Bevolkingsonderzoek Zuid
Beleidsplan 2010 - 2014 Sterk in bevolkingsonderzoeken
De beste manier om de toekomst te voorspellen, is haar zelf te creëren.
Colofon Beleidsplan Bevolkingsonderzoek Zuid 2010-2014 Tekst: Mark Steinbusch Uitgave: juli 2010 Vormgeving en drukwerk: DRD Support BV
Inhoudsopgave
Voorwoord
5
1.
Missie, visie, kerntaken en kernwaarden
6
2.
Ambitie 2.1 Productietargets halen 2.2 Ambitie
8 8 8
3.
Hoe pakken we het aan?
10
4.
Focus 2010: Consolideren 4.1 Consolideren 4.1.1 Afronden van de fusie 4.1.2 Digitalisering 4.2 Planning overige beleidsthema’s
18 18 18 19 19
BIJLAGE 1. Omgevinganalyse B1.1 Meest relevante externe ontwikkelingen B1.2 Externe ontwikkelingen algemeen 1. Politieke/juridische omgeving 2. Marktwerking in de zorg 3. Veranderingen in het bevolkingsonderzoek 4. Ontwikkelingen in de relatie naar cliënten, cliëntenorganisaties 5. Ontwikkelingen in de organisatie en randvoorwaarden binnen het bevolkingsonderzoek
20 20 21 21 21 22 24
BIJLAGE 2. Interne analyse B2.1 Huidige activiteiten B2.2 Huidige situatie en interne ontwikkelingen B2.3 Algemene interne ontwikkelingen
26 26 26 27
25
Voorwoord
Bevolkingsonderzoek Zuid is de organisatie die vanaf 1 januari 2009 het bevolkingsonderzoek naar borstkanker en baarmoederhalskanker uitvoert in Noord-Brabant en Limburg. Deze nieuwe organisatie is ontstaan uit een fusie tussen de 3 screeningsorganisaties Bevolkingsonderzoek Borstkanker Zuid (BOBZ), Stichting Kankerpreventie en screening Limburg (SKsL) en de Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Noord Brabant/Noord Limburg (SBBHK NB/NL). Deze stichtingen nemen vanaf de start van de 2 bevolkingsonderzoeken naar kanker de screening in beide provincies voor hun rekening. Deze fusie is het gevolg van het traject ‘Versterking Infrastructuur Kankerscreening’ (VIKS) dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in hebben gezet om een robuuste en toekomstbestendige structuur te realiseren ten behoeve van de huidige en toekomstige screening op het gebied van kanker. Met trots presenteren wij u dan ook dit beleidsplan voor de periode 2010 - 2014. Het beleidsplan geeft op hoofdlijnen aan waar Bevolkingsonderzoek Zuid in 2014 wil staan en hoe de organisatie daar wil komen. Het beleidsplan dient als leidraad voor de komende jaarplannen.
De Raad van Bestuur en het Managementteam (MT) wilden bij het opstellen van het beleidsplan nadrukkelijk de mening van de medewerkers betrekken. Daarom organiseerden we in maart 2009 een aantal beleidsbijeenkomsten waarin alle medewerkers een bijdrage konden leveren aan het beleidsplan. Ook namen we de mening van de cliënt mee via consultatie van de Borstkankervereniging Nederland en Stichting Olijf. Daarnaast raadpleegden we onze belangrijkste ketenpartners en het Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM. In dit meerjarenbeleidsplan houden we uiteraard rekening met wat het fusiedocument beschrijft. In hoofdstuk 2 formuleren we de missie van de organisatie en benoemen we de kerntaken en kernwaarden. Op basis van 3 invalshoeken (‘cliënten en keten- partners’, ‘medewerkers’ en ‘continu verbeteren’) geven we in hoofdstuk 3 de ambitie voor de komende jaren weer. Vervolgens vertalen we deze ambitie in hoofdstuk 4 in doelstellingen en voorzien deze van de belangrijkste middelen en de bijbehorende prestatie-indicatoren. Hoofdstuk 5 richt zich op de korte termijn: het afronden van de fusie in 2010. Raad van Bestuur Bevolkingsonderzoek Zuid juni 2010
5
1. Missie, visie, kerntaken en kernwaarden Onze Missie Wij willen met de uitvoering van bevolkingsonderzoeken een wezenlijke bijdrage leveren aan het terugdringen van de sterfte aan kanker en het realiseren van gezondheidswinst.
• Bevolkingsonderzoek Zuid werkt zorgvuldig en efficiënt en is daarmee een betrouwbare partner voor andere partijen in de keten. • Om de cliënt zoveel mogelijk te ondersteunen in het belastende traject van verwijzing, zijn er werkafspraken gemaakt met het vervolgtraject (mammapoli en gynaecologie). Wij hebben zicht op de kwaliteit van het vervolgtraject en ondersteunen, indien gewenst, bij de verwijzing. • Wij evalueren en verbeteren niet alleen onze eigen processen, maar stellen ook onze data ter beschikking voor onderzoek ter verbetering van de screening en de bestrijding van kanker in het algemeen. Wij vinden het belangrijk om ondersteuning te verlenen aan innovaties op het gebied van de screening. Wij zijn expert in bevolkingsonderzoeken en daardoor in staat om soepel nieuwe bevolkingsonderzoeken te implementeren.
Onze kerntaken Bevolkingsonderzoek Zuid doet dit door: • Het uitvoeren van de bevolkingsonderzoeken die de overheid aanbiedt in de regio Noord-Brabant en Limburg. • Het evalueren en verbeteren van deze bevolkingsonderzoeken. • Het faciliteren en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ten dienste van de preventie van kanker. Onze kernwaarden Wij hanteren in ons werk een aantal kernwaarden: deskundig, cliëntgericht en zorgvuldig. Daar staan we voor en daar gaan we voor. Zowel in het contact met onze cliënten als met onze collega’s binnen en buiten de organisatie. Bevolkingsonderzoek Zuid past bij haar bestuur en toezicht de Zorgbrede Governancecode toe. Onze visie en ambitie Om onze missie te realiseren, is het noodzakelijk de doelgroep zo goed mogelijk te bereiken. Daarnaast is een uitstekende kwaliteit van het onderzoek van belang en tenslotte een goede diagnose en behandeling van de cliënten die Bevolkingsonderzoek Zuid verwijst. Daarom zijn zicht op de wensen van de cliënt, beschikken over deskundige en gemotiveerde medewerkers, state of the art technologie en een prima samenwerking met de andere partijen in de keten voor Bevolkingsonderzoek Zuid belangrijke voorwaarden voor succes. • • 6
Bevolkingsonderzoek Zuid is een aantrekkelijke werkgever. Wij hebben voldoende personeel dat adequaat is opgeleid en gemotiveerd is om een zo goed mogelijk product te leveren. We meten frequent de cliënttevredenheid om op basis van de uitkomsten onze processen voortdurend te verbeteren. Dat zorgt voor een steeds hogere cliënttevredenheid. 7
2. Ambitie
In dit hoofdstuk geven we aan waar we met Bevolkingsonderzoek Zuid over 5 jaar willen staan. Deze ambities beschrijven we in hoofdstuk 3.2 aan de hand van 3 invalshoeken. • • •
Continu verbeteren 7. In bezit van vereiste keurmerken. 8. Voldoen aan de geldende standaard bij de landelijk vastgestelde prestatie-indicatoren. 9. Optimaliseren van de organisatiestructuur en de processen. 10. Professionele ICT-omgeving binnen de organisatie en invloed op landelijk ICT-beleid in kankerscreening. 11. Inzicht in het effect van de bevolkingsonderzoeken in termen van ontwikkeling van incidentie en sterfte. 12. Meewerken, bevorderen, bekend maken en toepassen van (wetenschappelijk) onderzoek en bijdragen aan innovaties. 13. Snelle en gedegen implementatie van nieuwe bevolkingsonderzoeken.
