Beleidsplan 2011 - 2015 Nederlands Steendrukmuseum Valkenswaard 6 december 2010
1
1. Inleiding 1.1. Aanleiding 1.2. Identiteit 1.3. Missie 1.4. Doelgroepen 1.5. ICOM definitie 1.6. Historische schets 1.7. SWOT analyse 1.8. Statutaire doelstelling 1.9. Strategische doelstellingen 1.10. Beleidsperiode 2. Collectiebeleid 2.1. Algemene inleiding 2.2. Collectiebeschrijving collectiehistorie deelcollecties herkomst en eigendom cultuurhistorische waarde vaststelling van de kerncollectie 2.3. Collectieregistratie 2.4. Behoud en Beheer 2.5. Onderzoek en documentatie 2.6. Collectievorming 3. Publieksbeleid 3.1. Samenstelling en omvang publiek 3.2. Tentoonstellingen 3.3. Educatie 3.4. Publicaties 3.5. Gastvrijheid 3.6. Marketing en PR 3.7. Eigen drukwerk en dat voor derden 4. Bedrijfsvoeringbeleid 4.1. Huisvesting en veiligheid 4.2. Automatisering 4.3. Verzekering 4.4. Personeel en organisatie 4.5. Samenwerking 4.6. Financiën en begroting 5. Samenvatting Bijlage 1: het verzamelbeleid Bijlage 2: het acceptatiebeleid
2
1. Inleiding 1.1
Aanleiding
Een eerste beleidsplan voor het museum in oprichting werd in 2000 door de initiatiefnemer van het museum voor eigen gebruik geschreven om richting te geven aan het tot stand komen en functioneren van het Nederlands Steendrukmuseum. De wens om opgenomen te worden in het Museumregister en de nuttigheid van een beleidsplan voor de verdere ontwikkeling van het museum, waren aanleiding en reden om een tweede beleidsplan op te stellen. Dit tweede beleidsplan, toegespitst op de periode 2006-2010, kwam tot stand onder de verantwoordelijkheid van het bestuur in overleg met museummanager, taakgroepleiders en vele leden van het vrijwilligersteam. Het huidige, derde, beleidsplan, dat de periode 2011 - 2015 beslaat, is tot stand gekomen vanuit het overleg tussen bestuur en directeur. Ook nu is dit beleidsplan opgesteld met het oog op de verdere ontwikkeling van het museum en in verband met de eisen van de herregistratie van het museum. 1.2
Identiteit
Lithografie en steendruk Het Nederlands Steendrukmuseum, dat op 21 september 2001 officieel werd geopend, laat bezoekers zien en horen wat de belangrijke rol van de lithografie en steendruk is geweest bij de maatschappelijke verspreiding van gedrukte beelden. Voor de meeste bezoekers is dit ontdekken en voor sommigen terugzien. De uitvinding van de steendruk door de Duitser Aloys Senefelder in 1798, waarbij het te drukken beeld met vet op een vlakke kalksteen werd getekend en daarna kon worden afgedrukt, veroorzaakte een revolutie in de drukkunst en maakte de maatschappelijke verspreiding van gedrukte beelden voor het eerst op grote schaal mogelijk. Dat gebeurde eerst in zwart wit, later in met alle keurnuances in de chromolithografie. De commerciële toepassing van de lithografie en steendruk was enorm, maar door de jaren heen gebruikten ook kunstenaars deze techniek, die hen nieuwe mogelijkheden gaf. De handlithografie ging met de komst van de fotografie voor een groot deel over in de fotolithografie, waarbij het te drukken beeld niet meer handmatig maar met fotografische technieken op de steen werd gebracht. Deze fotolitho technieken ontwikkelden zich in de tweede helft van de voorgaande eeuw tot de moderne lithografische technieken bij de fabricage van halfgeleider chips. De steendruk ontwikkelde zich in de eerste helft van de voorgaande eeuw in een periode van vijftig jaar tot de offsetdruk, het meest gangbare drukprocedé van vandaag. Het drukprincipe daarbij is nog gelijk aan dat wat Aloys Senefelder in 1798 uitvond: water en vet, de tegenpolen die drukken mogelijk maken. Een vlakdrukprocedé in tegenstelling tot de boekdruk en de diepdruk, die op hoogteverschillen in de drukvorm gebaseerd zijn. Het museum is nog gebaseerd op de handlithografie. De ambitie is om de latere ontwikkelingen in de vaste presentatie te gaan opnemen. Een voorwaarde daarvoor is een ruimere behuizing en een gezonde financiële basis om deze uitbreiding te realiseren en te exploiteren. Een bescheiden eerste stap, die geen ruimte-uitbreiding vraagt, wordt gezet in 2011.
3
Collectie en Presentatie Het museum toont op fraaie wijze de uitvinder en uitvinding, het vakmanschap en de werktuigen van de beoefenaars van de steendruk, de machine ontwikkelingen en vele specimen van de producten, waarbij het accent nog vooral ligt op de industriële/commerciële toepassing van de steendruk. Een audio visuele presentatie, een interactief kleuren meng apparaat, rondleidingen en drukdemonstraties verlevendigen het bezoek. Workshops steentekenen en steendrukken geven geïnteresseerden een boeiende en plezierige verdieping van hun inzicht in de steendruk. Scholen worden door medewerkers van het museum bezocht, waar leerlingen uitleg over de lithografie en de steendruk krijgen en daarna in klassikaal verband zelf een steen mogen betekenen. Tijdens het latere bezoek aan het museum drukken de leerlingen deze steen zelf af. Het museum heeft in zijn veelomvattendheid (in relatie tot het thema) een unieke collectie en presentatie. Een vergelijkbaar museum bestaat niet in de wereld. De inrichting krijgt vele complimenten van bezoekers. De collectie is, zolang het museum functioneert conform de ICOM definitie, voor onbeperkte tijd in bruikleen. Bibliotheek De uitgebreide bibliotheek vormt de basis voor de interne kennis over de collectie en kan door buitenstaanders op aanvraag geraadpleegd worden. De bibliotheek inventaris is digitaal geregistreerd. Publiek Het museum mikt op, en ontvangt een breed scala aan bezoekers, zoals bezoekers uit de grafische branche, scholen, social- en serviceclubs, toeristen in de regio, bedrijven en familiegroepen. Daarvoor wordt met folder- en afficheverspreiding, website, artikelen in regionale, nationale en internationale publicaties, beursstands, samenwerking met de regionale VVV, kunstenaars en gemeentelijke instanties promotie voor het museum gemaakt. Het merendeel van deze bezoekers komt als groep. De reacties van de individuele bezoekers na hun museumbezoek zijn positief en van de groepsbezoekers ronduit enthousiast. De gastvrijheid die rondleiders, demonstratiedrukkers, baliemedewerkers, foyermedewerkers, kortom alle leden van het vrijwilligersteam tonen naar de bezoekers, wordt door bezoekers zeer gewaardeerd en is een belangrijk element in het functioneren van het museum. Huisvesting In 2001 kwam een voormalig, uit 1926 stammend, ziekenhuisgebouw annex klooster na ingrijpende restauratie beschikbaar voor culturele instellingen. Ruim 500 m2 wordt hierin ingenomen door het Nederlands Steendrukmuseum, op huurbasis. Verhuurder is de eigenaar van het gebouw, het Brabantse Monumenten Fonds. Het museum ervaart echter al enige tijd huisvestingstekorten zoals het ontbreken van een eigen ruimte voor audiovisuele presentaties aan groepen en een ruimte voor speciale/tijdelijke tentoonstellingen. Voor uitbreiding van het museum ontbreekt binnen het huidige pand vooralsnog de ruimte. Het beleid is erop gericht in deze beleidsplanperiode een groter onderkomen te gaan realiseren, desnoods in een ander gebouw of op een andere regionale locatie. Organisatie Bestuur, directeur, een operationeel assistente en een team van ongeveer 40 vrijwilligers „runnen‟, ieder op zijn/haar specifieke terrein, het museum op enthousiaste en deskundige wijze. Het bestuur richt zich in hoofdzaak op het bepalen van de verdere ontwikkeling van het museum. Het operationele deel wordt overwegend door de directeur in samenwerking met het vrijwilligersteam, werkende in „taakgroepen‟ , behartigd. Dit betreft publiciteit, baliebeheer/receptie, rondleidingen, druk-demonstraties, workshops, educatieve programma‟s en het verzorgen van tijdelijke tentoonstellingen. De directeur is verantwoordelijk voor het 4
totale operationele functioneren van het museum en heeft een wezenlijk inbreng in de bestuurlijke beleidsvorming. In de loop van 2008 werd in het kader van de Cultural Governance door het bestuur in overleg met de directie gekozen voor het zogenoemde Bestuur + directiemodel. Dit staat daarin omschreven als: “Bij het bestuur + directie model wordt het beleid vastgesteld door het bestuur. De overige aspecten van het bestuurlijk proces (voorbereiding en uitvoering) zijn meestal in handen van een directie die bestaat uit één of meer directieleden. Instellingen met deze bestuursvorm zijn vaak kleine tot middelgrote instellingen meestal met één directeur die, met weinig staf, veel zelf doet en regelmatig een beroep doet op het bestuur.” Op 11 december 2008 werd Bestuursreglement, Directiereglement en Organigram vastgesteld. De operationele doelen worden jaarlijks door de directeur in overleg met de taakgroepleiders opgesteld en vastgelegd in het zogenoemde Activiteitenprogramma, dat voor bespreking en goedkeuring wordt voorgelegd aan het bestuur. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Bestuur en directie willen hun cultureel ondernemen op maatschappelijk verantwoorde wijze doen. Dat houdt in het bijzonder in, aandacht geven aan arbeidsomstandigheden, milieu en duurzaamheid. In dit kader zijn bedrijfshulpverlening, culturele hulpverlening en een calamiteitenregeling ingevoerd en geoefend als onderdeel van de museumtaken. Financiën De inrichting van het museum gebeurde bij de oprichting met gelden, die beschikbaar gesteld werden door een grafisch bedrijf als hoofdsponsor, door Europese fondsen en enkele particuliere sponsors. De huidige exploitatie inkomsten zijn gemeentelijke subsidie, andere subsidies, sponsor-, donateurs- en vrienden bijdragen, entree- en rondleidinggelden, workshops, foyeropbrengsten, winkelverkopen en bijzondere, incidentele projecten zoals b.v. het restaureren van lithostenen en het vervaardigen van prenten. Aan de kostenkant zijn de huur en de salariskosten van de directeur en assistente de belangrijkste posten. Het beleid is erop gericht dat het museum financieel op eigen benen staat d.w.z. dat de hierboven aangegeven opbrengstposten en kostenposten in evenwicht zijn. Waar dat evenwel nog niet geheel het geval is moet met name de opbrengstkant versterkt worden. Een aanvraag tot verhoging van de gemeentelijke subsidie is ingediend in 2010, gericht op 2011. Voorlopig kan het museum bij tekorten nog putten uit een bijdrage vanuit de oprichter, doch dit mag en zal niet een automatisme zijn. Het museum verkreeg per 1 januari 2008 de ANBI status (Algemeen Nut Beogende Instelling). 1.3
Missie
De stichting formuleert als haar missie „het op een heel plezierige wijze veel mensen zich laten verbazen over de rol van de steendruk in de maatschappij van toen en nu‟. De „hardware‟- basis van de missie is een verzameling steendruk persen en producten, in hoofdzaak commercieel maar ook artistiek verkregen in onbeperkte (zie 1.2. collectie en presentatie) bruikleen van de heer Peter-Louis Vrijdag. De uiteenlopende mogelijkheden van de collectie stimuleren het verder verzamelen, het presenteren, conserveren, documenteren en het onderzoeken van de maatschappelijke rol en betekenis van de steendruk techniek. 5
De „software‟-basis is de kennis en vaardigheden van bestuur, directie en vrijwilligers om de passieve hardware tot leven te brengen door het levend houden van de historische technieken, de boeiende rondleidingen, de drukdemonstraties, de workshops, de school programma‟s, de wisseltentoonstellingen, de publicaties enz.. In de missie is de essentiële component besloten: het grote maatschappelijke belang van de uitvinding van de steendruk laten zien. Hierdoor werd het voor het eerst mogelijk om op een eenvoudige en goedkope wijze beeldmateriaal in massa productie te vervaardigen. Dit was van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van de maatschappij. 1.4
Doelgroepen
Het museum stelt in principe geen limieten aan leeftijd, aard en aantal van de bezoekers. Kinderen onder de 6 jaar zullen in het algemeen weinig kunnen opnemen van de missie van het museum. Het museum is Nederlandstalig en sinds 2009 dankzij de uitgever van „The Economist‟ via een hand-out met alle museumteksten ook Engelstalig. Rondleidingen kunnen in Nederlands, Duits, Engels en Spaans gegeven worden. 1.5.
