Beleidsplan 2014-2016
Inhoud 1
2 3
4
5
6
Beleidsplan 2014-2016 ................................................................................................ 3 1.1 Strategie en uitgangspunten ................................................................................... 3 1.1.1 Kernprincipes .................................................................................................. 3 1.1.2 Missie ............................................................................................................ 3 1.1.3 Visie .............................................................................................................. 3 1.1.4 Strategie ........................................................................................................ 3 1.2 Beleidsdoelstellingen 2014-2016 .............................................................................. 4 1.2.1 2014 Voorbereiding .......................................................................................... 4 1.2.2 2015 Pilots ..................................................................................................... 8 1.2.3 2016 Landelijke uitrol ....................................................................................... 8 Werkzaamheden ......................................................................................................... 9 2.1 Werkwijze S&A ..................................................................................................... 9 Doelgroepen ............................................................................................................ 10 3.1 Primaire doelgroep: schoolgaande kinderen ............................................................. 10 3.2 Secundaire doelgroepen ....................................................................................... 10 3.2.1 Ouders/Verzorgers ......................................................................................... 10 3.2.2 Bedrijfsleven/lokale middenstand...................................................................... 10 3.3 Intermediaire doelgroepen .................................................................................... 11 3.3.1 Verenigingen en belangenbehartigers ................................................................ 11 3.3.2 Overige intermediaire doelgroepen.................................................................... 11 Partners van S&A ..................................................................................................... 12 4.1 Samenwerkende organisaties ................................................................................ 12 4.1.1 Scholen ........................................................................................................ 12 4.1.2 Maatschappelijke organisaties .......................................................................... 13 4.2 Kennispartners ................................................................................................... 14 4.2.1 Universiteiten en onderzoeksinstituten............................................................... 14 4.2.2 Marktpartijen ................................................................................................ 14 4.3 Strategische partners ........................................................................................... 14 4.3.1 Overige partners ............................................................................................ 14 Financieel beleid ....................................................................................................... 15 5.1 Financiële doelstellingen 2014-2016 ....................................................................... 15 5.2 Werving van gelden ............................................................................................. 15 5.2.1 Fondsenwerving............................................................................................. 15 5.2.2 Subsidies ...................................................................................................... 15 5.2.3 Crowdfunding/giften ....................................................................................... 15 5.2.4 S&A-voordeelpas ........................................................................................... 16 5.2.5 Overige baten ............................................................................................... 16 5.3 Beschikken over het vermogen van S&A.................................................................. 16 Kostenraming .......................................................................................................... 17 6.1 Kostenontwikkeling 2014-2016 .............................................................................. 17 6.2 Beheer .............................................................................................................. 17 6.2.1 Kostenstructuur ............................................................................................. 17 6.2.2 Beloning beleidsbepalers ................................................................................. 18 6.2.3 De administratieve organisatie ......................................................................... 18
Beleidsplan 2014-2016
pagina 2/18
1
Beleidsplan 2014-2016
In dit hoofdstuk worden de strategie en uitgangspunten benoemd en de beleidsdoelstellingen voor de periode 2014 tot en met 2016 uitgewerkt. 1.1
Strategie en uitgangspunten
De strategie en uitgangspunten zijn uitgesplitst naar de kernprincipes van S&A, de missie en de visie. 1.1.1
Kernprincipes
Statutaire doelstelling Stichting Suus & Abel Sustainable (S&A) stelt zich volgens haar statuten ten doel door middel van de bottom up methode kinderen enthousiasmeren om hun omgeving, verzorgers en bedrijfsleven, te motiveren om tot duurzamer gedrag over te gaan, teneinde de wereld te verduurzamen. Afwezigheid van winstoogmerk De stichting heeft bij de nastreving van haar doel niet tot oogmerk winst te maken. Bestemming liquidatiesaldo De statuten bepalen dat een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting zoveel mogelijk wordt besteed overeenkomstig het doel van de stichting. 1.1.2
Missie
Suus & Abel Sustainable (S&A) wil kinderen een duurzame toekomst bieden. 1.1.3
Visie
S&A staat er voor dat de woon- en leefomgeving waarbinnen kinderen opgroeien duurzaam is. 1.1.4
Strategie
