Beleidsplan 2012‐2017
Auteur: Opdracht: Onderwerp: KvKnummer: RSIN nummer: Bankrelatie ING nr.: Website: E‐mail: Plaats : Datum:
Ton Schuitemaker, LLB Stichting Robin Hood College Beleidsplan 2012‐2017 54447445 8513.08.995 4307300 (ten name van St. Robin Hood College) www.robinhoodcollege.nl (nog niet actief)
[email protected] Den Helder 28 februari 2012
2
Voorwoord “Lees maar, er staat niet wat er staat”‐ deze zin van de dichter Martinus Nijhoff spookt door mijn hoofd sinds Ton Schuitemaker mij belde met de vraag om hem terzijde te willen staan in zijn ambitie om het onderwijs in Den Helder (en Nederland) toegankelijk te maken voor nieuwkomers van 18+. Ik heb altijd zeker geweten dat in Nederland elke nieuwkomer recht heeft op onderwijs – sterker nog: ik heb steeds gedacht dat we alles op alles zetten om nieuwkomers zo snel mogelijk taalvaardig te krijgen zodat als er getoetst is en blijkt dat mensen in Nederland mogen blijven, ze snel kunnen inburgeren. Dat is immers is wat we – zeggen – te willen… Mensen van ver zoeken hun heil in Nederland, we hebben daar spelregels voor, dat is vanzelfsprekend. Dus soms is het oordeel dat een toekomst ondanks alles in het land van herkomst gevonden zal moeten worden en moeten mensen terug. Het woordje TOEKOMST is cruciaal. De afweging die gemaakt wordt – mogen blijven of niet – is ondermeer gebaseerd op de vraag of er een reële kans is op een goede toekomst. Ik heb altijd zeker geweten dat nieuwkomers in Nederland of ze hier lang mogen blijven of niet, gesteund worden in het verkrijgen van de vaardigheden die nodig zijn om te kunnen bouwen aan een toekomst. Er is, zo schrijft de bestuursvoorzitter van de Stichting Robin Hood College in de nota “Asiel‐ en nieuwkomersonderwijs 18+ van 20 januari 2012”, geen wetgeving die asielzoekers verbiedt om onderwijs te volgen. We hebben echter de wirwar van regeltjes zo ingericht dat het voor een nieuwkomer schier onmogelijk is om van het “recht op onderwijs” gebruik te maken. Lees maar, er staat niet wat er staat. Het onderschrijven van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, betekent niet wat ik altijd zeker heb geweten dat het betekende. Er is dus werk aan de winkel! En wat ik echt zeker weet, is dat de initiatiefnemers van de Stichting Robin Hood College het er niet bij laten zitten. Zij gaan de strijd aan. Als ik ze daarbij kan helpen, doe ik dat graag en doe ik op u – lezer – een beroep om alert te zijn en ook uw steentje bij te dragen. Opdat het straks gewoon waar is als er staat: in Nederland is er recht op onderwijs voor iedereen! Eljo Vos, oud‐Wethouder Onderwijs Den Helder
3
Inhoudsopgave Inleiding 1 Organisatie en werkwijze stichting Probleemstelling Doelstelling van de stichting Aard van de stichting Werkgebied stichting Organisatie van de stichting Bevoegdheden bestuur en raad van toezicht Beheer gelden van de stichting Besteding van het vermogen/ontvangen gelden van de stichting Administratie van de stichting Bestuurs‐ en beheerskosten Percentage kosten t.o.v. ontvangen gelden Verslaggeving Besteding gelden stichting ingeval van opheffing 2 Wervingsplan Inleiding Symposium Actiematig Intermediairs Promofilm Donateurs 3 Meerjarenbegroting 2012‐2017 Begroting 2012 Meerjarenbegroting 2013‐2017 Toelichting algemeen Toelichting begroting 2012 Toelichting meerjarenbegroting 2013‐2017 4 Enquête in het Azc Den Helder Inleiding Resultaten Clustering vragen Cluster gezinssamenstelling Cluster startkwalificatie Cluster gewenste vervolgstudie Cluster investering Aanvullende vragen Vertaling naar landelijke cijfers Conclusie Bijlage: Namenlijst St. Robin Hood College Adresgegevens St. Robin Hood College
4 5 7 7 9 9 9 9 10 10 10 10 11 11 11 11 13 13 13 13 14 14 14 15 15 15 15 15 16 17 17 17 17 17 18 20 21 22 22 23
25 26
4
Inleiding Per 1 januari 2012 zaten er 16.114 personen in de opvang van de COA. In Den Helder zitten ongeveer 372 personen in de centrale opvang (Azc). Asielzoekers moeten zich wekelijks melden bij de vreemdelingenpolitie. Op grond van de Regeling Verstrekking Asielzoekers 2005 ontvangen asielzoekers een kleine vergoeding om te voorzien in levensonderhoud. Asielzoekers mogen onder beperkende voorwaarden maximaal 24 weken werken, verdeeld over meerdere periodes. Asielzoekers mogen tot hun 18e jaar naar school, daarna zijn er diverse belemmerende omstandigheden die het naar school gaan moeilijk of onmogelijk maken. Uit een op 11 oktober 2011 in het Azc Den Helder gehouden enquête blijkt dat veel asielzoekers van 18 jaar en ouder graag naar school willen. Veel asielzoekers in de leeftijdscategorieën tot en met 29 jaar hebben geen of weinig onderwijs genoten in het land van herkomst. In de leeftijdscategorieën vanaf 30 jaar zitten gemiddeld meer mensen die in het land van herkomst onderwijs hebben genoten. Er bestaat geen wetgeving die asielzoekers verbiedt om onderwijs te volgen. Zo zegt artikel 2 van protocol 1 bij het EVRM (Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden) dat niemand het recht op onderwijs mag worden ontzegd. Artikel 26 lid 1 van de UVRM (Universele Verklaring van de Rechten van de Mens) zegt dat een ieder recht op onderwijs heeft en het lager en basisonderwijs kosteloos zal zijn. Een nadere uitleg over het begrip basisonderwijs wordt ondermeer gegeven in de World Declaration on Education for All van de UNESCO (1990). Artikel 13 lid 2 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten zegt ondermeer dat het primaire en secundaire onderwijs voor allen kosteloos beschikbaar dient te zijn en het fundamentele onderricht voor personen die geen lager onderwijs hebben genoten of dit niet hebben voltooid, zoveel mogelijk dient te worden gestimuleerd of geïntensiveerd. Het beperken van genoemde rechten is ingevolge artikel 5 van genoemd verdrag niet toegestaan. In Nederland zijn er vele belemmeringen waardoor asielzoekers geen onderwijs kunnen volgen. Dat heeft o.m. te maken met de ontbrekende kennis van de Nederlandse taal die benodigd is om lessen te kunnen volgen op scholen die in het Nederlands les geven en financiële redenen. Zo hebben asielzoekers geen toegang tot studiefinanciering en hebben ze vaak onvoldoende financiële middelen om de kosten van school te kunnen betalen. Omdat asielzoekers bijna niet mogen werken of dit erg moeilijk gemaakt wordt door diverse belemmeringen, én het feit dat asielzoekers van 18 plus niet of nauwelijks naar school kunnen, verkeren ze vaak jaren lang in sociale isolatie. Als organisatie willen we dat de Nederlandse overheid in onderwijs voor asielzoekers en nieuwkomers gaat voorzien, bijvoorbeeld een z.g.n. ISK (Internationale Schakel Klas) voor volwassenen (om te beginnen). Daartoe zullen we de leden van de Tweede Kamer benaderen. Daarnaast willen we een pilot van 3 tot 5 jaar in Den Helder starten om ervaringen op te doen met onderwijs voor asielzoekers en nieuwkomers van 18 plus. Onderwijs zal niet door onszelf gegeven worden, daartoe sluiten we overeenkomsten met bestaande onderwijsorganisaties. Om een en ander te financieren zullen we fondsen zoeken. Daarbij moet opgemerkt worden dat we het tij niet mee hebben: een financiële crisis en een ongunstig politiek klimaat. Maar daar zullen we ons niet door uit het veld laten slaan.
