Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta
Jeroen Boer Anna Godlieb Leentje Godlieb Pieter Landman Hans Voolstra
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
1
Inhoudsopgave Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta .................................................................................................. 3 1. Algemene informatie ............................................................................................................................ 3 1.1 Doelstelling ..................................................................................................................................... 3 1.2 Belang van de activiteiten .............................................................................................................. 4 1.3 Reactie op visies tegen opvang van zeezoogdieren ....................................................................... 5 1.4 Instandhouding van de soort.......................................................................................................... 6 1.5 Het Eemsdeltagebied en de Dollard ............................................................................................... 7 2. Opvangbeleid en specialisatie .............................................................................................................. 9 3. Medewerkers en bezoekers ............................................................................................................... 10 3.1 Professionals in de zorg ................................................................................................................ 10 3.2 Professionals in het veld ............................................................................................................... 10 3.3 Bezoekers ..................................................................................................................................... 10 4 Huisvesting en verzorging ................................................................................................................... 11 4.1 De inrichting ................................................................................................................................. 11 4.2 Drie verschillende fases ................................................................................................................ 11 4.3 Voeding en hygiëne ...................................................................................................................... 12 4.4 In vrijheid stellen .......................................................................................................................... 13 5.Conclusie ............................................................................................................................................. 14
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
2
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 1. Algemene informatie Het navolgende is het activiteitenplan van de Stichting Zeehondenopvang Eemsdelta een nieuw opvangcentrum ten behoeve van zeezoogdierenzorg, met name voor zeehonden. Onze primaire taakstelling is de zorg voor zeehonden in nood. Daarnaast kunnen wij aan de hand van de gegevens die we kunnen verkrijgen over het dier, onderzoek doen aan ontwikkelingen die zich in de Eemsdelta voordoen wat betreft de populatie en de kwaliteit van het leefgebied. De gegevens betreffen soort, conditie (ook immunologisch gezien), geslacht, diagnose en behandeling, microbiologische status, genetica, voedselkeuze, gedrag en overleving (terugmelding). Het opvang adres is; Stichting zeehondenopvang Eemsdelta Kenninckweg 2-4 9947 PB Termunten 0621582314 1.1 Doelstelling De stichting heeft als primaire doelstelling: het zijn van een expertise- en opvangcentrum voor zeehonden. Het gaat om zeehonden, voornamelijk de gewone zeehond (Phoca vitulina, figuur 1) en de grijze zeehond (Halichoerus grypus, figuur 2), maar ook eventuele dwaalgasten die door ziekte, verwonding of verwezing, door direct of indirect menselijk handelen of nalaten in nood zijn en/of tijdelijk niet zelfstandig in de vrije natuur kunnen overleven en in de getijdengebieden rond en in de Eemsdelta en Dollard stranden of dreigen te stranden, respectievelijk in Nederlandse binnenwateren in nood zijn of dreigen te raken. Het opvangcentrum zal hierbij de betreffende zeehonden en zeezoogdieren bij dreigende nood naar veilig water dirigeren of bij daadwerkelijke nood de nodige zorg verlenen, respectievelijk tijdelijk opvangen, verzorgen en revalideren1. De opvang is gericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer van de dieren naar de natuur. Daarbij wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de dieren onnodige stress ervaren en letsel oplopen. De opvang is zodanig dat een dier zoveel mogelijk zijn soorteigen gedrag kan blijven vertonen na terugkeer naar de natuur.