Door middel van de bottom up methode kinderen enthousiasmeren om hun omgeving, verzorgers en bedrijfsleven, te motiveren om tot duurzamer gedrag over te gaan. Dit wordt bereikt door: Het enthousiasmeren van kinderen gebeurt door nauw aan te sluiten bij hun belevingswereld, door op hedendaagse, interactieve, wijze informatie te verstrekken over duurzame onderwerpen die deel uitmaken van hun directe omgeving. De kennis over duurzaamheid die zo bij de kinderen ontstaat wordt naar hun gezinnen overgedragen door een Suus & Abel voordeelpas, die door de verzorgers geactiveerd kan worden en waarmee duurzame producten en diensten van het bedrijfsleven met korting afgenomen kunnen worden. Ondernemers met duurzame producten en diensten kunnen zich aansluiten bij Suus & Abel en aanbiedingen doen aan de houders van de Suus & Abel voordeelpas, waarmee zij heel gericht hun afzetmarkt kunnen benaderen en vergroten.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 3/18
1.2
Beleidsdoelstellingen 2014-2016
De komende drie jaar wil Suus & Abel Sustainable middels verschillende gemeentelijke pilots uitgroeien tot een landelijk initiatief. S&A
Scholen
gezinnen
bedrijven
2014 I II
voorbereiding samenstellen interactief pakket met partners
III IV
kennis koppelen aan S&A-pas
2015 I II
kortingen via pas aanbieden pilots interactief pakket digitaal continueren
III IV
App voor kind en verzorgers
2016 I II
koppeling kind/bedrijf uitrol
III IV
community landelijke thema's
2017 I
bedrijven netwerk
II III 1.2.1
2014 Voorbereiding
De missie, visie en strategie wordt vertaald naar een projectmatige aanpak van de activiteiten van Suus & Abel, hierbij worden verschillende partners en stakeholders betrokken. De opzet van de Suus & Abel voordeelpas wordt onderzocht en ontwikkeld in samenwerking met ondernemers. Hiertoe vinden gesprekken plaats en worden verschillende activiteiten ondernomen, zoals:
Beursdeelname aan Duurzaamheid14 in Taets, Zaandam In de stand van drukkerij De Bij (een van de S&A bestuursleden is eigenaar van deze drukkerij) presenteert een delegatie van Suus & Abel zich aan de bezoekers, allen betrokkenen in duurzaamheid in de breedste zin van het woord, om kennis over deze stichting te verspreiden en het vak journaille te woord te staan, contacten met duurzame ondernemers te leggen en social media hiervoor in te zetten.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 4/18
Ten behoeve van de informatie over duurzame onderwerpen wordt er, in samenwerking met verschillende ngo’s en scholen, in het jaar van voorbereiding een interactief pakket samengesteld voor kinderen:
Inhoud Suus & Abel interactief pakket De eerste projectrealisatie is in maart 2014. Een workshop voor leerlingen van groep 8 op basisschool ‘Het Ooievaarsnest’ in Zwaag (Noord-Holland), met veel enthousiasme door leerkrachten, leerlingen en ouders/verzorgers ontvangen. Hiermee zal in de komende tijd verder worden gegaan, om deze activiteit verder te ontwikkelen. Kennisdoelen Leerlingen op een Jip en Janneke (eenvoudige) manier uitleg geven over:
-
Wat energie is en
welke vormen van duurzame energie er zijn. Hoeveel licht en lucht heb je nodig op school om goed te kunnen leven en leren?
Leerdoelen Leerlingen bedenken, na de lessen over duurzame energie, oplossingen hoe er op school en thuis zuiniger met energie omgegaan kan worden. Waar op school - thuis energie verspilt wordt. Leerlingen kunnen een eenvoudig experiment met licht uitvoeren. Leerlingen ontdekken wat isolatie is en hoe je isolatie goed kunt toepassen. Leerlingen kunnen tijdens de workshop de vragen van de opdrachten beantwoorden. Leerlingen werken samen. Leerlingen zijn in staat, de verzamelde informatie, thuis aan hun ouders te vertellen. Doel de ouder te laten inzien dat duurzaam omgaan met energie belangrijk is voor de toekomst van kun kinderen. Leerlingen gaan bewuster om met energie. Opzet van het project Gevraagd wordt welke leerling er een spreekbeurt over duurzaamheid / energiebesparing wil houden. Deze leerling gaat samen met de energieadviseur een rondgang maken door zijn of haar school. Tijdens de rondgang wordt er aan de desbetreffende leerling al verschillende energiebesparende mogelijkheden uitgelegd die hiervan notities maakt. Na de rondgang gaan de adviseur en de leerling vier onderwerpen selecteren uit de opgeschreven bespaarmogelijkheden. Over deze vier geselecteerde onderwerpen gaat de leerling een spreekbeurt houden met hieraan vast gekoppeld een klassikale workshop. Voor de begeleiding van de workshop worden er vier ouders uitgenodigd. De energieadviseur maakt tijdens de opname ook aantekeningen om voor de school een energie bespaaradvies op te stellen. Een aantal van deze aantekeningen worden door de leerling opgenomen. Dit zijn bijvoorbeeld: het aantal lampen met hun vermogen, zijn er thermostatische radiator knoppen aanwezig , zo ja hoeveel? Worden radiatoren afgedekt door kleding of staan er kasten voor en is er voldoende ventilatie in de klas etc. Al deze gegevens worden gebruikt in het energiebesparingsadvies voor de school. Als de leerling de spreekbeurt gehouden heeft wordt er aansluitend een workshop gegeven in de school. De klas wordt in vier groepen verdeelt. Elk workshoponderdeel duurt ongeveer 25 minuten. Het werkboek In het werkboek worden er vragen gesteld die betrekking hebben op de workshops. Alle vragen kunnen in het werkboek beantwoord worden. De achterkant kan gebruikt worden als kladblaadje.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 5/18
Hieronder volgen illustraties van de inhoud van deze workshop Project ‘ENERGIE’ vertaald vanuit theorie naar de praktijk. Voor een eerste opzet wordt er gekozen voor de volgende onderwerpen: 1)
luchtkwaliteit Technische gegevens: In een klas verbruikt iedereen 12m3 verse lucht per uur. Als er geen verse lucht aanwezig is kun je last krijgen van het volgende: droge ogen droge mond slaperig worden en gaan gapen concentratie verlies Vragen: 1. Met hoeveel mensen zijn jullie in de klas? 2. Hoeveel m3 lucht moet er dan ververst worden per uur? 3. Hoeveel m3 lucht past er in jullie klaslokaal? 4. Hoe wordt er nu geventileerd en is dit genoeg? 5. Hoe kan er voor gezorgd worden dat er voldoende verse lucht in het lokaal aanwezig is? Praktisch: Er wordt een kubus van 1m x 1m x 1m neergezet in de klas om duidelijk te maken hoe groot 1m3 lucht is. Leerlingen mogen gebruik maken van een laserafstandmeter om het klaslokaal op te meten.
