvloedt. De erkenning van dit punt en de praktische uitvoering van een oplossing heeft vooralsnog weinig aandacht gehad in de MKB-literatuur. Het voorliggende onderzoek probeert op dit punt een methodische bijdrage te leveren aan de bestaande literatuur. De specificaties worden geschat met FIML (Full Information Maximum Likelihood) met behulp van het econometrisch softwarepakket LIMDEP 9.0. Centraal in de analyses staat het toetsen van wat de invloed van beperkingen (respectievelijk gebrek aan gekwalificeerd personeel en vraaguitval) is op groei (respectievelijk werkgelegenheidsgroei en omzetgroei) wanneer bedrijven informeel samenwerken. Hiertoe wordt in de groeivergelijkingen een interactieterm opgenomen van de variabele voor de specifieke beperking (gebrek aan gekwalificeerd personeel, vraaguitval) en de variabele voor informele samenwerking. Andere onafhankelijke variabelen die worden meegenomen ter verklaring van groei zijn export en import. Daarnaast wordt onder andere gecontroleerd voor bedrijfsgrootte en leeftijd van het bedrijf en zijn land- en sectordummies opgenomen.
5
Samenvatting van de bevindingen De resultaten wijzen uit dat wanneer bedrijven die te maken hebben met arbeidsbeperkingen informeel samenwerken met andere bedrijven, dit positief samenhangt met werkgelegenheidsgroei. Dit betekent dat MKB-bedrijven die informeel samenwerken in staat zijn om werkgelegenheidsgroei te bereiken ondanks gebrek aan gekwalificeerd personeel. Uit het onderzoek blijkt ook dat wanneer bedrijven die te maken hebben met beperkingen van de vraag informeel samenwerken, dit positief samenhangt met het realiseren van omzetgroei. Dus, MKB-bedrijven die informeel samenwerken realiseren omzetgroei ondanks dat zij te kampen hebben met vraagbeperkingen. Een opvallende uitkomst van het onderzoek is dat het positieve verband alleen geldt wanneer informeel wordt samengewerkt en niet wanneer sprake is van formele samenwerking. Voor bedrijven die te maken hebben met beperkingen is het niet alleen van belang tot welke bronnen en informatie ze toegang krijgen via samenwerking, maar bijvoorbeeld ook welke kosten er bij komen kijken. Voor MKB-bedrijven die te maken hebben met beperkingen is het wellicht niet aantrekkelijk om de extra kosten te dragen die komen kijken bij formele samenwerking (hoge kosten voor transacties, monitoring en naleving). Meer in het algemeen suggereren de resultaten dat de effectiviteit van groeibevorderende strategieën afhankelijk is van het specifieke type beperking dat bedrijven ondervinden. Een implicatie hiervan is dat het raadzaam is beperkingen afzonderlijk te analyseren, in plaats van een samengestelde index van beperkingen te gebruiken, die hun uiteenlopende afzonderlijke effecten kan maskeren. Dit onderzoek heeft niet alleen gekeken naar de rol van export voor bedrijfsgroei, zoals gebruikelijk is in onderzoek rondom bedrijfsgroei en internationalisering, maar ook naar de rol van import. Het blijkt dat zowel export als import positief samenhangen met bedrijfsgroei. Import kan een belangrijk middel zijn voor het MKB om toegang te krijgen tot goedkopere of superieure bronnen en kan bedrijven op die manier helpen om een concurrentievoordeel op te bouwen en groei te bereiken. Uit onze data blijkt dat het hebben van een buitenlandse leverancier een vaker voorkomende strategie van internationalisering onder Europese MKBbedrijven is dan exporteren. Import gaat vaak vooraf aan export. Het is bekend dat het hebben van een buitenlandse leverancier als katalysator voor export kan dienen bijvoorbeeld doordat het kennis biedt over buitenlandse markten en toegang tot buitenlandse netwerken. Dit betekent dat het hebben van buitenlandse leveranciers niet alleen direct gunstig kan zijn voor het bevorderen van de groei, maar ook de weg kan vrijmaken voor verdere internationaliseringsinspanningen zoals export wat op haar beurt ook weer positieve gevolgen kan hebben voor groei. Een aanbeveling voor toekomstig onderzoek is om de relatie tussen buitenlandse inkoop en groei nader te onderzoeken, bijvoorbeeld door na te gaan in hoeverre er sprake is van zelfselectie van betere bedrijven bij import. Een andere aanbeveling voor onderzoekers die uit dit onderzoek voortvloeit is om rekening te houden met gecorreleerde niet-waargenomen effecten bij het schatten van empirische modellen van de relatie tussen bijvoorbeeld beperkingen en groei.