Figuur 1. Gewone zeehond met pup2
Figuur 2. Grijze zeehond met pup3
1
Statuten Stichting Zeehondenopvang Eemsdelta, November 2014
2
http://week.divebums.com/2007/Feb26-2007/harbor-seals_garry-mccarthy.jpg
3
http://www.joelwalley.co.uk/imgs/gallery/18908/18908_18691149974f20c0ef12c6a.jpg
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
3
Wij beperken ons in onze activiteiten tot datgene wat nodig is voor het bereiken van de doelstellingen zoals deze in de statuten staan beschreven. De stichting heeft geen winstoogmerk en uitgangspunt is om met zo weinig mogelijk overhead kosten een zeehondenopvang te realiseren in de EemsDollardregio. Wij zijn van mening dat elk dier in nood geholpen moet worden. De groeiende behoefte aan opvangcentra is voor ons de reden om een vergunning aan te vragen zodat wij een ondersteunende rol kunnen vervullen in de opvang van zeehonden in het Dollard gebied en de Eemsdelta. 1.2 Belang van de activiteiten Het algemene doel van zeezoogdierenzorg is meerzijdig. De hulp aan het in nood verkerend dier is belangrijk voor het dier zelf. Daarbij vinden wij het als stichting, maar ook als individu, vanzelfsprekend dat wij een hulpbehoevend dier de nodige zorg verlenen. Dit dient zorgvuldig, respectvol en verantwoord te worden gedaan, met een beleid waarbij ieder individueel dier telt. De Nederlandse zeehond staat boven aan de voedselketen (figuur 3 en 4). Hierdoor is de zeehond een waardevolle indicator voor de conditie van het leefmilieu. Aangezien we een database bijhouden met alle relevante parameters ten aanzien van de kwaliteit van het dier, kunnen we zo lokaal een beeld krijgen van ontwikkelingen van ziektes, maar ook ten aanzien van verwondingen door bijvoorbeeld schepen, verstrikkingen in zwerfvuil, het chemische milieu (figuur 5) en microbiologische klimaat.
Figuur 3 en 4. Voedselketen waarbij de zeehond (in Nederland) bovenaan staat4
Figuur 5. Ophoping van chemische stoffen (bruin) in de voedselketen. Hier wordt de ijsbeer als voorbeeld gebruikt. Hetzelfde geldt voor de zeehonden in de Nederlandse wateren omdat zij boven aan de voedselketen staan. De concentratie ervan kan in een ijsbeer zeven tot acht keer hoger liggen dan in het omringende zeewater5
4
http://www.ecomare.nl/typo3temp/GB/3242df2995.png en http://archief.schooltv.nl/weekjournaal/mmbase/images/3003504/voedseketen_zee.jpg 5
http://www.natuurinformatie.nl/ndb.mcp/natuurdatabase.nl/i001022.html
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
4
In samenwerking met verschillende opvangcentra kunnen we onze gegevens vergelijken en zo trends weergeven ten aanzien van de kwaliteit van het dier en zijn leefmilieu. Verder is de zeehond vanwege zijn aaibaar imago ambassadeur voor bewuste omgang met het mariene milieu. Een zeehond verstrikt in plastics is bijvoorbeeld schrijnend illustratief voor de effecten van onzorgvuldige omgang met plastics en afval. 1.3 Reactie op visies tegen opvang van zeezoogdieren Opvang is in onze visie belangrijk voor het behoud en de groei van de zeezoogdierenpopulatie. We lichten dit voor de gewone zeehond toe in de volgende paragraaf. We zijn ons bewust van andere visies, zoals die van Imares. Kern van het Imares-argument is dat ziekten en sterfte de aantallen reguleren en dat dit natuurlijke selectie is. Bovendien zouden na opvang en weer vrijlaten van zeehonden menselijke virussen de populatie kunnen worden ingebracht6. Onze visie is dat natuurlijke selectie nauwelijks van toepassing is bij een populatie waarvan de immunologische afweer door vervuiling verzwakt is en dat onder druk staat van drukke scheepvaart, intensieve visserij en recreatie, en drastische morfologische wijzigingen in het (kust)leefgebied. Verwondingen, ziekte en sterfte zijn in veel gevallen toe te schrijven aan menselijke factoren. Zo is de recente longworminfectie sinds 2009 buitenproportioneel in vergelijking met de populatieontwikkeling: het aantal opgevangen dieren in de zeehondencrèche Pieterburen verdubbelde in vergelijk met wat op basis van de populatie verwacht werd. Onderzoek aan opgevangen zeehonden naar de oorzaak geeft aanleiding te vermoeden dat jonge gewone zeehonden door morfologische veranderingen in het leefgebied (verslibbing) en /of visserijinspanningen genoodzaakt waren om te schakelen naar voedsel dat hevig geïnfecteerd is met longwormlarven. Daarmee is de hulp aan een in nood verkerend dier juist een bijdrage aan de instandhouding en groei van de populatie. Het argument dat menselijke virussen kunnen worden ingesleept, is op zich valide, maar betreft (mede vanwege de hygiëneprotocollen die wij hanteren) een minimaal risico. Het is in onze ogen ook een triviaal argument. Al 50 jaar lang worden zeehonden opgevangen en er is nog nooit een serieus effect geweest dat toe te schrijven valt aan insleep. Bovendien is het argument weinig steekhoudend in vergelijk met andere interacties met zeehonden of het zeehondenmilieu, zoals mensen die al of niet een resistente ziekteverwekker dragen en in zee zwemmen, de dump door schepen van menselijke ontlasting in het zeewater (de praktijk is hierbij bovendien anders dan wettelijk vereist wordt) of de nabijheid van zeehonden bij recreatiegebieden, schepen, of bij terrestrische in het wild levende dieren (figuur 6) of vee (figuur 7)7.
