Beleidsplan 2010 – 2015
4e geactualiseerde versie, oktober 2013 Vastgesteld 05 november ’13 Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 1 van 31
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Voorwoord Aanleiding oprichting Stichting Bantan Woro Missie Visie op ontwikkelingssamenwerking Samenstelling en deskundigheden bestuur Vrijwilligersvergoeding Achtergrondinformatie over projectpartner Hoofddoelstelling Voorwaardenscheppende doelstellingen t.b.v. realisatie hoofddoelstelling Uitgangspunten / programma van eisen Projectorganisatie en beheersaspecten Organisatie CFP van Abéné Projectfasering Financiële meerjarenplanning Duurzaamheid van het project Tussenbalans (oktober 2013) Exit-strategie
3 4 5 6 8 9 10 11 12 13 14 17 18 19 20 21
Bijlagen 1. Voorgeschiedenis 2. Sociaaleconomische situatie regio Kafountine 3. Onze overwegingen voor en ervaringen met de samenwerking met het Ministerie van Technisch Onderwijs en Professionele beroepsvorming van Senegal. 4. Kwaliteitsplan: basis projectplan 4e (afrondende) realisatiefase en nazorgfase 5. Projectdoelstellingen 4e (afrondende) realisatiefase en nazorgfase
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 2 van 31
24 25 26 29 32
Voorwoord
Voor u ligt het beleidsplan van Stichting Bantan Woro over de periode 2010 – 2015. Het beleidsplan wordt elk jaar op basis van voortschrijdende inzichten en ervaringen geactualiseerd. Dit is de vierde geactualiseerde versie, opgesteld in oktober 2013. In het beleidsplan maken we duidelijk waar we voor staan (visie), welke opdracht we ons hebben gesteld (missie), welke inspanningen we daarvoor willen leveren en met wie we daarvoor willen samenwerken. Daarbij geven we in het bijzonder aandacht aan onze samenwerking met het Ministerie van Technisch Onderwijs en Professionele Beroepsvorming van Senegal. Onze overwegingen voor en ervaringen met deze samenwerking hebben we als bijlage bij dit beleidsplan opgenomen. We geven inzicht in de samenstelling en deskundigheden van het bestuur en van onze projectpartner in Senegal en in het beleid m.b.t de vergoeding van vrijwilligers. Voor de realisatie van onze missie ‘de ontwikkeling van een centrum voor professionele beroepsvorming in Abéné, Zuid-Senegal’ hebben we een projectorganisatie ingericht en hebben we met onze projectpartner afspraken gemaakt over het beheer van het project. Deze zijn in dit beleidsplan opgenomen. Omdat het noodzakelijk is om het project in meerdere jaren te realiseren hebben we het project in fasen opgedeeld. In het beleidsplan treft u de voortschrijdende projectfasering en de daarop aansluitende financiële meerjarenplanning aan. Daaruit valt af te leiden dat we er naar streven om het project in 2015 zodanig af te ronden dat het centrum zichzelf in stand kan houden en systematisch de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie van het centrum kan verbeteren We hopen dat het plan ook anderen inspireert om met ons de droom van Ibrahim Diassy waar te maken of hun eigen plannen op een verantwoorde wijze te realiseren.
Denise van den Hoof Voorzitter Stichting Bantan Woro
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 3 van 31
1.
Aanleiding oprichting Stichting Bantan Woro
Het begon met een droom Ibrahim Diassy is geboren in Abéné, een klein vissersdorp in de Casamance, de zuidelijkste provincie van Senegal. Het is de meest vruchtbare streek van het land, een bos- en waterrijk gebied met honderden exotische vogelsoorten. Op dit moment woont en werkt Ibrahim in Breda, waar hij ons vertelde over zijn droom: ‘Telkens als ik naar mijn dorp ga om mijn familie te bezoeken, komen er veel kinderen naar mij toe met het verzoek om hun vervolgopleiding te sponsoren. Omdat ik me erg verbonden voel met mijn dorp en daar elke familie ken, vind ik dat een groot probleem. Ik kan niet iedereen helpen, en tegen welk kind zeg ik ja en tegen welk kind nee? Ik heb daar lang over lopen piekeren, tot ik een droom kreeg. Als ik een school voor beroepsopleidingen in Abéné zou kunnen realiseren, zou ik veel kansarme kinderen die nu geen goed toekomstperspectief hebben, kunnen helpen. De Bantan Woro Abéné betekent in het Mandinko, “Laten we samenkomen en onze krachten bundelen”. Een viertal generaties geleden leefden in het gebied zes families. Ongeacht hun geloofsovertuiging en de etnische groep waartoe ze behoorden, besloten ze gezamenlijk een dorp te vormen. Als symbool van hun krachtenbundeling plantte elke familie een kapokboom, dicht bij elkaar. Zoals de zes families inmiddels met elkaar zijn verstrengeld, zo zijn ook de zes bomen inmiddels met elkaar vergroeid tot één gigantische boom “de Bantan Woro” wat letterlijk vertaald “de zes bomen” betekent. Deze boom wordt ook wel de heilige boom genoemd. De omgeving van de boom wordt bijgehouden door de vrouwen. Het is hun ontmoetingsplaats. Stichting Bantan Woro Voor de realisatie van de droom van Ibrahim Diassy is een stichting opgericht. De stichting kreeg de naam “Bantan Woro” omdat we hiermee de krachtenbundeling zowel in Nederland als in Senegal en tussen beiden willen benadrukken en uitdragen. Ons doel Stichting Bantan Woro heeft zich tot doel gesteld om in vijf jaar tijd in Abéné een middelbare technische school te bouwen en materieel in te richten. Dit om aan praktisch ingestelde kinderen - na de lagere school een goed toekomstperspectief te bieden. Door het tekort aan met name technische scholen kunnen praktisch ingestelde kinderen geen beroep leren. Noodgedwongen verdoen zijn hun tijd op straat, met alle nare gevolgen van dien. Of ze dromen ervan dat ze hun geluk in het buitenland kunnen vinden, terwijl in Senegal juist een grote behoefte is aan gediplomeerde arbeidskrachten.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 4 van 31
2.
Missie
Stichting Bantan Woro heeft zich de volgende missie gesteld: -
We willen praktisch ingestelde jongeren van (en uit de omgeving van) Abéné in Senegal een toekomstperspectief bieden. Ze lopen nu, door gebrek aan een goed toekomstperspectief, het gevaar om met verkeerde mensen in contact te komen of zich in drank- en drugsgebruik te verliezen. Na de basisschool heeft het overgrote deel van deze jongeren, wegens financiële en mobiliteitsredenen, geen kans om verder te studeren. Ze hebben daardoor geen toekomstperspectief. We willen kleinschalig beginnen met een zestal beroepsopleidingen, waaraan in de regio direct behoefte is.
-
Bedoeling is het plaatselijke comité (tijdelijk) te ondersteunen bij de bouw en materiële inrichting van een middelbare technische school in Abéné.
-
Het streven is erop gericht dat de school, zich met behulp van de overheidssubsidie en extra inkomsten uit ouderbijdragen, verkoop van producten en diensten van studenten en cursussen voor volwassenen, zichzelf, zonder hulp van buitenaf, in stand kan houden.
-
We willen tijdens de bouw en ontwikkeling van de school ook een bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling van de regio. Daarom laten we de school door de plaatselijke bevolking bouwen met materialen vanuit de regio en laten we het meubilair door plaatselijke timmerbedrijfjes gemaakt.
-
We willen met andere ontwikkelingsorganisaties, die in Abéné of de directe omgeving actief zijn de krachten bundelen om tot verdeling van werkgebieden en tot gezamenlijke ontwikkelingsinitiatieven te komen, die op de behoeften van de plaatselijke en regionale bevolking aansluiten.
-
We willen voorlichting en informatie geven over: De ontwikkelingsbehoeften van de regio (Casamance) in het algemeen en van het dorp Abéné in het bijzonder; Het verloop van de bouw en exploitatie van de school in Abéné; De via sponsoring verworven financiële en andere middelen; De besteding van de verworven financiële middelen
-
We vinden het uit oogpunt van binding en vertrouwen van belang om in alle opzichten transparant te zijn ten opzichte van onze donateurs, medefinanciers en belangstellenden en het comité in Abéné.
-
Met bovenstaande missie willen we tevens een bijdrage leveren aan de realisatie van de millenniumdoelen, met name aan doel 2: In 2015 gaan alle jongens en meisjes naar school.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 5 van 31
3.