2)
verlichting Technische gegevens: We hebben licht nodig om goed te kunnen lezen. De meeste scholen hebben hoge ramen zodat er veel zonlicht binnen kan komen en daardoor is het niet altijd nodig om de verlichting aan te hebben. Veel scholen hebben oude verlichting die veel stroom verbruikt. Nadelen van oude verlichting: verbruikt veel energie voor de hoeveelheid licht die het geeft geeft veel warmte af hoge onderhoudskosten knipperend licht, dat zorgt voor irritatie en hoofdpijn Vragen: practicum vragen (hands on) Welke lamp geeft er meer licht: de LED-lamp of de TL-lamp? ( kijk naar de lampen) Welke lamp geeft de meeste warmte af? (voel maar aan de lampen) Welke lamp verbruikt de meeste energie? ( lees het verbruik af op de twee energiemeters) Als we aan de binnenkant van het armatuur kijken dan zien we de twee transformatoren die zorgen voor het opstarten van de lampen. Welke temperatuur hebben de twee transformatoren? theoretische vragen Hoeveel lampen zijn er in jouw lokaal aanwezig? Hoeveel watt is dit bij elkaar? Hoeveel uur staan deze aan per jaar? Hoeveel kilowattuur is dit dan? Als 1 kilowatt uur € 0,25 kost wat kost het dan om het licht een jaar lang te laten branden in jullie lokaal? Welke lamp zou jij adviseren te plaatsen ? de led-lamp of de TL-lamp? Materialen: Er is een dubbele TL armatuur welke voorzien is met 1 TL-lamp en 1 Led-lamp de twee lampen zijn voorzien van twee energiemeters. Leerlingen mogen gebruik maken van de digitale laser-thermometer om de verschillende temperaturen te meten.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 6/18
3)
zonne-energie
Technische gegevens: De zon geeft altijd warmte en licht. Dit noem je duurzame energie. Met zonnepanelen kan je elektra opwekken Een zonnepaneel is 1,5m2 meter groot (1 x 1,5 meter) 1 zonnepaneel wekt 200kWh per jaar op. Vragen: practicum vragen (hands on) 1. Sluit het kleine zonnepaneel aan met de klemmen op de draden van de led-lamp. Draai het zonnepaneel in de richting het licht en je zult zien dat de lamp gaat branden . Het zonnepaneel ontvangt zonlicht en zet dit om in elektriciteit . 2. Als je je hand voor het zonnepaneel houd gaat het licht dan uit? theoretische vragen 3. Hoe groot is het dak van jullie lokaal (lengte maal Breedte) 4. Hoeveel kWh kan je opwekken met het dak van je lokaal als je hier zonnepanelen op plaatst? 5. Hoeveel kWh had je nodig in de workshop LICHT om het klaslokaal te verlichten? 6. Kan je met het dak van het lokaal er voor zorgen dat het gaat licht branden in het lokaal? 7. Op welke manier kan je overdag ook licht in het lokaal krijgen ? Materialen: Er is een zonnepaneel aanwezig om te laten zien hoe deze er uit ziet. Er is een klein zonnepaneel wat de leerlingen zelf kunnen aansluiten op de led-lamp, als er voldoende licht is zal de led-lamp gaan branden.