6
http://www.wageningenur.nl/nl/show/Zienswijze-opvang-van-zeehonden.htm
7
Nynke Osinga et al. 2012. Mammalian Biology 77: 281–287
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
5
Mede daarom is het van belang om de microbiologische kwaliteit van het dier te meten direct bij de vondst van het in nood verkerende dier.
Figuur 6. Vos op de inlaat bij de Punt van reide, Dollard, een kernrustgebied voor zogende Gewone zeehonden Figuur 7. Schapen in nauw contact met een Gewone zeehond jong bij de Punt van Reide, Dollard
1.4 Instandhouding van de soort De Waddenzee had in 1970 geen stabiele populatie. De groei van een populatie wordt behalve door sterfte en immigratie belangrijk bepaald door het aantal geboortes en de overleving van de dieren in het eerste jaar. Vanaf de geboorte van de zeehond zijn er diverse sleutelfactoren die sterk onder invloed staan van menselijke activiteiten en die de overlevingskans bedreigen. Tijdens de zoogperiode kan het misgaan (verstoring) bij; het spenen (moeilijk zelfstandig vis vinden in een druk bevist gebied of een gebied waar veel wordt gebaggerd) of tijdens het doormaken van kinderziektes (bij een door vervuiling verlaagde immuun respons). De Dollard en de oostelijke Waddenzee zijn de balangrijkste geboortegronden voor de gewone zeehond in Nederlandse wateren. De zeehonden in de Dollard bevinden zich met name bij de uitlaat van de Breebaartpolder, hier liggen een aantal zandbanken. Ook langs de stroming naar de uitlaat zijn banken ontstaan die door zeehonden worden gebrbuikt. De Dollard wordt vooral tijdens het geboorte seizoen door de gewone zeehonden gebruikt. Er liggen zomers zo’n 250 tot 350 volwassen zeehonden en er worden 75-150 jongen geboren (figuur 8). Het hoge aantal jonge dieren ten opzichte van het aantal volwassenen geeft aan dat de Dollard een belangrijke kraamkamer is voor deze zeehondensoort. In de Eems ligt nog een zanbank die door zeehonden wordt gebruikt, namelijk De Hond. Hier liggen ’s zomers zo’n 150 zeehonden en worden ongeveer 15 zeehondenjongen geboren. De zeehonden in de Eemsdelta leven in een gebied waar veel menselijke invloed is. De haven in Delfzijl en de Eemshaven zijn grote industriele havens, wat leidt tot veel scheepvaartverkeer en vervuiling. Op de zeedijk van de Dollard vindt ’s zomer veel recreatie plaats; dit leidt tot frequente verstoringen waarbij moeders hun jongen kwijt raken. Alhoewel het aantal zeehonden in de Eemsdelta stabiel is (figuur 8), zijn de zeehonden in de gebied erg kwetsbaar door de veelheid aan menselijke invloeden8. Door te kiezen voor een opvang in het vindgebied wordt de transportafstand geminimaliseerd. Daarnaast is er door gebiedsbeperking minder risico van overdracht van virussen. Bovendien kunnen via opvang de gevolgen van de lokale menselijke factoren herkend worden en aangepakt worden. Naast opvang, zijn voorlichting en wetenschappelijk onderzoek belangrijk voor de bescherming van zeehonden 8
Osinga et al. 2012, Mammalian Biology 77(4), 281-287
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
6
in dit kwetsbare gebied. Zo heeft onderzoek in de Dollard aangetoond dat zeehonden in dit gebied frequent door wandelaars op de dijk werden verstoord. Door het plaatsen van een observatieschutting is het aantal verstoringen gereduceerd. Voor de Waddenzee is de opvang van zeehonden essentieel gebleken in het terugbrengen van de jeugdsterfte en ondersteuning van de populatie. Hierbij tekenen wij aan dat bij de instandhouding van de soort het werk van Lenie ’t Hart van cruciaal belang is geweest door het bieden van professionele opvang en de bewustwording van het behoud van deze diersoort in grotere context.