Visie op ontwikkelingssamenwerking
De visie van Stichting Bantan Woro is gebaseerd op de principes van ownerschip, krachtenbundeling, transparantie en duurzaamheid. Ownerschip Het project is ontstaan uit het dorp en wordt door het dorp gedragen. De projecteigenaar is onze partner, het comité Samaba Diabang in Abéné. Het comité is in de bestaande gezagsverhoudingen in het dorp ingebed en heeft een formeel geregistreerde status. Het is hun project. Stichting Bantan Woro bepaalt dus niet wat er met het ingezamelde geld moet gebeuren. Het comité in Abéné geeft haar wensen en ideeën en Stichting Bantan Woro gaat na of dit financieel realiseerbaar is. In de meeste gevallen leidt dit tot intensief overleg waarin realistische keuzen worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. De totale projectplanning is erop gebaseerd dat de school na 5 jaar zichzelf in stand kan houden, zonder structurele hulp van buitenaf. Voor de vormgeving van het ownership is in het projectdorp Abéné een projectorganisatie opgezet. Het project wordt gerealiseerd aan de hand van een projectplan, waarin de realiseren activiteiten zijn opgenomen. Elk kwartaal wordt door de projectmanager (de secretaris (voorheen voorzitter) van comité Samaba Diabang) een verslag gemaakt over de voortgang van het project. Dit verslag wordt onderbouwd met bewijsvoerend fotomateriaal. Voor het financieel beheer, is door het comité in Abéné een financiële administratie (kasboek) opgezet aan de hand waarvan inkomsten en uitgaven inzichtelijk worden gemaakt. Inkomsten en uitgaven worden daarbij aan de hand van facturen en betalingsbewijzen onderbouwd. Ownership houdt ook in dat de school door een plaatselijke bouwmaatschappij, met vaklui en materialen uit het dorp en de omgeving, wordt gebouwd. Ook de materialen worden, met uitzondering van de materialen voor het informaticalokaal, in Senegal aangeschaft. Krachtenbundeling Krachtenbundeling vormt het motto van onze Stichting (zie de oorspong van onze naam en ons logo). Dit motto houdt in dat onze samenwerking is gebaseerd op wederzijds respect en gebruikmaking van elkaars krachten. Het comité in Abéné, weet, als belangenbehartiger van de inwoners, het beste wat er wordt gewild. De krachten die het comité voor de realisatie van het project inbrengt zijn: enthousiasme, creativiteit, oplossingsgerichtheid, eigenaarschap en vasthoudendheid. Stichting Bantan Woro stelt zich tot doel om voorzieningen mogelijk te maken, die aan het dorp en haar inwoners ontwikkelingskansen bieden. We richten ons daarbij op versterking van aanwezige groeipotenties en niet op de bestrijding van symptomen. De krachten, die Stichting Bantan Woro in het project inbrengt zijn: enthousiasme, doorzettingsvermogen, financiële middelen, kennis van projectmanagement en financieel beheer. Uit de krachtenbundeling ontstaat meerwaarde. Van bij het begin van het project werd door onze projectpartner appel gedaan op onze meer rationeel planmatige kwaliteiten voor de realisatie van het project. Wij van onze kant appelleerden aan hun ervaringen en cultuurwaarden om tot een door het dorp gedragen projectaanpak te komen. Omdat we hiermee rekening houden en de (plaatselijke, regionale en landelijke) gezagsdragers van bij het begin bij het project hebben betrokken, is het project tot nu toe voorspoedig verlopen. We hebben tot nu toe nog geen noemenswaardige tegenslag meegemaakt. Van de kant van onze projectpartners is de expliciete vraag gesteld naar een cursus projectmanagement. Deze cursus is in augustus en december ’09 aangeboden aan de leden van het comité en verantwoordelijken van andere ontwikkelingsprojecten in het dorp. Krachtenbundeling houdt ook in dat we: - in Nederland actief op zoek gaan naar andere stichtingen, die in het dorp en de naaste omgeving, actief zijn op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking. We willen met hen tot afspraken komen over onderlinge samenwerking en verdeling van werkgebieden. - met andere stichtingen in Breda en Drimmelen ons inzetten voor de realisatie van een mondiaal beleid, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de realisatie van de millenniumdoelen. - Onze kennis en inzichten ter beschikking stellen aan andere stichtingen via publicaties op myworld en de website van Partin, de belangenorganisatie van het particulier initiatief, waarbij we zijn aangesloten.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 6 van 31
Transparantie We vinden het in alle opzichten van belang om ten opzichte van alle belangstellenden, donateurs en medefinanciers transparant te zijn door aan te geven wat er precies met het ingezamelde geld is gebeurd. Behoudens enige administratiekosten wordt ongeveer 95% hiervan voor de realisatie van het project gebruikt. We geven in onze nieuwsbrief en op onze website periodiek inzicht in de hoogte van het ingezamelde bedrag en de besteding hiervan. Iedereen, die dit wenst, ontvangt het projectplan en de kostenraming. Elke 6 maanden vindt een controle plaats van de financiële administratie van onze projectpartner. Omdat ook onze projectpartner in haar partnerschapverklaring aangeeft in volledige transparantie te willen samenwerken vormen deze controles een bevestiging van ons wederzijds vertrouwen. De informatievoorziening aan alle betrokkenen over het project wordt in het projectland door het comité verzorgd. Voorafgaand en na afloop van elke projectfase belegt de projectmanager een brede dorpvergadering. Daarin worden de aanwezigen geïnformeerd over de plannen van de komende fase en de kosten die hiervoor gemaakt moeten worden. Na afronding van een fase worden de inkomstenbronnen en de ingezamelde bedragen aangegeven en wat met het ingezamelde geld is gebeurd. De informatievoorziening in Nederland aan belangstellenden, donateurs en medefinanciers wordt door Stichting Bantan Woro verzorgd: via een nieuwsbrief, losse mails en onze website. Duurzaamheid We vinden het een voorwaarde, dat na de bouw en inrichting van de school, de continuïteit van de school is gewaarborgd. Dat houdt in dat er gegarandeerde inkomsten zijn voor de aanschaf van het lesmateriaal, de betaling van de salarissen van het personeel en voor het onderhoud en andere kosten voor de huisvesting.
- Het ministerie van technisch onderwijs van Senegal heeft voor de realisatie van het project een verantwoordingdocument gemaakt waarin de noodzaak van het project wordt aangetoond. De aan te bieden opleidingen worden vanuit sociaaleconomisch perspectief en op basis van overleg met de plaatselijke bevolking verantwoord. In het verantwoordingsdocument zijn ook de (maximale) bouw- en uitrustingskosten geraamd. Deze vormen de basis voor onze kostenramingen. - Na afronding van de 1e fase van het project (mei 2010) is een procedure opgestart voor overdracht van de school aan de Senegelese overheid. De procedure is december 2010 afgerond en heeft tot erkenning en openstelling in 2011 van de school geleid. De erkenning garandeert dat er jaarlijks een budget wordt vastgesteld voor de bekostiging van de lopende lasten (salarissen, leerboeken, onderhoud, verbruiksmaterialen. - Met de directeur zijn afspraken gemaakt over het op gang brengen, onderhouden en uitbouwen van een 2e en 3e geldstroom: De 2e geldstroom houdt in, dat aan ouders gevraagd wordt om schoolkosten te betalen (variërend tussen € 22 en € 32 afhankelijk van de opleiding. Gebleken is dat ouders zich meer met de school verbinden als ze schoolkosten betalen, dan als dat niet het geval is. De 3e geldstroom houdt in dat producten en diensten van studenten worden gebruikt voor bijv. de aanschaf van grondstoffen, die voor de praktijklessen nodig zijn. Daarnaast worden, onder noemer van volwasseneneducatie, inkomsten gegenereerd uit de cursusactiviteiten. Te denken valt hierbij aan taalcursussen voor vrouwen en informaticacursussen voor ondernemers.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 7 van 31
4.
Samenstelling en deskundigheden bestuur
Het bestuur bestaat uit 5 personen. In onderstaande tabel zijn per bestuurslid functie, aandachtsgebieden en deskundigheden aangegeven. Naam
Functie
Aandachtsgebied
Deskundigheid
1.
Denise van den Hoof
Voorzitter
Ervaringsdeskundigheid. Voorlichting. Facilitair management.
2.
Guido Annaert
Secretaris
-
3.
Theo Lensing
Penningmeester
4.
Ibrahim Diassy
Initiatiefnemer, afkomstig uit Abéné, Senegal
5.
Bob Smits
Lid
-
Voorlichting Fondsenwerving Contacten met projectpartner Bewaking visie en missie Secretariaat en PR Projectmanagement Fondsenwerving Contacten met projectpartner en min. technisch beroepsonderwijs Senegal Financiële verslaglegging Financiële verantwoording Fondsenwerving Advisering over routing Contacten met projectpartner en Abenezen in Nederland Voorlichting en fondsenwerving Voorlichting Fondsenwerving
Staffunctionaris bij een ROC met aandachtsgebieden: - Organisatieontwikkeling - Kwaliteitszorg / prestatiesturing - Verandermanagement - Projectmanagement Financiële expertise in diverse werksituaties Ervaringsdeskundigheid.
Student HBO Sociaal Cultureel Werk
Netwerk in Nederland - Stichting Bantan Woro maakt deel uit van het millenniumnetwerk van de gemeente Breda en het millenniumplatform van de gemeente Drimmelen. - We onderhouden contact met Switch (voorheen COS Brabant) en staan geregistreerd bij de Wereldatlas. - Sinds juni 2011 zijn we lid van Partin, de brancheorganisatie voor kleinschalige particuliere initiatieven. - Stichting Bantan Woro is als organisatie op Myworld gepubliceerd. - Stichting Bantan Woro is partner van Impulsis en Wilde Ganzen. - We werken in de 4e fase samen met Bureau Internationale Samenwerking (BIS).
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 8 van 31
5.
Vrijwilligersbeleid en - vergoeding
Zonder de hulp van vrijwilligers zou het niet mogelijk zijn om onze doelen te realiseren. We hebben voor het vinden van vrijwilligers het voordeel dat het dorp Abéné bij veel mensen in Nederland bekend is. Sinds jaren worden door Ponda O’Bryan en Jelle de Kroon (Wulabadushi) percussievakanties georganiseerd in het dorp. Daardoor hebben zeer veel mensen met het dorp een innige band gekregen. Anna Dijkstra (Amsterdam) heeft jaren geleden het initiatief genomen voor het jaarlijkse (inmiddels internationaal bekende) culturele festival in het dorp. Adri Zeegers (+) organiseerde al even lang o.a. voor doven en slechthorenden vakanties op haar verblijf O’Dunbayland. Via hun activiteiten komen veel mensen ook in contact met het werk van stichting Bantan Woro. Er verblijven ook (tijdelijk) relatief veel Senegalezen, die van het dorp of uit de omgeving afkomstig zijn, in Nederland. Ze onderhouden nauwe banden met elkaar, hun dorp en hun families en leveren vaak een fantastische muzikale bijdrage aan activiteiten van de stichting. Tijdens de looptijd van het project zijn door een 15-tal vrijwilligers diverse activiteiten opgezet en worden er hand- en spandiensten geleverd bij activiteiten van het bestuur (bijv. Afrikafeest). Zo zijn er in een aantal basisscholen projecten opgezet door vrijwilligers om de kinderen over de leefwereld van hun leeftijdgenoten te informeren en fondsen te werven en nam een enthousiaste vrijwilliger het initiatief om een groot Afrikafeest te organiseren. Vrijwilligers, die een eigen fondsenwervende actie willen opzetten worden door stichting Bantan Woro ondersteund met informatie- en fotomateriaal (en leskoffers voor projecten in basisscholen). We zijn op hun activiteiten desgewenst aanwezig met een informatiestand. Vrijwilligersvergoeding Omdat we alle opbrengsten uit voorlichtings- en fondsenwervende activiteiten aan de ontwikkeling van het centrum willen besteden, geven we geen vrijwilligersvergoeding. In uitzonderlijke gevallen kunnen reiskosten worden gedeclareerd als de reis op verzoek van het bestuur van Stichting Bantan Woro wordt gemaakt.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 9 van 31
6.
Achtergrondinformatie over projectpartner
De doelstellingen van onze partnerorganisatie (association des jeunes de Abéné ‘Samaba Diabang’) zijn: - Actief participeren in de socio-economische ontwikkeling van het dorp; - Bevorderen van het vrijwilligerswerk door jongeren. - Bevorderen van de culturele en sportieve ontplooiing van jongeren. Samenstelling en deskundigheden bestuur Functie Naam Voorzitter
Kotoubo Sonko
Secretaris
Seny Souané
Penningmeester
Tombon Sonko
Adjunct-voorzitter Adjunct-secretaris Adjunct-penningmeester
Pierre-Marie Diassy Francois Diassy Felix Diassy
Deskundigheden Universitair geschoold (economie). Voorzitter UPAC (organisatie, die boeren financieel ondersteunt met microkredieten). Plattelandsontwikkeling, Milieuzorg. Universitair geschoold (marketing en sociologie) Internationale handel en financieel management Projectmanagement. Plattelandsontwikkeling. Vervult de rol van projectmanager van het project. Gymnasium; Hoteleigenaar Student Student Marketing en communicatie Chauffeur
Belangrijkste bereikte resultaten De belangrijkste resultaten van onze projectpartner zijn: - De jaarlijkse organisatie van het (internationaal bekend) 10 daagse cultureel festival (dec./begin jan.). - De aanleg van een voetbalterrein en de organisatie van een jaarlijks regionaal voetbaltornooi; - De bouw van een cultureel centrum (uitrusting in ontwikkeling); - Wekelijkse (op zondag) schoonmaakbeurten van het dorp; - De organisatie van conferenties over diverse onderwerpen m.b.t. de ontwikkeling van de regio; - Het opzetten van structurele inzamelingsacties van lege batterijen en plastic; - Het verkrijgen van grond voor de realisatie van het CFP de Abéné; - Het (succesvol) vervullen van de rol van projectmanager t.b.v. de realisatie van het CFP de Abéné; - Vertrouwenwekkende contacten met de Senegalese overheid inzake voornoemd project.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 10 van 31
7.