6
The results of Panteia/EIM's Research Programme on SMEs and Entrepreneurship are published in the following series: Research Reports and Publieksrapportages. The most recent publications of both series may be downloaded at: www.entrepreneurship-sme.eu.
Recent Research Reports and Scales Papers H201308
23-05-2013
H201306
18-04-2013
H201303
03-04-2013
H201302
21-03-2013
H201301
01-02-2013
H201219
14-1-2013
H201218
8-1-2013
H201217
17-12-2012
Explaining entrepreneurial performance of solo selfemployed from a motivational perspective Self-employment and Job Generation in Metropolitan Areas, 1969-2009 Wat drijft ondernemers om maatschappelijke vraagstukken op te pakken? (Nederlandse samenvatting) Unraveling the relationship between the business cycle and the own-account worker’s decision to hire employees Entrepreneurship education and self-employment: the role of perceived barriers Firm resources, dynamic capabilities, and the early growth of firms Entrepreneurial activity and the cycle: The roles of observation frequency and economic openness The Environmental Regulation Paradox for Clean Tech Ventures
H201216
17-12-2012
H201215
22-11-2012
How does employment protection legislation influence hiring and firing decisions by the smallest firms? The Production Structure of Small, Medium-sized and Large enterprises in Dutch Private Enterprise Analysis by economic sector
H201214
22-11-2012
The Production Structure of Small, Medium-sized and Large enterprises in Dutch Private Enterprise Analysis at the aggregate level
H201213
11-02-2013
H201212
11-10-2012
H201211
11-10-2012
H201210
1-10-2012
H201209
1-10-2012
Institutions and the allocation of entrepreneurship across new and established organizations Solo self-employed versus employer entrepreneurs: prevalence, determinants and macro-economic impact Disentangling the effects of organizational capabilities, innovation and firm size on SME sales growth Do firm size and firm age affect employee remuneration in Dutch SMEs? The risk of growing fast: Does fast growth have a negative impact on the survival rates of firms? Investigating the impact of the technological environment
H201208
13-09-2012
H201207
10-6-2013
H201206
21-6-2012
Ageing and entrepreneurship
H201205
21-6-2012
Innoveren in het consumentgerichte bedrijfsleven
H201204
16-2-2012
Time series for main variables on the performance of
on survival chances of employer entrepreneurs Start-Up Size Strategy: Risk Management and Performance
Dutch SMEs
7
H201203
09-04-2013
Do small business create more jobs? New evidence for
H201202
19-1-2012
H201201
9-1-2012
Globalization, entrepreneurship and the region
H201119
2-1-2012
The risk of growing fast
H201118
22-12-2011
H201117
22-12-2011
H201116
20-12-2011
H201115
20-12-2011
Europe Trends in entrepreneurial Activity in Central and East European Transition Economies
Beyond Size: Predicting engagement in environmental management practices of Dutch SMEs A Policy Theory Evaluation of the Dutch SME and Entrepreneurship Policy Program between 1982 and 2003 Entrepreneurial exits, ability and engagement across countries in different stages of development Innovation barriers for small biotech, ICT and clean tech firms: Coping with knowledge leakage and legitimacy deficits A conceptual overview of what we know about social
H201114
20-12-2011
H201113
20-12-2011
Unraveling the Shift to the Entrepreneurial Economy
H201112
24-11-2011
Bedrijfscriminaliteit
H201111
25-8-2011
The networks of the solo self-employed and their success
H201110
23-6-2011
Social and commercial entrepreneurship: Exploring indi-
H201109
27-7-2012
entrepreneurship
vidual and organizational characteristics Unraveling the relationship between firm size and economic development: The roles of embodied and disembodied technological progress H201108
22-3-2011
H201107
30-01-2011
H201106
13-1-2011
H201105
13-1-2011
H201104
11-1-2011
Corporate Entrepreneurship at the Individual Level: Measurement and Determinants Determinants of high-growth firms Determinants of job satisfaction across the EU-15: A comparison of self-employed and paid employees Gender, risk aversion and remuneration policies of entrepreneurs The relationship between start-ups, market mobility and employment growth: An empirical analysis for Dutch regions
H201103
6-1-2011
H201102
6-1-2011
The value of an educated population for an individual's entrepreneurship success Understanding the Drivers of an 'Entrepreneurial' Economy: Lessons from Japan and the Netherlands
H201101
4-1-2011
Environmental sustainability and financial performance of SMEs
H201022
16-11-2010
H201021
20-10-2010
H201019
9-8-2010
H201018
6-7-2010
Prevalence and Determinants of Social Entrepreneurship at the Macro-level What determines the volume of informal venture finance investment and does it vary by gender? Measuring Business Ownership Across Countries and Over Time: Extending the COMPENDIA Data Base Modelling the Determinants of Job Creation: Microeconometric Models Accounting for Latent Entrepreneurial Ability
8