Figuur 8. Aantallen volwassen en zogende jonge zeehonden geteld op de zandbanken van de de Dollard over de periode 2007-2013 (Bron: Osinga et al. 2012, Mammalian Biology 77(4), 281-287 en Van Dam en Osinga, 2013).
1.5 Het Eemsdeltagebied en de Dollard De opvang zal zich richten op zeehonden die gestrand zijn en in nood verkeren in de provincie Groningen en met name gevonden worden in het Eemsdeltagebied en de Dollard (figuur 10). Mocht een zeehond zich in de binnenwateren van de provincie begeven en in nood verkeren of dreigen te gaan verkeren, dan zijn ook de binnenwateren van toepassing.
Figuur 10: Tussen de rode pijlen bevindt zich het Eemsdelta gebied en de Dollard. De gele pijl geeft Termunten aan.
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
7
Het opvangcentrum zal permanent telefonisch bereikbaar zijn voor andere opvangcentra, ehbz, inspectiediensten etc. Ook kan het publiek ten alle tijden telefonisch informatie verkrijgen via het (nu nog tijdelijke) telefoonnummer 0621582314 (Jeroen Boer) Wij streven ernaar om met andere opvangcentra samen te werken, zowel met informatie en kennis als met opvangcapaciteit. Bijvoorbeeld wanneer de andere opvangcentra onvoldoende opvangcapaciteit hebben, kunnen wij bijspringen door zeehonden uit andere provincies op te vangen en te rehabiliteren.
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
8
2. Opvangbeleid en specialisatie De activiteiten omvatten het vangen van een in nood verkerende zeezoogdieren, met name zeehonden (de Gewone zeehond, Phoca vitulina, en de Grijze zeehond, Halichoerus grypus) en ter plaatse verlenen van de nodige hulp (los snijden van netten bijvoorbeeld (figuur 10)) ofwel vervoeren en de nodige hulp verlenen in het opvangcentrum. Het vangen gebeurd met behulp van een vangnet, een badlaken of een laken. De zeehond wordt getransporteerd in een rieten mand. Het dier wordt tijdelijk gehuisvest in het opvangcentrum met een maximale duur zoals is vastgesteld in artikel 25 lid C van het kwaliteitsprotocol. Het opvangcentrum heeft de juiste middelen en mogelijkheden ter beschikking en de medewerkers hebben voldoende kennis en ervaring om de zeehonden te verzorgen. Nadat een zeehond weer gezond en in goede conditie is, wordt het vervoerd en vervolgens weer in zee vrijgelaten. De hulp in de opvang kan van veterinaire aard zijn en een medische behandeling kan noodzakelijk zijn. De hulp kan ook bestaan uit het leveren van rust en voedsel, opdat het dier in goede conditie raakt, bijvoorbeeld in geval van een huiler. Mocht het dier echter in een zeer slechte conditie zijn en naar het oordeel van de veterinair, en bij voorkeur twee veterinairen, niet meer te redden zijn of niet in staat zijn om na genezing zich zelfstandig te redden in de natuur, dan zal protocollair euthanasie noodzakelijk zijn. Een besluit om het dier te doden is altijd gebaseerd op de door bestuur vastgestelde werkwijze en wordt in overleg met de dierenarts genomen. Het kadaver zal in eerste instantie door een veterinair worden onderzocht. Mocht het noodzakelijk zijn, dan bestaat de mogelijkheid om het kadaver aan de veterinaire kliniek van de universiteit Utrecht aan te bieden. Wanneer wij dieren in nood vinden waarvan wij niet de expertise of de juiste mogelijkheden hebben om deze dieren te verzorgen, bijvoorbeeld een bruinvis (figuur 11), nemen wij binnen 12 uur contact op met een ander opvangcentrum met de juiste faciliteiten.