Hoofddoelstelling
Stichting Bantan Woro heeft zich tot doel gesteld om in een periode van 5 jaar een door de overheid erkend regionaal centrum voor professionele beroepsopleidingen te ontwikkelen in Abéné, Zuid Senegal met het volgende opleidingsaanbod: horeca (restaurant- en hotelwezen) en toerisme; bouwkunde; elektrotechniek; kappen en uiterlijke verzorging; mode; landbouw en veeteelt, waarin aan de studenten, naast hun beroepsvakken, ook de volgende generieke vakken worden onderricht: Frans, Engels, hygiëne/EHBO, wiskunde, informatica, ondernemerschap (bedrijfsadministratie) Het centrum richt zich daarbij op zowel jongeren als volwassenen. Nr. 1.
Doelgroepen Jongens en meisjes Na de lagere school kunnen praktisch ingestelde kinderen in het centrum een beroep leren. Afhankelijk van hun lagere school diploma stromen ze in: - ofwel in één van de zes sectoren van beroepsopleidingen op MBO-niveau; - ofwel in een oriëntatiejaar (op VMBO niveau). In dit jaar kunnen ze de beroepsopleidingen verkennen en kunnen ze hun niveau zodanig ophalen dat ze in een beroepsopleiding kunnen toegelaten worden. Het centrum levert op deze wijze een bijdrage aan de bestrijding van analfabetisme bij vaak kansarme kinderen, die vaak uit zeer arme gezinnen voortkomen. Bedoeling is dat alle gediplomeerden een baan vinden, een eigen bedrijfje opstarten of naar een hogere beroepsopleiding doorstromen. Gediplomeerden, die een eigen bedrijf willen starten kunnen bij een overheidsdienst een microkrediet aanvragen. De renteloze lening betalen ze dan af met de winst uit hun eigen bedrijfje. Door deze maatregel wordt tevens het ondernemerschap gestimuleerd.
Leeftijdscategorie 14 – 25 jaar
2.
Volwassenen, die reeds als ongediplomeerde beroepskracht in één van de sectoren, waarvoor de school beroepskrachten aflevert, werkzaam zijn, kunnen, afhankelijk van de theoretische component, in 4-6 maanden op de school alsnog een diploma behalen.
20 – 40 jaar
3.
Volwassenen nascholing In de avonduren wordt een modulair nascholingsprogramma aangeboden aan jongeren en volwassenen, die hun generieke en beroepsvaardigheden verder willen ontwikkelen.
Geen leeftijdsbeperking
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 11 van 31
8.
Voorwaardenscheppende doelstellingen t.b.v. realisatie hoofddoelstelling
Voor de realisatie van de hoofddoelstelling gelden de volgende voorwaardenscheppende doelstellingen: 1.
Realiseren van PR-plan bestaande uit - Het 2 maal per jaar actualiseren / bijwerken van onze website (www.bantan-woro.nl); - Het 2 maal per jaar informeren van belangstellenden, donateurs en medefinanciers via een nieuwsbrief; - Het binnen 2 dagen reageren op ontvangen e-mails; - Gebruik maken van facebook en andere community’s; - Uitbrengen van foldermateriaal; - Publicaties in de (regionale) pers.
2.
Ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal voor fondsenwervende acties - Informatiestand met voorlichtingsmateriaal en artisanale producten uit het dorp; - Diapresentatie - Fototentoonstelling - Lesmateriaal met leskoffers over 4 thema’s Feesten en muziek Naar school gaan Eten en drinken Kleding, wonen en werken - Een algemene informatiemap over Senegal
3.
Het per projectfase ontwikkelen van een (deel)projectplan waarin de te realiseren doelen en de begroting worden inzichtelijk gemaakt. Deze (deel)projectplannen vormen de basis voor het aanvragen van subsidies, fondsen en medefinancieringen.
4.
Het per fase maken van een financieringsplan, waarin de verwachte en nog te verwerven fondsen inzichtelijk worden gemaakt. Het financieringsplan vormt voor het bestuur het vertrekpunt voor het bepalen van fondsenwervende acties. Het wordt maandelijks zodanig bijgewerkt dat gerealiseerde en nog te realiseren inkomsten worden afgezet tegen de begrote kosten.
5.
Per projectfase inhoudelijk en financieel verantwoording afleggen over de gerealiseerde resultaten en de besteding van het inzamelresultaat in de volgende media: op onze website; in onze nieuwsbrief; in inhoudelijke en financiële eindverantwoordingen aan medefinanciers; tijdens dorpsvergaderingen (door de projectmanager) in Abéné.
6.
Het uitbreiden en up te date houden van de eigen expertise door: - deelname aan workshops van Switch, Impulsis, Wilde Ganzen en Partin; - deelname aan ledendagen van Partin; - participeren in community’s op bijv. Myworld, facebook; - volgen van actuele ontwikkelingen inzake ontwikkelingssamenwerking en Senegal; - aanschaffen van boeken en afsluiten van abonnementen.
7.
Het zoeken van samenwerkingspartners om de krachten te bundelen voor de ontwikkeling van de regio.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 12 van 31
9.
Uitgangspunten / programma van eisen.
Tijdens de oriëntatiefase hebben we met onze projectpartner een omgevingsanalyse uitgevoerd. Daarbij hebben we op de volgende vragen een antwoord gezocht: - Hoe functioneren andere centra voor technische beroepsopleidingen in de ruime omgeving? - Op welke wijze is de continuïteit van deze centra verzekerd? - Aan welke voorwaarden moeten we voldoen in Nederland om in aanmerking te komen voor subsidies? Op basis van de verworven inzichten zijn we gezamenlijk tot volgende programma van eisen gekomen voor de projectrealisatie. - Het aanbod van technische beroepsopleidingen sluit aan op vastgestelde regionale marktbehoeften; - In het centrum werken gekwalificeerde docenten. De praktijkcomponent van de opleidingen is zodanig ontwikkeld dat afgestudeerden over de vereiste beroepsvaardigheden beschikken. Er zijn voldoende stageplaatsen en/of praktijksimulaties - De bouwkundige en materiële voorzieningen van het centrum zijn afgestemd op het beoogde aantal studenten (elke student beschikt over voldoende materialen) en de te ontwikkelen beroepsvaardigheden; - De afgestudeerde studenten ontvangen een officieel, door de Senegelese overheid erkend, diploma en worden begeleid bij het vinden van een arbeidsplaats/het starten van een eigen bedrijfje; - De continuïteit van het centrum is verzekerd (gegarandeerde betaling salarissen, materiële- en onderhoudskosten); - De ondersteuning door Stichting Bantan Woro wordt na een periode van 5 jaar afgebouwd. Het centrum is vanaf dan in staat om zichzelf in stand te houden zonder financiële ondersteuning vanuit het buitenland.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 13 van 31
10.
Projectorganisatie en beheersaspecten
Voor de realisatie van het project is de volgende projectorganisatie opgezet.
3. Gie Rapibat (Bouwleiding) Mr. Yousoupha Soulèye Coly
4. Mr. Amadou Diabang Dorpschef + voorzitter dorpscomité
1. Stuurgroep - Association SAMABA DIABANG Dhr Sény Souané, Projectmanager - Dhr. G. Correa, schooldirecteur - Voorz. + secr. Stichting Bantan Woro
7. Donateurs / Medefinanciers Nederland
2. Projectmanager (projectrealisatie en informatievoorziening)
6. Stichting BANTAN WORO Financiering en controle
5. Oudervereniging Mr. Lamine Diatta, voorzitter
6. Mr. Fa. Birama Diangar Min. technisch onderwijs Senegal,
Actoren 1. De stuurgroep is samengesteld uit de voorzitter en secretaris van Stichting Bantan Woro, de directeur van het centrum (dhr. Gaspar Correa) en de projectmanager (dhr. Seny Souané. De stuurgroep plant (op basis van de gezamenlijk vastgestelde behoeften) de gefaseerde realisatie van het project. Voor de effectiviteit van de onderlinge afstemming zijn van elke partij de verantwoordelijkheden vastgesteld. 2. Dhr. Sény Souané, secretaris van onze partnerorganisatie Samaba Diabang in Abéné, vervult de rol van projectmanager. Hij is verantwoordelijk voor de realisatie van het onroerend goed en de aanschaf van de benodigde didactische materialen. 3. Dhr. Youssoupha Soulèye Coly (aannemer) van Gie Rapibat (bouwonderneming) is, overeenkomstig een met het comité Samaba Diabang ondertekend contract, verantwoordelijk voor de realisatie van de bouwplanning. Hij legt verantwoording af over de kwaliteit van de bouw aan de projectmanager. 4. Dhr. Amadou Diabang, dorpschef is tevens voorzitter van het opdrachtverstrekkende dorpscomité. 5. Dhr. Lamine Diatta, is de voorzitter van de oudervereniging van het centrum. De oudervereniging wordt geïnformeerd door de projectmanager, die ook lid is van de oudervereniging. 6. Dhr. F. Diangar is chef van de divisie professionele beroepsvorming van het ministerie van technisch onderwijs van Senegal en in die hoedanigheid onze contactpersoon bij het desbetreffende ministerie. 7. Stichting Bantan Woro stelt de financiële middelen ter beschikking t.b.v. de realisatie van de projectdoelen en verantwoord zich hierover aan donateurs en subsidieverstrekkers via een nieuwsbrief, informatie op de website en specifieke verantwoordingsdocumenten van medefinanciers. 8. 95% van de fondsen van donateurs en medefinanciers worden benut voor de projectfinanciering. Informatievoorziening In onderstaande tabel maken we inzichtelijk welke personen, groeperingen / organisaties inhoudelijk en financieel over de voortgang en resultaten worden geïnformeerd. Ontvanger informatie Dhr. Amadou Diabang Ouderenraad / dorpelingen Dhr. Gaspar Correa Stichting Bantan Woro De oudervereniging Dhr. Fa. Birama Diangar Donateurs en medefinanciers
Informatieverstrekker Projectmanager Dorpschef en projectmanager Projectmanager Stichting Bantan Woro Projectmanager Projectmanager Stichting Bantan Woro Directeur CFP Stichting Bantan Woro
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Wanneer Maandelijks 1 x per half jaar Wekelijks Maandelijks Maandelijks (telefonisch, per mail, via kasboek en fotomateriaal). Zo nodig incidenteel. Maandelijks Voorafgaand en na afronding van elke projectfase. Voorafgaand, halverwege en einde schooljaar. - Voorafgaand aan elke fase over doelstellingen, planning en begroting. - Halverwege en na afronding van elke fase via een inhoudelijke en financiële (eind)rapportage. - 2 x per jaar via een nieuwsbrief - 2 x per jaar via geactualiseerde info op website Pagina 14 van 31