ICOM definitie
Het museum wil functioneren conform de ICOM definitie, die luidt: “een museum is een permanente instelling in dienst van de gemeenschap en haar ontwikkeling, niet gericht op het maken van winst, die getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, registreert, documenteert en wetenschappelijk onderzoekt, behoudt en presenteert voor doeleinden van studie, educatie en genoegen”. 1.6.
Historische schets
Het museum is voortgekomen uit de privéverzameling van de heer Peter-Louis Vrijdag, eigenaar en voormalig directeur van Drukkerij Vrijdag B.V. te Eindhoven. Zijn passie tot het bijeenbrengen van een collectie op het vlak van de lithografie en steendruk ontstond een dertigtal jaren geleden toen hij op een rustig moment een aantal oude sigarenetiketten in het bedrijfsarchief bekeek. Het vakmanschap dat uit deze zeer fraaie etiketten sprak was de vonk om aan het verzamelen te slaan. Begonnen met het aanleggen van een eigen collectie sigarenetiketten volgde daarna verpakkingen en vervolgens voorbeelden van een grote verscheidenheid aan drukwerken, die in lithografie en steendruk geproduceerd waren. Deze collectie werd uitgebreid met machines en apparatuur. „Jachtgebied‟ was Europa van Rome tot Sint Peterburg, de Verenigde Staten en Cuba. De collectie werd opgeslagen in verschillende depots en in de loop van de negentiger jaren ontstond het plan om tot een privé museum komen. In de gemeente Valkenswaard kreeg in deze tijd het gebouw Carolus, een voormalig ziekenhuis annex klooster, na restauratie, een culturele bestemming, waarvoor een concrete invulling gezocht werd. Geïnitieerd door een van de gemeenteraadsleden kwam een contact tot stand tussen de gemeente Valkenswaard en de heer Peter-Louis Vrijdag. Hieruit is het Nederlands Steendrukmuseum als publiek museum voortgekomen. Het museum wordt beheerd door de „Stichting Lithografisch Museum Vrijdag‟, die op 13 april 2000 werd opgericht. De eerste bestuursvergadering vond plaats op 12 januari 2000. Het museum ging voor het eerst open voor het publiek op 8 juni 2001 en werd officieel geopend door de voorzitter van het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen geopend op 21 September 2001.
6
1.7
SWOT analyse
De sterktes: - lithografie en steendruk als procedés en hun belangrijke rol in de visuele communicatie zijn veelal onbekend voor mensen en de kennismaking ermede werkt als een boeiende ontdekking; - de procedés zijn in hun principe nog steeds de basis van de meest gangbare hedendaagse druktechniek: de offsetdruk. Ook ontwikkelde de lithografie zich via de fotolithografie tot de lithografische technieken bij de fabricage van halfgeleider chips. Verleden en heden kunnen zo voor het publiek verbonden worden; - de presentatie van de collectie is goed vorm gegeven; - in het atelier van het museum kunnen bij drukdemonstraties en workshops de bezoekers zelf actief deelnemen; - de procedés hebben hun voorzetting in de hedendaagse artistieke wereld en met kunstenaars kan dankzij de aanwezigheid van een atelier gezamenlijk grafiek geproduceerd worden; - het bij de vrijwilligers aanwezige vakmanschap maakt het produceren van speciaal drukwerk in opdracht van derden of voor eigen gebruik mogelijk; - de bibliotheek bevat een uitgebreide boeken- en tijdschriftencollectie, waarvan een aantal uitzonderlijke publicaties zijn; - het enthousiasme, de betrokkenheid en de gastvrijheid van de vrijwilligers. De zwaktes: - het museum beschikt niet over een eigen ruimte om audiovisuele presentaties te geven aan groepen; - onvoldoende geschikte ruimte voor grotere tijdelijke exposities; - onvoldoende ruimte voor uitbreiding van de vaste expositie; - te hoge temperatuur in een van de zalen („Vrijdagzaal‟) bij hogere buitentemperaturen; - nog te weinig interactiviteit voor de individuele museumbezoeker; - de handhaving in de toekomst van kennis en kunde inzake de historische lithografische en steendruktechniek is niet verzekerd; - onvoldoende menskracht voor het doen van ruimschalig historisch onderzoek en publicaties; - kennis omtrent de collectie en mogelijkheden tot uitbreiding daarvan ligt nog teveel bij één persoon; - toenemende leeftijd van het vrijwilligersteam doet mensen uitvallen/afhaken; - de huidige locatie is excentrisch gelegen t.o.v. het culturele centrum van ZO Brabant wat remmend werkt op het aantrekken van bezoekers en de appreciatie voor bijzondere exposities. De kansen: - ontwikkeling van het museum door toevoeging aan de vaste expositie van de historische ontwikkeling der fotolitho en offsettechniek en de ontwikkeling van de fotolithografie naar de hedendaagse chipfabricage; - ontwikkeling van het museum door naast het bestaande accent op de industriële toepassingen van lithografie en steendruk ook de historische en hedendaagse artistieke uitingen in de vaste expositie op te nemen; - door deelname aan (internationale) projecten ter behoud van de oude lithografische en steendruktechnieken en door eigen opleiding van jongere vrijwilligers de kennis en kunde in stand houden; - door verdere systematische promotie van het museum een ruime toename van het aantal bezoekers; - techniek (de „B-kant‟) komt politiek-maatschappelijk weer meer in het zoeklicht te staan. Het museum gaat over die techniek; - uitbreiding inkomsten door uitbreiding van het aantal sponsors, donateurs en vrienden en van gemeentelijke subsidie. Verder door het aantrekken en uitvoeren van speciale projecten.
7
De bedreigingen: - de hedendaagse mens zoekt entertainment en het museum moet dat in haar publiciteit en presentatie weten te bieden; - verdwijnen van de kennis en kunde inzake de historische technieken doordat deze niet meer gedoceerd worden en niet meer in de industrie gebruikt worden; - de huidige financiële crisis kan teruggang van de subsidies en sponsor en donateur bijdragen veroorzaken. Het stichtingsbestuur en de directeur hebben zich zelf ten doel gesteld om elk jaar een SWOTanalyse uit te voeren en om binnen het haalbare de zwaktes en bedreigingen om te buigen naar sterktes en kansen. 1.8
Statutaire doelstelling
De Stichting heeft ten doel de waardevolle traditie van twee eeuwen lithografie en steendrukkunst, als visuele communicatievorm en als kunstuiting te bewaren en gestalte te geven en voorts het verrichten van al hetgeen daartoe bevorderlijk kan zijn. De stichting beoogt niet het maken van winst. De Stichting tracht haar doel te bereiken door: a. het tentoonstellen, permanent of tijdelijk, van machines, gereedschappen en producten, betrekking hebbend op de grafische traditie en het grafisch ambacht; b. het in stand houden van een actief en educatief centrum voor lithografie en steendruk. c. het verzamelen, in eigendom verkrijgen respectievelijk beheren van historische authentieke gereedschappen, apparatuur en producten; d. bekendheid te geven in de ruimste zin aan de hoge maatschappelijke en culturele waarde van de ontwikkeling van de drukkunst in het algemeen en de steendruk in het bijzonder. 1.9
Strategische doelstellingen
Een door de aard en ontsluiting van de collectie en de presentatie daarvan het meest toonaangevende museum op gebied van lithografie en steendruk te zijn in de wereld. De kennis en praktische uitvoering van de historische lithografische en steendruktechnieken in belangrijke mate behouden. Een broedplaats zijn, waar historische lithografische vaardigheden behouden blijven maar ook worden uitgebouwd als moderne kunstvorm Mondiaal het meest uitgebreide kenniscentrum te zijn voor de lithografie en de steendruk en deze kennis op brede schaal toegankelijk te maken voor belangstellenden. In de presentatie ruime aandacht besteden aan zowel de industriële als de artistieke toepassingen van de lithografie en de steendruk en de rol van de mens daarbij. Selectieve uitbreiding van de collectie, in het bijzonder op het vlak van de uit de steendruk geëvolueerde offsetdruk, de fotolithografie, de evolutie van de fotolithografische technieken naar de techniek bij de chipfabricage en de artistieke toepassing van de lithografie en steendruk. Ruime bekendheid geven aan het museum door het actief benaderen van een scala van publieksgroepen in binnen- en buitenland. Het realiseren van een ruimere behuizing, allereerst gericht op het oplossen van de actuele knelpunten en vervolgens gericht op het uitbreiden van de vaste expositie op het vlak van de fotolithografie, de lithografische technieken bij de chipfabricage , de offsettechniek en de artistieke kant van de lithografie en de steendruk. 8
Een zodanige mate van continuïteit op financieel-, kennis- en personeelsgebied, dat het goed functioneren van het museum is gewaarborgd. 1.10
Beleidsperiode
Deze betreft 5 jaren, van 2011 tot en met 2015.