4)
isolatie:
Technische gegevens: Isoleren doen we om er voor te zorgen dat de warmte of de kou op de plaats blijft waar wij het willen hebben en houden. voorbeeld 1: Als je in de winter op de fiets naar school gaat doe je een jas aan, dit doe je om er voor te zorgen dat de warmte die je lichaam maakt niet meteen verloren gaat als je in de kou komt. voorbeeld 2: De koelkast is een apparaat waar eten en drinken koel in bewaard kan worden. door de lagere temperatuur blijft het voedsel langer houdbaar. De deur en de wanden van de koelkast zijn erg dik en gevuld met isolerend schuim om de kou binnen in de koelkast te houden. De deur van de koelkast ook altijd zo kort mogelijk open staan, zodat de koude lucht niet verloren gaat. Vragen: practicum vragen (hands on) 1. Hoe warm ben jezelf ( lees de temperatuur af op de infrarood camera) 2. Als je in dekens gewikkeld bent hoe warm ben je dan ( lees de temperatuur af op de infrarood meter) 3. Meet in de klas de plek waar het ‘t warmst en het koudst is met de infrarood meter en vul dit in. theoretische vragen 4. Waarom heb je in de winter een jas aan? 5. Wat is de overeenkomst tussen de isolatie van jouw jas en jouw huis? 6. Weet je dat niet, dan kan de volgende vraag je helpen. Wat gebeurt er als jij jouw jas opendoet? Materialen: Er zijn dekens aanwezig om de leerlingen in te wikkelen voor de infraroodmeting. Er is een digitale infraroodcamera aanwezig om de temperatuur te kunnen meten en warmte te kunnen zien.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 7/18
1.2.2
2015 Pilots
In 2015 worden er op een aantal basisscholen in diverse gemeenten (o.a. Heemstede, Leiden en groot Amsterdam) pilot projecten gestart. Met de betrokken gemeenten, ondernemers, scholen en gezinnen worden de eerste pilots ingericht. Doel hiervan is om dit pilot project aan te bieden aan een brede groep van de bevolking. Zij kunnen kennismaken met de activiteiten, terugkoppeling geven en hiermee kan de definitieve uitrol in 2016 starten. Vanaf april/mei, na de cito-toets, gaan de pilots draaien bij de eerste drie (deel)gemeenten. Het project kan 1 hele lesweek bevatten of verspreid worden gegeven in een periode. Om een goede doelgroep spreiding te verkrijgen, wordt voor deze projecten contact gezocht met diverse gemeenten. Van enkelen hebben wij al toezeggingen ontvangen om deel te nemen aan het project. In deze periode wordt er ook contact gezocht met diverse groepen ondernemers om draagvlak te creëren voor de voordeelpas. Deze ondernemers opereren zowel landelijk als lokaal. Ons doel is om in ieder geval een aantal grote retailers, verzekeraars en banken aan ons te binden. De lokale markt gaan we benaderen via gemeenten, winkeliers- en ondernemersverenigingen en besturen. De gemene deler is dat zij een of meerdere duurzame producten en/of diensten aanbieden. Het uiteindelijke streven is om in deze periode ook de voordeelpas te kunnen introduceren. Deze wordt aan de leerlingen verstrekt en kan door de ouders/verzorgers via de website actief gemaakt worden. De voordeelpas wordt actief via de website van suusenabel.nl en krijgt zowel een ondernemersgedeelte als een interactief gedeelte, tailor made gemaakt voor kinderen. De ondernemers, MKB en grootwinkelbedrijven en anderen, kunnen op de website hun aanbiedingen plaatsen en interactief communiceren met de doelgroep. 1.2.3
2016 Landelijke uitrol
Na het succesvol afsluiten van het pilotjaar wordt de Suus & Abel Community landelijk actief. In eerste instantie nog steeds gericht op groep 8 na de cito-toets. In die periode is er tijd voor een leuk origineel en, leerzaam en duurzaam project. Kinderen in deze leeftijdsgroep staan open voor veranderingen in de maatschappij. De opgedane kennis wordt meegenomen in hun verdere toekomst en in dat van hun gezinsleden/verzorgers. In de overlap van schooljaar 2014/15 en 2015/16 moet er na de pilot het project geperfectioneerd worden, zodat in de laatste schoolperiode van 2015 het project aangeboden kan worden aan basisscholen voor het eerstvolgende schooljaar 2015/16. In dezelfde periode is het van groot belang om zoveel mogelijk ondernemers te boeien en te verbinden aan de Suus & Abel voordeelpas, zodat het project financieel zelfvoorzienend wordt. Na de landelijke uitrol moet in heel Nederland de mogelijkheid bestaan om met deze pas duurzame producten en diensten met korting te kopen, zodat er naast duurzame bewustwording van de jeugd ook een interessante uitdaging is om ook daadwerkelijk duurzamer te gaan leven.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 8/18
2
Werkzaamheden
S&A kent een vaste werkwijze die in dit hoofdstuk wordt toegelicht. Daarna volgt het project in verschillende stadia. 2.1
Werkwijze S&A