5
6
1 Organisatie en werkwijze stichting Probleemstelling Als vrijwillige mentoren waren wij betrokken bij een door het Oranjefonds en de Gemeente Den Helder gefinancierd project waarbij jongeren ondersteund worden die hulp nodig hebben bij scholing, persoonlijke omstandigheden of vinden van werk. Sinds 2010 vroegen steeds meer jongeren vanuit de ISK (Internationale Schakelklas) om een mentor. Met het coachen van asielzoekers en nieuwkomers kwamen ook onverwachte problemen naar voren. Hierbij dient gedacht te worden aan het niet af kunnen maken van de ISK door het bereiken van de leeftijdgrens van 18 jaar en/of het niet kunnen of mogen volgen van een vervolgopleiding (Regionaal Opleidings Centrum). Jonge volwassenen willen graag doorleren. Het biedt hen een zinvolle dagbesteding, contact met leeftijdgenoten en het leidt af van de emotionele, sociale en praktische problemen waar ze mee worstelen. Maar wat onderwijs vooral doet: het biedt hoop en geloof in een betere en zinvolle toekomst, hier in Nederland of in het land van herkomst. De door ons geconstateerde problemen kunnen als volgt samengevat worden: 1. Een ieder vanaf 18 jaar moet voor een beroepsopleiding door de overheid (DUO) geheven lesgeld betalen, voor mbo is dat € 1.043,00 (voor 2011‐2012 ) per jaar 1 . Asielzoekers vormen hier logischerwijze geen uitzondering op (gelijkheidsbeginsel, artikel 1 Grondwet). Maar als je geen inkomen hebt of niet of nauwelijks mag werken, zoals bij asielzoekers, is daar een uitzondering voor mogelijk, de zogenaamde buiteninvordering van lesgeld 2 . Dit geldt tot en met het schooljaar waarin men dertig jaar wordt. Dertig plussers hebben dan zeker een probleem. Daarnaast blijven dan nog over de kosten die een onderwijsinstelling in rekening brengt voor o.m. lesmateriaal. Deze kosten kunnen voor asielzoekers een onoverkomelijk probleem vormen op grond waarvan men niet in staat is een opleiding te kunnen volgen omdat het COA en de staat, hierin niet voorzien (wel voor jongeren tot 18 jaar). Daarnaast moet opgemerkt worden dat asielzoekers zonder verblijfstatus geen beroep kunnen doen op studiefinanciering (artikel 2.2. Wet studiefinanciering 2000) omdat hiervoor de Nederlandse nationaliteit vereist is. In plaats van de Nederlandse nationaliteit kan ook studiefinanciering aangevraagd worden indien de asielzoeker in Nederland woont en beschikt over een verblijfsdocument. Het gaat dan om de volgende verblijfsdocumenten (of een kopie van de officiële beschikking van de IND): Type II regulier onbepaalde tijd; Type III Asiel bepaalde tijd; en Type IV Asiel onbepaalde tijd; 2. In Nederland geven onderwijsinstellingen in het Nederlands les. Logisch, maar kan wel een probleem voor een asielzoeker zijn die of de ISK niet heeft kunnen afmaken omdat hij of zij voor het afronden van de opleiding 18 jaar is geworden of al te oud (18 jaar of 18+) was toen hij of zij in een Azc aankwam dan wel aan een opleiding wilde beginnen. Op een Azc wordt alleen basaal Nederlands geleerd, een asielzoeker leert dan alleen eenvoudige vragen in het Nederlands te stellen of eenvoudige antwoorden te geven, omdat een Azc geen Nederlandse les mag geven. Van onderwijsinstellingen mag redelijkerwijze verwacht worden dat zij asielzoekers toetsen op hun kennis van de Nederlandse taal omdat er wel een redelijke inschatting gemaakt moet worden of asielzoekers in staat zijn de lesstof (in het Nederlands) te begrijpen. Indien asielzoekers over onvoldoende kennis van de Nederlandse taal beschikken kan van de onderwijsinstelling niet verwacht worden dat zij asielzoekers toelaten. Overigens moet opgemerkt worden dat het ROC Den Helder, bijvoorbeeld bij de mbo I‐ opleiding, extra inspanningen verricht door asielzoekers extra Nederlandse les te bieden; 1
< www.ib‐groep.nl/particulieren/lesgeld/lesgeld_betalen.asp >.
2
< www.ib‐groep.nl/particulieren/lesgeld/buiteninvordering_van_het_lesgeld.asp >.
