Beleidsplan 2012-2015
2
Inhoud
Het beleidsplan................................................................................................................................................................................................................................................... 5 De VRZHZ. ................................................................................................................................................................................................................................................................... 7 Het risicoprofiel.............................................................................................................................................................................................................................................. 12 Risicobeheersing............................................................................................................................................................................................................................................ 16 Incidentbestrijding..................................................................................................................................................................................................................................... 20 Bedrijfsvoering................................................................................................................................................................................................................................................. 26
Bijlage 1
Multidisciplinair beleidsplan OTO....................................................................................................................................................................................................29
1. Inleiding.............................................................................................................................................................................................................................................29
2. OTO als uitvoeringsinstrument. .....................................................................................................................................................................................29
3. Doelstelling.....................................................................................................................................................................................................................................30
4. Afbakening mono-multi. .....................................................................................................................................................................................................31
5. Uitgangspunten voor OTO.................................................................................................................................................................................................32
6. Relatie met Risicoprofiel......................................................................................................................................................................................................33
7. Bestuurlijk oefenen..................................................................................................................................................................................................................35
8. Kwaliteitscriteria voor OTO...............................................................................................................................................................................................36
9. Borging OTO..................................................................................................................................................................................................................................36
10. Financiën ..........................................................................................................................................................................................................................................36
11. Uitvoering. .......................................................................................................................................................................................................................................37
12. Risicoparagraaf............................................................................................................................................................................................................................37
Bijlage 2
Besluit AB VRZHZ d.d. 3 maart 2011..............................................................................................................................................................................................39
3
4
Het beleidsplan Grondslagen voor beleidsvorming
rechtdoende aan de dynamiek die een netwerkorganisatie
Op grond van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) stelt het
met zich meebrengt.
bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid (VRZHZ) tenminste éénmaal in de vier jaar een beleidsplan vast. Het
Voorbeelden van belangrijke operationele partners van de
beleidsplan dient mede gebaseerd te zijn op een door het
VRZHZ zijn:
bestuur vastgesteld risicoprofiel en dient in elk geval te
• de gemeenten en buurgemeenten van ZHZ;
bevatten:
• de aangrenzende veiligheidsregio’s;
• een beschrijving van de beoogde operationele prestaties
• de provincie Zuid-Holland;
van de diensten en organisaties van de veiligheidsregio,
• de waterschappen Hollandse Delta en Rivierenland;
alsmede van de politie en van de gemeenten in het kader
• het Openbaar Ministerie (OM; arrondissementsparket);
van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
• het ministerie van Veiligheid en Justitie (MVenJ) en het
• een uitwerking, met inachtneming van de
ministerie van Defensie;
omstandigheden in de betrokken veiligheidsregio,
• de politie ZHZ;
van de door de minister vastgestelde landelijke
• het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD);
beleidsdoelstellingen;
• de Omgevingsdienst ZHZ, de GGD ZHZ en
• een informatieparagraaf waarin een beschrijving wordt
Ambulancedienst ZHZ;
gegeven van de informatievoorziening binnen en tussen
• Rijkswaterstaat;
de hierboven bedoelde diensten en organisaties;
• de drinkwaterbedrijven Evides en Oasen;
• een oefenbeleidsplan; • een beschrijving van de niet-wettelijke adviesfunctie; • de voor de brandweer geldende opkomsttijden en een beschrijving van de voorzieningen en maatregelen, noodzakelijk voor de brandweer om daaraan te voldoen.
• de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) en de Kustwacht; • de regionale ziekenhuizen en het Traumacentrum Zuidwest-Nederland; • huisartsen(posten), instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg en het Rode Kruis;
Doelstelling beleidsplan VRZHZ
• Netbeheerders energie (Stedin, Tennet, Gasunie);
Dit beleidsplan beoogt richting te geven aan de
• Het Havenbedrijf Rotterdam;
professionele inspanningen om de rampenbestrijding,
• Prorail en Keyrail en andere (semi)private bedrijven met
crisisbeheersing (inclusief risicobeheersing), brandweerzorg
een veiligheidsverantwoordelijkheid.
en (grootschalige) geneeskundige hulpverlening in het gebied van Zuid-Holland Zuid (ZHZ) op de best mogelijke wijze uit te voeren. Tevens beoogt het plan de samenwerking tussen de veiligheidsregio en haar partners in veiligheid te bevorderen. In samenhang met de begrotingen rekeningcyclus draagt het bij aan de verantwoording van de prestaties van de VRZHZ naar de 19 gemeenten. Tenslotte dient het ter communicatie van de prestaties van de VRZHZ naar burgers, instellingen en bedrijven in de regio, alsmede naar anderen buiten de regio.
Partners van de VRZHZ Bij de voorbereiding op risico- en crisisbeheersing zijn vanwege de complexiteit en multidisciplinaire aanpak vele diensten en partners betrokken. De VRZHZ is een netwerkorganisatie, waarin elke partner zijn eigen inbreng heeft. De uitdaging voor de tweede beleidsperiode (2012-2015) zal zijn om enerzijds de beheersorganisatie goed vorm te geven en anderzijds ruimte te bieden aan ontwikkelingen
5
In het gebied van ZHZ werken de VRZHZ, de politie ZHZ
veiligheidsregio en vindt beleidsintegratie en afstemming
(deze zal in de planperiode fuseren met de politie RR
op natuurlijke wijze plaats. In ditzelfde overleg zal ook
vanwege de nationalisering van de politie), de GGD, de
nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de aanstaande
RAV ZHZ en de Omgevingsdienst ZHZ binnen hetzelfde
reorganisatie van de politie, opdat ten aanzien van de
territoriaal ingedeelde gebied. Er is een sterke bestuurlijke
incidentbestrijding geen lacunes kunnen ontstaan.
en ambtelijke verbinding. Binnen de regio functioneren twee waterschappen, het waterschap Rivierenland in het oostelijk
Totstandkoming beleidsplan
deel, en het waterschap Hollandse Delta in het westelijk
Bij de totstandkoming van het beleidsplan heeft afstemming
deel. Het gebied van de veiligheidsregio is congruent met
plaatsgevonden met:
het gebied van het arrondissementsparket Dordrecht. Wat
• Management Team (MT) VRZHZ
betreft de civiel–militaire samenwerking valt de regio in het
• Operationeel Veiligheids Overleg (OVO)
gebied van het Regionaal Militair Commando West.
• Commissie van advies Brandweeraangelegenheden (CAB) • Commissie van advies Gemeentesecretarissen Veiligheid
Beleidsafstemming
(AGV)
Beleidsafstemming met partners vindt plaats in het Operationeel Veiligheids Overleg (OVO) en het
Alle genoemde partijen zijn gevraagd inhoudelijk te
Veiligheidsnetwerk (VNW) van de VRZHZ. In beide
reageren op het concept beleidsplan. De hierop ontvangen
overleggen komen vertegenwoordigers van de
input is verwerkt en heeft geleid tot voorliggend bestuurlijk
belangrijkste partners bijeen. Zodoende hebben partners
vastgesteld beleidsplan.
een meesturende rol op de beleidsvorming binnen de
6
De VRZHZ Kenmerken
De VRZHZ kent vijf buurregio’s, te weten: Rotterdam-
De regio Zuid-Holland Zuid is het meest zuidelijke deel
Rijnmond, Gelderland-Zuid, Utrecht, Midden- en
van de provincie Zuid-Holland en omvat de gemeenten
West-Brabant en Hollands Midden. Met deze regio’s
Dordrecht, Zwijndrecht, Strijen, Cromstrijen, Zederik,
bestaan goede contacten. Er zijn verschillende
Gorinchem, Liesveld, Graafstroom, Korendijk, Nieuw-
samenwerkingsafspraken gemaakt, met name binnen de
Lekkerland, Oud-Beijerland, Hendrik-Ido-Ambacht,
provincie Zuid-Holland.
Papendrecht, Binnenmaas, Alblasserdam, Giessenlanden, Sliedrecht, Hardinxveld-Giessendam en Leerdam. De regio
Organisatie
is door zijn ligging een logistiek- en vervoersknooppunt
De organisatie van de VRZHZ (zie ook: www.vrzhz.nl) is
van nationaal belang. De regio is laaggelegen, omgeven
vastgelegd in:
en doorsneden door rivieren en kenmerkt zich door een
• de gemeenschappelijke regeling VRZHZ, vastgesteld op
verstedelijkt gebied in de kern en een overwegend landelijk
gebied aan de flanken.
• de organisatieregeling VRZHZ, vastgesteld op 1 juli 2009;
1 juli 2009;
• het organisatie- en formatierapport VRZHZ, vastgesteld op 23 september 2009;
De regio beslaat een oppervlakte van 836 km² verdeeld over de Hoeksche Waard, Drechtsteden en Alblasserwaard en
• het instellingsbesluit voor het MT, vastgesteld op 11 mei 2010;
Vijfheerenlanden. Ongeveer de helft van de circa 478.000 inwoners is geconcentreerd in het centrum van de regio,
• het instellingsbesluit voor het OVO, vastgesteld op 17 mei 2010;
het Drechtstedengebied. Dit gebied kenmerkt zich tevens door de vestiging van de risicovolle industriële bedrijvigheid.
• de mandaatregeling VRZHZ 2009, vastgesteld op
Verder is er sprake van een hoge concentratie van
1 juli 2009 (addendum d.d. 15 december 2010
transportbewegingen met gevaarlijke stoffen, zowel over de
brandweeraangelegenheden);
weg (A15, A16, A27, A29, N3), het water (de (Oude) Maas, de
• de operationele regeling VRZHZ, vastgesteld op
Kil, de Merwede en de Noord), het spoor (reguliere spoorlijn
15 juni 2011.
over Zwijndrecht - Dordrecht, Kijfhoek, Betuweroute en HSL) als per buisleiding. Daarnaast is er sprake van verstedelijking
De VRZHZ wordt geleid door de algemeen directeur, tevens
en risicovolle bedrijvigheid in het oostelijk deel van de regio.
commandant van de brandweer.
De regio wordt in het noordwesten begrensd door het
De algemeen directeur werkt voor de dagelijkse leiding
Botlekgebied en de Rotterdamse haven en in het zuidwesten
aan de organisatie samen met een managementteam
door het industrieterrein en havengebied van Moerdijk en
(MT) dat bestaat uit de integraal managers op het tweede
omgeving.
organisatieniveau van de organisatie. Het MT richt zich op bedrijfsvoeringsaangelegenheden.
7
Het organogram van de organisatie veiligheidsregio ziet er als volgt uit:
Bestuur
Directorium GMC
Directie
Risico - en Crisisbeheersing
Gemeenschappelijke MeldCentrale
Brandweer
Bedrijfsvoering
Gemeenten
GHOR
Ondersteuning Uitvoering
Naast het MT van de VRZHZ is een Operationeel Veiligheids
maar het beheer ervan is uitbesteed aan de politie ZHZ.
Overleg (OVO) ingesteld, waaraan onder voorzitterschap van
Namens het bestuur van de VRZHZ en het regionale college
de algemeen directeur deelnemen:
wordt de GMC aangestuurd door een directorium, onder
• de korpschef van politie;
voorzitterschap van de korpschef.
• de directeur brandweer, tevens uitvoerend regionaal commandant;
wettelijke kerntaken crisisbeheersing, rampenbestrijding,
• de coördinerend gemeentesecretaris;
brandweerzorg en geneeskundige hulpverlening bij
• de accountdirecteur partnerschappen;
ongevallen en rampen herkenbaar en separaat aanstuurbaar
• het hoofd van de hoofdafdeling risico- en
zijn ondergebracht. Daarbij valt een onderscheid te maken
crisisbeheersing;
tussen kerntaken met een monodisciplinair of specifiek
• de directeur meldkamer.
karakter (brandweer, GHOR en rampenbestrijding) en
Het OVO is het hoogste overlegorgaan dat ‘koude’
de kerntaak met een multidisciplinair en meer algemeen
operationele zaken bekrachtigt. Tevens is er een inhoudelijk
karakter (crisisbeheersing).
overleg in breder verband, het Veiligheidsnetwerk. Dit bestaat uit de leden van het OVO, plus de netwerkpartners op directieniveau. De samenwerking tussen het bestuur van de VRZHZ en het regionale college van politie ZHZ is geregeld in een convenant volgens artikel 19 van de Wvr. Daarin zijn onder meer bepalingen opgenomen over de organisatie en het beheer van de meldkamerfunctie. De meldkamer (Gemeenschappelijke Meld Centrale, GMC) valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de VRZHZ,
8
Het leidend principe van de organisatie-inrichting is dat de
• de directeur GHOR;
Gemeenten hebben de taak van de gemeentelijke rampenbestrijding niet overgedragen aan de VRZHZ. De coördinatie daarvan is wel te beschouwen als de uitvoering van een wettelijke (multidisciplinaire) taak. Bovendien is er een eigenstandige rampenbestrijdingstaak op regionaal niveau. Op grond daarvan wordt de ‘coördinerend gemeentesecretaris’ als een lijnfunctionaris binnen de VRZHZ gezien. Hij stuurt het bureau gemeenten van de VRZHZ aan, is MT-lid en is voorzitter van de Adviesgroep Gemeentesecretarissen Veiligheid, (AGV). De VRZHZ is een 24/7 organisatie. De ondersteunde organisatie-elementen van de VRZHZ dienen enerzijds voor de algemene ondersteuning van de organisatie VRZHZ en anderzijds voor de ondersteuning van het operationele
Daarnaast voert de VRZHZ wettelijke adviestaken uit,
proces van risicobeheersing, incidentbestrijding en herstel.
voortvloeiende uit andere wetgeving dan de Wvr.