Cliënten en ketenpartners Medewerkers Continu verbeteren
Voor een overzicht van relevante externe en interne ontwikkelingen die van invloed zijn op onze beleidskeuze verwijzen wij naar Bijlage 1 en Bijlage 2. 2.1 Productietargets halen Om onze missie en de continuïteit van onze organisatie te realiseren is het essentieel om jaarlijks het aantal onderzoeken te verrichten dat we met de subsidieverstrekker afspreken. Daarop richten we dan ook het grootste deel van de beschikbare menskracht en middelen.
2.2 Ambitie Bevolkingsonderzoek Zuid heeft voor de komende jaren de volgende ambities.
8
Cliënten en ketenpartners 1. Hoge cliënttevredenheidscores. 2. Herkenbare en betrouwbare organisatie met een positief imago: • afgesproken productietargets halen; • doelmatig werken. 3. Opkomstverhoging: • hogere opkomst van huidige non-responders met een verhoogd risico op baarmoederhalskanker. 4. Verbetering samenwerking met het diagnose- en behandeltraject. Medewerkers 5. Medewerkers beschouwen Bevolkingsonderzoek Zuid als een aantrekkelijke werkgever. Er is extra aandacht voor: • arbeidsomstandigheden en werklast; • opleidingen; • organisatie en communicatie. 6. Voldoende en bekwaam personeel: • opleiding, bij- en nascholing. 9
Doelstellingen
Hoe bereiken?
Hoe meten?
(hoofdlijn)
3. Hoe pakken we het aan?
In dit hoofdstuk is onze ambitie vertaald in 20 concrete doelstellingen. Deze beschrijven we in het overzicht op de volgende pagina’s. Daarbij gaan we per doelstelling op hoofdlijnen in op de manier waarop we de doelen willen bereiken en hoe we meten of dat lukt.
Norm
Cliënten en ketenpartners 1) Hoge cliënttevredenheid De cliënten waarderen de dienstverlening van Bevolkingsonderzoek Zuid. Bij een landelijk uitgevoerd cliënttevredenheidsonderzoek horen wij bij de 2 beste screeningsorganisaties van het land. 1. In ‘cliënttevredenheid’ scoort Bevolkingsonderzoek Zuid in 2014 in de top 2 van de screeningsorganisaties van Nederland.
10
Maatstaf
• Op basis van de resultaten van
• Periodieke evalu-
periodieke cliënttevredenheidsmetingen, klachten- en reactieanalyse, audits en cliëntenpanels vindt een continue verbetering van de dienstverlening plaats.
atie cliënttevreden- heid van cliënten 5075 jaar (elke 3 jaar landelijk) en cliënten 30-60 jaar (BMHK). • Benchmark met andere screenings organisaties. • Cliëntenpanels. • Klachtenanalyse.
In Top 2 van de screeningsorganisaties.
2) Positief imago Wij zijn een betrouwbare (leverings-)partner voor de overheid. Wij realiseren de afgesproken productietargets en werken doelmatig. Klanten zijn van mening dat wij een kwalitatief goed product leveren en hebben een positieve associatie bij de naam Bevolkingsonderzoek Zuid. 2a
Bevolkingsonderzoek Zuid realiseert jaarlijks het aantal onderzoeken dat ze met de subsidieverstrekker afspreekt.
• Materiaal en personeel stemmen
• Meting uitnodigingen
we af op de te bereiken targets. • We werken binnen de door het RIVM vastgestelde financiële kaders.
en productie. • Vergelijking realisatie versus begroting.
2b
In 2014 is de positieve naamsbekendheid (spontaan en geholpen) van Bevolkingsonderzoek Zuid bij (poten-
• Uitvoeren van een jaarlijks geac-
tiële) cliënten, potentiële medewerkers en ketenpartners met 20% gestegen ten opzichte van de resultaten uit een nulmeting in 2011.
tualiseerd communicatieplan gericht op bekendheid en een betrouwbaar imago. Aandacht voor: Herkenbaarheid: - website en huisstijl intern en extern; - gemeenschappelijk imago (intern) creëren. Betrouwbaarheid door: - getallen zichtbaar maken, certifi cering, afspraken nakomen, efficiënt werken; - vaststellen en invoeren gewenste normen en waarden. • Communicatie naar derden/ stakeholders verbeteren. • Beoordeling door ketenpartners. • Arbeidsmarkt- communicatieplan opstellen en uitvoeren. • Invoeren centraal relatie management.
Aantal geplande onderzoeken uit vastgestelde begroting.
• Nulmeting over
naamsbekendheid in 2011 en 2014 door (telefonische) enquête.
20% hogere score dan resultaat in 2011.
communicatieplan.
Doelen in communicatieplan.
• Effectiviteit communi-
Voldoende scoren in enquête.
• Evaluatie
catiemiddelen testen.
• Enquête over onze kwaliteit bij leveran ciers.
Verbeterpunten vorige meting zijn aangepakt.
11
Doelstellingen
Hoe bereiken?
Hoe meten?
(hoofdlijn)
Maatstaf
Doelstellingen Norm
3) Hoge opkomst Om de doelstelling van de screening zo goed mogelijk te bereiken, heeft de screenings- organisatie haar bereikbaarheid en toegankelijkheid aangepast aan de behoefte van haar doelgroep, met extra aandacht voor de non-responders met een verhoogd risico bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. 3a
3b
In 2014 is de opkomst bij het bevolkingsonderzoek borstkanker tenminste 85%; bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker (BMHK) tenminste 72 %.
Bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is de opkomst bij allochtonen, vrouwen met een lage Sociaal-Economische Status (SES) en 30-jarigen in 2014 tenminste met 3% gestegen ten opzichte van een nulmeting in 2010.
• Verbeteren van voorlichting en
• Meting opkomst.
bereikbaarheid. • Speciale focus op opkomstbe vordering van groepen met een hoog risico. • Toegankelijkheid bevolkingsonder zoek BMHK vergroten door inrichten ‘uitstrijkcentra’.
• Verbeteren van voorlichting en
• Meting van de op-
bereikbaarheid voor allochtonen, 30-jarigen en vrouwen met een lage SES. • Verhoging kennisniveau bij doelgroep. • Toegankelijkheid bevolkingsonder zoek BMHK vergroten door inrich ten ‘uitstrijkcentra’.
komst voor 30jarigen (bevolkingsonderzoek BMHK), allochtonen en lage SES.
4) Verbetering samenwerking met diagnose en behandeltraject Van belang voor het bereiken van de missie is dat de gehele keten optimaal functio- neert. Bevolkingsonderzoek Zuid werkt bij alle bevolkingsonderzoeken samen in het organiseren van goede ketenzorg en wordt gezien als een betrouwbare ketenpartner die ook zicht heeft op de kwaliteit van haar ketenpartners. Bevolkingsonderzoek Zuid heeft een intensief contact met de betreffende poli’s, (mammapoli en gynaecologie) waardoor de cliënten naar wens verwezen worden.