7
3. Onderwijsinstellingen worden afgerekend op resultaten van taal en rekenen (statement van Hariëtte Boerboom van het LOWAN, in een mail van 23 april 2011 aan de opsteller van deze nota). Dat betekent dus dat de Inspectie voor het Onderwijs kijkt naar de resultaten van onderwijsinstellingen. Het mag als logisch gekwalificeerd worden dat asielzoekers die nog niet lang in Nederland zijn en/of in eigen land weinig onderwijs hebben genoten niet zullen bijdragen aan een positief resultaat bij toetsen op Nederlands en rekenen. Het is derhalve denkbaar dat onderwijsinstellingen huiverig zijn om asielzoekers als leerling te accepteren omdat zij een risicofactor zijn voor de resultaten; 4. Onderwijsinstellingen zijn niet altijd op de hoogte van ingewikkelde asielwetgeving, bijvoorbeeld op het gebied van identificatie zoals een w‐document of andere wetsregels m.b.t. de mogelijkheid van asielzoekers om onderwijs te mogen/kunnen volgen. Opgemerkt moet worden dat het ROC Den Helder inmiddels redelijk tot goed op de hoogte is of geacht kan worden; 5. Onderwijsinstellingen bieden opleidingen aan in een bol en bbl variant. Onderwijsinstellingen zijn niet altijd op de hoogte van het feit dat een bol opleiding voor een asielzoeker een haalbare variant is, maar een bbl variant niet omdat hieraan een niet haalbare werkverhouding aan ten grondslag ligt. Asielzoekers mogen immers op grond van de Vreemdelingenwet 2000 niet meer dan 24 weken per jaar werken (overigens onder strikte voorwaarden, zie de nota “Asiel‐ en nieuwkomersonderwijs 18+”, hoofdstuk 1 Feiten en cijfers); 6. Er kunnen onduidelijkheden zijn over de voortgang of status van de asielprocedure. Hierdoor kan door niemand (vooraf) vastgesteld worden of een asielzoeker een gestartte opleiding ook kan afmaken. Het is denkbaar dat onderwijsinstellingen zich afvragen of het dan wel de moeite waard is om asielzoekers onderwijs te geven. Overigens willen wij niet beweren dat deze afweging door Helderse onderwijsinstellingen gemaakt wordt; 7. Er zijn –vooralsnog‐ geen landelijke, provinciale of gemeentelijke fondsen beschikbaar om een asielzoeker een opleiding te kunnen geven; 8. Nieuwkomers moeten de inburgeringkosten zelf betalen. Hoe moet een nieuwkomer met een bijstandsuitkering of minimumloon de kosten van een cursus (tussen de € 4.700,00 en € 6.000,00) betalen? 9. Een probleem op zich wordt gevormd door alleenstaande minderjarige vreemdelingen (Amv) die 18 geworden zijn en op grond daarvan van de Amv‐Campus naar reguliere Azc’s overgeplaatst worden en de ISK nog niet afgerond hebben. In Den Helder zijn deze jongeren niet welkom in het reguliere voortgezet onderwijs omdat de betreffende school meent geen zorgplicht naar deze jongeren te kunnen hebben. Op het ROC Kop van NH zijn deze jongeren ook niet welkom omdat ze onvoldoende Nederlands spreken en schrijven en op grond daarvan de lesstof niet kunnen begrijpen. De leerplichtambtenaren zeggen niets te kunnen doen en verwijzen naar de Inspectie voor het onderwijs. De Inspectie verwijst naar het Regionaal meld‐ en Coördinatiepunt, maar deze organisatie zegt scholen niet te kunnen dwingen en verwijst naar de Inspectie. Het COA heeft overigens gelden beschikbaar (lumpsum) om de kosten te betalen; 10.
Als laatste moet opgemerkt worden dat voorgaande negen punten niet alleen spelen in Den Helder, het zijn landelijke problemen. Maar daardoor zijn deze problemen niet minder of meer van toepassing in of op Den Helder.
8
Doelstelling van de stichting Wij willen dat jonge volwassenen, oudere en jongere nieuwkomers én autochtonen hoe dan ook onderwijs krijgen dat ze zelf ook graag willen en van belang is voor het verkrijgen van een leefbaar inkomen in Nederland of het land van herkomst. In eerste instantie moet dat opgelost worden door de landelijke politiek omdat die over het aanbieden van onderwijs gaan. Dat komt o.m. neer op het organiseren en financieren van een Internationale Schakel Klas voor volwassenen (nieuwkomers) en vervolgonderwijs, maar ook het drempelloos aanbieden van onderwijsmogelijkheden op mbo‐niveau voor een ieder die daar behoefte aan heeft, zonder kwalificaties te verbinden aan achtergrond of historie. Dus: drempelloos mbo‐onderwijs (ook financieel) voor hen die daar behoefte aan hebben en niet op een andere wijze bediend kunnen worden. Dit zullen we dus onder de aandacht brengen bij de leden van de 2e Kamer der Staten Generaal. Zolang de landelijke politiek niet voorziet in redelijk te stellen eisen m.b.t. onderwijs voor volwassenen, willen we in Den Helder een pilot starten om ervaring op te doen om te bewijzen dat het zin heeft om minder kansrijke personen onderwijs te bieden. Naar onze mening: een kwestie van beschaving! Opgemerkt dient te worden dat het Robin Hood College zelf geen onderwijs zal aanbieden, dit wordt ingekocht bij bestaande onderwijsorganisaties, omdat die daar al ervaring mee hebben. Voor de financiering zoeken we gelden bij landelijke fondsen, maatschappelijk betrokken ondernemingen en mogelijk gelden in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Aard van de stichting De stichting is een vrijwilligersorganisatie en wil dat ook blijven. Het voordeel van een vrijwilligersorganisatie is dat er niet veel overheadkosten zijn, mede omdat bestuursleden en leden van de raad van toezicht geen vergoedingen zullen krijgen, ook geen onkostenvergoedingen. Wel kunnen er voor gemaakte onkosten schenkingsverklaringen voor de betreffende bestuurders of toezichthouders afgegeven worden. Vergaderingen worden bij de bestuurders en toezichthouders thuis gehouden of op andere andere gratis of tegen lage kosten beschikbare ruimtes. Werkgebied stichting In beginsel is de stichting een landelijke organisatie omdat de geschetste problematiek een landelijk probleem is. Maar omdat we niet direct verder willen springen dan onze polsstok lang is, willen we “klein” beginnen met een pilot van 3 tot 5 jaar in Den Helder omdat Den Helder onze “thuisbasis” en vestigingsplaats is (met een plaatselijk Azc). Het vestigingsadres van onze stichting is: Kruiszwin 3214, 1788 PE Den Helder. Na afloop van de eerste pilot willen we evalueren om onze ervaringen te delen met anderen (zoals de landelijke politiek) en mogelijk plannen kunnen maken voor de verdere toekomst. Het liefst zien we natuurlijk dat de landelijke politiek de door ons gesignaleerde problematiek oplost zodat wij als organisatie onszelf overbodig maken. Maar in hoeverre daar zicht op is, is gezien de maatschappelijke, politieke en financieel economische situatie in Nederland nog maar de vraag. Maar dat is of mag geen reden zijn om niets te doen. Organisatie van de stichting Het bestuur van de stichting bestaat vooralsnog uit vier bestuursleden. Uitbreiding wordt nog gezocht, naar vijf bestuursleden. De bestuursleden hebben ieder hun eigen kwaliteit en/of kennis en ervaring. Zo is de bestuursvoorzitter al 41 jaar werkzaam bij ING, thans als auditor bij ING Adviesteam Hypotheken Nederland. Onze vice‐voorzitter is een voormalige medewerker en OR‐lid bij KPN. Onze 2e vice‐voorzitter is bijna 40 jaar docent voortgezet onderwijs geweest. Onze secretaris heeft jaren bij de Kon. Marine gewerkt en is directeur HRM van Tot en Beers geweest. Naast ons bestuur hebben we een raad van toezicht. Zo is de voorzitter van onze raad van toezicht manager bij de HVC (Alkmaar). Zij is ook voormalig wethouder onderwijs in Den Helder. De vice‐ voorzitter van onze rvt is vastgoedadviseur. De secretaris van onze rvt is sociotherapeut.