Wettelijke taken De VRZHZ heeft primair tot doel de Wet veiligheidsregio’s uit te voeren, meer in het bijzonder de taken zoals genoemd in artikel 10 van de Wvr. Hiertoe is in het organisatie- en formatierapport van de VRZHZ de volgende doelstelling voor de VRZHZ geformuleerd: “De VR Zuid-Holland Zuid stelt zich ten doel de Wvr uit te voeren, te allen tijde een gezamenlijke effectieve en efficiënt georganiseerde slagkracht voor crisisbeheersing, rampenbestrijding, brandweerzorg en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen te kunnen leveren en deskundig en betrouwbaar veiligheidsadviseur te zijn.” De wettelijke taken zijn:
Niet-wettelijke taken Naast de wettelijke taakstelling voert de VRZHZ in de beleidsperiode de volgende niet-wettelijke taken uit: • het uitvoeren van andere taken, die in het kader van de doelstelling van de VRZHZ van belang zijn en waarvan de uitvoering door de gemeenten na besluitvorming in het algemeen bestuur aan het openbaar lichaam worden opgedragen; • het adviseren van gemeenten, provincie en Omgevingsdienst ZHZ in het kader van het binnen ZHZ ontwikkelde ‘toetsingskader externe veiligheid’ voor zover het de wettelijke adviestaak overstijgt (de nietwettelijke adviestaak); • het adviseren van gemeenten, provincie en
• het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
Omgevingsdienst ZHZ in het kader van de
• het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van
omgevingsvergunning en het participeren in het toezicht
branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald; • het adviseren van burgemeester en wethouders over de brandweerzorg; • het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en crisisbeheersing; • het instellen en in stand houden van een brandweer; • het instellen en in stand houden van een GHOR; • het voorzien in de meldkamerfunctie; • het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel; • het inrichten en in stand houden van de
op deze vergunning; • het in stand houden van de infrastructuur voor een multidisciplinair oefenterrein en het doen exploiteren van een multidisciplinair oefenterrein in publiek-private samenwerking waartoe vanuit de gemeenschappelijke regeling VRZHZ de ZHZ Investerings BV. en de ZHZ Participatie BV. zijn opgericht; • het realiseren van onderdelen van het programma externe veiligheid van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) en de provincie Zuid-Holland; • het treffen van maatregelen in het kader van de beheersbaarheid van risico’s en de bereikbaarheid voor het optreden van de hulpdiensten in en rond de
informatievoorziening binnen de diensten van de
spoorzone in de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht, in
veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere
opdracht van beide gemeenten;
diensten en organisaties die betrokken zijn bij de risicoen crisisbeheersing. 9
• het participeren in de coöperatieve vereniging
geldt de notie dat crisisbeheersing en rampenbestrijding
kenniscentrum fysieke veiligheid ZHZ, in samenwerking
feitelijk worden uitgevoerd door risico’s zoveel en zo goed
met de gemeente Dordrecht en het Da Vinci College;
mogelijk te beheersen, incidenten adequaat te bestrijden
• het op verzoek aanschaffen, onderhouden en/of beheren van niet-gemeenschappelijk materieel en vastgoed.
en als samenleving zo goed mogelijk te herstellen uit een ontwrichte situatie. De VRZHZ hecht veel waarde aan het actief onderhouden
De VRZHZ wil met name een versterkte rol spelen in de
van partnerschappen met andere organisaties die een rol
niet-wettelijke advisering, opdat de veiligheidscomponent
spelen in het organiseren en borgen van fysieke veiligheid
adequaat en tijdig wordt meegenomen in bestuurlijke
binnen en buiten de regio. Een en ander vanuit het
afwegingen aangaande ruimtelijk gebruik en
besef dat de lokale overheid een verantwoordelijke en
ruimtelijke ontwikkeling. Dit vraagt om een alerte en
regisserende rol heeft bij risicobeheersing (inbegrepen
omgevingsbewuste opstelling, in goede verbinding met
het helpen voorkomen dat risicovolle situaties ontstaan),
andere overheden en bedrijven.
incidentbestrijding en herstel uit de ontwrichte situatie, en dat in dat verband nauw moet worden samengewerkt met
Missie
die andere partijen.
De missie van de VRZHZ, geformuleerd in het organisatie- en formatierapport, luidt:
Dat betekent dat de VRZHZ in haar taakuitvoering en optreden dicht bij de gemeenten en de burgers blijft. De
“Samen sterk in risicobeheersing, incidentbestrijding en
gemeenten omdat de VRZHZ van hen is. De burgers omdat
herstel uit de ontwrichte situatie. De Veiligheidsregio Zuid-
de VRZHZ voor hen werkt. De VRZHZ is geen doel op zich
Holland Zuid stimuleert en faciliteert het samenwerken
en moet zich blijven concentreren op het primaire proces
van overheidsdiensten, organisaties, burgers en partners,
en op de kwaliteit van de uitvoering. De focus is goede
opdat de fysieke veiligheid om te kunnen wonen, werken en
brandweerzorg en geneeskundige zorg te bieden, risico’s
recreëren wordt gewaarborgd en om zoveel mogelijk schade
waar mogelijk uit te sluiten, te verkleinen en zo goed
en leed bij rampen en crises te voorkomen en beperken.”
mogelijk te helpen beheersen, slachtoffers en gedupeerden bij rampen zo goed mogelijk te helpen en het bestuur zo
10
Visie
goed mogelijk te ondersteunen bij crisisbesluitvorming.
De VRZHZ is van en voor de gemeenten in ZHZ en stelt
Daarbij wil de VRZHZ ook nadrukkelijk een bijdrage leveren
zich in dat opzicht dan ook dienstverlenend op. Daarbij
aan het vergroten van de aandacht voor de voorkant van de
veiligheidsketen, waarbij ook de samenleving zelf een eigen verantwoordelijkheid en rol neemt. Gemeenten en burgers mogen erop vertrouwen dat geregeld is wat geregeld moet zijn en dat er gebeurt wat er moet gebeuren bij ongelukken, branden, rampen en crises. Het gaat voor alles om het regionaal organiseren van wat kleinschalig en in maatwerk moet worden aangeboden aan de gemeenten en de burgers. Om dat te kunnen doen moet de VRZHZ in de komende beleidsperiode de Wet veiligheidsregio’s en de onderliggende besluiten implementeren, in haar taakuitvoering op de Wvr gericht blijven en zich voortdurend professioneel willen ontwikkelen. Daarbij horen navolgende strategische beleidsdoelstellingen.
Strategische beleidsdoelstellingen De veiligheidsregio wil de komende beleidsperiode op
• VRZHZ wil de bestaande crisisorganisatie verbeteren door
slagvaardige en efficiënte wijze invulling en uitvoering
te leren van incidenten en door de aanbevelingen van
geven aan haar taken, missie en visie met navolgende
onderzoeksrapporten, met name de IOOV-rapportage
strategische beleidsdoelstellingen:
‘de staat van de rampenbestrijding/rampenbestrijding
• VRZHZ wil in 2013 de brandweer Zuid-Holland Zuid
op orde’, te verwerken in processen, procedures en
hebben gevormd en versterkt tot één geregionaliseerde
protocollen, en tot uiting te laten komen in competenties,
organisatie door het ‘Programma Versterking en
vaardigheden en gedrag.
Regionalisering Brandweer’ succesvol uit te voeren. • VRZHZ wil de (opgeschaalde) geneeskundige
• VRZHZ wil in nauwe samenwerking met de GMC en de politie de operationele informatievoorziening verder
hulpverlening bij ongevallen en rampen verder versterken
op orde brengen, in het bijzonder gaat het hier om het
door het landelijk visiedocument ‘de GHOR-keten
vermogen om bij incidenten via netcentrische wijze snel
versterkt’ en het ‘meerjarenbeleidsplan GHOR-ZHZ’ uit te werken en in te voeren, en wil een strategische visie voor
en adequaat tot goede beeldvorming te kunnen komen. • VRZHZ wil open staan voor innovatie, meegaan met
de doorontwikkeling van de GHOR-ZHZ ter versterking
ontwikkelingen in het beleidsveld van fysieke en sociale
van de GHOR-keten ontwikkelen en implementeren.
veiligheid (met bijzondere aandacht voor de aanstaande
• VRZHZ wil de taken en organisatie van de gemeentelijke
samenwerking tussen de politie ZHZ en Rotterdam-
rampenbestrijdingsprocessen, in het bijzonder de
Rijnmond (RR)) en permanent investeren in het netwerk
organisatie van de taken en werkzaamheden van de
van de partners in veiligheid, in het bijzonder in de
bevolkingszorg, zo effectief en efficiënt mogelijk op
aansluiting met buurregio’s.
de meest geëigende schaal organiseren. De uitvoering
• VRZHZ wil haar operationele continuïteit kunnen
hiervan vindt binnen het bureau Gemeenten plaats onder
garanderen. Hiertoe wordt in 2011 een continuïteitsplan
leiding van de coördinerend gemeentefunctionaris.
opgesteld.
11
Het risicoprofiel Inleiding
Het risicoprofiel beoogt geen statisch document te zijn,
Volgens de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) stelt het bestuur
maar zal jaarlijks worden geactualiseerd. Trends kunnen op
van de veiligheidsregio voor de regio een risicoprofiel vast
deze wijze worden meegewogen en het effect van beleid op
(artikel 15). Het risicoprofiel is het samenstel van:
bepaalde risico’s kan worden gemeten. Het risicoprofiel zal
• het risicobeeld, een overzicht van de risicovolle situaties in
vanuit dat oogpunt nog niet volledig zijn. Het risicoprofiel
de regio; • de risicoduiding, een hieruit afgeleid overzicht naar soorten branden, rampen en crises;
dient te worden bezien als groeidocument dat op basis van bestuurlijke en operationele input en ontwikkelingen in de regio zal worden uitgebouwd.
• de risicoanalyse, een weging en inschatting van de gevolgen van deze branden, rampen en crises.
Risicobeeld De regio ZHZ wordt gevormd door 19 gemeenten en
Het regionaal risicoprofiel voor ZHZ is opgesteld volgens
kent een bevolkingsdichtheid van 478.000 inwoners
de methode nationale risicobeoordeling (programma
(gemiddeld 570 inwoners/km²). De regio kent een grote
nationale veiligheid) en de landelijke handreiking regionaal
diversiteit in zowel de samenstelling van de bevolking als
risicoprofiel*. Het concept-risicoprofiel is besproken in de
in landschappelijke kenmerken. De Drechtsteden vormen
Commissie voor Advies Brandweeraangelegenheden, de
een stedelijk gebied, daar waar de Hoeksche Waard en de
Adviescommissie Veiligheid Gemeentesecretarissen, het
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden een meer landelijk,
Operationeel Veiligheidsoverleg, het Veiligheidsnetwerk,
agrarisch karakter hebben. Het risicobeeld van de regio is
het afstemmingsoverleg Risico- en Crisisbeheersing, de
daarom niet voor de gehele regio gelijkluidend. De risico’s
regionale werkgroep risicobeheersing, het dagelijks bestuur
waaraan de regio wordt blootgesteld zijn voor een deel
en het algemeen bestuur en is ter consultatie aangeboden
regiospecifiek (de risico’s zijn aanwezig door activiteiten
aan de gemeenten. Het risicoprofiel is vastgesteld door
en functies in of het karakter van het gebied) en voor een
het algemeen bestuur op 23 maart 2011. Het risicoprofiel
ander deel als generiek aan te merken (de risico’s zijn in
is tot stand gekomen in samenwerking met medewerkers
ZHZ aanwezig, maar niet in hogere mate dan in de rest van
van de GHOR, de regionale brandweer, politie ZHZ,
Nederland, denk bijvoorbeeld aan een pandemie of extreem
Omgevingsdienst ZHZ, GGD ZHZ, gemeenten, de provincie
weer).
Zuid-Holland en nutsbedrijven.
* Handreiking regionaal risicoprofiel, ontwikkeld in opdracht van GHOR Nederland, Landelijk Overleg van Coördinerend Gemeentesecretarissen,
12
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding en de Raad van Hoofdcommissarissen met steun van het Veiligheidsberaad
De regio grenst aan de regio’s Rotterdam-Rijnmond, Hollands Midden, Utrecht, Gelderland-Zuid en Midden- en West-Brabant. Europoort en industriegebied Moerdijk zijn van invloed op het risicobeeld van de regio. De Heinenoordtunnel (wegverkeer) vormt een oeververbinding naar de regio Rotterdam-Rijnmond en de Moerdijkbruggen (weg en spoor) en de brug bij Gorinchem (weg) naar de regio Midden-en West-Brabant. Het Hellegatsplein vormt zowel een (oever)verbinding met zowel de regio RotterdamRijnmond als de regio Midden- en West-Brabant. Aan de oostelijke kant (Gelderland-Zuid) zijn het de waterwegen, snelwegen en de Betuwespoorlijn die de verbindende schakel vormen. De regio is een laaggelegen en waterrijk deltagebied, beschermd door een stelsel van aaneengesloten waterkeringen ook wel dijkringen genoemd. De regio heeft te maken met overstromingsrisico’s zowel vanuit de rivieren als de kust. De instanties die binnen ZHZ belast zijn met het waterbeheer zijn het waterschap Rivierenland (dijkring 16
In 2011 heeft zich een grote brand bij Chemie-Pack in
en 43) en het waterschap Hollandse Delta (dijkring 17, 21
Moerdijk voorgedaan. Deze gebeurtenis maakte duidelijk
en 22) en Rijkswaterstaat. De regio kent geen grote bos- of
dat de VRZHZ zeer grote effecten kan ondervinden van een
heidegebieden, waarmee grootschalige natuurbranden geen
gebeurtenis in een aangrenzende regio. Binnen de regio
voor de hand liggend risico vormen voor de regio. Intensieve
bevinden zich geen kernenergiecentrales. De invloed van
recreatie, in de vorm van grootschalige kampeerterreinen of
een incident bij de kernenergiecentrales Doel (België) en
bungalowparken in natuurgebieden, vindt in de regio niet
Borselle beperkt zich tot effect op de voedselketen.
plaats. De Hollandsche Biesbosch wordt vooral bezocht door dagjesmensen. Extreme weersomstandigheden zoals zware
De regio is een doorvoerroute van (gevaarlijke) goederen
stormen, langdurige droogte/hitte, extreme koudeperiode
vanuit de Rotterdamse haven naar o.a. België en Duitsland.
of extreme regenval, kunnen in de regio voorkomen, maar
Vervoer van gevaarlijke stoffen vindt plaats over de weg, het
vormen op zichzelf geen specifiek regionaal risico en kunnen
water, het spoor en per buisleiding. Het ‘basisnet weg’ maakt
als generiek risico worden bestempeld. ZHZ behoort niet tot
duidelijk dat vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg
de gebieden waar aardbevingen te verwachten zijn.
ook in de toekomst plaats zal vinden over de A15, de A16, de A27 en de N3. Deze wegen zijn in het basisnet aangewezen
In de regio ZHZ is een aantal bedrijven gevestigd
als internationale verbindingen, kennen een veiligheidszone
waar gevaarlijke stoffen worden bewerkt, verwerkt
en een zogenoemd ‘plasbrand aandachtsgebied’ (PAG),
of opgeslagen. Ook is het grote rangeeremplacement
dit laatste in verband met effecten van een ongeluk met
Kijfhoek in de regio (Zwijndrecht) gelegen; een bijzonder
de meest vervoerde brandbare stoffen (benzine en diesel).
aandachtsgebied (de draaischijf van het goederenvervoer
Vanuit een kwantitatieve risicobenadering kent de regio in
per spoor in West-Europa) waar dynamische en statische
de huidige situatie een aantal externe veiligheidsknelpunten
gevaarzettingen bij elkaar komen. De risicovormende
langs de A15, ter hoogte van Hardinxveld-Giessendam
bedrijven vallen veelal onder de werking van het ‘Besluit
en Alblasserdam. Ondermeer de aanleg van de tweede
externe Veiligheid Inrichtingen’ (Bevi), in ZHZ ca. 90
Maasvlakte en daarmee gepaard gaande groei van vervoer
bedrijven, of het ‘Besluit Risico’s Zware Ongevallen ’99’
zal het aantal knelpunten in de toekomst eerder doen
(BRZO), in ZHZ 14 bedrijven. De regio ligt in het effect
toenemen dan afnemen.
gebied van ongevallen met gevaarlijke stoffen in het Rotterdamse Havengebied en industriegebied Moerdijk.
