BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND 2008 BESLUIT COLLEGE d.d. 22 juni 2010
Onderwerp:
(Sociaal cultureel) Welzijnswerk 2011
Beleid: Het coalitieakkoord van de gemeente Roermond. De jaarlijks door de Raad vastgestelde begroting van de gemeente Roermond. Notitie ‘Een hernieuwd perspectief op het welzijnswerk’. Doelstelling: Uitvoering geven aan het bij deze beleidsregel gevoegde subsidiekader (Sociaal cultureel) Welzijnswerk. Dit subsidiekader maakt onderdeel uit van deze beleidsregel. Subsidiegrondslag Ter uitvoering van een beschikking tot verlening van een budgetsubsidie zal er op basis van artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Roermond 2008 een uitvoeringsovereenkomst (Sociaal cultureel) Welzijnswerk 2011 worden afgesloten waaraan meetbare activiteiten en/of prestaties worden gekoppeld. Subsidiecriteria 1. De subsidieaanvraag bevat per Wmo prestatieveld, zoals die zijn opgenomen binnen het subsidiekader (Sociaal cultureel) Welzijnswerk, een activiteitenaanbod waarbij de verschillende onderdelen onderbouwd zijn beschreven en de samenhang tussen de verschillende onderdelen wordt aangetoond. 2. De activiteiten binnen het onder punt 1 genoemde activiteitenaanbod vallen binnen het domein sociaal cultureel werk dat is geformuleerd als het “door in samenhang vervullen van specifieke functies via een open aanbod en werkwijze, op actieve wijze ondersteuning bieden aan mensen – individueel en/of groepsgewijs – bij het gestalte geven aan de inrichting van hun sociaal en maatschappelijk leven, alsmede hun emancipatie”. 3. Het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod is beschreven aan de hand van de TRILL-systematiek en het hierbij behorende TRILL-dienstenboek. 4. Binnen het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod is aan de hand van een stappenplan onderbouwd beschreven op welke wijze de burgers en de verschillende wijk- en ketenpartners bij de verdere implementatie en uitvoering van de in het aanbod genoemde activiteiten worden betrokken. 5. Binnen het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod zijn per prestatieveld resultaatindicatoren beschreven. 6. Binnen het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod zijn op het niveau van de verschillende onderdelen van het desbetreffende prestatieveld prestatieindicatoren beschreven. 7. Binnen het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod zijn op basis van de 10 WMO-uitgangspunten zoals die zijn opgenomen binnen het subsidiekader (Sociaal cultureel) Welzijnswerk, per uitgangspunt resultaatindicatoren beschreven. 8. De onderbouwing voor de keuze van de onder punt 5, 6 en 7 genoemde indicatoren wordt per indicator aangegeven. 9. De organisatie moet beschikken over een goed functionerend kwaliteitsmanagement systeem waarin onder andere de primaire processen zijn beschreven. Hierbij zal ook uitdrukkelijk aandacht worden geschonken aan de aspecten houding en gedrag.
BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND 2008 10. De beschrijving van de primaire processen maakt onderdeel uit van de subsidieaanvraag. De subsidieaanvrager moet binnen de subsidieaanvraag aantonen dat de organisatie de benodigde organisatorische kwaliteit en stabiliteit bezit om de verschillende in de subsidieaanvraag genoemde activiteiten te kunnen uitvoeren. 11. De subsidieaanvraag bevat een concreet voorstel voor de wijze waarop de subsidieaanvrager gedurende het subsidiejaar met de gemeente Roermond en haar partners een proactieve bijdrage wil gaan leveren op het gebied van beleidsontwikkeling. 12. De subsidieaanvraag bevat een onderbouwde beschrijving van de samenhang tussen de verschillende prestatievelden. 13. Personen die namens de subsidieaanvrager activiteiten uitvoeren of daaraan leiding geven dienen voldoende gekwalificeerd te zijn, conform de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening en het hierbij behorende Functieboek Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, om hun functie verantwoord te kunnen uitoefenen. Daartoe zal de subsidieaanvrager aan de hand van de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening en het hierbij behorende Functieboek Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, binnen de subsidieaanvraag aantoonbaar moeten maken dat deze personen vakbekwaam zijn. Hieruit moet tevens blijken dat de organisatie de beschikking heeft over eigen personeelsleden die o.a. voor de gemeente Roermond ingezet kunnen worden. 14. De subsidieaanvraag bevat een begroting, waarin de subsidieaanvrager de kosten inzichtelijk maakt per prestatieveld en binnen het desbetreffende prestatieveld op het niveau van de verschillende onderdelen zoals deze zijn opgenomen binnen het subsidiekader (Sociaal cultureel) Welzijnswerk. 15. Binnen de in te dienen begroting maakt de subsidieaanvrager duidelijk op welke wijze de loon- en prijskosten zijn opgebouwd. Hierbij dient voor wat betreft de prijskosten te worden uitgegaan van de prijsmutatie van het BBP Bruto Binnenlandse Product (verder te noemen pBBP) zoals dit is vastgesteld van het Centraal Planbureau. 16. Voor het uitvoeren van de in de subsidieaanvraag opgenomen activiteiten dient de subsidieaanvrager de sociaal maatschappelijke accommodaties gelegen in de desbetreffende wijken te gebruiken. 17. De subsidieaanvraag bevat een onderbouwde beschrijving van de wijze waarop de subsidieaanvrager de in de subsidieaanvraag genoemde activiteiten zal gaan evalueren. Een jaarlijks uit te voeren klanttevredenheidsonderzoek maakt een onderdeel uit van deze evaluatie. 18. Een subsidieaanvraag voor subsidiejaar 2011 moet bij het college van B&W van de gemeente Roermond worden ingediend vóór 11 augustus 2010. Soort subsidie:
Budgetsubsidie.