9
Daarnaast hebben we een raad van aanbeveling. Dit zijn onze ambassadeurs die ons gevraagd en ongevraagd van adviezen kunnen voorzien. Op dit moment heeft deze raad twee leden, een docent Recht aan de Hogeschool van Amsterdam (Domein Maatschappij en Recht) en een professor Internationaal Recht, Europees Recht en mensenrechten aan de Universiteit van Maastricht. Ons beleid is er op gericht de raad van aanbeveling verder uit te breiden, bijvoorbeeld met mensen uit de landelijke politiek of andere mensen wiens maatschappelijke status een meerwaarde voor onze organisatie kan betekenen. De stichtingsakte, ondermeer gegrond op artikel 26 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), is op 27 december 2011 gepasseerd bij mr. Arnold Verhoeks, notaris te Den Helder. De stichting beschouwd het recht op onderwijs als een universeel, fundamenteel en op alle in Nederland verblijvende personen van toepassing zijnd recht dat door haar in de meest uitgebreide zin zal worden bevorderd. Daarnaast beschouwen wij artikel 13 lid 2 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, artikel 2 van het Eerste Protocol bij het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) en de World Declaration on Education for All (UNESCO 1990) als aanvullende grondslagen voor onze organisatie. De stichting is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel, onder nummer 54447445. Ons RSIN nummer is 8513.08.995 en wij hebben een bankrekening bij ING (nummer 4307300). Bevoegdheden bestuur en raad van toezicht Het bestuur van onze stichting is belast met het besturen van de stichting onder toezicht van de raad van toezicht. Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens. Voorafgaande goedkeuring van de rvt is nodig voor o.m.: het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van registergoederen, aangaan van overeenkomsten (zoals met onderwijsorganisaties), het stellen van zekerheden, aangaan van vaststellingsovereenkomsten, etc. De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting. De leden van de raad van toezicht hebben te allen tijde het recht tot inzage van de boeken, bescheiden en correspondentie en tot controle van de kas van de stichting. Uitgangspunt bij zowel bestuur als raad van toezicht is transparantie en een open communicatie. Zie verder ook de statuten van de stichting. Beheer gelden van de stichting Ontvangen gelden, die niet direct besteed behoeven te worden zullen op een spaarrekening of een depositorekening gezet worden bij een Nederlandse bank‐ of verzekeringsinstelling. Het zal niet toegestaan zijn om gelden te beleggen, hierop zal de raad van toezicht regelmatig toezicht houden door inzage te vragen (en krijgen) van het bestuur. Gereserveerde bedragen en/of bedragen die aan de algemene reserve toegevoegd kunnen worden, worden op dezelfde wijze beheerd. Besteding van het vermogen/ontvangen gelden van de stichting Het vermogen en de ontvangen gelden van de stichting zal overeenkomstig de statuten besteed worden. Ingeval van twijfel of de besteding wel of niet (geheel) overeenkomstig de doelstellingen van de stichting is, is voorafgaande toestemming van de raad van toezicht benodigd. Indien deze toestemming niet gevraagd wordt, zal een twijfelachtige besteding in beginsel gekwalificeerd worden als een besteding die niet overeenkomstig de doelstellingen van de stichting is. Het is aan de raad van toezicht hoe te acteren in een dergelijk (niet erg waarschijnlijk) geval. Het bestuur is gehouden zich in strikte zin te houden aan de besteding van de gelden conform de statuten en ingeval van twijfel de raad van toezicht om advies/beslissing te vragen. Administratie van de stichting De administratie van de stichting zal op een zodanige wijze ingericht worden dat voldaan wordt aan algemeen en maatschappelijk aanvaardbare normen, alsmede Nederlandse en Europese wet‐ en
10
regelgeving. Uit de administratie dient op elk gewenst moment te blijken welke verplichtingen aangegaan zijn (onder toevoeging van een schriftelijk bewijsstuk) en hoe de beschikbare gelden besteed zijn. Aan iedere betaling dient een (dubbel) gecontroleerde nota ten grondslag te liggen. Zonder een dergelijke nota is betaling uit de beschikbare financiële middelen niet toegestaan. Naast de externe accountant zal de raad van toezicht op door haar gewenste tijden inzicht in de financiële situatie vragen en verkrijgen. De stichting zal niet beschikken over contante financiële middelen. De bankafschriften zullen gelden als administratief bewijs. Eventueel verkregen contante middelen zullen direct, onder toevoeging van een schriftelijk bewijsstuk, op de bankrekening van de stichting worden gestort. Eventueel voorgeschoten bedragen zullen slechts onder toevoeging van een schriftelijk bewijsstuk via de bankrekening van de stichting uitbetaald kunnen worden. Eventuele inkomsten van de stichting worden via de bankrekening geadministreerd, onder toevoeging van een schriftelijk bewijsstuk. De voorzitter van de stichting zal, door zijn bijzondere positie, op elk gewenst moment inzage in de financiële situatie van de stichting gegeven worden. Naast genoemde administratie, zal de stichting voorzien in een per kwartaal aan bestuur en raad van toezicht te verstrekken staat van baten en lasten, staat van aangegane verplichtingen en staat van vermogenspositie. Daarbij zullen kopieën van bankafschriften, als bewijsstukken, toegevoegd worden. Bestuurs‐ en beheerskosten De stichting is een ideële vrijwilligersorganisatie. Daaruit volgt dat zowel aan bestuursleden als aan leden van de raad van toezicht géén vergoedingen, onkosten