2. Collectiebeleid Het Nederlands Steendrukmuseum te Valkenswaard bestaat sinds 13 april 2000 en wordt geleid door de „Stichting Lithografisch Museum Vrijdag‟. Voor die tijd is er sinds ca. 1980 een privécollectie opgebouwd door ir. P.L.Vrijdag bestaande uit machines, apparaten, gereedschappen, drukvormen, gedrukte objecten, boeken, tijdschriften, foto‟s en andere documenten, allen verband houdende met de lithografie en steendruk. Een belangrijk deel van deze collectie is om niet, voor onbeperkte tijd, in bruikleen gegeven aan het museum. Deze bruikleen eindigt alleen als het museum niet meer zou functioneren conform te ICOM definitie. In de loop van de afgelopen jaren is de collectie verder uitgebreid door giften van particulieren en door in 2009 een belangrijke gift door het Kadaster van 110 historische lithostenen en twee kopergravures van topografische kaarten en artillerie materieel. In dit collectieplan wordt in hoofdlijnen het format gevolgd zoals beschreven in de Handreiking bij het schrijven van een collectieplan. 2.1
Algemene inleiding
De doelstellingen De doelstellingen omschreven in de statuten luiden: de waardevolle traditie van twee eeuwen lithografie en steendrukkunst, als visuele communicatievorm en als kunstuiting te bewaren en gestalte te geven en voorts het verrichten van al hetgeen dat daartoe bevorderlijk kan zijn De stichting tracht haar doel te bereiken door: a. het tentoonstellen, permanent of tijdelijk, van machines, gereedschappen en producten, betrekking hebbende op de grafische traditie en het grafisch ambacht; b. het in stand houden van een actief en educatief centrum voor lithografie en steendruk; c. het verzamelen, in eigendom verkrijgen respectievelijk beheren van historische authentieke gereedschappen, apparatuur en producten; d. bekendheid te geven in de ruimste zin aan de hoge maatschappelijke en culturele waarde van de ontwikkeling van de drukkunst in het algemeen en de steendruk in het bijzonder. De positionering Het Nederlands Steendrukmuseum is in de wereld het enige museum dat zich op deze schaal richt op de historische industriële ontwikkeling van de lithografie en de steendruk en de maatschappelijke betekenis daarvan. Daarnaast wordt nogmaals op bescheiden schaal aandacht besteed aan de artistieke ontwikkeling van deze procedés. 2.2 Collectiebeschrijving
9
Collectiehistorie. De collectie van het Nederlands Steendrukmuseum is in ruim 30 jaar bij elkaar gebracht. Begonnen met het verzamelen van in steendruk uitgevoerde sigarenverpakkingen, is het terrein geleidelijk uitgebreid naar andere in steendruk gemaakte producten zoals affiches, reclamemateriaal, cartografie en satirische publicaties. De collectie is daarna uitgebreid met machines, apparatuur, materialen en drukstenen. Een aanzienlijk deel van deze collectie is om niet in langdurig bruikleen gegeven aan het museum. De totale in het museum aanwezige collectie betreft naar schatting zo‟n 600 objecten, uiteenlopend van steendrukpersen tot een veelheid van in steendruk vervaardigde producten. Herkomst Collectie Het NSM heeft in 2010 deelgenomen aan het landelijke project “Museale Verwervingen”, dat de musea vraagt onderzoek te doen naar de herkomst van de collectie en verdachte of incorrecte verwervingen te signaleren. De afsluiting van dit project en de bekendmaking van de uitkomsten zal naar verwachting medio 2011 zijn. Bij het NSM zijn geen verdachte of incorrecte verwervingen naar voren gekomen. Deelcollecties Er zijn drie verzamelgebieden waarop het museum zich richt, te weten: I. Machines, apparaten, gereedschappen en materialen, die betrekking hebben op de steendruk. II. Steendrukvormen. III. In steendruk vervaardigde industriële en artistieke producten Herkomst en eigendom Het merendeel van de collectie is aanwezig op basis van bruikleen uit particulier bezit. Deze bruikleen duurt voort zolang het museum functioneert in de zin van de ICOM definitie. In de praktijk betekent dit een onbeperkte bruikleenperiode Het voornemen van de bruikleengever is om te zijner tijd deze bruikleengeving om te zetten in een schenking. Daarnaast bestaat de collectie voor ongeveer 5 % uit schenkingen. Cultuurhistorische waarde van de collectie In het kader van het Deltaplan voor het Cultuurbehoud worden vier waardecategorieën onderscheiden. Bij categorie A gaat het om de top van het Nederlandse cultuurbezit. Daarnaast speelt de symboolwaarde van het object een rol. Het gaat hier om voorwerpen, die onvervangbaar en/of onmisbaar zijn voor de kerncollectie. Tot categorie B behoren objecten, die niet van het allergrootste cultuurhistorische of kunsthistorische belang zijn maar wel een hoge presentatie- en attractiewaarde hebben. De kans dat een voorwerp geëxposeerd zal worden, is mede afhankelijk van het uiterlijk en de (kunst)historische context. Van genealogische waarde is sprake bij objecten, die deel uitmaken van een specifiek aankoop- of verzamelbeleid uit het verleden, en zo een documentatiewaarde over de geschiedenis van de collectie bevatten. Zo‟n deelcollectie kan overigens in het moderne verzamelbeleid een ondergeschikte rol spelen. De categorie C kan omschreven worden als een restcategorie: objecten, die wel binnen de doelstelling van het museum passen, maar die niet zo belangrijk zijn dat ze tot categorie A of B behoren. Meestel brengen deze objecten langere tijd in het depot door. Tot categorie D tenslotte horen objecten die eigenlijk niet in het museum thuishoren. Het kunnen voorwerpen zijn, die hoewel zij gekenmerkt worden door een grote kunst- of cultuurhistorische waarde, buiten de doelstellingen van het eigen museum vallen of om voorwerpen, die nauwelijks museale waarde hebben. Deze voorwerpen zijn geschikt voor afstoting, respectievelijk vervreemding. Bij het gebruik van het woord afstoting kan, naast verkoop, ook gedacht worden aan ruil met andere musea of verstrekking in langdurig bruikleen aan een andere museale instelling. Daarbij moet gelden, dat een voorwerp in de collectie waar het zich bevindt, niet op zijn plaats is, en elders wel. Het object voldoet dan niet (meer) aan het collectiebeleid van het eigen museum, en voldoet ook niet aan de criteria A, B 10
of C. Ook voorwerpen die eigenlijk nooit in de collectie hadden moeten worden opgenomen, omdat zij geen museale waarde vertegenwoordigen, behoren tot deze categorie. Cultuurhistorische waarde van de deelcollecties I) Verzamelgebied: machines, apparaten, gereedschappen en materialen (ca. 50 objecten). Van deze objecten kunnen 85% tot de B-categorie gerekend worden, terwijl 15% tot de C-categorie behoren. Van de objecten in de C-categorie worden een aantal gebruikt voor onderzoek en voor educatieve projecten. II) Verzamelgebied: steendrukvormen ( ca. 350 objecten) Van deze objecten is ca. 30% te rekenen tot de A-categorie. Dit betreft in hoofdzaak de topografische kadasterstenen en de artillerie stenen. Ongeveer 40% te rekenen tot de B-categorie. Dit zijn overige drukstenen waarop interessante voorstellingen zijn aangebracht. Ongeveer 15% behoort tot de C-categorie. De overblijvende 15% betreft drukstenen, welke in het bij het museum behorende atelier regelmatig worden gebruikt voor demonstraties, workshops en ter vervaardiging van eigen drukwerk. III) Verzamelgebied: in steendruk vervaardigde industriële en artistieke producten (ca. 400 objecten). Dit betreft objecten als affiches, prenten, boekillustraties, etiketten, sigarenringen, verpakkingen, briefhoofden, cartografiën, spotprenten, speelkaarten en spellen, historieplaten, muziekdruk, gelegenheidsdrukwerk, poëziealbums en kalenders. Van deze objecten zijn ca. 10% te rekenen tot de A-categorie. Dit is b.v. een in 1808 door de uitvinder der steendruk, Aloys Senefelder, vervaardigd boekwerk (incunabel) en muziekdruk uit ca. 1803 (incunabel). Ongeveer 60% behoort tot de B-categorie. De overblijvende 30% betreft objecten van minder historische waarde, die echter wel mede het grote toepassingsgebied van de steendruk laten zien Documentatie collectie Naast de hierboven omschreven objecten is er ook een documentatiecollectie. Deze kan door derden op aanvraag worden geraadpleegd en dient binnen het museum als eerste documentair referentiepunt bij het samenstellen van de permanente expositie en de tijdelijke tentoonstellingen. De documentaire collectie bestaat uit: 1) een bibliotheek met in totaal ca. 300 titels, bestaande uit ca. 250 boeken, 50 tijdschriften en 15 catalogi. 2) audiovisueel archief met films; 3) mediapublicaties betreffende het museum en de collectie. Vaststelling van de kerncollectie Tot de kerncollectie behoren alle objecten hierboven beschreven in de A- en B-categorie. De objecten met een C binnen dit onderdeel hebben in de presentatie van wisselende tentoonstellingen een belangrijke plaats. Zij hebben vooral waarde vanuit een educatief oogpunt. 2.3
Collectieregistratie
Omvang en registratie Momenteel zijn 95% van de in het museum aanwezige objecten geregistreerd met een uniek inventarisnummer, objectnaam, technische gegevens, wijze van verwerving en standplaats. Dit alles in het computersysteem „Adlib‟. De collectie topografische en artillerie lithostenen zijn allen gefotografeerd en geregistreerd.