12
4a In 2014 is de aansluiting in
• In 2012 samenwerkingsafspraken
• Realisatie van
Met alle mam-
met één mammapoli als pilot en daarna uitbreiden van afspraken. • MASS trial\BOB+ tussenstap voor twijfelgevallen borstonderzoek zo dat binnen 48 uur duidelijk is of cliënt als patiënt een traject vervolgt. • Deelname aan een project om de beelduitwisseling tussen screenings organisatie en de ziekenhuizen te verbeteren. • Uitwisselen van laboranten, kennis en voorlichting. • Ketenpartners informeren over de resultaten van bevolkingsonderzoek. • Extra aandacht voor ziekenhuizen die geen screeningsradiologen hebben. • Resultaten ketenpartners inzichtelijk maken.
mapoli’s en poli’s gynaecologie zijn schriftelijke afspraken gemaakt.
de keten conform geldende richtlijnen geregeld met alle mammapoli’s en poli’s gynaecologie.
beleidsvoornemens bepalen: - aantal samenwer- kingsafspraken; - aantal ziekenhuizen aangesloten op een systeem van auto matische beelduit wisseling.
• Onderzoek naar realisatie geldende richtlijnen in 2014.
Hoe meten?
(hoofdlijn)
4b
In 2014 heeft Bevolkingsonderzoek Zuid zicht op de mate waarop de richtlijn wordt nageleefd in het natraject van beide huidige bevolkingsonderzoeken.
Jaarlijks vooraf vast te stellen opkomstpercentage.
Jaarlijks vooraf vast te stellen stijging van de opkomst bij de betreffende doelgroepen.
Hoe bereiken?
4c
In 2014 adviseert de screeningsorganisatie de cliënten, indien zij dit wensen (in samenwerking met de huisarts), bij de keuze van het vervolgtraject.
Maatstaf
• In 2011 in samenwerking met
• Realisatie van
de Integrale Kankercentra (IKC’s) een systeem van visiteren van het diagnose- en behandeltraject na het bevolkingsonderzoek borstkanker opzetten in de gehele regio en vanaf 2012 uitvoeren. • In samenwerking met de IKC’s in de gehele regio een systeem van visiteren van het diagnose- en behandeltraject na het bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker opzetten en vanaf 2013 uitvoeren.
• Op basis van de resultaten van
• Realisatie van
visitaties een adviessysteem ontwerpen en implementeren. • Maatregelen uit Nationaal Programma Kankerbestrijding onderzoeken en eventueel implementeren.
beleidsvoornemens bepalen: - aanwezigheid systeem van visiteren; - beschikbaarheid van gegevens uit natraject.
beleidsvoornemens bepalen. Er is een adviessysteem beschikbaar.
Norm Er is voor elk bevolkingsonderzoek een systeem van visiteren. Van alle ziekenhuizen die meewerken zijn de benodigde gegevens beschikbaar. Vrouwen in ten minste 1 regio rondom een beoordelingseenheid kunnen in 2014 gebruikmaken van adviezen van de screeningsorganisatie.
Medewerkers 5) Tevreden medewerkers Bevolkingsonderzoek Zuid is een aantrekkelijke werkgever met goede leidinggevenden, prettige collega’s en met oog voor de menselijke maat. De werksfeer ondersteunt de kwaliteit van de dienstverlening. 5
In 2014 is 90% van de medewerkers tevreden over: - arbeidsomstandigheden en werklast; - opleidingen; - organisatie en communicatie.
• Opzetten en uitvoeren van een
• Ziekteverzuimper-
HR-beleidsplan met speciale aandacht voor genoemde onderwerpen.
centage per afdeling.
• Coachen leidinggevenden. • Invulling geven aan leeftijdsbewust personeelsbeleid. • Trainingen cliëntvriendelijkheid en grenzen stellen.
• Periodieke evaluatie bij medewerkers.
• Evaluatie HR-beleids plan.
Maximaal 5%. Regelgrens: + 1%. 75% is tevreden. Doelen in HRbeleidsplan.
Alle ziekenhuizen die willen meewerken zijn in 2014 aangesloten. Overzicht geldende richtlijnen in aansluiting keten.
13
Doelstellingen
Hoe bereiken?
(hoofdlijn)
Hoe meten? Maatstaf
Doelstellingen Norm
6) Voldoende en bekwaam personeel Er werken voldoende taakvolwassen en deskundige medewerkers. Zij voelen zich verantwoordelijk voor een goede uitvoering van het gehele werkproces. Dit is een voorwaarde om de afgesproken productietargets te kunnen halen. De deskundigheid wordt onderhouden door opleiding en continue scholing op het vakgebied. Speciale aan- dacht is er voor het verwachte tekort aan screeningslaboranten. 6a
Bij alle functies zijn voldoende medewerkers beschikbaar om de gestelde productietargets te kunnen realiseren.
• Arbeidsmarktcommunicatieplan
• Aantal fte van
opstellen en uitvoeren, met name gericht op laboranten.
administratie per aantal onderzoeken bepalen.
• Adviezen landelijke werkgroep
Capaciteit onderzoeken en indien gewenst uitvoeren. Bijvoorbeeld de mogelijkheid tot functiedifferentiatie onderzoeken en eventueel implementeren.
• Aantal fte van laboranten per aantal onderzoeken bepalen.
Hoe bereiken?
Hoe meten?
(hoofdlijn)
7b
De ketenpartners binnen het primaire proces voldoen vanaf 2012 aan alle normen en richtlijnen die Bevolkingsonderzoek Zuid stelt en die landelijk gelden.
Vastgesteld aantal onderzoeken per fte administratie voor bevolkingsonderzoek borstkanker en baarmoederhalskanker.
Maatstaf
• Via een structureel verbeter-
• Periodieke meting aan
de hand van normen uit het contract met de radiologen.
programma voor de radiologische dienstverlening bewerkstelligen dat de beoordeling door radiologen (detectie en positief voorspellende waarde) minimaal conform het landelijk gemiddelde is.
• Visitatierapporten van • Realisatie van
rend patholoog (RCP).
de zelfuitnodigende huisarts bij het bevolkingsonderzoek baarmoeder halskanker te optimaliseren.
beleidsvoornemens bepalen door middel van onderzoek bij huisartsen.
In 2014 voldoet 90% van alle medewerkers aan de functiekwaliteitseisen die Bevolkingsonderzoek Zuid heeft vastgesteld.
• Functioneringsgesprekken met een
• Functionerings-
bij de organisatie passend Persoonlijk Opleidings-Plan (POP) introduceren. • Werving- en selectieprocedures optimaliseren. • Opleidingsbeleid afstemmen op realiseren vastgestelde kwaliteits eisen.
gesprek met POP.
Doelen in HRbeleidsplan.
• Realisatie van HR beleidsvoornemens bepalen.
Continu verbeteren
7) Voldoen aan alle vereiste keurmerken Bevolkingsonderzoek Zuid wil alle vormen van bevolkingsonderzoek naar kanker in Noord-Brabant en Limburg op een kwalitatief zo hoog mogelijk niveau uitvoeren. Bevolkingsonderzoek Zuid borgt en verbetert hiertoe voortdurend haar eigen kwaliteit en beschikt over alle benodigde keurmerken. Onderdeel van de kwaliteitsborging is organiseren dat de screeningsradiologen, pathologische laboratoria en huisartsen (praktijken) aan de binnen de screening vastgestelde normen voldoen. Voor laboratoria zijn hierbij de NVvP-richtlijnen van belang, voor huisartsen de NHG-standaarden en voor radiologen de richtlijnen die binnen de screening worden vastgesteld én de kwaliteitseisen die in de contracten zijn opgenomen. 7a
14
In 2012 bezit Bevolkingsonderzoek Zuid alle keurmerken die de minister vereist. Deze keurmerken behouden we.