of vacatiegelden uitbetaald worden. De gedachte hierachter is dat het niet past om binnen een ideële organisatie vergoedingen te vragen voor verrichtte werkzaamheden. Alle ontvangen gelden dienen immers vanuit deze gedachte besteed te worden aan onvermijdelijke kosten ten behoeve van de doelgroep. Wel is de stichting bereid om eventueel gemaakte onkosten middels een schenkingsverklaring voor de betreffende bestuurder of toezichthouder fiscaal aftrekbaar te maken. Vergaderingen worden in beginsel bij bestuurders en/of toezichthouders thuis gehouden, zonder vergoedingen, of in andere gratis of zonder vergoeding beschikbaar gestelde of beschikbare ruimtes. Uitgangspunt is dat binnen een ideële vrijwilligersorganisatie de overheadkosten beperkt worden tot het absolute minimum, minimaal noodzakelijke of onvermijdelijke kosten. Percentage kosten t.o.v. ontvangen gelden Juist vanwege het feit dat wij een vrijwilligersorganisatie zijn en willen blijven, zullen de overheadkosten beperkt kunnen blijven. Vooral omdat bestuurders en toezichthouders geen vergoedingen zullen krijgen. Uitgangspunt is dat ontvangen gelden zoveel mogelijk besteed worden aan de doelgroep. Toch zullen er onvermijdbare kosten zijn, zoals accountantskosten, wervingskosten en andere “kleine” kosten. Wij achten een kostenpercentage van 5% ten opzichte van de te ontvangen gelden als acceptabel, met een maximale uitloop tot 7%. Hierop zal zowel door het bestuur als de raad van toezicht op toegezien worden. Verslaggeving De stichting streeft totale transparantie na omdat we menen niets te verbergen te hebben. Alleen in onderhandelingsfases met onderwijsorganisaties zullen we beperkte informatie kunnen geven om de eventuele onderhandelingen niet te frustreren, onderhandelingspartners in een onevenwichtige positie te brengen of partners van elkaars aanbiedingen te informeren. Publicatie gaat via onze website, waar nog een webmaster voor gezocht moet worden die geen of heel weinig kosten in rekening brengt, vanuit de eerder genoemde grondslag. Besteding gelden stichting ingeval van opheffing Ingeval van ontbinding en vereffening van de stichting is het bestuur bevoegd de stichting te ontbinden (artikel 13 lid 1 statuten van de stichting). Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting (artikel 13 lid 6 van
11
de statuten van de stichting). Het ligt voor de hand dat in een dergelijk geval de raad van toezicht om advies gevraagd wordt, maar wij kwalificeren een opheffing/ontbinding vooralsnog als niet erg voor de hand te liggen, zeker op de korte termijn (1 tot 6 jaar).
12
2 Wervingsplan Inleiding Zoals aangegeven heeft de Stichting Robin Hood College als doel om te zorgen dat nieuwkomers in Nederland toegang hebben tot onderwijs om zo te kunnen bouwen aan hun toekomst. Landelijk moet daarvoor een kader gecreëerd worden. Het lobbytraject naar landelijke politiek en onderwijsorganisaties is dan ook gestart op de dag dat Robin Hood opgericht werd. Tussenliggend doel is om op de kortst mogelijke termijn daadwerkelijk toegang tot onderwijs te kunnen bieden aan de nieuwkomers die nu in Den Helder voor ons staan. Hun toekomst immers zou nu moeten beginnen! De Stichting Robin Hood College bouwt daarom aan werf en schip tegelijk. De klankbordgroep met vertegenwoordigers uit onderwijs, maatschappelijke organisaties en politiek die aan de vooravond van de start van Robin Hood input heeft gegeven, vormt de thuisbasis. Samen met de Raad van Aanbeveling zijn zij de ambassadeurs die het gedachtegoed van Robin Hood uitdragen. Robin Hood wil zo effectief mogelijk werken. In de opzet is daarom gekozen voor een taakgerichte organisatie met als rolverdeling: - Bestuur: verantwoordelijk voor lobby en fondsenwerving + inzet middelen en coördinatie daarvan; - Intermediairs (werkers in AZC en onderwijs): verantwoordelijk voor het aanmelden van nieuwkomers die ondersteuning behoeven + na honorering aanvraag verantwoordelijk voor het geleiden van deze deelnemers naar passend onderwijs (en tzt evaluatie!); - Raad van Toezicht: verantwoordelijk voor financiële controle/beleid fonds. Symposium Om Robin Hood en zijn ambassadeurs te profileren wordt de start van het College gemarkeerd met een symposium met als prominente sprekers in elk geval leden van de Raad van Aanbeveling en vertegenwoordigers van de doelgroep. Doel en plan van Robin Hood worden hier gepresenteerd aan publiek en pers. De kosten van het symposium zijn minimaal (drukwerk, portokosten + consumpties). De impact van het symposium is door adequate benadering van media en stakeholders (politiek, onderwijsorganisaties, maatschappelijk middenkader) optimaal. Het symposium vormt tevens de start van de inhoudelijke werving van intermediairs. Toegang tot het symposium is gratis. Aan deelnemers wordt gevraagd om intermediair/donateur te worden & tenminste een eenmalige donatie te doen. Doelstelling: 200 deelnemers; eerste selectie intermediairs en vooral draagvlak! Financiële doelstelling: € 5.000,00 + 75 structurele donateurs. Actiematig De ambassadeurs van het Robin Hood worden op kwaliteit ingezet. De politiek geëngageerden worden gesteund met inhoudelijke informatie om daarmee hun landelijke vertegenwoordigers te voeden. De maatschappelijk geëngageerden wordt gevraagd om ruimte in de agenda van hun organisaties voor het doel van Robin Hood. Dit enerzijds voor fondswerving (lokaal, regionaal en nationaal); anderzijds voor het vergroten van bewustwording (uiteindelijk nodig voor landelijk draagvlak). Doel 2012‐2013: 3 acties fondswerving; 6 inhoudelijke presentaties Robin Hood voor maatschappelijk middenkader; campagne voor werven donateurs (bv via SIRE). Financiële doelstelling: zie begroting