Projectbezoek en controle van het project en de projectpartner. De voorzitter en secretaris van Stichting Bantan Woro bezoeken twee maal (december/januari, juli/augustus) het project. Tijdens deze bezoeken vinden de volgende (controlerende) activiteiten plaats: - Inhoudelijke evaluatie van de projectvoortgang en procesevaluatie van samenwerking(safspraken); - Bezoek aan het centrum t.b.v. de fysieke controle en fotografie van gerealiseerde projectonderdelen; - Financiële controle van het kasboek, met aansluitende facturen, betalingsbewijzen en bankafschriften; De projectmanager legt inhoudelijk en financieel verantwoording af aan Stichting Bantan Woro door middel van facturen en betalingsbewijzen, ter bewijsvoering van alle gedane uitgaven. - Maken van werkafspraken betreffende de nog te realiseren/af te ronden projectonderdelen; - Onderhandelingen met de aannemer en leveranciers van materialen en meubilair; - Maken ven keuzen betreffende de aanschaf van materialen en meubilair; - Voorbereiden van inhoudelijke en financiële verantwoordingen aan donateurs en medefinanciers in Nederland en aan de dorpsraad en inwoners van Abéné; Vanaf de openstelling van de eerste opleidingssectoren (oktober 2011) zijn niet langer twee, maar drie partijen betrokken bij de realisatie van het project: ic. de projectmanager (namens onze partnerorganisatie Samaba Diabang), dhr. G. Correa (vertegenwoordiger ter plaatse van de Senegalese overheid) en Stichting Bantan Woro. Om aan deze situatie recht te doen zijn in dec. 2011 de samenwerkingsafspraken herijkt. Door de 3 betrokken partijen in een stuurgroep onder te brengen is gewaarborgd dat elke partij, vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, die bijdrage levert, die voor een effectieve en efficiënte projectrealisatie nodig is. De stuurgroep stelt de financiële kaders, waarbinnen de projectmanager de projectdoelstellingen dient te realiseren. Stichting Bantan Woro controleert achteraf inhoudelijk/financieel of dit ook het geval was. De projectmanager kan alle operationele beslissingen nemen zolang hij binnen de gestelde financiële kaders blijft. Bij operationele beslissingen boven € 500 vindt ad hoc afstemming plaats met de directeur van het centrum en Stichting Bantan Woro. Bij alle beslissingen geldt dat het eindtotaal van de begroting niet mag worden overschreden. Begrotingsposten kunnen lager of hoger uitvallen, maar mogen tezamen nooit hoger zijn dan het vastgestelde eindtotaal. Tot op heden heeft deze werkwijze ervoor gezorgd dat we nooit met verrassingen werden geconfronteerd en dat alle voorgaande fasen ruim binnen de begroting werden gerealiseerd. De rol- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de drie partijen van de stuurgroep is als volgt. Partijen
Rol
Verantwoordelijk voor:
Projectpartner Samaba Diabang. Voorzitter: dhr. S. Souané
Projectmanager
-
Directie CPF van Abéné, dhr. G. Correa
Ontwikkelen van beroepsopleidingen in het CFP van Abéné
-
Stichting Bantan Woro
Projectfinanciering en -advisering
-
-
de realisatie van de bouwplanning; de oplevering van het gerealiseerde onroerend goed; de aanschaf van materialen en meubilair in Senegal. de inzet van dorpsbewoners bij de projectrealisatie; het doen van bankverrichtingen en betalingen; de bewijsvoering van alle gedane uitgaven; de informatievoorziening (inhoudelijk en financieel) over de voortgang en resultaten van het project in het dorp; de opgave van ontwikkelbehoeften en wensen van het CFP; de opgave van benodigde materialen en meubilair; de ingangscontrole en installatie van de materialen; de ontwikkeling van de beroepsopleidingen van het CFP; de opgave van personele- en exploitatiebehoeften van het CFP aan het ministerie van technische beroepsvorming van Senegal; de organisatorische inrichting van het CFP; de werving van stageplaatsen; de ontwikkeling van een avondcursusaanbod; de kwaliteitszorg van het CFP. het werven van de benodigde fondsen; het, rekening houdend met de verwachte inkomsten, opmaken van een projectplanning t.b.v. de realisatie van het onroerend goed en benodigde materialen en meubilair; de inhoudelijke en financiële controle van het project; de informatievoorziening over en inhoudelijk en financiële verantwoording van de projectresultaten;
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 15 van 31
11.
Organisatie van het CFP van Abéné (Centre de Formation Professionnelle de Abéné)1
De directeur heeft de opdracht om de volgende interne organisatie tot ontwikkeling te brengen: Comité de Gestion
Direction (D)
Comité de pilotage
Bureau Ressources Humaines Association des Parents
Association des Elèves
Surveillant Général
Chef des Travaux
Conseil des Professeurs
Conseil de Discipline
Bureau Comptabilité Gestion Bureau de Qualité
Bur. inf., com. et document.
Mathématiques Informatique Anglais Français Entreprenariat Hygiène
Restaurat. Hôtellerie Tourisme
Métiers du Bâtiment
Couture Habillement.
Electricité
Coiffure
Agriculture Elevage
Toelichting organigram De directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het CFP. Hij ontvangt van het Ministerie van de technische beroepsvorming de onderwijsinhoudelijke kaders waaraan de opleidingen dienen te voldoen om voor diplomering in aanmerking te komen. Het ministerie van de technische beroepsvorming stelt jaarlijks, op basis van de behoeften, die door de directeur worden opgegeven, een exploitatiebudget vast voor het CFP t.b.v. de betaling van de salarissen, de energie-, internet, telefoon- en onderhoudskosten en de schoolmiddelen. De regionale onderwijsinspectie oefent het toezicht uit op de kwaliteit van de beroepsopleidingen van het CFP. De directeur van het centrum verantwoord zich 2 per jaar aan het toezichthoudend bestuur (comité de gestion) over het gevoerde beleid en de gerealiseerde resultaten. Het comité de pilotage (stuurgroep) is samengesteld uit de projectmanager, de directeur van het centrum en de secretaris en voorzitter van Stichting Bantan Woro. De stuurgroep is ingesteld voor de aansturing van de projectmatige realisatie en ontwikkeling van het centrum. De directeur wordt in de dagelijkse bedrijfsvoering bijgestaan door een managementteam bestaande uit de surveillant général en de chef des travaux, die tevens 3 bureaus (HRM, Financiën, Onderwijskwaliteit) aanstuurt. Hij onderhoudt het contact met drie inspraakorganen: het college van leerkrachten en de ouder- en leerlingenraad. Deze inspraakorganen zijn inmiddels operationeel. De chef des travaux is verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit van de 6 beroepsopleidingsectoren en een oriëntatiejaar op VMBO-niveau. De leerlingen krijgen naast beroepsspecifieke vakken, ook de generieke vakken zoals wiskunde, Frans, Engels, ICT, ondernemerschap (waaronder bedrijfsadministratie), hygiëne / EHBO . Vanaf 2011 is elk centrum voor professionele beroepsopleidingen verplicht om een kwaliteitsbureau in te stellen. Er is nog weinig expertise op dit terrein aanwezig. Daarom hebben we besloten om met de directeur en onze projectpartner een kwaliteitsplan te ontwikkelen voor het centrum. Dit kwaliteitsplan vormde de basis van het projectplan van de 4e afrondende fase.
1
De verder te ontwikkelen interne organisatie is door de directeur vastgelegd in het document ‘Organisation du centre’ overeenkomstig de richtlijnen van het ministerie.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 16 van 31
12.
Projectfasering
Definitiefase
december 2004 – 31 december 2008
Gerealiseerde resultaten
Een document ter verantwoording van het project door het Senegalese ministerie van technisch onderwijs; Een breed draagvlak in het dorp en de regio en een duidelijke projectorganisatie in het projectland; Naamsbekendheid van Stichting Bantan Woro in de omgeving. Een meerjaren projectplan en meerjarenbegroting, gebaseerd op realiseerbare bouwplannen en bestekken.
1e Realisatiefase
01 januari 2009 – 31 mei 2010
Gerealiseerde resultaten
Constructie administratief gebouw (ontvangsthal, directiekamer, receptie / secretariaat, administratie, toilet); gebouw horecasector (restaurant, bar, opslag, keuken met 2 opslagruimten en douche); gebouw voor kappersopleiding informaticalokaal; lokaal voor algemeen theoretische vakken, 40% van lokalen van de overige opleidingssectoren (2 klaslokalen, 2 opbergruimten en 2 docentenruimten); toiletten. Het onroerend goed is conform plan en binnen de begroting gerealiseerd (begroot: € 50.000 / werkelijk: € 48.490). Aan het einde van deze fase ontvingen we het arrest van de Senegalese overheid betreffende de officiële erkenning van de school en de opname in de staatbegroting.
2e Realisatiefase
01 oktober 2010 – 31 oktober 2011
Gerealiseerde resultaten
Afbouw (60%) van de lokalen voor de overige opleidingssectoren; Aanschaf en installatie ICT-voorzieningen en materialen/meubilair voor opleidingssectoren en administratie; Start van 4 opleidingssectoren op MBO niveau (landbouw/veeteelt; horeca/toerisme; mode/uiterlijke verzorging; elektrotechniek) en een oriëntatiejaar op VMBO niveau per 15 oktober 2011.
3e Realisatiefase
01 oktober 2011 – 31 oktober 2012
Gerealiseerde resultaten
Inauguratie centrum (04-01-2012); Afrondende werkzaamheden aan de reeds gerealiseerde gebouwen; Aanschaf didactische materialen en meubilair voor sectoren bouwkunde, elektrotechniek, mode, kappen/uiterlijke verzorging, landbouw/veeteelt en uitbreiding van het meubilair voor de klassen; Constructie gebouw sector mode/uiterlijke verzorging; Het opleidingsaanbod is uitgebreid met de volgende opleidingen Bouwkunde en kappen/uiterlijke verzorging. De afronding van de eerste drie fasen heeft geleid tot een sterktezwakte analyse volgens het STAR School Model van Edukans. Onderdelen waren: Leeromgeving; Leerlingen; Leerkrachten / het onderwijs; Bedrijfsvoering / management; Betrokkenheid ouders / gemeenschap. Uit deze analyse zijn 25 doelstellingen naar voren gekomen waar aandacht aan besteed moet worden in de 4e fase van dit project. Het sterktezwakte analyse en de daaruit voortvloeiende doelstellingen treft u aan in bijlage 4 en 5 van dit beleidsplan. Het volledige kwaliteitsplan treft u aan op een andere plaats op onze website.
4e Realisatiefase
01 januari 2013 – 28 februari 2014
Te realiseren resultaten
Uitbreiding centrum met 3 theorielokalen, 2 praktijklokalen en 1 bibliotheek; Aanschaf boeken voor bibliotheek; Bouw en inrichting magazijn Uitbreiding administratief gebouw met een lerarenkamer; Omheinen van het centrum; Aanschaf didactische materialen voor sector landbouw/veeteelt; Aanvulling meubilair; Pedagogisch didactische cursus (10 dagdelen gespreid over het jaar) voor docenten; Managementcursus (6 dagen) voor directeuren van de regio. De totale kosten zijn geraamd op € 80.636. Bij het opmaken van deze actualisering was een dekkende financiering verkregen. De administratieve afronding vindt plaats in maart 2014. Er is een aanvang gemaakt met de ontwikkeling van een systeem voor het inzichtelijk maken, volgen en verbeteren van de kwaliteit van het centrum. Er is een kwaliteitscomité ingesteld bestaande uit de directie, 3 leerkrachten, een vertegenwoordiger van de leerlingenraad en een vertegenwoordiger van de ouderraad.
Nazorgfase
01 januari 2014 – 31 januari 2015
Te realiseren resultaten
Stichting Bantan Woro zal in 2014 haar materiële ondersteuning van het project beëindigen. De immateriële ondersteuning zal nog tot eind 2015 doorlopen. Deze ondersteuning betreft: - Het invoeren van het kwaliteitszorgsysteem. - Het bieden van ondersteuning van de realisatie van een werkgelegenheidsproject. (voor meer informatie over onze exit-strategie: zie hoofdstuk 16)
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 17 van 31
13.