• Bevolkingsonderzoek Zuid
• Visitaties door
externe auditor(s).
voldoet in 2012 aan alle eisen om HKZ (borstkanker) en ISO (baarmoederhalskanker) gecertificeerd te zijn.
In bezit van de keurmerken genoemd in het Beleidskader Bevolkingsonderzoeken naar Kanker (BKK).
Alle laboratoria zijn gevisiteerd en voldoen aan de minimale eisen van de NVvP. 70% van de zelfuitnodigende huisartsen werkt volgens de afspraken met de screeningsorganisatie.
Vastgesteld aantal onderzoeken per fte laboranten. 6b
Alle gecontracteerde partijen voldoen in 2012 aan de gestelde normen in het contract.
RCP beoordelen.
• Visitaties door regionaal coördine• Beleid vaststellen om de rol van
Norm
8) Voldoen aan landelijk vastgestelde prestatie-indicatoren Om de kwaliteit aantoonbaar te maken levert Bevolkingsonderzoek Zuid betrouwbare gegevens aan voor monitoring en evaluatie van de landelijke screeningsprogramma’s. Hoge kwaliteit van uitvoering in combinatie met een efficiënte werkwijze is haar wapen bij en tegen marktwerking. Bevolkingsonderzoek Zuid scoort binnen de kanker screening hoog op de landelijke vastgestelde prestatie-indicatoren. Deze indicatoren vormen onderdeel van een landelijk toetsingskader, opgesteld door het RIVM en de screeningsorganisaties. 8
Bevolkingsonderzoek Zuid voldoet in 2014 aan de dan geldende standaard voor de landelijk vastgestelde prestatie-indicatoren.
• Uitwerken van een management-
• Overzicht Landelijk
informatieplan met aandacht voor een landelijk uniforme meetmethode. • Zie 7a en 7b.
vastgestelde prestatie-indicatoren.
Op alle indicatoren wordt in 2014 tenminste conform de norm gewerkt.
9) Optimaliseren organisatiestructuur en processen De besturingsfilosofie, organisatiestructuur en werkprocessen van Bevolkingsonderzoek Zuid zijn zo vormgegeven dat ze het realiseren van de missie zo goed mogelijk onder steunen en de kernwaarden optimaal dienen. 9a
In 2010 zijn de gewenste besturingsfilosofie, organisatiestructuur en cultuur beschreven.
• Onderzoek naar optimale bestu-
• Realisatie van
beleidsvoornemens bepalen.
ringsfilosofie, organisatiestructuur en bijpassende cultuur uitvoeren in 2010 en vervolgens implementeren met aandacht voor communicatie en draagvlak bij medewerkers.
• Opstellen en uitvoeren van een passend huisvestingsbeleid.
Plan voor optimale filosofie, structuur en cultuur is uiterlijk in 2013 geïmplementeerd. Huisvestingsbeleid.
15
Doelstellingen
Hoe bereiken?
Hoe meten?
(hoofdlijn)
9b
Uiterlijk in 2013 zijn de gewenste besturingsfilosofie en organisatiestructuur gerealiseerd.
• Afstemmen van de verschillende
10
• De afdeling facilitaire zaken
16
professionaliseren, onder andere door de interne werkprocessen te verbeteren en eenduidige afspraken te maken met klanten en leveranciers (contractmanagement).
De afdeling ICT binnen de organisatie is in staat om samen met de externe partners alle geautomatiseerde systemen binnen de organisatie operationeel te houden en kan ontwikkelingen volgen en initiëren.
• Uitvoeren van ICT-beleidsplan:
- Systemen (hardware) op één locatie; - Binnen de organisatie processen/ systemen gelijk maken; - Voldoende personele bezetting (gekwalificeerd personeel); - Invloed op externe ontwikkeling organiseren; - ‘Gebruikers’ in de organisatie opleiden in ICT. Elkaar beter begrijpen door nieuwe mede werkers ICT te laten meelopen bij SE/CE.
• Up time en werking
van de volgende vitale systemen: - kantoorautoma tisering; - systeem primaire proces bevolkings onderzoek borst kanker; - systeem primaire proces bevolkings onderzoek BMHK.
99% van de tijd is elk systeem in de lucht. ≥ 98%. ≥ 98%.
Hoe bereiken?
Hoe meten?
(hoofdlijn)
12)
Contractmanagement.
Professionele ICT en invloed op landelijk ICT-beleid Omdat ICT in toenemende mate een bepalende factor is bij het uitoefenen van onze kerntaken, beschikt Bevolkingsonderzoek Zuid over voldoende eigen ICT deskundigheid in aanvulling op de landelijke en externe ICT-kennis. De afdeling ICT moet voldoende toegerust zijn om te kunnen innoveren en ontwikkelingen te volgen of initiëren.
11) 11
Norm Er is op hoofdlijnen eenzelfde werkwijze bij bevolkingsonderzoek BMHK.
werkwijzen bij bevolkingsonder zoek baarmoederhalskanker.
10)
Maatstaf
Doelstellingen
Maatstaf
Norm
Meewerken, bevorderen, bekend maken en toepassen van wetenschappelijk onderzoek en bijdragen aan innovatie Naast het uitvoeren en monitoren van de bevolkingsonderzoeken naar kanker levert Bevolkingsonderzoek Zuid ook een actieve bijdrage aan onderzoek en innovaties op het gebied van bevolkingsonderzoeken en andere gebieden waar zij een meerwaarde kan leveren. De gegevens die Bevolkingsonderzoek Zuid verzamelt, vormen binnen de kaders van de privacywetgeving een bron van informatie voor onderzoek op het gebied van kanker. Bevolkingsonderzoek Zuid bevordert tevens het gebruik van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
12
Bevolkingsonderzoek Zuid werkt aantoonbaar mee aan (wetenschappelijk) onderzoek en innovaties en
maakt de resultaten tenminste bekend bij ketenpartners en andere screeningsorganisaties.
• Het initiëren van onderzoeks-
• Overzicht uitgevoerde
programma’s op geleide van het landelijke beleidsafstemmingoverleg tussen RIVM en screeningsorganisaties. • Onderzoeksprogramma uitvoeren samen met IKC’s in de regio via de Werkgroep Onderzoek.
en lopende onderzoeken/vernieuw- ingen in het werkgebied van Bevolkingsonderzoek Zuid.
De jaarlijks geplande onderzoeken worden uitgevoerd. Elk jaar is er ten minste één onderzoek.
13) Snelle en gedegen implementatie van nieuwe bevolkingsonderzoeken Bevolkingsonderzoek Zuid is in staat om snel nieuwe bevolkingsonderzoeken te implementeren, zoals het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker. 13
Bevolkingsonderzoek Zuid implementeert nieuwe bevolkingsonderzoeken binnen de gestelde termijn.
• Tijdig opstellen van een implemen-
• Realisatie van
tatieplan voor de invoering van de dikkedarmkankerscreening.
beleidsvoornemens bepalen.