De werkwijze van S&A wordt gekenmerkt door een gefaseerde innovatie, vraaggerichte projecten en de essentiële rol van de schoolgaande kinderen. Gefaseerde innovatie De ontwikkeling van oplossingen wordt uitgevoerd volgens een projectmatige aanpak, toegesneden op de eindgebruiker en zijn directe omgeving. S&A begeleidt en volgt alle projecten. Vraaggerichte projecten Het gaat om afgebakende onderwerpen en om concreet gedefinieerde doelstellingen. Directe betrokkenheid van stakeholders In de projecten van S&A hebben de stakeholders en partners een essentiële rol. In wat volgt wordt de projectfasering en -aanpak verder toegelicht zoals deze in 2013 is vormgegeven. Deze aanpak zal worden gehanteerd in de komende jaren. 1. Vertrekpunt Het vertrekpunt binnen de werkwijze van S&A is een toetsing op haalbaarheid en uitvoering van genoemde activiteiten. 2. Toets Er wordt getoetst op: De impact op de onvervulde behoefte van mensen De rijpheid van de technische ontwikkeling Hoe de oplossing inpasbaar is Wat de effectiviteit is; de toetsbaarheid Het draagvlak bij alle stakeholders en welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn De bekostiging op korte, maar ook op lange termijn. De tijd die nodig is om het pakket te ontwikkelen en te implementeren De risico’s en barrières t.o.v. toegevoegde waarde De bijdrage die het levert aan een duurzamere wereld De bijdrage die het levert aan de kwaliteitsverbetering van leven De bijdrage aan kostenbeheersing/kostenverlaging De bijdrage aan klanttevredenheid en commerciële doelen Op deze aspecten wordt ook gedurende het project geëvalueerd, zodat tijdig besloten kan worden om een project voort te zetten of eventueel bij te stellen. 3. Coördineren S&A de rol van opdrachtgever op zich en betrekt partners die bereid en in staat zijn de opdracht uit te voeren. 4. Evaluatie De evaluatie van de projecten vindt plaats aan de hand van de volgende criteria: 1. De gebruikswaarde wordt getoetst 2. Met de betrokken partners wordt het project doorgenomen om optimale aansluiting te vinden voor alle belanghebbenden. 3. In de sector wordt geïnventariseerd hoe en met welke mate van tevredenheid het pakket op grotere schaal opgepakt wordt.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 9/18
3
Doelgroepen
S&A benadert en betrekt verschillende doelgroepen in haar activiteiten. In dit hoofdstuk wordt het onderscheid toegelicht tussen de primaire, secundaire en intermediaire doelgroep. De verschillende doelgroepen kennen ieder hun eigen rol. 3.1
Primaire doelgroep: schoolgaande kinderen
Nederland telt ongeveer 3600 basisscholen, waarvan er ruwweg gesteld kan worden dat er ruim180.000 leerlingen in groep 8 zitten, de kinderen met een leeftijd waar S&A zich in eerste instantie op zal richten.
Bij verschillende scholen is er geïnformeerd naar een geschikt moment en dat blijkt na de Citotoets/net voor het einde van het schooljaar te zitten. 3.2
Secundaire doelgroepen
Ouders, verzorgers, bedrijfsleven en (lokale) overheid. Zij behoren tot de secundaire doelgroep van S&A en worden hieronder verder toegelicht. 3.2.1
Ouders/Verzorgers
Elk kind maakt deel uit van een sociale context met familieleden of verzorgers. De kennis die de kinderen opdoen middels het S&A interactief pakket, bevat vele mogelijkheden om de verzorgers er direct bij te betrekken. Bovendien zijn zij de volwassenen die het mogelijk kunnen maken voor het kind om werkelijk een duurzame levensstijl er op na te kunnen houden. 3.2.2
Bedrijfsleven/lokale middenstand
Banken, verzekeraars, retail food en non-food, winkelketens, plaatselijke winkeliers zijn bedrijven die benaderd worden door Suus & Abel aan wie de Suus & Abel voordeelpas aangeboden wordt.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 10/18
3.3
Intermediaire doelgroepen
Groepen of personen die ingezet kunnen worden om over het project van S&A te communiceren worden gerekend tot de intermediaire doelgroep van S&A. In wat volgt wordt deze doelgroep uitgesplitst in verenigingen en organisaties en de overige intermediaire doelgroepen zoals de media, internet, social media, ambassadeurs, innovatiewedstrijden en beurzen. 3.3.1
Verenigingen en belangenbehartigers
Verenigingen en belangenbehartigers behoren tot de intermediaire doelgroepen, indien haar leden behoren tot de primaire of secundaire doelgroep van S&A. 3.3.2
Overige intermediaire doelgroepen
Kranten, tijdschriften, TV en radio Lokale, regionale en landelijke media spelen een belangrijke rol in de communicatie over het project van S&A. Zij dragen er zorg voor dat het project bekend worden bij de doelgroepen via diverse landelijke kranten, maar ook via de regionale kranten van de regio waar het project wordt uitgevoerd. Daarnaast bieden ook de Nederlandse landelijke en lokale omroepen met TV en radioprogramma’s mogelijkheden. Voorbeelden van commerciële tijdschriften die content plaatsen over duurzaamheid zijn: P+ Tweetalig (Nederlands/Engels) kwartaalmagazine over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Oprichters van het magazine zijn SNS Reaal Groep, het ministerie van Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking, de FNV en PGGM. The Optimist The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen. Verschijnt maandelijks in het Nederlands en Engels. De Betere Wereld De Betere Wereld is een periodieke gratis verspreide krant op het gebied van duurzaamheid Maar ook Specials/bijlagen in alle grote landelijke dagbladen en publiekstijdschriften, onder andere MT, Sprout, Margriet, Hapinezz tot Opzij. Internet Ook het internet biedt vele mogelijkheden om gericht en in het algemeen te communiceren over S&A en haar project. Bij de Kennisbank Filantropie, gekoppeld aan NRC-charity awards, Trouw transparantie top 50 en goededoelen.nl, worden alle gegevens transparant en up-to-date gehouden. Social Media Via verschillende social media kanalen wordt gecommuniceerd met de doelgroepen. S&A heeft een Twitter-account, een bedrijvenpagina op Facebook en maakt actief gebruik van de bedrijfsmogelijkheden van LinkedIn. Pinterest en YouTube account in gebruik nemen zodra dit relevant is. Ambassadeurs Het gewenste comité van aanbeveling wordt begin 2014 opgesteld. Waar mogelijk zullen de leden van dit comité worden verzocht een rol te spelen in het verder vorm geven van de naamsbekendheid van de stichting. Wedstrijden Nederland kent tal van wedstrijden waaronder regionale innovatieprijzen, wedstrijden van banken, bijvoorbeeld de Rabobank Herman Wijffels Innovatieprijs, De Koning Willem I Plaquette, DAM Prijs, Duurzame Dinsdag en NCD Change Award. En van het bedrijfsleven, waar de belangrijkste de MKB Innovatie Top 100 is. Het bereik via deze wedstrijden is een manier om het project van S&A onder de aandacht van de doelgroepen te brengen.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 11/18