Financiële meerjarenplanning
De financiële meerjarenplanning van het project is tweemaal grondig bijgesteld. De eerste bijstelling vond plaats bij de planvorming voor de 3e realisatiefase omdat: 1. de directeur van het centrum voor meer opleidingssectoren bevoegde docenten had aangevraagd (en verkregen) bij het ministerie van technisch onderwijs. 2. we in de 2e uitvoeringsfase voor minder geld veel meer materialen hadden kunnen aanschaffen. Daardoor waren er voor de administratie, de horecasector en het informaticalokaal geen verdere investeringen meer noodzakelijk. De tweede bijstelling vond plaats bij de planvorming voor de 4e realisatiefase omdat: 1. er meer lokalen noodzakelijk zijn om het verwachte (maximale) aantal leerlingen te kunnen huisvesten; 2. bijna alle opleidingssectoren van voldoende didactische materialen zijn voorzien. 3. het voor een goede bewaking en bescherming (tegen dieren) van het centrum noodzakelijk is om een volledige sluitende omheining te realiseren. De derde bijstelling vond plaats nadat we de 1e prijs hadden gewonnen van de wedstrijd, die door BIS was georganiseerd ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het bureau. De prijs betrof een gratis fondsenwervingtraject voor een bedrag van € 50.000. Door deze prijs konden we aan alle investeringsbehoeften van onze projectpartner c.q. het centrum tegemoet komen. De aanvankelijke projectbegroting van € 60.000 is met € 20.000 verhoogd tot een bedrag van € 80.000. De inhoudelijke doelstelling werden uitgebreid. In de navolgende tabel maken we inzichtelijk: 1. wat de kosten waren in de reeds gerealiseerde projectfasen. De projectonderdelen, die in deze afgeronde projectfasen werden gerealiseerd zijn in de tabel onder 11 ‘Projectfasering’ aangegeven. 2. wat de kosten zullen zijn in de 4e (afrondende) realisatiefase. Omdat de realisatiefasen niet gelijk lopen met de kalenderjaren komen de bedragen niet overeen met de bedragen in de financiële jaarverslagen. Deze worden per kalenderjaar opgesteld. Gerealiseerde projectfasen Fasen 1e realisatiefase
2e realisatiefase
3e realisatiefase
Fase in uitvoering 4e realisatiefase
Financieel resultaat Totale projectkosten: € 48.490 (begroot: € 50.00). - Gefinancierd door Stichting Bantan Woro uit fondsenwerving: € 25.033 - Gefinancierd door NCDO: € 23.457 Totale projectkosten: € 57.301,17 (Begroot: € 50.000). - Gefinancierd door Stichting Bantan Woro uit fondsenwerving: € 32.339.96 - Gefinancierd door NCDO: € 24.961,21 Totale projectkosten: € 45.693,31 - Gefinancierd door Stichting Bantan Woro: € 17.374,43 - Gefinancierd door Impulsis, gemeente Breda: € 10.000 - Gefinancierd door Stichting Marthe van Rijswijk: € 10.000 - Gefinancierd door Stichting Weeshuis te Nijkerk: € 4.318,88 - Gefinancierd door Stichting der Doopsgezinden: € 4.000 Activiteiten Begroot Uitbreiding met 3 theorie- en 2 praktijklokalen en bibliotheek 38.315,15 Magazijn + gemetselde kasten 9.885,34 Aanbouw lerarenkamer bij administratie 3.432,00 Omheining centrum 3.465,00 Voorziening afwerking gebouwen en onvoorzien 1.216,00 Didactische materialen voor sector landbouw/veeteelt 1.000,00 Aanvulling meubilair 4.619,00 Boeken voor bibliotheek 10.000,00 Meubilair voor bibliotheek 3.913,00 Pedagogisch didactische cursus docenten 1.880,00 Managementcursus directeuren regio 2.460,00 Kosten invoer pick-up Peugeot 504 (donatie) 450,00
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Totaal € 80.635,49
Pagina 18 van 31
Nazorgfase
Financiering De geraamde kosten voor de 4e fase zijn gedekt met: - Giften van particulieren - Inkomsten uit voorlichtingsprojecten - Donaties / subsidies van: Basisscholen Rudolf Steiner (Breda) en ’t Diekske (Afferden) Studenten team Veiligheid Vitalis college te Breda ASML Foundation ASN Bank Impulsis Gemeente Breda Vereniging HVO Johanna Donk Grote Stichting Stichting Jong Stichting Mundo Crastino Meliori Prioriteitenfonds Dominicanen Hofstede stichting Wilde Ganzen Marthe van Rijswijk foundation - Ontwikkeling van een kwaliteitszorgsysteem - Ondersteuning realisatie werkgelegenheidsproject voor afgestudeerden
Geen kosten € 8.000
De aanvankelijk ingeschatte kosten bedroegen voor 4 realisatiefasen € 200.000. Als het kostenverloop volgens bovenstaande planning is zullen de werkelijke kosten € 240.119,97 bedragen. Dat is € 40.119,97 meer dan waar aanvankelijk was van uitgegaan. Daar staat tegenover dat het centrum zes in plaats van drie opleidingssectoren en een oriëntatiejaar op VMBO niveau zal aanbieden en dat een werkgelegenheidsproject zal zijn gerealiseerd.
14.
Duurzaamheid van het project
De duurzaamheid van het project komst op diverse wijzen tot uiting. -
-
Het project is ontstaan uit het dorp en heeft in de regio een breed draagvlak. Onze projectpartner is projecteigenaar en realiseert met financiële en projectmatige ondersteuning van Stichting Bantan Woro een project dat op de sociaaleconomische behoeften van de regio aansluit; Het centrum wordt gebouwd door een plaatselijke bouwonderneming, met vaklui en materialen uit de omgeving. De uitrusting wordt, m.u.v. de ICT-materialen in Senegal aangeschaft. De totale projectplanning is erop gebaseerd dat de school zichzelf na 5 jaar (vanaf 2015) in stand kan houden, zonder structurele hulp van het buitenland. De erkenning van het centrum door de Senegalese overheid garandeert dat er jaarlijks een budget wordt vastgesteld voor de bekostiging van de exploitatiekosten (salarissen, leerboeken, onderhoud, verbruiksmaterialen, energie, internet, telefoon). De aan het centrum aangestelde directeur heeft de opdracht om een 2e en 3e geldstroom op gang te brengen, te onderhouden en uit te bouwen De 2e geldstroom betreft de inning van ouderbijdragen. Gebleken is dat ouders zich meer met de school verbinden als ze (hoe beperkt ook) een bijdrage betalen. De 3e geldstroom betreft de verkoop / verhuur van producten en diensten van studenten voor bijv. de aanschaf van grondstoffen voor de praktijklessen en inkomsten uit avondcursussen voor volwassenen.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 19 van 31
15. Tussenbalans (oktober 2012) Als we de tussenbalans opmaken, kunnen we met trots concluderen dat we aardig op weg zijn om al onze uitgangspunten (zie hoofdstuk 9) te realiseren. Als de 3e ze laatste fase afgerond zullen Stichting Bantan Woro en hun plaatselijke projectpartner in Senegal het volgende hebben gerealiseerd: - Een door de staat erkend centrum waar 200 jongeren aan één van de volgende zes opleidingssectoren een beroep (MBO-niveau) kunnen leren: horeca/toerisme, landbouw/veeteelt, bouwkunde, elektrotechniek, mode en kappen. - Een oriëntatiejaar voor ongeveer 30 jongeren, waarvan het niveau te laag is om zich meteen voor een beroepsopleiding in te kunnen schrijven. In dit oriëntatiejaar kunnen ze zich op de beroepsopleidingen oriënteren en hun niveau kunnen opkrikken om alsnog toegelaten te worden. - 13 theorie- en praktijklokalen, informaticalokaal, ingerichte bibliotheek, schooltuin en een administratief gebouw met lerarenkamer. - Een materiële inrichting, die het mogelijk maakt om een lesprogramma aan te bieden waarin theoretische en praktische vorming in balans zijn (50%-50%). - Pedagogisch geschoolde en door de overheid betaalde leerkrachten (op dit moment 24). - Een actief werkende ouderraad, die niet alleen hand en spandiensten levert, maar ook medezeggenschap heeft en een bijdrage levert in het zoeken van stageplaatsen over hele land. - 75% minder jongeren, die doelloos op straat rondhangen. - Studenten, die voor het staatsexamen van hun driejarige beroepsopleiding slagen verkrijgen een officieel staatsdiploma. - In elke opleidingssector kunnen vanaf schooljaar 2012-2013 per jaar 12 leerlingen instromen. In het oriëntatiejaar kunnen 30 leerlingen instromen. Dat zijn per jaar 102 jongeren. Daarnaast is er nog een capaciteit van 30 volwassenen voor bij- en nascholing. Na drie jaar is de maximale capaciteit van 306 leerlingen bereikt. Zonder uitval zal de regio over 10 jaar over 3.060 extra gediplomeerde beroepskrachten beschikken. - Het centrum staat niet alleen open voor jongens en meisjes, die na de lagere school een beroep willen leren, maar ook voor ongediplomeerde volwassenen, die reeds in een beroepssector, waarvoor het centrum een beroepsopleiding verzorgt, werkzaam zijn. Zij kunnen in korte tijd (0,5 jaar) alsnog in het centrum een officieel diploma verwerven. - Het centrum zal met een modulair cursusaanbod en alfabetiseringscursussen bijdragen aan de volwasseneneducatie. - Gediplomeerden kunnen een baan zoeken, verder studeren op HBO niveau of een eigen zaak beginnen. Voor dat laatste kunnen ze bij een overheidsinstantie een microkrediet aanvagen. Met de winst uit hun eigen bedrijfje betalen ze over een aantal jaren de renteloze lening terug. - De studenten ondernemen allerlei activiteiten om extra financiële middelen te verkrijgen voor de aanschaf van grondstoffen: zaden, groenten, stoffen, etc. Daarmee oefenen ze tevens ondernemingsvaardigheden. - De directie heeft op basis van de richtlijnen van de overheid de volgende documenten gemaakt m.b.t. de interne organisatie: Règlement intérieur (schoolreglement); Organisation du centre (beschrijving van de werking van de organisatie van het centrum). - Voorafgaand aan de opstelling van het laatste projectplan is door de stuurgroep (zie blz. 12 t/m 14) een kwaliteitsplan opgesteld voor het centrum. Het kwaliteitsplan is tot stand gekomen op basis van een sterkte/zwakte analyse (zie bijlage 4), die met behulp van het STAR school model van Edukans werd uitgevoerd. Bij de analyse waren de directie, leerkrachten, de projectmanager en de voorzitter en secretaris van Stichting Bantan Woro betrokken. - In augustus 2013 is een tevredenheidonderzoek uitgevoerd onder de ouders. Ouders merken dat er nu veel minder jongeren doelloos op straat hangen. Ze zien hoe hun kinderen zich inzetten voor hun toekomst en die van hun families. Het was opvallend hoe eensluidend de mening was van de 15 geïnterviewde ouders.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 20 van 31
Reacties van de ouders Er is grote waardering voor de leerkrachten, die bereid zijn om zelfs in hun vrije tijd extra uitleg te geven; Het aantal lokalen is nog niet voldoende (met de uitbreiding ervan zijn we bezig); Rondom het centrum moet een muur komen om de veiligheid meer te waarborgen (de muur wordt op dit moment gebouwd); Men is ontevreden over de organisatie van de stages in het 2e jaar: men is hier te laat mee begonnen, waardoor veel studenten geen stageplaats konden vinden; Ouders stellen vast dat hun kinderen gemotiveerd zijn, zich thuis verantwoordelijker gaan gedragen en ook al in de thuissituatie toepassen wat ze op school leerden. 2ejaars elektrotechniek zijn al in staat om een begroting te maken voor de installatie van zonnepanelen, de materialen aan te schaffen en te installeren; Leerlingen van de horecasector maken thuis diverse nieuwe gerechten, jams en vruchtensappen, die ze ook verkopen; Leerlingen van de sector landbouw en veeteelt telen thuis groenten, snoeien en enten fruitbomen of fokken en verkopen kippen; Leerlingen van de opleiding kappen en uiterlijke verzorging doen de haren van familieleden en vriendinnen en de leerlingen van de sector mode maken en verkopen kledingstukken. Men wenst dat het centrum en de ouderraad ook verantwoordelijkheid nemen voor de werkgelegenheid van de afgestudeerden. Men waardeert de inzet van de ouderraad. De leden zijn door het dorp zijn gekozen om de ogen, handen en oren van de ouders te zijn. Ze waarderen de wijze waarop ze de ouders informeren en hen vertegenwoordigen bij het nemen van beslissingen. Ouders met veel kinderen op school wensen dat bij de ouderbijdrage wordt rekening gehouden met het aantal kinderen. Veel ouders bezoeken regelmatig het centrum. Ouders zijn tevreden over de informatie, die ze kregen alvorens ze hun kind(eren) op een opleiding in te schrijven en over de wijze waarop ze, bij problemen worden betrokken. De leerlingen hebben zelf de opleiding gekozen, die ze willen volgen. Ze worden door hun ouders bemoedigd of “krijgen op hun donder” als ze hun best niet doen en het in hun geïnvesteerde geld verbrodden.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 21 van 31