Er is een plan. Dikkedarmscreening is volgens dit plan ingevoerd.
Inzicht in het effect van bevolkingsonderzoek Om na te gaan in hoeverre wij onze missie daadwerkelijk vervullen, is het van groot belang om de ontwikkeling van de incidentie en sterfte aan borst- en baarmoederhalskanker in Noord-Brabant en Limburg te monitoren. Dit geldt ook voor eventuele nieuwe bevolkingsonderzoeken, zoals het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker.
Er bestaat inzicht in het effect van beide bevolkingsonderzoeken in termen van ontwikkeling van incidentie en sterfte aan borstkanker en baarmoederhalskanker.
• Onderzoeken of epidemiologisch
onderzoek intern of extern belegd moet worden en vervolgens onderzoek naar incidentie en sterfte uitvoeren.
• Beschikbaarheid cijfers bepalen.
Uiterlijk vanaf 2012 zijn cijfers jaarlijks beschikbaar.
17
4. Focus 2010: Consolideren
4.1 Consolideren Een solide basis is de belangrijkste voorwaarde om de strategische doelstellingen te realiseren en de missie te volbrengen. Daartoe is een geslaagde samenvoeging van de 3 rechtsvoorgangers van groot belang. Op alle vlakken: de primaire processen, de ondersteunende processen en de randvoorwaarden zoals cultuur en sociaal beleid. Het activiteitenplan 2009 was met name op dit doel gericht. Een aantal activiteiten op dit vlak vindt ook nog in 2010 plaats. Het afronden van de fusie benoemen we niet als apart beleidsthema, maar zal in 2010 nog veel aandacht vragen. Dit geldt ook voor het project digitalisering dat we in de loop van 2010 afronden. Hieronder gaan we beknopt op deze specifieke thema’s in. 4.1.1 Afronden van de fusie Wij willen de fusie afronden in 2010. Het is zo ver als de volgende doelen bereikt zijn:
18
Ad ondersteunende afdelingen 1. De arbeidsvoorwaarden zijn geharmoniseerd. 2. De organisatiecultuur is in kaart gebracht en er is, indien nodig, een plan om de cultuur te verbeteren. 3. Alle medewerkers hebben een functiebeschrijving en alle functies een FWG-waardering. 4. De ondersteunende afdelingen hebben hun werkprocessen afgestemd en beschreven. 5. Alle communicatie van de organisatie naar medewerkers, cliënten en ketenpartners is geüniformeerd. 6. De ICT-infrastructuur is geïntegreerd. 7. Er is een organisatiebreed managementinformatiesysteem. 8. De administratie en interne controles zijn beschreven en op orde. 9. Er is een goede structuur voor interne communicatie.
Ad baarmoederhalskanker 13. Er is een routeplan ontwikkeld om de verschillende werkwijzen binnen de baarmoederhalskankerscreening op elkaar af te stemmen. 14. Er is een nieuwe betalingssystematiek binnen de subregio Noord-Brabant /Noord-Limburg. 15. Tholen is overgedragen aan Bevolkingsonderzoek Zuid-West. 16. Er zijn contracten met alle laboratoria en de Regionale Ondersteuningsstructuur.
Binnen de gestelde doelen heeft het afstemmen van de werkprocessen de hoogste prioriteit bij beide bevolkingsonderzoeken en ondersteunende afdelingen. 4.1.2 Digitalisering In het tweede kwartaal van 2010 is de borstkankerscreening volledig gedigitaliseerd. Daarmee is de belangrijkste klus geklaard. Aan de digitalisering is echter nog geen einde gekomen, omdat de herstructurering centrale eenheden van 6 naar 4 nog moet worden voltooid. Daarnaast volgt nog een aantal verbeteringsslagen binnen het digitale systeem. 4.2 Planning overige beleidsthema’s De kwaliteitsverbetering van de eigen processen is alle komende jaren aan de orde. Vanaf 2011 ligt de focus op het verbeteren van de samenwerking in de keten en het bevorderen van de opkomst van de doelgroep. (Wetenschappelijk) Onderzoek en innovatie zijn in 2010 beperkt. De jaren daarna nemen ze aan betekenis toe. De mogelijke invoering van colonscreening en vernieuwingen in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker zijn daarbij belangrijke aandachtspunten.
Ad borstkanker 10. Er is een centrale planning voor de borstkankerscreening. 11. De werkprocessen bij de borstkankerscreening zijn geüniformeerd. 12. West-Brabant wordt onder regie van Bevolkingsonderzoek Zuid gescreend.
19
BIJLAGE 1. Omgevingsanalyse
B1.2
Externe ontwikkelingen algemeen
1.
Politieke/juridische omgeving
Plannen van VWS In haar ‘Kaderbrief Screening’ benoemt het ministerie van VWS haar belangrijkste aandachtsgebieden: • De mogelijkheid van marktwerking; • De invoering van een ‘keurmerk’ bevolkingsonderzoek voor screeningen en zelftesten die
Bij de beleidsbepaling voor de planperiode 2010 -2014 wil Bevolkingsonderzoek Zuid rekening houden met omgevingsfactoren die voor haar beleidsontwikkeling van groot belang zijn. In paragraaf B1.1 staan de meest relevante externe ontwikkelingen, volgens het Managementteam. Paragraaf B1.2 geeft een algemeen overzicht van externe ontwikkelingen. B1.1
Meest relevante externe ontwikkelingen
•
Het aanbod van screeningsdiensten en de interesse van mensen hiervoor zal in de
toekomst stijgen. Hierdoor wordt het belangrijk om de door de overheid aangeboden
bevolkingsonderzoeken goed te presenteren/positioneren waardoor het onderscheid
tussen bevolkingsonderzoeken en andere screeningsdiensten duidelijk wordt en blijft.
De overheid wil tegenwicht bieden door een goed doordacht, kwalitatief hoogwaardig
en veilig pakket aan bevolkingsonderzoeken aan te bieden, dat betrouwbare partners
uitvoeren. Deze partners moeten beschikken over een kwaliteitskeurmerk.
•
Binnen de ziekenhuizen vindt, onder het motto ‘concentratie en spreiding’, in toe-
nemende mate specialisatie plaats per tumorsoort. Zo ontstaan er bijvoorbeeld
gespecialiseerde mammapoli’s.
•
De druk op zorginstellingen om transparant te zijn over hun kwaliteit van zorg neemt
toe. Kwaliteitsscores van ziekenhuizen worden steeds meer toegankelijk voor publiek.
•
Er is binnen de kankerscreening nog geen marktwerking, maar de druk om hiertoe
over te gaan stijgt.
•
ICT speelt een cruciale rol bij de interne processen en in toenemende mate ook in
de keten.
•
Er ontstaat een capaciteitsprobleem bij de radiodiagnostisch laboranten. De arbeids-
markt is krap en binnen 5 jaar vindt een grote uitstroom plaats.
•
De verwachting is dat binnen het werkgebied het aantal vrouwen van 30 tot 60 jaar
afneemt. Daarmee neemt ook het aantal uit te nodigen vrouwen af. De leeftijdsgroep
50 tot 75 jaar zal vanwege de vergrijzing in het werkgebied groeien, is de verwachting.
Dat betekent een groei van het bevolkingsonderzoek borstkanker. Mogelijk wordt
op termijn de leeftijdsgrens voor het bevolkingsonderzoek borstkanker verlaagd.