13
Intermediairs Robin Hood wil vooral concreet bezig zijn. Zoals hierboven al geschetst houdt het bestuur zich bezig met lobby en fondsenwerving. Voor het toeleiden van nieuwkomers (allereerst tijdens de pilot in Den Helder en omgeving) naar passend onderwijs, werkt Robin Hood met intermediairs. Medewerkers van AZC en onderwijsinstellingen en vrijwilligers van bijvoorbeeld Stichting Vluchtelingenwerk en You And Me! worden door Robin Hood via o.m. informatiebijeenkomsten geïnformeerd over mogelijkheden en werkwijze. De intermediairs kennen de doelgroep en zijn daarmee de ogen en oren van Robin Hood. De intermediair verzorgt de aanmelding van een deelnemer bij Robin Hood en begeleidt vervolgens na honorering van de aanvraag de aanmelding bij de onderwijsinstelling. Het schoolgeld wordt door Robin Hood rechtstreeks naar de onderwijsinstelling overgemaakt. De intermediair volgt de schoolprestaties van de deelnemer en rapporteert over deelname & resultaat. Promofilm Nieuwkomers in Nederland hebben vaak enorme drempels moeten overwinnen om überhaupt in ons land te komen. Hun motivatie en ambitie wordt achter de muren van een AZC echter door slechts weinigen gezien. Robin Hood wil deze nieuwkomers een gezicht en een stem geven. Een deel van de fondswerving in het eerste jaar is daarom ook gericht op het verwerven van budget voor presentatiemateriaal (o.m. een korte film waarin nieuwkomers zichzelf en hun ambitie om te werken aan een toekomst kunnen tonen). Benodigd budget: ca. €7.000,00. Donateurs Voor het werven van donateurs willen wij SIRE inschakelen. Een eventueel promotiefilmpje zal ook zeker kunnen helpen. Daarnaast zal het symposium aangegrepen worden om de eerste donateurs te werven en zal in de landelijke communicatie opgeroepen worden donateur van de stichting te worden. Ook kunnen de intermediairs mogelijk een rol spelen. Daarnaast hopen we scholen in te kunnen schakelen om donateurs te werven.
14
3 Meerjarenbegroting 2012‐2017 Begroting 2012 Inkomsten Subsidies en sponsoring € 247.000,00 Donateurs € 500,00 Diversen/rente
€ 1.500,00
Totaal € 249.000,00 Meerjarenbegroting 2013‐2017 Inkomsten Subsidies en sponsoring € 562.000,00 Donateurs € 2.000,00
Uitgaven Inkoop onderwijs Reservering vervolgonderwijs Oprichtingskosten (eenmalig) Accountantskosten Wervingskosten Diversen/onvoorzien Totaal
Uitgaven Inkoop onderwijs Reservering vervolgonderwijs Accountantskosten Wervingskosten Diversen/onvoorzien Totaal
€ 225.000,00 € 6.000,00 € 2.000,00 € 5.000,00 € 9.000,00 € 2.000,00 € 249.000,00
€ 540.000,00 € 14.400,00
Diversen/rente € 5.000,00 € 7.000,00 € 3.500,00 € 4.100,00 Totaal € 569.000,00 € 569.000,00 Toelichting algemeen: Doel van onze stichting is om mensen die geen gebruik kunnen maken van hun recht op onderwijs, zoals asielzoekers en sommige groepen nieuwkomers (zie onze nota Asiel‐ en nieuwkomersonderwijs 18+ van 20‐1‐2012) te ondersteunen. Daartoe willen we een pilot starten in Den Helder om aan regering en parlement te laten zien dat het bieden van onderwijs zin heeft. Vooralsnog willen we de pilot laten lopen van 2012 tot en met 2017. In 2017 zullen we de resultaten evalueren om te bezien wat en of er daarna nog ondersteuning van ons nodig is. We hopen tegen die tijd ook de regering en het parlement overtuigd te hebben van hun taak in deze, bijvoorbeeld gegrond op de World Declaration on Education for All van de UNESCO (19990). Door onze organisatie zal niet zelf onderwijs aangeboden worden, dit kopen we in bij het ROC Kop van Noord Holland, het Horizon College Alkmaar (e.o.) of andere organisaties. De genoemde kosten zijn gebaseerd op offertes van het ROC Kop van NH (2011). Daarbij merken wij op dat deze offertes zowel inhoudelijk als financieel niet uitonderhandeld zijn. Deze offertes zien wij vooralsnog als richtlijnen omdat we ons natuurlijk wel ergens op moeten baseren. Toelichting begroting 2012: Bij de uitgaven zijn we uitgegaan van de inkoop van onderwijs bij het ROC Kop van NH voor vijf klassen van 12 asielzoekers en/of nieuwkomers, te beginnen in september 2012. Uit onze enquête op 11 oktober 2010 (Azc Den Helder) blijkt dat veel mensen naar school willen. Maar het is natuurlijk maar de vraag, als puntje bij paaltje komt, hoeveel mensen daadwerkelijk ook de stap zullen maken. Daarnaast willen we voorzichtig beginnen. Opgemerkt moet worden dat als onze funding onvoldoende is om met vijf klassen te kunnen beginnen, we ons ambitieniveau zullen aanpassen. We willen per student € 100,00 reserveren, per klas, om eventueel vervolgonderwijs op het ROC Kop van
15
NH of een andere organisatie te kunnen financieren (dan gaat het om financiële ondersteuning bij regulier onderwijs). Om een asielzoeker of nieuwkomer naar het reguliere onderwijs te kunnen brengen zijn twee klassen nodig om van het niveau A nul naar A2 (Nederlands) te komen (nodig om te kunnen starten met een MBO1‐opleiding), die ieder ongeveer een half jaar duren. We zullen ook moeten ervaren hoeveel mensen uiteindelijk de hele opleiding af kunnen maken, daar zijn nu geen ervaringsgegevens van bekend omdat het nog nooit geprobeerd is. We hebben ondermeer te maken met mensen die of door het verkrijgen van een asielstatus of door het afwijzen van een asielstatus uit het Azc Den Helder verdwijnen. In de oprichtingskosten is een bedrag opgenomen om het keurmerk voor goede doelen aan te vragen en de kosten om briefpapier te ontwikkelen. De overige kosten, zoals de kosten voor de oprichtingsakte en inschrijving in de Kamer van Koophandel