13
De spoorlijn door Dordrecht en Zwijndrecht vormt een
• langdurige stroomuitval (langer dan 24 uur);
verbinding tussen het Rotterdamse havengebied en België
• extreem weer (langdurige hitte of langdurige sneeuw/
en over de Betuweroute worden de goederen van en naar Duitsland vervoerd. Met name de spoorzone in Dordrecht en Zwijndrecht kent (externe) veiligheidsknelpunten. Het
ijzelperiode); • grote brand in een gebouw met niet of verminderd zelfredzame personen.
basisnet spoor kent aan dit traject de zwaarste categorie toe,
Dit zijn tevens de scenario’s waarbij is geconstateerd dat
waardoor ook in de toekomst vervoer van gevaarlijke stoffen
rekening moet worden gehouden met het aanvragen van
over dit traject ‘gegarandeerd’ blijft.
bijstand bij de incidentbestrijding. Voor de grieppandemie geldt dat te allen tijde wordt aangesloten bij de nationale
Vervoer van gevaarlijke stoffen over het water vindt
aanpak.
voornamelijk plaats over de (Oude) Maas, de Kil, de Merwede en de Noord. Kegelligplaatsen zijn te vinden
De spoorzone Dordrecht/Zwijndrecht kent een eigen project
in de Nieuwe Merwede (tegenover de Beatrixhaven te
waarbinnen met name hulpverleningsmaatregelen gericht
Werkendam), het Hollandsch Diep (Noordelijke Voorhaven
op de beheersbaarheid en verhoging van de mate van
van de Volkeraksluizen), de Kil (’s-Gravendeel), Oude Maas
zelfredzaamheid van bewoners en gebruikers in het gebied
(Kolenhaven en zeehaven Dordrecht) en Boven Merwede (1e
centraal staan. Vanuit de niet-wettelijke adviesrol van de
Voorhaven Gorinchem). Het knooppunt van de rivieren de
VRZHZ wordt in de voorliggende beleidsperiode (opnieuw)
Noord, Merwede en Oude Maas is één van de drukst bevaren
een intermediaire rol tussen gemeenten en ministeries
wateren van Europa. Dordrecht heeft de 6e zeehaven van
voorgestaan, waarbij de focus zal liggen op het nakomen
Nederland, waar o.a. overslag van aardolieproducten, ertsen,
van de inspanningsverplichtingen waaraan de rijkspartners
mineralen, metalen en chemicaliën plaatsvindt.
zich eerder hebben gecommitteerd.
Risicoprofiel
Een langdurige stroomuitval, langer dan 24 uur, zal
Het Regionaal Risicoprofiel voor de VRZHZ is tot stand
leiden tot een ernstige impact. Dit scenario behoeft
gekomen zoals voorgeschreven in de Wvr en methodisch
extra aandacht in preparatieve zin. Al in 2011 wordt de
verantwoord opgesteld volgens landelijk model.
koppeling gelegd met opleiden, trainen en oefenen door
Het volledige document is te downloaden via
trainingen te geven waarbij dit scenario centraal staat en
www.vrzhz.nl/risicoprofiel. Scenario’s die in het regionaal
wordt ter voorbereiding op crisisbeheersing geïnvesteerd in
risicoprofiel zowel op impact (ernstig tot zeer ernstig) als
incidentkaarten en informatievoorziening op dit punt. Met
waarschijnlijkheid (waarschijnlijk tot zeer waarschijnlijk) in
scenario’s vallend onder extreem weer zal daarna op een
ZHZ hoog scoren zijn:
vergelijkbare manier worden omgegaan.
• (milde) grieppandemie; • ongeval in de spoorzone (Dordrecht/Zwijndrecht, ook: Kijfhoek);
14
Volgens de Wvr maken branden onderdeel uit van het regionaal risicoprofiel. Voor dit moment is een aantal
• ongeval tijdens transport of opslag van radioactief materiaal;
scenario’s voor grote branden, waarbij de verwachting is dat
• incident met personenvervoer op het spoor;
ze zullen leiden tot een crisis, opgenomen in het regionaal
• luchtvaartincident;
risicoprofiel VRZHZ. Daarnaast wordt in het Programma
• incident op spooremplacement Kijfhoek.
Versterking en Regionalisering Brandweer (PVRB) een zogenoemd brandrisicoprofiel uitgewerkt in combinatie met
Daarnaast verdienen de onderstaande incidenttypen n.a.v.
een dekkingsplan. Dit brandrisicoprofiel volgt het tempo
de zienswijzen extra aandacht op preparatief gebied:
van het PVRB en zal nadat het gereed is en is vastgesteld
• ongevallen met gevaarlijke stoffen (met in achtneming
aan het regionaal risicoprofiel VRZHZ worden toegevoegd.
van de resultaten uit de onderzoeken naar de grote brand
Dit gegeven het feit dat gemeenten in de VRZHZ in
in Moerdijk op 5 januari 2011);
preparatieve zin bekend zijn met en werken op basis van het
• verstoring drinkwatervoorziening.
gemeentelijke brandrisicoprofiel.
Beleidsconclusie Met betrekking tot een (grote) brand in een gebouw
Het risicoprofiel geeft geen aanleiding tot beleidsbijstelling
met niet- of verminderd zelfredzame personen zal
waaraan een financiële component verbonden is. Er is
worden onderzocht in hoeverre community safety,
wat betreft het risicoprofiel geen aanleiding tot het
risicocommunicatie en opleiden en oefenen op dit
treffen van extra maatregelen die een verhoging van
scenario van invloed kunnen zijn. Voor wat betreft de
de inwonerbijdrage noodzakelijk maken. Daarnaast is
brandbestrijding en hulpverlening op het water wordt
geconstateerd dat het landelijk systeem voor de verdeling
vastgehouden aan het bestaande risicoprofiel en de
van de rijksbijdrage voor de VRZHZ relatief ongunstig
daarvoor benodigde (blus)middelen te water.
uitwerkt ten opzichte van andere veiligheidsregio’s. Deze constatering geeft, mede gezien de ervaringen als
De n.a.v. het concept regionaal risicoprofiel VRZHZ door
effectregio bij de grote brand in Moerdijk, aanleiding bij
gemeenten ingediende zienswijzen geven aanleiding tot
het ministerie van Veiligheid en Justitie te bepleiten de
uitwerking van de volgende scenario’s in de eerste jaarlijkse
verdeelsystematiek te herzien.
actualisatie van het risicoprofiel:
15
Risicobeheersing Visie op risicobeheersing Risicobeheersing behelst de structurele aandacht voor fysieke (on)veiligheid en het voorkomen en terugdringen van onveilige situaties en de zorg voor het zoveel mogelijk beperken en beheersen van gevolgen van inbreuken op de fysieke veiligheid. Waar risico’s niet volledig kunnen worden teruggedrongen, blijft een restrisico bestaan. De dynamiek van risicobeheersing is toegenomen. De complexe interactie tussen variabelen maakt dat risicomonitoring en risicobeheersing dagelijks werk moeten worden. Risicobeheersing moet ook gericht zijn op het vergroten van het risicobewustzijn van burgers en bedrijven door risicocommunicatie. Belangrijke elementen in community safety en risicocommunicatie zijn het bieden van een handelingsperspectief en vergroting van de zelfredzaamheid. Risicobeheersing kent een wettelijke en een nietwettelijke component. De wettelijke component betreft de vergunningverlening, toetsing, controle, inspectie en handhaving op lokaal en bovenlokaal niveau. Naast het aanwijzen van bedrijfsbrandweren en het toezicht daarop heeft de VRZHZ géén wettelijke taken op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Het bureau expertise en advies van de regionale brandweer neemt deel aan een integraal inspectieprogramma BRZO. Vergunningverlening en handhaving ligt bij de omgevingsdienst/gemeenten. De regionale brandweer is hierbij als adviseur betrokken.
de burger een eigen verantwoordelijkheid heeft in het kader van zelfredzaamheid, onderlinge hulpverlening en
Risicobeheersing komt tot invulling door maatregelen te
burgerparticipatie.
nemen, bijvoorbeeld in de sfeer van beleid voor ruimtelijkeconomisch gebruik, maar bijvoorbeeld ook door het
Om goed inzicht te houden in de risico’s die het gebied
afkondigen van tijdelijk beleid, zoals bij grote evenementen.
bedreigen zal het opgestelde risicoprofiel permanent up-
Vele partijen, met eigen verantwoordelijkheden en
to-date gehouden worden. Jaarlijks zal het risicoprofiel
bevoegdheden, maken deel uit van het systeem van
bijgesteld worden ten behoeve van de beleidsvorming.
risicobeheersing. Risicobeheersing is voor een deel
Daarnaast zal er sprake zijn van permanente monitoring ten
netwerkmanagement; het vraagt om effectieve vormen van
behoeve van de advisering en het operationeel optreden. De
samenwerking tussen publieke en private partijen. Daarbij
VRZHZ zal een coördinerende rol vervullen tussen enerzijds
heeft de veiligheidsregio een regisserende en coördinerende
de provincie die verantwoordelijk is voor de risicokaart
rol.
en anderzijds de gemeenten en de omgevingsdienst die verantwoordelijk zijn voor het aanleveren van de informatie.
Risicocommunicatie maakt deel uit van risicobeheersing.
Hierbij wordt nadrukkelijk de samenwerking gezocht met
Risicocommunicatie is een volgens de Wet veiligheidsregio’s
de provincie Zuid-Holland en de overige veiligheidsregio’s
verplicht instrument, waarmee wordt aangegeven
binnen Zuid-Holland.
tot welk niveau de overheid in staat is veiligheid te bevorderen en te organiseren. Anderzijds wordt door over risico’s te communiceren duidelijk gemaakt waar
16
of (inter)regionaal) die om een multidisciplinaire visie of oplossing vraagt. Ontwikkelingen zoals het invoeren van een landelijk Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen en de veiligheidsproblematiek rond de spoorzone in Dordrecht/ Zwijndrecht vormen recente voorbeelden van deze categorie. De VRZHZ zal gegeven artikel 10.b. en artikel 14.2.e. Wvr gevraagd en ongevraagd adviseren op ontwikkelingen die van invloed zijn op het niveau van fysieke veiligheid in Zuid-Holland Zuid. De VRZHZ beoogt de invulling van deze niet-wettelijke adviesrol te bereiken door middel van: • het uitvoeren of doen uitvoeren van veiligheidsstudies of onderzoek; • het opbouwen, behouden en delen van expertise en ervaring; • het vervullen van een regierol op advisering vanuit multidisciplinaire optiek; • het adviseren aangaande: - evenementenveiligheid; - externe veiligheid; - omgevingsvergunning; - ontwikkelingen van invloed op het risicobeeld en ontwikkelingen die nieuwe, onbekende veiligheidsrisico’s met zich mee kunnen brengen; - veiligheidsvraagstukken met uitstraling op intergemeentelijk, regionaal of interregionaal niveau;
Veiligheidsadvies De wettelijke adviestaken van de VRZHZ omvatten de
- alle aangelegenheden waar gemeenten het advies van de VRZHZ wensen in te winnen.
adviesrol in het kader van het Vuurwerkbesluit en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) (bij vergunningen
Vergunningverlening
Wet milieubeheer en ruimtelijke plannen) en in de nabije
Een belangrijk instrument voor risicobeheersing is de
toekomst de adviesrol in het kader van de Algemene
vergunningverlening op het gebied van bouw-, milieu- en
Maatregel van Bestuur (AMvB’s) transport en buisleidingen.
brandveiligheid. Vergunningverlening is vooral een taak
Behalve de wettelijke adviestaak wil de VRZHZ ook een
van gemeenten en provincie. Een belangrijk deel van deze
niet-wettelijke adviesrol nemen, gegeven het risicoprofiel
taak wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst ZHZ. Het
van de regio. Artikel 10.b Wvr bepaalt dat de VR is belast
is belangrijk dat de veiligheidsregio in staat zal zijn het
met het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s
element veiligheid voldoende zwaar mee te laten wegen
van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de
in de besluitvorming rond het verlenen van vergunningen.
wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in
Zij zal hiertoe een goede werkrelatie onderhouden met
het beleidsplan zijn bepaald. De wettelijke adviesfuncties
de vergunningverlenende diensten en vanuit een formele
die binnen (onderdelen van) de veiligheidsregio zijn
adviesrol adviseren vanuit haar eigen expertise. Het advies
belegd, zijn veelal specialistisch van aard en passen binnen
van partners zal ingewonnen worden als de noodzakelijke
omschreven kaders en procedures. Niet alle veiligheidsissues
expertise niet tot het directe werkterrein behoort van de
passen echter binnen kaders of zijn te koppelen aan een
uitvoerende diensten van de veiligheidsregio.