11
De enige uitzondering t.a.v. de registratie vormt de collectie „Tiny Groot‟, die vooralsnog handmatig is geregistreerd. Adlib Museum biedt de mogelijkheid om (delen uit) de collectie op internet beschikbaar te stellen of gegevens voor educatieve doeleinden via internet te verspreiden. Het museum zal haar mogelijkheden onderzoeken om delen van haar collectie zo bekend te maken. Documentatie collectie Deze gegevens worden bijgehouden in het bibliotheekprogramma „Biblius‟. 2.4
Behoud en beheer
De passieve conservering Het museum en het depot bevinden zich in het gebouw Carolus, centrum van musea, cultuurhistorie, kunst en toeristeninformatie. De collectie cartografische stenen bevindt zich in een ruimte bij het bedrijf Gestel Premium Printing te eindhoven. Door de museumconsulent van de Brabantse Museum Stichting werd onderzoek verricht naar de stand van zaken wat betreft de klimaatbeheersing in het museum. Voorstellen tot verbetering werden uitgebracht in een advies met als datum 19 februari 2002. Deze voorstellen werden in 2002 uitgevoerd. In november 2010 is offerte uitgebracht voor de digitale registratie van de relatieve vochtigheid. De intentie is dit systeem in 2011 in te voeren. Idealiter zou er een volledige temperatuur en vochtigheidsregeling in het museum aanwezig moeten zijn, maar het bouwkundige karakter van het historische gebouw en de financiële beperkingen laten dit niet toe. In de loop van 2010 werd een globaal onderzoek uitgevoerd door Erfgoed Brabant naar de verlichting in het museum. De resultaten daarvan zullen in 2011 worden bestudeerd en bekeken zal worden welke aanpassingen voor het museum noodzakelijk dan wel wenselijk zijn. Naast de aantrekkelijkheid van de uitlichtingen voor de bezoeker speelt de schadebeperking voor de objecten en het energieverbruik een rol bij de beoordeling van de adviezen. De actieve conservering De in het museum en depot aanwezige collectie is in een goede staat. Met het oog op het verzamel en acceptatiebeleid worden alleen objecten die in redelijk tot goede staat verkeren in de collectie opgenomen. Zie bijlage 1 en 2 verzamel- en acceptatiebeleid. De collecties I) Machines, apparaten, gereedschappen en materialen (ca. 50 objecten) De actieve conservering: de technische objecten die in het museum geëxposeerd zijn verkeren allen in goede staat. Er zijn geen objecten in de collectie aanwezig die zijn aangetast door houtrot of schimmel. II) Steendrukvormen Het museum bezit de bijzondere kennis en kunde om oude litho stenen te restaureren, waardoor deze weer tot drukken gebracht kunnen worden. Deze restauratie is voor vele stenen in de collectie uitgevoerd. Deze kennis en kunde wordt binnen de beschikbare capaciteit ook voor derden beschikbaar gesteld. III) In steendruk vervaardigde industriële en artistieke producten Actieve conservering: vrijwel alle objecten van deze deelcollectie zijn in goede staat. Een klein aantal dient te worden onderzocht op de mogelijke noodzaak tot ontzuring en het verwijdering van vlekken.. Deze collectie zal worden bewaard in zuurvrije dozen voor zover niet geëxposeerd.
12
Gebruik van de collectie Wat betreft het museale bruikleenverkeer is het Nederlands Steendrukmuseum bereid conform de gangbare normen hieraan deel te nemen. Voor wisseltentoonstellingen zal mede gebruik gemaakt worden van inkomende bruiklenen uit bezit van derden. Het museum is bereid op daartoe geschikte locaties presentaties van deelcollecties uit de eigen museumverzameling te verzorgen.. 2.5
Onderzoek en documentatie
Voorafgaande aan de inrichting van het museum is er wetenschappelijk onderzoek verricht naar ca 80% van de tentoongestelde objecten. Deze kennis is vastgelegd in teksten bij de tentoongestelde objecten en in „tekstboeken‟, die alle rondleiders in hun bezit hebben. Het museum beschikt verder over een uitgebreide bibliotheek, waarmede verdere informatie omtrent de tentoongestelde en nieuw verworven objecten kan worden verkregen. De bibliotheek dient ook als informatiebron bij het inrichten van tijdelijke exposities en voor presentaties en publicaties. 2.6
Collectievorming
Verzamelen De museumcollectie wil de geschiedenis van het steendrukken tonen. Vanaf de beginperiode omstreeks 1800 tot heden. Het beleid is erop gericht om dit collectieonderdeel breed aan te vullen. Dan kan hieruit geput worden bij het samenstellen van wisselexposities in eigen beheer óf door collega-instellingen en instituten die willen exposeren over een bepaald onderwerp. Selecteren en afstoten Dit is voor het Nederlands Steendrukmuseum op dit moment niet van toepassing. Toekomstige collectie-uitbreiding De deelcollectie, techniek, wordt slechts uitgebreid met objecten die voor de geschiedenis van het steendrukproces van belang zijn, zoals bijvoorbeeld gezocht wordt naar een originele lithotafel uit de negentiende eeuw. Bij de lithografische producten collectie richten wij ons primair op objecten die zijn vervaardigd op industriële basis en secundair op kunstzinnige basis. Objecten die wij nog willen verwerven zijn onder andere religieus drukwerk. Het verzamelen van artistieke objecten die vervaardigd zijn door middel van de steendruktechniek is erop gericht om op een later tijdstip ook de historische artistieke kanten van de lithografie en de steendruk in het museum zichtbaar te maken. Een verder verzamelgebied betreft objecten, die de basis moeten vormen van de gewenste toekomstige uitbreiding van de vaste expositie op het vlak van de offsetdruk, de fotolithografie en de lithografische technieken bij de chipfabricage.
3. Publieksbeleid Het Nederlands Steendrukmuseum wil een groot en divers publiek in aanraking brengen met het museum en zijn collectie. Om dat mogelijk te maken is het museum zes dagen per week van 13.00-17.00 uur geopend en voor groepsbezoeken desgewenst ook buiten de openingstijden. De afgelopen jaren trok het museum tussen de 4000 en 5000 bezoekers per jaar. Datzelfde geldt voor het eveneens in het Carolus gebouw gevestigde Valkerij- en Sigarenmakerijmuseum. Hiermee trekt het Valkenswaardse museumaanbod jaarlijks rond 10.000 bezoekers. Het Nederlands Steendrukmuseum streeft naar minimaal 5000 bezoekers op jaarbasis. Om dat doel te realiseren richt het museum zich jaarlijks op diverse doelgroepen. Daarbij wordt waarde gehecht aan het actueel houden van onze website en zijn sinds kort ook media als Twitter en Facebook ingezet.
13
3.1
Samenstelling en omvang publiek
De publiekssamenstelling van het museum is zeer divers. Gemiddeld bezoekt 65% het museum in groepsverband. In 2009 was 46% van hen een man en 54% een vrouw. Uit een sinds 2005 gehouden enquête onder de individuele bezoekers blijkt dat 45% het meest waardeerde de drukdemonstratie met een uitleg, gevolgd door onze introductie dvd over de steendruk en museum. Gebleken is voorts dat vooral de niet technische objecten zeer worden gewaardeerd. Voor slechts 5 % van de bezoekers waren de technische objecten het meest interessant. Het bezoekersaantal schommelt jaarlijks tussen 4250 en bijna 5000 betalende bezoekers. De doelgroepen die het museum actief benadert zijn: - De z.g. actieve 50-plussers die geïnteresseerd zijn in kunst en cultuurhistorie, regelmatig culturele instellingen bezoeken en – steeds meer – houder zijn van de Museumkaart. - toeristen in de omgeving - groepen - algemene verenigingen en clubs in - primair - het SRE gebied (Samenwerkingsgebied Regio Eindhoven) en elders in Noord-Brabant, noordoost België en het Noord Limburgse Regio Eindhoven) en elders in Noord-Brabant, noordoost België en het Noord Limburgse gebied - scholen, zowel basisscholen, middelbare scholen als grafische scholen. - grafische instellingen, zoals academies en kunstclubs - zij die werkzaam zijn in de grafische industrie 3.2
Tentoonstellingen
Algemeen Tentoonstellingen zijn de belangrijkste communicatie middelen van een museum. Hiermee kan een museum grote publieksgroepen informeren, ideeën aanreiken en gevoelens overdragen over de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving. Voor de bezoekers is de ervaring het belangrijkst. Dat wordt onderscheiden in drie factoren: de persoonlijke, de sociale en de fysieke context. Deze drie bepalen de interactieve museumervaring. De experience die de bezoeker dus krijgt in een context heeft weer te maken met de zintuigen, het passief deelnemen, het ondergaan en het actief deelnemen. Hierdoor krijgt de bezoeker de unieke museumervaring. Vaste presentatie Bij het bezoeken van het museum in groepsverband worden de bezoekers door de rondleider(s) allereerst mondeling geïnformeerd de over de historische ontwikkeling van de drukkunsten en de grote maatschappelijke betekenis van de lithografie en de steendruk daarin. De individuele bezoekers beginnen met het bekijken van een audiovisuele presentatie, die erg goed toont hoe de steendruk is ontstaan, hoe het werkt en wat de maatschappelijke betekenis ervan is geweest. De verhaallijn en de routing zijn daarmede dan duidelijk voor de bezoeker. Deze audiovisuele presentatie wordt als zeer goed ervaren. Het Nederlands Steendrukmuseum toont vervolgens in de „Vrijdagzaal‟ vitrines met uitleg over de uitvinding en de uitvinder van de lithografie en de uitvinding en de uitvinder van de chromolithografie. Volgende vitrines laten de vroege lithografie zien en vele verdere producten die zijn gemaakt door middel van de steendruk. De objecten die getoond worden, zijn in hoofdzaak producten in de commerciële en industriële sfeer. Daarmee wordt aangegeven dat de steendruk vooral voor massacommunicatie werd gebruikt. De artistieke kant van de lithografie wordt slechts beperkt belicht. De verdere technische ontwikkelingen na de steendruk worden (nog) niet belicht. 14