zijn door de voorzitter van de stichting “uit eigen zak” voldaan. Accountantskosten zijn een inschatting, maar wel noodzakelijk om aan mogelijke subsidiegevers de besteding van gelden aan te tonen. Er zijn geen administratiekosten benodigd omdat de administratie door een vrijwilliger (vooralsnog door de voorzitter, voormalig eigenaar van een administratiekantoor, beconnummer: 331776) gedaan wordt. De wervingskosten zijn een inschatting van kosten, bestaande uit de kosten voor het reproduceren van stukken en portokosten om mogelijke subsidiegevers en/of sponsors en donateurs te werven, inclusief een promotiefilmpje. Diversen en onvoorzien is opgenomen voor kleine kosten die we mogelijk moeten maken. Aan de inkomstenkant staan inschattingen voor subsidies, sponsoring, donateurs en rente. Indien de funding minder zal zijn dan gehoopt, zullen we de uitgaven (bijvoorbeeld voor inkoop van onderwijs) moeten aanpassen. Daarom moet deze begroting als flexibel en afhankelijk van mogelijke inkomsten gekenmerkt worden. Toelichting meerjarenbegroting 2013‐2017: Zie ook de toelichting op de begroting van 2012. Uitgegaan wordt van het realiseren van onderwijs voor 12 klassen van 12 personen per klas. Reservering voor vervolgonderwijs is gebaseerd op hetgeen is opgenomen bij de begroting van 2012. Accountantskosten zijn wederom een inschatting. Dit geldt ook voor de wervingskosten, diversen/onvoorzien en alle ingeschatte inkomsten. Indien de funding minder zal zijn dan gehoopt, zullen we de uitgaven (bijvoorbeeld voor inkoop van onderwijs) moeten aanpassen. Daarom moet deze begroting als flexibel en afhankelijk van mogelijke inkomsten gekenmerkt worden.
16
4 Enquête in het Azc Den Helder Inleiding Vanuit de gedachte “meten is weten” hebben we een enquêteformulier samengesteld . Op 11 oktober 2011 hebben we met 20 vrijwilligers van diverse organisaties zoveel mogelijk asielzoekers op het Azc geënquêteerd. Er zijn 256 asielzoekers van 18 jaar tot 65 jaar uitgenodigd naar een van de leslokalen op het Azc Den Helder te komen. Hieraan hebben 150 personen gevolg gegeven, derhalve 59%. Waarom 41% niet is komen opdagen is niet bekend. Een mogelijke verklaring kan zijn dat men de in het Nederlands opgestelde brief niet begrepen heeft, de relevantie niet ingezien heeft of niet aanwezig was in het Azc Den Helder. Resultaten Aan de resultaten van de enquête kan niet meer waarde gehecht worden dan een indicatief karakter. Uitgegaan is van de antwoorden van de asielzoekers zelf, er is dus niet getoetst. Het was niet altijd eenvoudig om juiste antwoorden te verkrijgen omdat veel asielzoekers geen Nederlands of Engels spreken. Soms is gebruik gemaakt van vertalers, mensen die zelf op het Azc Den Helder wonen en wel over voldoende kennis van de Nederlandse en/of Engelse taal beschikken. Soms is ook met een rekensommetje de vraag over kennis van rekenen verduidelijkt. De resultaten worden in grafieken weergegeven, in absolute aantallen. Clustering vragen De vragen zijn in vier hoofdgroepen geclusterd; gezinssamenstelling; startkwalificatie; vervolgstudie en investering. Er zijn een aantal aanvullende vragen gesteld, zoals: wat is uw nationaliteit en sinds wanneer bent u in Nederland. Ook is er gevraagd of er een voorkeur voor een specifiek beroep is. Cluster gezinssamenstelling: Bent u alleenstaand of met familie?
40 35 Alleenstaand
30 25
Met familie aanwezig
20 15
Vader/moeder aanwezig
10
Zorg voor minderjarigen
5 0 18-24 25-29 30-39 40-49 50-59 > 60 jaar jaar jaar jaar jaar jaar
17
Samenstelling gezin: 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Een persoon Twee personen Drie personen Vier personen Vijf personen Meer dan vijf 18-24 jaar
25-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 > 60 jaar jaar
Specificatie naar mannen en vrouwen: 35 30 25 20
Man
15
Vrouw
10 5 0 18-24 jaar
25-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 jaar
> 60 jaar
Cluster startkwalificatie: Heeft u interesse in een opleiding, zijn gemengde klassen een probleem voor u en bent u gealfabetiseerd?
Interesse in opleiding
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Geen interesse in opleiding Geen probleem gemengde klassen Wel probleem gemengde klassen Niet gealfabetiseerd 18-24 25-29 30-39 40-49 50-59 > 60 jaar jaar jaar jaar jaar jaar
Wel gealfabetiseerd
18
Hoe schat u zelf uw kennis van de Engelse taal in?
18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
Geen Matig Redelijk Goed Zeer goed 18-24 jaar
25-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 jaar
> 60 jaar
Hoe schat u zelf uw rekenvaardigheden in? 14 12 10
Ge e n
8
M atig
6
Re de lijk
4
Goe d
2
Ze e r goe d
0 18-24 jaar
25-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 > 60 jaar jaar
Hoe schat u zelf uw kennis van ict/computervaardigheden in? 14 12 10
Geen
8
Matig
6
Redelijk
4
Goed
2
Zeer goed
0 18-24 jaar
25-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 jaar
> 60 jaar
19
Hoe lang bent u in Nederland naar school geweest? 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Helemaal niet Tot 1/2 jaar Tot 1 jaar Tot 2 jaar 18-24 jaar
25-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 jaar
>60 jaar
Hoe lang bent u in uw eigen land naar school geweest? 16 14 12 10 8 6 4 2 0
Helemaal niet 0 tot 6 jaar 6 tot 12 jaar Langer dan 12 jaar 18-24 jaar
25-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 > 60 jaar jaar
Cluster gewenste vervolgstudie: In welke (onderwijs‐) richting zou u een studie willen doen? 25
Te chnie k
20 Economie (hande l e n administratie )
15
Zorg e n we lzijn
10 5
Groe ne richting (tuinbouw, die re n e ct.)