•
Een grotere rol van HPV-test kan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
drastisch wijzigen. De Gezondheidsraad geeft hierover in 2011 een advies aan de
minister. De toepassing van zelftesten wordt onderzocht.
•
Er verschijnt nog dit jaar een uitgebreid rapport over de beste werkwijzen om de op-
komst bij baarmoederhalskankerscreening te bevorderen.
•
Op termijn is de implementatie van nieuwe bevolkingsonderzoeken aan de orde.
Allereerst de mogelijke invoering van de colonscreening rond 2012.
20
buiten de bevolkingsonderzoeken vallen;
•
Dilemma tussen enerzijds de burger beschermen tegen nadelen van bepaalde testen en
anderzijds de vrijwillige keuze van de burger respecteren;
• De kwaliteit van het dienstenaanbod aan in principe ‘gezonde’ mensen; •
Informatie aanbieden die de burger helpt bij overwegingen om een test/onderzoek (buiten
de bevolkingsonderzoeken) te doen. Dit wordt deels gerealiseerd door duidelijk aan te
geven welke overwegingen een rol spelen bij de invoering van bevolkingsonderzoeken.
Hierdoor komt meer aandacht voor de nadelen van de bevolkingsonderzoeken.
Samenwerking met het RIVM Als agentschap van het ministerie van VWS heeft het RIVM de regie over de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken. In de komende jaren wordt gewerkt aan de verbetering van de publiekprivate samenwerking tussen het RIVM en de 5 screeningsorganisaties. Op advies van een werkgroep met afgevaardigden van de screeningsorganisaties en het Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM is een beleidsafstemmingoverleg ingesteld. Het is mogelijk ad-hoc projectgroepen in het leven te roepen die opdrachten uit het beleidsafstemmingoverleg uitvoeren. Samenwerking met regionale partijen Steeds vaker merken we dat gemeenten de uitvoering van het bevolkingsonderzoek beïnvloeden met eigen regelgeving. Denk hierbij aan toenemende eisen rondom vergunningen en doorberekenen van kosten aan de screeningsorganisaties, terwijl gemeenten deze eerder bijna als ‘vanzelfsprekend’ zelf droegen. Een sterkere profilering van het bevolkingsonderzoek dwingt ons mogelijk ook tot afspraken op landelijk niveau met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over de voorwaarden waaronder het bevolkingsonderzoek in gemeenten kan/moet plaatsvinden. Aangescherpte wet- en regelgeving Naarmate de activiteiten van het bevolkingsonderzoek in meer robuuste organisaties wordt neergezet, zal wet- en regelgeving op andere manieren van toepassing zijn. Mede doordat de organisaties veel meer zichtbaar zijn, worden ook hogere eisen gesteld aan implementatie van wet- en regelgeving en besluitvorming hierover (zie onder meer de aanbestedingstrajecten, de afvalwaterproblematiek of gevolgen van ‘calamiteiten’ elders in de zorg die tot nieuwe eisen vanuit bijvoorbeeld de Inspectie voor de Volksgezondheid leiden). 2.
Marktwerking in de zorg
Toenemende activiteiten van commerciële screeningaanbieders (total body scans) dwingen ons tot een sterke en herkenbare profilering van een ‘veilig, betrouwbaar onderzoek met een uitstekende follow up’. Naamgeving en gezamenlijke uitstraling met bijvoorbeeld het logo helpen ons hierbij. Evenals het mogelijk aangaan van stevige relaties met ‘prefered clinics’ voor follow up-activiteiten. 21
Een belangrijk aandachtspunt is de (toenemende) aanbestedingsplicht van de screeningsor-
‘BoB plus’/MASS trial
ganisaties. Deze leidt bij screeningsorganisaties tot een andere inkoopstrategie en soms tot
In de loop van 2010 onderzoeken
veranderingen in werkwijzen en organisatie die tot weerstanden kunnen leiden. Daarnaast
we de mogelijkheid om bij door-
wordt de vraag steeds vaker opgeworpen of de activiteiten van de screeningsorganisaties zelf
verwezen cliënten echografisch
niet aanbestedingsplichtig zouden moeten zijn. Met andere woorden: Is het ministerie van VWS
onderzoek te doen als ‘triage’,
eigenlijk niet verplicht tot aanbesteding van de activiteiten van het bevolkingsonderzoek? In
alvorens tot een definitieve
een rapport van Van Naem & Partners is hier al aandacht aan besteed.
klinische diagnose van borstkanker te komen. Structu-
Door marktwerking en nieuwe inzichten verandert de gezondheidszorg. De organisatie van de
rele invoering van
zorg zal de komende jaren veranderen. Preventie krijgt een andere betekenis, wat gevolgen
echo-onderzoek als onder-
heeft voor de samenwerkingsverbanden die bevolkingsonderzoekorganisaties aangaan met de
deel van de screening heeft
zorg. Zo is het denkbaar dat de mammacare een specialisatie wordt van een beperkt aantal
mogelijk positieve gevolgen
ziekenhuizen, dat de centra voor diagnostiek in de eerste lijn verder groeien, et cetera. Dit
voor de belasting van de
heeft gevolgen voor hoe wij ons tot hen verhouden.
mammapoli’s en de kosten van diagnostiek en behande-
Er komt ook steeds meer aandacht voor preventie en vroege opsporing van ziekten. Bepaalde
ling.
partijen zoals huisartsen zien voor zichzelf een belangrijke rol bij preventie en vroege opsporing. Deze ontwikkeling kan de relatie tussen de screeningsorganisaties en de huisartsen beïnvloeden.
Nieuwe opzet van bevolkings-
Ook burgers, deels de doelgroepen van de bevolkingsonderzoeken, krijgen hierdoor in toene-
onderzoek naar baarmoeder-
mende mate te maken met preventie en screeningen die professionals aanbieden. Dit kan leiden
halskanker
tot een ‘overdosis’ aan checks et cetera. Dit kan vervolgens effect hebben op de bereidheid van
In de loop van 2011 wordt aan de
burgers om mee te doen aan de bevolkingsonderzoeken. De kredietcrisis zal wellicht nog meer
minister van VWS een advies van de
nadruk leggen op een efficiënte uitvoering van de bevolkingsonderzoeken. Leveranciers zullen
Gezondheidsraad afgegeven over een veran-
mogelijk onder druk komen te staan.
derde opzet van het bevolkingsonderzoek BMHK. Daarbij zal de test naar de aanwezigheid van onco-
3.
Veranderingen in het bevolkingsonderzoek
gene HPV-virussen mogelijk een belangrijke rol spelen en zelfs kunnen leiden tot een wijziging van de uitnodigingsfrequentie van
Vormgeving van de beoordeling van mammogrammen
5 naar 6 jaar. Ook de mogelijkheden van zelftesten door cliënten brengen we nader in beeld.
Veranderingen als gevolg van de invoering van de digitalisering leiden tot een nieuwe inrichting
van het screeningslandschap. Minder radiologen zullen hun activiteiten in minder beoordelings-
Daarnaast kan het invoeren van het HPV-vaccin gevolgen hebben voor het bevolkingsonder-
eenheden uitvoeren. De digitalisering maakt het straks mogelijk de beoordeling fysiek los te
zoek, met name wanneer dit een grotere bescherming gaat geven dan nu het geval is. Aan-
koppelen van de regionale omgeving. De openbare aanbesteding van de radiologische diensten
besteding op onderdelen van de medische dienstverlening, zoals de cytologische diensten van
zorgt voor een andere toegankelijkheid tot de beoordelingsmarkt.
laboratoria moeten we nader in kaart brengen.