procedure. Vaak gaat het hierbij om veiligheidsproblematiek in relatie tot een bepaalde omgeving (bovengemeentelijk
17
Toezicht, controle en handhaving
Risicocommunicatie
In aansluiting op de vergunningverlening is toezicht,
Risicocommunicatie is een volgens de Wvr verplicht
controle en handhaving essentieel voor het beheersen van
instrument, waarmee naar de burgers wordt aangegeven
risico’s. Handhaving van regels en voorschriften is één van
wat de mogelijke risico’s zijn in hun leefomgeving en tot
de belangrijkste schakels in de veiligheidsketen. Ook in dit
welk niveau de overheid in staat is veiligheid te bevorderen
domein speelt de omgevingsdienst een belangrijke rol, maar
en te organiseren. Ook wordt door over risico’s te
ook gemeenten, waterschappen, politie en OM zijn hierin
communiceren duidelijk gemaakt waar de burger een eigen
belangrijke partners.
verantwoordelijkheid heeft in het kader van onderlinge
Behoudens het toezicht op de bedrijfsbrandweren, heeft
hulpverlening en burgerparticipatie.
de veiligheidsregio geen hoofdrol in deze keten, maar participeert als adviseur in het toezicht. Daarnaast wil
Omdat risicocommunicatie ook dient voor te bereiden op
de veiligheidsregio wel stimuleren dat toezicht, controle
adequaat handelen bij een daadwerkelijk incident en het
en handhaving in belangrijke mate gericht zijn op het
verhogen van het niveau van zelfredzaamheid, is het van
voorkomen en het terugdringen van onveilige situaties.
belang dat risicocommunicatie en crisiscommunicatie in nauwe samenhang plaatsvinden. Risicocommunicatie dient
Evenementenbeleid
daadkrachtig en praktisch van aard te zijn in een continu
Een bijzondere categorie risico’s vormen de evenementen.
proces waarbij de informatiemomenten goed getimed
Daar waar veel burgers bijeen zijn, dicht opeen gepakt
worden.
in een vaak vreemde omgeving kunnen zich problemen manifesteren op het gebied van openbare orde, veiligheid
Informatie houdt niet op bij een gemeentegrens of bij
en gezondheid. Juist hier kan de veiligheidsregio zijn
een specifieke doelgroep maar verspreidt zich als water.
meerwaarde bewijzen door het verbinden van adviezen
Een gezamenlijke aanpak tussen VRZHZ en gemeenten,
vanuit de verschillende invalshoeken en het koppelen van
weliswaar met ruimte voor couleur locale is daarom van
vergunningverlening, toezicht, preparatie en operationele
groot belang. De VRZHZ wil hier regisserend en faciliterend
uitvoering. De VRZHZ wil met behulp van operationele
in zijn, maar is afhankelijk van de inzet van andere partijen.
partners, gemeenten en organisatoren van evenementen
Met name van de gemeenten die dicht bij de burgers staan
de komende vier jaar haar positie op dit gebied sterk
en de risicoveroorzakende bedrijven en de instellingen die
verbeteren door het regisseren van de adviesverlening
heel gericht een doelgroep kunnen bedienen. De gemeenten
gekoppeld aan een adequate multidisciplinaire preparatie.
zullen om deze reden, ook na inwerking treden van de Wvr, veelal de spreekbuis blijven naar de burgers en actief participeren in communicatieprojecten en community safety.
18
Elk jaar zal een thema centraal staan binnen risicocommunicatie. Eerdere thema’s zullen opnieuw aangestipt worden om deze onder de aandacht te houden.
risicocommunicatie op basis van de Wvr en het in 2008 aangenomen beleidskader risico- en crisiscommunicatie; • het inrichten van een versterkte adviesprocedure bij grote
De gekozen thema’s zijn gebaseerd op het risicoprofiel en
evenementen en het coördineren van de preparatie door
zullen ook in planvorming en oefeningen hun beslag krijgen.
hulpverleningsdiensten en gemeenten in relatie tot grote evenementen;
Beleidsrealisatie
• het vaststellen van een risicobeheersingsplan waarin
De VRZHZ wil bovenstaand beleid realiseren door:
op basis van het risicoprofiel de doelstellingen met
• het opstellen en jaarlijks actualiseren van het regionaal
betrekking tot het terugdringen van veiligheidsrisico’s
risicoprofiel VRZHZ; • het inrichten van een loket- en regiefunctie bij de veiligheidsregio voor het veiligheidsadvies ten behoeve van andere organisaties; • de taakopvatting van de brandweer in het kader van
worden vastgelegd en geconcretiseerd tot feitelijke plannen van aanpak, bijvoorbeeld door community safety projecten uit te voeren; • het beleid te laten aansluiten bij de uitkomsten van het risicoprofiel VRZHZ, waarbij met name aandacht is voor
de Wabo tot beleid te brengen en te verbinden aan de
de scenario’s die hoog scoren op waarschijnlijkheid en
organisatie van de geregionaliseerde brandweer;
impact, en anderszins scenario’s die gemeenten nader
• het coördineren en mede uitvoeren van
uitgewerkt willen zien.
19
Incidentbestrijding Visie op incidentbestrijding
Werkprogramma Gemeentelijke Kolom opgesteld waarin de
Uitgangspunt is dat zowel multi- als monodisciplinair
in dat jaar uit te voeren speerpunten worden benoemd.
tenminste wordt voldaan aan de eisen die de Wet en het Besluit veiligheidsregio’s stellen aan de hoofdstructuur
De noodzaak om met goed opgeleide, getrainde en
van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Er wordt
geoefende medewerkers - die bovendien op elkaar zijn
daarbij zoveel mogelijk aangesloten bij de normale
ingespeeld en waarvan de beschikbaarheid is gegarandeerd -
structuren en opgeschaald vanuit de dagelijkse praktijk.
de gemeentelijke rampenbestrijdingsprocessen uit te voeren,
Dit in samenwerking met alle partners en omliggende
wordt breed gevoeld. Per gemeente is dit streven niet op
regio’s. De veiligheidsregio zorgt voor een professionele
een effectieve en efficiënte wijze te realiseren. De structuur
en slagvaardige crisisorganisatie door vastlegging van de
van de gemeentelijke rampenbestrijding zal daarom worden
werkwijze in éénduidige en generieke plannen, procedures
ingericht in de vorm van een stelsel met een bovenlokale
en handboeken, het verhogen van de vakbekwaamheid
uitvoeringsorganisatie voor de bevolkingszorg,
van alle betrokken functionarissen, het optimaliseren
ingericht volgens de Wvr, waarmee in alle
van systemen en het permanent leren van incidenten en
gevallen kan worden voldaan aan de
oefeningen binnen en buiten de regio.
specifieke lokale behoeften van bevolkingszorg. De teams in deze
Opleiden, trainen en oefenen
uitvoeringsorganisatie van de
Om de voorbereiding op crisisbeheersing verder te
bevolkingszorg maken geen
verbeteren, blijft in de komende beleidsperiode het
deel uit van de organisatie
systematisch multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen
van de veiligheidsregio
stevig verankerd. Hierbij worden nieuwe werkvormen
maar zijn een product
geïntroduceerd om efficiënt en realistisch te oefenen.
van samenwerking
Vastgestelde kwaliteitsdossiers voor functionarissen en
van de aangesloten
competenties voor teams vormen in combinatie met de
gemeenten. Bij
individuele vakbekwaamheid hiervoor de basis.
het formeren van deze teams zal op
Om de geoefendheid te monitoren wordt conform
een natuurlijke
de aanbevelingen van de Inspectie Openbare Orde en
wijze aansluiting
Veiligheid (IOOV) een registratiesysteem geïntroduceerd.
gezocht worden
Ook wordt geïnvesteerd in de kennis en expertise van de
bij de ambtelijke
oefencoördinatoren. De kolommen zijn verantwoordelijk
opschaling zoals deze
voor de vakbekwaamheid van hun crisisfunctionarissen op
op verschillende plekken
het monodisciplinaire vakgebied en voor de daadwerkelijke
in de regio zich aan het
deelname aan de multidisciplinair georganiseerde OTO-
ontwikkelen is.
activiteiten. In 2010 is het ‘Multidisciplinair Beleidplan
De (voorbereidingen voor
Opleiden, Trainen & Oefenen VRZHZ’ uitgewerkt in bijlage 1.
de) coördinatie en het beheer van het gemeentelijk opleiden en
Gemeentelijke processen
oefenen zal, onder verantwoordelijkheid
Onder regie van de gemeentesecretarissen en op basis van
van de coördinerend gemeentesecretaris, op
de in 2010 bij gemeenten uitgevoerde Veiligheidsscan en
regionale schaal worden uitgevoerd. Daarbij zal waar
het Toetsingskader Gemeentelijke Risico- en crisisbeheersing,
nodig aansluiting gezocht worden bij het multidisciplinaire
wordt de kwaliteit van de gemeentelijke incidentbestrijding
opleiden en oefenen. Gelet op de bestaande verschillen
de komende jaren stelselmatig verbeterd. Vanuit
in kwaliteit en mogelijkheden zal ook hier oog zijn
deze éénduidige verwachtingen in taakopvatting en
voor lokaal maatwerk. Bij dit alles wordt voortdurend
taakuitvoering is het een meerwaarde voor de ontwikkeling
verbinding gemaakt met de Commissie van Advies
van de gemeentelijke kolom, om gezamenlijk (regionaal) de
gemeentesecretarissen veiligheid (AGV).
doelen en ambities vast te stellen. Hiertoe wordt jaarlijks een
20
Crisiscommunicatie
Zelfredzaamheid
Crisiscommunicatie heeft een belangrijke plaats in de
Burgers worden geacht zoveel mogelijk zelfredzaam
incidentbeheersing. Het bepaalt het beeld naar buiten toe
te zijn en hun medeburgers te helpen bij gevaarlijke
over het verloop van het incident, de slagvaardigheid van
situaties waarop de Wvr ziet. Zelfredzaamheid van
bestuur en hulpdiensten en het risico dat de bevolking loopt.
en onder de bevolking moet worden gestimuleerd
Adequate en tijdige voorlichting aan burgers en andere
en bevorderd. Dat gebeurt onder meer door
betrokkenen (media) is van cruciaal belang. Ontijdige of
community safety, de ‘denk vooruit’ campagne van de
incomplete informatie kan grote (negatieve) gevolgen en
rijksoverheid en door risicocommunicatie. VRZHZ zal het
escalatie van de crisis tot gevolg hebben, terwijl de juiste
zelfredzaamheidsbewustzijn blijven stimuleren door in de
communicatie de-escalerend kan werken.
beleidsperiode zelfredzaamheidscampagnes te voeren, waarbij een nadrukkelijke rol voor de brandweer en GHOR
Bij crisiscommunicatie staat de zorg voor de burger voorop. Door deze prioritering van de maatschappelijke component wordt de benadering van crisiscommunicatie nadrukkelijk bepaald. Dit vergt naast technisch-rationele oplossingen een grotere bestuurlijke rol bij communicatie over
is weggelegd. Daarnaast zal de VRZHZ waar mogelijk doelstellingen van zelfredzaamheid integreren in (grotere) oefeningen, in nauwe samenwerking met de gemeenten in ZHZ, de brandweer, de GHOR en de hoofdafdeling Risico- en crisisbeheersing. Ook komt er een beleidsplan ‘zelfredzaamheid’, waarin de overlappingen en scheidslijn ten aanzien van de organisatie van zelfredzaamheid en de betrokkenheid van de verschillende onderdelen van de veiligheidsregio hierin zijn benoemd.
incidenten. Het vergt specialisme
Operationele prestaties
op het gebied van
De in 2001 uitgebrachte ‘Leidraad operationele prestaties’
communicatie onder
is niet langer geldend. De operationele prestaties van de
zeer grote tijdsdruk en
VRZHZ en de gemeenten zijn op hoofdlijnen beschreven in
een groot organiserend
het Besluit veiligheidsregio’s. De politie hanteert voor haar
vermogen. Dit komt
optreden een zogenaamd ‘knoppenmodel’. Leidend voor
mede door de snelheid
het operationeel optreden van de operationele organisaties
van berichtgeving
zijn de naar aanleiding van het risicoprofiel uitgewerkte
door inzet van burgers als ‘broadcasters’ van nieuws en ontwikkelingen. Deze ontwikkeling legt nadrukkelijke eisen neer voor de organisatie van crisiscommunicatie. De VRZHZ zal zich hierin specialiseren en voorbereiden.
scenario’s van gebeurtenissen. Deze scenario’s vormen de grondslag voor planvorming, waarbij de gedachte is dat de eenheden van de veiligheidsregio zich maximaal prepareren op hun aandeel in de hulpverlening en incidentbestrijding. Het is daarbij niet de bedoeling dat de eenheden geheel geëquipeerd zijn om zelfstandig in worst-case scenario’s te kunnen optreden. Waar het om gaat is dat de eenheden zich een goed beeld vormen van hetgeen zonder bijstandsaanvraag kan worden gedaan en waar in welke
Volgens artikel 7 van de Wet veiligheidsregio’s
vorm en welke omvang bijstand nodig is. De operationele
draagt de burgemeester er zorg voor dat de bevolking
prestatie van een operationele eenheid is derhalve altijd,
en personen betrokken bij de rampenbestrijding of
in zijn maximale vorm, een combinatie van de inbreng
crisisbeheersing informatie wordt verschaft over de ramp
van eigen mensen en middelen enerzijds en door anderen
of crisis die een gemeente bedreigt of treft, alsmede over
(bijvoorbeeld buurregio’s) geleverde bijstand anderzijds.
de daarbij te volgen gedragslijn of voorzorgsmaatregelen. Ter uitvoering hiervan is een regionaal piket voorlichtingsfunctionaris ROT (regionaal operationeel team) in het leven geroepen.
21
De operationele eenheden van de VRZHZ zijn in elk geval
15 zwaargewonden en 15 lichtgewonden bij acute
in staat zelfstandig de volgende operationele capaciteit te
scenario’s; de gecoördineerde grootschalige inzet voor spoedeisende medische hulpverlening,
publiek openbare gezondheidszorg/ psychosociale
hulpverlening bij grotere ongevalscenario’s
van maximaal 16- 40 zwaargewonden en
eenzelfde aantal lichtgewonden of bij
gezondheidsbedreigingen van vergelijkbare omvang,
zoals een pandemie;
het dekkingsplan en conform de DVO’s met
■
één sectie GHOR in het ROT gedurende maximaal
gemeenten;
48 uur;
■ het bestrijden van ongevallen met gevaarlijke
■
de personele GHOR-bezetting voor twee situaties Grip
stoffen met gaspakbescherming en
1 tegelijkertijd voor 12 uur onafgebroken.
decontaminatie;
• de operationele hoofdstructuur: ■ één situatie GRIP 1 of hoger tegelijkertijd; ■ voortzetting van de coördinatie en
commandovoering gedurende 48 uur.