Subsidiemethode: Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld door de raad in de maand november van het jaar voorafgaand aan het desbetreffende subsidiejaar. Vooralsnog kan er een bedrag ter hoogte van € 2.543.093,-- als indicatie voor het subsidieplafond voor het jaar 2011 worden aangehouden. 1. De subsidieaanvraag moet voldoen aan alle onder de subsidiecriteria genoemde voorwaarden. 2. Om de samenhang tussen de verschillende specifieke onderdelen van het (Sociaal cultureel) Welzijnswerk te bevorderen zal er slechts één subsidieaanvraag per jaar binnen deze beleidsregel worden gehonoreerd. Wanneer er sprake is van meerdere subsidieaanvragen zal het college van B&W inhoudelijk beoordelen en bepalen welke aanvraag het meest passend is en daarom voor subsidie in aanmerking komt. 3. Wanneer er sprake is van meerdere subsidieaanvragen met gelijke geschiktheid, zal er subsidie worden verstrekt aan de aanvrager die de minste subsidie vraagt.
2
BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND 2008 N.b. Wanneer er (delen van) het (Sociaal cultureel) Welzijnswerk op enig moment d.m.v. subsidie worden overgedragen aan een nieuwe organisatie kan de situatie ontstaan dat deze organisatie de (juridische) verplichting heeft om het personeel van de ‘oude’ organisatie over te nemen ten behoeve van het uitvoeren van de met de uitvoeringsovereenkomst gepaard gaande werkzaamheden.
3
SUBSIDIEKADER (SOCIAAL CULTUREEL) WELZIJNSWERK 2011 Maatschappelijk effect: Meedoen in een zorgzame en zelfredzame Roermondse samenleving.
Doelstelling: Sociale cohesie/leefbaarheid
Doelstelling: Participatie
Doelstelling: Vangnet/achterstanden
Het verbeteren van de sociale cohesie en leefbaarheid binnen de stad én de afzonderlijke wijken van Roermond.
Iedere burger is in staat mee te doen in de samenleving en zet zich naar eigen kunnen in voor de samenleving.
Het bestrijden van achterstanden en het voorkomen van uitval van kwetsbare groepen.
Het welzijnswerk levert een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van het Roermondse beleid op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning (Wmo) door bij het uitvoeren van de opdracht de volgende uitgangspunten centraal te stellen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
het stimuleren zelfredzaamheid, zelfregie, zelforganisatie en eigen verantwoordelijkheid van de burger en zijn sociale netwerk; een wijkgerichte aanpak door de uitvoering van het welzijnswerk zo dicht mogelijk bij de leefsituatie van de burger vorm te geven; het breed en actief uitdragen van het gedachtegoed van de Wmo in alle contacten in- en extern; burgers met beperkingen moeten zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving te kunnen laten wonen; het stimuleren van burgerinitiatieven (in de wijk), waarbij burgers zich inzetten t.b.v. hun eigen sociale netwerk, andere burgers en hun eigen woonomgeving . het ondersteunen van sociale netwerken, verenigingen, vrijwilligersorganisaties en maatschappelijke organisaties bij het ontplooien van activiteiten in de wijk; het pro-actief betrekken van burgers, sociale netwerken, verenigingen, vrijwilligersorganisaties, informele maatschappelijke organisaties bij het ontwikkelen en uitvoeren van (nieuwe) taken en activiteiten. 8. het uitbreiding van (informele) ondersteunende diensten en ontmoetingsmogelijkheden in de wijk; 9. het pro-actief deelnemen aan relevante samenwerkingsverbanden van ketenpartners én actief doorgeleiden van signalen naar ketenpartners; 10. een partnershipgerichte houding ten opzichte van de gemeente Roermond, die als regievoerder behoefte heeft aan het gezamenlijk ontwikkelen en bijstellen van beleid op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning.