Digitalisering/ICT
Nieuwe bevolkingsonderzoeken
De digitalisering biedt veel mogelijkheden op het gebied van technologische vooruitgang. De
Op termijn is de implementatie van nieuwe bevolkingsonderzoeken waarschijnlijk aan de orde.
borstkankerscreening is hiermee in een nieuw tijdperk beland. Een belangrijke ontwikkeling
Allereerst de geleidelijke invoering van de colonscreening rond 2012. Daarna mogelijk een
is de verbetering van de detectie. Een andere is de verbetering van de communicatie met de
longkankeronderzoek of een bevolkingsonderzoek naar prostaatkanker.
ketenpartners (verzenden van mammografiebeelden volgens de XDSi-technologie). Er zijn verdere innovaties van de werkprocessen mogelijk waardoor we de bevolkingsonderzoeken sneller
Nieuwe leeftijdscategorieën
en mogelijk anders kunnen inrichten. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot een kortere wachtduur
Er is nu al sprake van onderzoek dat moet aantonen of het zinvol is de leeftijdscategorie voor
tussen het onderzoek en de uitslag of het combineren van verschillende bevolkingsonderzoe-
het bevolkingsonderzoek borstkanker uit te breiden. De wens vanuit de samenleving om de
ken. Tevens kunnen we mogelijkheden creëren voor vervolgonderzoek buiten het ziekenhuis.
leeftijdsgrens te verlagen of de bovengrens af te schaffen is in ieder geval nadrukkelijk aanwezig. De politieke druk om hier iets mee te doen, groeit.
Kantoorautomatisering en snelle dataverbindingen bieden nieuwe mogelijkheden voor roostering, communicatie (telewerken) en documentenbeheer. Wellicht ook tot minder papiergebruik.
Nationaal Programma Kankerbestrijding
De communicatie kunnen we optimaliseren, zowel met de cliënt als met de medewerker. Onder
Uitvoering van het Nationaal Programma Kankerbestrijding dat 5 grote partijen in de oncologie
andere door beter gebruik te maken van automatisering en de (organisatie van) communicatie
hebben onderschreven, levert mogelijk een aantal wijzigingen op in de ketenzorg. Zo luidt het
te verbeteren. Bijvoorbeeld met de organisatie van een werkoverleg, et cetera.
advies de huisarts een andere rol te geven bij beide bevolkingsonderzoeken en zijn er aanbevelingen om het traject na de screening beter te monitoren.
22
23
Nieuwe toetreders (concurrenten)
Er is sprake van een relatief hoge opkomst van cliënten voor het bevolkingsonderzoek. Bevol-
De overheid beschermt momenteel de markt voor bevolkingsonderzoeken. Stichtingen zijn ver-
kingsonderzoek Zuid staat voor de uitdaging deze hoge opkomst te behouden.
gunningplichtig. Ze moeten aan eisen voldoen die zijn vastgelegd in de Wet op het bevolkingsonderzoek (Wbo). Op langere termijn is het mogelijk dat de markt open gaat. Dan moeten we
Demografie
kankerscreening ook aanbesteden.
In het werkgebied verwachten we een afname van het aantal vrouwen tussen de 30 en 60 jaar en daarmee een afname van het aantal uit te nodigen vrouwen. Limburg loopt voorop bij de
Substituten
andere provincies als het gaat om daling van het aantal inwoners. Vanwege de vergrijzing in
Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker kan er een substituut
het werkgebied zal de leeftijdsgroep 50- tot 75-jarigen groeien. Daarmee groeit ook het bevol-
ontstaan in de vorm van een voorspellende test op het dragen van
kingsonderzoek borstkanker. Mogelijk wordt op termijn de leeftijdsgrens voor het bevolkings-
een gen voor erfelijke borstkanker. Het aandeel van erfelijke
onderzoek borstkanker verlaagd.
borstkanker vormt echter maar een klein onderdeel van het totale spectrum aan borstkankers. Een dergelijk substituut
Er is een groei van het aantal vrouwen met borstprothesen (6.000 tot 7.000 per jaar). Dit heeft
zal derhalve niet zoveel invloed hebben op het bevolkings-
een negatief effect op het opkomstpercentage voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. Er is
onderzoek borstkanker, ook al wordt de test breed toe-
sprake van een stijging van de prevalentie van borstkanker van 1:9 naar 1:7 (dat wil zeggen
gankelijk. Een substituut kan niet alleen gevolgen hebben
dat 1 op de 7 geboren meisjes het risico loopt gedurende haar leven borstkanker te krijgen).
voor het primaire product en haar doelgroep (cliënten) zelf, maar ook voor de partijen die zich indirect met het product bezighouden (leveranciers van voorlichting, kennis en ap-
5.
Ontwikkelingen in de organisatie en randvoorwaarden binnen
paratuur (inclusief beheer en onderhoud)). Wanneer sprake
het bevolkingsonderzoek
is van een bepaald substituut, dient er dus beleid ontwikkeld te worden op al deze partijen.
Centralisatie van landelijke activiteiten Er zijn nog 5 instellingen voor bevolkingsonderzoek over die in grote mate kunnen profiteren
De Gezondheidsraad functioneert als een filter dat bepaalt op basis
van het gezamenlijk optrekken in landelijke activiteiten. De digitalisering van het bevolkings-
van wetenschappelijke literatuur welke substituten toegelaten kunnen
onderzoek borstkanker heeft al geleid tot het inrichten van een Landelijke Beheer Organisatie
worden bij de bevolkingsonderzoeken. Bevolkingsonderzoek Zuid kan invloed
voor ICT-activiteiten. Voor het centrale registratiesysteem (CIS) van baarmoederhalskanker is
uitoefenen door het signaleren, agenderen en waar mogelijk ondersteunen via pilots en de
dat al het geval. De vorming van een nieuwe facilitaire organisatie is inmiddels in volle gang.
Programmacommissie. Voorbeelden van ontwikkelingen zijn Contactthermografie en Breath
Na de fusie tussen bestuur CIS (cervix) en STIBOB (borst) zal toegewerkt worden naar een
test. Naar verwachting zullen deze ontwikkelingen op de middellange termijn niet van invloed
coöperatie, die eventueel ook gezamenlijke inkoop/aanbestedingstrajecten en andere facilitaire
zijn op de huidige screening.
ondersteuning gaat bieden.
Beweging naar centralisatie
Arbeidsmarktproblematiek
Er wordt inmiddels op landelijk niveau gebrainstormd over een verdere centralisatie van (delen
Capaciteitsproblemen voor laboranten zijn te verwachten in de nabije toekomst en doen zich nu
van) de kankerscreening. De voor- en nadelen daarvan worden in kaart gebracht.
al voor in het westelijk deel van Nederland. Om deze op te vangen, overweegt de ‘Werkgroep Capaciteit’, ingesteld door RIVM, diverse maatregelen. Ontwikkelingen op het terrein van
4.