• de brandweer: ■ een dekkende basisbrandweerzorg conform
■ duiken en brandbestrijding op het water (niet
geheel onafhankelijk van partners/derden);
■ een zeer grote brand: eerste peloton in
30 minuten, tweede peloton in 45 minuten en het
derde en vierde peloton in 60 minuten;
■ een zeer groot ongeval; eerste peloton in
30 minuten, tweede peloton in 45 minuten en
het derde en vierde peloton in 60 minuten;
• de gemeenten: ■
twee teams bevolkingszorg tegelijkertijd gedurende
12 uur;
■
of één team bevolkingszorg gedurende 24 uur;
■
een coördinerend gemeentesecretaris gedurende
48 uur.
• de politie: ■
voldoende personeel voor maximaal twee
■ 8 meetploegen, tegelijkertijd in te zetten
kleinschalige ontruimingen tegelijkertijd;
■
voldoende personeel voor maximaal twee
■ bijstand van twee pelotons aan buurregio’s;
afzettingen/afschermingen bij enig middelincident
■ specialistische repressieve brandweerzorg (onder
tegelijkertijd;
gedurende minimaal 8 uur;
meer USAR-specialisten en schuiminzet);
■ één sectie brandweer in het ROT gedurende
maximaal 48 uur.
• de GHOR: ■ de direct spoedeisende geneeskundige
22
■
leveren, cq. inzetten te doen:
hulpverlening (capaciteit ter plaatse, vervoer
slachtoffers en capaciteit ziekenhuis) van maximaal
■
één sectie politie in het ROT gedurende maximaal
48 uur;
■
het in de GMC afhandelen van één gesepareerd
incident buiten de reguliere werkzaamheden
gedurende maximaal 48 uur.
Informatievoorziening De VRZHZ wil de komende jaren informatiemanagement zowel in de koude als warme fase op een hoger niveau brengen. De VRZHZ ziet zich gesteld voor de uitdaging om het informatiemanagement conform de normen in de Wet en het Besluit veiligheidsregio’s op orde te brengen. Informatiemanagement moet de hulpverlener, de crisismanager, de bestuurder en de burger faciliteren, ook tijdens een ramp. Om informatiemanagement goed vorm te kunnen geven heeft de VRZHZ twee functionarissen aangesteld: een chief information officier en een
Voor wat betreft het ROT is voorzien in een hoofd sectie
projectleider netcentrisch werken.
informatie management, tevens hoofd sectie communicatie & voorlichting.
In dit kader onderschrijft de VRZHZ de drie speerpunten van de strategische agenda van het Veiligheidsberaad:
Nafase en herstel
• eenduidige toegang voor de burger, te weten een
De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van
adequate dienstverlening door de meldkamer en snelle en
werkzaamheden op het taakveld ‘nafase en herstel’ ligt bij
juiste informatievoorziening ten tijde van crises;
de gemeenten. Uiteraard kan de VRZHZ bij de uitvoering van
• delen van informatie, te weten het versterken van de spilfunctie van de meldkamer en het netcentrisch werken; • betere hulpverlening door standaardisatie van de
deze taak een bijdrage leveren. De termen ‘nafase’ en ‘herstel’ maken duidelijk dat er na een incident meer te doen is dan alleen het bieden van ‘nazorg’.
informatievoorziening, ten behoeve van een effectieve
Herstelprocessen hebben in de regel lange tijd nodig maar
en efficiënte uitwisseling van informatie en gebruik van
worden al tijdens de incidentbestrijding gestart. Drie clusters
gemeenschappelijke voorzieningen.
van activiteiten staan daarbij centraal: • een bijdrage leveren aan het organiseren van de
In 2011 wordt deze strategische agenda ter uitvoering
herstelfase, bijvoorbeeld het verlenen van psychosociale
van artikel 14, lid 2.c. van de Wet veiligheidsregio’s voor
nazorg aan slachtoffers. Deze activiteiten staan naast de
de VRZHZ nader uitgewerkt in een meerjarenbeleidsplan
nazorg voor het eigen personeel. Ook zaken als herstel
Informatiemanagement. De VRZHZ zal het landelijke
van de fysieke en/of sociale infrastructuur van een
programma netcentrisch werken volgen en zich conformeren
getroffen gebied maken hiervan deel uit;
aan de operationele doelstellingen en eisen van het
• het ondersteunen van het bestuur. Inspecties en
programma. Voor de operationele informatievoorziening zal
onderzoeken maken onlosmakelijk deel uit van de
de VRZHZ het ‘landelijk crisis managementsysteem’ (LCMS)
herstelfase. Deze onderzoeken leggen een groot beslag
invoeren.
op de bestaande capaciteit en vragen om specifieke competenties. Professionele ondersteuning van het
Het LCMS zal worden gebruikt voor de adequate informatievoorziening binnen en tussen de operationele
bestuur en de organisatie is noodzakelijk; • de aandacht voor beleidsbijstelling die voortkomt
diensten en naar gezagsdragers, waarbij de VRZHZ zich
uit externe en interne evaluaties en onderzoek.
conformeert aan de landelijke eisen:
Aanbevelingen moeten daadwerkelijk worden
• Besluit veiligheidsregio’s, artikel 2.4.1. tot en met 2.4.4.;
geïmplementeerd.
• Wet veiligheidsregio’s, artikel 46. De veiligheidsregio als organisatie dient zich goed te Tevens zal bijzondere aandacht worden gegeven aan
prepareren op de met herstel verband houdende activiteiten
de kwaliteit van de informatiemanagers werkzaam
binnen de eigen taken. De lessen die kunnen worden
in de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en
geleerd uit de aanpak van de nafase bij de brand in Moerdijk
crisisbeheersing, opdat tijdens incidenten op de kwaliteit
zullen worden verwerkt in een protocol voor het organiseren
van de informatievoorziening kan worden gestuurd.
en beheersen van de nafase bij grote incidenten.
23
Verklaring van Zwijndrecht Ter voorbereiding op dit beleidsplan heeft het algemeen
9. Feitelijk betekent deze keuze dat de huidige aanrijtijden
bestuur richting gegeven aan de verdere ontwikkeling van
van de brandweer als ondergrens niet veranderen.
de brandweer, de gemeentelijke rampenbestrijding en de
10. Het komend jaar zal het systeem van referentietijden
GHOR. Deze richting is vastgelegd in de Verklaring van
en toolbox en het daarbij behorende brandrisicoprofiel
Zwijndrecht en luidt als volgt:
e.d. bij wijze van experiment worden uitgevoerd om de consequenties van deze beleidslijn in detail te kunnen
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio
uitwerken, doorgronden en evalueren. Eerst daarna
Zuid-Holland Zuid in vergadering bijeen op
wordt het dekkingsplan definitief vastgesteld.
21 januari 2011 te Zwijndrecht.
11. Het cluster Drechtsteden Noord zal gedurende het jaar waarin dit experiment loopt de PVB 2000 als
Verklaart ten aanzien van het kwaliteitsniveau
uitgangspunt hanteren en fungeren als referentiecluster
brandweerdekking het volgende.
om te beoordelen of en in hoeverre sprake is in de uitvoeringspraktijk van betekenisvolle verschillen ten
1. In het kader van het project versterking brandweer (PVB 2000) zijn in het jaar 2000 normtijden vastgesteld voor de opkomsttijden van de brandweer. 2. In de Wet veiligheidsregio’s die op 1 oktober 2010 in werking is getreden, worden nieuwe tijdnormen
opzichte van PVB 2000. 12. Uiteraard kunnen gemeenteraden besluiten een hoger niveau brandweerzorg in hun gemeente overeen te komen met de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. 13. Een plan van aanpak met betrekking tot externe
gesteld, die dienen als verantwoordingsnorm voor de
communicatie wordt opgesteld en voor inwerkingtreding
opkomsttijd van de basisbrandweereenheden. Deze zijn
van dit besluit aan de gemeenten ter hand gesteld.
strakker dan de normering volgens PVB 2000. 3. In de Wet veiligheidsregio’s wordt de mogelijkheid geboden om tijdnormen vast te stellen tot maximaal 18
Verklaart daarnaast ten aanzien van de gemeentelijke rampenbestrijding in Zuid-Holland Zuid het volgende.
minuten, mits daartoe door het bestuur gemotiveerd besloten. 4. Gebleken is dat momenteel in de helft van de gevallen de normtijden uit PVB 2000 in onze regio niet gehaald worden; dit is overigens een landelijk beeld. 5. De Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid heeft de ambitie
1. Voorstellen worden ontwikkeld met het oog op een organisatorische en functionele versterking van de gemeentelijke kolom en het bureau Gemeenten binnen de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. 2. Voorstellen worden ontwikkeld om te komen tot
om het kwaliteitsniveau brandweerzorg minimaal op
(sub)regionale afstemming en coördinatie van
het huidige niveau te handhaven en waar mogelijk te
rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsplannen, alsmede
verbeteren, met als referentie de normen PVB 2000.
verbetering van de organisatie van de bevolkingszorg en
6. Dit streven kan ook gerealiseerd worden door andere maatregelen. Dit noemen wij in Zuid-Holland Zuid
de crisiscommunicatie in de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid.
toolboxinstrumenten (brandmelders, zelfredzaamheid, toepassen nieuwe blustechnieken en andere vormen
Verklaart daarnaast ten aanzien van de geneeskundige
van innovatie). Als generieke maatregel zal de
hulpverlening in Zuid-Holland Zuid dat voor de komende
risicocommunicatie worden versterkt, waarin de burger
beleidsperiode de volgende uitgangspunten gelden:
wordt gewezen op de eigen mogelijkheden om een brandveiligere leefomgeving te creëren. 7. Om de zwaarte van de toe te passen toolboxinstrumenten te bepalen, zijn in Zuid-Holland
1. regie op de zorgketen; 2. verantwoord geneeskundig zorgniveau in Zuid-Holland Zuid;
Zuid referentietijden voor de opkomsttijden van de
3. bovenregionale samenwerking;
brandweer ontwikkeld in samenhang met de normen
4. positionering GHOR-advies.
PVB 2000. 8. Op deze wijze toetst het algemeen bestuur de mogelijkheden die de wet biedt om gemotiveerd af te wijken ten opzichte van de tijdnormen in de wet.
24
Zij zet daartoe het door de directeur GHOR aangestuurde bureau GHOR in.
Beleidsrealisatie De veiligheidsregio wil de bovenstaande doelstellingen realiseren door: • de wijze van (gezamenlijk) optreden bij incidenten vast te
• de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de operationele functionarissen te verbeteren; • voor deze functionarissen een functionarissenvolgsysteem te gebruiken;
leggen in een operationele regeling en het crisisplan;
• voortdurende evaluatie van oefeningen, trainingen
• eenduidige afspraken te maken met de op grond van
en incidenten om de kwaliteit en uitvoering van de
het risicoprofiel meest voor de hand liggende partners
crisisorganisatie te monitoren en actie te kunnen
over hun inzet bij een incident, informatieuitwisseling,
ondernemen om plannen, procedures en/of trainingen bij
crisiscommunicatie en bereikbaarheid; • jaarplannen Multidisciplinair Opleiden, Trainen
te stellen; • versterking van de crisiscommunicatie en voorlichting
en Oefenen uit te voeren op basis van het
door aan de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en
Meerjarenbeleidplan Opleiden, Trainen en Oefenen;
crisisbeheersing een ‘sectie communicatie en voorlichting’
• elke twee jaar een grote multidisciplinaire oefening te
toe te voegen, de leiding van deze functie te versterken
organiseren, bij voorkeur en waar mogelijk samen met
en gericht te sturen op de adequate afhandeling van de
een buurregio en partners; • de gemeentelijke rampenbestrijdingtaak te versterken
onderscheiden processen in deze functie; • de zelfredzaamheid onder de bevolking te bevorderen,
door voor de bevolkingszorg waar mogelijk en gewenst
stoelend op een nog te ontwikkelen beleid (onder leiding
op regionale schaal zoveel mogelijk effectiviteit en
van de GHOR).
efficiency te bewerkstelligen;
25
Bedrijfsvoering De VRZHZ wil haar wettelijke taken goed uitvoeren. De
Regio ZHZ. Wij doen wat gezamenlijk is afgesproken en
financiële situatie van de VRZHZ is echter verre van ruim en
committeren ons, net als de anderen, aan de nieuwe prijs- en
er is een aantal financiële risico’s gemeld. Het vooruitzicht
verrekensystematiek van het SCD. Het betekent dat voor het
wordt er niet gunstiger op in het perspectief van de door het
jaar 2011 de inwonerbijdrage van de VRZHZ (buiten index)
rijk aangekondigde korting op de rijksdoeluitkering. Tevens
€ 10,89 zal zijn.
wil de VRZHZ voldoen aan de bezuinigingswens van de gemeenten. Deze wens betreft 5% op de inwonerbijdrage in 2011 en structureel 10% op de inwonerbijdrage per 2012.
evenwel een forsere bezuinigingsinspanning van de VRZHZ
Begroting
€ 635.000,- worden gerealloceerd omdat de VRZHZ vanwege
De VRZHZ heeft een netto begroting van € 11,7 miljoen (inkomsten van dienstverleningsovereenkomsten en projectsubsidies niet meegerekend). Daarvan wordt € 5,2 miljoen ingebracht via de inwonerbijdrage en € 4,5 miljoen via de rijksdoeluitkering. Tevens ontvangt de VR € 200.000,- aan bijdragen van derden. Ook factureert zij jaarlijks € 1,8 miljoen aan derden. In vergelijking met andere veiligheidsregio’s, mede gezien het ZHZ-risicoprofiel, heeft de VR geen hoge rijksdoeluitkering. Eigenlijk is, zoals eerder aangegeven, het rijkssysteem voor verdeling van de
van € 260.000,-. In totaal moet namelijk binnen de VRZHZ het nieuwe SCD-arrangement voor € 275.000,- geen servicediensten meer kan toerekenen aan de DVO Dordrecht en zij voor € 100.000,- zelfstandig en parallel een eigen crisisICT-infrastructuur in stand moet houden.