Figuur 10: Zeehond wordt gered uit net9
9
Figuur 11: Transport bruinvis (SOS Dolfijn)10
https://www.facebook.com/KustnieuwsNL/posts/604967406296171
10
https://www.facebook.com/164679510273308/photos/pb.164679510273308.2207520000.1418998340./659465787461342/?type=3&theater Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
9
3. Medewerkers en bezoekers Het opvangcentrum wil zolang en zoveel mogelijk draaien op basis van vrijwilligers, zowel in de zorg als in het veld. Omdat wij een stichting zonder winstoogmerk zijn, baseren wij onze geldelijke middelen op inkomsten die wij genereren uit giften en donaties van donateurs, bezoekers, bedrijven en andere instanties. 3.1 Professionals in de zorg Het opvangcentrum beschikt over, in eerste instantie op vrijwillige basis, vakbekwame dierverzorgers die voldoende kennis, ervaring en vaardigheden hebben op het gebied van dierverzorging en met name in de zorg voor zeehonden. Ons streven is om uiteindelijk minimaal één vakbekwame dierverzorger in vaste dienst te nemen, om hiermee de kwaliteit, kennis en ervaring te blijven waarborgen. Daarnaast zullen we in het opvangcentrum met opgeleide vrijwilligers werken die onder verantwoording en begeleiding van de professionals ook voor de zorg en voorlichting worden ingezet. Ook vindt er veterinaire zorg plaats van een dierenarts die bekend is met de zorg voor zeehonden. Hij ziet ook toe op de reguliere administratie ten aanzien van de voorraad farmaca, de diagnose, de behandeling en de gebruikte farmaca. Bovendien hebben we een groot netwerk aan deskundigen in binnen- en buitenland, waarvan al een aantal direct hebben toegezegd om steun aan ons initiatief te geven en ons bij te staan in geval de specialistische kennis nodig is. 3.2 Professionals in het veld De gecertificeerde EHBZ’ers (vrijwilligers) in het veld zijn ervaren in het werk aan de kust en het vangen, verzorgen en vervoeren van zeehonden en walvisachtigen. Ook hebben zij de benodigde ontheffingen en vergunningen om aangespoelde kadavers van zeehonden en bruinvissen of andere kleinere walvisachtigen van de kust te verwijderen en te vervoeren. Als een zeehond in nood verkeert en gestrand is, kan het dier door het publiek of door de lokale vrijwilliger worden ontdekt. In geval van het publiek kan er een meldtelefoonnummer gebeld worden. Die wordt via onze website (www.zeehondenopvangeemsdelta.nl) en aan lokale hulp en toezichthoudende diensten bekend gemaakt en dag en nacht bemand. Bij aankomst kan er ter plaatse worden gecontroleerd of het een zeehond in nood betreft. Als het dier niet in nood verkeert, houden we een oogje in het zeil om te proberen te voorkomen dat het dier verstoord wordt. Als het dier wel in nood verkeert, dan wordt het dier gevangen en vervolgens ter plekke uit de nood gered (verwijderen van een verstrikkend net bijvoorbeeld) ofwel op transport gezet naar het opvangcentrum. 3.3 Bezoekers De verzorgers hebben ook een taak in de voorlichting van het publiek. Het centrum zal zo worden ingericht dat het publiek kennis kan nemen van de opgevangen zeehonden en hun probleem. Het zicht op de dieren die medisch behandeld worden is achter glas. Om de veiligheid en gezondheid voor mens en dier te waarborgen, is de toegang tot de dieren op afstand. Het publiek zal verder worden geïnformeerd via informatieposters in de bezoekersgang en via de website. Men zal ook, waar mogelijk, betrokken worden bij de vrijlating van de zeehonden.