4
Partners van S&A
De partners van S&A vormen het netwerk van de stichting waardoor zij: een sterke focus realiseert op samenwerking tussen partijen, een verbindende factor is tussen de verschillende partners, toegang verschaft tot kennis van en samenwerking met kennisinstituten en universiteiten, duurzaamheid kan toevoegen aan bestaande of nieuwe product-markt-combinaties bij een groot aantal leveranciers, in een financiering van het project kan worden voorzien door het aanspreken van één of meerdere financieringsbronnen bij partners. Het beschikbaar hebben van dit netwerk creëert een onafhankelijke positie en vergroot de kans van slagen van het project. In dit hoofdstuk worden de partners van S&A onderverdeeld in samenwerkende organisaties, kennispartners, strategische partners en overige partners. 4.1
Samenwerkende organisaties
Alle met S&A samenwerkende organisaties bieden schoolgaande kinderen een duurzame toekomst. 4.1.1
Scholen
Er zijn in Nederland 3600 scholen.
Dit maakt scholen een belangrijke partner voor met name het enthousiasmeren van scholieren, maar ook bij het meedenken over de realisatie van de oplossingen.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 12/18
4.1.2
Maatschappelijke organisaties
Organisaties die al interactieve pakketten hebben zoals Greenpeace, Amnesty International, IVN, S&A gaat dit netwerk versterken en onderzoeken of een intensere samenwerking met scholen direct kan bijdragen aan de doelstelling van de stichting.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 13/18
4.2
Kennispartners
De kennispartners van S&A zijn onderverdeel naar universiteiten en onderzoeksinstituten en marktpartijen. 4.2.1
Universiteiten en onderzoeksinstituten
Bij de ontwikkeling van het interactieve duurzaamheidspakket zijn universiteiten en hogescholen en verschillende kenniscentra betrokken. 4.2.2
Marktpartijen
De duurzame producten en diensten worden geleverd via een groot aantal leveranciers en/of producenten. Marktpartijen worden van het begin af aan betrokken bij de projecten van S&A om te kunnen bewerkstelligen dat de S&A-voordeelpas breed gedragen wordt.
4.3
Strategische partners
S&A heeft met verschillende strategische partners te maken, zoals brancheverenigingen, verenigingen voor winkeliers, koepelorganisaties, collega organisaties en partners die niet onder eerdergenoemde vallen. 4.3.1
Overige partners
Alle S&A leden hebben een lange ervaring in duurzaam ondernemen. Hieronder staan de oprichters/bestuursleden vermeld waarin hun ervaring op dit gebied summier wordt weergegeven: Mira Vendrig heeft de focus op vernieuwing, verbetering en verduurzaming van organisaties. Zij heeft haar sporen verdiend in zowel het bedrijfsleven als in het maatschappelijk middenveld. Een bewuste keuze om in beide werkzaam te zijn, met als doel ze te verbinden vanuit de overtuiging dat ze elkaar versterken. Deze netwerkregie zet zij in als adviseur, directeur en kwartiermaker. Haar aanpak heeft geresulteerd in een uitgebreid en breed netwerk dat zij actief inzet voor nieuwe business mogelijkheden. Karin van den Heuvel-Botman is binnen het familiebedrijf Van den Heuvel Schilderwerken B.V. verantwoordelijk voor de publiciteit. Deze onderneming is opgericht in de jaren 50 en duurzaam ondernemen is sinds de jaren 80 de belangrijkste pijler om onderhoud van in- en exterieur op een adequate wijze te verrichten en een gezond klimaat aan de volgende generaties over te dragen. Monique Gomez de Mesquita-Vos is sinds 2008 eigenaar van People for Planet sfeermaker voor woon-, werk- en leefomgeving. Duurzaamheid en MVO zijn het DNA van de organisatie. Tevens gespecialiseerd in verbouw- en verhuismanagement. Norbert van Schie is directeur/eigenaar van drukkerij de Bij. Drukkerij de bij bestaat 89 jaar en heeft in de laatste jaren het productieproces behoorlijk verduurzaamd. Met de Milieubarometer leggen we onszelf graag langs de meetlat. Dit heeft geresulteerd in het winnen van de Damprijs Westpoort voor duurzaamste onderneming. Herman van den Berg is sinds 1981 ondernemend installateur. Mede eigenaar van ALLICHT electrotechniek en eigenaar van Efficiënt Energie. Pragmatisch energie bespaar advies op maat. Robert Slijkhuis is werkzaam bij WKZ Installatietechniek als o.a. adviseur voor (duurzame) installaties. WKZ is werkzaam in de verwarming,- koeling,- klimaattechniek, ventilatie en elektra (verlichting). Door een goede afstemming van de installatie en de behoefte van de gebruiker en het gebouw is het mogelijk om het comfort te verhogen met een lagere energieverbruik. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is de DNA van WKZ en zit in de genen en bestaansrecht van het bedrijf. Al onze activiteiten richten zich op duurzaamheid en energiebesparing en op een toekomst waarbij we geen gebruik meer willen maken van fossiele brandstof.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 14/18