In de „machinezaal‟ worden een variëteit aan drukpersen, hulpapparaten, oude lithostenen, lithografische technieken en de mens in de historische drukkerijwereld getoond. Een speciaal verhoogd deel van de machinezaal is gewijd aan de vele technieken die de lithograaf gebruiken kon om het drukbeeld op de steen aan te brengen. In de vaste presentatie zijn weinig tempowisselingen. 0p dit moment is er nog te weinig interactie tussen het geëxposeerde en het publiek. Het publiek kan overwegend alleen maar kijken en nog te weinig doen. Alleen bij de drukdemonstratie, die bij ieder groepsbezoek plaatsvindt, en bij het bedienen van het kleurenmengpaneel, is de bezoeker actief. Het programma voor 2011 voorziet in het belangrijk verbeteren van de interactiviteit. Vier projecten zullen worden uitgevoerd om de interactiviteit te vergroten. Deze zijn: * Project „Van Steen tot Chip‟: deze zal laten zien hoe de fotolithografische technieken zich hebben ontwikkeld tot technieken voor de fabricage van halfgeleider chips. De bezoeker zal deze audiovisuele presentatie zelf activeren op een aantal momenten. Deze presentatie zal ook heden en verleden met elkaar gaan verbinden. * Film over de chromo-lithografie. Waar het moeilijk blijkt om de bezoeker mondeling en met statische voorbeelden de werking van de chromo-lithografie te laten zien, zal een film gemaakt worden waarin een nog beschikbare‟ vak chromo-lithograaf toont en vertelt hoe een chromolithografie tot stand komt. De bezoeker zal actie moeten nemen om deze film te starten. *Het „Cyclorama‟ komt tot leven. In een van de vitrines bevindt zich een z.g. cyclorama, een theatertje waarmee in de huiskamers van vroeger een avontuurlijk reisverhaal in de vorm van een langgerekte band van lithografische voorstellingen werd getoond en verteld. Naast de vitrine waarin dit kwetsbare cyclorama wordt getoond zal een beeldscherm audiovisueel het bewegende reisverhaal laten zien en horen. De bezoeker start dit op. * Het doorbladerbare „Turnierbuch‟: Dit prachtige boek, een incunabel uit 1817, gedrukt door de twee broers van de uitvinder van de steendruk, zal digitaal doorbladerbaar worden gemaakt met behulp van een touch screen met leuke software. Teksten. Bij de vitrines en overige objecten staan standaards met toelichtende teksten. Deze zijn duidelijk en overzichtelijk, maar doordat de teksten nogal uitvoerig zijn, zijn deze niet voor iedereen makkelijk toegankelijk. Overwogen wordt om aanvullend zeer beknopte tekst bij de objecten in de vitrines te plaatsen. In enkele gevallen moeten de huidige teksten op kleine onjuistheden gecorrigeerd worden. Engelstalig Dankzij de steun van het magazine „The Economist‟ is een Engelstalige hand-out beschikbaar gekomen waarmee de Engelssprekende bezoeker inzicht in de expositie krijgt. Tijdsplanning inzake het verbeteren en deels vernieuwen van de vaste expositie 2011: - Voorwerpen anders in de vitrines plaatsen - Nieuwe voorwerpen kiezen om te presenteren - Verdere interactie creëren met de geplande projecten: * Van Steen tot Chip: de ontwikkeling van foto-lithografie tot chip * Film over de chromo-lithografie * Het Cyclorama komt tot leven * het doorbladerbare Turnierbuch
Van deze vier projecten zijn de projectbeschrijvingen gereed en is de subsidie toezegging tot 50 % van de Provincie Noord-Brabant verkregen. - Aanpassen van de teksten bij de exponaten 15
Wissel tentoonstellingen Het is van belang dat er naast de vaste presentatie, wissel tentoonstellingen gehouden worden. Er vinden twee à drie wisseltentoonstellingen per jaar plaats. Een wisseltentoonstelling moet overwegend een relatie hebben met de doelstellingen van het museum. Verder is het van belang dat men werkt vanuit een onderwerp/thema en niet vanuit de objecten. Hiermee wordt bedoeld dat men eerst een draaiboek maakt en daarin het verhaal en de doelstelling weergeeft. Daarna worden de objecten er bij gezocht. Door eerst een goed verhaal te hebben is het zeker dat de tentoonstelling inhoudelijk goed zal zijn. Daarnaast zal men moeten inventariseren op welke doelgroep de tentoonstelling zich richt. Ook de financiële kant moet daarbij bekeken worden. Er zal gestreefd moeten worden naar het maken van tentoonstellingen waarin educatie, entertainen, esthetica en escapisme een rol spelen. Om een tentoonstelling voor het publiek extra spannend te maken, is het vaak goed om met andere instellingen te gaan samenwerken. Daarmee vergroot het museum haar capaciteit om goede wisselexposities te maken en de kosten te beperken. In het verleden zijn verschillende tentoonstellingen in samenwerking met andere musea of instellingen gerealiseerd. Doelgroep Zoals eerder gezegd is het maken van een tentoonstelling / wisseltentoonstelling het belangrijk na te denken voor wie de tentoonstelling gemaakt word. Dit helpt het maken van keuzes. Te denken valt aan keuzes als bevattings- en interesse niveau van het publiek, lettergrootte van de teksten, de publiciteit en ander facetten. De doelgroepen kunnen gekozen worden uit de doelgroepenlijst die de taakgroep PR /Marketing heeft vast gesteld. Dat kunnen b.v. zijn: lokale bevolking, scholen, bedrijven, grafische bedrijven en special interest groepen. Door een duidelijke doelgroep te kiezen, kan er met de tentoonstelling ook effectiever gecommuniceerd worden. Tijdsplanning * = voorlopige werktitel 2011: maart – juli: Jan Mensinga, Sprookjes, Fabels en legenden in steendruk * september: onthulling van de vernieuwde vaste expositie september - december : Dimmen Gestel, de vergeten pupil van Vincent van Gogh * 2012: maart – juli: Brabant in steendruk door jan Strube * september – december: Dieren in steendruk * 2013 / 2014 / 2015: twee tentoonstellingen per jaar. Voorts zal proactief op actuele mogelijkheden worden ingespeeld. Bijvoorbeeld om in de periode 2011 – 2015 tussentijds ook kleinere exposities te realiseren. Primair dienen daarin de lithografie en/of steendruk centraal te staan. De Taakgroep Exposities verzamelt en werkt onderwerpen uit. Dit is overigens een doorlopend proces. Evaluatie Net zo belangrijk als het maken van tentoonstellingen is het evalueren van die tentoonstellingen. Dit kan vooraf, tijdens en achteraf. Vooraf om zo te zien of men op de goede weg zit, tijdens om misschien kleine veranderingen toe te passen en achteraf om een volgende keer het toch iets anders of beter te doen. Het is van belang om alle drie de evaluaties altijd te doen, ook voor de vaste expositie. Bij wisseltentoonstellingen moeten deze drie evaluaties per expositie plaatsvinden om zo bij elke volgende tentoonstelling een niveau hoger te komen.
16
Het evaluatie team ziet er als volgt uit: - de directeur - een bestuurslid - leden van de expositie werkgroep 3.3
Educatie
Het Nederlands Steendrukmuseum stelt zich ten doel om de collectie toegankelijk te maken voor een groot publiek. Het toegankelijk maken gebeurt op een educatieve manier. Het museum kent zes vormen van informatieoverdracht in het museum: - Dvd presentatie. Bij binnenkomst van het museum krijgt elke individuele bezoeker een dvd presentatie te zien. Men krijgt dan een goed beeld van het museum en in het bijzonder de aard en historie van de techniek en de maatschappelijke betekenis van de uitvinding van de lithografie en steendruk. - Tekstborden, in het museum bevinden zich naast de vitrines teksten. Hierop wordt het geëxposeerde toegelicht. Voor het buitenlandse publiek is sinds 2009 een Engelstalige hand out aanwezig. Het betreft een met foto‟s geïllustreerd gidsje waarvan de vertaling in het Engels door de vertaalafdeling van het tijdschrift The Economist is verzorgd. - Rondleidingen. Groepen kunnen zich aanmelden voor een rondleiding. Bij deze rondleiding zit altijd een drukdemonstratie om het steendrukproces te tonen en mensen zelf het drukken laten ervaren; - Schoolprogramma’s. Het museum heeft het in 2004 gemaakte scholenprogramma voor de BS-groepen 6,7, 8 en de brugklassen in 2009/2010 geheel aangepast. Er kan nu gekozen worden uit drie verschillende lespakketten: 1. “Steendrukken? Dat doe je zo!”. Leerlingen maken op een interactieve manier kennis met de steendruk. Zij krijgen op school een instructieles van een van onze medewerkers. Aan de leraar wordt vooraf door ons informatie verstrekt. In groepsverband (maximaal 15 leerlingen per steen) tekenen en schrijven de leerlingen op door ons aangeleverde stenen. Belangrijk: de school/leraar is verantwoordelijk voor het tijdig terugbrengen van de stenen zodat er voldoende tijd is om de stenen drukklaar te maken. De leerlingen bezoeken het museum waar ze het tvprogramma “Klokhuis” over het steendrukken bekijken en een rondleiding krijgen. Onder begeleiding van ervaren steendrukkers worden de door hen getekende stenen in ons museumatelier afgedrukt. Les op school: duur rond 30 minuten en bezoek aan het museum: rond 1 uur. De school krijgt een aantal litho‟s (= afdrukken van het werk van de eigen leerlingen) Maximaal 30 leerlingen en begeleiding: grotere groepen in overleg. 2. “Ontdek de wereld van de steendruk”. Leerlingen beginnen het bezoek aan het museum met het bekijken van het tvprogramma “Klokhuis” over steendrukken. Daarna volgt een rondleiding door het museum door een rondleider (maximaal 15 leerlingen per rondleider). Het bezoek wordt afgesloten met een drukdemonstratie, waarbij de leerlingen zelf – onder begeleiding van ervaren drukkers– helpen met het afdrukken. Bezoek aan het museum: rond 1 uur; maximaal 30 leerlingen en begeleiding grotere groepen in overleg. 3. “Zoek de druksteentjes”. Leerlingen beginnen het bezoek aan het museum met het bekijken van het tvprogramma “Klokhuis” over steendrukken. Vervolgens maken zij een speurtocht door het museum. Zij worden in tweetallen zelfstandig langs diverse objecten in het museum geleid en ontdekken zo het museum op een bijzondere manier. Bezoek aan het museum: rond 1 uur. Maximaal 30 leerlingen en begeleiding grotere groepen in overleg.
17
4. “Workshop steendrukken VWO” Speciaal voor het regionale VWO is, als onderdeel van de tekenles/CKV, een workshop in drie delen van ieder twee uur ontwikkeld. Het eerste deel betreft een rondleiding en bijwonen van een drukdemonstratie, het tweede deel het tekenen op een druksteen en het derde deel het afdrukken van de betekende druksteen in het museumatelier. Het schoolprogramma en ook een aanmeldformulier is te vinden op de museumwebsite onder de TAB schoolbezoek. -
Workshops. Men kan zich individueel of in groepsverband opgeven voor een workshop basiskennis steendrukken. Dit kan vier keer per jaar op basis van vrije inschrijving en daarnaast in groepsverband van tussen 5 – 10 personen. In één dag wordt de deelnemer geleerd hoe op steen te tekenen en deze af te drukken.