Prestatieveld 1: Bevorderen sociale cohesie en leefbaarheid
Prestatieveld 2: preventief jeugdbeleid
Prestatieveld 3: informatie, advies en cliëntondersteuning
1.
1.
Informatie en advies
1. Opbouwwerk: a: algemeen b: jeugd- en jongerenwerk
2.
Opvoed- en opgroeiondersteuning
2.
Veiligheid
3.
Signalering
3.
Integratie a: begeleiding statushouders b: taalcoaches
4.
Toeleiding naar hulpaanbod
5.
Coördinatie van de zorg
Prestatieveld 4: ondersteunen vrijwilligers en mantelzorgers
Prestatieveld 5: deelname maatschappelijk verkeer
1.
1. a.
Wmo-loket Vrijwilligerswerkondersteuning a: stimuleren vrijwilligerswerk b. ondersteunen van vrijwilligers c. matchen vraag en aanbod vrijwilligers 2.
b. c.
Maatschappelijke stage
d.
Zelfstandig wonen in de wijk Proactieve informatievoorziening senioren Voorkoming eenzaamheid senioren Klussen- en andere welzijnsdiensten en mogelijkheden voor ontmoeting voor mensen met beperkingen Multifunctioneel ouderencentrum
1
1.a Ondersteun (burger)initiatieven die gericht zijn op het ontstaan van (interetnische) contacten en het vergroten van de leefbaarheid binnen de wijk. 1.b Biedt, voor- en door jongeren, binnen de wijken Roermondse Veld, Donderberg en de Kemp Kitskensberg Heide een samenhangend toegankelijk, structureel en incidenteel aanbod aan vrijetijdsbesteding bijvoorbeeld door middel van ‘chillen’ en sporten) dat aansluit bij de behoefte en de mogelijkheden van jongeren in deze wijken, ongeacht inkomen en beperking. Hierbij is gerichte incidentele inzet buiten de eerder genoemde wijken mogelijk. 2. Voorkom en bestrijd overlast van jongeren, conform de lopende afspraken tussen de verschillende partners, door middel van een multidisciplinaire aanpak binnen de wijken het Roermondse Veld, de Donderberg, Swalmen en de Kemp- Kitskensberg/Heide en daarnaast daar waar nodig in de rest van de gemeente Roermond. 3. a Maak asielgerechtigden en pardonners wegwijs in de Roermonds en Nederlandse maatschappij en leidt ze toe naar maatschappelijke voorzieningen. 3.b Verbeter de kwaliteit van inburgering door voor inburgeraars begeleiding te organiseren in de vorm van het project taalcoaches en door de koppeling te leggen met innovatietraject wijkgerichte inburgering. Hierbij dienen achterstanden te worden bestreden en is duurzame participatie het einddoel.
1. Draag, conform het programma van eisen CJG bij aan de invulling van informatie en advies aan jongeren/hun ouders. 2a. Voer in de wijk op basis van de vraag bewezen effectieve opvoedingsondersteuning uit vanuit een eenduidige opvoedvisie (CJG). 2b. Biedt, met name binnen het Roermondse Veld, Donderberg en de Kemp Kitskensberg Heide, een gericht bewezen effectief cursusaanbod, waaronder Opstap en Opstapje, aan met als doel om taal- en ontwikkelingsachterstanden van allochtone kinderen en jongeren ten opzichte in te lopen zodat zij hun schoolcarrière kunnen afronden op een individueel passend onderwijsniveau. 2.c Biedt een vraaggericht bewezen effectief opvoedingsondersteuningsaanbod aan gericht op ouder en/of kind in samenwerking met de jeugdgezondheidszorg, basisscholen en peuterspeelzalen met als doel het onderkennen en bestrijden van achterstanden en stagnaties in de ontwikkeling bij kinderen tot 12 jaar. 2.d. Organiseer bewezen effectieve trainingen die tot doel hebben de weerbaarheid en zelfredzaamheid van jongeren te verbeteren. 3.en 4a Signaleer problemen/ risico’s bij jeugdigen tot 23 jaar vroegtijdig. Borg dit intern, leidt casuïstiek indien nodig door naar de hulpverlening dan wel de aanwezige zorgstructuur en maak hierbij gebruik van instrumenten zoals de verwijsindex NML en de lokaal geldende samenwerkingsafspraken.