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
10
4 Huisvesting en verzorging Al onze werkzaamheden zijn protocollair vastgelegd zoals vereist en genoemd in artikel 4 van het Kwaliteitsprotocol opvang beschermde inheemse diersoorten11. 4.1 De inrichting Omdat wij een startende onderneming en daarbij een non profit organisatie zijn, is het van groot belang dat wij met zo weinig mogelijk middelen, zo efficiënt mogelijk werken. Daarbij wordt rekening gehouden met het soort dier, de zeehond, dat wordt opgevangen. De verblijven zijn zo gemaakt dat de zeehonden geen letsel kunnen oplopen en er wordt rekening gehouden met het soorteigen gedrag, bewegingsvrijheid en levenswijze van de dieren. Het herstelproces bestaat uit drie verschillende fasen waarbij de behoefte van het individuele dier mee wordt genomen. Dit loopt analoog aan de opvang van zeehonden op andere locaties. De verschillende fasen zijn gescheiden van elkaar. Onderling contact met de dieren, evenals contact met uitscheidingen van dieren zoals urine, speeksel en uitwerpselen, in de verschillende fasen wordt uitgesloten. De verblijven zijn zo ingericht dat het gemakkelijk en goed te reinigen en desinfecteren is. Bij alle ruimtes zal rekening worden gehouden met insleep van bacteriën, door een juiste en efficiënte looproute aan te houden. Er zullen “vieze”en “schone” ruimtes, ingangen en uitgangen komen. 4.2 Drie verschillende fases Wanneer een zeehond in de opvang terecht komt, zal er eerst een intake plaatsvinden in een behandelkamer. Hier wordt het dier gecontroleerd op, conditie, geslacht, eventuele verwondingen, infectueuze ziektes d.m.v. bloedafname en swabjes etc. Afhankelijk van de diagnose en de soort (bijvoorbeeld een dwaalgast) zal het dier doorgaan naar de quarantaine of eerste fase. In deze eerste fase zit de zeehond over het algemeen alleen (figuur 12). Een uitzondering kan met de huilers, die soms samen in één ruimte worden geplaatst. Elk binnengebracht dier zal ongeveer drie weken in de eerste fase verblijven waar intensieve verzorging plaats vindt waarbij medische hulp soms noodzakelijk is. De voeding en het zwemmen wordt opgebouwd en de medicatie wordt afgebouwd. Tevens wordt er gecontroleerd op infectueuze ziektes. Afhankelijk van de conditie van de zeehond en als er op grond van veterinaire diagnoses geen aanleiding is te vermoeden dat er sprake is van een besmettelijke infectie, kan het dier na een aantal weken voor verdere (medische) behandeling overgebracht worden naar fase 2. In fase 2 komen de zeehonden in kleine groepen in een groter bassin terecht. De zeehonden kunnen nog wel een medische behandeling krijgen, maar dit is in een afbouwende fase. Deze fase is belangrijk voor de socialisatie van de zeehonden (figuur 13). Ook leren zij in deze fase zelf eten en komen zij op gewicht. Eten de dieren eenmaal zelf en zijn zij van de medicatie af, dan gaan zij door naar fase 3. In de derde en tevens laatste fase heeft de zeehond geen medische zorg meer nodig is en hoeven zij alleen nog maar op gewicht te komen. Dit is de fase van waaruit het dier weer terug gebracht wordt naar de natuur.
11
Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 maart 2009, nr. TRCJZ/2009/620 http://wetten.overheid.nl/BWBR0025568/geldigheidsdatum_09-01-2015 Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
11
Figuur 12. Eerste fase, sonde voeding
Figuur 13. Fase 2, socialisatie12
De gezondheid en algehele conditie van de zeehonden wordt dagelijks vastgesteld door één van de beheerders. De overdracht vindt plaatst tijdens de wisseling van dienst. Ook wordt er dagelijks een overdracht geregistreerd in een logboek. Wij houden van elke zeehonden een administratie bij d.m.v. een persoonlijk dossier. Vanaf binnenkomst tot en met het moment van vrijlaten, worden alle gegevens bijgehouden zoals beschreven in artikel 32, lid 4 en 5 van het kwaliteitsprotocol. Ook wordt er bijgehouden hoeveel meldingen er zijn geweest, hoeveel dieren er op jaarbasis zijn binnengekomen en weer vrijgelaten. Alle dieren worden volgens de al eerder genoemde protocollen verzorgd met als rode draad het dier te verzorgen zonder insleep en verspreiding van ziektes te veroorzaken. Het bestuur, de beheerders, de medewerkers en vrijwilligers van het opvangcentrum handelen conform de vastgestelde werkwijze. Dit is van groot belang om de gezondheid en veiligheid van mens en dier te waarborgen. 4.3 Voeding en hygiëne Het voedsel voor de zeehonden bestaat uit haring. Het deel dat voor de voeding noodzakelijk is zal worden ontdooid en als hele vis, of in geval van pas binnengekomen dieren en huilers, in gepureerde vorm worden gegeven. Dwangvoeding is noodzakelijk als het dier zich nog niet zelfstandig weet te voeden. Naast de voeding wordt er vocht toegediend om uitdroging te verhelpen de vochtbalans op orde te houden. Naarmate een zeehond in voeding omhoog gaat, zal het toedienen van vocht afnemen. De voeding wordt bereid in de viskeuken. Ook de voeding en voedselbereiding zijn protocollair vastgelegd, evenals de werkwijze wat betreft het reinigen en desinfecteren van de verblijven, het omgaan met de vuile en schone was en welke maatregelen er worden genomen om medewerkers te beschermen tegen zoönosen. Hygiënische maatregelen zijn namelijk cruciaal. Omdat we met een wild dier uit de natuur te maken hebben, is het niet bekend welke mogelijke ziekten het met zich meedraagt. Om (infectie)ziektes en zoönosen te voorkomen is het van belang dat de hygiënische maatregelen goed worden gehanteerd. Hiervoor zijn (kwaliteits)protocollen en werkinstructies aanwezig. Er is sprake van een ziekenhuis waar strikte protocollen zijn opgesteld door een team van externe wetenschappelijke- en medische adviseurs.