-
Educatieve programma’s bij tijdelijke exposities. Bij elke expositie wordt gestreefd naar een extra programma. Dat kan een catalogus zijn, een hand out of een speurtocht voor de (school-)jeugd.
Ook de komende jaren zal het museum zich blijven richten op educatie en zal elke twee jaar standaard het educatieve aanbod worden geëvalueerd en desgewenst aangepast. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de Taakgroep Educatie. Eventueel kan externe expertise worden ingeschakeld. 3.4
Publicaties
Het publicitaire materiaal van het Nederlands Steendrukmuseum bestaat uit de jaarlijkse Nieuwsbrief voor sponsoren, donateurs, vrienden en een divers aanbod externe contacten. Voor de vrijwilligers verzorgt een groepje vrijwilligers de digitaal uitgegeven „NSM Vrijwilliger”, een publicatie “van de vrijwilligers, voor de vrijwilligers”. Voorts zijn er bij tijdelijke tentoonstellingen een catalogi verschenen. Dit kan een eigen productie zijn dan wel een bestaande publicatie over het betreffende onderwerp. Daarnaast heeft het museum sinds september 2005 een nieuwe, uitgebreide, website waar alle informatie te vinden is over de stichting, de collectie, de activiteiten, de exposities en alle nieuwsartikelen. Deze website wordt zeer goed bijgehouden. Sinds 2010 is ook Twitter ingezet als communicatiemiddel. 3.5
Gastvrijheid
Het publiek goed ontvangen is van essentieel belang voor de ervaring van de bezoeker. Het is dan ook belangrijk dat de baliemedewerkers zich als goed gastheer, gastvrouw opstellen. De bezoeker voelt zich meer welkom en heeft al meteen een plezierige ervaring. De baliemedewerker is niet alleen een ontvanger van de bezoekers, maar ook een begeleider door het museum. Hij/ zij zal een korte toelichting geven op het museum, de dvd aanzetten en de gasten als dat nodig is van verdere informatie voorzien. Dit komt voort uit de algemene missie van het museum: het op een heel plezierige wijze veel mensen zich laten verbazen over de rol van de steendruk in de maatschappij van toen en nu. Het is dan ook de missie van de vrijwilligers, manager en bestuur om de mensen met dit gevoel het museum te zien verlaten Het museum is gevestigd op de begane grond van het gebouw en is mede daarom goed toegankelijk voor minder valide mensen. Bij de ingang van het gebouw is een helling gemaakt voor rolstoelers, de deuren zijn allen breed genoeg en de ruimtes in het museum zijn ook breed. Voor mensen die minder kunnen lopen zijn er in het museum vele stoelen en banken geplaatst. Voor alle minder validen is er een manier om het museum toch te bezoeken. Ook dit is afgeleid uit de missie van het museum! Iedereen is welkom en zal welkom geheten worden. 18
3.6 Marketing en PR De doelgroepen van het museum zijn gerangschikt in DRIE regio‟s: Gebied
Doelgroepen
Benadering:
Lokaal en regionaal: Valkenswaard en omgeving (30km) en Belgische Kempen
1. Lokale bevolking: individuen en groepen 2. Scholen 3. Bedrijven 4. Special interest zoals senioren verenigingen en zg. social clubs.
1. Free publicity: lokale en regionale omroep, huis aan huis bladen, regionaal dagblad, Uitpunt, acties, folders, posters, Internet. 2. Brieven naar de docenten, posters, Internet, Uitpunt. 3. Aanschrijven van de directies en personeelsverenigingen, acties, Internet, uitpunt. 4. Persberichten naar vakbladen (kunst, cultuur en grafisch) 5. Actueel onderhoud van de NSM website en LINKS uitwisselen met regionale organisaties. 6. Onderhouden van deze contacten en streven naar persoonlijke contacten.
Nationaal
1. Cultureel geïnteresseerde volwassenen 2. Grafische bedrijven 3. Grafische scholen / academies 4. Special interest groepen 5. Museumkaart houders
1. Free publicity: kranten, kunstbladen, folders bij andere culturele instellingen, internet, Uitpunten 2. Persberichten naar vakbladen, naar landelijke media, acties met de belangen organisaties van de grafische bedrijven, aanschrijven grotere grafische bedrijven. 3. Docenten aanschrijven, folders sturen, posters 4. Persberichten naar vakbladen (kunst, cultuur en grafisch) 5. Actueel onderhoud van de NSM website en LINKS uitwisselen met nationale organisaties. 6. Onderhouden van deze contacten en streven naar persoonlijke contacten.
Internationaal
Special interest
Persberichten naar vakbladen (kunst, cultuur en grafisch), folders bij musea leggen Actueel onderhoud van het Engelstalige deel van de NSM website en LINKS uitwisselen met internationale organisaties
De belangrijkste doelgroepen zijn genoemd in paragraaf 3.1. 19
De z.g. actieve 50-plussers die geïnteresseerd zijn in kunst en cultuurhistorie, regelmatig culturele instellingen bezoeken en – steeds meer – houder zijn van de Museumkaart. - toeristen in de omgeving - groepen - algemene verenigingen en clubs in - primair - het SRE gebied (Samenwerkingsgebied Regio Eindhoven) en elders in Noord-Brabant, noordoost België en het Noord Limburgse gebied - scholen, zowel basisscholen, middelbare scholen als grafische scholen. - grafische instellingen, zoals academies en kunstclubs - zij die werkzaam zijn in de grafische industrie De publiekssamenstelling wordt bijgehouden in het bezoekers overzicht t.b.v. van de financiële administratie. Deze overzichten dienen tevens als onderbouwing van de jaarlijkse eindafrekening voor de Museumkaart. Het Nederlands Steendrukmuseum beschikt over een aantal middelen om het publiek te informeren: 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8)
Museumfolder Museumaffiche Website Persberichten De NSM Nieuwsbrief Twitter Nieuwsbrieven en Gidsen van derden Websites van derden
Ad 1 +2. Museumfolder + Museumaffiche. In 2008 is de museumfolder geactualiseerd en goed ontvangen. Medio 2011 zal een aangepaste versie verschijnen. Daarin behalve de aangepaste tarieven ook meer aandacht voor de verscheidenheid van de geëxposeerde objecten. Hopelijk wordt daarmee ook de potentiële vrouwelijke bezoeker nog meer geprikkeld tot museumbezoek. Meestal wordt bij een zending folders één museumaffiche bijgesloten. Maar ook wordt het affiche op individuele basis verstrekt aan bezoekers als instanties. De folder wordt ruim uitgezet in en bij de ingang van het museum als het Carolusgebouw en voorts bij een vaste selectie VVV‟s, bibliotheken, musea in de regio Zuidoost Brabant, grafische musea, campings, specifieke horecagelegenheden en hotels. Twee maal per jaar vindt „verversing‟ plaats. Voorts is het museum alert op nieuwe verspreidingspunten. Ad 3. Website. De website www.steendrukmuseum.nl blijkt als informatiebron een succes. Steeds meer bezoekers geven tijdens hun museumbezoek aan vooraf de website te hebben geraadpleegd. Via de website is het tevens mogelijk schoolbezoek en regulier bezoek aan te melden via een praktisch inschrijfformulier dat is te openen via een speciale button. Helaas kan (nog) niet de gehele content vanuit het museum, dus zonder tussenkomst van de webmaster, worden aangepast en uitgebreid. Ook dient de lay-out van de webwinkel verbeterd te worden. De website beschikt ook over een Engelstalig deel. Hoewel beknopter van inhoud, verschaft dit deel voldoende basisinformatie aan de niet Nederlands sprekende geïnteresseerde. In de afgelopen ruim 5 jaren (1887 dagen) dat het aantal bezoekers van de website wordt geregistreerd, hebben 40.034 bezoekers het museum via het web benaderd. Dat is ruim 21 per dag. Kennelijk wordt het NSM veelvuldig geraadpleegd als nformatiebron. Ad 4. Persberichten. Geen moment wordt nagelaten om te communiceren met de media. Inmiddels geschiedt de communicatie vrijwel geheel per e-mail. Indien relevant, bijvoorbeeld 20
bij grotere exposities waarbij sprake is van een persmap, wordt nog wel - gericht - gebruik gemaakt van de traditionele post. Ad 5. NSM Nieuwsbrief. Jaarlijks verschijnt in een oplaag van minimaal 500 stuks “De NSM Nieuwsbrief”. Aanvankelijk primair gericht op onze sponsors, donateurs, vrienden en relaties, maar inmiddels uitgegroeid tot een veel breder ingezet communicatiemiddel. Ad 6. Twitter Vanaf eind 2010 verzendt het museum met regelmaat zg. Twitter-berichten. Bijvoorbeeld om workshops, exposities en bijzondere activiteiten en openstellingen extra onder de aandacht te brengen. Verrassend was de snelle respons daarop van de regionale TV en media. Het is nog niet meetbaar wat het resultaat zal zijn. Voorts zijn er plannen om ook Facebook in te zetten als PR-middel. Uit het museale veld zijn over de inzet van Facebook vooralsnog gunstige reacties ontvangen. Ad 7. Nieuwsbrieven en Gidsen van derden. Sinds 2008 worden frequent door het museum aangeleverde items opgenomen in nieuwsbrieven en gidsen van o.a de lokale en regionale VVV, De Museumgids van Erfgoed Brabant, op VVV wandel- en fietskaarten. Ad 8. Websites van derden. Vanaf 2008 is extra energie gestoken in het worden opgenomen op websites, portals en startpagina‟s van een breed scala van organisaties. Echter vooral uit de culturele, grafische en recreatieve sector. Ook vond een optimalisering plaats om snel gevonden te kunnen worden door Google. Onder de zoekterm „steendrukmuseum‟ zijn vanaf 2008 tot op heden op Google inmiddels 16.000 hits gescoord en onder de volledige naam „Nederlands Steendrukmuseum‟ 2600 hits. Organisatie Op dit moment houden de directeur en een bestuurslid zich bezig met de organisatie van de marketing en de PR. Er is nog geen vrijwilliger gevonden om het uitvoerende werk te verrichten. Er wordt jaarlijks een bedrag voor marketing/ PR in de begroting opgenomen op basis van de geplande activiteiten. Evaluatie Elk jaar moet geëvalueerd worden of de doelstellingen bereikt zijn en of er zaken bijgesteld moeten worden. Dit zal in de maanden juni en november gebeuren. Vanuit de evaluatie in november zal voor het dan komende jaar een aangepast gericht plan gemaakt worden. Bovendien houden deze evaluaties de communicatiegroep scherp om de doelstellingen in de gaten te houden. 3.7
Eigen drukwerk en dat voor derden
Het museum heeft nog een publiekstaak die niet gebruikelijk is voor musea. Het museum heeft een ruimte ingericht als atelier. Deze ruimte wordt veelvuldig gebruikt voor drukdemonstraties, workshops, werk door kunstenaars. Leden van de technische groep, vrijwilligers van het museum, verzorgen deze druk demonstraties, geven de workshops en realiseren drukwerkprojecten, vaak samen met kunstenaars. Waar nodig worden zij bij hun opleiding en werkzaamheden begeleid door een externe meester-drukker. Het volwaardig tekenen op steen en het afdrukken daarna is een moeilijk proces en er is dan ook echte vakmanschap voor nodig. Dit vakmanschap toont het museum de bezoekers. Zoals aangegeven, naast het in eigen beheer maken van prenten werkt het museum soms ook samen met kunstenaars. In dit samenwerkingsverband wordt ook altijd rekening gehouden met de publieksfunctie van het museum. Het door kunstenaars werken in het atelier is dan ook merendeels binnen de openingstijden van het museum. Hoewel het museum geen winstoogmerk heeft, streeft het in het kader van het cultureel ondernemen ernaar om de eigen inkomsten mede te vergroten door het in druk vervaardigen 21
van speciale projecten voor derden. Vaak zal daarbij een kunstenaar betrokken zijn voor het design. Het vervaardigen van dit soort drukopdrachten is mogelijk dankzij de beschikbaarheid van de historische steendrukpersen en het vakmanschap van de technische groep van vrijwilligers bij het museum. Zo nodig, kan ondersteuning door externe meesterdrukkers verkregen worden. Een mooi voorbeeld is de in 2010 vervaardigde Kiwanis prent‟. Deze projecten uitvoeren past uitstekend in het facet van de Missie: “het op een heel plezierige wijze veel mensen zich laten verbazen over de rol van de steendruk in de maatschappij van toen en nu”. Het eerder genoemde cultureel ondernemen is een kant die het museum zich verder wil eigen maken.