Ontwikkelingen in de relatie naar cliënten, cliëntenorganisaties
functiedifferentiatie doen zich voor bij het herdefiniëren van het beroepsprofiel voor MBB-er op 3 niveaus: MBO, HBO en Masters. We moeten rekening houden met nieuwe indelingen in FWG
Veranderende cliënt
en mogelijke gevolgen voor de salariëring. Flexibilisering, uitbreiding bedrijfstijden en differen-
De cliënt wordt kritischer, mondiger en zelfbewuster, maar ook meer divers (de diversiteit in
tiatie in arbeidsvoorwaardenpakketten zijn daarvan de gevolgen. Tegelijk moeten we aandacht
de samenleving wordt meer merkbaar). In onze communicatie en de organisatie van de keten
hebben voor de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt van de zorg, waarbij zich meer en meer
dienen wij hiermee rekening te houden. De toenemende mondigheid van de cliënt kan meer
‘maatschappen’ van paramedische beroepen gaan vormen, die zichzelf ‘verhuren’ aan zorgin-
klachten, imagoschade en wellicht ook claims tot gevolg hebben. De toenemende agressie van
stellingen in plaats van te kiezen voor een arbeidsrelatie.
de cliënt heeft nadelige gevolgen voor het werkklimaat (onveiliger). Er is een noodzaak tot verdergaande professionalisering van onze organisatie op alle niveaus. De ouder wordende vrouw verandert: zij is moderner (gebruikt moderne communicatie- middelen), mondiger, minder volgzaam, bewuster bezig met gezondheid, maakt eigen keuzen
Te verwachten verschuivingen in omgeving bevolkingsonderzoeken
(soms eisend), wil meer en beter geïnformeerd worden en is zelfstandiger (ze heeft bijvoor-
In de toekomst kunnen verschuivingen optreden in de stakeholders, onder meer doordat er
beeld eigen vervoer). De cliënt verwacht flexibiliteit en wil meer keuzemogelijkheden van ons
nieuwe partijen toetreden tot de markt of doordat er substituten komen voor de huidige
als aanbieder. Er zijn meer werkende vrouwen met mogelijk andere wensen voor de openings-
producten van Bevolkingsonderzoek Zuid.
tijden of de mobiele unit om de hoek van haar huis.
24
25
B2.3 Algemene interne ontwikkelingen Werkgeversrol, sociaal beleid De 3 stichtingen die fuseerden in Bevolkingsonderzoek Zuid, scoorden alle hoog als werkgever.
BIJLAGE 2. Interne analyse
Er kwamen weinig klachten, er werden weinig fouten gemaakt, de opkomst was goed en de medewerkertevredenheid was hoog. Hieronder gaan we nader in op de sterke en zwakke punten van de organisatie Bevolkingsonderzoek Zuid. De medewerker
Na een kort overzicht van de huidige activiteiten (2010) in paragraaf B2.1 staat in paragraaf B2.2 een opsomming van de meest relevante interne ontwikkelingen, volgens het Managementteam. Paragraaf B2.3 geeft een algemeen overzicht van interne ontwikkelingen. B2.1 Huidige activiteiten Naast dat ze beide bevolkingsonderzoeken uitvoert, is de organisatie op dit moment druk bezig met:
•
uniformeren en verbeteren van alle werkprocessen en de procedures en werkinstructies
die daarbij horen;
•
centraliseren en verbeteren van de productieplanning;
•
uniformeren van de schriftelijke correspondentie en creëren van een gezamenlijke
huisstijl;
•
harmoniseren arbeidsvoorwaarden en personele regelingen, zoals contracten en
functieomschrijvingen;
•
uniformeren en verbeteren van de interne en externe communicatie;
•
verbeteren van managementinformatie en documentbeheer;
•
zorgen voor een hernieuwde HKZ-/ISO-certificering voor de uitvoering van de beide
bevolkingsonderzoeken.
B2.2 Huidige situatie en interne ontwikkelingen •
Het creëren van een sterke, nieuwe organisatie uit de 3 voorgaande organisaties
vraagt ondanks de goede kwaliteit van de rechtsvoorgangers op dit moment veel
aandacht.
•
De digitalisering van de borstkankerscreening is niet alleen een forse investering, maar
verandert ook de wijze van werken aanzienlijk. Een belangrijk gevolg van digitalisering
is dat op termijn het aantal centrale eenheden afneemt van 6 naar 4. • De toenemende afhankelijkheid van ICT in het algemeen, een aantal landelijke
ICT-projecten en het digitaliseringsproject met al haar kinderziekten in het
•
Bevolkingsonderzoek Zuid heeft relatief hoge scores voor medewerkertevredenheid.
De organisatie staat voor de uitdaging deze te behouden.
•
De digitalisering heeft waarschijnlijk gevolgen voor de locaties van
Bevolkingsonderzoek Zuid.
•
In het verkeer verwachten we in de toekomst meer files. Reden om te onderzoeken of
telewerken of wellicht andere werktijden voor een deel van de medewerkers op termijn
een optie is. Tevens moeten we dan onderzoeken wat dat betekent voor de huidige
goede binding van medewerkers met de organisatie.
•
Onder de medewerkers is een groeiende behoefte aan verdere ontwikkeling. Scholing,
opleiding en doorgroeimogelijkheden zijn nodig om een aantrekkelijke werkgever te
blijven.
•
Ook bij de medewerkers is sprake van vergrijzing. Nu al is de gemiddelde leeftijd van de
medewerkers hoog.
•
Als gevolg van de verder gaande digitalisering, zowel op kantoor als in de primaire werk-
processen, heeft de organisatie komende jaren meer ICT-competenties en
ICT-capaciteiten nodig.
•
De werkzaamheden veranderen als gevolg van digitaliseren.
•
We verwachten een schaarste aan laboranten. We zien dat nu al in andere regio’s, met
name in West-Nederland. De schaarste wordt mede veroorzaakt door betere arbeids-
omstandigheden voor laboranten in de ziekenhuizen, zowel qua salaris als secundaire
arbeidsvoorwaarden.
•
Mede als gevolg van de vergrijzing verwachten we ook een uitstroom van leiding-
gevenden. Bevolkingsonderzoek Zuid moet investeren in het opleiden van nieuwe
leidinggevenden.
•
De medewerkers hechten aan goede interne communicatie, zeker nu we een grotere
organisatie zijn.
•
De medewerkers geven aan de afstand tot het management in de nieuwe organisatie
(letterlijk en figuurlijk) groot te vinden.
•
De medewerkers blijven het liefst in vaste teams werken.
bijzonder, leggen een zware druk op de ICT-afdeling. •
Bij de baarmoederhalskankerscreening in ons werkgebied is op dit moment sprake van 2 zeer verschillende werkwijzen.
• Wij verwachten een advies van de Gezondheidsraad over de toekomst van
•
de baarmoederhalskankerscreening. Afhankelijk daarvan bekijken we of
en hoe we de werkwijzen moeten harmoniseren.
•
Bij de baarmoederhalskankerscreening is op dit moment sprake van een beperkt beheerst proces bij een deel van de onderzoeken die de zelf uitnodigende huisarts uitvoert. Ontwikkelingen gaan door, daarom is er nu ook aandacht voor vernieuwingen,
zoals Mammo XL, MASS trial, onderzoeken door radiologen, het Palgaonderzoek en de onderzoeken samen met de Integrale Kankercentra (IKC’s).
26
27
Bevolkingsonderzoek Zuid Pettelaarpark 1 Postbus 1456 5200 BM ‘s-Hertogenbosch t 088 00 01 300 f 088 00 01 399
[email protected] www.bevolkingsonderzoekzuid.nl