16. Exit-strategie Het materiële deel van het totale project zal in januari 2014 worden afgerond. Daarna zal het centrum nog gedurende 2 jaar op immateriële wijze worden ondersteund. In die twee jaar zal een systeem worden ontwikkeld voor het inzichtelijk maken, bewaken en continu verbeteren van de kwaliteit van de opleidingen en de organisatie van het centrum. Het systeem zal bestaan uit 2 jaarlijkse enquêtes onder studenten, ouders en leerkrachten, een driejaarlijkse sterkte/zwakte analyse en een informatiesysteem over de schoolprestaties. Het systeem is gebaseerd op informatie en registratiesystemen, die door Edukans werden ontwikkeld. Stichting Bantan Woro zal in de nazorgfase ook het werkgelegenheidsplan van de ouderraad in beperkte mate financieel ondersteunen. Om de gediplomeerden te ondersteunen zal gefaseerd een markt worden ontwikkeld, waar coöperaties van gediplomeerde veehouders, tuinders, koks, kapsters en kledingmaaksters hun producten of diensten kunnen aanbieden. Ingeschat wordt dat met een startbedrag van € 8.000 de markt in vijf jaar tijd volledig zal zijn ontwikkeld. Als de markt is ontwikkeld kan de winst uit verhuur van verkoopruimtes worden gebruikt om allerlei sociaal culturele initiatieven, zoals het ziekenhuis, het sociaal-cultureel centrum, de voetbalschool mee te ondersteunen en hen de kans te geven zich te verbeteren en/of uit breiden. Het centrum vormt een onmisbare schakel in de sociaaleconomische ontwikkeling van de regio. De markt, die in het verlengde van het centrum zal worden ontwikkeld vormt hiervan een volgende schakel.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 22 van 31
Bijlage 1.
Voorgeschiedenis
Het project vond eind 2004 zijn oorsprong in de droom van Ibrahim Diassy, afkomstig uit Abéné en nu woonachtig in Breda. Hij had tijdens zijn vakantie in zijn dorp de voorzitter van onze stichting, mevr. Denise van den Hoof, ontmoet. Zij was daar toevallig voor een percussievakantie. Bij terugkomst in Nederland vertelde hij dat hij vaak werd gevraagd door kinderen uit zijn dorp om hun beroepsopleiding (in een andere regio) te sponsoren. Door het tekort aan met name technische scholen kunnen praktisch ingestelde kinderen in de regio geen beroep leren, terwijl er voor de ontwikkeling van de regio juist een grote behoefte bestaat aan gediplomeerde arbeidskrachten. Ze dolen nu vaak doelloos op straat, lopen de kans foute mensen te ontmoeten, waardoor ze met drugs in aanraking komen, of ze dromen ervan om via (clandestiene) emigratie de uitzichtloze werkelijkheid te ontsnappen. Omdat Ibrahim bijna elke familie in zijn dorp kent, en hij niet elk kind kan helpen zou jij een keuze moeten maken. Maar tegen welk kind zou hij ja zeggen en tegen welk kind nee? Door een middelbare technische school te bouwen zag hij een uitweg om zijn dilemma op te lossen. Dan zou hij alle praktisch ingestelde kinderen in de regio een toekomstperspectief kunnen bieden. Nadat voor dit doel een Stichting was opgericht bestond de eerste periode uit het opbouwen van een vertrouwensband met het dorp, de dorpsnotabelen en vooral met onze partner ‘l’association Samaba Diabang”. Voor de projectrealisatie werd door de chef van het dorp, dhr. Amadou Diabang, een stuk land van 1 hectare beschikbaar gesteld. De voorzitter van Samaba Diabang, dhr. Sény Souane, benadrukte het belang van de beeldvormende projectfase. Deze zou ons niet alleen een gezamenlijk beeld, maar ook een stevige samenwerkingsrelatie opleveren. Door samen te werken zouden we elkaars kwaliteiten leren kennen en daar op een complementaire wijze van gebruik kunnen maken. Van meet af aan was duidelijk dat Samaba Diabang de projecteigenaar was en dat Bantan Woro een faciliterende en adviserende rol zou vervullen. Ook was duidelijk dat het plaatselijke comité wilde dat het centrum officiële diploma’s zou afgeven, waarna samenwerking is gezocht met de Senegalese overheid. In dec. 2006 hebben we overleg gevoerd met de prefect van Diouloulou. Hij heeft project, namens de regio, bij de minister van technisch onderwijs aanbevolen. Enkele dagen later verkregen we tevens de bouwvergunning en in het dorp van het Comité de Gestion de officiële opdracht voor de bouw van de school. In Mei 2007 hadden we een audiëntie met de toenmalige minister van onderwijs, dhr. G. Tendeng (inmiddels overleden). De minister omarmde het project met enthousiasme, omdat het uit het dorp zelf was ontstaan en inmiddels op een breed draagvlak kon rekenen. Hij informeerde ons over het van kracht zijnde Senegalese overheidsbeleid: ‘Elke basisgemeenschap (dorp) kan initiatief nemen om met behulp van een buitenlandse partner een school te bouwen. Na overdracht van de school aan de Senegalese overheid stelt de overheid een directeur en gekwalificeerde leerkrachten aan, betaalt hun salarissen en kent jaarlijks aan het centrum een budget toe voor de betaling van de salarissen en exploitatiekosten (energie, onderhoud, aanvulling inventaris)’. Om het project van de grond te tillen zegde hij toe dat om ambtenaren van zijn ministerie naar Abéné te laten komen om tot een gezamenlijke projectbeschrijving te komen. Na enkele maanden vond er als gevolg van de verkiezingen een wisseling plaats van de ministersposten. Dhr. M. Sakho, opvolger van dhr. G. Tendeng bevestigde ons dat hij alle afspraken van zijn voorganger overnam en dat de wisseling geen vertraging mocht opleveren voor het project. Op 3, 4 en 5 januari 2008 kwamen 3 ambtenaren van het miniserie van technisch beroepsonderwijs naar Abéné om met ons en onze projectpartner tot een projectplan te komen voor de bouw en onderwijsinhoudelijke inrichting van het toekomstige centrum. De eerste dag stond in het teken van de wederzijdse kennismaking, het maken van werkafspraken en het bezoeken van plaatselijke en regionale autoriteiten zoals de chef van het dorp, de gouverneur van Ziguinchor, de inspecteur van het technisch onderwijs en de voorzitter van de regionale raad. Het project werd van harte ontvangen en alle steun werd toegezegd. De inspecteur van het technisch onderwijs benadrukte dat de school aan een behoefte tegemoet komt, omdat er in de regio nog weinig of geen technisch scholen voor beroepsonderwijs zijn.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 23 van 31
De tweede dag vond een dorpsvergadering plaats om het project aan de bevolking te presenteren en de opleidingsbehoeften te inventariseren. Er waren ongeveer 40 afgevaardigden van alle plaatselijke groeperingen aanwezig om over het project van gedachten te wisselen. De inventarisatie leverde een waslijst aan wensen op. Teveel om waar te maken. Daarom werd benadrukt dat ’s middags met een klein comité uit deze wensen, die beroepsopleidingen gekozen zouden worden, die op de ontwikkelingskansen en marktbehoeften van de regio aansluiten en die binnen de financiële mogelijkheden van Stichting Bantan Woro realiseerbaar zouden zijn. De regionale radiozender van Ziguinchor heeft de hele bijeenkomst opgenomen. Een impressie daarvan werd tezamen met een aantal interviews gedurende de dagen (en weken) daarna in de verschillende talen van de regio op de radio uitgezonden. In juli 2008 zijn we voor een afrondende werkdag naar Dakar gegaan. We hebben gezamenlijk met onze partner, Samaba de Abéné, ongeveer 5 uur samengewerkt met ambtenaren van het ministerie om tot een afronding van de definitiefase te komen en de daadwerkelijke bouw van de school voor te bereiden. De directeur-generaal van de minister van technisch onderwijs nam een aantal zorgpunten weg door te benadrukken dat het onderwijs aan de kinderen prioriteit nummer 1 is en niet de administratieve gebouwen. De samenwerking daarna met de ambtenaren verliep uitstekend in een open - op elkaar betrokken - sfeer en leverde de schriftelijke toezegging op dat voor de erkenning van de school een procedure zou worden opgestart. De erkenning van de school impliceert de overdracht van het centrum aan de Senegalese overheid, de aanstelling van een directeur om de openstelling van de school voor te bereiden, de werving en aanstelling van bevoegde docenten en de jaarlijkse toekenning van een exploitatiebudget voor de betaling van de salarissen en de exploitatiekosten. In het vooruitzicht van de start van de bouw van de school in 2009 hebben we met onze partner, Samaba d’Abéné, een samenwerkingscontract opgesteld. Hierin zijn wederzijdse rechten en plichten vastgelegd. We hebben gezamenlijk een projectplan opgesteld en onderhandelingen gevoerd met de beoogde aannemer.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 24 van 31
Bijlage 2
Sociaaleconomische situatie regio Kafountine
De beschrijving van de sociaaleconomische situatie is overgenomen uit de projectbeschrijving van de bestuursdienst van het Ministerie van Technische Professionele Beroepsvorming van Senegal. Sociaal-culturele aspecten A. Demografie In 2006 werden in het gewest 20.173 inwoners geteld. De oppervlakte van het gewest bedraagt 90,8 km2. De bevolkingsdichtheid is 222,17 inwoners/km2. Abéné is één van de 19 dorpen van de plattelandsgemeenschap van Kafountine, in het arrondissement Diouloulou. Abéné telde 4.500 inwoners in 2006 op een oppervlak van 12 km2 en een dichtheid van 375 inwoners/km2. De bevolking neemt jaarlijks toe. B. Cultuur Het gewest wordt bevolkt door verschillende etnische groepen. In Abéné wonen Mandinka, Diola, Karoninke en Peul. Deze diversiteit geeft aan het dorp een culturele rijkdom. C. Religie Er komen in het dorp 3 religies voor: 60% is moslim, 25% rooms-katholiek en 15% animist. De religies leven in perfecte harmonie met elkaar. Het is in de gewone omgang niet te zien wie katholiek of moslim is. Economische aspecten A. Landbouw De grond is rijk en vruchtbaar. Door de komt van toeristische centra wordt de grond schaarser. De grond is geschikt voor fruitteelt (sinaasappels en mango’s). De groenteteelt is ondanks de geschiktheid van de grond niet ontwikkeld. Het dichtbegroeide bos bestaat uit palmbomen en een overvloed aan boomsoorten. De klimatologische omstandigheden zijn gunstig voor de teelt van olienoten, maïs en katoen. B. Toerisme De ligging aan de kust, de dichte begroeiing en de gastvrije en cultureel rijke bevolking maken dat Abéné en omgeving bij uitstek tot een toeristische trekpleister kunnen uitgroeien. Er zijn niet minder dan 20 kampementen, hotels en restaurants. Kafountine, op 6 km. afstand, heeft een internationale aantrekkingskracht, m.n. op het terrein van duurzame toerisme. C. Visvangst De zeevisvangst ontwikkelt zich al gedurende lange tijd in Kafountine. De vis wordt ambachtelijk verwerkt. Er is verse, gedroogde of gerookte vis te koop. De visvangst heeft in Abéné groeikansen. Op dit moment worden gemotoriseerde prauwen gebruikt. D. Veeteelt De veeteelt is vooral huishoudelijk van aard (koeien, schapen, geiten en pluimvee).