4. Bedrijfsvoering 4.1 Huisvesting en veiligheid Sinds 24 september 2001 is het Nederlands Steendrukmuseum gevestigd in het Carolus gebouw in Valkenswaard. Het voormalige religieuze verpleegtehuis en ziekenhuis Carolus, geopend in 1929 is na restauratie in 2001 een gemeentelijk monument geworden. Een centrale plaats in het gebouw wordt ingenomen door het Nederlands Steendrukmuseum en het Valkerij en Sigarenmakerij Museum. Verder zijn in het gebouw opgenomen het gilde Sint Nicolaas, Heemkundekring Weederheem, kunstenaarscollectief Stichting Radar en schilderschool Theo Kappé. De ANWB/VVV vestiging completeert het geheel tot een centrum voor musea, cultuurhistorie, kunst en toeristeninformatie. Het grootste gedeelte van het oppervlak dat gebruikt wordt door het Nederlands Steendrukmuseum wordt gebruikt als ruimte voor de vaste expositie. Naast de vaste expositie ruimten heeft het museum ruimtes ter beschikking voor: - Museumatelier - Een gezamenlijke (met de andere gebouwgebruikers) foyer als ontvangstruimte voor museum bezoekers en ontmoetingsplaats voor de gebruikers. - Kantoorruimte op de eerste verdieping voor directie en secretariaat. - Bibliotheek - Een depot in de kelder van het gebouw voor eigen werk, kunst, opslag en kleine machine onderdelen. De collectie topografische stenen is opgeslagen in een afgesloten deel van de bedrijfsruimtes van Gestel Premium Printing te Eindhoven. Deze ruimte is beveiligd met een inbraak- en brandalarm. De huidige huisvesting wordt al als te krap ervaren. Voor het goed functioneren van het museum zou het nodig zijn om over een aparte ruimte voor audiovisuele presentaties van ca 225 m2 te beschikken en een aparte ruimte voor de wisseltentoonstellingen van ca 200 m2. De ambitie van het museum is verder: a) de expositie uit te breiden met de evolutie van de handmatige lithografische technieken naar de fotolithografische en naar de hedendaagse lithografische technieken bij de chipfabricage; b) de ontwikkeling van steendruk naar de hedendaagse offsetdruk te laten zien; c) de kunstzinnige kant van de lithografie ruimer te laten zien. Om deze ambities te verwezenlijken moet het museum kunnen beschikken over ca, 150 m2 additionele ruimte.
22
Veiligheid, BHV en CHV Het gebouw, een gemeentelijk monument, is eigendom van het Brabants Monumenten Fonds en wordt ook door hen onderhouden en beveiligd. Het gebouw heeft een algemene beveiligingscentrale en elke ruimte heeft een aparte code. Hierdoor is het niet mogelijk om het museum gedeelte te betreden zonder dat het betreffende alarm is afgezet. Het museum, kantoor en het depot zijn beiden beveiligd met een extra af te sluiten deur. Het Nederlands Steendrukmuseum beschikt over een actueel Bedrijfsnoodplan, ontruimingsplattegronden en z.g. Contact Card voor de vrijwilligers opgesteld door het Bureau ADAPT. In 2009 behaalden zes museummedewerkers, waaronder de directeur en secretarieel medewerker het BHV diploma. Bij calamiteiten kan het museum een beroep doen op deze bedrijfshulpverleners . Alle vrijwilligers zijn op de hoogte van de ontruimingsprocedures en locaties van AED apparaat, verbanddozen en blusmiddelen. Vanaf 2010 vindt jaarlijks een gezamenlijke calamiteitenoefening plaats i.s.m. de lokale brandweer. CHV / Cultureel Preventienetwerk Eindhoven Sinds 2008 is het Nederlands Steendrukmuseum toegetreden tot het zg. Cultureel Preventienetwerk Eindhoven e.o. Leden zijn de collega-culturele organisaties: De Acht Zaligheden (Eersel), Historisch Openluchtmuseum (Eindhoven), Museum ‟t Oude Slot (Veldhoven), Museum De Vier Quartieren (Oirschot), Museum Kempenland (Eindhoven), RHC Eindhoven, Valkerij- en Sigarenmakerijmuseum (Valkenswaard), Van Abbe museum (Eindhoven) en Waalres Museum (Waalre) Voorts is een start gemaakt naast de BHV ook de CHV (Collectie Hulpverlening) als onderdeel van het museumbeleid te maken. Inmiddels beschikt het museum over een zg. crash car en is het museum aangesloten bij Salvage die eerste ondersteuning kan bieden en kan assisteren de schade aan de museale objecten tot een minimum te beperken. In 2011 zal een aantal museummedewerkers deelnemen aan een door Erfgoed Brabant georganiseerde cursus CHV. 4.2 Automatisering Het museum heeft een netwerk van vier pc‟s met twee printers voorzien van een scanner. Op alle pc‟s worden de standaard Microsoft-programma‟s gebruikt. Voor de twee hoofd pc‟s is er een businesspakket waar alle nodige zaken op zitten. Voor de objectregistratie is het ADLIB programma beschikbaar en voor de boekencollectie BIBLIUS. Voor de adresbestanden wordt het programma PERFECT VIEW gebruikt. 4.3 Verzekering Het pand zelf is verzekerd door de eigenaar verhuurder, het Brabantse Monumenten Fonds. De inboedel, collectie en bruiklenen zijn als totaal door de stichting verzekerd bij IAK verzekeringen. De collectie topgrafische en artilleriesteen dient nog daaraan toegevoegd te worden. De vrijwilligers en medewerker hebben een collectieve ongevallen- en w.a. verzekering. 4.4 Personeel en organisatie Het museum kent als juridische status een Stichtingsvorm met een bestuur van zes leden ieder gericht op een eigen vakgebied. Een voorzitter, penningmeester, secretaris, conservator, persoon voor de technische zaken en een marketing /pr verantwoordelijke. De dagelijkse leiding in het museum wordt gevoerd door de directeur. Deze is dan ook eindverantwoordelijke voor de dagelijkse gang van zaken. Hij wordt bijgestaan door een assistente. 23
Het Nederlands Steendruk Museum functioneert in belangrijke mate dankzij zijn vrijwilligersorganisatie. Dit houdt in dat de directeur een korps van vrijwilligers aanstuurt, deels via de taakgroep coördinatoren, voor vrijwel alle voorkomende taken in de organisatie, zoals: -
financiële administratie organisatie groepsbezoeken ontvangsten bezoekers p.r. en marketing bibliotheek en archief educatie rondleiden van groepen onderhoud van de persen website winkel eigen drukwerk en dat voor derden adviezen voor de exposities workshops
Het Nederlands Steendruk Museum heeft twee personen in vast dienstverband, de directeur en diens assistente. Na een eerste fase van tien jaren is het museum gegroeid. De groei is te zien in het bezoekers aantal, niveau van de exposities, activiteiten voor bezoekers, de educatieve projecten, het aantal vrijwilligers en de organisatie structuur. Samenhangend met deze groei is het bestuur erop gericht en directeur bezig om de vrijwilligersorganisatie beter te structureren en te professionaliseren. Zonder een grote mate van structuur en professionaliteit zijn de doelen die het museum wil behalen in de komende jaren niet te realiseren. 4.5 Samenwerking Het Nederlands Steendruk Museum werkt veel samen met derden. Samenwerking die het museum aangaat zijn met kunstenaars, musea en andere culturele instellingen. Zo vindt regulier overleg plaats met het Valkerij- en Sigarenmakerijmuseum te Valkenswaard en Waalres Museum en op jaarlijkse basis met het zg. Netwerk Grafische Musea (NL en België). Voorts zijn er intensieve contacten met o.a. de VOG (Vereniging voor Originele Grafiek), de BNO (Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers), stichting Archaeopteryx Lithografica, stichting Politiek in Prent en via het bestuurslid/conservator zijn er banden met de Internationale Arbeitskreis Druck und Medien Geschichte (IADM) en Internationale Senefelder Stiftung (ISS). En ten slotte mogen de contacten en volgen van cursussen bij Erfgoed Brabant niet onvermeld blijven. 4.6
Financiën en begroting
Het Nederlands Steendruk Museum streeft ernaar om op eigen kracht een sluitende begroting te krijgen. De begroting wordt jaarlijks opgesteld en door het bestuur vastgesteld. Inkomsten verwerft het museum door entreegelden, rondleidingen, winkelverkoop, horeca, workshops en incidentele speciale projecten als b.v. restauratie van historische drukstenen en het drukken van prenten voor derden. Een van de inkomstenbronnen is verder de vaste subsidie van de gemeente Valkenswaard. Ook heeft het Nederlands Steendruk Museum een groot aantal sponsoren en donateurs. De werving daarvan is tot nu toe een taak van het bestuur en directeur, waarbij de oprichter nog een belangrijke rol speelt. Het bestuur beraadt zich op de juiste invulling van deze sponsor en donateurwervings- en verzorgingstaak, wanneer de oprichter in dit opzicht terug zou treden. 24
Door veel aandacht te geven aan de sponsoren en donateurs tracht het museum deze goed aan zich te binden. Het sponsor- en donateurbeleid geeft dan ook aan dat er minimaal een keer per jaar een bijeenkomst is voor de sponsors en donateurs, zij minimaal een keer per jaar een nieuwsbrief krijgen en minimaal eenmaal per jaar een door het museum gedrukte prent. Zij worden verder voor alle openingen en lezingen uitgenodigd. Jaarlijks wordt in opdracht van het bestuur de jaarrekening opgemaakt en door een externe accountant gecontroleerd. Het museum heeft de ANBI status.