12
Figuur 12 en 13, Rosalie Janac, augustus 2013
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
12
Verkeerd omgaan met hygiëneregels of andere fouten kunnen leiden tot problemen. Dit is de reden dat iedereen die in deze stichting komt te werken, in dienst of vrijwillig, in een vroeg stadium alle “do’s and don’ts” moet leren. Dit gebeurt m.b.v. een opleiding, handelingenlijsten die afgetekend moeten worden en een werkwijze op basis van de protocollen en die is vastgelegd in werkinstructies. Een uniforme werkwijze is belangrijk voor de veiligheid van mens en dier en hygiëne bevordert de kwaliteit van de instelling. Mochten wij verschijnselen signaleren die kunnen wijzen op een besmetting met een aangifteplichtige dierziekte, dan zullen wij dit direct melden bij de overheidsinstantie. 4.4 In vrijheid stellen Het centrum heeft een opvangcapaciteit van ongeveer 30 zeehonden. Gemiddeld verwachten we in de zomerperiode 20 zeehonden per dag te hebben en over een jaar genomen verwachten we 60 tot 70 zeehonden te kunnen verzorgen. Indien mogelijk wordt de zeehond op de plaats waar hij is aangetroffen behandeld en direct vrij gelaten. De zeehonden die na de opvang weer worden vrijgelaten, worden vrijgelaten op een plek waar het soort van nature al voorkomt. Het liefst op de vindplaats of indien dit niet mogelijk is, in de buurt van de vindplaats in een geschikte natuurlijke habitat. De zeehonden worden op basis van criteria wat protocollair is vastgelegd, vrijgelaten. Dit zal o.a. te maken hebben met gewicht, zelfstandig eten, vrij zijn van medicatie en gedrag.
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
13
5.Conclusie Wat kunt u van ons verwachten:
Honderd procent inzet voor goede opvang In principe opvang in het Eems/Dollard gebied Voldoen aan de criteria waarbij het belang van de individuele zeehond centraal staat Samenwerking met andere opvangcentra, instanties, organisaties en nieuwe initiatieven Einde onderlinge fricties Duidelijkheid over de manier van opvang Daardoor duidelijkheid voor de vrijwilligers in het veld Lokale positieve uitstraling Geen beroep op overheidsgelden Volledige medewerking naar de gemeente Delfzijl
Onze conclusie is, dat wij op basis van onze visie en uitgangspunten bestaansrecht hebben. Evenals andere opvangcentra die zich richten op meer lokale opvang, daardoor een groter publiek weten te bereiken en het milieubewustzijn weten te implementeren. Het is een unieke situatie dat in de Breebaardpolder bezoekers op veilige afstand achter een schutting met kijkgaten de dieren in het wild kunnen zien, om vervolgens op luttele kilometers afstand de opvang en de onderliggende beweegredenen van de opvang kunnen ervaren. Het is een gouden formule en dé kans voor groot en klein, om dichtbij, meer inzicht te krijgen in natuurbehoud en het behoud van de zeehond in het bijzonder.
Foto: Zeehond bij de uitlaat, Hans Voolstra, september 2013
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
14
Beleidsplan Zeehondenopvang Eemsdelta 2014-2017
15