Tweede tranche bezuiniging De tweede tranche bezuiniging (additioneel structureel 5% vanaf 2012) leidt tot feitelijke verlaging van de inwonerbijdrage. Deze bezuinigingsopdracht moet worden geprojecteerd tegen dat wat de VRZHZ in de komende
rijksbijdrage voor onze regio zeer ongunstig.
jaren met zekerheid financieel moet opvangen, en tegen de
Bij de start van de VR is nadrukkelijk niet om een
de VRZHZ zijn gemeld.
verhoging van de inwonerbijdrage verzocht; de nieuwe Wet veiligheidsregio’s wordt uitgevoerd met dezelfde inwonerbijdrage als voorheen, met dien verstande dat de rijksdoeluitkering vanaf 2009 enige progressie heeft getoond. Overigens hebben de veiligheidsregio’s steeds nadrukkelijk gevraagd om een hogere rijksdoeluitkering, maar het departement van V&J heeft dit verzoek (gesteund door extern onderzoek) definitief afgewezen. De VRZHZ bezuinigt in de komende jaren in twee tranches om een verlaging van de inwonerbijdrage te realiseren. Het betreft 5% vanaf 2011 en additioneel 5% vanaf 2012, totaal 10% structureel.
Eerste tranche bezuiniging Het algemeen bestuur van de VRZHZ heeft op 3 maart 2011 besloten (zie bijlage 2) de eerste 5% bezuiniging in te zetten voor de betaling van de hogere kosten, verbonden aan de nieuwe prijs- en verrekensystematiek van het SCD. Voor de VRZHZ gaat het om een bedrag van € 260.000,Daarmee volgt de VRZHZ het beleid dat ook door de Regio ZHZ en de Omgevingsdienst ZHZ wordt gehanteerd. Voor de VRZHZ betekent het dus dat zij wat betreft de eerste tranche bezuiniging geen andere koers vaart dan de
26
Het nieuwe SCD-arrangement dat wordt aangegaan vraagt
(financiële) risico’s die al meerdere malen in de Buraps van
Inmiddels is zeker dat alle veiligheidsregio’s in de komende vier jaar 1,5% per jaar (cumulatief) worden gekort op hun rijksdoeluitkering. In totaal gaat het dus om 6%, te weten per 2015 cumulatief € 250.000,- voor de VRZHZ. Dit is een rijkstaakstelling, qua omvang vergelijkbaar met een 5%-taakstelling op de inwoner bijdrage. Voorts zijn er de volgende financiële risico’s (deze leiden niet per definitie tot een probleem, maar noodzaken wel tot enige veerkracht): • een eventuele wens tot verdere verlaging van de inwonerbijdrage;
• verzoeken van het Veiligheidsberaad om incidentele bijdragen om nieuw gezamenlijk beleid van de 25 veiligheidsregio’s te kunnen implementeren; • afroming van de rijksdoeluitkering ten behoeve van de financiering van de werkorganisatie van het Veiligheidsberaad; • frictie- en rafelkosten voortkomende uit de aanstaande schaalvergroting van de meldkamerorganisatie; • extra kosten voor de financiering van gezamenlijk harmoniebeleid van de gemeenschappelijke regelingen Drechtsteden, Regio ZHZ, VRZHZ en Omgevingsdienst ZHZ, voornamelijk in de sfeer van rechtspositie en HRM. Bovenstaande leidt tot de conclusie dat de tweede 5%-verlaging van de inwonerbijdrage door de VRZHZ primair moet worden gerealiseerd door een goedkoper (meer marktconform) SCD-product te realiseren. Zo deze doelstelling niet kan worden gerealiseerd is dat evenwel geen aanleiding de bezuinigingsopdracht voor de tweede tranche daarop aan te passen. Het uitgangspunt blijft additioneel 5% van de inwonerbijdrage per 2012 structureel. In het perspectief van een duurzame relatie is de VRZHZ
Kwaliteitszorg
bereid vanaf 2011 SCD-diensten af te nemen (ook ICT)
De veiligheidsregio heeft de wettelijke plicht om een
op basis van deze nieuwe prijs- en verrekensystematiek.
kwaliteitszorgsysteem te hanteren. Kwaliteitszorg heeft
Randvoorwaardelijk is evenwel dat de (brandweer)
als doel om de prestaties van de organisatie inzichtelijk te
regionaliserende gemeenten moeten kunnen kiezen
maken (in relatie tot gestelde doelen) en, daar waar nodig,
voor een prijs-prestatieverhouding van PIOFACH-
te verbeteren. Doordat kwaliteitszorg prestaties inzichtelijk
dienstverlening die kostenefficiënt is en recht doet aan het
maakt, kan worden aangetoond dat wordt voldaan aan
brandweerproduct. Om die reden wenst de VRZHZ voor
de verwachtingen van de opdrachtgever (en de omgeving)
eind december 2011 een volledig inzicht te hebben in het
en de eigen professionele standaarden. Daartoe dienen de
arrangement dat het SCD per 2013 kan en wil leveren, mede
volgende doelstellingen:
bezien in relatie tot enkele andere aanbieders.
• het borgen en verbeteren van de samenwerking tussen de
De VRZHZ heeft de komende jaren dus een forse opgave
• het borgen en verbeteren (van de besturing) van de
organisatieonderdelen; te managen. In de praktijk zal de VRZHZ vanaf 2012 een
processen, vooral waar er sprake is van procesovergangen:
verlaging van 5% (tweede tranche) op de inwonerbijdrage
dit betekent dat in processen op samenhang wordt
moeten realiseren en tevens binnen de begroting (cumulatief per 2015) € 250.000,- aan Bdur-afname moeten
gestuurd; • het transparant maken van de eisen en normen van de
opvangen. Daaraan vooraf gaat een interne re-allocatie
dienstverlening en de prestatie hierop inzichtelijk maken
van € 635.000,- om het nieuwe SCD-arrangement te kunnen
en daarop sturen;
accommoderen.
• het flexibel en goed inspelen op de wensen van het bestuur; • de kwaliteit van de medewerkers optimaal ontwikkelen en benutten; • het inzicht in de kwaliteit van de producten en diensten vergroten;
27
• het realiseren van een lerende organisatie door processen
vereisten en regels zijn gesteld. Bovendien zijn onderdelen
en prestaties te evalueren en zo nodig te verbeteren
van de VRZHZ, zoals de brandweer en de GHOR, verbonden
en medewerkers mogelijkheden te geven om zich te
aan landelijke brancherichtlijnen en is de VRZHZ als geheel
ontwikkelen;
weer onderdeel van het netwerk van de 25 veiligheidsregio’s
• het implementeren van een kwaliteitszorgsysteem ARISTOTELES; • het consequent evalueren van incidenten en oefeningen en daaruit verbeterd beleid realiseren; • het toepassen van een stelsel van interne toetsing door prestatiemeting en audits; • het tweejaarlijks uitvoeren van onderzoek naar de tevredenheid van klanten over de prestaties van de onderdelen van de veiligheidsregio.
die ook in harmonie bedrijfseigen beleid ontwikkelen. Daarom hanteert de VRZHZ wat betreft rechtspositie en HRM het adagium: “in harmonie wat kan, maar bedrijfseigen wat moet”. De uitwerking daarvan vindt plaats in: • bedrijfseigen bijzondere voorschriften CAR/UWO; • bedrijfseigen bijzondere voorschriften voor het functioneren van de dienst; • instructies voor functionarissen (veelal gerelateerd aan wet- en regelgeving).
Rechtspositie en Human Resource Management (HRM)
Dit alles stoelt op een professioneel en goed aangestuurd
De VRZHZ voert haar rechtspositie binnen het verband van
organisatie- en formatiebeheer, waarbij aandacht is voor de
het netwerk van de Drechtstedengemeenten, de Gr Regio
bijzondere positie die de brandweervrijwilligers innemen in
ZHZ, de Gr Drechtsteden, de Gr Omgevingsdienst ZHZ en de
de organisatie van de VRZHZ. Vanuit HRM-oogpunt zal de
Gr VRZHZ. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk aspecten van
VRZHZ de komende jaren de nadruk leggen op het (waar
rechtspositie en HRM in harmonie worden ontwikkeld en
mogelijk in harmonie), ontwikkelen van:
uitgerold. Het betreft:
• een koepel HRM beleid;
• de CAR/UWO;
• een gedragscode;
• bijzondere voorschriften ter uitvoering van de bepalingen
• leiderschap;
van de CAR/UWO; • bijzondere voorschriften ten behoeve van het functioneren van de dienst.
• competenties volgens Besluit personeel veiligheidsregio’s en Regeling personeel veiligheidsregio’s; • integriteit; • frontline sturing;
Er moet echter ook ruimte zijn voor bedrijfseigen invulling
• kennis en bekwaamheid;
van de rechtspositie en het HRM. De VRZHZ is immers
• beloning en stimulering;
een bijzondere organisatie waaraan ten aanzien van
• boeien en binden.
taakuitvoering en personeelsmanagement wettelijke
28
Bijlage 1
Multidisciplinair Beleidsplan oto 1. Inleiding
mogelijk te beheersen, incidenten adequaat te bestrijden
Bij reguliere incidenten, rampen, zware ongevallen of
en als samenleving zo goed mogelijk te herstellen uit een
crises wordt een beroep gedaan op specifieke kennis,
ontwrichte situatie.
vaardigheden en gedrag van hulpverleners, managers en bestuurders. Door de geringe frequentie waarmee rampen
Dat betekent dat de VRZHZ in haar taakuitvoering en
en zware ongevallen zich binnen de regio Zuid-Holland Zuid
optreden dicht bij de gemeenten en de burgers blijft.
voordoen, wordt hiermee weinig routine opgebouwd.
De gemeenten omdat de VRZHZ van hen is. De burgers
Om adequaat op te kunnen treden als zich een groot
omdat de VRZHZ voor hen werkt. De VRZHZ is geen doel
incident voordoet, dienen de functionarissen in de
op zich en moet zich blijven concentreren op het primaire
crisisorganisatie opgeleid, getraind en geoefend te zijn. Het
proces en op de kwaliteit van de uitvoering. De focus is
Multidisciplinair Beleidsplan Opleiden, Trainingen & Oefenen
goede brandweerzorg en geneeskundige zorg te bieden,
VRZHZ (verder te noemen: MOTO Beleid), beschrijft hoe hier
risico’s zo goed mogelijk te helpen beheersen, slachtoffers
door de partners binnen de Veiligheidsregio Zuid-Holland
en gedupeerden bij rampen zo goed mogelijk te helpen
Zuid gezamenlijk invulling aan gegeven wordt.
en het bestuur zo goed mogelijk te ondersteunen bij
MOTO Beleid beschrijft de visie, ambitie en aanpak t.a.v.
crisisbesluitvorming. Gemeenten en burgers mogen erop
het opleiden, trainen en oefenen van de multidisciplinair
vertrouwen dat geregeld is wat geregeld moet zijn en dat
samengestelde teams binnen de hoofdstructuur van de
er gebeurt wat er moet gebeuren bij ongelukken, branden,
crisisbeheersing, zijnde het Regionaal Beleidsteam (RBT),
rampen en crises. Het gaat voor alles om het regionaal
Gemeentelijk Beleidsteam (GBT), Regionaal Operationeel
organiseren van wat kleinschalig en in maatwerk moet
Team (ROT) en het Commando Plaats Incident (CoPi)
worden aangeboden aan de gemeenten en de burgers.
Per jaar wordt nadere invulling gegeven aan de visie en doelen door middel van het multidisciplinaire OTO jaarplan.
Om dat te kunnen doen moet de VRZHZ in de
Hierin zijn onder andere een jaaroverzicht met opleidingen,
komende beleidsperiode de Wet veiligheidsregio’s en
trainingen, oefeningen en doelstellingen beschreven.
de onderliggende besluiten implementeren, in haar
Hieraan gekoppeld is eveneens een gespecificeerde
taakuitvoering op de Wvr gericht blijven en zich voortdurend
begroting. Aan het einde van elk jaar wordt het oefenjaar
professioneel willen ontwikkelen.
geëvalueerd en de leerpunten vanuit oefeningen en incidenten worden meegenomen in het volgende oefenjaar.
Teneinde de bovenvermelde uitgangspunten te realiseren wordt gewerkt naar een professionele opleidings-,
2. OTO als uitvoeringsinstrument Missie
De missie van de VRZHZ, geformuleerd in het organisatie- en formatierapport, luidt: “Samen sterk in risicobeheersing, incidentbestrijding en herstel uit de ontwrichte situatie. De Veiligheidsregio ZuidHolland Zuid stimuleert en faciliteert het samenwerken van overheidsdiensten, organisaties, burgers en partners, opdat de fysieke veiligheid om te kunnen wonen, werken en recreëren wordt gewaarborgd en om zoveel mogelijk schade en leed bij rampen en crises te voorkomen en beperken.”
Visie De VRZHZ is van en voor de gemeenten in ZHZ. Daarbij geldt dat crisisbeheersing en rampenbestrijding feitelijk worden uitgevoerd door risico’s zoveel en zo goed
trainings- en oefenorganisatie die de gehele OTO cyclus van planvorming, voorbereiding, uitvoering en evaluatie beheerst. Binnen de beleidsperiode voldoen de functionarissen, die een functie hebben binnen de hoofdstructuur van de crisisbeheersing, aan de eisen vervat in de Wet Veiligheidsregio en de hieraan ten grondslag liggende besluiten. Dit betekent continue aandacht voor blijvende vakbekwaamheid en een systeem van kwaliteitszorg om deze vakbekwaamheid te kunnen meten. Onderwerpen zoals competentiegericht opleiden en trainen in combinatie met werving en selectie, certificering van functionarissen, jaarlijkse profcheck en doorontwikkelingen zullen dan ook nader worden uitgewerkt. De fundamenten hiervoor zullen in de komende vier jaar binnen de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid stevig verankerd worden. Door in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, te investeren in de verdere ontwikkeling van de oefenstaf en het implementeren van nieuwe
29
methoden en technieken door de OTO-organisatie kan deze
Speerpunten
professionaliseringsslag tot uiting komen.