1. Maak het aantal en de aard van de geboden cliëntcontacten voor de gemeente Roermond inzichtelijk, incl. de acties die op basis van dit cliëntcontact worden ondernomen. Hiertoe dient een minimaal cliëntvolgsysteem te worden ingericht, waarbinnen het loket in ieder geval de mogelijkheid krijgt om over te gaan tot een (“warme”) doorverwijzing en de controle van het feit dat de cliënt niet wederom tussen wal en schip raakt (geen inhoudelijke evaluatie, echter wel volgen of cliënt zorgopvolging ontvangt)
1.a Stimuleer vrijwilligerswerk o.a. door middel van het uitvoeren van waarderingsactiviteiten en activiteiten op het gebied van werving. Heb hierbij nadrukkelijk aandacht voor doelgroepen die op dit moment niet of onvoldoende als vrijwilliger vertegenwoordigd zijn.
Maak het aantal en de aard van de geboden cliëntcontacten voor de gemeente Roermond inzichtelijk, incl. de acties die op basis van dit cliëntcontact worden ondernomen. Hiertoe dient een minimaal cliëntvolgsysteem te worden ingericht, waarbinnen het loket in ieder geval de mogelijkheid krijgt om over te gaan tot een (“warme”) doorverwijzing en de controle van het feit dat de cliënt niet wederom tussen wal en schip raakt (geen inhoudelijke evaluatie, echter wel volgen of cliënt zorgopvolging ontvangt)
1.c Breng vraag en aanbod bij elkaar waarbij de behoefte van de (nieuwe) vrijwilliger leidend is.
Om de dienstverlening voor cliënten te verbeteren: komen tot samenwerkingsafspraken met signalerende partijen (toeleiding naar) en uitvoerende partijen (zorgopvolging door op verwijzing van loket). Denk bijv. aan steunpunt mantelzorg. Zorg dat doelgroepen burgers (met specifieke vragen dan wel knelpunten in het bereiken van het loket) naar evenredigheid gebruik maken van het WMOloket. (denk hierbij bijv. aan allochtone burgers)
1.b Biedt ondersteuning op maat aan vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties (o.a. verenigingen en organisaties), mn t.a.v. het behouden van vrijwilligers.
Biedt de activiteiten onder 1a, b en c in samenhang met elkaar aan. 2. Biedt proactief een aanbod van activiteiten om vraag en aanbod (van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties) bij elkaar te brengen. Onder proactief wordt verstaan een actieve houding om vraag en aanbod op te sporen, niet enkel op het terrein van vacatures, ook op het terrein van inhoudelijke of praktische vragen en mogelijk aanbod. Het beheren van een vacaturebank wordt hierin dus niet als voldoende beschouwd. Cruciaal hierin wordt ook de samenwerking met derden gezien. De vrijwilligerscentrale fungeert als een spil in het web tussen vraag en aanbod (ook of juist van derden), de coördinerende rol is van belang.
1. a Informeer alle (vitale) ouderen proactief over (preventieve) manieren waarop zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en functioneren, gezonde leefstijl en begeleidt ze naar de hiervoor noodzakelijke ondersteuningsinstrumenten. 1.b Voorkomen en signaleer eenzaamheid en depressie vroegtijdig bij de doelgroep ouderen en senioren door middel van het testen van senioren op eenzaamheid en depressie door middel van een gevalideerd meetinstrument. Verwijs indien nodig door. 1c. Organiseer klussen- en welzijnsdiensten voor ouderen die hiertoe zelf niet meer in staat zijn, rekening houdend met een voor deze doelgroep ‘acceptabel’ prijsniveau. 1d. Ondersteun en begeleid vrijwilligers in het multifunctioneel ouderencentrum en zorg voor een gevarieerd aanbod van activiteiten dat zich zowel op de kwetsbare alsook op de vitale doelgroep ouderen richt.
3. Coördineer het project maatschappelijke stage conform het projectplan maatschappelijke stage en biedt zelf stageplaatsen aan.
2
3.en 4a Signaleer problemen/ risico’s bij jeugdigen tot 23 jaar vroegtijdig. Borg dit intern, leidt casuïstiek indien nodig door naar de hulpverlening dan wel de aanwezige zorgstructuur en maak hierbij gebruik van instrumenten zoals de verwijsindex NML en de lokaal geldende samenwerkingsafspraken. 4b. Coach en begeleid jongeren (12-23), al dan niet met complexe problematiek (geen zorgmijders), die begeleiding nodig hebben bij het organiseren van hulp. 5. Volg bij multiprobleem jongeren en gezinnen die zelf geen overzicht hebben over de hulpverlening de lokale afspraken in het kader van coördinatie van de zorg en bedt deze intern in.
3