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 25 van 31
Bijlage 3.
Onze overwegingen voor en ervaringen met de samenwerking met het Ministerie van Technisch Onderwijs en Professionele Beroepsvorming van Senegal.
Uitgangspunten Tijdens de oriëntatiefase zijn we met onze projectpartner tot de volgende uitgangspunten gekomen voor de projectrealisatie. - Het aanbod van technische beroepsopleidingen sluit aan op vastgestelde regionale marktbehoeften; - In het centrum werken gekwalificeerde docenten. De praktijkcomponent van de opleidingen is zodanig ontwikkeld dat afgestudeerden over de vereiste beroepsvaardigheden beschikken. Er zijn voldoende stageplaatsen en/of praktijksimulaties - De bouwkundige en materiële voorzieningen van het centrum zijn afgestemd op het beoogde aantal studenten (elke student beschikt over voldoende materialen) en de te ontwikkelen beroepsvaardigheden; - De afgestudeerde studenten ontvangen een officieel, door de Senegelese overheid erkend, diploma en worden begeleid bij het vinden van een arbeidsplaats/het starten van een eigen bedrijfje; - De continuïteit van het centrum is verzekerd (gegarandeerde betaling salarissen, materiële- en onderhoudskosten); - De ondersteuning door Stichting Bantan Woro wordt na een periode van 5 jaar afgebouwd. Het centrum is vanaf dan in staat om zichzelf in stand te houden zonder financiële ondersteuning vanuit het buitenland. Omgevingsanalyse Deze uitgangspunten zijn tot stand gekomen door inzichten, die we hadden opgedaan, tijdens een onderzoek, dat we in de oriëntatiefase uitvoerden naar: het functioneren van andere centra voor technische opleidingen in de ruime omgeving, de wijze waarop de continuïteit van deze centra is verzekerd en de voorwaarden voor het verkrijgen van subsidies in Nederland. We kwamen in ons onderzoek tot de volgende bevindingen: 1. M.b.t. centra, die op initiatief van een particuliere Stichting, zonder overheidbemoeienis waren opgericht: - Deze centra leveren geen officiële staatsdiploma’s af. Er worden zelfgemaakte diploma’s overhandigd. - In deze centra werken weliswaar goede, maar niet officieel gekwalificeerde, docenten. Door het ontbreken van voldoende materialen en stageplaatsen is de praktijkcomponent van deze centra in de meeste gevallen weinig ontwikkeld. - Deze centra blijven afhankelijk van financiële ondersteuning vanuit het buitenland. De betrokken stichtingen moeten per jaar ongeveer 60% van de exploitatiekosten dragen. Er ontstaan situaties dat men de financiële ondersteuning moet afbouwen of het project moet beëindigen. - Soms wordt alleen een schoolgebouw neergezet. Als de Senegelese overheid, het gebouw toch overneemt, duurt het – bij gebrek aan financiële middelen - jaren alvorens het centrum over voldoende materialen beschikt. 2. M.b.t. centra, die door de Senegalese overheid zijn erkend. - De erkenning houdt in dat de Senegelese overheid verantwoordelijk is voor de continuïteit van het betreffende centrum. - Deze centra leveren officiële door de staat erkende diploma’s af. - Voor deze centra wordt jaarlijks een werkingsbudget gereserveerd (salarissen en materiële- en onderhoudskosten). - Het ministerie van technisch onderwijs levert onderwijsprogramma’, die op de te verwerven beroepscompetenties zijn afgestemd. De programma’s worden uitgevoerd door gekwalificeerde docenten. - De regionale onderwijsinspectie houdt toezicht op de kwaliteit van de centra.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 26 van 31
3. M.b.t. het overheidsbeleid. - De Senegalese overheid heeft in haar lange termijn beleid de ontwikkeling van centra voor technische beroepsvorming als 2e prioriteit genoemd. Gekwalificeerde beroepskrachten zijn nodig voor een evenwichtige ontwikkeling van het land. - Voor de realisatie van deze doelstelling is het beleid geformuleerd dat elke basisgemeenschap / regio in Senegal initiatief kan nemen om, i.s.m. een financierende buitenlandse partner een technische school op te richten. Het plaatselijke initiatiefcomité is in deze constructie verantwoordelijk voor de projectrealisatie en de buitenlandse partner is verantwoordelijk voor de bekostiging van de gebouwen én de aanschaf van de materiële inventaris. Het ministerie van technisch onderwijs voert voorafgaand aan de realisatie een regionaal marktonderzoek uit; Het ministerie van technisch onderwijs stelt een projectverantwoording document op, waarin voorschriften worden opgenomen voor de gebouwen, materialenlijsten en een kostenberekening. De projectbeschrijving vormt de basis voor de erkenningprocedure van het centrum door de Senegalese overheid en voor een projectplan van de projectpartners. - Er is een lange termijn programma ontwikkeld voor de opleiding van goede vaklui tot gekwalificeerd vakdocenten. - De te verwerven beroepscompetenties van alle opleidingssectoren vormen de basis van de onderwijsprogramma’s. - Een jaar voor de opening van een centrum met één of meer beroepsopleidingen wordt de erkenningprocedure in werking gesteld met het oog op de opname van het centrum in de staatsbegroting en de aanstelling van een directeur en docenten. - De erkenning van het centrum wordt vastgelegd in een ministerieel arrest. In dit arrest worden regels vastgelegd betreffende het functioneren van het centrum en de financieringsbronnen van het centrum. - De directeur wordt 6 maanden voor de opening van een centrum, aangesteld. De docenten worden, overeenkomstig de door de directeur opgegeven personele behoeften, voor aanvang van het schooljaar geworven. 4. M.b.t. de voorwaarden om in Nederland subsidie / fondsen te verwerven. - Alle subsidie- en fondsenverwervende organisatie en instellingen stellen als voorwaarde voor subsidie- c.q. fondsenverstrekking dat de continuïteit van het project is verzekerd. - Bij onderwijs wordt prioriteit gegeven aan projecten, die zich op het basis- en technisch voortgezet onderwijs richten. - Het vroegere NCDO en de Nederlandse Ambassade in Senegal gaven aan dat de constructie, waarbij het centrum wordt overgedragen aan de Senegalese overheid ten einde de continuïteit van het centrum te verzekeren, de nodige waarborgen biedt om in aanmerking te komen voor subsidieverstrekking. Door deze bevindingen was het voor ons duidelijk dat we voor de realisatie en continuïteit van het project van bij het begin zouden samen werken met het ministerie van technisch onderwijs van Senegal. Onze ervaringen Aanvankelijk waren we erg op onze hoede. Werd ons iets voorgespiegeld om ons over de schreef te trekken en zou de werkelijkheid straks anders zijn? Zouden we voldoende speelruimte behouden of in een keurslijf van (bureaucratische) regels vast komen te zitten? Zouden de betrokken ambtenaren betrouwbaar zijn, afspraken nakomen en hun persoonlijk belang (geld) niet laten meespelen? Omdat we dit ook daadwerkelijk wilden ervaren hebben we 4 maal overlegd met ambtenaren van het betrokken ministerie en zijn we 3 maal op audiëntie gegaan bij de Minister van de Technische beroepsvorming in Dakar. Door deze samenwerking is van weerskanten een vertrouwensrelatie ontstaan. We hadden de volgende (overwegend positieve) ervaringen: - In de loop van het project heeft er 2 maal een wisseling plaats gevonden van minister. De wisselingen hadden geen enkele invloed gehad op de projectvoortgang.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 27 van 31
-
-
-
Drie ambtenaren van het ministerie voerden in de regio een marktonderzoek uit. Ze belegden tevens een dorpvergadering over het project. Op basis daarvan hebben ze een degelijke projectverantwoording opgesteld. De directeur van het betrokken ministerie nam zorgpunten weg door te stellen dat de projectverantwoording ons een kader bood waarbinnen we, rekening houdend met onze financiële mogelijkheden, keuzen konden maken. De keuzen, die we daarop zowel qua aantal beroepsopleidingen, aantal en omvang van de gebouwen als de aanschaf van de benodigde materialen maakten zijn door het ministerie steeds gerespecteerd. Ruim een jaar voor de openstelling van het centrum werden we geïnformeerd dat het centrum door de Senegalese overheid was erkend en ontvingen we het ministerieel arrest. De aangestelde directeur kwam 1 jaar voor de opening van het centrum naar Abéné om de opening voor te bereiden. De docenten kwamen 14 dagen voor de opening van het schooljaar in Abéné aan om het schooljaar voor te bereiden. Het centrum is in oktober 2011 van start gegaan met 4 beroepsopleidingen (horeca, mode, elektrotechniek, landbouw- en veeteelt). Naast de vaklessen hebben de studenten diverse generieke vakken zoals Frans, Engels, wiskunde, informatica. Er waren 76 leerlingen ingeschreven.
Conclusie We zijn er van overtuigd dat de door ons gekozen constructie, voor zover we dit kunnen overzien, een constructie is, die de meeste garanties biedt voor de continuïteit van het project. De constructie sluit ook op onze visie aan: we willen tijdelijk ondersteuning bieden bij de realisatie van een project, dat uit het dorp zelf is ontstaan en er door wordt gedragen. We willen daarbij geen afhankelijkheidsrelatie creëren, maar het zelfdragend vermogen bevorderen. We willen daarbij op een manier samenwerken dat elke betrokken partij haar verantwoordelijkheid neemt en daarop aanspreekbaar is.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 28 van 31
Bijlage 4.