Om de centrale doelstelling te bereiken zal, zoals aangegeven, worden ingezoomd op de (door) ontwikkeling
3. Doelstelling 1. Binnen de VRZHZ wordt binnen 4 jaar competentiegericht opgeleid, getraind en geoefend, waarbij tevens aansluiting is gerealiseerd met werving en selectie vanuit HRM. 2. De functionarissen binnen de hoofdstructuur van de crisisbeheersing beschikken over een (digitaal) portfolio, waarin de leermomenten in kwalitatief en kwantitatief opzicht worden bijgehouden. 3. De nadruk dient gelegd te worden op kleinschalige, kwalitatief hoogstaande trainingen waarbij het accent wordt gelegd de (door)ontwikkeling van cognitieve taken en teamtaken. Mede gelet op bezuinigingen, reorganisaties, fusies en de daarmee samenhangende beschikbare (personele)capaciteit is onderzoek en verdere (door)ontwikkeling van e-learning, simulatie en gamingomgeving absoluut een voor de hand liggende keuze. Verhoging van het leerrendement en een verlaging van de personele en financiële inspanningen vormt een speerpunt van het OTO beleid. In de traditionele manier van oefenen wordt een grote druk gelegd op de personele en financiële capaciteit en is de vraag of het leerrendement maximaal is. Dit betekent een intensivering van trainingen en een andere kijk op het aanbieden van oefeningen. Dit begint al met de terminologie. Bij een oefening heeft de deelnemer al een bepaald verwachtingspatroon en dit kan dus verschillen met de aan te bieden activiteit. We spreken dan ook liever van leeractiviteit. Oefeningen dienen als sluitstuk van een opleidings- en trainingstraject. De centrale doelstelling is dan ook om binnen de beleidsperiode te voldoen aan de eisen in de Wet veiligheidsregio en de hieraan gerelateerde besluiten. Tevens groeit de VRZHZ naar een organisatie die streeft naar het optimaliseren van het leerrendement. Doelmatigheid en effectiviteit van de leeractiviteiten dienen continu te worden afgewogen. Het kwaliteitssysteem en functionarisvolgsysteem worden door alle functionarissen erkend en gedragen. Het proces van voortdurend verbeteren is verankerd in de dagelijkse praktijk van de functionarissen die een functie hebben binnen de hoofdstructuur van de crisisbeheersing.
30
van de cognitieve en team taken. Als rode draad voor de leeractiviteiten, zijn de navolgende speerpunten benoemd: •
De taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden van de functionaris en de
teamleden:
Gezien een aantal wijzigingen in de wet is het
noodzakelijk om taken en verantwoordelijkheden
duidelijk van elkaar te weten. De rol van het OM
bij een (R)BT; het team bevolkingszorg en
de partners met wie convenanten zijn afgesloten;
•
Rolvastheid van de functionaris:
Het is noodzakelijk dat eenieder zich bij zijn/haar
eigen rol houdt. Dit klinkt vanzelfsprekend echter
is een continu aandachtspunt.
•
Leiding & coördinatie:
Het probleem kan niet worden opgelost
door een vooraf vastgesteld handelingspatroon.
De complexiteit of de onzekerheid van zaken
noodzaken tot het gebruik oplossingsstragieën.
Sturing hierop en het coördineren van de
onderliggende acties zijn hierbij essentieel.
•
Informatiemanagement:
Het netcentrisch werken dient als nieuw
instrument verder in te slijten in het proces
van crisisbesluitvorming, zonder afbreuk te doen
aan de kwaliteit van deze besluitvorming.
•
Communiceren:
Communicatie blijft bij elk incident cruciaal,
intern binnen de teams voor wat betreft
de coördinatie en extern voor wat betreft de juiste
afgestemde informatievoorziening en het creëren
van het gewenste effect (handelingsperspectief);
•
Analyseren:
Het analyseren van een complexe
probleemsituatie is essentieel in het creëren
van het juiste beeld, het in kaart brengen van de
relevante problemen en het uiteindelijk het
nemen van beslissingen.
•
Beslissen:
Het tijdig durven kiezen op basis van een analyse met oog voor de mogelijke consequenties.
•
Samenwerken: Veel complexe problemen zijn afhankelijk van
4. Afbakening mono-multi
goede coördinatie tussen mensen. Samenwerking,
Algemeen
communicatie en coördinatie vormen de
Het multidisciplinaire beleid richt zich op de opleiding,
hoofdpijlers voor effectieve teamprestaties.
training en oefening van de functionarissen in de
•
Werken onder tijdsdruk:
multidisciplinaire teams CoPi, ROT, GBT en RBT.
Tijdsdruk kan effect hebben op gedragingen
Uitgangspunt is dat de functionarissen beschikken over
en vaardigheden, waardoor analyse
initiële vakbekwaamheid, hetgeen een monodisciplinaire
en besluitvorming negatief of juist positief
verantwoordelijkheid is. Bij de ontwikkeling van de
worden beïnvloedt. Het blijvend
onderscheidenlijke jaarprogramma’s zullen mono en multi
vertonen van het gewenste gedrag en de
het programma gezamenlijk afstemmen. Dat geldt ook
juiste vaardigheden onder wisselende
voor de eis dat de sleutelfunctionarissen beschikken over de
omstandigheden is hierbij het uitgangspunt.
vaardigheden en competenties die noodzakelijk zijn voor
het behalen van de operationele en overige prestaties in Deze speerpunten worden verweven in de diverse
het kader van de brandweerzorg, de GHOR, de politiezorg,
leeractiviteiten, waarbij de uitgangspunten voor de
de gemeentelijke processen, het meldkamerproces, alsook
leeractiviteiten als volgt kunnen worden samengevat:
de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Tevens zijn de functionarissen met een functie in de hoofdstructuur een
• Meer nadruk op het afzonderlijk beoefenen van de teams. • Eenduidige opbouw van de oefencyclus; van klein naar groot, eenvoudig naar complex en mono- naar
vastgesteld aantal uren per jaar beschikbaar voor het deelnemen aan opleidingen, trainingen en oefeningen. Deze beschikbaarheid is eveneens een monodisciplinaire verantwoordelijkheid.
multidisciplinair, waarbij afstemming tussen mono en multi nog essentiëler wordt. • Competentiegerichte werving en selectie aangevuld met
Werving en selectie Voor de multi functionarissen is dit de verantwoordelijkheid
opleiden, trainen en oefenen als onderdeel van blijvende
van de VRZHZ. Deze functionarissen zijn:
vakbekwaamheid.
• Operationeel Leider;
• Het hanteren van een integrale evaluatiesystematiek,
• Leider CoPi;
waarbij resultaten uit incidenten en oefeningen
• Informatiemanager ROT;
worden geborgd en geïmplementeerd in procedures en
• Lid sectie Informatiemanagement;
leerdoelen.
• Informatiemanager CoPi
• Aan de hand van kwalificatieprofielen groeps- en persoonlijke feedback aan de individuele functionarissen. • Innovatie op het gebied van (nieuwe) leermethoden.
• Voorlichtingsfunctionaris ROT; • Hoofd Ondersteuning; • Lid sectie Ondersteuning.
• Multidisciplinair opleidingstraject voor functionarissen die na het wervings-, en selectieproces, een “paarse” functie
De uitvoering van de werving en selectie van plaatsvinden
gaan krijgen.
door zorg van de Hoofdafdeling Risico- en Crisisbeheersing.
• Er is een functionarisvolgsysteem dat ondersteuning biedt in de blijvende vakbekwaamheid en waarin de
Voor de monofunctionarissen is dit de kolom zelf.
kwalificatieprofielen zijn geïmplementeerd. • Het proces van multidisciplinair opleiden, trainen
Opleiden en oefenen
en oefenen is uitgeschreven en geborgd binnen de
De werkgroep multidisciplinair opleiden, trainen oefenen
organisatie.
(verder: werkgroep MOTO) is belast met het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van de multidisciplinaire oefeningen voor CoPi, ROT, GBT en RBT. Dit betekent dat er jaarlijks minimaal 6 CoPi leeractiviteiten, 4 ROT leeractiviteiten, 19 GBT leeractiviteiten, 1 RBT
31
leeractiviteit georganiseerd dient te worden. Aanvullend
het gebruik van de bijbehorende systemen moeten
dient op grond van artikel 2.5.1 Besluit veiligheidsregio,
zoveel mogelijk zijn geïntegreerd in de werkwijze van de
jaarlijks een oefening te worden gehouden waarbij alle teams binnen de hoofdstructuur van de crisisbeheersing
dagelijkse praktijk. • Het beleid gaat uit van de competenties die noodzakelijk
gezamenlijk beoefend worden.
zijn voor het behalen van de multidisciplinaire
Om deze leeractiviteiten te organiseren stellen de leden van
operationele en overige prestaties in het kader van de
het Operationeel Voorbereidingsoverleg (OVO) personele en
crisisbeheersing en rampenbestrijding. Dat betekent
financiële capaciteit beschikbaar voor de realisatie hiervan.
dat functionarissen binnen de hoofdstructuur voldoen
Met de fusie van de politie ZHZ en Rotterdam Rijnmond
aan de functionele eisen, alsmede de algemene en
alsook de overgang van de GMC naar Rotterdam Rijnmond
functiegerelateerde competenties die aan de te vervullen
dient vanaf 2012 intensieve afstemming te worden gezocht met Rotterdam Rijnmond over de realisatie van het
functie zijn gesteld. • Functionarissen die deel uitmaken van de hoofdstructuur
oefenprogramma. Binnen de beleidsperiode zijn hierover
en optreden in CoPi en ROT, zijn veertig uur per jaar
structurele werkafspraken gemaakt.
beschikbaar voor trainen en oefenen. Deze uren zijn gebaseerd op het minimaal aantal oefeningen dat voor
Beoordelen
CoPi, ROT, GBT en RBT noodzakelijk is. De functionarissen
Het beoordelen van het optreden van de
zijn hiervoor vrijgemaakt door hun kolom. Binnen deze
multifunctionarissen die samenhangen met het functioneren
uren zit een verdeling tussen het zelf trainen en oefenen
binnen de crisisorganisatie is een verantwoordelijkheid van de VRZHZ. Alvorens te kunnen beoordelen is het van belang
als ook het leveren van tegenspel. • De oefeningen worden georganiseerd op basis van het
om op basis van een vastgestelde taakomschrijving de
vastgestelde risicoprofiel, het Regionaal Crisisplan en de
functionarissen op te leiden en te trainen. De basis hiervoor
Operationele Regeling.
vormen de vastgestelde taakbeschrijvingen, verwoord in
• Minimaal één maal per jaar wordt een multidisciplinaire
bijlage 5 van het Regionaal Crisisplan.
oefening op RBT niveau gehouden, gehouden op basis risicovol gebied/object.
Het beoordelen van de monofunctionarissen in
• Eenmaal per jaar wordt een grootschalige operationele
een multidisciplinair team, is een monodisciplinaire verantwoordelijkheid. De rol van de VRZHZ is slechts het
multidisciplinaire oefening gehouden*. • Jaarlijks wordt een thema vastgesteld waarlangs
monitoren en aanleveren van evaluatiegegevens.
oefeningen worden georganiseerd. Afwijking hiervan i.v.m. actuele thema’s en opdrachten vanuit het OVO is mogelijk.
5. Uitgangspunten voor OTO De vele ontwikkelingen die op dit moment gaande zijn laten onverlet dat de VRZHZ op tal van terreinen dient te voldoen aan de Wvr en de onderliggende besluiten. Landelijke ontwikkelingen, zoals certificering en ontwikkelingen van trainingen zijn volop in beweging en het is onverstandig om af te wachten tot e.e.a. volledig is uitgekristalliseerd. Het is daarom van belang om een aantal uitgangspunten te formuleren op basis waarvan het meerjaren OTO beleid wordt vastgesteld. Voor de VRZHZ zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: • Door de geringe frequentie waarmee rampen en zware ongevallen zich binnen de regio Zuid-Holland Zuid voordoen, wordt weinig routine opgebouwd in het bestrijden van rampen en crises. • De vastgestelde werkwijze(n) bij rampen en crises en
32
Ingevolge artikel 2.5.1 van het Besluit veiligheidsregio dienen alle teams *
binnen de hoofdstructuur van de crisisbeheersing jaarlijks gezamenlijk
beoefend te worden.
6. Relatie met Risicoprofiel Er is een vastgesteld risicoprofiel binnen Zuid-Holland Zuid en op basis van impact en waarschijnlijkheid zijn incidenttypes benoemd. Hieronder is e.e.a. weergegeven:
Incidenttype*
Scenario’s
Natuurlijke omgeving Overstroming
Rivierenscenario Combiscenario
Extreem weer
Extreme hitte- en droogteperiode Extreme sneeuwval en ijzel Extreem veel neerslag
Gebouwde omgeving Brand/instorting/ontruiming grote en bijzondere
Brand in combinatie met instorting
gebouwen Brand in gebouw met verminderd zelfredzamen (kwetsbaar object) Brand in oude binnenstad Brand in winkelcentrum met bovengelegen woningen Technologische omgeving Ongeval met gevaarlijke
Incident (explosie, toxische wolk, plasbrand) tijdens productie/verwerking/
stoffen
opslag (bedrijven) Incident (explosie, toxische wolk, plasbrand, lekkage) tijdens vervoer over weg, water, spoor. Buisleiding incident
Nucleair ongeval (buiten de regio)
Nucleair ongeval
Vitale infrastructuur en voorzieningen Uitval nutsvoorzieningen
Verstoring energievoorziening Verstoring drinkwatervoorziening Verstoring rioolwaterafvoer en –zuivering Verstoring telecommunicatie en ICT
Uitval GMC
Uitval GMC
Verkeer en vervoer Verkeersongeval op het land
Ongeval op de weg Ongeval in een wegtunnel
Ongeval op het water
Ongeval beroepsvaart (anders dan met gevaarlijke stoffen)
*
Indeling conform landelijke handreiking regionaal risicoprofiel
*
In het risicoprofiel van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid is een volledig overzicht van risico’s opgenomen.
33
Gezondheid Pandemie
Milde grieppandemie Ernstige grieppandemie H1N1 grieppandemie 2009-2010
Ziektegolf
Infectieziekte lage vaccinatiegraad TBC Legionella (besmetting via contactmedia)
Dierziekten (overdraagbaar op mens)
Uitbraak dierziekte met besmetting naar mensen (Q-koorts)
Sociaal-maatschappelijke omgeving Paniek in menigten
Paniek in menigte tijdens grootschalig evenement
Grootschalige ordeverstoring Onrust in een probleemwijk Onrust tijdens de jaarwisseling Incident met psychosociale impact* Terrorisme
Gezinsdrama, zinloos geweld Terroristische aanslag
Op basis van het risicoprofiel is de volgende thematische indeling gemaakt: Jaar Thema
Specifieke partner(s)
*
2011
2012
Uitval vitale
Maatschappelijke
Transport en
infrastructuur
onrust
veiligheid/ HSL
Diversen w.o. nutsbedrijven e.d.