5
Financieel beleid
In dit hoofdstuk worden de financiële doelstellingen over de periode 2014-2016 toegelicht. Deze doelstellingen sluiten aan op de beleidsdoelstellingen voor deze periode zoals deze zijn vastgelegd in hoofdstuk 1.2. Dit hoofdstuk geeft tevens inzicht in de verschillende vormen waarop S&A gelden werft voor innovatieve projecten. Tenslotte wordt aandacht besteed aan het vermogen en de wijze waarop hierover kan worden beschikt. 5.1
Financiële doelstellingen 2014-2016
Suus & Abel Sustainable is een stichting zonder winstoogmerk. Uitgangspunt is om jaarlijks een sluitende begroting te presenteren. In haar meerjarenbegroting is hiervan sprake, respectievelijk wordt € 2.000, € 8.500 en € 27.000 gerealiseerd in de periode 2014-2016. Er wordt ook gestreefd naar een sluitend exploitatieresultaat per project. Voor ieder deelproject worden afzonderlijke financieringsbronnen gezocht en uit de beschikbare reserves van S&A kan het bestuur besluiten te participeren met een eigen bijdrage. Overschotten in het exploitatieresultaat komen ten goede aan de algemene reserve van S&A en daarmee beschikbaar voor de financiering van andere projecten. De uitgaven van de stichting worden vrijwel volledig gevormd door directe projectkosten die besteed worden aan de te verrichte werkzaamheden, materiaal en overige diensten. In de meerjarenbegroting is respectievelijk € 73.000 , € 191.500 en € 773.000 voorzien als ‘Verstrekte bijdragen aan projecten’ in de periode 2014-2016. In de meerjarenbegroting is respectievelijk € 75.000, € 200.000 en € 800.000 voorzien als ontvangsten in de periode 2014-2016. Onderstaand worden de verschillende vormen van werving van gelden toegelicht en wordt tevens een toelichting gegeven op de kostenstructuur. Voor ieder jaar wordt een afzonderlijke begroting gemaakt. 5.2
Werving van gelden
Mede door de economische omstandigheden is het werven van middelen bemoeilijkt. Dit vereist meer inspanningen, maar ook meer creativiteit bij het vinden van gepaste financieringen. De werving van gelden kent hierbij verschillende vormen. Hierna zal worden beschreven welke vormen momenteel gebruikt worden, maar ook zal worden aangegeven welke nieuwe vormen zullen worden verkend. 5.2.1
Fondsenwerving
Alle mogelijke fondsen zullen door de bestuursleden worden benaderd en afspraken hierover worden schriftelijk vastgelegd. 5.2.2
Subsidies
Nederland kent tal van subsidies. De aard en de beschikbaarheid verandert echter voortdurend zodat bij ieder project zal worden beoordeeld of een subsidie tot de mogelijkheden behoort, ook in samenwerking met het bedrijfsleven. In de meerjarenbegroting is respectievelijk € 50.000, € 120.000 en € 30.000 voorzien als ontvangsten uit subsidies in de periode 2014-2016. 5.2.3
Crowdfunding/giften
Voor crowdfunding en giften is totaal in de meerjarenbegroting respectievelijk € 15.000 en € 30.000 voorzien als ontvangsten in de periode 2015-2016.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 15/18
Giften: schenkingen, erfstellingen en legaten Het ontvangen van schenkingen, erfstellingen en legaten wordt door S&A ook als een mogelijke vorm van geldenwerving gezien. S&A gaat een samenwerkingsverband aan met geefgratis.nl. 5.2.4
S&A-voordeelpas
De doelstelling van de voordeelpas is -verzorgers (ouders) onderling te verbinden qua gemeenschap en buurt (maatschappelijk) -verzorgers te enthousiasmeren en bewust te maken om te verduurzamen (milieu) -verzorgers te koppelen aan duurzame bedrijven door middel van korting (profit) via inlogcode (voordeelpas) kunnen zien hoeveel voordeel en CO2 je bespaart. In 2014 en 2015 wordt de voordeelpas ontwikkeld en in 2016 begroten €75.000 als ontvangsten. 5.2.5
Overige baten
Voor overige baten is in totaal in de meerjarenbegroting respectievelijk € 8.000 , € 20.000 (+ € 5.000 apart gespecificeerd via bedrijven) en € 50.000 voorzien als ontvangsten in de periode 2014-2016. Onder overige baten worden sponsoring, ontvangen middelen via participanten en andere vormen van geldenwerving begrepen die niet onder de eerder genoemde rubrieken vallen. Lokale overheden In de prognose 2014-2016 wordt er rekening mee gehouden dat bij lokale overheden het belang toeneemt om te participeren in de pilots. Sponsoring Sponsoring van, de pilotprojecten van, S&A zijn concreet en zichtbaar en is een bijzondere mogelijkheid om op het raakvlak van duurzaamheid en onderwijs een maatschappelijk nuttig en zinvol doel te ondersteunen. S&A kan dus een middel zijn voor de sponsor om haar maatschappelijke betrokkenheid te tonen. In 2014 zal gericht worden gezocht naar meerdere bedrijven en instellingen die als sponsor van S&A willen doorgaan. Hierbij zullen alleen sponsoren in aanmerking komen waarbij er geen belangenverstrengeling kan ontstaan bij de uitvoering van projecten. De sponsor kan zijn betrokkenheid bij S&A benutten door haar op te voeren als maatschappelijk betrokken ondernemen. S&A zal de namen van de sponsoren noemen op www.suusenabel.nl en de betrokkenheid desgewenst in media-uitingen kenbaar maken. Participanten in projecten Er wordt nagegaan in hoeverre gebruik kan worden gemaakt van eventuele subsidies of financieringen waarop de verschillende betrokken partijen een beroep kunnen doen. Zo kan wellicht een beroep worden gedaan op subsidiemogelijkheid in de provincie van de producent of Europese innovatiesubsidies voor start ups.