Kwaliteitsplan: basis projectplan 4e realisatiefase en nazorgfase
Voorafgaand aan de opstelling van een projectplan voor de 4e (afrondende) realisatiefase en de nazorgfase is een kwaliteitsplan opgesteld voor het centrum. Het kwaliteitsplan is tot stand gekomen naar aanleiding van een sterkte/zwakte analyse, die met behulp van het STAR school model van Edukans werd uitgevoerd. Bij de analyse waren de directie, leerkrachten, de projectmanager en de voorzitter en secretaris van Stichting Bantan Woro betrokken. Onderstaande overzicht bevat het resultaat van de sterkte/zwakte analyse a.
Leeromgeving Sterkten Voor 1e en 2e jaar voldoende klassen. Alle sectoren zijn voorzien van ruim voldoende didactische materialen voor de praktijklessen. De sectoren horeca/toerisme, en mode beschikken over een goed ingerichte praktijkruimte. De sector landbouw/veeteelt beschikt over een zeer ruime schooltuin. Ruime en adequate ICT-voorzieningen voor 18 studenten. Alle gebouwen zijn in goede staat. Dakconstructie beschermt adequaat tegen wind en regen. Deuren en ramen / luiken sluiten goed. De school is veilig. Ligt 100 m. van de hoofdweg en wordt tijdens de nacht bewaakt. De school en het schoolplein worden elke dag schoongemaakt door de leerlingen. Het terrein biedt nog voldoende mogelijkheden voor uitbreiding van het opleidingsaanbod. De sanitaire voorzieningen zijn hygiënisch en voldoende. De bewaker heeft een eigen vertrek. Zwakten Onvoldoende theorie- en praktijkklassen voor opvang van het 3e jaar. Geen bibliotheek/mediatheek aanwezig. Geen volledig sluitende omheining, waardoor vee en knaagdieren in de schooltuin inbreken. Door gebrek aan een magazijn worden materialen nu onoverzichtelijk opgeborgen. Leerlingen vertonen niet altijd respectvol gedrag t.o.v. gebouwen en meubilair.
b. Leerlingen Sterkten Leerlingen zijn over het algemeen zeer gemotiveerd en trots op hun school/opleiding. Er is een studentraad opgericht, die socioculturele activiteiten organiseert. Verder worden allerlei plannen gemaakt voor de inrichting van de school. De kwaliteitsindicatoren laten over het 1e jaar een vrij positief resultaat zien Beroepssectoren
Inschrijvingen Uitval in 1e jaar Stageplaats Geslaagd 1e jaar Doubleren
Landb./veeteelt
Horeca/Toerisme
Elektro
Totaal
7
22
Mode
12
9
0 (0%) 4 5 (71,5%) 2 (28,5%)
4 (18,2%) 18 18 (100%) 0
0 (0%) 12 12 (100%) 0
1 (11%) 6 5 (56,6%) 3 (43,4%)
50 5 40/45 40/45 5/45
%
Orientatiejr.
10% 89% 89% 11%
29 1 nvt 15/28 13/28
Zwakten Didactische werkvormen zijn weinig afwisselend. Bij gebrek aan (goede) schoolboeken moeten readers worden samengesteld. In diverse gevallen moeten teksten van het schoolbord worden overgeschreven. ICT kan nog beter benut worden. Het aantal leerlingen is niet evenwichtig gespreid over de beroepssectoren. Door afwezigheid van een aannamebeleid zijn teveel studenten tot de sector horeca/toerisme toegelaten. c. Leerkrachten / het onderwijs Sterkten De gekwalificeerde leerkrachten zijn jong, ambitieus en leergierig. De door de leerlingen te verwerven beroepscompetenties en generieke competenties zijn door de overheid in competentieprofielen vastgelegd. Er worden per thema lesprogramma’s en per les lesplannen gemaakt. De lesprogramma’s en lesplannen worden gecontroleerd. Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 29 van 31
%
3,5% 54% 46%
-
-
-
De adjunct-directeur is eerst verantwoordelijke voor de kwaliteit van het onderwijs en begeleidt in die hoedanigheid de jongere leerkrachten in pedagogisch-didactisch opzicht. De leerlingen van de beroepssectoren krijgen theorielessen en praktijklessen in relatie tot het beoogde beroep en generieke vakken als Frans, Engels wiskunde, ICT, Hygiëne/EHBO, ondernemerschap. Toegepaste ICT wordt in het beroepsspecifieke deel van de opleiding geïntegreerd. Leerlingen, waarvan het niveau te laag is om in een beroepssector in te kunnen stromen, kunnen zich inschrijven voor een oriëntatiejaar. In dat jaar kunnen ze hun niveau opkrikken en zich in hun beroepskeuze oriënteren. Als deze leerlingen deze kans niet zouden krijgen zouden ze nooit een beroep kunnen leren. Het is een groep jongeren, die anders geen enkel toekomstperspectief zouden hebben. Elke docent onderhoudt een klassenadministratie. Leerlingen worden met respect benaderd. Er is een intern reglement vastgesteld waarin de rechten en plichten van studenten en leerkrachten zijn vastgelegd. Er worden maandelijks diagnostische (formatieve) toetsen afgenomen en halverwege en aan het eind van elk schooljaar summatieve toetsen. De gemiddelde uitslag op de summatieve toetsen bepaalt de overgang naar het volgende jaar. Aan het einde van het 3e jaar doen de leerlingen diplomerende staatsexamens.
Zwakten De meeste leerkrachten komen van de universiteit. Ze zijn (nog) niet pedagogisch-didactisch geschoold. Er is geen lerarenkamer. Er zijn nog niet voor alle beroepsspecifieke vakken en nog niet voor alle generieke vakken leerkrachten beschikbaar. Het eigen initiatief van de studenten wordt nog te weinig aangemoedigd. De stijl is nog docent georiënteerd. Het intern reglement is nog niet (helemaal) geïmplementeerd. Er vinden nog geen structurele personeelsontwikkelings- en beoordelingsgesprekken plaats. d. Bedrijfsvoering / management Sterkten De directie is jong, ambitieus en leergierig. De directie heeft in samenspraak met de docenten een intern reglement opgesteld. Daarin zijn regels vastgelegd betreffende inschrijving, deelname aan de lessen, toetsing, gedrag, te laat komen, absentie, het uniform, het gebruik van het materiaal, de netheid, de hygiëne en de sancties. De directeur heeft in een document vastgelegd hoe de interne organisatie werkt, hoe de verantwoordelijkheden zijn verdeeld (zie ook organigram) en op welke wijze het centrum is verbonden met haar omgeving. Daarin wordt een bijzondere rol toebedeeld aan de oudervereniging en de bestuursraad, die samengesteld wordt uit belangrijke belanghebbenden (o.a. regionale overheden) van het centrum. De directie maakt deel uit van het regionaal intercollegiaal overleg van directeuren van centra voor professionele beroepsopleidingen. De directie onderhoudt goede contacten met de oudervereniging, de leerkrachtenraad en de leerlingenraad. De directie beschikt over een pedagogische en didactische visie. Zwakten Nog niet alle management- en staffuncties zijn ingevuld. Het intern reglement is nog niet volledig geïmplementeerd. Verschillende onderdelen van de interne organisatie moeten nog worden ontwikkeld. Diverse leiderschapscompetenties dienen nog verder te worden ontwikkeld (m.n. m.b.t. kwaliteitzorg, personeelsmanagement en strategische ontwikkeling). De pedagogische en didactische visie is nog niet geëxpliciteerd. De attitude van de directie is nog te weinig docent georiënteerd. e. Betrokkenheid ouders / gemeenschap Sterkten Er is een ouderraad ingesteld door de dorpsraad. De gekozen leden zijn gemotiveerd. Er zal een bestuursraad worden ingesteld met de belangrijkste belanghebbenden van de regio. Zwakten De organen, die het centrum met haar omgeving verbinden, moeten nog worden ontwikkeld. - De leden van de ouderraad zijn onzeker. Ze missen nog de nodige kennis en vaardigheden.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 30 van 31
Bijlage 5
Projectdoelstellingen 4e (afrondende) realisatiefase en nazorgfase
Op basis van de sterkte/zwakte analyse (zie bijlage 4) zijn voor de 4e afrondende realisatiefase en de nazorgfase 25 materiële en immateriële doelstellingen vastgesteld. Sommige doelstellingen hebben een ontwikkelingsgericht karakter. Ze zijn in onderstaande opsomming cursief weergegeven. Voor de realisatie hiervan zijn meerdere jaren nodig. Doelstellingen ter verrijking van de leeromgeving. 1. Realiseren van nieuwbouw t.b.v. de uitbreiding van het aantal lokalen voor theorielessen (3) en praktijklessen (2) en een bibliotheek/mediatheekruimte. 2. De bibliotheek voorzien van lesboeken, naslagwerken, computers (t.b.v. research doelen). 3. Bouwen van een magazijn met gemetselde kasten. 4. Het centrum voorzien van een sluitende omheining ter wering van vee- en knaagdieren. 5. Materialen aanschaffen voor de sector landbouw- en veeteelt. 6. Het meubilair uitbreiden in relatie tot het verwacht aantal leerlingen en de opleidingssectoren. Doelstellingen m.b.t. de leerlingen. 7. Het schoolreglement (Règlement Intérieur) volledig implementeren. 8. Het aantal leerlingen per beroepsopleidingsector beperken tot 12 per schooljaar. 9. De leerlingenraad stimuleren tot socioculturele activiteiten en betrekken bij de realisatie van beplantingsplan. 10. In samenwerking met de ouderraad een vragenlijst ontwikkelen voor het meten van de tevredenheid van de studenten en de ouders. Doelstellingen m.b.t. de leerkrachten. 11. Organiseren van een pedagogisch-didactische cursus voor de leerkrachten. 12. Ontwikkelen van een student georiënteerde stijl. 13. Aan het administratieve gebouw een lerenkamer aanbouwen. 14. Ontwikkelen en invoeren van een systematiek voor de competentieontwikkeling van de leerkrachten. 15. Invoeren jaarlijkse beoordelingsgesprekken. Doelstellingen m.b.t. de bedrijfsvoering/het management. 16. Organiseren van een cursus personeelsmanagement, strategisch management en kwaliteitsmanagement voor 9 directeuren van de regio. 17. De interne organisatie ontwikkelen overeenkomstig het daarop betrekking hebbende document. 18. Aanvragen van benodigd personeel voor vaklessen en generieke vakken. 19. Ontwikkelen van een inspirerende en motiverende stijl en een pedagogische en didactische visie. 20. Zoeken van stagemogelijkheden in Nederland. Doelstellingen m.b.t. de ouderraad / de omgeving. 21. De ouderraad ondersteunen bij het opstellen van een jaaractiviteitenplan. 22. Werven van de benodigde stageplaatsen. 23. Werkgelegenheidsprojecten ontwikkelen voor afgestudeerden. 24. De bestuursraad van het centrum instellen. 25. In samenwerking met de leerlingenraad een vragenlijst ontwikkelen voor het meten van de tevredenheid van de studenten en de ouders.
Beleidsplan 2010 – 2015, 4e geactualiseerde versie – oktober 2013
Pagina 31 van 31