5. Samenvatting Het hier gepresenteerde beleidsplan is toegespitst op de periode 2011-2016. In deze periode heeft het museumbestuur de ambitie om de vaste museumexpositie uit te breiden met: b. de evolutie van de handlithografie naar de fotolithografie en naar de halfgeleider lithografie; c. de evolutie van de steendruk naar de offsetdruk; d. de kunstzinnige kant van de lithografie; e. enkel speciale onderwerpen als b.v. visuele waarneming, papier en drukinkt. Een blauwdruk zal hiervoor gemaakt worden. Hiervoor zal een ruimere behuizing noodzakelijk zijn, die gevonden moet worden binnen de regio, gezien de gebondenheid aan het vrijwilligerscorps. Het eisenpakket voor een goede locatie is reeds in een notitie vastgelegd. Deze ruimere behuizing moet ook omvatten: een ruimte voor ontvangst groepen en het tonen van audiovisuele presentaties; een ruimte voor het houden van wisselexposities. Het Nederlands Steendruk Museum heeft als fundament de collectie, daarnaast is de vrijwilligersorganisatie een essentieel element. Zonder de enorme kennis, inzet en ervaring van de ruim 40 vrijwilligers die in 2010 werkzaam zijn in het museum zou het museum de doelstellingen van de stichting niet kunnen realiseren. Zo‟n grote vrijwilligersorganisatie moet goed en strak en plezierig georganiseerd zijn. De bedrijfsvoering van het museum zal de komende jaren professioneler worden en interne en externe opleidingen zullen door de vrijwilligers worden gevolgd. Om de collectie goed te presenteren aan het publiek heeft de stichting zich ten doel gesteld om de bestaande vaste expositie in het jaar 2011 belangrijk te verbeteren en meer gelaagdheid in de uitleg en toelichting aan te brengen. Naast het verbeteren van de vaste presentatie maakt het museum ook minimaal twee tijdelijke exposities per jaar. Bij deze exposities zal altijd een publiciteit en een activiteiten programma gemaakt worden gericht op de doelgroep waarvoor de expositie is ingericht. Educatie blijft een speerpunt binnen het beleid. Het aantrekken van schoolklassen is voor het museum mede van belang om de bezoekers aantallen te vergroten. Het maken van verdere nieuwe programma‟s zal de komende jaren veel aandacht krijgen. Alle programma‟s zullen worden gemaakt in samenspraak met de doelgroep zelf. In dit geval de docenten. Onder educatie verstaat het museum ook het op een educatieve manier inrichten van het museum. Ook het verschaffen van stageplaatsen wil het museum in het kader van educatie bevorderen. Door een doordacht marketing- en pr-plan en de uitvoering daarvan, wil het museum de komende jaren meer bezoekers binnenhalen. Het museum bestaat nu bijna tien jaar en heeft 25
nog steeds alle mogelijkheden om meer bekendheid te krijgen. In het uitgewerkt schema staat duidelijk hoe het museum dat van plan is te doen. Voor het Nederlands Steendruk Museum zijn samenwerkingsprojecten zeer belangrijk. Dit kan variëren van projecten met kunstenaars tot projecten met musea en andere culturele, charitatieve of commerciële instellingen. Het museum kan zo leren en profiteren van anderen en kan zelf ook anderen ondersteunen.
Vastgesteld op xx december 2010 door het Bestuur van het Nederlands Steendrukmuseum, namens deze
E.Goudsmit, voorzitter
H.Gerris, secretaris
Medetekenaar,
F.van Oortmerssen, directeur
26
BIJLAGEN Bijlage 1 Het verzamelbeleid. Het Nederlands Steendrukmuseum heeft volgens de statuten als doelstelling: 1
de waardevolle traditie van twee eeuwen lithografie en steendrukkunst, als visuele communicatievorm en als kunstuiting te bewaren en gestalte te geven en voorts het verrichten van al hetgeen daartoe bevorderlijk kan zijn
2
de stichting tracht haar doel te bereiken door: a. het tentoonstellen, permanent of tijdelijk, van machines, gereedschappen en producten, betrekking hebbende op de grafische traditie en het grafisch ambacht; b. het in stand houden van een actief en educatief centrum voor lithografie en steendruk; c. het verzamelen, in eigendom verkrijgen respectievelijk beheren van historische authentieke gereedschappen, apparatuur en producten; d. bekendheid te geven in de ruimste zin aan de hoge maatschappelijke en culturele waarde van de ontwikkeling van de drukkunst in het algemeen en de steendruk in het bijzonder.
In het profiel van het museum is dit verder uitgewerkt. Het verzamelbeleid richt zich primair op het zó uitbreiden van de collectie dat de historische en hedendaagse betekenis van de lithografie en steendruk steeds beter aan het publiek kan worden getoond. Daarnaast wordt het verzamelen erop gericht om in de toekomst ook de ontwikkelingslijn handlithografie foto-lithografie chipfabricage en de ontwikkelingslijn steendruk offsetdruk aan het publiek te kunnen laten zien. Het verzamelbeleid betreft dus op de eerste plaats de lithografie en steendruk. Om deze procédés echter in hun samenhang met andere drukprocédés te laten zien worden in beperkte mate ook objecten en documentatie betreffende andere drukprocédés verzameld. Hier gaat het o.m. om de hoogdruk (houtsnede, boekdruk), diepdruk (gravure, ets), de zeefdruk en de latere andere vormen van de vlakdruk t.w. de offsetdruk. Naast objecten als machines, apparaten, materialen en producten moet veel aandacht gegeven worden aan het verzamelen van boeken en documenten die de techniek, de bedrijven, de personen en de arbeidsomstandigheden belichten en als naslagwerken dienen. Aan het verzamelen zijn uiteraard beperkingen verbonden en prioriteiten moeten gesteld worden. Dit is hieronder uitgewerkt in het “Acceptatiebeleid”.
27
Bijlage 2 Het acceptatiebeleid Het verzamelbeleid geeft aan welke objecten en documentatie voor verwerving gezocht worden. Omdat er echter beperkingen zijn voor wat betreft de beschikbare expositie- en opslagruimten, de financiën, de restauratiecapaciteit e.d., zullen regelmatig keuzes moeten worden gemaakt ten aanzien van het wel of niet accepteren van aangeboden zaken, of het wel of niet verwerven van opgespoorde zaken Toetsstenen voor het wel / niet accepteren / verwerven van een object zijn: 1. originaliteit 2. ouderdom 3. zeldzaamheid 4. mate van boeiend zijn voor het publiek 5. informatieve waarde 6. staat waarin het object verkeert 7. ruimtebeslag in museum of depot 8. kosten verbonden aan verwerving en restauratie 1. Originaliteit Het object moet authentiek zijn, geen namaak. Bij gerestaureerde respectievelijk te restaureren objecten moet het object verregaand zijn oorspronkelijk karakter hebben behouden respectievelijk kunnen behouden 2. Ouderdom. In principe geldt hoe ouder, hoe waardevoller. Tegelijk speelt echter de mate waarin het object kenmerkend is voor de ontwikkeling van de lithografie en steendruk en de verspreiding ervan. 3. Zeldzaamheid. Ook hier in principe hoe zeldzamer, hoe waardevoller. Dit aspect uiteraard in samenhang met de punten 1 en 2. 4. Mate van boeiend zijn voor het publiek. Omdat het museum een kijk- en beleefspel voor de bezoeker moet zijn, is een object ook in dit licht te beoordelen. 5. Informatieve waarde. Vooral bij boeken en documenten, maar ook bij objecten, is de relevantheid en aantrekkelijkheid van de daarmede verkregen informatie een belangrijk punt ter afweging. 6. Staat waarin het object verkeert. Een object dat in slechte staat verkeert kan alleen geaccepteerd / verworven worden als het in hoge mate voldoet aan de overige criteria. 7. Ruimtebeslag in museum of depot. De museumruimte moet, gezien de publieksfunctie, overzichtelijk en fraai ingericht blijven. Dit schept beperkingen voor wat betreft "nieuwe" objecten. Soms is vervanging van een geëxposeerd object door een aantrekkelijker object op zijn plaats. Het depot is bestemd voor, gezien de bovenstaande criteria, objecten, die voor toekomstige expositie in aanmerking komen. Hierbij is ook te denken aan tijdelijke tentoonstellingen. 28
Verder zou mogelijke toekomstige ruimtelijke uitbreiding van het museum een uitbreiding van het doelgebied mogelijk maken b.v. de fotolithografie. 8. Kosten verbonden aan verwerving / acceptatie en restauratie. Hier moeten de museumwaarde van het object afgewogen worden tegen de kosten. Bij te verwachten kosten hoger dan € 100,00 wordt met het bestuur overleg gepleegd alvorens de verwerving / acceptatie te doen. Bovendien dient dit te passen binnen het afgesproken budget. Bruikleen Bij de mogelijkheid van bruikleen spelen bovenstaande criteria eveneens. Extra toetsstenen zijn hierbij echter: de bruikleenduur en de voorwaarden.
29