5.3
Beschikken over het vermogen van S&A
Ten aanzien van de besluitvorming met betrekking tot het beschikken over het vermogen van de stichting is het volgende van toepassing: Taakverdeling en bestuursverhoudingen Het bestuur van S&A bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zes leden en kiest uit haar midden een voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en een penningmeester. De twee laatstgenoemde kunnen ook door één persoon vervuld worden. Wijze waarop beleid en uitvoering over het vermogen wordt beschikt Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, echter minimaal de meerderheid dient aanwezig of vertegenwoordigd met een schriftelijke volmacht, kunnen geldige besluiten genomen worden over alle aan de orde komende onderwerpen.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 16/18
6
Kostenraming
De kostenontwikkeling, in overeenstemming met de beleidsdoelstellingen 2014-2016, wordt hieronder weergegeven. Daarna volgt het beheer van S&A 6.1
Kostenontwikkeling 2014-2016
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Ontvangsten fondsen/subsidies
€
50.000
€
120.000
€
30.000
giften
-
15.000
-
35.000
-
75.000
crowdfunding
-
0
-
15.000
-
30.000
Sponsoren
-
2.000
-
5.000
-
40.000
S&A-pas à 5 euro
-
0
-
0
-
75.000
deelname bedrijven
-
0
-
5.000
-
500.000
overige baten
-
8.000
-
20.000
-
50.000
Totaal beschikbaar
€
75.000
€
200.000
€
800.000
Aan doelstellingen S&A
€
70.000
€
185.000
€
750.000
Bureaukosten
-
500
-
1.000
-
3.000
Verzekering
-
500
-
500
-
2.000
Communicatie/internet
-
1.000
-
3.500
-
15.000
Overige lasten
-
1.000
-
1.500
-
3.000
Uitgaven:
€
73.000
€
191.500
€
773.000
Resultaat/opbouw EV
€
2.000
€
8.500
€
27.000
}
Uitgaven:
Toelichting op de kostenontwikkeling 2014-2016 S&A heeft in haar beleidsdoelstellingen geformuleerd dat 2014 het de voorbereidingen treffen, in 2015 de pilots gedraaid worden en vanaf 2016 een landelijke uitrol gaat plaatsvinden. Deze gestage groei is bestuurlijk en organisatorisch met beperkte middelen, zowel qua kosten als medewerkers, te realiseren en blijft het risico van S&A overzichtelijk. 6.2
Beheer
De kosten binnen S&A worden zo laag als mogelijk gehouden. S&A heeft geen eigen fysiek kantoor en heeft vooralsnog geen vaste medewerkers in dienst. Het operationeel management en de uitvoering is afhankelijk van de ontplooide activiteiten en de hiermee behaalde resultaten. In alle gevallen is hierbij sprake van een maatschappelijk zeer verantwoorde beloning. Op deze wijze blijven de kosten van S&A laag en is het risico beperkt. 6.2.1
Kostenstructuur
S&A maakt geen wervingskosten. De beheerskosten bestaan uit bureaukosten, verzekeringen, communicatie/internet.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 17/18
6.2.2
Beloning beleidsbepalers
De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten. 6.2.3
De administratieve organisatie
In 2013 is een begin gemaakt om de werking van S&A transparant te maken om de integere werkwijze van S&A te kunnen tonen. Hiermee kan S&A voldoen aan de eisen die in de huidige tijd aan fondsenwervende instellingen worden gesteld en is daarmee zichtbaar een betrouwbare partner voor fondsen, financiers en andere stakeholders. Comité van aanbeveling Een afgevaardigde benoemen vanuit ministeries Milieu en Onderwijs en Wetenschappen, Bestuurslid MVO NL en andere relevante organisaties welke S&A een groter draagvlak en ondersteuning van te behalen doelen kunnen geven. Per einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken, desgewenst vergezeld van een rapport van een registeraccountant of van een accountant-administratieconsulent, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden.
Beleidsplan 2014-2016
pagina 18/18