Openbaar Ministerie
Prorail o.a.
2014
2015
Overstroming
Ziektegolf
Waterschap/
Ziekenhuizen
reddingsbrigade
e.d.
Dit incidenttype valt buiten de scope van ‘klassieke’ veiligheidsrisico’s maar kent over het algemeen wel een vergelijkbare impact als een aantal
scenario’s, met name genoemd onder sociaal maatschappelijke omgeving.
34
2013
Rampbestrijdingsplannen De VRZHZ kent diverse dreigingen waarvoor een
Het betreft 7 bedrijven die jaarlijks een
rampbestrijdingsplan of ander operationeel plan is
veiligheidsrapportage dienen uit te brengen over de
opgesteld. Op grond van artikel 6.1.7 van het Besluit
activiteiten. De overige 7 bedrijven vallen onder het regime
veiligheidsregio’s dient een rampbestrijdingsplan eens in de
van het Preventiebeleid zware ongevallen (PBZO).
drie jaar getoetst en geoefend te worden. De vorm waarin dit dient te gebeuren is vrij.
Voor de komende beleidsperiode is de volgende indeling
Onze regio kent 14 bedrijven die vallen onder het Besluit
gemaakt om de bedrijven te beoefenen:
Risico’s Zware Ongevallen (BRZO).
Jaar Bedrijven
2011 • Ashland
2012 • Fokker
e
• Univar Zwijndrecht
2013 • Transterminal
• Standic f
Dordrecht • Dupont de
2014
2015
• Ashland
• Fokker
• Univar
• Standic
Zwijndrecht
Nemours • Kijfhoek e
voorheen Hercules, f voorheen Quaron
7. Bestuurlijk oefenen Naast het multidisciplinair en bestuurlijk oefenen voor
bestuurlijke oefeningen aandacht worden geschonken aan onderwerpen als:
GBT en RBT wordt in de komende beleidsperiode met specifieke trainingen bijzondere aandacht geschonken
• Rolvastheid van de diverse functionarissen;
aan de diverse rollen van de burgemeester, gedurende de
• Communiceren;
verschillende fasen van een incident. Ontwikkelingen op
• Oordeelsvorming;
het gebied van sociale media, de snelheid van de interactie
• Werken onder tijdsdruk.
en het ontstaan van beelden en het duiden hiervan door bestuurders zijn cruciaal en ook het exclusieve domein van
De frequentie waarmee (R)BT’s worden getraind of beoefend
bestuurders. Voorts dienen dilemma’s te worden onderkend
door zorg van de VRZHZ is éénmaal per jaar. Deze frequentie
en beslissingen te worden genomen die de bevolkingszorg
is te laag om het leerrendement te borgen. De winst valt te
raken. Besluitvormingstrajecten, het managen van
behalen in een gezamenlijk opgesteld programma tussen
verwachtingen en het beeld dat in de samenleving heerst,
gemeentelijke kolom en de VRZHZ, waarbij leerervaringen in
lopen zelden synchroon en worden vaak gekenmerkt
vervolgsessies kunnen worden toegepast.
door informatie achterstand. Op basis van waarnemingen,
Trainingen worden gezamenlijk ontwikkeld en dienen als
evaluaties en landelijke ontwikkelingen zal tijdens de
opmaat naar een uiteindelijke oefening. 35
8. Kwaliteitscriteria voor OTO Wanneer functionarissen worden aangesteld voor een
BT in de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid functioneert; 4. Minimaal twee thematische/ informatieve bijeenkomsten
monodisciplinaire functie, wordt veelal gebruik gemaakt van
en/of workshops, (onderdeel van het specifieke
een selectie-, of ontwikkelassessment. Dit is al gebruikelijk
functieafhankelijke opleidingsprogramma) hebben bijgewoond;
binnen de brandweer voor HOvD en in multidisciplinair opzicht voor de IM functies.
5. Per jaar minimaal twee multidisciplinaire oefeningen
Alvorens actief binnen een multidisciplinair team binnen
hebben bijgewoond (of tegenspel hebben geleverd) in
de hoofdstructuur, is het noodzakelijk dat de betrokken
het kader van competentiegericht oefenen en hierover reflectieverslagen hebben geschreven;
functionarissen beschikken over een minimaal basisniveau (zie ook pag. 31). Onder dit basisniveau wordt verstaan:
6. Bij een daadwerkelijke inzet, het incident op hoofdlijnen
De functionaris is:
beschrijven en daaruit drie leerpunten benoemen voor
• Bekend met GRIP;
een volgende inzet. Dit reflectieverslag wordt opgenomen
• Bekend met de werkprocessen binnen een CoPi of een
in het functionaris volgsysteem.
ROT; • Bekend met het netcentrisch werken; • Bekend met de crisisbeheersingsorganisatie. Monodisciplinair is de functionaris opgeleid, getraind en beoefend. Sommige disciplines worden intensiever geschoold dan andere. Zo hebben gemeenten doorgaans minder oefenervaring op het specifieke gebied van crisisbeheersing. Wordt aan scholing nog aandacht besteed, bij training is dat nauwelijks meer het geval. Vanuit de monodisciplinaire scholing wordt veelal rechtstreeks multidisciplinair geoefend en wordt training als aparte leeractiviteit met een duidelijke meerwaarde, niet herkend. Dit laatste richt zich niet zo zeer op de klassieke hulpdiensten, echter op de partners die zich aansluiten bij de regio hetzij structureel het zij incidenteel. Dit minimale basisniveau kan via een opleidingstraject, conform regionale specificaties, worden bereikt. Het aanbieden van een opleidingstraject kan dan direct onderdeel uitmaken van het leermanagementsysteem (een kwaliteitssysteem en een functionarissenvolgsysteem). Onderdelen hiervan zijn: 1. Het afleggen van een intaketoets, om zodoende een specifiek na-, bijscholingstraject te kunnen bepalen; De intaketoets moet toegespitst zijn op de te vervullen functie en dient dus in gezamenlijkheid (mono en multi) te worden opgesteld; 2. Het gevolgd hebben van een basiscursus crisisbeheersing
De borging van OTO verloopt, evenals het OTO beleid langs drie lijnen:
a. De collectieve lijn van het functioneren van de operationele teams RBT, GBT, ROT en CoPi (kwaliteitszorgsysteem); b. De individuele lijn van het functioneren van de functionarissen, werkzaam binnen de hoofdstructuur van de crisisbeheersing; c. Het beschrijven en vaststellen van het proces OTO, de rol van de werkgroep MOTO en de wijze van afstemming tussen mono en multi. Uitgegaan wordt van competenties die noodzakelijk zijn voor het behalen van de operationele en overige prestaties in het kader van de brandweerzorg, de GHOR, de politiezorg, het meldkamerproces, de gemeentelijke processen alsook de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De leden van het Operationeel Veiligheids Overleg staan garant voor de geschiktheid en beschikbaarheid van de functionarissen uit de desbetreffende kolom om de functie in de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing te vervullen. De directeur VRZHZ kan hen hierop aanspreken.
10. Financiën
(opleidingstraject binnen ZHZ basiscursus is voorhanden),
Er wordt uitgegaan van een geïndexeerd bedrag ten
gekoppeld aan de landelijke ontwikkelingen en hiervoor
opzichte van 2010 met marge van 10 procent. Voor ieder
een certificaat hebben behaald (in aansluiting met
jaar dient € 60.000 te worden gereserveerd. Dit budget is al
landelijke tendens);
toegekend aan de hoofdafdeling, team opleiden, trainen
3. Een introductie hebben gehad hoe een CoPI, ROT of R(G)
36
9. Borging OTO
en oefenen. Dit bedrag is exclusief indexering en exclusief
kosten als gevolg van nieuwe ontwikkelingen zoals de
ingezet op de (voorbereiding op) crisis. Anderzijds is het
trainingen en oefeningen ten behoeve van netcentrisch
mogelijk, zoals in 2009 tijdens de voorbereiding op de
werken en serious gaming. Binnen dit bedrag zijn alle
grieppandemie, dat er extra oefenmomenten moeten
kosten begroot, waarvoor de minimale oefeninspanning
worden ingepland.
kan worden verricht. Hierin zitten, inhuur oefenlocaties,
• Het inplannen van extra oefenmomenten heeft gevolgen
catering tijdens oefeningen, (beperkte) inhuur derden,
voor de bestaande oefenplanning. Op basis van de
opleidingskosten oefenstaf, aanschaf middelen e.d.
huidige capaciteit betekent dit dat extra oefenmomenten, ten koste zullen gaan van geplande activiteiten. Het OVO
11. Uitvoering De leden van het Operationeel Voorbereidingsoverleg (OVO) zijn ieder binnen hun eigen verantwoordelijkheidsgebied verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleidsplan. De algemeen directeur VRZHZ (en namens hem het hoofd van de hoofdafdeling) is verantwoordelijk voor het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen. De beleidskaders worden verder geconcretiseerd en uitgewerkt in de multidisciplinaire oefenjaarplannen. Aan deze
zal hierin keuzes moeten maken. • Het (verplicht) jaarlijks organiseren van een systeemtest, ex artikel 2.5.1 Besluit veiligheidsregio, legt een onevenredige druk op de werkgroep MOTO. • De samenvoeging van de politieregio’s en de meldkamers nopen tot intensievere samenwerking met de veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond. Dit biedt kansen, maar kan voor de uitvoering van het jaarprogramma van de VRZHZ een mogelijk obstakel vormen.
jaarplannen wordt een oefenkalender toegevoegd voor alle oefeningen. Dit geldt voor de mono en multidisciplinaire oefeningen. Bij het opstellen van de jaarplannen zijn naast de brandweer, gemeenten, GHOR, GMC en Politie, tevens drinkwaterbedrijven, waterschappen, het openbaar ministerie, Rijkswaterstaat en Defensie structureel betrokken.
12. Risicoparagraaf De volgende (financiële) risico’s/kansen zijn geïdentificeerd: • De Wet veiligheidsregio’s maakt het mogelijk dat er in de toekomst via een Algemene Maatregel van Bestuur aanvullende eisen worden gesteld aan de organisatie en de functionarissen binnen de crisisbeheersing met betrekking tot oefenen. Mogelijk zijn dan extra middelen en capaciteit noodzakelijk. • De huidige economische situatie nijpt hulpdiensten, gemeenten en partners tot een herijking van de uitgaven en beschikbare personele capaciteit. Hierdoor is de kans groot dat uitgaven voor multidisciplinair oefenen naar beneden worden bijgesteld, dit is al gebeurt voor wat betreft de bijdrage van de politie betreffende het multidisciplinair oefenen. Een reductie in personele capaciteit brengt met zich mee dat er minder onderdelen van het OTO programma kunnen worden afgewerkt. • Wanneer zich daadwerkelijk een ramp of crisis voordoet, dan heeft dit gevolgen voor de uitvoering van het jaarprogramma. Enerzijds is het mogelijk dat er geen capaciteit beschikbaar is, omdat alle functionarissen zijn
37
38
Input
Heeft geleid tot
Visie 2012 - 2015
Regionaal Beleidsplan MOTO - Beleid
Evaluatie Multidisciplinair Jaarplan
Jaarplannen
Monodisciplinaire beleidsplannen
Het bereiken van een minimaal uniform basisniveau op grond van de Wvr voor de kwaliteit van de functionarissen voor het individueel (conform competentieprofiel) en in groepsverband functioneren door middel van opleiden, trainen en oefenen.
Jaarlijks
Multidisciplinair Jaarplan
Meerjarenbeleidsplan Multidisciplinair OTO 2012 - 2012
Een professionele opleidings-, trainings- en oefenorganisatie beheerst de gehele cyclus planvorming, voorbereiding en evaluatie. Deze oefencyclus zal in de komende vier jaar binnen de Veiligheidsregio ZHZ stevig worden verankerd. Door in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, het investeren in de ontwikkeling van de expertise van beleidsmatige en uitvoerende functionarissen en het op creatieve wijze implementeren van nieuwe methoden en technieken door de OTOorganisatie kan deze professionaliseringsslag tot uiting komen
Vierjaarlijks
Evaluatie 2008 - 2010
Bi jste ll en
Oefenjaarverslag
Bijlage 2
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid van 21 februari 2011, Gelet op vergaderstuk 2011/256 en 2011/256/A,
Besluit 1. het ZHZ-besluit te volgen, dat (mede voor de VRZHZ) door de Regio ZHZ € 2,-- structurele bijdrage voor SCDdienstverlening wordt geheven en voor hetzelfde bedrag, mede door de VRZHZ, een bezuinigingstaakstelling
(eerste tranche vanaf 2011) op de inwonerbijdrage wordt geëffectueerd;
2. te besluiten dat vanaf 2012 een additionele structurele verlaging van 5% van de inwonerbijdrage wordt gerealiseerd, waarbij het jaar 2010 als norm geldt; 3. te besluiten dat FTE-volumetoename bij de VRZHZ als gevolg van de regionalisering van de brandweer niet mag leiden tot gedwongen meerafname bij het SCD; 4. te besluiten dat de VRZHZ, indien daartoe vanwege de regionalisering aanleiding is, per 2013 de bestaande SCDarrangementen zonder frictiekosten kan wijzigen; 5. te besluiten dat de Bestuurlijke Begeleidings Commissie van het Programma Versterking en Regionalisering Brandweer (BBC PVRB) de besluiten 3 en 4 nader uitwerkt en deze uitwerking terugbrengt in het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid; 6. te besluiten dat derhalve uiterlijk 1 juli 2011 duidelijk moet zijn welke dienstverlening de regionaliserende brandweer van het SCD verlangt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid van 3 maart 2011.
De secretaris
De voorzitter
P.L.J. Bos
A.A.M. Brok
39
Veiligheidsregio ZHZ Postbus 350 3300 AJ Dordrecht T 078 - 635 53 55 E
[email protected] Ontwerp en realisatie: Drukkerij RAD, Dordrecht