0 18-24 25-29 30-39 40-49 50-59 jaar jaar jaar jaar jaar
> 60 jaar
Ge e n ke us
20
Genoemde beroepen/studierichting: Apothekersassistente 2 Automonteur 2 Bank 1 Bouw 1 Chauffeur 1 Chemie (hbo) 1 Crèche medewerkster 1 Elektrotechniek 1 Engineering (Hbo) 1 Film 1 Fysica 1 Horeca 2 Hotelmanagement 1 Ict 3 Jeugdwerker 1 Kapster/kapper 4 Kleermaker 1 Kok 1 Lasser 2 Muziek 2 Politie 1 Schoonmaker 1 1 Sportleraar 1 Taal Tekenen 1 Theater 1 Universiteit 1 Visagie 1 Cluster investering: Bent u bereid een inkomensafhankelijke bijdrage (b.v. € 3,50 p.w.) te betalen? 3 50 40 30 Ja 20
Nee
10 0 18-24 jaar
25-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 jaar
> 60 jaar
Heeft u bij individuele begeleiding door YAM! 4 voorkeur voor een man of vrouw? 50 40 Geen voorkeur
30
Voorkeur voor een vrouw 20
Voorkeur voor een man Geen keuze
10 0 18-24 jaar 25-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar > 60 jaar
3
Inkomensafhankelijke bijdrage is gebaseerd op huidige individuele toelage, artikel 14 lid 2 RVA 2005. Vrijwillige mentoren van de vrijwilligersorganisatie You And Me! Den Helder die vooral jongeren ondersteunen.
4
21
Aanvullende vraag: Sinds hoe lang bent u in Nederland? 16
2002
14
2004
12 10
2006 2007
8
2008
6
2009
4 2
2010 2011
0 18-24 jaar
25-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 jaar
> 60 jaar
Onbekend
Idem als bovenstaand zonder leeftijdscategorieën 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
In Nederland sinds
2002
2006
2008
2010
Onbekend
Vertaling naar landelijke cijfers Als de samenstelling van de bewoners van het Azc Den Helder het gemiddelde in Nederland vertegenwoordigt (hypothese), dan zou de landelijke wens een opleiding te volgen bij een bezetting binnen het COA van ongeveer 20.000 personen, ongeveer als volgt in een grafiek te zetten zijn: 7.000 6.000 5.000 4.000 Opleidingswens
3.000 2.000 1.000 0 18-24 jaar
25-29 jaar
30-49 jaar
50-60 jaar
22
Indien de bezetting van het COA ongeveer 15.000 personen zou zijn, en in de grafiek uitgegaan kan worden van gelijksoortige gegevens als in de vorige grafiek, dan zou de landelijke wens van asielzoekers om naar school te willen gaan ongeveer in onderstaande grafiek vastgesteld kunnen worden: 5.000 4.000 3.000 Opleidingswens
2.000 1.000 0 18-24 jaar
25-29 jaar
30-49 jaar
50-60 jaar
Conclusie Als een conclusie uit onze enquête in het Asielzoekerscentrum Den Helder getrokken kan worden, dan is het wel dat in alle leeftijdscategorieën een duidelijke wens naar voren is gekomen dat asielzoekers graag naar school gaan om te leren. In de leeftijdscategorieën tot en met 29 jaar zitten relatief veel mensen met geen of weinig scholing in eigen land. In deze groep zitten relatief veel mensen uit Somalië Afghanistan en in mindere mate Irak. In de leeftijdscategorieën vanaf 30 jaar valt op dat relatief gezien meer mensen scholing in eigen land hebben gehad. Bij kennis van de Engelse taal valt de groep van 30 tot 40 jaar op, die relatief meer kennis van de Engelse taal heeft. Bij rekenvaardigheden is meer variatie onder de diverse leeftijdscategorieën vast te stellen. Werken met een computer is vooral iets voor de jongste leeftijdscategorie, de oudere leeftijdscategorieën hebben hier duidelijk minder ervaring mee. Er is een kleine groep hoog opgeleiden (tot en met universiteit). Deze groep zit vooral in de wat oudere leeftijdscategorieën. Als eindconclusie kan gesteld worden dat veel asielzoekers graag naar school willen. Dit beperkt zich niet tot de leeftijdscategorie 18 tot en met 29 jaar. Wij hebben geen aanleiding om te veronderstellen dat deze conclusie niet voor andere asielzoekerscentra in Nederland zou kunnen gelden. Geëxtrapoleerd en met de nodige voorbehouden komen wij hoe dan ook landelijk op meer dan 10.000 asielzoekers die graag naar school willen.
23
24
Bijlage: Namenlijst bestuur, raad van toezicht en raad van aanbeveling (per 29‐3‐2012) Stichting Robin Hood College. Bestuur Ton Schuitemaker, voorzitter/penningmeester a.i. Julianadorp Astrid van Groningen, secretaris Julianadorp Koos van Dongen, vice‐voorzitter Den Helder Albert van Varik, 2e vice‐voorzitter Den Helder Raad van toezicht Eljo Vos‐Brandjes, voorzitter Julianadorp Jasper Tolhuijs, secretaris Den Helder Lolke Kuipers, vice‐voorzitter Den Helder Raad van aanbeveling Prof. Dr. Fons Coomans Hoofd afdeling Internationaal en Europees Recht Universiteit van Maastricht, UNESCO Chair in Human Rights and Peace. Drs. Kathleen Ferrier Lid Tweede Kamer, deskundige ontwikkelingssamenwerking. Mr. Mark Leijen Asieladvocaat te Alkmaar, bestuurslid Vereniging Asieladvocaten en –Juristen Nederland. Mr. Dunja Monker Docent Recht Hogeschool van Amsterdam, Domein Maatschappij en Recht (coördinator minoren). Prof. Dr. Barbara Oomen Professor in Recht (Sociology of rights) aan de Roosevelt Academy (UvU). Drs. Arie Slob Lid Tweede Kamer (fractievoorzitter), o.m. voormalig docent maatschappijleer middelbaar onderwijs. Drs. Frans Timmermans Lid Tweede Kamer, gasthoogleraar UvU, voormalig staatssecretaris Buitenlandse Zaken (Europese samenwerking).
25
Vestigingsadres stichting Postbus 530, 1780 AM Den Helder E‐mail:
[email protected]
26